ICD implantatie
Inhoud Inleiding 1 Wat is een ICD
3
2
Voorbereiding 2.1 Gesprek met de ICD verpleegkundige 2.2 Nuchter 2.3 Wat neemt u mee 2.4 Waar meldt u zich 2.5 Uw medische gegevens
3 3 3 4 5 6
3
De implantatie 3.1 De implantatie op de hartkatheterisatiekamer 3.2 De implantatie op de operatiekamer 3.3 Na de implantatie 3.4 Complicaties en risico’s van een ICD implantatie
6 6 6 7 7
4 Naar huis 4.1 Belangrijke aandachtpunten 4.2 Controle
8 8 8
5 Wat te doen bij een shock
9
Opmerkingen en klachten
11
Vragen
11
2
Inleiding Uw behandelend arts heeft u aangemeld voor implantatie van een inwendige defibrillator (ICD) ter behandeling van een hartritmestoornis. U ontvangt daarom twee folders om u zo goed mogelijk voor te bereiden op de ICD implantatie. • In de folder van het OLVG geven wij u informatie over de praktische gang van zaken bij een ICD implantatie in het OLVG. • Uitgebreide informatie over de werking van een ICD vindt u in de bijgevoegde folder van de leverancier van de ICD.
1 Wat is een ICD ICD is de afkorting van Implanteerbare Cardio Defibrillator. Dit implanteerbare kastje houdt continu het hartritme in de gaten en kan zonodig gevaarlijke kamerritmestoornissen beëindigen. Het apparaat wordt geïmplanteerd onder de huid, of op indicatie één laag dieper onder de borstspier juist onder het sleutelbeen. Vanaf het apparaat lopen geleidingsdraden (elektroden) naar het hart. Ontstaat er een snelle kamerritmestoornis die niet spontaan eindigt dan kan de ICD op twee manieren ingrijpen. Via de elektroden kan de ICD een korte serie pulsen afgeven aan het hart die een einde maakt aan de snelle kamerritmestoornis. Hier voelt u in het algemeen weinig van. Soms is de korte serie pulsen niet voldoende om de ritmestoornis op te heffen. De ICD geeft dan een krachtige stroomstoot af die ervoor zorgt dat het hartritme
weer normaal wordt. Deze stroomstoot noemt men een shock. Dit voelt u als een harde slag of stoot midden op de borst en/ of tussen de schouderbladen. Nadat het ritme weer is genormaliseerd gaat de ICD weer terug in zijn passieve rol van ritmebewaker.
Implantatie in het OLVG De implantatie van de ICD kan op twee locaties uitgevoerd worden: • In de meeste gevallen op de hartkatheterisatiekamer (HCK), onder lokale verdoving. • In enkele gevallen op de operatiekamer (OK), onder algehele narcose en met medewerking van de hartchirurg. Als de implantatie op de operatiekamer gaat plaatsvinden, wordt u hier van te voren door uw behandelend arts op de hoogte gebracht.
2 Voorbereiding 2.1 Gesprek met de ICD verpleegkundige Vóór de operatie nodigen we u uit voor een gesprek met een ICD begeleider. In dit gesprek bespreken we de werking van de ICD en de gang van zaken tijdens de implantatie, alsmede een aantal praktische zaken. Tevens kunt u vragen stellen naar aanleiding van de folders die u heeft ontvangen. 2.2 Nuchter U moet voor de implantatie ‘nuchter’ zijn om misselijkheid tijdens de ingreep te voorkomen. 3
Nuchter’ zijn betekent dat u niets meer mag eten of drinken voor de operatie. Hiervoor geldt de ‘8 – 6 – 2 regel’. Zie het schema op de volgende pagina.
Pre-operatief onderzoek Wanneer de ingreep op de operatiekamer plaatsvindt, krijgt u van tevoren een afspraak met de anesthesioloog op de Polikliniek Pre-operatief Onderzoek (PPO). Daar worden afspraken gemaakt over de anesthesie (narcose). Meer informatie over anesthesie leest u in de folder ‘Informatie over anesthesie en pijnbestrijding’. Indien u na het bezoek aan de PPO nog vragen heeft over de anesthesie, dan kunt u contact opnemen met de Polikliniek Preoperatief Onderzoek via telefoonnummer (020) 599 25 12. Wanneer de ingreep onder locale verdoving op de hartkatheterisatiekamer plaatsvindt, hoeft u van tevoren geen bezoek te brengen aan de PPO. 2.3 Wat neemt u mee • Een lijstje met alle medicijnen die u gebruikt • Patiëntenpas van het OLVG en verzekeringspapieren • Bedkleding en pantoffels/slippers (geen gladde zool) • Toiletartikelen • Iets te lezen • Uw medisch paspoort
4
Laat kostbaarheden zoals sieraden zoveel mogelijk thuis. 2.4 Waar meldt u zich Als u al in het ziekenhuis ligt dan wordt u op de dag van de ingreep naar de behandelkamer gebracht. Komt u van thuis dan kunt u zich op de afgesproken dag en tijd melden op de verpleegafdeling die u van de secretaresse doorgekregen heeft. U kunt zich melden bij de balie, waar u verder wordt geïnformeerd. 2.5 Uw medische gegevens Tijdens de ICD implantatie worden veel gegevens over uw ziektebeeld, de procedure, de materialen en de complicaties vastgelegd in een database. Deze gegevens zullen voornamelijk worden gebruikt ten behoeve van kwaliteitsbewaking. Ook maakt deze database het mogelijk om diverse medisch technische en wetenschappelijke vragen te beantwoorden. Uw gegevens worden enkel anoniem aan derden verstrekt.
Wetenschappelijk onderzoek De afdeling Cardiologie is actief in het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek. Deze onderzoeken worden veelal uitgevoerd in internationaal verband. Ieder onderzoeksprotocol is goedgekeurd door een Medische Ethische Toetsing Commissie en de Raad van Bestuur van het OLVG. Het kan voorkomen dat u wordt gevraagd aan een onderzoek deel te nemen.
Eén van de medewerkers van de Researchafdeling Cardiologie informeert u dan over dat specifieke onderzoek. Wij streven ernaar u in een zo vroeg mogelijk stadium om uw medewerking te vragen, zodat u
ruim de tijd heeft om hierover na te denken. Uw deelname is altijd vrijblijvend en u kunt op een optimale behandeling vertrouwen ook wanneer u besluit niet aan een onderzoek deel te nemen.
Richtlijnen nuchter zijn voor de implantatie Aantal uren voor de operatie:
Voedsel:
Vloeistoffen:
tot 8 uur
Volledige maaltijd
u mag alles drinken, bij voorkeur geen alcohol
8 - 6 uur
1 boterham of cracker of beschuit zonder boter met jam of ander zoet beleg
u mag heldere vloeistoffen zoals water, thee, appelsap, zwarte koffie zonder melk, vruchtensap zonder pulp, koolzuurhoudende dranken, GEEN zuivelproducten, GEEN alcohol
6 - 2 uur
u mag niets meer eten
u mag heldere vloeistoffen zoals water, thee, appelsap, zwarte koffie zonder melk, vruchtensap zonder pulp, koolzuurhoudende dranken, GEEN zuivelproducten, GEEN alcohol
2 - 0 uur
u mag niets meer eten
u mag nog 1 glas water om uw medicatie in te nemen
Wanneer de tijd van de operatie niet bekend is geldt het volgende: • Ingreep vóór 14.00 uur: ‘s morgens niet eten, wel helder vloeibaar drinken tot 2 uur voor de operatie • Ingreep na 14.00 uur: ’s morgens tot 8.00 uur alleen een licht ontbijt en tot 2 uur voor de operatie helder vloeibaar drinken. U mag kauwgom en tabak gebruiken tot 2 uur voor de operatie. 5
3 De implantatie 3.1 De implantatie op de hartkatheterisatiekamer Indien de implantatie van uw ICD op de hartkatheterisatiekamer plaatsvindt geldt voor u het volgende. • Zorg ervoor dat u vlak voor het onderzoek nog even naar het toilet gaat. Tijdens de procedure is dit vaak niet mogelijk. • De behandelkamer bevindt zich op de derde verdieping (B3). In de behandelkamer neemt u plaats op de behandeltafel, waar u nog eens kort wordt uitgelegd wat er precies gaat gebeuren. U krijgt hier informatie over praktische handelingen, zoals waarom u ECG plakkers, defibrillatieplakkers en een infuus krijgt. De implantatie vindt plaats onder plaatselijke verdoving. U krijgt hiervoor enkele injecties in de huid onder het sleutelbeen, meestal aan de linkerkant. Door het infuus krijgt u antibiotica, iets rustgevends en iets tegen de pijn. Als u allergisch bent voor bepaalde medicijnen dient u dit aan te geven bij opname. Wij vragen er ook naar op de behandelkamer. U kunt tijdens de implantatie praten en u kunt altijd aangeven hoe u zich voelt. De plaats van de ingreep is afgedekt, waardoor het voor u niet mogelijk is om mee te kijken. Na het plaatsen van de ICD wordt de functie getest, de zogenaamde shocktest. Om dit pijnloos te laten verlopen wordt u hiervoor via het infuus in een lichte slaap gebracht. 6
Dit noemt men een roesje. Het roesje is van korte duur en is weer uitgewerkt als u de behandelkamer verlaat. Het is wel mogelijk dat u wat versuft bent. Normaal gesproken is dit na ongeveer een uur weer weggetrokken. Na de implantatie krijgt u op de wond een pleister en een drukverband voor een goede genezing van de wond. Dit drukverband blijft 12 uur zitten. Na de ingreep wordt u naar de verpleegafdeling gebracht. U moet dan nog ongeveer zes uur op bed blijven liggen. 3.2 De implantatie op de operatiekamer Indien de implantatie op de operatiekamer plaatsvindt geldt voor u het volgende: • De ingreep vindt plaats onder algehele narcose en met medewerking van de hartchirurg. • Indien u reeds bent opgenomen zal op de dag van de operatie, of de dag ervoor, de anesthesist bij u langskomen om eventuele bijzonderheden voor de algehele narcose kort met u door te nemen. • Indien u thuis wacht op de implantatie heeft u al gesprek gehad met de anesthesioloog op de Polikliniek Pre-operatieve Onderzoek (PPO) (zie paragraaf 2.2 Nuchter). Op de dag van implantatie wordt u ongeveer een half uur voor de operatie in uw bed naar de operatiekamers gebracht, waar u wordt opgevangen in de Holding.
Na enkele voorbereidende handelingen gaat u naar de operatiekamer waar de anesthesist u ontvangt en u onder algehele narcose brengt. Tijdens de ingreep krijgt u beademing, meestal via een buisje in de luchtpijp. Vervolgens vindt onder narcose de ICD implantatie plaats. Ook hier wordt tijdens de operatie de ICD getest door middel van de shocktest. Na de ingreep zal de anesthesist de narcose beëindigen en de beademingsbuis uit uw luchtpijp verwijderen. Hierna gaat u naar de uitslaapkamer (Recovery) om bij te komen van de ingreep en de narcose. Als u weer goed wakker bent en alle controles goed zijn, dan wordt u weer terug naar de verpleegafdeling gebracht. Voor een goede wondgenezing heeft u na de implantatie een pleister en een drukverband op de wond. 3.3 Na de implantatie Na de implantatie sluit de verpleegkundige u aan op mobiele hartritmebewaking (telemetrie). De volgende dag maakt een hartfunctielaborante een ECG (hartfilmpje) op uw kamer. Vervolgens wordt er ter controle een röntgenfoto van uw borst gemaakt op de afdeling Radiologie. Indien nodig neemt de laborant ter controle bloed af. Voordat u naar huis gaat controleert een cardiotechnicus uw ICD. U heeft dan ook de tijd om vragen te stellen.
3.4 Complicaties en risico’s van een ICD implantatie Behandeling brengt altijd een risico met zich mee. Uiteraard wordt geprobeerd om complicaties te voorkomen, maar er bestaat nooit honderd procent garantie dat ze niet optreden. Complicaties die zowel op de hartkatheterisatiekamer als op de operatiekamer kunnen optreden zijn: • Bloeduitstorting Tijdens het prepareren van het ICD-zakje (de plaats onder de huid waar de ICD geplaatst wordt) kunnen er bloedvaatjes geraakt worden waardoor een bloeduitstorting ontstaat. Deze verdwijnt meestal vanzelf na enkele weken. Om de wond mooi te laten genezen krijgt u de eerste 12 uur een drukverband. • Infectie van de wond De behandeling wordt zo steriel mogelijk uitgevoerd om infecties te voorkomen. Desondanks bestaat er een kleine kans op infectie van de wond. Wanneer de plek waar de ICD geplaatst is (pocket) geïnfecteerd raakt moet de ICD verwijderd worden. Een nieuwe ICD zal dan op een andere plaats geïmplanteerd worden. • Klaplong Voor het plaatsen van de elektroden van de ICD in het hart moet een ader worden aangeprikt. Het kan voorkomen dat het longvlies hierbij per ongeluk wordt aangeprikt, waardoor een klaplong ontstaat. Dit is een zeldzame complicatie waardoor u enkele dagen langer behandeld zal moeten worden. 7
• Tamponade Tijdens het inbrengen van de elektroden van de ICD in het hart kan per ongeluk door de hartkamerwand heen worden geprikt. Dit heeft tot gevolg dat er bloed via het gaatje in het hartzakje (pericard) stroomt, waardoor de pompfunctie van het hart wordt bemoeilijkt. Dit wordt tamponade genoemd. Dit is een zeer zeldzame complicatie die behandeld kan worden door middel van een pericardpunctie, waarbij het bloed weer wordt weggezogen.
4 Naar huis 4.1 Belangrijke aandachtspunten Als de controles goed zijn kunt u meestal de dag na de operatie weer naar huis. Houdt u wel rekening met de volgende aandachtspunten: • Zorg dat iemand u met de auto naar huis vervoert. U mag zelf geen vervoermiddel besturen. U kunt wel met een taxi of openbaar vervoer naar huis. • Zorg dat er thuis iemand bij u is om u te helpen bij eventuele problemen. • De elleboog van uw arm aan de implantatie-zijde mag de eerste zes weken niet boven het niveau van de schouder komen. Ook mag u niet van onder de oksels omhoog getild worden. Dit is om de draden van de elektroden geen trekbelasting te geven en de wond goed te laten genezen. • De pleister kunt u na twee dagen (48 uur) verwijderen.
8
• U mag de eerste twee dagen na implantatie niet douchen. Na deze twee dagen kunt u de wond wel afspoelen maar gebruik geen zeep op en rondom de wond, totdat u op wondcontrole in het ziekenhuis bent geweest. • Bij verdenking op ontsteking van de wond moet u contact opnemen met het ziekenhuis. Een ontsteking kunt u herkennen aan: toegenomen pijn, rode rand om de wond en plaats van de ICD, opgezet en warm gevoel rond het ICD-zakje en eventueel koorts. De richtlijnen tot gebruik van het rijbewijs worden ook uitgebreid besproken tijdens het gesprek met de ICDverpleegkundige. Tevens kunt u hierover meer informatie vinden via www.STIN.nl. 4.2 Controle Bij ontslag uit het ziekenhuis krijgt u de volgende afspraken voor controle op de polikliniek Cardiologie: • Na tien dagen: wondcontrole + ICD controle. Van de cardiotechnicus ontvangt u een ICD-registratiekaart met de ICD-gegevens. Deze kaart dient u ten alle tijde bij u te dragen voor het geval dat u (met spoed) in een ander ziekenhuis wordt opgenomen. • Na twee maanden: ICD controle + ontvangst rijbewijsformulier (indien er geen shocks zijn geweest in de tussentijd). • Na twee tot drie maanden: controle door de cardioloog. • Hierna vindt een periodieke controle van de ICD plaats, meestal om de vier tot zes maanden.
Belangrijk • Uw rijbewijs is na implantatie van een ICD ongeldig. U kunt deze pas na twee maanden opnieuw aanvragen, wanneer alle controles goed zijn. U komt dan alleen in aanmerking voor de rijbewijscategorieën A, B en B+E (privégebruik). • Voor beroepsmatig rijden gelden andere regels. Stappenplan aanvragen rijbewijs Aanvragen rijbewijs code 100 1) Eigenverklaring kopen op het gemeentehuis. Let op: bent u ouder dan 70 jaar, dan heeft u een dubbelzijdige verklaring nodig. 2) Na ICD implantatie 8 weken wachten op keuringsrapport cardioloog. 3) Beide formulieren opsturen naar het regiokantoor van het CBR. 4) Na enige tijd krijgt u een verklaring van geschiktheid voor maximaal 5 jaar. Hiermee kunt u op het gemeentehuis een rijbewijs afhalen met code 100. Dit rijbewijs is alleen geschikt voor privégebruik. Aanvragen rijbewijs code 101 1) Eigenverklaring kopen op het gemeentehuis. 2) Werkgeversverklaring laten invullen door de werkgever. 3) Schriftelijk verzoek direct aan het hoofd medische zaken van het CBR, met vermelding van naam en adres van uw cardioloog. 4) Na enkele weken ontvangt u dan een verklaring van geschiktheid waarmee u op het gemeentehuis een rijbewijs kunt afhalen mat code 101. Dit rijbewijs is geschikt voor beperkt beroepsmatig gebruik.
5 Wat te doen bij een shock Wanneer de ICD geïmplanteerd is beschermt deze u tegen gevaarlijke hartritmestoornissen. Wanneer een gevaarlijke hartritmestoornis optreedt zal de ICD een stroomstoot (shock) afgeven die ervoor zorg dat het hartritme weer normaal wordt. Een ICD-shock wordt door de meeste patiënten gevoeld als een harde slag of stoot midden op de borst en/of tussen de schouderbladen.
U raakt hiervan meestal niet buiten bewustzijn. Wanneer de ICD een shock geeft dan is het volgende wat u, uw partner of iemand anders in uw omgeving moet doen.
Bij één shock Wanneer één shock opgetreden is en u voelt zich daarna goed, dan neemt u tijdens kantooruren contact op met één van de volgende afdelingen: 9
• Secretariaat Interventiecardiologie, via telefoonnummer (020) 599 23 87. • Polikliniek Cardiologie, via telefoonnummer (020) 599 30 33. Zij zijn bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 12.00 en van 13.00 tot 16.00 uur. In het telefoongesprek geeft u aan: • Wanneer u de shock heeft gekregen. • Wat u voor de shock aan het doen was. • Of u ook klachten had voor de shock. • Hoe u zich na de shock voelde. U krijgt dan een afspraak voor dezelfde dag of de volgende werkdag om de ICD uit te laten lezen om de oorzaak van de shock te bekijken. Tevens wordt er dan een reguliere controle van de ICD uitgevoerd. In geval van angst of paniek kunt u ook buiten kantooruren contact opnemen met het algemene nummer van het OLVG (020) 599 91 11,
vraagt u dan naar de dienstdoende arts van de afdeling Cardiologie.
Na enkele minuten nog steeds klachten Indien u enkele minuten na de shock (nog steeds) last heeft van pijn op de borst, kortademigheid, of duizeligheid moet u direct 112 bellen! Bij twee of meer shocks achter elkaar Bij twee of meer shocks achter elkaar of op één dag belt u meteen 112 zodat u naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis kunt worden gebracht. Het is belangrijk dat u uw partner of andere mensen in uw omgeving goed instrueert wat zij moeten doen wanneer een shock optreedt. In het schema staat alles nog eens samengevat:
Wat te doen bij een shock situatie
actie
Eén shock (verder geen klachten)
Neem tijdens kantooruren contact op met de afdeling Cardiologie, via telefoonnummer (020) 599 23 87 of (020) 599 30 33. Bij angst of paniek buiten kantooruren: telefoonnummer (020) 599 91 11 en vraag naar de dienstdoende arts Cardiologie.
Enkele minuten na een shock nog steeds klachten
Bel direct 112
Twee of meerdere shocks achter elkaar
Bel direct 112
10
Opmerkingen of klachten Wij doen er alles aan uw bezoek aan ons ziekenhuis zo goed mogelijk te laten verlopen. Het kan echter voorkomen dat u niet tevreden bent. Wij raden u aan uw opmerkingen of klachten direct te bespreken met de betrokkene(n) of de leidinggevende van onze afdeling. Andere mogelijkheden vindt u in de folder ‘klachtenopvang en -behandeling’. Deze folder is verkrijgbaar op de afdeling, bij het Voorlichtingscentrum of via www.olvg.nl.
Vragen
Cardiotechnicus bespreken. U kunt hen bereiken via de polikliniek Cardiologie. Deze is bereikbaar van maandag tot en met vrijdag van 8.30 tot 12.00 en van 13.00 tot 16.00 uur via telefoonnummer (020) 599 30 33.
Meer informatie Voor meer informatie kunt u ook terecht op de volgende websites: • www.stin.nl • www.bostonscientific.com • www.medtronic.nl • www.medtronic.com/travelling
Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, of heeft u na uw behandeling nog vragen of problemen, dan kunt u dit altijd met de Cardioloog, ICD-begeleider of Belangrijke Telefoonnummers ICD-begeleider
(020) 599 23 87 pieper 44254
Polikliniek Cardiologie
(020) 599 30 33
Secretariaat Interventiecardiologie (wachtlijstbeheer)
(020) 599 23 87
Cardiotechnici
(020) 599 23 87
Hartbewaking
(020) 599 23 04
Verpleegafdeling Cardiologie
(020) 599 23 02
Algemeen nummer OLVG
(020) 599 91 11 11
onze lieve vrouwe gasthuis amsterdam • locatie oosterpark oosterpark 9 • locatie prinsengracht prinsengracht 769 postadres postbus 95500 1090 hm amsterdam telefoonnummer (020) 599 91 11 website www.olvg.nl algemene voorwaarden op behandelingen in het olvg zijn de algemene voorwaarden van het olvg van toepassing zie www.olvg.nl
Redactie en uitgave: Communicatie en Patiëntenvoorlichting april 2008/cardiologie/301-055