1 Voorwoord 2. 2 Directieverslag 5. 3 Jaarverslag a Wettelijke vereisten b Opbrengsten c Onderwijsproces

Prinsentuin College Jaarverslag 2012

Inhoud 1

Voorwoord

2

2

Directieverslag

5

3

Jaarverslag

11

3.a Wettelijke vereisten

11

3.b Opbrengsten

11

3.c Onderwijsproces

18

3.d Examinering

21

4.

Kwaliteit

25

5.

Bedrijfsvoering

31

6.

Vooruitblik naar 2013

39

1 Jaarverslag Prinsentuin College 2012


1

Voorwoord

In het jaarverslag 2012 laten we onze studenten, medewerkers, opdrachtgevers en relaties zien hoe wij vorm geven aan onderwijs. In dit verslag vindt u feiten, resultaten en cijfers over hoe succesvol we daarin zijn en waar onze verbeterpunten liggen. De resultaten zijn conform de wettelijke verplichtingen in beeld gebracht. Echter omwille van volledigheid en duidelijkheid laten we, in een aantal gevallen, méér zien dan deze verplichtingen. Daarnaast hebben we ook weer trendanalyses gemaakt van onze resultaten, om u een nog completer beeld te geven van de ontwikkeling van het Prinsentuin College. Ook in 2012 hebben we veel energie aan verdere versterking van (de aansturing van) de onderwijsteams besteed. Bovendien is er veel aandacht uitgegaan naar de verdere uitwerking van het competentiegericht onderwijs, versterking van de relatie/samenwerking met het bedrijfsleven en kwaliteitsborging van onze (onderwijs)processen. Ons uitgangspunt hierbij is steeds onze koers ‘Natuurlijk Ondernemend’ zoals we die we in 2009 hebben uitgezet. Zomaar enkele zaken? Wis en waarachtig niet! Geen middelmaat en geenszins toeval, altijd het resultaat van gezamenlijke inspanningen en veelal prestaties waarop we trots zijn! Mijn dank gaat uit naar alle studenten, ouders, bedrijven, gemeenten en instellingen die in 2012 opnieuw vertrouwen in ons stelden én aan onze medewerkers voor hun passie en inzet. Ik nodig u daarom namens alle medewerkers van het Prinsentuin College uit om even tijd te nemen voor het lezen van ons jaarverslag 2012. Wij wensen u daarbij veel leesplezier. Rein van de Wal Algemeen Directeur Prinsentuin College



2

Directieverslag

Inleiding Het Prinsentuin College is een agrarisch opleidingscentrum (AOC) dat groen Middelbaar Beroeps Onderwijs (mbo) verzorgt in West Brabant. Het Prinsentuin College heeft als uitvoeringslocaties Breda (N1 t/m N4, bol en bbl) en Andel (N2 en N3, bbl). Met ingang van schooljaar 2012-2013 bieden we ook groen mbo (N2 en N3, bbl) aan in het meest westelijk deel van West-Brabant via een derde mbolocatie van het Prinsentuin College in Halsteren, dit in samenwerking met onze vmbo-locatie daar. Ruim 90% van ons mbo wordt aangeboden binnen onze vestiging in Breda. Sinds de bestuurlijke fusie in 2002 is het Prinsentuin College de groene entiteit van ROC West-Brabant. De strategische beleidsplannen ‘Onderwijs met Passie I en II’ (2007 resp. 2010) van ROC West-Brabant zijn daarmee uitgangspunt voor de strategische ontwikkeling van het Prinsentuin College. Het Prinsentuin College verzorgt opleidingen in de plantgerichte en de diergerichte sectoren. Binnen de plantgerichte sector onderscheiden we de onderwijsteams Plantenteelt (inclusief Groen, Grond & Infra en Tuincentrum), Bloem & Design, Tuin, Park & Landschap en Natuur, Milieu & Ruimte. In de diergerichte sector kennen we de onderwijsteams Dierverzorging, Paraveterinair, Paardenhouderij & Paardensport en Veehouderij. Landelijk staat de instroom in het groene MBO al vele jaren onder druk, maar haaks op deze trend is het aantal studenten van het Prinsentuin College de laatste jaren verdubbeld. Ook in 2012 is het Prinsentuin College door het starten van nieuwe samenwerkingsinitiatieven met P3 Transfer (ROC West-Brabant) en BGA Nederland doorgegroeid in studentenaantallen binnen verrijkte bbl-trajecten. Met ingang van 2009 werken we met onderwijsteams, waarbinnen docenten gezamenlijk vorm en inhoud geven aan de ontwikkeling en de uitvoering van onze opleidingen. Deze onderwijsteams zijn zodanig samengesteld dat de daartoe benodigde ervaring en expertise zoveel mogelijk binnen deze onderwijsteams voorhanden is. In 2010 zijn de teamvoorzitters benoemd en zijn de teams qua samenstelling beter uitgebalanceerd. In 2011 is geïnvesteerd in het verhelderen van de afstemming van de taken en bevoegdheden van de algemeen directeur, het locatiemanagement en de teamvoorzitters. Daarmee is de rol van de teamvoorzitters beter gepositioneerd binnen Prinsentuin College. Vervolgens zijn de teamvoorzitters gestart met een scholingstraject waarmee wij onze eerste stappen naar resultaatgerichte onderwijsteams hebben gezet. In 2012 is hard gewerkt aan een doorontwikkeling van de schoolorganisatie; van acht naar drie onderwijsteams. Vanaf 1-8-2013 zullen de docenten van het Prinsentuin College in drie onderwijsteams ’Agro & Food‘, ’Dier‘ en ’Groen‘ nog intensiever samenwerken aan de kwaliteit en flexibiliteit van onze opleidingen. Tevens is de samenwerking en afstemming tussen de onderwijsteams in Andel en Breda verder geïntensiveerd en is de ondersteuning van de examenorganisatie in Andel, het examenloket, overgeheveld naar Breda. Daarnaast is het Prinsentuin College in synergie met ROC West-Brabant in 2011 overgegaan van een deelmedezeggenschapsraad (DMR) naar een Onderdeelcommissie (OC) van de Ondernemingsraad (OR). Hierin is de zeggenschap van onze medewerkers geregeld. Daarbij een studentenraad (SR) waarin de zeggenschap van onze studenten formeel is vastgelegd. In 2012 zijn we zowel in afdelingsmanagement als directie geconfronteerd met langdurig ziekteverzuim. Gelukkig zijn we er in geslaagd om dit snel en adequaat te vervangen en zo continuïteit op de ingezette koers te borgen. Strategisch proces “Ecologisch intelligent zijn en duurzaam doen” In haar strategisch beleidsplan 2005-2010 ‘Onderwijs met Passie’ schetste ROC West-Brabant een verbindende en ondersteunende onderwijsinstelling (corporate identity) met acht ondernemende, identiteitgestuurde colleges, een vmbo-entiteit en een aantal marktgerichte bv’s. Onze position paper 2008-2010 bracht ons een stap in deze richting, maar maakte nog weinig onderscheid tussen het vmbo en het mbo van het Prinsentuin College. Het groene vmbo werd in de afgelopen jaren onderdeel van de vmbo-entiteit van ROC West-Brabant en ROC West-Brabant maakte zich op voor haar tweede beleidsperiode (2010-2015) met de publicatie van ‘Onderwijs met Passie II’. Daarin is de nieuwe kernwaarde Duurzaamheid geïntroduceerd en zullen de collectieve ambitie en samenwerking, ‘van ik naar wij’, centraal staan binnen ROC West-Brabant. Daarom hebben we in 2009 in samenwerking met Mercurius Marketing enerzijds en studenten, medewerkers en het bedrijfsleven anderzijds, een nieuwe positionering voor het Prinsentuin College ontwikkeld. In deze nieuwe positionering willen we ons 5 Jaarverslag Prinsentuin College 2012

gedurende de beleidsperiode 2010-2015 in toenemende mate profileren als Natuurlijk Ondernemend. Dit doen we door studenten en medewerkers te stimuleren hun eigen natuur te ontdekken en hen hierbij te ondersteunen. Van daaruit kunnen we een bijdrage leveren aan een nieuwe groene samenleving, waarin we ecologisch intelligent zijn en duurzaam doen in termen van Planet, People en Profit. Graag voegen we daar binnen Prinsentuin College nog een 4e P van Pleasure, leer- en werkplezier aan toe (zie figuur 1).

People

Pleasure

Planet

Profit

Ecologisch intelligent zijn en duurzaam doen Figuur 1:

Prinsentuin College = Natuurlijk Ondernemend Ecologisch intelligent zijn en duurzaam doen op het snijvlak van Planet, People, Profit en Pleasure.

Het Prinsentuin College wil vanuit haar groene identiteit en haar ondernemendheid een belangrijke aanjager van de nieuwe groene samenleving zijn, te beginnen in de regio West-Brabant. Dit vanuit onze kernwaarden: ondernemend, duurzaam, aandachtig en natuurlijk. Deze nieuwe positionering zal de komende jaren geconcretiseerd worden in tal van acties en projecten betreffende inhoud, bedrijfsvoering, huisvesting, cultuur en het netwerk van onze opleidingen. Onze belangrijkste drijfveer daarin is het vergroten en verbreden van de maatschappelijke meerwaarde van ons onderwijs. Daarin zullen we actief zoeken naar samenwerking binnen ROC West-Brabant en daarbuiten. Samen op zoek naar co-creatie op de raakvlakken van Groen en Techniek, Groen en Zorg, Groen en Economie, Groen en Recreatie, etc. Een eerste uitwerking omvat de ontwikkeling van een samenwerking met diverse zustercolleges in Breda op de hierboven genoemde thema’s. Onderwijsdoelstellingen Het Prinsentuin College heeft ervoor gekozen om de bestaande onderwijsdoelstellingen te continueren voor de nieuwe beleidsperiode (2010-2015). Deze doelstellingen zijn immers nog steeds actueel. Beleidsdoelstellingen met het oog op onze studenten: Leerplezier creëren; studentgericht werken; competente (wereld)burgers opleiden; tevreden studenten houden. Beleidsdoelstellingen met het oog op onze medewerkers: Professioneel gedrag creëren; merkwaardig gedrag stimuleren; mensen met lef in huis houden.


Beleidsdoelstellingen met het oog op onze partners: Aanbieden van competente studenten en medewerkers bij partners; school als kenniscentrum aanbieden; school als partner in regio nadrukkelijk in beeld; optimale doorstroming vmbo-mbo-hbo realiseren. Onze onderwijsdoelstellingen zijn leidend voor onze innovatie- en verbeterplannen. Deze dienen dus bij te dragen aan de realisatie van één of meer van deze doelstellingen (zie ook hoofdstuk 4). Mbo-concept Content Competent® Het Prinsentuin College heeft de ambitie in alle opleidingen door te groeien naar beroepsrelevante, competentiegerichte onderwijsprogramma´s met ruimte voor toenemende zelfsturing en bijbehorende keuzemogelijkheden voor haar studenten als fundament voor ‘een leven lang leren’. Daartoe is enkele jaren geleden het competentiegericht MBO-concept Content Competent® ontwikkeld. Dit vormt de basis voor ontwikkeling, uitvoering, evaluatie en verbetering van het competentiegericht onderwijs. Daarbij zetten we binnen ons onderwijs steeds vaker gastdocenten uit de beroepspraktijk in. Ook in 2012 hebben alle onderwijsteams aan de hand van een uniform stappenplan, uniforme onderwijsformats en een sectorgedifferentieerde planning gewerkt aan de concrete invulling van Content Competent®. Ze ontwikkelden daartoe in samenspraak met het regionale bedrijfsleven oefensituaties (samenhangende onderdelen van kritische beroepssituaties, afgeleid van de landelijke examenstandaarden), leeractiviteiten, geïntegreerde leerarrangementen, portfoliostructuren, kwalificatiesleutels (bewijsstukken van formatieve beoordelingen die voorwaardelijk zijn voor toelating tot examinering) en uitvoeringsplannen voor de landelijke examenstandaarden (De groene standaard). Daarnaast is door de docenten ‘AVO/Exact’ gewerkt aan de ontwikkeling en integratie van hun leeractiviteiten. Tevens is de ontwikkeling van separate vakkenlijnen, Nederlands, MVT en Rekenen/wiskunde, ter voorbereiding op de landelijke examinering vanaf 2014 stevig ter hand genomen. In 2011 is de coördinatie van deze onderwijsontwikkeling in handen gegeven van de teamvoorzitters, ondersteund door KPC, IT-Workz en Brainnovation. Tevens zijn in 2011 vijf werkgroepen bestaande uit enthousiaste docenten en studenten gestart met de doorontwikkeling van Content Competent (Content Competent 2.0), waarin het onderwijs door onze N4-studenten uitdagender en flexibeler ingevuld kan worden. In deze transitie naar Content Competent 2.0® is door het Prinsentuin College in diverse landelijke projecten, GKC-programma’s, KIGO-projecten of trainingen samengewerkt met andere AOC´s, IPC´s, AOC-Raad, Groene Kenniscoöperatie, Aequor, Ontwikkelcentrum en verschillende brancheorganisaties, zoals ZLTO, Cumela Nederland, VHG en VBW. Internationalisering/multiculturalisering In het verslagjaar investeerden we veel tijd en middelen in het opdoen van internationale/multiculturele ervaringen door onze studenten. Onder meer via de landelijke stimuleringsregeling ‘Kies kleur in Groen’ zijn middelen ingezet voor internationale studiereizen/excursies of i-BPV voor onze studenten (N3 en N4), zijn samenwerkingsrelaties opgezet en/of versterkt met landbouwscholen in Tanzania en Marokko en hebben diverse vmbo-leerlingen met een niet-Westerse achtergrond interessante leerervaringen opgedaan binnen ons groene mbo. Ontwikkelingen kwalificatiestructuur Vanaf schooljaar 2005-2006 worden binnen het Prinsentuin College CKS-experimenten uitgevoerd. Aanvankelijk zijn we gestart met de afdelingen Plantenteelt en Loonwerk om vervolgens in het schooljaar 2008-2009 in het eerste leerjaar van alle plantgerichte opleidingen te beginnen. Met ingang van het schooljaar 2009-2010 zijn ook de eerste leerjaren van de diergerichte opleidingen begonnen met competentiegericht onderwijs. Hierdoor volgde in 2011-2012 zo´n 95% van onze studenten onderwijs op basis van een competentiegericht kwalificatiedossier. Met ingang van augustus 2012 wordt er geen onderwijs meer aangeboden op basis van de oude eindtermgerichte kwalificatiestructuur.


Studentvolgsysteem (SAP/Edictis) In 2006 is ROC West-Brabant samen met de 2B interactive Group en IT Workz gestart met de ontwikkeling van een nieuw studentvolgsysteem SAP/Edictis. Vanaf 2008 vindt implementatie van deze applicatie plaats. De voortgang verloopt volgens planning. Met ingang van schooljaar 2009-2010 is SAP/Edictis volledig operationeel binnen het Prinsentuin College. In 2011 heeft het Prinsentuin College in belangrijke mate bijgedragen aan de harmonisatie en standaardisering van deze applicatie binnen ROC West-Brabant. Alle medewerkers die met dit studentvolgsysteem werken zijn op basis van rolprofielen intern getraind en gecertificeerd voor de werkzaamheden die zij moeten verrichten. Door middel van een aan de rolprofielen gekoppelde rechtenstructuur kunnen zij alleen de werkzaamheden uitvoeren waar ze ook gecertificeerd voor zijn. Digitale leeromgeving (It´s Learning)/DIG/PARS) In 2008 begon het Prinsentuin College in samenwerking met IT-Workz met de inrichting en de implementatie van een digitale leeromgeving (It´s Learning) binnen de plantgerichte CKS-opleidingen. In 2009 is dit verbreed naar de diergerichte opleidingen, waarbij ook deze onderwijsteams passende trainingen hebben gevolgd. De implementatie van It’s Learning zal de komende jaren hand in hand lopen met de implementatie van ons mbo-concept Content Competent® 2.0. Daarnaast zijn we in 2010 ROC West-Brabant breed gestart met de voorbereidingen op een Digitale Informatie Gids (DIG). Met deze gids bieden we onze studenten op een toegankelijke en gebruiksvriendelijke manier alle mogelijke informatie die zij tijdens hun opleiding nodig hebben. In 2011 is DIG op het Prinsentuin College ingevoerd. Ten slotte zijn we vanwege aangescherpte verantwoordingsplicht op de aan- en afwezigheidregistratie van onze studenten m.i.v. schooljaar 20112012 overgestapt op een nieuwe ROC West-Brabant brede registratietool PARS. Praktijkleren Het Prinsentuin College heeft de ambitie haar onderwijs zo veel mogelijk in een uitgebalanceerde mix van reële beroeps- en maatschappelijke contexten te positioneren en in te richten aan de hand van beroeps- en maatschappijrelevante thema´s (van buiten naar binnen leren). Daarnaast willen we ons verder ontwikkelen tot makelaar van groene kennis voor bedrijfsleven en maatschappelijke instellingen in de regio. Beide ambities vergroten onze behoeften aan versterking, verbreding en differentiatie van diverse vormen van regionaal partnerschap met deze organisaties. Daartoe is in 2011 in samenwerking met Rewin het Kennisloket doorontwikkeld. Via dit kennisloket kunnen regionale bedrijven en instellingen ondernemersvragen richten aan ROC West-Brabant/Prinsentuin College. Deze ondernemersvragen worden beantwoord binnen multisectorale studentenprojecten, waarin op hbo-, mbo- en vmbo-niveau wordt samengewerkt tussen instellingen, docenten en studenten/leerlingen. Om de realisatie van bovenstaande ambities te ondersteunen is het Prinsentuin College in 2009 gestart met de ontwikkeling en inrichting van een BPV-applicatie (OnStage, zie figuur 1) dat zich kan door ontwikkelen tot een volledig relatiebeheersysteem (CRM-systeem). Hiertoe hebben wij onze BPVprocedure geëvalueerd en verbeterd, rekening houdend met het landelijke BPV-protocol van het ministerie van OCW, de MBO-Raad, Colo, MKB-Nederland en VNO-NCW. In de ontwikkeling en de operationele implementatie van deze bpv-applicatie zijn we ondersteund door Xebic bv. Vanaf schooljaar 2011-2012 is OnStage operationeel binnen het Prinsentuin College en zijn binnen alle onderwijsteams bpv-coördinatoren benoemd.

Figuur 1: De rollen binnen het BPV-proces, zoals deze zijn uitgewerkt in OnStage (Bron: Xebic bv.)


Kwaliteitsborging Examinering Ook is in 2012 gewerkt aan de kwaliteit van de competentiegerichte examinering. Deze kwaliteitsverbetering is uitgevoerd op basis van de resultaten van interne audits, het kwaliteitsonderzoek door de Onderwijsinspectie en tevredenheidonderzoeken onder studenten en het regionale bedrijfsleven (zie ook hoofdstuk 4). Tevens is in 2012 de nodige energie gestoken in deskundigheidsontwikkeling van onze co-assessoren, het onderhoud van de deskundigheid en de certificering van onze assessoren. Daarnaast is het Prinsentuin College niet alleen lid van Stichting De groene standaard, zij is ook vertegenwoordigd in het dagelijks bestuur en het landelijk overleg van de examensecretarissen. De hoofddoelstelling van deze stichting is het ontwikkelen en aanbieden van kwalitatief hoogwaardige examenproducten voor het groene mbo. In 2008 heeft het Prinsentuin College samen met vier andere AOC´s en Trajectplanner.nl een PvB-tool ontwikkeld en ingevoerd. Deze PvB-tool ondersteunt de administratie, logistiek en de procesmonitoring van de competentiegerichte examinering. In 2012 is de functionaliteit van deze applicatie verder verbeterd en geautomatiseerd door introductie van tablets ter ondersteuning van onze assessoren in de beoordeling van PvB’s. Integrale kwaliteitszorg ROC West-Brabant wil komen tot een verdere versterking en uniformering van haar integrale kwaliteitszorg gebaseerd op het INK management systeem. Hiertoe is Yucan QM Kwaliteitsmanager ROC-breed ingericht. Dit proces wordt ondersteund door Phasis bv. Het Prinsentuin College is doorgegaan met de implementatie van Yucan Kwaliteitsmanager door deze applicatie in te zetten bij het maken van zelfevaluaties op het niveau van onderwijsteams. In gezamenlijkheid wordt binnen ROC West-Brabant onderzocht hoe we de ondersteunende functionaliteit van Yucan QM Kwaliteitsmanager verder kunnen verdiepen en verbreden. In 2012 hebben de teams Tuin, Park & Landschap en Dierverzorgingde de zelfevaluatie uitgevoerd in Yucan en er is een implementatieplan gemaakt voor de scholing van alle teams in 2012. Daarnaast is ook in 2012 een forse kwaliteitsslag gemaakt in de professionalisering van onze arbo-organisatie. Ook in 2012 is binnen ROC West-Brabant veel geïnvesteerd in het voorkomen van voortijdig schoolverlaten (VSV). Van maand tot maand zijn de VSV-ers in kaart gebracht en gecheckt op correcte administratieve verwerking. Dit heeft ook binnen het Prinsentuin College geleid tot een verdere reductie van het VSV en een verhoging van het studiesucces (jaarresultaat en diplomaresultaat). In 2011 behoorde het Prinsentuin College tot de top-drie in de landelijke benchmark ‘Studiesucces’ van de MBO-Raad en ontving onze afdeling Groen, Grond & Infra als eerste opleiding in Nederland de erkenning ’CumelAcademie‘ van brancheorganisatie Cumela Nederland. Ten slotte zijn vier opleidingen van het Prinsentuin College door de Onderwijsinspectie beoordeeld met veel voldoendes op de onderscheiden kenmerken van kwaliteitsgebieden Onderwijsproces, Examinering en diplomering, Opbrengsten, en Naleving wettelijke vereisten. Ten aanzien van het kwaliteitsgebied Kwaliteitsborging zijn door de Onderwijsinspectie goede ontwikkelingen waargenomen, maar is het oordeel nu nog onvoldoende. Uiteraard hebben we hierop een verbetertraject uitgezet. De Prinsentuin College medewerker Het Prinsentuin College heeft in lijn met het hiertoe ontwikkelde ROC West-Brabant beleid de nodige voorbereidingen getroffen ten behoeve van de invoering van teamvorming, resultaatgerichte teams en competentiemanagement. Zo zijn in samenwerking met Pi-educatie een aantal onderwijs- en managementrollen binnen Content Competent® uitgewerkt in de rolprofielen: resultaatgebieden, prestatie-indicatoren en benodigde competenties. Deze rolprofielen zijn onder meer ingezet bij de aanstelling van de nieuwe teamvoorzitters. In het kader van deze ontwikkelingen volgt het Prinsentuin College de planning van ROC West-Brabant. Ook zijn de afdelingen nadrukkelijk gecoacht op het invullen van hun collectieve verantwoordelijkheden, onder meer in het kader van de ontwikkeling en implementatie van Content Competent®. Daartoe zijn diverse trainingen voor de onderwijsteams georganiseerd. Daarnaast is het Prinsentuin College in 2011 toegetreden tot het samenwerkingsverband Opleidingsschool van Stoas Hogeschool. Dit betekent dat er meer kwaliteit gerealiseerd kan worden via samenwerking met andere AOC’s en Stoas Hogeschool in het opleiden van voldoende medewerkers. In 2012 is veel aandacht besteed aan de doorontwikkeling van de schoolorganisatie naar minder onderwijsteams en een aantal ondersteunende diensten. Vanaf 1-8-2013 zal het onderwijs vanuit drie onderwijsteams worden verzorgd.


AD-opleidingstrajecten Het Prinsentuin College is in 2010 een samenwerkingsrelatie aangegaan met vijf andere AOC’s en de Christelijke Agrarische Hogeschool (CAH Vilentum) in Dronten voor de ontwikkeling van een Associate Degree (AD) opleiding. Het Prinsentuin College biedt met ingang van het cursusjaar 2011-2012 jaarlijks één AD-opleiding (2-jarig traject, N5 van het EQF) voor een groep van vijftien studenten aan. Inhoudelijk vertrekpunt is een hbo-kernprogramma ‘Groen ondernemerschap’, dat relatief snel kan worden vertaald naar diverse marktsectoren. Daarbij wordt onder meer gedacht aan de bloemendetailhandel, zuivel- en vleeskolom, open- en gesloten teelten, hovenierssector en Groen, Grond & Infra. De opleiding gaat uit van een combinatie van leren en werken, waarbij we ons richten op een gemengde doelgroep. Enerzijds doorstroom vanuit de N4 –opleidingen van de zuidelijke AOC’s, anderzijds instroom van ervaren specialisten uit het werkveld die een diploma (civiel effect) op een hoger niveau willen/moeten halen. Doorstroom naar een verkorte bachelor-opleiding (N6 van het EQF) behoort tot de mogelijkheden, de aansluiting (AD-Ba) is vooraf geborgd. Om een duurzame exploitatie van deze AD-opleiding te realiseren is gekozen om een aanvraag in te dienen bij het ministerie EZ voor een uitvoeringslocatie van de CAH in Etten-Leur. In 2012 is een tweede groep studenten (± twintig studenten) begonnen met de nieuwe AD-variant Agrarisch Ondernemerschap.


3

Jaarverslag

Het Jaarverslag mbo van het Prinsentuin College 2012 is hierna per onderdeel verder uitgewerkt. Hierbij is het toezichtkader BVE 2012 als uitgangspunt genomen.

3.a

Wettelijke vereisten

Het Prinsentuin College opereert binnen de wettelijke kaders van het mbo-onderwijs en tracht zo goed mogelijk te voldoen aan de wettelijke vereisten op het gebied van: Toegankelijkheid; inrichting van het onderwijs; examens; meldingen bij afwezigheid; meldingen bij uitschrijving; medewerkers.

3.b

Opbrengsten

Aantal MBO-studenten In tabel 3.1 staan de aantallen mbo-student van het Prinsentuin College op 1 oktober 2011, 1 februari 2012, 1 oktober 2012 en 1 februari 2013 weergegeven. Tabel 3.1: Aantal MBO-studenten van het Prinsentuin College op 1-10-2010, 1-2-2011, 1-10-2011 en 1-2-2012

Aantal MBO-studenten BOL BBL Totaal

1-10-2011 870 537 1407

1-2-2012 848 781 1629

1-10-2012 836 776 1612

1-2-2013 818 808 1626

In grafiek 3.1 is het studentenaantal over de afgelopen vier schooljaren weergegeven. We zien op de laatste 3 peildata een nagenoeg gelijkblijvend totaal maar een duidelijke verschuiving in de aantallen per leerweg. De trend is een vermindering van het aantal bol-studenten en een toename van het aantal bbl-studenten. Grafiek 3.1 Totaal aantal studenten over de afgelopen vier jaren.

1800 1600 1400 1200

522

549

781 537

776

808

1000

BBL

800

BOL

600 400

894

890

870

848

836

818

1‐2‐2012

1‐10‐2012

1‐2‐2013

200 0 2009‐2010 2010‐2011 1‐10‐2011


Jaarresultaat Het jaarresultaat is het percentage gediplomeerde studenten ten opzichte van alle studenten die in die periode de onderwijsinstelling hebben verlaten of met een diploma zijn uitgestroomd. Het jaarresultaat in het schooljaar 2011-2012 van het Prinsentuin College wordt voor de verschillende opleidingsniveaus weergegeven in tabel 3.2. Tabel 3.2: Het jaarresultaat van het Prinsentuin College in het schooljaar 2011-2012

Kengetallen schooljaar 2011-2012 (01.10.2011 - 01.10.2012) Totaal aantal studenten dat een diploma behaalde plus de ongediplomeerde instellingsverlaters (eerder behaalde diploma´s tellen niet mee) Totaal aantal studenten dat een diploma behaalde (doorstromers tellen mee) Aantal ongediplomeerde instellingsverlaters (eerder behaalde diploma´s tellen niet mee) Jaarresultaat Prinsentuin College

Opleidingsniveau N2 N3

N1

Totaal N4

132

140

160

217

649

108

99

109

186

502

24

41

51

31

147

81,8%

70,7%

68,1%

85,7%

77,3%

De uitstroom op niveau 2 is al jaren hoog, wel is dit jaar een kentering teweeg gebracht (zie grafiek 3.2). Deze hoge uitstroom betreft met name de uitstroom van bbl-studenten. Bij niveau 2 en 4 is het jaarresultaat aanzienlijk verbeterd, de niveaus 1 en 3 zijn redelijk stabiel. Grafiek 3.2: Het jaarresultaat van het Prinsentuin College over de afgelopen drie jaren.

100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0%

09/10

10/11

11/12

Niveau 1

09/10

10/11

11/12

Niveau 2

met diploma school verlaten

09/10

10/11

11/12

09/10

Niveau 3 zonder diploma school verlaten


10/11 Niveau 4

11/12

Diplomaresultaat Het diplomaresultaat is het percentage studenten dat met een diploma de onderwijsinstelling heeft verlaten ten opzichte van alle studenten die in deze periode de onderwijsinstelling verlieten. Het diplomaresultaat in het schooljaar 2011-2012 wordt voor de verschillende opleidingsniveaus weergegeven in tabel 3.3. Tabel 3.3: Het diplomaresultaat van het Prinsentuin College in schooljaar 2011-2012

Kengetallen schooljaar 2011-2012 (01.10.2011 - 01.10.2012) Totaal aantal studenten dat het laatste afgeronde schooljaar het Prinsentuin College verliet. Aantal studenten van de totale uitstroom dat het laatste afgeronde schooljaar het Prinsentuin College met een startkwalificatie verliet. Aantal studenten van de totale uitstroom dat het laatste afgeronde schooljaar het Prinsentuin College met 1 of meer diploma´s op N1 verliet. Aantal studenten van de totale uitstroom dat het laatste afgeronde schooljaar het Prinsentuin College zonder diploma verliet. Diplomaresultaat Prinsentuin College

Opleidingsniveau N2 N3

N1

Totaal N4

125

111

117

192

545

X

81

89

169

339

102

X

X

X

102

23

30

28

23

104

81,6%

73,0%

76,1%

88,0%

80,9%

De uitstroom op niveau 1 betreft alleen bbl-studenten. Op niveau 2 betreft de ongediplomeerde uitstroom voor 72% bbl-studenten. Op niveau 3 betreft de ongediplomeerde uitstroom voor 33% bblstudenten en voor 67% bol-studenten. Op niveau 4 betreft de ongediplomeerde uitstroom voor 87% bolstudenten. Grafiek 3.3 geeft de trend weer van het diplomaresultaat weer over de afgelopen drie schooljaren. Op alle niveaus is het diplomaresultaat ten opzicht van vorig jaar redelijk gelijk gebleven. Grafiek 3.3 Diplomaresultaat Prinsentuin College over de afgelopen drie jaren

100% 90% 80% 70% 60% 50% 40% 30% 20% 10% 0% 09/10

10/11

11/12

Niveau 1

09/10

10/11

11/12

Niveau 2

met diploma school verlaten

09/10

10/11

11/12

09/10

Niveau 3

10/11

11/12

Niveau 4

zonder diploma school verlaten


Diploma- en jaarresultaat Tabel 3.4 geeft zowel het jaarresultaat als het diplomaresultaat weer en tevens het Inspectieoordeel. Tabel 3.4 Diploma- en jaarresultaat schooljaar 2011-2012/ Inspectieoordeel

Niveau

Rendementen inclusief Bedrijfsgroepen JaarDiploma- Inspectieresultaat resultaat oordeel 81,82% 82,03% V 70,71% 72,17% V 68,13% 74,79% V 85,71% 88,02% V 77,35% 80,51% V

1 2 3 4 totaal

Rendementen exclusief Bedrijfsgroepen Jaarresultaat 81,40% 71,11% 68,99% 85,71% 77,62%

Diplomaresultaat 81,60% 72,97% 76,07% 88,02% 80,92%

Inspectieoordeel V V V V V

Voortijdig schoolverlaten Een voortijdig schoolverlater is een student jonger dan 22 jaar die zonder startkwalificatie de onderwijsinstelling verlaat en daarna niet meer bij een andere onderwijsinstelling staat ingeschreven. Aangezien onderwijsinstellingen niet over alle noodzakelijke informatie beschikken voor het bepalen van het precieze aantal voortijdig schoolverlaters is het niet mogelijk hier een exacte waarde aan te geven. Het is dan ook niet verstandig te spreken over VSV. Het Prinsentuin College heeft wel in beeld welke studenten jonger dan 22 jaar de onderwijsinstelling zonder startkwalificatie hebben verlaten, de zogenaamde instellingsverlaters. Dit is weergegeven in tabel 3.5. Tabel 3.5: Overzicht VSV-ers (instellingsverlaters) Prinsentuin College

Aantal VSV-ers 2005/2006

Doelstelling reductie 2011/2012 (40%)

Maximum VSV-ers 2010/2011

Werkelijk aantal VSV-ers 2010/2011

Werkelijk in % van maximum VSV-ers in 2010/2011

76

31

45

70

156%

Analyse VSV: Reden waarbij de instelling een rol speelt / zou kunnen spelen: Reden

Aantal 11/12

Aantal 10/11

Absoluut % verschil

Diploma niet behaald

2

3

-1

-33%

Doubleren

0

3

-3

-100%

Extraneus

0

4

-4

-100%

Inhoud opleiding bevalt niet

2

0

2

0%

Maximum tijd overschreden

0

5

-5

-100%

Niet gekomen

3

0

3

0%

Niveau opleiding te hoog

1

1

0

0%

Onvoldoende capaciteit

2

0

2

0%

Opleiding afgebroken

0

1

-1

-100%

Verkeerd beeld van de opleiding

5

9

-4

-44%

Verkeerd beeld van beroep

0

2

-2

-100%

Voorkeur andere activiteiten

24

6

18

300%

Wijziging opleiding/leerweg

0

4

-4

-100%

Uitschrijving geannuleerd

0

2

-2

-100%

Administratieve reden

1

4

-3

-75%

Totaal

40

44

-4

-9%


Persoonlijke redenen student: Reden

Aantal 11/12

Aantal 10/11

Absoluut % verschil

Diploma behaald Niveau 1

22

11

11

100%

Afspraken niet nagekomen

2

0

2

0%

Onvoldoende capaciteit

1

0

1

0%

Verhuisd

1

0

1

0%

Afgemeld

0

2

-2

-100%

Financiële beperkingen

0

1

-1

-100%

Fysieke beperkingen

1

0

1

0%

Langdurige afwezigheid

2

2

0

0%

Psychische beperkingen

1

2

-1

-50%

Ziekte

0

2

-2

-100%

Geen leerbedrijf / ontslag

0

1

-1

-100%

Totaal

30

21

9

43%

Grafiek 3.5 geeft de trend weer van het VSV weer over de afgelopen drie schooljaren. Doel is de voortijdige schooluitval met 40% terug te dringen ten opzichte van het basisjaar 2005-2006. Uit de analyse blijkt dat we in het basisjaar al zover op orde waren dat het erg lastig is om de opgelegde targets te realiseren. Zeker gezien de doelgroep en het feit dat een hoog aantal niveau 1 studenten hebben die allemaal aangemerkt worden als VSV’ers. Grafiek 3.5 VSV over de afgelopen 3 jaar

79

2009‐2010

53

65

2010‐2011

45

70

2011‐2012

45 0

10

20

30

40

Werkelijk aantal VSV'ers

50

60

70

80

90

Ambitie volgens convenant

Voorbereidend en Ondersteunende Activiteiten De omvang betreft 340 VOA-studenten in het schooljaar 2011-2012. Tabel 3.6: Omvang VOA en diplomaresultaat

Niveau 1 2 3 en 4 totaal

VOA studenten 56 437 0 493

Totaal studenten 56 437 1119 1612

% VOA 100% 100% 0%

Diplomaresultaat VOA 81,6% 73,0% n.v.t.

Diplomaresultaat totaal 81,6% 73,0% 83,5% 80,9% 15

Jaarverslag Prinsentuin College 2012

Doorstroom Prinsentuin VMBO – groen MBO In tabel 3.7 staat de doorstroom van het Prinsentuin vmbo naar het Prinsentuin College respectievelijk overig groen mbo weergegeven. Tabel 3.7: doorstroom VMBO-MBO binnen Prinsentuin College resp. doorstroom naar overig groen MBO

Prinsentuin VMBO vestiging

Totale uitstroom (aantal leerlingen)

Andel Breda Halsteren Oudenbosch Totaal

192 142 113 117 564

Doorstroom naar Prinsentuin College Abs. 37 35 9 33 116

Doorstroom naar overig groen MBO Abs. Rel. 32 16,7% 2 1,4% 8 7,1% 4 3,4% 46 8,2%

Rel. 19,3% 24,6% 8,0% 28,2% 20,6%

Doorstroom Prinsentuin VMBO naar groen MBO Abs. 76 37 17 37 162

Rel. 39,6% 26,1% 15,0% 31,6 28,7%

Wanneer we de doorstroom vanuit onze vmbo-scholen van de afgelopen drie jaren bekijken, zien we een wisselend beeld (zie grafiek 3.7). Om de doorstroom vanuit de vmbo-scholen te optimaliseren is het wenselijk om hier aandacht aan te blijven geven. Grafiek 3.7: doorstroom VMBO-MBO binnen Prinsentuin College

40,00% 35,00% 30,00% 25,00% 20,00% 15,00% 10,00% 5,00%

Andel

Breda VMBO Prinsentuin College

Halsteren

Oudenbosch

Overig MBO groen

Interne doorstroom Prinsentuin College In tabel 3.8 staat de doorstroom binnen het Prinsentuin College weergegeven. Tabel 3.8: Interne doorstroom Prinsentuin College mbo.

Opleidingsniveau Van:

N1 N2 N3

Naar: N1 Abs. Rel. -

N2 Abs. 6 -

N3 Rel. 5,6% -

Abs. 37 -

N4 Rel. 36,6% -


Abs. 23

Rel. 19,2%

2011/2012

2010/2011

2009/2010

2011/2012

2010/2011

2009/2010

2011/2012

2010/2011

2009/2010

2011/2012

2010/2011

2009/2010

0,00%

In tabel 3.9 staat de ontwikkeling van de interne doorstroom over de afgelopen drie jaren weergegeven. Tabel 3.9: Trend interne doorstroom Prinsentuin College

Van niveau 1 Van niveau 2 Van niveau 3

09/10 10/11 11/12 Naar niveau 2 29% 11,1 % 5,6 %

09/10 10/11 11/12 Naar niveau 3 29%

53,1 %

09/10 10/11 11/12 Naar niveau 4

36,6% 20%

39,8 %

19,2%

Doorstroom Prinsentuin College naar HBO Om de doorstroomgegevens naar het hbo in beeld te krijgen, hebben niveau 4 studenten bij hun diplomering een vragenlijst ingevuld over hun vervolgtraject. Er zijn in totaal 141 vragenlijsten retour ontvangen. De gegevens van deze vragenlijsten zijn verzameld en weergegeven in tabel 3.10. Tabel 3.10: Doorstroom Prinsentuin College mbo naar hbo.

Doorstroom naar het HBO Groen HBO Niet groen HBO Abs. Rel. Abs. Rel. 31 22,0% 37 26,2%

Werken Abs. 64

Overig

Rel. 45,4%

Abs. 9

Rel. 6,4%

Ook hier heeft het Prinsentuin College de trend van de afgelopen drie jaar in beeld gebracht. Dit is weergegeven in grafiek 3.9. Wat opvalt, is dat er een procentuele terugloop is van de doorstroom naar het groene hbo, maar dat in absolute aantallen er de laatste drie jaren een groei is geweest van 21 en 27 studenten in de voorgaande jaren naar 31 studenten in 2011-2012. Tevens zien we een toename van het totale aantal studenten dat doorstroomt naar het hbo. Dit wordt mede veroorzaakt door het aanbieden van doorstroomprogramma’s in het vierde jaar van de niveau-4 opleidingen. Deze programma’s zorgen ervoor dat de studenten gemakkelijker kunnen aansluiten op zowel de ‘groene’ hbo-studies als de andere hbo-studies. 60,00% 50,00% 40,00% 30,00% 20,00% 10,00%

Groen HBO

Overig HBO

Werken

2011‐2012

2010‐2011

2009‐2010

2011‐2012

2010‐2011

2009‐2010

2011‐2012

2010‐2011

2009‐2010

2011‐2012

2010‐2011

2009‐2010

0,00%

Overig

Uit bovenstaande valt het volgende op te maken: Het deel van de studenten niveau 4 dat na het behalen van het diploma ervoor kiest door te studeren op het hbo is de grootste groep (46,2%); bijna een kwart van de studenten (22%) kiest voor een groene hbo opleiding na een groene mbo opleiding. Dat is een duidelijke stijging ten opzichte van het jaar daarvoor; iets meer dan een kwart van de studenten (26,2%) kiest voor een NIET groene hbo opleiding na een groene mbo opleiding; het percentage studenten dat na het behalen van het diploma niveau 4 gaat werken is iets kleiner dan de groep die verder studeert op het hbo (45,4% t.o.v. 46,2%).


3.c i.

Onderwijsproces Programma

a. Samenhang In het jaar 2012 zijn de laatste studenten gediplomeerd volgens de eindtermgerichte kwalificatiestructuur (KS2000+). Met ingang van het schooljaar 2012-2013 worden alle opleidingen van het Prinsentuin College verzorgd op basis van de competentiegerichte kwalificatiedossiers. Competentiegericht onderwijs vindt bij ons plaats volgens ons in 2008 ontwikkelde onderwijsconcept ‘Content Competent’. Het onderwijsconcept neemt voor de onderwijsontwikkeling de kwalificatiedossiers en de PvB’s (beroepsgerichte examens) als uitgangspunt. De onderwijsprogramma’s zijn zo samengesteld dat ze toewerken naar de Proeve van Bekwaamheid waarin de onderliggende werkprocessen, geïntegreerd op het niveau van de startende beroepsbeoefenaar, worden beoordeeld. Deze beoordeling vindt plaats in de beroepspraktijk. De onderwijsprogramma’s zijn ingericht met de inhoud PvB als vertrekpunt en het niveau van de PvB als eindpunt. De inhoud van de PvB wordt onderverdeeld in kleinere, bij elkaar horende, onderdelen. Deze onderdelen noemen we oefensituaties. De oefensituaties moeten worden behaald om de PvB te kunnen afnemen. Oefensituaties worden uitgesplitst in een aantal leerarrangementen waarbinnen we kennis en vaardigheden geïntegreerd aanbieden in leeractiviteiten. Onze onderwijsprogramma’s zijn zo opgebouwd dat ze inzichtelijk maken wat een student moet kennen en kunnen binnen de verschillende oefensituaties. Er is een duidelijke balans tussen kennis, vaardigheden en houding. Binnen onze digitale leeromgeving (It’s Learning) worden de leerarrangementen als digitale content opgenomen. Deze inrichting vindt plaats op basis van eenduidig uitgewerkte leerplannen voor alle opleidingen met de daarbij behorende kwalificatiesleutels voor de toelating tot de PvB’s (actiecluster 2012-01 punt 2 en 5). In oktober 2012 was It’s Learning voor al onze studenten ingericht waardoor iedere student op elk gewenst moment, op elke gewenste plaatst, bijvoorbeeld tijdens de beroepspraktijkvorming, kan beschikken over zijn leerdoelen en lesstof. b. Maatwerk Naast het standaard aansluitend beroepsgerichte onderwijsprogramma is er in ons onderwijsprogramma duidelijk ruimte en tijd gegenereerd om elke student vanuit zijn voorkennis en niveau een passend traject aan te bieden wat betreft talen, rekenen en loopbaan & burgerschap zodat aan alle eisen uit het kwalificatiedossier kan worden voldaan. Om dit nog efficiënter vorm te geven zijn we dit jaar bij onze niveau 4 studenten gestart met niveaugroepen voor de generieke onderdelen (Nederlands, Engels en rekenen). Bij elke student is een niveau bepalende toets afgenomen, waarna studenten op niveau zijn ingedeeld. Hierdoor vergroten we de mogelijkheid tot maatwerk en differentiatie en kan de lesstof vraaggericht aan de student worden aangeboden. Binnen de leerarrangementen wordt maatwerk gerealiseerd door individuele aandacht en begeleiding. De inzet en inrichting van It’s Learning draagt in grote mate bij aan de mogelijkheden om binnen een groep te differentiëren. We zien dat het bieden van maatwerk een steeds belangrijker onderdeel wordt binnen een modern onderwijsprogramma. In de doorontwikkeling van ons onderwijsconcept neemt dit dan ook een belangrijke plaats in. ii.

Leren in de onderwijsinstelling

c. Didactisch handelen In 2011 zijn we begonnen onze visie op onderwijs, beschreven in het document Content Competent, tegen het licht te houden. Uit onderzoek bleek dat we onze visie moesten bijstellen/herschrijven. Dit is gedaan om een paar belangrijke uitgangspunten te kunnen waarmaken, zoals: Het aanbieden van een moderne leeromgeving aan de studenten; voldoende aandacht voor het individu; voldoende aandacht voor zijn/haar leervoorkeuren; voldoende ruimte om het formele en non formele leren van studenten met elkaar te verbinden.


Deze actie heeft geleid tot een nieuw brondocument voor ons onderwijsconcept, te weten Content Competent 2.0. Deze hernieuwde versie van ons onderwijsconcept is door de directie op 25 oktober 2012 vastgesteld en kent de volgende uitgangspunten:  Maatwerk in leerarrangementen;  toenemende zelfsturing;  contextrijke en beroepsrelevante leeromgeving;  competentie-ontwikkelend leren;  leren leren;  de doorlopende leerlijn in de beroepskolom. d. Leertijd Binnen het Prinsentuin College wordt gewerkt met het roosterprogramma GP-UNTIS. Op basis van voorstellen van de afdelingen en de lessentabel wordt het aantal lesuren per week geroosterd. Mogelijkerwijs kan een lessenreeks worden onderbroken door een BPV-periode. Dit alles wordt ingebracht in GP-UNTIS. Op basis hiervan worden de roosters voor de klassen en de docenten gegenereerd conform de OER. Uitval van lessen wordt in GP-Untis bijgehouden en maandelijks wordt de realisatie van de onderwijstijd geregistreerd. Gedurende het schooljaar is er maandelijks controle op het verloop van de uitval van lesuren. Dit gebeurt met behulp van een dagrooster-optie. Zo is achteraf tot een bepaalde datum na te gaan hoeveel lessen er uit zijn gevallen. Door dit te vergelijken met de basisgegevens is eenvoudig vast te stellen of de wettelijke normering al dan niet wordt gehaald. Dit bestand gaat maandelijks naar een medewerker Audit & Control, die een extra controle uitvoert. Afhankelijk van de rapportages, nemen we maatregelen om ervoor te zorgen dat de verschillende groepen voldoen aan de onderwijstijd. Absentie van studenten wordt geregistreerd in PARS. Dit programma geeft een melding als een student te veel verzuimd heeft en melding bij DUO verplicht is. e. Leeromgeving Uit de JOB-enquête blijkt structureel dat onze studenten het schoolklimaat erg goed waarderen. Het onderdeel veiligheid en sfeer wordt erg hoog gewaardeerd en daar zijn we trots op. Om dit zo te houden nemen wij als Prinsentuin College onze verantwoordelijkheid als het gaat om gedrag en omgangsvormen. Deze verantwoordelijkheid delen wij met onze studenten en hier stellen wij ook regels voor op. Deze regels hebben onder andere betrekking op pesten, discriminatie en onderlinge bedreigingen. Zeker als het gaat om ongewenst gedrag vanwege geloofsovertuiging of seksuele geaardheid hanteren we een strenge discipline. Kijkend naar de voorzieningen die het Prinsentuin College biedt aan studenten en docenten constateren wij het volgende: Eén: OnStage is een digitaal programma dat de stage en de begeleiding daarvan voor student, bedrijfsleven en onderwijsinstelling optimaliseert. Twee: It’s learning biedt als digitale leeromgeving extra mogelijkheden om het interactieve leren te bevorderen. Bovendien maakt de cijferregistratie in It’s learning het mogelijk de studievoortgang op elk gewenst moment en op elke gewenste plaats in te zien. Onze lokalen zijn voor ruim tweederde deel voorzien van digitale schoolborden. Daarnaast is onze school voorzien van WIFI om digitaal leren plaats-onafhankelijk mogelijk te maken. Daarnaast huren we op basis van contracten met het bedrijfsleven plaatsen in waar studenten praktische vaardigheden kunnen oefenen. Er vindt er in het eerste leerjaar een excursie plaats naar Barcelona of Praag. In het kalenderjaar 2012 zijn er 24 geregistreerde incidenten geweest: - 5x EHBO, ernstig en minder ernstig maar zonder blijvend letsel - 10x diefstal, vermissing - 1x vechtpartij - 2x (ernstig) onfatsoenlijk gedrag - 5x vernieling - 1x technische storing met gevolgen Er zijn een tweetal incidenten geweest met een grotere impact: - technische storing met gevolgen (maatregelen en instructies zijn naar aanleiding hiervan genomen) - 1 vernieling: 15 ruiten ingegooid loods 2 Alle incidenten zijn naar behoren afgewerkt.


iii.

Begeleiding

f. Intake en plaatsing Een student wordt op verschillende manieren in het onderwijsproces begeleid, beginnend bij de intake. Na de aanmelding wordt op basis van informatie van de toeleverende onderwijsinstelling en door de student zelf aangeleverde informatie een intakegesprek gepland. Tijdens dit gesprek komen aan bod: opleidingskansen, arbeidsmarktperspectief, persoonlijke begeleiding en de gedragsregels van het Prinsentuin College. Tevens worden er niveaubepalende toetsen afgenomen om het niveau van de student nog nauwkeuriger vast te stellen voor de onderdelen taal en rekenen. Hierdoor kunnen deze programma’s studentgericht worden ingevuld. Op basis van deze informatie wordt de student voorlopig in een opleiding op passend niveau geplaatst. g. Studieloopbaanbegeleiding Het begeleiden van studenten tijdens het onderwijsproces wordt vormgegeven door onderwijsbevoegde docenten. De docenten ondersteunen studenten in het zoeken naar antwoorden op hun leervragen en het werken aan projecten. De begeleiding van studenten gedurende hun studieloopbaan gebeurt door coaches. Een coach begeleidt een groep studenten gedurende het onderwijstraject. Afhankelijk van de voortgang in het onderwijstraject kan een student in zijn studieloopbaan met meerdere coaches te maken krijgen. De begeleidingsgesprekken zijn studentgericht. Er wordt aandacht besteed aan zijn specifieke leer- en/of hulpvraag. Begeleidingsgesprekken kunnen afhankelijk van het individu en het onderwerp op drie niveaus gevoerd worden, te weten: 1) Coaching gesprekken met een coach; 2) studiebegeleidingsgesprekken met de trajectbegeleider; 3) individuele zorggerichte gesprekken met de zorgcoördinator. Om de studieloopbaanbegeleiding door te ontwikkelen, is in november 2012 besloten dat het Prinsentuin College gaat deelnemen aan het project ‘Doorstart stimuleringsproject LOB in het mbo’. Implementatie, verbreding en verdieping van loopbaanleren staan hierbij centraal. Hiermee sluit dit project goed aan op het VSV project Keuzeprocessen binnen ons instituut. Dit verslagjaar is er begonnen om binnen It’s learning de cijferregistratie onder te brengen. Door deze keuze kunnen studenten en hun ouders/verzorgers op elk gewenst moment de studievoortgang inzien. De studieresultaten worden tijdens de begeleidingsgesprekken met de coach besproken en als de resultaten hiertoe aanleiding geven, wordt het onderwijsproces in overleg met de student bijgestuurd. Daarnaast wordt jaarlijks nog de mogelijkheid aan ouders/verzorgers geboden om de ouderavond te bezoeken en ontvangen studenten twee keer per jaar een studievoortgangsrapportage. Tijdens de beroepspraktijkvorming is de BPV-begeleider belast met de begeleiding van een student. Dit houdt in dat hij vanuit onze school contactpersoon is voor het bedrijf waar de student zijn BPV vervult. h. Zorg Op basis van het doorstroomdossier en aanvullende documenten worden de aanmeldingen gescreend op specifieke zorgvragen. Op basis van deze analyse worden de mogelijke zorgstudenten geselecteerd en uitgenodigd voor een dubbele intake. De dubbele intake houdt in dat er naast de reguliere intake binnen de gekozen afdeling een intake met de zorgcoördinator en, indien bekend, met de toekomstige coach plaatsvindt. Voor de begeleiding van de zorgstudent reserveren we tijd voor overlegmomenten. Dit overleg vindt plaats tussen de coach en student, tussen coach en ambulant begeleider, maar ook tussen coach en zorgteam. Het zorgteam ondersteunt en adviseert coaches bij studenten met specifieke zorgvragen. Het zorgteam komt twee keer per maand bijeen. Onder leiding van de zorgcoördinator bespreekt het zorgteam de studenten die naast het reguliere begeleidingstraject extra ondersteuning nodig hebben. Hierbij zijn de coach en alle trajectbegeleiders betrokken, evenals de orthopedagoog en een afdelingsmanager. Afhankelijk van de problematiek worden concrete afspraken gemaakt over het plan van aanpak. De aanpak wordt geëvalueerd en eventueel bijgesteld. Het zorgteam kan een beroep doen op het Servicecentrum voor Studie en Beroep van het ROC West-Brabant. Daarnaast is er een netwerk van hulpverlenende instellingen waarmee wordt samengewerkt. Denk hierbij aan de leerplichtambtenaar, Sterk in Werk, Tender jeugdzorg, GGZ, enz. Deze zijn vertegenwoordigd in het ZAT (Zorg Advies Team) waarop door het Zorgteam een beroep kan doen.


iv.

Leren in de beroepspraktijk

Het Prinsentuin College zoekt nadrukkelijk samenwerking met het regionale bedrijfsleven. Deze intensieve samenwerking versterkt onder andere een zo goed mogelijke aansluiting van de beroepspraktijkvorming met het leren binnen de school. Partijen uit het bedrijfsleven toetsen geregeld de inhoud van onze onderwijsprogramma’s op voldoende aansluiting met dat wat de moderne beroepspraktijk vraagt. Ook is er hard gewerkt aan de ontwikkeling van een flexibel stagemodel dat voor de studenten nog meer mogelijkheden biedt op het juiste moment het leren in de beroepspraktijk vorm te geven. De beroepenvelden waarvoor we studenten opleiden, kenmerken zich door het feit dat bepaalde specifieke beroepshandelingen slechts in een bepaalde (korte) periode van het jaar kunnen worden aangeleerd. Met een flexibel stagerooster ontstaan mogelijkheden voor studenten juist op dat moment hun stage te kunnen vervullen. Voor het zoeken van geschikte BPV-bedrijven kunnen onze studenten gebruik maken van een digitaal softwarepakket, OnStage. Binnen dit programma kunnen studenten op basis van de opleiding die ze volgen, zoeken naar geschikte leerbedrijven. Hiervoor is een koppeling met Stagemarkt gerealiseerd. Binnen de groene sector is het kenniscentrum Aequor verantwoordelijk voor het accrediteren van geschikte BPV-bedrijven en het vermelden voor welk niveau de stageplaats geschikt is. De student is verplicht zelf op zoek te gaan naar BPV-bedrijven. Bij problemen kan hij ter ondersteuning een beroep doen op de BPV-docent. Tijdens de introductieweek aan het begin van elk schooljaar besteedt de coach aandacht aan de BPV. Uiteraard gebeurt dit het meest nadrukkelijk in het eerste leerjaar. Alle ontwikkelingen met betrekking tot BPV lopen via OnStage. Na een implementatieperiode in 2011 is in het schooljaar 20112012 OnStage actief ingezet als hulpmiddel bij het zoeken naar geschikte erkende leerbedrijven door studenten. Het eerste half jaar van 2012 hebben we door technische storingen weinig gebruik kunnen maken van het pakket. In juni is hard gewerkt aan het oplossen van deze problemen waardoor we in september 2012 weer gebruik konden maken van OnStage. Onze inspanningen van de afgelopen jaren met betrekking tot de matching van leerbedrijven en studenten zijn erg positief te noemen. Op dit moment hebben we een gemiddeld matchingspercentage van 93% op basis van de inschrijving. Nu OnStage weer actief is kan het actiepunt verdieping OnStage (actiecluster 2012-01 activiteit B) in 2013 verder vorm gegeven worden om ons proces rondom de BPV verder te professionaliseren. We vinden het een verrijking voor studenten als ze gedurende de studie een deel van de BPV in het buitenland doorbrengen, de zogenaamde I-BPV. Om deze reden stimuleren we onze studenten om in het laatste deel van hun opleiding een stageperiode in het buitenland te volbrengen.

3.d

Examinering

Algemeen Binnen het Prinsentuin College onderscheiden we examinering van de beroepsgerichte eisen (kerntaken en werkprocessen) en de examinering van de generieke eisen (taal en rekenen). Voor de examinering van de beroepsgerichte eisen van een kwalificatiedossier maken wij gebruik van de examenproducten van Stichting De groene standaard. Deze examenproducten zijn gericht op het examineren door middel van geïntegreerde beroepshandelingen, de zogenaamde Proeve van Bekwaamheid (PvB). De examenproducten zijn ontwikkeld door vakinhoudelijke deskundigen uit het onderwijs en het beroepenveld. Hierna zijn ze door de onderwijsinspectie onderzocht en als voldoende beoordeeld. Het Prinsentuin College zet deze producten ongewijzigd in, waarbij de beoordeling altijd gebeurt door twee deskundige assessoren. Eén assessor vanuit de onderwijsinstelling en één assessor vanuit het beroepenveld. De assessoren van het Prinsentuin College zijn reeds gecertificeerd of volgen het certificeringstraject. De assessoren vanuit het beroepenveld zijn geschoold/geïnstrueerd door het Prinsentuin College. Door deze methodiek borgen we de kwaliteit en deskundigheid van de beoordelaars. Voor de afname en beoordeling van de beroepsgerichte eisen maken we gebruik van digitale ondersteuningssoftware, genaamd de PvB-tool. Deze tool is een digitale vertaling van de vastgestelde procedures waardoor er geautomatiseerd volgens procedure gewerkt wordt. In 2011 is een digitale beoordelingsapplicatie ontwikkeld, gekoppeld aan de PvB-tool, die het mogelijk maakt om examens digitaal in de praktijk te beoordelen. Deze beoordelingsapplicatie wordt vanaf november 2012 bij alle PvB’s ingezet. Tijdens de beoordeling wordt de cesuur automatisch gehanteerd waardoor na 21 Jaarverslag Prinsentuin College 2012

beoordeling direct de score van de student bekend is. Door de automatische berekening wordt de foutmarge in de beoordeling nihil. Beide applicaties zorgen enerzijds voor borging van de procedure/voorschriften en anderzijds voor administratieve lastenverlichting. Voor de examinering van de generieke eisen (Nederlands, rekenen en in sommige gevallen moderne vreemde talen) maken we gebruik van de examenproducten van Bureau ICE, de zogenaamde TOAtoetsen. Ook deze examens zijn door de onderwijsinspectie onderzocht en als voldoende beoordeeld. Het Prinsentuin College zet deze producten ongewijzigd in. De beoordeling van deze examens is voor de meerkeuze vragen digitaal en gebeurt voor de overige onderdelen door deskundige vakdocenten van de betreffende onderdelen. In 2012 is de examenorganisatie binnen ons college van structuur gewijzigd. Voorheen kende het Prinsentuin College een centrale examencommissie (CEC) die instituut-breed opereerde op het gebied van beleidsvorming en kwaliteitsborging. Onder verantwoordelijkheid van de CEC opereerde er een subexamencommissie (SEC) die verantwoordelijk was voor alle operationele zaken en verantwoording daarover aflegde aan de CEC. Geconstateerd werd dat deze structuur niet optimaal voor de examenorganisatie werkte omdat er onder meer veel vraagstukken bij de SEC terechtkwamen die beleidsmatig van aard waren. Om de verantwoordelijkheid rondom examenbeleid en examenuitvoering zuiver te houden is besloten om de examenorganisatie volgens het organogram in figuur 3.d vorm te geven, met ingang van het schooljaar 2012-2013. Met deze aanpassing is er één examencommissie voor het gehele Prinsentuin College. Deze examencommissie is verantwoordelijk voor het functioneren van examenorganisatie, -beleid, uitvoering, -functionarissen en de integrale kwaliteit van de examinering. De examencommissie bestaat uit een voorzitter, secretaris en één of meer leden. De examencommissie wordt in zijn werkzaamheden ondersteund door de Werkgroep Examinering. Deze werkgroep houdt zich bezig met beleidsvoorbereidende en uitvoerende werkzaamheden én is adviserend aan de examencommissie. Figuur 3.d


Interne audit In het voorjaar van 2012 is er bij het Prinsentuin College vanuit de auditsystematiek van ROC West Brabant een interne audit voor het onderdeel examinering uitgevoerd. In deze interne audit zijn de opleidingen Dierverzorger recreatiedieren (N3) en Dierenartsassistent paraveterinair (N4) onderzocht. De audit is uitgevoerd op basis van het Toezichtkader BVE 2009. Hieronder staan de eindconclusies van beide auditrapporten: Dierverzorger recreatiedieren “De opleiding Dierverzorger recreatiedieren (97364) voldoet aan de exameneisen van de standaarden 2, 3, 4, 5 en 6. De standaarden 1 (vertrouwen van het beroepenveld) en 7 (wettelijke vereisten) zijn in deze interne audit volgens afspraak niet onderzocht. De standaarden 3 (uitstroomeisen) en 4 (toetstechnische eisen) zijn voldoende. Enerzijds omdat voor deze opleiding goedgekeurde examenproducten onveranderd worden ingezet voor zowel het beroepsgerichte deel als de talen. Anderzijds omdat de wettelijke beroepsvereisten met deugdelijke instrumenten worden geëxamineerd. Er is één aandachtspunt voor standaard 3: De examenplannen voor het competentiegerichte deel en het eindtermgerichte deel van de examinering zijn van elkaar gescheiden. Het integreren van beide examenplannen zou het overzicht vergroten. Standaard 2 (deskundigheid) is voldoende omdat van alle betrokkenen kan worden aangetoond dat ze over de gewenste kennis en vaardigheden beschikken. Standaard 5 (deugdelijkheid) is voldoende omdat de examencommissie zich voldoende vergewist van de kwaliteit van afname, beoordeling en diplomering. Er zijn drie aandachtspunten voor de afname en beoordeling: 1: Het inrichtingsplan dat wordt gegenereerd met de PVB-tool geeft geen gedetailleerde informatie over de examencondities. 2: De examencommissie benut niet alle kansen om toe te zien op de kwaliteit van de beoordeling. 3: De examendossiers van studenten bevatten niet de gemaakte aanvullende examenopdrachten. Standaard 6 (borging) is voldoende omdat de examencommissie zich frequent en met betrokkenheid van onafhankelijken vergewist van de integrale kwaliteit van de examinering.” Dierenartsassistent paraveterinair “De opleiding Dierenartsassistent paraveterinair (97590) voldoet aan de exameneisen van de standaarden 2, 3, 4, 5 en 6. De standaarden 1 (vertrouwen van het beroepenveld) en 7 (wettelijke vereisten) zijn in deze interne audit volgens afspraak niet onderzocht. De standaarden 3 (uitstroomeisen) en 4 (toetstechnische eisen) zijn voldoende. Enerzijds omdat voor deze opleiding goedgekeurde examenproducten onveranderd worden ingezet voor zowel het beroepsgerichte deel als de talen. Anderzijds omdat de wettelijke beroepsvereisten met deugdelijke instrumenten worden geëxamineerd. Er is één aandachtspunt voor standaard 3: De examenplannen voor het competentiegerichte deel en het eindtermgerichte deel van de examinering zijn van elkaar gescheiden. Het integreren van beide examenplannen zou het overzicht vergroten. Standaard 2 (deskundigheid) is voldoende omdat van alle betrokkenen kan worden aangetoond dat ze over de gewenste kennis en vaardigheden beschikken. Standaard 5 (deugdelijkheid) is voldoende omdat de examencommissie zich voldoende vergewist van de kwaliteit van afname, beoordeling en diplomering. Er zijn drie aandachtspunten voor de afname en beoordeling: 1: Het inrichtingsplan dat wordt gegenereerd met de PVB-tool geeft geen gedetailleerde informatie over de examencondities. 2: De examencommissie benut niet alle kansen om toe te zien op de kwaliteit van de beoordeling. 3: De examendossiers van studenten bevatten niet de gemaakte aanvullende examenopdrachten. Standaard 6 (borging) is voldoende omdat de examencommissie zich frequent en met betrokkenheid van onafhankelijken vergewist van de integrale kwaliteit van de examinering.”


Externe audit In het najaar van 2012 bezocht de onderwijsinspectie het Prinsentuin College. Tijdens dit bezoek is onder andere de kwaliteit van de examinering onderzocht op basis van het Toezichtkader BVE 2012. De onderwijsinspectie kijkt voor het onderdeel examinering naar de volgende aspecten: Exameninstrumentarium

Afname en beoordeling

Diplomering

Het exameninstrumentarium sluit aan op de uitstroomeisen en voldoet aan de toetstechnische eisen 2.1.1 Onderscheid tussen ontwikkelgerichte toetsen en examinering 2.1.2 Dekking van het kwalificatiedossier 2.1.3 Cesuur

De examenprocessen van afname en beoordeling zijn deugdelijk

De diplomering is deugdelijk en geborgd

2.2.1

Authentieke afname

2.3.1

Besluitvorming diplomering

2.2.2

Betrouwbaarheid

2.3.2

Verantwoordelijkheid examencommissie

2.1.4

Beoordelingswijze

2.1.5

Transparantie

De onderwijsinspectie ging in haar eindrapportage in op de kwaliteit van de examinering en diplomering. Hieronder is een samenvatting van deze passage: “Het exameninstrumentarium voldoet aan de basiskwaliteit. Het beroepsgerichte instrumentarium is voor alle onderzochte opleidingen ingekocht bij De groene standaard wordt en onveranderd ingezet. Dit instrumentarium is eerder door de inspectie onderzocht en voldoende bevonden. Het exameninstrumentarium voor Nederlands en Engels is ingekocht bij Bureau ICE. Ook dit materiaal is op een eerder moment onderzocht en voldoende bevonden. De kwaliteit van de afname en beoordeling bij de praktijkexaminering is bij alle onderzochte opleidingen voldoende. De systematiek van De groene standaard wordt gevolgd. De beoordeling van de Proeve van bekwaamheid geschiedt door een schoolassessor en een co-assessor uit het bedrijfsleven gezamenlijk. De deskundigheid van de schoolassessoren en co-assessoren wordt geborgd door specifieke scholing en/of certificering. Er is informatie over het verloop van de afnames via het evaluatieformulier dat direct na de Proeve van bekwaamheid door student, assessor en co-assessor wordt ingevuld. De instelling houdt hiermee zicht op een betrouwbare en onafhankelijke afname en beoordeling in de praktijk. De diplomering is deugdelijk. Examendossiers worden meermalen gecontroleerd op volledigheid. Vervolgens ondertekent de subexamencommissie de vaststellingslijsten en wordt besloten tot diplomering. De examencommissie borgt de kwaliteit van de examenprocessen. Het Examenloket checkt in opdracht van de examencommissie bij 10% van de examendossiers de volledigheid van de beoordelingsfomulieren en de juistheid van het eindoordeel. Verder beschikt de examencommissie over de ingevulde afnameprotocollen van de Proeve van bekwaamheid en evaluatieformulieren. Met ingang van oktober 2012 wordt bij de afname van Proeves van bekwaamheid de digitale beoordelingsapplicatie gebruikt, waardoor de nauwkeurigheid verder wordt vergroot. De examencommissie woont incidenteel examenafnames bij.” Na aanleiding van beide onderzoeken is de conclusie gerechtvaardigd dat de algemene kwaliteit van de examenorganisatie, -processen, -functionarissen, afname en beoordeling en de diplomering van goed niveau is. Hieraan gekoppeld moeten we ook concluderen dat er zeker punten van verbetering zijn binnen de verschillende processen van examinering. Wij zullen in 2013 en de volgende jaren dan ook inzetten op het blijven verbeteren van alle facetten van ons examineringsproces.


4.

Kwaliteit

Nadat het Prinsentuin College in 2009 een nieuwe koers uitzette, zijn 2010 en 2011 vooral jaren van teamontwikkeling geweest. Deze ontwikkeling heeft een directe invloed op de wijze van invulling en omgaan met het systematisch werken binnen het Prinsentuin College. Daar waar voorheen sprake was van sturen op het college als geheel, vindt nu steeds meer een verschuiving plaats naar teamniveau. Het Prinsentuin College realiseert zich dat er nog meer op resultaat gestuurd kan worden. Om deze reden is er in 2012 nagedacht over het verminderen van het aantal onderwijsteams om zo eenheden te creëren die qua omvang in staat zijn resultaatverantwoordelijk te opereren en adequaat in kunnen spelen op de toekomstige ontwikkelingen van de kwalificatiestructuur. Dit betekent overigens niet dat het Prinsentuin College in 2012 geen aandacht had voor verdere ontwikkeling van systematische kwaliteitszorg. In het verslagjaar zocht het Prinsentuin College verbindingen tussen de verschillende onderwerpen en processen binnen de organisatie. De uitgangspunten hierbij waren steeds de kernwaarden en speerpunten. Zo kunnen we bepalen of we de dingen die we doen en de waardering die we hiervoor krijgen in lijn zijn met de uitgezette koers. Verder is het Prinsentuin College in het verslagjaar doorgegaan met het de verdieping van de diverse kwaliteitsgegevens, zoals opbrengstgegevens, kengetallen en onderzoeksresultaten, op teamniveau. Dit is een ontwikkelproces waarbij we voor de beschikbaarheid van de betreffende gegevens mede afhankelijk zijn van de keuzes die het ROC West-Brabant en/of externen hierin maken. Naast het bovenstaande hebben er op het Prinsentuin College (operationele) activiteiten plaatsgevonden op het gebied van verantwoording en beoordeling. Deze staan hieronder beschreven. Voortgang actieclusters 2012 Het Prinsentuin College benoemde voor het kalenderjaar 2012 de volgende actieclusters. Futureproof en innovatief onderwijs in Content Competent; Prinsentuinmedewerker in resultaatverantwoordelijke teams; multiculturalisering; duurzaamheid; versterking beroepskolom vmbo-mbo-hbo; leiderschap. Na de conclusie in 2011 dat het structureel, volgens de gemaakte afspraken, systematisch werken en verslaglegging/bewijsvoering nog aandachtspunten zijn die verbetering behoeven, hebben we geconstateerd dat er in 2012 op dit punt weliswaar stappen voorwaarts zijn gemaakt, maar dat deze stappen nog niet hebben geleid tot het gewenste kwaliteitsniveau. In 2013 zullen dit dan ook belangrijke aandachtsgebieden blijven. Onderzoeken Het Prinsentuin College sluit aan bij de onderzoekscyclus van het ROC West-Brabant waar het gaat om de onderzoeken studententevredenheid, personeelsonderzoek, bedrijvenonderzoek en alumnionderzoek. In deze systematiek is er in 2011 één onderzoek uitgevoerd (Medewerkers Tevredenheid Onderzoek) en zijn er in 2012 ook twee onderzoeken uitgevoerd, Studententevredenheid (JOB 2012) en het Bedrijvenonderzoek (BOZ 2012). Het Medewerkers Tevredenheid Onderzoek is in het jaarverslag 2011 al uitgebreid aan bod geweest, van de overige twee onderzoeken staan hieronder de belangrijkste uitkomsten.


Bedrijvenonderzoek 2012 In het voorjaar van 2012 is er binnen het ROC West Brabant een bedrijvenonderzoek uitgevoerd. Om de tevredenheid van het aan onze onderwijsinstelling gerelateerde bedrijfsleven te meten is gekozen voor een tevredenheidsonderzoek (5-puntsschaal) bij actieve BPV bedrijven (bedrijven waar een student in 2011 stage heeft gelopen). Voor het bedrijvenonderzoek is gebruik gemaakt van een digitale vragenlijst in de ROC-spiegel. De resultaten van het onderzoek zijn in de volgende tabel per rubriek weergegeven.

Bloem & Design

Dierverzorging / Paraveterinair

Groen, Gond & Infra / Plant Andel

Natuur, Milieu & Ruimte

Paardenhouderij

Plantenteelt (Breda)

Tuin, Park & landschap

Veehouderij

Prinsentuin College

ROC West-Brabant

Cluster Planning en opstart Verwachtingen Inhoud Beoordelen in de beroepspraktijk Examineren in de beroepspraktijk Wetgeving en administratieve processen Ontwikkelingen in het MBO Relatiebeheer Rapportcijfer begeleiding door college

Benchmark

3,8 3,7 3,7 3,6 3,9

3,6 3,4 3,6 3,5 3,5

3,7 3,7 3,7 3,5 3,7

3,6 3,2 3,5 3,5 3,5

3,4 3,4 3,6 3,5 2,4

3,3 3,3 3,6 3,5 3,3

3,5 3,2 3,4 3,3 3,3

4,0 3,9 3,9 3,9 3,9

3,6 3,5 3,6 3,5 3,5

3,6 3,4 3,5 3,5 3,5

3,5

3,4

3,5

3,1

3,1

3,3

3,3

3,7

3,4

3,4

3,4 3,7

2,9 3,6

3,2 3,9

2,8 3,5

2,6 3,7

3,1 3,7

2,9 3,5

3,5 3,8

3,0 3,6

3,0 3,6

6,7

6,4

7,8

6,4

6,2

6,7

6,1

7,2

6,5

6,5

Team

Uit bovenstaande tabel blijkt dat onze BPV-bedrijven in algemene zin tevreden zijn, maar dat er ook verbeterpunten zijn. De verbeterpunten liggen met name binnen de rubriek ‘Ontwikkelingen in het mbo’ en bij een team bij ‘Examineren in de beroepspraktijk’. Bij het team Paardenhouderij heeft het onderwerp “Examineren in de beroepspraktijk” extra aandacht gekregen. Er zijn bedrijveninformatieavonden georganiseerd, waar is gesproken over de uitvoering van de proeves in de beroepspraktijk. Om dit punt te borgen, zullen deze avonden structureel in de jaarplanning worden opgenomen. In de volle breedte zijn er bedrijveninformatieavonden georganiseerd waar ook is stilgestaan bij de (landelijke) ontwikkelingen waar het mbo op dit moment mee te maken heeft. We trekken ons dit verbeterpunt zeker aan maar relateren dit wel aan de woelige periode waar het mbo de afgelopen jaren in heeft gezeten en nu nog steeds in zit. We kiezen ervoor om de stagebedrijven primair te informeren over de ontwikkelingen binnen het mbo die relevant zijn voor onze sector, student en/of opleiding en zo van invloed zijn op de studieloopbaan van onze studenten.


Studenttevredenheid (JOB 2012) In het eerste kwartaal van 2012 is binnen ons college een studententevredenheidsonderzoek (JOB 2012) uitgevoerd. In dit (landelijke) onderzoek zijn studenten bevraagd op hun tevredenheid (5puntsschaal) over tal van onderwerpen. De resultaten van dit onderzoek zijn per onderzoeksthema weergegeven in onderstaande tabel.

Bloem & Design

Dierverzorging / Paraveterinair

Groen, Gond & Infra

Natuur, Milieu & Ruimte

Paardenhouderij

Plantenteelt Andel

Plantenteelt Breda

Tuin, Park & landschap

Veehouderij

Prinsentuin College

ROC West-Brabant

Landelijk 2010

BENCHMARK

Cluster Informatie Lessen/programma Toetsing Studiebegeleiding Onderwijsfaciliteiten Competenties Stage (BOL) Werkplek (BBL) Keuze/loopbaanbegeleiding Organisatie Veiligheid en sfeer School en studie Rapportcijfer opleiding

3,6 3,3 3,7 3,4 3,3 3,8 3,7 3,0 3,1 3,8 3,6 7,4

3,3 3,3 3,7 3,3 3,3 3,5 3,4 3,9 2,8 3,0 3,9 3,5 7,3

3,7 4,0 4,2 4,0 4,0 3,8 4,2 3,7 3,5 3,9 3,8 7,4

3,2 3,1 3,7 3,1 3,4 3,3 3,1 2,8 2,9 4,0 3,1 6,3

3,1 3,1 3,6 3,2 3,0 3,3 3,3 2,6 2,6 3,7 3,0 6,6

4,2 4,2 4,1 4,2 4,2 3,9 4,4 3,9 4,0 4,3 4,3 8,0

3,4 3,7 4,0 3,8 3,8 3,8 3,8 4,1 3,4 3,1 3,8 3,5 7,5

3,3 3,4 3,9 3,4 3,4 3,6 3,4 3,8 3,1 3,1 3,9 3,4 6,9

3,4 3,2 3,5 3,5 3,6 3,5 3,9 3,3 3,5 4,0 3,8 7,1

3,4 3,4 3,8 3,5 3,4 3,6 3,5 4,1 3,1 3,1 3,9 3,5 7,2

3,4 3,4 3,9 3,6 3,6 3,7 3,6 3,8 3,1 3,2 3,8 3,3 7,0

3,3 3,4 3,8 3,5 3,5 3,6 3,6 3,8 3,0 3,1 3,8 3,3 6,9

Rapportcijfer instelling

6,9

6,8

7,0

6,5

6,1

7,8

6,5

6,5

6,5

6,7

6,4

6,4

Team

Uit de tabel blijkt dat studenten van het Prinsentuin College in algemene zin tevreden zijn. De tevredenheid van studenten van het Prinsentuin College is in het algemeen gelijk aan die van ROC West-Brabant en hoger in vergelijking met de landelijke tevredenheid. We zien een duidelijk verschil in tevredenheid binnen de diverse teams bij de verschillende onderdelen, waarbij er maar weinig onderwerpen echt onder de norm vallen. We zien echter ook twee generieke aandachtspunten, te weten ‘keuze/loopbaanbegeleiding’ en ‘organisatie’. Deze twee aandachtspunten heeft het Prinsentuin College verwerkt in de actieclusters van 2011, te weten de actieclusters ‘Vervolg Content Competent’ en ‘Gezonde bedrijfsvoering’. In 2012 is er gestart met het project ‘Doorstart stimuleringsproject LOB in het mbo’ om de keuze/loopbaanbegeleiding te verbeteren. Interne brede audit In het verslagjaar 2012 is geen interne brede audit uitgevoerd. De reden hiervoor is dat de onderwijsinspectie in de periode september-oktober 2012 een onderzoek ‘Staat van de instelling’ bij het Prinsentuin College uitvoerde. In het najaar 2011 wel een brede interne audit plaats bij het Prinsentuin College. In het jaarverslag 2011 is daar uitgebreid verslag van gedaan. Interne thema-audit examinering In het voorjaar van 2012 is er een interne audit op het gebied van examinering uitgevoerd. De resultaten van deze audit zijn opgenomen in hoofdstuk 3.d van dit jaarverslag.


Extern toezicht De Inspectie van het Onderwijs geeft aan dat voor het Prinsentuin College het basisarrangement zoals dat is vastgesteld in 2012 van toepassing is. Dit houdt in dat de inspectie geen aanwijzingen heeft dat er belangrijke tekortkomingen zijn in de kwaliteit van het onderwijs en/of in de naleving van weten regelgeving. Tijdens het onderzoek ‘Staat van de instelling’ dat in het najaar van 2012 werd uitgevoerd, heeft de onderwijsinspectie geconstateerd dat het onderdeel kwaliteitszorg onvoldoende op orde is. Er is een verbeterperiode van een jaar afgesproken, waarna in november 2013 de onderwijsinspectie dit onderdeel opnieuw beoordeelt. Instellingsprofiel De inspectie publiceert vanaf december 2010 voor de bekostigde en niet-bekostigde instellingen beroepsonderwijs en volwasseneneducatie (bve) een instellingsprofiel. Wat is een instellingsprofiel? De inspectie publiceert instellingsprofielen voor bekostigde en niet-bekostigde instellingen voor beroepsonderwijs en volwasseneneducatie (bve). Daarmee wil zij meer zicht geven in de algehele kwaliteit van deze instellingen. Voor de bekostigde instellingen geeft het instellingsprofiel voor elke instelling: 1. Naam en plaats van de instelling; 2. enkele basisgegevens; 3. de uitkomsten van het toezicht; 4. het onderwijsrendement; 5. financiële informatie en de uitkomsten van het toezicht daarop; 6. het opleidingsaanbod en de samenstelling van de studentenpopulatie. Het instellingsprofiel is tevens te vinden op de website van de inspectie www.onderwijsinspectie.nl. Instellingsprofiel 2012 ROC West-Brabant Prinsentuin College




5.

Bedrijfsvoering

a.

Financiën

Verantwoording inzet overige innovatiegelden Beschikbaar gesteld (in €): Overloop toegekend bedrag volgens jaarverslag 2011 naar 2012

311.008

Afroming door ROC West Brabant (in 2011, niet in jaarverslag opgenomen)

101.000

Toegekend bedrag 2012

-

Totaal beschikbaar 2012

210.008

Besteding overige innovatiegelden binnen Prinsentuin College in 2012 AMBITIE (in €) personeel

REALISATIE (in €)

overig

personeel

overig

142.000

40.000

128.927

42.287

2.2 Optimaliseren van de schoolorganisatie

10.000

-

13.088

4.320

2.3 Verbeteren begeleiding studenten binnenschools

15.000

-

17.964

-

2.4 Verbeteren begeleiding studenten buitenschools

-

-

-

-

5.000

-

3.422

-

2.1 Versterken praktijkgerichtheid in het leertraject

3

Verbetering aansluiting beroepskolom

4

Vernieuwing beroepsonderwijs met bedrijfsleven

-

-

-

-

5

Bevorderen ondernemerschap

-

-

-

-

Subtotalen besteed in 2012

172.000

40.000

163.401

46.607

Totaal besteed in 2012

212.000

210.008


210.008

210.008

-

-

Te besteden in 2013


Verantwoording inzet stagebox-middelen Beschikbaar gesteld (in €): Overloop toegekend bedrag 2011 naar 2012

89.387

Toegekend bedrag 2012

86.775


176.162

Besteding stagebox-middelen binnen Prinsentuin College in 2012 AMBITIE (in €) personeel

6.1 Zorgen voor stage- en simulatieplaatsen voor moeilijk plaatsbare studenten

6.2 Zorgen voor intensieve begeleiding voor moeilijk plaatsbare studenten

REALISATIE (in €)

overig

personeel

-

-

-

-

80.000

10.000

71.694

17.693 17.693

Subtotalen besteed in 2012

90.000

71.694

Totaal besteed in 2012

90.000

89.387

176.162

176.162

86.162

86.775

Totaal beschikbaar 2012 Te besteden in 2013

overig


Nederlandse taal en rekenen Activiteit(en)

Betreft Nederlandse taal (T) en /of rekenen (R)

Hieraan besteedde middelen in euro’s

Aantal bereikte deelnemers

Aantal bereikte medewerkers

A Aanpassingen in de didactiek en pedagogiek van de beroepsopleidingen met het oog op de intensivering van het taal- en rekenonderwijs 1. Re-Teaching T en R € 15.000 350 2. Remedial Teaching

T en R

€ 15.000

3. Invoering niveaugroepen

T en R

€ 54.000

alle

T en R

€ 10.000

alle

B Toetsing van deelnemers 1. TOA-toetsen

n.v.t.

2.

n.v.t.

3.

n.v.t.

C Extra onderwijstijd 1. Per niveau is de ureninleg opnieuw bekeken en aangepast

T en R

€ 10.000

alle

n.v.t.

2.

n.v.t.

3.

n.v.t.

D Nieuwe of aangepaste faciliteiten 1. Inrichting lokaal Re-teaching en Remedial Teaching 2.

T en R

€ 3.500

alle

n.v.t. n.v.t.

3.

n.v.t.

E Professionalisering van docenten en overige functionarissen op het gebied van taal en rekenen E.1 Professionalisering van docenten 1. Vakgroepen T en R € 10.000 n.v.t. 2. Scholing

T en R

€ 2.500

3.

n.v.t. n.v.t.

E.2 Professionalisering van overige functionarissen 1.

n.v.t.

2.

n.v.t.

3.

n.v.t.

Er is bij de start van het schooljaar 2012-2013 een pilot gestart met niveaugroepen op niveau 4. Bij de start van het schooljaar hebben alle studenten niveau 4 een niveaubepalende toets gemaakt. Vervolgens is er een indeling op drie niveaus gemaakt waardoor de studenten met hetzelfde startniveau als een homogene groep onderwijs krijgen dat gericht is op het behalen van het vereiste eindniveau. De evaluatie van deze proef heeft opgeleverd dat de werkwijze doorgevoerd moet worden naar alle niveaus, waarbij de aanbeveling is gedaan om dit via een verlengde intake te laten plaatsvinden. Ook de intake is vanuit Content Competent in de totale breedte verbeterd, waardoor matching beter kan plaatsvinden, ook op het gebied van Nederlands en rekenen. Verder is er ingezet op het verkrijgen van meer duidelijkheid over hoe om te gaan met leerbeperkingen, bijvoorbeeld dyslexie.


b.

Medewerkers

Medewerkers opbouw Aantal medewerkers In de onderstaande grafiek is het aantal medewerkers van het Prinsentuin College per maand weergegeven voor het jaar 2012. 126 124 122 120 118 116 114 112 110

Leeftijdsopbouw De grafiek hieronder toont de leeftijdsopbouw van de medewerkers van het Prinsentuin College op peildatum 1 oktober 2012. Het valt op dat ongeveer 1/3 van onze medewerkers ouder is dan 55 jaar. Tevens is het aantal medewerkers tussen 60-65 jaar vrij groot. Dit zal in de nabije toekomst resulteren in een toenemende vervangingsvraag. >65

0

60‐65

17

55‐60

17

50‐55

24

45‐50

17

40‐45

8

35‐40

10

30‐35

16

25‐30

10

<25

3 0

5

10

15

20


25

30

Samenstelling medewerkers De samenstelling van Prinsentuin College-medewerkers was op peildatum 1 oktober 2012 als volgt onderverdeeld: Verhouding vast - tijdelijk

Verhouding OP - OBP

17,97%

21,45% 78,55%

78,02%

Vast 75,40 FTE

OP 78,02 FTE

Tijdelijk 20,59 FTE

OBP 17,97 FTE

* Bij de medewerkersgegevens zijn de medewerkers van de centrale stafdienst niet meegenomen. Dit heeft als reden dat deze medewerkers hun werkzaamheden voor meerdere colleges verrichten en ze daarmee een vertekend beeld zouden geven in de totalen voor het Prinsentuin College

Functioneringsgesprekken In 2012 is met 23 medewerkers (19% van het totaal) een functioneringsgesprek gevoerd. Met 13 medewerkers (11% van het totaal) is in 2012 een beoordelingsgesprek gevoerd. Scholing In 2012 zijn de volgende activiteiten met betrekking tot scholing geïnitieerd: Assessorentraining (5 docenten) Hercertificering assessoren (46 docenten) Training BPV applicatie “OnStage” (BPV-begeleiders + BPV-coördinatoren) Training digitale leeromgeving “It’s Learning” (supervisors + coaches) Training zelfevaluatie-instrument “Yucan” (teamvoorzitters + directie) Studiemiddag + avond doorontwikkeling onderwijsconcept Content Competent (alle medewerkers) Voorlichting transfercoach (alle docenten) 2-daagse training teamvoorzitters Training Trajectbegeleiders Coachingstraining (coaches) Training Windows 7 en Office 2010 (alle medewerkers) Cursus Timemanagement (geïnteresseerde docenten) PDA-cursus instructeur + docent Cursus communiceren (geïnteresseerde docenten) Ziekteverzuimcijfers Verzuimpercentage Het verzuimpercentage (VP) geeft aan welk deel van de werktijd in een maand verloren is gegaan wegens verzuim. Hiertoe wordt de factor ziekte per maand gedeeld door de totale werktijdfactor (werktijdfactor + tijdelijke uitbreiding + korttijdelijke dienstverhoudingen) per maand. Bij de berekening van het verzuimpercentage wordt het zwangerschaps- en bevallingsverlof niet meegenomen.


Naast het totale verzuimpercentage wordt het verzuimpercentage gespecificeerd naar de duur van het verzuim. Er wordt gebruik gemaakt van drie categorieën die in onderstaande tabel zijn weergegeven. Op deze manier wordt inzichtelijk gemaakt of het totale verzuim voornamelijk veroorzaakt wordt door kort verzuim of door (middel)lang verzuim. De drie categorieën van de verzuimduur worden gepresenteerd als percentages van het totale verzuimpercentage. Categorie Kort verzuim Middellang verzuim Lang verzuim

Duur verzuim  7 dagen  7 dagen en  42 dagen  42 dagen

In onderstaande tabel is het verzuimpercentage voor het Prinsentuin College per maand van 2012 weergegeven. 10% 9% 8% 7% 6% 5% 4% 3% 2% 1% 0%

Verzuim‐percentage

Maand

Aantal

Factor Factor Verzuim-

medewerkers ziekte

Totaal percentage

Januari

115

3,9

88,88

Februari

119

4,63

Maart

120

April

Norm Verzuim-

Verzuim

Verzuim-

percentage percentage percentage kort*

middellang** lang***

4,38

21,64

11,57

66,79

91,25

5,07

20,38

27,58

52,04

3,07

92,71

3,31

15,07

46,47

38,46

121

2,09

93,46

2,24

4,78

36,13

59,09

Mei

121

3,54

93,44

3,79

8,02

8,20

83,78

Juni

121

4,53

93,31

4,85

0,59

10,54

88,88

Juli

121

5,24

92,96

5,63

0,00

3,55

96,45

Augustus

121

6,77

92,6

7,31

0,00

18,59

81,41

September

124

7,91

92,14

8,58

9,96

17,62

72,43

Oktober

124

8,48

93,19

9,10

6,96

3,19

89,85

November

123

7,45

92,88

8,03

13,56

0,45

86,00

December

122

8,5

91,67

9,28

15,27

3,41

81,32


Voortschrijdend verzuimpercentage Om trends in verzuimcijfers te ontdekken, wordt het 12-maands voortschrijdend gemiddelde gehanteerd. Hiertoe worden de verzuimpercentages van de 11 maanden voorafgaand aan de maand waarvan verslag wordt gedaan, in de berekening meegenomen. Het voortschrijdend verzuimpercentage is de som van de 12 verzuimpercentages gedeeld door 12. Vrts factor ziek

Vrts factor totaal

Vrts verzuim percentage

Vrts verzuim percentage Kort

Vrts verzuim percentage Middellang

Vrts verzuim percentage Lang

Norm percentage

5,51

92,37

5,96%

9,60%

12,27%

78,14%

4%

Voor alle organisatieonderdelen geldt een normpercentage, dat telt als bovengrens voor het Voortschrijdend verzuimpercentage. Dit normpercentage wordt gebaseerd op het verzuimbeleid en/of de verzuimpercentages uit voorgaande jaren. Het Prinsentuin College heeft in 2012 niet kunnen voldoen aan de gestelde norm. Dit is voornamelijk veroorzaakt door een aantal langdurige verzuimgevallen. De oorzaken van deze verzuimgevallen zijn verklaarbaar en niet of nauwelijks werk gerelateerd. Een positief signaal is dat het Prinsentuin College in het verslagjaar op andere indicatoren ruim onder de norm is gebleven. Zo vallen we voor wat betreft het 0-verzuim (personeelsleden die in het gehele jaar geen verzuim hebben) met 47,2% boven de norm van 45%. Tevens is de verzuimfrequentie van het Prinsentuin College (gemiddeld aantal ziekmeldingen per jaar per medewerker) met 0,96 ook onder de norm van ROC West-Brabant (1,3). Uit deze indicatoren kunnen we concluderen dat het verzuimpercentage door een kleine groep langdurige verzuimgevallen wordt bepaald.

c.

Huisvesting

Voor de financiële onderbouwing van het onderdeel huisvesting verwijzen wij u graag naar de Jaarrekening van het Prinsentuin College. Hieronder een kort overzicht van de activiteiten die dit jaar hebben plaatsgevonden: Aanbieden van competente studenten en medewerkers bij partners; Onderhoud volgens jaarplanning Arbo zaken:  rustruimte gecreëerd  nooddeuren gerealiseerd in lokalen A01 en A02; uitbreiding fietsenstalling; spouwmuurisolatie B-gebouw; energiebesparing/onderzoek: spaar TL lampen gemonteerd in gedeeltes A-gebouw daglicht TL lampen gemonteerd in vier ruimtes; loods verhuur van Radius naar Praktijkschool; uitbreiding camerabewakingssysteem; centrale van het inbraakalarmsysteem vervangen; Wi-Fi dekking in het gehele gebouw; renovatie van een aantal toiletgroepen.



6.

Vooruitblik op 2013

Ook voor 2013 heeft het Prinsentuin College een aantal ambities en uitdagingen. Deels zijn die al vastgelegd in onze actieclusters 2013. Deels gaat het om zaken die in 2013 relevant of concreet geworden zijn. Hieronder worden deze ambities en uitdagingen kort beschreven. Onderwijskundige vernieuwing In oktober 2012 heeft het Prinsentuin College haar visie op onderwijs en het daarvan afgeleide onderwijsconcept Content Competent 2.0 vastgesteld. Inmiddels zijn we begonnen met vormgeving van de inhoud van dit onderwijsconcept. Komend jaar zal volgens een projectplanning en aan de hand van een aantal speerpunten dit concept verder worden vormgegeven. We hebben de overtuiging dat we met behulp van deze instrumenten en door middel van vak-integratie invulling kunnen geven aan de benoemde speerpunten van ons ambitieuze onderwijs concept Content Competent 2.0. Dit zal onder andere resulteren in de uitvoering van een aantal pilots tijdens het studiejaar 2013-2014. Resultaatverantwoordelijke teams en professionalisering Het Prinsentuin College staat voor een aantal ingrijpende veranderingen. Door ontwikkelingen van buitenaf, maar ook door interne ontwikkelingen is er een hoge urgentie om na te denken over de organisatie van de school. Hierop anticiperend zal met ingang van het schooljaar 2013-2014 het aantal onderwijsteams zijn teruggebracht tot drie. Deze onderwijsteams worden omgevormd tot resultaatverantwoordelijke teams die in staat zijn om te anticiperen op de dynamische omgeving. Dit is van invloed op de inzet van medewerkers. Resultaatverantwoordelijkheid vergt een bepaalde attitude en gedrag. Bij de omvorming van de teams zal hier nadrukkelijk aandacht aan besteed worden. Samenwerking met groen vmbo In 2013 zal de samenwerking met het groene vmbo in nieuwe contexten (duurzaamheid met vmbo Breda, Groen mbo op de vmbo locatie Halsteren) verder worden uitgewerkt. Daarnaast zal in het kader van de beleidsnotitie ‘Focus op Vakmanschap’ gekeken worden naar geïntensiveerde, afgestemde doorlopende opleidingstrajecten vmbo-mbo. Samenwerking met hbo In 2013 gaat het Prinsentuin College nadrukkelijk de samenwerking versterken met groen hbo (CAH Dronten, Stoas Hogeschool, HAS Den Bosch) en niet groen hbo (m.n. Avans Hogeschool). Met Avans Hogeschool zal zeer nadrukkelijk gekeken worden naar doorstroomtrajecten, gezamenlijk gebruik van faciliteiten en expertise. Dit ook vanwege onze inspanningen in het kader van samenwerking in drie Centra voor Innovatief Vakmanschap (CiV’s), te weten:  CiV Biobased (samen met Radius en Markiezaat College);  CiV Tuinbouw en Uitgangsmateriaal (samen met diverse AOC’s);  CiV Agrofood (samen met diverse AOC’s en CAH Dronten). Met de Stoas Hogeschool wordt het concept van de ‘Opleidingsschool’ voor docenten doorontwikkeld. Samenwerking met mbo-colleges binnen ROC West-Brabant ‘Onderwijs met Passie II’ is het koersdocument voor ROC West-Brabant in de beleidsperiode 2010-2015. Hierin wordt de ambitie ’Van ik naar wij‘ breed en integraal uitgewerkt. Het is voor het Prinsentuin College dus van steeds groter belang dat zij haar eigen kracht marktgericht inzet in samenhang met de andere mbo-colleges van ROC West-Brabant. Hierbij moet bijvoorbeeld gedacht worden aan:  Samenwerking groen en techniek (samen met het Radius College);  ontwikkeling van minoren (ondernemingszin met Zoomvliet College, food met Cingel College, biobased en duurzaamheid met Markiezaat College);  samenwerking in het kader van de strategische agenda voor de regio West-Brabant. Kortom, ook in 2013 liggen er weer voldoende kansen en uitdagingen voor het Prinsentuin College en haar medewerkers.


1 Voorwoord 2. 2 Directieverslag 5. 3 Jaarverslag a Wettelijke vereisten b Opbrengsten c Onderwijsproces

Recommend Documents