5
Inhoudstafel
Inhoudstafel Voorwoord 3 Inleidende begrippen 1 Belastingplichtigen onderworpen aan de personenbelasting 1.1 Rijksinwoners 1.2 Woonplaats of zetel van fortuin in België A Fiscale woonplaats B Zetel van fortuin C Wettelijke vermoedens (art. 2 § 1, 1° tweede en derde lid WIB92) 2 Wereldwijd inkomen 3 Belastbaar tijdperk en aanslagjaar 3.1 Algemene regel 3.2 Uitzondering 4 Individuele aanslag of gemeenschappelijke aanslag 4.1 Echtgenoten/Gehuwden 4.2 Wettelijk samenwonenden 4.3 Alleenstaanden 4.4 Kinderen 5 Volledige decumul 6 Berekening van de belasting (per belastingplichtige) 7 Progressieve belasting 8 Aangiftetermijn 8.1 Gewone aangiftetermijn 8.2 Uitzonderlijke termijnen 9 Kladversie versus definitieve aangifte
25 25 25 25 25 26 26 27 27 27 27 28 28 29 30 32 33 33 35 36 36 36 37
1 Vak I: wijziging of eerste mededeling van uw bankrekeningnummer en telefoonnummer 1.1 Bankrekeningnummer 1.2 Telefoonnummer
38 38 38
2 Vak II: persoonlijke gegevens en gezinslasten 2.1 Basisbedragen van de belastingvrije som 2.2 Verhoging voor zware handicap 2.3 Verhoging voor kinderen ten laste 2.3.1 Bedragen 2.3.2 Welke kinderen kan de belastingplichtige ten laste nemen? 2.3.3 Voorwaarden om als ten laste te worden beschouwd A Algemeen B Eerste voorwaarde: deel uitmaken van het gezin C Tweede voorwaarde: nettobestaansmiddelen D Derde voorwaarde: geen bezoldigingen genieten ten laste van de belastingplichtige 2.4 Verhoging voor kinderen jonger dan drie jaar voor wie geen kinderoppaskosten worden afgetrokken
39 39 40 41 41 41 42 42 42 47 49 50
6
Inhoudstafel
2.5
Verhoging voor de opvang van bejaarden 2.5.1 Bedrag 2.5.2 Welke bejaarden kan de belastingplichtige ten laste nemen? 2.5.3 Voorwaarden om als ten laste te worden beschouwd 2.6 Verhoging voor andere personen ten laste 2.6.1 Bedragen 2.6.2 Welke ‘andere’ personen kan de belastingplichtige ten laste nemen? 2.6.3 Voorwaarden om als ten laste te worden beschouwd 2.7 Verhoging voor de alleenstaande met kinderlast 2.8 Verhoging bij huwelijk/wettelijke samenwoning 2.9 Aanrekening van de belastingvrije som 2.9.1 Alleenstaanden 2.9.2 Gehuwden/wettelijk samenwonenden 2.9.3 Terugbetaalbaar belastingkrediet voor kinderlast 2.10 Aangifte A Persoonlijke gegevens B Gezinslasten 2.11 Oefeningen
51 51 51 51 53 53 53 53 54 55 55 55 55 56 57 57 63 66
3 Vak III: onroerende inkomsten 3.1 Uitgangspunt bij belastbare grondslag 3.1.1 Kadastraal inkomen A Definitie van het kadastraal inkomen B KI nog niet gekend C Vrijstelling van het kadastraal inkomen D Bevriezing van het kadastraal inkomen 3.1.2 Brutohuur 3.2 Wie moet het onroerend inkomen aangeven? 3.2.1 Algemene principes 3.2.2 Speciale gevallen A Verandering van eigenaar tijdens het belastbare tijdperk B Wijziging van bestemming tijdens het belastbare tijdperk 3.3 Onroerende inkomsten van in België gelegen onroerende goederen 3.3.1 Eigen woning die men zelf betrekt (of een gedeelte ervan dat men zelf betrekt) of die men om beroeps- of sociale redenen niet zelf betrekt A Algemeen B Eigen woning: code 1100-64/2100-34 en/of code 1101-63/2101-33 C Eigen woning niet betrokken wegens beroeps- of sociale redenen D Woningaftrek voor de eigen woning E Verrekening van de onroerende voorheffing 3.3.2 Onroerende goederen die de belastingplichtige voor zijn beroep gebruikt (code 1105-59/2105-29) 3.3.3 Gebouwen die niet verhuurd worden of verhuurd worden aan een privégebruiker (code 1106-58/2106-28) 3.3.4 Gronden, materieel en outillage die niet verhuurd worden of verhuurd worden aan een privégebruiker (code 1107-57/2107-27) 3.3.5 Onroerende goederen die overeenkomstig de pachtwetgeving verhuurd worden aan land- of tuinbouwers (code 1108-56/2108-26) 3.3.6 Gebouwen die verhuurd worden aan personen die ze gebruiken voor hun beroepswerkzaamheid (codes 1109-55/2109-25 en 1110-54/2110-24)
68 68 68 68 69 69 70 70 71 71 74 74 75 75 76 76 77 79 80 83 83 85 87 87 88
7
Inhoudstafel
3.3.7 Gronden die verhuurd worden aan een beroepsgebruiker (codes 1112-52/2112-22 en 1113-51/2113-21) 3.3.8 Materieel en outillage die verhuurd worden aan een beroepsgebruiker (codes 1115-49/2115-19 en 1116-48/2116-18) 3.3.9 Ontvangen erfpacht/opstalvergoeding (code 1114-50/2114-20) 3.4 Onroerende inkomsten van in buitenland gelegen onroerende goederen 3.4.1 Brutohuur of brutohuurwaarde of ontvangen erfpacht- of opstalvergoeding 3.4.2 Kostenforfait 3.4.3 Vrijgestelde inkomsten 3.4.4 Onroerend goed gelegen in land waarmee België al dan niet een dubbelbelastingverdrag heeft gesloten 3.4.5 Aangifte en belastbaarheid van onroerende goederen gelegen in een land waarmee België geen overeenkomst ter voorkoming van dubbele belasting heeft gesloten A In de EER gelegen eigen woning (code 1121-43/2121-13) B Niet voor het beroep gebruikte gebouwen, materieel en outillage (code 1123-41/2123-11) C Niet voor het beroep gebruikte gronden (code 1124-40/2124-10) D Ontvangen erfpacht/opstalvergoeding voor onroerende goederen (code 1125-39/2125-09) 3.4.6 Aangifte en belastbaarheid van onroerende goederen gelegen in een land waarmee België wel een overeenkomst ter voorkoming van dubbele belasting heeft gesloten A In de EER gelegen eigen woning (code 1133-31/2133-01) B Niet voor het beroep gebruikte gebouwen, materieel en outillage (code 1130-34/2130-04) C Niet voor het beroep gebruikte gronden (code 1131-33/2131-03) D Ontvangen erfpacht/opstalvergoeding voor onroerende goederen (code 1132-32/2132-02) 3.5 Aftrekken 3.5.1 Betaalde erfpacht- en opstalvergoedingen A Belastingplichtigen die als alleenstaanden worden belast B Belastingplichtigen voor wie een gemeenschappelijke aanslag wordt gevestigd 3.5.2 Intrestaftrek 3.5.3 Woningaftrek 3.5.4 Volgorde van aanrekening van de aftrekken op de onroerende inkomsten 3.6 Oefeningen 4 Vak IV: bezoldigingen van werknemers 4.1 Algemeen 4.1.1 Definitie 4.1.2 Wie valt onder die categorie? 4.1.3 Tijdstip van belastbaarheid 4.1.4 Indeling 4.2 Eigenlijke bezoldigingen (art. 31, 2° lid 1° WIB92) 4.2.1 Belastbare bestanddelen 4.2.2 Vrijgestelde bestanddelen A Kosten eigen aan de werkgever (art. 31, 2° lid, 1° WIB92) B Werkgeversbijdrage woon-werkverkeer (art. 38, 9° WIB92) C Niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen (‘loonbonus’)
91 92 93 93 93 94 94 95
95 95 96 97 97
98 98 99 99 100 100 100 100 100 101 101 102 104 107 107 107 107 108 109 109 109 110 110 111 113
8
Inhoudstafel
D Tussenkomst van werkgever in een pc-privé (‘pc-bonus’) E Maaltijdcheques, sport/cultuurcheques en ecocheques F Andere vrijgestelde inkomsten (art. 38 WIB92) 4.2.3 Tarief A Algemene regel B Uitzondering: achterstallige bezoldigingen, achterstallige loonbonus en sluitingsvergoedingen C Bezoldigingen van de maand december (openbare overheid) D Vestigingspremie voor huisarts in loonverband E Uitzondering: stelsel van bezoldigde sportbeoefenaars, scheidsrechters, opleiders, trainers en begeleiders 4.2.4 Aangifte en loonfiche 281.10 4.3 Voordelen van alle aard (art. 31, 2° lid 2° WIB92) 4.3.1 Algemeen 4.3.2 Vaststelling van de waarde van het voordeel van alle aard 4.3.3 Forfaitaire ramingen A Niet-hypothecaire leningen zonder vaste looptijd B Kosteloze beschikking over een onroerend goed C Kosteloze beschikking over één enkele kamer D Kosteloze verstrekking van verwarming en elektriciteit E Kosteloze beschikking over dienstboden, huispersoneel, tuiniers, chauffeurs enz. F Verstrekking van sociale maaltijden aan de personeelsleden G Kosteloze beschikking over een firmawagen H Aandelenopties I Kosteloze beschikking over bedrijfscomputer en internet 4.3.4 Tarief 4.3.5 Aangifte en loonfiche 281.10 4.4 Vergoedingen verkregen op grond van of bij het stopzetten van de arbeid of het beëindigen van een arbeidsovereenkomst 4.4.1 Vervroegd vakantiegeld 4.4.2 Opzeggingsvergoeding A Eigenlijke opzeggingsvergoeding B Niet-concurrentievergoeding C Morele schadevergoeding 4.4.3 Inschakelingsvergoeding 4.4.4 Tarief A Vervroegd vakantiegeld B Opzeggingsvergoeding C Inschakelingsvergoeding 4.4.5 Aangifte en loonfiche 281.10 A Vervroegd vakantiegeld B Opzeggingsvergoeding C Inschakelingsvergoeding 4.5 Belastingstelsel voor beroepsinkomsten van sportbeoefenaars 4.6 Herstel van een tijdelijke inkomstenvermindering (art. 31, 2° lid, 4° en art. 31bis WIB92) 4.6.1 Gewone vervangingsinkomsten 4.6.2 Achterstallen van vervangingsinkomsten 4.6.3 Vervangingsinkomsten van de maand december (openbare overheid) 4.7 Vroeger verworven bezoldiging (art. 31, 2° lid, 5° WIB92)
114 116 118 120 120 121 121 122 122 123 124 124 126 127 127 129 130 130 130 131 131 139 139 139 139 140 140 140 140 140 141 141 142 142 142 143 143 143 143 143 145 150 150 154 155 156
9
Inhoudstafel
4.8 Helper van zelfstandige 156 4.9 Niet ingehouden persoonlijke sociale bijdragen (code 1257-04/2257-71) 157 4.10 Beroepskosten 158 4.10.1 Werkelijke beroepskosten (1258-03/2258-70) 158 A Kosten voor het woon-werkverkeer 159 B Kosten voor de beroepsverplaatsingen, andere dan het woon-werkverkeer 166 C Huur van een woongelegenheid nabij het werk 167 D Kosten van een bureau 168 E Kosten voor bureaubenodigdheden en vakliteratuur 168 F Studiekosten 168 G Vakbondsbijdrage 169 4.10.2 Forfaitaire beroepskosten 169 A Gewoon kostenforfait 169 B Aanvullend forfait voor verre verplaatsingen (code 1256-05/2256-72) 171 4.10.3 Wijze van taxatie 171 A Principe 171 B Vaststelling van het nettobedrag van de gezamenlijke en de afzonderlijke belastbare beroepsinkomsten 172 4.11 Huwelijksquotiënt 173 4.11.1 Slechts een van beide echtgenoten heeft beroepsinkomsten 173 4.11.2 Beide echtgenoten hebben beroepsinkomsten 174 4.11.3 Geen toepassing huwelijksquotiënt 175 4.12 Inhoudingen 175 4.12.1 Inhoudingen voor aanvullend pensioen 175 4.12.2 Bedrijfsvoorheffing 176 4.12.3 Inhoudingen voor de bijzondere bijdrage voor de sociale zekerheid 176 4.13 Overuren die recht geven op overwerktoeslag 176 4.14 Overheidspersoneel zonder arbeidsovereenkomst 178 4.15 Werkbonus 178 4.16 Ingehouden roerende voorheffing op auteursinkomen 178 4.17 Oefeningen 179 5 Vak V: pensioenen 5.1 Belastbare inkomsten 5.1.1 Algemeen 5.1.2 Pensioenen die betrekking hebben op een beroepswerkzaamheid 5.1.2.1 Wettelijke pensioenen 5.1.2.2 Individuele pensioentoezegging zonder externe financiering A Principe B Fiscale behandeling van het gratis toegekende pensioen C Oefeningen 5.1.3 Vergoedingen tot herstel van een bestendige inkomstenderving A Principe B Uitzondering C Taxatieregime D Oefeningen 5.1.4 Het vrij aanvullend pensioen van de zelfstandige A Algemeen B Aftrekbaarheid van bijdragen C Fiscale behandeling van de uitkering aanvullend pensioen zelfstandige
184 184 184 185 185 186 186 186 187 187 187 188 191 192 193 193 193 194
10
Inhoudstafel
5.1.5
Uitkeringen van levensverzekeringen A Algemeen B Belastingstelsel van de uitkeringen inzake individuele levensverzekeringen C De levensverzekering waarborgt (gedeeltelijk) een hypothecaire lening D De levensverzekering waarborgt geen hypothecaire lening 5.1.6 Collectieve (groepsverzekeringscontract en pensioenfondscontract) en individuele pensioentoezeggingen (IPT) met externe financiering A Algemeen B Fiscale behandeling van de uitkering aanvullend pensioen uit collectieve en individuele pensioentoezeggingen met externe financiering 5.1.7 Uitkeringen bij het pensioensparen A Algemeen B Belastbare inkomsten C Vaststellen van de belastbare basis D Taxatieregime 5.2 De taks op het langetermijnsparen 5.2.1 Algemeen 5.2.2 Toepassingsgebied 5.2.3 Het bevrijdende karakter van de taks 5.2.4 Belastbaar feit 5.3 Oefeningen
196 196 196 197 197 199 199 199 202 202 202 203 203 204 204 205 205 205 207
6 Vak VI: ontvangen onderhoudsuitkeringen 6.1 Algemeen 6.2 Voorwaarden van belastbaarheid 6.3 Belastbaar bedrag en taxatieregime 6.3.1 Niet-gekapitaliseerde uitkering 6.3.2 Gekapitaliseerde uitkering 6.4 Aangifte 6.5 Oefeningen
208 208 208 212 212 212 214 215
7 Vak VII: vorige verliezen en aftrekbare bestedingen 7.1 Nog aftrekbare beroepsverliezen van vorige belastbare tijdperken 7.2 Onderhoudsuitkeringen 7.2.1 Algemeen 7.2.2 Voorwaarden van aftrekbaarheid 7.2.3 Aangifte 7.3 Giften 7.3.1 Algemeen 7.3.2 Voorwaarden van aftrekbaarheid 7.3.3 Beperking van de aftrek 7.3.4 Aangifte 7.4 Kosten van kinderopvang 7.4.1 Algemeen 7.4.2 Voorwaarden van aftrekbaarheid 7.4.3 Onverenigbaarheid 7.4.4 Beperking van de aftrek 7.4.5 Aangifte 7.5 Uitgaven voor onderhoud en restauratie van beschermde eigendommen 7.6 Bijzondere bijdragen voor sociale zekerheid die, met betrekking tot de jaren 1982 tot 1988, in 2009 aan de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening zijn betaald
216 216 217 217 217 218 218 218 219 219 219 221 221 221 224 224 225 226 226
11
Inhoudstafel
7.7 7.8
Bezoldigingen van een huisbediende Aanrekening van de aftrekbare bestedingen 7.8.1 Algemeen 7.8.2 Aanrekening van de aftrekbare bestedingen op de inkomsten van echtgenoten (art. 105 WIB92) 7.9 Oefeningen
8 Vak VIII: intresten en kapitaalaflossingen van leningen en premies van individuele levens- verzekeringen die recht geven op een belastingvoordeel 8.1 Rubrieken VIII A en B: aftrek enige, eigen woning 8.1.1 Bestedingen die in aanmerking komen voor de aftrek enige, eigen woning A Te vervullen voorwaarden opdat de intresten en kapitaalaflossingen van leningen in aanmerking komen voor de aftrek enige, eigen woning B Te vervullen voorwaarden opdat premies van een individuele levensverzekering gesloten vanaf 1 januari 2005 in aanmerking komen voor de aftrek enige, eigen woning (art. 104, 9° en art. 115, § 1, 2°, 4° en 5° WIB92) C Bijzondere gevallen 8.1.2 Begrenzing van de aftrekbare bestedingen voor aftrek enige, eigen woning 8.1.3 Vrije verdeling bij echtgenoten 8.1.4 In de aangifte te vermelden bedrag en gegevens 8.2 Rubriek C: andere intresten dan die van aftrek enige, eigen woning 8.2.1 Gewone intrestaftrek A Voorwaarden B Aangifte 8.2.2 Bijkomende intrestaftrek A Algemeen B Voorwaarden van de lening (oud art. 104, 9 WIB92 en art. 526 WIB92) C Voorwaarden over het doel van de lening (oud art. 115 WIB92 en art. 526 § 2 WIB92) D Berekening van de bijkomende intrestaftrek (oud art. 116 WIB92) E Woning in onverdeeldheid F Aangifte G Herfinancieringslening 8.2.3 Belastingvermindering voor groene intresten A Voorwaarden waaraan een groene lening moet voldoen B Fiscale voordelen van een groene lening C Aangifte D Formaliteiten 8.3 Rubriek D: kapitaalaflossingen van hypothecaire leningen aangegaan voor het verwerven of (ver)bouwen van een woning 8.3.1 Gewone belastingvermindering voor het langetermijnsparen voor kapitaalaflossingen A Voorwaarden B Begrenzingen van de kapitaalaflossingen C Aangifte D Opmerkingen E Herfinancieringslening F Meerdere hypothecaire leningen G Vervroegde terugbetaling van het saldo van de hypothecaire lening H Schuldsaldoverzekeringspremie mee ontleend
227 228 228 228 231
235 235 236 236
243 244 246 249 249 257 257 257 259 261 261 261 261 263 265 266 272 273 273 274 275 275 276 278 278 279 280 281 281 282 283 284
12
Inhoudstafel
8.3.2 Verhoogde belastingvermindering voor het bouwsparen voor kapitaalaflossingen A Voorwaarden B Begrenzing van de kapitaalaflossingen C Aangifte D Opmerkingen E Herfinancieringslening F Meerdere hypothecaire leningen G Vervroegde terugbetaling van het saldo van de hypothecaire lening 8.4 Rubriek E: premies van individuele levensverzekeringen 8.4.1 De premie van een vanaf 1 januari 2005 gesloten levensverzekering komt in aanmerking voor de aftrek enige, eigen woning als aan de volgende voorwaarden is voldaan (nieuw art. 104, 9° WIB92 en nieuw art. 115 § 1, 4° en 5° WIB92) 8.4.2 De premies van een individuele levensverzekering die in aanmerking komen voor de belastingvermindering voor het langetermijnsparen A Voorwaarden B Begrenzing van de premies C Aangifte D Opmerkingen E Antidatering van de verzekeringspremie 8.4.3 Premies van individuele levensverzekering die in aanmerking komen voor verhoogde belastingvermindering bouwsparen A Voorwaarden B Begrenzing van de premies C Aangifte D Praktische werkwijze voor ongehuwde mede-eigenaars E Praktische berekeningswijze voor gehuwden en wettelijk samenwonenden 8.5 Bijzonder geval: combinatie ‘oude’ lening met ‘nieuwe’ lening die in aanmerking komt voor aftrek enige, eigen woning (art. 526 § 2 en § 3 WIB92) 8.5.1 Algemeen 8.5.2 Keuzeplicht 8.5.3 Gevolgen als de belastingplichtige kiest voor de aftrek enige, eigen woning 8.5.4 Gevolgen als de belastingplichtige niet opteert voor de aftrek enige, eigen woning 8.6 Bijzonder geval: combinatie ‘oude’ lening met ‘nieuwe’ lening die niet in aanmerking komt voor aftrek enige, eigen woning 8.7 Fiscale korven 8.7.1 Oude fiscale korf (oud art. 145/6 WIB92) 8.7.1.1 Oude regeling 8.7.1.2 Situatie sinds aanslagjaar 2006 8.7.2 Nieuwe fiscale korf voor aftrek enige, eigen woning en bijdragen en betalingen langetermijnsparen 8.7.3 Combinatie oude en nieuwe fiscale korf 8.8 Oefeningen 9 Vak IX: uitgaven die recht geven op een belastingvermindering 9.1 Algemeen 9.2 Pensioensparen 9.2.1 Principe 9.2.2 Voorwaarden
284 284 285 287 287 287 287 288 288
288 289 289 290 290 290 290 291 291 291 292 292 293 295 295 295 296 296 298 301 301 301 302 303 305 306 311 311 312 312 314
13
Inhoudstafel
9.2.3 Bedrag dat in aanmerking komt voor belastingvermindering 9.2.4 Aangifte 9.3 Aandelen van de vennootschap-werkgeefster 9.3.1 Principe 9.3.2 Voorwaarden 9.3.3 Bedrag dat in aanmerking komt voor belastingvermindering 9.3.4 Belastbaarheid bij vroegtijdige vervreemding 9.3.5 Aangifte 9.4 Uitgaven betaald aan een plaatselijk werkgelegenheidsagentschap (PWA) 9.4.1 Algemeen 9.4.2 Bedrag dat in aanmerking komt voor belastingvermindering 9.4.3 Aangifte 9.5 Dienstencheques 9.5.1 Algemeen 9.5.2 Bedrag dat in aanmerking komt voor belastingvermindering 9.5.3 Omzetting belastingvermindering dienstencheques in belastingkrediet 9.5.4 Aangifte 9.6 Geregistreerde Winwinleningen 9.6.1 Algemeen 9.6.2 Voorwaarden 9.6.3 Berekening van de belastingvermindering 9.6.4 Aangifte 9.6.5 Verrekenbaar, terugbetaalbaar maar niet overdraagbaar 9.7 Vlaamse belastingvermindering voor renovatieovereenkomsten 9.7.1 Voorwaarden waaraan de renovatieovereenkomst moet voldoen A Renovatieovereenkomst B Voorwaarden voor het te renoveren goed C Kredietgever van de renovatieovereenkomst D Kredietnemer van de renovatieovereenkomst E Registratie van de renovatieovereenkomst 9.7.2 Voor wie geldt de belastingvermindering? 9.7.3 Bedrag van de belastingvermindering A Berekeningsgrondslag B Percentage van de belastingvermindering C Looptijd van het fiscale voordeel D Aangifte 9.7.4 Bijzonderheid: overdracht van belastingvermindering 9.8 Belastingvermindering voor energiebesparende uitgaven 9.8.1 Algemeen 9.8.2 Welke uitgaven komen in aanmerking voor belastingvermindering? 9.8.3 Werkelijke betaling van de uitgaven 9.8.4 Bedrag van de belastingvermindering 9.8.5 Overdrachtmogelijkheid voor het deel boven je maximumgrens 9.8.6 Omzetting van de belastingvermindering (binnen je maximumgrens) in een belastingkrediet 9.8.7 Aanrekeningsvolgorde 9.8.8 Aangifte A Invullen rubriek IX.G.1 B Invullen rubriek IX.G.2 9.8.9 Bewijsstukken
314 314 315 315 315 315 316 317 317 317 317 319 319 319 319 320 321 322 322 322 325 327 328 328 328 328 329 329 329 329 329 330 330 330 330 331 331 331 331 332 333 334 336 338 338 343 343 344 345
14
Inhoudstafel
9.9 Belastingvermindering voor lage-energiewoningen, passiefwoningen of nulenergiewoningen 9.9.1 Algemeen 9.9.2 Voor wie? 9.9.3 Wat is een ‘lage-energiewoning’, een ‘passiefwoning’ en een ‘nulenergiewoning’? 9.9.4 Belastingvermindering 9.9.5 Aangifte 9.10 Uitgaven voor de vernieuwing van een woning gelegen in een zone voor positief grootstedelijk beleid 9.10.1 Algemeen 9.10.2 Bedoelde woningen 9.10.3 Voorwaarden 9.10.4 Bedrag van de belastingvermindering 9.10.5 Formaliteiten 9.10.6 Aangifte 9.11 Belastingvermindering voor vernieuwing sociale huurwoning 9.11.1 Algemeen 9.11.2 Voorwaarden 9.11.3 Bedrag en periode van toekenning belastingvermindering 9.11.4 Formaliteiten 9.11.5 Bevriezing van het kadastraal inkomen 9.11.6 Aangifte 9.12 Belastingvermindering voor inbraak- en brandbeveiliging in een particuliere woning 9.12.1 Algemeen 9.12.2 Welke uitgaven komen in aanmerking? 9.12.3 Voor welke woningen? 9.12.4 Voor wie geldt de belastingvermindering? 9.12.5 Hoeveel bedraagt de belastingvermindering? A Apart belaste eigenaars B Samen belaste eigenaars A Je wordt apart belast en bent als enige huurder B Je wordt apart belast en bent medehuurder C Samen belaste echtgenoten-huurders 9.13 Belastingvermindering voor aandelen van erkende ontwikkelingsfondsen 9.14 Belastingvermindering voor elektrische voertuigen 9.14.1 Algemeen 9.14.2 Voorwaarden 9.14.3 Voor wie? 9.14.4 Bedrag van de vermindering 9.14.5 Aangifte 9.15 Belastingvermindering voor oplaadpunt voor een elektrisch voertuig 9.16 Belastingvermindering voor de verwerving van obligaties van de ‘Caisse d’investissement de Wallonie’ 9.17 Overzichtstabel 9.18 Oefeningen
345 345 346 346 347 348 349 349 349 349 350 351 351 352 352 352 353 354 354 354 354 354 355 356 357 357 358 359 360 360 361 361 362 362 363 363 364 365 365 366 366 367
15
Inhoudstafel
10 Vak X: voorafbetalingen 10.1 Algemeen 10.2 Voorafbetalingen per echtgenoot 10.3 Aangifte 10.4 Belastingvermeerdering 10.4.1 Toepassingsgebied 10.4.2 Berekening van de belastingvermeerdering 10.4.3 Bestemming van het teveel aan voorafbetalingen 10.5 Bonificatie 10.5.1 Toepassingsgebied 10.5.2 Berekening van de bonificatie
369 369 370 370 371 371 371 372 372 372 372
11 Vak XI: rekeningen in het buitenland
374
12 Vak XII: beroep en ondernemingsnummer
374
13 Vak XIII: roerende inkomsten 13.1 Bedoelde inkomsten 13.2 Aan te geven inkomsten 13.2.1 Algemeen 13.2.2 Niet-verplicht aan te geven inkomsten A Principe B Aan te geven + belastbaar bedrag (code 1160-04/2160-71, 1162-02/2162-69 en 1163-01/2163-68) 13.2.3 Verplicht aan te geven inkomsten (code 1165-96/2165-66 tot 1159-05/2159-72) A Principe B Intresten van gewone Belgische spaardeposito’s (code 1151-13/2151-80) C Dividenden uitgekeerd door erkende coöperatieve vennootschappen (code 1165-96/2165-66 – 1166-95/2166-65) D Intresten en dividenden uitgekeerd door erkende vennootschappen met een sociaal oogmerk (code 1167-94/2167-64 – 1168-93/2168-63) E Andere inkomsten van kapitalen zonder roerende voorheffing F Inkomsten uit de verhuring van roerende goederen (code 1156-08/2156-75 en 1157-07/2157-74) G Inkomsten uit lijfrenten of tijdelijke renten (code 1158-06/2158-73 en 1159-05/2159-72) 13.2.4 Belastingstelsel inzake auteursrechten en naburige rechten A Algemeen B Beoogde inkomsten C Roerende inkomsten of beroepsinkomsten D Kostenforfait E Tarief F Roerende voorheffing G Bevrijdend karakter of niet H Aangifte I Aangifte bij een gemeenschappelijke aanslag
375 375 375 375 375 375 376 376 376 377 378
378 378 381 382 383 383 383 384 384 384 385 385 386 388
16
Inhoudstafel
13.3 Aangifte in hoofde van alleenstaanden en echtgenoten/wettelijk samenwonenden 14.3.1 Alleenstaanden 14.3.2 Echtgenoten/wettelijk samenwonenden 13.4 Oefeningen 14 Vak XIV: diverse inkomsten 14.1 Algemeen 14.2 Toevallige winsten of baten 14.2.1 Voorwaarden van belastbaarheid 14.2.2 Belastbaar bedrag 14.2.3 Taxatieregime 14.2.4 Aangifte 14.3 Prijzen, subsidies … toegekend aan geleerden, schrijvers of kunstenaars 14.4 Inkomsten verkregen uit onderverhuring 14.4.1 Algemeen 14.4.2 Belastbaar bedrag 14.4.3 Gemeubileerde onderverhuur 14.4.4 Taxatieregime 14.4.5 Aangifte 14.5 Inkomsten verkregen uit de toelating om reclamedragers op een onroerend goed te plaatsen 14.6 Loten van effecten van leningen 14.7 Verhuring van jacht-, vis- en vogelvangstrechten 14.8 Meerwaarden op ongebouwde onroerende goederen 14.8.1 Algemeen 14.8.2 Toepassingsvoorwaarden 14.8.3 Belastbaar bedrag 14.8.4 Taxatieregime 14.8.5 Aangifte 14.9 Interne meerwaarden 14.10 Meerwaarden op belangrijke deelnemingen 14.11 Meerwaarden op gebouwde onroerende goederen 14.11.1 Algemeen 14.11.2 Toepassingsvoorwaarden 14.11.3 Belastbaar bedrag A Vervreemding van een gebouwd onroerend goed B Vervreemding van een gebouw opgetrokken op een ongebouwd onroerend goed 14.11.4 Taxatieregime 14.11.5 Aangifte 14.12 Vergoeding voor ontbrekende coupon of voor ontbrekend lot van een zakelijke zekerheidsovereenkomst of van een lening 14.13 Persoonlijke vergoedingen uit de exploitatie van uitvindingen toegekend aan onderzoekers 14.14 Oefeningen 15 Vak XV: bezoldigingen van bedrijfsleiders 15.1 Bedoelde personen 15.1.1 Eerste categorie: de mandatarissen 15.1.2 Tweede categorie: de zelfstandige directeurs en interne consultants 15.2 Attractiebeginsel
389 389 389 393 395 395 397 397 398 398 399 399 399 399 399 400 401 401 402 402 402 402 402 403 404 405 406 407 407 407 407 407 409 409 409 410 411 413 413 414 415 415 415 416 416
17
Inhoudstafel
15.3 Belastbare bezoldiging 15.3.1 Tijdstip van belastbaarheid 15.3.2 Indeling 15.3.3 Eigenlijke bezoldiging 15.3.4 Voordelen van alle aard 15.3.5 Huurherkwalificatie A Principe B Voor wie geldt de maatregel? C Geviseerde onroerende goederen D De herkwalificatieregel E Invloed van het huwelijksvermogensstelsel F Tarief G Aangifte en loonfiche 281.20 15.3.6 Vergoedingen verkregen op grond van of bij het stopzetten van de arbeid of het beëindigen van een arbeidsovereenkomst A Vervroegd vakantiegeld B Opzeggingsvergoeding C Inschakelingsvergoeding 15.3.7 Niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen (of ‘loonbonus’) 15.3.8 Vergoedingen verkregen tot volledig of gedeeltelijk herstel van een tijdelijke derving van bezoldigingen 15.3.9 Vroeger verworven bezoldigingen die na het stopzetten van de beroepswerkzaamheid zijn verkregen 15.4 Vestigingspremie van het impulsfonds voor huisartsengeneeskunde 15.5 Sociale lasten 15.6 Beroepskosten 15.6.1 Werkelijke beroepskosten A Algemeen B Intresten van schulden voor de verwerving van aandelen C Tenlasteneming van vennootschapsverliezen D Aangifte E Aanrekening 15.6.2 Kostenforfait 15.7 Inhoudingen 15.8 Bezoldigingen van bedrijfsleiders tewerkgesteld in dienstverband 15.9 Werkbonus 15.10 Ingehouden roerende voorheffing op auteursinkomen 15.11 Oefeningen
417 417 417 418 418 419 419 419 420 420 421 424 424
16 Vak XVI: winsten uit nijverheids-, handels- of landbouwondernemingen 16.1 Toepassingsgebied 16.2 Belastbaar tijdstip 16.3 Berekening belastbare nettowinst 16.4 De eigenlijke exploitatiewinst (code 1600-49/2600-19) 16.4.1 Bedrijfseconomische brutowinst 16.4.2 De andere winstbestanddelen A Loon van de handelaar B Voordelen van alle aard C Abnormale of goedgunstige voordelen D Inkomsten van onroerende goederen met beroepskarakter
434 434 434 435 436 436 436 436 437 440 441
424 424 424 425 425 425 426 426 426 427 427 427 427 428 429 429 429 430 431 431 431 432
18
Inhoudstafel
E Subsidies F Terugbetaling van sociale bijdragen en aftrekbare belastingen G Meeromzet 16.4.3 Vaststelling van de exploitatiewinst (code 1600-49/2600-19) in de praktijk A De onderneming voert een regelmatige boekhouding B De onderneming voert geen regelmatige boekhouding 16.5 Voorheen vrijgestelde winst die belastbaar wordt 16.6 Financiële opbrengsten (code 1602-47/2602-17) 16.6.1 Principe 16.6.2 Wanneer worden roerende goederen en kapitalen gebruikt voor de uitoefening van de brutowinst? 16.6.3 Belastbaar roerend inkomen 16.6.4 Tijdstip van belastbaarheid 16.7 Meerwaarden (na aftrek van kosten van vervreemding) (code 1603-46/2603-16 en 1604-45/2604-15) 16.7.1 Activa die voor de uitoefening van de beroepswerkzaamheid worden gebruikt 16.7.2 Indeling van de meerwaarden 16.7.3 De niet-uitgedrukte en niet-verwezenlijkte meerwaarden A Principe B Uitzondering C Tarief en aangifte 16.7.4 Uitgedrukte, niet-verwezenlijkte meerwaarden A Principe B Uitzonderingen C Tarief en aangifte 16.7.5 Verwezenlijkte meerwaarden A Principe B Het begrip ‘verwezenlijkte meerwaarde’ C Tijdstip van belastbaarheid D Belastbaar bedrag van de verwezenlijkte meerwaarde E Vrijgestelde meerwaarden F Gespreid te belasten meerwaarden G Belastbaar regime van de verwezenlijkte meerwaarden H Aangifte 16.8 Voorheen afgetrokken kosten van vervreemding 16.9 Compensatievergoedingen (code 1605-44/2605-14, 1618-31/2618-01 en 1610-39/2610-09) 16.9.1 Bedoelde vergoedingen 16.9.2 Belastbaar regime van de compensatievergoedingen A Regel: 33 % B Uitzondering: 16,5 % C Vrijstelling 16.9.3 Aangifte 16.10 Vergoedingen verkregen tot herstel van een tijdelijke winstderving 16.10.1 Bedoelde vergoedingen 16.10.2 Vergoedingen wegens tijdelijke winstderving versus compensatievergoedingen 16.10.3 Belastbaar regime van de vergoedingen tot tijdelijke winstderving 16.10.4 Vrijstelling 16.10.5 Aangifte
443 443 443 444 444 445 447 448 448 448 448 450 451 451 452 452 452 452 453 453 453 453 454 454 454 454 454 454 456 462 468 469 470 470 470 471 471 472 473 473 473 473 474 474 475 475
19
Inhoudstafel
16.11 Beroepskosten (code 1620-29/2620-96, code 1611-38/2611-08 en code 1606-43/2606-13) 16.11.1 Algemeen principe: artikel 49 WIB92 A Tijdens het belastbare tijdperk gedaan of gedragen B Om belastbare inkomsten te verkrijgen C Verantwoord zijn wat het bedrag en de echtheid betreft 16.11.2 Kosten van onroerende goederen 16.11.3 Intresten van leningen A Algemene regel B Beperking van de intresten in functie van de marktrente 16.11.4 Bezoldigingen van personeelsleden A Algemeen B De lonen van personeelsleden C Sociale lasten D Werkgeversbijdragen voor aanvullende verzekering tegen ouderdom en overlijden E Niet-recurrente resultaatsgebonden voordelen (loonbonus) F Opmaken van loonfiches 281.10 en een samenvattende opgave 16.11.5 Commissies, erelonen, vergoedingen en voordelen betaald aan derden A Wanneer moet een fiche 281.50 worden opgesteld? B Wanneer moet geen fiche 281.50 worden opgesteld? C Buitenlandse genieters D Praktisch richtlijnen voor de vermeldingen op de fiches 16.11.6 Afschrijvingen A Algemeen B Afschrijfbare basis C Aanvang van de afschrijvingsperiode D Einde van de afschrijvingsperiode E Afschrijvingsstelsels F Afschrijving naar wens G Afschrijvingspercentages H Afschrijvingsexcedent I Afschrijvingstekort 16.11.7 Voorziening voor vakantiegeld 16.11.8 Persoonlijke sociale bijdragen 16.11.9 Verzekeringspremies 16.11.10 Bijdragen voor een vergoeding bij arbeidsongeschiktheid 16.11.11 Premies van collectieve verzekeringen 16.11.12 Belastingen A Niet-aftrekbare belastingen en voorheffingen B Aftrekbare belastingen C Terugbetaling van belastingen 16.11.13 Geldboeten A Principe B Aftrekbare geldboeten C Terugbetaling van boeten 16.11.14 Kledingkosten A Principe B Specifieke beroepskleding C Niet-specifieke beroepskleding
476 476 476 477 478 478 479 479 480 480 480 480 481 481 481 481 482 482 483 484 484 484 484 485 485 486 486 489 489 490 491 492 492 493 493 494 494 494 494 495 495 495 496 496 497 497 497 497
20
Inhoudstafel
16.11.15 Restaurantkosten A Principe B Wat zijn restaurantkosten? C Restaurantkosten die voor 100 % aftrekbaar zijn 16.11.16 Receptiekosten A Principe B Wat zijn receptiekosten? C Receptiekosten die voor 100 % aftrekbaar zijn 16.11.17 Kosten van relatiegeschenken A Principe B Wat zijn relatiegeschenken? C Relatiegeschenken die voor 100 % aftrekbaar zijn D Voordeel van alle aard 16.11.18 Kosten met betrekking tot jacht, visvangst, jachten of andere pleziervaartuigen en lusthuizen A Principe B Kosten die voor 100 % aftrekbaar zijn 16.11.19 Kosten die op een onredelijke wijze de beroepsbehoeften overtreffen 16.11.20 Sociale voordelen A Principe B Fiscaal regime C Sociale voordelen die niet-belastbaar zijn bij de verkrijger en niet-aftrekbaar bij de werkgever D Sociale voordelen die niet-belastbaar zijn bij de verkrijger maar wel aftrekbaar bij de werkgever (Com.IB 53/214) 16.11.21 Maaltijdcheques, sport/cultuurcheques en ecocheques A Maaltijdcheques B Sport- en cultuurcheques C Ecocheques 16.11.22 Betalingen gedaan aan een belastingplichtige gevestigd in een belastingparadijs 16.11.23 Autokosten A Woon-werkverkeer B Beroepsverplaatsingen C Personenwagen of lichte vrachtwagen? D Uitgewerkt voorbeeld 16.11.24 Kosten voor 120 % aftrekbaar 16.11.25 Kosten van vervreemding van activa (code 1620-29/2620-96) 16.11.26 Bezoldiging meewerkende echtgenoot of wettelijk samenwonende partner (code 1611-38/2611-08) A Toepassingsgebied B Voorwaarden en beperkingen C Fiscale gevolgen van toekenning bezoldiging meewerkinkomen 16.11.27 Andere beroepskosten (code 1606-43/2606-13) 16.12 Vrijgestelde waardeverminderingen en voorzieningen voor risico’s en kosten (code 1609-40/2609-10) 16.12.1 Algemeen 16.12.2 Waardeverminderingen op handelsvorderingen 16.12.3 Voorzieningen voor risico’s en kosten 16.12.4 Vrijstelling van opbrengsten in gevolge gerechtelijk reorganisatieplan of minnelijk akkoord (code 1608-41/2608-11)
498 498 498 498 499 499 499 500 500 500 501 501 502 502 502 503 503 504 504 504 504 506 510 510 512 512 513 514 514 514 516 517 519 520 521 521 522 523 523 523 523 524 525 527
21
Inhoudstafel
16.13 Economische vrijstellingen (code 1612-37/2612-07, 1613-36/2613-06, 1622-27/2622-94 en 1614-35/2614-05) 527 16.13.1 Algemeen 527 16.13.2 Vrijstelling voor bijkomend personeel voor uitvoer en integrale kwaliteitszorg 528 A Principe 528 B Toepassingsgebied 528 C Berekeningswijze van de vrijstelling 528 D Terugneming van de vrijstelling 528 E Te vervullen formaliteiten 529 16.13.3 Vrijstelling voor ander bijkomend personeel 530 A Principe 530 B Vrijstellingsvoorwaarden 531 C Berekeningswijze van de vrijstelling 532 D Terugneming van de vrijstelling 533 16.13.4 Vrijstelling voor tewerkstelling van stagiairs 533 16.13.5 Investeringsaftrek 534 A Principe 534 B Activa die in aanmerking komen voor investeringsaftrek 535 C Activa die uitgesloten zijn van de investeringsaftrek 535 D Eenmalige investeringsaftrek 536 E Gespreide investeringsaftrek 536 F Verhoogde investeringsaftrek 537 G Percentages 539 H Overdracht, buitengebruikstelling of wijziging van bestemming van het actief 539 I Overdracht van de investeringsaftrek 540 J Formaliteiten 540 16.14 Toekenning aan de meewerkende echtgenoot (art. 86 WIB92) (code 1616-33/2616-03) 541 16.14.1 Toepassingsgebied 541 16.14.2 Voorwaarden 542 16.14.3 Fiscale gevolgen van toekenning meewerkinkomen 543 16.15 Beroepsverliezen 545 16.15.1 Principe 545 16.15.2 Beroepsverliezen van het belastbare tijdperk 546 16.15.3 Beroepsverliezen van vorige belastbare tijdperken 547 16.15.4 Beroepsverliezen van de andere echtgenoot 547 16.16 Huwelijksquotiënt 548 16.16.1 Principe 548 16.16.2 Slechts een van beide echtgenoten heeft beroepsinkomsten 548 16.16.3 Beide echtgenoten hebben beroepsinkomsten 549 16.17 Oefeningen 550 17 Vak XVII: baten van vrije beroepen, ambten, posten of andere winstgevende bezigheden 17.1 Toepassingsgebied 17.2 Belastbaar tijdstip 17.3 Berekening belastbare nettobaten 17.4 Ontvangsten (code 1650-96/2650-66) 17.5 Ontvangsten sportbeoefenaar (code 1658-88/2658-58) 17.6 Ontvangsten opleider, trainer, begeleider (code 1659-87/2659-57) 17.7 Achterstallige erelonen (code 1652-94/2652-64) 17.7.1 Definiëring 17.7.2 Tarief
556 556 557 558 559 559 559 560 560 560
22
Inhoudstafel
17.8 Voorheen vrijgestelde baten die belastbaar worden (code 1651-95/2651-65) 561 17.9 Meerwaarden (code 1653-93/2653-63 en 1654-92/2654-62) 561 17.10 Voorheen afgetrokken kosten van vervreemding 561 17.11 Vergoedingen en premies (code 1655-91/2655-61, 1667-79/2667-49 en 1661-85/2661-55) 562 17.12 Vergoedingen verkregen tot herstel van een tijdelijke winstderving 562 17.13 Sociale bijdragen (code 1656-90/2656-60) 562 17.14 Beroepskosten 563 17.14.1 Werkelijke beroepskosten (codes 1675-71/2675-41, 1669-77/2669-47 en 1657-89/2657-59) 563 17.14.2 Kostenforfait 564 17.15 Economische vrijstellingen (code 1666-80/2666-50, 1678-68/2678-38 en 1662-84/2662-54) 565 17.16 Toekenning aan de meewerkende echtgenoot (code 1663-83/2663-53) 566 17.17 Beroepsverliezen 566 17.18 Huwelijksquotiënt 566 17.19 Oefeningen 567 18 Vak XIII: voorheffingen die verband houden met een zelfstandige beroepswerkzaamheid 18.1 Roerende voorheffing (code 1756-87/2756-57) 18.2 Forfaitair gedeelte van de buitenlandse belasting (code 1757-86/2757-56) 18.3 Bedrijfsvoorheffing (code 1758-85/2758-55) 18.4 Belastingkrediet 18.4.1 Principe 18.4.2 Eigen middelen 18.4.3 Aangroei van de eigen middelen 18.4.4 Verrekening 18.4.5 Formaliteiten 18.4.6 Aangifte
569 569 569 570 570 570 570 571 572 572 572
19 Vak XIX: bezoldigingen van meewerkende echtgenoten 19.1 Algemeen 19.2 Voorwaarden en beperkingen 19.3 Fiscale gevolgen van toekenning bezoldiging meewerkinkomen 19.3.1 Bij de geholpen echtgenoot 19.3.2 Bij de meewerkende echtgenoot 19.4 Tarief 19.5 Aangifte
573 573 573 574 574 574 575 575
20 Vak XX: winst en baten van een vorige beroepswerkzaamheid 20.1 Algemeen 20.2 Stopzettingsmeerwaarden 20.2.1 Principe 20.2.2 Belastbaar bedrag van de stopzettingsmeerwaarde 20.2.3 Belastbaar regime van de stopzettingsmeerwaarden A Algemene regel: 16,5 % B Uitzonderingen 20.2.4 Voortzettingsstelsel A Principe B Omstandigheden waarin de stopzetting moet gebeuren C Facultatief karakter van het voortzettingsstelsel D Gevolgen bij het afstand doen van het voortzettingsstelsel E Gevolgen bij de toepassing van het voortzettingsstelsel
576 576 576 576 577 578 578 578 579 579 579 580 580 580
23
Inhoudstafel
20.2.5 Inbreng in een vennootschap A Principe B Facultatief karakter van de vrijstelling C Gevolgen bij verzaking aan de vrijstelling D Gevolgen bij optie voor de vrijstelling 20.2.6 Inbreng in een landbouwvennootschap 20.2.7 Aangifte 20.3 Voorheen afgetrokken kosten van vervreemding 20.4 Premies en vergoedingen 20.5 Winst en baten verkregen of vastgesteld na de stopzetting 20.5.1 Principe 20.5.2 Belastbaar tijdstip 20.5.3 Belastbaar regime 20.5.4 Aangifte 20.6 Vergoedingen van alle aard die na de stopzetting zijn verkregen 20.6.1 Principe 20.6.2 Belastbaar tijdstip 20.6.3 Belastbaar regime 20.6.4 Aangifte 20.7 Beroepskosten gedaan of gedragen na de stopzetting (code 1696-50/2696-20 en 1697-49/2697-19) 20.7.1 Principe 20.7.2 Kosten van vervreemding van activa (code 1696-50/2696-20) 20.7.3 Andere beroepskosten (code 1697-49/2697-19) 20.8 Oefeningen
582 582 582 582 583 583 583 583 585 585 585 585 586 586 586 586 586 587 587 587 587 588 588 589
21 Vak XXI: eerste vestiging als zelfstandige
591
22 Vak XXII: verrekenbare woonstaatheffing 22.1 Doel van de Europese Spaarrichtlijn 22.2 Toepassingsgebied van de Europese Spaarrichtlijn 22.3 Geviseerde rente-inkomsten 22.4 Informatie-uitwisseling 22.5 Woonstaatheffing 22.6 Schuldenaar van de woonstaatheffing 22.7 Tarief van de woonstaatheffing 22.8 Belastbare grondslag voor de woonstaatheffing 22.9 Gevolgen voor de Belgische belegger
593 593 593 594 594 595 595 595 596 596
23 Addenda 23.1 Belastingkrediet voor lage activiteitsinkomens 23.1.1 Doel 23.1.2 Toepassingsgebied 23.1.3 Kwantitatieve beperkingen 23.1.4 Berekening belastingkrediet 23.2 Belastingkrediet voor werknemers/bedrijfsleiders in dienstverband 23.2.1 Doel en toepassingsgebied 23.2.2 Bedrag van het belastingkrediet
598 598 598 598 599 600 602 602 602
24 Globale oefeningen
603
24
Inhoudstafel
Bijlagen 611 1 Geïndexeerde bedragen inzake inkomstenbelastingen voor het aanslagjaar 2012 611 2 Loonfiche 281.10 van aanslagjaar 2012, inkomsten 2011 617 3 Voorbereiding van de aangifte (aanslagjaar 2012) 619