Het volledige programma kunt u downloaden op: http://www.s-p-a.be/media/uploads/files/programma14.pdf
1 UW INKOMEN VERZEKEREN Iedereen die dat kan, moet met werken niet alleen zijn brood verdienen, maar ook in alle vrijheid een goed leven kunnen uitbouwen. Daarom begeleiden we wie dat nodig heeft intensief naar werk en creëren we extra jobs, vooral voor jongeren, 50-plussers en laaggeschoolden. Jobs die de rekeningen betalen en meer. Daarom pleiten we voor een Europees minimumloon en sterke Europese sociale bescherming. Zo stoppen we de neerwaartse loonspiraal die oneerlijke concurrentie teweegbrengt en creëren we welvaart die sociaal is. U verdient immers beter dan een minijob van 500 euro per maand. We zorgen er intussen ook voor dat u op het eind van de maand meer overhoudt, door de prijzen voor basisgoederen en -diensten onder controle te houden. En op het einde van de rit – na 42 jaar werken – moet u ook een pensioen overhouden waarmee u net zo comfortabel kunt leven. Investeren in werk is mensen sterker maken. Hoe meer mensen aan het werk zijn en voor zichzelf én onze gezamenlijke vooruitgang kunnen zorgen, hoe sterker onze sociale welvaart. Daarom maken we eerst en vooral werk van meer en betere jobs. Met gerichte loonlastenverlagingen zorgen we ervoor dat meer mensen aan het werk kunnen en stimuleren we ondernemers. Geen loonlastenverlaging die voor iedereen hetzelfde is, want die breng tniet het meeste jobs op. We maken de loonlasten goedkoper voor wie werk creëert en voor wie die jobs het meest nodig heeft: kortgeschoolden, ouderen en jongeren. 2
De federale regering heeft de loonlasten voor een kortgeschoolde min-dertiger al verlaagd met 1.000 euro per maand. We behouden dat. De volgende uitdaging is werkgevers helpen jobs te creëren. Daarom voeren we de werkcheque in, die laaggeschoolde jongeren aan een job helpt. Gedaan met papierwerk: per uur dat een jongere bij u aan de slag kan, gebruikt u één werkcheque – gesteld dat u iemand minstens half- en maximaal fulltime in dienst neemt. Zo creëren we jobs zonder te vervallen in mini-, flexijobs, laagbetaalde arbeid die ons en onze buurlanden in een neerwaartse loonspiraal zou brengen. Uw job moet op het eind van de maand de rekeningen betalen, en meer. Om die reden blijven we ook de index behouden en verdedigen. Als het leven duurder wordt, moeten de lonen, pensioenen en uitkeringen mee stijgen. Dat is een kwestie van respect voor wie aan het werk is of gewerkt heeft, en zo vermijden we een verlies aan koopkracht. Dat zou ook nog eens een negatief effect hebben op de economie. Daar bovenop laten we om de twee jaar de lage en gemiddelde lonen automatisch extra stijgen met een belastingvermindering. Die werkbonus zorgt voor meer gelijkheid en meer koopkracht.
Iedereen moet een menswaardig leven kunnen leiden. Wie niet kán werken, vangen we dus solidair op. Wie even zonder werk zit, begeleiden we naar werk. We beperken werkloosheid in de tijd, niet de werkloosheidsuitkering. We begeleiden mensen intensief naar werk. Wie niet meewerkt, of meermaals weigert in te gaan op een goed aanbod, verliest het recht op een uitkering. Niet zomaar als gevolg van het verstrijken van de tijd, want dan is er geen enkele garantie dat er echt naar werk wordt gezocht. Andere partijen willen de werkloosheidsuitkering beperken in de tijd: wij willen dat iedereen recht heeft op een deftige uitkering en op begeleiding. Dat is rechtvaardig: een werkloosheidsuitkering is een verzekering waar u als werkende aan hebt bijgedragen en die u opvangt als u even zonder werk zit. Dat pakken we u niet zomaar af. Om ook wie het moeilijker heeft, het recht op werk te geven, creëren we bijkomende jobs in de sociale economie. We blijven deze bedrijven ondersteunen, voor een goede begeleiding op de werkvloer. Mensen met een leefloon sanctioneren we niet door hen klusjes te laten doen, maar begeleiden we intensief naar werk, een opleiding, vrijwilligerswerk of zorg. We houden rekening met uw situatie. We trekken alle sociale uitkeringen en het leefloon op naar de armoedegrens en maken ze welvaartsvast. Daarbij houden we ook rekening met de complexiteit van uw gezin, dus bijvoorbeeld of u alleenstaand bent of samenwoont, en of u aan co-ouderschap doet. VDAB, OCMW’s en andere welzijnsdiensten moeten daarbij beter samenwerken, om u te begeleiden naargelang wat u nodig heeft op elk moment. Mensen in armoede moeten één contactpersoon hebben voor alle vormen van dienstverlening, zodat ze niet zelf hun weg moeten zoeken in de administratie, laat staan de wetgeving. Europese samenwerking moet werk en sociale bescherming voor iederéén verzekeren, en de lat voor iedereen gelijk leggen. Dat betekent dat we in de eerste plaats misbruik van ons systeem tegengaan, maar ook dat we voor een Europese sociale bescherming pleiten. Elke Europeaan die werkt moet met zijn loon kunnen rondkomen. Er moet met andere woorden een voldoende hoog Europees minimumloon bestaan: minstens 60 procent van het mediaaninkomen van de lidstaat. Op lange termijn moet dat inkomen gelijk zijn in alle lidstaten. Het gebrek aan zo’n Europees minimumloon leidt nu tot oneerlijke concurrentie binnen de EU, tot mini- en flexijobs en tot een onrechtvaardig grote ongelijkheid tussen bijvoorbeeld Luxemburgers en Roemenen met een minimumloon. Een Europees minimumloon is de voorwaarde voor sociale rechtvaardigheid en sociale bescherming en creëert eerlijke concurrentie. 3
We voorzien zo veel middelen als nodig om elke Europese jongere binnen de 4 maanden na zijn of haar studie een eerste werkervaring te bieden. Als we in Europa banken kunnen redden met 1.600 miljard euro, kunnen we ook investeren in de toekomst van onze jeugd. Een krachtdadige Europese aanpak van de jeugdwerkloosheid die focust op de eerste werkervaring is prioritair om onze jeugd van de werkloosheid te redden en een toekomst te geven. Met gelijk werk aan gelijke voorwaarden gaan we sociale dumping tegen. Wij zijn voorstander van het vrije verkeer van personen en diensten, maar dat mag geen excuus zijn om hier mensen tewerk te stellen aan een te laag loon, in slechte arbeidsomstandigheden en zonder degelijke sociale bescherming. Dat leidt niet alleen tot een systeem van werkende armen, maar ook tot oneerlijke concurrentie met bedrijven die wél de spelregels volgen. Iedereen is dus welkom om hier te komen werken, maar wel aan dezelfde loon- en arbeidsvoorwaarden als alle andere werknemers. We organiseren betere opsporing, waarbij de werkzaamheden sneller gestaakt worden bij inbreuken, we verhogen de pakkans en we bestraffen sociale dumping strenger. Opdrachtgevers en aannemers moeten we veel sneller strafrechtelijk aansprakelijk stellen in geval van zware inbreuken tegen arbeidsveiligheid, arbeidsomstandigheden en slechte huisvesting van gedetacheerde werknemers. En A1attesten – die moeten bewijzen dat een gedetacheerde onder een buitenlands systeem van sociale zekerheid valt – moeten inspectiediensten naast zich neer kunnen leggen, als blijkt dat die attesten vervalst zijn.
Hoe meer mensen werken, hoe beter we samen kunnen garanderen dat iedereen een comfortabele oude dag heeft. Wie werkt en wie niet kán werken, wie veel en wie weinig verdient. Dat betekent ook dat we onze pensioenen samen bijeen sparen en dat we ons pensioenstelsel verbeteren. Iedereen moet dan ook de kans krijgen tijdens zijn loopbaan een volledig pensioen op te bouwen. Daarom maken we ieders loopbaan even lang: 42 jaar. Voor ons telt het aantal kilometers op de teller, niet uw leeftijd of diploma. Uw loopbaan start op het moment dat u de schoolbanken verlaat en naar werk begint te zoeken. 42 jaar later hebt u door te werken een volwaardig pensioen opgebouwd. Dat is voor iedereen gelijk. Waarom 42 jaar? Omdat dat met de huidige levensverwachting, iedereen een volwaardig pensioen garandeert. Zorgt u intussen een tijd voor de kinderen of een familielid, verliest u tijdelijk uw job, of wordt u ziek of geconfronteerd met een handicap, dan zijn we solidair en loopt de teller gewoon door. Werkt u langer dan 42 jaar? Dan wordt u daarvoor extra beloond. Aan de eerste pensioenpijler – het wettelijk pensioen – bouwen we volledig solidair: met bijdragen van alle werknemers en werkgevers. Iedereen die werkt, actief op zoek is naar werk of niet kan werken wegens ziekte of een handicap, kan in de eerste pijler een volwaardig pensioen opbouwen. De inkomensgarantie voor ouderen zorgt ervoor dat niemand onder de armoedegrens terechtkomt. Bovendien krijgt iedereen die werkt, toegang tot de tweede pensioenpijler: een aanvullend pensioen via de werkgever. Elke job moet de rekeningen betalen, en meer. Daarom moet elke job een volwaardig inkomen garanderen, en gaan we tegelijk te hoge prijzen tegen. Niet alles laten we zomaar aan de markt over, met soms dure monopolies tot gevolg. Waar nodig grijpen we in om de markt beter te laten werken. Iedereen moet toegang hebben tot diensten en producten die belangrijk zijn om goed te leven. Voorbeelden daarvan zijn voedsel, energie, verwarming en telecommunicatie. De facturen van die basisgoederen mogen niet de pan uit swingen, dus we zorgen ervoor dat ze niet duurder zijn dan in onze buurlanden. We doen dat via het recent hervormde prijzenobservatorium. Dat principe leggen we vast in een wet. De markt moet voor de mensen werken, niet omgekeerd. 4
Het kopen van een woning is een van de belangrijkste aankopen uit uw leven, maar het is vaak niet duidelijk welke tarieven worden toegepast en hoe u de beste keuze kan maken. Daarom passen we de regels rond het hypothecair krediet aan, zodat u beter beschermd wordt. Tarieven en kosten van woningleningen moeten ook duidelijker te raadplegen en eenvoudiger zijn. Zo kunt u beter vergelijken.” Ook bij verzekeringen laten we de markt beter spelen. We maken overstappen makkelijker. Net zoals bij energie en telecom, voorzien we ook voor verzekeringen tariefsimulatoren en vergelijkingsmodules. Zo kunt u makkelijker de beste keuze maken.
5
2 DE ECONOMIE MOET DRAAIEN VOOR U Hoe zorgen we ervoor dat die jobs er komen? Door samen zuurstof te geven aan onze economie, en de economie weer voor uw welvaart te laten werken, in plaats van omgekeerd. Dat betekent ook dat we aan nieuwe, veilige investerings- en spaarvormen werken. Ook daar maakt samenwerken het verschil. We hervormen de fiscaliteit. Het doel is jobs creëren, ondernemers stimuleren en vooral degenen die het moeilijkst aan werk geraken een eind op weg helpen. Een rechtvaardige fiscale hervorming beloont werken, dus verlagen we gericht de loonlasten. Om dat mogelijk te maken, vragen we een eerlijke bijdrage van wie veel verdient, maar niet werkt. Dus belasten we winsten uit grote vermogens en speculatie. Die dragen immers vandaag niet bij. Tegelijk gaan we fraude tegen, want dat ondermijnt het hele systeem. Zo betalen we dus extra jobs. Iedereen moet effectief belastingen betalen en eerlijk zijn bijdrage doen. Ook diegenen die nu nog ontsnappen, ontwijken of ontduiken, en niet of amper bijdragen. De opbrengst investeren we in jobs via gerichte loonlastenverlagingen voor jongeren, en mensen met een bescheiden inkomen en 50-plussers. We maken het fiscaal systeem duidelijker, eenvoudiger en transparanter. In eerste instantie door de fiscus zelf de belastingbrief te laten invullen. Ten tweede door het belastingstelsel stap voor stap minder complex te maken. De loonlasten verlagen voor bepaalde groepen, is ook een manier om de opbouw en groei van uw onderneming te stimuleren. Zo helpen we immers werkgevers aan betaalbaar personeel. Ook een wettelijk kader voor coöperaties en een overheid die investeert in innovatie versterken ondernemers en al wie creatief wil bezig zijn. Daar bovenop beschermen we ondernemers net zo goed als werknemers, met een volwaardig sociaal statuut – zelfs al tijdens hun studies. Een gerichte loonlastenverlaging zorgt ervoor dat elke laaggeschoolde werknemer u als werkgever 1.000 euro per maand minder kost. Op die manier creëren we meer werk, wordt onze industrie weer competitiever, en doen we niet aan sociale afbraak. Sociaal-economisch bestaat immers uit twee woorden. Een sterk sociaal statuut voor zelfstandigen bevat een hoger wettelijk pensioen, recht op kinderopvang, en een automatisch vervangingsinkomen vanaf de eerste dag ziek zijn. We geven u bovendien nog een kans als het verkeerd afloopt. Dat doen we met een faillissementsverzekering, een echte tweede kans voor gefailleerde ondernemers en een stopzettingsvergoeding. Zo nemen we de grootste risico’s van ondernemen weg. Met een officieel statuut voor student-ondernemers kunt u al van op de schoolbanken een eigen onderneming starten, zonder attest bedrijfsbeheer. Dat op voorwaarde dat u dit diploma binnen de drie jaar haalt, u zich intensief laat begeleiden door een coach, en uw studievoortgang niet bedreigd wordt. Zo leggen we de lat gelijk voor student-werknemers en student-ondernemers. Zeker voor jonge starters maakt samen ondernemen het verschil. Een wettelijk kader voor coöperatieve vennootschappen zorgt voor een volwaardige erkenning en voorkomt misbruik. Coöperatief ondernemen is nu een blinde vlek in het onderwijs, in de juridische sector en in startersgidsen voor ondernemers. Daarom nemen we coöperatief ondernemen op in de leerplannen economie van het secundair onderwijs. We besteden ook meer aandacht aan de juiste technische kennis, en er moet een MBA-opleiding komen rond coöperatief ondernemen.
6
We investeren in duurzame groei door innovatie. De economische toekomst van ons land ligt in knowhow en in eigen vernieuwende producten. Zo scheppen we kwaliteitsvolle banen vandaag, en vooral ook in de toekomst. o Daarvoor is meer onderzoek en innovatie nodig, ook in kleine bedrijven. We verbeteren de kennisdoorstroming tussen hoger onderwijs en bedrijven. Dat doen we met meer Baekeland-mandaten, die onderzoekers de kans bieden een doctoraat uit te werken in nauwe samenwerking met het bedrijfsleven. En ook met meer innovatiewerkers en een innovatiekenniscentrum. o Het budget voor innovatie moet in 2020 3% van het BBP bedragen. o We verhogen de basisfinanciering voor het hoger onderwijs. Enkel zo garanderen we dat ons hoger onderwijs bij de beste ter wereld blijft. Nu staat het onderwijsniveau onder druk, door de onderzoeksdruk op professoren en een te klein aantal docenten. Dat lossen we op door te investeren in onderwijs, en dus in onze kenniseconomie. o We versterken de link tussen hoger onderwijs en arbeidsmarkt. We laten jonge onderzoekers stage lopen tijdens hun doctoraat, en maken promotoren mee verantwoordelijk voor hun carrière na de universiteit.
Zoals de economie in de eerste plaats moet draaien voor u, moet ook uw bank er in de eerste plaats voor zorgen dat uw spaargeld veilig is. Onder druk van sp.a, hebben we met de Belgische bankenwet belangrijke stappen gezet om de speculatie en buitensporige bonussen in de bankenwereld aan te pakken. Met de bankenwet beschermen we uw spaargeld beter. De volgende grote stap is een fundamenteel nieuw bankenmodel, met hoge kapitaalbuffers en sterke consumenten en toezichthouders. Een duurzaam systeem, waarbij banken opnieuw doen wat ze moeten doen: spaargeld veilig beheren en zuurstof geven aan de economie. Zo krijgen ook de kleine en alternatieve spelers de kansen die ze verdienen en zo beschermen we uw spaargeld voor 100%. We verhogen het kapitaal van banken in functie van het risico dat ze lopen. Een van de redenen van de voorbije crisis was dat banken, via alle soorten boekhoudkundige regels, hun kapitaal laag konden houden. Te laag. Voor elke 100 euro uitgeleend geld hadden banken slechts drie euro aan eigen vermogen in huis. Het verhogen van kapitaal is dus van groot belang om banken robuuster te maken. Systemische grootbanken moeten, net zoals in Zwitserland, extra kapitaal aanhouden. De nieuwe regels moeten veel transparanter zijn, zodat we misbruik voorkomen. sp.a ijvert er dan ook voor om Europees verder te gaan dan de afspraken die gemaakt zijn in Basel III/CRD IV (de nieuwe internationale bankenregels inzake kapitaalbuffers en liquiditeit). We maken de financiële sector volledig transparant, door belastingontduiking en belastingparadijzen aan te pakken. Dankzij de nieuwe bankenwet kunnen banken hun licentie verliezen, als ze hun klanten bijstaan bij belastingontduiking. sp.a trekt de lijn door. De financiële sector moet haar transacties met belastingparadijzen stopzetten, op straffe van sancties zoals het intrekken van de banklicentie. We verhogen onze greep op schadelijke bankproducten. Nationale toezichthouders moeten in beroep kunnen gaan wanneer mogelijk schadelijke producten worden verkocht onder bescherming van een Europees paspoort. Om de verantwoordelijkheid van de nationale toezichthouder te vergroten, moeten deze producten voor 30% in het eigen land worden aangeboden. Indien ons land toch ‘besmet’ zou worden met vervuilende producten die nationaal geen licentie hebben, moeten we sancties kunnen toepassen.
7
3 UW GEZIN RUIMTE GEVEN OM TE GROEIEN Voor ons staan uw kinderen centraal. We maken plaats voor hun talent, hun latere plannen, hun dromen. Zodat ze hun eigen ding kunnen doen. Kinderen hebben het recht om zich volop te ontplooien, gezinnen het recht om hun kinderen een goed leven te geven. Wat ook hun achtergrond is, waar ze ook goed in zijn. Daarvoor zijn nieuwe oplossingen nodig, om de draagkracht en welvaart van élk gezin te versterken – ook als u alleenstaande ouder bent. Goed onderwijs is het belangrijkste middel om een toekomst voor elk talent te garanderen. Ons onderwijssysteem is daartoe ook in staat, mits een hervorming die het doeltreffender en rechtvaardiger maakt. We voeren in de eerste plaats de hervorming in het secundair onderwijs uit. Leerlingen moeten nu te snel kiezen voor een richting, zonder voldoende informatie. Te weinig leerlingen kiezen voor technische richtingen, omdat die een negatief imago hebben. De bedrijfswereld kampt daardoor met een tekort aan technisch geschoolde werknemers. Daarom voorzien we al technische vakken in de lagere school, en waarderen we technische richtingen in het middelbaar op. Dat doen we onder meer via stages die leerlingen sneller aan werk helpen. Een loodgieter is immers evenveel waard als een bankier. Met een brede eerste graad zorgen we er verder voor dat ieder kind op tijd ontdekt waar zijn echte talenten liggen. Zo waarderen we élke richting en élk talent op, in plaats van iedereen in hetzelfde keurslijf te dwingen en af te wachten wie daar als winnaar – en verliezer – uit komt. We investeren nog meer in topleerkrachten. Dat doen we door: o Te investeren in professionalisering op maat van leraren. Opleidingen en vormingen spelen in op nieuwe maatschappelijke en pedagogische evoluties. Het ontwikkelen en op punt houden van competenties is belangrijk tijdens de hele loopbaan. o Te werken aan een hedendaagse taakinvulling. We drukken de onderwijsopdracht van leraren uit in een jaaropdracht in plaats van een lesurenopdracht. In een jaaropdracht integreren we lesuren, opleidingsuren, vakgroepwerking, tijd voor opvolging van leerlingen, lesvoorbereidingen en verbeterwerk. We houden ons onderwijs betaalbaar voor iedereen. We voeren de maximumfactuur in voor alle graden in het secundair onderwijs. Daarvoor schaffen we de federale schoolpremie af en vereenvoudigen we de kinderbijslagregeling. We verhogen ook het bedrag van de schooltoelage voor de laagste inkomens. Hierdoor blijft onderwijs ook voor eenoudergezinnen betaalbaar. Ook de democratisering van het hoger onderwijs is een blijvende uitdaging. Het is nog onvoldoende een afspiegeling van de huidige maatschappij. Het inschrijvingsgeld mag daarom niet verhoogd worden, want dat zal tot gevolg hebben dat de sociaal meest kwetsbare jongeren noodgedwongen afhaken, wat wat de kracht van het onderwijs om sociale mobiliteit te stimuleren onderuit haalt. Al in het secundair onderwijs willen we jongeren zo goed mogelijk informeren en oriënteren. Studenten uit kwetsbare groepen moeten gericht studieadvies en studiebegeleiding krijgen, zodat zij snel op de juiste weg zitten. We investeren samen in alles wat de toekomst van uw kinderen bepaalt, in elke fase van hun leven. Beleid moet veel doeltreffender op het kind gericht zijn. Daarom zorgen we voor een rechtvaardigere kinderbijslag en doen we er alles aan om kinderarmoede voorgoed de wereld uit te helpen. We zorgen voor de ruimte en ondersteuning die elk gezin nodig heeft. Met één minister van het Kind, die een omvattend en doorgedreven kindbeleid voert op Vlaams niveau. Alle bevoegdheden van deze minister staan in functie van de opvoeding, de ontwikkeling en het welzijn van het kind. 8
We maken de kinderbijslag socialer en rechtvaardiger: 130 euro voor elk kind, want elk kind is gelijk. Daar bovenop komt een stevige sociale toeslag voor wie het nodig heeft: alle gezinnen met een bescheiden inkomen van minder dan 2500 euro. Deze toeslag is progressief: grote gezinnen met een bescheiden inkomen krijgen meer. We garanderen het recht op kinderopvang. Binnen de drie maanden na de aanvraag, moet elke ouder een plek voor zijn of haar kind vinden. We creëren vooral meer plaatsen door extra middelen te voorzien waar ze nodig zijn, en administratieve rompslomp te vermijden. We registreren nauwkeurig waar precies welke nood bestaat. We zorgen ervoor dat verschillende gezinsvormen net zo veel mogelijkheden hebben, ook als ze ‘nieuw’ zijn of anders dan vroeger de norm was. Vandaag is die gelijke toebedeling helaas de uitzondering: we werken die ongelijkheden weg. In het geval van co-ouderschap moeten beide ouders kunnen genieten van de grote en kleine hulpmiddelen bij het opvoeden van kinderen. Bijvoorbeeld van een korting op (school)abonnementen, op de huur van een sociale woning, op een grabbelpas voor jeugdactiviteiten of op een bibliotheekkaart. Geen enkel kind mag achterblijven. Armoede bij de ouders is vaak een drempel voor de rest van het leven van hun kinderen. Dat hoeft niet zo te zijn. De strijd tegen kinderarmoede moet een absolute prioriteit zijn van de volgende Vlaamse regering. o Ze moet specifiek daarvoor minstens 1 procent van haar totale budget uittrekken: nu zou dat ongeveer 300 miljoen euro zijn. Dit budget dient ervoor om kinderen in armoede alle mogelijke ondersteuning te geven, zodat ze uit de armoedespiraal kunnen breken. Deze middelen komen dus bovenop de middelen voor onderwijs, kinderopvang, kinderbijslag en gezinsondersteuning. o Ook de sociale toeslag bovenop de kinderbijslag is een hulp. Eenoudergezinnen, die het vaak moeilijker hebben, gaan hierdoor sneller vooruit. Bovendien verhogen we de sociale toeslag en laten we die toenemen met het aantal kinderen: 50 euro voor een eerste kind, 70 euro voor een tweede, en 90 euro per kind vanaf het derde. De sociale toeslag stellen we ook open voor werkende gezinnen.
9
4 DE RUIMTE HEBBEN OM COMFORTABEL TE LEVEN Een aangename buurt maken we samen. Door samen te werken aan kwaliteitsvolle woningen en betaalbare energie voor iedereen, een gezonde leefomgeving nu en later, en een plek voor al wat u nodig heeft om uw doelen te bereiken. Ruimte voor werk dus, voor betaalbaar leven, voor sociale welvaart. De ruimte om te geraken waar we willen, zonder daar altijd de auto voor te moeten gebruiken. En een veilige straat, die uitnodigt tot sociaal contact. Samen garanderen we iedereen een betaalbaar huis. De zekerheid van betaalbaar, kwaliteitsvol wonen is een recht. Of u nu huurt of kunt kopen, minder of meer verdient. Dat laten we niet zomaar van de markt afhangen. Zo wordt tussenbeide gekomen in de huur of afbetaling van uw huis als u uw job verliest. En om jonge mensen en gezinnen de kans te geven een woning te kunnen kopen, verlagen we de registratierechten die u aan de notaris betaalt voor uw eerste woning. Bovendien bouwen en renoveren we volop extra huur- en sociale woningen. We bouwen meer betaalbare en degelijke woningen. We doen dat door de groei van sociale woningen door te zetten, en door betaalbare huurwoningen te creëren in samenwerking tussen overheid en privésector. Samen maken we eigenaars zeker van hun inkomsten, en u zeker van uw woning. De verzekering gewaarborgd wonen komt tussenbeide om uw lening verder af te betalen bij inkomensverlies. Het huurgarantiefonds doet hetzelfde voor huurders en garandeert zo ook de inkomsten van de verhuurder. Het huurwaarborgfonds int de huurwaarborg en doet dat ook in schijven. En we creëren voor wie dat nodig heeft de zekerheid op een aangepaste woning. De kwaliteit van de Vlaamse woningen moet omhoog. We renoveren sociale woningen, en met het actieplan private huurmarkt doen we hetzelfde voor huurwoningen. Iedereen heeft ook recht op energie. Ook toekomstige generaties. Kernenergie is daarom voor ons geen oplossing, want daarmee zadelen we onze kleinkinderen juist op met een gevaarlijk afvalprobleem. Wij gaan voor 100% hernieuwbare wind-, water- en zonne-energie, die het milieu niet belast. Een nieuw energiemodel, dat voor iedereen betaalbare stroom garandeert. We maken uw energiefactuur betaalbaar én groen. In de eerste plaats door dak- en andere isolatie voor iedereen betaalbaar te maken. Want met isolatie verbruikt u minder voor verwarming, wat u minder kost én ook nog eens beter is voor het milieu. We laten de energiefactuur niet verder stijgen. We bevriezen de distributienettarieven tot 2019 en plafonneren de federale bijdrage op het huidige niveau. Ook de waterfactuur houden we onder controle met één tarief voor heel Vlaanderen. Uw huis isoleren is een win-win voor de samenleving, het milieu en uw portemonnee. Energiebesparing maken we daarom toegankelijk voor iedereen. Dat doen we: o Met een derdebetalersysteem waarbij de distributienetbeheerder de investeringskosten renteloos voorschiet. o Met één loket voor alle energiepremies. o Door eigenaars van huurwoningen te verplichten om verregaand te isoleren. o Door wie een energiezuinige woning verhuurt, te belonen, via een korting op de belasting op huurinkomst. De kwaliteit van onze ruimte bepaalt hoe we samenleven. Een gezonde en veilige leefomgeving waarin plaats is om te werken, betaalbaar te wonen, te ontspannen en te bewegen, kunnen we alleen samen opbouwen. Ruimtelijke ordening is niet vrijblijvend. We organiseren onze publiek ruimte zo dat iedereen er zijn weg in vindt. sp.a kiest er daarom voor bedrijvigheid op bereikbare 10
plaatsen te organiseren, om meer mensen aan het werk te krijgen. Facturen drukken we door woningen te bouwen op plaatsen die makkelijk voorzien kunnen worden van energie en zuiver water, en die op evidente manier ontsloten kunnen worden met het openbaar vervoer. Dat betekent ook dat we de gebrekkige doelmatigheid van het ruimtelijk beleid in Vlaanderen bijsturen, door investerings- en bouwprojecten sneller te laten verlopen. Voor een effectief klimaatbeleid en om de Europese milieurichtlijnen om te zetten in de praktijk, moeten overheden beter samenwerken. We creëren ook 100% hernieuwbare energie, sluiten de kerncentrales en maken onze mobiliteit groener. Mobiliteit delen betekent dat iedereen sneller vooruit komt. Ook in het weekend, ’s avonds en ’s nachts, moeten openbaar vervoersmaatschappijen een aantrekkelijk aanbod bieden. We zetten daarom in op meer en beter openbaar vervoer – trein, tram en bus – maar ook op gedeelde auto’s en fietsen. Met één enkele transportkaart, waar voor iedereen een basisbedrag opstaat, kunt u voor al deze verschillende vervoersmiddelen betalen. Hoe meer we ons vervoer delen, hoe beter voor het milieu én hoe minder we in de file staan. En als al die vervoersbedrijven beter samenwerken, hoeft u bovendien nooit uw aansluiting te missen. We investeren bovendien in duurzame, groene mobiliteit met onder meer elektrische auto’s en extra fietspaden. Een veilige omgeving is een prioriteit. Geweldmisdrijven, al dan niet familiaal, en woninginbraken pakken we aan met een betere samenwerking tussen politie, Justitie en hulpverlening, opvang- en vertrouwenscentra. Het gerecht maken we efficiënter, met minder procedurefouten. En de strafuitvoering maken we effectiever: gevangenisstraffen moeten uitgevoerd worden, geldboetes geïnd. Tegelijk maken we de strafuitvoering menselijker: vanaf de straftoemeting begint een nieuwe periode, waarin de terugkeer in de samenleving actief moet worden voorbereid. Het aantal verkeersslachtoffers krijgen we naar beneden door meer ruimte te voorzien voor fietsers en volop in te zetten op autoluwe woonwijken.
11
5 SOLIDAIRE ZORG: HET GOED HEBBEN, NU EN LATER Voor uw gezondheid en welzijn zorgen we samen. Ons land geniet van een vooruitstrevende, maar nog veel te versnipperde gezondheidszorg. U moet daar beter uw weg in kunnen vinden. Als ziekenhuizen samenwerken en we de gezondheidszorg volledig solidair maken, wordt zorg toegankelijker. U krijgt meer terugbetaald en dure aanvullende verzekeringen worden daardoor overbodig. Ook ziektepreventie, geestelijke gezondheidszorg en langdurige zorg maken we voor iedereen toegankelijk. Want iederéén heeft recht op een welvarend en gezond leven. Goede gezondheidszorg is geen luxe en moet voor iedereen toegankelijk en dus solidair gedragen zijn. We versterken de verplichte verzekering, zodat die ook volledig dekkend wordt voor iedereen. Zo kunnen we ook uw bril, beugel of tandprothese terugbetalen. Supplementen halen we uit de gezondheidszorg. Daarmee maken we aanvullende hospitalisatieverzekeringen overbodig. sp.a kiest resoluut voor een volledig solidair gefinancierde gezondheidszorg, waaraan iedereen bijdraagt. De middelen ervan beheren we publiek. Zo voorkomen we uitsluiting en houden we een gezond leven voor iedereen betaalbaar. Private aanvullende verzekeringen zijn niet solidair. Ze ondergraven de toegankelijkheid en betaalbaarheid van onze zorg en werken niet zoals het moet. Dus maken we ze overbodig. Zinvolle kosten die vandaag buiten de verplichte verzekering vallen, maar vaak gelukkig terugbetaling vinden in de sociale aanvullende verzekering, nemen we stap voor stap in de verplichte verzekering op. We denken hierbij onder meer aan tandzorg, visuele en auditieve hulpmiddelen, psychotherapie en patiëntenvervoer. Het bedrag dat u zelf nog moet betalen aan zorg doen we drastisch dalen. We maken komaf met de supplementen en het winststreven in de gezondheidszorg. En ook brilglazen, tandzorg, geestelijke gezondheidszorg en hoorapparaten betalen we terug. We drukken verder de prijs van geneesmiddelen en medische hulpmiddelen en implantaten. En we zorgen ervoor dat u op elk moment terecht kan bij een arts die zich aan de terugbetalingstarieven houdt. Bij een arts of andere zorgverstrekker betaalt u voortaan net als bij de apotheker enkel het remgeld, dankzij de automatische derdebetalersregeling. De zorgverstrekker rekent zijn ereloon rechtstreeks af met uw mutualiteit. Zo hoeft u dit bedrag niet langer voor te schieten. Om de weg tot de juiste zorg duidelijker, goedkoper en sneller te maken, moeten we onze gezondheidszorg efficiënter organiseren. Vooral een betere samenwerking tussen artsen en ziekenhuizen, waarbij ziekenhuizen zich specialiseren, maken dat u de juiste zorg op de juiste plaats krijgt. Een ziekenhuis is geen markt. We gaan overconsumptie, winstbejag en uit de pan rijzende facturen tegen. Ziekenhuizen financieren we ‘all-in’, daarin zetten we de patiënt en zijn zorgnood centraal. Onnodige en soms zelfs schadelijke zorg mag niet langer opbrengen. Kwaliteitsvolle zorg die mensen langer gezond houdt, belonen we meer. Iedereen moet de huisarts en andere actoren in de eerstelijnshulp kunnen betalen. Daarom betaalt u daar enkel nog het remgeld. De toegang tot de tweede lijn, specialisten, moet in de eerste plaats gebeuren met een doorverwijzing vanuit de eerste lijn, om de zorg efficiënter te maken. We hertekenen het ziekenhuislandschap, zodat u kan rekenen op nog betere én goedkopere zorg, op de juiste plek. Niet elk ziekenhuis moet elke behandeling aanbieden. Voor een ernstig gezondheidsprobleem wordt u behandeld in een gespecialiseerd ziekenhuis, zo krijgt u zorg van wereldklasse. Zodra het mogelijk is, wordt u verder verzorgd in een 12
ziekenhuis of revalidatie-instelling in uw buurt. Daar kan u ook terecht voor courante ingrepen. Tot slot garandeert een goede thuiszorg dat u zo snel mogelijk kan herstellen in uw vertrouwde omgeving. Want specialisatie zorgt voor expertise, en efficiëntie en betere samenwerking doen de factuur dalen. Elke vorm van gezondheidszorg moet voor iedereen, zonder taboe of financiële drempel, toegankelijk zijn. Ziektepreventie in de eerste plaats, en ook geestelijke gezondheidszorg en langdurige zorg voor wie het nodig heeft. Ervoor zorgen dat u gezond blijft is een taak van ons allemaal. Daarom investeren we meer in ziektepreventie. Met de juiste sensibilisering kunnen we al veel chronische aandoeningen voorkomen. Bijvoorbeeld met gezonde voeding en beweging. Via de overheid zorgen we voor preventieve onderzoeken en vaccinaties voor iedereen. Ook psychotherapie moet terugbetaald worden via de wettelijke ziekteverzekering. Wie daar nood aan heeft moet een beroep kunnen doen op een eerstelijnspsycholoog, via school, huisarts of jeugdzorg. Het zwaartepunt van de behandeling van psychische aandoeningen moet bij de sociale omgeving en thuiscontext liggen. Centraal hierin staat een kwaliteitsvoller leven voor de patiënt, met minder en kortere ziekenhuisopnames. In de strijd tegen problematisch middelengebruik moet de bijstand aan verslaafden meer omvatten dan de ontwenningsbehandeling. We voorzien een langdurige periode van nazorg en bijstand, waarbij oog is voor huisvesting, werkgelegenheid en het sociaal draagvlak. Om problematisch middelengebruik tegen te gaan, werken we met hulpverleners die zelf actief de patiënt opzoeken. Zij wachten niet tot de problemen uit de hand lopen, maar staan met vroeginterventie de middelenafhankelijke persoon bij om zijn of haar leven weer in handen te nemen. We vangen de noden in de langdurige zorg op. Mensen mogen niet verarmen omdat ze zorg nodig hebben. Daarom zorgen we voor een maximumfactuur voor de zorg, die maakt dat de kosten van thuis- en woonzorg nooit de financiële draagkracht van de gebruiker overstijgen. Daarom financieren we ook de zorgverzekering solidair. En daarom moet een zorgplan tot de meest gepaste zorg leiden. Met meer keuzemogelijkheden voor thuiszorg. Met een bredere dienstverlening en meer mogelijkheden voor avond- en weekendzorg. En met meer keuzemogelijkheden voor ouderen om in een aangepaste woning te wonen, of deeltijds thuis en deeltijds in een residentiële voorziening. Patiënten en hun vertegenwoordigers moeten beter worden geïnformeerd over de mogelijkheden van de patiëntenrechtenwet, van het aanbod van palliatieve zorg en van de euthanasiewet. Een persoonlijk afgestemd palliatief zorgplan zorgt voor optimale zorg en bijstand als het levenseinde nadert. Euthanasie moet ook mogelijk zijn bij een ongeneeslijke en onomkeerbare hersenaandoening, als daarover in een vooraf opgemaakte wilsverklaring de keuze voor euthanasie te kennen is gegeven. Om dit alles mogelijk te maken, zorgen we ervoor dat werken in de zorg aantrekkelijker wordt en versterken we het Vlaamse zorgbeleid. We werken aan een goed HR-beleid voor de zorgberoepen. Dat doen we onder andere met minder belastende en transparantere arbeidsschema’s en meer kansen voor medewerkers om samen verantwoordelijkheden op te nemen in zelfsturende teams. Een betere taakverdeling en een optimale samenwerking verrijkt elke job. En leren en werken moet beter te combineren zijn. Dat maken we mogelijk met een groter opleidingsaanbod in zorgberoepen, met een makkelijkere herintreding op de arbeidsmarkt en met een betere combinatie van leren en werken. De zesde staatshervorming is voor sp.a een aangrijpingspunt om uitdagingen in de zorg een antwoord te bieden en het zorgaanbod in de komende decennia betaalbaar, toegankelijk en kwaliteitsvol te houden. De budgetten voor gezondheidszorg die worden overgeheveld in het 13
kader van de staatshervorming, moeten in Vlaanderen gebruikt worden voor niets anders dan welzijn en zorg.
14
6 ERVARINGEN DELEN Wat we delen, bindt ons. Samen onze cultuur beleven, in al haar facetten, is een voorwaarde voor een open en democratische samenleving, waarin iedereen mee is en meedoet. Daarom investeren we in de mogelijkheid voor iedereen om deel te nemen aan cultuurbeleving, sport en toerisme, en voor jongeren om de wereld om zich heen te ontdekken. Cultuur beleven is een basisrecht. U moet kunnen kiezen hoe u uw cultuur uit of proeft, wat ook uw achtergrond of opleiding is, of u nu meer of minder verdient, waar u ook woont. Het is aan de overheid om te zorgen voor een divers cultureel aanbod, dat iedereen kan betalen. We investeren meer in cultuur. De overheid schept hiervoor de ruimte, met plaats voor vernieuwing en verjonging. We ondersteunen de culturele sector in al haar verscheidenheid, en in de meest brede zin. We hebben daarbij aandacht en respect voor ieders culturele eigenheid. We zorgen ervoor dat er een aanbod is voor iedereen. Ook aangepaste tarieven en een toegankelijke cultuurinfrastructuur dragen daartoe bij. sp.a wil dat mensen vrij kunnen kiezen voor hun eigen uitingen van cultuur. Die keuzevrijheid is nooit vanzelfsprekend, ze wordt in belangrijke mate bepaald door thuismilieu, opleiding en inkomen. Daarom zorgen we ervoor dat iedereen een gepaste opleiding krijgt en toegang heeft tot de middelen om de eigen creativiteit te uiten. We investeren in een volwaardige plaats voor jongeren in onze samenleving. Kinderen en jongeren verdienen voldoende ruimte om zich te ontwikkelen, zich te amuseren en hun eigen ding te doen. Daarom zetten we verder in op de brede school. Daar kunnen leerlingen ook na schooltijd terecht voor sport, ontspanning en bijvoorbeeld muzieklessen. We voorzien groene en creatieve ruimtes in elke buurt en we maken die toegankelijk voor alle jongeren. Het jeugdbeleid moet rekening houden met alle jongeren en inzetten op voldoende diversiteit in het jeugdwerk. We geven jongeren inspraak en de kans te participeren. Daarvoor leiden we jeugdwerkers en beleidsmedewerkers op en versterken we het belang van jeugd- en adviesraden. Samen sporten schept een band, en sporten zorgt voor een gezond leven. We maken dus ook sporten toegankelijk voor iedereen. We ondersteunen sportclubs met een klantvriendelijke overheid, een btw-vrijstelling van 25.000 euro en een sterk statuut voor sportbegeleiders. Dat omvat een billijke vergoeding, minimale administratieve lasten en een beperkte, forfaitaire heffing van RSZ en belastingen. Zo creëren we ook werk in sport. Solidariteitsfondsen verbeteren de jeugdwerking op de hoogste niveaus. We koppelen de opleidingsvergoeding los van de transfermarkt. Zo krijgen clubs een eerlijke vergoeding. We investeren in jonge sporters door sport na de schooluren beter te organiseren. We benutten de schoolinfrastructuur beter. Daardoor geraken uw vervoersproblemen een stuk opgelost en krijgen uw kinderen nog meer de kans te bewegen. Onze sportinfrastructuur is verouderd en ontoereikend. Meer nieuwe gebouwen zetten lost in het volgebouwde Vlaanderen niet veel op. Daarom kiezen we voor renovatie en meervoudig gebruik van infrastructuur. Ook toerisme in eigen land maken we voor iedereen mogelijk.
15
Iedereen moet de kans hebben op vakantie te gaan, ook dat is sociale welvaart. Vooral jongeren, kansarmen en personen met een handicap of beperkte mobiliteit verdienen hiervoor extra ondersteuning. Wat de promotie van ons land als toeristische bestemming betreft, kan het beste een samenwerkingsakkoord gesloten worden tussen de Gewesten en de Gemeenschappen om elke regio in ons land en Brussel optimaal in de kijker te zetten.
16
7 IEDEREEN DOET MEE Iedereen is anders, maar voor ons is iedereen gelijk. Iedereen verdient een volwaardige plaats in de samenleving, met dezelfde rechten en plichten. Het maakt niet uit wie je bent, waar je vandaan komt, waar je goed in bent of van wie je houdt. Als we in respect samenleven met elkaar, verrijken we onze ervaringen en creëren we een goed leven en welvaart voor iedereen. En we zijn ook solidair met mensen in landen waar dat veel minder het geval is. Discriminatie in welke vorm dan ook houdt ongelijkheden in stand: man-vrouw, op basis van afkomst, op basis van seksuele voorkeur, op basis van er niet toe doende verschillen of veronderstellingen. Het vergroot sociale achterstand en zet mensen tegen elkaar op. De overheid moet actief een verbindende rol spelen, investeren in samenleven en de strijd tegen discriminatie opvoeren. We geven antidiscriminatie een centrale plaats in het sociaal overleg tussen werknemers en werkgevers. Objectieve praktijktesten kunnen een vermoeden van discriminatie aantonen. De overheid geeft het goede voorbeeld, met ambitieuze en bindende streefcijfers. Een algemeen vormend vak over burgerschap, levensbeschouwing en ethiek in het onderwijs verhoogt het begrip voor elkaars verschillen. Met buurtinitiatieven en via het lokaal middenveld brengen we mensen letterlijk dichter bij elkaar. En met een genuanceerde beeldvorming in de media, tonen we dat we vaak meer gemeenschappelijk hebben dan we denken en dat verschillen verrijkend kunnen zijn. Etnisch-culturele identiteit is een meerwaarde, ook als we met verschillende achtergronden samenleven – zolang we investeren in wat we delen. Daarom voorzien we meer flexibele leertrajecten voor een betere Nederlandse taalbeheersing, en benaderen we meertaligheid positief. En daarom plaatsen we godsdienstvrijheid hoog op de agenda, en tolerantie nog hoger. We denken niet in hokjes, maar jammer genoeg is de samenleving nog te veel in oude stereotypen georganiseerd en brengt dat problemen met zich mee. We doorbreken die. Vrouwen en mannen zijn gelijk en moeten dat ook zijn op de werkvloer. Met onze strijd tegen stereotypen en vooroordelen nemen we al een groot deel van de drempels weg. De strijd tegen de loonkloof is een voortzetting van de strijd voor rechtvaardigheid. En we streven naar 40% vrouwen in bestuursorganen, want als competenties de enige maatstaf zijn, is dat een minimum. Holebi’s verdienen net dezelfde rechten als hetero’s en ook transgenders moeten zichzelf kunnen zijn. Ook hier sensibiliseren we vooral, om stereotypen tegen te gaan die mensen in hun ontwikkeling belemmeren. Dat doen we in alle beleidsdomeinen, te beginnen met onderwijs en sport. We voeren het actieplan tegen homofobie uit. En ook internationaal blijven we hameren op het uitvoeren van de antidiscriminatierichtlijn. Iedereen heeft seksuele en reproductieve rechten, en het recht die op een gezonde manier te beleven. Dat start met informatie op maat – van onder meer kinderen en jongeren, mensen met een beperking, vluchtelingen, nieuwkomers, of mensen met psychiatrische problemen. Internationaal hernieuwen we het samenwerkingsakkoord met UNAIDS, en hebben we aandacht voor seksuele en reproductieve rechten en gezondheid in ontwikkelingsprojecten. We verbieden verder het commercieel draagmoederschap en seksuele handelingen in een zorgrelatie. Ook personen met een handicap moeten volwaardig kunnen deelnemen aan het samenleven. 17
We maken onze samenleving volledig toegankelijk. Fysiek, door bijvoorbeeld gebouwen en het openbaar vervoer bereikbaar te maken, maar ook de drempels naar informatie op bijvoorbeeld websites en tot participatie nemen we weg. De meerkosten en extra zorgnood van een handicap dragen we solidair. Tegemoetkomingen passen bij en vervangen het inkomen waar nodig. We creëren voldoende opvang en zorg voor iedereen die die nodig heeft. Ondersteuning moet in de eerste plaats de autonomie van personen met een handicap vergroten. De evolutie naar meer zelfregie zetten we voort. De financiering moet er altijd op gericht zijn de persoon met een handicap in staat te stellen om zo veel mogelijk zijn of haar leven zelf in te richten.
Zoals we verbonden zijn met mensen in ons land, zijn we dat ook met mensen in andere landen en werelddelen. Internationale samenwerking is de manier om de ongelijkheden tussen en binnen landen aan te pakken. Buitenlandse zaken, diplomatie, handel, ontwikkelingssamenwerking en defensie moeten elkaar aanvullen en versterken, om een wereldwijde economische en sociale ontwikkeling te creëren die iedereen de kans geeft een goed leven op te bouwen. Mensenrechten en sociale bescherming vormen de kern van ons buitenlands en ontwikkelingsbeleid, maar ook van ons handels- en veiligheidsbeleid. Rechtvaardige handel en een rechtvaardige financiële structuur stoppen ongelijkheid bij ons en in het Zuiden, en creëren duurzame en waardige jobs, bieden bedrijven kansen en genereren sociale welvaart. Een performante en moderne defensie staat ten dienste van de burger. We blijven inzetten op civiele operaties, wederopbouw en vredeshandhaving na een conflict. Een militaire aanpak van conflictsituaties kan nooit op zichzelf staan, maar is soms noodzakelijk voor een integrale aanpak. Kernwapens zijn nutteloze, dure en gevaarlijke massavernietigingswapens. Wij willen ons land zo snel mogelijk kernvrij. En als we geen kernwapens hebben, is de aankoop van dure F35-gevechtsvliegtuigen (om die kernwapens te vervoeren/dragen) als opvolger voor de F16’s niet langer vereist. Met de prijs van 1 F-35 bouw je 1.500 nieuwe sociale woningen. Kortom, met gevechtsvliegtuigen bouw je geen sociale welvaart voor de mensen. Zolang ongelijkheden bestaan, zal er migratie zijn. Wij ijveren voor een beleid dat ook welvaart schept voor migranten op zoek naar een betere toekomst. Daarom organiseren we ons migratiebeleid op een rechtvaardige manier. Een uitgebreid en gecoördineerd Europees en Belgisch hervestigingsbeleid brengt gezinnen op de vlucht in veiligheid. Om oorlogsvluchtelingen toegang tot België te verzekeren, om een snelle oplossing te bieden aan zeer dringende humanitaire crisissen en om buurlanden van landen in oorlog te ontlasten, laten we vluchtelingen veilig overkomen en geven we hen een tijdelijk verblijfsrecht voor oorlogsvluchtelingen. Voor deze oorlogsvluchtelingen met een tijdelijk verblijfsrecht willen we ook gezinshereniging mogelijk maken. We vergroten de zelfredzaamheid van asielzoekers met korte beroepsopleidingen, cursussen en informatiesessies. Asielzoekers die al drie maanden in de procedure zitten, geven we toegang tot de arbeidsmarkt en we maken vrijwilligerswerk mogelijk voor asielzoekers, en bij uitbreiding voor al wie een geldige verblijfsvergunning heeft of opvang geniet. We vermijden dat jongeren die langere tijd in België verblijven en geïntegreerd zijn toch nog worden uitgewezen. Niet-begeleide minderjarige vreemdelingen hebben momenteel het recht om tot hun achttiende verjaardag in België te verblijven. We willen hen ook na hun achttiende zo veel mogelijk een duurzaam verblijf in ons land verlenen, door het mogelijk te maken dat een niet-begeleide minderjarige vreemdeling zijn bijzonder verblijfsstatuut kan combineren met een aanvraag voor een andere procedure.
18
8 SAMENWERKENDE OVERHEDEN Het doel van de overheid is een goed leven voor iedereen. De belangrijkste manier om sociale welvaart te creëren, is dat we allemaal samenwerken. De overheid is daar een van de belangrijkste middelen voor, zolang elke overheid optimaal gestructureerd is en daadwerkelijk de juiste mensen bereikt met de juiste oplossingen. Elke overheid moet dienstverlening bieden van de hoogste kwaliteit. Dat moet ze zo zuinig mogelijk doen, en in samenwerking met andere overheden, zodat u zo goed mogelijk geholpen wordt. Daarom moeten beslissingen en hun uitvoering ook plaatsvinden op het niveau dat zo dicht mogelijk bij u staat. Tot slot moet de overheid democratisch te werk gaan en daarbij zo transparant mogelijk zijn, en participatie van zo veel mogelijk mensen bij haar beleid ernstig nemen. Europa moet dichter bij u staan. Wij willen dat het Europese debat, dat vele rechtsregels in België bepaalt, ook gevoerd wordt in het Belgische en Vlaamse Parlement. Alleen dan zal Europa dichter bij de media en dus bij de mensen komen. Wij willen dat de solidariteit tussen mensen op het Belgische niveau behouden blijft, en dat de nieuwe Belgische Unie met vier deelstaten officieel als sociale rechtsstaat in de Grondwet verankerd wordt. Brussel is na de zesde staatshervorming nog meer een autonome regio geworden dan voorheen. Brusselaars dwingen om te kiezen voor de Waalse of Vlaamse subnationaliteit zou betekenen dat op het grondgebied van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest twee verschillende stelsels van sociale zekerheid ingevoerd worden, en wel op basis van etnische criteria. Dat is maatschappelijk ontwrichtend en moreel onaanvaardbaar. De Vlaamse overheid maakt werk van betere dienstverlening. We stroomlijnen het Vlaamse niveau door in de zelfstandige agentschappen te snoeien die hun autonomie niet nodig hebben, en door bevoegdheden over te dragen die beter op een lager niveau uitgeoefend worden. Lokale besturen staan samen sterker. We versmelten gemeenten totdat elke gemeente autonoom hoogstaand lokaal beleid kan bieden aan zijn inwoners. Wanneer die operatie voltrokken is, verschaffen we de gemeenten bijkomende Vlaamse bevoegdheden en nemen we de rol van de provincies opnieuw in overweging.
19