1. School. 1.1 Geschiedenis. 1.2 De doelen van het onderwijs

Voorwoord Wij willen in deze schoolgids zo duidelijk mogelijk beschrijven wat we doen, waar we voor staan, wat we willen bereiken en hoe we dat allemaal vorm geven. U vindt informatie over onze missie, visie en doelen van ons onderwijs. Onze missie ‘De Rehoboth geeft ze de ruimte” blijft voor ons belangrijk. We zijn een school in beweging. Dit jaar zijn we gestart met de vormgeving van het IKC, ons Integraal Kind Centrum. Kinderen vanaf 2½ jaar zijn welkom op onze school. De onderwijzers en de leidsters van de peuter- en kinderopvang werken nauw samen. Wij zijn een christelijke school. Wij geven bewust vorm aan onze christelijke identiteit. Wij streven ernaar de kinderen mede op te voeden dat zij waardevolle mensen van de maatschappij zullen worden; die durven uit te komen voor hun geloof en het Woord van God uitdragen in hun levenswijze. Jezus Christus staat hierin centraal. Er is geen tabel, geen schaal en geen norm Voor de meest waardevolle zaken Maar de maat waar ik mijn leven op bouw is Gods oneindige Liefde en eeuwige trouw Deze schoolgids staat op onze website www.rehobothschool.net. Ouders die interesse hebben in onze school en overwegen hun kind aan te melden kunnen hier veel informatie vinden. U bent van harte welkom voor een persoonlijk gesprek. We houden onze website bij zodat u altijd geïnformeerd bent over activiteiten die plaatsvinden, vakantiedagen, doorlopend rooster en vrije dagen. Als schoolteam doen we er alles aan om er voor de kinderen een fijn en leerzaam jaar van te maken. We mogen daarbij op de actieve steun en medewerking van alle ouders rekenen. Steeds zijn we afhankelijk van de zegen en de kracht die de Here God ons geeft. Dit geldt voor de kinderen, maar ook voor het personeel van de school. Ook uw gebed, voor ons christelijk onderwijs, is daar echt bij nodig. Met vriendelijke groet, K.H. Sommer, Directeur

1

1. School 1.1

Geschiedenis

Op 6 mei 1888 is de voorloper van onze huidige schoolvereniging opgericht. Op 3 december 1889 werd een christelijke school met drie leslokalen in gebruik genomen aan de Kerklaan. Deze school kan gezien worden als de voorloper van onze Rehobothschool. Op 1 mei 1924 is het eerste gebouw aan de Schoolstraat in gebruik genomen. De eerste steen werd gelegd op 9 november 1923. Deze steen hangt nog steeds in het huidige gebouw. In de jaren zeventig van de vorige eeuw werd er in de gemeenteraad gesproken over renovatie van het oude gebouw. Men kwam tot de conclusie dat het financieel aantrekkelijker was om nieuwbouw te plegen. Op woensdag 27 september 1978 werd het gebouw officieel in gebruik genomen. In de jaren negentig werd het speellokaal er nog bijgebouwd. In de beginjaren van deze eeuw trad er een groei in leerlingenaantallen op. De huidige locatie werd verbouwd om onderwijs aan te kunnen bieden op één locatie. Zo gebeurde het dat op 27 september 2007 de officiële opening plaatsvond van het huidige gebouw. Intern zijn er twee lokalen bijgekomen en de personeelsruimten zijn boven op de school gebouwd.

1.2

De doelen van het onderwijs

De doelen van het onderwijs op de Rehobothschool worden heel duidelijk bepaald door de visie van de school op de vraag ‘wat voor soort school zij nu eigenlijk wil zijn’. Het antwoord op deze vraag is neergelegd in de 'mission statement' van de school. De mission statement is als volgt geformuleerd: ‘De Rehoboth geeft ze de ruimte.....’ Met deze mission statement sluiten we aan bij de naam van de school. De naam Rehoboth is afkomstig uit de Bijbel en is de aanduiding voor de plaats waar niet langer onenigheid was over de waterputten tussen de herders van Izaäk en die van Gerar (Genesis 26 vers 22). De naam Rehoboth betekent in dat verband: “God Zelf heeft voor ruimte gezorgd”. Op onze school willen we voor de kinderen ook die ruimte bieden: ruimte om God te leren kennen en ruimte om zichzelf te ontwikkelen in de breedste zin van het woord. We zien het als de meest belangrijke taak voor de school de kinderen te helpen bij hun ontwikkeling naar hun vermogens tot jonge mensen die toegerust zijn voor hun plaats in de maatschappij en die een open houding hebben ten opzichte van Jezus Christus in Wie het Koninkrijk van God geopenbaard is. 2

Ons ‘mission statement’ is grafisch weergegeven in het logo van de school. In dit logo wordt het kind gesymboliseerd door de kleinste figuur. Deze figuur wordt omarmd door twee ‘volwassen figuren’. Dit kunnen de ouders/verzorgers van het kind zijn, maar ook de leerkrachten van de school. De omarming is een aanduiding van de zorg die we willen bieden als ouders en als school. Bij de naamgeving Rehoboth kwam er een einde aan alle ruzie en onenigheid. Toen kwam er rust. De punt in het midden van het logo symboliseert deze rust. Met ons onderwijs hebben we de volgende doelstellingen:  verlengstuk zijn van opvoeding/geloofsopvoeding thuis  werken aan persoonlijkheidsontwikkeling/ontwikkelen van een positief zelfbeeld  werken aan kennis en vaardigheden en (zelfstandige) houding  overdracht van normen en waarden  ontplooiing in veelzijdigheid en zelfstandigheid  aandacht voor veiligheid, openheid en respect  onderscheid kunnen maken en keuzes durven maken

1.3

Onderwijskundig concept

Binnen het Samenwerkingsverband Aan den IJssel, waar onze school deel van uit maakt, is afgesproken dat wij handelingsgericht werken. Dit houdt in dat wij ons steeds de vraag stellen: “Wat heeft dit kind, van deze ouders, in deze groep, bij deze leerkracht, op deze school de komende periode nodig?” Op onze school is kennisoverdracht belangrijk. Wij willen kinderen de ruimte geven omdat we erkennen dat kinderen verschillend en daarom UNIEK zijn. Daarom willen we tegemoet komen aan de verschillen bij kinderen. Wij werken in niveaugroepen bij de vakken rekenen en spelling en voortgezet technisch lezen: een grote basisgroep, een plusgroep en een zorggroep. Deze groepen worden begeleid door de groepsleerkracht. Daarnaast zullen de kinderen die achterblijven of juist vooruit lopen op de leerstof aan het werk zijn met een handelingsplan. Uw kind moet zich competent voelen, geloof en plezier in eigen kunnen hebben. Het kind moet niet over- of onderschat worden en duidelijke opdrachten krijgen. Het kind is autonoom, hij moet de ruimte krijgen om zijn eigen persoonlijkheid te ontwikkelen. Hij moet leren de eigen kwaliteiten te 3

ontdekken en het gevoel hebben dat anderen hem waarderen. Dit alles binnen de veilige grenzen van de regels van de school.

1.4

De schoolbevolking

De meeste kinderen van de school zijn afkomstig uit de wijk Dorrestein, uit het ‘Oude Dorp’, de wijk Parkzoom, de buitengebieden van Nieuwerkerk en een aantal uit omringende gemeenten. Het merendeel van de ouders leeft mee met één van de protestantse kerken ter plaatse.

2. Bestuurlijke organisatie Vereniging protestants christelijk primair onderwijs Nieuwerkerk aan den IJssel

2.1

Van het schoolbestuur

De Vereniging Protestants Christelijk Primair Onderwijs Nieuwerkerk aan den IJssel wil door de personeelsleden van de Rehoboth-, de Elim-, en de Gideonschool eigentijds christelijk onderwijs laten verzorgen. In de statuten staan doelstelling en grondslag nauwkeurig vermeld. (www.pcponwk.nl / Vereniging / Downloads / Algemeen / Verenigingsstatuten). Het geloof in Jezus Christus als Zoon van God en Redder van de wereld is het uitgangspunt van het onderwijs aan de leerlingen. Van alle ouders en kinderen die bij de school betrokken zijn, verwachten wij hierin een positieve houding. Het personeel en het bestuur wil zich op het genoemde uitgangspunt ook laten aanspreken. Op onze scholen wordt er uit de Bijbel verteld en gelezen, wordt er met en voor elkaar gebeden en worden er psalmen, gezangen en geestelijke liederen gezongen. Natuurlijk krijgen ook de vieringen van christelijke feesten een ruime plaats in ons onderwijs. Maar het gaat op onze scholen ook om de wijze van omgaan met elkaar. Ook daarin was Jezus ons een voorbeeld. Kinderen, ouders en leerkrachten moeten zich veilig weten op school. En als het dan toch een keer fout gaat, dan spreken wij elkaar daarop aan en geven wij elkaar de gelegenheid om opnieuw te beginnen. Elke dag weer. Volwassenen hebben hierin ook een voorbeeldfunctie naar de kinderen. Ouders (of verzorgers) vertrouwen een groot deel van de dag de zorg en opvoeding toe aan de leerkrachten. Ouders worden hierin dan ook als partners gezien van de leerkrachten. Ieder is vanuit de eigen verantwoordelijkheid dagelijks bezig om de kinderen te leren, op te voeden om hen zo te kunnen laten ontwikkelen tot evenwichtige mensen die niet alleen voor zichzelf leven. Het oog 4

hebben voor elkaar, voor de natuur en voor de materialen om ons heen proberen wij met elkaar concreet handen en voeten te geven. Als u de doelstelling en de grondslag van de Vereniging kunt onderschrijven, nodigen wij u uit om voor € 11,35 per jaar lid te worden. Zo geeft u blijk van betrokkenheid bij en steun voor onze drie Protestants Christelijke scholen in Nieuwerkerk aan den IJssel. Aanmelding via de directeur of rechtstreeks: www.pcponwk.nl / Vereniging / Lid worden / Aanmeldingsformulier.

2.2

Bestuur en Raad van Toezicht

De wet Goed Onderwijs, Goed Bestuur is per 1 augustus 2011 ingevoerd. Deze wet bevat een aantal wijzigingen in de wet op het primair onderwijs (WPO). Eén van de hoofdlijnen van de wet heeft betrekking op de scheiding van bestuur en intern toezicht. Wanneer het dagelijks besturen van onze scholen gescheiden wordt van het toezicht op het besturen, zal de integriteit en doelmatigheid van het bestuur en daarmee het onderwijs van onze leerlingen nog verder worden bevorderd. Met instemming van de leden van de schoolvereniging en de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad is gekozen voor het Raad van Toezichtmodel. De Raad van Toezicht houdt toezicht op het College van bestuur. Het College van bestuur wordt gevormd door de huidige bovenschools directeur, dhr. A.J. Dorst. Hij vervult de functie van directeur / bestuurder en is de voorzitter. Mevr. L. van Erk - van Wingerden is secretaris en dhr. J.J. Baljeu is penningmeester. De Raad van Toezicht wordt gevormd door dhr. J. van Hoorn (voorzitter) dhr. M. Goedvolk en dhr. J.G. Zwiep. Contacten met het bestuur van de Vereniging Protestants Christelijk Primair Onderwijs Nieuwerkerk aan den IJssel verlopen via de voorzitter: de heer A. J. Dorst Bezoekadres: De Meidoorn 1a Postadres: Postbus 37 2910 AA Nieuwerkerk a/d IJssel Telefoon: 0180-326832 E-mail: [email protected]

5

2.3

Scholen in de Vereniging

Onze vereniging kent nog twee andere scholen: de Elimschool en de Gideonschool. Met de directeuren van alle scholen vindt, onder leiding van de bovenschools directeur, maandelijks een directeurenoverleg plaats. In dit overleg wordt het bovenschoolse beleid besproken.

2.4

Medezeggenschapsraad

De Medezeggenschapsraad (MR) wordt gevormd door 6 personen: 3 vanuit de ouders en 3 vanuit het onderwijsgevend team. De taak van de MR is voornamelijk een adviserende. In bepaalde zaken kan ook instemming gevraagd worden. De MR is betrokken bij sollicitatieprocedures, stemt in met onder andere het formatieplan, geeft tips en denkt mee in diverse schoolzaken. Ouders binnen de MR zijn gekozen uit ouders die één of meer kinderen op school hebben. De leden worden schriftelijk gekozen voor drie jaar en kunnen maximaal twee termijnen aanblijven. Alle ouders krijgen de gelegenheid om zich kandidaat te stellen. De MR heeft ingestemd met de inhoud van deze schoolgids.

2.5

De GMR

Een gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) is van overheidswege verplicht als er meer dan één school onder een schoolbestuur valt. De GMR functioneert op bovenschools niveau d.w.z. zij houdt zich vooral bezig met hoofdlijnen en hoofdzaken van de schoolvereniging, zoals o.a. onderhoud gebouwen, het meerjarig (financieel) beleid, het bestuursbeleidsplan. De GMR heeft eigen taken en bevoegdheden. In de GMR zitten evenveel ouders als personeelsleden. Een GMR-lid hoeft niet in een MR te zitten, maar in de praktijk komt het er dikwijls op neer dat de GMR-leden vanuit de MR-leden worden gekozen. Vanuit onze Rehoboth-MR hebben twee leden zitting in de GMR.

2.6

Ouderparticipatie

In iedere groep wordt aan het begin van het cursusjaar een klassenouder aangesteld. Deze ouder heeft zich daarvoor opgegeven. De klassenouder fungeert als contactpersoon tussen de leerkracht en de overige ouders van de groep. In voorkomende gevallen doet de leerkracht een beroep op de klassenouder om hulp voor bepaalde activiteiten te organiseren. De klassenouder neemt daarover dan contact op met de ouders van die groep. De school heeft een activiteitencommissie (AC) die uit ongeveer 10 ouders bestaat. De AC zorgt ervoor dat de hal van de school wordt aangekleed in een thema, zoals seizoenen, christelijk feestdagen of een ander onderwerp. Daarnaast wordt de AC ingeschakeld bij activiteiten of 6

projecten die de hele school betreffen. Enerzijds helpen deze ouders in de praktische uitvoering, zoals het inpakken van sinterklaascadeautjes. Anderzijds denken zij mee hoe een thema creatief kan worden uitgewerkt, bijvoorbeeld een marktverkoop bij een tweejaarlijks project. In principe neemt een ouder twee jaar deel aan de AC, zodat opgedane kennis en ervaring goed benut kan worden. In de praktijk blijkt dat er heel veel bereidwilligheid bestaat als het gaat over het verlenen van hulp door de ouders. Dat wordt door de school zeer op prijs gesteld.

3 Organisatie 3.1

Schoolleiding

De schooldirecteur heeft, onder verantwoordelijkheid van de bovenschools directeur, de (dagelijkse) leiding en geeft leiding aan de ontwikkeling van de school. Binnen de bovenschools vastgestelde kaders geeft de schooldirecteur (in samenwerking met het schoolteam) invulling aan de lokale kleur van de school, zowel onderwijskundig als ook op identiteitsgebied. Mevr. Sommer is bijna volledig ambulant (maandag t/m donderdag) en wanneer u vragen heeft, kunt u een afspraak maken of even bij haar binnenlopen. Zij is bereikbaar via [email protected] of 0180-313747.

3.2

Interne begeleiding

Er zijn twee internbegeleiders aangesteld, één voor de onder- en middenbouw (1 t/m 4) en één voor de bovenbouw (5 t/m 8). Zij coördineren de leerlingenzorg. Zij hebben tevens een taak als bouwcoördinator en maken deel uit van het managementteam. De taken van de intern begeleiders:  voeren heel regelmatig overleg met de leerkrachten over de vorderingen van (zorg)leerlingen. Toets uitslagen en observaties worden besproken en er wordt gekeken welke kinderen extra hulp of extra uitdaging nodig hebben. Wanneer nodig worden handelingsplannen gemaakt voor één leerling of een groepje. De IB ‘s sturen de werkzaamheden m.b.t. deze handelingsplannen aan. Voor de leerlingen voor wie de doorsnee leerstof te veel en te moeilijk is, wordt voor één of meerdere vakken een eigen leerlijn opgesteld.  voeren soms gesprekken met de leerkrachten en ouders van zorgleerlingen  hebben een coachende rol ten opzichte van de leerkrachten 7

   

3.3

beheren het leerlingvolgsysteem onderhouden contacten met andere IB ‘s in het samenwerkingsverband, de schoolbegeleidingsdienst (OA), de schoolarts, de begeleiders vanuit het samenwerkingsverband Aan Den IJssel hebben regelmatig overleg met de directeur. Zij houden elkaar op de hoogte van de ontwikkelingen op het gebied van de leerlingenzorg en schoolontwikkeling. Het schoolbeleid wordt besproken en steeds verder ontwikkeld zijn (telefonisch) te bereiken voor vragen op hun ambulante dag

Stage

Onze school is erkend leerbedrijf van de Christelijke Hogeschool Ede. We begeleiden studenten, die in onze voetsporen willen treden. In de loop van het jaar kan er ook een stagiaire zijn van één van de VMBO scholen. Zij zijn meestal oud-leerlingen die de maatschappelijke stage bij ons willen volgen. Regelmatig zijn er stagiair(e)s, die de opleiding tot onderwijsassistent volgen.

4. De organisatie van het onderwijs 4.1

Kindvisie

Elk kind is er één. Ieder kind is een schepsel van de Heere God. Ieder kind heeft een ander karakter, een andere sociale achtergrond. Ieder kind is uniek. Juist daarom moet ons onderwijs aansluiten bij het kind. Zo proberen we tegemoet te komen aan de verschillen tussen de kinderen.

4.2

IKC

Het Integraal Kind Centrum biedt opvang en onderwijs; dat is het uitgangspunt. Per november 2015 starten we met peuteropvang voor kinderen van 2½ jaar tot 4 jaar. De peuteropvang werkt samen met de onderbouw. Deze peuteropvang wordt in de komende 2 jaar verder ontwikkeld. De volgende drie punten zijn ontwikkelpunten die verder uitgewerkt worden door een kerngroep waarin mensen vanuit de kinderopvang en onderwijs en ouders elkaar leren kennen en elkaar versterken in deze ontwikkeling. 1. Er wordt gestart vanuit het pedagogisch fundament. Dit fundament zorgt voor een doorgaande lijn gedurende de dag, een doorgaande lijn vanuit de peuteracademie naar groep 1 en 2. Zo wordt een doorgaande lijn ontwikkeld, die gunstig is voor de ontwikkeling van ieder kind. 8

2. Er wordt gestart vanuit de gezamenlijke levensbeschouwelijke identiteit. 3. Er wordt een integrale visie op leren, spelen en ontwikkelen ontwikkeld. Programma's daarvoor worden samen ontwikkeld en gedeeld. Maar ook zijn er praktische zaken die geregeld moeten zijn zoals:   

Samen afspraken maken over spel binnen en buiten. Gezamenlijk optrekken bij het werken met thema's, daarin afspraken maken en elkaar stimuleren. Samen de feesten organiseren en vieren zoals sinterklaasfeest, christelijke feestdagen, verjaardagen, Koningsspelen, zomerfeest....

De buitenschoolse opvang We vangen de kinderen op in een huiselijke setting en weg van de schoolsfeer. In een andere omgeving dan de schoolomgeving zijn, is van belang omdat dit ruimte geeft aan de ontwikkelingsmogelijkheden van andere vaardigheden dan de schoolse vaardigheden. Kinderen kunnen zich in deze omgeving ontspannen, huiswerk maken, maar ook spelen, lezen. Het is van belang dat er een aanbod is voor de kinderen op het gebied van vorming, ontwikkeling en ontspanning binnen een uitdagend programma.

4.3

Onderbouw, groep 1

Wanneer uw kind vier jaar wordt, mag hij/zij naar school. Voorafgaand aan zijn vierde verjaardag mag uw kind maximaal 10 dagdelen wennen op school. Is uw kind in de zomervakantie jarig dan volgen twee volle schooljaren in de groepen 1 en 2. Het derde schooljaar gaat uw kind naar groep 3. Een kind dat pas in november vier jaar wordt, gaat ook naar groep 1, daarna een heel jaar groep 2. Vervolgens gaat dit kind naar groep 3. Een “herfstkind” zit dus korter dan twee jaar in de kleutergroepen (groep 1 en 2). De derde mogelijkheid is dat uw kind tussen 1 januari en de zomervakantie vier jaar wordt. Dan stroomt uw kind voor een paar maanden in groep 1 in om alvast te wennen, blijft na de zomervakantie in groep 1 en gaat het jaar erop naar groep 2. In dit geval worden groep 1 en 2 dus in iets meer dan twee jaar doorlopen.

9

Om tot leren te komen moeten kleuters zich eerst veilig voelen. Het steeds herhalen van activiteiten in de groep creëert een veilige omgeving. Het stimuleren van de sociale ontwikkeling en de zelfredzaamheid krijgt vooral in de groepen 1 en 2 aandacht. Wij waarderen het erg wanneer u als ouder die sociale ontwikkeling en zelfredzaamheid ook stimuleert. Wij denken dan aan: het kind verantwoordelijk maken voor het meenemen van zijn/haar eigen tas, het zelf je jas dicht kunnen doen, zelfstandig naar het toilet gaan, weten hoe je een hand geeft e.d. Een kleuter leert veelal spelenderwijs. De leerkracht biedt een leergerichte activiteit aan op een manier die bij de kinderen past. Alle activiteiten passen in een thema. In de activiteiten houden we rekening met tien ontwikkelingsgebieden: auditieve waarneming, ruimtelijke oriëntatie, visuele waarneming, taal-denken/taal-lezen, rekenen-denken, taal-communicatie, fijne motoriek, grove motoriek en werkhouding. De vorderingen op deze gebieden registreren we in het observatiesysteem: Leerlijnen Jonge Kind. Om een goed inzicht te krijgen in de vorderingen van de kinderen worden er naast observaties van de leerkracht in groep 2 toetsen gebruikt. In groep 1 en nog sterker in groep 2 besteden we veel aandacht aan beginnende geletterdheid en gecijferdheid. Op allerlei manieren proberen we belangstelling voor en kennis van letters en cijfers te stimuleren. Wanneer we weten van dyslexie in de familie proberen we daar in groep 2 al op in te spelen. We horen graag van u wanneer uw kind thuis opvalt in positieve of negatieve zin op dit gebied.

4.4

Groep 2/3 en groep 3/4

In het schooljaar 2013 – 2014 zijn we gestart met een 2/3 combinatie. En sinds het schooljaar 20152016 ook met een groep 3/4. De groep 2/3 zal de doorgaande lijn vanuit groep 1 doorzetten. In groep 2/3 werken we net als in groep 1 in thema’s. De methodes zijn een leidraad voor het voorzien in de onderwijsbehoefte van ieder kind. We werken vanuit de doelen van de methode en de leerlijnen. We proberen de interesses van kinderen aan te boren en hen verantwoordelijk te maken voor hun eigen leerproces. Dit geldt ook voor groep 3/4, al wordt hier minder nadrukkelijk in groepsoverstijgende thema’s gewerkt. Zelfstandig werken wordt vanaf groep 1 al aangeleerd en hiermee gaan wij door in de volgende groepen. Dit geeft ruimte aan de leerkracht om kinderen in de kleine groep te begeleiden. Kinderen krijgen hiermee begeleiding die past bij de onderwijsbehoefte van het kind.

10

In groep 3 gebruiken we de volgende methodes: Aanvankelijk lezen De Leessleutel Rekenen Pluspunt Natuurkunde/Biologie/Techniek Leefwereld Verkeer Wijzer door het verkeer Muziekonderwijs Muziek voor de basisschool Sociaal-emotionele ontwikkeling Kanjertraining

4.5

Onderwijs in groep 4 t/m 8

De vakken lezen, taal en rekenen worden door middel van de nieuwste methoden aangeboden, zodat aan de kerndoelen wordt voldaan. We vinden het als school belangrijk dat we modern onderwijs aan kunnen bieden. De leerboeken zijn zo geschreven dat er ruimte is voor differentiatie. Wereldoriëntatie krijgt van de onderbouw tot aan de bovenbouw een steeds grotere plaats in het onderwijs. We maken gebruik van de volgende methoden: Bijbelse geschiedenis Bijbelwerk voor verteller en kind Nederlandse taal Begrijpend lezen Tekstverwerken Algemeen Taal Actief 3 Spelling Taal Actief 3 Voortgezet Technisch Lezen Lekker Lezen! Schrijven Handschrift Rekenen Pluspunt Aardrijkskunde Argus Clou Geschiedenis Argus Clou Natuurkunde/Biologie/Techniek Leefwereld Engels The Team Verkeer Wijzer door het verkeer Muziekonderwijs Muziek voor de basisschool Sociaal-emotionele ontwikkeling Kanjertraining Wonderlijk gemaakt, voor groep 7 en 8

11

4.6

Bijbelse Geschiedenis

Op school willen we de kinderen op een verantwoorde en passende wijze in aanraking brengen met het evangelie. We proberen dit te bereiken door het vertellen van Bijbelse geschiedenis, kerkgeschiedenis of zendingsverhalen. Klassengesprekken over verschillende onderwerpen te houden en op verschillende manieren het verhaal te verwerken. In dit grote kader zijn de godsdienstlessen nauw verbonden met gebed, met het zingen en aanleren van psalmen en geestelijke liederen. In de groepen leren de kinderen regelmatig een psalm. In de middenbouw wordt iedere twee weken een psalm aangeleerd en in de bovenbouw (vanaf groep 6) wordt iedere week een psalm aangeleerd. In de hogere groepen wordt er naar aanleiding van de lessen regelmatig uit de Bijbel, de Herziene Statenvertaling, gelezen. De kinderen van groep 7 en 8 hebben een eigen Bijbel om in te lezen en uit te leren. We schaffen voor hen de Herziene Statenvertaling aan. Deze Bijbel krijgen de kinderen als geschenk van het bestuur aan het eind van groep 8 mee. Als leidraad voor het vertellen van de Bijbelse geschiedenis gebruiken we de methode “Bijbelwerk voor verteller en kind” door Evert Kuijt, uitgegeven door Stichting Kinderwerk Timotheüs. Daarnaast vieren we alle christelijke feesten met de kinderen. We besteden aandacht aan Dankdag en Biddag, Kerst, Pasen, Hemelvaart en Pinksteren door dit in de groep, met de kinderen bij elkaar in het speellokaal of in de bouw te vieren. Ieder schooljaar vieren we met de leerlingen, leerkrachten en ouders van de groepen 4 – 8 één van de christelijke feesten. In het schooljaar 2015 – 2016 vieren we met elkaar het Kerstfeest

4.7

Kanjertraining

De zorg voor het pedagogisch klimaat en in het bijzonder de zorg voor de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen is één van de speerpunten op onze school. Want, alleen een kind wat zich op school prettig voelt, kan goed meedoen en stof in zich opnemen. De methode die we hierbij gebruiken is de Kanjertraining. Het groepsgebeuren staat hier centraal en natuurlijk de rol die iedereen daarin speelt. Het doel van de training komt er in het kort op neer, dat je op een goede manier met jezelf leert omgaan én met een ander. De Kanjertraining kan een extra bijdrage leveren aan een goede sfeer. Daarom geven wij de training in álle groepen van onze school. Pesten en discrimineren horen niet bij de Bijbelse opdracht de ander lief te hebben als onszelf. Wanneer u als ouders merkt, dat uw kind (eren) of anderen worden gediscrimineerd of gepest, dient u dit zo snel mogelijk te melden bij de betreffende leerkracht. Mocht de toestand niet verbeteren, 12

dan waarschuwt u de directeur. Met pesten bedoelen we langdurig treiteren zonder oorzaak. Met discriminatie bedoelen we iemand uitsluiten vanwege vooroordelen. Een veilig klimaat willen we bereiken door kinderen aandacht bij te brengen voor:  omgang met andere kinderen. Kernwoorden hierbij zijn: respect, waardering, openheid, samenwerking, vriendschap, eerlijkheid  omgang met volwassenen. Kernwoorden hierbij zijn: beleefdheid, openheid, afstand, gehoorzaamheid, eerlijkheid  omgang met materialen. Kernwoorden hierbij zijn: zorgvuldigheid, zorg, aandacht, netheid.  Positieve kernkwaliteiten van het kind te benoemen. Bijvoorbeeld: Jij bent vriendelijk, jij hebt aandacht voor, jij bent vrolijk. Tijdens de Kanjerlessen komen o.a. de volgende thema’s aan de orde:  Jezelf voorstellen  Iets aardigs zeggen  Weet jij hoe jij je voelt?  Kun jij nee zeggen?  Luisteren en vertellen  Luisteren en samenwerken  Vriendschap  Je mening vertellen (maar niet altijd…) De kanjerlessen zijn erop gericht om kinderen handvatten te geven in diverse sociale situaties. De Kanjertraining kent een vijftal groepsregels, waarop de verhalen, oefeningen en spelletjes zijn gebaseerd en die tijdens de lessen worden gebruikt. Deze afspraken vormen het fundament waarop de Kanjertraining rust. De regels zijn in iedere klas terug te vinden op een poster. We vertrouwen elkaar en helpen elkaar - Tijger / Kanjer (witte pet gedrag) Niemand speelt de baas - Pestvogel (zwarte pet gedrag)

13

Niemand lacht uit - Aap (rode pet gedrag)

Niemand doet zielig - Konijn (gele pet gedrag) Tijdens de kanjerlessen wordt het gedrag van kinderen benoemd (zowel positief als negatief). Er wordt door de leerkracht aan het kind verteld wat hij/zij van het gedrag vindt en er wordt naar de bedoeling van het gedrag gevraagd. Indien relevant, wordt naar de mening van klasgenoten gevraagd. In geval van negatief gedrag wordt het gedrag afgekeurd en niet de persoon! Het schoolteam is getraind in het geven van de Kanjertraining in de klas. Alle leerkrachten zijn in het bezit van een licentie, nieuw aangestelde leerkrachten worden geschoold. Voor vragen en/of opmerkingen rondom de kanjertraining kunt u natuurlijk altijd contact opnemen met de leerkracht. Voor meer informatie kunt u ook kijken op de website: www.kanjertraining.nl

4.8

Schrijfonderwijs

Op onze school schrijven de kinderen in groep 3 en de eerste helft van groep 4 met een potlood, halverwege groep 4 krijgen de kinderen een vulpen. De kinderen schrijven tot en met groep 8 met vulpen. We gaan er vanuit dat de kinderen zorgvuldig omgaan met de pen. Is de pen kwijtgeraakt of kapotgemaakt, dan vragen wij aan de ouders een bijdrage van € 4.00 voor de aanschaf van een nieuwe vulpen. Kinderen schrijven met deze vulpen tenzij er op voordracht van bijvoorbeeld een Cesar-therapeute een andere keuze gemaakt moet worden. Dit gebeurt altijd in overleg met ouders, leerkracht en intern begeleider.

4.9

Bewegingsonderwijs

De kinderen van groep 1 krijgen hun kleutergym, spel en muziekles in het speellokaal. Zij gymmen en spelen altijd met gymschoenen aan. U kunt de gymschoenen aan het begin van het jaar meegeven. Denkt u aan schoenen die de kinderen zelf gemakkelijk kunnen aan- en uittrekken, zoals instappers, schoenen met klittenband of elastiek. Let u zelf op dat als uw kind nieuwe en grotere schoenen nodig heeft dat ook de gymschoenen aan vervanging toe zijn? 14

De kinderen van de groepen 2/3 tot en met 8 hebben één keer per week gym. Op de site vindt u het rooster. De gymlessen worden gevolgd in de gymzalen aan het Kroonkruid (K), de Van Beethovenlaan (B) of de gymzaal bij het Polderbad (P).Tijdens de lessen dragen de kinderen gymkleding. Zij mogen met blote voeten of met gymschoenen in de zaal, maar het laatste geniet de voorkeur.

4.10

Schoolbibliotheek

Om het lezen te stimuleren en de kinderen het als een zinvolle vrijetijdsbesteding te laten ervaren beschikt de school over een uitgebreide schoolbibliotheek. Onder leiding van de bibliotheekmoeders mogen de leerlingen, voor wie (extra) lezen belangrijk is, wekelijks op dinsdag hun boeken ruilen. Voor een vakantie mogen de kinderen altijd één boek extra meenemen. Dit geldt niet voor de zomervakantie, dan blijven de boeken op school. Als kinderen de boeken vier weken in hun bezit hebben, krijgen zij een briefje mee met het verzoek de boeken zo spoedig mogelijk in te leveren. Wij stellen het zeer op prijs, wanneer de boeken met de grootst mogelijke zorg worden behandeld. Wij hopen en verwachten, dat de ouders hierop goed willen toezien. Voor boeken die zoek raken, wordt na verloop van tijd een kleine bijdrage gevraagd.

4.11

ICT

We willen bereiken dat de computer uitgroeit tot een volwaardig en geïntegreerd leermiddel. Daarbij streven we een omslag in denken na waarbij de software adaptief ingezet wordt als onmisbaar onderdeel van de methode. In de school maken we gebruik van een digitaal schoolbord in alle groepen. In de school zijn vanaf het schooljaar 2013 – 2014 een aantal tablets ingezet. Met de inzet van deze tablets willen we de onderwijskundige inzet vergroten en aansluiten bij de huidige ICTontwikkelingen in het onderwijs. De tablets worden naast de bestaande materialen ingezet. We willen bereiken dat de kinderen op zoveel mogelijk verschillende manieren leren. Dat kan door in je boek te lezen, de opdracht in je schrift of computer of tablet te maken. De leerkrachten worden hierbij in de school, maar ook vanuit bovenschoolse initiatieven ondersteund door de ICT ‘ers. Koptelefoon Alle kinderen, vanaf groep 5, hebben een koptelefoon ontvangen voor het gebruik op de computer en/of tablet. Deze koptelefoon zit in een mooi doosje en bewaart elke leerling in zijn of haar eigen la. De koptelefoon vervangt de vaste koptelefoons aan de computer. Mocht de koptelefoon stuk gaan als gevolg van oneigenlijk gebruik dan zullen wij de leerling vragen om een nieuwe van thuis mee te nemen. Het is ook mogelijk om voor € 3,- een nieuwe koptelefoon aan te schaffen via school.

15

Typevaardigheid De praktijk leert dat kinderen medio groep 6 het meest gevoelig zijn voor het aanleren van typevaardigheid. Daarom geven we in groep 6 les met de methode Typeworld. Dat is een programma voor iedereen vanaf ca. 10 jaar om typevaardigheid te ontwikkelen. Er wordt geleerd te typen volgens het tienvingersysteem blindtypen. We streven ernaar op school wekelijks twee keer 20 minuten de oefeningen te doen. Voor Typeworld krijgen de kinderen ook huiswerkopdrachten. Zodra Typeworld start, mogen kinderen alleen nog 10-vingerig typen. Aansluitend aan Typeworld volgt in groep 7 een werkstukopdracht, zodat kinderen de vaardigheid in de praktijk kunnen gaan toepassen.

4.12

Schooltijden

Op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag zijn de schooltijden voor alle leerlingen van 8.30 tot 12.00 uur en van 13.15 tot 15.15 uur. Op woensdagmorgen zijn de schooltijden voor alle leerlingen van 8.30 tot 12.15 uur. Om 8.25 en 13:10 uur gaat de eerste bel. De kinderen van de groepen 3/4 tot en met 8 gaan dan in de rij naar binnen. De kinderen van groep 3/4 gaan na de herfstvakantie in de rij naar binnen. Tussen de zomervakantie en de herfstvakantie worden de kinderen ontvangen in de klas. Bij de tweede bel moeten de kinderen in de klas zijn. U bent daar als ouder verantwoordelijk voor. Wilt u ervoor zorgen dat uw kinderen op tijd op school aanwezig zijn? De kinderen van de groepen 1 t/m 4 zijn op vrijdagmiddag vrij. Voor de onderbouw groep 1/2 en 2/3 (en 3/4 tot aan de herfstvakantie) geldt dat zij ontvangen worden in de klas tussen 8.20 uur – 8.30 uur en ’s middags tussen 13.05 uur en 13.15 uur. De eindtijd voor hen is ’s ochtends rond 11.55 uur (op woensdag rond 12.10 uur) en ’s middags om 15.10 uur. De leerkracht van groep 1/2 en de leerkracht van groep 2/3 brengt de kinderen naar het hek.

4.13

Huiswerk

Eigenlijk krijgt iedere groep op eigen niveau huiswerk. Zo wordt aan de kinderen van de onderbouw soms gevraagd iets van thuis mee te nemen naar aanleiding van een gespreksonderwerp in de klas. Vanaf groep 6 krijgen de kinderen regelmatig huiswerk mee op het gebied van wereldoriëntatie, taal of rekenen en het leren van de psalm. Zo proberen we de kinderen van lieverlee voor te bereiden op het voortgezet onderwijs. Van de kinderen van de groepen 6 t/m 8 wordt gevraagd om voor huiswerk een agenda aan te schaffen. Huiswerkspullen moeten in een stevige tas vervoerd worden. 16

4.14

Techniek.

Ieder jaar organiseren wij in de tweede helft van het schooljaar een techniektoernooi. De kinderen krijgen een opdracht en kunnen deze op een afgesproken middag aan elkaar demonstreren. Hoe hebben zij deze opdracht uitgevoerd, hoe verliep het proces. Techniekonderwijs is meer dan een stroomkring bouwen of een bouwplaat in elkaar zetten. Het leert kinderen vooral ontwerpen, onderzoeken en ontdekken. Ze gaan actief aan de slag, proberen dingen uit, stellen vragen, evalueren. Techniek sluit dus prachtig aan bij de nieuwsgierigheid, creativiteit en het oplossend vermogen van kinderen. Techniek op de basisschool is dan ook beter te omschrijven met de term ‘wetenschap en techniek’. Een positieve houding ten aanzien van wetenschap en techniek helpt kinderen hun vaardigheden en talenten te ontwikkelen.

4.15

Uitstroom Voortgezet Onderwijs

Wanneer het leerjaar van groep 8 erop zit gaan de kinderen naar het voortgezet onderwijs. In het overzicht hieronder kunt u zien waar de kinderen in 2015 naar toe zijn gegaan.

2015

VWO

HAVO

Wartburg (Revius) G.S.R Driestar College

7 2 1 1

1 2 1

Comenius College Internationale school

HAVO/ VWO

TL/HAVO

VMBO (TL)

2

2 3

1

17

VMBO basis/kader

5. Rapportage en zorg 5.1

Leerlingenzorg

We werken op school met het leerstofjaarklassensysteem. Dit betekent dat kinderen doorgaans op grond van hun leeftijd in een groep geplaatst worden en hetzelfde leerstofaanbod krijgen. Tegelijk willen we zoveel mogelijk rekening houden met de eigen mogelijkheden van het kind. Zo geven we bij rekenen, lezen, taal en spelling les op verschillende niveaus. Voor minder begaafde leerlingen zijn er materialen aanwezig om extra hulp te geven. Bij kinderen met leesproblemen en dyslexie gebruiken we het Landelijke Protocol Dyslexie. Voor de meer begaafde kinderen schaffen we waar nodig materialen aan zodat we steeds beter aan hun behoeften tegemoet kunnen komen. Wanneer een kind extra zorg nodig heeft, vindt dit bijna altijd in de eigen klas plaats, door de eigen leerkracht. We gebruiken de Pittige Plustorens als verrijkend leerstofaanbod voor de leerlingen in groep 5 - 8. Kinderen die meer leerstof aankunnen, werken in kleinere groepjes in wisselende samenstelling aan verschillende opdrachten. De leraar bespreekt de opdracht met de leerlingen en begeleidt hen daarbij. Voor de jongere kinderen schaffen we regelmatig materialen aan. Maar we denken ook aan de verrijkingsopdrachten die we via websites voor het onderwijs kunnen gebruiken. De plusklas krijgt meer en meer vorm in de komende jaren. Hierbij werken we veel samen met de collega scholen binnen de Vereniging. Ook in de onderbouw besteden we meer aandacht aan kinderen met een ontwikkelingsvoorsprong. Doordat we bij groep 1 en 2 thematisch werken is het verdiepen en verrijken van werkjes al meer vanzelfsprekend. De Plusklas is één uur in de week voor de onderbouw, voor de bovenbouw op vrijdagmiddag. Protocol leesproblemen en dyslexie Niet ieder kind leert als vanzelf lezen. De één moet veel oefenen en bij de ander komt het aanwaaien. Er zijn ook kinderen, die heel veel instructie en oefening nodig hebben om te leren lezen. De extra hulp wordt voor het grootste deel in de groep door de eigen leerkracht gegeven. Soms zal ook aan u als ouders gevraagd worden om thuis extra met uw kind te oefenen. Bij een aantal van deze kinderen kan de diagnose dyslexie vastgesteld worden. Op de Rehobothschool volgen we het landelijke protocol leesproblemen en dyslexie zodat ouders, indien nodig, in overleg met de school het onderzoek kunnen aanvragen om te komen tot de diagnose dyslexie. Leerlingen met een dyslexieverklaring of met ernstige leesproblemen krijgen extra begeleiding. Daarnaast mag een leerling met dyslexie in de bovenbouw gebruik maken van ondersteunend materiaal en krijgt hij indien nodig extra tijd bij toetsen. 18

Eigen leerlijn Wanneer de leerstof voor het kind te moeilijk is probeert de leraar door extra instructie (instructietafel) extra tijd in te zetten om het kind op het niveau van de groep te brengen. Soms blijkt dit niet mogelijk vanwege ernstige taal of rekenproblemen. In dat geval kan worden besloten over te gaan op een eigen leerlijn in overleg met ouders, leraren en intern begeleider. In een enkel geval blijkt een eigen leerlijn niet toereikend en is het welzijn van het kind in het geding, en moet er met externen overleg gepleegd worden. Dit kan leiden tot een aanpassing, een arrangement, of in het uiterste geval plaatsing op een andere passende school. Volgen van leerlingen en rapportage Van elke leerling is een digitaal leerling-dossier, dat in het leerlingvolgsysteem ParnasSys met regelmaat door de leerkrachten wordt bijgewerkt. In de eerste plaats worden de toetsresultaten daarin bijgehouden (methode toetsen, AVI-scores en de twee jaarlijkse Cito-toetsen in januari en juni), maar ook hulpplannen en aantekeningen van contactavonden, gesprekken, zorgen over sociaalemotioneel functioneren, zorgen over gedrag, observaties, positieve en belemmerende factoren en onderwijsbehoeften komen erin te staan. De ontwikkeling van de leerlingen in groep 1 en 2 wordt gevolgd met behulp van het leerlingvolgsysteem ‘Leerlijnen Jonge Kind’. Citaat van de site van Ouders en COO: “Het leerling-dossier is strikt vertrouwelijk en ligt achter slot en grendel. Ouders hebben het recht om het dossier van hun kind in te zien. Wanneer ouders zelf willen weten hoe het er met het kind voorstaat, kunnen zij de school vragen naar het leerlingdossier. Praktisch betekent dit dat er een afspraak gemaakt moet worden met de directeur/IB ‘er om het dossier te raadplegen. Het kan zijn dat de school het leerling-dossier van het kind aan anderen wil laten zien, bijvoorbeeld aan de schoolbegeleidingsdienst. Dat mag alleen als ouders daarvoor toestemming hebben gegeven”. Kinderen uit groep 1, die voor 1 januari vijf jaar worden, stromen bij een gewenste en harmonieuze ontwikkeling door naar groep 2. Op dezelfde manier vindt de doorstroming naar groep 3 plaats, maar daarbij moeten de leerlingen na de zomervakantie wel de vaardigheden hebben, die nodig zijn om van het onderwijs in groep 3 te kunnen profiteren. Hulpmiddelen om daar inzicht in te krijgen zijn de tweejaarlijkse Cito-toetsen rekenen/wiskunde, taal voor kleuters en de taalscreening voor oudste kleuters.

19

Voor de overgang van groep 3 naar groep 4 is een goede leesvaardigheid van groot belang omdat alle andere vakken in groep 4 ook uit gaan van die basis. We streven naar het behalen van AVI E3 aan het einde van groep 3. Wanneer uit toets resultaten en observatiegegevens van de leerkrachten blijkt, dat een leerling zich niet op een voldoende niveau ontwikkelt, wordt aanvullend onderzoek gedaan (door de intern begeleider of de onderwijsbegeleidingsdienst) of doorstroming naar de volgende groep wel gewenst is. Bij een eventuele doublure wordt altijd gekeken naar het ‘totaal’ van het kind. U kunt dan denken aan: de gegevens vanuit het leerlingvolgsysteem, de CITO scores, het werken in de klas, de sociaal emotionele ontwikkeling. Wat kunnen we de leerling bieden als het naar het volgende jaar overgaat of als de leerling het jaar overdoet. In samenspraak met de ouders wordt bekeken of doorstroming gewenst is, maar de uiteindelijke beslissing ligt in handen van leerkrachten en directie. Een mogelijke doublure wordt rond het eerste rapport in januari met ouders besproken. Daarbij worden afspraken gemaakt over begeleiding en eventuele onderzoeken. Leerkrachten proberen grote en kleine zorgen over leerlingen, maar ook de mooie momenten, veelvuldig, zorgvuldig en op tijd met u te delen. Schroomt u niet om met uw vragen en opmerkingen over uw kind naar de leerkracht toe te stappen. Het is wel verstandig om hier voor het juiste moment te kiezen en aan de leerkracht te vragen of het uitkomt. Zo niet, spreek dan samen een tijdstip af. In de 10 minuten gesprekken wordt in ieder geval aan de hand van de rapporten de voortgang van uw kind besproken.

5.2

Rapport

Twee keer per jaar ontvangen de kinderen een rapport, in groep 1 doorgaans maar één keer aan het einde van het schooljaar. We werken met twee rapporten per schooljaar, eind januari het eerste rapport en einde schooljaar krijgen de kinderen hun tweede rapport.

5.3

Contactavond

Er zijn door het jaar heen vier contactavonden met ouders van de leerlingen van alle groepen. In de eerste twee weken van het schooljaar is het eerste persoonlijke gesprek (dat maximaal 10 minuten zal duren), het luistergesprek. Deze avond steken we vooral in op het welbevinden en de sociaalemotionele ontwikkeling van het kind. De vragen aan de ouders kunnen zijn: Hoe voelt uw kind zich op school? Gaat hij graag naar school? Zijn er vragen bij u over de gang van zaken in de groep? Wat kunt u ons vertellen over uw kind dat van belang is voor het onderwijs? 20

In november plannen we een tweede gespreksronde waarin we graag met u in gesprek gaan naar aanleiding van een specifieke vraag van u over de ontwikkeling van uw kind. Bij het derde gesprek ligt de nadruk op de cognitieve ontwikkeling. Voor de gesprekken ontvangt u een uitnodiging om te komen. Het vierde gesprek, aan het eind van het schooljaar, is facultatief. Tijdens het gesprek na het eerste rapport kunt u het werk van uw kind bekijken.

5.4

Handelingsgericht Werken

Eén van de ontwikkelingen die door het Samenwerkingsverband in het kader van Passend Onderwijs in gang is gezet, is het Handelingsgericht Werken (HGW). Dit is een manier van kijken naar kinderen waarbij niet zozeer gekeken wordt naar ‘wat is het probleem?’, maar naar ‘wat werkt bij dit kind?’ Wat zijn de onderwijsbehoeften van dit kind? Een zin die bij HGW centraal staat is dan ook: ‘Wat heeft dit kind, van deze ouders, in deze groep, bij deze leerkracht, op deze school de komende periode nodig?’ Er valt heel veel te zeggen over deze manier van werken die we ons als school de komende jaren nog veel meer eigen hopen te maken. We stippen kort aan waar HGW nog meer voor staat:  De leerkracht doet ertoe, is identificatiefiguur en probeert kritisch te kijken naar eigen handelen.  Ouders zijn de opvoedingsexperts, leerkrachten kunnen van ouders leren wat thuis het beste werkt in de omgang met het kind en wat op school wellicht kan worden overgenomen.  Er is aandacht voor de positieve aspecten van leerling, ouders en leerkracht. Wat zijn de kwaliteiten van betrokkenen, de interesses en de succesvolle aanpakken.  Praten MET kinderen. Een leerling kan soms heel goed aangeven wat hij wel of niet kan en op welke manier hij iets denkt te bereiken.  Doelgericht, systematisch en transparant werken. Belangrijke fasen daarbij zijn waarnemenbegrijpen-plannen-realiseren.

5.5

Schoolbegeleidingsdienst

Onze school werkt samen met Onderwijs Advies (OA). OA heeft onderwijsadviseurs zoals organisatiedeskundigen, psychologen en orthopedagogen, die ons kunnen adviseren en/of begeleiden bij onderwijs en schoolontwikkeling. U kunt denken aan ondersteuning van leerling en leerkracht, psychologisch onderzoek bij leerlingen.

21

5.6

Passend onderwijs

Per 1 augustus 2014 wordt de zorgplicht ingevoerd. Dit betekent dat scholen ervoor moeten zorgen, dat ieder kind dat op hun school zit, of dat zich bij hun school aanmeldt, een passende onderwijsplek krijgt binnen het samenwerkingsverband. Dit is een samenwerkingsverband tussen schoolbesturen die de wettelijke taak hebben het Passend onderwijs voor hun scholen uit te voeren. Het samenwerkingsverband beslaat de regio Capelle aan den IJssel, Krimpen aan den IJssel en Nieuwerkerk aan den IJssel (gemeente Zuidplas). Er zijn 36 scholen bij het samenwerkingsverband aangesloten, waaronder drie speciale basisscholen. De grootste verandering voor ouders, leerlingen en scholen is de zorgplicht die per 1 augustus 2014 ingaat. Deze zorgplicht geldt wettelijk voor de schoolbesturen en is van toepassing op kinderen die ondersteuning nodig hebben in het onderwijs. Voorheen moesten ouders zelf op zoek naar een passende onderwijsplek voor hun kind; nu ligt deze verantwoordelijkheid bij het schoolbestuur van de school van aanmelding / inschrijving. Zorgplicht Bij de uitvoering van de zorgplicht moet een schoolbestuur eerst kijken wat de school zelf kan doen. Het uitgangspunt is dat de school waarop het kind zit of is aangemeld, eerst alle mogelijkheden onderzoekt om het kind op deze school passend onderwijs te bieden. Dit kan zijn binnen de zogenaamde basisondersteuning of met gebruikmaking van een arrangement extra ondersteuning. Als de school geen passend onderwijsaanbod kan realiseren, dan heeft de school een zogenaamde trajectplicht. Dat betekent dat de school dan zelf voor een goede, nieuwe, onderwijsplek voor dit kind moet zorgen. Bij het vinden van een goede school voor hun kind zijn ouder(s)/verzorger(s) uiteraard wel heel belangrijk. Ouder(s)/verzorger(s) met kinderen in de peuterleeftijd oriënteren zich op een nieuwe school. Maar soms gebeurt het ook dat een kind al op een basisschool zit, maar dat het voor het kind beter is als het naar een andere school gaat. Meestal gebeurt dit omdat de huidige school niet aan het kind kan bieden wat het nodig heeft. Maar het zoeken naar een nieuwe school kan ook het gevolg van een verhuizing zijn. Informatie voor de school

Bij het zoeken naar een andere school is het belangrijk dat ouder(s)/verzorger(s) aan de school informatie geven over hun kind. Het schoolbestuur kan hier vanaf 1 augustus 2014 een formeel verzoek voor indienen bij ouder(s)/verzorger(s). Van hen wordt dan verwacht dat zij alle relevante 22

informatie over hun kind aan de school overhandigen. Wil de school eventueel toch nader onderzoek laten doen door bijvoorbeeld een gedragswetenschapper, dan moeten de ouder(s)/verzorger(s) daar toestemming voor geven. Ook moeten ouder(s)/verzorger(s) aangeven op welke andere scholen zij hun kind eventueel hebben aangemeld. De school waar de leerling als eerste is aangemeld, is zorgplichtig. Het verzoek van de school aan ouder(s)/verzorger(s) om meer informatie te verstrekken, geldt voor ouder(s)/verzorger(s) met een kind dat (extra) ondersteuning nodig heeft. Zij kunnen dan samen met de school bepalen wat de extra onderwijsbehoeften van het kind zijn. Wanneer plaatsing op een andere school aan de orde is, is het zeer belangrijk dat ouder(s)/verzorger(s) en school samen optrekken in het vinden van een passende school voor het kind. Zij kennen het kind beiden goed. Er is vaak veel informatie beschikbaar over een kind. Door in openheid informatie met elkaar te delen, is de kans het grootst dat een passende school voor het kind gevonden kan worden die aansluit bij de wensen van de ouder(s)/verzorger(s). Hoe en wanneer je kind aanmelden op een school? Ouders vragen zich soms af vanaf welke leeftijd zij hun kind kunnen aanmelden op een school. Iedere school kent haar eigen aanmeldingsprocedure. Maar voor alle scholen gelden de volgende algemene regels: Voordat een kind 3 jaar is kunnen ouders een vooraanmelding doen bij de school. Aanmelden van kinderen kan pas vanaf 3 jaar en gebeurt schriftelijk. Als de school een schriftelijke aanmelding ontvangt, stuurt zij een bevestiging van ontvangst naar de ouders. Toelating van het kind dient binnen 6 weken na aanmelding een feit te zijn. Bij uitzondering kan deze periode verlengd worden tot 10 weken. Bijvoorbeeld als de school nader onderzoek naar het kind wil doen dat langer duurt. Wanneer na 10 weken nog geen beslissing is genomen over de juiste onderwijsplaats, is de school verplicht het kind een tijdelijke plaats aan te bieden. Schoolondersteuningsprofielen Elke school is wettelijk verplicht om een schoolondersteuningsprofiel op te stellen. Dit profiel beschrijft welke onderwijsondersteuning de school wel en niet kan bieden. Als ouder(s)/verzorger(s) vermoeden dat hun kind extra ondersteuning nodig heeft, kunnen ze via het ondersteuningsprofiel

23

alvast een beeld krijgen van wat een school kan bieden. Het uitgebreide schoolondersteuningsprofiel is in te zien op de website van de school en ligt ter inzage bij de directie van de school. Wanneer een kind wordt afgewezen op de school die de eerste keus is van de ouder(s)/verzorger(s), worden zij schriftelijk op de hoogte gesteld van deze afwijzing, voorzien van de argumentatie. Wanneer ouder(s)/verzorger(s) het niet eens zijn met de beslissing van de school, zal er overleg plaatsvinden tussen hen en de school. De school kan in zo’n overleg aangeven welke andere school voor het kind is gevonden, die beter aansluit bij de onderwijsbehoeften van het kind. Wanneer ouder(s)/verzorger(s) niet akkoord gaan met de andere school die wordt voorgesteld, kunnen zij de afwijzing voor de school van hun voorkeur laten toetsen door een geschillencommissie. Het laten toetsen door de geschillencommissie kan echter alleen als er overleg is geweest tussen ouder(s)/ verzorger(s) en school én nadat er een andere school is gevonden voor het kind. Ontwikkelingsperspectief In het oude systeem kregen leerlingen met een rugzakje of in het speciaal onderwijs een handelingsplan. Dat wordt in het passend onderwijs vervangen door het ontwikkelingsperspectief (OPP). Leerlingen in het speciaal (basis)onderwijs en leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte in het reguliere onderwijs krijgen ermee te maken. Binnen zes weken na plaatsing van een kind op school wordt dit ontwikkelingsperspectief vastgesteld. Het ontwikkelingsperspectief bestaat uit twee onderdelen. Het ene deel richt zich op de ontwikkelingsmogelijkheden van een leerling op de lange termijn. Er wordt gekeken naar de doelen aan het einde van de schoolloopbaan. De school overlegt over deze doelen met u. Het andere deel van het ontwikkelingsperspectief gaat over de ondersteuning die wordt ingezet en de acties die worden gedaan om de doelen te bereiken. Dit is het ‘handelingsgerichte deel’ van het ontwikkelingsperspectief. Wat betreft dit deel dienen u en de school het met elkaar eens te worden. Bent u het er niet mee eens, dan moet er opnieuw gekeken worden naar de invulling.

Wanneer geldt de zorgplicht niet? De zorgplicht en de trajectplicht gelden niet als de school of de groep waar het kind voor wordt aangemeld vol is. Voorwaarde is wel dat een school een duidelijke en consistent aannamebeleid heeft en in haar schoolondersteuningsprofiel aangeeft wanneer de school daadwerkelijk vol is. In deze gevallen verdient het de voorkeur als de school bij haar schoolbestuur en/of bij het samenwerkingsverband meldt dat zij geen onderwijsplek aan een kind kan bieden en dat er –

24

zo nodig – toch ondersteuning aan ouders geboden wordt om een passende onderwijsplek voor hun kind te vinden. Ook geldt de zorgplicht niet wanneer ouder(s)/verzorger(s) de grondslag van de school weigeren te onderschrijven. Het gaat hier niet alleen om de religieuze grondslag of levensbeschouwelijke identiteit van de school, maar ook om de onderwijskundige grondslag. Tenslotte is de zorgplicht niet van toepassing bij aanmelding voor cluster 1 (visuele beperkingen) en cluster 2 instellingen (gehoor- en communicatieve beperkingen). Deze instellingen maken geen deel uit van samenwerkingsverbanden passend onderwijs en hebben een eigen toelatingsprocedure. Onderwijsconsulenten Met de inwerkingtreding van de wetswijziging Passend onderwijs per 1 augustus 2014 kan ook een beroep worden gedaan op de onderwijsconsulent (www.onderwijsconsulenten.nl) wanneer er sprake is van plaatsingsproblematiek van een (leerplichtige) leerling met extra ondersteuningsbehoefte in primair of voortgezet onderwijs of wanneer ouder(s)/verzorger(s) en/of school problemen ervaren met betrekking tot het handelingsdeel van het ontwikkelingsperspectief (OPP). Informatie Een uitgebreide informatiegids over passend onderwijs kunt u vinden via de volgende link: http://www.passendonderwijs.nl/wp-content/uploads/2013/08/Informatiegids-Passend-Onderwijs2014.pdf

5.7

Meer Partijen Overleg

Drie keer per jaar vindt er een Meerpartijenoverleg (MPO) plaats waarbij ouders, leerkrachten en internbegeleiders met deskundigen van buiten (orthopedagoog en ambulant begeleider van het Samenwerkingsverband Aan den IJssel, School Maatschappelijk Werker en/of iemand van het Centrum voor Jeugd en Gezin) met elkaar in overleg gaan. Samen weet je meer en lukt het vaak beter om de onderwijsbehoeften van een kind in kaart te brengen om gezamenlijk naar (nieuwe) mogelijkheden te zoeken en om zo om het kind heen te staan. Vooraf wordt altijd aan ouders om toestemming gevraagd.

25

5.8

School Maatschappelijk Werk

Er bestaat de mogelijkheid om via school gebruik te maken van het School Maatschappelijk Werk (SMW). Zij is in dienst van de Stichting Kwadraad. Het doel van het SMW is laagdrempelige hulpverlening voor kinderen en hun ouders. In bepaalde gevallen kan de school contact zoeken met de ouders, de zorgen bespreken en u aanbieden gebruik te maken van het SMW. Vervolgens doet de SMW’er een intake gesprek en voert een aantal gesprekjes met uw kind. Daarna bespreekt zij haar bevindingen met u. Via de internbegeleider en/of de leerkracht kunt u voor advies zelf met haar in contact komen. Alles wat met de SMW’er besproken is, wordt alleen met uw toestemming met school uitgewisseld.

5.9

Schoolarts

De schoolarts bevordert en bewaakt de gezondheid van de schoolgaande kinderen. Zij richt zich met name op:  het volgen en begeleiden van de groei en de ontwikkeling  het vroegtijdig opsporen van afwijkingen  gezondheidsvoorlichting en –opvoeding De schoolartsendienst wordt verzorgd door de GGD Midden-Holland (Postbus 133, 2800 AC Gouda, 088 - 308 32 00, [email protected]). De periodieke gezondheidsonderzoeken vinden plaats bij kinderen uit groep 2 en groep 7. U krijgt tijdig bericht wanneer uw kind in aanmerking komt voor een onderzoek. Het onderzoek vindt op school plaats.

5.10

Medicijngebruik

Omdat het gebruik van medicijnen door leerlingen van de school een serieuze zaak is, is het belangrijk dat de afspraken die hiervoor door de ouders/verzorgers met de school zijn gemaakt duidelijk zijn en vastgelegd worden. Wij gebruiken dan ook de handreiking zoals door de PO raad vastgesteld. Onder medicijnen wordt verstaan: alle geneesmiddelen die door een arts zijn voorgeschreven en waarbij een bepaalde dosering is aangegeven.  De ouders moeten toestemming geven voor het geven van medicatie.  U moet per medicijn een verklaring medicijnverstrekking invullen en inleveren op school.  De verklaring medicijnverstrekking is te downloaden op onze website.

26

       

De ouders leggen schriftelijk vast om welke medicijnen het gaat, hoe vaak en in welke hoeveelheden ze moeten worden toegediend en op welke wijze dat dient te geschieden. De ouders leggen vast in welke periode de medicijnen moeten worden verstrekt. Aan de hand van de gegevens worden de medicijnen uitgedeeld en wordt de eventuele (verpleegkundige) verzorging op school gegeven. Er is door afspraken geregeld dat er regelmatig overleg is over de medicatie en verloop van de ziekte. De medicijnen worden in de originele verpakking met de naam van het kind op school bewaard. De medicijnen worden achter slot op school bewaard. De ingevulde gegevens op dit formulier blijven van toepassing totdat de school schriftelijk wijzigingen van u (door)krijgt. De school vraagt u om eventuele wijzigingen altijd op een nieuw formulier in te vullen en te bespreken op school. Als er medicijnen door uw zoon/dochter moeten worden ingenomen voor schooltijd willen wij dat ook graag van u weten. Sommige medicijnen hebben namelijk invloed op het gedrag van het kind.

 Het kind wordt ziek op school. Uitgangspunt is dat het kind dat ziek is naar huis moet. Een medewerker van de school neemt contact op met de ouders/verzorgers of andere door hen aangewezen personen. In het contact wordt afgesproken of het kind gehaald wordt of dat het kind onder leiding van iemand anders naar huis gebracht kan worden. Een ziek kind mag nooit alleen naar huis gestuurd worden. Als er niemand thuis is, wordt het kind op school opgevangen. Het is belangrijk dat de school beschikt over actuele nummers van de ouders/verzorgers en een nummer dat gebeld kan worden in het geval dat de ouders/verzorgers niet bereikt kunnen worden. Het kind bezeert zich. Uitgangspunt is: een pleister op een kleine wond of een ijszak tegen een bult is genoeg om de pijn en schrik te verzachten. Een kind blijft op school. Is de wond groter, wordt de BHV leerkracht of de leerkracht met EHBO-diploma om advies gevraagd. De ouders/verzorgers worden gebeld. Zijn de ouders/verzorgers niet bereikbaar, wordt het nummer door de ouders opgegeven gebeld. Zij maken de keuze om met het kind naar de huisarts te gaan.

27

6. Contact met ouders 6.1

Contact tussendoor

Wanneer u een leerkracht telefonisch wilt spreken dan kunt u dat voor of na schooltijd doen. Op maandagmorgen van 8.00 uur tot 8.20 uur heeft het team een weekopening. We willen u verzoeken om op maandag pas na 8.20 uur te bellen. Natuurlijk is het altijd mogelijk om met de leerkracht een afspraak te maken. Ook kan de leerkracht zelf behoefte hebben om iets te bespreken omtrent de ontwikkeling van uw kind. Het is voor de leerkracht fijn, wanneer u aangeeft dat u een afspraak wilt maken en niet dat u “bij de deur” belangrijke zaken over uw kind vertelt.

6.2

Rehoboth-info

Op de eerste en derde woensdag van de maand wordt u digitaal via de Rehoboth-info op de hoogte gesteld van het reilen en zeilen op de Rehobothschool. We streven er naar om alle wetenswaardigheden te plaatsen in de info. Komt er papieren post mee dan wordt deze als regel aan de oudste van het gezin meegegeven. Merkt u dat u iets niet hebt ontvangen, dan kunt u altijd contact met ons opnemen. We streven ernaar om zoveel mogelijk de informatie digitaal aan te leveren.

6.3

Website

Op onze website treft u allerlei informatie aan over de school. Denkt u aan:  agenda  vakantieregeling  vrije dagen  verlofregeling. Deze vindt u ook op de site van de gemeente.  diverse formulieren Ook foto’s van diverse activiteiten kunt u hierop vinden. Voor de kinderen van de bovenbouw is er de mogelijkheid om hun werkstukken te uploaden. Dit betekent dat zij dan ook thuis aan hun werkstuk kunnen werken.

28

7. Verlof 7.1

Verlofregelingen

Vrijstelling van schoolbezoek Leerplicht en verlof In de Leerplichtwet staat dat uw kind de school moet bezoeken als er onderwijs wordt gegeven. Leerlingen mogen dus nooit zomaar van school wegblijven. In een aantal gevallen is echter een uitzondering op deze regel mogelijk. Als er een bijzondere reden is waarom u vindt dat uw kind niet naar school kan, moet u zich aan de regels hiervoor houden. De richtlijnen vrijstelling schoolbezoek zijn via een download op onze website verkrijgbaar, maar zijn ook bij de directeur op te vragen. Extra verlof in verband met religieuze verplichtingen Wanneer uw kind plichten moet vervullen die voortvloeien uit godsdienst of levensovertuiging, bestaat er recht op verlof. Als richtlijn geldt dat hiervoor één dag per verplichting vrij wordt gegeven. Indien uw kind gebruik maakt van deze vorm van extra verlof, dient u dit minimaal twee dagen van te voren bij de directeur van de school te melden. Op vakantie onder schooltijd Voor vakantie onder schooltijd kan alleen een uitzondering op de hoofdregel gemaakt worden als uw kind tijdens de schoolvakanties niet op vakantie kan gaan door de specifieke aard van het beroep van (één van) de ouders. In dat geval mag de directeur eenmaal per schooljaar uw kind vrij geven, zodat er toch een gezinsvakantie kan plaatsvinden. Het betreft de enige gezinsvakantie in dat schooljaar. Bij uw aanvraag moet een werkgeversverklaring worden gevoegd, waaruit de specifieke aard van het beroep én de verlofperiode van de betrokken ouder blijken. Verder dient u met de volgende voorwaarden rekening te houden:  in verband met een eventuele bezwaarprocedure (zie punt 6) moet de aanvraag ten minste acht weken van tevoren bij de directeur worden ingediend, tenzij u kunt aangeven waarom dat niet mogelijk was;  de verlofperiode mag maximaal 10 schooldagen beslaan;  de verlofperiode mag niet in de eerste twee weken van het schooljaar vallen. Helaas komt het wel eens voor dat een leerling of een gezinslid tijdens de vakantie ziek wordt, waardoor de leerling pas later op school kan terugkomen. Het is van groot belang om dan een

29

doktersverklaring uit het vakantieland mee te nemen, waaruit de duur, de aard en de ernst van de ziekte blijken. Op die manier voorkomt u mogelijke misverstanden. Verlof in geval van ‘Andere gewichtige omstandigheden’ Onder ‘andere gewichtige omstandigheden’ vallen situaties die buiten de wil van de ouders en/of de leerling liggen. Voor bepaalde omstandigheden kan vrij worden gevraagd. Hierbij moet gedacht worden aan:  een verhuizing van het gezin  het bijwonen van een huwelijk van bloed- of aanverwanten  ernstige ziekte van bloed- of aanverwanten (het aantal verlofdagen wordt bepaald in overleg met de directeur en/of de leerplichtambtenaar)  overlijden van bloed- of aanverwanten  viering van een 25-, 40- of 50-jarig ambtsjubileum en het 12½-, 25-, 40-, 50- of 60-jarig (huwelijks)jubileum van bloed- of aanverwanten De volgende situaties zijn geen ‘andere gewichtige omstandigheden’:  familiebezoek in het buitenland  vakantie in een goedkope periode of in verband met een speciale aanbieding  vakantie onder schooltijd bij gebrek aan andere boekingsmogelijkheden  een uitnodiging van familie of vrienden om buiten de normale schoolvakantie op vakantie te gaan  eerder vertrek of latere terugkeer in verband met verkeersdrukte  verlof voor een kind, omdat andere kinderen uit het gezin al of nog vrij zijn Verlofaanvragen worden altijd individueel beoordeeld. Een aanvraag voor verlof wegens ‘andere gewichtige omstandigheden’ dient zo spoedig mogelijk bij de directeur te worden ingediend (bij voorkeur minimaal acht weken van tevoren). Hoe dient u een aanvraag in? Aanvraagformulieren voor verlof buiten de schoolvakanties zijn verkrijgbaar bij de directeur en als download op de website. U levert de volledig ingevulde aanvraag, inclusief relevante verklaringen, in bij de directeur van de school. De directeur neemt zelf een besluit over een verlofaanvraag voor een periode van maximaal 10 schooldagen. Als een aanvraag voor verlof vanwege ‘andere gewichtige omstandigheden’ meer dan 10 schooldagen beslaat, wordt de aanvraag doorgestuurd naar de leerplichtambtenaar van de 30

woongemeente. De leerplichtambtenaar neemt vervolgens een besluit, na de mening van de directeur te hebben gehoord. Niet eens met het besluit Wanneer uw verzoek om extra verlof wordt afgewezen en u bent het niet eens met dat besluit, kunt u schriftelijk bezwaar maken. U dient een bezwaarschrift in bij de persoon die het besluit heeft genomen. Het bezwaarschrift moet ondertekend zijn en tenminste de volgende gegevens bevatten:  naam en adres van belanghebbende  de dagtekening (datum)  een omschrijving van het besluit dat is genomen  argumenten die duidelijk maken waarom u niet akkoord gaat met het besluit  wanneer het bezwaar niet door u, maar namens u wordt ingediend, moet u een volmacht ondertekenen en bij het bezwaarschrift voegen. U krijgt de gelegenheid om uw bezwaar mondeling toe te lichten. Daarna krijgt u schriftelijk bericht van het besluit dat over uw bezwaarschrift is genomen. Bent u het dan nog niet eens met het besluit dan kunt u op grond van de algemene wet bestuursrecht (AWB) binnen zes weken schriftelijk beroep aantekenen bij de Arrondissementsrechtbank, sector Bestuursrecht. Het indienen van een beroepschrift heeft geen schorsende werking. Wel kan de indiener van een beroepschrift zich wenden tot de President van de bevoegde rechtbank met het verzoek een voorlopige voorziening te treffen. Aan zo’n juridische procedure zijn kosten verbonden: voordat u een beroepschrift indient is het raadzaam juridisch advies in te winnen, bij voorbeeld bij een bureau voor Rechtshulp. Ongeoorloofd verzuim Verlof dat wordt opgenomen zonder toestemming van de directeur of de leerplichtambtenaar wordt gezien als ongeoorloofd schoolverzuim. De directeur is verplicht dit aan de leerplichtambtenaar te melden. De leerplichtambtenaar beslist of er proces-verbaal wordt opgemaakt. Wanneer er voor de zomervakantie sprake is van ongeoorloofd verzuim, geven wij het rapport niet mee en kan het rapport na de vakantie mee naar huis. Vragen? Heeft u na het lezen nog vragen? Wendt u zich dan tot de directeur van de school of tot de leerplichtambtenaar van uw woongemeente. De leerplichttaken voor de gemeente Zuidplas worden uitgevoerd door mevr. Maartje van der Gaag. Zij is te bereiken op het telefoonnummer (0180) 330 435, of per e-mail: [email protected]. 31

8. Overige zaken 8.1

Overblijfmogelijkheden

Er is op school gelegenheid tot overblijven. Dat gebeurt onder leiding van overblijfmoeders in verschillende groepen. Voor het overblijven, kunnen de kinderen een strippenkaart kopen, die € 15,00 kost en recht geeft op 10 keer overblijven. De strippenkaarten kunt u kopen op woensdag eens in de veertien dagen van 8.20 – 8.35 uur in de hal van de school. Op de website staan de data vermeld. Wanneer uw kind wil overblijven, dient de overblijfkaart in het blauwe bakje bij de deur van het lokaal te worden gedaan. Zo weten we wie er overblijft van de groep. De overblijfmoeders krijgen een wettelijk geregelde financiële vergoeding voor hun inspanning. De overblijfmoeders houden tijdens en na het eten toezicht op de kinderen. De kinderen mogen in de middagpauze de speelplaats niet verlaten. Bij ongunstige weersomstandigheden blijven de kinderen binnen. Het hek gaat om 13.00 uur weer open voor de andere kinderen. Het overblijven staat onder verantwoordelijkheid van de Medezeggenschapsraad.

8.2

Pleinwacht

Pleinwacht is er 10 minuten voor de eerste bel gaat en in de pauzes. Zorgt u dat de kinderen niet te vroeg op school zijn. Wij wijzen u erop dat de school pas vanaf 8.15 uur en vanaf 13.00 uur verantwoordelijk is voor uw kind.

8.3

Binnenbrengen

In de groepen 1, 2/3 (3/4 tot de herfstvakantie) worden de leerlingen door een ouder in de klas gebracht en nemen daar afscheid. Bij het uitgaan van de school brengt de leerkracht de leerlingen naar de ouders bij het hek. De kinderen van de groepen 3/4– 8 komen het hele jaar zonder ouders naar binnen. De kinderen gaan met de leraar in de rij naar binnen. Met dien verstande dat dit voor de kinderen van groep 3/4 na de herfstvakantie ingaat.

8.4

Traktaties

De leerlingen mogen hun klasgenoten en de leerkrachten op hun verjaardag trakteren. In verband met de veiligheid willen wij u vragen om geen lolly’s te laten trakteren. Hoe gezonder hoe beter natuurlijk! Vanaf de vijfde verjaardag gaan kinderen ook de groepen rond.

32

8.5

Zending

Elke maandagmorgen wordt er tijdens de weekopening geld opgehaald door de kinderen. We vinden het belangrijk dat kinderen, ook op jonge leeftijd, al kunnen delen. Via de Stichting Woord en Daad zijn twee kinderen financieel geadopteerd. Deze kinderen krijgen financiële ondersteuning. Zij kunnen hierdoor naar school, krijgen te eten en komen in aanraking met het evangelie. Elk kalenderjaar steunen we als school daarnaast een ander project. Meer informatie hierover vindt u in de hal van de school en op de website. We vinden het belangrijk dat deze financiële ondersteuning maandelijks kan worden overgemaakt. Wilt u er aan denken op maandagmorgen?

8.6

Ouderbijdrage

Ook bij ons op school zijn er regelmatig extra uitgaven, die niet bekostigd kunnen worden uit de vergoedingen van het ministerie. Vandaar een ouderbijdrage. Deze ouderbijdrage wordt onder meer besteed aan het onderhoud en de aanvulling van de schoolbibliotheek, de Kerstfeestviering van de kleuters, het Pinksterfeest, het zomerfeest en andere bijzondere activiteiten of uitgaven. De Medezeggenschapsraad heeft het beheer over deze bijdrage. Aan het begin van het kalenderjaar ontvangt u van de M.R. een overzicht van de bestedingen over het afgelopen jaar. Het bedrag betreffende de vrijwillige ouderbijdrage is vastgesteld op € 25,00 per kind. U kunt het bedrag overmaken naar de Rabobank op rekeningnummer NL31RABO 034.52.18.035 t.n.v. de Medezeggenschapsraad van de Rehobothschool. Graag onder vermelding van de namen van de kinderen en de betreffende groepen. Naast deze bijdrage wordt in sommige gevallen nog een extra bijdrage van u als ouders gevraagd. Dit kan bijvoorbeeld zo zijn bij de schoolreis of bij een andere excursie. Wanneer u vanwege eigen financiële situatie niet in staat zou zijn om deze bijdragen te voldoen, dan kunt u via de directeur een beroep doen op de Medezeggenschapsraad.

8.7

Verzekering

Het bestuur heeft voor alle scholen een aansprakelijkheidsverzekering afgesloten. Dit betekent, dat in alle gevallen waarin er sprake is van nalatigheid van het personeel of ondeugdelijkheid van het materiaal een beroep op deze verzekering kan worden gedaan. Valpartijen op de speelplaats met als gevolg kapotte kleding, een gebroken arm of een beschadigd gebit vallen meestal niet onder deze verzekering, omdat het personeel hier vaak geen nalatigheid kan worden verweten.

33

De medische hulp, die nodig is voor lichamelijk letsel dat ontstaat in gevallen, waarin de school geen nalatigheid kan worden verweten, zal gedekt worden door uw eigen ziektekostenverzekering. Naast alle reeds genoemde verzekeringen bestaat er voor de ouders nog de mogelijkheid om op eigen initiatief een ongevallenverzekering af te sluiten.

8.8

Veiligheid

De Rehobothschool wil graag een veilige school zijn. Zo doen we er van alles aan om het gebouw zo veilig mogelijk te houden. Brandblussers en -slangen worden jaarlijks gecontroleerd, er is een brandmeldinstallatie aanwezig in de school en de brandweer controleert jaarlijks het gebouw en geeft een gebruikersvergunning af. Jaarlijks hebben we met de kinderen ook een (onaangekondigde) brandweeroefening. We willen de kinderen leren om, wanneer dat dit nodig is, het gebouw snel en veilig te verlaten. Op school zijn BHV-ers. Om de twee jaar verlengen deze leerkrachten hun diploma BedrijfsHulpVerlening.

8.9

Aanmelden van nieuwe leerlingen

Onze school is een protestants christelijke school, die open staat voor elk kind vanaf 4 jaar, dat woonachtig is in het vastgestelde voedingsgebied van de school. Wanneer een kind daarbuiten woont, zal er eerst contact opgenomen moeten worden met de school van het voedingsgebied voor een informatief gesprek. Als ouders toch voor een school buiten het voedingsgebied kiezen, dient er bij de bovenschools directeur (dhr. A. J. Dorst) schriftelijk een verzoek te worden ingediend.     

De ouders respecteren de grondslag en de identiteit van de school. De school vraagt gegevens op over het kind en wint desgewenst advies in. De mogelijkheden en onmogelijkheden van toelating worden in kaart gebracht. De school neemt een beslissing. Er wordt een keuze gemaakt uit: plaatsing, voorlopige plaatsing of afwijzing. De ouders worden (mondeling en schriftelijk) op de hoogte gebracht van de beslissing.

Inschrijvingspakket Bij de directeur van de school kunt u een inschrijvingspakket aanvragen. Dit pakket bestaat uit:  Inschrijfformulier  Informatie over de Vereniging  Aanmeldingsformulier lidmaatschap Vereniging

34

8.10

Schorsing en verwijdering

Wanneer een leerling regelmatig schoolregels overtreedt en gedrag vertoont dat (lijnrecht) in strijd is met het karakter en overtuiging van de school, treedt de directie in overleg met het bevoegd gezag. Op advies van de directie besluit het bevoegd gezag, alle belanghebbenden gehoord hebbend, tot een eventuele schorsing of verwijdering. Weergave van deze handelwijze is een wettelijke verplichting. Schorsing en verwijdering vindt volgens de wettelijke regels plaats. De W.P.O. artikelen 40 en 63 zijn daarop van toepassing.

8.11

Gevonden voorwerpen

De gevonden voorwerpen worden verzameld en liggen in de kist in de hal. Eén keer per drie maanden wordt deze kist geleegd en gaan de spullen naar een goed doel.

8.12

Bij klachten

Natuurlijk kan het voorkomen dat u klachten heeft over een bepaalde gang van zaken binnen onze school. U bent altijd welkom om dergelijke zaken met ons te bespreken. Wel is het fijn wanneer u problemen eerst met de betrokkene(n) probeert op te lossen. Mocht dit niet lukken, dan kunt u de zaak met de directeur bespreken. Klachtencommissie Zijn er klachten over beslissingen of gedragingen van het personeel (die u niet wilt bespreken met de directeur), dan kunt u dit (via de bovenschools directeur) melden aan het bestuur. Het bestuur heeft de mogelijkheid om te proberen de klacht zonder verdere procedure met de klager op te lossen. Lukt dat niet, dan kan men contact opnemen met de Landelijke Klachtencommissie van de Besturenraad in Voorburg. Deze commissie adviseert het bestuur over de afdoening van de klacht, waarna het bestuur op de klacht zal besluiten. Vertrouwenspersoon Ook kan het zijn dat er dingen gebeuren, die u voor uw gevoel niet kúnt bespreken met de leerkracht, de directeur of het bestuur. U kunt dan contact opnemen met één van de onafhankelijke vertrouwenspersonen:

35

Dhr. Hordijk Ds. H. Marchand Spoorlaan 20d Kerkepad 1 2908 BG Capelle aan den IJssel 2912 ZG Nieuwerkerk aan den IJssel 010 - 4583611 0180 - 396095 Met hen kunt u praten over gedrag of uitingsvormen, waarvan u niet weet hoe u die op een andere wijze ter sprake kan brengen. Zij zullen uw opmerkingen uiterst vertrouwelijk behandelen. Vertrouwensinspecteur Indien er klachten zijn over seksueel misbruik, seksuele intimidatie, ernstig fysiek of geestelijk geweld van bij de school betrokkenen, dan kunt u ook het centrale meldpunt van de onderwijsinspectie bellen: 0900 111 3 111.

8.13

Luizenteam

Omdat hoofdluis een steeds terugkerend probleem is op scholen, heeft onze school een luizenteam. Dit luizenteam controleert na elke vakantie alle hoofden van de kinderen op hoofdluis. Dit is om een hoofdluizenplaag voor te zijn. Tijdens de controle mogen de kinderen geen gel in hun haren hebben, en ook geen moeilijke vlechten. Op deze manier proberen we de luizen buiten de school te houden. De data waarop de luizencontrole plaatsvindt, worden vermeld op de website en in de info. Ieder jaar controleert het team op vrijdag na de zomervakantie, herfstvakantie, kerstvakantie, voorjaarsvakantie en meivakantie. De MR heeft voor ieder kind een luizenzak aangeschaft. De zakken zijn ventilerend en wasbaar. We vragen de ouders de zakken in de kerst- en zomervakantie te wassen.

8.14

Gebedsgroep

Bidden voor school Wij zijn hier bijeen in Jezus´ naam Om U te loven, o Heer Eer aan de Vader Eer aan de Zoon Eer aan de Heil´ge Geest Halleluja! Graag nodigen we u uit om één of meerdere keren mee te komen bidden voor onze school. Elke eerste woensdag van de maand komen we in de personeelsruimte ongeveer een half uur bij elkaar, 36

van 8.30 u tot 9.00 u. We zingen, lezen een Bijbelgedeelte en bidden samen. Samen bidden: dat kan hardop, maar ook door zachtjes mee te bidden. Het zou erg fijn zijn als u een keertje zou willen komen, of misschien een aantal keren. Gebed is zo nodig! Bent u niet in de gelegenheid om naar school te komen, wilt u dan thuis bidden voor de leerkrachten, kinderen en alle betrokkenen in en rondom de school? Het meenemen van kleine kinderen is geen enkel probleem. Welkom!

8.15

Batterijen en cartridges

Op onze school bestaat ook de mogelijkheid om lege batterijen en cartridges in te leveren. Deze zaken worden dan verzameld en ingeleverd door de school. Hiervoor ontvangt de school een vergoeding, die ten gunste van het onderwijs komt. De cartridges kunt u inleveren bij meester Kees Bouter, de lege batterijen in de ton in de hal.

8.16

Brains

BRAiNS staat voor Brede Activiteiten in Nieuwerkerkse Scholen. Zij bieden de kinderen een aantal leuke activiteiten buiten schooltijd aan. De kinderen krijgen op school allemaal een folder mee. Wanneer uw kind mee wil doen aan een activiteit dan kunt u zich opgeven via het aanmeldingsformulier. We wijzen u erop dat wij, als school, niet verantwoordelijk zijn voor de inhoud van de programma’s. U moet hierin zelf een verantwoordelijke keuze maken. BRAiNS is een samenwerkingsproject van de gemeente Zuidplas, basisonderwijs en voortgezet onderwijs, peuterspeelzalen, buitenschoolse opvang, sportverenigingen, culturele instellingen en jeugdwerk Zuidplas.

8.17

Diverse activiteiten

Naast alle schoolactiviteiten zijn er tal van andere activiteiten voor de kinderen in de school. Zo hebben we jaarlijks een sportdag (georganiseerd door de gemeente), hebben we projectweken of een zomerfeest en doen we mee aan de culturele activiteiten die in samenspraak met de gemeente worden georganiseerd. Zo proberen we naast de “leeractiviteiten” ook leermomenten in te lassen die wat anders van aard zijn.

37

8.18

Vakantieoverzicht

Vakanties  Herfstvakantie: 19 – 24 oktober 2015  Kerstvakantie: 21 december 2015 – 1 januari 2016  Voorjaarsvakantie: 22 – 26 februari 2016  Meivakantie: 25 april – 6 mei 2016  Zomervakantie: 11 juli – 19 augustus 2016 Vrije dagen onderbouw, groep 1, 2/3 en 3/4  18 december 2015  20-22 juni 2016  1 juli 2016 Vrije dagen groep 1 - 8  Maandag 26 oktober 2015  Vrijdag 19 februari 2016  Dinsdag 29 maart 2016 Doorlopend rooster, groep 5 - 8 14.15 uur uit  Vrijdag 4 december 2015  Donderdag 24 maart 2016  Vrijdag 22 april 2016

38

Inhoud Voorwoord .............................................................................................................................................. 1 1. School .................................................................................................................................................. 2 1.1 Geschiedenis ............................................................................................................................ 2 1.2

De doelen van het onderwijs ................................................................................................... 2

1.3

Onderwijskundig concept ........................................................................................................ 3

1.4

De schoolbevolking .................................................................................................................. 4

2. Bestuurlijke organisatie ....................................................................................................................... 4 2.1 Van het schoolbestuur ............................................................................................................. 4 2.2

Bestuur en Raad van Toezicht.................................................................................................. 5

2.3

Scholen in de Vereniging.......................................................................................................... 6

2.4

Medezeggenschapsraad .......................................................................................................... 6

2.5

De GMR .................................................................................................................................... 6

2.6

Ouderparticipatie ..................................................................................................................... 6

3 Organisatie ........................................................................................................................................... 7 3.1 Schoolleiding ............................................................................................................................ 7 3.2

Interne begeleiding .................................................................................................................. 7

3.3

Stage ........................................................................................................................................ 8

4. De organisatie van het onderwijs ........................................................................................................ 8 4.1 Kindvisie ................................................................................................................................... 8 4.2

IKC ............................................................................................................................................ 8

4.3

Onderbouw, groep 1 ................................................................................................................ 9

4.4

Groep 2/3 en groep 3/4 ......................................................................................................... 10

4.5

Onderwijs in groep 4 t/m 8 .................................................................................................... 11

4.6

Bijbelse Geschiedenis............................................................................................................. 12 39

4.7

Kanjertraining ........................................................................................................................ 12

4.8

Schrijfonderwijs ..................................................................................................................... 14

4.9

Bewegingsonderwijs .............................................................................................................. 14

4.10

Schoolbibliotheek ................................................................................................................ 15

4.11

ICT ........................................................................................................................................ 15

4.12

Schooltijden ......................................................................................................................... 16

4.13

Huiswerk .............................................................................................................................. 16

4.14

Techniek. .............................................................................................................................. 17

4.15

Uitstroom Voortgezet Onderwijs......................................................................................... 17

5. Rapportage en zorg ........................................................................................................................... 18 5.1 Leerlingenzorg........................................................................................................................ 18 5.2

Rapport .................................................................................................................................. 20

5.3

Contactavond ......................................................................................................................... 20

5.4

Handelingsgericht Werken .................................................................................................... 21

5.5

Schoolbegeleidingsdienst ...................................................................................................... 21

5.6

Passend onderwijs ................................................................................................................. 22

5.7

Meer Partijen Overleg............................................................................................................ 25

5.8

School Maatschappelijk Werk................................................................................................ 26

5.9

Schoolarts .............................................................................................................................. 26

5.10

Medicijngebruik ................................................................................................................... 26

6. Contact met ouders ........................................................................................................................... 28 6.1 Contact tussendoor................................................................................................................ 28 6.2

Rehoboth-info ........................................................................................................................ 28

6.3

Website .................................................................................................................................. 28

7. Verlof ................................................................................................................................................. 29 40

7.1

Verlofregelingen .................................................................................................................... 29

8. Overige zaken .................................................................................................................................... 32 8.1 Overblijfmogelijkheden ......................................................................................................... 32 8.2

Pleinwacht.............................................................................................................................. 32

8.3

Binnenbrengen....................................................................................................................... 32

8.4

Traktaties ............................................................................................................................... 32

8.5

Zending .................................................................................................................................. 33

8.6

Ouderbijdrage ........................................................................................................................ 33

8.7

Verzekering ............................................................................................................................ 33

8.8

Veiligheid ................................................................................................................................ 34

8.9

Aanmelden van nieuwe leerlingen ........................................................................................ 34

8.10

Schorsing en verwijdering .................................................................................................... 35

8.11

Gevonden voorwerpen ........................................................................................................ 35

8.12

Bij klachten........................................................................................................................... 35

8.13

Luizenteam........................................................................................................................... 36

8.14

Gebedsgroep ........................................................................................................................ 36

8.15

Batterijen en cartridges ....................................................................................................... 37

8.16

Brains ................................................................................................................................... 37

8.17

Diverse activiteiten .............................................................................................................. 37

8.18

Vakantieoverzicht ................................................................................................................ 38

41