Hoofdstuk 7
Financiën
Pleegzorg kent het onderscheid in vrijwillige en justitiële pleegzorg. Dit heeft gevolgen voor zowel de inhoudelijke als de financiële regelgeving. In hoofdstuk 3 leest u de belangrijkste kenmerken per pleegvorm. De financiële consequenties en de handelingsafspraken beschrijven we in dit hoofdstuk.
1. Pleegvergoeding a. Basisvergoeding b. Toeslagen c. Bijzondere uitgaven regeling voor voogdijgeplaatste pleegkinderen + tabellen
2. Nadere uitleg per kostengroep a. b. c. d. e. f.
Onderwijskosten Arbeidskosten Persoonlijke kosten Vervoerskosten Medische kosten Fonds Bijzondere Voorzieningen/Noodfonds
2. Bijkomende kosten a. b. c. d. e. f. g.
Kinderopvang Ziektekosten Inrichtingskosten en kledinguitzet Vervoer Aanpassing huis Overige huisvestingskosten Vakantiekosten h. Kosten voor persoonlijke ontwikkeling/verzorging van uw pleegkind i. Inkomstenderving j. Bijdrage in de kosten van jeugdzorg
3. Belastingen vanaf pag. 29 a. Algemene begrippen o o o
Inkomstenbelasting Algemene Kinderbijslag Wet Sociale Wetgeving, Halfwezengeld
b. Kortingen o o o
(aanvullende) kinderkorting (aanvullende) alleenstaand ouderkorting (aanvullende) combikorting
c. Toeslagen o o o o
Kinderopvangtoeslag Zorgtoeslag Inkomensafhankelijke bijdrage zorgverzekering Huurtoeslag
d. Belastingaftrek o o
Pleegwijzer
Uitgaven voor levensonderhoud van pleegkinderen jonger dan 30 jaar. Buitengewone lasten aftrek o Kinderopvang voor uw (pleeg)kinderen. o Uitgaven die u, als pleegouder in mindering kunt brengen.
April 2008
o
Uitgaven die uw pleegkind in mindering kan brengen.
e. Zorgverlof o o o o
Pleegwijzer
Kortdurend zorgverlof ‘Adoptie’- of pleegzorgverlof Ouderschapsverlof Calamiteiten- of kortverzuimverlof
April 2008
1. Pleegvergoeding De pleegvergoeding is opgebouwd uit 3 onderdelen. Afhankelijk van uw pleegsituatie ontvangt u de basisvergoeding al dan niet aangevuld met toeslagen en/of vergoeding van bijzondere uitgaven. Wanneer uw pleegkind inkomsten heeft worden kortingen toegepast.
a. Basisvergoeding Het basisbedrag van de pleegvergoeding is een bijdrage in de kosten van levensonderhoud en opvoeding van uw pleegkind. Hieronder vallen voeding, kosten van inrichting, verwarming, lichamelijke verzorging, bewassing, kledingkosten, ontspanning en sport, reiskosten naar school of weekendbezoek ouders, kleine onderwijskosten als pennen, agenda ed., ziektekosten als eigen bijdrage of WA-premie, huisvesting, zakgeld en vakantiebesteding. U bepaalt zelf in welke verhoudingen de gelden worden aangewend. Het NIBUD kan u inzicht geven in normbedragen voor bijvoorbeeld zakgeld, kleedgeld en dergelijke (zie ook hoofdstuk 19: adressen en sites). De pleegvergoeding wordt verstrekt aan alle pleegouders die ingeschreven staan bij het Centrum voor Pleeggezinnen en op indicatie van Bureau Jeugdzorg een pleegkind onder hun hoede hebben. Deze vergoeding wordt maandelijks aan het eind van de maand automatisch aan u overgemaakt. Bij de berekening van de pleegvergoeding wordt de dag van aankomst wel en de dag van vertrek niet meegerekend. De vergoedingen blijven buiten de huursubsidie, bijstandsuitkering of loon- en inkomstenbelasting (uitzondering hierop zijn de grote pleeggezinnen. Zie hiervoor vanaf pagina 15, belastingen). Let op: De huursubsidiewet bepaalt dat u geen recht hebt op huursubsidie wanneer er vreemdelingen in uw huis wonen. Pleegouders met huursubsidie, die een pleegkind verzorgen zonder geldige verblijfsstatus (alleenstaande uitgeprocedeerde minderjarige asielzoekers), werden tot op heden om die reden gekort. In 2006 is de wet aangepast zodat pleegouders niet meer gekort worden op hun huursubsidie als zij een illegaal pleegkind opvangen. Ook de belastingdienst merkt een alleenstaande minderjarige vreemdeling waarvoor zorgplicht bestaat niet aan als medebewoner voor de toekenning van huurtoeslag. Uw pleegzorgwerker en de plaatser kennen van de status van uw pleegkind. Per leeftijdscategorie gelden per 1 januari 2008 de volgende pleegvergoedingen per kind per dag: Leeftijd jaar
vergoeding per dag in euro’s 2008
0 t/m 8 9 t/m 11 12 t/m 15 16 t/m 17 18 en ouder
14,87 15,01 16,42 18,19 18,39
Wanneer een pleegkind tijdelijk niet bij u verblijft, kan dit effect hebben op de pleegvergoedingen, neem in deze situatie altijd direct contact op met uw pleegzorgwerker (zie ook hoofdstuk 9: verhuizen). De Triangel beslist in deze situaties of en hoeveel pleegvergoeding vergoed gaat worden. Afwezigheid in verband met een gebruikelijke vakantiebesteding heeft geen invloed op de pleegvergoeding. U hebt recht op pleegvergoeding zolang u een pleegcontract hebt met het Centrum voor Pleeggezinnen. Pas na ontbinding of beëindiging mag het Centrum voor Pleeggezinnen de betaling stopzetten.
Pleegwijzer
April 2008
b. Toeslagen De Triangel kan, in een aantal situaties en voor een bepaalde periode, extra toeslagen toekennen aan een pleeggezin. Het gaat hier om noodzakelijke kosten waarvoor u geen beroep kunt doen op andere regelingen. Uw pleegzorgwerker kan de toeslag voor u aanvragen bij de directie van het Centrum voor Pleeggezinnen. Kosten die samenhangen met de hoogte van uw levensstandaard (of die van uw pleegkind) worden niet gezien als noodzakelijke kosten.
Crisisplaatsingen Bij een crisisplaatsing kunt u in aanmerking komen voor een crisistoeslag van €3,00 per dag gedurende maximaal 4 weken. Een aanvraag kan uw ambulant werker voor U indienen bij het Centrum voor Pleeggezinnen. Een indicatiebesluit van Bureau Jeugdzorg is in deze situatie niet (direct) noodzakelijk. Deze vergoeding geldt voor zowel justitieel als vrijwillig geplaatste pleegkinderen en is een tegemoetkoming in de extra kosten die u in deze hectische periode maakt (te denken valt o.a. aan extra kleding of woninginrichting).
Groot pleeggezin Onder ‘grote pleeggezinnen’ wordt bij het Centrum voor Plleeggezinnen verstaan: Pleeggezinnen met drie (in een enkel geval meer) justitieel en/of vrijwillig geplaatste pleegkinderen. Wanneer u drie of meer pleegkinderen in huis hebt kunt via uw ambulant werker een toeslag aanvragen (bij het Centrum voor Pleeggezinnen) van € 3,00 per dag voor de periode dat er drie of meer pleegkinderen bij u wonen. U kunt deze toeslag gebruiken voor bijvoorbeeld huishoudelijke hulp. Het is ook denkbaar dat u deze vergoeding gebruikt voor de aanschaf of vervanging van huishoudelijke apparaten of meubilair, dat door het intensievere gebruik eerder onderhevig zal zijn aan slijtage. Mocht er na toekenning van de toeslag een wijziging in de gezinssamenstelling komen, dan vervalt of verandert de toeslag. Voor de bepaling van het aantal pleegkinderen worden tevens de pleegkinderen die via een andere Voorziening voor Pleegzorg bij u zijn geplaatst, meegeteld.
Gehandicapten pleegzorg Wanneer u voor een lichamelijk of geestelijk gehandicapt pleegkind zorgt, kunnen de noodzakelijke kosten aantoonbaar hoger uitvallen dan het basisbedrag van de pleegvergoeding. Ook in deze situatie kunt u via uw ambulant werker een toeslag aanvragen van maximaal € 3,00 per dag. Hier maakt het weer niet uit hoeveel pleegkinderen er bij u wonen. Als er drie gehandicapte pleegkinderen zijn kan de toeslag drie keer worden uitgekeerd. Stapelen. De toeslag kan worden verleend ongeacht of er van één dan wel van meerdere van de drie situaties sprake is. Als u een toeslag ontvangt voor een crisisplaatsing èn uw pleegkind is toevallig ook het derde pleegkind, dan kunt u 2 maal de toeslag ontvangen: Een maal de gehandicapten toeslag en een maal de grote gezinnentoeslag. Betreft het ook nog een crisisplaatsing, dan ontvangt u mogelijk totaal 3 maal de toeslag.
Pleegwijzer
April 2008
c. Bijzondere uitgaven pleegkinderen
regeling
voor
voogdij
geplaatste
Vrijwillige pleegzorg Bij vrijwillige pleegzorg blijven de ouders van uw pleegkind verantwoordelijk voor de betaling van de kosten die voor hun kind, gemaakt (moeten) worden en die niet door de pleegvergoeding of ziektekostenverzekering gedekt worden. U kunt alleen met toestemming van de ouders deze uitgaven doen (tenzij uzelf de kosten wil/kunt dragen). Realiseert u zich dat de ouders zelf beoordelen of de uitgave noodzakelijk is voor het kind. Het is zeer wenselijk dat u vóór het maken van deze extra kosten (het liefst al direct bij de plaatsing) overlegt met uw pleegzorgwerker om samen te bepalen wat gedeclareerd kan worden en wie de vraag met de ouders of plaatser bespreekt. Als richtlijn kunt u de bijzondere uitgaven uit het vergoedingenoverzicht voor justitieel geplaatste pleegkinderen gebruiken, voor wat redelijk is. Als de ouders van uw pleegkind niet willen of kunnen betalen voor een noodzakelijke uitgave voor uw pleegkind, zullen de extra kosten - wanneer u besluit de uitgaven toch te doen - voor uw eigen rekening zijn. Overleg in deze gevallen altijd met uw pleegzorgwerker, mogelijk kan hij met de plaatser op een andere manier een oplossing vinden. Bijvoorbeeld door de ouders te wijzen op de mogelijkheid bijzondere bijstand aan te vragen bij de sociale dienst. Als de verzorging van uw pleegkind in het gedrang dreigt te komen, doordat bovenstaande wegen niet tot een oplossing leiden, raden wij u aan om met uw pleegzorgwerker te overleggen of een beroep op het Fonds Bijzondere Voorzieningen (zie hoofdstuk 4, faciliteiten) een uitkomst kan bieden.
Justitiële pleegzorg Als er voor uw - justitieel geplaatst - pleegkind kosten gemaakt moeten worden, vraagt u schriftelijk een machtiging aan bij Bureau Jeugdzorg. Dit kan via uw pleegzorgwerker. Voeg hierbij een kostenopgave met de periode waarover deze kosten zich zullen uitstrekken, indicatie en argumentatie en - indien van toepassing - voorgeschoten nota’s. Als de machtiging is verleend, declareert u de gemaakte kosten via het kostendeclaratieformulier dat uw pleegzorgwerker aan u beschikbaar stelt. U stuurt het door uzelf ondertekend (!) declaratieformulier samen met originele nota’s naar uw pleegzorgwerker. Deze zorgt dan dat het formulier op de juiste plek komt. De plaatsende instantie zal de kosten aan u terugbetalen. Soms schiet het Centrum voor Pleeggezinnen de kosten voor en declareert deze bij de plaatsende instantie. Als de aanvraag niet is goedgekeurd, dient u de kosten zelf te betalen.
a) Onder toezichtstelling (OTS) Voor een pleegkind dat middels een OTS bij u is geplaatst, behouden de ouders de ouderlijke macht en blijven verantwoordelijk voor de bijzondere kosten die voor hun kind gemaakt (moeten) worden. Voorheen betaalde de plaatsende instantie uw declaratie (mits goedgekeurd en met de originele nota’s) aan u uit. Per 2006 gebeurt dat niet meer. Betaal daarom geen rekeningen als u niet zeker weet (schriftelijke toestemming) dat u deze terugontvangt, tenzij u zelf de kosten kunt en wilt dragen. U kunt uw pleegzorgwerker verzoeken uw rekeningen bij de ouders of bij Bureau Jeugdzorg te declareren of om deze door Het Centrum voor Pleeggezinnen te laten betalen.
b) Voogdij De voogdijinstelling (plaatser) heeft het gezag en daarmee alle verantwoordelijkheden van de ouders overgenomen. De ouders hebben geen zeggenschap meer over o.a. de financiële zaken rondom hun kind. Doordat de instelling nu de verantwoording draagt, is zij ook rechtstreeks en enig aanspreekpunt geworden voor uw vergoedingaanvraag. De voogdijinstelling beoordeelt welke bijzondere kosten (zie overzicht) betaald worden en zal uw declaratie (mits goedgekeurd en met de originele nota’s) aan u uitbetalen. Hiervoor ontvangt zij gelden van de Overheid.
Pleegwijzer
April 2008
Plaatsende instanties accepteren uitsluitend originele nota's van de door u betaalde kosten. Zij dienen deze nota’s te overleggen aan het Ministerie van Justitie. Wij willen u er nogmaals op wijzen geen extra uitgaven te doen ten bate van uw pleegkinderen zonder dat er een machtiging is verleend. Bewaar bij onverwachte uitgaven altijd uw betalingsbewijs.
Pleegwijzer
April 2008
2. Nadere uitleg betreffende de tegemoetkomingen per kostengroep U treft een overzicht van kosten die de voogdijinstelling vergoedt voor uw voogdijgeplaatste pleegkind, onderverdeeld in de volgende vijf hoofdgroepen:
A. B. C. D. E.
Onderwijskosten Arbeidskosten Persoonlijke kosten Vervoerskosten Medische kosten
• Vraag altijd eerst een machtiging aan via uw pleegzorgwerker voor uw voogdij geplaatst pleegkind. • Bewaar uw nota’s. • Teken nooit een betalingsverplichting wanneer u deze niet uit eigen portemonnee wenst te betalen. Bij OTS- en vrijwillige plaatsing geldt de algemene basisregel: Indien er kosten gemaakt moeten worden die niet door de pleegvergoeding gedekt worden, overleg dan vooraf met uw pleegzorgwerker, zodat deze aan de ouders van uw pleegkind toestemming voor de uitgaven kan vragen (zie ook onder dit hoofdstuk Toeslagen, crisisplaatsing en hoofdstuk 4: Faciliteiten, depot).
A. Onderwijskosten De ouder met gezag/voogd is verantwoordelijk voor de schoolkosten van uw pleegkind. Zij moeten uw pleegkind zelf inschrijven op de school. Wij raden u aan uw pleegkind niet zelf in te schrijven. Als u zelf uw pleegkind inschrijft, dan wordt u aangeschreven voor de kosten, terwijl dit dus voor rekening moeten komen voor de ouders (onderhoudsplicht) De school/IBG kan zich nl. beroepen op het contractrecht: Zij hebben de overeenkomst met u! U kunt dan wel de kosten verhalen op de ouders van uw pleegkind (OTS) of de voogdijinstelling (voogdij). Onderwijskosten voor voogdijgeplaatste pleegkinderen in het reguliere onderwijs, worden vergoed - als er een machtiging is verleend - na het indienen van de originele nota’s. Zodra er voor uw voogdijgeplaatst pleegkind kosten gemaakt moeten worden, vraagt u een machtiging aan bij de voogd van Bureau Jeugdzorg (eventueel via uw pleegzorgwerker).
Basisonderwijs Overblijfkosten betaalt u van de pleegvergoeding, deze kunt u niet declareren. Onder het reguliere onderwijs wordt onderwijs verstaan dat is goedgekeurd door het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen. Soort kosten:
Indien voldaan aan voorwaarde:
Ouderbijdrage basisonderwijs
100,00 per schooljaar
Schoolreizen basisschool Huiswerkklassen/bijlessen/
Bijdrage door BJz
100,00 per schooljaar Advies van school overleggen
Geen maximum
Typelessen
Geen maximum
Schoolkeuzetest
Geen maximum
Remedial teaching Niet regulier onderwijs/ particulier
Pleegwijzer
Geen maximum 1 jarige opleiding, niet eerder
1400,00
April 2008
onderwijs
dergelijke opleiding gevolgd
Taxikosten/leerlingenvervoer
Alleen voor speciaal onderwijs. Eigen bijdrage 12,50 per maand kopie afwijzing vrijstelling gemeente
Pleegwijzer
April 2008
Voortgezet onderwijs Lesgeld Sinds september 2005 hoeft voor 16 & 17 jarigen geen lesgeld meer betaald te worden. Als uw pleegkind in de loop van het jaar meerderjarig wordt, is vanaf zijn verjaardag lesgeld verschuldigd. Dit hoeft u niet zelf te voldoen. De ouders (vrijwillig en OTS), voogdijinstelling (voogdij) of gezamenlijke pleegoudervoogden zijn lesgeldplichtig (zie ook hoofdstuk 3 gezag).
Tegemoetkoming Studiekosten (TS) Wanneer uw (justitieel of vrijwillig geplaatst) pleegkind op het algemeen volwassen onderwijs, het (voortgezet) speciaal onderwijs of het voortgezet algemeen volwassen onderwijs zit, dan kunnen zijn ouders in aanmerking komen voor de Tegemoetkoming Studiekosten. Pleegouders kunnen dit niet. De toekenning en hoogte van de tegemoetkoming is afhankelijk van het inkomen van de ouders. Wanneer het gezag over uw pleegkind berust bij een voogdijinstelling, betaalt deze instantie de studiekosten uit eigen middelen, zonder TS. Uw recht op pleegvergoeding wordt door de tegemoetkoming niet aangetast. Zie ook brochure ‘Tegemoetkoming studiekosten VO 18+’ van de Informatie Beheer Groep www.ib-groep.nl. Overleg een studiekeuze van uw pleegkind - met name voor niet-regulier onderwijs - altijd , via uw pleegzorgwerker, met de ouders. Studies binnen het niet-regulier onderwijs worden niet vergoed door de Tegemoetkoming Studiefinanciering. De ouders zijn degenen die, als lesgeldplichtigen, de lesgelden moeten betalen. Dit heeft uiteraard grote financiële consequenties. Wanneer uw pleegkind geen enkel contact heeft met zijn ouders, kan hij samen met u, uw pleegzorgwerker en de plaatser een verzoek richten aan de verstrekker van de TS, om zelf de aanvraag tot TS te doen, zonder handtekening van zijn ouders. Uw pleegzorgwerker heeft hiervoor een voorbeeldbrief. Uw pleegkind kan een aanvullende beurs krijgen wanneer zijn ouders van het gezag zijn ontzet of ontheven. Dit geldt ook als sprake is van een structureel conflict tussen uw pleegkind en zijn ouders of als hij vanaf zijn twaalfde jaar geen wezenlijk contact meer heeft met zijn ouders. Een en ander moet wel onderbouwd worden door een verklaring van een deskundige, bijv. de voogd of gezinsvoogd. (Wet studiefinanciering 2000 Besluit en Regeling gelijkstelling pleegkinderen)
Soort kosten:
Indien voldaan aan voorwaarde:
Huiswerkklassen/bijlessen/
Advies van school overleggen
Typelessen
Bijdrage door BJz Geen maximum Geen maximum
Schoolkeuzetest
Geen maximum
Remedial teaching
Geen maximum
Verplichte boeken en leermiddelen
Geen maximum
Pennen, schriften, agenda e.d.
50,00 per schooljaar
Schooltas Duurzame leermiddelen (gereedschap, rekenmachine)
90,00 per 3 schooljaren
Huur kluisje m.u.v. borg
Geen maximum
Sportkleding en sportschoenen Schoolbijdragen (reprokosten, materialen enz) Reiskosten school
50,00 per schooljaar
Schoolreizen voortgezet onderwijs Niet regulier onderwijs/ particulieronderwijs
Pleegwijzer
400,00 per schooljaar
alleen voortgezet onderwijs, OV tarief 2de klas 1 jarige opleiding, niet eerder dergelijke opleiding gevolgd
Geen maximum Geen maximum 300,00 per schooljaar 1400,00
April 2008
Taxikosten/leerlingenvervoer
Pleegwijzer
Alleen voor speciaal onderwijs. Eigen bijdrage 12,50 per maand kopie afwijzing vrijstelling gemeente
April 2008
B. Arbeidskosten Deze kosten mogen door zowel uw justitieel als vrijwillig geplaatst pleegkind in mindering gebracht worden op het deel dat hij dient bij te dragen aan de jeugdhulp aan hem. (zie ook elders in dit hoofdstuk: bijdragen in kosten van jeugdzorg).
Verwervingskosten Verwervingskosten zijn kosten die uw pleegkind moet maken om zijn beroep uit te (kunnen gaan) oefenen. Indien de kosten niet door de werkgever worden vergoed, kunnen deze kosten in mindering gebracht worden op het deel dat hij dient bij te dragen aan de jeugdhulp aan hem. U dient wel een verklaring van de werkgever mee te sturen, waarin hij aangeeft de kosten niet te vergoeden (zie ook: tabel).
Reiskosten Woon/werkverkeer Indien de kosten van woon/werkverkeer niet door de werkgever worden vergoed, kunnen deze kosten in mindering worden gebracht op het loonbedrag wat geldt voor de berekening van de eigen bijdrage voor de jeugdzorg. U dient wel een verklaring van de werkgever mee te sturen, waarin hij aangeeft de kosten niet te vergoeden.
C. Persoonlijke kosten Soort kosten:
Indien voldaan aan voorwaarde:
Bijdrage door BJz
Paspoort / Identiteitskaart
ook pasfoto's
Geen maximum
Naamswijzigingen
Eigen risico WA verzekering Aansprakelijkheid BJz moet vastgesteld zijn. Schadeformulier ingevuld. Uitvaart jeugdige Grote gezinnen toeslag
Crisisplaatsingstoeslag
Kledinguitzet
Babyuitzet
Eenmalig 226,89 2500,00 voor schade aan zaken 2500,00 voor vermogensschade Basis van laagste klasse, ook grafsteen 2,27 per dag
3 (of soms meer) pleegkinderen in 1 gezin, vergoed door het Centrum voor Pleeggezinnen Onverwachte en eerste plaatsing. Ingeschreven als (aspirant-)pleegouder, vergoed Max. 4 weken 2,27 per dag door het Centrum voor Pleeggezinnen. De originele nota's voegt u bij uw declaratieformulier bij 1e uithuisplaatsing of na periode van zwerven Eenmalig 200,00 van meer dan 2 maanden. Binnen periode van 3 maanden na plaatsing declareren aanvraag met doktersverklaring
Eenmalig 450,00
Bij OTS- en vrijwillige plaatsing geldt de algemene basisregel: Indien er kosten gemaakt moeten worden die niet door de pleegvergoeding gedekt worden, overleg dan vooraf met uw pleegzorgwerker, zodat deze aan de ouders van uw pleegkind toestemming voor de uitgaven kan vragen (zie ook onder dit hoofdstuk Toeslagen, crisisplaatsing en hoofdstuk 4: Faciliteiten, depot).
Pleegwijzer
April 2008
D. Vervoerskosten Soort kosten: Reiskosten school Reiskosten psychologisch onderzoek (Brom)fiets, helm, verzekering, certificaat, onderhoud, reparaties, lessen
Indien voldaan aan voorwaarde: alleen voor voortgezet onderwijs, ook speciaal onderwijs (zie onderwijs)
Bijdrage door BJz
0,11 per km of OV-tarief 2de klas Binnen termijn van 3 jaar nog geen t/m 11 jaar 185,00 per 3 jaar of volledige vergoeding gehad. 12 t/m 17 jaar 275,00 per 3 jaar U mag het vastgestelde bedrag in fasen besteden. Wel dient er telkens vooraf een machtigingsaanvraag te worden gedaan bij de plaatser.
Reiskosten van en naar ouders/derden 1 bezoek per maand Bezoek met pleegkind aan Reiskosten ziekenhuisbezoek ziekenhuis, tandarts, therapie e.d.
0,11 per km of OV-tarief 2de klas 0,11 per km of OV-tarief 2de klas
Reiskosten i.v.m. eerste uithuisplaatsing max. voor bezoek aan 2 inrichtingen 0,11 per km of OV-tarief 2de klas
Fiets/bromfiets Indien een derde aanschaf van een (brom)fiets noodzakelijk wordt geacht, bijvoorbeeld bij een zeer langdurige uithuisplaatsing, kan de plaatsende instantie via een speciale machtiging deze kosten mogelijk vergoeden. U kunt zich daarvoor via uw pleegzorgwerker tot de plaatser wenden. Wanneer er door diefstal een andere fiets nodig is, kan bij de plaatsende instantie een bijzondere machtiging (via uw pleegzorgwerker) worden aangevraagd. U moet hiervoor een kopie van de aangifte die u van de politie heeft ontvangen aan uw pleegzorgwerker meegeven.
Reiskosten school De wet op de expertisecentra schrijft voor dat gemeenteraden een regeling moeten vaststellen om de kosten van leerling-vervoer aan ouders, voogden of verzorgers te vergoeden. U kunt dus ook aanspraak maken op de door de gemeente aangeboden vervoersvoorziening. Het college van B&W beoordeelt welke vervoerskosten zij noodzakelijk acht en vergoedt. Dit geldt ook voor kosten van begeleiding en aangepast vervoer.
Woon/werkverkeer (zie: verwervingskosten)
Pleegwijzer
April 2008
E. Medische kosten De (gratis) basisverzekering verzekert uw pleegkind voor: De genoemde bepalingen gelden voor alle pleegkinderen die een basisverzekering hebben. Soort kosten: Indien voldaan aan voorwaarde: Basisverzekering Vergoeding voor geneeskundige Alle zorg door huisartsen, zorg ziekenhuizen en medisch Volledig vergoed specialisten is verzekerd. Ook second opinion. Onduidelijk is of hieronder ook poliklinische specialistenhulp en opname op de PAAZ valt. Vergoeding voor Ziekenhuisverblijf, revalidatieMax. 365 dagen. Volledig vergoed instelling of zorghotel Erfelijkheidsonderzoek Hulpmiddelen, diverse Geneesmiddelen
Geneesmiddelen waarvoor bijbetaald moet worden komen voor uw rekening
Kraamzorg
Maximaal 10 dagen Onder logopedie worden niet verstaan: dyslexie, taalontwikkelings-stoornissen in verband met dialect of anderstaligheid. Voor dieetadvies worden max. 4 behandeluren vergoed.
Paramedische zorg (beperkt fysiotherapie /oefentherapie, logopedie, ergotherapie, dieetadvisering)
Pleegwijzer
Volledig vergoed Zie reglement hulpmiddelen van de zorgverzekeraar Anticonceptie valt niet meer onder de basisverzekering. Volledig vergoed 9 fysiotherapie- of oefentherapiebehandelingen met de mogelijkheid van 9 extra behandelingen. Verzekerden tot 18 jaar met een aandoening die op de ‘chronische lijst’ staat krijgen na deze 18 behandelingen ook nog vervolgbehandelingen vergoed.
April 2008
Tandheelkundige zorg
Overige tandheelkundige zorg valt onder de aanvullende verzekering. De dekking en de prijs van de aanvullende verzekering verschilt per verzekeraar. Deze kosten worden niet vergoed. Er gelden ook eigen bijdragen die niet vergoed worden.
O.a.1 maal per jaar preventief tandheelkundig onderzoek, incidenteel tandheelkundig consult, tandsteen verwijdering, fluorbehandeling, röntgenonderzoek, tandprotheses, paradontale hulp) Bijzondere tandheelkunde. (O.a. tandheelkundige hulp bij een ernstige ontwikkeling- of groeistoornis of in bijzondere omstandigheden bij lichamelijke of geestelijke handicaps.). Zie verder hoofdstuk 6: verzekeringen. Orthodontische behandeling wordt niet vergoed door de basisverzekering.
Vervoer van en/of naar een instelling of zorgverlener voor nierdialyse en chemo- of Weekendvervoer of ziekenvervoer bestralingstherapie. Volledig vergoed Indien er geen aangepast vervoer is voor uw rolstoelafhankelijke of visueel gehandicapt pleegkind wat niet zonder begeleiding kan reizen, kunt u ook vervoer aanvragen via de zorgverzekeraar. Behandeling als gevolg van een langdurige ziekte of aandoening, waarvoor uw pleegkind langer dan 5 maanden minimaal 2 x per week op zittend ziekenvervoer is aangewezen en waarvoor de reisafstand meer dan 25 km of meer dan 1 uur enkele (auto)reistijd bedraagt. Vooraf toestemming aanvragen bij de zorgverzekeraar.
Bureau Jeugdzorg sluit voor voogdijgeplaatste pleegkinderen een aanvullende verzekering af bij VGZ: Aanvullende VGZ verzekering dekt voor voogdijgeplaatste pleegkinderen: De onderstaande tabel geldt uitsluitend voor (voogdij-)pleegkinderen die via Bureau Jeugdzorg aanvullend verzekerd zijn bij VGZ. Indien uw pleegkind elders aanvullend verzekerd is verwijzen wij u naar de polisvoorwaarden van de betreffende verzekeraar. Aan de genoemde bedragen kunnen geen rechten worden ontleend. Bij vrijwillige en OTS-pleegzorg beoordelen de ouders van uw pleegkind of zij deze kosten vergoeden cq hun kind aanvullend verzekeren. U kunt de tabel gebruiken om te bepalen wat redelijk is. Dit is echter geen garantie dat deze bedragen daadwerkelijk worden vergoed, dus maak voordat u kosten maakt altijd duidelijke afspraken via uw ambulant werker of uw contactpersoon bij Bureau Jeugdzorg. Willen of kunnen de biologische ouders geen aanvullende verzekering voor hun kind afsluiten dan is het (sinds 1 januari 2007) ook mogelijk om in geval van een OTS-plaatsing bij Bureau Jeugdzorg een verzoek in te dienen om Uw pleegkind aanvullend te verzekeren. Als u een aanvraag doet voor een machtiging tot het betalen van een uitgave voor uw voogdijgeplaatst pleegkind, betekent niet dat u deze kosten ook daadwerkelijk automatisch vergoed krijgt. De betreffende instantie beoordeelt de aanvraag en meldt u of er wel of niet tot betaling overgegaan wordt.
Pleegwijzer
April 2008
Soort kosten:
Indien voldaan aan voorwaarde:
Vergoeding
bijdragen niet-spoedeisende zorg in een ander EU-/EERland
dekking op basis van de verzekerde verpleegklasse
Ten hoogste € 1.000,00 per kalenderjaar. Volledige kosten van medisch noodzakelijke spoedeisende en bij vertrek redelijkerwijs niet voorzienbare zorg gedurende een tijdelijk verblijf in het buitenland van ten hoogste 365 dagen. Medisch noodzakelijk ambulancevervoer voor het verkrijgen van zorg zo dicht mogelijk bij de verblijfplaats of de plaats van het ongeval.
Spoedeisende zorg tijdens vakantie en tijdelijk verblijf
Voor het verkrijgen van geneeskundige zorg kan een beroep worden gedaan op de VGZHulpdienst: (070) 314 53 80 (+3170 314 53 80). Zorgverzekeraar VGZ adviseert om de VGZ-Hulpdienst in te schakelen bij met name spoedeisende zorg waarmee hoge kosten zijn gemoeid, zoals behandeling of opname in een ziekenhuis.
Door medisch specialist in een ziekenhuis Verwijzing doorhuisarts/medisch Medisch noodzakelijke Volledig specialist. circumcisie (besnijdenis) Machtiging met toelichting van de behandelend uroloog. Aanschaf van brillenglazen en lenzen € 70,00 per zijde Brilmontuur, brillenglazen en of volledige bril bij Hans contactlenzen Anders eenmaal per twee jaar. Volledige vergoeding van Als in Regeling zorgverzekering de eigen bijdrage Eigen bijdrage hulpmiddelen Op aanvraag verkrijgbaar. hulpmiddelen. www.vgz.nl. Geleverd doororthopedisch(e) Steunzolen (inlegzolen die de schoenmaker(ij) of werkplaats, of podotherapeut. gewrichten, banden en Volledige vergoeding Voorschrift huisarts, medisch specialist eenmaal in een periode kapsels van de voet of ondersteunen) van twee kalenderjaren. podotherapeut
Pleegwijzer
April 2008
Thuisbewakingsmonitor (waarschuwingsmonitor bedoeld voor signalering van ernstige hartritmestoornissen en/of ernstige ademhalingsstoornissen in de tussen VGZ en leverancier afgesproken uitvoering) Wekapparatuur/plaswekker (wekapparatuur of plaswekker voor kinderen van 7 jaar en ouder, inclusief de eventueel benodigde bandages.)
Geleverd door leverancier met wie Zorgverzekeraar VGZ een overeenkomst heeft gesloten Voorschrift kinderarts
Aanvullende vergoeding over hetzelf de aantal uren resp. dagen waarop de Bijdrage kraamzorg aanspraak op kraamzorg op grond van de zorgverzekering betrekking heeft. Machtiging met toelichting van Plastische chirurgie behandelend plastisch chirurg/KNO(behandeling van plastischarts. chirurgische aard in een Behandeling door medisch ziekenhuis of een zelfstandig speciali behandelcentrum die strekt tot st. correctie van uitstaande Verwijzing door huisarts of medisch oorschelpen voor kinderen tot specialist. en met 12 jaar.) Uitsluitend indien aanspraak bestaat op Logieskosten (verblijf bij opname opname van de verzekerde in een of twee dagbehandelingen, die ziekenhuis op grond van de opaaneengesloten dagen zorgverzekering plaatsvinden in een logeerhuis De afstand woon-/logeerplaats dat is verbonden aan een in bedraagt tenminste 40 kilometer Nederland gelegen ziekenhuis, (enkele reis) (zoals Ronald McDonald-huis of Kiwanis-huis) of gastenverblijf Ter Weijdeverbonden aan het UniversitairZiekenhuis Antwerpen Voetbehandelingen (behandeling van Door podotherapeut voetafwijkingen, huid- en Verwijzing door huisarts of medisch nagelaandoeningen, of specialist problemen aan het steun- en bewegingsapparaat die voortvloeien uit de voeten) De orthodontische behandeling Orthodontie moet zijn afgerond voordat pleegkind 18 jaar is Farmacie (alle Geneesmiddelen op voorschrift van een huisarts, verloskundige, tandarts, orthodontist, medisch specialist of kaakchirurg)
Pleegwijzer
Verstrekking in bruikleen voor een periode van ten hoogste 12 maanden. Na machtiging bestaat recht op een verlenging voor een periode van ten hoogste 12 maanden Volledige vergoeding
De volledige eigen bijdrage voor kraamzorg volgens de Regeling zorgverzekering
Volledig
Ten hoogste 15 nachten per kalenderjaar aanspraak op logieskosten van ten hoogste twee gezinsleden.
Volledig Geen aanspraak op behandelingen die ook verricht kunnen worden door een pedicure
Volledige vergoeding orthodontie Volledig vergoed inclusief de GVS eigen bijdrage; mits geleverd door een apotheek
April 2008
Zittend ziekenvervoer
Taxivervoer of eigen vervoer (niet zijnde het vervoer uit de zorgverzekering), uitsluitend als de behandelend arts het medisch noodzakelijk vindt dat de betrokkene niet met OV reist
Vervoer i.v.m. opneming onderzoek, behandeling ,in/ontslag uit, ziekenhuis of AWBZ instelling Weekendvervoer vanuit een AWBZ instelling
Geen vergoeding taxivervoer
Volledige vergoeding van de eigen bijdrage van vervoer Volledig vergoeding voor taxivervoer Eigen vervoer € 0,24 p km. Vergoeding OV volledig tegen laagste klasse Eigen vervoer € 0,12 p km Vergoeding OV volledig tegen laagste klasse Eigen vervoer € 0,12 per km
Let op: Bij de uitleg van VGZ staat dat het pakket BasisTand alleen af te sluiten is met een Beperkte Aanvullende Verzekering. Deze laatste wordt niet afgesloten voor pleegkinderen. Onduidelijk is of zij dan toch voor de BasisTand verzekerd zijn. Bureau Jeugdzorg heeft afspraken met het VGZ betreffende pleegkinderen die nergens verzekerd kunnen worden. Deze kinderen worden bij het VGZ in de basisverzekering opgenomen. Voor noodzakelijke - aanvullende verzekeringen kunt u mogelijk afspraken maken met de plaatser van uw pleegkind. Vanaf 1 januari 2006 zijn ziekenhuizen verplicht u naar paspoort, rijbewijs of identiteitsbewijs te vragen. Dit moet u kunnen laten zien. De legitimatieplicht geldt voor iedereen, dus ook voor kinderen. Zie ook hoofdstuk 12 rechten en plichten. OTS en vrijwillig geplaatste pleegkinderen dienen aanvullend verzekerd te zijn om de extra kosten vergoed te krijgen, tenzij hun ouders de kosten betalen.
f. Fonds Bijzondere Voorzieningen/noodfonds Sinds 2004 wordt door de provincie jaarlijks het potje van het Fonds Bijzondere Voorzieningen Zuidoost Brabant gevuld. Dit fonds is voor incidentele tegemoetkomingen aan pleegouders in niet gedekte uitgaven voor hun pleegkind, ongeacht of het kind vrijwillig of in een justitieel kader is geplaatst. De voorwaarden om een beroep te kunnen doen op dit fonds leest u in hoofdstuk 4: faciliteiten.
Pleegwijzer
April 2008
2. Bijkomende kosten Bovengenoemde kosten worden alleen voor voogdijgeplaatste pleegkinderen door Bureau jeugdzorg vergoed. Indien u een OTS- of vrijwillig geplaatst pleegkind verzorgt, zijn ouders onderhoudsplichtig. Veel ouders kunnen de bijkomende kosten voor de verzorging en opvoeding van hun kind niet betalen. Sommige ouders zijn niet in beeld en kunnen niet aangesproken worden op hun verantwoordelijkheden. Hierdoor zijn veel kosten niet te verhalen op de wettelijke vertegenwoordiger van uw pleegkind. Voor betaling van al de bovengenoemde kosten wordt er daarom vaak een beroep gedaan op uw portemonnee. U bent echter niet verplicht deze kosten te betalen. Sommige kosten ontstaan door uw eigen levensstijl (bijv. vakantiekosten, oppaskosten). Uw pleegkind woont in uw gezin en zal in deze levensstijl meedraaien. Ook dit kan extra kosten met zich meebrengen. Hieronder leest u hoe deze zaken geregeld zijn.
a. Kinderopvang Oppaskosten, kinderopvang en kosten voor voor-, tussen- en naschoolse opvang worden niet vergoed. U ontvangt en betaalt zelf de rekening voor de opvang van uw pleegkind. Vanaf 1 januari 2005 is de Wet op de Kinderopvang (WK) in werking getreden. Pleegouders zijn hierin voortaan gelijkgesteld met ouders en kunnen een deel van de kosten via de kinderopvangtoeslag bij de belastingen terugontvangen (zie belastingen vanaf pag. 29). Uw inkomen (en niet dat van de ouders) is bepalend voor de tegemoetkoming die u kunt ontvangen. U moet hiervoor zelf een overeenkomst sluiten met een erkend kinderopvangcentrum voor dagopvang van 0 tot 4 jarigen, buitenschoolse opvang voor basisschoolleerlingen of opvang door gastouders via een gastouderbureau. Een deel van de kinderopvangkosten kan/mag uw werkgever vergoeden (vrijwillige bijdrage van maximaal 1/3 deel van de totale kosten, of 2 maal 1/6 deel wanneer u beiden een werkgever hebt). Er blijft een deel over wat door niemand vergoed wordt. U betaalt dit zelf. Veel pleegkinderen zijn, gezien hun eerdere ervaringen gebaat bij een vaste opvoeder die steeds aanwezig is. Kinderopvang buitenshuis is voor deze kinderen geen goede oplossing. Maak voor de komst van uw pleegkind heldere afspraken met uw pleegzorgwerker als u (gedeeltelijk) wil (blijven) werken. Uw pleegzorgwerker of de matcher kan beoordelen of dit te combineren is met de geaardheid en achtergrond van het betreffende pleegkind. De ouders van uw pleegkind kunnen ook zelf de kosten voor kinderopvang betalen. Ouders die een lager inkomen hebben dan de pleegouders, komen in aanmerking voor een lager tarief in de inkomensafhankelijke ouderbijdragentabel. De gemeente kan subsidie ter beschikking stellen voor kinderopvang op basis van ‘sociaal medische indicatie’. Als u denkt hiervoor in aanmerking te komen, moet u zelf een aanvraag doen bij de gemeente.
b. Ziektekosten (Nieuwe regeling in de maak die de situatie van voor 1 januari 2006 met terugwerkende kracht moet herstellen. Informeer voor de meest actuele regeling bij De Triangel.)
Kosten aanvullende verzekering Er zijn verschillende aanvullende verzekeringen mogelijk. De plaatsende instantie vergoedt alleen de kosten voor de basisverzekering en niet voor de aanvullende verzekering. U bent echter niet verplicht uw pleegkind aanvullend te verzekeren. (Zie hoofdstuk 6 verzekeringen)
Pleegwijzer
April 2008
Wanneer de ouders van uw pleegkind een aanvullende verzekering hebben, kan uw pleegkind bij hen gratis aanvullend meeverzekerd worden. De plaatser overlegt dit met de ouders van uw pleegkind en brengt u op de hoogte. Wanneer u zelf een aanvullende verzekering hebt, kan uw pleegkind mogelijk gratis meeverzekerd worden. Dit is afhankelijk van de voorwaarden die uw verzekeraar stelt aan het meeverzekeren van een pleegkind. U kunt ook uw pleegkind - tegen betaling van de premie - aanmelden bij een zorgverzekeraar, indien de ouders of voogdijinstelling dit verzuimen. U handelt dan als ‘zaakwaarnemer’ en de verzekeraar is verplicht uw pleegkind te accepteren. U kunt de kosten niet declareren.
Niet verzekerde ziektekosten U bent niet verplicht de niet verzekerde ziektekosten voor uw pleegkind te betalen. Houdt er echter rekening mee dat u toch dreigt op te draaien voor de extra kosten wanneer uw pleegkind niet aanvullend verzekerd is en de te maken ziektekosten niet binnen de basisverzekering vallen. Veel ouders kunnen hun onderhoudsverplichting niet voldoen en de voogdijinstelling betaalt maar een hele kleine selectie. Voor voogdijgeplaatste pleegkinderen heeft Bureau Jeugdzorg een betalingsverplichting voor noodzakelijke zorgkosten. Voor uw OTS- of vrijwillig geplaatste pleegkind hebben zijn ouders deze verantwoordelijkheid. Pleegzorg zal alles in het werk stellen om u niet te belasten met eventuele kosten.
Eigen bijdragen AWBZ Kinderen onder de 18 jaar betalen geen eigen bijdrage voor de AWBZ. De kosten van geneesmiddelen zijn een uitzondering hierop. Wanneer een arts een bepaald geneesmiddel voorschrijft en er bestaat een even goed en goedkoper middel, dan moet hiervoor bijbetaald worden. Deze kosten kunt u niet (zonder meer) declareren bij de plaatsende instantie. Vraag daarom altijd bij uw huisarts om een geneesmiddel zonder bijbetaling.
c. Inrichtingskosten en kledinguitzet De kosten voor inrichting van een kinderkamer en een eerste kledinguitzet betaalt u uit eigen middelen. U wordt hierin niet tegemoetgekomen door De Triangel of de plaatsende instelling. Aanvullende kleding betaalt u uit de pleegvergoeding. Grote pleeggezinnen en pleeggezinnen voor eerste opvang in crisis kunnen een toeslag ontvangen waarmee deze kosten betaald zouden moeten/kunnen worden (zie ook pag. 4, toeslagen).
d. Vervoer Als u door de komst van uw pleegkind(eren) een grotere auto aan moet schaffen, betaalt u de kosten hiervan uit eigen middelen. Dit geldt ook voor de kosten van verzekering, wegenbelasting en kinderstoelen of stoelverhogers. U wordt hierin niet tegemoet gekomen. De Triangel of de plaatsende instelling kan eventueel wel een fonds voor u aanschrijven die u mogelijk kan helpen in deze extra kosten. Tevens heeft Pleegzorg een gebruiksartikelendepot. in overleg met de beheerder van het depot kunt u daar terecht. Is het gevraagde niet op voorraad dan kunt u via de ambulant hulpverlener aanvraag tot aanschaf indienen.(zie ook hoofdstuk 4, faciliteiten).
e. Aanpassing huis Niet alle huizen zijn groot genoeg om (een) pleegkind(eren) voldoende ruimte en privacy te bieden. Wanneer u besluit uw huis aan te passen voor (de komst van) uw pleegkind(eren), betaalt u de verbouwingskosten uit eigen middelen. U wordt hierin niet tegemoetgekomen. De Triangel of de plaatsende instelling kan eventueel wel een fonds voor u aanschrijven die u mogelijk kan helpen in deze extra kosten. Tevens kunt u soms verbouwingskosten, die uitsluitend ten behoeve van het opvangen van pleegkinderen gemaakt worden, onder voorwaarden aftrekken van de belasting (zie pag. 17)
f. Overige huisvestingskosten
Pleegwijzer
April 2008
Meer personen in een huis zorgen voor snellere slijtage van de inventaris (banken, stoelen, tafels, kasten, vloerbedekking) en gebruiksartikelen (wasmachine, droger, bed en matras, serviesgoed) en meer kosten voor klein onderhoud (schilderwerk, reparaties). U wordt hierin niet tegemoetgekomen.
g. Vakantiekosten Wanneer u extra kosten maakt om uw pleegkind met uw gezin mee op vakantie te kunnen laten gaan, betaalt u dat uit eigen middelen. U wordt hierin niet tegemoetgekomen door De Triangel of de plaatsende instelling. Het is wel de bedoeling dat u het bij u wonend pleegkind meeneemt op vakantie, tenzij er dringende redenen zijn om dit niet te doen. U kunt (samen met de hulpverleners) ook besluiten om uw pleegkind vakantie te laten vieren op een (pleegkinderen)vakantiekamp. U kunt daarvoor een declaratie indienen bij de voorziening. De bijdrage aan het kamp kent een gelimiteerd bedrag (de helpdesk kan u daarover informeren).
h. Kosten voor persoonlijke ontwikkeling/verzorging van uw pleegkind Regelmatig blijkt dat een pleegkind aangepaste kleding/schoeisel nodig heeft of aangepast spelmateriaal om de ontwikkeling te stimuleren. Een speciaal dieet of speltherapie, een consult bij de kinderpsychiater of huiswerkbegeleiding. Voor vrijwillig en OTS-geplaatste pleegkinderen zijn de ouders verantwoordelijk voor de toestemming en betaling van de kosten die dit met zich meebrengt. Gedeeltelijk worden de kosten vergoed door de zorgverzekeraar of het AWBZ (Zie hiervoor de polisvoorwaarden en hoofdstuk 6 verzekeringen). Deze kosten worden voor voogdij geplaatste kinderen gedeeltelijk betaald vanuit de regeling bijzondere uitgaven (zie pleegvergoeding), overige kosten betaalt u zelf. Speltherapie, Video Home training en Crisisinterventie kunnen eventueel, na een indicatiestelling door Bureau Jeugdzorg door Pleegzorg uitgevoerd worden. Andere hulpvormen kunnen elders (oa GGZ of een particuliere psycholoog, diëtist e.d.) worden ingekocht, ook hiervoor hebt u toestemming nodig van de wettelijke vertegenwoordiger.
i. Inkomstenderving Om optimaal voor uw pleegkind te kunnen zorgen, kunt u (al dan niet door de situatie gedwongen) beslissen om minder te gaan werken of te stoppen met uw werk. Uw inkomen daalt en u bouwt geen pensioenrechten meer op. Alleenstaande grootouders met een WAO-uitkering die voor hun pleegkind gaan zorgen worden gekort op hun uitkering. Hierin wordt u niet tegemoet gekomen of gecompenseerd. Als pleegouder moet u voor zichzelf beoordelen of u deze offers wil en kan maken.
j. Bijdrage in de kosten van jeugdzorg a. Ouders De ouders van uw pleegkind zijn verplicht om aan het Rijk een bijdrage te betalen aan de jeugdzorg voor de kinderen voor wie zij onderhoudsplichtig zijn. Het bedrag wordt geïnd door het LBIO (Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen). Deze inning gaat buiten u om. Indien de ouders van uw pleegkind zijn ontheven of ontzet uit de ouderlijke macht hoeven zij de bijdrage niet te voldoen. De onderhoudsplicht van de ouders blijft wel bestaan. Als uw pleegkind meer verdient dan € 226,89 per maand (en zelf een bijdrage moet betalen), dan hoeven zijn ouders geen LBIO bijdrage meer te betalen.
b. Pleegouders Pleegouders (m.u.v. gezamenlijke pleegoudervoogd, zie ook hoofdstuk 3: gezag) zijn niet onderhoudsplichtig voor hun pleegkind. Dit zijn de ouders of voogdij-instelling. U hoeft dus niet bij te dragen in de kosten voor hulp aan uw pleegkind. De verplichte bijdrage die uw pleegkind moet betalen, mag daarom niet gekort worden op uw pleegvergoeding.
Pleegwijzer
April 2008
De pleegvergoeding is een tegemoetkoming in de kosten en geen inkomstenbron. De pleegvergoeding is een vergoeding voor de pleegouders, ook als een pleegkind ouder dan18 jaar is. Indien u een bijstanduitkering ontvangt wordt u hierop niet gekort wanneer u een pleegkind verzorgt en hiervoor een pleegvergoeding ontvangt.
c. Jeugdige Zonder inkomen Uw pleegkind hoeft, zolang hij geen inkomsten heeft, niet bij te dragen in de kosten van jeugdhulp. Inkomsten die in de betreffende maand lager zijn dan € 52,94 (of € 635,29 per jaar) worden niet aangemerkt als inkomen. Zakgeld en kleedgeld zijn geen inkomsten.
Pleegkind met inkomen Wanneer uw pleegkind inkomen heeft, moet hij een eigen bijdrage betalen voor jeugdhulp en daarvoor een deel van zijn netto-inkomen afdragen aan het Centrum voor Pleeggezinnen. Het maakt daarbij niet uit waar het inkomen van uw pleegkind vandaan komt: Studiefinanciering, bijbaantje, werk (ook vakantiegeld, overwerk, stagevergoeding, 13e maand en dergelijke) of een uitkering. Pleegzorg moet de eigen bijdrage van uw pleegkind vaststellen en de bijdrage bij uw pleegkind innen. Uw pleegkind is verantwoordelijk voor de betaling van zijn eigen bijdrage. U bent hiervoor niet verantwoordelijk. Uw medewerking bij het aanleveren van de juiste gegevens wordt wel verwacht. Uw pleegkind (of u) meldt het inkomen van uw pleegkind bij de administratie van het Centrum voor Pleeggezinnen door middel van een door uw ambulant hulpverlener verstrekt inkomstenformulier. Stuur kopieën van het loonstrookje of uitkeringsspecificaties mee. Pleegzorg berekent het af te dragen bedrag. Hieronder staat een rekenmodel, om zelf uit te rekenen wat uw pleegkind af moet dragen. Kosten die uw pleegkind maakt om te kunnen (gaan) werken, kunnen in mindering gebracht worden op het inkomen( Bijv. verwervingskosten, kosten voor woon- werkverkeer, werkkleding). Vergoedingen die de werkgever verstrekt om deze kosten te betalen, mogen niet in mindering worden gebracht. Opgebouwd vakantiegeld wordt pas gekort in de maand dat het wordt uitgekeerd. Per 1 januari 2006 Netto-minimumlonen per maand: 23 jaar en ouder € 1.086,00 22 jaar € 937,00 21 jaar € 813,00 20 jaar € 704,00 19 jaar € 615,00 18 jaar € 546,00 17 jaar € 497,00 16 jaar € 439,00 15 jaar € 382,00
In ieder geval niet af te dragen bedrag: à 25% = € 271,50 à 25% = € 234,25 à 25% = € 203,25 à 25% = € 176,00 à 25% = € 153,75 à 25% = € 136,50 à 25% = € 124,25 à 25% = € 109,75 à 25% = € 95,50
Inkomsten uit arbeid: Loondienst, bijverdiensten, vakantiewerk en stagevergoeding Indien de totale inkomsten uit arbeid lager zijn dan € 52,94 per maand mag uw pleegkind deze geheel houden en hoeven niet te worden opgegeven bij het Centrum voor Pleeggezinnen. Hij mag dan ook de eventueel vergoede verwervingskosten zelf houden.
Pleegwijzer
April 2008
Indien de totale inkomsten uit arbeid in de betreffende maand hoger zijn dan € 52,94 mag uw pleegkind een deel houden nl: 25% van het netto minimum loon wat geldt voor zijn leeftijd + 25% van de daarbovenuit komende inkomsten.
Bereken model inkomsten uit arbeid: Inkomsten van uw pleegkind = Verwervingskosten= Vergoed door werkgever = Totaal niet vergoede verwervingskosten Totaal niet vergoede verwervingskosten = Totaal
€ € - €_______ € - €______ a
€
Is het totaalbedrag lager dan 52, 94 dan hoeft uw pleegkind niets af te dragen. Is het totaalbedrag lager dan de 25 % van het minimumloon (zie tabel, 2de kolom) die uw pleegkind mag houden dan hoeft uw pleegkind niets af te dragen. Is het totaal bedrag hoger dan de 25 % het minimumloon (zie tabel, 2de kolom) die uw pleegkind mag houden, dan moet hij van het verdiende loon min 25 % van minimumloon, 75 % betalen aan Pleegzorg , dus:
25% van het minimumloon geldend voor de leeftijd van uw pleegkind (zie tabel) wat hij mag houden= b €_______ Restant verdiensten € Hiervan mag hij ¼ deel houden c -€ Bedrag wat uw pleegkind mag houden = (b + c ) Bedrag wat uw pleegkind moet afdragen = (a – b – c )
€ €
Voorbeeld 1: Een pleegkind (16) heeft een bijbaantje en verdient het minimumloon. Hij maakt niet vergoede buskosten van € 14,00 om op zijn werk te komen (verwervingskosten). Totaal verdient hij netto € 110,00 per maand. Inkomsten van uw pleegkind = Verwervingskosten= Vergoed door werkgever = Totaal niet vergoede verwervingskosten Totaal niet vergoede verwervingskosten = Totaal
€ 110,00 € 14,00 - €_______ € 14,00 €
-€ 96,00
14,00
Dit totaalbedrag is hoger dan de drempel van € 52,94, maar lager dan de 25 % van het minimumloon (zie tabel, 2de kolom) die uw pleegkind mag houden: Hij hoeft niets af te dragen.
Voorbeeld 2: Een pleegkind (17) heeft een vakantiebaantje en verdient totaal netto € 500,00 in de maand Juli. Inkomsten van uw pleegkind = Verwervingskosten= Vergoed door werkgever = Totaal niet vergoede verwervingskosten Totaal niet vergoede verwervingskosten = Totaal
€ 500,00 € - €_______ € -€ € 500,00
0,00
Dit totaalbedrag is hoger dan de drempel van € 52,94 en hoger dan de 25 % van het minimumloon (zie tabel, 2de kolom) die uw pleegkind mag houden, dus:
25% van het minimumloon geldend voor de leeftijd van uw pleegkind (zie tabel) wat hij mag houden= b € 124,25 Restant verdiensten € 375,75 Hiervan mag hij ¼ deel houden c - € 93,94
Pleegwijzer
April 2008
Bedrag wat uw pleegkind mag houden = (b + c ) Bedrag wat uw pleegkind moet afdragen = (a – b – c )
€ 218,19 € 281,81
Voorbeeld 3: Een pleegkind (16) werkt fulltime en verdient het minimumloon. Totaal netto € 439,00. Inkomsten van uw pleegkind = € Verwervingskosten= € Vergoed door werkgever = - €_______ Totaal niet vergoede verwervingskosten € Totaal niet vergoede verwervingskosten = Werkelijke loon: € 25% van het minimumloon geldend voor de leeftijd van het pleegkind (zie tabel) wat hij mag houden= -€ Restant verdiensten € Hiervan mag hij ook nog ¼ deel houden (25% van € 321,25) Bedrag wat uw pleegkind mag houden = (€ 109,75 + € 80,32) € 192,06 Bedrag wat uw pleegkind moet afdragen = (€ 439,00 - € 190,07)
439,00
-€ 439,00 109,75 329,25 -€
0,00
82,31
€ 246,94
Bovenstaande is niet hetzelfde als het belastingvrijgestelde bedrag.
Pleegwijzer
April 2008
Inkomen uit uitkering: Ook als uw pleegkind een inkomen uit een uitkering of studiefinanciering ontvangt, is hij verplicht de bijdrage in jeugdzorg te betalen. Voor deze inkomsten mag alleen het deel onder het drempelbedrag (25% van het minimumloon geldend voor de leeftijd van uw pleegkind) door uw pleegkind behouden blijven. Het restant moet geheel afgedragen worden aan Pleegzorg.
Studie(financiering) De verschuldigde bijdrage wordt, onder aftrek van boeken/leermiddelen, onderwijsbijdrage (het deel van de uitkering dat volgens de normen van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen bedoeld is voor boeken, leermiddelen of onderwijsbijdrage), door Pleegzorg in rekening gebracht bij uw pleegkind. Stuur een kopie van de beschikking van de Informatie Beheergroep aan uw ambulant hulpverlener.
Bereken model studiefinanciering: Inkomsten studiefinanciering van uw pleegkind = Boeken, leermiddelen= Onderwijsbijdrage = Totaal schoolkosten Totaal schoolkosten = Totaal inkomsten uit studiefinanciering (a – b)
a
€
€ - €_______ € b - €_______ c €
Is het totaalbedrag lager dat de 25 % van het minimumloon (zie tabel) die uw pleegkind mag houden, dan hoeft uw pleegkind niets af te dragen. Is het totaal bedrag hoger dan de 25% het minimumloon (zie tabel) die uw pleegkind mag houden, dan moet hij van dit resterende bedrag 75 % betalen aan Pleegzorg
25% van het minimumloon geldend voor de leeftijd van uw pleegkind (zie tabel) wat hij mag houden= d €_______ Restant verdiensten e € Bedrag wat uw pleegkind mag houden = (b + d) Bedrag wat uw pleegkind moet afdragen = (e)
€ €
Werkt uw pleegkind 4 dagen in de week en gaat hij 1 dag in de week naar school, waardoor hij geen studiefinanciering ontvangt, dan mag hij de kosten die hij zelf betaalt (of moet betalen) aan boeken, leermiddelen en onderwijsbijdrage ook eerst van het inkomsten worden aftrekken voordat de eigen bijdrage berekend wordt. Indien de ouders van uw pleegkind kinderbijslag ontvangen, ontvangt uw pleegkind zijn eerste studiefinanciering pas vanaf het eerstvolgende volle kwartaal. De ouders zijn onderhoudsplichtig voor dit kwartaal.
Half-wezenuitkering De halfwezenuitkering is geen inkomen van uw pleegkind, maar een tegemoetkoming in onderhoudskosten aan de verzorgers van een halfwees. Er mag dus ook geen inhouding op gedaan worden voor de eigen bijdrage voor jeugdhulp (zie pag. 12, bijdragen pleegouders).
Wezenuitkering Wanneer beide ouders van uw pleegkind overleden zijn, heeft uw pleegkind tot zijn16de recht op een wezenuitkering en vakantie-uitkering, ongeacht of hij vermogen heeft. Alleen de voogd (of pleegoudervoogd) kan bij de Sociale Verzekeringsbank voor uw pleegkind de wezenuitkering aanvragen en ontvangen. Het deel waar uw pleegkind recht op heeft (25 % van minimumloon voor zijn leeftijd plus 25% van het meerdere) wordt door de voogdij-instelling aan uw pleegkind uitbetaald. Jaarlijks ontvangt uw pleegkind of zijn voogd een overzicht van de Sociale
Pleegwijzer
April 2008
Verzekeringsbank (zie ook hoofdstuk 11: overlijden). Met het onderstaande model kunt u controleren of de verrekening correct is. Uw pleegkind wordt ook als wees aangemerkt als één ouder overlijdt en zijn overlevende ouder van het ouderlijk gezag is ontzet. Een wees heeft in geval van arbeidsongeschiktheid tot zijn achttiende jaar recht op een wezenuitkering of als hij studeert tot zijn eenentwintigste jaar.
Voorbeeld wezenuitkering 15 jarige: Inkomsten wezengeld van uw pleegkind = a € 160,00 25% van het minimumloon geldend voor de leeftijd van uw pleegkind (zie tabel) wat hij mag houden= b - € 95,50 Restant wezengeld c € 64,50 Bedrag wat uw pleegkind mag houden = (b) Bedrag wat uw pleegkind moet afdragen
€ 95,50 = (c )
€ 64,50
Bereken model wezenuitkering: Inkomsten wezengeld van uw pleegkind = a € 25% van het minimumloon geldend voor de leeftijd van uw pleegkind (zie tabel) wat hij mag houden= b - €_______ Restant wezengeld c € Bedrag wat uw pleegkind mag houden = (b) Bedrag wat uw pleegkind moet afdragen
€ = (c )
€
Alimentatie Alimentatie is geen inkomsten uit arbeid of uitkering. Indien (u voor) uw pleegkind alimentatie ontvangt, hoeft hij hiervoor geen bijdrage in jeugdzorg te betalen.
Bijstand voor schoolverlaters Wanneer de stopzetting van de pleegvergoeding (einde indicatie) niet aansluit op de studiefinanciering of de kinderbijslag, kan uw pleegkind bijstand aanvragen voor de tussenliggende periode. Uw pleegkind moet de bijstand zélf aanvragen. Zodra uw pleegkind een uitkering ontvangt, vervalt de aanspraak op pleegvergoeding. De uitkerende instantie beoordeelt de aanvraag (zeer streng). Indien de ouders van uw pleegkind kinderbijslag ontvangen, ontvangt uw pleegkind zijn eerste uitkering pas vanaf eerstvolgende volle kwartaal. De ouders zijn namelijk onderhoudsplichtig voor dit kwartaal. In principe speelt het inkomen van de pleegouders geen rol bij het aanvragen van een bijstandsuitkering voor een pleegkind, ongeacht zijn leeftijd. Pleegouders die een bijstandsuitkering hebben worden niet gekort doordat het pleegkind een eigen inkomen gaat krijgen.
Pleegwijzer
April 2008
Meerdere inkomens tegelijk Het kan zijn dat uw pleegkind meerdere inkomens naast elkaar heeft. Voor de totale inkomsten uit arbeid van uw pleegkind geldt de drempel van € 52,94. Overschrijden deze (gezamenlijk) de vrije voet niet, dan hoeft dit niet te worden opgegeven. Heeft uw pleegkind naast inkomsten uit arbeid ook nog inkomsten uit uitkering (zoals studiefinanciering en/of een wezenuitkering), dan mag alleen voor de inkomsten uit arbeid de bijdragevrije voet (¼ deel van het minimumloon, geldend voor de leeftijd van uw pleegkind) worden toegepast. Inkomens worden opgeteld. Bereken elk inkomen apart volgens de betreffende berekenmodellen. Neem de af te dragen eindbedragen uit de berekenmodellen die gelden voor de situatie van uw pleegkind Tel deze op. U heeft nu het totaal wat uw pleegkind verschuldigd is aan Pleegzorg .
Voorbeeld meerdere inkomens Een pleegkind(16) krijgt per maand een wezenpensioen van € 160,00. Hij verdient daarnaast netto uit arbeid in loondienst € 300,00. Hij maakt € 25,00 reiskosten die zijn baas niet vergoedt. Inkomsten uit loondienst van uw pleegkind = a € Verwervingskosten= € 25,00 Vergoed door werkgever = - €_______ Totaal niet vergoede verwervingskosten € 25,00 Totaal niet vergoede verwervingskosten = Werkelijke loon: € Inkomsten wezenuitkering van uw pleegkind = b € Totaal € 25% van het minimumloon geldend voor de leeftijd van uw pleegkind (zie tabel) wat hij mag houden= c -€ Restant verdiensten € Hiervan mag hij ¼ deel houden d -€ Bedrag wat uw pleegkind mag houden Bedrag wat uw pleegkind moet afdragen
= (c + d ) = (a – c – d )
300,00
-€ 275,00 160,00 435,00
25,00
109,75 325,25 81,31
€ 191,06 € 243,94
18+ Algemeen Wanneer uw pleegkind 18 jaar wordt, is hij wettelijk gezien meerderjarig en stopt pleegzorg, evenals de begeleiding en de betaling van pleegvergoeding. Uw pleegkind moet zelf gaan voorzien in zijn eigen onderhoud.
18+ met indicatie voor voortzetting van de hulpverlening Indien uw pleegkind nog niet voor zichzelf kan zorgen als hij 18 wordt, kan eenmalig verlengde hulpverlening voor hem aangevraagd worden bij Bureau Jeugdzorg. Dit moet minstens een half jaar voordat uw pleegkind 18 jaar wordt gebeuren en dient elk volgend halfjaar getoetst en herindiceerd worden. Uw ambulant hulpverlener is hiervoor verantwoordelijk. Wanneer hiervoor door Bureau Jeugdzorg een indicatie wordt afgegeven kan uw pleegkind nog gebruik maken van pleegzorg tot maximaal zijn 23ste verjaardag. Indien uw 18+pleegkind inkomsten heeft, dan dienen deze verrekend te worden volgens de algemene, hierboven beschreven methode. De bijdrage die uw meerderjarige pleegkind moet betalen voor jeugdhulp is dezelfde als voor minderjarige pleegkinderen en wordt hetzelfde berekend.
Pleegwijzer
April 2008
Pleegouders met pleegkinderen die 18 jaar zijn en geen (volledige) inkomsten, geen (volledige) studiefinanciering of geen (volledige) tegemoetkoming studiekosten 18 tot 27-jarigen ontvangen en die in aanmerking komen voor voortgezette hulpverlening ontvangen de pleegvergoeding voor 18+ (zie tabel pagina 2) van de voorziening. Hierop mag niet gekort worden.
Wajong De Wajong (Wet Arbeidsongeschiktheidsvoorziening Jonggehandicapten) is bedoeld voor jonggehandicapten die (deels) arbeidsongeschikt zijn en18 jaar worden en die niet of nauwelijks aan het arbeidsproces kunnen deelnemen. Zij kunnen geen beroep doen op de WAO. Gehandicapte jongeren die voor ten minste 25% arbeidsongeschikt zijn, kunnen aanspraak maken op een Wajong-uitkering (zie ook hoofdstuk 20: verstandelijke handicap). Ook deze eigen inkomsten moet uw pleegkind de eigenbijdrage betalen. Deze wordt door Pleegzorg in rekening gebracht bij uw pleegkind. Extra gemaakte kosten die verband houden met de arbeidsongeschiktheid/handicap mogen in mindering gebracht worden.
Bereken model Wajong-uitkering: Inkomsten Wajonggeld van uw pleegkind = a € Extra gemaakte kosten die verband houden met de arbeidsongeschiktheid/handicap €_______ Totaal inkomsten: b €
-
25% van het minimumloon geldend voor de leeftijd van uw pleegkind (zie tabel) wat hij mag houden= c - €_______ Restant Wajonggeld d € Bedrag wat uw pleegkind mag houden = (c) Bedrag wat uw pleegkind moet afdragen
€ = (d)
€
18+ zonder indicatie voor voortzetting van de hulpverlening Als een kind 18 jaar wordt en er is geen hulpverlening meer noodzakelijk of gewenst, zal de pleegvergoeding stopgezet worden. Uw pleegkind wordt vanaf nu niet meer ondersteund door zijn casemanager of (gezins-)voogd. Uw pleegkind moet zelf gaan voorzien in zijn eigen onderhoud. Zijn ouders zijn nog tot zijn 21ste onderhoudsplichtig zolang uw pleegkind geen eigen inkomsten heeft. Hij kan een baan zoeken of een bijstandsuitkering aanvragen wanneer zijn ouders niet kunnen voorzien in zijn onderhoud.
Pleegwijzer
April 2008
3. Belastingen Van de redactie Voor dit hoofdstuk geldt meer dan voor de andere hoofdstukken van de Pleegwijzer dat de tekst informatief is en zeker niet juridisch of belastingtechnisch sluitend.
a. Algemene begrippen In tal van regelingen is (nog) niet expliciet naar pleegzorg gekeken en zijn de bestaande definities van pleegkinderen bij de diverse sectoren van de overheid niet eenduidig. Zelfs binnen dezelfde sector (in dit geval belastingen) worden regels per regio door de inspectie verschillend geïnterpreteerd. Een aantal zaken zijn belangrijk om te bepalen of uw pleegkind aangemerkt kan worden als pleegkind in de zin van de belastingen en om te beoordelen op welke aftrekposten u een beroep kunt doen. Hieronder verklaren wij een aantal termen.
Inkomstenbelasting (Art 46 IB) Pleegkinderen zijn zij die door de belastingplichtige worden (of werden) onderhouden en opgevoed als een eigen kind; Er moet een financiële band zijn tussen het pleegkind en de pleegouder èn de pleegouder moet voorzien in de opvoeding van het pleegkind. De ‘financiële band’ met uw pleegkind bestaat, wanneer u kunt aantonen dat de ontvangen pleegvergoeding niet toereikend is. De voogd (natuurlijk persoon of plaatsende instantie) is verantwoordelijk voor de opvoeding en verzorging van het pleegkind en maakt hiervoor een hulpverleningsplan. Vervolgens plaatst hij het kind in een pleeggezin maar hij behoudt de eindverantwoording. Omdat de opvoeding door meerdere partijen wordt uitgevoerd blijft het pleegkind toch gezien als een pleegkind volgens de inkomstenbelasting. Uw pleegkind is pas een pleegkind voor de IB wanneer het minimaal 6 maanden tot uw huishouden behoort. Er kan van opvoeden pas sprake zijn indien de relatie tussen pleegouder en pleegkind in voldoende mate duurzaam is. Gezien het tijdelijke karakter van de plaatsing in een kortverblijfpleeggezin ontstaat er geen opvoedingsrelatie, waardoor u niet voldoet aan de opvoedingseis. U voldoet wel aan de onderhoudseis, die voor de fiscus het belangrijkst is. Wanneer u denkt in aanmerking te komen voor buitengewone belastingaftrek kunt u dus een gok wagen. Voor de IB wordt de mate van onderhoud van uw pleegkind in beginsel per kwartaal bepaald. Als de onderhoudsplicht feitelijk het hele jaar heeft bestaan zoals het geval bij langdurende pleegzorg, maakt het niet zoveel uit als het ene kwartaal meer en het andere kwartaal minder is bijgedragen.
Algemene Kinderbijslag Wet (AKW) Kinderbijslag is, net als de pleegvergoeding, een tegemoetkoming in de kosten voor de verzorging en opvoeding van een kind, bestemd voor ouders en opvoeders. Pleegouders hebben recht op óf pleegvergoeding óf kinderbijslag, niet op beiden. Wanneer u een pleegvergoeding ontvangt hebt u geen recht op kinderbijslag. Wanneer de ouders ontzet zijn uit de ouderlijke macht en de voogdij-instelling de opvoeding heeft
Pleegwijzer
April 2008
gedelegeerd naar u, de pleegouder, kunt u kinderbijslag aanvragen voor het pleegkind. Hierbij vervalt uw recht op pleegvergoeding en aftrek van een vast bedrag als kosten van levensonderhoud. Bij OTS en vrijwillige pleegzorg hebben de ouders het gezag. In de pleegzorg is meestal geen sprake van het verbreken van de band met de ouders omdat deze nog bezoekregelingen hebben en vaak meebeslissen in belangrijke keuzes van het pleegkind. Hierdoor blijven de ouders meestal recht behouden op kinderbijslag.
Sporadisch is het mogelijk dat u voor uw pleegkind (nog) kinderbijslag ontvangt (zie voorwaarden Kinderbijslagwet). De (onterecht) ontvangen kinderbijslag wordt ook niet in mindering gebracht op uw pleegvergoeding. Echter, de uitvoerder van de Kinderbijslagwet (Sociale Verzekeringsbank) controleert steekproefsgewijs of u wel recht hebt op kinderbijslag. Wanneer u geen recht hebt op de vergoeding, worden alle betalingen teruggevorderd. (Zie ook hoofdstuk 6 verzekeringen.) Elke pleegouder die een pleegvergoeding ontvangt van een Voorziening voor Pleegzorg moet een pleegcontract ondertekenen. De eindverantwoording voor de opvoeding en het onderhoud ligt daarmee niet bij de pleegouder maar bij De Triangel. Pleegouders hebben onder andere om deze reden geen recht op kinderbijslag. Als u kinderbijslag wilt aanvragen voor uw pleegkind, dient u aannemelijk te maken dat de band met de biologische ouders verbroken is, zodanig dat daardoor de mogelijkheid is ontstaan - en door u wordt benut - de plaats van de ouders in te nemen (zie hoofdstuk 12 rechten en plichten). Uw recht op pleegvergoeding vervalt. Als u kinderbijslag ontvangt vervalt het recht op buitengewone lastenaftrek voor uw pleegkind. Wanneer blijkt dat u geen recht hebt op kinderbijslag in de zin van de inkomstenbelastingenwet, hebt u wel recht op aftrek van buitengewone lasten.
Sociale Wetgeving (SW) Kinderen die, voor de dag dat zij de leeftijd van 21 jaar hebben bereikt, gedurende ten minste vijf jaar uitsluitend door de pleegouder als een eigen kind zijn opgevoed en onderhouden, worden aangemerkt als pleegkinderen voor de sociale wetgeving. (zie ook hoofdstuk 6 verzekeringen)
Halfwezengeld Wanneer een van de ouders van uw pleegkind overlijdt, heeft ú voor uw pleegkind recht op halfwezengeld (zie ook hoofdstuk 11: overlijden). De uitkering voor halfwezen mag niet met de pleegvergoeding worden verrekend. Pleegouders hebben formeel geen onderhoudsplicht en hebben dus geen recht op compensatie van die onderhoudsplicht in de vorm van een (half-)wezenuitkering. Per medio 2005 keert de Sociale Verzekeringsbank geen halfwezengelden meer uit, omdat zij vinden dat de pleegvergoeding al een tegemoetkoming in de onderhoudskosten van uw pleegkind is. U valt, als uw partner overlijdt, niet onder het criterium van de AKW, welke gebruikt wordt voor het vaststellen van recht op nabestaandenuitkering. Uw pleegkind(eren) tellen niet mee als kinderen waarvoor u recht hebt op een nabestaandenuitkering. De ouder, die het kind niet verzorgt, heeft om diezelfde reden geen recht op een nabestaandenuitkering. De SW heeft invloed op erfrecht, successierecht en overlijdensuitkeringen (zie overlijden).
Pleegwijzer
hoofdstuk 11:
April 2008
b. Kortingen Heffingskortingen zijn kortingen op de te betalen belasting. Deze gelden voor zowel ouders als pleegouders. Wanneer u recht hebt op één of meerdere kortingen, dient u deze zelf terug te vragen bij de belastingdienst. De Triangel, werkgever of uitkerende instantie verzorgt dit niet voor u. Uw pleegkind dient bij het bevolkingsregister op uw adres te zijn ingeschreven als u voor korting in aanmerking wil komen. Controleer dit en schrijf het pleegkind eventueel alsnog in, of laat dit doen door de plaatser.
1. (Aanvullende-) kinderkorting Pleegouders hebben recht op kinderkorting voor maximaal 1 (pleeg-)kind, jonger dan 18 jaar, dat minimaal 6 maanden in een kalenderjaar tot het huishouden behoorde en ingeschreven stond op uw woonadres (aan te tonen met het bewijs van inschrijving in het bevolkingsregister van de gemeente). U dient uw pleegkind voor minimaal € 386, - per kwartaal te onderhouden, na aftrek van de pleegvergoeding. Het gezamenlijke inkomen van u en uw partner mag niet hoger zijn dan een jaarlijks vastgesteld bedrag. Of u ook recht hebt op aanvullende kinderkorting hangt af van de hoogte van uw inkomen. De bedragen worden jaarlijks vastgesteld. Als een pleegkind op 1 januari van een jaar 18 jaar wordt, telt het hele jaar nog mee voor de kinderkorting. Gaat, in het betreffende belastingjaar, uw pleegkind binnen een half jaar elders wonen dan moet u de ontvangen korting terugbetalen aan de belastingdienst. Als u eigen kinderen in deze leeftijd opvoedt en verzorgt, ontvangt u de kinderkorting al. U kunt deze niet twee maal ontvangen. Indien er in het kalenderjaar gedurende minimaal 6 maanden 3 (pleeg-)kinderen of meer in uw gezin woonden die allen jonger waren dan 18 jaar, dan kan de kinderkorting extra verhoogd worden.
65+grootouders die hun kleinkind als pleegkind opvoeden, komen op grond van dezelfde voorwaarden als alle pleegouders in aanmerking voor de (aanvullende)kinderkorting. De bedragen zijn echter beduidend lager.
2.(Aanvullende-) alleenstaande ouderkorting Als u gedurende een kalenderjaar minimaal 6 maanden zonder fiscale partner uw pleegkind (jonger dan 27 jaar) opvoedde hebt u recht op de alleenstaande oudertoeslag. Uw pleegkind moet ingeschreven staan op uw woonadres (aan te tonen met het bewijs van inschrijving in het bevolkingsregister van de gemeente). U dient uw pleegkind voor minimaal € 386, - per kwartaal te hebben onderhouden, na aftrek van de pleegvergoeding. Uw inkomen mag niet hoger zijn dan een jaarlijks vastgesteld bedrag. Of u ook recht hebt op aanvullende alleenstaande ouderkorting (voor (pleeg)kinderen tot 16 jaar) hangt af van de hoogte van uw inkomen. De bedragen worden jaarlijks vastgesteld. U ontvangt uw kortingen aan de hand van schattingen vooraf. Als u in het betreffende jaar minstens een half jaar een partner hebt/had, dan moet u de ontvangen korting terugbetalen aan de belastingdienst.
Pleegwijzer
April 2008
3. (Aanvullende-) combikorting Als u werk combineert met zorg voor (pleeg-) kinder(en) jonger dan 12 jaar, die minimaal 6 maanden in een kalenderjaar tot het huishouden behoorden en ingeschreven stonden op uw woonadres (aan te tonen met het bewijs van inschrijving in het bevolkingsregister van de gemeente), kunt u in aanmerking komen voor de combi-korting. Het gaat hierbij om degene die de zorg voor het (pleeg-)kind heeft en niet om degene die de onderhoudskosten voor het kind betaalt! Dit kan dus gelden voor beide pleegouders. Beiden hebt u dan recht op korting. Of u ook recht hebt op aanvullende korting hangt af van de hoogte van uw inkomen en of u in het kalenderjaar een partner had. De bedragen worden jaarlijks vastgesteld.
c.Toeslagen 1. Kinderopvangtoeslag Indien u gebruikmaakt van kinderopvang voor uw pleegkind, kan dat aardig in de papieren lopen. Pleegouders worden voor de Wet op de Kinderopvang gelijkgesteld met ouders. Uw inkomen (en niet dat van de ouders) is bepalend voor de tegemoetkoming die u kunt ontvangen.
1/3 deel van de kosten dient u zelf te betalen. Hiervoor ontvangt u geen tegemoetkoming vanuit Bureau Jeugdzorg of de Voorziening voor Pleegzorg.
De ouders van uw pleegkind kunnen ook zelf de kosten voor kinderopvang betalen. Ouders die een lager inkomen hebben dan de pleegouders, komen in aanmerking voor een lager tarief in de inkomensafhankelijke ouderbijdragentabel. Degene die de kosten betaalt heeft ook recht op de eventuele kinderopvangtoeslag. De gemeente kan subsidie ter beschikking stellen op basis van ‘sociaal medische indicatie’. Als u denkt hiervoor in aanmerking te komen, moet u zelf een aanvraag doen bij de gemeente.
Uw werkgever en die van uw toeslagpartner mogen samen maximaal 1/3 van de totale kosten van kinderopvang belastingvrij vergoeden. Zij zijn echter niet verplicht om mee te betalen aan de kosten van kinderopvang.
Krijgt u van uw werkgever(s) niets of niet het volledige 1/3 deel van de kosten vergoed, dan kunt u in aanmerking komen voor een extra toeslag van de rijksoverheid. De Belastingdienst/Toeslagen betaalt u dan, onder andere afhankelijk van uw inkomen, een bepaald percentage over het bedrag dat uw werkgever te weinig betaalt (of dat beide werkgevers te weinig betalen).
1/3 deel van de kosten voor kinderopvang worden door de belastingdienst aan u terugbetaald.
2. Zorgtoeslag Iedereen in Nederland moet verplicht verzekerd zijn voor de ziektekosten (zie hoofdstuk 6 verzekeringen). Om de kosten voor de van de nominale premie te drukken is de zorgtoeslag in het leven geroepen. Dit is een maandelijkse tegemoetkoming van de belastingdienst. U komt in aanmerking voor zorgtoeslag als u (en uw eventuele partner) samen met uw pleegkind(eren) een huishouden vormt en uw (beider) toetsingsinkomen maximaal 40.000 euro per jaar bedraagt. De hoogte van deze toeslag is afhankelijk van uw gezamenlijke inkomen en dat van uw eventuele partner.
Pleegwijzer
April 2008
Als alleenstaande (pleeg)ouder komt u in aanmerking voor zorgtoeslag als uw inkomen onder de grens van 25000, - per jaar ligt. Uw minderjarig pleegkind geldt niet als uw toeslagpartner. Minderjarige (pleeg-)kinderen komen niet in aanmerking voor zorgtoeslag, omdat zij gratis basisverzekerd (moeten) zijn en geen nominale premie hoeven te betalen.
18 + Elke meerderjarige moet zelf een zorgverzekering afsluiten en nominale premie betalen vanaf het moment dat hij 18 jaar wordt. (Dus ook studenten, ongeacht of zij uit of thuis wonen). Uw (al dan niet studerende) 18+ pleegkind heeft recht op zorgtoeslag, zodra hij zelfstandig verzekerd is. Voor de aanvraag van deze zorgtoeslag is alleen zijn eigen toetsingsinkomen (max. 25.000 euro) van belang. De hoogte van het toetsingsinkomen van u of zijn ouders is niet relevant. Studiebeurs geldt niet als inkomen.
Pleegwijzer
April 2008
3. Inkomensafhankelijke bijdrage zorgverzekering Iedereen (dus ook minderjarigen) met een inkomen of sociale zekerheidsuitkering moet een inkomensafhankelijke bijdrage aan de Belastingdienst afdragen. Pleegkinderen moeten over het geld dat zij met hun (bij)baan verdienen of over hun wezenuitkering een inkomensafhankelijke bijdrage betalen. Uw pleegkind moet deze bijdrage zelf opgeven middels het belastingformulier. Zijn werkgever of uitkeringsinstantie is verplicht de bijdrage aan hem te vergoeden. Indien het inkomen in een jaar beneden een bepaald bedrag blijft, kan uw pleegkind door middel van een T-biljet teruggave van de belasting over dat inkomen vragen.
4. Huurtoeslag Verzorging pleegkind zonder geldige verblijfsstatus De huursubsidiewet bepaalt dat u geen recht hebt op huursubsidie wanneer er vreemdelingen in uw huis wonen. Pleegouders met huursubsidie (per 2006: huurtoeslag genoemd), die een pleegkind verzorgen zonder geldige verblijfsstatus (alleenstaande uitgeprocedeerde minderjarige asielzoekers), werden tot op heden om die reden volledig gekort op de huurtoeslag. Medio 2006 wordt de wet aangepast, zodat pleegouders niet meer gekort worden op hun huurtoeslag als zij een illegaal in Nederland verblijvend pleegkind opvangen. De belastingdienst merkt een alleenstaande minderjarige vreemdeling, waarvoor zorgplicht bestaat, niet aan als ‘medebewoner’ voor de toekenning van huurtoeslag. Uw ambulant hulpverlener en de plaatser zijn op de hoogte van de status van uw pleegkind.
Verzorging gehandicapt pleegkind Indien er een verzorgingsbehoefte bestaat bij uw gehandicapte pleegkind (waardoor opname in een verpleeghuis wordt voorkomen), wordt zijn eventuele vermogen buiten beschouwing gelaten bij de berekening van uw huurtoeslag. (zg. hardheidsclausule) De ‘verzorgingsbehoefte’ kunt u aantonen met het indicatiebesluit van Bureau jeugdzorg.
Pleegwijzer
April 2008
d. Belastingaftrek Algemeen Uitgekeerde pleegvergoedingen en toeslagen voor de eerste drie pleegkinderen in een pleeggezin worden aangemerkt als onkostenvergoeding en zijn daarom onbelast (Regeling vergoeding Pleeggezinnen).Er is namelijk geen voordeel gelegen in de uitgekeerde pleegvergoeding, dat is te rekenen tot het inkomen uit werk en woning. U kunt onder voorwaarden de uitgave voor levensonderhoud aftrekken. Voor een vierde of volgend pleegkind wordt per situatie beoordeeld of er sprake is van ‘bron tot inkomsten’. Als er sprake is van inkomsten, dan wordt de totale pleegvergoeding voor àlle pleegkinderen aangemerkt als belastbaar inkomen.
Voorwaarden Wanneer u voldoet aan de opvoedingseis en de onderhoudseis kunt u, -ook wanneer de ouders nog contact en/of zeggenschap over hun kinderen hebben- in aanmerking te komen voor belastingaftrek. Ook het aantal pleegkinderen dat u verzorgt en opvoedt heeft invloed op de aftrekmogelijkheden. Alleen wanneer geen recht op kinderbijslag bestaat, kunt u in aanmerking komen voor aftrek van kosten van levensonderhoud.
Onderhoudseis U voldoet aan de onderhoudseis die de belastingdienst stelt, als u kunt aantonen dat u op de peildatum (de situatie op de eerste dag van elk kalenderkwartaal) uw pleegkind in belangrijke mate onderhoud (hiervoor wordt jaarlijks het minimale onderhoudsbedrag per kwartaal vastgesteld).. Onder onderhoudskosten vallen ook kosten voor het halen en brengen van het kind naar ouderbezoek en therapeuten. Deze kosten moeten natuurlijk wel door u betaald zijn, op uw inkomen drukken èn nergens te declareren zijn.
Opvoedingseis U voldoet aan de opvoedingseis die de belastingdienst stelt, als uw pleegkind op de peildatum (de eerste dag van elk kalenderkwartaal) minimaal een half jaar tot uw huishouden behoort en u het opvoedt als uw eigen kind. Bezoekafspraken met eigen ouders en het meebeslissen van eigen ouders in bepaalde keuzes worden niet gezien als ‘opvoeden’. Voor de belastingdienst geldt de onderhoudseis zwaarder dan de opvoedingseis, in sommige gevallen kunt u daardoor toch in aanmerking komen voor aftrek, terwijl u niet helemaal aan de opvoedingseis voldoet.
Aantal pleegkinderen Voedt u maximaal 3 pleegkinderen op in uw pleeggezin, dan bestaat er de mogelijkheid om de algemene kosten van levensonderhoud fiscaal af te trekken. Uiteraard na aftrek van de ontvangen pleegvergoeding. Voedt u meer dan drie pleegkinderen op dan bestaat de mogelijkheid om buitengewone lasten in mindering te brengen op uw te betalen belastingen. Dit kan alleen de pleegvergoeding wordt aangemerkt als inkomen. U kunt dan alle door u betaalde kosten (bijvoorbeeld afschrijving huisvesting, inventaris, kleding, school) in mindering brengen als buitengewone lasten (als een soort onderneming).
Pleegwijzer
April 2008
Aftrek voor uitgave voor levensonderhoud vervallen hiermee. De aftrek voor buitengewone lasten mag niet meer zijn dan de vaste aftrekmogelijkheid voor kosten van levensonderhoud. Het NIBUD heeft richtlijnen die pleeggezinnen met meer dan 3 pleegkinderen kunnen helpen om te „bewijzen" dat de vergoeding voor het vierde of vijfde pleegkind geen inkomen is, maar slechts (gedeeltelijk) de kosten dekt. Als uw pleegvergoeding niet als inkomsten wordt beschouwd, kunt u de algemene kosten van levensonderhoud fiscaal aftrekken, net als bij ‘kleine’ pleeggezinnen.
Aftrekmogelijkheden a. Uitgaven voor levensonderhoud van pleegkinderen jonger dan 30 jaar Als de pleegvergoeding aantoonbaar ontoereikend is, kunt u de extra uitgaven voor levensonderhoud aftrekken. Om te bepalen wat uw uitgaven waren, wordt de situatie aan het begin van elk kwartaal als peildatum gehanteerd. U dient het pleegkind voor minstens het vastgestelde basisbedrag per kwartaal te onderhouden bovenop de pleegvergoeding die u ontvangt voor uw pleegkind. Het kind mag geen eigen inkomen hebben (bijvoorbeeld studiebeurs, bijbaan, uitkering). U mag ook geen kinderbijslag ontvangen. U kunt meer aftrekken als de meerkosten van het levensonderhoud grotendeels (voor meer dan 50%) op u drukken en ook door u gemaakt zijn. Indien uw pleegkind niet (meer) tot uw huishouden behoort (bijv. op kamers woont), wordt het aftrekbaar bedrag verder verhoogd tot een maximaal vastgesteld bedrag indien deze kosten geheel (100%) of nagenoeg geheel (90% of meer) op u drukken en ook door u gemaakt zijn. Aftrekbaar: • •
Uitgaven voor primaire levensbehoeften als eten, drinken en wonen als uw pleegvergoeding bewijsbaar niet toereikend is. Vast bedrag per kwartaal per kind. Giften aan kinderbescherming (voldoen aan drempel en maximaal bedrag).
Niet aftrekbaar: • Bijdrage op spaarrekening van uw pleegkind. • Bijdrage in autokosten (bijvoorbeeld grotere auto) of duurzame apparaten. Ook wanneer ouders formeel het gezag hebben (bijv bij OTS) kan aannemelijk gemaakt worden dat u uw pleegkind opvoedt als uw eigen kind. Als u aannemelijk kunt maken dat er sprake is van hogere woonlasten door bijvoorbeeld verbouwing of een grotere woning kan in bepaalde omstandigheden sprake zijn van uitgave van levensonderhoud. Er dient wel een relatie met de komst of aanwezigheid van (een) pleegkind(eren) te zijn. Hiermee wordt de onderhoudseis aannemelijker gemaakt wat als aftrekpost aangemerkt kan worden.
b. Buitengewone lasten aftrek Buitengewone lasten kunt u alleen aftrekken van uw inkomen als u aannemelijk kunt maken dat deze ook daadwerkelijk door u gemaakt en betaald zijn en uw pleegvergoeding als inkomen wordt aangemerkt door de belastingdienst. Bewaar gespecificeerde nota’s (datum afschrift is van belang). De belastingdienst heeft tabellen met drempelbedragen en voorwaarden. Wij bespreken alleen de mogelijkheden die betrekking hebben op pleegzorg. Wanneer u de noodzaak kunt aantonen dat u en geen ander de opvoeding en het onderhoud van uw neefjes/nichtjes/kleinkinderen(netwerkpleegzorg) op zich moest nemen (bijvoorbeeld doordat De Triangel u heeft gescreend en een pleegcontract met u is aangegaan) kunt u
Pleegwijzer
April 2008
uitgaven voor bijvoorbeeld het opknappen van de slaapkamer van uw pleegkinderen aftrekken als bijzondere lasten.
Kinderopvang voor uw (pleeg)kinderen De bijdrage voor kinderopvang wordt vastgesteld aan de hand van de VWS-adviestabel voor kinderopvang en geldt voor opvang van (pleeg-)kinderen tot 13 jaar. Als u minder dan het vastgestelde minimum per jaar verdient, is het onder bepaalde voorwaarden mogelijk om uitgaven voor kinderopvang af te trekken (zie ook pagina 5 in dit hoofdstuk: Wet op de kinderopvang). Aftrekbaar: •
•
Kosten die u maakt om u uw pleegkinderen door een erkende kinderopvanginstelling te laten opvangen terwijl u buitenshuis werkt en u inkomen boven het vastgestelde drempelbedrag komt (zie folder: Bijzondere lasten van de belastingdienst). Naschoolse opvang.
Niet aftrekbaar: • Kosten die uw werkgever voor u vergoedt aan de kinderopvang. Het is ook mogelijk dat de ouders van uw pleegkind de opvang betalen. Zij mogen dan deze kosten aftrekken. Het is niet verplicht dat het kind tot het huishouden behoort van de betalende ouder.
Uitgaven voor ziekte, invaliditeit, adoptie, ouderdom en overlijden die u, als pleegouder in mindering kunt brengen Aftrekbaar: •
•
Extra aftrek; • •
Kosten die door verzekering, voorziening of plaatser niet vergoed worden, maar die u wel hebt moeten maken voor uw pleegkind. (onder andere alle inkomensafhankelijke premies (ook als de werkgever deze vergoedt), premies voor aanvullende verzekering incl. no-claim, huisapotheek, opgemaakte eigen risico). Uitgaven die direct te maken hebben met het overlijden van uw pleegkind in verhouding tot het aandeel van de nalatenschap aan u.
Als u of uw echtgenoot in het voorgaande jaar 65 jaar of ouder was. Als u in het voorgaande jaar een of meer zieke pleegkinderen (<27 jaar) had en uw ziektekosten voor minimaal 1/3 toegerekend worden aan dit kind.
Niet aftrekbaar: • Elders ontvangen vergoeding voor deze kosten. (bijvoorbeeld AWBZ, uitvaartmaatschappij) • Ziekte-uitgaven die u ook zou maken wanneer uw pleegkind gezond zou zijn. • Uitgave om gezond te blijven (bijvoorbeeld vitaminepillen). • WAZ-premies • (verhoogde) levensverzekeringspremie, AWBZ-premies die ingehouden worden op loon of op aanslag. Het is ook mogelijk dat de ouders van uw pleegkind de ziektekosten betalen. Zij mogen dan deze kosten aftrekken. Het is niet verplicht dat het kind tot het huishouden behoort van de betalende ouder. In 2006 mag iedereen een vast bedrag van 1015 euro aftrekken van de drempel, eventueel verrekend met de zorgtoeslag. Als u aantoonbaar de kosten van de verzekering van uw pleegkind
Pleegwijzer
April 2008
betaalt, mag u ook voor hem 1015 euro aftrekken van de drempel, eventueel verrekend met de zorgtoeslag. Elke meerderjarige moet zelf een zorgverzekering afsluiten en nominale premie betalen vanaf het moment dat hij of 18 jaar wordt. (Dus ook studenten, ongeacht of zij uit of thuis wonen). U kunt de nominale premie voor zorgverzekering niet meer als buitengewone lasten aftrekken van de belasting, zodra uw pleegkind meerderjarig is. De premie (een vast algemeen gemiddelde door de belasting berekend) mag wel (verrekend met de verkregen zorgtoeslag) in mindering worden gebracht op de drempel.
Uitgaven voor ziekte, invaliditeit, adoptie en overlijden die uw pleegkind in mindering kan brengen. Aftrekbaar: • •
Wanneer hij de kosten gemaakt heeft voor u, (gewezen) pleegouder. Door hem betaalde zorgverzekeringspremie voor u.
Niet aftrekbaar: • Elders ontvangen vergoeding voor bovenstaande kosten. (bijvoorbeeld AWBZ, uitvaartmaatschappij). • Uitgaven die hij ook zou maken wanneer u, de pleegouder, gezond zou zijn. • Uitgave om gezond te blijven (bijvoorbeeld vitaminepillen) • WAZ-premies • (verhoogde) levensverzekeringspremie, AWBZ-premies die ingehouden worden op loon, of op aanslag. U kunt met uw (meerderjarig) pleegkind een fiscaal partnerschap aangaan, wanneer hij bij u woont. Als u in een kalenderjaar minstens een half jaar samenwoonde (=ingeschreven op hetzelfde adres) met een meerderjarig pleegkind, zonder recht op kinderbijslag, kunt u uw buitengewone lasten samenvoegen. Of dit samenvoegen interessant voor u is, staat in de toelichting bij uw aangiftebiljet .
Pleegwijzer
April 2008
e. Zorgverlof Het begin van een plaatsing kost vaak veel energie, tijd en aandacht. De wet arbeid en zorg biedt mogelijkheden voor pleegouders om werk en arbeid makkelijker te kunnen combineren. Iedereen die minstens 1 jaar in dienst is en een (familie-)rechtelijke relatie heeft met het te verzorgen (pleeg-) kind van maximaal 8 jaar oud, heeft recht op deze verlofregeling. Uw pleegkind moet bij u wonen (en op uw adres staan ingeschreven) en door u verzorgd en opgevoed worden. Deze afspraken moeten vastgelegd zijn in het pleegcontract. Uw pleegcontract kunt u gebruiken voor bewijsvoering.
1. Kortdurend zorgverlof: Zorgverlof voor een ziek pleegkind. Gedurende maximaal 10 dagen per jaar mag u verlof opnemen voor noodzakelijke zorg aan een bij u wonend (pleeg-)kind. De zorg mag niet door een ander uit te voeren zijn en u moet dit aannemelijk maken. Uw werkgever is verplicht u minimaal 70% van uw salaris door te betalen. U hebt geen recht op kortdurend verlof voor de verzorging van een ernstig of terminaal ziek pleegkind.
2. ‘Adoptie’- of pleegzorgverlof (ook wel gewenningsverlof): Pleegzorgverlof is zorgverlof voor nieuw geplaatste pleegkinderen. Als bij plaatsing bekend is dat een pleegkind, van maximaal 8 jaar oud, langdurig bij u in huis komt wonen, dan hebt u recht op zorgverlofdagen om uw pleegkind te kunnen ophalen en aan elkaar te wennen. Beide pleegouders kunnen deze verlofdagen in een periode van vier aaneengesloten weken opnemen. Dit moet u doen binnen 18 weken nadat de zorg voor het pleegkind aan u is overgedragen. Het verlof kan al twee weken voordat u uw pleegkind verwacht ingaan. U kunt voor elk pleegkind onder de 8 jaar apart verlof aanvragen. Neemt u meerdere pleegkinderen ineens op, dan hebt u slechts recht op één verlofperiode.
Als u werknemer bent ontvangt u een adoptie-uitkering op grond van de wet arbeid en zorg. U dient uiterlijk drie weken voor het verlof in moet gaan uw aanvraag in bij uw werkgever. Deze meldt u vervolgens aan bij het UVW, dat de verlofuitkering uitbetaalt. Als u geen werkgever hebt, vraagt u het verlof zelf uiterlijk twee weken voor de ingangsdatum aan bij het UWV. Als u zelfstandige bent, ontvangt u de adoptie-uitkering niet automatisch. U kunt zich hiervoor wel particulier bijverzekeren. Als u korter dan tien weken vóór de komst van uw kind gestopt bent met uw werk (als u ontslagen bent of ontslag hebt genomen), kunt u een adoptie- of pleegzorgverlofsuitkering krijgen. In geval van een crisisplaatsing die normaliter voor kortere duur is, hebt u geen recht op ‘adoptieverlof’. Wel op ‘kortdurend zorgverlof’ als u aan de voorwaarden voldoet.
3. Ouderschapsverlof Als pleegouder hebt u meestal geen recht op ouderschapsverlof. Hiervoor is vereist dat u de verzorging en opvoeding van uw (pleeg)kind als een eigen kind op zich heeft genomen. Omdat u pleegvergoeding ontvangt verzorgt u uw pleegkind niet volledig als eigen kind.
4. Calamiteiten- en ander kort verzuimverlof U hebt recht op verlof met behoud van loon voor een korte, naar billijkheid te berekenen tijd, wanneer u uw arbeid niet kunt verrichten wegens zeer bijzondere persoonlijke omstandigheden zoals o.a. huwelijk of het overlijden van uw pleegkind.
Pleegwijzer
April 2008
In de CAO van uw bedrijf kunnen andere voorzieningen en voorwaarden voor verlof zijn opgenomen. Voor meer informatie verwijzen wij naar: • Belastingtelefoon, 0800 - 0543 waar u specifieke vragen kunt stellen. • Bestellijn Belastingen, waar brochures te bestellen zijn. • www.minfin.nl: waar vragen en antwoorden ter inzage liggen.
Pleegwijzer
April 2008