steen
Persoonlijk profiel
1
Het persoonlijk profiel bestaat uit vier manieren om naar jezelf te kijken plus een samenvatting
van het totaal, een curriculum vitae (cv) en een Persoonlijk Ontwikkelplan (POP.) Vijf onderdelen dus. Dat zijn de volgende:
2
Competenties
3
1
Leer- en werkstijlen
Kwaliteiten en valkuilen
Ik 5
Samenvatting, cv en POP
4
Interesses, dromen / ambities
1 Leer- en werkstijlen
Op basis van een bepaalde theorie (bijvoorbeeld die van David Kolb) stel je vast wat jouw
favoriete leer- en werkstijl is en welke stijl (of stijlen) je te weinig toepast. Het mooie is dat deze stijlen aan te leren zijn, zodat je je zwakkere kanten kan verbeteren. 2 Competenties
Bij dit onderdeel maak je een test om meer over je competenties te weten te komen. 3 Kwaliteiten en valkuilen
Aan de hand van je laatste competentieroos, twee vragenlijsten en een knipblad maak je een
persoonlijke kwaliteitenkaart. Daarna inventariseer je je allergieën en je zwakke kanten om te voorkomen dat je een opleiding of beroep kiest waarin je ongelukkig wordt. 4 Interesses, dromen/ambities
Wat heeft je belangstelling? Wat vind je leuk om te doen of te onderzoeken? Daar zitten belangrijke aanwijzingen voor de opleiding of het beroep waar je bij uitstek geschikt voor bent. 5 Samenvatting, CV en POP
De belangrijke dingen die je nu over jezelf weet, ga je eerst samenvatten, om vervolgens de din-
gen die je aan een toekomstige opdrachtgever wilt tonen te selecteren en netjes te presenteren. Tot slot maak je een Persoonlijk ontwikkelingsplan (POP).
FASE 1 VOORBEREIDING EN TEAMONTWIKKELPLAN (TOP)
TECHNASIUM
1
steen
Persoonlijk profiel
1
1 Leer- en werkstijlen
David Kolb (1939) ontwikkelde een theorie over hoe mensen leren en werken. Die theorie kan je gebruiken om erachter te komen wat jouw favoriete leer- en werkstijl is en welke stijl je sterker
zou kunnen ontwikkelen. Er zijn vier stijlen en elke stijl heeft sterke en zwakke kanten. Je kan de stijlen ook beschouwen als fases in een cirkelvormig proces van denken, beslissen, doen, bezinnen en weer denken, beslissen, doen enzovoort.
Een overzicht van de vier werkstijlen ziet er in een schema als volgt uit: Mensgerichte stijlen
∆
Taakgerichte stijlen
∆
Praat-stijl / beslisser
Doe-stijl / doener
Praktisch 'Wat heb ik ervaren/geleerd?' 'Hoe kan ik de theorie in de praktijk gebruiken?' Leert veel als iets voorgedaan wordt Maakt makkelijk contact Resultaatgericht Liefhebber van structuur Doelgericht
Snel en oplossingsgericht Beslist en zeker Logisch denkend Springt in het diepe 'Welke mogelijkheid ga ik uitproberen?' 'Al doende leert men' Nuchter Groot aanpassingsvermogen in een groep
Denk-stijl / theoreticus
Bewaak-stijl / bezinner / dromer
Vernieuwend Diepgang in denken en voelen Waarnemen Zoekt verbanden 'Hoe komt het dat ik dat voel of vindt?' 'Er is altijd nog weer een andere oplossing te verzinnen' Vóór een opdracht eerst de theorie bestuderen
Ordelijk Voorzichtig Plannenmaker Terugkijken (reflecteren) op ervaringen Gestructureerd 'Ik doe wat ik beloof' geïnteresseerd in mensen Fantasierijk 'Ik wil hier even over nadenken'
∆
I emand met deze stijlen is snel en direct
∆
1
Leer- en werkstijlen
I emand met deze stijlen neemt de tijd en is indirect
Doe de tests voor dit onderdeel van het persoonlijk profiel en noteer wat daar uitkomt.
TECHNASIUM FASE 1 VOORBEREIDING EN TEAMONTWIKKELPLAN (TOP)
steen
Persoonlijk profiel
1
Opdracht
Geef antwoord op de volgende 24 vragen door middel van een kruisje bij het bijbehorende cijfer. Met een kruisje in de 1 geef je aan dat de stelling voor jou niet opgaat, met een kruisje bij 5 is de stelling helemaal waar. Welke van de vier werk- en leerstijlen heeft jouw voorkeur? In hoeverre geldt de stelling voor jou? Zet een kruisje in de juiste kolom. Stellingen
1
1
Ik vind het plezierig met een nieuw onderwerp kennis te maken doordat een ander me in het kort de kernpunten daarover vertelt.
2
Ik leer in het algemeen veel van gesprekken met anderen over een onderwerp.
3
Ik leer in het algemeen veel van zelfstudie.
4
Voor mij is het belangrijk dat de praktische bruikbaarheid van kennis en vaardigheden die ik leer direct duidelijk is.
5
Ik vind het van belang dat ik eenduidige (er is maar 1 uitleg mogelijk) vragen krijg voorgelegd waar een eenduidig antwoord op mogelijk is.
6
Ik vind het plezierig in een verslag mijn eigen mening te kunnen weergeven.
7
Ik vind het belangrijk dat een onderwijsprogramma goed is gestructureerd.
8
Ik leer veel van dingen die ik aan den lijve meemaak.
9
Inductief redeneren – dat is het opnemen van uiteenlopende gegevens in één totaal verhaal – ligt mij goed.
10
Van het samenwerken met anderen aan een theoretisch of praktisch probleem leer ik in het algemeen veel.
11
Ik leer veel van het oplossen van vragen en opdrachten die bij een onderwerp zijn geformuleerd.
12
Ik vind het plezierig als nieuwe informatie op een overzichtelijke manier wordt gepresenteerd.
13
Ik vind het van belang goed op de hoogte te zijn van de feiten voor ik in discussie ga.
14
Uitzoeken wat de achtergrond van een probleem is doe ik graag.
15
Als ik iets nieuws leer (kennis of vaardigheden) wil ik graag kritiek van anderen op mijn prestaties.
16
Ik vind het leuk veel te leren en te weten, ook al kan ik met die kennis niet direct wat doen.
17
Ik vind het leuk in een discussie mijn mening over een onderwerp te geven, ook als ik nog niet precies weet hoe de vork in de steel zit.
18
Als ik nieuwe vaardigheden oefen is het voor mij van belang geregeld te horen of ik het wel goed doe.
19
Onderzoekend bezig zijn ligt mij goed: ik houd ervan feiten te verzamelen om hypothesen (stellingen) te toetsen en geleidelijk aan conclusies te formuleren.
20
Een onbekend probleem of onbekende situatie prikkelt mijn nieuwsgierigheid: ik wil er dan graag meer over weten.
21
Ik vind het van belang in een open situatie te leren waarin ik niet vastzit aan bepaalde vormen of regels.
22
In een onbekende situatie kijk ik graag de kat uit de boom.
23
Ik leer in het algemeen veel van rollenspel en dergelijke werkvormen.
24
Nieuwe situaties roepen bij mij veel vragen en interesses op: ik wil graag weten hoe ze in elkaar zitten en wat de achtergrond ervan is.
FASE 1 VOORBEREIDING EN TEAMONTWIKKELPLAN (TOP)
TECHNASIUM
––
2
–
3
+/-
4
+
5
++
3
steen
Persoonlijk profiel
1
Bij elke stelling heb je 1, 2, 3, 4 of 5 aangekruist. Dat zijn de punten om op te tellen. Beslissers: optellen punten bij stellingen 1, 5, 7, 12, 13, 18 en 22
Bezinners: optellen punten bij stellingen 2, 6, 8, 10, 15, 21 en 23
Denkers: optellen punten bij stellingen 3, 9, 14, 16, 19, 20 en 24 Doeners: optellen punten bij stellingen 4, 8, 11, 12, 17, 18 en 23
Zijn er tijdens het invullen van deze vragenlijst nog dingen bij je opgekomen die je van belang acht? Noteer die dan hier:
Opdracht
Bespreek met een klasgenoot met wie je hebt samengewerkt de werkstijlen waar jullie jezelf het meest in herkennen. Herken jij dat bij de ander tijdens de uitvoering van een project (en ziet de ander bij jou hetzelfde als jijzelf)? Bespreek met elkaar voorbeelden van projectwerk of andere situaties die duidelijke aanwijzingen geven over welke werkstijlen het meest bij jullie passen. Schrijf hieronder op wat je besproken hebt. Datum:
Gesproken met:
TECHNASIUM FASE 1 VOORBEREIDING EN TEAMONTWIKKELPLAN (TOP)
steen
Persoonlijk profiel
1
2 Competenties
Je kent waarschijnlijk de competentiekaarten voor onderzoeken en ontwerpen wel, waarin
voor acht competenties omschreven staat wat je in klas 1/2, klas 3/4 en in de bovenbouw moet beheersen. Deze kaarten zijn in pdf-vorm te vinden in de bouwstenen bibliotheek in het vakje 'Achtergrondmateriaal'.
Deze acht beroepsbekwaamheden zijn: Onderzoeken
Doorzettingsvermogen
Procesgericht werken
Individueel werken Kennisgerichtheid
Ontwerpen
Samenwerken
Inventiviteit
Plannen en organiseren
O N D E R Z O E K E N
O N D E R Z O E K E N
doorzetten
oeker Je ontwik kelen tot een onderz Ontwikkelen gaat vaak staps- of sprongsgewijs. Er zit meestal een logische volgorde in die stappen of sprongen. Je kunt dit vergelijken met de schillen van een ui. Er komt steeds een laag bij die iets toevoegt aan de vorige laag. Om een goede onderzoeker te worden, moet je beginnen bij het begin. Neem stap voor stap. En kijk af en toe terug….dan zie je wat je geleerd hebt en hoe je je ontwikkelt!
kl as 1 /2
2 e fa se
individueel werken
k l a s 3 /4
Je kunt een afgesproken taak goed uitvoeren.
k l a s 1 /2
procesgerichtheid
>>
© 2009 [Technasium]
Je kunt terugkijken naar het werk dat je gedaan hebt en daar iets van leren.
Een onderzoeker is nieuwsgierig en wil weten hoe iets zit. Dat vraagt om veel denkwerk en doorzettingsvermogen. Elk onderzoek verloopt onvoorspelbaar. Soms komen verwachtingen niet uit en moet je helemaal opnieuw beginnen. Onderzoek is nooit af. Je begint met één vraag en voor je het weet, heb je er tien vragen bij! Maar als het goed is, ben je dan ook heel wat wijzer geworden.
kennisgerichtheid
Je kunt informatie verzamelen en daaruit selecteren wat bruikbaar is.
Ontwikkelen gaat vaak staps- of sprongsgewijs. Er zit meestal een logische volgorde in die stappen of sprongen. Je kunt dit vergelijken met de schillen van een ui. Er komt steeds een laag bij die iets toevoegt aan de vorige laag.
samenwerken
Om een goede ontwerper te worden, moet je beginnen bij het begin. Neem stap voor stap. En kijk af en toe terug… dan zie je wat je geleerd hebt en hoe je je ontwikkelt!
kl as 1 /2
2 e fa se
productgerichtheid Je wilt graag een goed en mooi product maken.
k l a s 1 /2
inventiviteit
Je verzint fantasierijke oplossingen voor problemen.
Een ontwerper is inventief en wil resultaten boeken. Dat vraagt om een goede planning en veel overleg. Ontwerpers werken altijd samen met anderen. Elk ontwerp moet voldoen aan eisen van een opdrachtgever. Dat toets je regelmatig. Het is de uitdaging om je creatieve ideeën te verenigen met die eisen. Dan heb je de kans dat je iets maakt, waar de klant tevreden mee is en waar je trots op kunt zijn.
>>
Je kunt jezelf en je team motiveren om bij tegenslag toch door te gaan.
Je kunt voor jezelf zinvolle taken bedenken en uitvoeren.
Je neemt initiatief en vervult taken waarmee je je onderscheidt.
Bij een onverwachte gebeurtenis kun je keuzes maken en beslissen hoe je verder gaat.
Je staat open voor nieuwe informatie, je denkt vooruit en kunt op tijd bijsturen.
Je kunt een onderzoek of ontwerp theoretisch onderbouwen.
Je zet theoretische studie in om de kwaliteit en het niveau van je onderzoek of ontwerp te verhogen.
O N T W E R P E N
Je weet wat je sterke en zwakke punten zijn bij samenwerken.
k l a s 3 /4
Samen met je teamgenoten kun je een tegenslag overwinnen.
>>
O N T W E R P E N per Je ontwik kelen tot een ontwer
2e fas e
kla s 3 /4
Met hulp van je ouders of de docent kun je een tegenslag overwinnen.
© 2009 [Technasium]
Productgerichtheid
plannen en organiseren Je kunt een plan van aanpak maken voor een korte periode.
kla s 3 /4
2e fas e
Je kunt het met je teamgenoten oneens zijn én het probleem ook weer samen oplossen.
Je weet welke wensen en belangen iedereen heeft en kan daar rekening mee houden zonder jezelf tekort te doen.
Je wilt een product maken waar een opdrachtgever volgens jou op zit te wachten.
Je luistert goed naar een opdrachtgever en controleert regelmatig of diens wensen vertaald worden in jouw oplossing.
Je bedenkt creatieve oplossingen en houdt tegelijkertijd rekening met de eisen van de opdrachtgever.
Je kent bestaande oplossingen voor een probleem en je kunt er toch nog een nieuwe oplossing aan toevoegen.
Je kunt een planning maken voor een heel project.
Je kunt zelfstandig een projectplan maken, uitvoeren en bijstellen.
>>
© 2009 [Technasium]
© 2009 [Technasium]
2
Competenties
Aan de hand van de vragenlijst hierna ga je jezelf voor deze acht competenties beoordelen. Zo leg je de kennis die je in de O&O-projecten en over jezelf hebt gekregen vast. Neem je ervaringen bij verschillende O&O-projecten mee bij je oordeel.
FASE 1 VOORBEREIDING EN TEAMONTWIKKELPLAN (TOP)
TECHNASIUM
5
steen
Persoonlijk profiel
1
Opdracht
Hoe goed ben jij hierin?
Zet een kruisje in de juiste kolom. Onderzoek deel 1 van 2 Competenties
1
––
2
–
3
+/-
4
+
5
++
Doorzettingsvermogen Discipline Je kan jezelf aan het werk zetten, ook als je er even niet zo’n zin in hebt. Omgaan met kritiek Je voelt je niet meteen aangevallen als iemand kritiek levert; je kan ernaar luisteren en je raakt niet meteen van de wijs. Eigen ongelijk erkennen Je kan toegeven dat je het een keertje mis hebt en je weet dat je de wijsheid niet in pacht hebt. Omgaan met mislukkingen Jouw motto is: ‘Van fouten kun je leren!’ Kalm blijven Hoge toppen en diepe dalen zul je bij jou niet aantreffen; jij blijft rustig en bedachtzaam. Individueel werken Zelfreflectie Je kan in je eentje kijken naar de manier waarop je hebt gewerkt en beoordelen wat je goed en fout hebt gedaan. Vragen stellen Je kan interessante vragen bedenken over een onderwerp waarmee je aan het werk gaat. Kritisch over onderzoeksresultaten Je wilt graag goede resultaten halen maar je vraagt jezelf ook af of ‘goed’ écht goed is. Werken zonder eindpunt Je vindt het leuk dat het antwoord op een vraag ook weer nieuwe vragen oproept. Ambitie en interesse uitstralen Je praat en discussieert graag met anderen over een vraagstuk waarmee je bezig bent.
TECHNASIUM FASE 1 VOORBEREIDING EN TEAMONTWIKKELPLAN (TOP)
steen
Persoonlijk profiel
1
Opdracht
Hoe goed ben jij hierin?
Zet een kruisje in de juiste kolom. Onderzoek deel 2 van 2 Competenties
1
––
2
–
3
+/-
4
+
5
++
Procesgericht werken Vooruit denken Als je aan een onderzoek werkt, maak je keuzes waarbij je tegelijkertijd probeert in te schatten wat de gevolgen van jouw keuze zijn. Communiceren over onderzoek Als je aan een ingewikkeld onderwerp werkt, kun je dat toch op een begrijpelijke manier uitleggen aan anderen die er niks vanaf weten. Open staan voor nieuwe informatie Je kunt ertegen als iets wat jij bedacht hebt, helemaal overhoop gegooid wordt, omdat je nieuwe ideeën of gegevens tegenkomt die een heel ander licht op de zaak werpen. Presenteren Als je jouw onderzoek presenteert, dan kun je goed de hoofdlijnen vertellen. Je durft te praten met de toehoorders en vragen te beantwoorden. Onderzoek documenteren Belangrijke beslissingen houd je goed bij in het logboek/portfolio; ook de zaken die niet goed zijn gegaan, schrijf je op. Kennisgerichtheid Gebruiken van basiskennis en specifieke kennis Je duikt graag in de boeken (of gaat het internet op) om je eens flink te verdiepen in een nieuw onderwerp. Analyseren van gegevens Je kunt gegevens uit een onderzoek goed bekijken en beoordelen. Het zet je aan het denken en je legt verbanden. Je neemt de gegevens niet alleen droog aan, maar je kunt er ook mee verder werken. Hoofd- en bijzaken onderscheiden Je krijgt bij een onderzoek heel veel informatie. Je kunt goed bepalen wat belangrijk is en wat onbelangrijk. Je richt je op de belangrijke zaken. De lat hoog leggen Je denkt graag heel hard na over moeilijke onderwerpen en je maakt het jezelf wat dat betreft niet gemakkelijk; je stelt hoge eisen aan jezelf. Positioneren van het eigen onderzoek Je zorgt ervoor dat je altijd goed op de hoogte bent van waar anderen mee bezig zijn op het terrein waarop jij ook aan het werk bent.
Tip: als er iets bijzonders aan de hand is met een bepaalde stelling in relatie tot jouw competen-
ties, zet er dan een pijl bij of streep de stelling aan. Je kunt die stelling straks bij het maken van je samenvatting dan snel terugvinden.
FASE 1 VOORBEREIDING EN TEAMONTWIKKELPLAN (TOP)
TECHNASIUM
7
steen
Persoonlijk profiel
1
Opdracht
Hoe goed ben jij hierin?
Zet een kruisje in de juiste kolom. Ontwerpen deel 1 van 2 Competenties
1
––
2
–
3
+/-
4
+
5
++
Samenwerken Netwerken Je vindt het leuk om met heel veel mensen contact te hebben. Je stapt gemakkelijk op vreemde mensen af met vragen. Je bent attent voor de mensen die je helpen door ze te bedanken, een kaartje te sturen, door ze op de hoogte de houden of op andere manieren. Teambuilding Je kunt goed samenwerken en je bent in staat om anderen goed samen te laten werken. Omgaan met conflicten Als er in de groep ruzie ontstaat, ben je daar niet bang voor. Je zorgt ervoor dat er met elkaar wordt gepraat en dat een probleem wordt opgelost. Als je ziet dat het helemaal vastloopt, haal je er op tijd een buitenstaander bij die kan helpen. Omgaan met belangen Iedereen kan ideeën hebben over de beste manier van werken of wat het beste resultaat is. Daar raak je niet boos of gefrustreerd over; je probeert samen de beste oplossing te kiezen. Communiceren met collega’s Je overlegt goed met de mensen met wie je samenwerkt. Je hebt respect en belangstelling voor het werk van anderen. Productgerichtheid Communiceren met de klant Als je de klant (of opdrachtgever) spreekt, dan luister je zo goed mogelijk en stel je vragen zodat je precies weet wat de klant wil. Als je een presentatie geeft, past die bij de opdracht van de klant. Opdracht vertalen naar product Je neemt eisen van de opdrachtgever serieus en je gebruikt je eigen fantasie, maar je laat je er niet te veel door afleiden. Je kijkt tussentijds steeds of wat je maakt nog klopt met de eisen. Ontwerp verdedigen Je kunt je ontwerp goed toelichten en uitleggen waarom je het juist zó gemaakt hebt en niet anders. Als er vragen over gesteld worden, kun je die goed beantwoorden. Omgaan met druk Als het spannend wordt, of als je nog maar weinig tijd hebt, houd je toch je hoofd koel. Keuzes maken Je denkt goed na over alle mogelijkheden die er zijn. Je mag twijfelen over wat de beste mogelijkheid is, maar je neemt op tijd een beslissing.
TECHNASIUM FASE 1 VOORBEREIDING EN TEAMONTWIKKELPLAN (TOP)
steen
Persoonlijk profiel
1
Opdracht
Hoe goed ben jij hierin?
Zet een kruisje in de juiste kolom. Ontwerpen deel 2 van 2 Competenties
1
––
2
–
3
+/-
4
+
5
++
Inventiviteit Openstaan voor andere invalshoeken Je kiest liever een nieuwe en nog onbekende weg dan het bestaande pad. Als er onverwacht nieuwe mogelijkheden ontstaan, sluit je je daar niet voor af. Eigenwijs zijn Je durft vast te houden aan jouw eigen goede idee zonder dat je de opdracht en de samenwerking uit het oog verliest. Maatschappelijke en culturele interesse Een ontwerper kijkt om zich heen, goede ontwerpen hebben te maken met de tijd waarin we leven. Je bent geïnteresseerd in de wereld om je heen en je interesse gaat verder dan bèta en techniek. Technisch & ruimtelijk inzicht Je kunt in je hoofd een ontwerp zien nog voordat het gemaakt is. Ook kun je er in je hoofd veranderingen op aanbrengen. Technisch-creatief vaardig Je houdt ervan om mooie dingen te maken, maar je wilt ook graag dat jouw producten echt goed bruikbaar zijn. Plannen en organiseren Projectmatig werken In een project werk je aan een opdracht die op een vastgestelde datum af moet zijn. Daar raak je niet van in de stress, dat zet jou juist aan het werk. Faseren Je kunt een goede volgorde van werken maken en de tijd inschatten voor allerlei werkzaamheden. Soms is het werk een ingewikkelde klus waar allerlei werkzaamheden door elkaar heen lopen. Je houdt de planning bij en weet hoe je moet uitkomen met beperkte tijd. Analyseren van problemen Je kunt een probleem opdelen in kleine stukjes, zodat het gemakkelijker op te lossen is. Bij het oplossen houd je rekening met de praktische (on) mogelijkheden. Vooruitkijken, krap plus ruim plannen Bij het maken van een planning weet je dat sommige dingen lang duren als je veel tijd inplant. Dus houd je de druk op de ketel met een strakke planning en heb je ideeën om de belangrijkste doelen altijd te halen. Ontwerp documenteren Goede ideeën houd je bij in het logboek. Alle schetsen, tekeningen en tussentijdse ontwerpen bewaar je zo dat je ze makkelijk terugvindt.
FASE 1 VOORBEREIDING EN TEAMONTWIKKELPLAN (TOP)
TECHNASIUM
9
steen
Persoonlijk profiel
1
3
Kwaliteiten en valkuilen
3 Kwaliteiten en valkuilen (ontwikkelpunten)
Het document dat je helpt om een bij jou passend project te bedenken en straks een opleiding
te kiezen, is de kwaliteitenkaart. In dit deel zoek je ook uit waar je ontwikkelpunten (valkuilen) liggen.
Op de kwaliteitenkaart staat te lezen waar je goed in bent en waar je je toe aangetrokken voelt.
Aspecten van de kaart heb je al, zoals je laatste competentieroos en je Human Dynamics-portret. Gebruik de kwaliteitenkaart en de twee knipkaarten op de volgende pagina’s.
(Opmerking: je doet dit knip- en plakwerk voor jezelf, maar ook voor de O&O-docent: zij of hij kan daarmee in één oogopslag zien wat voor type project wel en wat niet bij je past.)
Actielijst bij de kwaliteitenkaart: Competentieroos
– Je docent heeft het bestand van je laatste competentieroos. Vraag om een printje en kopieer het zodanig dat dit in je kwaliteitenkaart past.
Kolb of Human Dynamics-portret
– Al eerder heb je met Human Dynamics of Kolb vastgesteld welk profiel het beste bij je past. Als je dit niet meer weet, of je twijfelt over dit portret, vraag het materiaal dan opnieuw aan bij de docent en bepaal je portret of stijl. Knip het uit de knipkaart en plak dat in op de kwaliteitenkaart.
Breintest
– Ga naar de website www.123test.nl/brein/ en beantwoord de 25 korte vragen. Aan de hand
daarvan weet je vanuit welk deel van je hersenen je meestal naar de wereld kijkt: links, rechts of ‘in balans’. Kies uit het rijtje woorden dat de test oplevert twee woorden die je bij jou vindt
passen: twee uit het linkerrijtje als de test uitwijst dat je vooral vanuit je linkerhersenhelft re-
ageert, twee uit het rechterrijtje als je rechts zit en bij ‘in balans’ kies je één woord uit elk rijtje. Plak of schrijf de uitkomst en de gekozen woorden op de kwaliteitenkaart.
Bètawereld
– Ga om je interesses te bepalen naar www.betawerelden.nl. Je vindt hier uitleg over zeven bè-
tawerelden. Lees de site goed door en maak jouw eigen top drie van de zeven bètawerelden die daar worden beschreven. Vul je top drie in op je kwaliteitenkaart.
Beroepsprofiel
– Ga voor de bèta-beroepskeuzetest naar de website www.123test.nl/beta-beroepskeuzetest/. Er
wordt dertig keer gevraagd tussen twee stellingen te kiezen. Ook je geslacht en leeftijd moet je invullen. Er komt een cirkeldiagram uit met de beroepsprofielen die bij jou passen. Vul de drie best passende profielen in op je kwaliteitenkaart.
Groepsrol
– Ga voor de teamrollentest van Belbin naar de website: www.123test.nl/belbin/. Je kiest uit 36 woorden. De uitslag van de test geeft aan welke twee groepsrollen het beste bij je passen en welke het minste bij je past. Vul deze drie rollen in op je kwaliteitenkaart.
Nadat je het bovenstaande hebt vastgelegd op de kwaliteitenkaart hierachter, vul je je naam in plus je ‘technasiumloopbaan’ ([T]-loopbaan), dat wil zeggen: de klassen technasium die je hebt gevolgd. Rechtsboven kan je een foto/selfie plakken.
In de lijst kwaliteiten en valkuilen (é en ê) streep je tot slot aan wat je van toepassing vindt op jezelf, zowel é als ê. Valkuilen zijn natuurlijk ook ontwikkelpunten. Bespreek met een klasgenoot die je goed kent elkaars lijst en noteer wat je opvalt.
TECHNASIUM FASE 1 VOORBEREIDING EN TEAMONTWIKKELPLAN (TOP)
Kwaliteitenkaart
Naam:
Plaats voor ee n pasfot o of selfi e
[T] loopbaan:
Competentieroos
Beroep en interesses
Persoonlijkheid
Groepsrol
FASE 1 VOORBEREIDING EN TEAMONTWIKKELPLAN (TOP) TECHNASIUM
11
Knipblad 1
Human Dynamics of Kolb
HD: Knip je lettercombinatie uit, en geef de letters de kleur uit het lespakket. Plak (of schrijf) ze in het rondje op je kwaliteitenkaart.
ME MF EM FE FM EF Kolb: knip je leerstijl uit, plak (of schrijf) dat in het rondje op je kwaliteitenkaart.
Prater Denker
Beslissen
Theorie
Doener
Bewaker
Logica Bezinnen
Knip het plaatje dat past bij het resultaat van je breintest hieronder uit en plak het op je kwaliteitenkaart. Selecteer, knip en plak ook je gekozen woorden.
Breintest
ê
ê
Ontleden
Allesomvattend
Logica
Intuïtief
Weloverwogen
Gevoelsmatig
Rationeel
Innerlijk bewustzijn
Methodisch
Creativiteit
Geschreven taal
Inzicht
Numerieke vaardigheden
Ruimtelijk inzicht
Beredeneerd
Verbeelding
Wetenschappelijk
Muziek, kunst
Proactief
Reactief, passief
Volgordelijk
Gelijktijdig
Verbale intelligentie
Praktische intelligentie
Intellectueel
Zintuiglijk
Analytisch
Geheel overziend
TECHNASIUM FASE 1 VOORBEREIDING EN TEAMONTWIKKELPLAN (TOP)
Knipblad 2
Beroep en interesses
Selecteer jouw top drie uit deze zeven bètawerelden. Knip deze uit en plak ze in je kwaliteitenkaart.
Wat was de uitkomst van je beroepentest? Knip de top drie uit en plak ze in je kwaliteitenkaart.
Groepsrol
Selecteer hieronder de drie rollen die het beste, op één na beste en het minste bij je past. Knip
deze uit, plak ze in het document of geef met een viltstift dat deel van het schema in je kwalitei-
tenkaart de kleur zoals hieronder. Hetzelfde doe je voor de nummers hieronder: 1, 2, 1/2 en 9. Plak
of schrijf deze nummers in de hokjes naast de rollen. Nummer 1 bij de rol die het beste bij je past,
nummer 2 bij de op één na beste en nummer 9 bij de rol die het minst bij je past. Het kan voorkomen dat je twee beste rollen ‘plant’ en ‘specialist’ hebt, dan gebruik je de 1/2.
FASE 1 VOORBEREIDING EN TEAMONTWIKKELPLAN (TOP) TECHNASIUM
13
Kwaliteiten & valkuilen
steen
1
Kwaliteit é
Ambitieus
Valkuil ê
Kwaliteit é
Kan relativeren
Avontuurlijk
Krachtig
Bedachtzaam
Levendig
Behulpzaam
Makkelijke prater
Belangstellend Bemiddelaar
Mild
Bescheiden
Verlegen
Consequent
Star
Betrouwbaar Creatief Direct
Doelgericht Doorzetter
Moedig
Nieuwsgierig
Enthousiast
Evenwichtig
Flexibel
Geconcentreerd Geduldig
Organisator
Openhartig
Kortzichtig
Oplettend
Optimistisch
Gul
Afstandelijk
Onrustig
Overmoedig
Rustig
Serieus
Waait met alle
Speels
winden mee
Loslippig
Wantrouwend
Tactvol
Tevreden
Toegewijd
Vastberaden Overgevoelig
Veelzijdig
Verantwoordelijk
Pessimistisch
Weet te misleiden
Koppig
Verdraagzaam
Vriendelijk
Onderdanig
Inlevingsvermogen
Weet te overtuigen
Opdringerig
Intelligent
scheiden
Vrolijk
Inspirerend
Weet te onder-
IJverig
Zelfstandig
Kan goed analy-
Zelfverzekerd
seren
Ziet samenhang
Kan goed luisteren
Zorgzaam
Zorgvuldig
Te kritisch
Arrogant Bemoeizuchtig Pietluttig
é als ê. Bespreek met een klasgenoot elkaars lijst en waarom het goed is deze dingen Datum:
Gesproken met:
Drammerig Egoïstisch Gemeen Geremd
Hebberig
Humeurig Jaloers
zeggen
Kan slecht luisteren Klagerig
Krenterig
Lichtgeraakt Lui
Streep in deze lijst van karaktereigenschappen aan wat op jou van toepassing is, zowel van jezelf te weten. Noteer wat je opvalt.
Cynisch
Ligt dwars
Idealistisch
Initiatiefrijk
Brutaal
Kan geen ‘nee’
Voor jezelf opko-
men
Bot
Haatdragend
Handig
Humoristisch
Bevooroordeeld
Gesloten
Spontaan
Streng
Bazig
Doet negatief
Praktisch
Fanatiek
Aarzelend
Doet minachtend
Respectvol
Gemoedelijk Genieter
Agressief
Ordelijk
Gedisciplineerd
Gevoelig
Valkuil ê
Onverschillig
Nuchter
Duidelijk Eerlijk
Valkuil ê
Naïef
Onhandig
Ongedisciplineerd Ongeduldig Onoprecht Onredelijk
Ontevreden
Onverdraagzaam Onvoorzichtig Onzeker
Onzelfstandig Oppervlakkig
Opschepperig Overbezorgd Passief Saai
Slordig
TECHNASIUM FASE 1 VOORBEREIDING EN TEAMONTWIKKELPLAN (TOP)
steen
Persoonlijk profiel
1
4
Interesses, dromen / ambities
4 Interesses, dromen, ambities
Tot zover ging het samenstellen van een persoonlijk profiel vooral over wat je kan.
Daarnaast zijn er dingen die je wilt. Onafhankelijk van waar je talenten liggen, koester je dromen en ambities die de moeite van het noteren waard zijn.
Begin bij je hobby’s en interessevelden en vul op de pagina hierachter in wat er zoal naar boven
komt als je de woorden leest. Zijn er plaatjes die je bijzonder vindt, plak die er dan bij: dit is jouw droomwensen-, interesses- en ambitiecollage.
Komt er een grote ambitie bovendrijven, geef die dan een plek op pagina 17 onderaan.
Ook als je droomwens niets met alle voorgaande dingen in dit persoonlijke profiel te maken heeft, schrijf je op wat er in je opkomt. Je weet nooit hoe dingen soms samenlopen.
Als je voor 'belangrijke ambitie' niets kan verzinnen, kan het helpen om een paar keer de volgende zin af te maken:
‘Als ik de wereld zou kunnen veranderen, dan zou ik…’
Plak ook plaatjes over je interesses op de pagina erna. Voeg bijvoorbeeld een zelfportret toe in de vorm van een tekening, foto of iets anders. Ook andere illustraties kunnen goed helpen, bijvoorbeeld afbeeldingen van dieren, landschappen, sporten, kunst, vrienden, modetrends of tattoos. Laat hiermee zien wat je boeit.
FASE 1 VOORBEREIDING EN TEAMONTWIKKELPLAN (TOP)
TECHNASIUM
15
steen
Persoonlijk profiel
1
Opdracht
Interesses, dromen en ambities
Vul in en streep aan wat je aanspreekt en sla over wat je niets zegt.
Gebruik de volgende pagina om er dingen op te plakken die je interessant of mooi vindt.
Favoriete films: Land om heen te gaan: Muziek: Godsdienst: Vrienden/vriendinnen: Games: Shooters, Serious gaming, Bordspellen, MMORPG, Wedstrijd, Adventure, LARP,
Kaartspellen, anders:
Knutselen: Cultuur: Geheim genoegen: Subcultuur (bijvoorbeeld Geeks): Andere interesses: Sport(en): Vrijwilligerswerk: Vakantiebaan: Lievelingsauteurs: Puzzels: Vereniging: Sportman of -vrouw: Film, teken of schrijf je zelf? Wie volg je op social media?
Waarvoor mogen ze je ’s nachts wakker maken?
Wat doe je het liefst als je een middag vrij hebt?
TECHNASIUM FASE 1 VOORBEREIDING EN TEAMONTWIKKELPLAN (TOP)
steen
Persoonlijk profiel
1
Interesses, dromen en ambities
Belangrijke ambitie
FASE 1 VOORBEREIDING EN TEAMONTWIKKELPLAN (TOP)
TECHNASIUM
17
steen
Persoonlijk profiel
1
5
Samenvatting, cv en POP
5 Samenvatting, cv en POP
Hiervoor heb je veel informatie over jezelf verzameld. De belangrijkste elementen stop je in een
samenvatting. Die samenvatting kun je maken zoals je zelf wilt. Denk aan een ‘mindmap’ of aan een ‘schatkaart’. Gebruik daarvoor de pagina hierna.
Het doet er niet zoveel toe hoe je de samenvatting maakt, maar geef in ieder geval antwoord op de volgende drie vragen: 1. Waar ben ik goed in?
2. Waar ben ik (nog) niet goed in? 3. Wat zou ik graag willen?
De samenvatting is niet voor onbekenden bedoeld, probeer daarom eerlijk te zijn.
Het cv (curriculum vitae)
Het cv is wel voor onbekenden bedoeld en daarom is het verstandig bepaalde dingen uit je sa-
menvatting er niet in te noemen. Je cv is bovendien een ‘levend document’. Dat wil zeggen dat je iedere keer dat je het gebruikt of uitdeelt (of ernaar verwijst op je LinkedIn-pagina) even checkt _ 11 punt. en aanpast. De maximumlengte is twee A4’tjes in een lettertype van + Het cv als dienblad (kijk op de instructie hierna)
Met je cv geef je mensen inzicht in wat je kan, wat je wilt en wie je kent. Je geeft de lezer alle redenen die er zijn om je uit te nodigen voor een gesprek. Als je afgewezen wordt en je denkt: ‘Dat
is stom van ze, want ik kom dagelijks over de vloer bij de belangrijkste klant van dit bedrijf’, dan weet je dat je belangrijke informatie over je netwerk (kennissenkring) aan dit cv had kunnen toevoegen waardoor je wel zou zijn uitgenodigd.
Net als op een dienblad, pas je je aanbod aan op de situatie. Je vakantiebaan bij de supermarkt
is bijna altijd relevant, omdat dat aantoont dat je uithoudingsvermogen hebt en bereid bent om buiten de gewone kantoortijden te werken.
Precies als op een dienblad zorg je ervoor dat het totaal er netjes en smaakvol uitziet. Neem de
tijd om een belangrijke hobby of de kring van mensen die je kent nog net even iets preciezer of duidelijker te verwoorden.
Het cv (of profiel op LinkedIn) wordt als je solliciteert, vergezeld door een motivatiebrief. Daarin vertel je waarom je dit contact legt en wat je hoopt dat er gebeurt naar aanleiding van je briefmet-cv.
Persoonlijk ontwikkelplan (POP)
Na de inventarisatie van steen 1 kan je vrij gemakkelijk één of twee punten formuleren die in een Persoonlijk ontwikkelplan (POP) aandacht gaan krijgen. Dit zijn eigenschappen waarvan je wilt dat je er beter in gaat worden. Je formuleert een doel (‘ik wil beter leren luisteren’ bij-
voorbeeld); je geeft aan waarom dat belangrijk is (‘ik mis informatie als ik niet goed luister’);
je beslist hoe je dat concreet en meetbaar gaat aanpakken (‘per teamoverleg vat ik minimaal
één keer het standpunt van een ander samen voordat ik mijn mening geef’) en tot slot geef je
aan wanneer je tevreden bent (‘als ik dit samenvatten vier weken lang bij elk teamgesprek heb gedaan’). Het POP is een methode om goede gewoonten aan te leren.
Hierna vind je een lege pagina voor de samenvatting van je persoonlijke profiel, inspiratie voor je cv plus een invulpagina voor je POP.
TECHNASIUM FASE 1 VOORBEREIDING EN TEAMONTWIKKELPLAN (TOP)
steen
Persoonlijk profiel
1
Opdracht
Samenvatting van je persoonlijk profiel
Zoals hiervoor al aangegeven vul je deze pagina naar eigen inzicht in.
FASE 1 VOORBEREIDING EN TEAMONTWIKKELPLAN (TOP)
TECHNASIUM
19
steen
Persoonlijk profiel
1
Opdracht
Curriculum vitae
Personalia
(een aantal basisgegevens)
Naam + achternaam
(zoals je jezelf noemt)
PC + woonplaats
(postcode, woonplaats)
Adres
Geboortedatum: Telefoon E-mail:
Plaats voor ee n pasfot o of selfi e
(straat en huisnummer) (dd-mm-j j j j )
(mobiel, als je daar het best op te bereiken bent)
(is je e-mailadres zoiets als
[email protected]
noem dat dan niet in je cv. Gebruik je schooladres of maak een serieuzer e-mailadres aan.)
[Vormgeving:
Maak dit blokje gegevens mooi op. Zorg door te werken met tabs (niet spaties) dat alles keurig recht onder elkaar blijft staan en zet er een goede portretfoto naast.] [Datum van vandaag]
Op dit moment ben ik technasiumleerling in klas XXX op de YYY-school in ZZZ (plaats).
Het profiel dat ik heb gekozen, is AAA en mijn vakkenpakket bestaat naast O&O (onderzoek en ontwerpen, de lessen die in het technasium worden gegeven) uit BBB, CCC, (enzovoort). De
contactpersoon bij het technasium is mevrouw (of: de heer) Achternaam, telefoon DDD, e-mail EEE. [Check bij je docent of die het ermee eens is dat zij/hij jouw contactpersoon is.] Technasiumprojecten van belang
De technasiumprojecten die mij het meest zijn bijgebleven, zijn FFF, GGG en HHH. [Geef ook per project een motivatie. Leerlingen zonder technasiumloopbaan laten deze alinea weg.] Activiteiten
[Jaartal-jaartal bijbaan, vakantiewerk, vrijwilligerswerk, sportvereniging, zorgtaken, hobby’s. Plaats hier het deel van je cv dat straks gevuld gaat worden met banen/bedrijven. Als je bestuursfuncties hebt gehad, een club of vereniging of bedrijf hebt opgericht, een diploma of
prijzen hebt gekregen, noem dat dan ook hier met jaartal. Je meest recente activiteit noem je als eerste, zodat deze bovenaan komt te staan. In dit deel kun je ook je kennissenkring (netwerk) schetsen.]
Toekomstplannen
[Hier vertel je iets over de opleiding waar je voor gekozen hebt (of denkt te zullen gaan kiezen) met één of meer redenen waarom.] Interessegebieden
Het soort werk waarin ik uiteindelijk hoop aan de slag te kunnen, is III of JJJ.
[Hier kan je dingen uit je samenvatting inzetten die te maken hebben met je ambitie. Hoe meer mensen weten wat jij wilt bereiken, hoe beter. Zorg dat de dingen die je eerder in je cv noemt, aansluiten op dit punt.]
[Maak je cv niet langer dan twee A4’tjes.]
TECHNASIUM FASE 1 VOORBEREIDING EN TEAMONTWIKKELPLAN (TOP)
steen
Persoonlijk profiel
1
Opdracht
Persoonlijk ontwikkelplan (POP)
Op basis van je persoonlijk profiel stel je vast welke eigenschap of kwaliteit je wilt ontwikkelen of versterken.
1 Wat is je doel?
2 Waarom is dit belangrijk?
3 Hoe ga je dat concreet en meetbaar aanpakken?
4 Wanneer ben je tevreden?
Hiermee is je persoonlijk profiel compleet gemaakt.
Steen 1 is afgerond!
De eerste steen van de bouwstenen bovenbouw is afgerond!
FASE 1 VOORBEREIDING EN TEAMONTWIKKELPLAN (TOP)
TECHNASIUM
21