1 Onderzoek 1.1 Onderzoeken en ontdekken 2
De juiste volgorde van de zinnen is:
3
A Ze waren verbaasd, stelden een vraag en gingen proeven doen.
4
Ze waren bang dat de luchtballon zou neerstorten en dat ze de val niet zouden overleven.
5
1 Met een brander wordt de lucht in de luchtballon verwarmd. Verwarmde lucht zet uit en de luchtballon stijgt. 2 Als je een zandzak naar beneden laat vallen, wordt de luchtballon lichter. De luchtballon stijgt dan.
proeven met de luchtballon (gebroeders Montgolfier) botsproeven doen met auto´s deodorant testen op geur (bron 2) onderzoeken of medicijnen wel werken stenen op de maan onderzoeken
3
2
1
4
wereld beter maken een andere reden, namelijk…..
5
geld verdienen
nieuwsgierigheid
6
6
x x x x
x x
x
7
Je doet zelf onderzoek bij de onderdelen Do-it en Practicum.
8
Eigen andwoord.
9
B onderzoeksvraag
10 Je ziet dat de ballon stijgt. Je vraagt je af waarom een ballon omhoog gaat. Je ruikt dat de geur van je deodorant na een tijdje minder sterk wordt. Je hoort dat het geluid van de ene koptelefoon harder is dan van de andere koptelefoon. Je proeft je zelfgemaakte frisdrank. De ballon gaat omhoog door hete lucht.
Pulsar 1-2 havo-vwo uitwerkingen nask
2006 Wolters-Noordhoff bv
1
11 jaartal
uitvinding
uitvinder
1714 1829 1835 1838 1846 1855 1892 1900 1948
thermometer brailleschrift voor blinden revolver morsecode saxofoon bunsenbrander dieselmotor zeppelin (luchtschip) voetbalschoen
D.G. Fahrenheit L. Braille S. Colt S.F.B. Morse Adolphe Sax R.W. Bunsen R. Diesel F. von Zeppelin Adi Dassler
12 1893 P
1903 R
1914 A
1923 C
1945 T
1946 I
1972 C
1979 U
1999 M
1.1 Test jezelf 1
B waarnemen
2
laten zien aan de klas verhaaltje plus tekeningen experiment ontdekker
3
1 2 3 4 5
4
Waardoor gaat een luchtballon omhoog? Hoeveel is 9 x 2? Wordt olie sneller heet dan water? Welke soorten hout drijven op water? Valt alles even snel? De ballon knalt niet als je hem met water vult. Hoe lang heb je over het practicum gedaan? Kan een grote ballon een kleine ballon opblazen?
verslag proef demonstratie uitvinder
Een verslag begint met de conclusie. Boven een verslag staat een titel. Bij 'waarnemingen' mag je ook een tekening maken. In je conclusie geef je antwoord op je onderzoeksvraag. Waarneming en conclusie moet je apart vermelden.
Pulsar 1-2 havo-vwo uitwerkingen nask
onjuist juist onjuist juist juist
2006 Wolters-Noordhoff bv
2
1.2 Het lab 2
Eigen antwoord.
3
Eigen antwoord.
4 1b
r 2b
r
a
n
d
e
r
n 3e 5b
r
4v
d a
n
d
b
6l
u
s
s
e
r
l
e
o
i
7o
e
k
e
l
o
n
e
p
i
g
m
n
g
d
h
o
8b
e 9r
y
e
a
g
e
e
r
b
u
e
k
i
c
r
e
d
h
r
s
e
g
b
l
r
10l
a
b
o
r
a
t
o
s
r
i
u
m
j
i
s
a
s
l
5
Een gele vlam is heter dan een blauwe vlam. Een gele vlam heet ook wel pauzevlam. Hoe meer lucht er bij gas komt, hoe slechter het gas brandt. Aan een brander zit maar één draaiknop
6
a, b, c
goed goed goed goed
fout fout fout fout
luchtring gasregelschroef 7
Eigen antwoord.
8
Eigen antwoord.
Pulsar 1-2 havo-vwo uitwerkingen nask
2006 Wolters-Noordhoff bv
3
9
milieugevaarlijk
irriterend
giftig
corrosief of bijtend
licht ontvlambaar
10 Eigen antwoord. 1.2 Test jezelf 1
2
bekerglas
7
brandblusser branddeken brander erlenmeyer laboratoriumjas loep oogdouche reageerbuis veiligheidsbril
2 8 10 6 5 4 9 3 1
Je mag geen jas aan. Je mag nooit glas in een vlam houden. Je mag niet praten tijdens het proeven doen. Je moet je veiligheidsbril opzetten als je iets verwarmt in een reageerbuis. Je mag nooit zomaar een gaskraan opendraaien.
nee, maar een labjas wel nee, alleen speciaal glas met wat vloeistof ja, behalve als het over de proef gaat ja ja
3
C De ruisende vlam.
4
D Eerst een gele vlam te maken en dan langzaam de luchtring naar beneden te draaien.
5
C Je veiligheidsbril pas opzetten als het water gaat koken.
6
bijtend
giftig
Pulsar 1-2 havo-vwo uitwerkingen nask
brandbaar
irriterend
2006 Wolters-Noordhoff bv
4
1.3 Schatten en meten 2
Lijn C
3
Cirkel B
4
Alle drie de lijnen zijn even lang en allebei de cirkels zijn even groot. Je moet dus meten om het zeker te weten.
5
meetinstrument liniaal, meetlint balans stopwatch maatcilinder thermometer
6
Hoeveelheid brandstof, de snelheid, de hoogte, de temperatuur in het vliegtuig, de temperatuur buiten het vliegtuig, de luchtdruk in het vliegtuig, de massa van de lading, de windrichting, de bandenspanning, of de deuren gesloten of dicht zijn.
7
a Het gaat in bron 2 over analoge meetinstrumenten. De wijzers van de… b 1 digitale meters werken altijd op elektriciteit, analoge meters soms. 2 digitale meters zijn altijd nauwkeuriger dan analoge meters. 3 het instrument op de foto van de introvraag is digitaal.
8 grootheid tijd
lengte
wat meet je met het meetinstrument? lengte, afstand massa tijd volume, inhoud temperatuur
veel gebruikte eenheden jaar maand week dag uur minuut seconde
symbool
millimeter centimeter decimeter meter kilometer
mm cm dm m km
grootheid
veel gebruikte eenheden liter kubieke decimeter milliliter kubieke centimeter
symbool
gewicht
milligram gram kilogram newton
mg g kg N
temperatuur
graden Celsius
°C
volume
massa s
Pulsar 1-2 havo-vwo uitwerkingen nask
goed fout goed fout goed fout
L dm3 mL cm3
2006 Wolters-Noordhoff bv
5
9
a 1 ft = 30 cm 6 ft = 6 x 30 cm = 180 cm. 1”= 2,54 cm 6” = 6 x 2,54 cm = 21,24 cm Alice is dus totaal 180 cm + 21,24 cm = 201 cm = 2,01 m lang. Het lengteverschil tussen Maarten en Alice is 2,01 - 1,65 = 0,36 m, maar of Maarten en Alice dat een probleem vinden ligt helemaal bij hun. b 1,65m = 165 cm 165 cm = 165/30 = 5,5 ft Maarten is minstens 5 ft groot. Er blijft nu nog 165 cm – (5 x 30 cm) = 15 cm over 15 cm = 15 / 2,54 = 6” Maarten is dus totaal 5 ft 6” lang.
10 A In de ronde koker. 11 B
300 cm3
12 1 De doos is groter dan 1 dm3. 2 Op de weegschaal staat op de schaalverdeling een L. Liter (L) is een eenheid voor volume en niet voor massa. 3 90 kg is wel veel voor een vuilniszak. 13 B meter, kilogram, seconde 14 B olifantenbaby 15 A paracetamol (0,5 g = 500 mg) 16 B ongeveer 200 mL (1,5 L = 1500 mL; 1500/7 = 214 mL per glas) 17 Eigen antwoord. 18 In een grafiek zijn eenheden niet belangrijk. In een grafiek staan de getallen nauwkeuriger. In een grafiek kun je meteen zien hoe iets verandert. In een lijngrafiek kun je ook andere getallen aflezen die niet in de tabel staan. In een grafiek zijn getallen helemaal onbelangrijk. Schoenmaat bij leerlingen
19 aantal leerlingen 16 14 12 10 8 6 4 2 0
36
37
38
39
Pulsar 1-2 havo-vwo uitwerkingen nask
40
41
42 43 schoenmaat
44
2006 Wolters-Noordhoff bv
6
20 Leeftijd en massa massa (kg) 450 400 350 300 250 200 150 100 50 0 0
1
2
3
4
5
6
7
8 tijd (jaren)
9
21 Eigen antwoord voor a t/m f. g Een el is langer dan een voet. 22 Eigen antwoord. 23 B Bij de kleine verkoper. 24 a S — M – L – XL – XXL b Schoenen moeten precies passen. Als schoenen iets te klein of iets te groot zijn, lopen ze niet lekker en kan je blaren krijgen. Kleding komt er niet zo precies op aan. Voor schoenen zijn deze maten dus te onnauwkeurig. 1.3 Test jezelf 1
a b c d e
Meten gaat sneller dan schatten. Meten is betrouwbaarder dan schatten. Meten doe je altijd met een liniaal De eenheid van temperatuur is de °C Van meetresultaten maak je eerst een grafiek en daarna een tabel
2
Horizontale as: tijd (in jaren of maanden) Verticale as: Er staat geen verdeling bij de verticale as. Grafiek: Het moet een vloeiende lijn zijn. Grafiek: Het vierde meetpunt (bij “5” horizontaal) is een fout en moet hij negeren.
3
D De onderste helft van de zandloper is bij de bodem smaller dan bovenaan.
Pulsar 1-2 havo-vwo uitwerkingen nask
onjuist juist onjuist juist onjuist
2006 Wolters-Noordhoff bv
7
4
Zandloper hoogte (cm) 10 9 8 7 6
origineel
5
vraag 4a
4
vraag 4b
3 2 1 0 0
1
2
3
4
5
Pulsar 1-2 havo-vwo uitwerkingen nask
6
7 8 9 tijd (minuten)
10
2006 Wolters-Noordhoff bv
8
1.4 Meten en rekenen 2
Dichtheid is hetzelfde als massa. De olifant uit bron 1 kan niet zwemmen omdat zijn massa
veel groter is dan van een mens. Een ijzeren schroef van 3 cm3 is 2 keer zo zwaar als een ijzeren spijker van 1,5 cm3. Een stukje plastic van 2 cm3 is zwaarder dan een stukje goud van 1 cm3. 5 g goud heeft een kleiner volume dan 5 g ijzer. 1 kg lood is zwaarder dan 1 kg veren. 10 cm3 goud weegt 193 g. 3
4
D 8 x zo groot als een stukje plastic van 1 cm3. (Het volume = 2 cm x 2 cm x 2 cm = 8 cm3)
5
A even groot als stukje plastic van 1 cm3.
6
a Eigen antwoord. Berekening: 19,3g/cm3 x jouw aantal cm3 = …….. g. Als je het aantal gram deelt door 1000 heb je het aantal kg. b Je zou dan kleiner zijn omdat de dichtheid van goud veel groter is dan die van jou.
7
a Het volume van het blokje ijs is groter dan het vormpje vol water. b De massa van het blokje ijs is even groot als het vormpje vol water. c De dichtheid van het blokje ijs is kleiner dan het vormpje vol water.
8
D Geen van bovenstaande antwoorden is juist. (Het blik waaruit het blikje bestaat houdt een even groot volume, massa en dichtheid.)
9
a Eigen antwoord. b dichtheid inhoud colablikje = 320 g / 300 cm3 = 1,1 g/cm3; dichtheid suikerklontje = 4 g / 3 cm3 = 1,3 g/cm3; dichtheid inhoud ballon = 1,4 g / 1200 cm3 = 0,002 g/cm3; dichtheid blik van colablikje = 20 g / 2,5 cm3 = 8 g/cm3; dichtheid naamplaatje van koper = 45 g / 5 cm3 = 9 g/cm3.
10 A 1,2 cm³ (Berekening: Het volume van vijf knikkers = 56mL – 6 mL = 6 mL; 6 mL / 5 = 1,2 mL)
Pulsar 1-2 havo-vwo uitwerkingen nask
2006 Wolters-Noordhoff bv
9
11 a b c d
dichtheid = massa / volume ρ=m/V ρ=m/V 4= 2/V methode 1: ρ=m/V 0,5 cm3 methode 2:
m (g) V (cm3)
4 1
4= 2/V
2 ?
V=2/4=
kruislings vermenigvuldigen: 4x?=2x1 4x?=2 ? = 2 /4 = 0,5 cm3
12 a Het volume van de sleutel in bron 3 is 3 cm3. b m (g) 7,9 ? ? = 3 x 7,9 = 23,7 g V (cm3) 1 3 13 B De dichtheid van de lucht in je band is groter. 14 V = 10 m x 10 m x 2,5 m = 250 m3. 1 m3 lucht heeft een massa van 1,3 kg. 250 m3 lucht heeft een massa van 250 x 1,3 = 325 kg. 15 C Een dwerg is véél meer dan een miljard keer zo klein als een reus. 16 verkleinende voorvoegsels milli
van het Griekse woord voor:
symbool
delen door:
m
duizend 1000 miljoen 1000 000 miljard 1000 000 000 biljoen 1000 000 000 000
micro
klein
µ
nano
dwerg
n
pico
p
femto
f
atto
a
zepto
z
yocto
y
17 a 2 M€ b 1 G€ c 3 P€
Pulsar 1-2 havo-vwo uitwerkingen nask
2006 Wolters-Noordhoff bv
10
18 1 f 4 m
o
n
s
t
i
e m 6 t
l 7 n
j
a
n
r
e
r
2 m
3 g
e 5 g
i i
a
g
a
a
o
n
o
t 8 m
e n
i
l
l
i 9 k 11 m
i
s 10 p
c l
j
a
l
r
i
d
i
c
o
h
o
o 1.4 Test jezelf 1
De formule voor dichtheid is: ρ = m x V
De dichtheid van een gouden ring is groter dan de dichtheid van een pak van 500 stuks A4-papier. Het volume van een gouden ring is kleiner dan het volume van een voetbal. De eenheid van dichtheid is g. De dichtheid van kubus van ijzer is even groot de dichtheid van een kogeltje van ijzer. Een zilveren ring heeft altijd een grotere massa dan een gouden oorring. De dichtheid van een krijtje is even groot als de dichtheid van een half krijtje. 2
C Een schuine rechte lijn.
3
A Het volume van 1 blokje metaal is 1,25 cm³ . De dichtheid van het metaal is 8 g / cm³ . (1 mL = 1 cm3; dichtheid = ρ = m / V = 20 g / 2,5 mL = 8 g/mL = 8 g/cm3)
4
a De dichtheid van de armband = ρ = m / V = 38,6 g / 2 cm3 = 19,3 g/cm3. De dichtheid van de ketting = ρ = m / V = 87,2 g / 6,2 cm3 = 14,1 g/cm3. b Nee, want de dichtheid van de armband is groter dan die van de ketting. Een andere dichtheid betekent een ander materiaal.
5
C 0,95 g / cm³
Pulsar 1-2 havo-vwo uitwerkingen nask
2006 Wolters-Noordhoff bv
11
Verdieping Sporenonderzoek 1
A Een laboratorium dat onderzoek doet in samenwerking met de politie.
2
Eigen antwoord.
3
Eigen antwoord.
4
B Het beschrijven van mensen aan de hand van lichamelijke kenmerken.
5
Eigen antwoord.
6
De dikte van de bovenste haar is 0,3 mm. De dikte van de ondertse haar is 0,8 mm.
7
Voorbeelden van goede antwoorden: Ja, de ene haar kan een hoofdhaar zijn en de andere een haar uit een oksel. Nee, de haren verschillen teveel. De haardikte ligt erfelijk vast.
8
1 A mier bij de kleinste motor ter wereld
2 B een poot van een vlieg
Pulsar 1-2 havo-vwo uitwerkingen nask
3 A schimmel op kaas
2006 Wolters-Noordhoff bv
12