Milieujaarverslag 2013
INHOUDSOPGAVE
1
Milieujaarverslag ............................................................................... 3 1.1 1.2 1.3
2
WET MILIEUBEHEER.......................................................................................... 3 MILIEUTAKEN EN DE ORGANISATIE .................................................................... 3 COALITIE AKKOORD 2010-2014: SAMEN ANDERS ............................................. 3
Menskracht: formatie, beleid en ontwikkelingen ............................ 4 2.1 2.2 2.3 2.4
3
MILIEUFORMATIE .............................................................................................. 4 BELEIDSVORMING............................................................................................. 4 MILIEU & KLIMAATPLAN BERKELLAND 2011-2014 ............................................. 4 OMGEVINGSDIENST ACHTERHOEK .................................................................... 5
Duurzaam wonen en werken ............................................................ 6 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
4
BEDRIJVEN EN INRICHTINGENBESTAND.............................................................. 6 VERGUNNINGVERLENING EN MELDINGEN ........................................................... 7 TOEZICHT EN HANDHAVING .............................................................................. 8 AFVAL ............................................................................................................ 11 MILIEU- EN AFVAL- KLACHTENREGISTRATIE EN –AFHANDELING ......................... 15
Duurzame ruimtelijke ordening en milieu ..................................... 16 4.1 4.2
5
RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEU ADVIEZEN .................................................. 16 KLIMAAT EN ENERGIE ..................................................................................... 19
Water management ......................................................................... 26 5.1
6
AFVALWATER: GEMEENTELIJKE RIOLERINGSPLAN (GRP) ................................ 26
Milieucommunicatie en interne Milieuzorg, .................................. 27 6.1 6.2 6.3
7
NME ONDERSTEUNINGSSTRUCTUUR VOOR BASISSCHOLEN ............................. 27 VERDRAG VAN AARHUS EN DE GEMEENTELIJKE WEBSITE ................................. 27 DUURZAAM INKOPEN ...................................................................................... 27
Milieu uitvoeringsprogramma ........................................................ 28 7.1
MONITORING .................................................................................................. 28
2
1
Milieujaarverslag
1.1
Wet milieubeheer
Wettelijk verplicht Het milieujaarverslag geeft inzicht in de milieuactiviteiten die in 2013 door de gemeente Berkelland zijn uitgevoerd. Deze verplichting ligt vast in de Wet milieubeheer (Wm). De verplichte onderdelen daarbij zijn: - Beleids- en uitvoeringswerkzaamheden ten aanzien van inrichtingen. - Procedures voor vergunningen en ontheffingen. - Handhaving en coördinatie bij aanvragen om een beschikking. - Verslag doen door het college van burgemeester en wethouders aan de gemeenteraad. In het milieujaarverslag wordt ingegaan op relevante milieutaken of milieuthema’s waaraan is gewerkt. Het betreft taken waarvoor het gemeentebestuur van de
1.2
Rijksoverheid milieugelden ontvangt en zaken die voortkomen uit lokale wensen en/of initiatieven. Transparantie en monitoring Een milieujaarverslag bevordert de openheid en wordt uitgevoerd op basis van monitoring van de gemeentelijke milieutaken en prestaties. Het milieujaarverslag maakt voor de buitenwereld zichtbaar wat de gemeente doet binnen haar milieutaak. Welke punten aandacht hebben bij het verbeteren van het milieubeleid of de uitvoering daarvan. Het verslag maakt het mogelijk de eigen prestaties te vergelijken met die van andere gemeenten.
Milieutaken en de organisatie
Door het zeer gevarieerde karakter van alle milieutaken worden deze op meerdere afdelingen in de organisatie uitgevoerd. Tabel 1 geeft hiervan een overzicht. De horizontale samenwerking tussen de afdelingen is intensief door deze invulling. Per 1 april 2013 is dit veranderd. Er zijn
1.3
een groot aantal milieutaken overgegaan naar de Regionale uitvoeringsdienst (RUD). De betreffende mensen die deze taken uitvoerden zijn meegegaan naar de ODA op een enkeling na die deels niet meegaande taken uitvoerde.
Coalitie akkoord 2010-2014: Samen Anders “De coalitie kiest voor een duidelijk, objectief en verantwoord handhavingsbeleid, waarbij veiligheid voor mens en milieu voorop staat.”
In het Coalitie akkoord Samen Anders en het collegeprogramma is de route voor de komende jaren uitgezet. De hoofdlijn hierin is dat er bezuinigd moet worden. Alle taken en bezigheden worden bekeken en tegen het licht gehouden. Wat blijven we doen en wat niet. En als we het blijven doen, wat is dan voor dat onderwerp de beste weg. Ook leggen we meer verantwoordelijkheid bij partijen buiten de gemeente, zoals burgers en bedrijven. Over milieu en handhaving komen we de volgende gedeelten tegen:
“De gemeente Berkelland heeft toezicht en handhaving goed op orde. Met minder regels en andere vormen van toezicht en handhaving is het verantwoord om aan deze taak minder tijd en geld te besteden. Daarbij staat veiligheid voor mens en milieu voorop.” “We gaan werken aan een energiezuinig en duurzaam Berkelland. Dit gaan we doen door de uitstoot van broeikasgassen (CO2) te verminderen. Verder willen we inspelen op duurzame ontwikkelingen zoals, groene stroom, biogas, aardwarmte en zonne-energie.”
“Op gebied van veiligheid in de openbare ruimte hebben en houden wij als lokale overheid de eindverantwoordelijkheid. En in de openbare ruimte regelen wij als gemeente de zaken die inwoners individueel of samen niet kunnen organiseren: riolering, wegen, afval en inrichting van het openbare gebied.”
Samengevat: minder regels, meer verantwoordelijkheid geven, maar zonder de veiligheid geweld aan te doen.
3
2
Menskracht: formatie, beleid en ontwikkelingen
2.1
Milieuformatie
In tabel 1 is de formatie voor milieutaken in 2013 weergegeven. Deze is ten opzichte van 2011 met 4,1 formatieplaats gedaald Naast deze formatie wordt ook
gebruik gemaakt van algemene functies binnen ondersteunende werkvelden zoals juridische ondersteuning.
Taak
Afdeling
Formatie 2013
milieutechnisch advies* , (excl riolering en afval, incl. energie en klimaat)
Ruimtelijke ontwikkeling
4,7
milieubeleid en regie
Ruimtelijke ontwikkeling
0,25
milieubeheer, afval, riolering (excl energie)
Gemeentewerken
4,5
handhaving milieu *
Bouwen en milieu
4
Milieuvergunningen*
Bouwen en milieu
3
Tabel 1: Beschikbare milieuformatie 2013 Berkelland tot 1 april 2013. * deze taken en formatie zijn per april2013 overgegaan naar de ODA
2.2
Beleidsvorming
In 2013 zijn de volgende beleidstukken vastgesteld en zaken ontwikkeld en/of opgezet op milieugebied: - Milieujaarverslag 2012 november 2012 binnen de - Afvalstoffenplan 2014 - 2018 programmalijn 3.2 leefomgeving de - Internet publieksenquête lichthinder, doelstelling energieneutraal in 2030 ter vaststelling belevingsnorm belegd. Dit vormt een belangrijke - Bijdrage aan regiogemeenten plan van aanvulling op de doelen zoals gesteld aanpak voor bemeting (hoge) in het Milieu- en klimaat grondwaterstanden in woongebieden uitvoeringsprogramma 2011-2014. door vakberaad water. Inhoudelijk betekent dit het volgende: - Bijdrage aan provinciaal gebiedsdossier drinkwaterwinning We willen stimuleren dat in 2030 de Haarlo en Noordijkerveld energieproductie en het energieverbruik in - In september werd in regionaal de gemeente Berkelland gelijk is. Dit doen verband (Achterhoek) de moties voor we samen met andere regiopartijen. Door duurzame energie en biomassa het duurzaam produceren van zonneinitiatieven in de achterhoek energie en biogas en door gepresenteerd aan 3 Nederlandse energiebesparing via verduurzamen van Europarlementariërs in Brussel. woningen en gebouwen. Het aanjagen van - Beleidsuitgangspunten t.a.v. deze energietransitie draagt bij aan een proefboringen schaliegaswinning duurzame gemeente en regio. En werden afgestemd met stimuleert de innovatie in de regionale regiogemeenten, college. Dit leidde tot economie. Dit voornemen is ook een raadsmotie aan de 2e kamer bekrachtigd in het nieuw coalistieakoord . - Bij de vaststelling van de begroting 2013 is door college en raad in
2.3
Milieu & Klimaatplan Berkelland 2011-2014
Het milieu- & klimaatuitvoeringsprogramma beschrijft de activiteiten in de periode 2011 en 2014.
Het milieu uitvoeringsprogramma 20112014 voor Berkelland dient twee doelen, te weten: 1. In de Wet milieubeheer was voor gemeenten een verplichting
4
opgenomen om een milieuprogramma op te stellen; 2. In het collegeprogramma 20102014 is een opdracht opgenomen die invulling geeft ten aanzien van energie en duurzaamheid. Ook wordt aangesloten bij het eerder vastgestelde klimaatplan 20092012 en milieu uitvoeringsprogramma (MUP). In het MUP is hier invulling aan gegeven. Het MUP is verdeeld in tweeën. Het eerste
2.4
gedeelte (hoofdstuk 2 en 3) gaat over de uitgangspunten en uitvoering van de energie en klimaat taken. Het tweede gedeelte (hoofdstuk 4) gaat over de bedrijfsgerichte wettelijke milieutaken. Afgesloten wordt met hoofdstuk 5 waarin de taken in een uitvoeringkalender (paragraaf 5.3) voor de planperiode zijn weergegeven. Onder punt 7 is deze kalender opgenomen in dit jaarverslag.
Omgevingsdienst Achterhoek
Omgevingsdienst Achterhoek (ODA)). De Gelderse gemeenten hebben eind 2009 ingestemd met het organiseren van de Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD’s) volgens de Gelderse Maat. Deze Gelderse Maat gaat o.a. uit van een RUD op schaal van de Achterhoek.De naam van deze RUD is de Omgevingsdienst Achterhoek (ODA). De ODA wordt opgezet voor de uitvoering van milieuvergunningverlening en -handhaving en de Wabo-specialismen (o.a. advies over bodem, geluid, constructies en externe veiligheid). De
provincie brengt ook de andere werkzaamheden die samenhangen met de omgevingsvergunning over naar de ODA. De complexe vergunningverlening komt terecht bij de Omgevingsdienst Regio Nijmegen (ODRN). De ODA is van start gegaan op 1 april 2013. Hieronder het algemene beeld van de ODA zoals opgenomen in de uitgangspuntennotitie (vastgesteld door alle partners op 1 in januari 2012).
1
De ODA is een openbaar lichaam, dat is ingericht op het nieuwe werken (HNW). Er is sprake van een ‘centrale ontmoetingsplek’ en ‘werkplekken op locatie’. In de centrale ontmoetingsplek (in het gemeentehuis van Bronckhorst in Hengelo Gld.) zitten de leidinggevenden, de ‘provinciale’ medewerkers en de medewerkers voor wie het op dat moment handig is om daar aanwezig te zijn. In de overige gemeentehuizen zitten de ODA-medewerkers die ter plekke het dagelijkse vergunning-, handhaving- en advieswerk doen. Onder kwaliteitsbewaking van de ODA leveren zij de producten die zij nu ook al leveren. De aansturing vindt plaats door de leiding van de ODA. Het takenpakket van de ODA wordt gevormd door de samengevoegde takenpakketten van de aangesloten partners. Uitgangspunten voor het takenpakket zijn de ‘basistaken’ en de Wabo-brede specialismen. De ODA voert het totale ODA-programma uit. Het bevoegd gezag blijft bij provincie en gemeenten. De ODA krijgt een ruim mandaat. 1) Aalten, Berkelland, Bronckhorst, Doetinchem, Lochem, Oost Gelre, Oude IJsselstreek, Montferland, Winterswijk, Zutphen en de provincie Gelderland.
5
3
Duurzaam wonen en werken
3.1
Bedrijven en inrichtingenbestand
Bedrijven onder het bevoegd gezag van de gemeente Op 1 januari 2008 is het Activiteitenbesluit milieubeheer inwerking getreden. De vergunningverlening-systematiek is hierdoor omgedraaid. Bedrijven zijn nu volgens de Wet milieubeheer meldingsplichtig op basis van het Activiteitenbesluit, tenzij ze zijn uitgezonderd. Daarnaast worden zij op basis van hun activiteiten in een drietal categorieën opgedeeld: type A, B en C. Wijziging Activiteitenbesluit Op 1 januari 2013 is het Activiteitenbesluit gewijzigd. Door deze wijziging zijn nog meer bedrijven onder de meldingsplicht komen te vallen. Onder andere een groot aantal agrarische bedrijven. Door de wijziging heeft een grote verschuiving plaatsgevonden tussen de type B en C bedrijven. En ook een kleine verschuiving in bevoegd gezag per bedrijf. Deze verschuivingen zijn terug te zien in het overzicht van het aantal bedrijven. Type A bedrijven Bedrijven waarvan de activiteiten weinig invloed hebben op het milieu. Voorbeelden van bedrijven die onder deze categorie vallen zijn kantoren, banken en zorginstellingen. De type A bedrijven vallen volledig onder de werkingssfeer van het Activiteitenbesluit maar hoeven geen melding (meer) te doen. Deze bedrijven moeten wel voldoen aan de (zorgplicht)voorschriften van het Activiteitenbesluit. Type B bedrijven Bedrijven die een middelgrote invloed hebben op het milieu. Deze bedrijven vallen volledig onder de werkingssfeer van het Activiteitenbesluit en
moeten een melding indienen. Deze bedrijven moeten voldoen aan de voorschriften van het Activiteitenbesluit. Type C bedrijven Deze bedrijven hebben een nog grotere invloed op het milieu en moeten altijd een omgevingsvergunning aanvragen. Daarnaast kunnen binnen deze bedrijven activiteiten plaatsvinden die onder de werkingssfeer van het Activiteitenbesluit vallen. Hierdoor kunnen zij gedeeltelijk onder de werkingssfeer van het Activiteitenbesluit vallen en moeten voor dit deel ook een melding indienen. Ze moeten voldoen aan de voorschriften uit de omgevings-vergunning en aan de voorschriften van het Activiteitenbesluit. Type C bedrijven zijn op te delen in twee groepen bedrijven. Bedrijven met en zonder IPPC-installatie (De afkorting staat voor Integrated Pollution Prevention and Control.) Dit zijn bedrijven waarbinnen een IPPC-installatie aanwezig is en hebben een zeer grote invloed op het milieu. Bedrijven onder het bevoegd gezag van de provincie In Berkelland liggen 3 bedrijven waarvoor Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland het bevoegd gezag is op basis van de Wet milieubeheer. Bedrijven onder het bevoegd gezag van het rijk In Berkelland ligt één bedrijf waarvoor het ministerie van Infrastructuur en Milieu het bevoegd gezag is op basis van de Wet milieubeheer.
Tabel 2: Overzicht van het aantal bedrijven in Berkelland op basis van de Wet milieubeheer in 2012-2013: Soort bedrijf 2012 2013 Type A Type B Type C - Vergunning plichtig Type C – IPPC-installatie Provincie bevoegd gezag Rijk bevoegd gezag
225 816 1094 32 12 1
226 1873 35 32 3 1
Jaar
2012
2013
Totaal aantal bedrijven
2.180
2170
6
3.2
Vergunningverlening en meldingen
Activiteitenbesluit milieubeheer Op 1 januari 2008 is het Activiteitenbesluit milieubeheer in werking getreden. Dit besluit wordt in fases ingevoerd. Op 1 januari 2008 is fase 1 in werking getreden. Hierbij hebben 12 algemene maatregelen van bestuur (amvb's) plaatsgemaakt voor één nieuwe algemene maatregel van bestuur, het Activiteitenbesluit. Fase 2 wordt in een aantal tranches ingevoerd. e Op 1 januari 2010 is de 1 tranche van fase 2 in werking getreden, hierbij zijn 7 bedrijfstakken en inrichtingen voor traditioneel schieten, bijvoorbeeld vogelschieten bij zomerfeesten, onder de werkingssfeer van het Activiteitenbesluit gebracht. Op 1 januari 2011 is de tweede tranche van fase 2 inwerking getreden., Hierdoor zijn een groot aantal afvalgerelateerde activiteiten onder het Activiteitbesluit komen te vallen. Op 1 januari 2013 is de derde tranche van fase 2 van het Activiteitenbesluit inwerking getreden, hierdoor zijn onder andere een groot aantal agrarische bedrijven onder het Activiteitenbesluit komen te vallen. In 2015 zal de vierde tranche van fase 2 van het Activiteitenbesluit in werking treden waardoor ondermeer ziekenhuizen, gieterijen, defensie-inrichtingen, hondenkennels, volières, dierentuinen, Soort procedure Oprichtings-/veranderings-/revisievergunning (art. 2.1.e + art. 2.6 Wabo) Omgevingsvergunning beperkte milieutoets Wijzigen vergunning op verzoek (art 2.31 Wabo) Ambtshalve wijzigen vergunning (art. 2.31 Wabo) Intrekken vergunning op verzoek (art. 2.33 Wabo) Ambtshalve intrekken vergunning (art. 2.33.2.b Wabo) Milieuneutrale vergunning (3.10.3 Wabo) Mer-beoordelingen (art. 7.8 Wm) Meldingen (art. 8.40 Wm) Maatwerkvoorschriften Totaal
asbestverwijderingsbedrijven en producenten van petfood onder het Activiteitenbesluit zullen komen te vallen. Hierdoor zullen nog meer bedrijven onder algemene regels kom te vallen. Omgevingsvergunning beperkte milieutoets Naast de meldingsplicht op basis het Activiteitenbesluit geldt voor een groot aantal bedrijven nog de verplichting om een omgevingsvergunning beperkte milieutoets op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingswet aan te vragen. Dit type omgevingsvergunning is nodig indien bepaalde activiteiten plaatsvinden binnen een bedrijf. Bij de beoordeling van een aanvraag voor dit type omgevingsvergunning wordt alleen op specifieke onderdelen getoetst zoals bijvoorbeeld milieueffectrapportage of fijn stof en betreft een eenmalige toestemming voor een aangevraagde activiteit.
Ingekomen aanvragen 2012
Afgehandelde aanvragen 2012
Ingekomen aanvragen 2013
Afgehandelde aanvragen 2013
26
23
18
15
0 0 1 14 4 9 2 88 0
0 0 1 13 4 9 2 83 0
30 0 1 0 0 0 0 88 4
28 0 1 0 0 0 0 86 2
144
135
141
132
Tabel : Overzicht van procedures op basis van de Wet milieubeheer en de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht in de periode 2012-2013
Wet algemene bepalingen omgevingsrecht Wabo) Op 1 oktober 2010 is de Wabo in werking getreden. De Wabo maakt het mogelijk om voor een groot aantal toestemmingen op het gebied van de fysieke leefomgeving nog maar één vergunning aan te vragen, de zogenoemde
omgevingsvergunning. De Wabo betreft een procedurewet. Dit betekent dat de inhoudelijke toetsing nog steeds plaatsvindt op basis van de specifieke wet- en regelgeving zoals de Woningwet, Wet milieubeheer, etc.
7
3.3
Toezicht en Handhaving
3.3.1. Handhaafbeleid In 2012 is het “Handhaafbeleid Fysieke leefomgeving Gemeente Berkelland” voortgezet. In dat beleid staan voor het toezicht en de handhaving de doelen en prioriteiten. Ook is aangegeven op welke wijze de gemeente controles uitvoert en bij overtredingen handhaaft.
3.3.2
In april 2013 is dit overgegaan wat betreft uitvoering naar de Omgevingsdienst Achterhoek(ODA). Een deel van de taken is binnen gemeente Berkelland en een deel binnen de ODA uitgevoerd.
Bedrijfsgebonden en niet-bedrijfsgebonden controle taken
Voor het bepalen van de prioriteiten bij de bedrijfsgebonden taken wordt gebruik gemaakt van de Achterhoekse maatlat. In dit systeem zijn bedrijven ingedeeld in categorie A t/m D
waarbinnen verschillende zwaarte wordt toegekend op basis van de kenmerken van deze bedrijven..
Tabel 4: categorie indeling Gelderse maat
1 2 3 4 5 6 7 7 8
A1 A2 B1 B2 B3 C3 agrarisch C3 overig C4 D4/5
Frequentie
Normuren
Workload
1/5 1/5 1/3 1/3 1/3 1/1 1/1,2
1 1 10,5 14 19 15,5 19,5 38,5 38,5
1 1 2,1 2,8 6,3 5,1 6,5 38,5 46
Frequentie Berenschot 1/20 1/20 1/5 1/5 1/2 1/2 1/1 1/1 1/1
Normuren Berenschot 16 16 13 16 29 29 34 34 35
Workload 0,8 0,8 2,7 3,2 14,5 14,5 34 34 35
Uitleg categorieën A1 en A2 betreffen allebei meldingsvrije inrichtingen Type A, categorie 1 of 2. Het betreft de zeer kleine bedrijven zonder noemenswaardige milieubelasting. Voor deze bedrijven hoeft geen melding te worden ingediend. Daarom is geen frequentie ingevuld en zijn geen normuren opgesteld. B1 en B2 bedrijven zijn in principe meldingsplichtig omdat ze onder type B van het Activiteitenbesluit vallen. Op basis van de indeling in milieucategorie 1, is de milieubelasting van dergelijke bedrijven laag. Bij meldingen komen in een aantal gevallen maatwerkvoorschriften voor. B3. De andere meer complexe meldingsplichtige bedrijven zijn ondergebracht onder B3. In B3 zitten die inrichtingen die onder het basistakenpakket vallen. Ook bij deze meldingen komen in een aantal gevallen maatwerkvoorschiften voor.. C3 agrarisch. Categorie C3 is de grootste categorie met de meeste workload in de regio. Hier is meer dan 75 % agrarisch vergunningplichtig. In de regio is voor vergunningverlening geen onderscheid gemaakt tussen agrarisch en overige bedrijven/inrichtingen. C3 overige. Ten opzichte van de C3-bedrijven is er een toename in het aantal normuren in de voorbereiding, de inhoudelijke beoordeling, de behandeling van zienswijzen en de voorlopige voorziening inclusief beroep. Dit komt vooral omdat deze bedrijven categorie in de Achterhoek veelal wat moeilijkere gevallen heeft. C4. Een C4 bedrijf kent grotendeels hetzelfde toetsingskader als een C3 bedrijf met een toeslag in uren. D4/5. De D4/5 bedrijven bestaan voor het overgrote deel uit agrarische IPPC bedrijven en een paar overige bedrijven. Bij D4/D5-bedrijven (de IPPC en BRZO bedrijven) spelen meer aspecten zoals EV, geluid en geur. Daarnaast komt er vaker een MER beoordeling voor. Een aantal uren verschuift mogelijk van de inhoudelijke beoordeling naar de voorbereiding indien een MER beoordeling van toepassing is.
8
In 2013 zijn de volgende controles uitgevoerd gesplitst in: tot 1 april 2013 gemeente Berkelland; vanaf 1 april door Omgevingsdienst Achterhoek.
Gemeente Berkelland tot 1 april 2013: Overzicht werkprocessen Controles/hercontroles In orde Niet in orde Gedogen Totaal
75 65 10 0 75
Aantal: Agrarisch
42
Industrieel
33
Omgevingsdienst Achterhoek vanaf 1 april 2013: Overzicht werkprocessen Controle Last onder dwangsom Bestuursdwang Gedogen Totaal
266 1 0 0 267
Aantal: Agrarisch
118
Industrieel
134
Slopen
14
Advies
0
Evenement
1
Asbest
0
Zaken per bevoegd gezag b&W GS
255 15
input cat a1
aantal ingebrachte aantal controles controles tot aantal uitgevoerde uitgevoerd ingebracht verantwoordings- uitgevoerd normuren controles in% p/j datum % 1,00
0,00
0,00%
0,00
0,00
0,00%
a2
1,00
0,00
0,00%
0,00
0,00
0,00%
b1
10,50
34,00
52,71%
86,00
64,50
52,71%
b2
14,00
113,00
66,96%
225,00
168,75
66,96%
b3
19,00
11,00
77,19%
19,00
14,25
77,19%
c3a
15,50
0,00
0,00%
0,00
0,00
0,00%
c3o
19,50
1,00
13,33%
10,00
7,50
13,33%
c4
38,50
4,00
266,67%
2,00
1,50
266,67%
d4/5
38,50
0,00
0,00%
0,00
0,00
0,00%
overige
10,00
92,00
100,00%
255,00
74,42%
342,00
256,50
99,42%
9
aantallen per zaaktype Controle uitvoeren Incidentmelding behandelen Klacht/melding behandelen Handhavingsverzoek behandelen' Handhavingsbesluit nemen Last onder dwangsom ten uitvoer leggen Bestuursdwang ten uitvoer leggen Zienswijze behandelen Voorlopige voorziening behandelen Bezwaar behandelen Beroep behandelen Advies verstrekken
242 3 16 5 1 0 0 0 0 0 0 1
Uit het volgende totaaloverzicht 2013 blijkt dat het naleefgedrag van bedrijven tot 2010 jaarlijks verbeterde maar daarna weer afneemt. In 2013 ligt het hoog maar door de overgang naar de ODA zijn de cijfers niet helemaal vergelijkbaar. Tabel 7: naleefpercentages t.o.v. eerder jaren
Jaar 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013
Aantal periodieke controles 389 463 467 441 426 417 415 342 342
Afspraakformulier/sanctiestrategie Indien er bij een milieucontrole sprake is van een overtreding dan gebruikt de toezichthouder het afspraakformulier. De ondernemer ondertekent het formulier waarin de actie en de termijn(en) staan waarbinnen hij de overtreding(en) moet verhelpen.
In orde 124 (32%) 163 (35%) 205 (44%) 266 (60%) 268 (62%) 243 (58%) 237 (57%) 181 (53%) 283 (82%)
Niet in orde 265 (68%) 300 (65%) 262 (56%) 175 (40%) 158 (38%) 174 (42%) 178 (43%) 161 (47%) 59 (18%)
Bij ernstige overtredingen wordt het afspraakformulier niet gebruikt maar ontvangt de vergunninghouder een brief met hersteltermijnen en een vooraankondiging dwangsom/bestuursdwang.
10
3.4
Afval
3.4.1
Inzameling huishoudelijk afval
In 2013 heeft de gemeenteraad van Berkelland het “Afvalstoffenplan 2014-2018” vastgesteld. Dit plan is een vervolg op het “Afvalstoffenplan 20072012”. Het nieuwe plan is met ingang van 1 januari 2014 in werking getreden. In onderstaande tabel is aangegeven hoeveelheid afval in
de jaren 2008 tot en met 2013 in de gemeente Berkelland is ingezameld. Ook is aangegeven hoeveel nu al wordt gescheiden en hoeveel nog extra gescheiden moet worden ingezameld om het percentage van 60/65 te halen.
Tabel 8: Ingezamelde hoeveelheden (in tonnen) en per inwoner.(in kg) (aantal inw. per 1-1-2013: 44.769) Afvalstof
Huishoudelijk restafval Grof huishoud. restafval GFT Grof tuinafval Oud papier Verpakkingsglas Textiel Kunststof verpakkingen Schoenen KCA Luiers Hout WEB Bruikbare huisraad Vloerbedekking Matrassen Vlakglas Metalen Aardewerk/ porselein Kunststof Frituurvet Gasflessen en brandblussers Totaal ingezameld Gescheiden ingezameld (totale hoeveelheid minus (grof) restafval )
Bruikbare huisraad en materiaalhergebruik totaal (kringloop) * ** *** ****
Inzameling (ook) door kringloopbedrijf x
x
x x x x x x x x
2009
2010
2011
2012
2013
(tonnen)
(tonnen)
(tonnen)
(tonnen)
(tonnen)
11.751
11.300
11.246
11.176
11.228
2013 per inwoner (in kg.)
357
369
410
411
9,18
5.171* 134 3.952 997 265 22 (1 mnd) 1 35 285 408 440 540
4.891* 175 3.888 972 246 448
5.072* 134 3.874 988 253 488
4.875* 116 3.562 978 209 536
4.803* 128 3.419 961 199 519
107,28** 2,86 76,37 21,47 4,45 11,59
1 49 204 484 444 288
1 41 154 492 474 498
1 44 143 510 408 266
1 44 138 460 411 371
0,02 0,98 3,08 10,27 9,18 8,29
141
156
1,79
11 21
105 56 14 25 54
80
20
148 68 12 23
12 18 47
0,27 0,40 1,05
54
52 2 0,3
1,16 0,04 0,01
0,3
-
24.681
24.034
24.335
23.542
51,13%
51,50%
52,27%
50,78% *** (gecorrigeerd 53,05%)
1.906 = 83,67%
1.655 = 82,26%
1.859 = 83,45%
1.561 = 77,01% ****
Te plegen extra inspanning
250,80
311
x
Landelijke richtlijnen
23.304 50,06% *** (gecorrige erd) 52,35%)
60% (LAP2)
9,94% (gecorrigeerd 7,65%)
65% in 2015 (brief Atsma)
14,94% (gecorrigeerd 12,65%)
1.475 78,21% ****
Deze hoeveelheden zijn ingezameld in de kernen. Sinds 2007 wordt in het buitengebied geen GFT meer gescheiden ingezameld. Een deel van het GFT uit het buitengebied wordt met het restafval aangeboden. De hoeveelheid GFT die in 2013 in de kernen is ingezameld is gedeeld door het aantal inwoners van de kernen. Het percentage gescheiden ingezamelde afvalstoffen wordt negatief beïnvloed doordat in het buitengebied geen GFT meer wordt ingezameld. Was dat wel zo geweest, dan was in totaal 52,35% gescheiden ingezameld. Berekening: 1.885.461 kg. (totaal ingezameld door kringloopbedrijven) – 410.780 kg. (grof huishoudelijk restafval van kringloopbedrijven) = 1.474.681 kg. Hergebruik is 1.474.681 kg : 1% van 1.885.461 kg. = 78,21%.
11
Opmerkingen bij de tabel: - De totale hoeveelheid afval is met 1,01% gedaald, van 23.542 ton naar 23.304 ton. Dit komt onder andere door de economische teruggang. De kringloopbedrijven hebben minder grof huisvuil ingezameld. In 2013 werd van het ingezamelde grof huisvuil 78,21% hergebruikt: In 2011 was dat nog 83,45% en in 2012 was dit 77,01%. Volgens de kringloopbedrijven wordt het lagere percentage hergebruik vooral veroorzaakt doordat de inwoners minder goederen aanleveren, waarbij die goederen ook van mindere kwaliteit zijn. Ook hier is vooral de slechtere economische situatie de oorzaak. De hoeveelheid oud papier daalt al een aantal jaren. De daling kan verschillende oorzaken hebben, zoals de economische crisis, toenemend gebruik van de nee/neeen nee/ja-sticker en een verminderd scheidingsgedrag. Ook werd er minder textiel gescheiden aangeboden dan enkele jaren geleden. Aangenomen wordt dat kleding langer wordt gedragen. De hoeveelheid matrassen wordt door de kringloopbedrijven niet meer geregistreerd. De afvalstoffen die de kringloopbedrijven inzamelen zijn uitgesplitst. Dit is bij de afvalstoffen aangegeven.
-
-
-
-
-
De totale hoeveelheid afval is met 1,01% gedaald, van 23.542 ton naar 23.304 ton. Dit komt onder andere door de economische teruggang. De kringloopbedrijven hebben minder grof huisvuil ingezameld. In 2013 werd van het ingezamelde grof huisvuil 78,21% hergebruikt: In 2011 was dat nog 83,45% en in 2012 was dit 77,01%. Volgens de kringloopbedrijven wordt het lagere percentage hergebruik vooral veroorzaakt doordat de inwoners minder goederen aanleveren, waarbij die goederen ook van mindere kwaliteit zijn. Ook hier is vooral de slechtere economische situatie de oorzaak. De hoeveelheid oud papier daalt al een aantal jaren. De daling kan verschillende oorzaken hebben, zoals de economische crisis, toenemend gebruik van de nee/neeen nee/ja-sticker en een verminderd scheidingsgedrag. Ook werd er minder textiel gescheiden aangeboden dan enkele jaren geleden. Aangenomen wordt dat kleding langer wordt gedragen. De hoeveelheid matrassen wordt door de kringloopbedrijven niet meer geregistreerd. De afvalstoffen die de kringloopbedrijven inzamelen zijn uitgesplitst. Dit is bij de afvalstoffen aangegeven.
Volgens het Landelijk Afvalbeheerplan 2 (LAP2) moet in 2015 in totaal 60% van het huishoudelijk afval gescheiden worden ingezameld. Voormalig staatssecretaris Atsma heeft dit percentage verhoogd tot 65% in 2015. In het Afvalstoffenplan 2014-2018 is onder andere als doel gesteld dat het recyclingpercentage van 52% nu richting 65% moet stijgen stijgen. In het volgende overzicht is aangegeven welke afvalstoffen in 2013 in opdracht van de gemeente werden ingezameld.
Overzicht manier van afvalinzameling 2013 Afvalstof Restafval
GFT
Grof huisvuil (alle herbruikbare en niet herbruikbare goederen, mits herkenbaar als huishoudelijk afval + textiele vloerbedekking)
Wijze en frequentie van inzamelen huis-aan-huis alternerend (1x per 2 weken) (volumesysteem) huis-aan-huis alternerend (1x per 2 weken) in de bebouwde kom, buitengebied wordt niet meer ingezameld halen: huis-aan-huis op afroep (kringloop) brengen: bij kringloop
Collectieve inzamelmiddelen grijze container -72 bovengr.verzamelcontainers op 22 locaties -39 ondergr. Verzamelcontainers op 35 locaties groene container
12
Afvalstof Grof hout (bepaalde eisen aan hout) Grof tuinafval Kerstbomen Glas Papier
Kunststof verpakkingsafval Groot en klein wit- en bruingoed KCA en klein wit- en bruingoed
Textiel
Luiers en incontinentiemateriaal Oud ijzer (mits handzaam)
Wijze en frequentie van inzamelen halen: huis-aan-huis op afroep (kringloop) brengen:bij kringloop halen: 2x per jaar huis-aanhuis, in buitengebied op afroep halen/brengen door kinderen, 1x per jaar brengen (op kleur gescheiden) halen: huis-aan-huis (verenigingen/scholen) brengen: stationaire containers (verenigingen/scholen)
halen: huis-aan-huis 1x per maand in plastic zakken halen: huis-aan-huis op afroep (kringloop) brengen: bij kringloop halen: 2x per jaar huis-aanhuis, in buitengebied op afroep brengen: 2 x per jaar standplaats in alle kernen halen: charitatieve instellingen brengen: containers brengen: kinderdagverblijven en zorginstellingen halen: huis-aan-huis op afroep (kringloop) brengen: bij kringloop
Collectieve inzamelmiddelen
38 ondergr. containers op kleur op 26 locaties 2 halen met kraakperswagen 2 halen met kraakperswagen/ eigen inzamelmiddelen 2 halen met kraakperswagen/ brengen 12 halen met eigen middelen 5 halen met eigen middelen/ brengen 8 brengen
KCA-box
-7 bovengrondse containers en 3 ondergrondse containers op 10 locaties -27 bovengrondse containers op 18 locaties
13
3.4.2
Wijze van inzameling
In het volgende overzicht is aangegeven welke afvalstoffen in 2013 in opdracht van de gemeente werden ingezameld. Overzicht manier van afvalinzameling 2013 Afvalstof Restafval
Wijze en frequentie van inzamelen huis-aan-huis alternerend (1x per 2 weken) (volumesysteem)
Collectieve inzamelmiddelen grijze container -53 bovengr.verzamelcontainers op 21 locaties
GFT
Grof huisvuil (alle herbruikbare en niet herbruikbare goederen, mits herkenbaar als huishoudelijk afval + textiele vloerbedekking) Grof hout (bepaalde eisen aan hout) Grof tuinafval Kerstbomen Glas
huis-aan-huis alternerend (1x per 2 weken) in de bebouwde kom, buitengebied wordt niet meer ingezameld halen: huis-aan-huis op afroep (kringloop) brengen: bij kringloop halen: huis-aan-huis op afroep (kringloop) brengen:bij kringloop halen: 2x per jaar huis-aan-huis, in buitengebied op afroep halen/brengen door kinderen, 1x per jaar brengen (deels kleurscheiding)
Papier
halen: huis-aan-huis (verenigingen/scholen) brengen: stationaire containers (verenigingen/scholen)
Kunststof verpakkingsafval
halen: huis-aan-huis 1x per maand in plastic zakken halen: huis-aan-huis op afroep (kringloop) brengen: bij kringloop halen: 2x per jaar huis-aan-huis, in buitengebied op afroep brengen: 2 x per jaar standplaats in alle kernen halen: charitatieve instellingen brengen: containers
Groot en klein wit- en bruingoed KCA en klein wit- en bruingoed
Textiel Luiers en incontinentiemateriaal Oud ijzer (mits handzaam)
brengen: kinderdagverblijven en zorginstellingen halen: huis-aan-huis op afroep (kringloop) brengen: bij kringloop
-38 ondergr. Verzamelcontainers op 34 locaties groene container
40 ondergr. containers op kleur op 27 locaties 3 halen met kraakperswagen 1 halen met kraakperswagen/ brengen 15 halen met eigen middelen 4 halen met eigen middelen/ brengen 9 brengen
KCA-box
-7 bovengrondse containers en 3 ondergrondse containers op 10 locaties -28 bovengrondse containers op 19 locaties
3.5
Milieu- en afval- klachtenregistratie en –afhandeling
3.5.1
Gemeente Berkelland systeem komen naast de hoofdcategorieën milieu en afval ook de aan natuur en leefbaarheid gerelateerde hoofdcategorieën (bomen, dierplagen, groen, overlast, riolering, vergunningen en wegen). In dit verslag zijn deze echter buiten beschouwing gelaten.
De klachten en meldingen worden sinds 2005 geregistreerd in het geautomatiseerde klachtenregistratie- en afhandelingsysteem systeem (RS 8 melddesk) door de front-Office medewerkers (afdeling gemeentewinkel). In dit
Tabel 10: Aard en aantal klachten 2009 - 2013 de hoofd categorieën milieu- en afval gemeld bij gemeente Berkelland aantal 2009
aantal 2010
aantal 2011
aantal 2012
Afvaloverlast bedrijfsterreinen
0
0
0
0
Aantal Berkelland 2013 0
Bodem
0
0
0
1
2
Geluidsoverlast
6
8
0
6
2
Illegale lozingen
4
2
0
0
2
Mestopslag
1
1
0
0
0
Hoofdcategorie Milieu
21
Stankoverlast Totaal
26 32
7
21
37
7
aantal 2009
aantal 2010
aantal 2011
aantal 2012
Wrakken/autobanden
4
1
2
1
1
Asbest
8
2
0
0
0
Bouw-en sloopafval
11
2
9
5
3
Dode dieren
5
10
0
-
-
Straatreiniging
11
7
11
8
5
Overige Afval Illegale stort
43
35
49
45
25
79
80
96
81
37
Zwerfafval
27
36
22
16
7
205
163
187
148
6 15
Hoofdcategorie Afval
Totaal
3
9 28
Aantal ODA 2013 1 april – 3
12 Nvt
77
‘-‘ = categorie vervallen
In het klachten registratie- en afhandelingssysteem van Berkelland zijn normtijden opgenomen voor afhandeling. Deze normtijden komen voort uit overleg binnen de gemeentelijke afdelingen die de klachten afhandelen en zijn in
3.5.2
het geautomatiseerde systeem aangegeven.Er is over 2013 een duidelijke afname van zowel het aantal stankklachten eals meldingen van illegale stort en zwerfafval.
Omgevingsloket provincie Gelderland
Het omgevingsloket van de provincie Gelderland krijgt ook klachten binnen over zaken waarvoor gemeente Berkelland het bevoegd gezag is.
Deze worden doorgespeeld en dan opgenomen in ons klachtensysteem.
15
4
Duurzame ruimtelijke ordening en milieu
4.1
Ruimtelijke ordening en milieu adviezen
In 2013 zijn door de specialisten binnen Berkelland en de ODA (vanaf 1 april 2013) adviezen van diverse aard verstrekt in verband met ruimtelijke ordening, bouwen en milieuvergunningen/meldingen.. Aard van de adviezen: • archeologie • bodem • bedrijven en milieuzonering • geurregelgeving veehouderijen ("geurcontouren")
• • • • • •
geluid externe veiligheid juridisch luchtkwaliteit MER overige aspecten (lichthinder, hoogspanningslijnen, zendmasten, ammoniak, ecologische hoofdstructuur en Natura 2000)
Tabel 11: Aard van de adviezen in kader van RO Milieuadviezen
2009
2010
2011
2012
2013
totaal integrale milieuadviezen:
153
155
223
159
151
70 87 80 70 94 71 72
91 114 99 70 122 80 76
36 52 56 41 90 45 40
9
24
16
40 42 46 34 58 34 24 11 23 17
opgesplitst in milieudeelgebieden: archeologie bodem bedrijven en milieuzonering geurregelgeving veehouderijen geluid externe veiligheid luchtkwaliteit juridisch MER overige aspecten
4.1.1
Totaal deeladviezen 553 676 376 329 Eén advies kan uit meerdere deeladviezen bestaan. Vandaar is de som van alle milieuadviezen samen hoger dan het totaal aan integrale adviezen.
Bedrijven en milieuzonering
Het is gebruikelijk om voor ruimtelijke ontwikkelingen in de omgeving van bedrijvigheid aansluiting te zoeken bij de afstanden genoemd in de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering. Dit betreft afstanden voor de aandachtsgebieden geur, stof, geluid en gevaar. Andersom kan deze publicatie worden gebruikt voor het verantwoord inpassen van bedrijvigheid in de fysieke omgeving. Deze VNG-publicatie geeft op systematische wijze informatie over de milieukenmerken van vrijwel alle voorkomende bedrijfstypen. Het biedt daarmee een hulpmiddel
4.1.2
om ruimtelijke ordening en milieu op gemeentelijk niveau op elkaar af te stemmen. Het is niet de bedoeling om de in deze publicatie genoemde richtafstanden zonder meer toe te passen. De afstanden moeten worden afgestemd op de omgevings- en bedrijfskenmerken. Dit leidt tot een gemotiveerd toepassen van de afstanden. In de praktijk gaat het dan om de combinatie van deze publicatie met de voorhanden zijnde bestemmingsplan- en milieuvergunninggegevens en relevante andere informatie, zoals richtlijnen en jurisprudentie.
Geurhinder veehouderijen en industrie
Sinds 1 januari 2007 is er een nieuwe wet voor de beoordeling van agrarische geurhinder: de Wet geurhinder en veehouderij (Wgv). Deze wet is opgesteld voor de milieuvergunningverlening aan veehouderijen,
maar geldt ook voor besluitvorming over ruimtelijke ontwikkelingen (vanuit het principe van de “omgekeerde werking”). Na inwerkingtreding van de Wgv zijn alle binnen de gemeente Berkelland spelende ruimtelijke
16
plannen beoordeeld op de gevolgen van deze nieuwe wet. Geconstateerd is dat een aantal plannen in met name de kleine kernen geen doorgang kan vinden met toepassing van de standaardnormen. Ook zit een aantal veehouderijen onder het regime van de Wgv op slot qua uitbreidingsmogelijkheden. Gelukkig biedt de Wgv de mogelijkheid tot maatwerk, waarbij gemeenten een bepaalde mate van beleidsvrijheid hebben. Om die reden is besloten tot het opstellen van geurbeleid voor de kleine kernen. Dit heeft geleid tot een in december 2008 vastgestelde geurverordening, die op 1 juli 2009 in werking is getreden. Deze verordening leidt tot een versoepeling van de geurnorm voor de kleine kernen en een kleinere aan te houden minimumafstand. Dit zonder dat het woon- en leefklimaat binnen de kernen in het geding komt.
4.1.3
Luchtkwaliteit
De Wet luchtkwaliteit heeft als doel het beschermen van mens en milieu tegen negatieve effecten van luchtverontreiniging door bepaalde stoffen. Stikstofoxiden en fijn stof zijn daarbij in de praktijk de meest kritische stoffen. Het wegverkeer en enkele grote intensieve veehouderijen (met name pluimvee) zijn in Berkelland de belangrijkste bronnen die bijdragen aan een verslechtering van de luchtkwaliteit. Deze bijdrage komt bovenop de achtergrondbelasting. Dit zijn concentraties die op de achtergrond aanwezig zijn door natuurlijke bronnen en diverse bronnen van menselijke oorsprong uit binnen- en buitenland. Volgens de meest recente inzichten is in Berkelland geen sprake meer van overschrijding
4.1.4
Voor het overige grondgebied van de gemeente Berkelland voldoen de standaardnormen uit de Wgv in de regel prima. Daarom bestaat er geen directe noodzaak tot het opstellen van verder gemeentelijk geurbeleid. Desondanks kunnen zich in specifieke situaties best knelpunten voordoen. Voor de beoordeling van industriële geurhinder vormt de Nederlandse emissierichtlijn lucht (NeR) het belangrijkste toetsingskader. De NeR is formeel geen wet maar heeft in de praktijk wel een soortgelijke status gekregen door uitspraken van de rechtsprekende macht.' Daarnaast gelden soms specifieke bepalingen uit het Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Barim, meestal aangeduid als het Activiteitenbesluit).
van luchtkwaliteitsnormen. Voor de situatie rondom wegen was dat ook voorgaande jaren al bekend. In het verleden was de N18 door Eibergen nog een knelpunt. Door een dalende trend van de concentraties fijn stof en stikstofoxiden is dit inmiddels niet meer het geval. Deze daling is vooral te danken aan maatregelen op rijksniveau. Met de komende omleiding om Eibergen wordt de belasting in Eibergen enorm verlaagt. Alle Berkellandse veehouderijen blijken in de vergunde situatie te voldoen aan de wettelijke grenswaarden.
Geluid
Geluid kent een breed taakveld. Onder dit taakveld vallen bijvoorbeeld: industrielawaai, horecalawaai, lawaai van evenementen en sporten, verkeerslawaai, railverkeerslawaai, maar ook de APV. Deze vormen van geluid kennen elk verschillende wetten en regelingen waarin normen en kaders zijn gesteld. Wetten en regelingen kunnen elkaar soms overlappen en aanvullen maar ook weer verbonden zijn met andere wetten, zoals de Wet op de Ruimtelijk Ordening. Dit houdt onder andere in dat geluid veel raakvlakken heeft. Bij ruimtelijke plannen, vergunningverlening, evenementen en handhaving is geluid een belangrijk en soms bepalend aspect. Adviezen hierover vinden nu in een vroeg stadium plaats, zodat mogelijkheden en onmogelijkheden snel bekend zijn en problemen in een verdere procedure worden voorkomen.
Geluid is een vast aspect geworden dat standaard meegenomen wordt bij het inpassen van nieuwe ontwikkelingen. Bij grote veehouderijen is geluid steeds meer het aandachtsgebied waar de knelpunten overblijven. Waar men op geur en ammoniakgebied de uitstoot steeds verder terug weet te dringen is dit bij geluid lastiger. Het betreft meestal het laden en lossen van dieren, bulkvoer en mest. Dit gebeurt meestal voor de stallen en daarbij straalt het geluid de omgeving in. Vooral in de avond en nachtperiode is het dan lastig als er woningen van derden in de directe omgeving staan. Dit zal een vast aandachtspunt voor de sector moeten gaan worden bij de opzet van bedrijven en bij uitbreidingen en wijzigingen. De situering van de laad en losplaatsen is heel belangrijk.
17
Daarnaast kent de gemeente een op grond van de Wet geluidhinder gezoneerd industrieterrein: ‘Borculo’. De zone rond dit terrein kende een overschrijding. In 2009 is er al veel vooruitgang geboekt in het terugdringen van deze overschrijding. In 2010 is, door het vaststellen van een gedeeltelijke zonewijziging en het aanpassen
4.1.5
Ammoniak/EHS/Natura 2000 (Vogel- en Habitatrichtlijngebieden)
De provincie Gelderland heeft in 2009 de nieuwe Ecologische Hoofd Structuur (EHS) vastgesteld. Daarbij is eveneens een aanwijzingsbesluit genomen over de zeer kwetsbare gebieden in het kader van de Wet ammoniak en veehouderij. Vanwege de beperkingen die hieruit voortvloeien, vooral voor veehouderijbedrijven, is dit van belang voor ruimtelijke besluitvorming en milieuvergunningen. Overigens is het aantal aangewezen zeer kwetsbare gebieden iets afgenomen ten opzichte van de eerder geldende situatie. In onze gemeente lag één Habitatrichtlijn-gebied. Het betrof het ten noorden van Neede gelegen Teeselinksven. Inmiddels is dit gebied geschrapt van de lijst met Natura 2000-gebieden. Daarnaast liggen er 6 Habitatrichtlijn-gebieden (net) buiten Berkelland, aan diverse kanten van de gemeentegrens. Daarvan zijn er 3 ook Vogelrichtlijngebied. Het betreft de volgende gebieden: - Stelkampsveld (Beekvliet); - Buurserzand en Haaksbergerveen; - Korenburgerveen; - Lüntener Fischteich en Ammeloer Venn (Duits gebied, aansluitend aan het Buurserzand en Haaksbergerveen, tevens Vogelrichtlijngebied); - Zwillbrocker Venn en Ellewicker Feld (Duits gebied, tevens Vogelrichtlijngebied);
4.1.6
van de milieuvergunning van Friesland Campina, de overschrijding definitief teruggedrongen. Het zonebeheer op dit industrieterrein terrein is opgezet. Dit beheer bestaat uit de bewaking van de geluidsbelasting op de zone omvat het gehele industrieterrein. In 2013 is gewerkt aan de inpassing van de nieuwe fabriek van Friesland Campina.
- Krosewicker Grenzwald (Duits gebied, tevens Vogelrichtlijngebied). Natura 2000 is de benaming voor dit Europese stelsel van Vogel- en Habitatrichtlijngebieden. Het wettelijk kader voor deze gebieden vloeit voort uit de Europese richtlijnen, maar is sinds 1 februari 2009 voor de Nederlandse gebieden verankerd in de Natuurbescher-mingswet 1998. De provincie is daarbij het bevoegd gezag voor vergunningverlening. Bij de vergunningverlening in het kader van de Wet milieubeheer mag sindsdien geen Natura 2000-toets meer plaatsvinden. Bij besluitvorming op grond van de Wet ruimtelijke ordening moet deze toets wel plaatsvinden. Doel daarvan is om situaties te voorkomen die volgens de Natuurbeschermingswet 1998 niet zijn toegestaan. Provincie Gelderland heeft in 2011 de Verordening stikstof en Natura 2000 vastgesteld. De insteek van deze verordening is om de problemen in de veehouderijsector weer vlot te trekken. Daarvoor is een drempelwaarde vastgesteld voor kleine uitbreidingen waaronder geen actie nodig is. Daarnaast is er een salderingssysteem waarin rechten van stoppende bedrijven worden opgenomen. Bedrijven die doorgaan kunnen hier ammoniakrechten uithalen. Op deze wijze wil men ruimte bieden binnen de huidige ammoniakrechten die vergund zijn.
Externe veiligheid
In 2013 zijn enkele bestemmingsplannen vastgesteld en milieuvergunningen verleend, waarbij het aspect externe veiligheid een rol heeft gespeeld. Het ging daarbij voornamelijk om inrichtingen in het kader van de Wet milieubeheer (zowel vergunningverlening als ruimtelijke ontwikkelingen in de omgeving daarvan). Daarnaast zijn ondergrondse buisleidingen voor het transport van aardgas onder hoge druk een belangrijk aandachtspunt in vooral het buitengebied. Vervoer van gevaarlijke stoffen is volgens de risicosystematiek geen probleem in de Berkellandse situatie. Gezien de aard en hoeveelheid van het aantal transporten op de N18 blijft dit wel een aandachtspunt. Zowel bij ruimtelijke ontwikkelingen in de nabijheid van de
N18 als bij de vaststelling van het nieuwe N18tracé. Er wordt gewerkt met de Beleidsvisie externe veiligheid die in februari 2009 door de gemeenteraad is vastgesteld. Hierin is vastgelegd hoe de gemeente Berkelland omgaat met externe veiligheid. Het gaat daarbij om keuzes en maatregelen die doorwerken op taken als ruimtelijke ordening, milieuvergunningverlening, milieuhandhaving, ruimtelijke ordening en communicatie. In Berkelland zijn een aantal risico-objecten als zodanig aangewezen: de LPG-tankstations (in de nabijheid van bebouwing) en de weiproduktenfabriek in Borculo (FrieslandCampina Domo). Voor deze risico-objecten zijn in 2005
18
rampenbestrijdingsplannen vastgesteld, waarin is aangegeven op welke wijze gehandeld moet worden in het geval zich een calamiteit voordoet. Alle risicovolle bedrijven zijn opgenomen in het risicoregister en terug te vinden op de provinciale risicokaart. Het actueel houden van dit register is een terugkerende taak. In het kader van de milieuhandhaving worden alle risicovolle bedrijven jaarlijks bezocht. Regionaal crisisplan De Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland heeft het Regionaal Crisisplan 2012-2015 opgesteld. Het crisisplan beschrijft de organisatie (de hoofdstructuur), de taken, de verantwoordelijkheden en de bevoegdheden in het kader van de rampenbestrijding en de crisisbeheersing. Daarnaast bevat het de afspraken die zijn gemaakt met partijen die
4.1.7
(mogelijk) betrokken zijn bij rampen en crises. Het crisisplan is in de plaats gekomen van het sinds maart 2005 gehanteerde Rampenplan gemeente Berkelland. Het thema milieu is tegenwoordig ondergebracht onder het hoofdproces omgevingszorg.
MER en Overige aspecten
Lichtvervuiling en zones langs hoogspanningslijnen en GSM-/UMTS-masten vormen tegenwoordig een standaardonderdeel van het milieuadvies. In toenemende mate komen daar de plan-MER’s bij. Het gaat hierbij om de zogenaamde
4.2
In 2013 zijn daarbij geen grote gebreken geconstateerd. Voor risicocommunicatie is aangesloten bij de behoefte die daaraan volgens publieksonderzoek bestaat in dit deel van Nederland: doorlopende informatie via de gemeentelijke website en één keer per jaar een publicatie in BerkelBericht.
strategische milieubeoordelingen bij bestemmingsplannen. Het gaat hierbij om forse onderzoeksinspanningen en vaak lastige procedures.
Klimaat en energie
Om uitvoering te geven aan het coalitie akkoord (Berkelland Vedan) is het Klimaatplan Berkelland 2009-2012 opgesteld. Het klimaatplan is in samenspraak met alle Achterhoekse gemeenten opgesteld. Dit klimaatplan geeft de ambities weer om aan de hand van concrete projecten te komen tot energiebesparing en het beperken van de uitstoot van broeikasgassen. Om een gedeelte van de onkosten vergoed te krijgen is de inhoud van het klimaatplan voorgelegd aan SenterNovem. Zij hebben
aangegeven dat wij in aanmerking komen voor de Subsidieregeling Lokaal Klimaatbeleid (kortweg SLOK). Een aantal projecten uit het klimaatplan sluiten aan bij het regiocontract van de regio Achterhoek en/of bij rijks- en provinciale subsidieregelingen. Het klimaatplan bevat drie hoofdthema’s, daaronder hangen de verschillende uitvoeringsprojecten. In tabel 12 staat de voortgang van de verschillende uitvoeringsprojecten beschreven.
Tabel 12 Klimaatplanonderwerpen Eigen gebouwen, voorzieningen en installaties
Energiemanagement eigen gebouwen Doel is het behalen van een energiebesparing van 2% per jaar door het opzetten van energiemanagement in de gemeentelijke gebouwen. Resultaat is een beter inzicht in het energieverbruik van de verschillende gemeentelijke gebouwen (signaleringsfunctie) om met eenvoudige maatregelen het energieverbruik te verlagen.
Voortgang Als energiemanagement systeem hebben wij het software pakket ‘Erbis’ in huis. Dit pakket geeft inzicht in het energieverbruik van de gemeentelijke gebouwen. In 2011 is het Erbis-systeem gevuld met verbruikscijfers van energie. Daarna zijn deze bekeken op onverwachte pieken ten opzichte van vergelijkbare situaties. Regionaal wordt bekeken in hoeverre ‘slimme’ elektriciteitsmeters (digitale uitlezing meterstanden) uitkomst kunnen bieden. Ook wordt bekeken of het aanstellen van een (regionale) energiemanager mogelijk is.
19
Energielabels eigen gebouwen Doel is het behalen van een energiebesparing van 2% per jaar door verbetering van het energielabel van de gemeentelijke gebouwen. Resultaat is opstellen en uitvoeren verbeterplannen
Duurzaam inkopen groene energie Doel is 100% opwekking en/of inkoop van duurzame energie. Resultaat is de continuering van inkoop 100% groene energie.
Duurzame mobiliteit Doel is het behalen van 5 % besparing fossiele brandstoffen en/of inkoop duurzame brandstoffen. Resultaat inzicht in energieprestatie van gemeentelijke wagenpark en realisatie 2 aardgastankstations in de Achterhoek.
Openbare verlichting en installaties Doel is het behalen van een energiebesparing van 4% per jaar door verbetering van de (energetische) kwaliteit van de openbare verlichting en andere installaties in de grond- weg- en waterbouw. Resultaat is het opstellen van en uitvoering geven aan verbeterplannen Woningen;
26 gemeentelijke gebouwen zijn voorzien van een energielabel. Het label verschilt per gebouw van A tot F. In 2011 is duidelijk geworden dat een groot aantal van deze gebouwen verkocht gaan worden. Investering om de gebouwen energiezuinig te maken wordt nader bekeken. De criteria van AgentschapNL om duurzaam in te kopen worden gehanteerd door alle betrokken medewerkers. In 2011 is een aanbestedingstraject gestart voor de inkoop van groene energie voor de periode 2013-2017. De Achterhoekse gemeenten werken hierin samen met de gemeenten uit de regio Steden3hoek en enkele omliggende gemeente. Er wordt gekeken of het mogelijk is om duurzame stroom te gaan gebruiken die in de regio is opgewekt. Gesprek met adviseur (Reinder Boom), wagenparkbeheerder en klimaatcoördinator zijn gevoerd. Kansen voor het rijden op duurzame en schone energiebronnen zijn aanwezig. In Borculo loopt een onderzoek naar een geschikte locatie voor een aardgastankstation. In oktober 2011zijn in Berkelland in de 4 kernen 4 Elektrische laadpalen voor 8 openbare P-plaatsen gerealiseerd met de stichting E-laad. In 2011 gaan we uitvoering geven aan ‘Allicht, een actieplan licht’. Hierin staan de maatregelen die zich richten op het beperken van lichthinder en mogelijkheden voor energiebesparing van onder andere de openbare verlichting.
Voortgang
Handhaving EPC
Handhaving EPC wordt meegenomen bij de vergunningverlening en controles bij bouwprojecten. Doel is toetsing van EPC-berekening en toezicht op de Energiebesparing wordt in het kader van de handhavingscontroles vooral bekeken bij de bedrijven waar dit EPN op de bouwplaats bij 40% van de aspect relevant is. De controle vinden plaats in de categorie bouwvergunningen voor woningen en bedrijfsgebonden controles (zie par. 3.3.2). De wettelijke grens utiliteitsgebouwen. voor het opstellen van een energiebesparingsplan en/of alle Resultaat praktische werkwijze ontwikkelen voor energiebesparende maatregelen te realiseren die zich binnen 5 vergunningverleners en handhavers om de EPCjaar terugverdienen ligt bij bedrijven die meer dan 50.000 toetsing mee te nemen in het werkproces. Kwh/jr aan elektriciteit en/of 25.000 m3/jr aardgas gebruiken. Gemeenten gebruiken daarbij de databank Energiebesparing en Winst. Daartoe worden in de uitvoering van de handhaving energierekeningen van de laatste drie jaar opgevraagd. Hoeveel bedrijven in Berkelland boven deze wettelijke grens deze hoeveelheid energie gebruiken is niet bekend. In het besluit omgevingsrecht is de verplichting opgenomen (art 7.3) voor het handhavingsbeleid een uitvoeringsprogramma uit te werken. Het college doet op grond van art 7.7 aan de raad verslag over het handhavingsuitvoeringsprogramma.
Duurzame woningbouwprojecten Doel is het realiseren van woningbouw met een minimaal 10% verscherpte EPC. Resultaat duurzaamheid verankeren in bestemmingplannen. Externe partijen moeten bekend zijn dat gebouwd kan worden met een lagere EPC.
Nul-energiewoningen Doel realiseren van energie neutrale woningen.
EPC wordt steeds verder aangescherpt in de omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen, waardoor we meer gaan inzetten op handhaving van de EPC.
Op achterhoek schaal is een streven om 300 passief woningen te realiseren met de stichting Achterhoek duurzaam verbouwen. Gemeenten dragen daarin bij met coördinatie-uren aan bij via het regiocontract .
20
Koelteparken Doel is het realiseren van een koeltepark in een dicht bebouwde woonwijk.
Duurzaamheid bestaande woningvoorraad Doel verbeteren van de energetische kwaliteit van de woningvoorraad. Resultaat subsidieregeling om de energieprestaties van bestaande woningen te verbeteren. En energiedoelstelling opnemen in gemeentelijk volkshuisvestingsbeleid. .
Het park achter het nieuwe gemeentehuis is in beeld als koeltepark. De aanvraag is in 2011 ingediend bij de regio Achterhoek. Inmiddels is het koeltepark gerealiseerd Om inwoners van Berkelland te stimuleren energiebesparende maatregelen te treffen aan hun woning is de Subsidieregeling Achterhoek Bespaart van toepassing. Achterhoek bespaart 2009 is afgerond en 2010 is in uitvoering. In 2011 wordt de voorbereiding getroffen voor een nieuwe subsidieregeling. In het gemeentelijk volkshuisvestingsbeleid (Woonvisie) zijn energiedoelstellingen opgenomen. De stichting Achterhoek Duurzaam Verbouwen is in oprichting en gaat vraaggericht een bijdrage leveren aan het verduurzamen van 3800 woningen, 400 bedrijven, 5% van de overheidsgebouwen
Grootschalige Duurzame Energie-opties (20% in 2020) Voortgang
Kansen voor biomassa Doel 5% van de energie die binnen Berkelland wordt gebruikt wordt duurzaam opgewekt en geleverd via biomassa. Resultaat regionale inzamelstructuur voor snoeiafval. Locatiescan voor kleinschalige initiatieven voor covergisting.
In 2011 is uitvoering gegeven aan een regionaal haalbaarheidsonderzoek voor het opzetten van een inzamelstructuur voor knip- en snoeihout. In 2011 is het project Bio Infrastructuur Oost Nederland (kortweg BION) gestart. Het betreft een biogasleiding tussen Groot Zevert en het bedrijventerrein in Borculo. Door de leiding wordt biogas getransporteerd. In 2011 is gewerkt aan het verduurzamen van het Haarlose Veld. Het opzetten van een lokaal energiebedrijf wordt nader onderzocht. Het Euregionale Project Stoken op streekhout is afgerond en heeft in Gelderland geleid tot nieuw initiatief van de verenigingen agrarisch natuurbeheer. Daarnaast hebben de acht gemeente van de Regio Achterhoek een haalbaarheidsstudie laten doen naar de concrete mogelijkheden voor een inzamelstructuur van snoeihout die expliciet gericht is op regionaal gebruik. De haalbaarheidsstudie bestaat uit twee onderdelen, te weten een inventarisatie en een modellenstudie. Uit de inventarisatie blijkt dat in de regio Achterhoek: Per huishouden 22,4 kilogram snoeihout wordt aangeboden voor inzameling. Per gemeente gemiddeld 188 stookontheffingen 3 worden verleend waarbij 4.413 m hout wordt verbrand. Het totaal snoeihout uit gemeentelijk groenbeheer 14.186 ton is. De Achterhoekse Agrarische Natuurverenigingen een belangrijke rol spelen bij houtinzameling gezamenlijk zamelen zij 4.220 ton in en hun potentieel is 13.000 ton per jaar, omdat nog niet alles wordt ingezameld. De modellenstudie heeft tot doel enkele alternatieve inzamelsystemen te ontwerpen die voldoen aan de eisen van duurzame regionale afzet van snoeihout en deze te vergelijken met het huidige inzamelsysteem, uitgedrukt in: PROFIT (kosten/baten-verhouding). PLANET (CO2-balans); PEOPLE (regionale werkgelegenheid); Uit het meest gewenste toekomstige systeem blijkt dat als alle houtstromen gecoördineerd bij elkaar gebracht worden: Ongeveer tweemaal zoveel hout (39.200 ton) ingezet kan worden als regionaal geproduceerde brandstof voor hout gestookte installatie; 16.302 ton CO2 minder uitgestoten wordt; 32,8 FTE aan werkgelegenheid gecreëerd kan worden;
21
Windenergie Doel 3% van de energie die binnen Berkelland wordt gebruikt wordt duurzaam opgewekt en geleverd via windenergie. Resultaat regionale productie van duurzame windenergie en realisatie van windmolenparken.
€ 375.900,- verdiend kan worden aan benutting snoeihout.
Het hout, dat momenteel in de Achterhoek wordt ingezameld, vertegenwoordigd al een energiewaarde van minstens 230.000 GJ. Deze hoeveelheid zou kunnen groeien tot 355.000 GJ als alle beschikbare snoeihout zou worden geoogst en ingezet als brandstof. Door deze brandstof voor warmte- en stroomproductie binnen de regio te benutten, kan al voor 1,1% voldaan worden aan de ambitie van de regio Achterhoek om duurzame energie te gebruiken. Om deze ambitie waar te maken worden de voorgestelde maatregelen uit het rapport nader uitgewerkt in het regionaal klimaatoverleg. In Berkelland liggen 2 zoekzones voor grote windmolens Beltrum ligt een laagvliegroute van Defensie waardoor er geen windmolens gerealiseerd kunnen worden. Ook het bedrijventerrein de Laarberg is een optie. In 2010 is door wethouders aan de task force provincie aangegeven dat voorkeur uitgaat naar Zonne-energie en biomassa projecten op de Laarberg. Er wordt gewerkt aan uitvoeringsbeleid voor kleine windmolens in o.a. de bestemmingsplannen voor woongebieden
Naar aanleiding van de energie en klimaat doelen uit het MUP 2011-2014 hebben zich in 2013 de volgende ontwikkelingen voorgedaan die bijdragen aan een energieneutraal Berkelland in 2030: a) Voor de uitwerking van de ambitie wordt per kern is in 2013 geinventariseert vanuit AGEM en ADV naar initiatieven in de grote en kleine kernen t.a.v besparing en en opwekking; b) Is de oprichting van de Achterhoekse Groene Energie Maatschappij AGEM heeft in 2013 geleid tot o.a. de ondertekening van het akkoord van Groenlo. EnDe gemeente ondersteunt de 1e fase van oprichting van een coöperatie ook werden de eerste deelnemers gewonnen
c) De gemeente faciliteert actief partijen als Liander Groot Zevert en overleg met het rijk om de aanleg van een biogasnetwerk te bevorderen; d) De energieproductie in het Haarloseveld is t.a.v. zonne-energie is gerealiseerd. e) Daarnaast zijn in de periode 2009-2013 inwoners aangemoedigd besparingsmaatregelen uit te voeren met de provinciale subsidie Achterhoek bespaart. Daarbij zijn de volgende resultaten behaald:
22
Resultaten Achterhoek Bespaart
ACHTERHOEK BESPAART BERKELLAND
AB 2013/2014
Totaal 2009-2014
171
250
19%
82
93
198
15%
13
87
72
185
14%
32
201
366
624
48% 2%
2009
2010
HR++ glas
46
33
Vloerisolatie
7
16
dakisolatie
13
gevelisolatie
25
2011
zonneboiler
17
4
21
Zonnepanelen (PV)
4
10
14
1%
warmtepomp/HR-e ketel
0
0
0
0%
112
108
1292
100%
Totaal (maatregelen) * Gemiddeld geïnvesteerd bedrag per maatregel : Totale investering door Berkellanders in energiebesparende maatregelen subsidie uitgekeerd aantal goedgekeurde subsidieaanvragen verhouding uitgekeerde subsidiebedrag i.r.t. geïnvesteerde bedrag door particulieren totale besparing CO2 in kg/jr ** aangevraagd bij provincie
370
702
€ 2.495
€ 344.678
€ 438.205
€ 716.873
€ 1.723.374
€ 3.223.130
€ 49.288
€ 47.057
€ 146.574
€ 282.392
€ 525.311
103
101
323
602
1129 Circa 1:6
117.576
155.795
384.731
778.685
1.436.787
€ 50.000
€ 50.000
€ 150.000
€ 300.000
€ 550.000
* Sommige aanvragers hebben méér dan één maatregel uitgevoerd ** Berekeningswijze van provincie gebaseerd op kengetallen van Milieucentraal en 4 typen referentiewoningen (tussen- hoekwoning, 2-onder-1 kap en vrijstaand). totale particuliere CO2 uitstoot in Berkelland bedraagt volgens Liander Energie in beeld 2009-2013 ca.75.000.000 Kg/jr totale zakelijke CO2 uitstoot bedraagt in Berkelland bedraagt volgens Liander energie in beeld 2009-2013 ca. 150.000.000 Kg/jr
De regeling voorziet in subsidie van € 500 per isolatie maatregel. In totaal werden sinds 2009 op 1200 adressen isolerende maatregelen uitgevoerd
Uit de resultaten van de regeling achterhoek bespaart in de loop van 5 jaar circa 1op de 10 particuliere woningbezitters (11.950) in Berkeland gebruik heeft gemaakt van de regeling. In 10% van de particuliere woonvoorraad is gevelisolatie de meest toegepaste maatregel. Daarna volgen HR++ glas, vloer en dakisolatie. Deze woningbezitters investeren gemiddeld een bedrag van circa € 2500 (een multiplier van 5 x tot 7x het bedrag van de subsidie). Met de regeling dragen deze woningbezitters met 1,8 % bij aan de vermindering van de CO2 uitstoot in Berkelland als gevolg van particulier energieverbruik. Volgens de berekeningswijze van de provincie daalt voor het jaar 2013 de energielast per jaar met gemiddeld € 380,= door de genomen maatregelen met deze regeling.
23
Svn duurzaamheidslening gemeente Berkelland In de periode 2011-2013 was geen subsidie mogelijk voor duurzame opwekking van warmte of elektriciteit met zonnepanelen- boiler of wamtepomp/HRe ketel niet meer mogelijk met deze provinciale subsidie. Voor deze maatregelen is in 2013 de duuirzaamheidslening van de gemeente Berkelland in werking getreden voor particulieren en agrariers. Van de sinds 2013 ingestelde Svn leningsfonds van 2 miljoen voor duurzame opwekking , is door particulieren en agrariërs gebruik gemaakt (circa 25 aanvragen)
Ook is de provincie een subsidie voor HRe ketels gestart. Ook zijn programmalijn 3.1. Wonen bijdragen geleverd aan de energie en klimaatdoelen van de gemeente: wijk de Berg vraaggerichte voorlichting en Eind 2012 is de Stichting Achterhoek bewustwordingsactiviteiten georganiseerd Duurzaam Verbouwen via de gelden het voor woningverbetering. Met Prowonen regiocontract van start kunnen gaan met werden 2 andere wijken impulswijken gerichte acties voor het verduurzamen voorbereid. van resp. 2200 koop- en 1600 huurwoningen t/m 2015, evenals 400 Op de website is het document “ADV op bedrijven en 5% van de koers” te raadplegen met een beschrijving overheidsgebouwen. De toegekende van de uitgevoerde activiteiten in 2012 en subsidie liet langer op zich wachten. 2013 (zie: http://www.verduursaam.nl/images1/verd uursaam/data/pdf/Voortgangsrapport%20 Inmiddels heeft de stichting ADV in kaart ADV%20op%20koers.pdf ) gebracht dat in 17 concentratiegebieden of wijkdelen er werk aan de winkel is op het gebied van energierenovatie in Ook groeit in Berkelland het toepassen Berkelland. Het gaat dan om 1070 van zonne-energie erg sterk ook ten woningen die bovengemiddeld opzichte van andere Nederlandse stoken(>2500 m3 gas). Daarnaast zijn er gemeenten (7 versus 1% groei). naar schatting van de ADV circa 10 800 Inmiddels zijn er 1.100 geregistreerde woningen van voor 1980 waar nog winst aansluitingen die met elkaar 4,2 miljoen gehaald kan worden door verdere isolatie kWh per jaar produceren. of installatiemaatregelen in bestaande particuliere woningen. Berkellanders Uit de zonatlas met het beleggen van geven per jaar circa 38 miljoen euro uit 55% van de geschikte daken voor zonneaan particulier energie voor warmte en elektriciteit kan de gehele particuliere elektriciteit. Daar kan 13 miljoen euro op stroombehoefte in Berkelland 100 mee bespaart worden als de woningen %gedekt worden. van voor 1980 in de schil volledig worden geïsoleerd. In 2013 zijn door de ADV in
24
zakelijke (boven) en (beneden) het particuliere gemiddeld gas- en elektriciteitsverbruik in Berkelland.
25
5
Water management
5.1
Afvalwater: Gemeentelijke Rioleringsplan (GRP)
Op 14 mei 2013 heeft de gemeenteraad het GRP vastgesteld voor de periode 2013 – 2018. Dit plan is in overleg met waterschap Rijn en IJssel tot stand gekomen, Het GRP richt zich bij toekomstige rioolvervangingen op doelmatigheid. Het is niet vanzelfsprekend dat indien de rioolbuis vervangen moet worden, gekozen wordt voor de aanleg van een (verbeterd) gescheiden rioleringssysteem, waarbij het regenwater
gescheiden van het afvalwater wordt afgevoerd. Er wordt meer ingezet op het handhaven van de bestaande riolering. Dat doen we door het renoveren van de buis. Dit wordt ook wel relinen genoemd. Indien het doelmatig is wordt een beroep gedaan op de burger om lokaal regenwater af te koppelen. In het GRP is het hemelwater- en grondwaterbeleid verder uitgewerkt.
Waterkwaliteitsspoor In 2012 is het rapport waterkwaliteitsspoor Berkelland afgerond. Dit rapport is samen met waterschap Rijn en IJssel opgesteld. In het
rapport zijn de achtergronden, waterkwaliteitsknelpunten en passende maatregelen beschreven.
Vakberaad Water Verder neemt de gemeente Berkelland deel aan het vakberaad water met de 8 gemeenten in de Achterhoek plus de gemeenten Zutphen en Lochem. In het gezamenlijke overleg participeert ook het waterschap Rijn en IJssel en desgewenst de provincie Gelderland. Het ambtelijk vakberaad
water is de voorbereiding van het halfjaarlijkse bestuurlijk overleg Water. Dit bestuurlijke overleg is weer de voorbereiding op het Regionaal bestuurlijk Overleg (RBO) Rijn Oost voor de besluitvorming van de EU kader richtlijn water .
26
6
Milieucommunicatie en interne Milieuzorg
6.1
NME ondersteuningsstructuur voor basisscholen
Gemeente Berkelland steekt vanaf 2010 in op een vraag gestuurd NME onderwijs en ondersteunt de scholen hierin t/m 2012. De
6.2
Verdrag van Aarhus en de gemeentelijke website
In november 2005 is ingestemd met de uitvoering van het plan van aanpak voor verdere digitale ontsluiting van milieu informatie volgens het verdrag van Aarhus. Sinds medio 2007 is de informatie site direct toegankelijk via de gemeentelijke website. Via de gemeentelijke homepage kan het register met de milieu en leefomgeving informatie met drie klicks bereikt worden (via het menu aan de linkerzijde: Actueel, Publicaties en dan Milieu informatie). Provincie Gelderland wil het project blijven ondersteunen en ontwikkelen. Er wordt
6.3
subsidiesteun aan centrum de Huusker is eind van 2011 afgebouwd, die voor de basisscholen eind 2012.
aansluiting gezocht met de landelijke wijzigingen die zich afspelen bij de automatisering van vergunningenpublicatie in verband met de Wabo wetgeving. Ook wordt aansluiting gezocht met het landelijke project “overheid geeft antwoord”. In 2011 was er een ontwikkeling de website te integreren met die van Milieu centraal waaraan een dialoog mogelijkheid aan de site is toegevoegd. De ontwikkeling komt voort uit de opzet voor ontsluiting van actuele omgevingsvergunningen informatie. Deze zal per 2013 afkomstig zijn van de in oprichting zijnde Regionale Uitvoerings-Dienst voor de achterhoek. De gemeente verwacht in 2014 bekendmakingen van vergunningen besluiten te publiceren via de rijks website officiële bekendmakingen https://www.officielebekendmakingen.nl/
Duurzaam inkopen
In 2009 is de Nota Duurzaam Inkopen vastgesteld. De opgave is om in 2010 75% duurzaam in te kopen en in 2015 moet dat 100% zijn. Om duurzaam inkopen 'tussen de oren te krijgen' zijn in 2010 intern een tweetal cursussen aangeboden aan de budgethouders. De criteria van AgentschapNL om duurzaam in te kopen worden gehanteerd door alle betrokken medewerkers. In mei werd een intern overleg belegd om het duurzaam inkopen op budgethouders niveau vanuit de gemeentelijke bedrijfsvoering een impuls te geven.. Met 4 afdelingen werden
afspraken gemaakt over People Planet Profit afwegingen transparant te maken en naast aanschafkosten ook exploitatiekosten mee te nemen bij inkoop. In 2012 zijn initiatieven gestart vanuit de stichting Achterhoek Duurzaam verbouwen de gebouwbeheerders te helpen aan 5% verduurzaming van het gemeentelijk onroerend goed in de Achterhoek. In 2013 is een project rondom sporthal de Hoop in Doetinchem gestart dat ook als voorbeeld gaat dienen voor de andere Achterhoek gemeenten t.a.v. energieanalyse gevolgd door een investeringsprogramma voor energie technische maatregelen.
27
7
Milieu uitvoeringsprogramma
7.1
Monitoring
Het milieu- en klimaat uitvoeringsprogramma (MUP) beschrijft de activiteiten die in de periode 2011 t/m 2014 het kader van de wettelijke (milieu)taken worden uitgevoerd. Ook sluit het programma aan op het eerdere klimaatplan 2009-2012 en het milieu en klimaat uitvoeringsprogramma 2009-2010. Het geeft ook invulling aan collegeprogramma 20102014 ten aanzien van energie en duurzaamheid. Het opstellen van een milieu en klimaat uitvoeringsprogramma 2011-2014 voor Berkelland dient twee doelen: 1. De in de Wet milieubeheer voor gemeenten opgenomen verplichting om een milieuprogramma op te stellen; 2. De voorgestelde klimaat en energie ambities en doelen voor de periode te formuleren en vast te stellen. In het programma is de inhoud van de gekende wettelijke taken voor de planperiode t/m 2014 aangegeven. Het gaat dan om het op een sobere en doelmatige wijze uitvoeren van onze wettelijke taken op het terrein van: de handhaving en milieuvergunningverlening in het kader van de Wet milieubeheer, bodembeheer, geluid, externe veiligheid, luchtkwaliteit, geur veehouderijen en industrie, Natura 2000, Milieu Effect Rapportage, archeologie, riool- en waterbeheer, afvalinzameling, Natuur en Milieueducatie en de Aarhus verplichtingen voor openbare milieu informatie.
Voor het 2e doel beschrijven we de uitvoering van maatregelen (A t/m E) ten aanzien van energie en klimaat op basis van de volgende uitgangspunten: “Samen met maatschappelijke partners werken we aan energie efficiëntie in bestaand woningen en toename van het volume aan duurzame energie uit biomassa en zon.” Binnen het gemeentelijk bedrijf werken we aan energie efficiëntie en duurzame energie in eigen gebouwen, voorzieningen en installaties. We kopen we duurzaam in en denken mee over duurzame initiatieven en oplossingen in omgevingsvergunningen en bestemmingsplannen. A Duurzaam (ver)bouwen, wonen en werken te stimuleren in de bestaande woningvoorraad B Duurzame energie productie met biomassa en zon te stimuleren C Geprogrammeerde inzet op de handhaving van energie-efficiency van installaties in industriële bedrijven en energieprestatienorm (EPC) bij nieuwbouw. D Energie efficiëntie eigen gebouwen en openbare verlichting. E Duurzaam gemeentelijk inkopen We doen dit binnen de bestaande formatie en middelen. Als dat niet gaat wordt daarvoor een separaat een collegebesluit voorbereid.
Tabel 14: programmaonderdelen MUP activiteitenkalender 2011-2014
Blauw nog niet gestart Oranje in voorbereiding of in uitvoering Groen gerealiseerd of in werking
A1A5
E1E5 MvdH
D2D5
CH
B1 WMM Agem WMM Agem WMM Agem WMM Agem
CH MWM CH WMM B4
CH
2014
Project BION Achterhoek
Biogasleiding tussen Groot Zevert Vergisting en bedrijventerrein Borculo.
Opzetten biogasnetwerk Achterhoek.
Opzetten biogasnetwerk provincie Gelderland.
Biomassa initiatieven Ondersteunen van duurzame energieproductie bedrijven bijvoorbeeld: Groot Zevert Vergisting Ingrepro algen reactor algen koppelen inzet voor digistaat en sluiten van de keten naar de voedselketen Friesland Foods Domo (warmte koude) Waterpark Lankheet in samenwerking met Rentray Ondersteunen vergunning en levering biomassa
MWM
CH
Indicatieve eigen metingen en belevingsonderzoek en dat als basis voor Investeringsvoorstel E-zuinige Openbare verlichting Acties benoemd voor doelgroepen landbouw, parkmanagement industrieterreinen en reclameverlichting en sportverenigingen uitvoeren
Samen met provincie Gelderland en regio Achterhoek ondersteunen bij de opzet van:
B3/B 6
CH
Betrokkenheid, communicatie en meten van duurzaam inkoopvolume verbeteren. Groene energie-inkoop gebruikskosten tijdens de levensfase van een aan te schaffen product inzichtelijk maken evenals kansen voor economische, ecologische en sociale evenwichtig af te wegen Energie efficiëntie eigen (niet af te stoten) gebouwen en basisscholen
Lichthinder en openbare verlichting
CH
Uitwerking van bijdrage aan initiatief centrum duurzaam bouwen i.s.m. bouwend Nederland, Prowonen , Industriekring en bouwend bedrijfsleven in Berkelland. Aansluiting bedrijfsleven op gemeentelijke webpagina Bijdrage koppelen aan regionale woonvisie met ons digitaal informatiepunt duurzaam bouwen, wonen, werken Bijdragen Elektrische rijden in 4 kernen mogelijk te maken
Duurzaam inkopen
Nvt per 2014
2013
Duurzaam bouwen in bestaande woningvoorraad
CH ADV Ch ADV
2012
Onderdeel
2011
AanSpreekpunt
KLIMAAT & ENERGIE (ZIE MUP PAR 3.2)
Project stoken op streekhout Project van de VAN koppelen aan gezamenlijke aanbesteding van de achterhoekgemeenten van biomassa grondstoffen uit onderhoud openbaar groen: Marktkansen stimuleren om 3.000 m3 snoeiafval in paasvuurhout, 5100 ton GFT en 2300 ton biomassa berm en slootmaaisel gedeeltelijk aan te wenden als biomassa voor energie Vestiging van op/overslag biomassa en opwekking duurzaam energie op 20 Ha. van de Laarberg i.s.m. Oost Gelre en marktpartijen
29
B2
2014
2013
2012
2011
AanSpreekpunt
Onderdeel Klimaatneutraal Haarlose Veld Deelprojecten Energie Marke Haarlose Veld: Zonne-energie Biomassa hout Biomassa Mestvergisting Andere vormen van grondgebruik (RO) Innovatieve ideeën
MWM CH /MWM CH WMW CH CH/MWM B5
Zonne-energie
CH ODA CH
MWM
Wijkinitiatieven , postcoderoosregeling per buurt Investeringsaftrek voor bedrijven Stimuleren van onderzoeken naar verdienmodellen voor ongebruikte landbouwen/of gemeentelijke bouwgrond, daken woonhuizen en veestallen, bedekken stortplaats Bellegoor Optie bij vervanging asbestdaken agrarisch Stimulering via AGEM
SLOK Samen met regio gemeenten uitvoering geven aan SLOK (duurzame energie, beperken fossiele brandstoffen, vermindering uitstoot CO2). Het betreffen de volgende deelprojecten uitgewerkt in klimaatplan 2009-2012:
Nvt per 2013
D1
Eigen gebouwen, voorzieningen en installaties
CH /FW FW MvdH
Energiemanagement eigen gebouwen, o.a. nieuw gemeentehuis; Verbetering energielabels eigen te behouden gebouwen; Inkoop groene stroom;
Gemeentelijk wagenpark, dienstreizen en woon-werkverkeer
MWM D6 CH
Duurzaam inkopen, duurzame mobiliteit (carpoolplaatsen)
Openbare verlichting en installaties
Openbare verlichting en installaties
Woningen ODA CH(ADV) ADV CH(ADV)
Handhaving EPC (woningen en utiliteitsbouw) Duurzame woningbouwprojecten Nul energiewoningen Koelteparken Duurzaamheid in de bestaande woningvoorraad
Grootschalige duurzame energie-opties CH
Kansen voor biomassa Windenergie (voorbereiding RO mogelijkheden )
MvdH
Inkoop groene stroom
WMM
Organisatieversterkende randvoorwaarden MWM
Intergemeentelijk projectleider
30
2014
2013
2012
2011
AanSpreekpunt
Onderdeel Tafel van Groenlo We volgen de projecten vanuit de regio SLOK werkgroep klimaat, waarbij we kansen voor Berkelland aanpakken: Energiebesparing bestaande woningbouw 50% CO2-besparing in de Achterhoek tov 1990 Energiebesparing bedrijven 50% CO2-besparing in de Achterhoek tov 1990 Productie biogas 3 Opwekking 100 miljoen m biogas in de Achterhoek Productie Zonne-energie Opwekking 1.500.00 kWh in de Achterhoek Productie Windenergie 4 windparken in de Achterhoek Bewustwording/educatie Bewustwording bij burgers, scholen, gemeenten en bedrijven over energiebesparing en duurzame energieopwekking Achterhoekse groene energie maatschappij (agem) 100% duurzame energie opwekking voor en door de Achterhoek
CH MWM MWM MWM MWM MWM MWM
Afkortingen namen: AL CH WF HH JLvE JP JS MD
Annemiek Lugtigheid Carlos Huijser Frans Weijers Hans Haas Jan Luuk van Eijk Jan Prakken (ODA) Johan Sonderen Mark Daalwijk (ODA)
MM MvdH MWM PB TK TW
Mirjam Mellink Mark van der Horst Marcel W Meijer Paul Bovenmarsch (ODA) Thorben Koeslag Tom Westendorp (ODA)
31
PB
Controle bedrijfsterreinen
Opleveringscontroles
Controle intrekkingsbesluiten
Vorming Regionale uitvoeringsdiensten
VERGUNNINGVERLENING
Actualiseren van vergunningen
Actief intrekken milieuvergunningen voor het vullen van de depositiebank die ingesteld gaat worden voor de Natura 2000 gebieden. VERVALT Het actief intrekken van milieuvergunning kan niet meer sinds 1 januari 2013. In verband met het inwerking treden van het gewijzigde Activiteitenbesluit zijn veel agrarische bedrijven niet meer vergunningplichtig Inventariseren type A inrichtingen.
Opstellen beoordelingsdocument voor meldingsplichtige veehouderijen.
Implementatie van het gewijzigde Activiteitenbesluit.
Implementatie van het Besluit huisvesting.
Implementatie van de Waterwet.
AL/ MWM
nvt
BODEMBEHEER
Het voorkomen van nieuwe gevallen van bodemverontreiniging.
Het opstellen van het gemeentelijke bodembeleid.
De uitgevoerde bodemonderzoeken registreren in ons bodeminformatiesysteem up to date houden en gegevens uitwisselen met provincie Gelderland. Vormgeven van de loketfunctie bodemkwaliteit voor zowel de interne organisatie maar ook burgers en bedrijven. Meewerken aan een regionale bodemkwaliteitskaart en bodembeheerplan volgens de regels uit het Besluit Bodemkwaliteit. de Ondersteuning bij de 3 fase saneringsregeling asbestwegen.
HH JP
Flankerend op energie en klimaatdoelen meer beoordelingskennis en name advieskennis bij handhavers. Dit voor het beoordelen en aanreiken van alternatieven voor efficiënte energie installaties bij doelgroep industrie. Inzet op scherpere handhaving bij doelgroep industrie dit volgt als onderzoek preventie, bewustwording door branche(s) en industrieplatform op de energie-efficiency van installaties in industriële bedrijven onvoldoende effect sorteren (monitoring Nederlandse emissieregistratie.nl). Eis is voor de bedrijven om energie-installaties die in 5 jaar zich terugverdienen ook te installeren. Periodieke controles volgens risicomodule nota “Handhaafbeleid Fysieke leefomgeving Gemeente Berkelland 2010-2011”. Jaarlijkse controles BEVI, vuurwerk en natte koeltorens;
2014
HANDHAVING WET MILIEUBEHEER EN WABO
2013
TW
2012
Onderdeel
2011
AanSpreekpunt
UITVOERING WETTELIJKE MILIEUTAKEN
GELUID
Opstellen van gemeentelijk geluidsbeleid als de nieuwe ontwikkelingen helder zijn. Zodat dit aansluit bij de landelijk koers. Kritisch zijn over nieuwe ontwikkelingen. Ruimere normen die ontstaan zijn uit de krappe ruimte en problemen van de stedelijke gebieden in de Randstad zijn hier niet altijd nodig. Rekening houden met de Berkellandse maat. De juiste functie op de juiste plaats is het beste als de ruimte voorhanden is. Bij ontwikkelingen, geluid als één van de uitgangspunten te nemen van waaruit gestart wordt. Geluidknelpunten in beeld brengen en mee te denken over creatieve oplossingen
32
Uitvoering geven aan de door de raad vastgestelde beleidsvisie externe veiligheid.
Voorkomen van nieuwe knelpunten door structurele aandacht voor externe veiligheid bij vergunningverlening en bestemmingsplannen. Verder actualiseren van bestemmingsplannen.
Jaarlijkse controles van risicovolle bedrijven.
Onderhouden van het risicoregister (als basis voor de provinciale risicokaart).
Communiceren van externe veiligheidsrisico’s (plus hoe te handelen in geval van een calamiteit) richting bevolking. Inventarisatie mogelijke knelpunten groepsrisico langs buisleidingen.
MD
JP MD
Jaarlijkse update aan te leveren gegevens voor landelijke monitoringstool.
Voorkomen van nieuwe knelpunten door structurele aandacht voor luchtkwaliteit bij vergunningverlening en bestemmingsplannen.
GEUR VEEHOUDERIJEN
Meekijken en praten bij het opstellen van de beheerplannen voor de Natura 2000 gebieden. Meedenken bij het zoeken naar oplossingen voor de balans tussen ontwikkelingen in de omgeving en beschermen van de Natura 2000 gebieden. Toetsen aan de Natuurbeschermingswet bij ruimtelijke besluitvorming; Mede uitvoering geven aan de uitvoering van de nieuwe Verordening Stikstof en Natura 2000 Gelderland (o.a. door het actueel houden van ons inrichtingen- en vergunningenbestand)
MILIEUEFFECTRAPPORTAGE (MER)
AL
Meedenken over oplossingen voor mogelijke knelpunten op het gebied van industriële geurhinder. Voorkomen van nieuwe knelpunten door structurele aandacht voor industriële geurhinder bij vergunningverlening en ruimtelijke besluitvorming.
NATURA 2000/NATUURBESCHERMINGSWET (niet ODA)
MD
Meedenken over oplossingen voor mogelijke knelpunten op het gebied van agrarische geurhinder. Voorkomen van nieuwe knelpunten door structurele aandacht voor agrarische geurhinder bij vergunningverlening en ruimtelijke besluitvorming.
GEUR INDUSTRIE
JLvE
Samenwerken met andere Achterhoekse gemeenten en vakspecialist externe veiligheid Regio Achterhoek om te kunnen voldoen aan de kwaliteitscriteria. Deelname aan het regionale vakberaad externe veiligheid.
LUCHTKWALITEIT
MD
2014
EXTERNE VEILIGHEID
2013
MD
2012
Onderdeel
2011
AanSpreekpunt
met een goed en duurzaam werk- en leefklimaat als doel.
Waar dit nodig is volgens het Besluit milieueffectrapportage een MER of MERbeoordeling laten opstellen. In alle overige gevallen een vormvrije MER-beoordeling onderdeel laten uitmaken van ruimtelijke besluiten en vergunningen. Meedenken bij het zoeken naar oplossingen voor de balans tussen milieubelasting en ontwikkelingen. Gegevens ontsluiten en beschikbaar stellen zodat de extra last van een MER in tijd en geld zoveel mogelijk beperkt kan blijven. Voor het bestemmingsplan buitengebied (inclusief de landbouwontwikkelingsgebieden of LOG’s) bijdragen aan het MER.
ARCHEOLOGIE
Vroegtijdige integratie van archeologie in planvorming.
Het duurzaam in stand houden van archeologische waarden.
Vergroten van archeologisch besef en draagvlak.
33
JS
2014
2013
WATERBEHEER (niet ODA)
2012
TK
2011
AanSpreekpunt
Onderdeel
In 2012 wordt voor de periode 2013 t/m 2016 een nieuw GRP voor de gemeente Berkelland opgesteld. In dit nieuwe GRP wordt het hemelwater- en grondwaterbeleid opgenomen. Het hemelwater- en grondwaterbeleid wordt in 2011 in samenwerking met waterschap en Prowonen opgesteld. Uitvoering geven aan het gemeentelijke rioleringsplan 2009 t/m 2012. In 2011 zijn de watergangen in kernen van Berkelland in samenwerking met waterschap Rijn en IJssel uitgebaggerd. Daarmee voldoen wij aan de baggeropgave voor het stedelijke gebied. Het slibdepot in Borculo wordt voor 1 april 2012 opgeruimd. Het slibdepot in Neede wordt voor 2013 ontmanteld. Indien het door een goede rijping van het slib sneller kan, zal het depot eerder worden ontmanteld. In 2009 is samen met het waterschap het waterkwaliteitsspoor gestart. Het waterkwaliteitsspoor heeft tot doel om de nog aanwezige waterkwaliteitsknelpunten na uitvoering van de basisinspanning aan te pakken. Gekeken wordt naar de daadwerkelijk chemische en ecologische kwaliteit van het oppervlaktewater. In 2011 wordt hiervoor samen met waterschap Rijn en IJssel het maatregelplan opgesteld.
AFVAL (niet ODA)
Elk jaar worden in de gemeente sorteerproeven gehouden. Op deze manier kan het aanbiedgedrag van de inwoners worden gevolgd. Waar nodig kan de gescheiden inzameling worden verbeterd en/of aangepast om de resultaten van de gescheiden inzameling verder te verbeteren. De gescheiden inzameling van kunststof verpakkingsmateriaal verloopt boven verwachting. In het eerste jaar is evenveel opgehaald als voor het derde inzameljaar was voorzien. Onder andere door regelmatige voorlichting wordt geprobeerd de inzameling op peil te houden of nog verder te verbeteren. In 2011 wordt het aantal textielcontainers uitgebreid. In 2011 wordt de inzameling van huisvuil (restafval, GFT en grof tuinafval) Europees aanbesteed. In 2011 wordt ook de verwerking van huisvuil (restafval en grof huisvuil) Europees aanbesteed. Het gaat dan om het huisvuil van het grondgebied van de voormalige gemeenten Borculo, Eibergen en Ruurlo. Het huisvuil van het grondgebied van de voormalige gemeente Neede gaat naar Twence in Hengelo. In 2011 worden de aandelen van Twence in het kader van actief aandeelhouderschap overgedragen aan de deelnemende gemeenten. De aandelen zijn nu nog in handen van Regio Twente, als vertegenwoordiger van de gemeenten.
NATUUR- EN MILIEUEDUCATIE en ARHUS ODA
CH
Geautomatiseerd systeem actueel houden met beleidsdocumenten en besluiten met als uiteindelijk doel om relevante milieu-informatie centraal te beheren en geografisch weer te kunnen geven aan inwoners, instellingen en bedrijven. De verantwoording van de NME subsidiegelden van de Huusker en 7 lagere schoolbesturen voor NME onderwijs aan het college rapporteren.
Afkortingen namen: AL CH HH JLvE JP JS MD
Annemiek Lugtigheid Carlos Huijser Hans Haas Jan Luuk van Eijk Jan Prakken Johan Sonderen Mark Daalwijk
MM MvdH MWM PB TK TW
Mirjam Mellink Mark van der Horst Marcel W Meijer Paul Bovenmarsch Thorben Koeslag Tom Westendorp
34