Vennootschappen Wet 7 mei 1999 (Art. 682)
singsvoorstel en met inachtneming van de artikelen 729 en 744.
Het 2° van het eerste lid is echter niet van toepassing bij met fusie door overneming gelijkgestelde verrichtingen. }1. – Lid 1, 1°, gewijzigd bij art. 47, a)-b), wet 2 augustus 2002, B.S., 22 augustus 2002
PIERRE VAN HOOREBEKE 1. Zodra de fusie of splitsingsoperatie is gerealiseerd door de overeenstemmende besluiten van de algemene vergaderingen van de betrokken vennootschappen, treden van rechtswege en gelijktijdig de volgende rechtsgevolgen in werking: – de ontbonden vennootschappen houden op te bestaan; – de aandeelhouders of vennoten van de overgenomen vennootschap(pen) worden aandeelhouders of vennoten van de overnemende vennootschap(pen); – het gehele vermogen van iedere overgenomen vennootschap, zowel de rechten als de verplichtingen, gaat over op de overnemende vennootschap(pen). Deze rechtsgevolgen worden hierna bondig toegelicht.
1. Discontinuïteit van de ontbonden vennootschap 1.1 Principe 2. Als gevolg van hun ontbinding zonder vereffening houden de ontbonden vennootschappen op te bestaan. Aldus wijkt de ontbinding in het kader van een fusie of splitsing op een aantal essentiële punten af van de normale regels, waarbij de ontbinding gevolgd wordt door een vereffening (art. 183, § 1 W.Venn.): – er wordt geen vereffeningsprocedure geopend, noch afgesloten; – er wordt geen vereffenaar benoemd; – in principe behouden de ontbonden vennootschappen geen enkele rechtspersoonlijkheid, de vennootschappen worden dus niet geacht voort te bestaan voor hun vereffening; – de ontbonden vennootschappen worden niet geacht “passief voort te bestaan” gedurende een termijn van vijf jaar na de bekendmaking van de afsluiting van de vereffening (geen toepassing van art. 198, § 1 W.Venn.). Door de ontbinding zonder vereffening van de ontbonden vennootschap worden de mandaten van de betrokken zaakvoerders/bestuurders en commissarissen beëindigd (T. TILQUIN, Traité des fusions et scissions, Antwerpen, Kluwer, 1993, 369, nr. 541; P. HAINAUT-HAMENDE, Les sociétés anonymes. Deuxième partie. Opérations sur le capital – Emissions publiques – Transformation –- Fusion et scission, Brussel, Larcier, 2009, 453, nr. 850 en P. ERNST en J. VERSTRAELEN, Reorganisatie van venootschappen: fusie, (partiële) splitsing, inbreng van bedrijfstak of van algemeenheid, in Fiscale Praktijkstudies, nr. 24, Diegem, Ced.Samsom, 2002, 108). Laatstgenoemden kunnen geen aanspraak maken op enige vergoeding voor de periode tussen de fusie of ontbinding en de voorziene einddatum van hun mandaat (P. HAINAUT-HAMENDE, Les sociétés anonymes. Deuxième partie. Opérations sur le capital – Emissions publiques – Transformation –- Fusion et scission, Brussel, Larcier, 2009, 453, nr. 850).
1.2 Nuancering 3. Voornoemd principe van de ontbinding zonder vereffening geldt evenwel niet voor met fusies of splitsingen gelijkgestelde verrichtingen overeenkomstig artikel 677 W.Venn., met name in geval van zgn. partiële splitsing. Bij partiële splitsing blijft de gesplitste vennootschap voortbestaan; zij wordt niet ontbonden. Dit volgt uitdrukkelijk uit de tekst van artikel 677 W.Venn. (M. WAUTERS, “Delen om te krijgen. Continuïteit bij de met splitsing gelijkgestelde verrichting”, TRV 2002, nr. 40, 303). 4. Artikel 682 W.Venn. nuanceert voornoemde regel dat de ontbonden vennootschappen ophouden te bestaan, door te bepalen dat deze vennootschappen geacht worden voort te bestaan gedurende een termijn van zes maanden teneinde het instellen van een nietigheidsvordering tegen de beslissing tot fusie of splitsing mogelijk te maken. De verwijzing naar artikel 178, 688 en 689 W.Venn. impliceert dat het passief voortbestaan van de ontbonden vennootschappen geldt ongeacht welke nietigheidsgrond ingeroepen wordt voor dergelijke nietigheidsvordering (P. HAINAUT-HAMENDE, Les sociétés anonymes. Deuxième partie. Opérations sur le capital – Emissions publiques – Transformation – Fusion et scission, Brussel, Larcier, 2009, 453, nr. 850). Indien binnen de termijn van zes maanden effectief tegen de ontbonden vennootschap een vordering tot nietigverklaring van de fusie of splitsing wordt ingesteld, wordt het passief voortbestaan van deze ontbonden vennootschap verder verlengd tot de gerechtelijke beslissing omtrent deze nietigheidsvordering in kracht van gewijsde gegaan is. De eventuele nietigverklaring van de fusie of splitsing werkt retroactief. In voorkomend geval zal het bestaan van de ontbonden vennootschap met terugwerkende kracht hersteld worden (P. ERNST en J. VERSTRAELEN, Reorganisatie van venootschappen: fusie, (partiële) splitsing, inbreng van bedrijfstak of van algemeenheid, in Fiscale Praktijkstudies, nr. 24, Diegem, Ced.Samsom, 2002, 102).
682
Larcier – Wet en Duiding - Vennootschappen (1 januari 2014) – © Larcier---TREE_2654--Export:22-01-2014_10:52---
Vennootschappen Wet 7 mei 1999 (Art. 682)
5. Ook artikel 704 W.Venn. (voor wat betreft de fusie door overneming), artikel 718 W.Venn. (voor wat betreft de fusie door oprichting van een nieuwe vennootschap) en artikel 727 W.Venn. (voor wat betreft de met fusie door overneming gelijkgestelde verrichtingen) nuanceren het principe van de ontbinding zonder vereffening. Zij voorzien immers dat het vroegere bestuursorgaan van de overgenomen vennootschap de jaarrekening moet opstellen voor de periode die verstrijkt tussen de datum van de afsluiting van het laatste boekjaar en de datum van toerekening van de boekhouding aan de overnemende of nieuw op te richten vennootschap. Het vroegere bestuursorgaan van de overgenomen vennootschap dient de jaarrekening voor deze periode ter goedkeuring voor te leggen aan de algemene vergadering van de overnemende of nieuw opgerichte vennootschap, welke eveneens over de kwijting van de bestuurs – en toezichtsorganen van de overgenomen vennootschap zal beslissen. Immers, op het moment dat de jaarrekening met betrekking tot voornoemde periode moet worden opgesteld, bestaat de vennootschap in kwestie niet meer. Overeenkomstig artikel 704, 718 en 727 W.Venn. komt het bestuursorgaan van de betrokken vennootschap echter opnieuw tot leven, zij het dan dat zijn taak beperkt is tot het opstellen van de jaarrekening (K. BYTTEBIER, Handboek Fusies en Overnames, Antwerpen, Intersentia, 2012, 56-57, nr. 60). In de meeste fusieoperaties wordt evenwel toepassing gemaakt van de boekhoudkundige retroactiviteit (cf. art. 693 W.Venn.), waarbij bepaald wordt dat alle handelingen van de overgenomen vennootschap gesteld sedert de eerste dag van het boekjaar volgend op het laatst afgesloten boekjaar, toegerekend worden aan de overgenomen vennootschap, waardoor het belang van voornoemde nuancering in de praktijk eerder beperkt is. artikel
2. Continuïteit van het aandeelhouderschap 2.1 Principe 6. Het tweede gevolg van de fusie of splitsing bestaat erin dat de vennoten van de ontbonden vennootschappen vennoten worden van de verkrijgende vennootschappen, in voorkomend geval, overeenkomstig de in het splitsingsvoorstel vermelde verdeling. In principe moet de omzetting in aandelen in de overnemende vennootschap of nieuw opgerichte vennootschap betrekking hebben op alle andelen in de overgenomen vennootschap(pen). Het uitgangspunt in geval van splitsing is dat de vennoten van de gesplitste vennootschap vennoot worden in alle overnemende vennootschappen, en dat elke overnemende vennootschap aandelen toekent aan de vennoten van de gesplitste vennootschap naar evenredigheid van hun aandelenbezit in de gesplitste vennootschap. Afwijkingen op dit principe noodzaken de unanieme instemming van de vennoten van de te splitsen vennootschap (P. ERNST en J. VERSTRAELEN, Reorganisatie van venootschappen: fusie, (partiële) splitsing, inbreng van bedrijfstak of van algemeenheid, in Fiscale Praktijkstudies, nr. 24, Diegem, Ced.Samsom, 2002, 109). 7. De vennoten of aandeelhouders van de ontbonden vennootschap kunnen de fusie of splitsing niet aangrijpen om uit de vennootschap te treden, zelfs niet wanneer zij tegen de fusie hebben gestemd (K. GEENS, “Fusie en splitsing als constitutieve rechtshandelingen – discontinuïteit van de ontbonden rechtspersoon en continuïteit van zijn aandeelhouders”, in JAN RONSE INSTITUUT (ed.), De nieuwe fusiewetgeving 1993, Kalmthout, Biblo, 1994, 26, nr. 21; K. BYTTEBIER, Handboek Fusies en Overnames, Antwerpen, Intersentia, 2012, 60, nr. 67). Artikel 698 W.Venn. voorziet evenwel in een uitzondering op voornoemd principe wanneer de ontbonden vennootschap een CV is en de overnemende vennootschap een andere rechtsvorm heeft.
2.2 Nuancering 8. Rekening dient gehouden te worden met de bepaling van artikel 698, § 1 W.Venn. krachtens dewelke de vennoten van de overgenomen vennootschap moeten voldoen aan de hoedanigheidsvoorwaarden gesteld door de wet of de statuten van de overnemende BVBA of CV. Ook kunnen hoedanigheidsvereisten gesteld zijn in de statuten van overnemende vennootschappen die een andere vorm dan de BVBA of de CV hebben aangenomen (P. HAINAUT-HAMENDE, Les sociétés anonymes. Deuxième partie. Opérations sur le capital – Emissions publiques – Transformation – Fusion et scission. Brussel, Larcier, 2009, 423, nr. 836; K. BYTTEBIER, Handboek Fusies en Overnames, Antwerpen, Intersentia, 2012, 61, nr. 70). 9. De participatie die de overnemende vennootschap reeds bezat in de ontbonden vennootschap wordt niet geruild in nieuwe aandelen in de overnemende vennootschap, evenmin als de eigen aandelen die de ontbonden vennootschap bezat (D. BEECKMAN, H. DE WILDE, W. VANDENBERGHE en E. DELEMBRE, Van ontbinding tot fusie 2001. Vennootschapsrechtelijke, fiscale en boekhoudkundige aspecten, Diegem, Ced. Samsom, 2001, 435). De wet bepaalt uitdrukkelijk dat de continuïteit van het aandeelhouderschap niet geldt in geval van een met fusie door overneming gelijkgestelde verrichting. Bij een met fusie door overneming gelijkgestelde verrichting bezit de overnemende vennootschap reeds 100% van de aandelen van de ontbonden vennootschap (art. 676 W.Venn.). De overnemende vennootschap zal zichzelf geen nieuwe aandelen toekennen naar aanleiding van dergelijke met fusie door overneming gelijkgestelde verrichting.
Larcier – Wet en Duiding - Vennootschappen (1 januari 2014) – © Larcier---TREE_2654--Export:22-01-2014_10:52---
683
Vennootschappen Wet 7 mei 1999 (Art. 682)
10. Wanneer de ontbonden vennootschap warrants of converteerbare obligaties uitgegeven heeft, hebben de houders ervan in principe het recht om zich te beroepen op de bepalingen van artikel 490 W.Venn. (in geval van converteerbare obligaties) of artikel 501 W.Venn. (in geval van warrants), krachtens dewelke het de vennootschap verboden is om verrichtingen te stellen die de voordelen verminderen die de voorwaarden van uitgifte of de wet hen toekennen) (T. TILQUIN, Traité des fusions et scissions, Antwerpen, Kluwer, 1993, 140, nr. 182). Als schuldeisers genieten de titularissen van converteerbare obligaties bovendien van de specifieke bescherming voorzien krachtens artikel 684 W.Venn. Indien de voorwaarden van uitgifte niet voorzien in de mogelijkheid om een fusie of splitsing door te voeren, zal men erop moeten toezien dat de fusie of splitsing niet tot gevolg hebben dat de voordelen in hoofde van deze titularissen verminderd worden, behoudens akkoord van alle warrant- of obligatiehouders. In voorkomend geval kunnen bepaalde voordelen ter compensatie worden toegekend (P. HAINAUT-HAMENDE, Les sociétés anonymes. Deuxième partie. Opérations sur le capital – Emissions publiques – Transformation – Fusion et scission, Brussel, Larcier, 2009, 455, nr. 851 en P. ERNST en J. VERSTRAELEN, Reorganisatie van venootschappen: fusie, (partiële) splitsing, inbreng van bedrijfstak of van algemeenheid, in Fiscale Praktijkstudies, nr. 24, Diegem, Ced.Samsom, 2002, 113). Als alternatief kan aan de warranthouders een recht op vervroegde uitoefening van de warrant in geval van fusie, worden toegekend, waardoor deze warranthouders aandelen in de overnemende vennootschap zouden ontvangen (P. SMET en S. RUTTEN, “De impact (vennootschapsrechtelijk en fiscaal) van ‘corporate actions’ op warrants”, TRV 2007 (5), nr. 2.2.2, 309-328).
3. Continuïteit van het vermogen 11. Krachtens artikel 682 W.Venn. brengt de fusie of splitsing met zich mee dat het gehele vermogen van de ontbonden vennootschap, zowel de rechten als de verplichtingen, overgaat op de verkrijgende vennootschap. Drie aspecten van deze vermogenscontinuïteit verdienen bijzondere aandacht (M. WAUTERS, “Delen om te krijgen. Continuïteit bij de met splitsing gelijkgestelde verrichting”, TRV 2002, 296, nr. 29; D. BEECKMAN, H. DE WILDE, W. VANDENBERGHE en E. DELEMBRE, Van ontbinding tot fusie 2001. Vennootschapsrechtelijke, fiscale en boekhoudkundige aspecten, Diegem, Ced.Samsom, 2001, 437; P. ERNST en J. VERSTRAELEN, Reorganisatie van venootschappen: fusie, (partiële) splitsing, inbreng van bedrijfstak of van algemeenheid, in Fiscale Praktijkstudies, nr. 24, Diegem, Ced.Samsom, 2002, 115): – de overgang betreft het integrale vermogen, zowel actief als passief; – de overgang geschiedt van rechtswege; en – de overgang werkt erga omnes.
3.1 Overgang van rechtswege 12. De overgang van het vermogen gebeurt van rechtswege, wat betekent dat voor de overdracht geen andere handeling of formaliteit vereist is dan het fusie- of splitsingsbesluit (T. TILQUIN, Traité des fusions et scissions, Antwerpen, Kluwer, 1993, 278, nr. 408).
3.2 Overgang zonder tegenwerpelijkheidsformaliteiten 13. De overdracht wordt ten algemene titel voltrokken: de overgang van rechten en plichten op de rechtsopvolger onder algemene titel is in principe tegenwerpelijk aan derden. In beginsel is hiertoe enkel de neerlegging en de publicatie van de beslissing met betrekking tot de fusie of splitsing in het Belgisch Staatsblad vereist, zonder dat de verschillende tegenwerpelijkheidsformaliteiten die de wetgever voorschrijft inzake de overdracht van bepaalde rechten en plichten, moeten worden vervuld. Zo is voor de overgang van waardepapier dat aan order is gesteld, geen endossement ten voordele van de verkrijgende vennootschap vereist (P. VAN OMMESLAGHE, “Les principes généraux relatiefs à la fusion et la scission selon les directives et selon la loi nouvelle”, in X., Les fusions et scissions internes de sociétés, Brussel, Ed. du Jeune Barreau, 1993, 12-13, nr. 8). Evenmin moet de overdracht van een merk bij afzonderlijk geschrift worden vastgesteld (M. WAUTERS, “Delen om te krijgen. Continuïteit bij de met splitsing gelijkgestelde verrichting”, TRV 2002, 299, nr. 34). 14. Deze principiële tegenwerpelijkheid dient echter genuanceerd te worden. Niet alleen bestaan er een aantal specifieke wettelijke uitzonderingen op de regel dat de overgang geschiedt zonder de vervulling van tegenwerpelijkheidsformaliteiten, bovendien kunnen partijen conventioneel bepalen dat een schuldvordering of schuld niet overdraagbaar is. Deze uitzonderingen worden verder besproken (zie hierna onder 3.3 Overgang van het volledige vermogen).
3.3 Overgang van het volledige vermogen 15. De overgang van het vermogen van de ontbonden vennootschap naar de ontvangende vennootschap omvat onder meer volgende elementen (P. HAINAUT-HAMENDE, Les sociétés anonymes. Deuxième partie. Opérations sur le capital – Emissions publiques – Transformation – Fusion et scission. Brussel, Larcier, 2009, 426-427, nr. 838):
684
Larcier – Wet en Duiding - Vennootschappen (1 januari 2014) – © Larcier---TREE_2654--Export:22-01-2014_10:52---
Vennootschappen Wet 7 mei 1999 (Art. 682)
– alle (materiële of immateriële) activa, met inbegrip van de schuldvorderingen en hun toebehoren zoals borgen, voorrechten, hypotheken en pandrechten (art. 1692 BW); – alle passiva, met inbegrip van vaststaande, voorwaardelijke of eventuele schulden en dit in beginsel zonder akkoord van de schuldeiser; – de contracten, in principe eveneens zonder akkoord van de medecontractant; en – de lopende rechtsvorderingen.
3.3.1 Overgang van activa Principe 16. Opdat de fusie tegenstelbaar zou zijn aan derden, dienen de besluiten tot fusie neergelegd te worden op de griffie van de rechtbank van koophandel en bij uittreksel bekendgemaakt te worden in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad. De tegenwerpelijkheidsvoorwaarden van artikel 1690 BW dienen niet te worden nageleefd. Zoals gezegd gaan als gevolg van de overgang onder algemene titel alle schuldvorderingen en activa van de overgenomen vennootschap over op de overnemende vennootschap. Ook behouden de schuldenaars van de overgenomen vennootschap tegenover de overnemende vennootschap alle execpties en verweermiddelen die zij hadden t.o.v. de overgenomen vennootschap. De overnemende vennootschap kan zelf rechtstreeks de rechten uitoefenen die haar werden overgedragen door de overgenomen vennootschap. Zo zal de overnemende vennootschap geen nieuwe uitvoeringstitel dienen te verkrijgen tegenover de schuldenaar (P. ERNST en J. VERSTRAELEN, Reorganisatie van venootschappen: fusie, (partiële) splitsing, inbreng van bedrijfstak of van algemeenheid, in Fiscale Praktijkstudies, nr. 24, Diegem, Ced.Samsom, 2002, 117). Uitzonderingen 17. De wetgever zelf heeft als uitzondering op de principiële overgang zonder vervulling van tegenwerpelijkheidsformaliteiten voorzien dat de overdracht van zakelijke rechten op onroerende goederen en op zee- en binnenschepen enkel tegenwerpelijk is aan derden indien de notulen van alle bij de fusie of splitsing betrokken vennootschappen over-of ingeschreven worden overeenkomstig de door de Hypotheekwet voorziene voorschriften. Ook de tegenwerpelijkheid van intellectuele en industriële eigendomsrechten is aan bijzondere formaliteiten onderworpen (zie hierna commentaar onder art. 683 W.Venn.). Ook dient vermeld te worden dat de overdracht van gronden ten gevolge van een fusie of splitsing onderhevig is aan specifieke procedures overeenkomstig de toepasselijke reglementaire bepalingen. Voor een overzicht, zie P. HAINAUT-HAMENDE, Les sociétés anonymes. Deuxième partie. Opérations sur le capital – Emissions publiques – Transformation – Fusion et scission. Brussel, Larcier, 2009,429-432, nr. 840. Wat de fusies van financiële instellingen betreft tenslotte, dient bijkomend gelet te worden op artikel 30 en 31 van de wet van 22 maart 1993 op het statuut en het toezicht op de kredietinstellingen, die de tegenwerpelijkheid van dergelijke fusies afhankelijk maken van de voorafgaande toestemming van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA). 18. Naast de wettelijke uitzonderingen zijn ook conventionele beperkingen mogelijk op de principiële tegenwerpelijkheid van de overdracht ten gevolge van een fusie of splitsing. Aldus kunnen effecten die door de ontbonden vennootschap werden aangehouden, bezwaard zijn met statutaire of conventionele overdraagbaarheidsbeperkingen (m.n. voorkoop- of goedkeuringsclausules, onvervreemdbaarheidsclausules en andere statutaire of conventionele beperkingen op de vrije overdracht van aandelen). Dergelijke statutaire of conventionele overdraagbaarheidsbeperkingen kunnen van toepassing zijn zowel op aandelen van derde vennootschappen die in portefeuille gehouden worden door de ontbonden vennootschap als op de aandelen van de ontbonden vennootschap in de overnemende vennootschap(pen) die ten gevolge van de fusie of splitsing aan de aandeelhouders van de ontbonden vennootschap worden toegekend. A. De ontbonden vennootschap houdt aandelen aan in de overnemende vennootschap(pen): – Een deel van de rechtsleer meent dat een goedkeuringsclausule in de statuten van de overnemende vennootschap niet geldig kan worden ingeroepen tegen de aandeelhouders van de ontbonden vennootschap om hun toetreding tot de overnemende vennootschap ten gevolge van de fusie of splitsing te weigeren (P. ERNST en J. VERSTRAELEN, Reorganisatie van venootschappen: fusie, (partiële) splitsing, inbreng van bedrijfstak of van algemeenheid, in Fiscale Praktijkstudies, nr. 24, Diegem, Ced.Samsom, 2002, 121). Anderen wijzen erop dat men er toch goed aan doet om nog voor de beslissing tot fusie of splitsing genomen wordt, de goedkeuring te bekomen van het bevoegde orgaan. In voorkomend geval zal melding moeten gemaakt worden van deze goedkeuring in het fusie- of splitsingsvoorstel (art. 693, 706, 728 en 743 W.Venn.). Ook zou de raad van bestuur uitleg omtrent de toepassing van de goedkeuringsclausule moeten verschaffen in haar bijzonder verslag (art. 694, 707, 730 en 745 W.Venn.) (P. HAINAUT-HAMENDE, Les sociétés anonymes. Deuxième partie. Opérations sur le capital – Emissions publiques – Transformation – Fusion et scission, Brussel, Larcier, 2009, 423-424, nr. 836). – Een (statutaire of conventionele) onvervreemdbaarheidsclausule die van toepassing is op de aandelen in de overnemende vennootschap zou evenmin tegenstelbaar zijn in geval van overgang van aandelen ten gevolge
Larcier – Wet en Duiding - Vennootschappen (1 januari 2014) – © Larcier---TREE_2654--Export:22-01-2014_10:52---
685
Vennootschappen Wet 7 mei 1999 (Art. 682)
van een fusie of splitsing, zelfs indien de clausule ook toepasbaar is in geval van overdracht onder algemene titel. De toekenning van nieuwe aandelen aan de aandeelhouders van de ontbonden vennootschap maakt immers geen aandelenoverdracht uit. Enkel indien de onvervreemdbaarheidsclausule uitdrukkelijk toepasbaar is gemaakt op de aandelenovergang in geval van fusie of splitsing, zou deze clausule mogelijks toepassing vinden (P. HAINAUT-HAMENDE, Les sociétés anonymes. Deuxième partie. Opérations sur le capital – Emissions publiques – Transformation – Fusion et scission, Brussel, Larcier, 2009, 424, nr. 836). B. De ontbonden vennootschap houdt aandelen in derde vennootschappen in portefeuille: – Een (statutaire of conventionele) goedkeurings – of onvervreemdbaarheidsclausule die van toepassing is op de aandelen in derde vennootschappen die in portefeuille gehouden worden door de ontbonden vennootschap kunnen volgens een meerderheidsopvatting binnen de rechtsleer echter wel worden tegengeworpen in geval van fusie of splitsing (P. HAINAUT-HAMENDE, Les sociétés anonymes. Deuxième partie. Opérations sur le capital – Emissions publiques – Transformation – Fusion et scission, Brussel, Larcier, 2009, 424, nr. 836). TILQUIN meent dat dergelijke clausule de overdracht slechts zal beperken indien zij uitdrukkelijk de overdracht in geval van fusie of splitsing tot voorwerp heeft (T. TILQUIN, Traité des fusions et scissions, Antwerpen, Kluwer, 1993, 307, nr. 451). Een en ander betekent dat de toepasselijkheid van conventionele of statutaire overdraagbaarheidsbeperkingen een kwestie van interpretatie is van de desbetreffende clausules. Het komt erop aan na te gaan of daarin de overdracht onder algemene titel bij fusie of splitsing werd geviseerd (H. LAGA, “Het rechtsgevolg van de fusie en splitsing: de overgang van rechten en plichten”, in JAN RONSE INSTITUUT (ed.), De nieuwe fusiewetgeving 1993: vennootschapsrechtelijke en fiscaalrechtelijke aspecten, Kalmthout, Biblo, 1993, 113).
3.3.2 Overgang van passiva Principe 19. In beginsel gaan alle bestaande schulden van de ontbonden vennootschap over op de overnemende vennootschap. De derde schuldeiser moet dus niet instemmen met de fusie opdat de overdracht hem tegenwerpelijk zou zijn (art. 1275 BW) (K. GEENS, “De nieuwe wet inzake fusies en splitsingen”, TRV 1993, 59.) Ook latente schulden (bijv. belastingsschulden) kunnen alleen nog verhaald worden op de overnemende vennootschap (H. BRAECKMANS, “Fusies en splitsingen (eerste deel)”, RW 1993-94, nr. 4, 1421). Artikel 684 voorziet evenwel in een specifieke regeling ter bescherming van de schuldeisers van de ontbonden vennootschap. Uitzonderingen 20. Conventionele afwijkingen zijn mogelijk, waarbij de instemming van een schuldeiser vereist wordt alvorens de schuld kan worden overgedragen. Vaak wordt ook bepaald dat de schulden onmiddellijk opeisbaar worden in geval van fusie of splitsing van de schuldenaar. Overgang van zekerheden 21. Zakelijke en persoonlijke zekerheden gaan in geval van fusie of splitsing van rechtswege over op dezelfde wijze als de schuldvorderingen waarmee ze verbonden zijn (T. TILQUIN, Traité des fusions et scissions, Antwerpen, Kluwer, 1993, 301, nr. 442; H. LAGA, “Het rechtsgevolg van de fusie en splitsing: de overgang van rechten en plichten”, in JAN RONSE INSTITUUT (ed.), De nieuwe fusiewetgeving 1993: vennootschapsrechtelijke en fiscaalrechtelijke aspecten, Kalmthout, Biblo, 1993, 107). Zodoende zal de overnemende vennootschap de borg verwerven die initieel ten gunste van de ontbonden vennootschap werd gesteld (T. TILQUIN, Traité des fusions et scissions, Antwerpen, Kluwer, 1993, 288, nr. 424 en P. ERNST en J. VERSTRAELEN, Reorganisatie van venootschappen: fusie, (partiële) splitsing, inbreng van bedrijfstak of van algemeenheid, in Fiscale Praktijkstudies, nr. 24, Diegem, Ced.Samsom, 2002, 123-124). Tevens behoudt de hypothecaire schuldeiser zijn hypotheek op het onroerend goed, ondanks de overdracht ervan naar de overnemende vennootschap (P. HAINAUT-HAMENDE, Les sociétés anonymes. Deuxième partie. Opérations sur le capital – Emissions publiques – Transformation – Fusion et scission, Brussel, Larcier, 2009, 446, nr. 847). Evenwel zullen schuldeisers die een voorrecht op een handelszaak hebben, hun volgrecht slechts behouden zolang de handelszaak identificeerbaar blijft. Aldus zal een pandhoudende schuldeiser slechts zijn pand op de handelszaak kunnen behouden voor zover de bezwaarde handelszaak ook na de fusie of splitsing individualiseerbaar blijft (J. CATTARUZZA, “La fusion et la scission des SA, SPRL et SCRL”, in X., Guide Juridique de l’Entreprise. Traité théorique et pratique, Livre 172.1, 2e ed., Antwerpen, Kluwer, 2006, 20, nr. 240, en P. HAINAUT-HAMENDE, Les sociétés anonymes. Deuxième partie. Opérations sur le capital – Emissions publiques – Transformation – Fusion et scission, Brussel, Larcier, 2009, 446, nr. 847).
3.3.3 Overgang van overeenkomsten 22. Overeenkomsten aangegaan door de ontbonden vennootschap gaan ten gevolge van een fusie of splitsing van rechtswege over op de overnemende vennootschap, zonder dat bijkomende tegenstelbaarheidsformaliteiten dienen te worden vervuld. Ook arbeidsovereenkomsten zullen van rechtswege worden overgedragen overeenkomstig artikel 6 CAO 32 bis van 7 juni 1985, algemeen verbindend verklaard bij KB van 25 juli 1985 (P.
686
Larcier – Wet en Duiding - Vennootschappen (1 januari 2014) – © Larcier---TREE_2654--Export:22-01-2014_10:52---
Vennootschappen Wet 7 mei 1999 (Art. 683)
HAINAUT-HAMENDE, Les sociétés anonymes. Deuxième partie. Opérations sur le capital – Emissions publiques – Transformation – Fusion et scission, Brussel, Larcier, 2009, 440, nr. 845). 23. De overdracht, ten gevolge van de fusie of splitsing, van overeenkomsten die intuitu personae werden aangegaan wordt algemeen aanvaard (K. GEENS, “De nieuwe wet inzake fusies en splitsingen”, TRV 1993, 58; F. BOUCKAERT, D MEULEMANS en J. VERSTAPPEN, “Fusies en splitsingen van vennootschappen”, T.Not. 1994, 19; J. CATTARUZZA, “La fusion et la scission des SA, SPRL et SCRL”, in X., Guide Juridique de l’Entreprise. Traité théorique et pratique, Livre 172.1, 2e ed., Antwerpen, Kluwer, 2006, 20, nr. 230, en P. HAINAUT-HAMENDE, Les sociétés anonymes. Deuxième partie. Opérations sur le capital – Emissions publiques – Transformation – Fusion et scission, Brussel, Larcier, 2009, 439, nr. 844). Een contractspartij kan evenwel uitdrukkelijk in het contract voorzien dat de intuitu personae overeenkomst automatisch zal beëindigd worden in geval van fusie of splitsing van de tegenpartij.
3.3.4 Overgang van lopende procedures 24. De meerderheid van de auteurs gaat ervan uit dat hangende gerechtelijke procedures enkel kunnen worden voortgezet door en tegen de overnemende vennootschap, temeer daar de overgenomen vennootschap onmiddellijk ophoudt te bestaan (P. ERNST en J. VERSTRAELEN, Reorganisatie van venootschappen: fusie, (partiële) splitsing, inbreng van bedrijfstak of van algemeenheid, in Fiscale Praktijkstudies, nr. 24, Diegem, Ced.Samsom, 2002, 104; T. TILQUIN, Traité des fusions et scissions, Antwerpen, Kluwer, 1993, 299, nr. 440; H. BRAECKMANS, “Fusies en splitsingen (eerste deel)”, RW 1993-94, nr. 4, 1412 en H. LAGA, “Het rechtsgevolg van de fusie en splitsing: de overgang van rechten en plichten”, in JAN RONSE INSTITUUT (ed.), De nieuwe fusiewetgeving 1993: vennootschapsrechtelijke en fiscaalrechtelijke aspecten, Kalmthout, Biblo, 1993, 107). De fusie of splitsing houdt geen onderbreking van het geding in in de zin van artikel 815 Ger.W., en noodzaakt bijgevolg geen hervatting van het geding (Cass. 4 januari 2008, TRV 2009, 281, noot D. VAN GERVEN; zie ook P. ERNST en J. VERSTRAELEN, Reorganisatie van venootschappen: fusie, (partiële) splitsing, inbreng van bedrijfstak of van algemeenheid, in Fiscale Praktijkstudies, nr. 24, Diegem, Ced.Samsom, 2002, 106).
Afdeling III Tegenwerpelijkheid van de fusie of splitsing
Art. 683. De fusie of splitsing kan aan derden slechts worden tegengeworpen volgens het bepaalde bij artikel 76. De akten bedoeld in artikel 1 van de wet van 16 december 1851 tot herziening van de rechtsregeling der hypotheken en de akten bedoeld in de hoofdstukken II en III van titel I, boek II, van het Wetboek van koophandel en in artikel 272 van boek II van
hetzelfde wetboek, kunnen aan derden slechts worden tegengeworpen volgens het bepaalde bij de bijzondere wetten ter zake. Daartoe moeten de notulen van de algemene vergaderingen van alle vennootschappen die tot de fusie of splitsing hebben besloten, overgeschreven of ingeschreven worden. De overdracht van rechten van intellectuele en industriële eigendom kunnen aan derden slechts worden tegengeworpen onder de voorwaarden bepaald bij de bijzondere wetten welke die verrichtingen beheersen.
PIERRE VAN HOOREBEKE 1. De gevolgen van de fusie of splitsing zijn automatisch aan derden tegenwerpelijk vanaf de bekendmaking in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad. Vóór deze openbaarmaking kan de herstructurering slechts worden tegengeworpen indien de vennootschap aantoont dat de derde er reeds kennis van had (art. 76 W.Venn.). Artikel 683 W.Venn. voorziet twee uitzonderingen op voornoemde regel, waarvoor nog steeds de individuele tegenwerpelijkheidsformaliteiten moeten worden nageleefd.
1. Eerste uitzondering: registergoederen 2. De “akten bedoeld in artikel 1 van de wet van 16 december 1851 tot herziening van de rechtsregeling der hypotheken” betreft alle akten onder levenden tot overdracht of aanwijzing van onroerende zakelijke rechten, andere dan voorrechten en hypotheken. Bedoeld worden eigendom of vruchtgebruik op een onroerend goed, erfpacht en opstal, conventionele erfdienstbaarheden en, bij uitbreiding, een huurrecht dat langer dan negen jaar duurt (M. WAUTERS, “Delen om te krijgen. Continuïteit bij de met splitsing gelijkgestelde verrichting”, TRV 2002, 301, noot nr. 87). De “akten bedoeld in de hoofdstukken II en III van titel I, boek II, van het Wetboek van koophandel en in artikel 272 van boek II van hetzelfde wetboek” betreft de akten houdende overdracht of aanwijzing van zakelijke rechten op zeeschepen of binnenschepen. Bijgevolg dienen de akten van fusie of splitsing die een overgang van onroerende zakelijke rechten teweegbrengen, andere dan de overgang van bevoorrechte of hypothecaire gewaarborgde vorderingen, te worden overgeschreven. Hetzelfde geldt inzake de overdracht van zakelijke rechten op zeeschepen of binnenschepen: de tegenwerpelijkheid wordt slechts bereikt door inschrijving van de notulen van de algemene vergaderingen van alle vennootschappen die tot de fusie of splitsing besloten hebben in het register van zeeschepen respectievelijk teboekstelling. De verplichte kantmelding ten rande van de inschrijving van de overgegane voorrech-
Larcier – Wet en Duiding - Vennootschappen (1 januari 2014) – © Larcier---TREE_2654--Export:22-01-2014_10:52---
687
Vennootschappen Wet 7 mei 1999 (Art. 684)
ten en hypotheken worden echter niet (meer) als extra publiciteitsmaatregel opgelegd (J. VAN BAEL, “De herstructurering van ondernemingen in de Reparatiewet”, in H. BREACKMANS EN E. WYMEERSCH (eds.), Het gewijzigde vennootschapsrecht 1995, Antwerpen, Maklu, 1996, 398).
2. Tweede uitzondering: intellectuele rechten Opdat de overdracht van intellectuele en industriële eigendomsrechten zou kunnen worden tegengeworpen aan derden, dienen de voorwaarden bepaald bij de bijzondere wetgevingen terzake te worden nageleefd. Het betreft onder meer de verplichting om het geschrift houdende overdracht van het merk of het recht te registreren (D. BEECKMAN, H. DE WILDE, W. VANDENBERGHE en E. DELEMBRE, Van ontbinding tot fusie 2001. Vennootschapsrechtelijke, fiscale en boekhoudkundige aspecten, Diegem, Ced.Samsom, 2001, 440). Over de verschillende specifieke tegenwerpelijkheidsformaliteiten, zie P. HAINAUT-HAMENDE, Les sociétés anonymes. Deuxième partie. Opérations sur le capital – Emissions publiques – Transformation – Fusion et scission, Brussel, Larcier, 2009, 429, nr. 839). Afdeling IV Zekerheidstelling
Art. 684. § 1. Uiterlijk binnen twee maanden na de bekendmaking in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad van de akten houdende vaststelling van de fusie of splitsing, kunnen de schuldeisers van elke vennootschap die deelneemt aan de fusie of splitsing wier vordering ontstaan is vóór die bekendmaking en nog niet is vervallen }1 [of voor wier schuldvordering in rechte of via arbitrage een bezwaar werd ingesteld tegen de gesplitste vennootschap of de te fuseren vennootschap vóór de algemene vergadering die zich over de splitsing of de fusie moet uitspreken]1 , zekerheid eisen niettegenstaande enig hiermee strijdig beding. De verkrijgende vennootschap waaraan deze schuldvordering is toegescheiden, en, in voorkomend geval, de ontbonden vennootschap, kunnen elk deze rechtsvordering afweren door de schuldvordering te voldoen tegen haar waarde, na aftrek van het disconto. Indien geen overeenstemming wordt bereikt of indien de schuldeiser geen voldoening heeft gekregen, wordt het geschil door de meest gerede partij voorgelegd aan de voorzitter van de rechtbank van koophandel van het gebied waarbinnen de schuldplichtige vennoot-
schap haar zetel heeft. De rechtspleging wordt ingeleid en behandeld zoals in kort geding; hetzelfde geldt voor de tenuitvoerlegging van de gewezen beslissing. Onverminderd de rechten in de zaak zelve bepaalt de voorzitter de zekerheid die de vennootschap moet stellen en de termijn waarbinnen zulks moet geschieden, tenzij hij beslist dat geen zekerheid behoeft te worden gesteld gelet op de waarborgen en voorrechten waarover de schuldeiser beschikt of op de gegoedheid van de verkrijgende vennootschap. Indien de zekerheid niet binnen de bepaalde termijn is gesteld, wordt de schuldvordering onverwijld opeisbaar. In dit geval zijn bij splitsing de verkrijgende vennootschappen hoofdelijk gehouden tot nakoming van deze verbintenis. § 2. Paragraaf 1 is niet van toepassing bij fusie van financiële instellingen die aan de controle van de }2[Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten]2 onderworpen zijn. }1. – § 1, lid 1, gewijzigd bij art. 3 wet 22 november 2013, B.S., 16 december 2013 }2. – § 2 gewijzigd bij art. 331, lid 1, K.B. 3 maart 2011, B.S., 9 maart 2011, add., B.S., 29 maart 2011, inwerkingtreding: 1 april 2011 (art. 351, § 1), bekrachtigd met ingang van de datum van zijn inwerkingtreding bij art. 298 wet 3 augustus 2012, B.S., 19 oktober 2012
PIERRE VAN HOOREBEKE Artikel 684 W.Venn. bepaalt dat de schuldeisers van elk van de bij de fusie of splitsing betrokken vennootschappen een zekerheid kunnen eisen, niettegenstaande enige andersluidende overeenkomst. Deze regeling strekkende tot de bescherming an de schuldeisers vloeit voort uit artikel 13 van de richtlijn 2011/35/EU (ter wijziging van de Derde Vennootschapsrichtlijn). Elke schuldeiser van zowel de overnemende als de ontbonden vennootschap kan een zekerheid eisen. Ook schuldeisers die reeds over een zekerheid beschikken, kunnen in principe deze bijzondere schuldeisersbescherming inroepen (D. BEECKMAN, H. DE WILDE, W. VANDENBERGHE en E. DELEMBRE, Van ontbinding tot fusie 2001. Vennootschapsrechtelijke, fiscale en boekhoudkundige aspecten, Diegem, Ced.Samsom, 2001, 439; K. BYTTEBIER, Handboek Fusies en Overnames, Antwerpen, Intersentia, 2012, 140, nr. 185). De schuldeisers moeten zekerheid eisen binnen de twee maanden na de publicatie van de akten houdende vaststelling van het besluit tot fusie in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad. De bescherming die artikel 684 W.Venn. voorziet is vergelijkbaar met de bescherming die krachtens artikel 613 W.Venn. wordt opgelegd in het geval van de vermindering van het maatschappelijk kapitaal door een terugbetaling aan de aandeelhouders of door een gehele of gedeeltelijke vrijstelling van de storting van het saldo van de inbreng. In geval van fusie of splitsing kunnen de schuldeisers de zekerheidstelling evenwel enkel vorderen nadat de fusie reeds voltrokken is en alle rechtsgevolgen heeft gesorteerd, terwijl de kapitaalvermindering geen rechtsgevolgen kan sorteren zolang de termijn waarbinnen de schuldeisers hun recht tot zekerheidstelling kunnen uitoefenen, nog niet verstreken is, of zolang de rechter nog geen uitspraak gedaan heeft omtrent een effectief ingestelde vordering (K. BYTTEBIER, Handboek Fusies en Overnames, Antwerpen, Intersentia, 2012, 138, nr. 183).
688
Larcier – Wet en Duiding - Vennootschappen (1 januari 2014) – © Larcier---TREE_2654--Export:22-01-2014_10:52---
Vennootschappen Wet 7 mei 1999 (Art. 685)
Ook de sanctie is enigszins verschillend: indien bij een kapitaalvermindering de zekerheid niet binnen de bepaalde termijn is gesteld, wordt de schuldvordering onverwijld opeisbaar. Bij splitsing komt bovenop de onmiddellijke opeisbaarheid van de schuldvordering nog het principe dat de verkrijgende vennootschappen hoofdelijk gehouden zijn tot nakoming van deze verbintenis. Dit laatste heeft voor splitsingen tot gevolg dat, hoewel het verzoek om zekerheid te bekomen gericht dient te worden tot de gesplitste en/of overnemende vennootschap, alle bij de splitsing betrokken vennootschappen hoofdelijk gehouden zullen zijn om de schuld te vereffenen in het geval een vennootschap die daartoe in rechte veroordeeld werd, nalaat om de opgelegde zekerheid te verstrekken (P. HAINAUT-HAMENDE, Les sociétés anonymes. Deuxième partie. Opérations sur le capital – Emissions publiques – Transformation – Fusion et scission, Brussel, Larcier, 2009, 519, nr. 891). Om zekerheid te kunnen eisen moet de vordering van de schuldeiser: – dateren van vóór de bekendmaking van het fusiebesluit in de Bijlagen bij het Belgisch Staatsblad (H. LAGA, “Het rechtsgevolg van de fusie en splitsing: de overgang van rechten en plichten”, in JAN RONSE INSTITUUT (ed.), De nieuwe fusiewetgeving 1993: vennootschapsrechtelijke en fiscaalrechtelijke aspecten, Kalmthout, Biblo, 1993, 105); – op datum van deze bekendmaking nog niet vervallen (nog niet betaalbaar) zijn (P. ERNST en J. VERSTRAELEN, Reorganisatie van venootschappen: fusie, (partiële) splitsing, inbreng van bedrijfstak of van algemeenheid, in Fiscale Praktijkstudies, nr. 24, Diegem, Ced.Samsom, 2002, 132); en – zeker zijn (P. ERNST en J. VERSTRAELEN, Reorganisatie van venootschappen: fusie, (partiële) splitsing, inbreng van bedrijfstak of van algemeenheid, in Fiscale Praktijkstudies, nr. 24, Diegem, Ced.Samsom, 2002, 132). De algemene vergadering van obligatiehouders hoeft niet bijeen te komen ter gelegenheid van de fusie. Wel kan het bestuursorgaan op vrijwillige basis overgaan tot bijeenroeping van dergelijke algemene vergadering. Een dergelijke algemene vergadering van obligatiehouders kan beraadslagen over de bijzondere zekerheden toegekend als gevolg van de overneming van de emiterende vennootschap (art. 568, tweede alinea, 1° W.Venn.). Indien de algemene vergadering van obligatiehouders beslist zo een zekerheid te eisen, worden de obligatiehouders geacht te verzaken aan hun individueel recht een eis in te stellen. De beslissing van de algemene vergadering bindt de obligatiehouders. De verzaking van de obligatiehouder om individueel te handelen om zijn rechten te beschermen wordt evenwel niet vermoedt indien de vergadering niet werd bijeengeroepen of indien zij beslist geen zekerheid te eisen (K. GEENS, “Fusie en splitsing als constitutieve rechtshandelingen – discontinuïteit van de ontbonden rechtspersoon en continuïteit van zijn aandeelhouders”, in JAN RONSE INSTITUUT (ed.), De nieuwe fusiewetgeving 1993, Kalmthout, Biblo, 1994, 33, nr. 34). Afdeling V Aansprakelijkheid
Art. 685. § 1. Indien de ontbonden vennootschap een vennootschap onder firma is, een gewone commanditaire vennootschap of een commanditaire vennootschap op aandelen, of een coöperatieve vennootschap met onbeperkte aansprakelijkheid, blijven de vennoten onder firma en de beherende vennoten of de leden van de coöperatieve vennootschap jegens derden hoofdelijk en onbeperkt aansprakelijk voor de verbintenissen van de ontbonden vennootschap ontstaan vóór het tijdstip vanaf hetwelk de akte van fusie of splitsing volgens het bepaalde bij artikel 76, aan derden kan worden tegengeworpen. § 2. Indien de verkrijgende vennootschap een vennootschap onder firma is, een gewone commanditaire vennootschap of een commanditaire vennootschap op
aandelen, of een coöperatieve vennootschap met onbeperkte aansprakelijkheid, blijven de vennoten onder firma en de beherende vennoten of de leden van de coöperatieve vennootschap jegens derden hoofdelijk en onbeperkt aansprakelijk voor de verbintenissen van de ontbonden vennootschap die zijn ontstaan, naargelang het geval, vóór de fusie of vóór de splitsing en die, in dit laatste geval, overeenkomstig het splitsingsvoorstel en de artikelen 729, § 2, en 744, § 2, op deze verkrijgende vennootschap zijn overgegaan. Zij kunnen echter van deze aansprakelijkheid worden ontheven op grond van een uitdrukkelijke bepaling die in het fusie- of splitsingsvoorstel en in de akte van fusie of splitsing is opgenomen, en die volgens het bepaalde bij artikel 76 aan derden kan worden tegengeworpen.
PIERRE VAN HOOREBEKE Artikel 685 W.Venn. heeft tot doel te vermijden dat de eventuele aanspraken, die de schuldeisers van een vennootschap zonder aansprakelijkheidsbeperking voor de vennoten, zouden kunnen doen gelden t.a.v. haar onbeperkt aansprakelijke vennoten, in het gedrang zouden komen door een fusie met een vennootschap met beperkte aansprakelijkheid voor de vennoten. De bepalingen in dit artikel gelden ten aanzien van alle vennootschapstypes die gekenmerkt worden door het feit dat alle of bepaalde categorieën van vennoten persoonlijk gehouden kunnen zijn tot voldoening van de vennootschapsschulden, zijnde de vof, gewone commanditaire vennootschap, commanditaire vennootschap op aandelen en coöperatieve vennootschap met onbeperkte (hoofdelijke) aansprakelijkheid (K. BYTTEBIER, Handboek Fusies en Overnames, Antwerpen, Intersentia, 2012, 142, nr. 189).
Larcier – Wet en Duiding - Vennootschappen (1 januari 2014) – © Larcier---TREE_2654--Export:22-01-2014_10:52---
689