1. Inleiding Opleiding Remediëring Toetsing Toetsvormen Rapportering...26

Onderwijs- en Examenreglement TOETSBELEID: studentenversie

INHOUD 1. Inleiding ............................................................................................................................. 2 2. Opleiding ........................................................................................................................... 3 3. Remediëring ...................................................................................................................... 4 o

Gedifferentieerde onderwijsactiviteiten (GOA): ........................................................... 4

o

Skillslab ...................................................................................................................... 6

o

Leer- en ontwikkelingsstoornissen & socio-emotionele moeilijkheden: ........................ 6

o

De begeleidende klassenraad:.................................................................................... 7

4. Toetsing ............................................................................................................................ 9 o

Praktische toetsing ..................................................................................................... 9

o

Theoretische toetsing.................................................................................................. 9

o

Bijzonderheden ..........................................................................................................11

5. Toetsvormen ....................................................................................................................15 o

Kennistoets ................................................................................................................16

o

Casustoets.................................................................................................................19

o

Praktijktoets / authentieke evaluatie ...........................................................................21

o

Portfolio .....................................................................................................................22

o

Reflectie-opdracht......................................................................................................24

6. Rapportering ....................................................................................................................26 o

Mogelijke beslissingen van de delibererende klassenraad .........................................27

o

Studiebekrachtiging ...................................................................................................27

o

Geschreven adviezen ................................................................................................28

o

Kopierecht van examens ...........................................................................................28

o

Betwisting van de genomen beslissing ......................................................................28

HBO5 Verpleegkunde, VTI Hasselt

OER: Toetsbeleid: studentenversie

(april 2016) 1

1. Inleiding In het leerplan voor de HBO5 opleiding verpleegkunde staat als leerdoel het behalen van competenties centraal. Een competentie is een complexe beroepsvaardigheid die een geïntegreerd geheel vormt van kennis, vaardigheden en attitudes en waarbij het verpleegkundig handelen van jou als aanstaande verpleegkundige een centrale plaats wordt toebedeeld. De instroom van studenten verpleegkunde binnen onze opleiding is zeer divers. Deze verschillen uiten zich in leeftijden, nationaliteiten, interesses, persoonlijkheidskenmerken, eerdere werkervaringen, … . Dit alles beïnvloedt de leerstijl van elke student. Per module zal je een praktisch deel (oa. stage) en een theoretisch deel afleggen. Hierin wordt er steeds aan competentie-ontwikkeling gedaan. De didactische werkvormen die binnen de school gebruikt worden, zullen variëren om tegemoet de komen aan de individuele verschillen tussen studenten. Ook bieden wij diverse vormen van remediëring aan om de kansen voor iedereen te optimaliseren. Naast het competentie-ontwikkelend leren is er ook nood aan competentiegericht toetsen om na te gaan of je de competenties bereikt hebt en, om op basis hiervan, een oordeel te formuleren. De beoordeling van je competenties gebeurt grotendeels tijdens de stage. Hierbij maak je gedurende enkele weken per module deel uit van een professionele setting. Naast het evalueren en beoordelen van competenties in theorie en praktijk, spelen begeleiding en feedback ook een niet te missen aspect in de vorming van toekomstige verpleegkundigen. Na elke evaluatieperiode ontvang je een rapport en heb je de mogelijkheid tot het inkijken van je evaluaties bij de betreffende themaleerkracht. Door de evaluaties te laten inkijken en hierover gerichte feedback te geven, willen we je verder begeleiden in je leerproces. Met deze bundel willen we je als student uitgebreid informeren over de werking van onze school omtrent het toetsbeleid. Het biedt een antwoord op eventuele vragen en kan een handleiding zijn tijdens je opleiding.



(april 2016) 2

2. Opleiding De opleiding bestaat uit een theoretisch en praktisch deel. Het praktische deel, ingevuld door stages, beslaat de helft van de opleidingsduur. Praktijkstages maken bijgevolg een belangrijk deel uit van de opleiding. Toch blijft het essentieel dat dit handelen voldoende theoretisch onderbouwd is. De opleiding HBO5 verpleegkunde is opgedeeld in 5 opeenvolgende modules. De verschillende leerinhouden, competenties, doelstellingen en praktische vaardigheden worden aangeboden per thema. Per thema wordt via de cursus aan jou meegedeeld welke leerinhouden, competenties en doelstellingen aan bod komen tijdens de lessen en die noodzakelijk zijn voor je competentie-ontwikkeling. Naast het theoretisch kader, komen er ook heel wat praktische vaardigheden aan bod per thema. Hierin wordt je de juiste basishandeling aangeleerd. Ook krijg je de kans om tijdens deze lessen zelf te oefenen onder begeleiding van de leerkracht. Doorheen de modules moet je 10 kerncompetenties behalen die naargelang de module aan bod komen. Naarmate je de verschillende modules doorloopt, zal je specifiekere kennis opdoen. Zo kom je, bij het bereiken van de vijfde module, de module TV, meer en meer tot de handelfase als toekomstig professionele verpleegkundige. Je leert om meer en zelfstandiger te handelen in complexe praktijksituaties door een beroep te doen op een geïntegreerd geheel van kennis, vaardigheden, houdingen en persoonlijke eigenschappen. Na het slagen in de module TV, zal je het diploma van gegradueerde verpleegkundige bekomen, waardoor je vervolgens breed inzetbaar bent op diverse werkvloeren binnen de gezondheidszorg.



(april 2016) 3

3. Remediëring In het kader van individuele verschillen onder de studenten (door vooropleiding, interesses, persoonlijkheden, …) wordt er systematisch remediëring aangeboden op school. Remediering kan binnen de school verschillende manieren en vormen aannemen. Enerzijds is er het wekelijkse aanbod van gedifferentieerde onderwijsactiviteiten (GOA) voor groepen van studenten gedurende de lesperiodes. Deze activiteiten worden systematisch gepland binnen je uurrooster en hebben een verplichtend karakter. Anderzijds kan je als student beroep doen op het skillslab. Je kan je hier vrijblijvend inschrijven om bepaalde verpleegkundige technieken extra in te oefenen. Dit gebeurt op zelfstandige basis, maar steeds onder toezicht van een skillslabmedewerker. Verder is er binnen de school ook een individuele aanpak van remediëring. Het individueel zorgbeleid binnen onze school richt zich tot de student met leer- en ontwikkelingsstoornissen en studenten met socio-emotionele moeilijkheden.

o

Gedifferentieerde onderwijsactiviteiten (GOA):

Gedifferentieerde onderwijsactiviteiten, of GOA, worden binnen onze opleiding verpleegkundige gezien als een grote troef om je slaagkansen te verhogen. Dit kan op voorwaarde dat je deze uren optimaal benut. De leerkracht doet wekelijks een aanbod aan GOA-uren. Uit ervaring weet de leerkracht immers welke delen / onderwerpen van de cursus moeilijker zijn en dus voor herhalingsoefeningen of uitdieping in aanmerking komen. Uit dit aanbod maak je als student een keuze. Daarnaast kan je ook zelf voorstellen doen naar GOA toe: ook hier kan zowel herhaling als uitdieping aan bod komen. Om de invulling van de GOA voor de hele opleiding hetzelfde te houden, werden de GOAactiviteiten ingedeeld in verschillende benamingen. Dit maakt het aanbod duidelijker en stemt de verwachtingen van studenten en leerkrachten op elkaar af.

GOA-benamingen Benaming

Omschrijving activiteit

Van de studenten wordt verwacht …

Herhalingsles

De leerkracht geeft de les opnieuw, meestal wel in vogelvlucht gezien de beperking qua tijd. Structuur van de leerstof wordt overlopen, knelpunten worden nog eens extra uitgelegd.

Dat ze hun cursus bij hebben en de structuur van de leerinhoud reeds op voorhand gemarkeerd hebben.

Vooral interessant voor studenten die les gemist hebben, of er niets van begrepen hebben. Herhalingsoefening

Invuloefening op papier. Studenten Op voorhand nakijken van maken eerst individueel/in groepje de de leerstof, zodat oefening



(april 2016) 4

oefening (met of zonder raadplegen kan gemaakt worden zonder van de cursus), nadien worden de cursus, is aanbevolen. juiste antwoorden overlopen. Proefevaluatie

Idem herhalingsoefening. Naar lay-out Studenten hebben leerstof en niveau is deze evaluatie reeds gestudeerd. vergelijkbaar met een echte evaluatie. Er wordt ook een gelijkaardige puntenverdeling voorzien (met clustering van competenties). De test zal minder uitgebreid zijn. Test wordt individueel en zonder cursus gemaakt. Achteraf wordt ook uitgelegd op welke wijze er punten verdiend/verloren werden.

Kruiswoordraadsel /

Andere werkvorm dan herhalingsoefening, voor de idem.

Quiz

een Studenten hebben leerstof rest reeds gestudeerd.

Toets jezelf

Mondelinge herhalingsoefening; Studenten hebben leerstof leerkracht stelt vragen, studenten reeds gestudeerd. zoeken het antwoord, juiste antwoord wordt besproken.

Vraagstelling

Studenten stellen gerichte vragen, Studenten bereiden op leerkracht beantwoordt deze. voorhand schriftelijk voor wat ze willen vragen.

Bezoek aan …

Leerkracht begeleidt studenten.

Video; herhaling

In de video wordt de geziene leerstof herhaald.

Video; uitdieping

In de video komt leerstof aan bod die niet werd besproken tijdens de les.

Uitwerking casus

Studenten zoeken individueel/in Carpenitobundel en bundel groepjes naar de verpleegproblemen med. vk. problemen + geziene med.VK problemen, enkele meebrengen. problemen worden uitgewerkt, nadien klassikale bespreking.

Herhaling demonstratie techniek

Leerkracht toont de techniek en geeft uitleg. Vooral interessant voor studenten die les gemist hebben, of er


Studenten worden op tijd op het afgesproken punt verwacht.


(april 2016) 5

niets van begrepen hebben. Inoefening van techniek

Studenten oefenen leerkracht begeleidt.

zelf

techniek, Studenten hebben leerstof reeds gestudeerd, weten in theorie hoe de techniek dient te gebeuren.

Tekst; herhaling

Tekst wordt samen besproken, eventueel a.d.h.v. vragen, behandelt reeds geziene leerstof.

Tekst; uitdieping

Tekst wordt samen besproken, eventueel a.d.h.v. vragen, er komt leerstof aan bod die niet werd besproken tijdens de les.

Voordracht

Expert van buiten de school komt Basisrespect tonen t.o.v. de uitleg geven, leerkracht begeleidt. spreker is hier de minimumvereiste.

In uitzonderlijke gevallen kan ook studie aan bod komen als invulling van de GOA-uren. Dit zal beperkt worden tot een minimum. Als leerkrachten vinden wij een ‘meer op individueel gerichte noden’-begeleiding een meerwaarde voor jullie opleiding, en wij willen deze als school dan ook behouden.

o

Skillslab

Sinds september 2013 is er op school een skillslab geopend. Hiervoor wordt een lokaal (2.16) ter beschikking gesteld op vaste tijdstippen, namelijk woensdag voormiddag en vrijdag namiddag. Je reserveert een oefenmoment van 25 min. op smartschool via de reservatiemodule skillslab. Indien je langer wil oefenen, moet je meerdere oefenmomenten aanduiden. Per oefenmoment kunnen zich telkens 2 studenten aanmelden. Je geeft per reservatie duidelijk de techniek en module weer. Alle technieken van de module initiatie tot de module toegepaste verpleegkunde kunnen op zelfstandige basis geoefend worden. Er is steeds een leerkracht aanwezig, maar het is niet de bedoeling dat er opnieuw les gegeven wordt. Bij onduidelijkheden kan je steeds de nodige checklists per techniek raadplegen in het lokaal. Als je wil oefenen in het skillslab ben je verplicht een basispakket met materialen aan te kopen per module.

o

Leer- en ontwikkelingsstoornissen & socio-emotionele moeilijkheden:

Het zorgbeleid kadert zich rond dyslexieproblemen, dyscalculie, dysorthografie, ASS, ADD, ADHD, dyspraxie en socio-emotionele moeilijkheden. Binnen de school worden naast enkele algemene richtlijnen voor alle studenten, ook individuele maatregelen opgesteld voor de student met leerstoornissen of dyslexie. Er wordt gewerkt met een checklist. Door HBO5 Verpleegkunde, VTI Hasselt


(april 2016) 6

samenwerking met het CLB kunnen studenten ouder dan 18 jaar, indien nodig, nog getest worden op dyslexie. Om de contacten te bevorderen zal een CLB-medewerker (Mevr. K. Punie) elke maandagvoormiddag van 8.30u tot 12.00u in school aanwezig zijn. Als student kan je een afspraak maken via smartschool. Discretie hierrond blijft een prioriteit. Tijdens de eerste coaching krijg je een infoblad waarin meegedeeld wordt dat wie een leerprobleem / leerstoornis heeft, dat aan de coach kan melden. Studenten die zich melden, worden uitgenodigd door de zorgcoördinator binnen de school (Mevr. Schevenels). Tijdens dit gesprek worden afspraken gemaakt voor je verdere begeleiding. Voorbeelden van maatregelen en faciliteiten in de begeleiding van een student met leerstoornis kunnen zijn: stimulerende maatregelen, compenserende maatregelen of evaluatiefaciliteiten. Voor de individuele student kan hier extra tijd voorzien worden, naast de 4u die normaal geldt voor schriftelijke evaluaties. Verder kunnen studenten om ernstige redenen toestemming krijgen van de directeur of afgevaardigde om op een andere manier dan op de voorgeschreven manier ondervraagd te worden. Dit kan voortvloeien uit een begeleidingsplan (opgesteld in samenspraak met de begeleidende klassenraad) of uit een uitzonderlijke individuele situatie.

o

De begeleidende klassenraad:

Elke klas heeft een hoofdleerkracht. Een hoofdleerkracht volgt elke student van zijn klas van zeer nabij. Bij mogelijke problemen in de klas kan hij/zij hier het best op inspelen. Naast een hoofdleerkracht heb je ook een coach. Gedurende de volledige opleiding is er op regelmatige basis contact tussen de student en zijn coach. De coach heeft aandacht voor zowel de groep van studenten als voor elke student afzonderlijk. Hij treedt op als je referentiepersoon en dit gedurende de volledige opleiding. Tijdens de individuele- en groepsgesprekken houdt de coach een dossier bij per student en noteert hierin al de nodige gegevens. De coach bespreekt voorts je resultaten van de evaluaties, stages en de resultaten medisch rekenen. Ook je ontwikkelingsportfolio wordt opgevolgd en besproken met je coach. Omdat je als student recht hebt op een passende begeleiding binnen de school, zijn de hoofdleerkracht en de coach ook de meest aangewezen personen indien je met vragen zit, problemen hebt met de studie of in verband met een persoonlijke situatie. Om het contact met en de samenwerking tussen alle leerkrachten te vergemakkelijken komt er op geregelde tijdstippen een “begeleidende klassenraad” samen. Tijdens de klassenraad worden eventuele problemen van een student besproken met alle leerkrachten die aan deze student les geven. De hoofdleerkracht verstrekt ruime informatie of toelichting over de studievorderingen van elke student in zijn klas. Ook de coach is, zo nodig, aanwezig bij begeleidende klassenraden en is een belangrijk adviespersoon. Door bespreking van de studieresultaten zoekt men zo nodig naar een passende individuele begeleiding en kan door de hoofdleerkracht of een leraar een begeleidingsplan worden afgesproken. Er wordt door de volledige groep leerkrachten gezocht naar middelen om te remediëren. Bij de keuze van middelen wordt gekeken naar verschillende factoren: door wie, wanneer, wat is een haalbare oplossing, en welke is de meest kwalitatieve oplossing voor jou als student? Voorbeelden van remediëringsmogelijkheden binnen en buiten de school zijn onder andere: verwijzing HBO5 Verpleegkunde, VTI Hasselt


(april 2016) 7

naar GOA, aanbieden van oefeningen via smartschool, gerichter kiezen van stageplaatsen (in OOG en TV), verwijzing naar coaching. Soms is doorverwijzing naar een begeleidend CLB of andere instantie noodzakelijk. Het hoofddoel is je studievordering te volgen. Wanneer er een beslissing genomen wordt, wordt dit genoteerd op het individueel verslagformulier: observatie, begeleidingsplan, opvolging. Na een begeleidende klassenraad bespreekt je hoofdleerkracht, coach of stagebegeleiding de aandachtspunten en het begeleidingsplan met jou als student, eventueel met het CLB, en met de stagecoördinator. De coach en de hoofdleerkracht volgen de voorgestelde remediëringswijze ook verder op.



(april 2016) 8

4. Toetsing Het behalen van de verschillende kerncompetenties over de thema’s heen wordt geëvalueerd door meerdere beoordelingen, toetsingen en examens van zowel theoretische als praktische onderdelen van de opleiding zoals stage.

o

Praktische toetsing

De praktijk is voor de meeste criteria de meest aangewezen evaluatieplaats. Je beoordeling van competenties gebeurt dan ook grotendeels tijdens de stage. Hierbij functioneer je gedurende enkele weken per module in een professionele setting. Voor zover praktisch mogelijk trachten we de planning van de stages zoveel mogelijk te laten aansluiten op competenties van de module waar je in zit. In de school worden praktijklessen aangeboden. Hierin wordt je de juiste basishandeling aangeleerd. Tijdens de evaluatieperiodes word je ook ruim getest op deze praktische toetsing. De praktische toetsing dient zo dicht mogelijk aan te sluiten bij de realiteit. Aan de hand van concrete casuïstiek dien je een bepaalde interventie voor te doen en zal je hierop beoordeeld worden. Praktijkstages worden geëvalueerd volgens de in de module vooropgestelde competenties, die gekoppeld zijn aan bepaalde criteria. De theoretische basis wordt per module geleidelijk aan verder uitgediept opdat je in praktijk ook steeds complexere handelingen kan toepassen. Zo blijft er een duidelijke link tussen theorie en praktijk. Voor competenties die haast niet op stage behaald kunnen worden (vb. reanimeren, plaatsen blaassonde, probleemoplossend gesprek) wordt gezocht naar aangepaste evaluatiemethoden (vb. praktijkevaluatie, mondelinge evaluaties, opdrachten, projecten, …). Bij het evalueren van competenties zijn meerdere partijen op verschillende manieren en op verschillende momenten betrokken, gaande van docenten, mentoren of experten uit het werkveld tot de student zelf. Docenten spelen op verschillende manieren een rol in je beoordeling, enerzijds in het theoretische aspect van de opleiding als je pedagogisch begeleider en examinator, anderzijds in het praktische aspect als stagebegeleider in het werkveld. Mentoren en afdelingsverpleegkundigen zijn een rolmodel. Op hen wordt beroep gedaan om te participeren aan je praktische vorming gedurende de stage. Verder leveren mentoren een relevante inbreng aan de beoordeling van de competenties. Regelmatig contact en de communicatie tussen stagebegeleider, stagementor en jou als student zijn bepalend voor de kwaliteit van je stage.

o

Theoretische toetsing

Voor de opleiding verpleegkunde kiezen wij voor de theoretische toetsing een vorm van gespreide evaluatie. Gezien de complexiteit van competenties, krijgen toetsen een belangrijke rol binnen elke module en wordt dit niet beperkt tot één toetsmoment. Ten opzichte van de klassieke eindevaluatie hebben de gespreide evaluaties als voordeel dat het HBO5 Verpleegkunde, VTI Hasselt


(april 2016) 9

slagen of niet-slagen niet afhangt van de momentopname van een evaluatie, maar van een regelmatig werken doorheen het schooljaar. Tevens word je niet voortdurend onder druk gezet, zoals bij het permanent evalueren eventueel het geval zou zijn. Door de evaluaties te spreiden, krijg je op snellere wijze informatie over jouw studievorderingen en kan je vlugger en gerichter remediëren. In toetsen gaat men immers na of de doelstellingen al dan niet bereikt zijn voor het deel van de opleiding waarin je je bevindt. Je wordt meestal voor elke stage getoetst. Hierdoor bekomen we een betere integratie theorie-praktijk. In de praktijk komt het er op neer dat we voor elke module minstens 2 evaluatieperiodes organiseren. Voor de module initiatie wordt er een extra toetsmoment gecreëerd om je sneller informatie te geven over de studievorderingen en eventueel te remediëren. Voor de module toegepaste verpleegkunde, die 1 volledig schooljaar duurt, plannen we in totaal 4 evaluatieperiodes. Over de verschillende theoretische thema's heen worden dezelfde kerncompetenties beoordeeld in een verschillende context. Je hebt zo meerdere mogelijkheden om een competentie te bewijzen en deze uiteindelijk te behalen. Ook via het zelfstandig werk (groepsopdrachten, projectwerken) en voorkennistoetsen buiten de evaluatieperiodes heb je de mogelijkheid om tussendoor reeds punten te sprokkelen. Het toetsbeleid is opgenomen in het schoolreglement. De planning van de toetsperiodes worden bij aanvang van je module kenbaar gemaakt aan de hand van een agenda. Wanneer je in de module initiatie zit, wordt voor aanvang van de eerste examenperiode een proefevaluatie georganiseerd. Hier krijg je uitgebreid uitleg over het verloop van de examens, regelingen binnen de school. Daarnaast krijg je een document ‘evaluatierichtlijnen’ met daarop tips en afspraken. Dit beschrijft beknopt aan welke maatregelen je je dient te houden bij het afleggen van de evaluaties. De wijze van vraagstelling en quotering wordt verduidelijkt, alsook de rapportering. Zo is elke evaluatie gelijk voor elke student. Per evaluatie worden er ook specifiekere richtlijnen door je leerkracht gecommuniceerd. Evaluaties sluiten aan bij de kerncompetenties van het opleidingsonderdeel. Tijdens een evaluatieperiode zullen alle thema’s die in de voorafgaande lesperiode onderwezen werden, getoetst worden. Verdere richtlijnen en informatie, soort evaluaties, beoordeelde competenties worden ook bij aanvang van de lesperiode met de studenten besproken. De theoretische examens kunnen zowel schriftelijk als mondeling getest worden. Voor de schriftelijke examens wordt er verder een onderscheid gemaakt tussen openboek en gesloten boek evaluaties. Elke evaluatie is gebonden aan eigen regels en richtlijnen. Het examenrooster wordt opgesteld door leerkrachten. Een 2-tal weken voor de evaluatieperiode zal de rooster uitgehangen worden binnen de school. De studenten ontvangen hun evaluatierooster ook digitaal. De evaluaties starten telkens om 8.30u en eindigen om 12.30u. Als student kom je tijdig het examenlokaal binnen. Afwezigheden zullen genoteerd worden. Je neemt enkel schrijfgerief / latje dat eventueel in een doorschijnend plastic zakje zit, mee naar de plaats. Al de overige HBO5 Verpleegkunde, VTI Hasselt 10


(april 2016)

spullen (jas, boekentas, gsm, pennenzak, …) worden vooraan of achteraan in het lokaal gelegd. Indien op de evaluatie vermeld, is het toegelaten om bepaalde hulpmiddelen (rekentoestel, geplastificeerd document met de vervoeging van de werkwoorden, omrekenlatje en het boekje “rekenhulp”) mee te nemen. Deze mogen in de mate van het mogelijke worden doorgegeven tijdens de evaluatie PAV. De Carpenitobundel wordt niet doorgegeven. Er is een beperkt aantal van deze bundels beschikbaar in de mediatheek. Als je je bundel vergeten bent, kan je er daar één ontlenen. Op elk evaluatieblad dien je je naam te schrijven, uitgezonderd op het kladblad. Kladbladen worden wel samen met de evaluatiebladen afgegeven. Na het examen teken je de aanwezigheidslijst bij het verlaten van het lokaal af.

o

Bijzonderheden

Binnen de school heerst een duidelijk beleid rond fraude (spieken), afwezigheden tijdens de evaluaties of inhaalevaluaties. Deze worden kenbaar gemaakt via het schoolreglement.

 Spieken / fraude: Als school zijn wij gesteld op eerlijkheid gedurende alle evaluatiemomenten. Wanneer een personeelslid van de school je betrapt op een onregelmatigheid, verzamelt het personeelslid de nodige bewijsstukken en treft hij een ordemaatregel die alleen tot doel heeft een verder normaal verloop van de toetsen mogelijk te maken. De klassenraad oordeelt over de gevolgen van de vastgestelde onregelmatigheid. Elk gedrag in het kader van de beoordeling van een vak, waardoor het vormen van een juist oordeel omtrent je kennis, inzicht en/of vaardigheden dan wel de kennis, het inzicht en/of de vaardigheden van andere studenten onmogelijk maakt of poogt te maken, wordt beschouwd als een onregelmatigheid. We denken bv. aan: spieken, plagiaat, het gebruik van niettoegelaten materialen, technieken en hulpmiddelen, het strategisch afwezig blijven op evaluatiemomenten, … . Zo wordt onder een onregelmatigheid ook verstaan het zonder duidelijke bronvermelding geheel of gedeeltelijk overnemen van gegevens bij schriftelijke opdrachten zoals projecten. Na de vaststelling van het personeelslid van de school, zal jij steeds gehoord worden. De bewijsstukken worden verzameld en een dossier opgesteld met daarin de verklaring van het personeelslid van toezicht en jouw verklaring. Dit dossier wordt aan de klassenraad bezorgd. De klassenraad oordeelt of de vastgestelde onregelmatigheid kan worden beschouwd als fraude en deelt je zijn beslissing zo snel mogelijk mee. Het plegen van fraude kan tot gevolg hebben dat je op de bewuste evaluatie(s) of examen(s) het cijfer nul krijgt of dat de bewuste proef nietig wordt verklaard (er wordt dan geen cijfer gegeven voor de proef). Wanneer de onregelmatigheid pas aan het licht komt op het moment dat er reeds een studiebewijs of diploma werd uitgereikt, dan kan de school, ongeacht het moment waarop de onregelmatigheid wordt vastgesteld, de afgeleverde studiebewijzen en diploma’ s terugvorderen. Dit zal gebeuren wanneer de fraude zo ernstig is dat de behaalde resultaten nietig zijn en de genomen beslissing juridisch onbestaande moet worden beschouwd. HBO5 Verpleegkunde, VTI Hasselt 11


(april 2016)

Het vaststellen van ernstige vormen van fraude kan leiden tot het opstarten van een tuchtprocedure.

 Afwezigheden: o

Afwezigheid tijdens examenperiode:

De algemene regel is dat je steeds de school verwittigt wanneer je afwezig bent. Is de afwezigheid te voorzien en/of vereist ze het voorafgaand akkoord van de school, dan wordt de school vooraf op de hoogte gebracht. Bij onvoorziene afwezigheid deel je de reden zo vlug mogelijk mee.  Als je afwezig bent wegens ziekte tijdens de evaluaties of de dag voor de evaluaties, geef je een medisch attest af aan het secretariaat bij het hervatten van de evaluaties, en dit voor 8u30. Je sluit daarna gewoon aan bij je klas en maakt de evaluatie van de huidige dag.  Indien je afwezig bent op de laatste evaluatiedag én na deze evaluatieperiode een stage volgt moet je ons het medisch attest binnen de 5 werkdagen (eventueel per post) bezorgen.  Een twijfelachtig attest of een attest dat niet voor 8.30u werd afgegeven bij het hervatten van de schoolactiviteit geeft geen recht op een inhaalevaluatie. Als je afwezig bent gedurende langere periode:  Van zodra je vier opeenvolgende kalenderdagen ziek bent, zelfs als in die vier dagen eventueel één of meer vrije dagen zitten, geef je de medische attesten af aan het secretariaat op de eerste dag dat je terug op school bent. Als je langer dan 10 opeenvolgende lesdagen ziek bent, dan moet je het medische attest onmiddellijk op school (laten) bezorgen. Een twijfelachtig attest zal als onwettig beschouwd worden. Een medisch attest wordt beschouwd als twijfelachtig in de volgende gevallen:  het attest geeft zelf de twijfel van de geneesheer aan wanneer deze schrijft "dixit de patiënt";  de datum waarop het attest is opgemaakt valt niet in de periode van afwezigheid.  begin- en einddatum werden ogenschijnlijk vervalst;  het attest vermeldt een reden die niets met je medische toestand te maken heeft zoals bv. hulp in het huishouden, … Als je omwille van eenzelfde medische behandeling meerdere malen afwezig bent op school, volstaat één medisch attest met de verschillende data. Ook wanneer je vaak afwezig bent wegens een chronische ziekte zonder dat telkens de raadpleging van een arts nodig is, kan je in samenspraak met de schoolarts één enkel medisch attest indienen. Wanneer je dan afwezig bent, is het niet nodig om telkens naar de arts te gaan.

HBO5 Verpleegkunde, VTI Hasselt 12


(april 2016)

Wanneer je regelmatig inhaalevaluaties hebt, zal je door je hoofdleerkracht, en eventueel de directie, aangesproken worden over de reden van je afwezigheid.

o

Afwezigheid tijdens evaluatie in lesperiode:

Wanneer je afwezig bent tijdens evaluaties die tijdens de les vallen of een taak die ingediend moet worden of voorstellingen van een project of opdracht, dan krijg je de kans deze evaluatie(s) of taken achteraf bij te werken. Je leerkracht zal met je bespreken hoe deze evaluatie ingehaald kan worden. Indien je echter afwezig bent op de dag van de evaluatie en geen geldig attest bezorgt, mag je deze evaluatie niet inhalen.

 Inhaalevaluaties: Bij je afwezigheid tijdens de evaluaties, worden er inhaalevaluaties gepland en dit volgens een specifieke planning per module. Je wordt via smartschool op de hoogte gebracht wanneer je inhaalevaluaties gepland zijn. 

Module initiatie: -

-

De inhaalevaluaties van de eerste evaluatieperiode worden als volgt gepland: o Volledige periode (2 dagen) afwezig: deze studenten halen in op 2 vrije woensdagen in de maand oktober (2de en 3de woensdag na evaluaties indien mogelijk).  We houden rekening met de verplaatsingstechnieken en met de volgende evaluaties. o Een dag afwezig: deze evaluatie wordt ingehaald op een vrije woensdag. Vanaf de tweede evaluatieperiode wordt ook de regeling van BVZ en TV gehanteerd: o Een dag afwezig: spreiding bij de volgende evaluatieperiode: dus inhaal vanaf 11.00 uur. o Volledige periode (2 dagen) afwezig: inhaal op het einde van de stage.

- Module basiszorg: o o

Een of meerdere dagen afwezig: spreiding bij de volgende evaluatieperiode: dus inhaal vanaf 11.00 uur. Volledige periode afwezig: inhaal op het einde van de stage.



(april 2016)

o

Module oriëntatie: -

Evaluaties worden gepland op dinsdag, woensdag en donderdag. Een vierde evaluatiedag wordt gepland tijdens de stageperiode. o OAL: casus tijdens terugkomdag o OOG: mondelinge evaluatie SOVA o Studenten die 1 dag afwezig waren, halen in op vrijdag (= vrije vrijdag na deze evaluatieperiode). De andere studenten zijn vrij. Let op! Op vrijdag haalt elke student zijn eerste afwezige dag in!

-

Verdere inhaalevaluaties na eerste evaluatieperiode: o Studenten die 2 dagen afwezig waren, halen hun eerste afwezige dag in op vrijdag (= vrije vrijdag na deze evaluatieperiode) en hun tweede afwezige dag in principe op de vrije vrijdag na de volgende evaluatieperiode. Behalve als het gaat om diabetes in OAL of om thema B in OOGou. Beiden moeten ingehaald worden op de terugkomdag. Om deze reden kan de planning dan ook aangepast worden. o Studenten die 3 dagen afwezig waren, halen hun eerste afwezige dag in op vrijdag (= vrije vrijdag na deze evaluatieperiode) en hun tweede afwezige dag in principe op de vrije vrijdag na de volgende evaluatieperiode en hun derde afwezige dag op de terugkomdag tijdens de stage. Omwille van de uitzondering voor diabetes kan deze planning eigenlijk enkel toegepast worden in OOG. o Studenten die de ganse week afwezig waren (en dus ook op de vrije vrijdag) halen één dag in op de tweede vrijdag, één dag (waaronder diabetes) op de terugkomdag en één dag op de laatste stagedag in januari/juni (tijdens inhaals van de andere blok). Ze doen dan één dag inhaalstage na de deliberaties. Verdere inhaalevaluaties na tweede evaluatieperiode: o De tweede afwezige dag wordt ingehaald tijdens de terugkomdag. o Dag drie wordt gepland op het einde van de stage.

-

- Module toegepaste: - De studenten van Toegepaste verpleegkunde algemeen ziekenhuis hebben in semester één vier lesblokken na mekaar. o Indien de student slechts één of twee dagen afwezig was worden de evaluaties ingehaald tijdens de volgende evaluatieperiode. o In lesperiode 2 en 4 hebben de studenten praktijkevaluaties. Na de praktijk wordt in de meeste gevallen een inhaaldag gepland. o Indien een student de volledige evaluatieperiode afwezig was, worden de inhaalevaluaties gepland op een vrije vrijdag tijdens de lessen. Indien deze situatie zich voordoet, wordt dit individueel per student bekeken. - Voor de studenten van Toegepaste ouderenzorg en geestelijke gezondheidszorg verandert er niets. HBO5 Verpleegkunde, VTI Hasselt 14


(april 2016)

o o o

Een of meerdere dagen afwezig: spreiding bij de volgende evaluatieperiode: dus inhaal vanaf 11.00 uur. Volledige periode afwezig: inhaal op het einde van de stage. Bij ouderenzorg kan er ook inhaal (volledige dag) ingepland worden na het praktijkexamen.

5. Toetsvormen Competenties worden niet zomaar in een keer verworven. Deze worden ontwikkeld gedurende de volledige opleiding. Als student heb je je leerproces grotendeels in eigen handen. Door op regelmatige tijdstippen te evalueren, krijgen we zicht op je individuele vorderingen. Om de ontwikkeling van je competenties te beoordelen, kan er gebruik gemaakt worden van diverse toetsvormen. Door de verschillende toetsvormen die gebruikt worden te bespreken, willen we een handleiding aanreiken die kan helpen bij het studeren. Toetsvormen:  Kennistoets  Casustoets  Praktijkopdracht  Portfolio  Reflectie-opdracht

De verschillende toetsvormen zullen besproken worden naar: - Wat is het? - Hoe bereid je je voor? - Hoe word je beoordeeld? - Welke feedback krijg je?



(april 2016)

o

Kennistoets  Wat is het?

Een kennistoets is een toets met beroepsgerichte, theoretische en vakgerichte kennis. De toets controleert of de je de beoogde kennis hebt verworven. Het kan gegeven worden na afsluiting van een bepaald thema of studie-onderdeel en kan bestaan uit meerkeuzevragen en / of open en / of gesloten vragen. Doel van de toets is het niveau van je beroepsgerichte en theoretische kennis te bepalen met het oog op je toekomstig beroep. Bij de kennistoets kan er gebruik gemaakt worden van verschillende vormen van vragen: - Gesloten vragen, - Meerkeuzevragen (multiple choice), - Open vragen, - Combinatie van gesloten en open vragen Gesloten vragen Een kennistoets met gesloten vragen is grootschalig toepasbaar en duidelijk meetbaar aan de hand van vooropgestelde normen en antwoordmodellen. Er wordt beroepsgerichte en theoretische kennis getoetst waarover je als student op een bepaald niveau (binnen een module) dient te beschikken als parate kennis. Hierin kunnen verschillende beheersingsniveaus onderscheiden worden: kennis, begrip, toepassing, synthese en evaluatie. Gesloten vragen hebben een sterke neiging naar puur reproductiekennis. Echter, de vragen kunnen ook gesteld worden tot evalueren van het gewenste cognitieve niveau. Hierin zijn drie categorieën terug te vinden: reproductiekennis, inzicht en toepassen. Bij reproductiekennis zijn de vragen op te lossen door het herkennen van een bepaalde probleemsituatie. De inzichtvragen vereisen al een hogere mate van reorganisatie van het probleem en zelfstandig denken. Hierbij doet men een beroep op meer intellectuele vaardigheden zoals interpretatie, analyse, synthese en evaluatie. Je zal leren een onderscheid te maken tussen verschillende feiten, opinies of hypothesen. Bij toepassingsvragen word je voor een nieuw probleem gesteld. Het probleem wordt opgelost met een formule, wet of oplossingsprincipe. Je doet beroep op het hanteren of toepassen van eerder verworven informatie om het nieuwe probleem op te lossen. HBO5 Verpleegkunde, VTI Hasselt OER: Toetsbeleid: studentenversie (april 2016) 16

Meerkeuzevragen Een meerkeuzevraag is tweeledig opgebouwd: uit een stam en alternatieven. De stam omvat het probleem. De alternatieven zijn de antwoordmogelijkheden waaruit je een juiste keuze dient te maken. De foutieve alternatieven zijn de afleiders, het juiste alternatief wordt de sleutel genoemd. Meerkeuzevragen komen in verschillende vormen en varianten voor. Ook het aantal alternatieven in meerkeuzevragen kan variëren. Over het algemeen komt een vraag met vier antwoordalternatieven het meest voor. Naarmate het aantal alternatieven groter is, wordt de raadkans naar de correcte oplossing kleiner. Juist – onjuistvragen Bij juist – onjuistvragen zal men kennis uitdrukken in uitspraken die juist of onjuist zijn. Net zoals bij de meerkeuzevragen zijn er ook voor juist - onjuistvragen meerdere varianten mogelijk. Open vragen De term ‘open vraag’ verwijst naar een vraagvorm waarbij je volledig zelf het antwoord moet formuleren. Hierin kan er meer aandacht besteed worden aan vaardigheden als probleemoplossend denken, analyseren en redeneren. Open vragen komen in diverse vormen voor: - In- en aanvulvragen: bij deze vragen moet de student onvolledige zinnen, berekeningen of tekeningen completeren. Dit vraagt weinig denken invultijd. - Korte open-antwoordvragen: je kan met enkele woorden, een enkelvoudige zin, een getal, een tekening of formule antwoorden op de vraag. - Lange open-antwoordvragen: hierbij zal je met lange samenhangende zinnen antwoorden op de vraag. Via een toelichting, gecompliceerde berekening, tekening of bewijs zal je stap voor stap je antwoord geven. - Opstelvragen / betoogvragen: een samenhangende tekst, gestructureerd volgens inleiding, midden en slot, of een zeer gedetailleerde tekening of berekening zal hier als antwoord dienen.  Hoe bereid je je voor? Evaluaties brengen de nodige stress mee, waardoor je vlak voor de evaluatie kan gaan piekeren. Kan je het wel, heb je genoeg tijd, … deze negatieve gedachten kosten energie en tijd. Probeer met een positieve instelling aan de evaluatie te beginnen. Een goede voorbereiding helpt om deze negatieve gedachten te beperken. Een goede voorbereiding bij evaluaties kan door het maken van samenvattingen. Door de techniek van mindmapping krijg je een goed overzicht van de samenhang van de stof. Door het maken van goede samenvattingen krijgt je ook vaak meer begrip en verloopt het onthouden gemakkelijker. HBO5 Verpleegkunde, VTI Hasselt 17


(april 2016)

Verder kan ook een (proef-)toets stimuleren om de theorie eigen te maken en te bestuderen. Immers, zonder te studeren is het (haast) onmogelijk een voldoende te halen. De tijd die voorafgaat aan de studieperiode is vooral handig om: - Een goede studieplanning te maken en je daar zoveel mogelijk aan te houden - Inzicht in je leerstijl te hebben en je studiemethode daar zoveel mogelijk hierop aan te passen - Ga na in welke onderdelen je niet zo sterk bent, oefen met voorbeelden en bestudeer de theorie zo nodig nogmaals - Lees en bestudeer verplichte literatuur - Maak goede aantekeningen en samenvattingen - Probeer de leerstof aan andere studenten uit te leggen. Dit is een goede manier om er achter te komen of je het echt begrijpt. - Bekijk vlak voor de evaluatie je samenvattingen - Heb vertrouwen in jezelf en verschijn uitgeslapen op de evaluatie - Uit je fouten leer je. Kijk na de beoordeling je evaluatie in onder begeleiding van de docent. De docent zal je toelichten wat je goede en minder goede punten waren bij het invullen van de evaluatie. Door deze tips en aanwijzingen kan een volgende evaluatie beter verlopen.  Hoe word je beoordeeld? Je zal beoordeeld worden op het percentage goed gegeven antwoorden. Bij open vragen zal ook je argumentatie bekeken worden.  Welke feedback krijg je? Na afloop van de kennistoets krijg je een cijfer naar aanleiding van de goed en fout beantwoorde vragen. De beoordeling geeft je zicht op je eigen studiegedrag, wat heb je kennelijk wel / niet goed begrepen en waar had dat mee te maken. De boordeling wordt mondeling toegelicht bij het rapport afhalen en het inkijken van de evaluatie. Bij onduidelijkheid over je beoordeling kan je vragen stellen aan de vakleerkracht.



(april 2016)

o

Casustoets  Wat is het?

Een casus is een situatie of gevalsbeschrijving, ontleend aan de beroepspraktijk die aan je voorgelegd wordt en waarin gewerkt moet worden met behulp van omschreven kennis en vaardigheden. Deze simulaties van de werkelijkheid kunnen dienen als evaluatievorm. Tijdens deze evaluatie worden sleutelvaardigheden getest zoals probleem oplossen, analyseren, communicatie, attitudevorming en informatieverwerking. Naast deze sleutelvaardigheden kunnen er ook meer beroepsspecifieke competenties beoordeeld worden. Je wordt geoefend in het herkennen van problemen uit de praktijk en leert geschikte oplossingen te zoeken. Je creatieve vermogen wordt hierin getest. Deze vorm van toetsen vormt tevens een goede voorbereiding op de stage en de latere afstudeerfase. Een casus kan op verschillende manieren worden gepresenteerd: - Een korte casus van vijf à tien regels die goed gestructureerd is en een aantal vragen bevat die beantwoord dienen te worden. - Een uitgebreide gevalsbeschrijving met bijhorend achtergrondmateriaal en met aanwijzingen waar verder relevant materiaal te vinden is. - Een uitgebreide gevalsbeschrijving over een complexe kwestie die opgelost moet worden. Aan de beschrijving is zowel belangrijk als niet ter zake doend materiaal toegevoegd. Je moet zelf uitmaken welke informatie je wel of niet kan gebruiken. Er zijn verschillende vormen van casussen. Centraal staat steeds de vraag wat gedaan moet worden om de in de casus opgenomen vragen of problemen op te lossen. De medische wereld is een complex gegeven waarin elke patiënt uniek is en vraagt om een individuele benadering. Als student word je gedurende je opleiding slechts gefaseerd blootgesteld aan diverse theorieën. Naarmate je vordert doorheen de modules, zal je kennis uitgebreid worden. Inzichten en linken tussen de verschillende theorieën zullen dus geleidelijk aan verworven worden. HBO5 Verpleegkunde, VTI Hasselt 19


(april 2016)

Of de student slaagt of niet wordt uitgedrukt in een cijfer. De beoordeling van de student kan over verschillende items gaan. Wat is de kwaliteit van de analyse of diagnose en wat is de kwaliteit van de probleemoplossing die de student naar voor haalt? Op welke manier heeft de student gewerkt. Maakt de student gebruik van eerder verworven kennis, houding en vaardigheden? Aan de hand van een casus kan je aantonen dat je een beroepsrelevant probleem kan herkennen, onderzoeken en analyseren om tot een geschikte oplossing te komen. Het stimuleert het multidisciplinair en creatief denken.  Hoe bereid je je voor? Voor je werkelijk aan de slag gaat met de casus, lees je eerst de volledige casus en eventuele bijgeleverde informatie goed door. Begrijp je wat er gevraagd wordt? Formuleer probleem in eigen woorden. Stel “W”-vragen (wie / waaraan / welke / waarom / wanneer / wat) of “H”-vragen (hoe) om de situatie te analyseren. Probeer onduidelijkheden eerst helder te krijgen. Stel vast welke stappen gezet moeten worden om de casus op te lossen. Het toepassen van een vast stappenplan kan helpen om op een overzichtelijke wijze een oplossing te vinden voor de casus. De verschillende stappen zijn: - Zoek naar de betekenis van begrippen en termen die nog onduidelijk voor je zijn. - Definieer het probleem. - Analyseer het probleem. - Inventariseer op systematische wijze de verschillende verklaringen die je uit de vorige stap hebt genomen. - Formuleer leerdoelen. - Zoek aanvullende informatie. - Voeg al je bevindingen samen (synthetiseren) en test de nieuwe informatie.  Hoe word je beoordeeld? Je wordt beoordeeld met een cijfer. Dit cijfer zal afhangen van een aantal factoren. Het wordt bepaald doordat je kan aantonen dat je: - Een beroepsrelevant probleem kunt herkennen. - Een situatie kunt onderzoeken en analyseren. - Verschillende kennis en instrumenten kunt toepassen om tot een oplossing te komen. - Met verstand en adequaat concepten, begrippen en principes kunt toepassen. - Goede argumenten hebt voor de door jou gekozen antwoorden en oplossingen. - Tot een onafhankelijk oordeel gekomen bent, de manier waarop en de kwaliteit hiervan. - Zelf nieuwe theoretische of methodische concepten kunt bedenken. HBO5 Verpleegkunde, VTI Hasselt 20


(april 2016)

 Welke feedback krijg je? Tijdens de nabespreking kan je verdere toelichting krijgen op: de kwaliteit van je analyse/diagnose, de kwaliteit van probleemoplossing en je manier van werken.

o

Praktijktoets / authentieke evaluatie  Wat is het?

De beste manier om handelingsbekwaamheid/vaardigheden te evalueren is via praktijkopdrachten. Je zal geconfronteerd worden met levensechte praktijkopdrachten die door de begeleider beoordeeld worden: zowel het proces als het resultaat (product) worden beoordeeld. Het is belangrijk dat de vaardigheid correct wordt uitgevoerd. Je kan demonstreren wat je daadwerkelijk kan. Deze toetsing maakt het mogelijk om zowel de expliciete kennis die in een (reële) werksituatie aanwezig is, als de impliciete kennis te toetsen. Het brengt professionele waarden en het omgaan met de professionele "standards of good practice" in beeld. Dit kan volgens de handelingscriteria (checklisten) die tijdens de les gebruikt werden. Verder kan ook een mondelinge verantwoording van je aanpak een duidelijker beeld geven naar beoordeling toe. Veel praktijkopdrachten vergen immers een combinatie van competenties. Naarmate je competentie toeneemt, neemt de integratie met andere competenties en met persoonlijke kwaliteiten toe. Elementen die getoetst kunnen worden zijn vb.: - De voorbereidingen die aan beroepshandelingen vooraf gaan en noodzakelijk zijn. - De uitvoering van de beroepshandelingen. - De wijze waarop werkzaamheden zijn uitgevoerd. - De omgang met leidinggevenden, collega's, begeleiders, patiënt, bewoner … - De wijze waarop leerdoelen worden vooropgesteld, gerealiseerd en geëvalueerd. - Het vermogen zich een beeld te vormen van de beroepspraktijk en daarover te communiceren.  Hoe bereid je je voor? De beste voorbereiding is door veel te oefenen in de lessen en zo mogelijk daarbuiten (eventueel met andere studenten). Vraag ook om feedback tijdens het oefenen. Ook het bestuderen van de achterliggende theorie hoort bij de voorbereiding. HBO5 Verpleegkunde, VTI Hasselt 21


(april 2016)

Laat je tijdens de uitvoering niet van je stuk brengen. Blijf rustig en ga gewoon door met het vervolg. Niet opgeven.  Hoe word je beoordeeld? De beoordeling gebeurt aan de hand van standaard beoordelingsformulieren (checklisten). Er wordt gekeken naar hoe je de vaardigheden demonstreert en de correctheid ervan. Je dient aan te tonen dat je ook beschikt over de benodigde kennis en hoe je tijdens de toets communiceert.  Welke feedback krijg je? Na de toets krijg je een beoordeling met een cijfer. Eventueel kan dit ook verder mondeling toegelicht worden.

o

Portfolio  Wat is het?

Een portfolio is een dossier dat door jou als student zelf wordt beheerd. Het is de bedoeling dat je er materiaal in verzamelt waarmee je illustreert dat bepaalde competenties verworven zijn. Het portfolio wordt gebruikt doorheen het volledige opleidingstraject, van de module initiatie tot de module toegepaste verpleegkunde. Er bestaan diverse vormen van portfolio. Binnen onze school wordt er voorlopig enkel gestart met een ontwikkelingsportfolio, specifiek voor stage. Hierin zal je jouw doelstellingen betreffende de stage verantwoorden. Tevens zal je reflectie-opdrachten maken met betrekking tot je ontwikkeling van competenties gedurende de stage. Deze reflectie zal deel uitmaken van je eindevaluatie tijdens de stage. Het ontwikkelingsportfolio Het ontwikkelingsportfolio is een onderdeel van het begeleidingsproces en is erop gericht: - je beter te begeleiden bij de studie; - je inzicht te laten verwerven in de eigen mogelijkheden en wensen; - je te helpen om een beter zicht te krijgen op je eigen wensen; - je stagedoelen beter te formuleren; - een studiepad te kiezen. Op afgesproken momenten tijdens een module zal je de inhoud van het portfolio bespreken met de stagebegeleiding en / of coach. Door middel van een portfolio toon je aan dat je beschikt over het vereiste competentieniveau in de verschillende fases van de opleiding.



(april 2016)

Als student zal je moeten leren om met dit instrument te werken. Ondersteuning bij de samenstelling van een portfolio is in de aanvangsfase dan ook noodzakelijk. Via duidelijke richtlijnen en handleidingen, zal er gecommuniceerd worden over de inhoud, het doel en de werking van het portfolio. De coach en stagebegeleiding zullen je verder begeleiden bij het uitwerken van het portfolio. Tijdens coaching zullen sessies aangeboden worden in groep en individueel waarbij ‘leren reflecteren’ een centrale plaats krijgt. Inhoud van het portfolio: - stagedoelstellingen; - stage-opdrachten - stage-evaluaties; - reflecties; - … Het portfolio betrekt je actief bij de evaluatie. Je neemt meer verantwoordelijkheid op voor het eigen leren en dit vormt een onderdeel van het evaluatieproces. Het portfolio nodigt uit tot reflectie; waardoor je eigen leerwinsten of problemen leert aanvoelen. Door het gebruik van een portfolio ontwikkel je vaardigheden om te komen tot levenslang leren. Het portfolio is een mooi voorbeeld van de integratie van instructie en evaluatie. Het proces en de procesevaluatie zijn duidelijk in een portfolio. Het portfolio geeft een duidelijk zicht op de doelen en de verwachtingen waaraan je als student moet voldoen. Het toont ook je individuele vooruitgang en verhoogt de continuïteit in de opleiding.  Hoe bereid je je voor? Lees goed door wat er van je verwacht wordt wat betreft het portfolio. Je portfolio is vooral gericht op je ontwikkelingen tijdens de stage. Zorg dat je weet welke aspecten per module zeker aan bod moeten komen in je portfolio (stagedoelstellingen, stage-opdrachten, stagereflecties, …). Volg de richtlijnen voor de uitwerkingen hiervan. Praktisch voor de inhoudelijke voorbereiding van je reflecties: - Verzamel gericht je bewijsmateriaal. - Vraag je af wat daadwerkelijk bijdrage heeft geleverd aan de ontwikkeling van je competenties op het nu bereikte niveau. - Orden en structureer het materiaal tot een overzichtelijk geheel en schrijf je verantwoording / reflectie gelinkt aan je bewijsmateriaal - Houd de omvang van je verantwoording beperkt: schrijf helder, krachtig, kort en bondig, blijf jezelf. - Laat zien wat je hebt bereikt en waar je trots op bent - Wees eerlijk en professioneel  Hoe word je beoordeeld? Bij het ontwikkelingsgericht portfolio is er vooral sprake van formatieve toetsing. Er wordt geen eindcijfer gegeven op de inhoud van je portfolio, maar je eigen ontwikkeling is van belang. Het belangrijkste beoordelingcriterium is dan ook je reflectieverslag. Verder zal er HBO5 Verpleegkunde, VTI Hasselt 23


(april 2016)

wel gekeken worden naar volledigheid van je portfolio. Stage-opdrachten zullen geëvalueerd worden als onderdeel van je stage, en dus niet als onderdeel van je portfolio. Het nakomen van afspraken rond het tijdig in orde maken van je portfolio kan wel beoordeeld worden binnen kerncompetentie 7-8+: afspraken nakomen omtrent de stage.  Welke feedback krijg je? Je portfolio wordt naar inhoud en volledigheid besproken met je stagebegeleiding en / of coach. Zij kunnen je begeleiden en ondersteunen in de opbouw van je portfolio.

o

Reflectie-opdracht  Wat is het?

Reflecteren is (her)interpreteren van ervaring en kennis. Je kijkt terug op ervaringen in een bepaalde leer- en beroepssituaties en onderzoekt en interpreteert deze ervaringen en je eigen aandeel daarin. Je probeert hierdoor je ervaringen en kennis te (her)structureren. Je 'leert', je verandert je handelen en brengt hiervan verslag uit. Door te reflecteren leer je van een afstand scherp en eerlijk terug te kijken naar het eigen aandeel en dat van anderen in je leer- en werkproces. Je leert de eigen blinde vlekken te herkennen. Ook zal je onderkennen op welk niveau je zit, wat goed en wat minder goed is gegaan. Je verschaft inzicht in je manier van leren (leer- en werkproces). Door op een gevoelsmatige manier hiermee om te gaan, te kijken naar problemen en/of alternatieven leer je nieuwe leerdoelen op te stellen. Dit zal uiteindelijk leiden tot een grotere zelfstandigheid wat betreft het leren en werken. Je leert op een kritische manier naar jezelf te kijken en dit te verbeteren zo nodig. Reflecteren moet echter ingeoefend en geleerd worden. Tijdens de coachingsessies zal je hierin verder begeleid worden. Niet iedereen is even bedreven om goede reflectieopdrachten te vervullen. Aan de hand van voldoende training met voorbeelden kan dit aangeleerd worden tijdens coaching.  Hoe bereid je je voor? Reflecteren kan men overal en altijd doen, maar binnen je studie zal je reflecteren aan de hand van:



(april 2016)

-

-

een opdracht om zelfstandig een reflectieopdracht te schrijven. Bijvoorbeeld om de ontwikkeling te laten zien in het portfolio of naar aanleiding van een projectof stageopdracht. een training/opdracht/taak met meerdere studenten. een één op één gesprek met de stagebegeleid(st)er / coach / mentor.

Reflecteren vormt een basis om verbanden te leggen tussen studie-/werkervaringen en persoonlijke ontwikkeling, het versterkt het vermogen tot toenemende zelfsturing. Reflecties bevorderen het betekenis kunnen geven aan feedback van anderen. Het helpt ook om gemaakte keuzes te verantwoorden. Tot slot biedt het reflecteren bouwstenen om zich de professie eigen te maken. Bij een reflectieopdracht doorloop je de volgende fasen, houd die continu in het achterhoofd: - Fase 1: o Je staat stil bij je eigen inbreng in situaties en gebeurtenissen: wat wilde je bereiken?, waar wilde je op letten? - Fase 2: o Je gaat na welke aspecten (persoonlijke inzichten, gevoelens en wensen) een factor waren in wat er gebeurde: wat gebeurde er concreet, wat dacht / voelde je? Wat dacht je dat anderen wilden / dachten / voelden? -

-

Fase 3: o Je denkt na over je eigen inbreng door deze te vergelijken met mogelijke andere benaderingswijzen uit: literatuur, andere eigen ervaringen, ervaringen van anderen. Fase 4: o Je structureert de kennis en inzichten, gevoelens en wensen, zodat de eigen inbreng professioneler wordt.  Hoe word je beoordeeld?

Reflectieopdrachten worden niet beoordeeld met een punt. Beoordeling gaat over de aard en kwaliteit van de reflectie en niet over het onderwerp waarop de reflectie betrekking heeft. Er wordt gelet op: - Hoe scherp heb je jezelf geanalyseerd? - Hoe eerlijk ben je geweest? - Heb je zowel benoemd wat goed ging als wat fout ging? - Ben je niets belangrijks vergeten?  Welke feedback krijg je? Via een één op één gesprek met je stagebegeleid(st)er / coach krijg je feedback op: je leerstrategie, je sterke en zwakke punten en je leerdoelen voor de komende periode. Je krijgt geen directe antwoorden, maar je wordt geholpen je denken te stroomlijnen en/of je handelen te veranderen. HBO5 Verpleegkunde, VTI Hasselt 25


(april 2016)

Door het uitvoeren van een reflectieopdracht: - vergroot je het inzicht in jezelf en in uiteenlopende maatschappelijke beroepssituaties. - krijg je meer zicht op je eigen (on)mogelijkheden en kansrijke situaties. - laat je aan derden zien dat je inzicht hebt in: o je eigen leren. o je eigen manier van denken met het oog op zelfsturing en zelfregulatie (wat ook in het werkproces zeer belangrijk is, want werkenden doen dit ten alle tijden). - maak je jouw ontwikkeling zichtbaar en aantoonbaar. - laat je zien wat je doet met feedback van anderen. - krijg je gerichte feedback die je betekenisvol kunt gebruiken voor verdere plannen.

6. Rapportering Na elke evaluatieperiode ontvang je een rapport. Het rapport is een schriftelijk verslag van je studievorderingen doorheen de module. Het rapport is tevens een hulpmiddel om je vorderingen op school te volgen, te evalueren en bij te sturen. De hoofdleerkracht bespreekt de resultaten van het rapport samen met jou. Onderaan het rapport voegt de hoofdleerkracht eventueel extra opmerkingen toe. De data voor het afhalen van het rapport staan op de jaarkalender die je gekregen hebt bij aanvang van de module. Bij de rapportbespreking zijn alle leerkrachten aanwezig in de school. Zo kan je, indien gewenst, evaluaties inkijken en met de themaleerkracht bespreken. Na elke module volgt een delibererende klassenraad. De delibererende klassenraad bestaat uit de leraars die je gedurende een volledige module gevolgd en begeleid hebben en wordt voorgezeten door de directeur of afgevaardigde. Op het einde van het schooljaar of de module kennen zij je voldoende om een verantwoorde eindbeslissing te kunnen nemen. De delibererende klassenraad beslist autonoom welk deelcertificaat je krijgt. Zij zal je ook raad geven over je verdere studieloopbaan. Zij steunt daarbij op:  het resultaat van je globale evaluatie  stage  beslissingen, vaststellingen en adviezen van de begeleidende klassenraad doorheen het schooljaar De beslissing van de delibererende klassenraad wordt je meegedeeld via het rapport. De einddata van de modules tref je aan in de jaarkalender. HBO5 Verpleegkunde, VTI Hasselt OER: Toetsbeleid: studentenversie (april 2016) 26

o

Mogelijke beslissingen van de delibererende klassenraad

In het modulair onderwijs volgt er een deliberatie na elke module. De delibererende klassenraad kan de volgende beslissingen nemen:  de student heeft de module met vrucht beëindigd: o De student ontvangt een deelcertificaat en wordt zonder beperkingen tot de volgende module in het opleidingstraject toegelaten;  de student heeft de module niet met vrucht beëindigd: o De beslissing van de delibererende klassenraad wordt uitgesteld. Indien de student het vereiste persoonlijk werk (opdrachten e.d.) niet tijdig heeft afgegeven, om gewettigde redenen niet alle evaluaties heeft afgelegd of onvoldoende stage heeft doorlopen, dan kan de eindbeoordeling uitgesteld worden. De delibererende klassenraad beschikt op dat moment immers niet over een volledig schooldossier om een verantwoorde beslissing te nemen. Het moment waarop de delibererende klassenraad opnieuw samenkomt wordt vastgelegd en ligt vóór het einde van de volgende module. De beslissing - na uitstel - is een definitieve beslissing; o De student krijgt een waarschuwing onder de noemer 'geslaagd met voorwaarden' (GMV). Ondanks één of meer tekorten op stage, wordt toch een positieve beslissing genomen. De student krijgt gedurende de stages in de volgende module de tijd om bij te werken. De student kan hierbij hulp vragen tijdens de GOA (gedifferentieerde onderwijsactiviteiten) of door het formuleren van concrete stagedoelstellingen. Komt er echter geen merkbare positieve evolutie, dan kan men bij een volgende deliberatie onmogelijk even soepel zijn. Wanneer de student een waarschuwing krijgt, wordt dit bij het bespreken van het eindrapport schriftelijk meegedeeld. o De student is niet geslaagd en mag niet starten in een sequentiële module (een module waarvoor de gevolgde module een instapvereiste is). De student mag wel starten in een parallelle module (een module waarvoor de gevolgde module geen instapvereiste is).

o

Studiebekrachtiging

Een student kan de volgende studiebewijzen halen in de HBO-opleiding verpleegkunde. 

je ontvangt een attest van verworven competenties wanneer je als regelmatige student een module van een opleiding niet met vrucht heeft beëindigd. Het attest vermeldt de competenties die hij wel heeft bereikt.  je ontvangt als regelmatige student die een module met vrucht heeft gevolgd een deelcertificaat.  na geslaagd te zijn in de tweede module (verpleegkundige basiszorg) kan je op basis van het behaalde deelcertificaat aan de Federale Overheidsdienst Volksgezondheid vragen om erkend te worden als zorgkundige. HBO5 Verpleegkunde, VTI Hasselt OER: Toetsbeleid: studentenversie (april 2016) 27





o

wanneer je geslaagd bent voor alle modules van de opleiding verpleegkunde en dus houder van de deelcertificaten van die opleiding, ontvang je het diploma van gegradueerde in de verpleegkunde. Bij het diploma wordt ook een diplomasupplement uitgereikt. indien je met succes de tweede graad van het secundair hebt beëindigd, krijg je aan het eind van de opleiding verpleegkunde eveneens het diploma van secundair onderwijs.

Geschreven adviezen

Tijdens de delibererende klassenraad wordt vooreerst beslist over je slagen of niet slagen. Eventueel kan er een verwittiging geformuleerd worden voor een bepaalde cluster en nadien kunnen er nog adviezen of studietips geformuleerd worden. Dit wordt schriftelijk via je rapport meegedeeld. Dit advies kan o.a. omvatten:   

raadgevingen m.b.t. je studie- en werkmethode; concrete, individuele suggesties om vastgestelde tekorten of zwakke punten weg te werken; suggesties rond het voortzetten van je studies (bijvoorbeeld het al dan niet overzitten).

Een advies is niet bindend, maar wordt best wel opgevolgd. Uiteraard kan je met je vragen steeds terecht bij de directeur of afgevaardigde, de hoofdleerkracht, de leraren en eventueel de CLB-medewerker.

o

Kopierecht van examens

Bij het opvragen van de examengegevens (in geval van betwisting) heb je als student het recht om een kopie hiervan te krijgen. Onderstaande procedure dient dan gevolgd te worden. Uiterlijk op de derde werkdag na de uitdeling van de rapporten kan een schriftelijke aanvraag ingediend bij de directeur. Deze aanvraag dient redelijk te zijn en goed gemotiveerd te worden. Na de ontvankelijkheidverklaring van de directeur zal zij, of haar afgevaardigde, de documenten kopiëren die als basis dienden voor het deliberatieresultaat. Zij worden aan de student overhandigd tijdens het overlegmoment en tegen contante betaling van € 1,00 per kopie (éénzijdig).

o

Betwisting van de genomen beslissing

De beslissing die een delibererende klassenraad neemt, is steeds het resultaat van een weloverwogen evaluatie in het belang van de student. Het is uitzonderlijk dat dergelijke beslissingen worden aangevochten. Indien dit toch het geval mocht zijn, dient volgende procedure gevolgd te worden: HBO5 Verpleegkunde, VTI Hasselt 28


(april 2016)

Binnen een termijn van drie dagen (zaterdag, zondag, wettelijke en reglementaire feestdagen niet meegerekend) volgend op de dag van de uitdeling van de rapporten, kan je een persoonlijk onderhoud aangevraagd worden met de voorzitter van de delibererende klassenraad (meestal de directeur) of afgevaardigde. De termijn begint te lopen de dag nadat de aangetekende brief van de school met de beslissing wordt ontvangen. De aangetekende brief wordt geacht de derde dag na verzending te zijn ontvangen. De poststempel geldt als bewijs, zowel voor de verzending als de ontvangst. De aanvraag voor een gesprek gebeurt schriftelijk (bv. via e-mail) bij de directie. Je krijgt een uitnodiging die de afspraak bevestigt. Het overleg vindt plaats ten laatste op de zesde dag na de dag waarop de rapporten werden uitgedeeld. De precieze datum van de rapportuitdeling staat in de jaarplanning. Tijdens dit overleg maak je je bezwaren kenbaar. De voorzitter van de delibererende klassenraad of afgevaardigde toont, aan de hand van het individueel studentendossier, aan op basis van welke gegevens de klassenraad zijn beslissing heeft genomen. Dit overleg, waarvan het resultaat per aangetekende brief wordt meegedeeld, leidt tot één van de drie volgende conclusies:  De voorzitter van de delibererende klassenraad oordeelt dat de argumenten van de student geen nieuwe bijeenkomst van de delibererende klassenraad rechtvaardigen.  De voorzitter van de delibererende klassenraad oordeelt dat de argumenten van de student het overwegen waard zijn. In dat geval zal hij de delibererende klassenraad zo snel mogelijk samenroepen om de betwistende beslissing te nemen. Het resultaat van deze vergadering wordt per aangetekende brief meegedeeld aan de student. Als de betwisting blijft bestaan, dan kan je per aangetekende brief beroep instellen bij: Vrij Technisch Instituut Aan de voorzitter van het schoolbestuur VISO Sint-Angela VZW Dhr. G. Vandeput p.a.Groenplein 6 3500 Hasselt Dit moet gebeuren uiterlijk op de derde dag nadat aan de student: ofwel het resultaat is meegedeeld van het gesprek met de voorzitter van de delibererende klassenraad (wanneer de betwiste beslissing bevestigd werd), ofwel de beslissing is meegedeeld van de nieuwe klassenraad (wanneer die na het eerste gesprek opnieuw bijeengekomen is, maar de student echter niet akkoord gaat met de beslissing) Er is dus een termijn van drie werkdagen (zaterdagen, zondagen, wettelijke en reglementaire feestdagen niet meegerekend). Als het beroep te laat wordt verstuurd, zal de interne beroepscommissie het beroep onontvankelijk moeten verklaren. Dat betekent dat ze het beroep niet inhoudelijk zal kunnen behandelen. De poststempel geldt als bewijs van de datum. HBO5 Verpleegkunde, VTI Hasselt 29


(april 2016)

De beroepscommissie onderzoekt de klacht grondig en deelt het resultaat mee aan het schoolbestuur. Het schoolbestuur beslist op grond van het door de beroepscommissie uitgevoerde onderzoek of de delibererende klassenraad wel of niet opnieuw moet samenkomen:  Indien de delibererende klassenraad niet opnieuw moet samenkomen, deelt het schoolbestuur deze beslissing binnen een redelijke termijn bij aangetekend schrijven mee en motiveert ze;  Indien de delibererende klassenraad wél opnieuw moet samenkomen, gebeurt dit ten laatste op 15 september bij een module die op 30 juni eindigde, en ten laatste 15 maart bij een module die op 31 januari eindigde. Het schoolbestuur deelt de gemotiveerde beslissing van de delibererende klassenraad binnen een redelijke termijn bij aangetekend schrijven aan de student mee.



(april 2016)

1. Inleiding Opleiding Remediëring Toetsing Toetsvormen Rapportering...26

Recommend Documents