Startersgids DE CE M B ER 2 0 1 0
Inhoud 1. Ideeën beschermen
7
1.
De verschillende vormen van intellectuele eigendom 1.1. De auteursrechten 1.2. Uitvindingsoctrooien 1.3. Gedeponeerde handelsmerken 1.4. Bescherming van tekeningen en modellen
8 8 9 10 12
2.
De keuze van de beschermingsvormen
12
3.
Belang van een voorafgaand onderzoek
13
2. Ideeën valideren
15
1.
Het persoonlijk project 1.1. Bent u de aangewezen persoon voor het project? 1.2. En wat denkt uw omgeving ervan?
16 16 17
2.
De marktstudie en het marketingplan 2.1. De technieken voor het uitvoeren van een marktstudie ◆◆ De bibliografische opzoeking ◆◆ De rechtstreekse observatie ◆◆ De kwalitatieve enquête ◆◆ De kwantitatieve enquête 2.2. Het marketingplan
17 17 18 19 19 21 21
3. Opstellen van het businessplan
23
1.
Een woordje uitleg bij het businessplan (bedrijfsplan)
24
2.
De verschillende fasen bij het opstellen van een bedrijfsplan
25
3.
Het financiële plan ◆◆ Welke financieringsbronnen heb ik nodig? ◆◆ Een voorbeeld van het financieel plan op www.mijnstarterkit.be ◆◆ Bedrijfsresultaat en thesaurie
26 27 29 33
4.
Verklarende woordenlijst
35
5.
Begeleiding 5.1. Financieel plan van starters en eerste gratis consultatie: de “prodeo” boekhouder 5.2. De begeleidingsorganismen
37 37 38
4. De nodige financiële middelen vinden
39
1.
Het eigen vermogen 1.1. Autofinanciering 1.2. Risicokapitaal ◆◆ Risicokapitaalfondsen – privé ◆◆ Risicokapitaalfondsen – publiek ◆◆ Business angels 1.3. Achtergestelde leningen
40 40 41 41 41 42 44
2.
Vreemd vermogen
47
3.
Waarborgverlening
48
5. Beroep doen op subsidies
53
1.
Steun voor algemene investeringen
54
2.
Steun tot bescherming van het leefmilieu en steun voor stedelijke integratie
56
3.
Consultancysteun
57
4.
Tewerkstellingssteun
58
5.
Steun voor innovatie ◆◆ Steun voor technische haalbaarheidsstudies ◆◆ Steun ter dekking van de kosten van intellectuele eigendomsrechten ◆◆ Steun voor industrieel onderzoek ◆◆ Steun voor experimentele ontwikkeling ◆◆ Microprojeten inzake O&O
59 60 60 60 61 61
6.
Subsidies voor uitvoer
61
7.
Wegwijs in het aanbod van subsidies
62
6. Het juridisch statuut kiezen
63
1.
Een eenmanszaak of een vennootschap?
64
2.
De verschillende vennootschapsvormen 2.1. De Naamloze Vennootschap (NV) 2.2. De Besloten Vennootschap met Beperkte Aansprakelijkheid (BVBA)
65 67 69
2.3. De Coöperatieve Vennootschap met Beperkte Aansprakelijkheid (CVBA) en de Coöperatieve Vennootschap met Onbeperkte en Hoofdelijke Aansprakelijkheid (CVOH)
71
3.
Het sociaal statuut van de zelfstandige 3.1. In hoofdberoep 3.2. In bijberoep 3.3. Helper en meewerkende echtgenoot
73 73 74 75
4.
Een bijzonder geval: franchising
76
7. De opstartformaliteiten vervullen
79
1.
Oprichting van de onderneming (als dat uw keuze is)
81
2.
Openen van een rekening bij een financiële instelling
82
3.
I nschrijving bij de Kruispuntbank voor Ondernemingen (KBO): het ondernemingsnummer 3.1. Basiskennis van bedrijfsbeheer 3.2. Beroepsbekwaamheden
82 83 85
4.
Andere toegangsvormen tot het beroep 4.1. Dienstverlenende intellectuele beroepen 4.2. Leurhandel 4.3. Bouwondernemer 4.4. Beroepskaart voor vreemdelingen 4.5. Diverse erkenningen en vergunningen
86 86 87 87 88 88
5.
Inschrijving bij de BTW
91
6.
Aansluiting bij een sociaal verzekeringsfonds en een ziekenfonds, uw sociaal statuut als zelfstandige 6.1. Inschrijving bij een sociaal verzekeringsfonds ◆◆ Zelfstandige in hoofdberoep: ◆◆ Zelfstandige in bijberoep: 6.2. Inschrijving bij een ziekenfonds
92 92 93 93 94
7.
Verzekeringen 7.1. Checklist van ondernemingsrisico’s
95 96
8.
Bijlagen 8.1. Lijst met erkende ondernemingsloketten 8.2. Lijst met sociale verzekeringsfondsen
98 98 99
8. Uw onderneming vestigen
101
1.
De verschillende vestigingsmogelijkheden 1.1. De bedrijvencentra 1.2. Lokale economieloketten 1.3. Incubators 1.4. De opvanginfrastructuur van de GOMB 1.5. Inventimmo 1.6. De vastgoedmakelaars
102 102 105 106 108 109 110
2.
Het contract 2.1. De handelshuurovereenkomsten 2.2. Fiscaliteit en onroerend goed 2.3. De vergunningen ◆◆ De stedenbouwkundige vergunning ◆◆ De milieuvergunning ◆◆ Beheer van verontreinigde bodems ◆◆ De wet op de handelsvestigingen: de sociaal-economische vergunning
110 110 112 113 113 114 116
9. De fiscale en boekhoudkundige verplichtingen
116
119
1.
Fiscale verplichtingen 1.1. Directe belastingen: personenbelasting en vennootschapsbelasting ◆◆ Personenbelasting ◆◆ Vennootschapsbelasting 1.2. Indirecte belastingen: BTW en registratierechten ◆◆ BTW (Belasting over de Toegevoegde Waarde) 1.3. Andere belastingen 1.4. Fiscale stimuli
120 120 120 122 124 124 127 127
2.
De boekhoudkundige verplichtingen 2.1. Kleinhandelaars 2.2. Kleine en middelgrote ondernemingen 2.3. Grote ondernemingen
128 128 129 129
01 Ideeën beschermen
Startersgids | 7
Indien uw ondernemingsproject gebaseerd is op een nieuwe uitvinding, een origineel concept of een vernieuwende creatie, dan doet u er misschien goed aan na te gaan hoe uw idee beschermd kan worden. U zou het immers niet waarderen indien iemand met uw idee, waaraan u reeds veel tijd, energie en middelen besteedde, aan de haal zou gaan waardoor u uw concurrentiële voorsprong zou verliezen. In principe kan het idee als dusdanig niet beschermd worden, doch wel de manier waarop het gerealiseerd wordt: uitvinding, model, tekening, merk, literaire of artistieke creatie. In het vakjargon spreken we hier van intellectuele eigendom: dit zijn alle regels die de bescherming van de industriële eigendomsrechten, de auteursrechten en de knowhow beogen.
1.
De verschillende vormen van intellectuele eigendom De intellectuele eigendomsrechten bieden talrijke beschermingsmogelijkheden. De voornaamste worden hierna opgesomd.
1.1.
De auteursrechten Het auteursrecht beschermt de auteur van een literair of artistiek werk. Het verleent hem het exclusieve recht om het te reproduceren of om de reproductie toe te staan. Een technische uitvinding kan in geen geval door het auteursrecht beschermd worden. Het literaire of artistieke werk moet op vrij brede wijze geïnterpreteerd worden. Het omvat onder meer volgende werken: ◆◆
teksten van elke aard (romans, novellen, gedichten, wetenschappelijke of technische teksten, enz.), ongeacht de inhoud, lengte, bestemming (ontspanning, opvoeding, informatie, reclame, propaganda, enz.), vorm (met de hand geschreven, getypt, gedrukt of in elektronische versie);
◆◆
fotografieën, ongeacht de informatiedrager (papier of digitale vorm) en het onderwerp (persoon, landschap, actualiteit, tabel in het publiek domein, enz.);
◆◆
beelden, al dan niet virtueel, en van welke aard ook (tekeningen, letterwoorden, iconen, logo’s, landkaarten, enz.);
◆◆
muzieksequensen, videosequensen of audiovisuele sequensen in het algemeen, ongeacht het formaat of de informatiedrager;
◆◆
computerprogramma’s (vb. softwarespelletjes) en databanken.
Om beschermd te zijn, moet een werk “oorspronkelijk” of “origineel” zijn. Deze voorwaarde wordt ruim geïnterpreteerd en is moeilijk te definiëren: het werk zal de expressie van de persoonlijkheid van de auteur moeten zijn d.w.z. dat het moet voorkomen als de vrucht van zijn intellectuele inspanning.
8 | Ideeën beschermen
Een auteur geniet twee soorten rechten: ◆◆
vermogensrechten (daardoor kan de auteur de opbrengst van de exploitatie van het werk innen), die overdraagbaar zijn en die dus het voorwerp van licentiecontracten kunnen zijn;
◆◆
morele rechten (ze moeten de integriteit van het werk, de band tussen de auteur en zijn werk en de reputatie van de auteur beschermen), die niet overdraagbaar zijn. Men kan er hoogstens gedeeltelijk afstand van doen.
Om het auteursrecht te bekomen, moeten geen formaliteiten vervuld worden, zoals het neerleggen van een exemplaar van het werk bij een bestuur of het aanbrengen van de copyright-vermelding De bescherming begint te lopen vanaf het ogenblik dat het werk gecreëerd is. Het is dus zeer belangrijk de datum van de creatie van het werk te kunnen bewijzen. De bescherming door het auteursrecht is beperkt in de tijd. Als algemene regel geldt dat het werk beschermd is tot 70 jaar na de dood van de auteur (of na de dood van de laatste overlevende auteur in geval van samenwerking). Auteurs en uitgevers hebben recht op een vergoeding voor elke privé-kopie van door het auteursrecht beschermde grafische werken (bij voorbeeld boeken, tijdschriften, dagbladen...). Die vergoeding wordt betaald aan de beheersvennootschap Reprobel (www.reprobel.be) die ze op haar beurt verdeelt onder de bij haar aangesloten beheersvennootschappen van auteurs en uitgevers. Meer informatie over auteursrechten is te bekomen op de website van de auteursmaatschappij gespecialiseerd in de visuele kunsten www.sofam.be. 1.2.
Uitvindingsoctrooien Een octrooi is een uitsluitend en tijdelijk recht voor exploitatie van iedere uitvinding die nieuw is, op uitvinderswerkzaamheid berust en vatbaar is voor toepassing op het gebied van de nijverheid. Het octrooi zal van toepassing kunnen zijn in het geval van uitvindingen die een eerste effect van technische aard presenteren. In de meeste gevallen zal een octrooi betrekking hebben op een product, een methode of een gebruik met een technische inslag. Om een octrooi te verkrijgen, zal de octrooi-aanvraag aan bepaalde voorwaarden moeten voldoen, nl.: nieuwheid Een uitvinding wordt beschouwd als nieuw als zij geen deel uitmaakt van de stand van de techniek. Met andere woorden, een uitvinding wordt als nieuw beschouwd als zij niet bij het publiek gekend is of verondersteld is gekend te zijn op de datum van het indienen van de octrooiaanvraag.
Startersgids | 9
Inventief karakter Om octrooieerbaar te zijn zal de uitvinding een inventiviteitniveau moeten impliceren: zij zal niet op evidente wijze mogen voortvloeien uit datgene wat bij een vakman bekend is (stand van de techniek). Het is hier belangrijk een voorafgaand onderzoek te doen naar datgene wat reeds bestaat op de markt. Industriële toepasbaarheid Een uitvinding wordt voor toepassing op het gebied van de nijverheid vatbaar geacht, indien het voorwerp daarvan kan worden vervaardigd of toegepast op enig gebied van de nijverheid, de landbouw daaronder begrepen. De octrooirechten zijn beperkt tot een gegeven grondgebied. Normalerwijze is een uitvindingsoctrooi enkel in België geldig. Men kan echter ook opteren voor een Europees octrooi of een internationaal octrooi. De nationale procedure bestaat erin de octrooi-aanvraag bij de Dienst voor de Industriële Eigendom in te dienen om een bescherming te verkrijgen die tot het grondgebied van België wordt beperkt. De aanvraag voor een octrooi met een duur van 20 jaar zal het onderwerp van een verplicht nieuwheidonderzoek zijn, waarbij gelet wordt op de recentste stand van de techniek. Als na ontvangst van het onderzoeksverslag niets wordt ondernomen, zal het octrooi als zodanig verleend en gepubliceerd worden. De geldigheid van het octrooi zal eveneens afhangen van de betaling van de jaartaksen voor het eind van het 2de jaar. Meer informatie over de octrooi-aanvragen kan bekomen worden bij het Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie, Algemene Directie Regulering en Organisatie van de Markten, Dienst voor Intellectuele Eigendom. Op hun website http://mineco.fgov.be/ invention_to_patent/index.htm vindt u heel wat interessante informatie en kan u bovendien formulieren downloaden. Wilt u over de grenzen heen kijken, dan bieden volgende websites interessante informatie aan:
1.3.
◆◆
www.espacenet.com: European Network of Patent Databases
◆◆
www.european-patent-office.org: European Patent Office.
Gedeponeerde handelsmerken Een merk is een teken, bedoeld om de producten en diensten van elkaar te onderscheiden. Dat kan een woord zijn, een logo, een symbool, een kleur, een vorm of een combinatie hiervan. De mogelijkheden zijn legio. Een merk moet onderscheidend zijn om verwarring bij het publiek te voorkomen, want bij het zien van het teken weet de consument of klant dat het product of de dienst afkomstig is van één onderneming. Iedereen kan een merk deponeren: een particulier, een zelfstandige, een naamloze vennootschap, kortom elke natuurlijke persoon of rechtspersoon.
10 | Ideeën beschermen
De drie Beneluxlanden hebben een Verdrag ondertekend om hun nationale merkwetgevingen te harmoniseren. Bescherming in één Beneluxland is dus niet meer mogelijk, de drie landen vormen een “eenheid”. Een merkinschrijving geldt dus voor het gehele Beneluxgebied. Om geldig te zijn, zal het merk aan bepaalde criteria moeten beantwoorden. Het zal kenmerkend, geoorloofd en beschikbaar moeten zijn: ◆◆
kenmerkend: Een merk moet kunnen dienen om de producten of de diensten van ondernemingen te onderscheiden,
◆◆
geoorloofd: Het merk mag niet in strijd zijn met de goede zeden of van bedrieglijke aard zijn.
◆◆
beschikbaar: Er mogen geen voorafgaande privatieve rechten aan het merk verbonden zijn: auteursrechten, commerciële naam of gelijksoortig merk die op dezelfde soorten producten of diensten betrekking hebben.
De wet legt eveneens een verplichting tot gebruik op. Om geldig te zijn zal het merk dus moeten gebruikt worden. U kan een merk op twee manieren deponeren ◆◆
u kunt het merk zelf registreren
◆◆
u kunt gebruik maken van de diensten van een merkengemachtigde. Een merkengemachtigde is gespecialiseerd in de industriële eigendom. Hij is een professionele adviseur voor uw merkzaken en hij draagt zorg voor alle formaliteiten met betrekking tot de inschrijving van uw merk.
Volgens de Benelux-merkenwet gaat de bescherming in vanaf het tijdstip van het depot van het merk, op voorwaarde dat het depot aan de minimale vereisten voldoet. Een merkdepot is ontvankelijk indien bij het depot een verzoek tot het verplicht nieuwheidonderzoek is bijgevoegd of een bewijs waaruit blijkt dat dit onderzoek voorafgaand aan het depot is verricht of verzocht. Een Benelux-registratie is 10 jaar geldig en kan worden verlengd voor telkens een termijn van 10 jaar. De officiële dienst voor België voor het deponeren van merken is de Federale Overheidsdienst Economie, K.M.O., Middenstand & Energie Bestuur Regulering en Organisatie van de markten, Dienst voor de Intellectuele Eigendom Koning Albert II-laan 16 1000 Brussel Tel. 02 277 52 91 Fax 02 277 52 62 De website van het Benelux Merkenbureau www.bmb-bbm.org bevat interessante informatie en laat u toe formulieren te downloaden.
Startersgids | 11
1.4.
Bescherming van tekeningen en modellen U kan het nieuwe uiterlijk van een product dat een gebruiksfunctie heeft beschermen via een model of tekening. Een tekening wijst op twee-dimensionale vormen, een model is een gebruiksartikel in drie-dimensionale vormgeving. Deze titel is vaak van toepassing op esthetische creaties die niet door een octrooi worden beschermd. Het modellenrecht is nationaal geregeld. Modelleninschrijvingen gelden in beginsel alleen voor de landen waarvoor zij zijn verricht. De drie Beneluxlanden vormen hierop een uitzondering door de invoering van een gezamelijke modellenwet met een registratiesysteem, dat voor de drie landen gelijk is. U kan echter ook opteren voor een internationaal depot. Iedereen kan een tekening of model deponeren: een particulier, een zelfstandige, een naamloze vennootschap, kortom iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon. Wij raden u aan uw aanvraag tot registratie tijdig te verrichten. Immers, de vormgeving van het model moet nieuw zijn. De eis van nieuwheid is zeer belangrijk. U dient uw ontwerp geheim te houden totdat de registratie is verricht. Indien u het nieuwheidkarakter van uw model verspeelt door het in de openbaarheid te brengen vooraleer het te deponeren, kunt u een eventuele namaker niet meer vervolgen. Een Benelux-inschrijving is 5 jaar geldig te rekenen vanaf de datum van het depot en kan verlengd worden voor twee achtereenvolgende termijnen van telkens 5 jaar. De maximale beschermingsduur is 15 jaar. De bevoegde instantie voor België is de: Federale Overscheidsdienst KMO, Middenstand en Energie Bestuur Handelsbeleid Dienst voor de Intellectuele Eigendom, Sectie Productie, Merken, Tekeningen en Modellen Koning Albert II laan 16 1000 Brussel Tel. 02 277 52 97 Fax 02 277 52 77 Wij raden u aan de website van het Benelux Bureau voor Tekeningen en Modellen www.bbtm-bbdm.org te consulteren. U vindt er een schat aan interessante informatie en kan er formulieren downloaden.
2.
De keuze van de beschermingsvormen Een uitvinding kan naargelang zijn aard door één of meerdere intellectuele eigendomsrechten worden beschermd.
12 | Ideeën beschermen
Wenst u een uitvinding van technische aard betreffende een product of procédé te beschermen, dan zal het octrooi wellicht de beste beschermingsvorm zijn. Als het nuttig is om het uiterlijk aspect van een gebruiksvoorwerp te beschermen, dan kan u dat doen aan de hand van een tekening of model, of het auteursrecht. De cumulatie van beide rechten is in de Benelux mogelijk, wat niet altijd het geval is in alle landen. Als u het logo, een naam of om het even welke andere karakteristiek van producten of diensten wilt beschermen, dan zal het merk de beste vorm van bescherming zijn. Vaak is hetzelfde product door verschillende intellectuele eigendomsrechten beschermd. Elk recht geeft een specifieke bescherming. Het is vaak de cumulatie van de verschillende intellectuele eigendomsrechten die het namaken zeer moeilijk maakt. Er zijn immers rechten die tijdelijk zijn, en andere die langer kunnen blijven bestaan zoals het merk.
3.
Belang van een voorafgaand onderzoek De meeste van de hiervoor opgesomde vormen van intellectueel eigendom vereisen een “nieuw” karakter. Alvorens dus de nodige stappen te ondernemen voor de bescherming van uw eigen creatie of uitvinding, is het aangewezen na te gaan of ze nog geen voorwerp uitmaakt van een bescherming ten voordele van een derde. Het bestaan van een dergelijke bescherming zou immers de industriële en commerciële exploitatie van uw idee kunnen belemmeren.
Startersgids | 13
14 | Ideeën beschermen
02 Ideeën valideren
Startersgids | 15
Ieder ondernemingsproject vindt zijn oorsprong in een idee. Alvorens tijd en geld te besteden in de opstart van uw project, is het dan ook aangewezen even stil te staan bij de haalbaarheid ervan. Als resultaat van deze denkoefening moet u in staat zijn: ◆◆
De risico’s en de voorwaarden tot slagen van uw project te bepalen
◆◆
Indien nodig, uw oorspronkelijk plan aan te passen
◆◆
Te besluiten of uw idee al dan niet realistisch is en of u de geschikte persoon bent voor de uitvoering ervan.
Het komt erop neer zich bewust te worden van de zwakke punten van uw plan, maar ook van de sterke punten en de concurrentiele voordelen. Wij raden u aan de nodige tijd te besteden aan deze etappe. De inzet die gepaard gaat met de opstart van een zaak, verdient hier even stil te staan.
1.
Het persoonlijk project Of uw onderneming een succes wordt, zal in grote mate afhangen van uw persoonlijkheid, uw verwachtingen en uw mogelijkheden. Niet iedereen is uit het goede hout gesneden om een eigen zaak te beginnen. Het is dan ook aangewezen een grondig zelfonderzoek te doen, waarbij u zowel uw persoonlijke situatie als uw familiale situatie dient te analyseren.
1.1.
Bent u de aangewezen persoon voor het project? Ga in eerste instantie na wat uw persoonlijke slaagkansen zijn in het kader van het gekozen project. We bedoelen hier niet de financiële en economische haalbaarheid, maar wel de persoonlijke haalbaarheid. ◆◆
Wat is uw werkelijke motivatie in functie van uw achtergrond en uw toekomstperspectieven?
◆◆
Is uw project gegroeid uit een werkelijk verlangen om zich te verwezenlijken of is het slechts een voorwendsel?
◆◆
Wat zijn uw doelstellingen als individu?
◆◆
Wat zijn uw sterke en zwakke punten?
◆◆
Welke hindernissen op persoonlijk vlak zal u moeten overwinnen?
Neem de nodige tijd om juist te antwoorden op deze vragen. Het zal u in grote mate helpen een eenheidsstrategie te ontwikkelen.
16 | Ideeën valideren
1.2.
En wat denkt uw omgeving ervan? Indien u uw levenswijze volledig wijzigt door het oprichten van een zaak, dan is het van essentieel belang dat uw naaste omgevi g deze ontwikkeling begrijpt en ze niet systematisch in vraag stelt. Ga dan ook van bij het begin na hoe zij erover denken. ◆◆
Heeft uw familie of echtgenoot een positieve houding tegenover uw project?
◆◆
Hebt u erover gepraat? Hebben zij hun steun beloofd, ten minste op moreel vlak?
Hun steun, begrip en empathie zullen u helpen eventuele moeilijke periodes te doorstaan en zullen vaak een essentieel element vormen voor de slaagkansen van uw project. Wees tevens openhartig met hen: de start van een nieuwe activiteit vergt veel inspanning. U zal er niet enkel tijd aan besteden, maar ook uw gedachten en handelingen zullen betrekking hebben op uw project. Hoewel dit normaal is bij de start en zelfs noodzakelijk wanneer problemen opgelost moeten worden, moet u toch vermijden dat dit gedrag systematisch wordt. Om zowel uw privé leven als uw professioneel leven te doen slagen, moet u ervoor zorgen dat de wisselwerking tussen beide niet te groot is. Ze hebben beide nood aan zuurstof, tenminste af en toe, en aan een gezonde afstand. Deze tekst werd opgesteld door Espace Petites Entreprises (www.efpme.be).
2.
De marktstudie en het marketingplan Aangezien u uw producten op de markt wenst af te zetten, is het van primordiaal belang een goed idee te hebben van de markt, de spelers en de werking ervan. Vandaar de nood aan het uitvoeren van een marktstudie. De marktanalyse moet u toelaten:
2.1.
◆◆
de markt te kennen en te begrijpen
◆◆
uw commerciële strategie te bepalen
◆◆
uw eerste commerciële acties te definiëren.
De technieken voor het uitvoeren van een marktstudie De tekst van deze rubriek is voornamelijk gebaseerd op het boek “Réussir son projet d’entreprise”, geschreven door JC Ettinger en O. Witmeur en uitgegeven bij Editions Labor (Collection Labor Entrepreneur). Wees gerust! Niemand zal u vragen een omvangrijke en dure marktstudie te laten uitvoeren bij een gespecialiseerd kabinet. De beste manier is daarentegen zelf de markt te bestuderen en te testen. Op onze site (www.abe-bao.be) vindt u alvast een kleine praktische gids die u kan helpen bij de uitvoering van deze belangrijke taak, die uiteindelijk minder moeilijk zal blijken dan gedacht. Hieraan valt
Startersgids | 17
niet te ontsnappen. U moet de temperatuur nemen bij uw toekomstige klanten en persoonlijk de markt benaderen met de nodige openheid. Inderdaad, niets is beter dan het rechtstreekse contact om de verschillende componenten van het aanbod van een onderneming en diens organisatie te begrijpen en te bepalen. Vier technieken van marktstudie vullen elkaar op harmonieuze manier aan: 1. De bibliografische opzoeking 2. De rechtstreekse observatie 3. De kwalitatieve enquête 4. De kwantitatieve enquête Zij kunnen gemakkelijk na elkaar gebruikt worden. a) De bibliografische opzoeking De bibliografische opzoeking of documentaire studie (in het engels “desk research”) is de techniek die het gemakkelijkst uitgevoerd kan worden. Ze bestaat erin een overzicht op te stellen van wat noodzakelijk is door het verzamelen van elders gepubliceerde informatie. De bronnen die gemakkelijk toegankelijk zijn tegen een lage prijs, zijn: ◆◆
de pers, tijdschriften, boeken, enz
◆◆
gespecialiseerde websites en discussieforums
◆◆
Sectoriële, nationale en internationale studies en statistieken, uitgevoerd door gespecialiseerde instellingen
◆◆
Nota’s van conferenties
◆◆
Universitaire verhandelingen en eindwerken
◆◆
Centrales van financiële informatie
De informatie die op deze manier meestal verzameld wordt, is: ◆◆
Algemene marktgegevens: omvang in volume en waarde, groeipercentage, voornaamste tendensen, ventilatie/segmentatie van de markt, maturiteitsniveau enz;
◆◆
Identificatie van de belangrijkste spelers en opinieleiders
◆◆
Algemene economie van de sector: structuur van de winstmarges, determinanten van de rentabiliteit, kapitaalintensiteit, distributie-organisatie, belang van merken enz;
◆◆
Identificatie en kwalificatie van de directe en indirecte concurrenten: aard van het aanbod (marketing mix), omzet, jaarlijkse groei, financiële gezondheid, anciënniteit, merkenimago;
◆◆
De te respecteren regels en normen;
◆◆
Stand van zaken en perspectieven op technologisch vlak.
18 | Ideeën valideren
Wij raden u aan in dit stadium de volledigheid niet na te streven. De doelstelling van deze eerste etappe bestaat er immers in u te helpen een algemeen idee te hebben en enkele mogelijkheden te testen alvorens zich op het terrein te wagen. Het is interessant te weten dat verscheidene statistieken en rapporten van deskundigen voor velen niet volstaan. Kies dan ook de meest relevante informatiebronnen, verifieer ze en gebruik slechts die gegevens die een rechtstreekse invloed hebben op de manier waarop u uw onderneming zal ontwikkelen. Beperk u in elk geval niet tot deze ene benadering: ga vervolgens persoonlijk een kijkje nemen ter plaatse door gebruik te maken van de hierna volgende methodes. b) De rechtstreekse observatie De rechtstreekse observatie van de werkmethoden van de concurrentie en van het gedrag van de klanten op het terrein, bijvoorbeeld tijdens beurzen, salons of andere conferenties, is eveneens gemakkelijk uit te voeren. Het volstaat aandachtig te zijn en/of zich in de plaats te stellen van enkele potentiële klanten… Deze vorm van spionage, die trouwens volledig wettelijk is, is vaak zeer leerrijk. Het verzamelen van commerciële documenten, zelfs offertes, afkomstig van concurrenten, is natuurlijk ook een waardevolle informatiebron. De voornaamste inlichtingen die we van deze benadering kunnen bekomen, zijn: ◆◆
Begrip van het commerciële gedrag van klanten en concurrenten: voornamelijk de gebruikte verkoopstechnieken en de commerciële argumenten;
◆◆
Een gedetailleerdere informatie over de belangrijkste concurrenten: juiste aard van het aanbod, de positionering, de prijzenpolitiek, de differentiatiefactor, enz.
c) De kwalitatieve enquête De kwalitatieve enquête houdt in dat u een beperkt aantal potentiële klanten en, in de mate van het mogelijke en binnen de ethische limieten, concurrenten benadert om hun motivaties en gedrag te kunnen begrijpen. Deze techniek, die niet dezelfde statistische kwaliteit nastreeft als een steekproef, impliceert diepgaande face-toface interviews. Teneinde efficiënt te zijn, zullen al deze interviews gebaseerd zijn op een gids die alle thema’s bevat die tijdens de discussie aangehaald moeten worden. De structuur van deze gids zal er als volgt uitzien: ◆◆
Voorstelling van degene die de enquête uitvoert en van de doelstellingen.
◆◆
Inleidende vragen die toelaten de geïnterviewde op zijn gemak te stellen.
◆◆
Kwalitatieve vragen die toelaten na te gaan of de geïnterviewde over het juiste profiel beschikt om geloofwaardige antwoorden te geven. Hierbij moet men zeer voorzichtig zijn. Het is vaak beter “hoog geplaatste” personen te interviewen, die u dan eventueel kunnen doorverwijzen naar hun medewerkers.
Startersgids | 19
◆◆
De specifieke vragen die toelaten de gedetailleerde mening te kennen van de geïnterviewde met betrekking tot zeer precieze onderwerpen.
◆◆
De herformulering en de samenvatting die toelaten conclusies te trekken waarin de geïnterviewde zich kan terugvinden.
◆◆
Indien nodig, het verzamelen van persoonlijke gegevens die toelaten de geïnterviewde te klasseren bij een volgende segmentatie of om hem opnieuw te contacteren voor verificatie van welbepaalde punten.
De opsomming van de hierboven vermelde punten toont aan dat het slechts zelden mogelijk is deze gesprekken per telefoon uit te voeren. Uw gesprekspartner zou vlugger de aandacht verliezen en zijn antwoorden inkorten. De omvang van de te interviewen steekproef kan redelijk beperkt zijn voor zover hij vertegenwoordigers bevat van alle beoogde klanten. Over het algemeen volstaat een twaalftal doelbewuste en goed uitgewerkte interviews om geldige conclusies te trekken, voor zover de verzamelde informatie nagetrokken wordt. Het gevaar van deze benadering is dat u ze omzet in een inspanning van commerciële prospectie waarbij u zich uitslooft om de geïnterviewde te overtuigen van uw toekomstige producten of diensten. Zelfs indien dit getuigt van uw commerciële ingesteldheid, dan nog is dit nadelig want in dit stadium is het vooral belangrijk gehoor te hebben voor de markt (niets verhindert u om naderhand opnieuw contact op te nemen). De kwalitatieve enquête is volgens ons de methode die het meest aangepast is aan de eigenschappen van de KMO. Deze oefening, die de resultaten van de twee vorige methodes verfijnt, is vaak voldoende om de marktstudie af te sluiten. Raadpleging van een panel van deskundigen De kwalitatieve enquête kan ook gebruikt worden om het advies van deskundigen te verzamelen teneinde de bekomen resultaten te verifiëren of uit te diepen door middel van hiervoor aangehaalde methodes omtrent onderwerpen zoals: ◆◆
Toekomstige tendensen
◆◆
Het belang en de sterkten van de voornaamste concurrenten
◆◆
De mate van marktrijpheid
◆◆
De segmentatie van de markt
◆◆
De kenmerken die het ideale product zou moeten hebben
◆◆
De belangrijkste beperkingen
De deskundigen zijn meestal distributeurs, beleidsbepalende personen, consultants, sectoriële specialisten binnen federaties of banken, professoren,… en soms concurrenten, leveranciers of vroegere medewerkers. Aangezien zij vaak minder beschikbaar zijn, kunnen de interviews meer doelgericht zijn en uitgevoerd worden per telefoon of email.
20 | Ideeën valideren
Het aantal te ondervragen deskundigen om een betrouwbaar beeld te krijgen is zeer variabel, maar opnieuw zal een twaalftal interviews een bevredigende basis vormen.. d) De kwantitatieve enquête De kwantitatieve enquêtes hebben voornamelijk tot doel een idee te hebben van de omvang van de markt op basis van statistieken of het gedrag van de klanten te meten. Zij analyseren dan ook een groot aantal antwoorden op een gestandaardiseerde vragenlijst die werd voorgelegd aan een representatieve steekproef in de markt. Dit soort studies is vanzelfsprekend veel zwaarder om uit te voeren dan de hiervoor aangehaalde technieken. Het vraagt een maximum aan professionalisme op het vlak van de voorbereiding van de vragenlijst, de selectie van de steekproef, de manier van uitvoeren van de enquêtes (van man tot man, per post, per telefoon of per email), de behandeling en de interpretatie van de resultaten. Daarom zijn wij dan ook van mening dat de kwantitatieve enquêtes uitgevoerd moeten worden met de hulp van deskundigen en beperkt moeten worden tot de gevallen van distributie bij het grote publiek. 2.2.
Het marketingplan Op basis van de marktstudie weet u hoe de markt evolueert en wie uw potentiële klanten en concurrenten zijn. Deze gegevens moeten u toelaten een marketingplan op te stellen. Hierin legt u vast hoe u gaat inspelen op de wensen en de behoeften van uw doelgroep. Ook al hebt u een goed product, het product op zich zal niet volstaan om ook de nodige verkoop te realiseren. Er zijn verschillende elementen die het succes van uw product zullen bepalen. Deze zullen vatsgelegd worden in het marketingplan. In het vakjargon spreken we hier van de marketingmix of de 4p’s, met name: Product Hierbij dient u de objectieve kenmerken van uw productengamma te beschrijven. Het betreft ondermeer zijn samenstelling, zijn verpakking, de afgeleide diensten,… Prijs Het betreft hier de prijzenpolitiek in ruime zin. Niet enkel de prijs van het produkt, maar ook elementen zoals betalingstermijnen, reducties, promoties,… moeten hier bepaald worden. Plaats In eerste instantie wordt de plaats van de verkoop bepaald. Maar ook de distributiepolitiek en de organisatie van de verkoop wordt hierin gedefinieerd.
Startersgids | 21
Promotie De technieken inzake communicatie en publiciteit die u zult gebruiken voor de verkoop van uw produkt of dienst, worden in deze rubriek bepaald. Deze vier elementen vormen een coherent geheel waarbij elk element bijdraagt tot het vormen van een attractief en uniek aanbod. Zij vormen de ruggegraat van uw marketingplan.
22 | Ideeën valideren
03 Opstellen van het businessplan
Startersgids | 23
1.
Een woordje uitleg bij het businessplan (bedrijfsplan) Het uitwerken van een businessplan (ook bedrijfs- of ondernemingsplan genoemd) is de ideale voorbereiding om te onderhandelen met externe financiers, bankiers, risicokapitaalverschaffers of met de administratie. Daarom is het van belang deze fase niet als een van de vele administratieve stappen te behandelen. Een absolute must Of u nu een nieuwe onderneming wilt oprichten, een nieuw project in een bestaande onderneming wilt uitwerken of een bestaand project wilt uitbouwen, het opstellen van een bedrijfsplan is een conditio sine qua non om uw project een optimal slaagkans te geven. Een businessplan is meer dan een gewoon document: het is een beleidsmethode waarbij op gestructureerde wijze een aantal kernvragen wordt gesteld. Het antwoord op deze vragen is doorslaggevend voor de levensvatbaarheid van uw project. Tijdens de levensduur van uw project is het bedrijfsplan uw toetssteen en richtbaken. Aan de hand van dit plan kunt u op elk moment nagaan of uw project verloopt zoals verwacht. Zo kunt u waar nodig bijsturende acties ondernemen. Als u niet over de vereiste financiele middelen beschikt om uw project uit te voeren, dan is het businessplan onontbeerlijk om kandidaat-investeerders te overtuigen van de soliditeit van uw project en van de voordelen om dit te financieren Modelbedrijfsplannen Er bestaat geen voorgeschreven vast stramien voor het opstellen van een bedrijfsplan. Toch verdient het aanbeveling een gestructureerd schema te volgen om zeker te zijn dat alle belangrijkste vragen aan bod komen. Doorgaans bevat een businessplan minstens een algemene presentatie van uw ondernemingsproject en van het producten- en/of dienstenassortiment dat u de klant wilt aanbieden. Daarnaast vinden we er een marktonderzoek van het project dat u wilt opstarten (zie het hoofdstuk over het valideren van ideeen), een beschrijving van de menselijke hulpbronnen en financiele middelen die u ervoor wilt inzetten e.d. Bepaalde consultants kunnen uw businessplan van a tot z opmaken; anderen kunnen u met raad en daad bijstaan om het plan gedeeltelijk op te stellen. Dat geldt gewoonlijk voor het marketingplan en in het bijzonder voor het financiele plan. De meeste managementscholen, financiele instellingen, kamers van koophandel, zelfstandigen- of middenstandsverenigingen, bedrijvencentra, managementconsul-
24 | Opstellen van het businessplan
tants e.d. beschikken over modelbedrijfsplannen. In deze modellen komen global beschouwd altijd dezelfde kernvragen aan de orde. Wij raden u aan het interactief model te gebruiken dat door het BAO ontwikkeld is, en dat beschikbaar is op www.mijnstarterkit.be. Deze site laat u toe stap voor stap een volledig berdrijfsplan op te stellen.
2.
De verschillende fasen bij het opstellen van een bedrijfsplan Uw project en zijn omgeving De eerste fase bij het opstellen van uw ondernemingsplan bestaat erin de strategische bevoegdheden te bepalen waarmee u zich moet omringen om uw project uit te werken. U dient tevens de producten en diensten te bepalen die u wenst te commercialiseren alsook de markten waartoe u zich wenst te richten. Deze gegevens moeten in hun context geplaatst worden: concurrentie, technologische evolutie, wettelijke vereisten,… In deze fase moet u dus heel wat informatie verzamelen: concurrerende producten, marktgegevens, normen, wet- en regelgeving, bestaande octrooien, kandidaat-distributeurs… Strategiebepaling De volgende fase is de zogenoemde SWOT-analyse of onderzoek naar de “Strengths, Weaknesses, Opportunities & Threats”. Hierbij moet u de sterke en zwakke punten van uw project toetsen aan de kansen en bedreigingen van de projectomgeving om een strategie op korte en middellange termijn uit te stippelen. Deze projectstrategie legt het zwaartepunt op het projectmatige vakgebied, dat wil zeggen daar waar het project het grootste aantal voordelen biedt ten opzichte van de concurrentie, en waar het bedrijf het beste presteert. In de strategie moet ook bijzondere aandacht worden besteed aan de commerciele doelstellingen. Verder moet een gefaseerde, planmatige aanpak worden uitgewerkt om deze te bereiken. In deze fase bepaalt u ook welke strategische samenwerkingsverbanden van cruciaal belang zijn om uw project in goede banen te leiden Uitwerken van een plan van aanpak In deze fase worden de vooraf bepaalde strategische hoofdlijnen vertaald in doelgerichte acties, en worden de vereiste middelen vastgelegd om deze acties in de praktijk te brengen: ontwikkelings- en productiemiddelen, marketing- en salesbeleid, beheers- en bestuursstructuur.
Startersgids | 25
Check list van belangrijke punten voor een bedrijfsplan Op de website www.mijnstarterkit.be kunt u een beschrijving van uw project maken. De punten die daarbij aan bod zullen komen zijn de volgende: 1. De onderneming en haar oprichters 2. Het aanbod ➞➞ Het algemene project ➞➞ Producten en diensten 3. Het team 4. De vraag ➞➞ De sector ➞➞ De doelmarkt ➞➞ De concurrentie ➞➞ De leveranciers 5. De vestiging 6. De communicatiestrategie 7. De productiemiddelen 8. Toelichting bij de cijferraminge Het financiële plan In deze slotfase worden de gemaakte strategische en operationele keuzes in cijfers vertaald en wordt de economische levensvatbaarheid ervan getoetst. Einddoel is het komen tot een zekere mate van winstgevendheid (rentabiliteit). Bijgevolg is het van essentieel belang een prospectief plan op te stellen. Hierin kunt u met voldoende zekerheid garanderen dat de baten uit de bedrijfsuitoefening toereikend zullen zijn om al uw werkingskosten (inclusief uw bezoldiging) te dekken, en zo mogelijk winst te maken. Belangrijk hierbij is het besef dat men in het eerste boekjaar vaak “niet rondkomt”. Als uit uw plan echter blijkt dat de toestand binnen de eerste drie exploitatiejaren niet zal worden rechtgezet, doet u er goed aan uw project opnieuw in overweging te nemen.
3.
Het financiële plan Wie een onderneming opricht is doorgaans wettelijk verplicht een financieel plan op te stellen. Dit plan moet bij een notaris worden neergelegd. Voor de eerste drie exploitatiejaren moeten prognoses worden opgesteld. Als de onderneming binnen deze termijn failliet gaat, kan de rechtbank van koophandel dit plan opvragen. Wanneer blijkt dat uw onderneming ondergekapitaliseerd is, dat wil zeggen dat u onvoldoende geldmiddelen hebt uitgetrokken om uw bedrijf op te starten, dan bestaat het gevaar dat u persoonlijk aansprakelijk wordt gesteld.
26 | Opstellen van het businessplan
Dit plan is een dynamisch beleidsinstrument dat u in staat stelt op elk moment na te gaan in hoeverre de doelstellingen zijn verwezenlijkt. Zo kunt u waar nodig bijsturende maatregelen nemen. Het kan zijn dat u niet bekend bent met concepten zoals zelffinanciering, variatie van de bedrijfskapitaalbehoefte, thesauriepositie e.d. In dit geval wordt u aangeraden de hulp in te roepen van een deskundige, bijvoorbeeld een bekwame boekhouder. Onthoud echter dat de indeling van het financiele plan, in tegenstelling tot de balans en resultatenrekening, niet aan bijzondere wettelijke voorschriften moet voldoen. Als de praktische aspecten in verband met het bestaan van uw onderneming eenmaal zijn vastgelegd, kunt u precies nagaan wat de financiele gevolgen hiervan zijn.
Welke financieringsbronnen heb ik nodig? Bij het uitwerken van een financieel plan is het zaak te bepalen welke financiele middelen vereist zijn voor de goede gang van zaken van de onderneming. Bij deze uiterst technische en zelfs complexe kwestie moeten enkele kanttekeningen worden geplaatst. In de praktijk moeten we namelijk onderscheid maken tussen : ◆◆
De berekening van de financieringsbehoefte
◆◆
De manier om in deze behoefte te voorzien.
Berekening van de financieringsbehoefte De omvang van uw financieringsbehoefte hangt af van vier onderscheiden parameters: 1. De investeringen bestaan uit aankopen van goederen en diensten met een levensduur van meer dan een jaar. 2. De cashflow komt overeen met het bedrijfsresultaat, aangepast voor nietbetaalde baten en lasten (bijvoorbeeld afschrijvingen en voorzieningen voor risico’s en kosten). Deze cashflow is negatief als uw onderneming niet allewerkingskosten dekt. 3. De bedrijfskapitaalbehoefte is te verstaan als het kapitaal dat u nodig hebt om uw voorraden en handelsvorderingen (debiteurentermijn) te financieren, na aftrek van de door leveranciers (crediteuren) aan u verstrekte kredieten. Deze behoefte verloopt evenredig met uw omzet. Afhankelijk van de bedrijfstak en kenmerken van uw zaak, varieert de bedrijfskapitaalbehoefte tussen 5 en 20% van uw omzet. 4. De kredietaflossingen hangen af van de looptijd en de rentetarieven voor investeringskredieten, achtergestelde leningen of andere langlopende leningen die uw onderneming heeft aangegaan. Tellen we deze vier componenten bij elkaar, dan krijgen we het te financieren saldo, dat wil zeggen uw financieringsbehoefte. Deze behoefte wordt elk jaar berekend en
Startersgids | 27
varieert bijgevolg in de tijd. Na de aanloopperiode moet de financieringsbehoefte verdwijnen. Dekking van de financieringsbehoefte We onderscheiden drie grote methoden om het te financieren saldo te dekken: 1. Kapitaalinbreng door de promotoren zelf (in het onderhavige geval bent u de promotor) en, op bijkomstige wijze, door de partners die belang hebben bij het project (industriele partners, risicokapitaalverschaffers…). 2. Bankleningen op korte en lange termijn. 3. In bepaalde gevallen, overheidssteun. De verdeling tussen deze drie financieringsmethoden berust op diverse afwegingen. Zonder in details te treden moet u rekening houden met de volgende principes: ◆◆
Het kapitaal, de langlopende leningen en de investeringssteun van overheidswege moeten de financieringsbehoefte grotendeels dekken (met name als die niet verdwijnt na twee jaar).
◆◆
Kortlopende leningen en andere vormen van overheidssteun moeten dienen om het restsaldo van de financieringsbehoefte te dekken.
◆◆
Er moet een evenwicht bestaan tussen het kapitaal en de langetermijnfinanciering. In de praktijk komt de verhouding tussen beide financiele vermogensbronnen uit tussen 1-1 en 1-3 afhankelijk van de looptijd van de uit te voeren investeringen en van het werkterrein.
◆◆
De omvang van de overheidssteun (diverse steunvormen en openbare investeringsmaatschappijen) moet binnen de perken van het redelijke blijven. Zelfs in het gunstigste geval (bijvoorbeeld voor innovatiebedrijven) dekt deze steunvorm zelden meer dan 50% van de financieringsbehoefte.
◆◆
Kortlopende leningen zijn alleen bedoeld om te voorzien in een tijdelijke toename van de bedrijfskapitaalbehoefte of in seizoensgebonden schommelingen van de cashflow uit bedrijfsactiviteiten (“operating cash flow”).
De toepassing van deze principes varieert afhankelijk van het werkterrein, de ouderdom van de onderneming, de risicograad van de activiteiten, de omvang van het door de promotoren ingebrachte kapitaal… Er kunnen hier dus zeker geen algemeen geldende regels worden aangereikt. Kosten-batenstructuur Hier bestuderen we alle baten en kosten die verband houden met de operationele activiteiten over een tijdvak van twee tot vijf jaar. Een degelijke beheersing van baten en kosten is een conditio sine qua non om een zaak goed te laten draaien. Bedoeling is uw omzetverwachtingen duidelijk vast te leggen, en daarnaast een gedetailleerd overzicht op te stellen van de kostprijsstructuur, de omvang van de overheadkosten, de uit te voeren investeringen en de vereiste financiering.
28 | Opstellen van het businessplan
Dit financiele plaatje geldt gewoonlijk voor meerdere jaren. Afhankelijk van de kenmerken van uw onderneming strekken de prognoses zich uit over twee tot vijf jaar. Vaak is het nuttig, met name voor het eerste exploitatiejaar, de cijfers op maand- of kwartaalbasis te specificeren. Het BAO heeft een on-line instrument ontwikkeld, de virtuele starterkit www.mijnstarterkit.be, die u ondermeer toelaat een volledig financieel plan op te stellen. Het geeft u een balans, resultaten, rekening en kasplan. Het is gemakkelijk te gebruiken en toegankelijk voor iedereen.
Een voorbeeld van het financieel plan op www.mijnstarterkit.be Omzet Wat zijn uw omzetverwachtingen? Geef uw omzetprognoses per product en/of per afzetkanaal Om te antwoorden op deze vraag, kan u zich ondermeer baseren op: ◆◆
de concurrentie
◆◆
de statistische gegevens in verband met uw sector, uw locatie…
◆◆
het aantal potentiële klanten
◆◆
het aantal werkdagen
◆◆
de gemiddelde uitgaven per klant
◆◆
…
Om die prognoses te maken mag u verschillende factoren die van belang zijn, niet over het hoofd zien: ◆◆
de vakantieperiodes of solden,
◆◆
de lokale activiteiten,
◆◆
de seizoensgebondenheid,
◆◆
de periode van installatie en opstart van het etablissement,
◆◆
de kosten die samenhangen met bepaalde betaalmiddelen,
◆◆
...
Daarna klasseert u uw producten of diensten in categorieën (volgens criteria die u het meest betekenisvol lijken (bijv. Per product, per distributiekanaal, per land of regio,...). Voor elk soort product of dienst probeert u de kwantiteit te ramen die u zal verkopen voor elke periode. Hier worden de periodes onderverdeeld in trimesters voor elk jaar.
Startersgids | 29
Geraamde hoeveelheden Jaar 1 trim 1
Jaar 1 trim 2
Jaar 1 trim 2
Jaar 1 trim 3
…..
Product 1 Product 2 Product 3 Product 4 Product 5
Bepaal hier een gemiddelde verkoopprijs exclusief btw per producttype voor elke periode. Verkoopprijs voor elk product Jaar 1 trim 1
Jaar 1 trim 2
Jaar 1 trim 2
Jaar 1 trim 3
…..
Product 1 Product 2 Product 3 Product 4 Product 5
De verkoopskosten Bepaal de variabele rechtstreekse kosten, per product, in percentage in verhouding tot de verkoop % van de aankoop van goederen ten opzichte van verkopen Jaar 1 trim 1 Product 1 Product 2 Product 3 Product 4 Product 5
30 | Opstellen van het businessplan
Jaar 1 trim 2
Jaar 1 trim 3
Jaar 1 trim 4
Jaar 2 trim 1
Algemene kosten Welke kosten gaat u maken in het kader van uw activiteit ? Bepaal hier de vaste kosten die voortvloeien uit uw activiteit. De periodes zijn opnieuw onderverdeeld in trimesters. Algemene kosten (excl. BTW)) Jaar 1 trim 1 Jaar 1 trim 2 Jaar 1 trim 3 Jaar 1 trim 4 Jaar 2 trim 1 Huur en huurlasten Onderhoudskosten Verzekeringen Materiaalkosten Publiciteit en promotie Vertegenwoordigingskosten Verplaatsingskosten Beurzen en salo Bureaubenodigdheden Tel et internet Abonnementen Vergoeding boekhouder Vergoeding advocaat Onderzoek en ontwikkeling Onverwachte uitgaven Taksen
Startersgids | 31
Kosten op het vlak van human ressources Welke kosten inzake human ressources zal uw bedrijf hebben. Voor elke persoon die zal worden aangeworven als bediende of arbeider, moet het bruto startmaandloon zonder RSZ en de datum van de indiensttreding vermeld worden. U kunt ook een jaarlijkse stijging voorzien. Vergeet de bezoldigingen die voorzien zijn voor de bestuurders of zaakvoerders niet. Investeringen U kunt de investeringen vermelden die voorzien zijn voor de eerste 4 jaar. Vermeld de datum, het bedrag en de afschrijvingsperiode van het goed. Drie rubrieken worden onderscheiden : de oprichtingskosten, de immateriële vaste activa (handelsfonds, patenten..) en de materiële vaste activa (gebouwen, meubilair, machines en uitrusting….). U kunt ook andere eventuele vaste activa toevoegen die zouden worden ingebracht in kapitaal in de vennootschap. 1. Investeringen voor het jaar a) Oprichtingskosten
Voorziene datum
Voorziene datum
Voorziene datum
Afschrijvingsduur
Bedrag
Afschrijvingsduur
0,00
Totaal Totaal investeringen van het jaar
Bedrag
0,00
Totaal c) Materiële vaste activa
Afschrijvingsduur
0,00
Totaal b) I mmateriële vaste activa
Bedrag
0,00
Financieringswijze Vermeld hier het kapitaal dat u van plan bent te injecteren in de vennootschap. U kunt dat opnemen afhankelijk van de data waarop dat kapitaal vrijkomt. Vermeld tevens de kredieten die u gaat onderschrijven. Preciseer de datum, het bedrag, de rentevoet, het aantal jaren en aflossingsmensualiteiten. Als u een kaskrediet krijgt, kunt u het bedrag en de rentevoet preciseren.
32 | Opstellen van het businessplan
leningen en kredieten op lange termijn Datum
Bedrag
Tarief
Terug te betalen op
Aantal betalingen per jaar
jaren
of
maandelijks
jaren
of
maandelijks
jaren
of
maandelijks
askrediet (of straight K loans) Rentevoet op kaskrediet
Bedrijfsresultaat en thesaurie In dit gedeelte gaan we dieper in op de winstgevendheid (rentabiliteit) en liquiditeit van uw onderneming. Aan de hand van de kosten-batenstructuur kan uw bedrijfs- of exploitatieresultaat worden berekend. Dit resultaat geeft u een eerste aanwijzing over de vraag of uw onderneming winst boekt dan wel verlies lijdt. Met deze gegevens kunt u ook het kostendekkend punt van uw onderneming bepalen. Dit punt noemt men ook “dood punt” of in het Engels “break-even-point”. Het break-even-point is maatgevend voor de hoeveelheden die u minimaal moet verkopen om kostendekkend te werken. Deze bijzonder nuttige informatie kan vergeleken worden met de omvang van de markt, uw productiecapaciteit en de benodigde tijd om break-even te draaien. Nog steeds met dezelfde gegevens kunt u een raming maken van het verloop van uw thesaurie of kaspositie. Dit laatste item is ongetwijfeld het belangrijkste. Het geeft een duidelijke maat voor het realiteitsgehalte van uw plan. Bijgevolg hebt u er belang bij dit gegeven niet te verwaarlozen. Vaak moet u, na een eerste analyse van al deze resultaten, uw plan van aanpak bijsturen om de risicograad in te perken of, in het tegenovergestelde geval, om te komen tot een agressievere strategie. Het is van belang dat u de moed erin houdt.
Startersgids | 33
Bedrijfsresultaat en cashflow Wat is uw bedrijfsresultaat en cashflow?
◆◆
Trim 1
Trim 2
…
Jaar 1
…
Omzet –d irecte variabele kosten voorraadwijziging (toename/afname)* Brutomarge in % – Overheadkosten (alg. K) –V oorzieningen voor risico’s en kosten – Dotatie aan afschrijvingen – Belastingen Bedrijfsresultaat + Voorzieningen voor risico’s en kosten + Dotatie aan afschrijvingen Cash-flow * De voorraadwijziging is de toename (+) of afname (-) van de voorraden van uw onderneming over het jaar in kwestie. Dit gegeven wordt berekend door uw voorraadtoestand te simuleren
Break-even-point Uitgaande van een “normaal” of doorsneejaar, op hoeveel schat u ◆◆
uw vaste kosten (gewoonlijk omvat deze post de afschrijvingen, overheadkosten, personeels-, marketing-, administratiekosten…) ?
◆◆
uw gemiddelde omzet per bewerking (gemiddeld bedrag van een bestelling)?
◆◆
uw brutowinstmarge : Omzet –variabele directe kosten Omzet
◆◆
Wat is het resultaat van de volgende berekening Break-even-point ** =
Vaste kosten Gemiddelde omzet x brutomarge
** Aantal bestellingen nodig om een financieel evenwicht te bereiken (break even)
34 | Opstellen van het businessplan
◆◆
Het break evenpunt kan, afhankelijk van de activiteiten, uitgedrukt worden in andere eenheden dan het aantal bestellingen. Over het algemeen wordt het als volgt berekend:
Hoeveelheid bij evenwicht (aantal eenheden) =
Vaste kosten (verkoopprijs/eenheid) (directe variabele kosten/eenheid)
Als de structuur van uw onderneming na verloop van tijd ingrijpend verandert, moet u deze berekening elk jaar opnieuw uitvoeren Thesaurie Hoe verloopt uw thesaurie ?
◆◆
Maand 1 Maand 2
…
Jaar 1
Jaar 2
…
Inning van verkoopfacturen (incl. BTW) –B etaling van aankoopfacturen (incl. BTW) –L onen, wedden, sociale lasten, voorheffing… Cashflow uit bedrijfsactiviteiten – I nvesteringen + Inbreng van permanent vermogen + Overheidssteun –A flossing van vroegere schulden/ dividenduitkeringen – Financiele lasten Free cash-flow Werkelijke thesaurie * * De werkelijke thesaurie is de toename van de evolutie van de free cash flow gecorrigeerd met de eventuele initiële thesaurie.
4.
Verklarende woordenlijst U bent misschien ondernemer in hart en nieren, toch kan het zijn dat u weinig of niet vertrouwd bent met bepaalde financiele begrippen die uw bevoorrechte partners hanteren, of het nu gaat om uw financiele instelling of om uw boekhouder. Als u bijvoorbeeld het antwoord schuldig blijft op de vraag welke cashflow u na het eerste exploitatiejaar zult realiseren, kan dat ten koste gaan van uw geloofwaardigheid. Daarom volgen hier enkele definities die u kunnen helpen een constructievere dialoog te voeren met uw geldverschaffers en andere adviseurs.
Startersgids | 35
Deze beknopte verklarende woordenlijst berust grotendeels op een brochure die door het Instituut der Bedrijfsrevisoren wordt gepubliceerd: de barometers van de onderneming. Activa Het geheel van economische en financiële middelen waarvan de onderneming haar vermogen kan besteden. Onroerende activa : gebouwen, machines, meubels, rollend materiaal, brevetten, licenties, deelnames. Roerende activa : voorraad, schuldvoorderingen en liquide middelen. Afschrijving Het boekhoudkundig verspreiden van de aanschaffingskosten van vaste active waarvan het gebruik in de tijd is beperkt (gebouwen, machines) over de waarschijnlijke levensduur van deze goederen. Bedrijfsopbrengsten Baten uit de gewone bedrijfsuitoefening Omzet + voorraadwijziging + geproduceerde vaste activa Bedrijfsresultaat Bedrijfsopbrengsten – bedrijfskosten. Cashflow Letterlijk, (werkelijke) kasstroom. Resultaat (winst of verlies) + niet-betaalde lasten (afschrijvingen, waardeverminderingen, voorzieningen). De kasstroom uit bedrijfsactiviteiten verschilt van de nettokasstroom naargelang men uitgaat van het resultaat voor of na belasting. Eigen vermogen Kapitaal + reserves + overgedragen resultaat (winst of verlies van voorgaande boekjaren) Nettobedrijfskapitaal Eigen vermogen + langlopende schulden – vaste activa Uw vaste activa worden gefinancierd door uw langlopende schulden en door een deel van uw eigen vermogen. Het bedrijfskapitaal is hetgeen overblijft om uw dagelijkse bedrijfsactiviteiten te financieren (gewoonlijk moet u aangekochte goederen betalen voordat u ze verkoopt). Nettoresultaat Winst of verlies van het boekjaar na belasting.
36 | Opstellen van het businessplan
Vreemde middelen Schulden op korte of lange termijn. Omzet Bedrijfsopbrengsten, dat wil zeggen de inkomsten uit verkopen en prestaties. Passiva De herkomst van uw financiele middelen. Eigen vermogen + voorzieningen + vreemd vermogen Toegevoegde waarde Bedrijfsopbrengsten – aankopen bij derden (dat wil zeggen min de bedrijfskosten) Vreemd vermogen Ook leenvermogen genoemd: de schulden op lange en op korte termijn. Deze uitleg kan simplistisch, of zelfs sterk veralgemenend lijken voor ingewijden, maar voor onze eerste doelgroep – beginnende ondernemers – is dit al een bijzonder complexe materie. Daarom zullen we het hierbij houden en niet verder uitweiden, bijvoorbeeld over de verschillende kengetallen of ratio’s om de prestaties van uw onderneming te meten (brutomarge, solvabiliteitsratio’s, liquiditeitsratio’s, schuldratio’s…). Een bekwaam boekhouder weet zich altijd verstaanbaar te maken, en kan de klant zo nodig meer uitleg geven over de basisregels voor boekhoudkundige verslaggeving en financiele administratie. De Balanscentrale van de Nationale Bank van Belgie publiceert sectorale statistieken over de prestaties van ondernemingen. Die statistieken zijn een bijzonder volledige bron van informatie over ratio’s. Uitgangspunt voor deze statistieken zijn 21 ratio’s, die nader worden toegelicht in de volgende informatienota: www.nbb.be/BA/N/pdf/cdromST/nota.pdf.
5. 5.1.
Begeleiding Financieel plan van starters en eerste gratis consultatie: de “prodeo” boekhouder Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest heeft een systeem van pro deo boekhouding in het leven geroepen. Het betreft gratis bijstand van boekhouders en belastingconsulenten, aangeboden door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, om elke starter de kans te bieden een beroep te doen op praktische voorlichting en degelijk en verantwoord advies. Deze dienst is actief binnen BECI.
Startersgids | 37
U kan er advies krijgen over ondermeer: ◆◆
uw sociale en fiscale situatie
◆◆
de opmaak van uw begroting
◆◆
het opzetten van uw juridische structuur
◆◆
de zoektocht naar geschikte financiering
◆◆
de boekhoudkundige organisatie van uw toekomstige activiteiten
◆◆
de benodigde toegevoegde waarde zodat uw onlangs opgestarte activiteit een lang leven beschoren is
U kan gratis beroep doen op de pro deo boekhouders indien u een idee hebt voor het opstarten van een activiteit in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of indien u zelfstandige bent (natuurlijk persoon) of bedrijfsleider in een opstartfase. Voor bijkomende inlichtingen over deze dienst, kan u surfen naar www.brusselsentrepreneurship.be. Weet dat er nog een reeks andere instellingen ter uwer beschikking staan om u te helpen bij het opstellen van uw zakenplan. .... 5.2.
De begeleidingsorganismen Het BAO, BECI, de lokale economieloketten, de bedrijvencentra, de universitaire instellingen … Een groot aantal organisaties wordt ondersteund door de overheid om een specifieke begeleiding aan te bieden, ondermeer in het kader van het opstellen van een financieel plan. Om meer te weten over deze instellingen, afspraak op de website van het BAO inzake overheidssteun en begeleiding www.ecosubisbru.be of op de website www.monstarterkit.be.
38 | Opstellen van het businessplan
04 De nodige financiële middelen vinden Startersgids | 39
Het opstarten van een onderneming gaat vanzelfsprekend gepaard met een nood aan financiële middelen. Zowel financieringen op lange termijn als financieringen op korte termijn zullen zich opdringen. Het is aangeraden te streven naar een evenwichtige financiering van uw onderneming. Deze is gebaseerd op twee principes: 1. De duur van uw financiering dient afgestemd te worden op de duur van uw investering. Investeringen op lange termijn, zoals gebouwen, machines en verbouwingen, worden best gefinancierd met permanente middelen zoals investeringskredieten of leasing. Behoeften op korte termijn daarentegen, zoals de financiering van werkingskosten, worden best gefinancierd met korte termijn-middelen, zoals kaskredieten. 2. Er moet een evenwicht zijn tussen eigen vermogen en vreemd vermogen. Zelfs indien u over voldoende eigen middelen zou beschikken om alles zelf te financieren, is volledige financiering met eigen vermogen niet noodzakelijk de meest voordelige financieringswijze.
1.
Het eigen vermogen Het eigen vermogen bestaat uit de middelen die permanent ter beschikking staan van uw onderneming. Het vormt een financiële buffer voor de onderneming indien er zich problemen zouden voordoen. Het is dan ook een fundamenteel element dat in rekening zal genomen worden door de bankier voor de evaluatie van uw kredietwaardigheid. Het eigen vermogen kan bestaan uit:
1.1.
◆◆
Autofinanciering
◆◆
Risicokapitaal
◆◆
Achtergestelde leningen (ook wel “quasi eigen vermogen” genoemd)
Autofinanciering In eerste instantie zal u kijken wat uzelf kunt investeren in de opstart van uw bedrijf. Vaak zal hiervoor ook de naaste omgeving aangesproken worden. We spreken hier in het vakjargon van de 3 F’en, namelijk Family, Friends, and Fools. Zij investeren veelal omwille van de affiniteiten die hen aan de oprichters binden. In de meeste gevallen zal deze inbreng echter niet voldoende zijn voor de opstart van uw zaak en om diens levensvatbaarheid te verzekeren.
40 | De nodige financiële middelen vinden
1.2.
Risicokapitaal Risicokapitaal is risicodragend vermogen dat ter beschikking gesteld wordt aan ondernemingen om activiteiten in de verschillende ondernemingsfases de financieren. Naar gelang het tijdstip waarop de kapitaalverschaffer intrede doet in uw kapitaal, kunnen we een onderscheid maken tussen: ◆◆
Seed Capital: dit is kapitaal dat ingebracht wordt in een bedrijf dat zich nog in een fase van onderzoek bevindt. Het idee dient nog vorm aan te nemen en gestructureerd te worden
◆◆
Start-up capital: dit is kapitaal dat wordt ingebracht in een bedrijf dat in oprichting is of dat reeds zijn eerste stappen heeft gezet. Dergelijke bedrijven hebben meestal nog geen producten verkocht en kunnen derhalve nog geen referenties voorleggen.
◆◆
Growth capital: dit is kapitaal ter financiering van de verdere ontwikkeling van een bestaande onderneming, die zich in een periode van snelle expansie bevindt.
◆◆
Transmission capital: Dit is kapitaal nodig voor het uitvoeren van een MBO (management buy-out) of een MBI (management buy in). In geval van een MBO zal het bestaand managementteam de ondeneming trachten over te nemen. In geval van een MBI zal het management van buitenaf trachten een bedrijf te kopen.
Het risicokapitaal kan afkomstig zijn van verschillende spelers, namelijk: a) Risicokapitaalfondsen – privé Verscheidene bedrijven zijn actief op de Belgische markt als kapitaalverschaffers. De meeste van hen maken deel uit van de Belgian Venturing Association. Op de website van deze organisatie – www.bva.be – kunt u de lijst van de leden consulteren en vindt u bovendien een hele reeks van nuttige informatie. b) Risicokapitaalfondsen – publiek GIMB De Gewestelijke Investeringsmaatschappij voor Brussel (G.I.M.B.) kan bijdragen in de kosten voor de oprichting, reorganisatie, uitbreiding of overdracht van privéondernemingen. Dit doet ze ofwel door aandelen te kopen bij de oprichting of een kapitaalverhoging van een onderneming, ofwel door in te tekenen bij de uitgifte van een obligatielening, ofwel door een eventueel achtergestelde lening toe te wijzen. Ze kan ook kapitaal bijdragen via haar dochteronderneming Brustart. Brustart
Startersgids | 41
Brustart richt zich tot anonieme vennootschappen of bvba’s die minder dan 5 jaar bestaan, en waarvan de maatschappelijke zetel en de bedrijfszetel in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest gevestigd zijn. De doelgroep van Brustart is drieledig: ◆◆
jonge ondernemers die een nieuw product of een product met een groot groeipotentieel op de markt willen brengen;
◆◆
ervaren managementteams die een nieuw product of een nieuwe dienst op de markt willen brengen;
◆◆
onderzoeksteams die een nieuw procedé of prototype hebben ontwikkeld en daar een businessplan of productiemodel voor hebben uitgewerkt.
Het bedrag van de tussenkomst bedraagt maximaal € 250.000. Gemiddeld duurt een deelneming 5 jaar. Als ondernemer hebt u de mogelijkheid de deelneming van Brustart terug te kopen tegen vooraf in het contract bepaalde voorwaarden. Uitgebreide informatie over de werking en de producten van Brustart vindt u op de website www.brustart.be. Het Kringloopfonds Het Kringloopfonds werd door de overheid opgericht om de sociale economie en het maatschappelijk verantwoord ondernemen te ondersteunen, die in grote mate bijdragen tot het welzijn en de kwaliteit van onze maatschappij door het respect voor het milieu en het stimuleren van de ontwikkeling van milieutechnologieën. Het Kringloopfonds profileert zich dus als een financiële partner voor ondernemingen en vennootschappen met een sociaal of milieudoel. Het fonds kan tussenkomen via een kapitaaldeelname van maximaal 30% van de aandelen. Het Kringloopfonds werkt voor Brussel nauw samen met financiële organisaties als Crédal en Triodos Bank. Ze helpen u bij het opmaken van uw kredietaanvraag, dienen uw dossier in en spelen na de goedkeuring ervan het vrijgemaakte geld aan u door. Om hierover meer te weten te komen, kunt u surfen naar de website www.kf-fesd.be.
Business angels Een andere speler die de laatste jaren veel opgang gekend heeft op de markt van de risicokapitaalverschaffers zijn de Business Angels. Het betreft hier particulieren, veelal ondernemers, die persoonlijk hun geld wensen te investeren in beloftevolle bedrijfsprojecten. Het belangrijkste verschil met de institutionele investeerders is dat de business angels veel nauwer betrokken zijn bij de projecten. Zij gaan de bedrijven waarin zij deelnemen, enigszins coachen. De Business Angels Netwerken (www.eban.org) zijn dan weer netwerken die trachten de business angels op gestructureerde manier in contact te brengen met ondernemers van interessante projecten die op zoek zijn naar geld. Onder de verschillende netwerken die actief zijn op de Belgische markt raden we u met name
42 | De nodige financiële middelen vinden
Be Angels aan (www.beangels.be). Dit door het Brussels Hoofdstedlijk Gewest ondersteunde netwerk biedt volgende diensten aan: ◆◆
Het potentieel van het project evalueren Elk project dient begeleid te zijn van een zakenplan of business plan. Het zakenplan is een zeer belangrijk instrument om de haalbaarheid van een project na te gaan en om te controleren of alle belangrijke vragen werden onderzocht. Be Angels bestudeert het project, evalueert zijn realisatiekansen en helpt indien nodig bij het verbeteren ervan.
◆◆
De financieringsbehoeften bepalen Op basis van het business plan, helpt Be Angels de financieringsbehoeften in te schatten alsook de beste manier om ze te dekken: risicokapitaal, privé investeringen, banken, openbare hulp, …. Be Angels bestudeert de voornaamste mogelijke financieringstypen en vergelijkt de voordelen en de nadelen van elk ervan.
◆◆
De presentatie aanpassen naargelang de gesprekspartner Het is niet voldoende dat een project goed is om de verschillende gesprekspartners te overtuigen. Het project moet ook nog aan de man kunnen gebracht worden. Be Angels geeft de ondernemer advies om zijn presentaties te verbeteren.
◆◆
◆◆
Toegang hebben tot de verschillende communicatiekanalen die opgericht werden om “de goede partner” te vinden. Om de ondernemer te helpen de goede partner te vinden, waakt Be Angels erover dat het project wordt voorgesteld: ➞➞
in een tweemaandelijkse newsletter die naar alle business angels wordt verstuurd en waarin de projecten onder verkorte en anonieme vorm worden voorgesteld;
➞➞
tijdens een specifieke vergadering waarbij de business angels en de ondernemers elkaar ontmoeten;
➞➞
op de web site www.beangels.be, waar een anonieme pagina aan het project wordt gewijd.
Een financiering uitbreiden door gebruik te maken van het hefboomeffect.
Indien een akkoord wordt gevonden met een investeerder, zal de onderneming kunnen beschikken over belangrijkere kapitalen. Zij zal gemakkelijker (onmiddellijk of op termijn) bijkomende middelen kunnen verkrijgen, bij de banken bijvoorbeeld, die dan meer geneigd zullen zijn hun medewerking te verlenen. Kiezen voor risicokapitaal heeft belangrijke gevolgen voor uw bedrijf. U stelt het kapitaal immers open voor derden. Dit kan gevolgen hebben op het vlak van de controle over de dagelijkse activiteiten, het bepalen van strategische keuzes, de vergoeding van de inspanningen… De ondernemer zal dus een keuze moeten
Startersgids | 43
maken tussen de volledige controle over een kleine onderneming of de gedeeltelijke controle over een grote onderneming. 1.3.
Achtergestelde leningen Een achtergestelde lening is een lening die, in geval van vereffening, slechts terugbetaald moet worden na vergoeding van alle andere schuldeisers. Ze biedt dan ook een grotere zekerheid dan gewone leningen en wordt beschouwd als “quasi eigen vermogen”. Het Participatiefonds is een federale instelling die zo’n leningen kan toestaan aan interessante voorwaarden aan ondernemers die zich in specifieke situaties bevinden. Naar gelang het profiel van de aanvrager, biedt het Participatiefonds volgende leningen aan: Startlening De startlening richt zich tot de niet-werkende werkzoekende ingeschreven sinds ten minste 3 maand bij Actiris of VDAB, de uitkeringsgerechtigde volledig werkloze of de begunstigde van een wachtuitkering of een leefloon, die zich als zelfstandige in hoofdberoep wil vestigen of een onderneming wil oprichten. Het maximum bedrag van de lening is gelijk aan 4 maal de inbreng in geld hetzij via een eigen inbreng, hetzij via een aanvullende lening, of 30.000 €. De rentevoet is vast en bedraagt 4%. De rentevoet kan de eerste twee jaren teruggebracht worden tot 3% indien de begunstigde de begeleiding die hem in één van de erkende KMO-organisaties en steunpunten voor starters gratis wordt aangeboden, effectief volgt. Deze begeleiding betreft zowel bijstand van de aanvrager bij het doen van zijn kredietaanvraag alsook ondersteuning van de begunstigde over een periode van 18 maanden na toekenning van het krediet. Starteo Deze lening richt zich tot ondernemers die een eigen zaak opstarten of deze sinds minder dan 4 jaar in hoofdberoep uitoefenen. Het maximumbedrag van de lening is gelijk aan het kleinste van de volgende bedragen: het bedrag van de lening die de bank zelf verschaft, 250.000 € of 4 maal de eigen inbreng. Een verlaging van de rentevoet wordt toegestaan gedurende de eerste twee of drie jaar. Deze lening kan eveneens de overname van een activiteit financieren. Het plafond van de lening bedraagt dan maximum 350.000 €. Het plan “jonge zelfstandigen” Dit plan richt zich tot de niet-werkende werkzoekende jonger dan 30 jaar die zich voor de eerste maal als zelfstandige vestigt. Gedurende de voorbereidingsfase van zijn/haar project, geniet de jongere een maandelijkse onkostenvergoeding van 375 €, gedurende een periode van 3 tot 6 maand. Gedurende deze periode wordt de
44 | De nodige financiële middelen vinden
starter begeleid door een steunpunt. Na afloop van de ondersteuningsfase wordt een aanvraag voor een startlening ingediend bij het Participatiefonds. De jonge starter kan dan een lening bekomen (4.500 €) om te voorzien in zijn behoeften gedurende de eerste maanden van zijn activiteit. Dit speciale deel van de startlening is renteloos en dient pas vanaf het 6de jaar terugbetaald te worden Optimeo Optimeo richt zich tot de ondernemingen ouder dan 4 jaar die de verdere ontwikkeling van hun zaak wensen te financieren. Het maximumbedrag van de lening is gelijk aan het kleinste van de volgende bedragen: het bedrag van de lening die de bank zelf verstrekt, 250.000 € of 3 maal de eigen inbreng. Deze lening kan eveneens de overname van een activiteit financieren. Het plafond van de lening bedraagt dan maximum 350.000 €. Business Angels+ lening Deze lening biedt de mogelijkheid om een lening te bekomen, gekoppeld aan een inbreng van kapitaal door een business angel Solidaire lening De solidaire lening richt zich tot diegenen die een zelfstandige activiteit willen ontwikkelen doch moeilijkheden ondervinden om een gewoon bankkrediet te bekomen (ontvangers van een leefloon, een werkloosheids – of sociale uitkering). Het maximum bedrag van de lening is 12.500 €. De duur bedraagt 4 jaar. De rentevoet is vast en bedraagt 5%. Geen waarborg wordt vereist. De Initio-lening De Initio-lening is een lening die het Participatiefonds tegen gunstige voorwaarden toekent aan kleine ondernemingen en zelfstandigen. De Initio-lening is een lening die ondergeschikt is aan een bankkrediet en die dus de financiële structuur van de vennootschap verbetert. Speciaal aan deze lening is dat de projectcoördinator de aanvraag rechtstreeks via het participatiefonds kan indienen, vooraleer hij zich tot zijn bank richt. Het bedrag van de eigen middelen wordt vermenigvuldigd met 5, met een maximum van € 100.000 en 50% van de totale investering. Het aanvraagformulier moet verplicht worden ingevuld door een boekhouder, een accountant of een erkende bedrijfsrevisor. Meer informatie over de exacte condities van deze leningen vindt u terug op de website van het Participatiefonds www.fonds.org. GIMB Ook de GIMB (Gewestelijke Investeringsmaatschappij van Brussel) kan tussenkomen via een achtergestelde lening of een deelname in het kapitaal. Haar aandacht gaat in het bijzonder uit naar vier categorieën van bedrijven:
Startersgids | 45
◆◆
bedrijven in oprichting, met vernieuwende projecten. In deze dossiers gaat de voorkeur van de GIMB uit naar een samenwerking met industriële partners;
◆◆
jonge ondernemingen in expansie, die bijkomende financiële steun nodig hebben om hun doelstellingen te concretiseren;
◆◆
kleine en middelgrote ondernemingen die over een grotere financiële basis willen beschikken (bijvoorbeeld voor de uitvoering van diversificatieprojecten);
◆◆
buitenlandse investeerders die projecten in het Brussels Gewest willen ontwikkelen.
De tussenkomst bedraagt gemiddeld 500 000 € over een duurtijd van maximaal 10 jaar. Brustart De dochteronderneming Brustart van de GIMB kan ook achtergestelde leningen toekennen aan kmo’s van minder dan 5 jaar oud die hun activiteiten uitoefenen in Brussel. Het bedrag van de tussenkomsten varieert tussen € 12.500 en € 250.000. De tussenkomsten hebben een gemiddelde duur van 5 jaar. De initiatiefnemer van het project moet aan Brustart een gedetailleerd businessplan voorleggen met een financieel plan over 3 jaar. Een analist van Brustart zal het plan tijdens een gesprek onderzoeken, en vervolgens wordt het plan voorgelegd aan het investeringscomité. Het dossier zal worden beoordeeld op basis van de volgende elementen: rendabiliteit en groeipotentieel van de onderneming; activiteitssector; profiel van de ondernemer en zijn managementvaardigheden. Brusoc De dochteronderneming Brusoc richt zich tot zelfstandigen, kleine ondernemingen en sociale-economieprojecten. De volgende voorwaarden moeten vervuld zijn: ◆◆
een economische activiteit met een sociaal oogmerk ontwikkelen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest of een bedrijf oprichten, als natuurlijke persoon of als vennootschap, in de zone Doelstelling 2 van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (zie hieronder): bepaalde wijken van Anderlecht, Brussel-stad, Vorst, Sint-Jans-Molenbeek, Sint-Gillis, Sint-Joost en Schaarbeek;
◆◆
moeilijkheden hebben om een banklening te krijgen;
◆◆
een minimum aan eigen middelen bijdragen: € 620 voor microkredieten en € 6200 voor het Startfonds.
Brusoc biedt drie financieringsinstrumenten aan: ◆◆
Natuurlijke personen die een activiteit willen opstarten of hun activiteit verder willen ontwikkelen: BRUSOC biedt een Microkrediet tussen € 1.250 en € 25.000 aan.
46 | De nodige financiële middelen vinden
◆◆
Commerciële ondernemingen in de oprichtings- of ontwikkelingsfase: BRUSOC biedt een Startfonds tussen € 5.000 en € 95.000.
◆◆
Sociale-economieprojecten of invoegprojecten (ontwikkeld in het kader van een vzw, een invoegbedrijf of een commerciële onderneming met als doelstelling de sociale economie te bevorderen): BRUSOC biedt een Achtergestelde lening tussen € 5.000 en € 75.000.
Deze tussenkomsten hebben een gemiddelde duur van drie jaar. Alle projecten die gefinancierd worden door Brusoc hebben recht op individuele begeleiding gedurende de hele duur van de terugbetaling van de lening, en krijgen ook steun bij het beheer.
2.
Vreemd vermogen Meestal zal u, naast kapitaal, tevens beroep doen op vreemd vermogen of leningen. Deze kunnen zowel op korte als op lange termijn terugbetaald worden. Voor het bekomen van leningen zal u zich richten tot de banken. In ons landen zijn heel wat banken aanwezig. De meeste van hen maken deel uit van de Belgische Vereniging van Banken , waarvan de gegevens geconsulteerd kunnen worden op de website www.abb-bvb.be. De twee voornaamste criteria die de beslissing van de bank zullen beïnvloeden zijn: ◆◆
De terugbetalingscapaciteit: dit is de capaciteit om de kosten verbonden aan een lening (kapitaalaflossing en interesten) te dragen door middel van toekomstige inkomsten.
◆◆
De geboden waarborgen: dit is de mogelijkheid voor de bank om de terugbetaling van de lening te waarborgen in geval van problemen. Hier zijn verschillende mogelijkheden.
De relatie tussen de ondernemer en de bankier is echter voornamelijk gebaseerd op wederzijds vertrouwen. Het is dan ook aan de ondernemer om de bankier te overtuigen van zijn project en diens haalbaarheid. Het is aangeraden u hier te laten bijstaan door iemand die enige kennis van zaken heeft in deze materie, zoals uw boekhouder. Wij geven u alvast graag enkele tips ter voorbereiding van uw kredietdossier: ◆◆
Tracht eerst uzelf te overtuigen van uw project. Stel een realistisch business plan op en wees hierbij kritisch voor uzelf.
◆◆
Bespreek uw plannen met uw partner. Ga na tot hoever u zich persoonlijk wenst te engageren.
◆◆
Maak een afspraak bij uw boekhouder om het kredietdossier samen voor te bereiden.
Startersgids | 47
◆◆
Voorzie een plan op drie jaar en schenk speciale aandacht aan het eerste jaar. De bankier zal de nodige aandacht besteden aan de cijfers die hem worden voorgelegd.
◆◆
Voorzie voldoende middelen in uw balans.
◆◆
Toon aan dat u tevens deelneemt in de kapitaalinbreng. Dit getuigt van het geloof dat u hebt in uw project.
◆◆
Onderhandel enkel over dingen die onderhandelbaar zijn. Verlies niet onnuttig tijd.
◆◆
Controleer het soort krediet dat u werd toegekend.
◆◆
Schenk de nodige aandacht aan de waarborgen.
◆◆
Begin tijdig aan de voorbereiding van uw kredietdossier en denk eraan: “Overhaast schaadt!”
◆◆
Voorzie een regelmatige budgettaire controle.
◆◆
Ga regelmatig na of de kosten kunnen gedrukt worden, en dit in overleg met uw boekhouder.
◆◆
Opgepast voor restrictieve clausules,… in uw contract
Het aanbod van kredieten is zeer ruim. Het soort krediet kan variëren naar gelang de omvang van de onderneming, de doelstelling van de lening, het soort te financieren investeringen. Startende ondernemingen hebben meestal behoefte aan twee soorten kredieten:
3.
◆◆
Krediet ter financiering van activa: het betreft hier kredieten ter financiering van ondermeer gebouwen, machines, materieel,… Meestal gaat het hier om een investeringskrediet of een leasing. De looptijd van het krediet zal overeenstemmen met de economische levensduur van het te financieren voorwerp.
◆◆
Krediet ter financiering van de exploitatiecyclus of het werkkapitaal van de onderneming: deze kredieten zullen gebruikt worden voor de financiering van kasbehoeften en situeren zich op korte termijn. De desbetreffende kredieten zijn ondermeer kaskredieten en discontokredieten.
Waarborgverlening Wanneer u intekent op een professioneel krediet bij een financiële instelling, zal die waarborgen eisen. Elk krediet dat door een financiële partner wordt verleend, houdt voor die laatste een tamelijk groot risico in. Het risico bestaat erin dat de kredietnemer op een bepaald ogenblik niet meer aan zijn verplichtingen kan voldoen en de kredietgever bijgevolg niet langer het volledige leenbedrag recupereert. Om zich tegen dat risico te beschermen, verzekert een bank of een andere kredietgever zich van bij het begin met een aantal waarborgen.
48 | De nodige financiële middelen vinden
Meerdere factoren beïnvloeden het risico. Vooraleer hij een advies kan geven over het risico, moet de kredietgever het project uitgebreid analyseren en de verschillende commerciële, industriële, menselijke en financiële aspecten ervan nauwkeurig bestuderen. Er worden over het algemeen twee soorten waarborgen onderscheiden: de zakelijke waarborgen en de morele waarborgen. Een zakelijke waarborg is een bevoorrechte schuldvordering op een roerend of onroerend goed van de kredietnemer of een derde die de kredietgever een voorkeursrecht geeft op de verkoopprijs van dat goed. Morele waarborgen verlenen daarentegen geen enkele bevoorrechte schuldvordering aan de bank. In geval van een opzegging van het krediet wordt de kredietgever op dezelfde manier behandeld als de andere schuldeisers. Een van de meest bekende zakelijke waarborgen is de hypotheek. Maar er zijn er nog andere, zoals verpanding van effecten of wissels, bankgarantie, verpanding van de handelszaak, indiening van facturen, waarborgfonds, kredietverzekeringen, schuldsaldoverzekering … Dit soort morele waarborg berust volledig op het vertrouwen dat de bank in haar cliënt stelt en op zijn vermogen om de verplichtingen na te komen. Onder die morele waarborgen vinden we de waarborgsom, medekredietnemer, hypothecair mandaat, loonoverdracht … De hypotheek is een zakelijk recht van de kredietgever op een als waarborg verschaft onroerend goed. Ingeval de kredietnemer in gebreke blijft, kan de bank de verkoop van dat goed eisen. De verkoopprijs wordt bijgevolg gebruikt om het krediet af te lossen. Bij een beroepskrediet kan het als waarborg verschafte onroerend goed zowel het onroerend goed zijn waarvoor het krediet werd aangevraagd als een onroerend goed dat aan een derde toebehoort (bijvoorbeeld, een bedrijfsleider kan een privégoed als waarborg stellen voor een krediet van zijn bedrijf). Het mandaat is een overeenkomst waarmee de eigenaar van een goed een onherroepelijk mandaat aan de kredietgever verleent om wanneer hij dat wil een hypotheek op een onroerend goed te nemen voor rekening van de opdrachtgever. De kosten liggen aanzienlijk lager dan die voor een hypotheek. Voor de kredietgever is dat geen zakelijke waarborg, aangezien niets verhindert dat een andere bank intussen een eersterangshypotheek op het goed neemt. Voor iemand borg staan betekent er zich toe verbinden in zijn plaats te betalen wanneer hijzelf zijn schuld niet langer kan betalen. Wanneer de kredietnemer niet voldoende waarborgen biedt voor de terugbetaling, kan de financiële instelling de tussenkomst van een of meerdere borgstellers vereisen. Het kan gaan om een solidaire borg, wat betekent dat de kredietgever de borgsteller kan verplichten de volledige schuld te betalen alsof hij de hoofdkredietnemer is, zodra de kredietnemer zelf niet langer betaalt.
Startersgids | 49
De borg kan ook ondeelbaar zijn, wat betekent dat als meerdere personen aanvaard hebben om borg te staan, de schuldeiser zich het recht voorbehoudt om het volledige bedrag aan welke borgsteller ook terug te vorderen. Wees dus voorzichtig wanneer u een borg voor een familielid of vriend ondertekent! De waarde van een zakelijke waarborg hangt af van de ontleningsbevoegdheid die wordt verleend. Daartoe wordt een percentage van de reële waarde van het goed genomen. Hoe specifieker het goed is, des te moeilijker de verwezenlijking ervan wordt en des te minder ontleningsbevoegdheid er wordt verleend. Brussels Waarborgfonds Indien u uw kredietgever geen waarborg kunt verlenen, kunt u een beroep doen op een waarborgfonds. In Brussel is er het Brussels Waarborgfonds dat bedoeld is om kmo’s en zelfstandigen in het kader van hun beroepsactiviteiten toegang te verschaffen tot kredieten. Het Fonds gaat een verbintenis aan met de bank om tussen te komen in het verlies ten bedrage van een op voorhand bepaald percentage wanneer de kredietnemer in gebreke blijft. De opdracht van het Brussels Waarborgfonds bestaat erin de kredietinstellingen, door middel van de betaling van een jaarlijkse bijdrage, een aanzienlijk gedeelte van de waarborg te verlenen die ze vereisen van kmo’s en zelfstandigen voor de toekenning van beroepskredieten in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De volgende aanvragers kunnen in aanmerking komen voor een tussenkomst van het Waarborgfonds: ◆◆
micro-ondernemingen, kleine en middelgrote ondernemingen, natuurlijke personen, met inbegrip van vrije beroepen en vzw’s;
◆◆
alle activiteitensectoren behalve de sectoren: vermeld in aanhangsel 1 van het reglement van het Brussels Waarborgfonds, zoals de overheidssector, notarissen, deurwaarders,… en vermeld in de Europese de-minimisreglementering (verordening (EG) nr. 1998/2006 van de Commissie van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het verdrag op de-minimisteun (PB L 379 van 28/12/2006)), waaronder met name de primaire productie van landbouwproducten, de export, de verrichtingen die voortvloeien uit het gebruik van binnenlandse in plaats van ingevoerde producten, de aanschaf van wegvervoermiddelen voor vracht door ondernemingen die vrachtvervoer voor rekening van derden uitvoeren en de verrichtingen die worden gesteld door bedrijven in nood.
◆◆
en die investeringen of operaties uitvoeren in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest.
De aanvraag voor een waarborg van het Fonds kan ingediend worden op drie verschillende manieren:
50 | De nodige financiële middelen vinden
◆◆
Voor bedragen tot € 500.000: het Voorakkoord: de kmo of de zelfstandige dient zijn aanvraag rechtstreeks in bij het Fonds om een principieel voorakkoord (4 maanden geldig) te verkrijgen voor de toekenning van de kredietwaarborg (duur: 15 dagen). Vervolgens raadpleegt hij de bank van zijn keuze voor de aanvraag van een krediet. De bank vraagt dan het Brussels Waarborgfonds dit voorakkoord te bevestigen. de Waarborg op aanvraag: de bank dient het aanvraagdossier voor de waarborg of, in voorkomend geval, een aanvraag voor bevestiging van het principeakkoord, in bij het Fonds en speelt dus de rol van tussenpersoon tussen zijn cliënt – de aanvrager van het krediet – en het Brussels Waarborgfonds, dat de waarborg verleent (duur: 15 dagen).
◆◆
Voor bedragen lager dan € 250.000 (evenals voor bestaande tussenkomsten). De Snelwaarborg – ook crisiswaarborg genoemd – vervangt de Vereenvoudigde waarborg van 15 februari 2009 tot 31 december 2009. De Snelwaarborg: is een crisismaatregel die werd ingevoerd op te beantwoorden aan de behoeften van de bedrijven op het vlak van financiering. Onder bepaalde voorwaarden kan een bank rechtstreeks de waarborg van het Fonds aanvragen. Het Fonds dient binnen 5 dagen de waarborg te bevestigen. Het gedekte krediet moet bestemd zijn voor de rechtstreekse financiering van investeringen in onroerende goederen, materiële en immateriële, de overname van een beroepsactiviteit, een borgstellingskrediet, een liquiditeitskrediet. Het maximumbedrag van de dekking van het Fonds kan niet meer bedragen dan € 250.000. De solidaire en ondeelbare borg van een of meerdere vennoten, beheerders of bestuurders is bestemd, op zijn minst in het kader van een algemene waarborg, voor de dekking van het globaal risico van het krediet ten belope van ten minste 50% van het bedrag van de Waarborg.
Indien de tussenkomst die gevraagd wordt aan het fonds meer dan € 500.000 per persoon, per bedrijf of per bedrijvengroep bedraagt, met inbegrip van de bestaande tussenkomsten, dan moet de aanvraag worden vergezeld van een voorafgaand ministerieel akkoord, afgeleverd door de minister van Economie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. De kredieten die kunnen profiteren van de tussenkomst van het Brussels Waarborgfonds, zijn beroepskredieten bestemd voor de financiering van onroerende goederen, materiële en immateriële; werkkapitaal; overname van een activiteit; financiële leasingverrichtingen voor de terugbetaling van kredieten voor de verbetering van de financiële structuur; om het hoofd te kunnen bieden aan de specifieke negatieve gevolgen van een natuurramp, werkzaamheden of een gebeurtenis. De tussenkomst van het Fonds is beperkt tot 80% van het kredietbedrag. De tussenkomsten van het Fonds waarborgen de hoofdsom van de kredieten zelf,
Startersgids | 51
niet de interesten en andere vergoedingen. De tussenkomsten van het Fonds waarborgen eveneens de kosten en erelonen. De maximale duur van een tussenkomst voor de waarborg op aanvraag en het voorakkoord is, in principe, 10 jaar. Voor kortetermijnkredieten is de duur beperkt tot 5 jaar voor bedragen van minder dan € 50.000, en 2 jaar voor de bedragen van meer dan € 50.000. Voor de Snelwaarborg bedraagt de maximale duur van de tussenkomst van het Fonds 5 jaar.
52 | De nodige financiële middelen vinden
05 Beroep doen op subsidies
Startersgids | 53
Het is belangrijk te weten dat er reeks van stimuli bestaan waarop u beroep kan doen bij de opstart van uw zaak. Deze stimuli kunnen u helpen de financiële last van een aantal investeringen te verlichten. De steun kan uitgaan van verschillende overheidsniveaus zoals de Europese Unie, de federale overheid, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en in bepaalde gevallen zelfs van de gemeenten. Het doel van de steun kan ook zeer verschillend zijn: het bevorderen van investeringen, het stimuleren van export, onderzoek en ontwikkeling, tewerkstelling, vorming,…Tot slot kan de steun ook diverse vormen aannemen zoals het verstrekken van premies, het toekennen van fiscale vrijstellingen, het verschaffen van risicokapitaal,… In dit hoofdstuk zullen wij ons beperken tot de financiële steunmaatregelen die interessant kunnen zijn voor Brusselse startende ondernemers. Weet echter dat dit slechts een greep is uit het ruime aanbod van tegemoetkomingen. Wilt u meer weten over díe steunmaatregelen die voor uw bedrijf van toepassing zijn, raadpleeg dan onze databank inzake steun en begeleiding voor Brusselse bedrijven op het adres www.ecosubsibru.be. Deze laat u toe, via verschillende onderzoeksmethodes, een overzicht te hebben van de voor u toegankelijke tegemoetkomingen. Bovendien kan u er de meeste aanvraagformulieren downloaden.
1.
Steun voor algemene investeringen Deze steun is bestemd voor micro-, kleine en middelgrote ondernemingen. Grote ondernemingen zijn uitgesloten, evenals bepaalde activiteitssectoren zoals apotheken,advocaten en notarissen. Categorie Micro-onderneming
Personeelsbestand
Omzet
balanstotaal
< 10
≤ 2 miljoen €
≤ 2 miljoen €
Kleine onderneming
< 50
≤ 10 miljoen €
≤ 10 miljoen €
Middelgrote onderneming
< 250
≤ 50 miljoen €
≤ 43 miljoen €
Grote onderneming
≥ 250
> 50 miljoen €
> 43 miljoen €
Toegelaten investeringen Om in aanmerking te komen voor steun, moeten de investeringen betrekking hebben op: ◆◆
de oprichting van een nieuwe vestiging of de uitbreiding van een bestaande vestiging;
◆◆
het diversifiëren van uw productie naar nieuwe productmarkten;
◆◆
een fundamentele verandering in uw productieproces.
Concreet betekent dit dat gebruikelijke, recurrente en vervangingsinvesteringen uitgesloten zijn, evenals investeringen met het oog op aanpassing aan nieuwe normen en standaarden
54 | Beroep doen op subsidies
Het minimumbedrag van de toelaatbare investeringen bedraagt: ◆◆
15.000 € voor micro-ondernemingen;
◆◆
30.000 € voor kleine ondernemingen;
◆◆
100.000 € voor middelgrote ondernemingen.
Soorten steun De financiële steun kan toegekend worden in de vorm van: ◆◆
een kapitaalpremie;
◆◆
een vrijstelling van onroerende voorheffing gedurende een periode van maximaal 5 jaar;
◆◆
versnelde afschrijvingen.
Omvang van de steun De steun bestaat uit een basistegemoetkoming en een bijkomende tegemoetkoming. De omvang van de steun hangt af van drie factoren: ◆◆
de grootte van de onderneming:
◆◆
het feit of de onderneming al dan niet in de ontwikkelingszone gelegen is:
◆◆
de vervulling van de economische en werkgelegenheidscriteria. Microonderneming
Kleine onderneming
Middelgrote onderneming
5% 15%
5% 10%
2,5% 10%
+2,5% +7,5%
– +5%
– +3,5%
+7,5%
+5%
+3,5%
+7,5% +7,5%
+5% +5%
+3,5% +3,5%
+7,5% +7,5% +3,5% +7,5%
– +5% +3,5% +5%
– +3,5% +3,5% +3,5%
+12,5%
+12,5%
+12,5%
BASISSTEUN Buiten de ontwikkelingszone En zone de développement
BIJKOMENDE STEUN “WERKGELEGENHEID” – Starter – Laag of middengeschoold personeel – Tewerkstelling werknemers met vermindering sociale bijdragen – Uitbreidende onderneming – Gebruik diensten ACTIRIS
BIJKOMENDE STEUN “ECONOMISCHE BELEID” – Starter – Strategische sector – Bedrijfsverkeerplan – Nieuwe vestiging buiten ontwikkelingszone – Nieuwe vestiging in ontwikkelingszone
Startersgids | 55
MAXIMUM Buiten de ontwikkelingszone In de ontwikkelingszone
+15% +35%
+15% +25%
+7,5% +25%
Plafond van de steun : 350.000€ per onderneming en per burgerlijk jaar
De ondernemer dient vooreerst een voorafgaandelijke toelating te bekomen. Dit nog voor hij enig engagement aangaat of de investering opstart. De bevoegde dienst is de Administratie voor Economie & tewerkstelling van het Brussels Hoofdstedelijk gewest, Kruidtuinlaan 20 te 1035 Brussel (tel. 02 800 34 27 - 35 - 37,
[email protected]).
2.
Steun tot bescherming van het leefmilieu en steun voor stedelijke integratie Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kan aan ondernemingen steun toekennen voor investeringen die een van de volgende doelstellingen nastreven: ◆◆
Bescherming van het milieu Het gaat hierbij om investeringen die ondernemingen in staat stellen de verplichte communautaire normen met betrekking tot de bescherming van het milieu te overtreffen, of investeringen die worden uitgevoerd hoewel er nog geen communautaire norm werd opgelegd. Aan micro-, kleine en middelgrote ondernemingen kan ook steun worden toegekend die hen in staat stelt zich aan te passen aan de nieuwe verplichte communautaire normen. De steun bedraagt minimaal 30% en maximaal 45% van de aanvaardbare investeringen voor micro- en kleine ondernemingen, minimaal 25% en maximaal 40% voor middelgrote ondernemingen en minimaal 15% en maximaal 30% voor grote ondernemingen.
◆◆
Stedelijke integratie Hierbij spreekt men van investeringen die uitgevoerd worden door ondernemingen met het doel zich harmonieus te integreren in stedelijke gebieden. Deze investeringen kunnen verband houden met relokalisatie, de mobiliteit van de koopwaar, de sanering van verontreinigde sites, een regenwaterput, een stormbekken of daarmee verbonden uitrustingen, groene daken, aanplantingen of burenhinder. De steun bedraagt minimaal 45% en maximaal 50% van de aanvaardbare investeringen voor micro-, kleine en middelgrote ondernemingen, en minimaal 25% en maximaal 30% voor grote ondernemingen.
56 | Beroep doen op subsidies
◆◆
De verbetering van de energieprestatie en de productie van energie uit hernieuwbare energiebronnen Deze steun wordt toegekend voor de volgende investeringen: ➞➞
investeringen voor de productie van energie uit hernieuwbare bronnen;
➞➞
investeringen voor kwaliteitsvolle warmtekrachtkoppeling;
➞➞
investeringen voor een rationeler gebruik van de energie.
De steun bedraagt minimaal 45% en maximaal 50% van de aanvaardbare investeringen voor micro- en kleine ondernemingen, minimaal 35% en maximaal 40% voor middelgrote ondernemingen en minimaal 25% en maximaal 30% voor grote ondernemingen. ◆◆
De productie van ecoproducten Deze steun kan enkel worden toegekend aan micro-, kleine en middelgrote ondernemingen, voor investeringen met het oog op de productie van ecoproducten. De steun bedraagt tussen 35% en 40% van de aanvaardbare investeringen.
Voor elk van deze tegemoetkomingen moet het investeringsbedrag minimaal € 7.500 bedragen. Het totaalbedrag van de steun is echter beperkt tot € 80.000 per onderneming en per kalenderjaar.
3.
Consultancysteun Misschien bent u van plan advies in te winnen bij een extern adviseur teneinde de slaagkansen van uw project te verhogen. Weet dan dat u in bepaalde gevallen een consultancypremie kan bekomen van het Brussels Gewest. Deze premies zijn beschikbaar voor de fysieke personen, kleine en middelgrote Brusselse ondernemingen, zoals hierboven gedefinieerd. Drie soorten studies komen in aanmerking: Preactiviteitssteun Hierbij gaat het om een tegemoetkoming die kan worden toegekend voor de uitvoering van een studie vóór de opstart of overname van een onderneming, om bijvoorbeeld de haalbaarheid van het project te analyseren, of om een marktonderzoek uit te voeren. Deze steun richt zich niet tot ondernemingen of zelfstandigen: ze richt zich uitsluitend tot natuurlijke personen die nog geen economische activiteit uitoefenen en gedomicilieerd zijn in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Haalbaarheidsstudies Daarbij moet het gaan om een technische, economische of financiële studie. De studie moet de persoon in staat stellen zich te oriënteren of een investeringsbeslis-
Startersgids | 57
sing te nemen: aankoop van een nieuwe machine, verbetering of ontwikkeling van een nieuw product, beperking van het verontreinigingsniveau of van de geluidsoverlast... Deze steun is enkel gericht tot bedrijven en zelfstandigen. Extern advies De opdracht van de consultant moet gericht zijn op het oplossen van een specifiek beheerprobleem of op het verbeteren van de werking of de concurrentiekracht van de onderneming: businessplan, marktonderzoek, herstructureringsplan, implementatie van beheertools of systemen voor kwaliteitscontrole... Het is echter niet de bedoeling bijvoorbeeld een tegemoetkoming te vragen voor regelmatige fiscale of juridische adviesdiensten of voor reclame. In elk geval moet u beroep doen op consultants die: ◆◆
minstens 2 jaar werkzaam zijn
◆◆
gespecialiseerd zijn in het beschouwde domein
◆◆
een lijst met referenties voorleggen
◆◆
onafhankelijk zijn van u en uw onderneming
De tussenkomst bedraagt 50% van de honoraria van de consultant, beperkt tot 15.000 €. Aangezien deze steun onderworpen is aan het afsluiten van een overeenkomst tussen de begunstigde onderneming, de consulent en het Gewest, moet u in het bezit zijn van de ondertekende overeenkomst vooraleer de uitgaven te doen. Enkel de uitgaven gedaan na de datum van de inwerkingtreding van de overeenkomst zullen in overweging genomen worden voor het bekomen van een financiële tegemoetkoming. Er is dus geen terugwerkende kracht. De bevoegde dienst voor toekenning van deze steun is Administratie van Economie en Tewerkstelling van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Kruidtuinlaan 20 te 1035 Brussel (tel. 02 800 34 66,
[email protected]). Vormingsacties Het gaat om opleidingen gegeven door externe organismen. Ze moeten een uitzonderlijk of dringend karakter hebben en tot doel hebben de werking en competitiviteit van de onderneming te verbeteren, met uitzondering van problemen van dagelijks, gewoon of recurrent beheer van de onderneming. De vormingen inzake de basiskennis verbonden aan de activiteit van de onderneming zijn uitgesloten. De tussenkomst van het gewest is 50% en bedraagt maximaal 5.000 €.
4.
Tewerkstellingssteun Het aanwerven van personeel kost veel geld. Er bestaan echter een reeks van maatregelen die u toelaten de personeelskosten te verlagen. De meeste van deze
58 | Beroep doen op subsidies
maatregelen worden toegekend door de federale overheid en impliceren een tijdelijke vermindering van de sociale lasten bij aanwerving van specifieke categorieën van werknemers. Een maatregel die veel succes kent bij starters is de vermindering van sociale bijdragen voor de eerste aanwervingen. Deze maatregel laat u toe te genieten van een vermindering van sociale lasten gedurende maximaal 13 trimesters bij aanwerving van een eerste, tweede en derde werknemer. Bovendien voorziet de maatregel in een tussenkomst in de kosten voor aansluiting bij een sociaal secretariaat. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest biedt ook een reeks van tegemoetkomingen in de kosten voor aanwerving. Hierbij kunnen we bijvoorbeeld wijzen op de aanwervingssteun in het kader van een specifiek project die voorziet in een forfaitaire interventie van maximaal € 50.000 gespreid over twee jaar, voor de aanwerving van een werkzoekende die ingeschreven is bij Actiris. Met specifieke projecten bedoelen we de bevordering en ontwikkeling van activiteiten buiten de Europese Unie, onderzoek en ontwikkeling, besparing op grondstoffen, de beheersing van de energieprestatie van de onderneming, het verkrijgen van milieucertificaten of –labels, de invoering van een kwaliteitsgarantiesysteem, of de verbetering van het welzijn op het werk. Noteer ook dat binnen Actiris een dienst werd opgericht, de Dienst voor Werkgevers, om de ondernemingen te helpen bij hun personeelsbeheer. De Dienst voor Werkgevers helpt u bij de functiebeschrijving voor een aanwerving, volgt uw werkaanbiedingen op, informeert over tewerkstellingsmaatregelen en de financiële voordelen waarvan u kan genieten. Kortom, deze dienst licht u in over alles wat verband houdt met werkgelegenheid. U wenst een consulent te ontmoeten? Actiris Werkgeverslijn Kiekenmarkt 7 1000 Brussel T +32 2 505 79 15 F +32 2 505 78 50
[email protected]
5.
Steun voor innovatie Ontwikkelt u een nieuw product of werkt u aan een vernieuwend procédé, denk er dan aan dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ook subsidies toekent voor onderzoek en ontwikkeling. Concreet komt dit neer op een deelname van het Gewest in de kosten, verbonden aan uw onderzoeksproject. Naar gelang de situatie en het stadium van het onderzoek, neemt de tegemoetkoming de vorm aan van een premie of een terugbetaalbaar voorschot. Deze kan in bepaalde gevallen oplopen tot 75% van de aanvaarde kosten.
Startersgids | 59
Ook de externe adviesverlening in het kader van O&O kan in bepaalde gevallen gesubsidieerd worden. Hiervoor kan een tussenkomst van 50% in de honoraria van de externe consultant bekomen worden.
Steun voor technische haalbaarheidsstudies Deze financiële tegemoetkoming ondersteunt haalbaarheidsstudies voorafgaandelijk aan een project van industrieel onderzoek of preconcurrentiële ontwikkeling, op voorwaarde dat deze studies toevertrouwd worden aan gespecialiseerde instellingen (universiteit, hogeschool, collectief onderzoekscentrum). Een kleine f middelgrote onderneing kan genieten van een subsidie van maximaal 75% vand e kosten van de studie. Het bedrag van de steun kan niet hoger zijn dan 120.000€ per project.
Steun ter dekking van de kosten van intellectuele eigendomsrechten Deze steun dekt de kosten voor het behalen en valideren van brevetten en andere intellectuele eigendomsrechten voor kleine en middelgrote odnernemingen. De subsidie kan oplopen tot maximaal 70%.
Steun voor industrieel onderzoek Deze steun richt zich tot iedere onderneming die een project van industriële ontwikkeling wenst uit te voeren en wordt uitgekeerd in de vorm van een subsidie of een terugbetaalbaar voorschot gelijk aan een percentage van de toegelaten kosten verbonden aan een project. Wanneer de subsidie wordt uitgekeerd in de vorm van een voorschot, moet deze terugbetaald worden. Onder industrieel onderzoek verstaat men gepland onderzoek dat gericht is op het verwerven van nieuwe nuttige kennis met het doel deze kennis op middellange termijn in te zetten voor de ontwikkeling van nieuwe producten, processen of diensten, of het aanzienlijk verbeteren van bestaande producten, processen of diensten Dit omvat de creatie van componenten van ingewikkelde systemen noodzakelijk voor het industrieel onderzoek, ondermeer voor de validatie van generische technologieën, met uitsluiting van de prototypes geviseerd door de experimentele ontwikkeling. Basistarief
Subsidie
Voorschot*
KO/ZKO
70%
80%
MO
60%
70%
GO
50%
60%
60 | Beroep doen op subsidies
Steun voor experimentele ontwikkeling Deze steun voorziet een financiële tussenkomst voor ondernemingen die een project van experimentele ontwikkeling hebben, in de vorm van een subsidie of een voorschot. Onder experimentele ontwikkeling verstaat men de activiteit die de omzetting beoogt van de resultaten van industrieel onderzoek in prototypes van producten, processen of diensten die niet voor commerciële doeleinden kunnen worden aangewend vóór het eind van het project. Basistarief
Subsidie
Voorschot*
KO/ZKO
45%
60%
MO
35%
50%
GO
25%
40%
Microprojeten inzake O&O Deze steun, die de vorm aanneemt van een subsidie of een voorschot, ondersteunt kleine en middelgrote bedrijven in hun kosten m.b.t. microprojecten van O&O. Industrieel onderzoek Basistarief
Exerimentele ontwikkeling
Subsidie
Voorschot
Subsidie
Voorschot
KO/ZKO
70%
80%
45%
60%
MO
60%
70%
35%
50%
Concreet komt dit neer op de deelname van het Gewest in de kosten van het onderzoeksproject. In functie van de situatie en het stadium van het onderzoek, neemt de steun de vorm aan van een premie of een terugbetaalbaar voorschot. Deze kan in bepaalde gevallen oplopen tot 75% van de goedgekeurde kosten. In bepaalde gevallen kunnen ook de kosten voor extern advies inzake O&O gesubsidieerd worden. Een deelname van 50% in de honraria van de consultant worden dan toegekend.
6.
Subsidies voor uitvoer Er staan negen stimulanspremies ter beschikking van kmo’s die markten in het buitenland willen vinden en aanboren, en daarbij een of meerdere initiatieven willen ontplooien die wellicht positieve gevolgen zullen hebben voor het Brussels Gewest, op economisch vlak of op het vlak van werkgelegenheid. De negen stimulanspremies die worden toegekend in de vorm van subsidies, hebben betrekking op de volgende initiatieven: ➞➞ De deelname aan opleidingsprogramma’s of -seminaries ➞➞ De medewerking van experts inzake buitenlandse handel ➞➞ De realisatie van exportbevorderende informatiedragers
Startersgids | 61
➞➞ De prospectie van markten gelegen buiten de Europese Unie ➞➞ De deelname aan buitenlandse beurzen en/of het uitnodigen van potentiële kopers op salons en beurzen in België ➞➞ De deelname aan internationale beurzen en salons buiten de Europese Unie gekoppeld aan een prospectie ➞➞ De deelname aan aanbestedingen voor markten buiten de Europese Unie ➞➞ De technische opleiding van buitenlandse potentiële klanten ➞➞ Het openen van collectieve vertegenwoordigingskantoren buiten de Europese Unie 7.
Wegwijs in het aanbod van subsidies Teneinde u te helpen die steunmaatregelen te vinden die specifiek van toepassing zijn op uw bedrijf, heeft het Brussels Agentschap voor de Onderneming een databank ontwikkeld betreffende steun en begeleiding voor Brusselse bedrijven, die consulteerbaar is op volgend adres www.ecosubsibru.be. Deze kan u op een interactieve manier een overzicht geven van de voor u toegankelijke tegemoetkomingen. Niet enkel financiële maatregelen, maar ook fiscale maatregelen en diverse vormen van begeleiding worden u via deze databank voorgesteld. Om meer inlichtigen over deze steunmaatregelen te hebben, kunt u één van de medewerkers van het BAO contacteren op het nummer 1819.
62 | Beroep doen op subsidies
06 Het juridisch statuut kiezen
Startersgids | 63
1.
Een eenmanszaak of een vennootschap? Uw activiteiten als zelfstandige natuurlijke persoon uitoefenen of een vennootschap oprichten? Dit is helemaal geen neutrale beslissing in het leven van een onderneming. Er bestaan essentiële verschillen tussen beide opties enerzijds en tussen de verschillende vennootschapsvormen anderzijds. De verschillen behelzen onder meer de aansprakelijkheid van de oprichters en de bestuurders, de fiscaliteit (zie het hoofdstuk “Boekhoudkundige verplichtingen en fiscaliteit”) en de oprichtingskosten. Er bestaat echter geen ideale oplossing. Uw keuze zal afhangen van de concrete situatie van uw onderneming. Hieronder vindt u een tabel met een overzicht van de voor- en de nadelen verbonden aan beide opties: Zelfstandige
Vennootschap
Voordelen
Eenvoudige formaliteiten Beperkte kosten Eenvoudige boekhouding
Meestal financiering door meerdere personen Onderscheiden rechtspersoonlijkheid: uw aansprakelijkheid is meestal beperkt tot uw inbreng Lagere belastingtarieven
Nadelen
Geen onderscheid tussen het privé-vermogen en dat van de onderneming De tarieven van de personenbelasting liggen in principe hoger dan de tarieven van de vennootschapsbelasting
Registratierechten bij inbreng Minimumkapitaal van 18.550 € voor een BVBA en 61.500 € voor een NV Complexere werking (naleving vennootschapswetgeving) Hogere werkingskosten
Bij de keuze tussen een eenmanszaak en een vennootschap moet u rekening houden met verschillende factoren zoals de activiteit die u zal uitoefenen, het aantal personen dat hierbij zal betrokken worden, de organisatie, de financiering, de financiële verplichtingen die de activiteit met zich brengt, de verplichting voor een vennootschap om een uitgebreide boekhouding te voeren, de specifieke behoeften verbonden aan de activiteit, de ontwikkeling van de onderneming, de fiscaliteit, de doelstellingen, enz. Deze criteria zullen dus op een objectieve wijze de keuze tussen een eenmanszaak en een vennootschap beïnvloeden. Meestal zal uw keuze vanzelfsprekend zijn. Wanneer meerdere personen bij het project betrokken zijn of wanneer belangrijke financiële verbintenissen worden aangegaan, dringt de keuze voor een vennootschap zich op. Een onderneming met meerdere personen veronderstelt duidelijke afspraken met betrekking tot de vergoedingen, het bestuur, het juridisch kader, enz. De keuze voor het uitoefenen van de activiteit in vennootschap ligt dan voor de hand.
64 | Het juridisch statuut kiezen
Wanneer de onderneming belangrijke financiële verbintenissen aangaat om voorraden aan te kopen, om personeel aan te werven, om investeringen te doen, dan kan ze vroeg of laat onoverkomelijke financiële problemen krijgen. Indien u uw activiteit uitoefent als natuurlijke persoon, dan zal u met uw vermogen persoonlijk aansprakelijk kunnen worden gesteld. Bij de uitoefening van uw activiteit onder de vorm van een vennootschap wordt een aparte rechtspersoonlijkheid gecreëerd waardoor in principe het privé-vermogen wordt afgescheiden van het vermogen van de onderneming.
2.
De verschillende vennootschapsvormen De meest gebruikte vennootschapsvormen zijn de naamloze vennootschap, de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid en de coöperatieve vennootschap. Er bestaan nog andere vennootschapsvormen die hier niet aan bod komen. De verschillende vennootschapsvormen onderscheiden zich op basis van diverse criteria: ◆◆
Het aantal vennoten vereist voor de oprichting.
◆◆
De aansprakelijkheid van de vennoten.
◆◆
De wijze van inbreng van goederen. De inbrengen in natura zijn voornamelijk samengesteld uit materiële goederen die geïntegreerd worden in het bedrijfspatrimonium (gebouwen, computers, ...). Voor hun waardebepaling kan het verslag van een bedrijfsrevisor vereist zijn.
◆◆
Het financieel plan, hiervoor besproken, kan naargelang van het geval verplicht zijn.
◆◆
Het vennootschapsregister moet, in de meeste gevallen, op regelmatige basis worden bijgehouden.
◆◆
De aandelen kunnen op verschillende manieren worden overgedragen.
◆◆
De oprichtingsakte vereist meestal de tussenkomst van een notaris.
◆◆
De werking van de bestuursorganen is onderworpen aan verschillende wettelijke voorschriften.
Bepaalde vennootschapsvormen die duidelijk minder vaak voorkomen, omvatten een aantal bijzonderheden die eventueel interessant kunnen zijn. Het betreft de Gewone Commanditaire Vennootschap (GCV) of de Commanditaire Vennootschap op Aandelen (CVA), de Vennootschap onder Firma (VOF) of nog de Vereniging zonder Winstoogmerk (VZW).
Startersgids | 65
De tabel hieronder geeft u een bondige vergelijking van de belangrijkste kenmerken van de meest gebruikte vennootschapsvormen. Voor een meer gedetailleerde informatie raden wij u aan contact op te nemen met De Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat Bergstraat 30-34 1000 Brussel Tel.: 02 505 08 50 Fax: 02 505 08 59 Web: www.notaris.be Op voormelde website zal vooral het gedeelte met juridische informatie voor ondernemingen u interesseren.
Vennoten
NV Naamloze Vennootschap
BVBA Besloten Vennootschap met Beperkte Aansprakelijkheid
BVBA starter
Minimum 2
Minimum 2
Minimum 1
61.500 €
18.550 €
18.550 €
Minimumkapitaal Volstort kapitaal bij de oprichting
1/4 met een minimum 1/5 met een minimum van 61.500 € van 6.200 €
Inbreng in natura
Verslag van de revisor Verslag van de revisor Verslag van de revisor
Financieel plan Aandelen
Ja
Ja
Ja
Aandelen op naam of op een effectenrekening
Aandelen op naam
Aandelen op naam
Ja
Ja
Notariële akte
Notariële akte
Notariële akte
Eventueel tijdelijk beperkt voor aandelen op naam
Wettelijke en statutaire beperkingen
Wettelijke en statutaire beperkingen
Aandelenregister Ja, als er aandelen op naam zijn Akte Overdracht van aandelen Bestuur
Controle
1€
Raad van bestuur, bestaande uit minimum 3 bestuurders (2 indien slechts 2 aandeelhouders)
1 of meer 1 of meer zaakvoerders zaakvoerders (praktisch onafzetbaar (praktisch onafzetbaar indien statutair indien statutair benoemd) benoemd)
Een bedrijfsrevisor moet worden aangesteld indien de onderneming gemiddeld meer dan 100 personen tewerkstelt of ten minste twee van de volgende drie criteria overschrijdt: 50 werknemers, omzet: 7.300.000 €, balanstotaal: 3.650.000 €
66 | Het juridisch statuut kiezen
Vennoten
CVBA Coöperatieve Vennootschap met Beperkte Aansprakelijkheid
CVOHA Coöperatieve Vennootschap met Onbeperkte en Hoofdelijke Aansprakelijkheid
1
Minimum 3
Minimum 3
18.550 €
18.550 €
Vrij te bepalen
Volstort kapitaal bij de oprichting
1/5 met een minimum van 12.400 €
1/4 met een minimum van 6.200 €
Volledig
Inbreng in natura
Verslag van de revisor
Verslag van de revisor
Geen bijzondere reglementering
Minimumkapitaal
Financieel plan Aandelen Aandelenregister
Ja
Ja
Niet verplicht
Aandelen op naam
Aandelen op naam
Aandelen op naam
Ja
Ja
Ja
Akte
Notariële akte
Notariële akte
Notariële of onderhandse akte
Overdracht van aandelen
Wettelijke en statutaire beperkingen
Enkel aan andere vennoten of aan derden bepaald inde statuten
Enkel aan andere vennoten of aan derden bepaald inde statuten
Bestuur
1 of meer zaakvoerders
1 of meer zaakvoerders
1 of meerdere zaakvoerders
Controle
2.1.
EBVBA Eenhoofdige Besloten Vennootschap met Beperkte Aansprakelijkheid
Een bedrijfsrevisor moet worden aangesteld indien de onderneming gemiddeld meer dan 100 personen tewerkstelt of ten minste twee van de volgende drie criteria overschrijdt: 50 werknemers, omzet: 7.300.000 €, balanstotaal: 3.650.000 €
De Naamloze Vennootschap (NV) De belangrijkste kenmerken van de NV zijn: De oprichters Voor de oprichting van een naamloze vennootschap zijn minimum twee vennoten nodig Kapitaal Het kapitaal dat de vennoten ter beschikking kunnen stellen van de vennootschap is 61.500 €. Minimumkapitaal Het minimumkapitaal dat de vennoten zullen inbrengen bedraagt 61.500 €.
Startersgids | 67
Volstort kapitaal bij de oprichting Het volstort kapitaal stemt overeen met het bedrag dat de vennoten inbrengen bij de oprichting. In geval van een NV moet dit minstens 1/4 van het kapitaal zijn, met een minimum van 61 500 €. Inbreng in natura Voor de oprichting van de vennootschap moeten de oprichters aan een bedrijfsrevisor een gedetailleerde beschrijving vragen van elk goed dat in natura zal worden ingebracht, evenals een rapport over de wijze waarop dat goed geëvalueerd werd. Hij moet eveneens bepalen welke vergoeding aan de oprichter moet gegeven worden voor het goed dat hij heeft ingebracht. In een aantal gevallen is de tussenkomst van een bedrijfsrevisor niet verplicht. Financieel plan De oprichters van een naamloze vennootschap moeten een financieel plan opmaken, ondertekenen en aan de notaris geven de dag dat de oprichtingsakte verleden wordt. Het plan geeft een overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven gedurende de twee eerste boekjaren (zie ons hoofdstuk omtrent het financieel plan). Maatschappelijke deelbewijzen Sedert 1 januari 2008 kan een Belgische vennootschap geen effecten aan toonder meer uitgeven. Uiterlijk 31 december 2013 moeten alle effecten aan toonder omgezet zijn in effecten op naam of in gedematerialiseerde effecten Aandelenregister Vanaf de oprichting van de vennootschap en zolang er aandelen op naam zijn, moeten de vennoten een aandelenregister bijhouden. Akte Voor de oprichting van een naamloze vennootschap is altijd een notariële akte vereist. In de oprichtingsakte worden de statuten van de vennootschap vastgelegd. De statuten bevatten regels met betrekking tot de werking van de vennootschap in relatie met derden, tussen vennoten onderling, de bevoegdheden van haar vertegenwoordigers, enz. Dit alles moet natuurlijk conform zijn aan de wet. Overdracht van aandelen Gedematerialiseerde aandelen worden vertegenwoordigd door een boeking op rekening op naam van hun eigenaar bij een daartoe erkende bankinstelling. Ze worden overgedragen door overschrijving van rekening op rekening door de rekeninghouder.
68 | Het juridisch statuut kiezen
De overdracht van aandelen op naam gebeurt door een eenvoudige vermelding van de overdracht van de aandelen in het aandelenregister. Bestuur De naamloze vennootschap wordt vertegenwoordigd door een raad van bestuur, aangeduid bij de oprichting van de vennootschap of tijdens een algemene vergadering. De raad bestuurt en vertegenwoordigt de vennootschap. De raad van bestuur is samengesteld uit ten minste drie bestuurders. Er is geen maximum aantal voorzien. Indien de vennootschap slechts twee aandeelhouders heeft, volstaan twee bestuurders. Controle Een bedrijfsrevisor moet worden aangesteld indien de onderneming gemiddeld meer dan 100 personen tewerkstelt of ten minste twee van de volgende drie criteria overschrijdt: 50 werknemers, omzet: 7.300.000 € , balanstotaal: 3.650.000 €. Als handelsvennootschap bij uitstek, biedt de naamloze vennootschap het voordeel van een volledige scheiding tussen het vermogen van de vennootschap en het vermogen van de aandeelhouders. Met de afschaffing van de toonderaandelen verliest de naamloze vennootschap een groot deel van haar aantrekkingskracht. Het grootste nadeel van deze vennootschapsvorm is de onmiddellijke inbreng van een kapitaal van 61.500 €. Niet alle jonge ondernemers kunnen onmiddellijk over deze som beschikken. Het administratief beheer van de naamloze vennootschap (raad van bestuur, algemene vergadering,...) is een betrekkelijk zware taak voor kleine ondernemingen die hun activiteiten uitoefenen onder de vorm van een NV. Toch blijft de NV de meest geschikte bedrijfsvorm voor bepaalde structuren. 2.2.
De Besloten Vennootschap met Beperkte Aansprakelijkheid (BVBA) De belangrijkste kenmerken van de BVBA en de EBVBA zijn: De oprichters Voor de oprichting van een BVBA zijn minstens 2 vennoten nodig (één voor de eenpersoons besloten vennootschap). Minimumkapitaal Het minimumkapitaal dat de vennoten zullen inbrengen bedraagt 18.550 €. Volstort kapitaal bij de oprichting Het volstort kapitaal bij de oprichting bedraagt minimum 6.200 € (12.400 € voor een EBVBA) en stemt overeen met het bedrag dat de vennoten inbrengen bij de oprich-
Startersgids | 69
ting. Op ieder aandeel dat overeenstemt met inbreng in geld moet minstens 1/5 zijn volgestort. Het aandeel dat overeenstemt met inbreng in natura moet volledig zijn volgestort. Inbreng in natura Voor de oprichting van de vennootschap moeten de oprichters aan een bedrijfsrevisor een gedetailleerde beschrijving vragen van elk goed dat in natura zal worden ingebracht, evenals een rapport over de wijze waarop dat goed geëvalueerd werd. Hij moet eveneens bepalen welke vergoeding aan de oprichter moet gegeven worden voor het goed dat hij heeft ingebracht. In een aantal gevallen is de tussenkomst van een revisor niet verplicht. Financieel plan De oprichters van een BVBA moeten een financieel plan opmaken, ondertekenen en aan de notaris geven de dag dat de oprichtingsakte verleden wordt. Het plan geeft een overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven gedurende de twee eerste boekjaren (zie ons hoofdstuk inzake het financieel plan). Maatschappelijke deelbewijzen De aandelen van een BVBA moeten op naam zijn (de naam van de eigenaar is steeds bekend). Aandelenregister Vanaf de oprichting van de vennootschap waarvan het kapitaal vertegenwoordigd wordt door aandelen op naam, moeten de vennoten een aandelenregister bijhouden. Akte Voor de oprichting van een BVBA is altijd een notariële akte vereist. In de oprichtingsakte worden de statuten van de vennootschap vastgelegd. De statuten bevatten regels met betrekking tot de werking van de vennootschap in relatie met derden, tussen vennoten onderling, de bevoegdheden van haar vertegenwoordigers, enz. Overdracht van aandelen De overdracht van aandelen op naam gebeurt door een eenvoudige vermelding van de overdracht van de aandelen in het aandelenregister, gedateerd en ondertekend door de overdrager en de nieuwe aandeelhouder. Dergelijke overdracht wordt meestal vastgelegd bij overeenkomst waarin alle modaliteiten van de overdracht worden bepaald (datum van de overdracht van de rechten verbonden aan de deelbewijzen, aantal deelbewijzen, prijs, enz.).
70 | Het juridisch statuut kiezen
Bestuur Een BVBA wordt bestuurd door één of meerder mandatarissen, “zaakvoerders” genoemd. De zaakvoerder kan een natuurlijke persoon of een rechtspersoon zijn, vennoot of niet, bezoldigd of onbezoldigd. Tenzij anders bepaald in de statuten of tenzij de vennoten anders overeenkomen, worden de zaakvoerders die voor onbepaalde tijd worden benoemd in de oprichtingsakte, geacht benoemd te zijn voor de duur van de vennootschap. Hun bevoegdheden zijn dan slechts geheel of gedeeltelijk herroepbaar indien zij een zware fout begaan. Controle Een bedrijfsrevisor moet worden aangesteld indien de onderneming gemiddeld meer dan 100 personen tewerkstelt of ten minste twee van de volgende drie criteria overschrijdt: 50 werknemers, omzet: 7.300.000 €, balanstotaal: 3.650.000 €. De BVBA is een geschikte vennootschapsvorm voor jonge ondernemers. Het vereiste minimumkapitaal is lager dan voor de NV en de verschillende vennoten kunnen niet zomaar hun aandeel in de vennootschap aan buitenstaanders verkopen. Bovendien is de aansprakelijkheid van de vennoten beperkt. De EBVBA is een variant van de BVBA die de ondernemer toelaat een vennootschap op te richten met slechts één vennoot en zo zijn privé-vermogen af te schermen van het ondernemingsrisico. 2.3.
De Coöperatieve Vennootschap met Beperkte Aansprakelijkheid (CVBA) en de Coöperatieve Vennootschap met Onbeperkte en Hoofdelijke Aansprakelijkheid (CVOH) De belangrijkste kenmerken van deze vennootschapsvormen zijn: De oprichters Voor de oprichting van een CV zijn minimum drie vennoten nodig. Minimumkapitaal Het minimumkapitaal dat de vennoten van de CVBA zullen inbrengen bedraagt 18.550 €. Volstort kapitaal bij de oprichting Het volstort kapitaal bij de oprichting bedraagt minimum 6.200 € en stemt overeen met het bedrag dat de vennoten inbrengen bij de oprichting. Op ieder aandeel dat oveeenstemt met inbreng in geld of in natura moet minstens 1/4 worden volgestort.
Startersgids | 71
Inbreng in natura Voor de oprichting van de vennootschap moeten de oprichters aan een bedrijfsrevisor een gedetailleerde beschrijving vragen van elk goed dat in natura zal worden ingebracht, evenals een rapport over de wijze waarop dat goed geëvalueerd werd. Hij moet eveneens bepalen welke vergoeding aan de oprichter moet gegeven worden voor het goed dat hij heeft ingebracht. In een aantal gevallen is de tussenkomst van een revisor niet verplicht. Financieel plan De oprichters van een CVBA moeten een financieel plan opmaken, ondertekenen en aan de notaris geven de dag dat de oprichtingsakte verleden wordt. Het plan geeft een overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven gedurende de twee eerste boekjaren (zie ons hoofdstuk inzake het financieel plan). Maatschappelijke deelbewijzen De aandelen van een CVBA moeten op naam zijn (de naam van de eigenaar is steeds bekend). Aandelenregister Vanaf de oprichting van de vennootschap waarvan het kapitaal vertegenwoordigd wordt door aandelen op naam, moeten de vennoten een aandelenregister bijhouden. Akte Voor de oprichting van een CVBA is altijd een notariële akte vereist. In de oprichtingsakte worden de statuten van de vennootschap vastgelegd. De statuten bevatten regels met betrekking tot de werking van de vennootschap in relatie met derden, tussen vennoten onderling, de bevoegdheden van haar vertegenwoordigers, enz. Overdracht van aandelen De overdracht van aandelen op naam gebeurt door een eenvoudige vermelding van de overdracht van de aandelen in het aandelenregister, gedateerd en ondertekend door de overdrager en de nieuwe vennoot. Dergelijke overdracht wordt meestal vastgelegd bij overeenkomst waarin alle modaliteiten van de overdracht worden bepaald (datum van de overdracht van de rechten verbonden aan de deelbewijzen, aantal deelbewijzen, prijs, enz). Bestuur De cooperative vennootschap wordt bestuurd door een bestuurder, al dan niet vennoot, benoemd door de algemene vergadering.
72 | Het juridisch statuut kiezen
Controle Een bedrijfsrevisor moet worden aangesteld indien de onderneming gemiddeld meer dan 100 personen tewerkstelt of ten minste twee van de volgende drie criteria overschrijdt: 50 werknemers, omzet: 7.300.000 €, balanstotaal: 3.650.000 €. Wie een coöperatieve vennootschap opricht, moet kiezen tussen beperkte (CVBA) en onbeperkte (CVOHA) aansprakelijkheid. De CVOHA is een soepele rechtsvorm: er is geen notariële akte vereist voor de oprichting van deze vennootschap en bovendien is er geen wettelijk minimumkapitaal voorzien. Anderzijds zijn de vennoten van een CVOHA onbeperkt aansprakelijk. De CVBA is aan strakkere regels onderworpen.
3.
Het sociaal statuut van de zelfstandige
3.1.
In hoofdberoep Wanneer u zich vestigt als zelfstandige natuurlijke persoon, dan oefent u deze activiteit in principe uit als uw hoofdberoep. U kan uw activiteit ook uituitoefenen als zelfstandige in bijberoep (zie verder). Een zelfstandige is ieder natuurlijk persoon die in België een beroepsbezigheid uitoefent uit hoofde waarvan hij niet door een arbeidsovereenkomst of door een statuut verbonden is. De categorie zelfstandigen bestaat meer bepaald uit: ◆◆
de ambachtslui (verstrekken van een dienst zonder levering van goederen: tuinman, ruitenwasser, schilder-behanger, …;
◆◆
de handelaars waaronder de ambulante handel (deur aan deur verkoop, verkoop op de openbare weg of op openbare markten);
◆◆
de vrije beroepen (architect, dokter…);
◆◆
de landbouwers, de veehouders…;
◆◆
de mandatarissen van vennootschappen.
Om een zelfstandige arbeid te mogen uitoefenen moet men meerderjarig zijn, dus tenminste 18 jaar zijn. Voor het beroep van ambachtsman is de vereiste minimumleeftijd 16 jaar, met machtiging van de ouders of van de voogd. De minderjarige zelfstandige valt echter niet onder het sociaal statuut van zelfstandigen zolang hij onvoorwaardelijk kinderbijslag geniet (met andere woorden tot het derde trimester van het jaar waarin hij 18 jaar wordt). Vanuit fiscaal oogpunt De inkomsten van de zelfstandige kunnen voortkomen uit: ◆◆
winsten van nijverheids-, handels- of landbouwbedrijven;
◆◆
bezoldigingen van mandatarissen van in België gevestigde kapitaal- en personenvennootschappen;
Startersgids | 73
◆◆
inkomsten van werkende vennoten in Belgische personenvennootschappen.
Zijn beroepsactiviteit wordt bovendien gekenmerkt door een zekere regelmaat. Occasionele winstgevende activiteiten maken geen zelfstandige beroepsactiviteit uit. Ieder persoon, die in België een beroepsbezigheid uitoefent die van aard is belastbare inkomsten op te leveren in zijn hoedanigheid van handelaar, industrieel uitbater, bestuurder, actief vennoot, uitoefenaar van een vrij beroep... wordt behoudens tegenbewijs beschouwd als een zelfstandige. 3.2.
In bijberoep Indien u reeds een beroep uitoefent, kan u eventueel overwegen om gelijktijdig een activiteit als zelfstandige uit te oefenen. De redenen hiervoor kunnen talrijk en uiteenlopend zijn: ◆◆
Onvoldoende inkomsten uit uw hoofdberoep
◆◆
Routine, gebrek aan voldoening
◆◆
Vrees voor ontslag
◆◆
De uitoefening van een hobby onder de vorm van een lucratieve professionele bezigheid
◆◆
Als stap naar de uitoefening van een beroep als zelfstandige in hoofdberoep
U bent zelfstandige in bijberoep wanneer u tegelijk en hoofdzakelijk nog een andere beroepsactiviteit uitoefent. Het kan gaan om een beroepsbezigheid : ◆◆
als loontrekkende. Deze job moet minstens de helft bedragen van een fulltime job in de onderneming of de branche. Voorbeeld : een bediende met een bijverdienste als zelfstandig landbouwer of boekhouder, een arbeider met een bijverdienste als zelfstandig haarkapper
◆◆
die rechten doet ontstaan in een andere pensioenregeling ingesteld door of krachtens een wet, een provinciaal reglement of door de NMBS. Deze activiteit moet ten minste over 8 maanden of 200 dagen lopen. Voorbeeld : een ambtenaar die bijverdient als frituurhouder
◆◆
in het onderwijs. Deze betrekking moet wel minstens 6/10 van een volledige uurrooster bedragen.
U blijft echter zelfstandige in bijberoep - zelfs wanneer uw hoofdactiviteit wordt stopgezet - wanneer u : ◆◆
ofwel uw rechten vrijwaart op een rust- of invaliditeitspensioen.
◆◆
ofwel een loonvervangend inkomen uit de sociale zekerheid geniet dat minstens gelijk is aan het bedrag van een minimumpensioen voor een alleenstaande zelfstandige
74 | Het juridisch statuut kiezen
Eens gepensioneerd, heeft het technisch gezien geen zin meer om te spreken over een bijberoep. U valt dan immers in de speciale bijdragecategorie van de gepensioneerden. Als zelfstandige in bijberoep, heeft U dezelfde sociale verplichtingen als de zelfstandigen in hoofdberoep: ◆◆
U moet zich aansluiten bij een sociale verzekeringskas;
◆◆
Bijdragen betalen;
◆◆
U moet zich aansluiten bij een ziekenfonds (voor zover uw aansluiting niet voortspruit uit uw hoofdactiviteit).
◆◆
Om van dit systeem te kunnen genieten, moet u aan uw sociale verzekeringskas bewijzen dat u een andere activiteit uitoefent (als loontrekkende of ambtenaar bijvoorbeeld).
Als u zelfstandige in bijberoep bent, blijft u de sociale voordelen genieten van het stelsel waaraan u onderworpen bent door uw hoofdactiviteit (werknemer, ambtenaar, gepensioneerde). De bijdragen die u betaalt dragen bij tot het evenwicht van het stelsel van de zelfstandigen en doen in principe geen rechten ontstaan. Bijdragen die u betaalt op een referte-inkomen dat de drempel overschrijdt waarop de minimumbijdragen voor een hoofdberoep worden berekend kunnen eventueel wel rechten doen ontstaan. Als uw zelfstandig bijberoep niet het gewenste resultaat oplevert, kunt u beslissen om het stop te zetten. Het RSVZ mag toelaten om uw bijdragen volledig ofwel gedeeltelijk terug te betalen wanneer:
3.3.
◆◆
uw bijberoep maar beperkte inkomsten opleverde
◆◆
u uw bijberoep binnen het jaar hebt stopgezet (minder dan 4 trimesters onderworpen aan het sociaal statuut van de zelfstandigen)
◆◆
u hiervoor een aanvraag indient bij het RSVZ
Helper en meewerkende echtgenoot Wordt beschouwd als helper, elke natuurlijke persoon die een zelfstandige bijstaat of vervangt, in België, bij het uitoefenen van zijn professionele activiteit, zonder aan deze laatste gebonden te zijn via een arbeidsovereenkomst. Men kan enkel optreden als helper van een natuurlijk persoon en niet van een vennootschap. Men kan wel optreden als helper van de mandataris van een vennootschap. De helper die een zelfstandige normaal bijstaat of vervangt bij het uitoefenen van zijn professionele activiteit zonder gebonden te zijn via een arbeidsovereenkomst, zal onderworpen zijn aan het sociaal statuut van zelfstandigen en zal dezelfde verplichtingen en rechten hebben als een zelfstandige. De toevallige helper die aan een aantal voorwaarden beantwoordt, is niet onderworpen aan het sociaal statuut van zelfstandigen.
Startersgids | 75
De meewerkende echtgenoot U bent meewerkend echtgenoot indien: ◆◆
U de levenspartner van een zelfstandige meewerkende bent (via huwelijkscontract of samenleven);
◆◆
U effectief meehelpt in de zaak van de zelfstandige
◆◆
en geen eigen inkomen heeft uit een andere beroepsactiviteit, noch een vervangingsinkomen dat recht geeft op een volwaardige dekking in de sociale zekerheid
Tot voor kort genoten de meewerkende echtgenoten niet rechtstreeks van de sociale zekerheid in de mate dat ze niet persoonlijk onderworpen waren aan de sociale zekerheid voor zelfstandigen. Zij genoten enkel van afgeleide rechten inzake pensioenen, kinderbijslag en gezondheidszorg, en dit op basis van de onderwerping van hun partner als zelfstandige in hoofdberoep. Deze sociale bescherming van de meewerkende echtgenoten, meestal vrouwen, was vaal onvoldoende, zoniet onbestaande, in geval van stopzetting van de zaal, van scheiding of sterfgeval. Sinds 1 juli 2005 worden alle personen, gehuwd of samenwonend met een zelfstandige, beschouwd als meewerkende echtgenoot en zijn ze persoonlijk onderworpen aan het volledige sociaal statuut van zelfstandige, tenzij ze op eed verklaren geen effectieve hulp te verlenen aan hun partner. De aansluiting is facultatief voor personen die geboren zijn voor 1956. Om meer te vernemen over het sociaal statuut van de zelfstandige, raden wij u aan contact op te nemen met de dienst van het RSVZ. Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen Brussels Hoofdstedelijk Gewest Waterloolaan 77 1000 Brussel Tel.: 02 546 44 24/27 Fax: 02 513 02 95 E-mail:
[email protected] Web: www.rsvz.be Op voormelde website bevelen wij u vooral de rubriek “publicaties” aan. Verschillende brochures kunnen er gratis besteld of zelfs gedownload worden.
4.
Een bijzonder geval: franchising Indien u uw risico wil beperken door de uitbating, tegen betaling, van een reeds beproefd project zoals een bekend merk, dan kan u een franchising overwegen. De franchising is een soort contractueel vastgelegde vorm van samenwerking. De overeenkomst van franchising regelt de relatie tussen de franchisegever die aan de franchisenemer het recht geeft om, tegen betaling, gebruik te maken van zijn
76 | Het juridisch statuut kiezen
merk, zijn embleem, zijn technische of commerciële know-how. De tegenprestatie kan bestaan uit een vergoeding of uit een exclusieve aankoopverplichting. Omschrijving Franchising is een samenwerkingsvorm tussen aparte ondernemingen, die gebonden zijn door een contract, waarbij de franchisegever (franchisor) tegen vergoeding, rechten en hulp verleent aan de franchisenemer (franchisee) om zorg te nemen voor de afzet van duidelijk omschreven goederen en/of diensten. Het franchisingcontract onderscheidt zich van het contract van agentuur of van concessie, in die zin dat wanneer de franchisenemer een zelfstandige is zoals de concessiehouder, hij kan genieten van de kennis van de franchisegever en van een gevorderde technische en commerciële bijstand. De belangrijkste soorten franchising Er bestaan hoofdzakelijk drie soorten franchising: ◆◆
Distributiefranchising is de meest voorkomende vorm van franchise. Zij kan zelf onderverdeeld worden in twee soorten: ➞➞
productiefranchising: de franchisegever produceert goederen of laat ze produceren onder licentie. Deze merkproducten worden in exclusiviteit verkocht door de franchisenemers.
➞➞
de eigenlijke distributiefranchising: de franchisegever treedt op als groothandelaar en inkoopcentrale. Hij selecteert het product- en het merkenassortiment voor zijn franchisenemer.
◆◆
Dienstenfranchising: de franchisegever ontwerpt een originele dienst die de franchisenemer commercialiseert en aanbiedt aan de klanten.
◆◆
Industriële franchising: de franchisenemer produceert zelf de goederen volgens de aanwijzingen van de franchisegever en verdeelt ze onder het merk van de franchisegever.
Zodra het contract gesloten is, exploiteert de franchisenemer de zaak op eigen risico en voor eigen rekening. Het verkoop- of dienstverleningssysteem blijft echter eigendom van de franchiser. Bij de vestiging van de zaak rekent de franchiser een toetredingssom aan, dewelke een vergoeding is voor de gemaakte kosten en de verleende hulp tijdens de startfase en voor het gebruiksrecht van zijn merk, naam of embleem. De voor- en de nadelen De voornaamste voordelen zijn: ◆◆
de franchisegever moet bijstand verlenen bij de oprichting van de zaak van de franchisenemer;
◆◆
hij moet know-how leveren en de franchisenemer permanent bijstaan;
◆◆
de franchisegever staat in voor het voeren van publiciteit;
Startersgids | 77
◆◆
hij moet de franchisenemer adviseren voor wat betreft de prijzen, maar deze laatste behoudt terzake zijn vrijheid;
◆◆
de franchisenemer moet de zaak uitbaten in overeenstemming met de richtlijnen van de franchisegever.
Als nadelen van de franchise kunnen vermeld worden: ◆◆
de franchisegever controleert de activiteit van de franchisenemer. Franchisegever en franchisenemer moeten goed overeenkomen want om zijn rechten uit te oefenen is de één verplicht zich te mengen in de zaken van de andere;
◆◆
lokale gebeurtenissen (opduiken van nieuwe concurrenten of verschuivingen in de plaatselijke gewoonten) kunnen leiden tot wijzigingen die positief kunnen zijn voor het netwerk maar niet noodzakelijk voor elke franchisenemer.
Sinds 1 februari 2006 bestaat er een wet die de franchisegever verplicht aan de kandidaat franchisenemer alle informatie te geven die noodzakelijk is om de voorgestelde formule juridisch en economisch te evalueren. Dit precontractueel informatiedocument moet minstens één maand voor het afsluiten van het akkoord overgemaakt worden. Voor meer inlichtingen kan men terecht bij: Belgische Franchise Federatie Humaniteitslaan 116, bus 2 1070 Brussel Tel. 02 523 97 07 Fax: 02 523 35 10 E-mail:
[email protected] Website: www.fbf-bff.be
78 | Het juridisch statuut kiezen
07 De opstart formaliteiten vervullen
Startersgids | 79
Administratieve vereenvoudiging, Kruispuntbank voor Ondernemingen (KBO) en ondernemingsloketten. Alvorens de formaliteiten aan te vatten beginnen we met een positieve noot: zoals u weet zijn de beruchte “ondernemingsloketten” officieel operationeel sedert 1 juli 2003. Deze ondernemingsloketten maken u het leven heel wat eenvoudiger. Maar waarover gaat het eigenlijk? Vaststelling Diverse overheidsdiensten hebben elke dag identificatiegegevens van ondernemingen nodig. Zodra een onderneming een wijziging aan een bepaalde dienst meedeelt, maar niet aan een andere, ontstaan verschillen in de database. Hierdoor wordt het bijzonder lastig om de juiste inlichtingen te verkrijgen. Feit is dat de hierbij gepaard gaande administratieve rompslomp, met het bijbehorende tijd- en geldverlies, de dynamische ontwikkeling van KMO’s in de weg stond. Kruispuntbank voor Ondernemingen (KBO) Daarom werd besloten om de identificatiegegevens van de ondernemingen op centrale en uniforme wijze beschikbaar te stellen aan alle diensten. De ondernemingen hoeven slechts eenmaal al hun identificatiegegevens aan de overheid te bezorgen. Vervolgens krijgt de onderneming een identificatienummer. Met dit nummer kunnen de betrokken diensten de vereiste identificatiegegevens zelf opvragen bij de Kruispuntbank voor Ondernemingen. Ondernemingsloketten Er eerstaan ondernemingsloketten die de volgende opdracht hebben: ◆◆
dienen als inschrijvingsloket in de Kruispuntbank;
◆◆
optreden in het kader van de wetgeving inzake toegang tot het beroep;
◆◆
eventueel verrichten van administratieve formaliteiten ten aanzien van de federale overheidsdiensten;
◆◆
de toegang waarborgen tot de gegevens die in het handelsregister zijn opgeslagen (en die openbaar zijn);
◆◆
ontvangen van rechten voor de overheid (bijvoorbeeld inschrijvingsrecht handelsregister);
◆◆
bewaren van de archieven.
Nu is het ogenblik aangebroken om in het strijdperk te treden. Voor sommigen zijn de volgende administratieve formaliteiten een echte “lijdensweg”. Of deze opmerking terecht is of niet, laten we hier in het midden. Toch spreekt ze boekdelen over de ontreddering waarmee oprichters van ondernemingen te maken krijgen als ze dreigen verloren te lopen in de administratieve doolhof.
80 | De opstartformaliteiten vervullen
Daarom willen wij u wegwijs maken in dit labyrint. Een goede raad: voer deze formaliteiten in de opgegeven volgorde uit. Het is immers goed mogelijk dat de elementen die u in de ene stap krijgt, nodig zijn om de volgende stap uit te voeren.
1.
Oprichting van de onderneming (als dat uw keuze is) Als u ervoor gekozen hebt een onderneming op te richten (zie het hoofdstuk over de rechtsvorm), vergeet dan niet dat u in de meeste gevallen een notariële akte moet verlijden. De oprichtingskosten omvatten onder andere publicatiekosten in het Belgisch Staatsblad en de gebaremiseerde honoraria van de notaris. Deze kosten hangen af van het kapitaal van de vennootschap. Voor een bvba komen de kosten bijvoorbeeld uit op circa 850 €, terwijl dit voor een nv bijna 1.500 € is. Deze prijzen worden hier louter ter informatie gegeven. Opmerking over het ondernemingsnummer (zie inleiding van dit hoofdstuk) Na het opstellen van de statuten en het verlijden van de oprichtingsakte voor de notaris moet de akte in principe worden neergelegd bij de griffie van de rechtbank van koophandel. Daar worden de gegevens bij de Kruispuntbank voor Ondernemingen (KBO) geregistreerd. U kunt zich persoonlijk aanbieden bij de griffie van de rechtbank van koophandel, of deze taak gewoon opdragen aan uw notaris. Deze instanties mogen u inschrijven in het register van rechtspersonen van de Kruispuntbank voor Ondernemingen. Als u een authentieke akte voor de notaris verlijdt, hebt u er belang bij hem te vragen voor de inschrijving te zorgen. Zo vermijdt u een nodeloze verplaatsing naar de griffie. Bij de inschrijving in de KBO krijgt de notaris het ondernemingsnummer dat aan u is toegekend. De notaris deelt u dit nummer onmiddellijk mee. De volgende stappen gelden zowel voor de oprichting van een onderneming als voor een natuurlijke persoon, met name aangifte van het activiteitstype bij het ondernemingsloket, rechtvaardiging van de reglementaire uitoefeningsvoorwaarden en aangifte van de bedrijfszetel(s). Voor meer informatie kunt u terecht op de bijzonder volledige website van de Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat: Koninklijke Federatie van het Belgisch Notariaat Bergstraat 30-34 1000 Brussel Tel. 02 505 08 50 Fax: 02 505 08 59 Website: www.notaris.be
Startersgids | 81
2.
Openen van een rekening bij een financiële instelling Bij oprichting van een vennootschap moet u in elk geval een rekening op naam van de onderneming openen. Deze rekening moet gescheiden zijn van uw privérekening. Deze rekening wordt gebruikt voor alle transacties in verband met uw zelfstandige activiteit en moet worden vermeld op alle handelsdocumenten die u opstelt. De meeste grootbanken brengen beheerskosten in rekening en passen bepaalde tarieven toe op hun transacties. Het openen van een rekening is doorgaans gratis.
3.
Inschrijving bij de Kruispuntbank voor Ondernemingen (KBO): het ondernemingsnummer Sedert 1 juli 2003 kunnen zelfstandigen en (kandidaat-)ondernemers terecht bij een enkel aanspreekpunt: “het ondernemingsloket” om diverse administratieve formaliteiten te vervullen die verband houden met de oprichting van hun eigen zaak of onderneming. De Kruispuntbank voor Ondernemingen (KBO) is een register dat bij de Federale Overheidsdienst (FOD) Economie, KMO, Middenstand en Energie is ingesteld ter vervanging van het handelsregister. De KBO bevat een database over natuurlijke personen, rechtspersonen of verenigingen, die in ons land een handelsactiviteit uitoefenen, personeel tewerkstellen of BTW-plichtig zijn. De ondernemingsloketten zijn privé-instellingen (vzw’s) die aan bepaalde wettelijke voorschriften voldoen, erkend zijn door de Administratie, en bevoegd zijn om specifieke administratieve formaliteiten te vervullen en diensten te verstrekken aan ondernemers en kandidaat-ondernemers. Hier volgen de belangrijkste taken van de ondernemingsloketten: ◆◆
het inschrijven van handels- en ambachtsondernemingen in de KBO;
◆◆
het toepassen van de reglementering over de toegang tot het beroep (vestigingswet) in plaats van de Kamers voor Ambachten en Neringen, die verdwenen zijn;
◆◆
het controleren van de voorafgaande vergunningen die nodig zijn om een activiteit uit te oefenen;
◆◆
het verlenen van advies en aanvullende diensten, op verzoek van de klant.
Voor deze taken krijgen de ondernemingsloketten een vergoeding waarvan het tarief bij koninklijk besluit is vastgelegd. De vergoeding is identiek voor alle ondernemingsloketten en bedraagt 75 €, zowel voor inschrijving als voor wijziging van inschrijving.
82 | De opstartformaliteiten vervullen
De ondernemingsloketten mogen echter ook – in samenspraak met de klant– andere diensten verstrekken, zoals advies en begeleiding, het vervullen van formaliteiten zoals de inschrijving bij de BTW en RSZ of bepaalde vergunningen aanvragen. Voor deze andere diensten kunnen kosten worden aangerekend. Vandaag heeft de Administratie negen ondernemingsloketten erkend die aan de wettelijke voorschriften voldoen. Deze ondernemingsloketten stellen ruim 200 plaatselijke bedrijfszetels ter beschikking van de ondernemers. Als bijlage vindt u de lijst met maatschappelijke zetels van de erkende ondernemingsloketten. De volledige lijst met bedrijfszetels vindt u op de website van de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie: www.mineco.fgov.be. Problematiek rond de toegang tot het beroep. De wetgever heeft diverse vormen van administratieve vergunningen ingevoerd, die noodzakelijk kunnen zijn om de beroepswerkzaamheid uit te oefenen. De wet op de toegang tot de gereglementeerde handels- en ambachtsberoepen vindt zijn oor-sprong in het belang voor een onderneming om te worden geleid en bestuurd door verantwoordelijke personen die in elk geval over voldoende kennis en vaardigheden inzake ondernemerschap beschikken, met name een basiskennis van bedrijfsbeheer en daarnaast, voor bepaalde werkzaamheden, de nodige beroepsbekwaamheden. Sedert 1 juli 2003 moeten de ondernemingsloketten toezien op de uitvoering van deze wetgeving.. 3.1.
Basiskennis van bedrijfsbeheer Elke KMO, natuurlijke of rechtspersoon die een handelsactiviteit uitoefent moet bewijzen over een basiskennis van bedrijfsbeheer te beschikken. Waarover gaat het? Als u een handelsactiviteit uitoefent, moet u het bewijs leveren over een basiskennis van bedrijfsbeheer te beschikken, of u zich nu vestigt als zelfstandige natuurlijke persoon dan wel een vennootschap opricht. De vraag of u deze werkzaamheid in hoofdberoep of in bijberoep uitoefent, komt hierbij niet aan de orde. Deze basiskennis heeft betrekking op: ◆◆
recht (burgerlijk recht, handelsrecht, specifieke reglementeringen, sociaal zelfstandigenstatuut, verzekeringen);
◆◆
handel (handelsbeleid, aan- en verkoop, betaal- en kredietinstrumenten, voorraadbeheer);
◆◆
boekhouding (wettelijke bepalingen inzake de boekhouding voor zelfstandigen en KMO’s, vereenvoudigde boekhouding en inleiding tot dubbele boekhouding, BTW, fiscaliteit);
Startersgids | 83
◆◆
algemene informaticabegrippen.
Wanneer u als bedrijfsleider niet persoonlijk over deze bekwaamheden beschikt, dan is het van belang om te weten dat de beheerskennis ook mag worden aangetoond door: ◆◆
uw echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner;
◆◆
de persoon met wie u zes maanden samenwoont;
◆◆
een daartoe aangeworven werknemer;
◆◆
of, in een vennootschap, de natuurlijke persoon die daadwerkelijk instaat voor het dagelijks bestuur van de onderneming.
Bewijsmiddelen U kunt uw kennis rechtvaardigen door middel van diploma’s, attesten of getuigschriften, door concrete praktijkervaring, of zelfs door te slagen in een examen bij de Jury voor de Middenstand. Als bewijsstuk worden erkend: ◆◆
een getuigschrift over de basiskennis van het bedrijfsbeheer uitgereikt in of door de derde graad van het secundair onderwijs (algemeen, technisch, kunst- of beroepsonderwijs);
◆◆
een diploma van hoger onderwijs;
◆◆
een buitenlands diploma of getuigschrift dat als gelijkwaardig wordt erkend.
De volgende diploma’s, attesten of getuigschriften komen ook in aanmerking als ze vóór 30 september 2000 zijn uitgereikt: ◆◆
een getuigschrift van hoger secundair onderwijs van de vormen algemeen, technisch of kunstonderwijs;
◆◆
een getuigschrift van hoger secundair beroepsonderwijs als de akte is afgeleverd in een afdeling handel, boekhouding of verkoop;
◆◆
een getuigschrift waaruit blijkt dat men met succes het eerste jaar van een opleiding tot ondernemingshoofd heeft gevolgd.
Als u over voldoende praktijkervaring beschikt, hoeft u niet te bewijzen over basiskennis van het bedrijfsbeheer te beschikken. Hierbij geldt dat u de afgelopen vijftien jaar tijdens een periode van drie, vijf of zeven jaar verantwoordelijkheden hebt uitgeoefend als zelfstandige, helper, zaakvoerder e.d. Procedure Zoals gezegd in het vorige punt kunt u deze formaliteit vervullen door contact op te nemen met het ondernemingsloket van uw keuze (zie de bijgevoegde lijst).
84 | De opstartformaliteiten vervullen
3.2.
Beroepsbekwaamheden Voor de gereglementeerde beroepen moeten de gegadigden bovendien het bewijs leveren over specifieke beroepskennis te beschikken. Het gaat hier om een aantal beschermde beroepen, namelijk uit de bouwnijverheid. Toelichting Als u een van de gereglementeerde beroepen (zie de onderstaande lijst) wilt uitoefenen, moet u op voorhand bewijzen dat u over specifieke beroepsbekwaamheden beschikt. Wanneer u als bedrijfsleider niet persoonlijk over deze bekwaamheden beschikt, dan is het van belang om te weten dat de beheerskennis ook mag worden aangetoond door: ◆◆
uw echtgeno(o)t(e) of samenwonende partner;
◆◆
de persoon met wie u zes maanden samenwoont;
◆◆
een daartoe aangeworven werknemer;
◆◆
of, in een vennootschap, de natuurlijke persoon die daadwerkelijk instaat voor het dagelijks bestuur van de onderneming.
Bewijsmiddelen U moet het bewijs leveren van uw bekwaamheden, ofwel door geldige diploma’s, attesten, getuigschriften, ofwel door praktijkervaring. Deze diploma’s, attesten en getuigschriften variëren afhankelijk van de beroepswerkzaamheid die u wilt uitoefenen. Wat de praktijkervaring betreft, moet u bewijzen dat u het beroep in kwestie de afgelopen tien jaar en na de leeftijd van 18 jaar gedurende vijf jaar (in bepaalde gevallen zelfs zeven jaar) hebt uitgeoefend als zelfstandige, werkend vennoot, bedrijfsleider of loontrekkende in een onderneming die voldoet aan de wettelijke voorschriften inzake toegang tot het beroep in kwestie. Procedure Ook hier kunt u deze formaliteit vervullen door contact op te nemen met het ondernemingsloket van uw keuze (zie de bijgevoegde lijst). Lijst met gereglementeerde beroepen: Bouw ➞➞ Plaatsen/herstellen van schrijnwerk – glazenmaker ➞➞ Stukadoor,cementeer en dekvloeractiviteiten ➞➞ Algemeen schrijnwerk ➞➞ Tegel-, marmer- en natuursteenactiviteiten ➞➞ Ruwbouw ➞➞ Algemeen aannemer
Startersgids | 85
➞➞ ➞➞ ➞➞ ➞➞
Eindafwerking Dakdekker- en waterdichtmakingsactiviteiten Elektrotechniek Installatieactiviteiten voor centrale verwarming, klimaatregeling, gas en sanitair
Mechanica ➞➞ Motorvoertuigen interectoraal ➞➞ Rijwielen ➞➞ Motorvoertuigen tot 3,5 ton ➞➞ Motorvoertuigen boven 3,5 ton ➞➞ Installateur-frigorist Handel en diensten ➞➞ Begrafenisondernemer ➞➞ Kapper ➞➞ Opticien ➞➞ Schoonheidsspecialist(e) ➞➞ Voetverzorg(st)er ➞➞ Masseur/masseuse ➞➞ Dentaaltechnicus ➞➞ Droogkuiser – verver Voeding ➞➞ Slager – vleesgroothandelaar ➞➞ Brood- en banketbakker ➞➞ Restaurateur of traiteur – banketaannemer 4.
Andere toegangsvormen tot het beroep Vrije beroepen, bouwondernemers, leurhandelaars, diverse erkenningen en vergunningen… Er bestaat een groot aantal activiteiten waarvoor een bijzondere vergunning nodig is. De erkende ondernemingsloketten stellen al tal van deze diensten voor, hetzij in het kader van hun monopolie of als gevolmachtigde. Maar het doel is om vanaf 2010 “enige loketten” tot stand te brengen waarbij men de meeste formaliteiten zou kunnen verrichten om een onderneming op te starten.
4.1.
Dienstverlenende intellectuele beroepen Vrije beroepen of dienstverlenende intellectuele beroepen die vallen onder de kaderwet van 1976 (beter bekend als wet-Verhaegen) mogen alleen worden uitgeoefend door personen die aan de vereiste voorwaarden voldoen.
86 | De opstartformaliteiten vervullen
Voor talloze intellectuele beroepen bestaat specifieke wet- en regelgeving waarin bijzondere uitoefeningsvoorwaarden worden opgelegd. Dit zijn de zogenaamde “beschermde” beroepen: alleen wie aan de diploma- en stagevereisten voldoet, wordt op deze lijst vermeld en mag de overeenkomstige titel voeren. De begeleiding van deze beroepen wordt opgedragen aan diverse organisaties. De volgende dienstverlenende intellectuele beroepen zijn gereglementeerd: ➞➞ ➞➞ ➞➞ ➞➞ ➞➞ ➞➞ ➞➞ ➞➞ ➞➞ ➞➞ ➞➞ ➞➞ ➞➞
4.2.
erkende boekhouders – fiscalisten (www.bibf.be) accountants en fiscale adviseurs (www.iec-iab.be)) vastgoedmakelaars (www.biv.be) landmeters (www.kcle-crge.org) psychologen (www.bfp-fbp.be) advocaten (www.baliebrussel.be) notarissen (www.notaris.be) gerechtsdeurwaarders (www.gerechtsdeurwaarders.be) bedrijfsrevisoren (www.ibr-ire.be) wisselagenten en vermogensbeheerders (www.cbfa.be) verzekeringsmakelaars (www.cbfa.be) architecten (www.ordevanarchitecten.be) medische en paramedische beroepen: geneesheren, kinesitherapeuten, tandartsen, verpleegsters… (www.riziv.be)
Leurhandel Als u van plan bent “ambulante activiteiten” (leurhandel) uit te oefenen (huisaan-huis, verkoop op de openbare weg, markten), moet u in het bezit zijn van een leurkaart. Deze leurkaart is geldig voor de volledige duur van de beroepsactiviteit. Elke aanvraag dient bij een ondernemingsloket naar keuze te gebeuren en moet ingediend worden door middel van een officieel formulier dat bij de ondernemingsloketten beschikbaar is.
4.3.
Bouwondernemer Als u bouwondernemer bent, hebt u er alle belang bij zich in te schrijven bij de Registratiecommissie van de provincie waar uw onderneming gevestigd is. Als u niet ingeschreven bent, zijn uw klanten hoofdelijk aansprakelijk voor de betaling van uw belastingen en sociale bijdragen. U moet een aanvraag bij ter post aangetekend schrijven richten tot de voorzitter van de Registratiecommissie van de provincie waar uw onderneming gevestigd is (in het onderhavige geval is dit Brabant). Registratiecommissie van de provincie Brabant Louizalaan 245 1050 Brussel Tel. 02 641 02 49/50
Startersgids | 87
Als u werkzaamheden voor de Staat of andere overheidsbesturen wilt uitvoeren, moet u bovendien erkend zijn. U moet een aanvraag richten tot de Dienst Erkenning der Aannemers bij de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie. U kunt deze aanvraag zelf indienen of door tussenkomst van uw beroepsvereniging. FOD Economie, K.M.O., Middenstand en Energie Dienst Erkenning der Aannemers Koning Albert II laan, 16 1000 Brussel T +32 2 277 61 26 F +32 2 277 54 45 4.4.
Beroepskaart voor vreemdelingen Als u niet de Belgische nationaliteit hebt en een zelfstandige werkzaamheid met winstoogmerk wilt uitoefenen, moet u houder zijn van een beroepskaart die wordt afgegeven door het Ministerie van Middenstand en Landbouw. Wanneer u al in België verblijft en houder bent van een geldige identiteitskaart voor vreemdelingen, een bewijs van inschrijving in het vreemdelingenregister of een inschrijvingsattest model A, moet u de aanvraag indienen bij het gemeentebestuur van uw woonplaats; of bij de Belgische consulaire overheid in het land van verblijf wanneer u buiten België verblijft. Deze kaart wordt afgegeven door het bestuur waarbij u de aanvraag hebt ingediend. Ingezetenen van EU-lidstaten alsook politieke vluchtelingen zijn vrijgesteld van deze formaliteit. Voor elke aanvraag moet een forfaitaire belasting van 125 € worden betaald in de vorm van fiscale of consulaire zegels. De kaart wordt afgegeven tegen een prijs van 75 € per geldigheidsjaar. De kaart is ten hoogste vijf jaar geldig, maar kan worden verlengd. Voor meer informatie over de formaliteiten voor toegang tot het grondgebied kunt u altijd terecht bij het Verbindingsbureau Brussel – Europa: Verbindingsbureau Brussel-Europa Oudergemlaan 63 1040 Brussel Tel.: 02 280 00 80 Fax: 02 280 03 86 E-mail:
[email protected] Website: www.vbbe.irisnet.be
4.5.
Diverse erkenningen en vergunningen Voor diverse beroepen of werkzaamheden gelden specifieke reglementeringen en is een erkenning, vergunning e.d. nodig.
88 | De opstartformaliteiten vervullen
Een volledige lijst vindt u op de website van de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie www.mineco.fgov.be/enterprises/vademecum/home_nl.htm. Wij hebben deze lijst voor u overgenomen: Beroepswerkzaamheid/ onderneming
Dienst/instelling
Aanhangwagens – bouw
FOD Mobiliteit en Vervoer
Aardappelen: uitvoer, aan- en verkoop op de binnenlandse markt
Gewestelijke ministeries
Alarminstallaties Apothekers: opening, fusie
FOD Binnenlandse zaken FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu
Autorijscholen
FOD Mobiliteit en Vervoer
Beenderen, meel en andere producten bestemd voor gebruik als dierlijke voeding of als meststof
Gewestelijke ministeries
Beleggingsadviseurs
Commissie voor het Bank- en Financiewezen
Beroepskaart voor vreemdelingen buiten EG
FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie
Bestrijdingsmiddelen en andere toxische fytofarmaceutische producten
Gewestelijke ministeries
Bewakings- en beveiligingsfirma’s
FOD Binnenlandse zaken
Bewerken en sorteren van granen en groenten
Gewestelijke ministeries
Boekhouders
Beroepsinstituut van Boekhouders
Branders (technici voor)
Centra voor permanente vorming van de middenstand, erkende beroepsverenigingen, Koninklijke Unie der Belgische Installateurs in Centrale Verwarming, CEDICOL
Cafés en drankslijterijen
FOD Financiën (Douane en Accijnzen)
Detectives Diamanthandelaars – verkoop van ruwe diamant Dierenhandelaars Dierenpensions Eieren (broeierijen, verpakkingscentra, uitvoerders, pluimveekwekerijen) Expediteurs Fabrikanten – handelaars in edele metalen Frisdrankfabrikanten Fytofarmaceutische producten
FOD Binnenlandse zaken Centrale Dienst voor Contingenten en Vergunningen te Antwerpen Gemeentebestuur Gemeentebestuur Gewestelijke ministeries
FOD Financiën Waarborgbureau van de Koninklijke Munt FOD Financiën (Douane en Accijnzen) Gewestelijke ministeries
Startersgids | 89
Beroepswerkzaamheid/ onderneming
Dienst/instelling
Gedenatureerde suiker: herverkoop voor veevoeder
FOD Financiën
Geestrijke dranken (+22 )
FOD Financiën
Gehoorprothesen Gevaarlijke, ongezonde en hinderlijke inrichtingen Graanhandelaars Handelaars in meststoffen en bodemverbeteringsmiddelen Handelaars in zwachtels en breukbanden Hop Hoteluitbaters
RIZIV Gemeentebesturen of provinciale diensten FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie Gewestelijke ministeries Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV) Gewestelijke ministeries Gewestelijke ministeries
Huwelijksbureaus
FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie
Incassobureaus
FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie (Verbruik en krediet)
Industriële maalderijen, gebruikers en handelaars in binnenlandse tarwe
FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie
Interimkantoren Kinderopvang Kinesitherapeuten Leasing Leurhandelaars Likeurstokers Logopedisten
Gewestelijke ministeries Dienst Kind en Gezin RIZIV FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie Gemeentebestuur FOD Financiën (Douane en Accijnzen) RIZIV
Loonmaalderijen
Gewestelijke ministeries
Meelhandelaars
Gewestelijke ministeries
Melk
Gewestelijke ministeries
Munitie- en wapenhandelaars Opticiens Privétewerkstellingsagentschappen (selectie en aanwerving Psychologen Reisbureaus
Gemeentebestuur RIZIV Gewestelijke ministeries
FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie Gewestelijke ministeries
Slachterijen en pluimveeslachterijen
FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu (Diergeneeskundige inspectie)
Slagers – spekslagers
FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie
Spuitbussen
90 | De opstartformaliteiten vervullen
Gewestelijke ministeries
Beroepswerkzaamheid/ onderneming
Dienst/instelling
Tabakswaren: fabricage, opslag, groot- en kleinhandel Tarwehandelaars voor zachte tarwe afkomstig uit de EU Taxidiensten
FOD Financiën FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie Gemeentebestuur (te Brussel: Gewestelijke Administratie)
Tombola
FOD Binnenlandse zaken
Transport per motorvoertuigen
FOD Mobiliteit en Vervoer
Uitbaters van speelzalen Vaste minerale brandstoffen
Vastgoedmakelaars
FOD Justitie Uitsluitend invoer voor importeurs die aangesloten zijn bij een of meer groeperingen voor invoerders van vaste brandstoffen Beroepsinstituut van de Vastgoedmakelaars
Veevoeders Verpleegsters Vleeswaren (kleinhandelaars in)
Gewestelijke ministeries RIZIVVerzorgingstehuizen voor gehandicapten en bejaarden FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie
Wijnen: productie, verwerking, en bottelen voor de verkoop
FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu
Zaaizaden en pootgoed
Gewestelijke ministeries
Zuivelproducten Vins: fabrication, manutention, soutirage ou mise en bouteilles pour la vente
5.
Gewestelijke ministeries SPF Santé publique, Sécurité alimentaire et Environnement
Inschrijving bij de BTW Vennootschappen en natuurlijke personen zijn onder bepaalde voorwaarden onderworpen aan BTW (Belasting over de Toegevoegde Waarde). Nadat u uw nummer in het handelsregister hebt gekregen, dient u zich te laten inschrijven. Deze inschrijving is gratis. Hiervoor moet u een aangifte van de aanvang van een werkzaamheid invullen. Het modelformulier van deze aangifte kunt u krijgen bij het BTW-controlekantoor van de gemeente waar u zich vestigt (http://annuaire. fiscus.fgov.be), of downloaden op de website van het Ministerie van Financiën: www. finform.fgov.be. Hoewel de inschrijving bij de BTW voorlopig de bevoegdheid van de plaatselijke controlekantoren blijft (zie bijgevoegde lijst), kunt u deze formaliteit meestal opdragen aan uw ondernemingsloket: aan u de keus. Vergeet niet op te geven welk BTW-stelsel u wilt toepassen: gewoon of forfaitair BTW-stelsel. De forfaitaire regeling heeft als voordeel de vereenvoudigde boekhouding. Vraag uw boekhouder meer informatie.
Startersgids | 91
Als u meer wilt vernemen over uw BTW-verplichtingen, dan kunt u terecht in ons hoofdstuk over de fiscaliteit, of raadpleegt u het Fiscaal Memento dat door de FOD Financiën wordt gepubliceerd: www.finform.fgov.be.
6.
Aansluiting bij een sociaal verzekeringsfonds en een ziekenfonds, uw sociaal statuut als zelfstandige Als zelfstandige (of bestuurder van vennootschappen) bent u verplicht zich binnen 90 dagen na aanvang van uw werkzaamheid aan te sluiten bij een sociaal verzekeringsfonds. Deze verzekering geeft u recht op gezinsuitkeringen (kinderbijslag en geboortegeld), pensioen (ouderdoms- en overlevingspensioen), alsook ziekteverzekering (grote risico’s). Voor aanvullende inlichtingen over uw rechten (dekkingsomvang van de sociale verzekering) en verplichtingen (berekening van bijdragen) als zelfstandige, kunt u terecht bij het RSVZ: Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ) Brussel-Hoofdstad Waterloolaan 77 1000 Brussel Tel. 02 546 44 24/27 Fax: 02 513 02 95 E-mail:
[email protected] Website: www.rsvz.be Met name in de rubriek Publicaties vindt u nuttige informatie. U kunt er ook gratis diverse brochures bestellen of downloaden. Het RSVZ publiceert op zijn website een lijst met sociale verzekeringsfondsen voor zelfstandige werknemers. Wij hebben deze lijst voor u overgenomen in bijlage.
6.1.
Inschrijving bij een sociaal verzekeringsfonds Zoals gezegd moet u zich als zelfstandige (of bestuurder van vennootschappen) aansluiten bij een sociaal verzekeringsfonds om recht te hebben op gezinsuitkeringen, pensioen en ziekteverzekering. Als tegenprestatie voor deze dekking moet u elk kwartaal sociale bijdragen betalen. Aangezien het RIZIV tijdens de eerste drie activiteitenjaren niet over uw referentieinkomen beschikt, valt u onder een forfaitair stelsel.
92 | De opstartformaliteiten vervullen
Het referentie-inkomen is gelijk aan het netto aangegeven inkomen van de drie voorafgaande jaren (netto-inkomen: dat wil zeggen brutoberoepsinkomen verminderd met de beroepsuitgaven, vóór belastingaftrek). U hebt er dus alle belang bij vooruitziend te zijn: aangezien de bijdragen tijdens de eerste drie activiteitenjaren forfaitair en voorlopig zijn, worden de inkomsten van deze jaren achteraf geregulariseerd. Deze regularisatie is gelijk aan het verschil tussen de voorlopige bijdrage en de bijdrage berekend op basis van het reële inkomen van deze bijdrageplichtige jaren. Om onaangename verrassingen te vermijden raden wij u aan van bij de aanvang van uw werkzaamheid uw reële inkomen zo snel mogelijk te schatten, en het nodige kapitaal opzij te zetten om de verwachte regularisatie te kunnen betalen. Overigens kunt u vragen om uw bijdragen te berekenen op basis van deze ramingen. Hiervoor gaat u gewoon aankloppen bij uw sociaal verzekeringsfonds. Volledigheidshalve geven we hier een overzicht van het bedrag van de voor het jaar 2010 verschuldigde sociale bijdragen, en de berekeningswijze.
Zelfstandige in hoofdberoep: Voorlopige kwartaalbijdragen: ◆◆
tot het laatste kwartaal van het eerste kalenderjaar met vier bijdrageplichtige kwartalen: 606,00 €
◆◆
voor de vier daarop volgende kwartalen: 620,78 €
◆◆
voor de vier daarop volgende kwartalen: 635,56 €
Definitieve bijdragen: ◆◆
22% op het gedeelte van het referentieberoepsinkomen dat niet groter is dan 51.059,94 € en op een inkomen van ten minste 11.824,39 €
◆◆
14,16% op het gedeelte van het referentieberoepsinkomen dat 51.059,94 € overschrijdt met een maximum van 75.246,19 €
De minimale kwartaalbijdrage bedraagt 1ste jaar: 606,00 € 2de jaar: 620,78 € 3de jaar: 635,56 € Vanaf het vierde volledige kalenderjaar bedraagt de minimale kwartaalbijdrage 650,34 € en de maximale bijdrage 3.664,49 €.
Zelfstandige in bijberoep: Voorlopige kwartaalbijdragen 1ste jaar: 67,05 € 2de jaar: 68,68 €
Startersgids | 93
3de jaar: 70,32 € Definitieve bijdragen: ◆◆
voor een referentieberoepsinkomen van minder dan 1.308,18 €: 0 €
◆◆
voor een referentieberoepsinkomen vanaf 1.308,18 €: 22% op het gedeelte beneden 51.059,94 €
◆◆
14,16% op het gedeelte boven 51.059,94 € met een maximum van 75.246,18 €
De minimale kwartaalbijdrage bedraagt 1ste jaar: 67,05 € 2de jaar: 68,68 € 3de jaar: 70,32 € Vanaf het vierde volledige kalenderjaar bedraagt de minimale kwartaalbijdrage 71,95 € en de maximale bijdrage 3.664,49 €. Deze bedragen moeten nog verhoogd worden met de beheerskosten. Deze kosten variëren afhankelijk van het sociale verzekeringsfonds, maar zijn beperkt tot 4,75% van het bedrag van de bijdrage sensu stricto. Vrijstelling van sociale bijdragen Een zelfstandige werknemer in hoofdberoep mag vrijstelling van betaling van sociale bijdragen vragen als hij naar zijn oordeel behoeftig is of deze toestand benadert. U moet deze aanvraag indienen bij uw sociaal verzekeringsfonds, dat het dossier doorgeeft aan de commissie voor vrijstelling van bijdragen. Deze commissie houdt rekening met de volgende elementen: het inkomen, de schulden, buitengewone uitgaven, gezinssamenstelling enzovoort. Deze vrijstelling kan volledig of gedeeltelijk zijn. 6.2.
Inschrijving bij een ziekenfonds De verplichte sociale dekking van de zelfstandige omvat voortaan ook de “kleine risico’s” waarvoor hij tot juli 2006 een aanvullende verzekering moest onderschrijven. De sociale uitkeringen in de gezondheidszorg worden echte beheerd door de ziekenfondsen. Het volstaat dus u aan te sluiten bij een ziekenfonds van uw keuze of gewoon uw statuutwijziging mee te delen aan uw huidige ziekenfonds De bevoegde ziekenfondsen voor de verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen zijn verenigingen zonder winstoogmerk die zich verenigd hebben in de volgende nationale verbonden: christelijke, socialistische, neutrale, liberale en vrije mutualiteiten. Gezien hun aantal gaan wij hen hier niet allemaal vermelden, maar op de website van het RIZIV (www.riziv.be) staan al deze verzekeringsinstellingen vermeld.
94 | De opstartformaliteiten vervullen
7.
Verzekeringen Ondernemen betekent berekende risico’s nemen en is bijgevolg niet vrij van gevaar. Het is van belang dat u zich terdege hiervan bewust bent en deze gevaren accuraat weet in te schatten. Hiervoor kunt u de hierna volgende checklist gebruiken. In tweede instantie moet u bepalen welke risicograad u als aanvaardbaar beschouwt en, voor de overige risico’s proberen een gepaste dekking te vinden. Wat u zienswijze ook is, u bent wettelijk verplicht bepaalde verzekeringen aan te gaan. Verder bent u als enige aansprakelijk voor de tussenoplossing die zich idealiter bevindt op de schaal tussen “zero coverage” (geen enkel risico dekken en op het noodlot vertrouwen) en volledige risicoaversie (geen enkel risico lopen door eenvoudigweg geen onderneming op te richten). Eerst moet u alle risico’s inventariseren die eigen zijn aan de uitoefening van uw beroepswerkzaamheid. Bovendien mag u daarbij de sociale verzekeringsdekking van uzelf of van uw werknemers niet uit het oog verliezen. Een verzekering burgerrechtelijke aansprakelijkheid (BA) voor uw voertuig spreekt vanzelf. Maar wist u dat u zich kunt verzekeren tegen bedrijfsverliezen door brand? U zult ongetwijfeld een verzekering “kleine risico’s” sluiten bij een ziekenfonds, maar ook een verzekering gewaarborgd inkomen is het overwegen waard! Bepaalde verzekeringsmaatschappijen bieden een totaalpakket vastepremieverzekeringen (koopsomverzekeringen). Daarnaast zijn er verzekeraars die zich in een bedrijfstak specialiseren. Nogmaals: denk erom dat de beslissingen die u vandaag neemt, gevolgen hebben voor morgen. Probeer geen enkel detail over het hoofd te zien: roep de hulp in van professionals. Een verzekeringsmakelaar heeft als taak u de meest geschikte oplossing voor te stellen, met de beste prijs-/ kwaliteitsverhouding. De CBFA is belast met het toezicht op de verzekeringsmaatschappijen en de verzekeringstussenpersonen Commissie voor het bank-, financie- en assurantiewezen Congresstraat 12-14 1000 Brussel Tel. 02 220 52 11 Fax: 02 220 52 75 Web: www.cbfa.be Talloze verzekeringsmakelaars beperken zich niet tot de naleving van de weten regelgeving inzake verzekeringsbemiddeling, maar hebben zich ook ertoe verbonden kwaliteitshandvesten en gedragscodes in acht te nemen die door de beroepsverenigingen uit de sector worden voorgesteld (BVVO, FEPRABEL BROCOM). Louter ter informatie volgt hier een checklist die we overgenomen hebben uit de New Business Gids (www.newbusiness.be).
Startersgids | 95
Het kan zijn dat bepaalde rubrieken niet op u van toepassing zijn. Dat hangt af van uw activiteit en van de keuzes die u hebt gemaakt. Wel gaat het hier om een relatief volledig hulpmiddel dat universeel bruikbaar is en u de garantie biedt dat u geen belangrijke punten over het hoofd ziet. 7.1.
Checklist van ondernemingsrisico’s Gebouwen ➞➞ Brand, ontploffing ➞➞ Diverse uitbreidingen ➞➞ Nieuwwaarde ➞➞ Elektrische schade ➞➞ Honoraria van deskundigen ➞➞ Storm, hagel ➞➞ Glasbreuk ➞➞ Waterschade ➞➞ Diefstal ➞➞ Machinebreuk ➞➞ Alle risico’s, bijzondere uitrustingen ➞➞ (uithangbord, lab, kantoor, computer) ➞➞ Informatica ➞➞ Documenten – plannen – modellen ➞➞ Bedrijfsverliezen ➞➞ Door brand ➞➞ Door machinebreuk ➞➞ Staking, oproer ➞➞ Preventie Wagenpark ➞➞ Bedrijfsvoertuigen ➞➞ Burgerrechtelijke aansprakelijkheid (BA) ➞➞ Overige risico’s ➞➞ Machinebreuk ➞➞ Voertuigen van het bedrijfswagenpark ➞➞ Burgerrechtelijke aansprakelijkheid (BA) ➞➞ Overige risico’s ➞➞ Voertuigen van het personeel Grondstoffen, afgewerkte producten, contanten en waarden ➞➞ Goederenvervoer ➞➞ Invoer ➞➞ Doorvoer ➞➞ Uitvoer
96 | De opstartformaliteiten vervullen
➞➞ ➞➞ ➞➞ ➞➞ ➞➞ ➞➞ ➞➞
Opslag en doorvoer Goederenopslag In magazijn In fabriek Vervoer en opslag van contanten en waarden Zeeschepen en binnenvaartuigen Spoorwegwagons
Verkoopactiviteiten ➞➞ Financiële risico’s ➞➞ Handelsrisico’s ➞➞ Politieke risico’s ➞➞ Borgstelling ➞➞ Forfaitering ➞➞ Factoring ➞➞ Promotionele verzekeringen ➞➞ Uitbreiding van de fabrieksgarantie ➞➞ Onderhoudscontracten – opheffing van storingen, reparatie ➞➞ Veiligheid – krediet ➞➞ individueel / collectief voor verkoop ➞➞ Percelen en prijzen Bouwrisico’s ➞➞ Uitbreidingen en/of verbouwing van bestaande installaties ➞➞ Alle bouwplaatsrisico’s ➞➞ Montage – proefnemingen ➞➞ Tienjarige BA ➞➞ Bouw van een sleutelklare fabriek ➞➞ Onderaanneming Aansprakelijkheid ➞➞ BA exploitatie ➞➞ BA producten (na levering) ➞➞ BA gebouwen die niet voor de bedrijfsuitoefening zijn bestemd ➞➞ BA werkgever ➞➞ BA werkgever auto ➞➞ BA heftrucks – Clark trucks ➞➞ Beroepsaansprakelijkheid ➞➞ BA sociale mandatarissen ➞➞ BA technologische risico’s ➞➞ Aansprakelijkheid van bevrachters Personeel ➞➞ Arbeidsongevallen ➞➞ Beperkte dekking tot het wettelijk plafond
Startersgids | 97
➞➞ ➞➞ ➞➞ ➞➞ ➞➞ ➞➞ ➞➞ ➞➞ ➞➞ ➞➞ ➞➞ ➞➞ ➞➞ ➞➞ ➞➞ ➞➞ ➞➞ ➞➞ ➞➞ ➞➞ ➞➞ ➞➞ ➞➞ ➞➞ ➞➞
Dekking boven het wettelijk plafond Ongevallen in het privé-leven Beperkte dekking tot het wettelijk plafond Dekking boven het wettelijk plafond Strijd tegen arbeidsverzuim Groep Pensioen Overlijden Arbeidsongeschiktheid Gewaarborgd inkomen (al dan niet geïndexeerd) Arbeidsongeschiktheid/ziekte/ongeval Medisch plan Ziekenhuisopname Heelkundige ingrepen Poliklinische geneeskunde Medewerkers Gezin Verplaatsingen Omniumverzekering opdrachten Bagage Bijstand Vliegtuigkaping Geneeskundige controle Preventie Niet-loontrekkende bedrijfsleiders
8.
Bijlagen
8.1.
Lijst met erkende ondernemingsloketten De volledige lijst met bedrijfszetels (meer dan 200) vindt u op de website van de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie: www.mineco.fgov.be. Hieronder vindt u de lijst van de bureaus in Brussel ACERTA ondernemingsloket www.acerta.be BIZ ondernemingsloket www.xerius.be H.D.P. ondernemingsloket www.hdp.be
98 | De opstartformaliteiten vervullen
EUNOMIA www.eunomia.be FORMALIS www.formalis.be Zenito Ondernemingsloket www.zenito.be PARTENA ondernemingsloket www.partena.be SECUREX ondernemingsloket – GO-START www.go-start.be U.C.M. ondernemingsloket www.ucm.be 8.2.
Lijst met sociale verzekeringsfondsen Groep S www.groeps.be Xerius www.xerius.be ZENITO www.zenito.be Partena www.partena.be Acerta www.acerta.be Arenberg www.arenberggroup.be Securex-Integrity www.securex.be Attentia sociaal verzekeringsfonds www.attentia.be Multipen www.multipen.be
Startersgids | 99
HDP www.hdp.be Steunt Elkander Groep www.steuntelkander.be Sociaal verzekeringsfonds van de UCM www.ucm.be Nationale Hulpkas voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen www.rsvz-inasti.fgov.be/nl/helpagency/index.htm
100 | De opstartformaliteiten vervullen
08 Uw onderneming vestigen
Startersgids | 101
Het spreekt voor zich dat de keuze van een vestigingsplaats van groot belang is bij de start van een onderneming. Wij hebben niet de bedoeling om de verschillende criteria te bespreken die uw keuze zullen beïnvloeden zoals de nabijheid van afzetmarkten, de prijs, de communicatieinfrastructuur, de uitbreidingsmogelijkheden, de aanwezigheid van ondernemingen uit dezelfde sector, enz. Het lijkt ons interessanter u een overzicht te geven van de verschillende vestigingsmogelijkheden waaraan u misschien niet gedacht heeft. De hieronder beschreven vestigingsplaatsen werden vooral gecreëerd op initiatief van of in samenwerking met de overheid.
1.
De verschillende vestigingsmogelijkheden
1.1.
De bedrijvencentra Bij de start van een onderneming kan het aangewezen zijn om onmiddellijk te beschikken over een aangepaste en moduleerbare ruimte zonder grote investeringen te doen. Een bedrijvencentrum kan, gelet op de beperkte middelen bij de opstart van uw onderneming, een interessant alternatief zijn voor de hoge huur van een lokaal of voor de vestiging in een onaangepaste ruimte in uw achterkeuken. Ook al zijn de omstandigheden waarin vele ondernemingen het daglicht zien soms lovenswaardig, dan nog lijkt het ons veel interessanter een comfortabele oplossing te zoeken en vanaf het begin te kunnen beschikken over vergaderruimtes, een parking voor de klanten, een dienst voor het bijhouden van uw briefwisseling … Het gebruik van deze infrastructuur en diensten deelt u met andere ondernemingen. U betaalt hiervoor een redelijke forfaitaire prijs of een bedrag in functie van het gebruik dat u van deze mogelijkheden maakt. De hieronder beschreven voorbeelden geven u een goed idee van de diensten die een bedrijvencentrum kan aanbieden. We stellen u enkel de centra voor die overheidssteun genieten (gemeentelijk, gewestelijk, Europees). De overheidssteun aan bedrijvencentra, meestal in de sociale economie, kadert in een nieuwe gewestelijke sociaal-economische ontwikkelingspolitiek. Volledigheidshalve voegen we hier aan toe dat de meeste centra beschikken over een lokaal economieloket. De oprichting van deze loketten kadert eveneens binnen dezelfde doelstelling van lokale sociaal-economische ontwikkeling. Deze diensten zijn complementair aan de vestigingsmogelijkheden binnen een bedrijvencentrum. Ze zijn er nochtans niet onlosmakelijk mee verbonden. Iedereen die een activiteit wil opstarten of ontwikkelen die bijdraagt tot de heropleving van de betrokken wijken kan immers aanspraak maken op een gepersonaliseerde begeleiding vanwege het bedrijvencentrum zonder er zelf gevestigd te zijn. Hieronder vindt u een lijst van deze lokale economieloketten.
102 | Uw onderneming vestigen
BC DANSAERT Het centrum Dansaert, gevestigd in een creatieve buurt, is een centrum voor de opstart van projecten met als doel de economische ontwikkeling van creatieve en ambachtelijke activiteiten te vergemakkelijken en te ondersteunen. BC Dansaert Aalststraat 7-11 1000 Brussel +32 2 213 36 31
[email protected] www.dansaert.be EUCLIDES Euclides geeft de voorkeur aan het warme onthaal van KMO’s en hun bezoekers. Onze adviseurs helpen u inzake financiering, subsidies en contacten. Naast het aanbod van bureaus en werkruimten, worden diverse faciliteiten aangeboden: parking, vergader- en projectiezalen, cafetaria, cyberruimte. Euclides Scheikundigestraat 34-36 1070 Brussel +32 2 529 00 00
[email protected] www.euclides.be LA LUSTRERIE Licht in overvloed, functionele ruimtes, een gepersonaliseerde begeleiding op maat. De doelstelling van dit centrum voor jonger ondernemingen is kleine structuren, gericht op de beroepen van design en creatie, samen te brengen. La Lustrerie Paleizenstraat 153 1030 Brussel +32 2 244 44 00
[email protected] www.lalustrerie.be BC MOLENBEEK Het bedrijvencentrum en het lokale economieloket van Molenbeek bieden gepersonaliseerde diensten aan aan ondernemingen en aan al zij die zelfstandig willen worden of hun eigen onderneming wensen op te starten. Zij worden actief ondersteund door de gemeente.
Startersgids | 103
BC Molenbeek Werkhuizenstraat 7-9 1080 Brussel +32 2 412 10 00
[email protected] www.c-entreprises.be m-BRUSSELS VILLAGE Dit centrum biedt aan opstartende ondernemingen vestigingsmogelijkheden in een beloftevolle omgeving met als doel synergiën tot stand te brengen tussen de verschillende marktspelers. m-Brussels Village Paleizenstraat 44 bus 1 1030 Brussel +32 2 211 33 70
[email protected] www.brusselsvillage.be LES ATELIERS DES TANNEURS Dit centrum strekt zich uit over 6000 m2, in het voormalige Wijnpaleis, een volledig gerenoveerd gebouw in Art Nouveau stijl. Deze ontwikkelingspool van economische activiteiten en jobs biedt bedrijven productieateliers, diensten, advies en ontmoetingsruimten aan. Les Ateliers des Tanneurs Huidevettersstraat 58-62 1000 Brussel +32 2 512 67 11
[email protected] www.ateliersdestanneurs.be VILLAGE PARTENAIRE In het hartje van het Zuidkwartier, zal dit centrum een 40-tal opstartende ondernemingen huisvesten in harmonie met de doelstelling van heropleving van Sint Gillis. Diensten: vergaderzalen, cafetaria, tele-secretariaat en coaching op maat. Village Partenaire Fernand Bernierstraat 15 1060 Brussel +32 2 537 44 44
[email protected] www.villagepartenaire.be
104 | Uw onderneming vestigen
Pepibru Pepibru is een bedrijvencentrum in de buurt van het Zuidstation, toegespitst op de audiovisueel sector en de creative sectoren. Barastraat 173-177 1070 Brussel +32 2 560 21 11
[email protected] www.pepibru.be 1.2.
Lokale economieloketten Enkele gemeenten, gelegen aan het kanaal, beschikken over een lokaal economieloket, dat startende ondernemers begeleidt bij de uitbouw van hun project. Zij werken nauw samen met bedrijvencentra, die kantoorruimten verhuren aan gematigde prijzen. De economieloketten richten zich tot de lokale ondernemers (zelfstandigen, kmo’s, handelszaken,…). Zij geven advies en begeleiding inzake diverse materies (formaliteiten, subsidies, financiering,…) Hieronder vindt u een lijst van loketten die operationeel zijn op het ogenblik van de redactie van dit document: ◆◆
Loket van Anderlecht Scheikundigestraat 34-36 1070 Anderlecht +32 2 529 00 00
[email protected]
◆◆
Loket van Brussel Stad Aalststraat 7-11 1000 Brussel + 32 2 213 37 64
[email protected]
◆◆
Loket van Molenbeek Meelfabrieksplein 10 1080 Molenbeek + 32 2 410 01 13
[email protected] www.c-entreprises.be
◆◆
Loket van Sint-Gillis Fernand Bernierstraat 15 1060 Sint-Gilles + 32 2 537 44 44
[email protected]
Startersgids | 105
◆◆
Loket van Schaarbeek Gallaitstraat 36 1030 Schaarbeek + 32 2 215 73 29
[email protected] www.economielocale.org
U zal meer te weten komen over deze lokale economieloketten en bedrijvencentra door een kijkje te nemen op de website www.netwerkbc.be. Maar natuurlijk kan u ook nagaan wat de private bedrijvencentra u aanbieden. Neem hiervoor een kijkje op de website www.mijnstarterkit.be , rubriek “nuttige links”. 1.3.
Incubators Een incubator is een onroerende structuur die verbonden is aan een universiteit of hogeschool en die universitaire spin-offs of andere innoverende start-ups die ontstaan zijn uit wetenschappelijk onderzoek, opvangt. Door zijn lokalen ter beschikking te stellen tegen gunstige financiële voorwaarden, stelt de incubator de spin-off in staat een kritieke commerciële grootte te bereiken vooraleer hij op eigen benen moet staan. Om deze stap naar autonomie te bevorderen biedt de incubator ook advies met betrekking tot de technologische en bestuurlijke ontwikkeling (technologievalidatie, kapitaal vergaren, subsidies en financiering enz.) van de opkomende onderneming. Sinds 2006 verzekert de GOMB, op verzoek van de Brusselse minister voor Economie, de coördinatie van de Brusselse incubators. EEBIC (Erasmus European Business & Innovation Center) EEBIC, gelegen aan de ingang van Brussel en dicht bij het Erasmus ziekenhuis, stelt jonge innoverende bedrijven moduleerbare kantoorruimten, laboratoria of werkruimten voor. Een volledige administratieve infrastructuur stelt u in staat onder de beste voorwaarden van start te gaan: secretariaat, onthaal van bezoekers, gepersonaliseerde telefonische permanentie, recente en veilige IT infrastructuur... EEBIC biedt tevens een professionele begeleiding aan tijdens de ontwikkeling van uw project: opstellen van een business plan, beheersadvies, het zoeken van industriële en financiële partners,… EEBIC Joseph Wybranlaan 40 1070 Brussel +32 2 529.58.11
[email protected] www.eebic.be
106 | Uw onderneming vestigen
Eurobiotec Eurobiotec Brussels S.A., dat operationeel zal zijn vanaf mei 2009, zal spin-offs en start-ups in de biotechnologiesector ondersteunen. Ze zal dit doen, enerzijds via de terbeschikkingstelling van kantoren, laboratoria met volledig geïntegreerde diensten en een technologische en bestuurlijke ondersteuning op maat, en anderzijds via de validatie van nieuwe biotechnologische procedés (fermentatie > zuivering > formulering). Eurobiotec Researchdreef 4 1070 Brussel T +32 2 206 02 82 F +32 527 94 14
[email protected] www.eurobiotec.be ICAB Het Incubatiecentrum Arsenaal Brussel (ICAB), verbonden aan de VUB, zal in de zomer van 2009 zijn deuren openen op de site van Arsenal te Etterbeek. Het ICAB heeft zich tot doel gesteld de groei en ontwikkeling van jonge technologiebedrijven te stimuleren. ICAB zal ondernemers die een bedrijf willen oprichten in de informatie- en communicatiesector onderdak verschaffen en begeleiden. ICAB Site Arsenaal, Witte Paterstraat, 4 1040 Brussel T +32 2 737 67 11
[email protected] www.icab-brussel.be BLSI (Brussels Life Science Incubator) Deze incubator is een interuniversitaire en interdisciplinaire ontmoetingsplaats voor ondernemingen in de sector onderzoek en ontwikkeling, die hoofdzakelijk actief zijn in de domeinen gezondheidszorg en oncologie. BLSI (Brussels Life Science Incubator) Mounierlaan 83 1200 Brussel T +32 2 764 41 64 www.parc.ucl.ac.be Solvay Solvay stelt zijn grootste site voor Onderzoek en Ontwikkeling open voor start-ups. Om start-ups de kans te geven zich te concentreren op hun kernactiviteit, biedt Solvay Research & Technology start-ups onderzoeksruimten, de nodige ondersteuning voor hun activiteit en bijzonder gunstige huisvestingsvoorwaarden voor
Startersgids | 107
een periode van twee jaar, en dit in het kader van een overeenkomst waarbij de start-up zijn volledige onafhankelijkheid en de eigendomsrechten op zijn onderzoek behoudt. Solvay Ransbeekstraat 310 1120 Brussel +32 2 264 24 89
[email protected] www.solvay.com Brussels Business Base (3B) In afwachting van de indienststelling van de nieuwe incubators ICAB en Eurobiotec wordt 900 m², verdeeld over drie verdiepingen, voorbehouden voor de tijdelijke opvang van spin-offs. De spin-offs die zich vestigen op deze site kunnen gebruikmaken van de technologische en managementbegeleiding van de incubator, de universiteit of de hogeschool die hun project ondersteunt (UCL, VUB, ULB, EEBIC, ICAB of Eurobiotec). Brussels Business Base (3B) Ransbeekstraat 230 1120 Brussel Contact: GOMB, Gabrielle Petitstraat 6, 1080 Brussel + 32 2 422 50 43
[email protected] www.incubateur3B.be 1.4.
De opvanginfrastructuur van de GOMB De Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (GOMB) is een publiekrechtelijke pararegionale instelling. Op economisch vlak heeft de GOMB als opdracht de economische ontwikkeling en de tewerkstelling in het Brussels Gewest te ondersteunen. De GOMB bezit een vastgoedpatrimonium van bedrijfsparken, researchparken en bedrijfsgebouwen op een 30-tal goed gelegen locaties in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Een bedrijf dat zich wil vestigen op een GOMB-infrastructuur moet daartoe erkend worden door de Raad van Bestuur van de GOMB. Alle ondernemingen die zowel materiële goederen en diensten als immateriële goederen produceren, komen in aanmerking voor vestiging op een GOMB-site, indien ze de voorschriften van het Gewestelijk Bestemmingsplan (GBP) naleven. De vestiging van gespecialiseerde groothandelszaken en winkelcentra (sectoren die tot op heden uitgesloten waren) kan voortaan ook toegelaten worden op voorwaarde dat er geen enkele andere vestigingsmogelijkheid is op een andere site in
108 | Uw onderneming vestigen
het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en na grondig onderzoek van het dossier door de diensten van de GOMB. De volgende sectoren blijven echter uitgesloten van een eventuele vestiging: automobiel- en carrosserieactiviteiten (inclusief recyclage en afbraak), opslag en logistiek, en administratieve en financiële activiteiten. Gezien de aandacht die wordt geschonken aan de werkgelegenheid, zullen de diensten van de GOMB er in elk geval op toezien dat het vastgoed prioritair ingenomen wordt door ondernemingen die een gegeven tewerkstellingsdichtheid per hectare grond halen of zullen halen. De norm is 75 personen/hectare voor immateriële productieactiviteiten en 50 personen/hectare voor materiële productieactiviteiten Het gebruik van de terreinen wordt in principe vastgelegd volgens het erfpachtstelsel. In een aantal gevallen is de aankoop van terreinen, gekoppeld aan een aantal specifieke voorwaarden, en de formule van huurkoop mogelijk. De gebouwen of modules kunnen gehuurd of gekocht worden of in erfpacht worden genomen. Contact: Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest – GOMB Commercialisatie zonings Gabrielle Petitstraat 6 1080 Brussel + 32 2 422 51 11
[email protected] www.gomb.be 1.5.
Inventimmo De GOMB (zie hierboven) beschikt tevens over een databank van beschikbare werkruimten, opslagplaatsen, industrieterreinen en oude kantoren te koop of te huur in Brussel. Deze databank kan gratis geconsulteerd worden op het internet en laat toe een selectie te maken van gebouwen of terreinen in functie van de specifieke behoeften van de onderneming. De informatie wordt permanent geactualiseerd.
Startersgids | 109
Contact: Gewestelijke Ontwikkelingsmaatschappij voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest – GOMB Inventimmo Gabrielle Petitstraat 6 1080 Brussel + 32 2 422 51 11
[email protected] www.inventimmo.be 1.6.
De vastgoedmakelaars U kan uiteraard ook een beroep doen op de diensten van één van de talrijke vastgoedmakelaars, al dan niet gespecialiseerd, die de Brusselse markt onder elkaar verdelen. Of het nu een internationale groep is of een eenvoudige zelfstandige, ze zullen u zo goed mogelijk adviseren binnen de beperkingen van de vastgoedmarkt die ze beheren. Voor meer informatie: Beroepsinstituut van Vastgoedmakelaars Luxemburgstraat 16 B 1000 Brussel + 32 2 505 38 50
[email protected] www.biv.be
2.
Het contract
2.1.
De handelshuurovereenkomsten Indien u wil genieten van een zekere stabiliteit van uw handelszaak, dan zal u graag horen dat de uitbating van een kleinhandel of van een bedrijf van een ambachtsman die rechtsreeks in contact staat met het publiek beschermd wordt door de Wet op de handelshuur. De handelshuurovereenkomst kan schriftelijk of stilzwijgend bij de ingenottreding worden afgesloten. Teneinde eventuele problemen te vermijden is het vanzelfsprekend aangewezen een handelshuurovereenkomst steeds schriftelijk af te sluiten. De eigenaar moet zelf instaan voor de registratie van het huurcontract, waardoor het tegenstelbaar wordt aan derden. Op die manier bent u beschermd wanneer het gebouw bijvoorbeeld verkocht zou worden door de verhuurder.
110 | Uw onderneming vestigen
Duur en hernieuwing De duur van een handelshuur bedraagt in principe 9 jaar en is drie maal hernieuwbaar. De huurder kan dus gedurende 36 jaar het handelspand betrekken. Als huurder kan u om de drie jaar de huur opzeggen bij aangetekend schrijven of via deurwaardersexploot mits naleving van een opzegtermijn van zes maanden. Het is op elk moment mogelijk om een handelshuur met onderlinge toestemming te beëindigen, mits deze wederzijdse instemming vastgelegd wordt in een authentieke akte of in een verklaring neergelegd voor de vrederechter. De hernieuwing van de handelshuurovereenkomst gebeurt niet automatisch. Indien u zich wil verzekeren van de continuïteit van uw huur na negen jaar, dan moet u deze hernieuwing aanvragen per aangetekend schrijven of bij deurwaardersexploot ten vroegste 18 maanden en ten laatste 15 maanden voor het eindigen van de lopende huurperiode van 9 jaar. De verhuurder heeft drie maanden om te reageren en zijn goedkeuring of weigering te betekenen of om de hernieuwing te laten afhangen van bepaalde voorwaarden. Bij uitwijzing voorziet de wet in principe in belangrijke schadevergoedingen voor de huurder. Herziening van de huurprijs Ongeacht de contractueel voorziene indexering van de huurprijs kan zowel de huurder als de verhuurder om de drie jaar bij de vrederechter een herziening van de huurprijs vragen. In dat geval moeten zij bewijzen dat nieuwe omstandigheden een verhoging of verlaging van de huurprijs verantwoorden: ◆◆
aanzienlijke wijziging van de huurwaarde van het goed (een verhoging of verlaging van minstens 15%);
◆◆
belangrijke verbouwingen voor rekening van de eigenaar;
◆◆
wijziging van de economische omgeving, onafhankelijk van de eigenlijke uitbating van de handelszaak.
Verbouwingen De eigenaar mag zich nooit verzetten tegen de verbouwing van de lokalen indien dit aanleiding geeft tot een verhoging van de rendabiliteit van de handel van de huurder. De kosten mogen de huur van drie jaar niet te boven gaan. De eigenaar kan nochtans, op het ogenblik dat hij zijn goedkeuring geeft, het herstel van de lokalen in de oorspronkelijke staat vragen bij het einde van de overeenkomst. De huurder moet de eigenaar officieel op de hoogte brengen van zijn voornemen om verbouwingswerken uit te voeren aan het gehuurde goed. De verhuurder kan zich binnen de dertig dagen wegens gegronde reden verzetten tegen de verbouwingswerken (indien de veiligheid, stabiliteit of esthetische waarde van het gebouw niet langer gegarandeerd blijven).
Startersgids | 111
Overdracht en onderhuur In principe kan u uw handelshuur slechts overdragen of de gehuurde lokalen onderverhuren indien u gelijktijdig uw handelsfonds overdraagt. In dat geval kan de verhuurder zich niet verzetten tegen de overdracht of de onderhuur tenzij hijzelf of iemand van zijn familie in een gedeelte van het gebouw woont of indien u uw handel gedurende minder dan twee jaar uitoefent in de gehuurde lokalen. In uw hoedanigheid van onderverhuurder of overdrager van de handelshuur, blijft u verantwoordelijk voor de naleving van de verbintenissen uit de hoofdhuur. Op de site van de Kamer van Arbitrage en Bemiddeling vindt u een model van handelshuurovereenkomst (www.arbitrage-mediation.be). Opschortend beding Teneinde u te beschermen tegen het risico van niet- afgifte van de vereiste vergunningen (bijvoorbeeld stedenbouwkunde of milieu), stellen wij u voor om in uw handelshuurovereenkomst de volgende clausule op te nemen : “De onderhavige overeenkomst neemt aanvang op het moment waarop de nodige vergunningen toegekend zijn en er geen beroep meer kan aangetekend worden tegen deze vergunningen. Ingeval de vergunningen niet worden toegekend, zal deze overeenkomst worden beschouwd als heeft ze nooit bestaan en staat het de partijen vrij te beschikken zonder bijkomende formaliteiten. In afwachting van het bekomen van de vergunningen, betaalt de kandidaat-huurder aan de eigenaar een maandelijkse forfaitaire som voor de precaire bezetting, voor een bedrag dat gelijk is aan de maandelijkse huur wanneer de opschorting zal worden opgeheven.” 2.2.
Fiscaliteit en onroerend goed Voor de verkoop, de ruil en alle andere overeenkomsten onder bezwarende titel, betreffende de overdracht van eigendom of vruchtgebruik van in België gelegen onroerende goederen bent u in principe een registratierecht van 12,5% verschuldigd. Onder bepaalde voorwaarden kan u een gebouw onder toepassing van de btw overdragen. In dit geval zijn geen registratierechten verschuldigd. Eén van deze voorwaarden is dat het gebouw nieuw moet zijn. Voor de toepassing van de btw is een gebouw nieuw tot 31 december van het tweede jaar dat volgt op het jaar van de eerste ingebruikneming of de eerste inbezitneming. De btw op de verkoop van een gebouw bedraagt in principe 21%. Bij de vervreemding van een gebouw zonder de btw bedraagt het evenredig registratierecht 12,5%. Op het eerste zicht lijkt de vervreemding van een gebouw met btw nadelig. Niettemin kan de vervreemding van een gebouw met btw zowel voor de koper als voor de verkoper voordeliger zijn. Bij de vervreemding van een gebouw met betaling van registratierechten heeft de verkoper immers geen recht op de aftrek van de btw geheven op de aankoop- of oprichtingskosten.
112 | Uw onderneming vestigen
Opschortend beding Indien u een gebouw en/of een terrein overweegt te kopen, om u te vrijwaren tegen een risico van bodemvervuiling, raadpleegt u best een notaris en vraagt u hem om een opschortend beding op te stellen bij het opmaken van de compromis. Wat betreft de niet- afgifte van andere vereiste vergunningen (bijvoorbeeld stedenbouwkunde of milieu) stellen we u het volgende voor: “De onderhavige overeenkomst neemt aanvang op het moment waarop de nodige vergunningen toegekend zijn en er geen beroep meer kan aangetekend worden tegen deze vergunningen. Ingeval de vergunningen niet worden toegekend, zal deze overeenkomst worden beschouwd als heeft ze nooit bestaan en staat het de partijen vrij te beschikken zonder bijkomende formaliteiten.” 2.3.
De vergunningen In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, zoals elders trouwens, is men niet vrij in de uitoefening van een bepaalde activiteit op een bepaalde plaats. Van zodra u een vestigingsplaats in overweging neemt, raden wij u aan u eerst te informeren over de eventuele voorwaarden voor uitoefening van een activiteit.
De stedenbouwkundige vergunning In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest vermeldt het Brussels Wetboek van Ruimtelijke Ordening de lijst met handelingen en werken die voorafgaand goedgekeurd moeten worden door het College van Burgemeester en Schepenen of door de gewestelijke stedenbouwkundige administratie. Een stedenbouwkundige vergunning is met name vereist voor de bouw, renovatie, sloop of heropbouw van een gebouw. Ook een eenvoudige wijziging in het gebruik of de bestemming van een al dan niet bebouwd terrein kan volstaan om de verkrijging van een dergelijke vergunning verplicht te maken ! Algemeen genomen kunnen we stellen dat, als er een BBP (Bijzonder Bestemmingsplan) of een verkavelingsvergunning bestaat, het College van Burgemeester en Schepenen rechtstreeks instaat voor de toekenning of weigering van de vergunning. Bestaat er geen BBP of verkavelingsvergunning of wijkt het project af van de voorschriften in het BBP, de verkavelingsvergunning of het Gewestelijk Bestemmingsplan (GBP), dan wordt het dossier doorgestuurd naar de bevoegde ambtenaar (gewestelijke stedenbouwkundige administratie). Het College van Burgemeester en Schepenen neemt een beslissing binnen de 45, 75, 90 of 120 dagen naargelang het project al dan niet het advies van de bevoegde ambtenaar en/of bijzondere maatregelen van openbaarheid (openbaar onderzoek en overlegcommissie) vereist. Eens deze termijn voorbij, kan de aanvrager zich tot de bevoegde ambtenaar wenden door hem een conforme kopie te bezorgen van het dossier dat naar de
Startersgids | 113
gemeente werd verzonden. Bij een weigering kan beroep aangetekend worden bij het Stedenbouwkundig college : het college geeft een advies en maakt dit over aan de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest die een beslissing zal nemen over de toekenning of weigering van de verguning. Daarbij moeten we verduidelijken dat bij elke aanvraag m.b.t. een industriële of commerciële uitbating meestal ook een milieuvergunning moet aangevraagd worden (cf. volgend punt). In het geval van projecten die beschouwd worden als “gemengde” projecten, dus projecten die een milieuvergunning klasse IA of IB evenals een stedenbouwkundige vergunning vereisen, zullen de aanvragen gelijktijdig moeten worden ingediend. Het gebruik van de ene vergunning is afhankelijk van de afgifte van de andere vergunning. Voor bijkomende inlichtingen kan u contact opnemen met het departement Expertise van het BAO. Brussels Agentschap voor de Onderneming Infodienst , bel 1819
[email protected] www.bao.irisnet.be
De milieuvergunning Een milieuvergunning is een administratieve vergunning die technische voorschriften bevat die moeten nageleefd worden door de uitbater zodanig dat zijn installatie geen hinder of gevaar betekenen voor de buurt en dat ze niet, rechtsreeks of onrechtstreeks, schade berokkent aan de omgeving, de gezondheid of de veiligheid van de bevolking. De milieuvergunning kan enkel bekomen worden als de oppervlakte van de vestiging binnen de grenzen blijft, bepaald door het Gewestelijk bestemmingsplan (GBP). Met iedere zone van het GBP (woongebied, gemengd, sterk gemengd, stedelijke industrie, administratief) komt een toegelaten aantal vierkante meter overeen voor handel, ambacht, bureau, instellingen van gemeenschappelijk nut ,...). De activiteiten en toestellen waarvoor een milieuvergunning vereist, is wordt opgenomen in een lijst “de indelingsinrichtingen”. De activiteiten en toestellen worden ingedeeld in 5 klassen (1A, 1B, 1C, 2, en 3) in functie van de aard van uw activiteiten, de stoffen of procédés die u gebruikt en de omvang van de gevaren en effecten dat ze veroorzaken. De termijnen, de kosten, de “zwaarte” van de procedure, gaan in stijgende lijn van categorie III naar categorie IA (categorie III is een stelsel van gewone voorafgaande melding), zoals uit onderstaande tabel blijkt.
114 | Uw onderneming vestigen
Cat.
Termijn
Kost
Uitreikende instantie
Aanvullingen op de procedure
III
20 dagen
-
College van Burgemeester en Schepenen
/
II
60 dagen
125 € *
College van Burgemeester en Schepenen
/
/
effectenstudie
IC
dossiers Leefmilieu ondermeer Brussel m.b.t. asbest
IB
160 dagen
250 € *
Leefmilieu Brussel
effectenrapport
IA
+ 1 jaar
2500 € *
Leefmilieu Brussel
effectenstudie
* Deze bedragen worden betaald op gewestniveau. Er zijn ook bijkomende kosten, die variëren naargelang de gemeente.
Het is ook mogelijk een reeds bestaande vergunning voor een bepaalde site over te nemen, op voorwaarde dat : ◆◆
Deze niet vervallen is ;
◆◆
U de bevoegde autoriteit op voorhand op de hoogte brengt van de wijziging van uitbater;
◆◆
U de exploitatievoorwaarden, gesteld in de milieuvergunning, respecteert ;
◆◆
Uw exploitatie overeenstemt met de inhoud van de milieuvergunning (identieke uitrusting en activiteit).
Voorzichtigheid is dus geboden wanneer u een zaak overneemt waarvan u veronderstelt dat er nog een oude exploitatie- of milieuvergunning voor geldt: de minste wijziging van de oorspronkelijke voorwaarden ten tijde van de afgifte kan volstaan om de geldigheid van de toelating opnieuw in vraag te stellen. Bovendien is het ook mogelijk dat een installatie, zonder enige wijziging, tegenwoordig op een dergelijke lijst staat, terwijl dat vroeger niet het geval was. Ongeacht de situatie of het plan (exploitatie van een nieuwe installatie, verhuizing of opnieuw in dienst stellen van een bestaande installatie…) is het dus altijd verstandig om inlichtingen in te winnen bij het Departement Expertise. Er staan specialisten te uwer beschikking om u zo goed mogelijk te adviseren over uw belangen, over de te volgen weg. Hebt u een vergunning nodig? Zo ja, welke? Wat zijn de termijnen, de kosten? Wanneer en hoe kunt u beroep aantekenen? Brussels Agentschap voor de Onderneming Departement Expertise Tour & Taxis Havenlaan 86c, b 211 - 1000 Brussel Infodienst, bel: 1819
[email protected] www.bao.irisnet.be
Startersgids | 115
Beheer van verontreinigde bodems Het is, omwille van de kosten die een bodemsanering met zich meebrengt, ten zeerste aangeraden om, vooraleer een activiteit te ondernemen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de nodige inlichtingen in te winnen omtrent de toestand van de bodem waarop u uw activiteit wenst uit te oefenen. Bepaalde activiteiten worden automatisch beschouwd als risicovol voor de bodem : ze worden op een officiële lijst opgesomd. De kadastrale Brusselse percelen zijn opgesomd in de inventaris van de bodemstaat en ingedeeld in 5 categorieën (0, 1, 2, 3, 4). In het Brussels gewest is het noodzakelijk een bodemerkenning te laten uitvoeren door een studiebureau, erkend voor het uitvoeren van bodemstudies, indien: ◆◆
er een vervreemding is van de reële rechten van een perceel opgenomen in de inventaris in categorie 0 (verdenking van vervuiling).
◆◆
er een stopzetting is van een risicovolle activiteit m.b.t . de bodem.
◆◆
er een einde komt aan de bestaande milieuvergunning die een risicovolle activiteit dekt.
◆◆
voorafgaand aan het bekomen van een milieuvergunning voor een risicovolle activiteit door de toekomstige uitbater.
◆◆
voorafgaand aan het bekomen van een milieuvergunning voor een niet-risicovolle activiteit op een perceel ingeschreven in categorie 0 (onder bepaalde hypotheses).
Het verkennend bodemonderzoek laat toe om de toestand van de bodem van een perceel te bepalen en eventueel een vervuiling van de bodem of van het grondwater vast te stellen. Deze eerste studie kan, als een vervuiling aan het licht komt, ertoe besluiten dat een gedetailleerd onderzoek moet uitgevoerd worden, en in sommige gevallen, dat de site moet risicobeheersmaatregelen ondergaan of gesaneerd worden. U wenst de bodemstaat van een perceel te kennen ? Consulteer uw notaris die een internetverbinding heeft met de dienst Inventaris van de bodemstaat van Brussel Milieu. Voor bijkomende inlichtingen kan u contact opnemen met het departement Expertise van het BAO (cf. milieuvergunning).
De wet op de handelsvestigingen: de sociaal-economische vergunning Toepassingsgebied De wet betreffende de handelsvestigingen is op u van toepassing indien:
116 | Uw onderneming vestigen
◆◆
de activiteit die u uitoefent, beantwoordt aan de definitie van een kleinhandelsbedrijf. Als kleinhandelsbedrijf moet worden beschouwd “de distributieeenheid waarvan de activiteit bestaat uit het wederverkopen op gewone wijze, in eigen naam en voor eigen rekening, van goederen aan consumenten, zonder deze goederen andere behandelingen te doen ondergaan dan die welke in de handel gebruikelijk zijn”.
◆◆
het ontwerp van handelsvestiging bestaat in:
➞➞ een ontwerp van nieuw bouwwerk waarbij voorzien wordt in de oprichting van een kleinhandelsbedrijf; ➞➞ een ontwerp van “handelsgeheel”, dit wil zeggen een geheel van kleinhandelsbedrijven die zich al dan niet in afzonderlijke gebouwen bevinden en waarvan al dan niet één en dezelfde persoon de promotor, de eigenaar of de uitbater is, die zich samen op eenzelfde plaats bevinden en die van rechtswege of feitelijk met mekaar verbonden zijn, in het bijzonder op financieel, commercieel of materieel vlak of die het voorwerp zijn van een procedure in gezamenlijk overleg op het gebied van bouwvergunning; ➞➞ een ontwerp van uitbreiding van een kleinhandelsbedrijf of van een handelsgeheel dat reeds de oppervlakte hieronder vermeld, heeft bereikt of zal overschrijden door de uitvoering van het ontwerp; ➞➞ een ontwerp van uitbating van één of meer kleinhandelsbedrijven of van een handelsgeheel in een bestaand gebouw dat niet bestemd was voor een handelsactiviteit; ➞➞ een ontwerp van belangrijke wijziging van de aard van de handelsactiviteit in een gebouw reeds aangewend voor handelsdoeleinden. ➞➞ en inzoverre de netto handelsoppervlakte de 400 m² overschrijdt. De “netto handelsoppervlakte” is “de oppervlakte bestemd voor de verkoop en toegankelijk voor het publiek, met inbegrip van de niet-overdekte oppervlakten. Deze oppervlakte omvat met name de kassazones, de zones die zich achter de kassa’s bevinden en de inkomruimte indien deze ook worden aangewend om waren uit te stallen of te verkopen”. Welke formaliteiten dienen vervuld te worden? Indien de vestiging onder de toepassing van de wet valt moet u als promotor of uitbater een aanvraag tot het bekomen van een sociaal-economische vergunning richten tot het College van burgemeester en schepenen van de plaats waar de vestiging zich bevindt. U kunt de aanvraag neerleggen op het gemeentehuis of per aangetekende brief opzenden. De aanvraag moet gedaan worden aan de hand van een formulier. Voor meer informatie over de procedure tot het bekomen van een sociaal-economische vergunning, de mogelijkheden om beroep in te dienen of zelfs om formulieren
Startersgids | 117
te downloaden raden wij u aan om de internetpagina’s hierover te raadplegen op de website van de federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie.. Federale Overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie Regulering en Organisatie van de Markten, Dienst Distributie North Gate III Koning Albert II-laan, 16 1000 Brussel. + 32 2 206 41 11 www.mineco.fgov.be
118 | Uw onderneming vestigen
09 De fiscale en boekhoudkundige verplichtingen Startersgids | 119
1.
Fiscale verplichtingen Als ondernemer zullen verschillende belastingen op u van toepassing zijn. We maken hier een onderscheid tussen:
1.1.
◆◆
Directe belastingen (personenbelasting en vennootschapsbelasting)
◆◆
Indirecte belastingen (BTW en registratierechten)
◆◆
Andere belastingen (successierechten, milieuheffingen, gemeentelijke belastingen,…)
Directe belastingen: personenbelasting en vennootschapsbelasting Als ondernemer staat u voor de keuze. Moet u uw bedrijf in eigen naam uitbaten of de vorm van een vennootschap aannemen? Eén van de elementen die uw keuze hierbij kunnen beïnvloeden is de fiscaliteit. De belastbare winst van een vennootschap wordt nagenoeg op dezelfde manier bepaald als die van een éénmanszaak. De tarieven zijn echter verschillend. In de personenbelasting kan het tarief oplopen tot 50%, terwijl het tarief van de vennootschapsbelasting maximaal 33,99% bedraagt. In bepaalde gevallen kan dit tarief daarenboven nog verlaagd worden. Vaak zal de vennootschapsvorm dan ook fiscaal interessanter zijn bij belangrijke winsten.
Personenbelasting Wie is aan de personenbelasting onderworpen? Als rijksinwoner bent U aan de personenbelasting onderworpen. Rijksinwoners zijn de personen die in België hun domicilie of de zetel van hun fortuin hebben. Tot bewijs van het tegendeel worden alle natuurlijke personen die in het rijksregister zijn ingeschreven als rijksinwoner beschouwd. Welke inkomsten zijn belastbaar in de personenbelasting? Uw in de personenbelasting belastbare inkomsten worden in vier categorieën onderverdeeld: Onroerende inkomsten Het belastbaar bedrag wordt bepaald, naargelang van het geval, op basis van het kadastraal inkomen of van de huuropbrengst. Vervolgens wordt het nettobedrag verkregen door de interesten van leningen af te trekken.
◆◆
Roerende inkomsten ◆◆ Er bestaan drie grote categorieën roerende inkomsten:
120 | De fiscale en boekhoudkundige verplichtingen
◆◆
inkomsten waarvan de aangifte in de personenbelasting niet verplicht is omwille van het feit dat bij hun inning een bevrijdende roerende voorheffing werd ingehouden (bijvoorbeeld inkomsten uit dividenden, kasbons, obligaties, enz.).
◆◆
inkomsten waarvan de aangifte verplicht is omdat bij hun inning geen roerende voorheffing werd ingehouden (bijvoorbeeld inkomsten van buitenlandse oorsprong).
◆◆
inkomsten die niet belastbaar zijn zoals de eerste schijf van 1.730 € (in 2010) per gezin van de inkomsten uit gewone spaarboekjes.
Roerende inkomsten zijn belastbaar ten belope van hun brutobedrag, dat wil zeggen vóór inhouding van de roerende voorheffing en vóór aftrek van de inningsen bewaringskosten. Diverse inkomsten Deze derde categorie belastbare inkomsten hebben als gemeenschappelijk kenmerk dat ze worden verkregen buiten de uitoefening van een beroepswerkzaamheid (bijvoorbeeld toevallige winsten en baten, prijzen, meerwaarden op onroerende goederen, enz.). Met uitzondering van de onderhoudsuitkeringen, worden de diverse inkomsten in principe belast aan een afzonderlijk tarief in plaats van aan het progressief tarief van de personenbelasting. Beroepsinkomsten Men kan zes categorieën beroepsinkomsten onderscheiden:
◆◆ ◆◆
bezoldigingen van werknemers;
◆◆
bezoldigingen van bedrijfsleiders;
◆◆
landbouw-, nijverheids- en handelswinsten;
◆◆
baten van vrije beroepen;
◆◆
winsten en baten in verband met een voorheen uitgeoefende beroepswerkzaamheid;
◆◆
vervangingsinkomsten: pensioenen, brugpensioenen, werkloosheidsuitkeringen, ziekte- en invaliditeitsvergoedingen, enz.
Uitgaven die recht geven op een belastingvoordeel Van het totale netto-inkomen kunt u bijzondere uitgaven aftrekken.
Deze uitgaven zijn gegroepeerd in twee categorieën: enerzijds de aftrekken die betrekking hebben op het langetermijnsparen en op onroerende investeringen (pensioensparen, levensverzekeringspremies, hypothecaire leningen, enz.), anderzijds de aftrekken in verband met de andere soorten uitgaven (giften, kinderopvangkosten, enz.).
Startersgids | 121
Welk belastingtarief is van toepassing in de personenbelasting? Voor het aanslagjaar 2010 (inkomsten 2009) zijn de tarieven personenbelasting als volgt vastgesteld: De eerste 7.900 €
25%
Van 7.900 € tot 11.240 €
30%
Van 11.240 € tot 18.730 €
40%
Van 18.730 € tot 34.330 €
45%
Vanaf 34.330 €
50%
Vóór de berekening van de belasting wordt een belastingvrije som berekend. Deze belastingvrije som moet aangerekend worden op de laagste inkomensschijf. Zij bedraagt voor het aanslagjaar 2010 (inkomsten 2009): 6.430 €. Boven op de personenbelasting moet U gemeentelijke opcentiemen betalen. Het percentage verschilt naargelang van de gemeente waar U woont.
Vennootschapsbelasting Wie is aan de vennootschapsbelasting onderworpen? Indien U een vennootschap opricht voor de uitoefening van uw activiteiten, dan zal deze in principe onderworpen zijn aan de vennootschapsbelasting. Aan de vennootschapsbelasting zijn onderworpen: alle vennootschappen, verenigingen, inrichtingen of instellingen die: ◆◆
rechtspersoonlijkheid bezitten;
◆◆
in België hun maatschappelijke zetel, hun voornaamste inrichting of hun zetel van bestuur of beheer hebben;
◆◆
en die zich met een exploitatie of met verrichtingen van winstgevende aard bezighouden.
Verenigingen zonder winstoogmerk zijn niet aan de vennootschapsbelasting onderworpen, voor zover hun activiteiten niet in strijd zijn met hun juridische vorm. Het statuut van vzw bindt de fiscale administratie niet automatisch en deze laatste kan een vzw die daadwerkelijk winst nastreeft aan de vennootschapsbelasting onderwerpen. Welke inkomsten zijn belastbaar in de vennootschapsbelasting? Het stelsel van de vennootschapsbelasting gaat ervan uit dat alle inkomsten van uw vennootschap bedrijfsinkomsten zijn. Het begrip “fiscale winst” heeft een totaal andere inhoud dan wat wordt verstaan onder “boekhoudkundige winst”. De boekhoudkundige winst vormt weliswaar de basis voor de berekening van het belastbaar inkomen maar dient op tal van punten te worden aangepast: ◆◆
bepaalde winsten worden vrijgesteld
122 | De fiscale en boekhoudkundige verplichtingen
◆◆
bepaalde lasten die het boekhoudkundig resultaat hebben bezwaard, zijn fiscaal niet aftrekbaar (“verworpen uitgaven”)
◆◆
de fiscaal aanvaarde afschrijvingen stemmen niet noodzakelijk overeen met de boekhoudkundige afschrijvingen
◆◆
activa kunnen ondergewaardeerd en passiva overgewaardeerd zijn.
Aan deze eerste reeks verschillen moeten de verschillen afkomstig van specifiek fiscale aftrekken worden toegevoegd. Die correcties en aftrekken, die van de boekhoudkundige winst naar de fiscale nettowinst leiden, worden gewoonlijk gegroepeerd in de volgende “acht bewerkingen”: ◆◆
de optelling van de drie bestanddelen van de fiscale winst: reserves, verworpen uitgaven en uitgekeerde winsten;
◆◆
de splitsing van de winsten volgens de Belgische of de buitenlandse oorsprong ervan;
◆◆
de aftrek van de niet-belastbare bestanddelen;
◆◆
de aftrek voor definitief belaste inkomsten (DBI) en voor vrijgestelde roerende inkomsten (VRI);
◆◆
de aftrek voor octrooi-inkomsten;
◆◆
de aftrek voor risicokapitaal;
◆◆
de aftrek van de vroegere verliezen;
◆◆
de investeringsaftrek.
De aldus vastgestelde nettowinst is gezamenlijk belastbaar. Hoeveel bedraagt het tarief in de vennootschapsbelasting? Het tarief vennootschapsbelasting bedraagt 33,99% (met inbegrip van de aanvullende (crisisbijdrage van 3%). Voor vennootschappen met een belastbaar inkomen van niet meer dan 322.500 € bestaat een verlaagd opklimmend tarief. Om het verlaagd tarief te genieten, moet uw vennootschap voldoen aan de volgende voorwaarden: ◆◆
De uitgekeerde winst van de vennootschap mag niet hoger zijn dan 13% van het gestorte kapitaal bij het begin van het boekjaar.
◆◆
De participaties van de vennootschap mogen niet meer bedragen dan 50% van haar gestort kapitaal, verhoogd met de belastbare reserves en geboekte meerwaarden.
◆◆
De vennootschap moet voor het aanslagjaar 2008 aan minimum één bedrijfsleider een bezoldiging van ten minste 36.000 € toegekend hebben. Wanneer het belastbaar inkomen lager is dan 36.000 €, moet de vennootschap aan ten minste één bedrijfsleider een bezoldiging toekennen die niet lager is dan haar belastbaar inkomen.
Startersgids | 123
◆◆
De vennootschap mag geen deel uitmaken van een groep die een coördinatiecentrum heeft.
◆◆
De aandelen mogen niet voor minstens 50% in handen zijn van andere vennootschappen.
◆◆
Het belastbaar inkomen mag niet meer bedragen dan 322.500 €.
De verlaagde tarieven (met inbegrip van de aanvullende crisisbijdrage) bedragen: Belastbaar inkomen
Aanslagvoet
1 tot 25.000 €
24,98%
25.000 € tot 90.000 €
31,93%
90.000 € tot 322.500 €
35,54%
Opgelet... Zowel in het kader van de vennootschapsbelasting als van de personenbelasting moet u voorafbetalingen doen. Doet u dat niet, dan wordt de verschuldigde belasting verhoogd. Het aangifteformulier, alsook alle andere formulieren die hieraan toegevoegd moeten worden, kan u downloaden van de website van de Federale Overheidsdienst Financiën www.minfin.fgov.be. Deze electronische dienstverlening heet FINFORM. 1.2.
Indirecte belastingen: BTW en registratierechten BTW (Belasting over de Toegevoegde Waarde) Levert u op regelmatige basis goederen of diensten, dan bent u in principe onderworpen aan de BTW. De BTW is een verbruikersbelasting die doorgeschoven wordt naar de eindverbruiker, dit is de consument die het goed of de dienst ontvangt. De BTW wordt stapsgewijs geïnd, namelijk bij elke transactie in het productie- en distributieproces. Welke handelingen zijn met btw belastbaar? De drie grote categorieën van belastbare handelingen zijn: 1. de leveringen van goederen en diensten die door een btw-belastingplichtige onder bezwarende titel worden verricht, wanneer deze leveringen en diensten in België plaatsvinden; 2. de invoer van goederen, door wie ook, in België. Men spreekt alleen van invoer als de goederen uit een niet-EU-Lidstaat komen; 3. de intracommunautaire verwervingen van goederen, welke in België geschieden en onder bezwarende titel plaatsvinden. Het betreft hier goederen uit de andere EU-Lidstaten.
124 | De fiscale en boekhoudkundige verplichtingen
Waarop moet de btw berekend worden? Meestal is het zo dat de handeling die de btw verschuldigd maakt tegen een tegenprestatie wordt verricht. In principe wordt de btw berekend op alles wat uw leverancier of dienstverlener als tegenprestatie ontvangt. Welk btw-tarief is van toepassing? Het toepasselijk btw-tarief hangt af van de aard van de activiteit die U uitoefent. Het normale tarief bedraagt 21%. De wet heeft echter een aantal categorieën van goederen en diensten gedefinieerd waarop voordeliger tarieven van 6% en 12% van toepassing zijn. Op de levering van de volgende goederen is een tarief van 6% van toepassing: ◆◆
levende dieren;
◆◆
plantaardige producten;
◆◆
voedingswaren (behalve o.a. margarine, kaviaar, bepaalde schaal-, schelp- en weekdieren);
◆◆
waterdistributie;
◆◆
farmaceutische producten;
◆◆
boeken en bepaalde tijdschriften;
◆◆
originele kunstwerken, voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten (enkel voor invoer van bepaalde nader omschreven kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten alsmede voor sommige leveringen en intracommunautaire verwervingen van nader omschreven kunstvoorwerpen onder bepaalde voorwaarden);
◆◆
automobielen voor personenvervoer voor invaliden;
◆◆
doodskisten;
◆◆
bepaalde medische toestellen en hulpmiddelen;
◆◆
leveringen van goederen door instellingen met sociaal oogmerk;
alsmede op de volgende diensten: ◆◆
landbouwdiensten;
◆◆
personenvervoer;
◆◆
onderhoud en herstelling van bepaalde goederen hierboven vermeld;
◆◆
inrichtingen voor cultuur, sport of vermaak;
◆◆
auteursrechten, uitvoeren van concerten en voorstellingen;
◆◆
hotels;
◆◆
campings;
◆◆
diensten van begrafenisondernemingen;
◆◆
bepaalde handelingen m.b.t. privé-woningen van minstens 15 jaar oud;
Startersgids | 125
◆◆
bepaalde handelingen m.b.t. privé-woningen voor gehandicapten en m.b.t. instellingen voor gehandicapten;
◆◆
diensten verricht door instellingen met sociaal oogmerk;
◆◆
enige andere diensten.
Het tarief van 6% is tijdelijk van toepassing op: ◆◆
werk in onroerende staat en bepaalde handelingen met betrekking tot privéwoningen van minstens 5 jaar oud (onder bepaalde voorwaarden);
◆◆
herstelling van fietsen;
◆◆
herstelling van schoeisel en lederwaren;
◆◆
herstelling en vermaken van kleding en huishoudlinnen.
De levering van fytofarmacie, margarine, banden en binnenbanden voor wielen van landbouwmachines en -tractors, bepaalde vaste brandstoffen (o.a. steenkool, bruinkool en cokes), betaaltelevisie en sociale huisvesting zijn handelingen onderworpen aan het tarief van 12%. Zijn er handelingen vrijgesteld van btw? Onder bepaalde voorwaarden kunnen de activiteiten die U verricht vrijgesteld zijn van btw. De vrijstellingen kunnen in twee groepen worden onderverdeeld. Enerzijds zijn er de activiteiten die vrijgesteld zijn van de btw, maar die aan degenen die deze activiteiten verrichten niet het recht ontzeggen om de btw op de aan hen geleverde goederen en diensten, in aftrek te brengen (bijvoorbeeld bij uitvoer). Anderzijds zijn er de vrijgestelde activiteiten, waarvan de vrijstellingen hoofdzakelijk gesteund zijn op culturele en sociale overwegingen en die degenen die deze activiteiten verrichten, wel het recht ontzeggen op aftrek van de btw op de aan hen geleverde goederen en diensten (bijvoorbeeld diensten verricht door notarissen, advocaten, ziekenhuizen, onderwijsinstellingen, enz.). Wanneer moet de btw-aangifte worden ingediend? In principe moet U als btw-belastingplichtige maandaangiften indienen. Indien uw jaaromzet 1.000.000 € niet overschrijdt, mag U evenwel opteren voor het indienen van kwartaalaangiften. U moet uw BTW-aangifte via het internet indienen. Hiervoor surft u naar de website van de Federale Overheidsdienst Financiën www.minfin.fgov.be., rubriek INTERVAT. Registratierechten Een aantal akten of geschriften moeten door de ontvanger van de registratie in een daartoe bestemd register vermeld worden. Daarop wordt een registratierecht geheven. De belangrijkste zijn:
126 | De fiscale en boekhoudkundige verplichtingen
◆◆
Verkoop onroerende goederen (12,5%) Voor de verkoop, de ruil en alle andere overeenkomsten onder bezwarende titel, betreffende de overdracht van eigendom of vruchtgebruik van onroerende goederen bent u in principe een registratierecht van 12,5% verschuldigd. Het registratierecht wordt geheven op de overeengekomen waarde van het onroerend goed. Onder bepaalde voorwaarden kan u een gebouw onder toepassing van de btw overdragen. In dit geval zijn geen registratierechten verschuldigd. Eén van deze voorwaarden is dat het gebouw nieuw moet zijn. Voor de toepassing van de btw is een gebouw nieuw tot 31 december van het tweede jaar dat volgt op het jaar van de eerste ingebruikneming of de eerste inbezitneming. De btw op de vervreemding van een gebouw bedraagt in principe 21%. Bij de vervreemding van een gebouw zonder de btw bedraagt het evenredig registratierecht 12,5%. Op het eerste zicht lijkt de vervreemding van een gebouw met btw nadelig. Niettemin kan de vervreemding van een gebouw met btw zowel voor de koper als voor de verkoper voordeliger zijn. Bij de vervreemding van een gebouw met betaling van registratierechten heeft de verkoper immers geen recht op de aftrek van de btw geheven op de aankoop- of oprichtingskosten.
1.3.
◆◆
Hypotheek op onroerend goed (1%)
◆◆
Huurcontracten (0,2%), tenzij uitsluitend bestemd voor huisvesting.
Andere belastingen Er bestaan nog een hele reeks andere belastingen die op uw bedrijf van toepassing kunnen zijn. We denken hierbij bijvoorbeeld aan de successierechten bij de overname van een bedrijf, milieuheffingen op de uitoefening van bepaalde activiteiten en de belastingen die geheven worden door de gemeentelijke en regionale overheden (bijv. belastingen op kantooroppervlakten, op lichtreclames…). De medewerkers van het BAO kunnen u hieromtrent meer gedetailleerde inlichtingen geven.
1.4.
Fiscale stimuli Vindt u dat deze lasten zwaar doorwegen op uw onderneming? Dan zal het u zeker interesseren te weten dat het in bepaalde gevallen mogelijk is een belastingvermindering te bekomen. Deze fiscale stimuli kunnen diverse vormen aannemen. Zo kunnen ze bijvoorbeeld de vorm aannemen van een effectief belastingskrediet. Het kan echter ook gaan om een ruling, waarbij een soort van raamakkoord bereikt wordt. In bepaalde gevallen is het mogelijk een deel van de aankoopprijs van uw investeringen fiscaal af te trekken. In het vakjargon spreken we hier van de investeringsaftrek.
Startersgids | 127
Wilt u meer weten over de fiscale stimuli waarop uw bedrijf beroep kan doen, raadpleeg dan onze databank Inzake, steun en begeleiding voor Brusselse bedrijven (www.ecosubsibru.be). Deze databank laat u toe, op basis van uw specifiek profiel, een overzicht te hebben van de voor u toegankelijke tegemoetkomingen. Natuurlijk kan u ook gewoon een afspraak maken met één van de adviseurs van het Brussels Agentschap voor de Onderneming: zij bepalen samen met u of u al dan niet van deze stimuli kan genieten (tel 18190).
2.
De boekhoudkundige verplichtingen Eerst en vooral wensen wij het belang van de taak van de boekhouder te benadrukken. Wij menen dat een goede boekhouder de beste partner is voor een efficiënte ontwikkeling van uw activiteiten. Te veel jonge starters falen door een slecht beheer, een gebrek aan kennis over de op hen toepasselijke wetgeving en omdat ze de tussenkomst van een derde in hun persoonlijke zaken willen vermijden. Uw boekhoudkundige verplichtingen kunnen variëren volgens de rechtsvorm van uw onderneming, de sector waartoe uw activiteiten behoren, uw omzet, uw balanstotaal en het aantal personeelsleden dat u tewerkstelt. Wat de omvang betreft moet een onderscheid worden gemaakt tussen kleinhandelaars, kleine, middelgrote en grote ondernemingen.
2.1.
Kleinhandelaars U wordt als een kleinhandelaar beschouwd, indien u cumulatief aan de volgende voorwaarden beantwoordt: ◆◆
u bent een natuurlijke persoon die koopman is, een vennootschap onder firma of een gewone commanditaire vennootschap;
◆◆
de omzet, exclusief BTW, over het laatste boekjaar mag niet meer bedragen dan 500.000 € of 620.000 € voor de kleinhandelaars in koolwaterstof.
Kleinhandelaars kunnen een vereenvoudigde boekhouding voeren, voor zover alle verrichtingen in ten minste drie dagboeken worden geregistreerd (een financieel dagboek, een inkoopdagboek, een verkoopdagboek). Deze ondernemingen zijn er tevens toe verplicht ten minste eens per jaar een inventaris op te maken, dewelke niet enkel de bezittingen maar ook de schulden en verplichtingen omvat. Op basis van deze inventaris moeten de jaarrekeningen worden opgemaakt, evenwel niet volgens een door de wet bepaald schema.
128 | De fiscale en boekhoudkundige verplichtingen
2.2.
Kleine en middelgrote ondernemingen Dit zijn ondernemingen met rechtspersoonlijkheid, die voor het laatste afgesloten boekjaar niet meer dan 100 personen tewerkstellen (jaarlijks gemiddelde) en niet meer dan één van de volgende drempels overschrijden: ◆◆
jaargemiddelde personeelsbestand: 50 personeelsleden;
◆◆
jaaromzet exclusief de belasting over de toegevoegde waarde van 7.300.000 €;
◆◆
balanstotaal van 3.650.000 €.
Als KMO moet U een volledige boekhouding voeren en dit door middel van een stelsel van boeken en rekeningen volgens de gebruikelijke regels van het dubbel boekhouden. De geopende rekeningen worden ondergebracht in een voor het bedrijf van de onderneming passend rekeningenstelsel, aangepast aan de aard van de bedrijfsactiviteit. De hier bedoelde ondernemingen dienen ten minste eens per jaar een inventaris op te maken. Als KMO kan U een verkorte jaarrekening indienen en moet U geen beheersverslag opmaken. 2.3.
Grote ondernemingen Dit zijn ondernemingen die hetzij gemiddeld meer dan 100 personen per jaar tewerkstellen, hetzij meer dan een van de volgende drie criteria overschrijden: ◆◆
jaargemiddelde personeelsbestand: 50 personeelsleden;
◆◆
jaaromzet exclusief de belasting over de toegevoegde waarde van 7.300.000 €;
◆◆
balanstotaal van 3.650.000 €.
Als grote onderneming moet U een volledige boekhouding voeren en dit door middel van een stelsel van boeken en rekeningen volgens de gebruikelijke regels van het dubbel boekhouden. De geopende rekeningen worden ondergebracht in een voor het bedrijf van de onderneming passend rekeningenstelsel, aangepast aan de aard van de bedrijfsactiviteit. De grote ondernemingen moeten eveneens ten minste eens per jaar een inventaris opmaken. Grote ondernemingen zijn verplicht hun jaarrekening op te maken volgens het volledig schema. Samen met de jaarrekening moeten een aantal bijzondere verslagen worden neergelegd. Formulieren met volledige en verkorte schema’s, opgesteld door de Nationale Bank van België, zijn beschikbaar bij de verschillende zetels van de Nationale Bank van België (www.nbb.be).
Startersgids | 129
Bent u op zoek naar een boekhouder in uw buurt of wenst u meer gedetailleerde informatie, dan raden wij u aan contact op te nemen met één van de volgende instellingen: ◆◆
Beroepsinstituut van erkende Boekhouders en Fiscalisten (BIBF) – www.bibf.be. Interessante informatie vindt u er ondermeer in de rubriek “De boekhouder”.
◆◆
Instituut van de Accountants en Belastingconsulenten (IAB) – www.iec-iab.be
◆◆
Instituut der Bedrijfsrevisoren (IBR) – www.ibr-ire.be.
130 | De fiscale en boekhoudkundige verplichtingen
Startersgids | 131
132 | 132