Uitgever : Damoi - Kwaï 18de jaargang
Nummer 75 3de kwartaal 2015
Hieronder vindt u de verklaring van de structuur van de Damoi-Kwaï. We raden vooral de nieuwe leden van de Damoi-Kwaï aan om dit eens aandachtig door te nemen.
1. Hulpmonitor (kohai) Je kan lid worden van het docenten-team als je je groene gordel (3° kyu) behaald hebt en je minimum 16 jaar bent. De aanvraag dient schriftelijk te gebeuren aan het secretariaat van de Damoi-Kwaï. Hulpmonitoren krijgen de naam KOHAI, een japanse term voor jongere of lagere in een organisatie. 2. Monitor (sempai) Om monitor te worden moet je minstens 2 jaar hulpmonitor zijn en bovendien je bruine gordel (1° kyu) behaald hebben. Een monitor kan je herkennen aan de witte vest + zwarte broek. Een monitor krijgt de benaming SEMPAI, japans voor "oudste". 3. Assistent (hosa) Zij die hun zwarte kimono verdiend hebben en hun zwarte gordel behaald hebben worden de rechtstreekse assistenten van de Shihan. Zij krijgen de benaming HOSA, japanse term voor assistent van de leraar (vanaf 1° dan). Zij staan de Shihan met raad en daad bij in ons ju-jitsu gebeuren. 4. Leraar (sensei) Een volgende stap is van Hosa naar SENSEI. Een sensei is een term die gebruikt wordt in de japanse vechtkunsten om leraar of instructeur aan te duiden. Over het toekennen van deze titel kan alleen de Shihan beslissen. Je moet wel minimum de 3de Dangraad bezitten. 5. Meester-leraar (shihan) De japanse benaming voor Meester-leraar is SHIHAN, een titel die een meester aanduidt in de japanse vechtkunsten. De Shihan heeft 6e dan of hoger en sommigen leiden hun eigen school of stijl. Opstelling op tatami Sensei
Shihan
Hosa Sempai Kohai Montei (leerlingen)
Volgens de normen van de Damoi-Kwaï school dienen de aanspreektitels van de lesgevers steeds te worden gerespecteerd, dit zowel op de tatami als naast de tatami !!
2
Huishoudelijk reglement JU-JITSU SCHOOL DAMOI-KWAI Voor onze nieuwe leden (en ook voor de andere leden als herinnering) delen wij hierbij nog eens het reglement mee van de Damoi-Kwaï. Gelieve deze regels te respecteren zodat er kan gestreefd worden naar een disciplinaire en aangename sfeer binnen onze vereniging. OEFENZAAL OF DOJO :
a. b. c. d. e.
Bij het betreden van de Dojo wordt er gegroet. Bij het verlaten van de Dojo wordt er gegroet. Bij het betreden van de Tatami wordt er gegroet. Bij het verlaten van de Tatami wordt er gegroet. Bij de aanvang en het beëindigen van de training wordt er gegroet.
De telaatkomers mogen de les op de Tatami slechts vervoegen, na mondeling de toestemming aan de lesgever te hebben gevraagd.
OEFENKLEDIJ OF KIMONO :
a. De Kimono moet steeds zuiver zijn. b. Regelmatig wassen !!!!! (zie de binnenzijde van nekrever) c.
Mag niet beschadigd zijn, om ongevallen te vermijden.
ZUIVERHEID : Hieronder verstaan we de lichaamshygiëne. Het is een grote onbeleefdheid indien u onverzorgd en met lichaamsgeuren op de Tatami komt. Daarom: a. Voor de lessen minstens handen, gezicht en voeten wassen. b. Nagels van vingers en tenen zuiver en regelmatig kort geknipt. AANWEZIGHEID TIJDENS DE LESSEN : Leden welke om een of andere reden meerdere lessen niet kunnen bijwonen, worden vriendelijk verzocht dit te melden aan Shihan Guy De Waële of aan het secretariaat : Damoi – Kwaï Scholen / Dahlialaan 45 Lochristi 9080 Tel/Fax: 09/355.85.38. of Gsms: 0475/344856 – 0475/344857 HAARTOOI :
a. Het is ten strengste verboden te oefenen met loshangend haar.
b. Het haar moet zodanig bij elkaar gebracht worden, dat het niet kan loskomen en het gezicht moet vrij blijven. LIDGELDEN : a. De lidgelden worden voor de 10de, van de eerste maand van het kwartaal, betaald. b. Bij verzuim van deze regel, wordt er het volgend kwartaal 10% in meerderheid gebracht. VERZEKERINGEN :
a. Geen Tatami betreden zonder verzekering.
b. Leden welke de Tucht niet eerbiedigen en tijdens of na de lessen gekwetst worden door spelen of kunstjes maken, kunnen geen beroep doen op de verzekering.
3
TUCHT :
a. In elke school wordt door Shihan Guy De Waële, een verantwoordelijke persoon aangesteld : de docentenassistenten, dojoraadsleden, of drager van de hoogste graad. b. Hun taken zijn de inwendige tucht in de school te doen eerbiedigen en de overtredingen aan de Shihan kenbaar te maken.
Toelichting: De docent-assistent of dojoraadslid, moet iemand zijn met kalm overleg en rijpe ervaring inzake omgang met mensen. Hij of zij, zal zich doen eerbiedigen door zijn waardige persoonlijkheid ! OEFENTAPIJT OF TATAMI :
a. Elk lid is verplicht sloffen te dragen van de kleedkamer tot aan de Tatami en andersom. b. Elk lid komt, indien mogelijk, 10 minuten vroeger naar de scholen voor het plaatsen van de Tatami. Hoe vlugger de Tatami ligt, hoe stipter de lessen kunnen aanvangen in uw voordeel ! c. Zorg ervoor geen tussenholte te laten bij het leggen van de Tatami.
Speciale sloffen worden op aanvraag, toegelaten op de Tatami, op voorwaarde dat deze niet gedragen worden naast de Tatami. ALGEMEEN BESLUIT : a. In geval van nood en bij afwezigheid van de Shihan Guy De Waële, mag in deze volgorde, een Beheerraadslid, Dojoraadslid of docent-assistent, wel handelen voor het recht en goed van de Damoi Kwaï Scholen. Hij of zij is dan algehele verantwoording verschuldigd tegenover de Shihan, welke na grondig onderzoek van de beweegredenen, de maatregel zal goed –of afkeuren.. b. Elk lid van de scholen gaat akkoord met dit reglement. c. De Shihan en de docentenassistenten dienen gerespecteerd te worden op de Tatami, en worden steeds op en naast de Tatami aangesproken met hun huidige aanspreektitel zoals Senseï, Hosa, Sempaï of Kohaï ! d. De Beheerraad, Dojoraad en Docentenraad, letten erop dat alles volgens dit reglement gebeurt en zorgen ervoor geen andere lessen te geven, welke niet toebehoren tot de gegeven cursussen door Shihan Guy De Waële. e. Elk lid kan bij het kopiëren van het programmaboekje verwijderd worden uit de scholen ! Uitgezonderd op aanvraag aan de Shihan Guy De Waële ! f. Toegestaan bezoek door familieleden en kennissen in de Dojo tijdens de lessen = 1 les per maand. Uitzonderingen worden aangevraagd aan de Shihan Guy De Waële. Kandidatuur van “ docent “ wordt schriftelijk aangevraagd aan het secretariaat van de Damoi Kwaï Scholen.
Dit reglement werd opgemaakt aan de hand van het Belgisch Federale reglement + uitbreidingen welke eigen Dojo aangaat.
DE BEHEERRAAD.
4
5
GESCHIEDENIS VAN HET OKINAWA KOBUDO Sedert lange tijd is de eilandengroep van Okinawa een vreemde mysterieuze plaats. Verwijderd van de rest van de wereld door zijn geografische ligging is het in het verleden steeds een handelsplaats geweest voor naties zoals Japan, Korea en China waar handel kon gedreven worden op neutraal terrein. Het gevolg hiervan was dat de cultuur van Okinawa sterk beïnvloed is door andere culturen. Zo kwam men in Okinawa ook in kontakt met verschillende vechtmethoden en dit resulteerde in een stijl die bekend werd als Okinawa Rond 1127, in de HEIAN periode, werd Okinawa geregeerd door een koning. In 1326 werd het land in 3 delen gesplitst (noord, midden en zuid) wat resulteerde in onderlinge oorlogen tussen 1326 en 1429. Gedurende deze periode werden vele gevechtstechnieken uitgetest en verbeterd in oorlogssituaties. Dit was ook de periode dat veel elementen van de Chinese gevechtskunsten ingevoerd werden. Deze lege hand technieken gaven eeuwen later de grondvesten voor wat we nu kennen als karate. Ondanks de vooruitgang die gemaakt was in de jaren tot het begin van de 17e eeuw, bleken de technieken niet geschikt om gebruikt te worden in een georganiseerd leger.De technieken bleken echter perfect te zijn om individueel gebruikt te worden in man tegen man gevechten. Toen in 1609 de zwaardvechters, boogschutters en ruiters van de Satsuma samoerai clan aan land kwamen, werden de eilandbewoners met hun schildpadschilden en korte steekwapens onmiddellijk onder de voet gelopen. Wat volgde was een militaire overheersing door een vazalregering van de Shogun tot laat in de 19e eeuw, toen kreeg Okinawa de status deelstaat van Japan. Doorheen de bezette periode was het voor de bewoners van Okinawa strikt verboden om wapens te dragen of te bezitten.Het gevolg hiervan was dat de boeren zich leerden verdedigen met de wapens die ze dagelijks gebruikten om in hun levensonderhoud te voorzien. De BO in zijn originele vorm gebruikt om ladingen over de schouder te dragen. De NUNCHAKU gebruikt als dorsvlegel om het kaf van de rijst en de bonen te verwijderen. De KAMA om te maaien en de KAI om de vissersboten te besturen. De SAI is een wapen dat zich situeert tijdens de Japanse bezetting van OKINAWA 350 jaar geleden : een landtuig welke gebruikt werd om zaden in de grond te planten. De TONFA was oorspronkelijk het handvat van een maalsteen ofwel gewoon een werktuig dat voor hetzelfde doel gebruikt werd als de nunchaku. Wat dus zeker is, dat is dat de samoerai een professionele krijger was die vocht voor eer op het slagveld en dat de boeren op Okinawa hun werktuigen enkel gebruikten in uiterste nood als zelfverdediging. Ondanks de boeren hun ruwe wapens waren zij toch geduchte tegenstanders in de strijd. Gedurende de jaren van overheersing werden de technieken doorgegeven van de meester aan student onder de neus van de autoriteiten.
6
De meester koos zelf zijn leerlingen en hanteerde hierbij zeer strenge normen. De meester vormde meestal een groep van 1 tot 3 leerlingen. Alzo bleven de technieken een goedbewaard geheim tot het begin van deze eeuw.Rond deze periode werd de geheime kunst van de hand, die zowel de gewapende als de ongewapende technieken inhield, geïntroduceerd in de scholen op Okinawa onder de naam karate-jutsu. Het was in zo'n school dat de kroonprins Hirohito een demonstratie bijwoonde, hij was zo onder de indruk dat een grootmeester uitgenodigd werd om demonstraties te geven in Japan.Het karate verspreidde zich razendsnel over Japan, vooral de ongewapende kant ervan. De gewapende kant, het Kobudo zoals we het nu kennen, bleef onbemind bij de Japanners, omdat het beneden hun waardigheid was om boerenwerktuigen te leren hanteren. Zelfs op Okinawa werd het kobudo nog maar door enkele ingewijden beoefend, het is pas sedert enkele jaren dat er terug een opmars is doordat vele "moderne" karateka's zich gingen interesseren in de geschiedenis van hun sport. Nu is het zo dat kobudo een volwaardige vechtkunst is die een enorme vaardigheid en wapenkennis van zijn beoefenaar vereist. Het is vooral van belang dat men traint onder toezicht van een bekwame leraar met jaren ervaring, omdat men anders niet enkel een gevaar is voor anderen, maar vooral voor zichzelf.Men mag niet vergeten dat men met wapens traint, zelfs al zijn deze speciaal vervaardigd om te trainen, men kan er anderen en zichzelf ernstig mee verwonden. In een goede club worden de technieken juist aangeleerd en wordt er op de voor- en nadelen en op de gevaren van het wapen gewezen.Er bestaan in het kobudo vele wapens(+/- 27) waarvan BO, NUNCHAKU, KAI, TONFA, KAMA en de SAI de eerste trainingsjaren de belangrijkste zijn, later komen er nog vele bij zoals MASKARI, SANSETSUKON, YONSETSUKON, KUSARIGAMA, SURCHIN, CHIMBE, TEKKO en vele andere.
7
DOSSIER: de Automatische Externe Defibrillator In het Belgisch Staatsblad van 21 september 2006 verscheen de Wet op de automatische externe defibrillatie. Volgens deze wet mag 'Eenieder in het kader van een reanimatie een automatische externe defibrillator gebruiken...'. België volgt hiermee de trend van de meeste geïndustrialiseerde landen. Onmiddellijke defibrillatie is de hoeksteen van de behandeling van hartstilstand (ventrikelfibrillatie en tachycardie zonder pols). Hoe sneller defibrillatie na het begin van de hartstilstand plaatsvindt, des te beter de overleving. Bij een ventrikelfibrillatie op spoedgevallen en afdelingen voor intensieve zorg bedraagt het succes van defibrillatie bijna 100%. Als een hartstilstand buiten het ziekenhuis gebeurt, is de slaagkans veel kleiner. In België krijgen naar schatting 10.000 personen een plotselinge hartstilstand buiten het ziekenhuis. Meestal is die het gevolg van een hartinfarct. Dat is een acuut zuurstofgebrek van de hartspier door een vernauwing of verstopping van een kransslagader die het hart van bloed voorziet. Daardoor kan er een levensgevaarlijke hartritmestoornis ontstaan: ventrikelfibrillatie. Op dat moment staat het hart niet echt stil, maar zal het supersnel en ongecontroleerd trillen. Er wordt geen bloed meer in het lichaam rondgepompt. De hersens krijgen geen zuurstof meer en het slachtoffer verliest bijna onmiddellijk het bewustzijn. Er is maar één manier om de fibrillatie te stoppen en het hart weer te laten pompen: het toedienen van een elektrische schok (=defibrillatie). De ziekenwagen of de mobiele urgentiegroep (MUG) is echter dikwijls pas na een tiental minuten ter plaatse, en dan is het meestal al te laat. Na enkele minuten hartstilstand ontstaat er door het zuurstoftekort immers schade aan de hersenen van het slachtoffer. Het is dus heel belangrijk dat iemand die getuige is van de hartstilstand, direct begint met hartmassage en beademen. Zo wordt er bloed met zuurstof rondgepompt totdat de ziekenwagen of de MUG toekomt om de elektrische schok te geven. Nog beter is als de omstaanders onmiddellijk zélf de elektrische schok zouden kunnen geven. Tot voor kort was dat ondenkbaar, omdat het toedienen van een elektrische schok bij reanimatie heel wat kennis en ervaring vereiste en bijgevolg een strikt medische handeling was (dus voorbehouden aan artsen). Maar nu zijn er draagbare toestellen die bij reanimatie zelf de diagnose van ventrikelfibrillatie kunnen stellen en een elektrische schok kunnen geven. Bijgevolg moet je helemaal geen dokter meer zijn om ze te kunnen bedienen. Die toestellen worden automatische externe defibrillator of AED genoemd.
Wat is een AED ?
Een AED is een draagbare defibrillator die op batterijen werkt. Sommige toestellen wegen niet meer dan 2 kg. Ze zijn uiterst eenvoudig te bedienen. In de regel bezitten ze maar twee knoppen: één om het toestel aan te zetten en een tweede om de defibrillatieschok toe te dienen. Op sommige AED’s is de ‘aan’-knop zelfs weggelaten. Deze apparaten starten automatisch bij het openen van het deksel. De AED geeft gesproken instructies, zodat de gebruiker alleen maar de instructies moet opvolgen. Hij moet de borstkas van het slachtoffer ontbloten en er twee grote, zelfklevende elektroden op aanbrengen. Vervolgens analyseert het apparaat het hartritme van de patiënt. Bij een defibrilleerbaar ritme (ventrikelfibrillatie of snelle ventrikeltachycardie) laadt de AED zich op en geeft de instructie om de defibrillatieknop in te drukken. Sommige AEDs gaan de schok zelfs automatisch toedienen. Meestal is daarna hartmassage en beademing nodig. Ook dat zegt het toestel. Na twee minuten analyseert de AED opnieuw het hartritme om te zien of je nog een schok moet geven. En zo ga je meestal door tot de ziekenwagen of de MUG ter plaatse is. Je mag dus zeker niet vergeten om van in het begin de 100-centrale te verwittigen. Als je een AED gebruikt, is klassieke reanimatie dan nutteloos? Neen, helemaal niet. Met hartmassage en beademing zorg je ervoor dat de hersenen zuurstof krijgen, maar dat zal de fibrillatie van het hart niet stopzetten. Je zorgt er alleen voor dat het bloed blijft circuleren. Ook komt in veel gevallen het hart niet onmiddellijk op gang na de elektrische schok. Dan is het heel belangrijk om verder goed hartmassage en beademing uit te voeren, tot de aankomst van de hulpdiensten. AED’s alleen gebruikt mogen worden bij een patiënt in circulatiestilstand en dat de patiënt absoluut niet gemanipuleerd mag worden terwijl de AED het ritme analyseert. Dat zijn essentiële voorwaarden die moeten verhinderen dat het toestel zich oplaadt bij een bewuste patiënt met tachyaritmie, zich niet oplaadt bij een patiënt met ventrikelfibrillatie of zich ten onrechte oplaadt op grond van reanimatieartefacten. 8
Grotere beschikbaarheid van AED-toestellen Om in meer gevallen vroegtijdige defibrillatie te kunnen uitvoeren, worden sinds 1990 steeds meer ziekenwagens uitgerust met AED’s. De ambulanciers krijgen een extra opleiding. Maar nog niet alle ambulances zijn al met een AED uitgerust. Het Ministerie van Volksgezondheid besloot in 2006 om extra AED’s ter beschikking te stellen, zodat in de toekomst alle ambulances die ingeschakeld zijn in het “100-systeeem” over een AED beschikken. Toch arriveert ook de ambulance vaak te laat bij de hartpatiënt voor een vroegtijdige defibrillatie. AED’s zijn tegenwoordig zo vernuftig geconstrueerd, dat iedereen de levensreddende defibrillatieschok kan toedienen. Dat het inderdaad haalbaar is om defibrillatie te laten uitvoeren door mensen zonder medische opleiding werd in de jaren ’90 bewezen in AED-experimenten, onder meer in casino’s en vliegtuigen. Het lijdt geen twijfel dat vroegtijdig defibrilleren veel levens kan redden. Maar daarvoor moet je wel zorgen dat er op elk moment en overal een AED binnen handbereik is. Een Amerikaanse studie toonde aan dat je daarvoor enorm veel toestellen moet inzetten en heel veel mensen opleiden. Het is daarbij ook de vraag of AED’s op openbare, drukbezochte plaatsen wel iets uithalen. 70 tot 80% van de hartstilstanden gebeurt thuis. In dat geval is het wellicht beter om goede hartmassage en beademing uit te voer en, in afwachting van de hulpdiensten. De fir ma’s raden iedereen uiteraard aan om het apparaat te kopen en thuis te bewaren. Er zijn al talloze websites waar je online een AED kunt kopen. De kostprijs bedraagt zo’n € 2000,- à 2500,- en binnenkort is er misschien wel een “light”versie voor € 1000,-. Enkele toestellen op openbare plaatsen zullen wellicht een belangrijke voorbeeld- en promotiefunctie hebben, maar als strategie om levens te redden is het niet voldoende. Er zijn in het buitenland experimenten waarbij de alarmcentrale in geval van reanimatie niet enkel de gespecialiseerde medische diensten uitstuurt, maar ook een aantal opgeleide vrijwillige hulpverleners die in de buurt van het slachtoffer wonen. Die gaan dan eerst de “publieke” AED halen, om nadien naar het huis van het slachtoffer te gaan om de reanimatie al op te starten.
Reanimatie blijft nodig Om de reanimatietechnieken goed uit te voeren, volg je best een opleiding. Dat geldt zowel voor het gebruik van een AED, als voor hartmassage en beademen. Het is zelfs zo dat hartmassage uitvoeren en beademen moeilijker is dan een AED gebruiken. Dat toestel zegt je immers stap voor stap wat je moet doen. Statistieken geven aan dat in België, in vergelijking met bv. Scandinavische landen, door omstaanders veel te weinig hartmassage wor dt toegepast in afwachting van de hulpdiensten. Nochtans kan r eanimatie door omstaanders de kansen op overleving twee tot drie keer verhogen. Het is dus zeker de moeite waard. De beste manier om iedereen te leren reanimeren, is door het op de middelbare school als verplichte les in te bouwen. Dat is eigenlijk nu al het geval, want sinds kor t is in Vlaander en r eanimatie opgenomen in de eindtermen van het secundair onderwijs. Vanaf de eerste graad worden er stap voor stap meer technieken ingeoefend, zodat in principe op het einde van het secundair elke leerling een reanimatieles zou gevolgd moeten hebben. Spijtig genoeg zijn er vaak praktische redenen waarom dat niet gebeurt: geen of onvoldoende oefenpoppen, onvoldoende lesgevers, geen georganiseerde bijscholing van lesgevers. Tot vandaag blijft de eindterm dus veelal dode letter. Een les is trouwens onvoldoende, want het is aangetoond dat na enkele maanden de meeste cursisten de aangeleerde vaardigheden niet goed meer toepassen. Regelmatig opfrissen van de technieken is dus noodzakelijk om juist te blijven reanimeren. De overheid zorgt er op dit moment voor dat iedere ziekenwagen in het 100-systeem een defibrillator aan boord heeft. Dat is een belangrijke stap. Daarnaast scholen heel wat verenigingen die traditioneel reanimatieles geven, zoals het Rode Kruis of Bloso, hun lesgevers nu bij om ook het stukje ‘defibrilleren met een AED’ hun cursisten aan te leren. De defibrillator verschijnt al in zwembaden en bij kruisverenigingen die preventieve diensten doen zoals op een voetbalmatch. Bron : www.gezondheid.be
9
Beste Ereleden, leden en sympathisanten, De Ju Taï Jitsu Scholen, Damoi Kwaï, heeft terug de eer en het genoegen U en Uw familie of vriendenkring, uit te nodigen op ons jaarlijks feest met muzikale noot ! Wij hopen op Uw steun met een talrijke opkomst om ons jaarlijks feest de komende jaren te kunnen handhaven !!! Ambiance verzekerd met Discobar “ Damoi Kwaï en DJ Kurt “ !!!!!!!
Zaterdag 5 december 2015 om 19u30 Deelname feest met Warme Breydelham / Salad Bar / à volonté 23 € / pers
(kinderen -10 jaar 14 €)
Dit alles gaat door in Feestzaal “Breughel”, gelegen te Lochristi (Beervelde), Beerveldse baan 32 Reservatie en betaling VÓÓR 20 november 2015 op rekening BE52 0836 1812 3409 De Waële – Damoi Kwaï met vermelding “ DK Feest 2015“ Hopende op Uw steun en sympathie, tekenen wij inmiddels, met sportieve Budo – groeten. De Beheerraad Damoi Kwaï ** N.B. ** PRIJZEN VOOR TOMBOLA ZIJN STEEDS WELKOM ** !!!!!!!!!!!!!!!
10
11