Column Maarten van Poelgeest Bedrijven moeten investeren in duurzaamheid Gemeenten kunnen bedrijven verplichten te investeren in duurzame oplossingen, maar in de praktijk handhaven zij zelden. Het is namelijk een arbeidsintensief proces, zelfs al is er een wettelijk kader. De Green Deals kunnen gemeenten helpen om een standaard te ontwikkelen die behapbaar is, zodat ze hun taak kunnen invullen. De Wet Milieubeheer verplicht bedrijven om duurzaam te investeren als zij die investering binnen vijf jaar kunnen terugverdienen. De gemeente Amsterdam was de eerste gemeente die de wet handhaafde. Zij verplichtte supermarkten om vrieskisten af te sluiten. Eén supermarkt spande een rechtszaak aan, maar de hoofdstad kreeg in 2009 gelijk. De uitspraak had verstrekkende gevolgen, want niet alleen in Amsterdam werden vrieskisten voorzien van deksel, het hele land volgde. Nu zult u wellicht denken: wat heeft dit met de Green Deals te maken? Bij de Green Deal willen we partijen met elkaar verbinden. Maar er is ook een ander aspect: we willen verduurzamen en daar moet iedereen zich voor inzetten. Dat geldt voor de Rijksoverheid, maar ook voor gemeenten en het bedrijfsleven. In het Energieakkoord zijn afspraken gemaakt voor het opstellen van EPK’s, Energie Prestatie Keuringen. Er is een oproep gedaan aan het Rijk om een lijst te publiceren met duurzame maatregelen waarvan de terugverdientijd minder dan vijf jaar bedraagt. Voor gemeenten is handhaving van de Wet Milieubeheer op dit moment namelijk te arbeidintensief, omdat zij bewijsplicht hebben. In een Green Deal kunnen gemeenten echter hun krachten bundelen, met elkaar, met het Rijk en met kennisinstituten. Daarnaast bieden Green Deals de mogelijkheid om gesprekken te starten met andere belanghebbenden. Door in verschillende sectoren en regio’s Green Deals uit te schrijven, kunnen ervaringen uitgewisseld worden en uitgepolderd worden wat echt werkt. Samen kunnen partijen op die manier de nieuwe standaard zetten. 1. Green Deal Circulair Inkopen versnelt de transitie naar circulaire economie Om de transitie naar de circulaire economie te versnellen, ondertekenden 18 partijen eind 2013 de Green Deal Circulair inkopen. Circulair inkopen gaat verder dan duurzaam inkopen en deze Green Deal mag zich verheugen op veel interesse. Inmiddels hebben 27 partijen zich aangesloten en wordt ervaring opgedaan met de nieuwe wijze van inkopen. Steeds meer voorbeelden laten zien dat de circulaire economie vorm krijgt. Interface en Desso maken tapijt uit gerecyclede garens, Nike heeft een schoen ontworpen volgens het circulaire principe en het nieuwe gemeentehuis in Brummen dient als grondstoffenbank. Het begrip ‘circulaire economie’ is volgens Cas van Arendonk van Kirkman Company echter nog geen gemeengoed. Naast NEVI, MVO Nederland, The Circle Economy, PIANOO, Rijksoverheid en de Duurzame Leverancier is Cas van Arendonk één van de trekkers van de Green Deal. “Het streven is nooit meer afval. De (supply chain) keten moet een cirkel worden en inkoop kan daar een katalyserende rol in spelen. Om dat te bereiken moet het hele inkoopproces veranderen .” Van bezit naar gebruik
De vraag aan hem is: hoe kunnen organisaties en bedrijven door hun inkoopproces aan te passen de circulaire economie een extra impuls geven? “Dat kan door op een andere manier naar gebruik en inkoop te kijken. In plaats van Total Cost of Ownership hebben wij het over Total Cost of Usage. Het gaat namelijk niet om bezit, maar om gebruik. Door bij de aanbesteding de uitvraag anders te formuleren – bijvoorbeeld door te betalen voor gebruik, koop en terugkoop of koop- en doorverkoop – stel je het gebruik centraal.” Recent onderzoek van TNO toont dat er door de circulaire economie jaarlijks tenminste €7 miljard te verdienen valt, ruim 50.000 banen gecreëerd kunnen worden en de milieu-impact sterk gereduceerd kan worden. Circulaire bedrijfsmodellen leiden bovendien tot betere prestaties. Nu krijgen we feedback Het eerste half jaar van de Green Deal stond in het teken van verspreiden van kennis. “Samen met de overheid ontwikkelden we een training om bedrijven te informeren over circulair inkopen”, vertelt Van Arendonk. “In het begin was het voornamelijk het ‘zenden’ van informatie naar geïnteresseerde partijen, maar inmiddels zijn we in de fase belandt dat we feedback krijgen en onderling informatie uitwisselen. Alle partners hebben zich gecommitteerd aan minimaal twee circulaire inkooptrajecten per jaar. Bundelen van kennis en kracht Onlangs hebben drie ondertekenaars van de Green Deal de eerste bevindingen gepresenteerd. Op die momenten zien we ook wat een Green Deal betekent. Partijen zoeken elkaar op, bundelen hun kennis en kracht, maar ook de inkoopvolumes.”Binnenkort staat er een sessie over textiel op het programma. “Dat kan zeer interessant worden. We hebben namelijk leveranciers uit de textielindustrie uitgenodigd om over hun ervaringen met de circulaire economie te vertellen. Ook van hen willen we namelijk leren. Bijvoorbeeld hoe we het circulaire inkoopproces nog verder kunnen optimaliseren.” 2. Duurzame Dinsdag staat in teken van creativiteit, belangen en belemmeringen Dinsdag 2 september is het Duurzame Dinsdag. In de Oude Zaal van de Tweede Kamer wordt dan politieke aandacht gevraagd voor de creativiteit, belangen en belemmeringen om te komen tot een duurzaam Nederland. Staatssecretaris Mansveld neemt de koffer met alle verzamelde initiatieven van 2014 in ontvangst. Ook worden de duurzame lintjes uitgereikt. Het programma ziet er als volgt uit: 09.00 – 10.00 Duurzame Marktplaats, initiatiefnemers maken kennis met sponsors en genomineerden. 10.00 – 10.30 Welkom door dagvoorzitter Natasja van den Berg. Zij gaat in gesprek met oud initiatiefnemers. 10.30 – 10.50 Duurzame Troonrede door Marjan Minnesma nummer één van de Duurzame Top 100 van Trouw. 10.50 - 11.20 Overhandiging Duurzame Dinsdag koffer. Staatssecretaris Mansveld (Ministerie van I en M) neemt de koffer in ontvangst van Hans van Kranenburg (Radboud Universiteit).
11.20 – 11.50 Uitreiking Duurzame Lintjes. 11.50 – 12.30 Netwerklunch. 12.30 – 12.45 Gert-Jan Lankhorst, CEO GasTerra, over energietransitie. 12.45 - 13.20 Dialoog Tweede Kamerleden en initiatiefnemers; Kabinet van People, Planet en Profit door Duurzaam Overleg Politieke Partijen. 13.20 – 13.50 Prijsuitreiking Duurzame Dinsdag. Maurits Groen, voorzitter jury Duurzame Dinsdag, maakt de prijswinnaars voor 2014 bekend. 13.50 – 14.00 Slotwoord door Jelle de Jong, algemeen directeur IVN, voorzitter Stuurgroep Duurzame Dinsdag. 3. Groene Gewasbescherming sneller invoeren Procedures om groene gewasbeschermingsmiddelen in te kunnen zetten in de land- en tuinbouw duren lang. Veel te lang, menen de ondertekenaars van de Green Deal Groene Gewasbeschermingsmiddelen. Daarom hebben zij de handen ineen geslagen en hopen ze zowel landelijk als internationaal het tij te kunnen keren. Om de inzet van laag risico gewasbeschermingsmiddelen te bevorderen moet de wetgeving aangepast worden. “Samenwerking met het ministerie van EZ kan de procedures zowel nationaal als in EU-verband versnellen. Dat is nodig om een structurele omslag te bewerkstelligen. Nederland is bereid hier een voortrekkersrol in te vervullen en wil de andere EU-lidstaten overtuigen van het nut”, vertelt Willem Ravensberg, voorzitter van de werkgroep International Biocontrol Manufacturers Association (IBMA) Benelux. Een wettelijk kader voor ‘groene’ gewasbeschermingsmiddelen Eerst moeten ‘groene’ gewasbeschermingsmiddelen echter ingebed worden in een wettelijk kader. “Op dit moment duren die procedures soms jaren. Waar wij naartoe willen is dat laag risicomiddelen na een vroege check de markt op kunnen en dat er simultaan aanvullend onderzoek verricht wordt. Daardoor kan de doorlooptijd verkort worden van vijf naar twee jaar. In 2011 werd een nieuwe Europese wet aangenomen die de registratie van gewasbeschermingsmiddelen regelt. Onderdeel ervan is te komen tot een definitie van laag risicomiddelen. Tot op heden is er echter nog niets gebeurd. Er zijn weliswaar conceptteksten gereed, maar deze zijn alle geënt op traditionele chemische middelen.” Wat zijn laag risicomiddelen? Hij legt uit wat laag risicomiddelen zijn. “Dat zijn middelen van natuurlijke oorsprong zoals van planten, dieren, micro-organismen of bepaalde mineralen, of nagemaakte middelen die identiek zijn aan de natuurlijke stof, en met een laag risico voor mens, dier, milieu en niet-doelwit organismen. Het bezwaar tegen de chemische gewasbestrijdingsmiddelen is dat ze een te breed bereik hebben. Behalve de insecten worden ook andere organismen in hun voortbestaan aangetast. Door het gebruik van biologische middelen is dat te voorkomen.” Feromonen tegen de fruitmot
Als voorbeeld noemt Ravensberg de middelen die ingezet kunnen worden tegen de fruitmot in appelen perenboomgaarden. “De rups van de fruitmot tast de gewassen aan, maar inmiddels zijn er twee biologische oplossingen voor handen. De fruitmot kan bestreden worden door feromonen. Deze verstoren het paringsritueel, maar doden de fruitmot niet. Een andere oplossing is een virus dat gespoten kan worden. Dit virus werkt heel selectief en heeft geen neveneffecten op andere organismen.” 4. Rioolwaterzuiveringsinstallatie wordt energiefabriek Waterschap Vechtstromen maakt van haar rioolwaterzuiveringsinstallatie (rwzi) in Hengelo een Energiefabriek. Binnenkort begint zij met de bouw van een thermische druk hydrolyse (TDH-) reactor. Met deze ‘snelkookpan voor zuiveringsslib' produceert het waterschap biogas dat wordt omgezet in elektriciteit. Waterschappen zuiveren afvalwater. Afvalwater zit vol energie. Door nieuwe technieken in te zetten op de rioolwaterzuivering in Hengelo kunnen we straks nog meer groene energie uit het afvalwater halen. Dit noemen we waterschapsenergie. De Energiefabriek Hengelo gebruikt een deel van de waterschapsenergie zelf. Daarnaast blijft er nog energie over. De energie die overblijft, biedt Energiefabriek Hengelo aan de regio aan. Green Deal Vanuit de Green Deal Unie van Waterschappen werkt het Rijk mee aan de realisatie van Energiefabrieken. De ambitie is om op termijn alle 350 rioolwaterzuiveringen om te bouwen tot ‘Energiefabrieken’. Het Rijk ondersteunt de waterschappen juridisch, financieel, organisatorisch en communicatief. Daarnaast zet zij zich in om de wet- en regelgeving aan te passen waardoor duurzame energiewinning en fosfaatterugwinning versneld kan worden opgeschaald. Hengelo verwerkt zuiveringsslib Kern van de Energiefabriek Hengelo is de centrale verwerking van al het zuiveringsslib van de rwzi's van waterschap Vechtstromen op de rwzi in Hengelo. Naast energie- en milieuwinst resulteert het project op termijn in een verlaging van de jaarlijkse exploitatiekosten van de zuivering met € 1,2 miljoen. Dit wordt bereikt door de terug levering van energie maar vooral door de fors lagere kosten voor afvoer en verwerking van het zuiveringsslib. In een TDH-reactor wordt het zuiveringsslib ‘gekraakt' door het kortdurend onder hoge temperatuur aan hoge druk bloot te stellen. Hierdoor wordt meer biogas uit het slib geproduceerd en levert dus ook meer elektriciteit op. Elektriciteit voor de bedrijfsprocessen De elektriciteit uit het biogas gebruikt de rwzi voor haar bedrijfsprocessen, het overschot wordt aan het elektriciteitsnet geleverd. Op termijn produceert het waterschap zoveel elektriciteit dat daarvan 3500 huishoudens en bedrijven in hun jaarlijkse energiebehoefte kunnen voorzien. Het waterschap investeert ruim € 13 miljoen in de bouw van de thermische druk hydrolyse (TDH) reactor. Met de realisatie van de gehele Energiefabriek is een bedrag van € 24 miljoen gemoeid. Mes snijdt aan veel kanten
Dagelijks bestuurslid Roel van der Veen is enthousiast: "Met deze investering snijdt het mes aan vele kanten. Doordat we meer kunnen vergisten houden we minder slib over. De CO2 uitstoot gaat aanzienlijk omlaag. En we produceren duurzame energie, waterschapsenergie. Samen leidt dit tot structurele besparingen die zich doorvertalen in onze gematigde belastingtarieven. Het innovatieve karakter van het totale project en de aansluiting bij verschillende nationale en Europese energie- en milieudoelstellingen maken dat de Energiefabriek Hengelo mag rekenen op een aantal subsidies. 5. Sloewarmte distribueert restwarmte van raffinaderij in Vlissingen Op 1 juli is SLOEWARMTE BV opgericht. De start van dit bedrijf is een resultaat van de Green Deal Zeeland. De oprichters, Zeeland Seaports, Evides Industriewater en Martens, zullen vanaf het voorjaar van 2015 restwarmte leveren aan twee, mogelijk later drie, bedrijven in de haven van Vlissingen. “Op dit moment zijn we bezig met de engineering en aanleg van de leidingen”, vertelt Peter Geertse van Zeeland Seaports. “Zes jaar geleden startten we dit project en werden de bedrijven met elkaar in contact gebracht. Na onderzoek bleek dat de raffinaderij van Zeeland Refinery (Total/Lukoil) zeer bruikbare energie in de vorm van restwarmte beschikbaar heeft. Deze kan nuttig kan worden toegepast bij de naastgelegen bedrijven Martens Havenontvangst installatie en Covra. Om de koppeling te realiseren en exploiteren is SLOEWARMTE BV opgericht.” Restwarmte wordt twee keer gebruikt De warmte wordt op 130 graden afgevangen bij Zeeland Refinery waarna deze door middel van pijpleidingen wordt getransporteerd naar Martens, die de energie gebruikt om de ingezamelde afgewerkte olie (sludge) te verwerken tot schone bruikbare stookolie. Daarnaast zal deze warmtestroom door Covra worden gebruikt voor klimaatbeheersing in de opslagplaatsen voor nucleair afval. Daarna is het water afgekoeld tot 70 graden en kan het worden hergebruikt door Zeeland Refinery als koelwater. Ervaring opgedaan “Met het hergebruik van hoogwaardige restwarmte is in Zeeland al ervaring opgedaan”, vervolgt Geertse. “Sinds 2008 verwarmt industriële restwarmte van kunstmestproducent Yara kassen van tuinders rond Terneuzen. Daarnaast verwachten we in de loop van dit jaar een tweede project van de Green Deal Zeeland af te ronden. In Terneuzen zal een biomassacentrale energie gaan leveren aan een chemisch complex.” 6. Energieconvenant Blauwzaam staat op eigen benen Voor Energieconvenant 1,2 en 3 ondertekende de Stichting Blauwzaam een Green Deal. Dankzij de Green Deal is de organisatie professioneler geworden en kon zij de communicatie en monitoring verbeteren. Inmiddels is het vierde energieconvenant in oprichting. Op 9 oktober wordt deze in het bijzijn van Femke Halsema ondertekend. Ditmaal echter geen Green Deal ter ondersteuning, de Stichting Blauwzaam trekt het energieconvenant op eigen kracht. Rolia Wiggelinckhuijsen is secretaris van de Stichting Blauwzaam. “We bestaan nu vier jaar en ieder jaar willen we in de Maand van de Duurzaamheid een energieconvenant ondertekenen. Bedrijven en
organisaties uit de gemeente Molenwaard waren de eerste ondertekenaars. Dit keer worden bedrijven en instellingen uit de gemeenten Gorinchem en omgeving betrokken.” Met het ondertekenen van het vierde Convenant participeren nu met uitzondering van HardinxveldGiessendam alle 7 gemeenten in de regio Vijfheerenlanden-Alblasserwaard. Interessante bijvangst De eerste insteek van het convenant was om gezamenlijk 10 procent energie te besparen in drie jaar, maar de bijvangst blijkt minstens zo interessant. “Duurzaamheid krijgt een heel andere dimensie als een brede groep bedrijven elkaar vindt. Misschien is het wel de grootste winst dat we zien dat er een veel bredere bewustwording ontstaat. Op bijeenkomsten praten we ook over duurzame inzet van personeel, afvalbeheer en communicatie.” Ook de rol die de gemeente vertolkt wordt gewaardeerd. “Ze geeft het goede voorbeeld, maar participeert ook echt. Lijnen worden korter, de wethouder is aanspreekbaar en we merken dat zowel aan de kant van het bedrijfsleven als aan de zijde van de overheid goodwill gekweekt wordt.” Opschaling gaat niet vanzelf De animo voor de vierde ondertekening lijkt net zo groot als voorgaande keren, maar toch gaat opschaling niet vanzelf. “Er zijn altijd voortrekkers nodig, bedrijven die willen investeren in duurzaamheid en bereid zijn om dat samen te doen”, aldus Wiggelickhuijsen. Niet alles is rozengeur en maneschijn. “Met name ten aanzien van het delen van kennis is er enige schroom. Daarnaast merken we dat bedrijven minder gewend zijn regionaal samen te werken. Maar als men eenmaal de eerste drempels heeft geslecht dan merken we wel dat ondertekenaars elkaar als partners gaan zien.” Meten is weten Gevraagd naar een leermoment van de afgelopen jaren wijst zij op de meetbaarheid. “Meten is weten, zeg ik altijd. Toch blijkt het nog vaak moeilijk om de cijfers van energieverbruik boven tafel te krijgen, terwijl juist daar de bewustwording begint. Een ander punt dat wij als plezierig hebben ervaren is dat we het beoordelen van de cijfers en het bewaken van deadlines uit handen hebben gegeven. Dat creëert rust en zorgt voor objectiviteit.” 7. Glastuinbouw in Noord-Holland krijgt CO2-leiding CO2 is een populaire grondstof in de glastuinbouw. Tuinders rond Aalsmeer willen deze grondstof graag uit het Botlek- of Amsterdamse havengebied betrekken. Mede daarom is de Green Deal Glastuinbouw op 10 juni ondertekend. Bij CO2-levering aan de glastuinbouw is niet de vraag, maar het aanbod de limiterende factor. Dat klinkt vreemd, maar dat heeft te maken met de zuiverheid van de CO2. “Alleen zuivere CO2 is bruikbaar voor de glastuinbouw”, weet Jacob Limbeek, directeur van OCAP CO2. “Wij leveren op dit moment CO2 aan twee tuinbouwgebieden, rond Bleiswijk en in het Westland. Mondiaal is dat uniek. In de Verenigde Staten wordt CO2 wel vervoerd, maar dan ten behoeve van de olie-industrie. In Nederland zetten we CO2 in als grondstof waardoor planten beter groeien. De externe CO2aanlevering voorkomt bovendien zomerstook, omdat tuinders geen CO2 middels een stookinstallatie hoeven te produceren. Daardoor helpt het kwekers om 100% duurzaam te ondernemen.”
De vraag neemt toe De vraag naar externe CO2 neemt toe. Zo ook in Noord-Holland. Bedrijven in de Haarlemmermeer en rond Aalsmeer geven aan ook CO2 te willen betrekken. “OCAP heeft tien jaar geleden een oude olieleiding overgenomen van het Rijk en de gemeente Amsterdam. De pijp loopt van de Europoort naar Amsterdam. Deze is geschikt voor het vervoer van CO2, maar moet nog wel worden voorzien van aftakkingen.” Om de vergunningsverlening en aanleg van de infrastructuur te bespoedigen, is de Green Deal ondertekend. Extra bron in Amsterdamse haven Voordat de Green Deal werd ondertekend werd een eerste inventarisatie uitgevoerd en is gekeken naar mogelijkheden om een CO2-bron in de buurt te ontsluiten. “Als de Green Deal Glastuinbouw het hele tuinbouwgebied rond Aalsmeer van CO2 wil voorzien, dan lukt dat niet vanuit Rotterdam, maar is een extra bron noodzakelijk. Met de AEB, de Amsterdamse afvalverwerker, starten we daarom een pilot. Samen kijken we naar de technologische mogelijkheden om zuivere CO2 op een verantwoorde wijze uit de rookgassen in het Amsterdamse havengebied te winnen.” 8. Green Deals op de kaart Ondernemers die duurzame initiatieven nemen, kunnen zich laten inspireren door de Green Deals. Deze afspraken tussen Rijksoverheid en bedrijven zijn ingetekend op een Google-map. Hierdoor kunnen ondernemers zien welke Green Deals in de buurt van hun bedrijf zijn afgesloten. Wie een steuntje in de rug zoekt voor een duurzame ontwikkeling die hij in gang heeft gezet, vindt zo gemakkelijk de weg en kan zich aansluiten bij een al bestaande Green Deal of nieuwe aanvragen. Sinds de start in 2011 zijn er 164 Green Deals ondertekend. Behalve bedrijven participeren ook maatschappelijke organisaties en andere overheden in Green Deals. Het totaal aantal deelnemende bedrijven bedraagt 420. Overigens neemt het jaarlijks aantal nieuwe Green Deals af, onder andere omdat het Rijk zich de laatste tijd focust op deals met een groot opschalingspotentieel. Dat wil zeggen dat veel andere bedrijven en organisaties moeten kunnen aanhaken. Afgeronde Green Deals Inmiddels zijn er twintig Green Deals afgerond. Twee voorbeelden van succes: biokerosine telt voortaan mee bij de nationale verplichting ‘duurzame biobrandstoffen’ in het kader van de Europese richtlijn ‘Renewable Energy’; en de handreiking ‘Oplaadpunten voor elektrische auto’s in de openbare ruimte’ draagt bij aan heldere en eenduidige procedures voor de aanleg van de publieke laadinfrastructuur voor elektrische auto’s. 9. Green Deal Award en Green Deal Runner Up Award 2014 In november worden de Green Deal Award en de Green Deal Runner Up Award uitgereikt. De awards zijn het initiatief van de Green Deal Board. De Green Deal Award 2014 gaat naar een Green Deal die op succesvolle wijze is afgerond. De Runner Up Award is een aanmoedigingsprijs voor veelbelovende lopende Green Deals. Voor beide prijzen gaat het naast een duidelijk ‘groen en groeipotentieel’ om bijzondere prestaties op het gebied van samenwerking, durf en vernieuwing. De Green Deal Award en de Runner Up
Award worden gekozen door een deskundige jury, bestaande uit vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en de overheid. De winnaars van de prijzen krijgen een jaar lang het gebruikersrecht van het logo Green Deal Award 2014 of de Green Deal Runner Up Award 2014 en zullen uitgebreid in de aandacht komen te staan. Daarnaast worden de prijzen voor de winnaars ook in een andere vorm vertaald. Zo mochten de winnaars van de Green Deal Runner Up Award 2013 het seminar “Onzichtbaar overtuigen” volgen. Via onderstaande link leest u meer over hun ervaringen: http://www.rvo.nl/actueel/nieuws/inspirerend-seminar-voor-winnaars-green-deal-runner-award
Agenda Conferentie over Olifantsgras in Biobased Economy 18 september 2014 Hoofddorp http://www.biobasedeconomy.nl/agenda/conferentie-over-olifantsgras-in-biobased-economy/
Dag van de duurzaamheid 10 september Hele land http://www.dagvandeduurzaamheid.nl/