INHOUDSOPGAVE 1. Droge Naald A. Algemeen B. Materiaal C. Techniek D. Kunstenaars 2. Linosnede A. Materiaal B. Techniek C. Kunstenaars 3. Houtsnede A. Algemeen B. Materiaal C. Techniek D. Kunstenaars 4. Monotype/Monoprint A. Algemeen B. Materiaal C. Techniek D. Kunstenaars 5. Bronnen
2 2 2 3 4 5 5 7 11 13 13 13 14 16 17 17 17 18 20 21
1
1. DROGE NAALD A. ALGEMEEN
B. MATERIAAL
De droge naald is een droge techniek. Er komt geen zuur aan te pas. Er is dus geen zuurbestendige ondergrond nodig.
Een stift met diamantpunt geeft de vloeiendste lijn. Deze krast niet zoals een stalen naald, maar glijdt door het koper. Een échoppe geeft lijnen die dik en donker afdrukken. Voor nog diepere lijnen kunt u een burijn of roulette gebruiken.
De naald direct in het metaal of bij ons in PVC micron. Wanneer men in een metalen plaat krast of in MICRON, ontstaat er een 'braam'. Dit is een opstaand randje naast de getekende lijn, waaronder zich ook inkt hecht. Hierdoor ontstaat bij het afdrukken een wazige lijn, die typerend is voor de drogenaaldtechniek. Een droge naald kan, in tegenstelling tot een ets, slechts in zeer beperkte oplage gedrukt worden (10 à 15), doordat bij elke druk de kenmerkende braam gedeeltelijk platgedrukt wordt. Als een koperen plaat gebruikt wordt, kunnen iets meer afdrukken gemaakt worden dan in zink omdat koper een harder metaal is. Van de graveertechnieken komt drogenaald het meest overeen met potloodschetsen. Daarom is deze methode vaak populair bij schilders.
2
C. TECHNIEK
LET OP:
Om niet al te veel geld te spenderen aan gereedschap, gebruiken we in de klas PVCmicron. Dit is een soort hard plastic waar je ook in kan krassen. Het geeft ongeveer hetzelfde effect dan een koperen plaatje.
de randen van het plaatje ook goed proper maken door met je vinger in de vod hier langs te gaan.
We ontwerpen eerst een tekening rond het thema ‘verpakking’, je mag ruim denken. Er moet ook typografie in verwerkt worden. Let hierbij op voor spiegelbeeld. Ontwerp al op het formaat van je Micron plaatje. Dit is 15x15 cm groot.
Papier dat je in het water geweekt hebt eruit halen en afdoppen tussen kranten en daarna met een handdoek. Etsplaat op het registratiepapier leggen dat ondertussen al op de drukpers ligt. Het sjabloon op de drukpers leggen.
Tekenen kun je met een etsnaald doen. Door de naald rechtop te houden maak je een groef met aan beide zijden van de lijn een braam, waaraan later inkt blijft zitten.
Het geprepareerde papier op de etsplaat leggen en de vilt erover.
Door de naald schuin te houden ontstaat er een braam aan een kant van de lijn. Je kan het ontwerp onder je Micron-plaatje leggen, op deze manier kan je het gewoon overkrassen. Let weer op spiegelbeeld!
Druk eraf nemen en laten drogen in droogrek.
We wrijven onze plaat in met inkt. De inkt moet eerst goed getemperd worden met een paletmes: inkt scheppen en omdraaien. Op deze manier wordt de inkt warm en kan je deze beter uitsmeren op je plaat. De inkt neem je op met een rubberen lapje, hiermee wrijf je je ontwerp in. Vanuit het midden naar de buitenkanten wrijven. Ervoor zorgen dat alles goed bedekt is De plaat afslagen (= meerderheid van de inkt weghalen). Eerst met telefoonboekpapiertje daarna met een tarlatan (=gaasje) de restjes weghalen voor het helemaal te cleanen
Op eenzelfde ritme drukken.
Plaatje & werktafel proper maken met zonnebloemolie en krijt.
3
D. KUNSTENAARS Rembrandt gebruikte de drogenaald techniek veel in combinatie met lijnetsen.
Ensor produceerde de meeste van zijn gravures, 88 van de 133, in een zeer korte periode, van 1886 tot 1891. Hij deed dit met de ets- en drogenaald-techniek. De creatieve uitbarsting die Ensors graveerkunst domineert tot 1891 valt geleidelijk aan stil. Daarna wordt de prent gewoon een manier om zijn andere creaties door de meervoudigheid van de ets meer bekendheid te geven.
R. VAN RIJN – Zelfportret
1630
4
J. ENSOR – Christus Beledigd
1886
L. URY – Dame in Kaffee
1919/1921
2. LINOSNEDE A. MATERIAAL LINOLEUM Linoleum is uitgevonden door Frederick Walton rond 1860. Het woord Linoleum is een samenvoeging van de Latijnse woorden Linem (vlas) en Oleum (olie), lijn(zaad)olie, dus. Walton mengde lijnolie met (onder andere) kurk en liet het geheel oxideren zodat een plastisch materiaal ontstond. Later is dat veelvuldig als vloerbedekking gebruikt. Linoleum wordt gemaakt in verschillende hardheden en kleuren. Voor vloeren is het wat harder en in mooie patronen en marmerstructuren te verkrijgen, voor linosnede kun je kiezen uit de zachte (kurklinoleum) en wat hardere, gladde varianten. Die moet je vaak bestellen bij leveranciers voor kunstenaarsmaterialen of schoolbenodigdheden.
GUTSEN
De wat hardere (en gladde) soort heet bij Forbo Walton en de zachte heet meestal gewoon kurklinoleum. Als je het linoleum nog even schuurt voordat je gaat gutsen is de inktafdracht later natuurlijk beter. Sommigen schrapen met een scherp metalen plaatje de boel glad(der), maar het gevaar is dat het linoleum niet overal meer dezelfde dikte heeft en dát zie je dan pas bij het afdrukken.
In de handel zijn hele goedkope en hele dure gutsen te koop. Tenzij je hele grote platen linoleum gebruikt zijn kleine gutjes een prima investering.
Om delen van het linoleum te verwijderen heb je gereedschap nodig. Het kan met een mes of een zogenaamd gutssetje. Gutsen is de techniek van het 'uitlepelen' van de stukken linoleum die je niet wilt afdrukken. Wat je niet wegsnijdt wordt later ingeïnkt en afgedrukt.
Gutsen en gutsjes hebben een karakteristieke u- of v-vorm die het verwijderen van het dieper liggende materiaal vereenvoudigen.
5
INKT
ROLLEN
Drukinkt en verf bestaan op zijn minst uit pigment (kleurstof ) en een bindmiddel om er een samenhangend geheel van te maken. Zou je kleurstof mengen met water, dan krijg je waterverf. Echter, als dat droogt blijft er droog poeder over. Er moet dus nog iets in de inkt dat het pigment bindt.
Om inkt in een mooie dunne laag op de drukvorm te krijgen kun je een roller gebruiken.
In het geval van plakkaat/waterverf zit er ook een gom-achtige substantie in. Als het water dan is verdampt blijft de kleurstof, besloten in het bindmiddel, 'plakken' aan het papier. Maar er is ook iets positiefs te zeggen over 'waterinkten'. Rollers, drukvorm en inktplaten zijn relatief makkelijk schoon te maken.. Verder zijn deze inkten niet of minder vervuilend voor het milieu. Inkten op oliebasis met droogmiddel zijn dat wel, hoewel je inktresten sowieso niet door de gootsteen moet spoelen.
Die zijn in allerlei vormen en maten verkrijgbaar, maar de kleinere rollers hebben een handvat en vaak een uit-stekend deel waarmee je de roller op tafel kunt leggen zonder dat er inkt wordt afgegeven.
6
B. TECHNIEK TEKENING
SNIJDEN
Om een linosnede te maken zul je eerst, net als bij de meeste grafische technieken, een plannetje moeten maken.
Linogutsjes 'graven' door hun specifieke vorm in het materiaal en voor de verschillende diktes van lijnen en vlakken zul je smallere en bredere gutsen nodig hebben.
Dat gaat niet alleen over het beeld wat je uiteindelijk gedrukt wilt hebben, ook de manier van werken is daar van afhankelijk. Als het ontwerp bestaat uit een tekening waarbij de contouren (omtrekken) heel duidelijk zijn, kun je die contouren op linoleum tekenen met potlood en die lijnen weer overtrekken met viltstift. Zo veeg je de lijnen niet uit en kun je met de blik op oneindig heel fijn gaan gutsen. Het gutsen is natuurlijk een techniek apart, maar dat leer je al doende. Om de tekening op lino over te zetten kun je wellicht carbonpapier gebruiken, maar let op: de druk verschijnt in spiegelbeeld! Wil je dat niet, dan zul je de tekening spiegelbeeldig moeten maken. Dat kan onder andere door de tekening tegen het glas in een raam te houden, met het beeld naar het glas, en op de achterkant van het vel de tekening over te trekken. Transparant papier gaat natuurlijk ook.
Om heel nauwkeurig te werken, met name voor details, is het werken met zelfs de smalste guts soms onmogelijk Als het linoleum niet te hard is kan ook gebruik worden gemaakt van een chirurgenmes. Met een mes kun je een guts nabootsen.
In de dwarsdoorsnede hierboven wordt eerst een snede gemaakt naast het deel dat moet blijven staan en wel schuin naar buiten, van de tekening af. Daarna maak je een tegensnede en zal er een scherpe snede overblijven.
7
VASTHOUDEN De vorm van de houders zijn over het algemeen zo gemaakt dat ze mooi in de palm van de hand passen. Om een idee te krijgen hoe je de guts goed in je hand hebt kun je je wijsvinger er bijna gestrekt bovenop leggen.
Het is bij het gutsen zaak om de hoek met het linoleum niet te groot te maken. De gutshouder moet laag blijven, reden waarom de duurdere gutsen een houder hebben die aan de onderzijde plat is.
AFDRUKKEN Om een drukvorm af te drukken op papier (of plastic, textiel, hout....) kun je een drukpers( je) gebruiken, maar ook zonder pers kun je een eind komen. Een ingeïnkte drukvorm ligt met de inktkant naar boven, je legt er een vel papier op en wrijft met de hand, zonder het papier te verschuiven de inkt op het papier. Als er teveel inkt aan opstaande randjes zit wil dat nog wel eens viezige afdrukken geven. Een (relatief platte) lepel of een zachte lap rondom een schuurblokje geeft al wat strakkere resultaten. Het is een kwestie van uitproberen en met name de hoeveelheid inkt die je aanbrengt is daarbij belangrijk: veel inkt drukt makkelijker, minder inkt geeft een strakker resultaat. Een pers is in de meeste gevallen handiger, vooral als je grotere drukvormen hebt. De beschikbare pers drukken gelijkmatig het papier tegen de drukvorm en je kunt sneller tot een hogere oplage komen.
8
INKT VERWIJDEREN Verdunnen van inkten met ordinaire sla-olie. Met een papiertje alles droogwrijven en je handen zijn weer schoon. Plantaardige olie vervliegt niet, in tegenstelling tot terpentine, dus je kunt alle inktresten op je gemak verdunnen en met papier of doek weghalen. Herhaal dat een paar keer, ga vooral niet heel hard boenen en uiteindelijk is de inkt weg. Op de afbeelding zie je een plaatpers. Twee metalen rollen met daartussen een plaat. De drukvorm wordt op de plaat gelegd en met het spaakwiel draai je de plaat tussen de twee rollen door. De latjes leg je parrallel aan de lange kanten van de plaat. Zorg dat die latjes (iets) hoger zijn dat het linoleum, je kunt dan later de druk opvoeren door onder de drukvorm extra velletjes papier te leggen. Er is een belangrijk nadeel aan het gebruik van de etspers voor het afdrukken van linoleum. Bij grotere drukvormen (en relatief hoge druk) krimpt de drukvorm. Althans, dat lijkt zo. Omdat het linoleum vrij zacht is drukt de drukrol het materiaal een beetje in en dat levert een afdruk op die kleiner is dan de drukvorm. Hoe minder er uit het linoleum is weggesneden, hoe groter de afwijking. Wil je een meerkleurendruk maken met precies passende drukgangen en bij de ene drukvorm heb je grote vlakken en bij de ander juist veel lijnen, dan zul je moeten gaan experimenteren met de hoeveelheid druk
In plaats van terpentine kun je ook een zogenaamde VCA gebruiken. Dat staat voor Vegetable Cleaning Agent en is een oplosmiddel op basis van plantaardige olie. Daar wordt nog het een en ander toegevoegd, bijvoorbeeld een emulgator om eventueel de resten makkelijk met water weg te kunnen spoelen. 9
VEILIGHEID Door de kracht die je uitoefent op het linoleum wil je dat graag tegenhouden en wel met je andere hand. Die ligt dan vaak in het verlengde van de guts en als je een keer doorschiet heb je een wond. Gutsen doe je in ieder geval van je af en de andere hand leg je op een plek waar het geen kwaad kan. Handiger is het maken of kopen van een snijplankje. Die heeft twee opstaande randen: één naar onderen gericht om tegen de rand van de tafel te leggen, de andere opstaand om daar het linoleum tegenaan te zetten. In een dwarsdoorsnede ziet dat er zo uit:
10
C. KUNSTENAARS Vanwege de structuur en taaiheid van linoleum hebben in de twintigste eeuw ook kunstenaars het materiaal ontdekt, en wel als vervanger voor het harde hout waar tot dan toe in gesneden en gegraveerd werd. Wellicht is de beroemdste kunstenaar die de linotechniek heeft toegepast was Pablo Picasso. Picasso begon eind jaren vijftig met het vervaardigen van linosnedes. Van Picasso zijn ongeveer tweehonderd linosnedes bekend.
P. PICASSO – Portrait of Young Girl
1958
11
P. PICASSO – La Dame à la Collerette 1962. In deze serie met het portret van Picasso's vrouw Jacqueline in historische kledij is prachtig te zien hoe de kunstenaar bij het maken van een prent te werk ging.
Ook Maurits Cornelis Escher heeft, tijdens zijn studietijd op de HBS, in deze techniek gewerkt.
M.C. ESHER – Zelfportret
1920
12 M.C. ESHER – Jonge Lijster
1917
3. HOUTSNEDE A. ALGEMEEN B.MATERIAAL Houtsnede is een hoogdruktechniek. De techniek is bekend geworden dankzij de Duitse Albrecht Dürer die deze techniek verfijnde en een ingang deed vinden als zelfstandige kunstuiting.
Als we een dwarsdoorsnede bekijken kunnen we het principe van een hoofdruk zien. Op de hoogstgelegen delen van de houtplaat (bruin) word inkt aangebracht (zwart) met een roller. Wanneer deze door een pers zal worden gestoken zullen de zwarte delen afgedrukt worden
Het hout dat we gebruiken bij een houtsnede is 'langshout', dat wil zeggen dat het hout in de lengterichting van de oom is gezaagd in plaats van dwars op de nerf.. (zie afbeelding)
Voor het maken van een houtsnede gebruiken we gutsen en messen. Messen kunnen gebruikt worden om de contouren te snijden en dan kan men daarna met de guts gebruiken om het hout weg te steken. Er zijn verschillende soorten gutsen. Zo zijn er holle gutsen en V-gutsen. Buiten het standaardmateriaal kan er ook gebruik worden gemaakt van verschillende andere materialen zoals hulpstukken van een boormachine, …
13
C.TECHNIEK Voor we de plaat gebruiken kunnen we deze eerst nog beschermen, dit is niet noodzakelijk maar wel handig voor het geval dat we meerdere drukken willen maken. We kunnen bijvoorbeeld Schellak aanbrengen op de houtplaat. Schellak is een harsachtige stof die door een bepaalde luis van bepaalde bomen wordt afgescheiden. De schellak wordt doorgaans opgelost in alcohol. Hiervoor gebruiken we één bepaalde borstel, wanneer we dan later (wanneer de schellak helemaal is opgelost) weer een borstel
gebruiken kunnen we deze ervoor gebruiken. De opgeloste schellak wordt aangebracht aan beide kanten van de houtplaat, zodanig dat deze plaat niet gaat kromtrekken. Er moet wel rekening worden gehouden met het feit dat de schellak een bepaalde structuur heeft die erdoor kan komen tijdens het drukken.
Om de tekening aan te brengen zijn er verschillende technieken, we kunnen eerst en vooral gewoon met potlood of Oost-Indische inkt de tekening op onze plaat maken. Andere technieken zijn je tekening projecteren of met behulp van carbonpapier. Houd er rekening mee dat het ontwerp in spiegelbeeld wordt afgedrukt, ook dat datgene dat je wegsnijdt wit is en datgene waar niet is gesneden zal worden afgedrukt. Het wegsnijden zelf gebeurt met een guts en eventueel een mes. Met het mes snij je eventueel de snijlijn, zet het mes er iets schuiner tegen zodat de rand naar buiten loopt. Zo creëer je een schuine rand die toch voor sterk contouren zorgt. Wanneer we een rand nemen die naar binnenloopt zal de inkt er zich ophopen waardoor je problemen kan krijgen met drukken. Met behulp van deze snijlijn kunnen we het hout makkelijk afsteken en krijgen we toch een scherpe lijn. Belangrijk is dat we met de gutsen mee gaan snijden met de nerven. Een V-guts zal ervoor zorgen dat de lijn veel zachter is terwijl een holle guts veel zachter zal overkomen, dit is te zien op de manier waarin de gutsen in het hout gaan. De holle guts heeft een veel sterkere welving in het begin van de lijn, de V-guts dringt veel scherper in het hout en maakt een smallere en diepere snede. Alternatieve materialen zoals multiplex zijn ook bruikbaar voor houtsnede, belangrijk is dan wel dat je achteraf nog even je plaat schuurt voor je gaat drukken zodat zeker geen houtsplinters hebt.
14
Het aanbrengen van de inkt is een belangrijk proces binnen het drukken van de houtsnede. De inkt moet gelijkmatig verdeeld worden over de hele plaat; Belangrijk is dat de inkt niet te hard kleeft maar een zacht geluid maakt wanneer je met de rol over de glasplaat gaat. De inkt gelijkmatig verdelen over houtplaat gaat het beste met een rol die groot genoeg is om over de hele plaat te gaan. Stel dat je verschillende afdrukken wil maken met telkens een andere kleur van dezelfde plaat is het belangrijk dat je eerst de lichtste kleur neemt om daarna over te schakelen tot een donkere kleur.
Voorbeeld afdruk met pers.
Het drukken kan onder andere gedaan worden met een hoogdrukpers. Een andere techniek is door een blad op de ingeïnkte plaat te leggen en dan met een lepel of baren druk uitoefenen op het blad. Het voordeel van het gebruiken van een pers, mits deze goed is ingesteld, is dat de inkt overal evenveel druk heeft gekregen om op het blad te komen. Bij het gebruik van een lepel is dit niet altijd het geval. Hiermee kan natuurlijk ook wel gespeeld worden.
15
D. KUNSTENAARS voornamelijk Chinese en Japanse kunstenaars kunnen worden genomen als voorbeeld van de houtsnede-techniek. Ze werkte met Ukiyo-e, wat een Japanse houtsnede-techniek is.
A. HIROSHIGE – De Grote Golf
1832
H.J.BENNÖRH – Eikenboom
1975
16
4. MONOPRINT/MONOTYPE A.ALGEMEEN Een monoprint, ook wel monotype (techniek) genoemd is een druktechniek waarbij maar één afdruk kan gemaakt worden. Je hoort het in de naam – mono = één. Op een plaatje wordt aquarelverf, stift, of inkt aangebracht, deze tekening kan later afgedrukt worden. Voor deze druktechniek wordt gekozen om de lijnvoering van de uiteindelijke afbeelding minder "getekend" te laten zijn. Het afdrukken met de monotypetechniek zorgt voor een "zachtere" lijn. De afbeelding word in spiegelbeeld afgedrukt, hier moet tijdens het ontwerpen rekening mee gehouden worden.
B. MATERIAAL Voor deze druktechniek hebben we volgende materialen nodig: Een plaatje van 500 micron, een sponsje, sojasaus (flesje), een schuurpapiertje met nr. 600 (dit schuurpapiertje moet in 3 gevouwen zijn), een doekje, stiften, aquarelverf, en Arabische gom. Arabische gom is een harsachtige gom die vrijkomt als de schors van de boom is beschadigd. Het papier dat we voor deze druktechniek het beste kunnen gebruiken is Zerkall of hahnemühle.
17
C. TECHNIEK Plaatje prepareren Dit doen we in verschillende stappen: 1. Het plaatje snijden op het juiste formaat, de randjes bijwerken met een breekmesje door zachtjes over de zijkanten te gaan. 2. Het plaatje schuren in horizontale en verticale richtingen met schuurpapier nr. 600. Dit is nodig om de spanning van het plaatje weg te halen. Het schuurpapiertje moet in 3 gevouwen zijn. 3. Hierna wordt er een beetje sojasaus op het plaatje gespoten. Met een sponsje word heel het plaatje ingewreven met sojasaus. 4. Het plaatje onder stromend water houden + niet meer met je vingers, handen aankomen. 5. Afdrogen met een doekje. 6. Een dun laagje Arabische gom aanleggen op het plaatje.
Tekenen/schilderen Met stift op waterbasis tekenen op ons plaatje (op de kant die geprepareerd is). Er kan ook met aquarelverf gewerkt worden. We moeten er rekening mee houden dat alles in spiegelbeeld word afgedrukt.
Afdrukken we leggen het papier (Zerkal of Hahnemühle) in het water. Wanneer het papier eventjes in het water heeft gelegen halen we het er uit, en leggen het op een krantenpapier (deze moet minstens een jaar oud zijn, anders gaat de inkt af ). We drukken met een handdoek het papier droog. We nemen ons plaatje, leggen het op de pers aan de hand van een registratieblad (de geprepareerde kant van het plaatje licht naar boven) Het papier aan de hand van een registratieblad er overheen leggen + (zorg dat er een extra papier op ligt voor tijdens het drukken, zodat de pers niet vuil word!)
18
Registratievel 1. het registratieblad in 2 verdelen. 2. op het plaatje in het midden een zacht potloodlijntje trekken aan de kant die niet moet gedrukt worden. 3. De afmetingen van het plaatje aftekenen op het Registratievel (aan beide kanten evenveel cm). 4. De afmetingen van het papier tekenen. (bovenaan minder ruimte als onderaan om een mooier effect te creëren).
19
D. KUNSTENAARS
G. BELLOWS – monoprint
1913
J. REICHENFELD - Slapeloze nachten
20
BRONNEN Grafische technieken, www.wikipedia.org, internet 2013 Grafische technieken, www.youtube, internet 2013 Grafische technieken, www.astroarts.punt.nl, internet 2013 Papiersoorten, www.hahnemuehle, internet 2013 Joop Reichenfeld, www.beeldkracht.com, internet 2013 Linosnede, www.linosnede.nl, internet 2013 Boijmans, www.collectie.boijmans.nl, internet 2013 Smith, R., Handboek voor de Kunstenaar, Baarn, De Fontein, 2009
21