Woensdag 13 april 2011
Wie was er?: Seppe Stijn, Jacoeber, Marc en Bolle wat later Knabbelkes en spelomgeving waren bij: Jacoeber Waffer spel?: That’s life + Robo Rally Spelen volgende maand: Bolle 28/04
1. Basari
De spelers kruipen in de huid van handelaars in een Oosterse basaar, de zogenaamde Basari. De vraag is echter wie is de slimste onder hen? Wie kan het best zaken doen? Dit zal blijken uit een bijzondere wedstrijd. In de mate van het mogelijke gaan de spelers handel drijven, ruilen, afdingen en bedriegen. Zo verschuiven de waardevolle edelstenen heen en weer tussen de Basari tot men nauwelijks nog weet wat wie toebehoort. Dit alles om het eigenlijke doel te bereiken namelijk de meeste punten verzamelen. Verloop Het spel verloopt in meerdere ronden, die telkens uit twee fasen bestaan: 1ste fase: dobbelen en de speelfiguur verplaatsen; 2de fase : actie kiezen en uitvoeren. Er worden zoveel ronden gespeeld tot een van de speler met zijn speelfiguur het speelveld heeft doorlopen en met zijn figuur weer op of over zijn startschijf komt. Nu heeft de eerste waardering plaats. Vervolgens wordt er op dezelfde wijze verder gespeeld totdat door het opnieuw doorlopen het tot een tweede en later tot een derde waardering komt. Na de derde waardering eindigt het spel. Wie nu met zijn waardesteen het verst op de puntentabel staat heeft gewonnen. De eerste fase : dobbelen en verplaatsen Alle spelers spelen gelijktijdig. Ieder gooit zijn dobbelsteen en verplaatst zijn figuur de overeenkomstig aantal ogen in wijzerzin. De vensters onder de bogen tellen hierbij als velden. De startschijfjes blijven echter liggen, zodat men tijdens het spelverloop enerzijds kan zien hoever een speler daarvan verwijderd is en anderzijds wanneer ongeveer een waardering zal plaats grijpen. De tweede fase : actie kiezen en uitvoeren De drie acties, die een speler uit zijn kaarten kan kiezen, zijn : "dobbelen": de speler mag nogmaals dobbelen en zijn figuur aansluitend verplaatsen. Is het geworpen getal kleiner dan 6, dan mag hij bijkomend het verschil met zes met zijn waardesteen op de puntentabel vooruitzetten. "punten" : de speler mag zijn waardesteen zoveel velden vooruit plaatsen op de puntentabel als het getal in de torenboog onder zijn figuur aangeeft; wat dus 4, 5, 6 of 7 velden kan zijn. "edelsteen" : de speler krijgt die edelstenen uit de voorraad die in de boog onder zijn figuur afgebeeld staan. Bij het kiezen van de actie spelen alle spelers gelijktijdig. Ieder kiest voor een actie en legt de overeenkomstige kaart gedekt voor zich op tafel. Hebben alle spelers
gekozen dan worden de kaarten gelijktijdig omgedraaid. Nu kijkt men hoeveel spelers voor een en dezelfde actie hebben gekozen: wordt een actie slechts door één speler gekozen dan wordt die onmiddellijk uitgevoerd. wordt een actie door 2 spelers gekozen, dan moeten die beiden onderhandelen wie de actie mag uitvoeren en wie daarvan afziet. ( handel drijven). Wordt een actie door 3 of 4 spelers gekozen dan vervalt die actie. Handel drijven Hebben juist geteld twee spelers dezelfde actie gekozen dan moeten beiden met elkaar onderhandelen,d.w.z.. om beurt biedt men, qua soort, meer edelstenen dan de vorige en dit zolang totdat één van beiden akkoord gaat met het aanbod en dus zelf afziet van het uitvoeren van deze actie. Dus één speler voert de actie uit de andere krijgt daarvoor een zeker aantal edelstenen. Hij die het verst op de puntentabel staat (bij gelijkheid wordt er gedobbeld) biedt het eerst. Wat betreft de hoeveelheid als de soort edelstenen heeft men een volledige vrije keuze. De tweede speler heeft nu twee mogelijkheden : 1) Hij aanvaardt het aanbod, hij neemt dan de aangeboden edelstenen van de medespeler en legt deze bij zijn voorraad. De medespeler voert aansluitend de actie uit. 2) Hij verhoogt het aanbod van de andere waardoor die op zijn beurt de vragende partij wordt door enerzijds te verhogen of het hem aangeboden bod te aanvaarden enz. Deze handel gaat zolang door tot één van beide spelers vrijwillig aanvaardt of niet meer in staat is om hoger te bieden. Bij het verhogen heeft men twee mogelijkheden: 1) Ofwel biedt men meer edelstenen dan de andere. In dit geval spelen de kleuren van de stenen geen rol (= hoeveelheid). 2) Ofwel biedt men evenveel edelstenen als de andere maar van een hogere waarde (= waarde) Men mag nooit minder edelstenen dan de andere aanbieden. De volgorde van de waarde van de edelstenen is in het midden van het speelbord aangegeven: De blauwe saffier is het minste waard gevolgd door de groene smaragd, de gele topaas en als laatste de rode robijn als waardevolste. Bieden beide spelers evenveel stenen dan telt het hoger aantal rode edelstenen is dit gelijk dan het hoger aantal gele enz. De waardering Heeft minstens één speler - na het uitvoeren van alle acties!, dus ook na het
beëindigen van de tweede fase van deze ronde - met zijn figuur het speelbord volledig doorlopen, dus zijn startschijf opnieuw bereikt of overschreden, dan wordt het spel onderbroken voor een eerste waardering: Ieder speler die er in geslaagd is om een volledige omloop te maken krijgt hiervoor 10 punten die hij op de puntentabel vooruitschuift. Hij die de meeste edelstenen van een soort bezit gaat het betreffende aantal velden vooruit op de puntentabel. Zoals op het speelbord staat aangegeven krijgt een speler voor de meerderheid In Na de waardering schuift iedere speler zijn startschijfje onder zijn figuur. Hierdoor krijgt iedereen weer gelijke kansen: alle spelers moeten weer evenveel velden vooruitgaan op de omloop. Het spel gaat verder zoals beschreven totdat het weer een of meerdere spelers lukt om de omloop te voltooien. Dan komt het tot een tweede waardering op dezelfde wijze als de eerste. Aansluitend volgt de derde omloop met de derde waardering. Einde van het spel Na de derde waardering eindigt het spel. Wie de meeste punten heeft is de winnaar. Bij een gelijke stand wint hij die de meeste edelstenen heeft, wanneer dan nog gelijk dan tellen de waardevolste edelstenen. Spel Stijn en Jacoeber moeten tegen elkaar vechten. Om te beslissen wie eerst mag beginnen moeten ze dobbelen. 4 keer na elkaar slijten ze dezelfde aantal ogen. Stijn mag uiteindelijk eerst beginnen. De Pie is goed van start gegaan en staat ruim op kop, maar naar het einde toe halen de andere hem in. Marc laat bij de laatste bieding tussen hem en de Pie zijn achterste tanden zijn. Dat geeft de Pie een enorme klap waardoor hij geen diamanten meer heeft en zo zijn eerste plaats zeker verloren is. Het enige wat ze niet hebben zien aankomen is dat de Jacoeber nog een meega zet heeft kunnen doen, waardoor hij dit spel wint. Iedereen los onder zijn chocodijzen. Eindstand: winnaar: Jacoeber 88, Pie 85, Marc 75, Stijn 67 Tactiek (↔ geluk)
3
Onvoorspelbaar (+ spannend) Aangepaste speelduur
4 5
Duidelijkheid (+ direct ‘mee zijn’)
5
Spelplezier (thema, omkadering, …)
5
Beoordeling met spelplezier: 12/25 Beoordeling zonder spelplezier: 17/20
Je moet op voorhand alles een beetje bekijken en zien hoe het verloopt bij de biedingen. Soms moeilijk in te schatten Een ideaal spel om tussendoor te spelen. Zeker niet te lang. Het is zeer duidelijk en goed weergegeven. Zeer plezant, maar bord, steekt goed in elkaar
2. Ex & Hopp
Doel van het spel De speler die het hoogste aantal punten behaalt, wint het spel. Spelmateriaal 72 getalkaarten in 6 verschillende kleuren met waarden die variëren van 1 tot en met 12 6 kleurkaarten in verschillende kleuren 6 rode en 12 zwarte puntenkaartjes Spelvoorbereiding De 6 kleurkaarten worden uitgesorteerd. Elke speler krijgt er één van en legt deze zichtbaar voor zich op tafel. Niet gebruikte kleurkaarten worden opzij gelegd. Tijdens het spel De getalkaarten in de niet aan het spel deelnemende kleuren worden opzij gelegd. De andere kaarten (steeds een veelvoud van 12) worden samengevoegd en goed geschud. Elke speler ontvangt er verdekt 4 van. De resterende getalkaarten worden verdekt midden op tafel gelegd als voorraadstapel. De puntenkaartes wordt verdekt grondig gemengd. Er worden er 4 zichtbaar op een rij op tafel gelegd. De andere kaartjes blijven verdekt liggen en worden later in het spel gebruikt. Zwarte puntenkaartjes leveren positieve punten op, de rode negatieve. Elk zichtbaar liggend puntenkaartje is het begin van een getallen-rij. Het puntenkaartje geeft weer hoeveel getalkaarten er naast het untenkaartje gelegd mogen worden en hoeveel punten deze rij waard is bij de afrekening. Verloop De speler links van de deler begint, de andere spelers volgen in uurwijzerzin. Tijdens zijn beurt kan een speler een getalkaart afleggen op tafel of proberen om er één om te wisselen met zijn medespelers. Kaart afleggen : Wie aan beurt is, kan één van zijn getalkaarten afleggen naast een willekeurig puntenkaartje of naast een reeds uitgespeelde getalkaart. De speler vult van de voorraadstapel onmiddellijk zijn kaarten weer aan tot 4. Op deze manier ontstaan er tijdens het spel - op basis van de 4 puntenkaartjes - 4 getalkaart-rijen. De afgelegde getalkaart telt steeds voor de speler de kleurkaart van deze getalkaart voor zich heeft liggen. Om deze reden tracht elke speler zo veel mogelijk punten in zijn eigen kleur af te leggen (bij gunstige puntenkaartjes) en de andere spelers zo weinig mogelijk te geven. Kaarten wisselen : De speler die aan de beurt is, kan in plaats van een getalkaart af te leggen, ook proberen om een getalkaart te wisselen met een medespeler. Hiervoor zegt hij enkel de kleur van de getalkaart die hij wil wisselen, niet de waarde ! Bv. "Ik geef rood in ruil voor groen". Als er een speler ingaat op het voorstel worden de getalkaarten verdekt uitgewisseld. Hiermee beëindigt de speler die het voorstel deed ook onmiddellijk zijn beurt. Mocht geen enkele medespeler in willen gaan op het gedane voorstel, dan vervalt de beurt van de speler gewoon ! Afrekenen : Als een getalkaarten-rij vol is, wordt er afgerekend. Een getalkaarten-rij is vol als er even veel getal-kaarten in die rij liggen als er ogen staan op het puntenkaartje. Bij de afrekening worden in de betrokken rij de waarden
van de getalkaarten met dezelfde kleur samengeteld. De speler wiens kleur de meeste punten heeft behaald, ontvangt het puntenkaartje en legt het zichtbaar voor zich af. Opgepast : Zwarte puntenkaartjes leveren positieve punten op, rode puntenkaartjes leveren er negatieve op ! Na de afrekening van een rij worden de kaarten van de rij op een aflegstapel gelegd. Een nieuw puntenkaartje wordt klaargelegd en het spel gaat verder. Gelijkstand : Als een kaarten-rij vol is en er zijn 2 of meerdere speler met dezelfde hoogste gesommeerde getalwaarde, dan krijgt niemand het puntenkaartje. De uitgespeelde getalkaarten worden opzij gelegd op de aflegstapel en het getalkaartje blijft gewoon liggen. Zodra de voorraadstapel leeg is, wordt de aflegstapel geschud en opnieuw gebruikt. Einde van het spel Het spel eindigt als alle puntenkaartjes verdeeld zijn. Elke speler telt de waarden van de door hem verzamelde puntenkaartjes samen. De speler die op deze manier de meeste punten heeft verzameld, wint het spel. Spel Door in het spel zo op te gaan heeft de Jacoeber niet veel opgeschreven. Dit is ook niet erg, want het was z’n kort en krachtig spel dat het niet te verwoorden valt. Olé pistolé en naar de volgende spelavond!
Eindstand: winnaar: Seppe 13, Stijn 9, Pieter 1 Marc + Bolle 0, Pie -1
Heel weinig tactiek
Tactiek (↔ geluk) Onvoorspelbaar (+ spannend) Aangepaste speelduur
1 3 5
Duidelijkheid (+ direct ‘mee zijn’)
5
Een ideaal spel om tussendoor te spelen. Zeker niet te lang. De speluitleg van dit spel is zeer duidelijk.
Spelplezier (thema, omkadering, …)
3
Mooie kaarten
Beoordeling met spelplezier: 17/25 Beoordeling zonder spelplezier: 14/20
Het moet meevallen