Pages - Hoofdstuk
Page 1 of 12
Hom e > O nde rwij s > In st it ut en > In st it uut v oor Com m uni cat ie > Digit ale Com m un icat ie > St ud iegid s > St u d ie g i d s h o o fd st u k
1. Algemene informatie 1.1 Algemene informatie HU Hogeschool Utrecht (HU) is met zo’n 35.000 studenten en ruim 2.200 medewerkers een van de grootste en meest veelzijdige hbo-instellingen in Nederland. De 6 faculteiten bieden samen meer dan 75 bacheloropleidingen aan op het gebied van communicatie en journalistiek, economie en management, natuur en techniek, gezondheidszorg, onderwijs, en maatschappij en recht. Na het behalen van je bachelordiploma, kun je bij HU ook nog in diverse richtingen een mastergraad behalen. Het onderwijs is per opleiding georganiseerd en is daardoor overzichtelijk en persoonlijk. Is je interesse breder dan je eigen opleiding, dan kun je deelnemen aan onderwijsactiviteiten van andere HU-opleidingen of aan andere onderwijsinstellingen in Nederland of in het buitenland. Hogeschool Utrecht heeft onderwijslocaties in de Utrechtse binnenstad, op De Uithof en in Amersfoort.
1.1.1 Onderwijsprofiel HU Hoger beroepsonderwijs in de (kennis)samenleving Hogeschool Utrecht geeft zichzelf de opdracht hoogwaardige professionals op te leiden die een actieve bijdrage leveren aan de innovatie van de beroepspraktijk en aan de verdere ontwikkeling van de kennissamenleving. Daarbij zijn wij erop gericht iedere student optimale ontplooiingsmogelijkheden te bieden en het beste uit studenten te halen. Het onderwijsprofiel van HU In 2005 heeft Hogeschool Utrecht haar onderwijsprofiel vastgesteld Het uitgangspunt van het profiel luidt: Hogeschool Utrecht geeft haar ambities vorm door opleidingen competentie- en vraaggericht in te richten en studenten te laten studeren binnen sterke leeromgevingen. Competentiegericht onderwijs Ons onderwijs is erop gericht dat studenten op samenhangende wijze hun competenties verwerven, zodat ze in staat zijn professioneel te handelen in kenmerkende beroepssituaties van toenemende complexiteit. De opleidingen formuleren, valideren en actualiseren de competenties in nauw overleg met het werkveld. Competentiegericht opleiden betekent ook dat we voor de student maatwerk leveren. We sluiten aan op eerder verworven competenties, we stimuleren de student om in toenemende mate regisseur te worden van zijn eigen leerproces, keuzes te maken en deze te verantwoorden. Tevens dagen we studenten uit te werken aan hun onderzoeksvaardigheid en hun competenties te ontwikkelen in een internationale/multiculturele context. Vraaggestuurd onderwijs Het onderwijs richt zich zowel op de vraag van de beroepspraktijk als op de vraag van de student. Wij matchen de kennis en leervragen van studenten met die van de beroepspraktijk op een manier die past binnen de kwaliteitseisen van de opleiding. Een sterke leeromgeving Een competentiegerichte en vraaggerichte opleiding veronderstelt een sterke leeromgeving. Een leeromgeving die studenten inspireert, uitdaagt en waarin ze zich steeds op de grens van hun kunnen begeven. Een leeromgeving die het leren vanuit het werken in de praktijk vormgeeft: leren is werken en werken is leren. Iedere opleiding kent een, samen met het beroepenveld vastgestelde kennisbasis. Vanaf het eerste jaar staat het verwerven van kennis en vaardigheden vanuit realistische beroepstaken centraal. Het onderwijs wordt vormgegeven in een mix aan werkvormen, zowel individueel als in samenwerking met medestudenten, waarbij n toenemende mate gewerkt wordt in authentieke beroepssituaties. 1.1.2 Bachelor- en Masterstelsel Bachelor-masterstructuur In september 2002 is de bachelor-masterstructuur in het hoger onderwijs (in Nederland) ingevoerd. Het doel hiervan is om in Europa tot één stelsel van hoger onderwijs te komen, zodat herkenning en erkenning van opleidingen gemakkelijker wordt. Het onderwijs aan universiteiten en hogescholen is opgedeeld in twee fasen: de bachelorfase en de masterfase. Een vierjarige hbo-opleiding heet sindsdien een bacheloropleiding. Na afronding van de opleiding krijg je een bachelorgraad. Op de universiteit kun je in drie jaar een bachelordiploma behalen.
https://www.sharepoint.hu.nl/Onderwijs/Instituten/Instituut%20voor%20Communicat... 13-10-2008
Pages - Hoofdstuk
Page 2 of 12
Hierna kun je doorstuderen voor een masterdiploma. Zowel hogescholen als universiteiten bieden masteropleidingen aan. Studeer je aan een hogeschool, dan heb je recht op studiefinanciering voor de duur van je bacheloropleiding: vier jaar. Op de universiteit heb je recht op studiefinanciering voor de duur van je bachelor- én je masteropleiding. Voordelen bachelor-masterstructuur Je bachelordiploma levert je een internationaal (h)erkenbaar diploma op. Daarmee kun je beter aan de slag in het buitenland. Gedurende je opleiding kun je ook makkelijker tijdelijk in het buitenland studeren. De bacheloropleidingen aan de HU bieden tevens veel vrije keuzeruimte, de zogenaamde profileringsruimte. Je kunt deze profileringsruimte vullen met een minor (= een samenhangend pakket van keuzecursussen) óf met een pakket van keuzecursussen dat je zelf samenstelt. Zie verder par. 4.3.5 (profileringsruimte). De profileringsruimte maakt het ook mogelijk om studie-onderdelen te volgen aan andere hogescholen of universiteiten. Hiermee verruim je je blik. Masteropleidingen Na afronding van je bacheloropleiding kun je nog een masteropleiding volgen aan een hogeschool of universiteit. Hogeschool Utrecht heeft een groeiend aantal masteropleidingen. Ook voor mensen die al een aantal jaren werkervaring hebben. Kijk voor meer informatie op www.masters.hu.nl. Wil je een master volgen aan een universiteit, dan kan dat ook. Een hbo-opleiding sluit echter niet altijd naadloos aan op een universitaire master. Om jouw kennis en vaardigheden op het vereiste niveau te brengen zijn voor een aantal masters speciale trajecten ontwikkeld, zogenaamde pre-masters die je voorafgaand aan de master volgt en die je direct toegang geven. Kijk voor meer informatie op www.premasters.hu.nl of haal de folder Doorstuderen na je bachelor aan de UU. 1.1.3 Hogeschool- en faculteitsregelingen De Wet op het Hoger onderwijs en het Wetenschappelijk onderzoek (WHW) legt instellingen een aantal verplichtingen op. Hogeschool Utrecht heeft deze in reglementen verwerkt. Sommigen hiervan zijn uitgewerkt op faculteitsniveau. De reglementen zijn te vinden op www.reglementen.hu.nl. Iedere student wordt geacht op de hoogte te zijn van de inhoud van deze reglementen. Hieronder volgt een opsomming van de meest relevante reglementen met een korte toelichting op de inhoud. Studentenstatuut HU In het Studentenstatuut zijn de rechten en verplichtingen van studenten vastgelegd op hoofdlijnen. Veel onderwerpen worden nader uitgewerkt in specifieke reglementen zoals hieronder vermeld. Onderwijs- en Examenregeling van de faculteit De Onderwijs- en Examenregeling van de faculteit (faculteits-OER) moet worden gezien als onderdeel van deze studiegids. In dit document zijn de rechten en plichten van studenten ten aanzien van het onderwijs, tentamens, examens en verwante zaken vastgelegd. Dit wordt op een aantal punten nader uitgewerkt in de studiegids. Inschrijvingsregeling HU In de Inschrijvingsregeling worden de procedurele (niet: inhoudelijke) aspecten rond inschrijving, collegegeld en uitschrijving beschreven. Zie ook par. 1.3.3. Reglement College van Beroep HU Het kan voorkomen dat een student het niet eens is met een beslissing van de examencommissie of faculteitsdirectie. In de meeste gevallen kan de student dan in beroep gaan bij het College van Beroep. In het reglement College van Beroep zijn de samenstelling en de bevoegdheid van het College van Beroep, alsmede de beroepsgronden, de beroepsprocedures en het tot stand komen van de uitspraak nader geregeld. Zie ook par. 7.3. Steunfondsregeling HU Tijdens de opleiding kan een student te maken krijgen met persoonlijke omstandigheden die tot studievertraging leiden en problemen (kunnen) gaan geven met de studiefinanciering. Ook kan er sprake zijn van bestuurlijke activiteiten naast de studie. Onder bepaalde voorwaarden kan een student een beroep doen op financiële ondersteuning. Een en ander staat beschreven in deze regeling. Zie ook par. 2.7 en 2.16.2. Noodfondsregeling HU De Noodfondsregeling is vastgelegd in het Studentenstatuut. Hogeschool Utrecht biedt door middel van het Noodfonds hulp bij onvoorziene uitgaven van studenten die hun draagkracht te boven gaan maar waar ze zich redelijkerwijs niet tegen kunnen verzekeren. Zie ook par. 2.7. Privacyreglement persoonsgegevens studenten HU In dit reglement is de verzameling, opslag, correctie en verstrekking van persoonsgegevens van de student geregeld.
https://www.sharepoint.hu.nl/Onderwijs/Instituten/Instituut%20voor%20Communicat... 13-10-2008
Pages - Hoofdstuk
Page 3 of 12
Reglement Studentendecanen HU Hierin zijn onder meer taken, bevoegdheden en functioneren van de decanen geregeld. Zie ook par. 2.2. Reglement Examencommissies HU Dit reglement bevat nadere regels met betrekking de uitoefening van de taak en de werkwijze van de examencommissies. Zie ook par.1.3.4. Regeling inzake Ongewenst Gedrag HU Elke faculteit heeft een of meer vertrouwenspersonen. In deze regeling zijn onder andere de taken en bevoegdheden van de vertrouwenspersoon geregeld en de waarborging van een onafhankelijk functioneren van de vertrouwenspersoon. Zie ook par. 2.3 Reglement voor de Opleidingscommissies De (gezamenlijke) opleidingscommissies ((G)OC’s) zijn medezeggenschapsorganen op afdelingsniveau. De samenstelling, bevoegdheden, rechten en plichten en geschillenoplossing zijn geregeld in het door de faculteitsdirectie vastgestelde OC-reglement. Zie ook par. 2.14.1. Reglement voor de Faculteitsmedezeggenschapsraad De faculteitsmedezeggenschapsraad is een medezeggenschapsorgaan op faculteitsniveau. De samenstelling, bevoegdheden, rechten en plichten en geschillenoplossing zijn geregeld in het door de faculteitsdirectie vastgestelde FMR-reglement. Zie ook par. 2.14.1. Reglement Centrale Medezeggenschapsraad HU De centrale medezeggenschapsraad (CMR) is een medezeggenschapsorgaan op hogeschoolniveau. De samenstelling, bevoegdheden, rechten en plichten en geschillenoplossing zijn geregeld in het door het College van Bestuur vastgestelde CMR-reglement. Zie ook par. 2.14.1. 1.1.4 Kwaliteitszorg Hogeschool Utrecht besteedt veel zorg en aandacht aan kwaliteit. Kwaliteitszorg heeft betrekking op alle onderdelen van het onderwijs, het curriculum, de studievoortgang, de begeleiding, de onderwijsorganisatie, de relatie opleidingarbeidsmarkt, etc. Een precieze uitwerking van het systeem van kwaliteitszorg dat de opleiding hanteert, vindt plaats in het kwaliteitsplan. Hierin staat beschreven op welke wijze en met welke middelen inzicht wordt verkregen in de kwaliteit van de opleiding, hoe aan eventuele verbetering gewerkt kan worden, hoe studenten zijn betrokken bij de evaluatie en op welke wijze verslag wordt gedaan van de resultaten van deze evaluaties. Opleidingscommissies spelen een belangrijke rol in het systeem voor kwaliteitszorg en hebben in het verleden belangrijke verbeteringen in gang gezet. De kwaliteit van het onderwijs kan natuurlijk prima beoordeeld worden door degenen die het onderwijs genieten: de studenten. Van jullie wordt daarom regelmatig gevraagd schriftelijk te evalueren. De vragenlijsten zijn anoniem. Je loopt dus geen risico dat negatieve oordelen tegen je zullen werken.
1.1.5 Ordehandhaving Artikel 48 van het Studentenstatuut (zie www.reglementen.hu.nl) regelt de ordehandhaving binnen Hogeschool Utrecht. Deze regeling luidt – samengevat - als volgt: Voorschriften en aanwijzingen Ter handhaving van de goede gang van zaken binnen de hogeschool gelden, behalve de wet, nadere voorschriften en aanwijzingen zoals vastgesteld door of namens het College van Bestuur of de faculteitsdirectie. Deze voorschriften en aanwijzingen kunnen betrekking hebben op, maar zijn niet beperkt tot de volgende onderwerpen: •
ongewenst gedrag;
•
het gebruik van de gebouwen en terreinen met de daarin of daarop aanwezige voorzieningen;
•
afmelding van de student bij ziekte of verhindering anderszins;
•
roosterwijzigingen en tussenuren;
•
bijzondere omstandigheden.
Binnen de hogeschool geldt verder een algemeen verbod op het dragen van gezichtsbedekkende kleding. De opleiding kan aanvullende kledingvoorschriften stellen, indien dit uit het oogpunt van praktische uitvoering van het onderwijs
https://www.sharepoint.hu.nl/Onderwijs/Instituten/Instituut%20voor%20Communicat... 13-10-2008
Pages - Hoofdstuk
Page 4 of 12
noodzakelijk is. Plichten student Op basis van de Arbeidsomstandighedenwet gelden voor de studenten de volgende plichten: •
de plicht om in werk en studie zorgvuldig en voorzichtig te handelen;
•
de plicht om zich op de hoogte te stellen van (veiligheids)voorschriften die betrekking hebben op het werk en de studie;
•
de plicht om aangebrachte veiligheidsvoorzieningen op de juiste wijze te gebruiken en de verplichte beschermingsmiddelen te dragen of toe te passen;
•
de plicht om onveilige en/of ongezonde werksituaties te melden aan de desbetreffende faculteitsdirectie.
Maatregelen Bij overtreding van de voorschriften/aanwijzingen of niet nakoming van de plichten zoals hierboven genoemd, kunnen door de faculteitsdirectie de volgende maatregelen worden getroffen: •
het geven van een waarschuwing of berisping;
•
het ontzeggen van de toegang tot gebouwen en terreinen van de hogeschool voor de tijd van ten hoogste een jaar.
1.1.6 Organogram HU Een organogram van de HU is te vinden op www.organogram.hu.nl. Per 1 september 2005 heeft Hogeschool Utrecht het onderwijsaanbod als volgt georganiseerd: •
Instituten Hier zijn verwante voltijd bacheloropleidingen naar interessegebied geclusterd
•
Centra Voor deeltijd en duale opleidingen, cursussen en workshops. En voor (incompany) trainingen, consultancy en coaching voor professionals.
•
Academies Met het aanbod van masteropleidingen voor afgestudeerden.
Een overzicht van alle instituten, centra en academies vind je op www.hu.nl/overhu. Organisatorisch is Hogeschool Utrecht ingedeeld in faculteiten. Zie ook par. 1.1.7. 1.1.7 Locaties HU Locaties HU in Utrecht College Van Bestuur, Centrale Organisatie, Faculteit Natuur & Techniek Oudenoord 330 En 340 3513 EX Utrecht Telefoon (030) 238 83 84
Faculteit Educatie Padualaan 97 3584 CH Utrecht Telefoon (030) 254 71 00
Faculteit Natuur & Techniek Oudenoord 700 3513 EX Utrecht Telefoon (030) 230 82 08
Faculteit Communicatie & Journalistiek Padualaan 99 3584 CH Utrecht Telefoon (030) 219 30 00
Faculteit Natuur & Techniek, International Office F.C. Dondersstraat 65 3572 JE Utrecht Telefoon (030) 275 88 88
Faculteit Economie & Management Padualaan 101 3584 CH Utrecht Telefoon (030) 258 62 00
Faculteit Natuur & Techniek Nijenoord 1 3552 AS Utrecht Telefoon (030) 230 81 08
Faculteit Maatschappij & Recht Heidelberglaan 7 3584 CS Utrecht Telefoon (030) 252 96 00
https://www.sharepoint.hu.nl/Onderwijs/Instituten/Instituut%20voor%20Communicat... 13-10-2008
Pages - Hoofdstuk
Page 5 of 12
Faculteit Gezondheidszorg Bolognalaan 101 3584 CJ Utrecht Telefoon (030) 258 51 00
Locaties HU in Amersfoort HU Amersfoort Berkenweg 11 3818 LA Amersfoort Telefoon (033) 421 21 00
FMR, Instituut For Social Work, Creatieve Therapie Hooglandseweg-Noord 140 3813 VE Amersfoort Telefoon (033) 479 13 00
Routebechrijvingen naar alle locaties vind je op www.hu.nl. Kijk voor de bereikbaarheid per openbaar vervoer op www.gvu.nl. 1.2 Algemene informatie Faculteit Communicatie & Journalistiek 1.2.1 Algemeen De Instituten voor Communicatie en Media zijn onderdeel van de Faculteit Communicatie & Journalistiek (Hogeschool Utrecht). Als grootste faculteit in Nederland op het terrein van (digitale) communicatie en journalistiek is de Faculteit Communicatie & Journalistiek (FCJ) een kennis- en expertisecentrum op haar vakgebieden. De FCJ biedt daarmee een gemeenschappelijk platform voor kwaliteitsopleidingen. De faculteit stimuleert kennisuitwisseling tussen praktijk en theorie. Het facultaire kenniscentrum is de thuisbasis van lectoraten in de domeinen Overheidscommunicatie en Crossmedia content. De FCJ verzorgt in de eerste plaats beroepsopleidingen die direct toegang toegang geven tot de beroepspraktijk. Deze bacheloropleidingen bieden ook de mogelijkheid om door te stromen naar universitair of (hbo) professionele masteropleidingen. Het Centrum voor Communicatie & Journalistiek biedt expertise van zowel in- als externe deskundigen aan. Via professioneel maatwerk komen praktijk en theorie samen ten behoeve van onder meer bij- en nascholing van het beroepenveld.
1.2.2 Organogram faculteit 1.2.3 Contactgegevens
Faculteit Communicatie & Journalistiek Padualaan 99 3584 CH Utrecht Telefoon (030) 219 30 00 1.2.4 Plattegrond
1.2.4 Plattegrond
Begane grond
Verdieping I
Verdieping II 1.2.5 Praktische voorschriften en aanwijzingen Binnen de faculteit gelden de volgende regels van praktische aard:
https://www.sharepoint.hu.nl/Onderwijs/Instituten/Instituut%20voor%20Communicat... 13-10-2008
Pages - Hoofdstuk
Page 6 of 12
-
Indien gevraagd, moet men zich kunnen legitimeren met een geldig legitimatiebewijs.
-
Mobiele telefoons dienen tijdens de lessen uitgeschakeld te zijn.
-
Studenten die te laat komen, kunnen geweigerd worden in de lessen.
-
Roken in het gebouw is verboden. Met uitzondering van het café.
-
In het gebouw is fietsen, rolschaatsen en skaten niet toegestaan.
-
Het is niet toegestaan om huisdieren mee te nemen in het gebouw.
-
Afval moet worden gedeponeerd in de daarvoor bestemde containers en prullenbakken.
-
Eigendommen van de faculteit mogen niet zonder schriftelijke toestemming meegenomen worden uit het pand.
-
Het aanhangen van affiches is alleen toegestaan op de daarvoor bestemde prikborden.
-
Bij een calamiteit moet men het alarmnummer van het pand bellen: 030 219 39 99.
Ter bescherming van het computernetwerk is het niet toegestaan van buiten meegebrachte software op het systeem te gebruiken. Dat geldt ook voor software die via een netwerk gedownload wordt. -
Behalve in het café op vastgestelde tijden is het gebruik van alcohol in en rond het gebouw verboden.
Het is verboden kopieën te maken van onderwijsmateriaal waarvan het auteursrecht berust bij de opleiding/FCJ/Hogeschool Utrecht. Dit verbod geldt ook voor software die door de opleiding/FCJ/Hogeschool Utrecht in licentie wordt gebruikt. -
Het is voor studenten niet toegestaan om zonder toestemming gebruik te maken van de lift.
1.2.7 Vakanties en vrije dagen
Vakantieperiodes 2008-2009
De HU kent in het collegejaar 2008-2009 de volgende verplichte studentenvakanties: Vakantie Kerstvakantie Meivakantie 1.2.8 Faciliteiten
Data 22 december 2008 tot en met 4 januari 2009 27 april tot en met 5 mei 2009
Facultair Bureau Onderwijs De balie van het Facultair Bureau Onderwijs (FBO) vind je bij 1S120 en is het centrale aanspreekpunt waar je terecht kunt met al je vragen op het gebied van onderwijs. Je kunt er ook inloggen op computers om je cijfers te checken bij Osiris of informatie op het intranet op te zoeken. Openingstijden Maandag Dinsdag t/m vrijdag
08.15-18.45 uur 08.15-16.45 uur
Facility Shop/Services balie Op de begane grond, in de 0S-gang, bevindt zich de Facility Shop. Bij de Shop kun je onder andere terecht voor:
https://www.sharepoint.hu.nl/Onderwijs/Instituten/Instituut%20voor%20Communicat... 13-10-2008
Pages - Hoofdstuk
Page 7 of 12
•
uitvoeren van kopieeropdrachten voor docenten en medewerkers;
•
inbinden van verslagen;
•
beheer van gevonden voorwerpen van enige waarde.
Openingstijden Maandag t/m vrijdag
09.00-16.00 uur
1e week van de periode ook op maandag en woensdag 17.30 - 18.15 uur In vakantieperiodes is de Shop gesloten.
Binnen de Facility Shop/ Services balie bevindt zich ook een meldpunt voor: •
Klachten
•
Wensen
•
Informatie
•
Storingen
Het meldpunt is dagelijks van 08.00 - 12.00 uur geopend. Buiten deze openingstijden houdt de serviceverlening niet op. Tot aan sluitingstijd neemt de receptie deze dienst over. Hoe meld ik een klacht, wens of storing? Er zijn verschillende manieren waarop je een klacht, wens of storing kenbaar kan maken: Persoonlijk: van 08.00-16.00 uur via de Services balie bij het Facility Point E-mail: via
[email protected] Telefonisch: (030) 219 3599.
AV/ IT balie Problemen met een computer, printer of telefoon? De AV/IT balie bevindt zich links achter in de OS-gang, in ruimte 0S133. Openingstijden Maandag t/m donderdag 08.00 - 19.00 uur Vrijdag
08.00 - 17.00 uur
Maandag, dinsdag en donderdag
11.00 -13.00 uur Wireless spreekuur
Restaurant Het restaurant beschikt over een ruim assortiment aan warme snacks, soep, brood en beleg en koude en warme dranken. In de avonduren is een warme maaltijd beschikbaar met uitzondering van vrijdagavond. Openingstijden Maandag t/m donderdag 10.00 - 19.00 uur
https://www.sharepoint.hu.nl/Onderwijs/Instituten/Instituut%20voor%20Communicat... 13-10-2008
Pages - Hoofdstuk
Vrijdag
Page 8 of 12
10.00 - 15.00 uur
Café Stef’s In het café mag van maandag tot donderdag na 16.00 uur alcohol worden geschonken (vrijdag na 15.00 uur). Openingstijden Maandag t/m donderdag Vrijdag
08.00 - 21.00 uur 10.00 -18.00 uur
Rookbeleid Binnen de faculteit geldt een algeheel rookverbod, met uitzondering van café Stef’s. Chipknip Bij de Faculteit Communicatie & Journalistiek gebeurt al het betaalverkeer met de Chipknip. Dit betekent dat je overal betaalt met de Chipknip die op je bankpas zit. Op de begane grond zijn twee opwaardeerapparaten aanwezig. In café Stefs kun je als enige uitzondering, naast de Chipknip, met contant geld betalen. Daarnaast kun je in de Facility Shop ook nog met pin betalen. Heb je een Postbankpas? Dan kun je bij de Postbank een aparte pas met chipknip aanvragen. 1.3 Algemene informatie opleiding 1.3.1 Algemeen De opleiding Digitale Communicatie is een vierjarige HBO-opleiding in Nederland op het gebied van het ontwerpen, bouwen en implementeren van communicatiesystemen die bedoeld zijn om interactie met specifieke gebruikers en/of doelgroepen tot stand te brengen of te optimaliseren. Een communicatiesysteem is een mediumproduct of een medium, digitaal en interactief van aard, dat ingezet wordt bij de externe of interne communicatie, journalistiek, voorlichting, uitgeverij, museale exposities en andere modaliteiten van communicatie.
Digitale Communicatie biedt studenten de mogelijkheid om zich te specialiseren in één van de volgende afstudeerrichtingen: ·
Communication & Multimedia Design
·
Communicatiesystemen
·
Informatiemanagement
De opleiding Digitale Communicatie leidt op tot bachelor of communication (B Comn).
De opleiding bestaat sinds 1991 en is gestart onder de naam School voor Communicatiesystemen. Het was destijds de eerste en enige HBO-opleiding die een brug sloeg tussen communicatie- en automatiseringsvraagstukken in organisaties. De studie wordt momenteel door ruim 650 studenten gevolgd en heeft gemiddeld tussen de 35 en 40 medewerkers in dienst. In het voorjaar van 2005 is de opleiding geaccrediteerd volgens de normen van de NVAO 1.3.2 Contactgegevens De opleiding Digitale Communicatie is een opleiding aan het Instituut voor Communicatie van de Faculteit Communicatie & Journalistiek. Padualaan 99
https://www.sharepoint.hu.nl/Onderwijs/Instituten/Instituut%20voor%20Communicat... 13-10-2008
Pages - Hoofdstuk
Page 9 of 12
3584 CH Utrecht Telefoon: 030 219 30 00 Fax: 030 219 30 01 www.digitalecommunicatie.hu.nl 1.3.3 In- en uitschrijven voor de opleiding De student die zich voor de propedeuse wil inschrijven moet zich eerst aanmelden bij de Informatie Beheer Groep. De IB-groep geeft de aanmeldingsgegevens door aan Hogeschool Utrecht. Zodra deze gegevens bij de HU bekend zijn, ontvangt de student de benodigde informatie om zich bij de HU in te schrijven. Bureau Inschrijving Studeren aan Hogeschool Utrecht begint bij Bureau Inschrijving. Bureau Inschrijving verzorgt de inschrijving, herinschrijving en uitschrijving van studenten voor Hogeschool Utrecht en is verantwoordelijk voor de wettelijke toelating. Inschrijving Een student wordt ingeschreven voor de opleiding onder de volgende voorwaarden: •
er is voldaan aan de toelatingseisen (zie ook par. 4.2.3 en 4.3.3);
•
het collegegeld is betaald (of betaling ervan is verzekerd door een machtiging of garantieverklaring)
•
er is voldaan aan de overige vereisten zoals genoemd in de Inschrijvingsregeling HU (zie www.reglementen.hu.nl).
Pas na rechtsgeldige inschrijving is er recht op gebruik van de onderwijsfaciliteiten. Onder voorwaarden kan een student zich direct voor de hoofdfase van een opleiding inschrijven, met vrijstelling van het propedeutisch examen van deze opleiding.
Collegekaart en bewijs van inschrijving Tegelijk met de collegekaart ontvangt de student een schriftelijk bewijs van inschrijving. De collegekaart dient echter ook als inschrijvingsbewijs. Beëindiging inschrijving Als een student zich niet opnieuw inschrijft voor het nieuwe studiejaar (zie onder ”vervolginschrijving” hierboven) eindigt de inschrijving op 1 september. Ook kan de inschrijving tussentijds op verzoek van de student worden beëindigd. Daarbij kan de student aanspraak maken op gedeeltelijke teruggave van het collegegeld, indien sprake is van: •
beëindiging wegens afstuderen (met ingang van de maand volgend op de maand van afstuderen; daarmee eindigt ook het recht op studiefinanciering en OV-kaart);
•
beëindiging in het eerste jaar van inschrijving in de propedeuse (met ingang van de tweede maand volgend op de maand waarin het verzoek is ingediend);
•
beëindiging wegens niet aansluiten van praktijkperiodes (met ingang van de maand volgend op de maand waarin het verzoek is ingediend);
•
beëindiging wegens ziekte of bijzondere familieomstandigheden (met ingang van de maand volgend op de tweede hele maand waarin de student niet aan het onderwijs heeft kunnen deelnemen);
•
beëindiging vanwege andere, zwaarwegende omstandigheden, ter beoordeling door de faculteitsdirectie (met ingang van de tweede maand na de maand waarin het verzoek is ingediend).
https://www.sharepoint.hu.nl/Onderwijs/Instituten/Instituut%20voor%20Communicat... 13-10-2008
Pages - Hoofdstuk
Page 10 of 12
Verder kan de inschrijving worden beëindigd als gevolg van een negatief bindend studieadvies (zie ook par. 4.2.4). Hierbij bestaat ook recht op teruggave van collegegeld, met uitzondering van de maanden juli en augustus. Het is raadzaam om bij bijzondere omstandigheden direct contact op te nemen met de studentendecaan. Zie verder par. 2.2. Bij tussentijdse beëindiging van de studie om andere redenen blijft de student ingeschreven tot het einde van het studiejaar. Er wordt dan ook geen collegegeld terugbetaald. Bovenstaande informatie is slechts een samenvatting. De procedures zijn nader geregeld in de Inschrijvingsregeling HU (zie www.reglementen.hu.nl). Kijk voor meer informatie over in- en uitschrijven op de website van Bureau Inschrijving: www.bureauinschrijving.hu.nl. Intermediairs van de Faculteit Communicatie & Journalistiek is:
[email protected] Telefoon (030) 219 36 17 1.3.4 Examencommissie Taken en bevoegdheden De opleiding kent een examencommissie, die onder meer de volgende taken en bevoegdheden heeft: ·
toezicht op het afnemen van tentamens en examens;
·
vaststellen en bekendmaken van de uitslag van tentamens en examens;
·
toepassen van het bindend studieadvies;
·
toekennen van voorzieningen bij tentamens;
·
verlenen van vrijstellingen;
·
uitreiken van getuigschriften.
·
Het verrichten van aanvullend onderzoek om te bepalen of een student van 21 jaar en ouder, niet beschikkend over erkend diploma voor toelating (zie par. 4.2.3), kan worden toegelaten.
De examencommissie is bevoegd om bepaalde taken door een of meer leden van die commissie of door examinatoren (docenten of externe deskundigen) te laten uitvoeren. De examencommissie blijft echter altijd eindverantwoordelijk.
Samenstelling en besluitvorming De faculteitsdirectie benoemt de examencommissie uit het onderwijsgevend personeel van de desbetreffende opleiding (of groep van opleidingen). Aan de examencommissie kan een ambtelijk secretaris zijn verbonden; deze is geen lid van de commissie. De examencommissie neemt besluiten bij gewone meerderheid van stemmen. Bij staken van stemmen beslist de voorzitter omtrent het te nemen besluit. De besluiten worden in notulen vastgelegd, en de vergaderingen zijn niet openbaar. Afhankelijk van de situatie kan de examencommissie studenten en/of docenten horen alvorens een beslissing te nemen.
De taken en bevoegdheden, samenstelling en werkwijze van de examencommissie zijn uitgebreid beschreven in hoofdstuk 4 van de Onderwijs- en Examenregeling HU 2007-2008 (www.reglementen.hu.nl) en in artikel 34 van de
https://www.sharepoint.hu.nl/Onderwijs/Instituten/Instituut%20voor%20Communicat... 13-10-2008
Pages - Hoofdstuk
Page 11 of 12
opleidingsOER (zie par. 10.1).
In de examencommissie hebben zitting Norbert van der Hulst (voorzitter), Vincent Koetsier en Geeske Bakker. Het secretariaat wordt gevoerd door Mijke Eissens.
Verzoeken aan de examencommissie De student die in aanmerking denkt te komen voor een vrijstelling, voorziening of andere beslissing waartoe de examencommissie bevoegd is, kan een verzoekschrift bij de examencommissie indienen. Een verzoek moet schriftelijk en gemotiveerd worden ingediend, en eventueel voorzien zijn van bewijsstukken. Ook moeten de naam en het adres van de student erop staan, en moet het zijn ondertekend. De examencommissie maakt tijdig, doch uiterlijk binnen 15 werkdagen na ontvangst van het verzoek haar beslissing schriftelijk aan de aanvrager bekend. Tegen de beslissing op het verzoek staat bezwaar en beroep open (zie hoofdstuk 7). De examencommissie is te bereiken via email:
[email protected]
Vergaderdata De examencommissie vergadert wekelijks. 1.3.5 Onderwijsbalie Het Facultair Bureau Onderwijs (FBO) is verantwoordelijk voor de planning en organisatie van het onderwijs en de studentenadministratie. Voor vragen over onder andere roosters, organisatie van (her)tentamens, studieroute- en groepsindelingen, studievoortgangsrapportages en profileringsruimte (minoren, keuzevakken) kan de student terecht bij de medewerkers van het FBO. Informatie over de organisatie en inhoud van het onderwijs en de onderwijsresultaten zijn te vinden op Sharepoint. Het FBO is te vinden op de eerste verdieping in lokaal 1S120. De openingstijden zijn:
Openingstijden Balie
Telefonsiche bereikbaarheid
Tel: 030 -219 3600
Ochtend
8.15 -9.15 uur
7.45 – 9.00 uur 10.30 -11.30 uur
Middag
11.30 – 13.30 uur
14. – 15.00 uur
15.00 – 16.00 uur
Avond (maandag)
17.45 -18.15 uur
https://www.sharepoint.hu.nl/Onderwijs/Instituten/Instituut%20voor%20Communicat... 13-10-2008
Pages - Hoofdstuk
Page 12 of 12
Kijk voor actuele informatie op de site van FBO. 1.3.6 Studievereniging Studieverenigingen hebben als doel jouw studententijd zo leuk mogelijk te maken. Je vindt hier activiteiten die voor veel gezelligheid zorgen, maar ook voor betrokkenheid bij je studie en je toekomstige vak. De studieverenigingen binnen Hogeschool Utrecht zijn verenigd in de koepelorganisatie OSHU, die hogeschoolbreed de belangen van de diverse verenigingen behartigt. De studievereniging voor studenten Digitale Communicatie heet Connect.
Studievereniging Connect Padualaan 99 Utrecht Telefoon: 030 219 31 94 E-mail:
[email protected] Kamer 0S143
https://www.sharepoint.hu.nl/Onderwijs/Instituten/Instituut%20voor%20Communicat... 13-10-2008
Pages - Hoofdstuk
Page 1 of 13
Hom e > O nde rwij s > In st it ut en > In st it uut v oor Com m uni cat ie > Digit ale Com m un icat ie > St ud iegid s > St u d ie g i d s h o o fd st u k
2. Studentenvoorzieningen 2.1 Studiebegeleiding Inleiding Een afgestudeerd hbo-student wordt geacht zelfstandig te kunnen handelen. Gedurende de opleiding word je daarom ook gestimuleerd tot zelfstandig en initiatiefrijk optreden. Voor het onderwijs betekent dit dat de opleiding die typen onderwijs kiest die zelfstandig en kritisch leren stimuleren, namelijk probleemgestuurd- en project-onderwijs. Als student word je verantwoordelijk gesteld voor je eigen leerproces en studieloopbaan; de opleiding dient daarbij voor randvoorwaarden en voor ondersteuning te zorgen. De wijze waarop de opleiding je in je studie begeleidt sluit aan op onze opvattingen over HBO-niveau, over leren en over onderwijs. ‘Begeleiding geven bij de studie’ vat de opleiding dus op als ‘de student zodanig ondersteunen dat de studievoortgang gefaciliteerd wordt en de ontwikkeling tot zelfstandigheid bevorderd wordt’. De opleiding verzorgt studiebegeleiding bij diverse facetten van het studie- en leerproces. We onderscheiden vier typen begeleiding: inhoudelijke begeleiding, begeleiding bij studievaardigheden, studieloopbaanbegeleiding en begeleiding bij persoonlijke (studie)problemen. Er wordt van je verwacht dat je op eigen initiatief gebruik maakt van gepresenteerde vormen van begeleiding. Studieloopbaanbegeleiding Elke student heeft recht op begeleiding door een (vaste) studieloopbaanbegeleider, bij wie de student terecht kan met vragen en problemen die rechtstreeks verband houden met de studie. De studieloopbaanbegeleider heeft met name de volgende taken: •
gevraagd en ongevraagd informatie verstrekken over de inhoud en organisatie van het onderwijs
•
bewaking en bespreking van studieresultaten
•
adviseren van studenten bij het maken van keuzes, die in het kader van de opleiding van belang zijn
•
verwijzen naar studentendecaan in kwesties die niet direct met de studie te maken hebben (persoonlijke omstandigheden, studiefinanciering, bezwaar en beroep etc.).
Zie voor meer informatie over studieloopbaanbegeleiding door de opleiding par. 4.1.7. 2.2 Studentendecaan De studentendecanen behartigen studentenbelangen in de ruimste zin. Ze zijn er voor alle studenten van HU, dus ook voor jou. Ze geven hulp, informatie, advies en begeleiding aan studenten over studie en onderwijs, onderwijszaken en studentenvoorzieningen. De decanen hebben een onafhankelijke positie binnen de faculteit. Ze hebben tevens een geheimhoudingsplicht. Zonder jouw toestemming wordt geen mededeling aan anderen gedaan (zoals ouders en docenten) over de inhoud van de gesprekken.Veel studenten worden door hun studieloopbaanbegeleider naar het decanaat verwezen, maar je kunt ook op eigen initiatief komen. Je kunt bij de decanen terecht voor onder meer: ·
financiele steunaanvragen bij het Noodfonds of het Steunfonds van HU (zie ook par. 2.7);
·
toelatingseisen, uitschrijving, inschrijving elders;
·
vervolgopleidingen, twijfel over studie of beroepskeuze;
·
studiestaking of onderbreking;
·
een (dreigend) bindend negatief studieadvies;
·
studievertraging;
https://www.sharepoint.hu.nl/Onderwijs/Instituten/Instituut%20voor%20Communicat... 13-10-2008
Pages - Hoofdstuk
·
studiebelemmerende persoonlijke omstandigheden;
·
verwijzing naar het Bureau Studentenpyschologen;
·
studeren met een functiebeperking en het zo nodig aanvragen van een extra jaar beurs;
·
andere kwesties op het gebied van studiefinanciering, uitkeringen, fondsen;
·
bezwaar en beroep tegen bijvoorbeeld een beslissing van de examencommissie;
·
conflictsituaties op de opleiding.
Page 2 of 13
Via de decanen kun je je ook opgeven voor trainingen in bijvoorbeeld assertiviteit, studieplanning en de omgang met faalangst. Contactgegevens en spreekuren decanaat FCJ Wilna Schenk Kamer 0B160 Telefoon: (030) 219 35 59 Telefonisch spreekuur: ma, di, woe, 09.00 -12.00 uur Inloopspreekuur: ma en do 11.00-12.00 uur verder op afspraak Hans van Strien Kamer 0B150 Telefoon: (030) 219 35 72 Telefonisch spreekuur: ma en do 09.00-10.00 uur Inloopsreekuur: ma en do 11.00-12.00 uur verder op afspraak Het is van belang je tijdig bij het decanaat te melden. Voor bepaalde voorzieningen, zoals bij voorbeeld het Steunfonds, gelden termijnen waarbinnen je je moet melden. Daarnaast geldt uiteraard: hoe eerder je een probleem aanpakt, hoe sneller het in het algemeen is opgelost en hoe langer je plezier hebt van de oplossing. Meer informatie vind je op www.studentzaken.hu.nl.
Vanaf 1 januari 2007 is er een Centrum voor Studiekeuze , een gezamenlijk initiatief van Hogeschool Utrecht en de Universiteit Utrecht. Twijfel je over je opleiding, ben je vastgelopen of wil je doorstuderen na je bachelor-diploma, dan kun je hier terecht voor advies en ondersteuning met betrekking tot je studiekeuze. Ga naar je studentendecaan voor meer informatie of kijk op www.centrumstudiekeuze.nl.
2.3 Vertrouwenspersoon Hogeschool Utrecht heeft een regeling inzake ongewenst gedrag. Te denken valt onder meer aan seksuele en verbale intimidatie. Dergelijke vormen van gedrag worden op onze hogeschool absoluut niet getolereerd. Dit om te voorkomen dat medewerkers of studenten door intimidatie belemmerd worden in hun werk, studie of stage. Seksuele intimidatie loopt uiteen van ongewenste dubbelzinnige opmerkingen en handtastelijkheden tot zelfs pogingen tot aanranding en verkrachting. Verbale intimidatie is het ernstig lastigvallen, beledigen, bedreigen, aanvallen of discrimineren van iemand door woord, geschrift of houding. Heb je last van ongewenst gedrag of signaleer je dit in je omgeving, meld het dan bij de vertrouwenspersoon van jouw faculteit of bij één van de andere faculteiten. De vertrouwenspersoon bedenkt dan samen met jou een strategie om de intimidatie te doen stoppen. De vertrouwenspersoon is onafhankelijk, praat met niemand over wat je vertelt en onderneemt geen actie zonder jouw toestemming. De brochure "Vertrouwenspersoon voor studenten en medewerkers" is verkrijgbaar bij de vertrouwenspersoon. Meer informatie vind je ook op www.studentzaken.hu.nl. Wanneer studenten over deze onderwerpen liever iemand van buiten de hogeschool raadplegen, kan contact worden
https://www.sharepoint.hu.nl/Onderwijs/Instituten/Instituut%20voor%20Communicat... 13-10-2008
Pages - Hoofdstuk
Page 3 of 13
opgenomen met de Vertrouwensinspecteur Hoger Onderwijs, telefoon (030) 666 57 04. Zie ook artikel 51 Studentenstatuut en Reglement inzake Ongewenst Gedrag (www.reglementen.hu.nl). Vertrouwenspersoon van de FCJ Anneke Zaalberg, tevens docente Geschreven Pers van de School voor Journalistiek bereikbaar onder nummer 030 219 31 85
2.4 Studentenarts In geval van door ziekte gemiste tentamens, studiestaking door ziekte of bij het aanvragen voor ondersteuning uit het studentensteunfonds, is het overleggen van een doktersverklaring soms noodzakelijk. Niet iedere huisarts wil dergelijke verklaringen ten behoeve van derden afgeven. Bovendien heeft de KNMG (Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot Bevordering der Geneeskunst) een richtlijn uitgegeven dat de behandelende arts niet de aangewezen persoon is om zo'n verklaring af te geven. Wanneer je een verklaring over je gezondheid nodig hebt en je eigen huisarts kan of wil deze niet geven, dan kun je naar de studentenarts gaan. Verwijzing naar de studentenarts gaat uitsluitend via de studentendecaan (zie par. 2.2). De studentenarts van Hogeschool Utrecht is: Huisartsenmaatschap Therapeuticum Utrecht, telefoonnummer (030) 275 95 00, Dekhuyzenstraat 60, 3572 WN in Utrecht. 2.5 Bureau Studentenpsychologen Bureau Studentenpsychologen biedt op verzoek kortdurende psychologische hulp aan studenten van Hogeschool Utrecht. Dat kan een kortdurende therapie zijn (van maximaal acht gesprekken) of een groepstraining, zoals faalangsttraining, sociale vaardigheidstraining, omgaan met depressieve klachten en omgaan met angstklachten. Als het maximum aantal gesprekken te weinig blijkt te zijn of de hulp niet aansluit bij jouw problemen en/of hulpverwachting, dan kan Bureau Studentenspychologen je helpen de weg te vinden naar andere hulpverlenende instanties binnen of buiten Utrecht. Voor aanmelding bij het Bureau Studentenpsychologen is een verwijzing nodig van een studentendecaan. Neem dus eerst contact op met de studentendecaan voor een verwijzing. Vervolgens kun je langskomen of je telefonisch aanmelden tijdens de spreekuren. Vertrouwelijkheid staat voorop. Niemand anders dan jij en het Bureau Studentenpsychologen kent de inhoud van de gesprekken. En alleen als jij dat wilt, kunnen er anderen bij betrokken worden. Bureau Studentenspychologen is een voorziening van Hogeschool Utrecht. Er zijn voor jou dus geen kosten aan verbonden. Meer informatie vind je op www.studentzaken.hu.nl. 2.6 Mediation Als je als student een conflict hebt met een medestudent of met een docent en het lukt niet om dit onderling op te lossen, dan kun je een gesprek aangaan met een mediator. Een mediator is een competente, onafhankelijke bemiddelaar die probeert met beide partijen tot een oplossing te komen.
Meer informatie vind je op www.studentzaken.hu.nl. 2.7 Financiële steun Hogeschool Utrecht biedt financiële ondersteuning aan studenten die om speciale redenen studievertraging oplopen. De afstudeersteun is hogeschoolbreed geregeld in de Steunfondsregeling HU. Ook is er het Noodfonds dat financiële hulp biedt bij onvoorziene omstandigheden, geregeld in de Noodfondsregeling HU. Beide regelingen zijn te vinden op www.reglementen.hu.nl In deze regelingen zijn voorwaarden opgenomen voor het in aanmerking komen van de steun en welke procedure daarbij geldt.
https://www.sharepoint.hu.nl/Onderwijs/Instituten/Instituut%20voor%20Communicat... 13-10-2008
Pages - Hoofdstuk
Page 4 of 13
Afstudeersteun Deze ondersteuning is bedoeld voor studenten die door bijzondere omstandigheden studievertraging hebben opgelopen tijdens de periode waarin ze recht op een WSF-beurs hebben. Dit is nader geregeld in hoofdstuk D van de Steunfondsregeling. Meer informatie vind je op www.studentzaken.hu.nl. Noodfonds Voor studenten die door onvoorziene omstandigheden in acute financiële nood verkeren heeft de HU een voorziening in de vorm van een Noodfonds voor studenten. Een bijdrage uit het Noodfonds is in principe een lening, maar in voorkomende gevallen kan er een gift verstrekt worden. Je kunt een aanvraag uit het Noodfonds voor studenten alleen doen via de studentendecaan. Dit is nader geregeld in artikel 47a van het Studentenstatuut HU en in de Noodfondsregeling HU. Zie voor financiële ondersteuning van bestuurlijk actieve studenten par. 2.16.2. 2.8 Studeren met een functiebeperking Als je een functiebeperking hebt vraagt studeren, net als veel andere dingen, méér inzet. Hogeschool Utrecht geeft daarom gerichte ondersteuning aan studenten met een functiebeperking. De studentendecaan van je faculteit kan je met raad en daad ter zijde staan bij het organiseren van je studie. Er is veel mogelijk: •
aangepaste studieplanning;
•
speciale studiefaciliteiten (zoals extra tijd om iets af te ronden);
•
voorzieningen in verband met toegankelijkheid van onderwijslocaties;
•
voorzieningen voor de deelname aan het onderwijs (bijv. speciaal materiaal);
•
hulp en ondersteuning bij het aanvragen van aangepaste huisvesting;
•
hulp bij het indienen van aanvragen bij instanties zoals de examencommissie (voor bv. verlenging van tentamentijd);
•
ondersteuning bij aanvragen voor het in bruikleen krijgen van noodzakelijke hulpmiddelen of het verkrijgen van (financiële) hulp voor de aanschaf daarvan;
•
ondersteuning van verzoeken aangaande studiefinanciering bij de Informatie Beheer Groep.
Een verzoek voor aanpassingen in het studieprogramma of examentijdverlenging dient schriftelijk, met redenen omkleed en zo mogelijk van bewijsstukken voorzien, bij de examencommissie te worden ingediend. Het besluit van de examencommissie wordt schriftelijk meegedeeld aan de student. Dit besluit is in principe ook geldig wanneer je onderwijs volgt aan een andere opleiding binnen Hogeschool Utrecht (overdraagbaarheid). Je hebt zelf de verantwoordelijkheid dit tijdig te melden. De volledige procedure is opgenomen in de Onderwijs- en Examenregeling HU (www.reglementen.hu.nl) en/of die van de faculteit. Zie ook par. 1.3.4 en 6.3.3. Neem contact op met je studentendecaan voor meer informatie. Heb je moeite om de juiste persoon te vinden, dan kun je terecht bij de HU-coördinator Studie en Handicap, Ria van Muiswinkel, tel. (030) 230 80 92. Zie verder www.studentzaken.hu.nl, www.handicap-studie.nl en de algemene Wet gelijke behandeling. 2.9 Keuzevakken taal- en studievaardigheden Om je taal- en studievaardigheden te vergroten kun je gebruik maken van het aanbod van interfacultaire keuzevakken .De folder Maak je propedeuse succesvol is te verkrijgen bij je studentendecaan. Je vindt de cursussen in OSIRIS (www.osiris.hu.nl). Na het inloggen ga je naar onderwijs. Vul bij cursussoort ‘interfacultair keuzeaanbod’ in en bij faculteit ‘centrale organisatie’. Kun je niet inschrijven? Neem dan contact op met Christine Spijkerman, telefoon (030) 238 83 84 of e-mail
[email protected]. 2.10 Mentorproject Als eerstejaars kan het lastig zijn om je weg te vinden binnen de studie. Hoe pak je het studeren aan, wat doe je bij misverstanden met je ouders, je docenten of medestudenten? Als Nederlands niet je eerste taal is, is er voor jou een
https://www.sharepoint.hu.nl/Onderwijs/Instituten/Instituut%20voor%20Communicat... 13-10-2008
Pages - Hoofdstuk
Page 5 of 13
ouderejaars student als mentor beschikbaar. De mentor put uit zijn of haar ervaring en kan daarmee van grote steun zijn in het moeilijke eerste jaar. Is Nederlands niet je moedertaal en heb je belangstelling voor een ouderejaars als mentor, of ben je ouderejaars student en wil je graag mentor worden? Neem dan contact op met Christine Spijkerman voor meer informatie: telefoon (030) 238 83 84 of e-mail
[email protected]. 2.11 Mediatheek De mediatheken van Hogeschool Utrecht kun je op het internet bezoeken via de gezamenlijke website www.mediatheek.hu.nl. Via deze site heb je toegang tot de catalogus van Hogeschool Utrecht, waarin je kunt zoeken in alle HU mediatheekcollecties. Ook heb je toegang tot de catalogus van de Universiteit Utrecht. De site geeft een overzicht van alle vakgebieden die relevant zijn voor het onderwijs binnen de HU. Door een vakgebied te selecteren, vind je de daarbij behorende bronnen en internetlinks. Op de website kun je ook terecht voor alle databanken die de HU beschikbaar heeft. Hierin kun je algemene informatie vinden zoals het laatste nieuws, maar ook vakspecifieke informatie zoals juridische informatie, marktinformatie en nog veel meer. Ben je op zoek naar diensten van een specifieke faculteitsmediatheek, klik dan door naar de locatiepagina. Naast digitale informatie vind je op de verschillende locaties boeken, tijdschriften en andere materialen. Als HU student kun je in elke HU mediatheek en bij de bibliotheek van de Universiteit Utrecht gratis lenen op vertoon van je collegekaart.
Zie ook artikel 41 Studentenstatuut (www.reglementen.hu.nl). 2.12 ICT-faciliteiten 2.12.1 Algemeen Hogeschool Utrecht biedt haar studenten een aantal standaard ICT-faciliteiten aan. Je hebt toegang tot (de meeste van) deze faciliteiten via je eigen HU inlognaam en wachtwoord. Je HU inlognaam en wachtwoord krijg je vlak voor aanvang van je studie per brief thuisgestuurd. Zodra je deze hebt ontvangen kun je (onder andere) inloggen op: •
je eigen mailadres (webmail.hu.nl);
•
de computers aanwezig op de hogeschool;
•
de online catalogus van de mediatheek (www.catalogus.hu.nl);
•
het intranet van de hogeschool (www.sharepoint.hu.nl );
•
je eigen ruimte om bestanden op te slaan (zie intranet, My Site);
•
OSIRIS Student (www.osiris.hu.nl);
•
indien aanwezig toegang tot het draadloze netwerk.
Daarnaast is er nog een aantal openbare sites waarop je kunt inloggen met je HU wachtwoord, zoals Surfspot (www.surfspot.nl). Hier kun je tegen gereduceerde prijs software kopen. Meer informatie over de ICT faciliteiten en actuele ontwikkelingen is te vinden op de HU- ICT site (www.ict.hu.nl). 2.12.2 Studentenmail Elke student aan Hogeschool Utrecht heeft een eigen HU e-mailadres. Deze studentenmail is een belangrijk communicatiemiddel om je op de hoogte te houden van actuele informatie over je opleiding. De mailbox is toegankelijk via de webversie van Microsoft Outlook (webmail.hu.nl). Inloggen kan met je standaard HU wachtwoord. De studentenmail is zeer gebruiksvriendelijk en heeft veel mogelijkheden. Behalve e-mail heb je ook de beschikking over een agenda en een taken- en contactpersonenlijst. Verder kun je makkelijk met medestudenten en docenten mailen. Via het adresboek kun je namelijk alle mailadressen opzoeken. De capaciteit van je mailbox is 100Mb. Het is ook mogelijk om mail naar je privé mailadres door te sturen. Je blijft er echter zelf verantwoordelijk voor dat de email aankomt en door jou gelezen wordt. 2.12.3 Sharepoint Hogeschool Utrecht gebruikt sinds 1 september 2005 Sharepoint als interne webomgeving. Hierop kun je veel informatie vinden van je opleiding, maar ook van de hogeschool. Tevens kun je op Sharepoint een eigen My Site maken, waarop je
https://www.sharepoint.hu.nl/Onderwijs/Instituten/Instituut%20voor%20Communicat... 13-10-2008
Pages - Hoofdstuk
Page 6 of 13
bestanden kunt plaatsen die je zowel thuis als op school kan openen en wijzigen. Je kunt hierop ook werkruimten creëren om gezamenlijk met andere studenten aan een project of werkstuk te werken. Toegang tot je eigen My Site verkrijg je door in te loggen op Sharepoint (www.sharepoint.hu.nl) en te klikken op de link My Site, die je rechts bovenin het scherm vindt. Steeds meer cursussen maken ook gebruik van Sharepoint om informatie over de cursus te verspreiden. 2.12.4 OSIRIS Student OSIRIS staat voor Onderwijs en Studenten Informatie, Registratie en Inschrijf Systeem. Hogeschool Utrecht gebruikt dit systeem voor de registratie van studenten. Hierin worden alle gegevens, cijfers en ook toetsinschrijvingen van studenten bijgehouden. Elke student heeft zelf toegang tot OSIRIS via www.osiris.hu.nl. Eenmaal ingelogd kun je gebruik maken van de volgende basisfunctionaliteiten:
•
Cijfers inzien Via het tabblad Resultaten zie je welke cijfers je voor de laatste 15 toetsen of cursussen hebt behaald. Wil je alle resultaten in het huidige studiejaar zien, kijk dan bij het tabblad Voortgang. Onder Dossier vind je een overzicht van de resultaten die je gedurende je hele studie hebt behaald. Je kunt zelf bepalen of je alles wil zien of bijvoorbeeld alleen de resultaten uit de hoofdfase.
•
Studievoortgang Wil je weten welke vakken je nog moet volgen voor je kunt afstuderen, ga dan weer naar het tabblad Voortgang. Onder het kopje Studievoortgang selecteer je de opleiding die je volgt en geeft aan dat je ‘nog te volgen onderwijs’ wilt zien. OSIRIS vergelijkt jouw resultaten dan met het curriculum dat je volgt en geeft aan wat je gehaald hebt en wat je nog moet doen. Wanneer dit overzicht niet werkt, dan is jouw curriculum (examenprogramma) mogelijk nog niet vastgelegd. Meld dit bij de administratie.
•
Toets- en Cursusinformatie Alle informatie over toetsen, cursussen, minors en keuzecursussen en over de wijze van inschrijven, is te vinden in OSIRIS.
•
Inschrijven voor cursussen en toetsen Via de knop Inschrijven kun je een keuze maken of je je wilt inschrijven voor een cursus, toets of minor. Via een eenvoudige wizard kun je de juiste cursus, toets of minor kiezen. Zo kun je een keuze maken uit de cursussen uit je verplichte curriculum of een cursus zoeken uit het complete cursusaanbod van de HU. In de studiegids vind je meer informatie welke cursussen je moet volgen en waar je je voor moet inschrijven. Het inschrijven voor cursussen en toetsen is alleen mogelijk in de periodes die door je opleiding zijn opengesteld. Informatie over de inschrijfperiode vindt je ook terug in de studiegids.
•
Overzicht inschrijvingen Wil je weten voor welke cursussen en toetsen je bent ingeschreven, kijk dan bij het tabblad Inschrijven onder het kopje Overzicht inschrijvingen. Dit overzicht laat alleen de cursussen en toetsen zien die op dit moment lopen of in de toekomst liggen.
•
Bevestiging inschrijving Soms denk je dat je je correct hebt ingeschreven voor een cursus of toets, maar is jouw inschrijving bij de administratie niet te vinden. Om dit probleem te voorkomen krijg je na iedere inschrijving een bevestiging van de inschrijving op je HU e-mailadres. Controleer altijd of je dit bericht hebt ontvangen en bewaar het goed.
•
Uitschrijven voor cursussen en toetsen Indien je bent ingeschreven op een cursus of een toets en je wenst je hiervoor uit te schrijven dat kun je gebruik maken van het tabblad Uitschrijven. Vink de onderdelen (cursussen of toetsen) aan waarvoor je je wilt uitschrijven en kies voor uitschrijven. Een uitschrijving voor een cursus of toets is alleen mogelijk in de daarvoor opengestelde periode. Ook van het uitschrijven op een cursus of toets ontvang je een bevestigingsmail.
•
Adres wijzigen Op het tabblad Personalia kun je zelf je adres wijzigen.
2.12.5 Wachtwoord Je HU wachtwoord verloopt 14 maanden na de laatste keer dat je wachtwoord is gewijzigd (in de meeste gevallen dus in september of oktober). Je krijgt dan vanzelf het verzoek om een nieuw wachtwoord in te voeren. Dit kan vanaf elke werkplek op de hogeschool. Vanuit huis je wachtwoord wijzigen kan via de website www.wachtwoord.hu.nl. Het nieuwe wachtwoord dat je kiest moet uit acht posities bestaan en zowel letters als cijfers bevatten.
https://www.sharepoint.hu.nl/Onderwijs/Instituten/Instituut%20voor%20Communicat... 13-10-2008
Pages - Hoofdstuk
Page 7 of 13
Let op: voor sommige programma’s die in je eigen opleiding gebruikt worden, kunnen afwijkende wachtwoorden gelden. Voor vragen en ondersteuning met betrekking tot. je wachtwoord kun je je wenden tot de onderwijsbalie (zie par. 1.3.5). 2.12.6 Informatiebeveiliging en privacy Hogeschool Utrecht hecht veel waarde aan informatiebeveiliging. Dit betekent dat we op infrastructureel gebied maatregelen hebben genomen om alle gegevens binnen de hogeschool zo goed mogelijk tegen misbruik te beschermen. Daarnaast bestaan er regels ten aanzien van het gebruik van de computers en het netwerk op de Hogeschool, de ICT-gedragsregels. Hieraan dienen alle gebruikers van de ICT-voorzieningen binnen de hogeschool zich te houden. Als gebruiker kun je ook zelf een en ander doen om de veiligheid te vergroten, zoals: •
laat de pc waarop je bent aangemeld niet onbeheerd achter;
•
geef je wachtwoord niet aan anderen;
•
haal brieven en lijsten met vertrouwelijke gegevens direct bij de printer op;
•
mail vragen en/of missers op het gebied van vertrouwelijkheid van gegevens aan
[email protected].
Hogeschool Utrecht kent tevens een privacyreglement op grond van de Wet Persoonsregistraties. Hierin is de bescherming van persoonsgegevens geregeld. In dit reglement staat onder meer welke informatie geldt als vertrouwelijk en welke regels gelden ten aanzien van het gebruik van deze gegevens. Een speciale medewerker houdt toezicht op de naleving hiervan: de Functionaris voor de Gegevensbescherming privacy (FG-p). Op de site www.informatiebeveiliging.hu.nl lees je meer hierover. Zie ook Gedragsregels ICT en Privacyreglement persoonsgegevens studenten HU (www.reglementen.hu.nl) 2.13 International Office Alle studenten van Hogeschool Utrecht hebben de mogelijkheid om voor studie of stage naar het buitenland te gaan. Voor sommige studenten (IBMS en IBL) is dit zelfs een verplicht onderdeel van het bachelor programma. Alle andere studenten kunnen in hun eigen profileringsruimte hiervoor kiezen. Heb je interesse in een (half) jaar Canada, de Verenigde Staten, Thailand, Nieuw Zeeland of Europa? Dan kan het International Office je wellicht helpen. 2.13.1 Study abroad Hogeschool Utrecht heeft een groot aantal uitwisselingspartners zowel in Europa als daarbuiten. Het International Office onderhoudt de contacten met partneruniversiteiten, doet de selectie en plaatsing van studenten, helpt je bij de introductie en verzamelt de evaluatierapporten. Elk jaar verzorgt het International Office speciale informatiebijeenkomsten (meestal in oktober/november) over een studie in het buitenland. Wil je je aanmelden voor een uitwisselingsprogramma of internationale Minor van Hogeschool Utrecht? Kijk dan eerst op www.io.hu.nl onder Study abroad voor de mogelijkheden, voorwaarden en formulieren. Je vindt er bovendien informatie over beschikbare beurzen. LET OP: de deadline om je aan te melden voor Study Abroad is doorgaans eind januari. De exacte datum wordt bekend gemaakt via Sharepoint. Op de FEM, FNT (Nijenoord) en HU Amersfoort is er een International Office desk waar je terecht kunt voor algemene vragen, meer informatie of formulieren. De locaties en openingstijden vind je op www.io.hu.nl. Studenten van de FCJ, FG, FMR en FE kunnen ook bij één van deze desks terecht. Voor meer specifieke vragen kun je het beste een afspraak maken via (030) 275 89 28 of
[email protected]. 2.13.2 Stage in het buitenland Wil je stage lopen buiten Nederland? De eerste stappen die je hierbij kunt nemen, zijn het inschakelen van de stagecoördinator of het stagebureau van je opleiding. Zij hebben informatie over de te volgen procedure en zijn degenen die hun goedkeuring aan je stageplaats moeten geven. Dan begint het actief zoeken naar een stageplaats. Soms kunnen stagecoördinator of stagebureau je ook hierbij op weg helpen. Begin vooral vroeg, een jaar van tevoren is
https://www.sharepoint.hu.nl/Onderwijs/Instituten/Instituut%20voor%20Communicat... 13-10-2008
Pages - Hoofdstuk
Page 8 of 13
meestal wel aan te raden. Zeker als je buiten Europa op stage wilt gaan, want het regelen van een visum kan soms minstens zo lang duren. Tip: Kijk voor informatie over beurzen voor je stage op www.io.hu.nl bij Internships. Daarnaast is www.wilweg.nl een goede informatiebron, met o.a. handige stagesites en een checklist. Zie par. 4.3.4 voor meer informatie over stagemogelijkheden binnen je opleiding. 2.14 Medezeggenschap Instemming van studenten met het beleid van de hogeschool is erg belangrijk. Hierdoor blijft het onderwijs en de regelgeving studentvriendelijk. We besteden daarom veel aandacht aan inspraak. 2.14.1 Inspraakorganen Je treft medezeggenschap op onze hogeschool op drie niveaus aan: •
Opleidingscommissies (OC’s) controleren en adviseren de afdelingsdirecties. Het gaat hier bijvoorbeeld om de inhoud van het onderwijs, de studiebegeleiding die aangeboden wordt en de praktijkcomponent van een opleiding. Alles wat met jóuw opleiding te maken heeft. Elke opleiding binnen de hogeschool heeft zo’n opleidingscommissie.
•
De faculteitsdirectie wordt gecontroleerd door de Facultaire Medezeggenschapsraad (FMR). Ze spreken met elkaar over alle opleidingsoverstijgende zaken binnen een faculteit. Hierbij moet je denken aan randvoorwaarden, zoals ICT-voorzieningen, de catering en het facultaire praktijkbureau. Maar ook de begroting van de faculteit komt langs. Elke faculteit kent een FMR; er zijn er dus zes in totaal.
• De Centrale Medezeggenschapsraad (CMR) tot slot controleert de allerhoogste directie van de hogeschool: het College van Bestuur (CvB). Hier gaat het om hogeschoolbrede onderwerpen, zoals de onlangs nieuw ingevoerde merkenstructuur, de hogeschoolbrede begroting, en samenwerkingsverbanden met andere hogescholen. Er is één CvB, dus ook één CMR. De inspraakorganen hebben tal van mogelijkheden om hun invloed uit te oefenen, met als uiteindelijke doel het verhogen van de kwaliteit van het onderwijs. Kijk voor meer informatie over medezeggenschap en de inspraakorganen op www.studentzaken.hu.nl. Zie ook de reglementen voor de Centrale Medezeggenschapsraad, Faculteitsmedezeggenschapsraad en Opleidingscommissies, hoofdstuk 5 van het Studentenstatuut HU, en het Kiesreglement CMR-FMR-personeelsraden (www.reglementen.hu.nl). 2.14.2 Ondersteuning bestuurlijk actieve studenten Hogeschool Utrecht stimuleert studenten om bestuurlijk actief te zijn, zodat je bestuurlijke en organisatorische vaardigheden in de praktijk kunt opdoen. Daarnaast zien we graag dat zoveel mogelijk studenten betrokken worden bij de beleidsontwikkeling van de hogeschool. Daarom zijn er tal van voorzieningen in het leven geroepen: •
Als studentlid van een inspraakorgaan kun je je gratis en onbeperkt laten trainen in bepaalde competenties.
•
Er is een handboek voor studentleden die zitting nemen in de centrale raad, facultaire raad of opleidingscommissie.
•
Via het speciaal voor alle bestuurlijk actieve studenten opgezette intranet (www.bps.hu.nl) kun je vliegensvlug kennis en informatie delen met studentleden uit andere inspraakorganen.
•
Uiteraard doe je het niet voor niets, behalve een flinke hoeveelheid bestuurlijke ervaring krijg je per vergadering € 40,- tot een maximum van € 400,- per cursusjaar.
Wil je graag lid worden van een (of meerdere) inspraakorga(a)n(en), dan kan dat door je kandidaat te stellen bij de eerstkomende verkiezingen (www.verkiezingen.hu.nl). Raadpleeg voor vragen over de OC het secretariaat van je opleiding of stuur een email naar
[email protected]. Zie voor meer informatie ook www.studentzaken.hu.nl. 2.15 Studium Generale Studium Generale organiseert cursussen, trainingen, workshops, ontmoetingen en debatten voor studenten, docenten en medewerkers van Hogeschool Utrecht. De activiteiten van Studium Generale zijn gericht op kleinschalige, inspirerende en interdisciplinaire ontmoetingen tussen mensen die verbonden zijn aan HU. Deelname is in principe vrij en kosteloos. Zijn er wel kosten aan verbonden,
https://www.sharepoint.hu.nl/Onderwijs/Instituten/Instituut%20voor%20Communicat... 13-10-2008
Pages - Hoofdstuk
Page 9 of 13
dan is dat altijd aangegeven bij de desbetreffende activiteit. Het actuele aanbod vind je in OSIRIS en op www.studiumgenerale.hu.nl. Het aanbod wordt iedere vier maanden vernieuwd. De cursussen voor studenten kunnen – ter beoordeling door de examencommissie - ingepast worden in de profileringsruimte en zijn te volgen tegen studiepunten. Meer informatie over het aanbod en aanmelding vind je op www.studiumgenerale.hu.nl. 2.16 Studentenvereniging 2.16.1 Algemeen Utrecht heeft een bruisend studentenleven. De verenigingen en studentenorganisaties in allerlei soorten en maten dragen daar hun steentje aan bij. Het bekendst zijn de gezelligheidsverenigingen. Er zijn ook verenigingen die een andere inslag hebben, zoals de levensbeschouwelijke studentenverenigingen, internationale en interculturele verenigingen. En natuurlijk hebben studenten ook allerlei eigen sportverenigingen en culturele verenigingen. Een overzicht van verenigingen vind je op www.utrecht.studiestad.nl. HU geeft financiële steun aan studentenverenigingen. De subsidie kan gegeven worden voor structurele en voor incidentele activiteiten. Wil je meer weten over het aanvragen van en de voorwaarden om in aanmerking te komen voor een subsidie? Kijk dan op www.studentzaken.hu.nl. Ter verduidelijking nog even het volgende. Naast studentenverenigingen zijn er ook studieverenigingen. Studieverenigingen zijn gekoppeld aan je opleiding. Zie hiervoor par. 1.3.6.
2.16.2 Bestuursbeurs en stimuleringsfonds Bestuursbeurs Zit je in het bestuur of in een commissie van een studentenvereniging (Utrechtbreed of hogeschoolbreed), dan kun je in aanmerking komen voor een bestuursbeurs. Een bestuursbeurs is een toelage die dient als compensatie voor de studievertraging die je door je bestuursactiviteiten oploopt en die je buiten je prestatiebeurs ontvangt. Welke studentenorganisaties en bestuurlijke functies in aanmerking komen voor een bestuursbeurs kun je vinden in de Bijlage bij de Regeling bestuursbeurzen voor studentbestuurders in studentenorganisaties UU/HU. Zie ook hoofdstuk F van de Steunfondsregeling HU (www.reglementen.hu.nl).
Kijk voor meer informatie over de procedure of voor het aanvragen van een bestuursbeurs op www.studentzaken.hu.nl. 2.17 Topsport Hogeschool Utrecht heeft een breed scala aan faciliteiten voor studenten die hun studie willen combineren met een carrière in de topsport. Deze voorzieningen worden verstrekt op basis van de individuele omstandigheden en het niveau waarop je de sport beoefent. Je kunt een beroep doen op de volgende faciliteiten: •
begeleiding in het plannen van je studie;
•
indien noodzakelijk: uitstel of verplaatsing van tentamens;
•
samenwerking met coaches, trainers, sportbonden, Olympische steunpunten en de afdeling Individuele Begeleiding van NOC*NSF;
•
mogelijkheid gebruik te maken van sportaccommodaties - bemiddeling bij huisvesting en sportmedische begeleiding;
•
vergoeding van (een deel van de) extra kosten die het beoefenen van topsport voor de student met zich meebrengt;
•
financiële ondersteuning als je studievertraging oploopt ten gevolge van sporten op topniveau.
Voor meer informatie neem je contact op met topsportcoördinator HU, Mieke Wikkerman (
[email protected] of 030 – 258 51 26) of met je studentendecaan (zie par. 2.2).
https://www.sharepoint.hu.nl/Onderwijs/Instituten/Instituut%20voor%20Communicat... 13-10-2008
Pages - Hoofdstuk
Page 10 of 13
2.18 Trajectum Trajectum is het redactioneel onafhankelijke magazine van Hogeschool Utrecht dat tweewekelijks verschijnt. Naast actuele informatie over HU zelf, vind je er ook artikelen over studeren en het studentenleven en over het hoger onderwijs in het algemeen. Trajectum wordt verspreid via displays op alle locaties van de hogeschool. Daarnaast vind je op www.trajectum.hu.nl elke dag nieuws, prijsvragen, filmpjes, blogs van onder meer studenten die in het buitenland verblijven en praktische informatie.
2.19 Sport en Cultuur Als student kun je tegen aantrekkelijke tarieven sporten bij Olympos op de Uithof, het sportcentrum van Hogeschool Utrecht en de Universiteit Utrecht. Je kunt er deelnemen aan allerlei cursussen, instuiven, maar ook lid worden van een studentensportvereniging. Meer informatie vind je op www.olympos.nl.\ Wil je iets cultureels doen in Utrecht? Wil je bekwamen in muziek, theater of dans? Speel je piano en wil je oefenen of zoek je een orkest of een theatergroep? Ga dan naar Parnassos, het Internationaal & Cultureel centrum van de Universiteit Utrecht. Studenten van de HU zijn er welkom tegen studentenprijzen. Parnassos is er aan de Kruisstraat en op De Uithof (www.parnassos.nl). Kijk voor meer informatie op www.studentzaken.hu.nl. Zie ook artikel 42 Studentenstatuut (www.reglementen.hu.nl). Sinds 2006 organiseren studenten van UU en HU het cultuurprogramma Uit in de Uithof. Elke week is er een culturele activiteit op wisselende locaties in de Uithof. Kijk voor het programma op www.uitindeuithof.nl. 2.20 Veilig, gezond en milieuvriendelijk studeren Alle faculteiten van Hogeschool Utrecht (HU) beschikken over een Arbo- en Milieucommissie die het aanspreekpunt is voor arbo- en milieuzaken. De commissie coördineert de uitvoering van het Arbo & Milieubeleid binnen de faculteit. Zo wil de faculteit dat medewerkers en studenten zo veilig en gezond mogelijk kunnen werken en studeren in een omgeving waar ook het milieu meetelt. Een deel van de verantwoordelijkheid voor veiligheid, gezondheid en milieu ligt echter ook bij de studenten zelf. Hoe kunnen studenten bijdragen aan de veiligheid en gezondheid? Van studenten binnen de HU wordt verwacht dat zij meewerken aan een veilige, gezonde en milieuvriendelijke studieomgeving. Aandachtspunten zijn: •
Weet wat je moet doen in geval van brand, ongevallen en andere calamiteiten;
•
Voorkom CANS (RSI);
•
Heb aandacht voor het milieu.
Wat te doen bij brand, ongeval of calamiteit? Studenten worden geacht op de hoogte te zijn van de regeling voor brand, calamiteiten, ongevallenmelding (zie hieronder) en van vluchtroutes en nooduitgangen. Vluchtroutes en nooduitgangen zijn te vinden op de vluchtplattegronden in het gebouw. In alle ruimtes staat vermeld wat te doen bij een calamiteit. Bel nooit zelf brandweer, politie of ambulance! Bel wel onmiddellijk het interne alarmnummer (zie par. 1.2.3), je komt dan in contact met (een medewerker(-ster) van de centrale faculteits- of locatiebalie de receptie. Meld kort en duidelijk: •
je naam en lokaal / werkplek
•
je telefoonnummer
•
de actuele situatie. (Het hoe, wat en waar)
•
of er slachtoffers zijn en hoeveel
•
waar het is gebeurd.
https://www.sharepoint.hu.nl/Onderwijs/Instituten/Instituut%20voor%20Communicat... 13-10-2008
Pages - Hoofdstuk
Page 11 of 13
De medewerker(-ster) zorgt voor inzet van een EHBO-er of alarmeert, bij een grotere calamiteit, het hoofd BHV. Blijf altijd kalm, waarschuw alle in gevaar zijnde personen en wacht tot hulpverleners ter plaatse zijn. Bedrijfshulpverlening (BHV) & EHBO
Iedere locatie beschikt over een bedrijfshulpverleningsorganisatie die bij brand, ongevallen en andere calamiteiten ingezet kan worden. BHV-ers zijn tijdens hun inzet herkenbaar aan hun gekleurde hesjes met daarop de tekst “BHV-er”. Volg bij brand, ongevallen of andere calamiteiten altijd strikt hun aanwijzingen op. Maak bij ontruiming van het gebouw geen gebruik van de lift. Blijf buiten op de verzamelplaats die door de BHV-er wordt aangewezen, en wacht op verdere instructies. Houd altijd de weg vrij voor brandweer en ambulances. Verlaat het gebied niet zonder je af te melden. Dit voorkomt eventuele zoekacties. Studeren en CANS (RSI) “Het lijkt wel of ik steeds vaker last heb van mijn nek.” Misschien heb je pijn in je arm, schouder, elleboog of pols. In eerste instantie denk je dat het wel over zal gaan. Maar helaas is dat niet altijd het geval. Deze pijn kan namelijk duiden op CANS (Complaints of Arm, Neck and or Shoulder), vroeger ook wel RSI genoemd. Iedereen kan hiermee te maken krijgen. En als je de eerste signalen niet serieus neemt, kunnen de klachten zich uitbreiden. Oorzaken van CANS kunnen zijn: Repeterend werk; • Een statische werkhouding; • Weinig afwisseling in houding en beweging; • Een verkeerde zithouding op je werkplek (informatie over een juiste zithouding staat in de HU-folder • “Geef CANS geen KANS”; Stress, vooral in piekperioden (tentamens, scriptie schrijven). • Tijdens je studie werk je soms lang achter elkaar in dezelfde houding en/of maak je steeds dezelfde bewegingen. Je werkt bijvoorbeeld regelmatig en langdurig aan een beeldscherm, niet alleen op school maar ook nog thuis. Vergeet ook niet de uren die je ‘s avonds doorbrengt met spelletjes en internet. Je kunt CANS grotendeels zelf voorkomen. De belangrijkste tips zijn: Wissel beeldschermwerk af met lezen, aantekeningen maken etc; • Werk per dag niet langer dan 5 à 6 uur achter een (standaard desktop opstelling) beeldscherm en niet • langer dan 2 uur met een laptop; Zorg bij laptopgebruik langer dan 2 uur voor laptopstandaard, losse muis en los toetsenbord; • Neem bij beeldschermwerk ieder uur een korte pauze; • Let op een goede zithouding voor het beeldscherm; • Zorg voor voldoende ontspanning/sport naast je studie; • Neem lichamelijke klachten serieus. Beginnende klachten (pijn, tintelingen, stijf gevoel) kunnen snel • verergeren. Met CANS-klachten kan je terecht bij de studieloopbaanbegeleider/teamleider of decaan van je afdeling. Ook kan je terecht bij de arboadviseur van de faculteit (zie ook de Arbo en Milieu site: https://www.husharepoint.nl/sites/Arbo_Milieu). Zijn de klachten al zo ernstig dat er een arts geconsulteerd moet worden, dan ben je aangewezen op de eigen huisarts. Milieu De faculteit heeft aandacht voor het milieu. Dit betekent zuinig omgaan met water en energie, minder afval en een goede afvalscheiding. Iedereen moet daar ook een bijdrage aan leveren: •
Doe het licht niet aan wanneer er voldoende licht is;
•
Doe het licht uit als je een lokaal leeg achterlaat;
•
Verspil geen water en gebruik de spaarknop van de spoelbak (als die er is);
•
Mocht je het warm hebben, zet dan niet het raam open maar zet de verwarming lager (niet uitzetten!);
https://www.sharepoint.hu.nl/Onderwijs/Instituten/Instituut%20voor%20Communicat... 13-10-2008
Pages - Hoofdstuk
Page 12 of 13
•
Zet de computer uit als je klaar bent met je werk;
•
Doe (chemisch) afval (batterijen, papier, restanten van consumpties) in de daarvoor bestemde afvalbakken, ook in de kantine;
•
Houd het gebouw schoon, voorkom zwerfafval.
•
Roken binnen het gebouw is verboden.
Voor vragen, opmerkingen of ideeën over arbo- en milieuzaken kun je terecht bij de Arbo- en Milieucommissie van je faculteit of bij het Arbo- & Milieuteam HU: https://www.hu-sharepoint.nl/sites/Arbo_Milieu. 2.21 Wettelijke aansprakelijkheid en ongevallen In beginsel ben je als student zelf aansprakelijk voor schade veroorzaakt aan derden en gevolgen van ongevallen. Een aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren kan je bij diverse verzekeringsmaatschappijen afsluiten. Voor ongevallen/overlijden en voor wettelijke aansprakelijkheid tijdens het verblijf in of op weg naar gebouwen van de faculteit, heeft Hogeschool Utrecht een beperkte verzekering. Activiteiten in het kader van de studie buiten de HUlocaties (in Nederland) vallen hier ook onder, evenals activiteiten in het kader van het HU-onderwijs in het buitenland. Studenten die in het kader van HU-onderwijs naar het buitenland gaan wordt echter ten sterkste geadviseerd een aanvullende verzekering af te sluiten. Bij schade toegebracht door een student tijdens de stage, wordt eerst de WA-verzekering van de stagebiedende instelling aangesproken. Daarna de WA-verzekeraar van de student zelf. In het geval geen van deze verzekeringen dekking biedt, kan de verzekering van Hogeschool Utrecht aangesproken worden. 2.22 Werken naast je studie De studiefinanciering is geen vetpot, dus veel studenten hebben een bijbaantje. Je mag echter niet te veel bijverdienen, anders heeft dat gevolgen voor de hoogte van je studiefinanciering. Kijk voor meer informatie op de site van de Informatie Beheer Groep (www.ib-groep.nl). Wil je een bijbaan die goed betaalt en die ook een beroep doet op de kennis en vaardigheden die jij in je studie hebt opgedaan? Via de website www.kennislatenwerken.nl vind je bedrijven uit de regio die stages, projecten of een bijbaan op niveau aanbieden. Je kunt ook in contact komen met kenniscentra waar studenten gezamenlijk onder leiding van een lector toepassingsgericht onderzoek of productinnovatie doen. Interval Student is een uitzendbureau dat parttime studiegericht werk aanbiedt, passend bij je vooropleiding en je wensen. Voor meer informatie of een passende baan kun je terecht op www.campusrecruitment.eu. Werk je echter zo veel dat je er studievertraging door oploopt, dan is het vaak verstandiger om extra geld te lenen bij de IB-groep. Overleg zonodig met je studentendecaan (zie par. 2.2). 2.23 Huisvesting Voor een leuke betaalbare kamer in Utrecht zul je zelf actie moeten ondernemen. De kamernood in Utrecht is hoog. Vraag bij het studieinformatiecentrum (030-236 80 40 of
[email protected]) van Hogeschool Utrecht de informatieve brochure Op kamers in Utrecht aan voor de beste tips. Zie hieronder enkele adressen waar je terecht kunt als je een kamer zoekt. SSH Utrecht (www.sshu.nl of www.kamersinutrecht.nl) Heidelberglaan 11 3584 CS Utrecht (030) 252 57 25
[email protected] Woningnet (www.woningnet.nl) In de regio Utrecht publiceert WoningNet elke twee weken de vrijkomende huurwoningen van woningcorporaties op deze site. Heb je woonruimte gevonden en ben je verhuisd, schrijf je dan in in het bevolkingsregister van de gemeente. Onder andere om voor je studiefinanciering aan te tonen dat je uitwonend bent. Inschrijven kan (binnen 5 dagen na je verhuizing) bij de Dienst Burgerzaken. Neem een geldig legitimatiebewijs mee.
https://www.sharepoint.hu.nl/Onderwijs/Instituten/Instituut%20voor%20Communicat... 13-10-2008
Pages - Hoofdstuk
Page 13 of 13
https://www.sharepoint.hu.nl/Onderwijs/Instituten/Instituut%20voor%20Communicat... 13-10-2008
Pages - Hoofdstuk
Page 1 of 9
Hom e > O nde rwij s > In st it ut en > In st it uut v oor Com m uni cat ie > Digit ale Com m un icat ie > St ud iegid s > St u d ie g i d s h o o fd st u k
3. Opleiding en beroep 3.1 Beroepsprofiel
Digitale Communicatie leidt op voor functies en rollen bij de inzet van interactieve digitale systemen in de context van alle vormen van communicatie. Daarbij moet met name gedacht worden aan interne en externe communicatie, marketingcommunicatie, journalistiek, voorlichting, educatie en entertainment maar ook aan het soort communicatie dat ontstaat als mensen kennis, ervaringen en belevenissen delen in de context van, opleiding of vrije tijd. Digitale Communicatie focust daarbij op situaties waarin verandering aan de orde is (ontwikkeling en invoering van een nieuw systeem, herziening of aanvulling van een bestaand systeem of onderzoek en advies over de inzet van een systeem). Projectmatig werken is daarom een centraal element in de opleiding. Een belangrijk aspect van interactieve digitale systemen in het communicatiedomein is dat zij veelal gericht zijn op het publiek. Dat stelt hoge eisen aan de gebruiksvriendelijkheid van zulke systemen. Human Computer Interaction en Usability vormen dan ook expertisegebieden die kenmerkend zijn voor de opleiding DC. Om zijn doelen te bereiken biedt DC een brede opleiding. Het onderwijsaanbod omvat kennisgebieden uit de marketing, communicatie en bedrijfskunde enerzijds en uit het ict-domein anderzijds. Breed is ook de waaier aan competenties waarvoor DC opleidt. Daarbij gaat het allereerst om competenties die nodig zijn in de verschillende fasen van systeemontwikkeling: vooronderzoek, analyse, ontwerp, realisatie, invoering, evaluatie. Maar daarnaast wordt de student opgeleid om het management op basis van onderzoek te kunnen adviseren over de inzet van interactieve digitale systemen in communicatie. En hij wordt geschoold in het managen van projecten. 3.1.2 Vaardigheden afgestudeerde Binnen digitale communicatie heeft de student te maken met veel aspecten zoals beeldcommunicatie, gebruiksvriendelijkheid, implementatie en veranderingsstrategieën. Door alle factoren van het analyseren, ontwerpen en implementeren van een systeem te beheersen, kan de afgestudeerde vanuit een breed perspectief een succesvol project opleveren, omdat men weet: • Waarom en wanneer mensen digitale communicatie gebruiken • Hoe je eindgebruikers betrekt bij de ontwikkeling van nieuwe systemen • Hoe je systemen in een organisatie implementeert • Welke taken nodig zijn voor gebruik en beheer van digitale communicatiesystemen • Hoe je ontwerpt naar de cognitieve eigenschappen van de mens • Hoe gedigitaliseerde (bewegende) beelden eruit moeten zien om begrepen te worden • Welke nieuwe media er in ontwikkeling zijn, zoals podcasting, draadloos internet, ingame advertising, UMTStelefonie, RSS of streaming media • Wat de kosten en de baten zijn van digitale communicatie • Hoe de organisatie van een bedrijf verandert als schriftelijke communicatie wordt vervangen door digitale communicatie Het accent binnen de opleiding ligt bij de beslissers en gebruikers in organisaties, en de publieken waarop de communicatiesystemen van die organisaties gericht zijn. 3.1.3 Werkveld en functies
https://www.sharepoint.hu.nl/Onderwijs/Instituten/Instituut%20voor%20Communicat... 13-10-2008
Pages - Hoofdstuk
Page 2 of 9
De afgestudeerde van Digitale Communicatie speelt een rol in het hele traject bij de inzet van een communicatiesysteem. Daarbij hoort het analyseren van interne of externe communicatie, het beslissen over de inzet van een dergelijk systeem, het kiezen van een ontwikkeltraject, het (laten) bouwen van zo'n systeem en vervolgens het implementeren, gebruiken en beheren van deze systemen ten bate van de communicatie van bedrijven en non-profit organisaties. We noemen dit het kunnen beheersen van de complete lifecycle van een systeem, die loopt van beleid, ontwerp en ontwikkeling naar implementatie en evaluatie. Daarbij staan niet de systemen en het functioneren ervan centraal, maar vooral het inventariseren van de wensen van gebruikers en daar vervolgens aan voldoen in het gerealiseerde ontwerp en/of systeem. Kenmerkend daarbij is dat afgestudeerden kennis en vaardigheden op technische, sociaal/communicatieve en economisch/organisatorische terreinen kunnen combineren en integreren. Afgestudeerden zijn werkzaam in allerlei sectoren (industrie, ICT, zakelijke dienstverlening, handel, onderwijs, media, overheid) en in verschillende rollen en functies zoals interaction designer, webontwikkelaar, webmanager, informatiemanager, online marketingspecialist, projectmanager of webredacteur.
3.2.1 Doelstelling opleiding
De opleiding Digitale Communicatie bekijkt het veld vanuit 3 invalshoeken. Het gaat altijd om beroepsproducten die iets te maken hebben met Transactie, Samenwerken/Samendelen, (Externe) Communicatie. Daarnaast hebben de fases van systeemontwikkeling een belangrijke rol. Door deze twee elementen te combineren worden blokken onderwijs van 15 ec ingericht. Bij de fase van ontwerp en realisatie speelt het maken van een webwinkel of digitale productie een rol. Vakken als Marketing, E-business, Webdesign, Digital Storytelling spelen een rol. Bij onderzoek en evaluatie zetten we vakken als Evaluatieonderzoek, Webtechnieken en Marketing Communicatie in. Bij implementatie is het adviseren, projectmanagement, verandermanagement van belang.
Binnen alle opdrachten en thema’s benadert de student toepassingen en oplossingen vanuit deze drie invalshoeken om te komen tot een optimaal gebruik van een digitaal systeem. Het gaat erom dat de student goede verandertrajecten op het gebied van digitale/nieuwe media kan begeleiden en uitvoeren. 3.2.2 Uitwerking van beroepsprofiel De afgestudeerde is een professional die bepaalde competenties op een bepaald niveau beheerst. Deze competenties, ook wel eindkwalificaties genoemd, waarmee de studenten afstuderen zijn ontleend aan het landelijk competentieprofiel dat is vastgesteld door de vier opleidingen communicatiesystemen (het landelijk overleg CS-opleidingen LOCS) en hun beroepenveldcommissies. Daarnaast moeten afgestudeerden over algemene competenties op HBO-niveau beschikken (zie paragraaf 3.2.3). Onder competenties verstaan we de geïntegreerde toepassing van kennis, vaardigheden en een adequate beroepshouding binnen de beroepspraktijk. Digitale Communicatie kent naast de algemene lijst HBO-competenties haar eigen lijst met zes hoofdcompetenties, die elk weer onderverdeeld worden in deelcompetenties. Deze competenties zijn ontleend aan alle beroepsproducten die opgeleverd worden bij elke fase van de lifecycle van een systeem. In het eerste jaar moet je alle competenties kunnen uitoefenen in verschillende, relatief simpele contexten en voor simpele producten. In het tweede jaar moet je deze competenties kunnen toepassen in complexere contexten en voor complexe producten. In het derde en vierde jaar pas je deze competenties geheel zelfstandig toe in je stage en afstudeeropdracht, en binnen zeer specifieke complexe situaties. Binnen vier jaar studie is er dus een opbouw in de complexiteit van de opdrachten en de mate van zelfstandigheid. Aangezien Digitale Communicatie een HBO-opleiding is, liggen de vereiste vaardigheden dus niet direct in de sfeer van het operationele gebruik van communicatiesystemen, maar meer in de sfeer van tactisch en strategisch gebruik. Toch kan de afgestudeerde ook operationele ondersteuning bieden bij het maken van producties, van database tot multimedia. Het overzicht van de zes hoofdcompetenties en de bijbehorende deelcompetenties van Digitale Communicatie zijn te
https://www.sharepoint.hu.nl/Onderwijs/Instituten/Instituut%20voor%20Communicat... 13-10-2008
Pages - Hoofdstuk
Page 3 of 9
vinden in paragraaf 3.2.6. . Beroepshouding Naast de competenties is vooral ook de wijze waarop het beroep wordt uitgeoefend van belang. Een afgestudeerde van Digitale Communicatie moet bereid zijn om: • Aandachtig te luisteren; • Problemen te analyseren en op te lossen; • Initiatief te nemen, nieuwe problemen aan te pakken; • Risico's te nemen; • Zich op de hoogte te stellen van ontwikkelingen en deze toe te passen; • Zelfstandig en veilig te werken; • Verschillen tussen mensen te accepteren; • Nauwkeurig te werken; • Verantwoordelijkheid te dragen; • Te informeren.
De afgestudeerde heeft oog en gevoel voor: • Veranderingen en weerstanden daartegen; • (On)ervarenheid van gebruikers; • Menselijke en bestuurlijke verhoudingen; en is verder: • Kritisch ingesteld; • Nieuwsgierig; • Flexibel; • Klantgericht. 3.2.3 Het hbo-niveau van de opleiding Hogeschool Utrecht heeft als doel haar studenten op te leiden voor een functie op hbo-niveau en elke afgestudeerde student dient aan een groot aantal (beroeps)eisen te voldoen die zijn afgeleid van het beroepsprofiel. De eindtermen van de opleiding zijn op haar beurt weer afgeleid van die beroepsvereisten. Een afgestudeerde moet kunnen beschikken over probleemoplossende, communicatieve en sociale, methodische, creatieve, management- en onderzoeksvaardigheden op HBO-niveau. De algemene HBO-competenties zien er als volgt uit: · Brede professionalisering: gericht op het zelfstandig uitvoeren van taken als beginnend beroepsbeoefenaar, het functioneren binnen een arbeidsorganisatie en de verdere professionalisering van de eigen beroepsuitoefening c.q.
https://www.sharepoint.hu.nl/Onderwijs/Instituten/Instituut%20voor%20Communicat... 13-10-2008
Pages - Hoofdstuk
Page 4 of 9
het beroep. · Integratie (multidisciplinair): van kennis, houding, inzichten en vaardigheden vanuit het perspectief van het beroepsmatig handelen. · Toepassing van wetenschappelijke inzichten, theorieën, concepten en onderzoeksresultaten bij vraagstukken waar afgestudeerden in hun beroepsuitoefening mee geconfronteerd worden · Transfer en brede inzetbaarheid: wat betreft toepassing van kennis, inzichten en vaardigheden in uiteenlopende beroepssituaties. · Creativiteit en complexiteit in handelen: vraagstukken in de beroepspraktijk, waarvan het probleem op voorhand niet duidelijk is omschreven en waarop standaardprocedures niet van toepassing zijn. · Probleemgericht werken: zelfstandig definiëren en analyseren van complexe probleemsituaties · Methodisch en reflectief denken en handelen: het stellen van realistische doelen, het planmatig aanpakken van werkzaamheden en het reflecteren op het beroepsmatig handelen, op basis van het verzamelen en analyseren van relevante informatie. · Sociaalcommunicatieve bekwaamheid: het communiceren en samenwerken met anderen en het voldoen aan de eisen die het participeren in een arbeidsorganisatie stelt. · Basiskwalificering voor managementfuncties: het uitvoeren van eenvoudige leidinggevende en management 3.2.4 Didactische uitgangspunten Digitale Communicatie kiest voor een competentiegericht, constructivistisch, opdrachtgestuurd en student-gecentreerd leerplan. We gaan uit van het professionele vermogen van de student om zijn of haar eigen leerdoelen te halen binnen de kaders van projecten binnen en buiten de opleiding. De begeleiding vanuit docenten is gedurende de eerste twee jaar zeer intensief om de student hierop voor te bereiden. De student zal in jaar drie en vier meer zijn of haar eigen studieloopbaan plannen en zelfstandig aan het werk zijn. Nieuwe didactische inzichten vragen van scholen een studentgerichte en geïndividualiseerde aanpak.
Competentiegericht Een afgestudeerde DC’er beschikt over veel competenties. De opleiding en de student zullen er samen voor moeten zorgen dat binnen vier jaar deze competenties ook verworven zijn. Hierbij is sprake van een doorgaande leerlijn van het verwerven van competenties: alle competenties moeten ergens in het curriculum aan bod komen en er dient een opbouw in complexiteit en niveau in zitten, waardoor een startende student na vier jaren een startende professional is geworden. Digitale Communicatie doet dit door uitdagende onderwijsvormen aan te bieden. Binnen projectgroepen zul je vooral van je medestudenten veel leren. Daarna zul je zelf aan je sterke en natuurlijk vooral je minder sterke competenties moeten werken. De ontwikkeling hiervan houdt de student bij in zijn/haar portfolio.
Constructivisme Kennisoverdracht is een achterhaald begrip; je kunt geen kennis overdragen. Daarom maakt de opleiding Digitale Communicatie weinig gebruik van de werkvorm: "wij praten en jij luistert", enkele inleidingen uitgezonderd. Het onderwijs is 'opdrachtgestuurd'; door het uitvoeren van opdrachten maken de studenten zich kennis en vaardigheden eigen en ontwikkelen ze een professionele beroepshouding. Digitale Communicatie baseert haar didactiek op het constructivisme. Het constructivisme gaat van de volgende gezichtspunten uit. Kennis is een dynamisch proces en vormt zich in de geest van mensen als deze interacteren met hun omgeving. Daarbij bepaalt bestaande kennis wat wordt begrepen en foutief begrepen van een nieuwe ervaring. Bovendien gebruikt de student bestaande kennis om nieuwe kennis te construeren (nieuwe kennis die beter overeenkomt met of een verklaring geeft van de ervaring). Om die reden is het belangrijk dat de studieloopbaanbegeleider en de tutoren (docenten) de voorkennis van studenten onderzoeken, voordat ze beginnen met het vormgeven van het onderwijs.
Professionele zelfontwikkeling
https://www.sharepoint.hu.nl/Onderwijs/Instituten/Instituut%20voor%20Communicat... 13-10-2008
Pages - Hoofdstuk
Page 5 of 9
In het onderwijs van Digitale Communicatie staat de student centraal. Deze is zelf verantwoordelijk voor de eigen leeractiviteiten, binnen de kaders die de opleiding daarvoor aangeeft. Dat houdt in dat de studenten hun eigen leerdoelen afzetten tegen de doelen van de cursus en reflecteren op de behaalde resultaten. Die resultaten meten ze met behulp van 'assessments'. Dat zijn tests waarin zij zelf, de projectleden en/of de tutor aangeeft hoe vaardig ze zijn in bijvoorbeeld het houden van een presentatie. De resultaten van die assessments legt de student vast in een 'digitaal portfolio', een soort van logboek van de eigen studieresultaten. Aan het eind van een cursusperiode bespreken de studenten die resultaten met de studieloopbaanbegeleider; ze passen op grond van dat gesprek het POP aan. POP staat voor 'persoonlijk ontwikkelingsplan'. Dat maakt ook deel uit van het digitale portfolio. Het POP levert uitgangspunten op voor persoonlijke leerdoelen en de activiteiten in de volgende cursusperiode. Met enkele assessments testen de studenten hun vooruitgang, bespreken dat weer met de studieloopbaanbegeleider, enzovoorts. Dit proces valt binnen het kader van de cursus SLB. De studieloopbaanbegeleider toetst in deze cursus vooral het 'lerend vermogen' van de student. Dat vermogen ziet de opleiding als een basis voor het kunnen afronden van de totale opleiding binnen vier jaar. Om die reden maakt de cursus deel uit van het examenreglement m.b.t. het bindend studieadvies. Studenten kunnen na het eerste jaar de studie aan de opleiding Digitale Communicatie vervolgen door minimaal 50 ECTS te behalen en een voldoende voor de cursus SLB. In het eerste jaar wordt binnen PZO aandacht besteed aan studieloopbaanbegeleiding (SLB) en RSI-preventie. In het tweede jaar CMD staat naast SLB het creatief porfolio van studenten centraal, en bij CS wordt naast SLB gewerkt aan persoonlijke vaardigheden. In de laatste twee jaar staat binnen SLB de professionele zelfontwikkeling richting de keuze van het toekomstig beroep centraal. 3.2.5 Didactische werkvormen Binnen het instituut werken we met diverse vormen van onderwijs. De nadruk ligt op het competentiegericht leren in de vorm van opdrachtgestuurd onderwijs. Studenten verwerven de benodigde competenties in een context die is ontleend aan de beroepspraktijk. Naast klassikale overdracht, wordt het werken aan projecten, het oplossen van praktijkproblemen en zelfwerkzaamheid met elkaar gecombineerd. In de praktijk moet men immers ook individueel en in groepen goed uit de voeten kunnen. Leren door doen is door de hele opleiding heen een belangrijk uitgangspunt. Digitale communicatie maakt optimaal gebruik van digitale ontwikkelingen. In kleine groepen krijgen studenten intensieve begeleiding van docenten die hun sporen hebben verdiend op het terrein van journalistiek, communicatiemanagement en digitale communicatie. Het ene moment wordt er gewerkt in de televisiestudio aan interviewtraining, het volgende moment worden er webteksten geschreven en natuurlijk wordt er ook veel kennis opgedaan over bijvoorbeeld het medialandschap, communicatie voor een organisatie en digitalisering. 3.2.6 Competenties beginnende beroepsbeoefenaar De opleiding Digitale Communicatie gaat uit van 6 hoofdcompetenties met de bijbehorende deelcompetenties.
1) Probleemsignalering en probleemanalyse: onderzoek De afgestudeerde kan: naar aanleiding van een vraagstuk op het terrein van communicatie en informatievoorziening een toegepast onderzoek ontwerpen, uitvoeren, analyseren en rapporteren: 1.
Kan aan de hand van zoekstrategieën desk research uitvoeren naar thema’s of issues die voor een organisatie of opdrachtgever van belang zijn. De student ordent, analyseert, interpreteert en evalueert vervolgens de bevindingen van desk research en kan op basis daarvan rapporteren.
2.
Kan een opdracht voor het laten uitvoeren van een onderzoek op het terrein van communicatie en informatie formuleren.
3.
Kan een gebruikersonderzoek dan wel een bruikbaarheidsonderzoek opzetten en uitvoeren. Kan hierbij elementaire methoden en technieken van wetenschappelijk onderzoek inzetten ten behoeve van het ontwerp en de uitvoering van een eenvoudig onderzoek. Kan de door onderzoek verzamelde gegevens verwerken, ordenen, analyseren, interpreteren en evalueren.
2) Beleidsontwikkeling: probleemanalyse De afgestudeerde heeft inzicht in communicatieprocessen alsook daaraan gerelateerde beleids- en bedrijfsprocessen en kan deze processen analyseren en modelleren, in een organisatorische context plaatsen en kan voorts aangeven hoe deze processen met behulp van communicatiesystemen binnen een organisatie geoptimaliseerd kunnen worden.
https://www.sharepoint.hu.nl/Onderwijs/Instituten/Instituut%20voor%20Communicat... 13-10-2008
Pages - Hoofdstuk
Page 6 of 9
De afgestudeerde: 1.
Kan de behoefte en ideeën van een opdrachtgever in kaart brengen.
2.
Kan de in het kader van beleids- en bedrijfsprocessen benodigde interne en externe communicatie beschrijven in analyseren.
3.
Kan zelfstandig, of in samenwerking met individuen in de organisatie, een bedrijfsproces analyseren en modelleren alsook de interactie tussen bedrijfsprocessen onderling in kaart brengen.
4.
Kan de positie van een organisatie ten opzichte van haar omgeving taxeren en ontwikkelingen in de omgeving op waarde schatten.
5.
Kan de organisatie analyseren en typeren in termen van strategie, structuur, management en cultuur en het resultaat daarvan betrekken in de analyse van communicatie- en bedrijfsprocessen.
6.
Kan resultaten van een communicatieanalyse en eventuele bedrijfs- en informatieanalyses, zoals genoemd in de bovenstaande drie competenties, verwerken in voorstellen voor innovatie en verbetering van de communicatiesystemen.
7.
Kan de voor het invoeren van een communicatiesysteem benodigde organisatieveranderingen overzien en de daarbij behorende veranderingsanalyse opstellen.
8.
Heeft inzicht in de juridische, ethische, culturele en sociale aspecten van communicatiesystemen zowel binnen een bedrijf als in relatie tot de omgeving.
3) Beleidsontwikkeling: planvorming en planning De afgestudeerde kan binnen een gegeven communicatie- of informatiebeleidskader adviseren met betrekking tot de inzet van communicatiesystemen en daartoe projectplannen opstellen. De afgestudeerde: 1.
Kan beleidsvoornemens analyseren, evalueren en vertalen naar projectplannen rond de inzet van communicatiesystemen.
2.
Kan de doelstellingen van de opdrachtgever afstemmen op de behoeften en verwachtingen van de doelgroep (-en).
3.
Kan een relatie leggen tussen organisatiedoelstellingen en ICT-doelstellingen, zowel op het gebied van ICTmogelijkheden als op organisatorisch vlak.
4.
Kan relevante signalen voor de organisatie systematisch opsporen en interpreteren en er gewicht aan toekennen binnen de gegeven kaders m.b.t. communicatie- en informatiebeleid. Kan de toegevoegde waarde van technologische en bedrijfsmatige ontwikkelingen beoordelen en evalueren.
5.
Kan een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van het informatie- en communicatiebeleid in relatie tot communicatiesystemen. Kan daarbij kwalitatieve en kwantitatieve doelstellingen definiëren vanuit het beleidsperspectief van de organisatie.
6.
Kan, gevraagd of ongevraagd, aan opdrachtgevers en management adviseren over de inzet, uitvoering en productie van communicatiesystemen door presentatie en bespreking van rapporten en (tussen)producten.
7.
Kan in een niet-complexe situatie een communicatieplan opstellen en daarbij rekening houden met verschillende toepassingsgebieden en modaliteiten van communicatie. Kan daarbij meetbare communicatiedoelen formuleren ten behoeve van (een) gedefinieerde doelgroep(-en).
8.
Kan mediakeuze beoordelen en beargumenteert op basis van communicatieve eigenschappen en toepassingsmogelijkheden
9.
Kan een ontwikkelingstraject voor een communicatiesysteem plannen, faseren, coördineren en bewaken en – indien nodig – aanpassen.
10. Kan kwaliteitseisen formuleren m.b.t. een communicatiesysteem en deze valideren.
https://www.sharepoint.hu.nl/Onderwijs/Instituten/Instituut%20voor%20Communicat... 13-10-2008
Pages - Hoofdstuk
Page 7 of 9
11. Kan een kosten/batenafweging maken (dan wel daaraan bijdragen) betreffende een communicatiesysteem. 12. Kan informatiearchitectuur begrijpen en voorstellen formuleren ten behoeve van veranderingen in de informatiearchitectuur. 13. Kan beveiligings- en continuïteitsaspecten rond het gebruik en beheer van communicatiesystemen beoordelen en criteria daartoe opstellen. 4) Beleidsuitvoering: systeemontwikkeling De afgestudeerde kan de behoeften m.b.t. een communicatiesysteem analyseren en uitwerken in een programma van eisen dan wel in een functioneel ontwerp, een gegevensmodel en programmaspecificaties. De afgestudeerde: 1.
Kan een onderzoek uitvoeren naar op de markt verkrijgbare software, requests for proposal opstellen ten behoeve van leveranciers, offertes beoordelen en partijen selecteren om te komen tot de selectie van een gewenst systeem of gewenste software.
2.
Kan op basis van analyse van behoeften en ideeën van de opdrachtgever en uitgaande van voorstellen voor innovatie en verbetering van een communicatiesysteem een concept daarvoor ontwikkelen.
3.
Kan op basis van een analyse van de doelstellingen en doelgroepen bepalen welke inhouden benodigd zijn voor een communicatiesysteem.
4.
Kan doelgroepgerichte digitale boodschappen (content) maken vanuit de doelstellingen van de zender, de beschikbare relevante data en de behoefte van de ontvanger.
5.
Kan relevante data verzamelen, analyseren, controleren en valideren ten behoeve van de te ontwikkelen content.
6.
Kan gegeven content voor een bepaalde toepassing analyseren en deze volgens verschillende gezichtspunten ordenen en hiertoe een content architectuur ontwerpen.
7.
Kan een informatieanalyse uitvoeren, functionele eisen formuleren m.b.t. een communicatiesysteem en kan voor een eenvoudig communicatiesysteem een functioneel ontwerp opstellen.
8.
Kan gegevens en gegevensstromen analyseren en modelleren; kan een database kiezen, opzetten, inrichten en beheren.
9.
Kan de functionele specificaties van een communicatiesysteem vertalen in eisen aan de benodigde ICTinfrastructuur en een gegeven ICT-infrastructuur beoordelen op geschiktheid voor een gegeven applicatie.
10. Kan bij het ontwerp van een communicatiesysteem aangeven wat de consequenties zijn van bepaalde keuzes voor het beheer en de exploitatie ervan en kan beheertaken en verantwoordelijkheden m.b.t. communicatiesystemen beschrijven. 11. Kan de benodigde componenten van een communicatiesysteem bepalen en uitwerken in programmaspecificaties voor de invoer, opslag, uitvoer, presentatie en interactie. 12. Kan softwarecomponenten van een eenvoudig communicatiesysteem ontwerpen, programmeren, documenteren en onderhouden. 13. Kan de kwaliteit van een systeemontwerp of een gerealiseerd communicatiesysteem verifiëren aan de hand van een set van kwaliteitseisen. 14. Kan de kwaliteit van de content in een communicatiesysteem, zoals data, tekst, foto, illustratie, film, video, animatie, 3D, en audio beoordelen.
5) Beleidsuitvoering: interface- en interactieontwerp De afgestudeerde kan methodisch een interface- en interactieontwerp specificeren, beoordelen, ontwerpen of
https://www.sharepoint.hu.nl/Onderwijs/Instituten/Instituut%20voor%20Communicat... 13-10-2008
Pages - Hoofdstuk
Page 8 of 9
aanpassen zowel vanuit gebruikersperspectief als vanuit organisatorisch perspectief. De afgestudeerde kan een interfaceontwerp vormgeven. De afgestudeerde: 1.
Kan (het gebruik van) een methode uit het domein van mens-machine-interactie integreren in het systeemontwikkelingstraject.
2.
Kan een bestaande gebruikersinterface in haar context beoordelen op basis van diverse bruikbaarheidsaspecten.
3.
Kan gebruikers analyseren en kenmerken, wensen en eisen van gebruikers beschrijven en op basis daarvan gebruikers opsplitsen in relevante gebruikersgroepen.
4.
Kan op basis van gebruikersonderzoek resp. bruikbaarheidsonderzoek verbeterpunten voor het interface- en interactieontwerp opstellen.
5.
Kan voor zowel een bestaande als een nieuwe situatie de taken en de taakcontext beschrijven in een taak- en objectanalyse en deze vertalen in (basis) systeemeisen en bruikbaarheidseisen.
6.
Kan cognitief-ergonomische principes integreren in een interface- en interactieontwerp dat aansluit op het mentale model van gebruikers.
7.
Kan de kwaliteit van ontwerpen op basis van vormgevingsaspecten (vorm en kleur) beoordelen en beargumenteren.
8.
Kan vanuit een analyse van doelstellingen en doelgroepen een origineel creatief concept ontwikkelen en dit concept vervolgens uitwerken in een ontwerp.
9.
Kan een creatief concept aan de hand van de analyses en ontwerpprincipes, genoemd in de voorgaande punten, uitwerken in een interface- en interactieontwerp en een prototype, en dit iteratief vervolmaken.
10. Kan doelgericht alle benodigde media (zoals data, tekst, foto, illustratie, film, video, animatie, 3D en audio) produceren en bewerken.
6) Beleidsuitvoering: implementatie De afgestudeerde kan de bouw van een communicatiesysteem begeleiden, gebruikers en andere relevante partijen in de organisatie hierbij betrekken en het systeem in een organisatie implementeren. De afgestudeerde: 1.
Kan veranderingsprocessen rond het gebruik van nieuwe communicatiesystemen initiëren en begeleiden.
2.
Kan draagvlak creëren voor het gebruik van (nieuwe) communicatiesystemen en is in staat weerstanden weg te nemen of te verminderen bij het gebruik ervan.
3.
Kan een implementatieplan opstellen en de implementatie begeleiden.
4.
Kan samenwerken met specialisten en/of materiedeskundigen uit uiteenlopende disciplines binnen de verschillende fasen van het ontwikkelingstraject.
5.
Kan in samenwerking met gebruikers een test- en acceptatietraject ontwikkelen en uitvoeren.
6.
Kan een testplan opstellen, voorbereiden, uitvoeren, analyseren en rapporteren.
7.
Kan een communicatieplan opstellen in het kader van een implementatietraject.
8.
Kan de opleidingsbehoefte rond het gebruik van communicatiesystemen identificeren en beschrijven.
9.
Kan workshops of trainingen ontwikkelen en verzorgen.
10. Kan de gebruikersdocumentatie en hulpmiddelen vervaardigen aan de hand van de gebruikersanalyse. 3.2.7 Horizontale doorstroommogelijkheden
https://www.sharepoint.hu.nl/Onderwijs/Instituten/Instituut%20voor%20Communicat... 13-10-2008
Pages - Hoofdstuk
Page 9 of 9
Studenten die een propedeuse Digitale Communicatie hebben behaald en willen overstappen naar een andere opleiding, kunnen zonder meer instromen in de hoofdfase bij de oleidingen Communicatiesystemen van Inholland, Hanze Hogeschool en de Hogeschool van Arnhem & Nijmegen (HAN). Voor alle andere opleidingen geldt dat er wellicht individuele vrijstellingen verleend kunnen worden door de nieuwe instelling, maar daarover zijn geen aparte afspraken gemaakt tussen Digitale Communicatie en andere instellingen.
. 3.2.8 Vervolgopleidingsmogelijkheden
Masteropleiding De opleiding Digitale Communicatie heeft momenteel nog geen eigen masteropleiding. De behoefte om na de bachelorstudie een masteropleiding te volgen groeit echter sinds de invoering van de internationale bachelor-masterstructuur in Nederland. Om studenten aan te moedigen een masterstudie te volgen en de aansluiting daarop zo optimaal mogelijk te laten zijn, bieden we studenten aan om hun vrije profileringsruimte te vullen met (onderdelen van) een schakelprogramma van een masteropleiding, of cursussen van de masterstudie zelf. Ook is het mogelijk om van je afstudeeropdracht een literatuurstudie te maken zodat je kunt onderzoeken of een academische studie je ligt. Met de masteropleidingen Digitale Cultuur & Nieuwe Media en Content & Knowledge Engineering, beide van de Universiteit Utrecht worden komend jaar onderzocht of premaster-trajecten kunnen worden opgezet opgezet. Studenten Digitale Communicatie die de UU-minor Organisatie en Informatie succesvol afronden, worden zonder verdere eisen toegelaten tot het masterprogramma Business Informatics van de UU: zie http://www.cs.uu.nl/info/studie/minors Afgestudeerden van Digitale Communicatie hebben tot nu toe vaak een van de volgende masterstudies gekozen: · Bedrijfscommunicatie en Digitale Media, Universiteit van Tilburg · Bedrijfswetenschappen, Kennis- en Informatiemanagement, Radboud Universiteit Nijmegen · Beleid, Communicatie & Organisatie, Vrije Universiteit Amsterdam · Business Informatics, Universiteit Utrecht · Business Information Systems, Universiteit van Amsterdam · Communicatiewetenschap, Universiteit van Amsterdam · Content & Knowledge Engineering, Universiteit Utrecht · Digitale Cultuur & Nieuwe Media, Universiteit Utrecht · Information Management, Universiteit van Tilburg
(Post-)HBO cursussen voor alumni De Faculteit Communicatie & Journalistiek biedt ook contractonderwijs aan voor mensen die al in de beroepspraktijk werkzaam zijn en op een of meer deelterreinen willen bijscholen. Deze cursussen worden aangeboden door CCJ, Centrum voor Communicatie & Journalistiek. Het aanbod van CCJ varieert van incompany trainingen, kort- en langlopende cursussen tot masterclasses en workshops. Ook voor de afgestudeerden van Digitale Communicatie biedt CCJ een interessant aanbod. Alle alumni die zich aanmelden op het alumnideel van het intranet of het HU-web (www.hu.nl) worden op de hoogte gehouden van het aanbod.
https://www.sharepoint.hu.nl/Onderwijs/Instituten/Instituut%20voor%20Communicat... 13-10-2008
Pages - Hoofdstuk
Page 1 of 16
Hom e > O nde rwij s > In st it ut en > In st it uut v oor Com m uni cat ie > Digit ale Com m un icat ie > St ud iegid s > St u d ie g i d s ho o f d st u k
4. Inrichting en organisatie opleiding 4.1.1 Opleidingsvarianten
De opleiding Digitale Communicatie is vanaf 2008-2009 alleen in voltijd te volgen. De deeltijd opleiding wordt afgebouwd, Studenten die voor 2008-2009 zijn gestart aan de opleidingen kunnen de opleiding afronden. Voor hen is aparte informatie verkrijgbaar bij de coördinator Deeltijd. Dit hoofdstuk gaat verder in op de voltijdopleiding. Voltijdopleiding De voltijdopleiding is een onderwijsvariant waarbij studenten geacht worden 40 uur per week beschikbaar te zijn voor het onderwijs. De meeste studenten die deze variant kiezen zijn rechtstreeks van de middelbare school of een middelbare beroepsopleiding afkomstig. 4.1.3 Verkorte opleidingsroutes Studenten die menen in aanmerking te komen voor een individueel verkort traject of voor bepaalde vrijstellingen dienen dit voor te leggen aan de examencommissie. Meer informatie hierover staat in artikel 30a van de OER. 4.1.5 Lesdagen en –tijden Lesdagen In een week worden lessen in principe geroosterd van maandag t/m vrijdag van 8.30 – 17.30 uur
Lestijden Alle cursussen in het binnenschools curriculum worden in principe geroosterd in eenheden van 120 minuten. Voor het volgen van lessen dient men op tijd in het lokaal aanwezig te zijn. Eventuele laatkomers hoeven niet tot het college te worden toegelaten. Voor de opleiding gelden in principe de volgende lestijden. Tabel lestijden: lesuur begintijd 08.30 uur 1 10.30 uur 2 Pauze 13.30 uur 3 15.30 uur 4 4.1.6 Uitval van lessen
eindtijd 10.30 uur 12.30 uur 15.30 uur 17.30 uur
Afwezigheid docenten De opleiding streeft ernaar om in geval van ziekte of afwezigheid om een andere reden van een docent, ervoor te zorgen dat lessen zoveel mogelijk doorgang kunnen vinden. Indien een college uitvalt, worden studenten hiervan op de hoogte gesteld via de publicatieborden en via Sharepoint. De docent overlegt uiterlijk bij terugkeer met de groep hoe de stof van de uitgevallen lessen wordt ingehaald. Afwezigheid studenten Indien een student afwezig is geldt de volgende regel: bij cursussen met een aanwezigheidsplicht dien je je ziek te melden bij de desbetreffende docent en bij langdurige ziekte geef je de ziekmelding door aan je studieloopbaanbegeleider. Wanneer studievertraging dreigt, dien je tevens contact op te nemen met de studentendecaan (zie par. 2.2). 4.1.7 Studieloopbaanbegeleiding Elke student krijgt bij aanvang van de studie een studieloopbaanbegeleider (slb’er) toegewezen. De studieloopbaanbegeleider, een docent van de opleiding, is het eerste aanspreekpunt tijdens de studie. Het studieonderdeel dat hierbij hoort heet ‘studieloopbaanbegeleiding’ (SLB). Gedurende vier jaar vormt het een rode draad in het onderwijsprogramma.
https://www.sharepoint.hu.nl/Onderwijs/Instituten/Instituut%20voor%20Communicat... 13-10-2008
Pages - Hoofdstuk
Page 2 of 16
Doel van studieloopbaanontwikkeling is dat de student: ·
Reflecteert op de persoonlijke ontwikkeling in relatie tot de beroepscompetenties.
·
Optimale studie- en beroepskeuzen maakt op basis van de reflecties (zelfsturing).
De begeleiding vindt plaats door middel van individuele gesprekken met de studieloopbaanbegeleider, groepsbijeenkomsten en SLB opdrachten. Naarmate de studie vordert, zal de intensiteit van de studieloopbaanbegeleiding geleidelijk verminderen. Centraal staan de keuzen die een student steeds maakt. In de propedeuse gaat de student na of hij/zij geschikt is voor de opleiding en het beroep. tweede studiejaar maakt de student een aantal keuzen voor mogelijke specialisaties en vult hij/zij de profileringruimte in. Vervolgens gaat in het tweede jaar de student na of hij/zij stagebekwaam is. Ten slotte werkt de student in het derde en vierde studiejaar aan zijn/haar startbekwaamheid: de student zorgt ervoor dat hij/zij klaar is voor de arbeidsmarkt.
De gesprekken die de student met de studieloopbaanbegeleider voert, zijn gebaseerd op de ervaringen die hij/zij heeft opgedaan binnen en buiten de opleiding. In deze gesprekken leert de student verbanden te leggen tussen de verschillende ervaringen. Gaandeweg krijgt de student een beeld van wat hij/zij met de opleiding wilt en welke rol de student binnen het beroepenveld zou willen spelen. Daaruit trekt de student conclusies en formuleert vervolgens leerdoelen en een daarbij behorend plan van aanpak, een zogenaamd persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) en een studieplan (SP). Deze documenten neemt de student samen met de SLB opdrachten en beroepsproducten op in het portfolio. Het portfolio speelt ook bij het examen een rol.
In elke fase van de opleiding is studieloopbaanbegeleiding (SLB) terug te vinden; soms als zelfstandig onderdeel, soms als onderdeel van andere cursussen. In het eerste jaar is het tonen van voldoende progressie bij SLB (en dus het behalen van een voldoende) een voorwaarde voor het vervolgen van de studie. Indien een onvoldoende wordt gehaald voor PZO in het eerste jaar krijgt een student automatisch een bindend negatief studieadvies (BNS). De studieloopbaanbegeleider speelt ook een belangrijke rol indien een student studievertraging dreigt op te lopen die van invloed kan zijn op de toelating tot de hoofdfase. Zie hiervoor ook artikel 13a en 14 van de OER in deze studiegids. In de hoofdfase vervult de studieloopbaanbegeleider behalve als coach ook een rol bij de goedkeuring van de invulling van de vrije profileringsruimte. 4.1.8 Registratie studievoortgang Van iedere ingeschreven student worden de behaalde studieresultaten geregistreerd in het digitale studievoortgangsysteem van de HU: OSIRIS. Zie ook par. 2.12.4. De studievoortgang wordt uitgedrukt in EC. Voor elke cursus waarvan de eindbeoordeling voldoende is, worden de bijbehorende EC toegekend. Zie ook par. 6.3.6. Via OSIRIS kunnen studenten te allen tijde zelf hun studievoortgang bekijken. Aan het einde van elk studiejaar wordt de studievoortgang van iedere student door de examencommissie vastgesteld. Aan tempobeurs-studenten (studenten die vóór 1 september 1996 voor het eerst studiefinanciering ontvingen) wordt aan het begin van het studiejaar meegedeeld welke gegevens op grond van de Wet Studiefinanciering aan IBG zijn verstrekt. De opleiding neemt contact op met die studenten die een beduidende achterstand oplopen bij het behalen van de EC. In overleg met de student wordt dan bekeken welke factoren de achterstand veroorzaken en of (en hoe) daar iets aan gedaan kan worden. Van de student wordt verwacht dat deze bij studieachterstand initiatief neemt tot contact met de studieloopbaanbegeleider (zie par. 4.1.7 studentendecaan (zie par. 2.2). 4.1.9 Intro- en begeleidingsdagen, excursies, etc. Bij Digitale Communicatie is deelname aan de introweek verplicht. Daarnaast vinden bij bepaalde modules regelmatig excursies plaats naar congressen of organisaties uit de beroepspraktijk. Deze excursies worden bij aanvang van de module bekend gemaakt. Zie ook art. 25 OER-HU. Bovengenoemde excursies, werkweken e.d. maken onderdeel uit van het onderwijsprogramma van de opleiding. Deelname is daarom verplicht. Studenten die door overmacht en/of persoonlijke omstandigheden (waaronder financiële problemen) niet kunnen deelnemen aan excursies, werkweken, trainingen en begeleidingsdagen kunnen in aanmerking komen voor een vervangende opdracht. Daartoe kun je een verzoek indienen bij de examencommissie (zie par. 1.3.4). Zie ook par. 10.2 faculteitsOER artikel 25. 4.1.10 Studiekosten en eigen bijdragen De volgende kosten zijn verbonden met het onderwijs:
https://www.sharepoint.hu.nl/Onderwijs/Instituten/Instituut%20voor%20Communicat... 13-10-2008
Pages - Hoofdstuk
Page 3 of 16
Collegegeld Voor het studiejaar 2008-2009 gelden de volgende collegegelden: Het wettelijk collegegeld bedraagt € 1.565,- voor voltijdstudenten die daadwerkelijk studiefinanciering ontvangen en aan het begin van het studiejaar nog minstens 12 maanden studiefinanciering over hebben. Het door Hogeschool Utrecht vastgestelde collegegeld bedraagt: ·
€ 1.565,- voor voltijdstudenten die geen studiefinanciering ontvangen of aan het begin van het studiejaar minder dan 12 maanden studiefinanciering over hebben;
·
€ 1.565,- voor duale studenten;
·
€ 1.105,- voor deeltijdstudenten.
Voor niet-EER studenten (behalve studenten met een erkende vluchtelingenstatus / UAF) bedraagt het collegegeld bij de eerste inschrijving voor een voltijdse of duale opleiding € 5.200,- en voor een deeltijdse opleiding € 3.670,-. Het door Hogeschool Utrecht vastgestelde examengeld voor extraneï bedraagt € 1.538,-. Deze inschrijvingsvorm is mogelijk voor studenten die alleen tentamens afleggen en geen begeleiding of ondersteuning nodig hebben.
Kosten voor boeken en leermiddelen De kosten voor boeken en leermiddelen betreffen ongeveer tussen de € 400 en €850 per leerjaar. Dit is een ruwe schatting van de kosten.
Overige kosten Het wordt studenten sterk aangeraden een laptop aan te schaffen. Op de faculteit is een draadloos netwerk aanwezig.
Financiële tegemoetkoming Studenten die wegens aantoonbare financiële redenen de kosten van bepaalde onderwijsvoorzieningen niet kunnen dragen, kunnen in aanmerking komen voor een financiële tegemoetkoming. Daarvoor moet een verzoek worden ingediend bij de instituutsdirectie.
4.2 Inrichting propedeuse De propedeutische fase heeft drie functies: Oriëntatie De student oriënteert zich op de beroepsuitoefening in het brede werkterrein van de opleiding en oriënteert zich op de opleiding en de vaardigheden die nodig zijn om de opleiding te volgen. Daarnaast is er aandacht voor persoonlijke ontwikkeling en motivatie om de studie te volgen. Selectie In de loop van het jaar bepaalt de student samen met de opleiding of de juiste keuze is gemaakt. De student ontvangt hierover een schriftelijk advies van de opleiding. Bij een negatief advies mag de student de opleiding aan Hogeschool Utrecht niet voortzetten. verder par. 4.2.4. Verwijzing Wil of moet de student de opleiding verlaten dan wordt hij desgewenst geholpen bij het vinden van een meer geschikte opleiding
https://www.sharepoint.hu.nl/Onderwijs/Instituten/Instituut%20voor%20Communicat... 13-10-2008
Pages - Hoofdstuk
Page 4 of 16
4.2.2 Studieprogramma propedeuse
Zie voor korte informatie over het studieprogramma van de propedeuse paragraaf 4.1.4. Een gedetailleerd overzicht en beschrijvingen van de cursussen staat in OSIRIS (www.osiris.hu.nl). Een lesperiode kent gemiddeld vier cursussen, die elk horen bij een onderdeel van de driehoek en algemene beroepscompetenties. Elke periode zijn studenten minstens 15 uur op school. Deze 15 uur worden verdeeld over vier dagen. Studieloopbaanbegeleiding (SLB) is een cursus die het hele jaar door loopt. De Ec voor SLB ontvang je pas aan het einde van het eerste jaar, indien je het hele jaar door aan de verplichtingen hebt voldaan en voldoende progressie hebt getoond. Voor alle cursussen in het eerste jaar geldt een 80% aanwezigheidsverplichting en verwachten wij een proactieve en professionele houding betreffende werkafspraken en aanwezigheid. Elke cursus heeft een cursuscoördinator die verantwoordelijk is voor de onderlinge afstemming tussen docenten, studenten- en docentenhandleidingen, wijzigingen in het programma en de totstandkoming van de tentamens, opdrachten en herkansingen. Op de cursuspagina op het intranet is aan het begin van elke cursusperiode te vinden wie de cursuscoördinator van de betreffende cursus is. Bij deze cursuscoördinator kun je ook inhoudelijke inlichtingen inwinnen als je denkt in aanmerking te komen voor een vrijstelling van een cursus (zie hiervoor ook de paragraaf over vrijstellingen aan het einde van dit hoofdstuk).
Cursuscode JDC-WEBD.1V-08 JDC-MKEB.1V-08 JDC-WEBT1.1V-08 JDC-EVAL.1V-08 JDC-MKCM.1V-08 JDC-WEBT2.1V-08 JDC-MWIJS.1V-08 JDC-DIGST.1V-08 JDC-BASVA.1V-08 JDC-SYS1.1V-08 JDC-SYS2.1V-08 JDC-BERVA.1V-08 JDC-SLB.1V-08
cursusnaam blok Webdesign Marketing en E-business Webtechnieken 1 Evaluatieonderzoek* Marketingcommunicatie Webtechnieken 2 (Cross)Mediawijsheid Digital storytelling Basisvaardigheden Systeemontwikkeling 1 Systeemontwikkeling 2 Beroepsvaardigheden** Studieloopbaanbegeleiding***
ects 1 1 1 2 2 2 3 3 3 4 4 4 4
5 5 4 5 5 5 5 5 5 5 5 4 2
4.2.3 Instroom en toelating propedeuse Voor studenten met een MBO-diploma (niveau 4) gelden geen toelatingseisen. Voor studenten die het studiehuis hebben gevolgd geldt het volgende: zie OER Inschrijvingsvoorwaarden zijn te vinden in par. 1.3.3. Voor informatie over verkorte opleidingsroutes zie par. 4.1.3. Voor studenten met een buitenlands diploma is meer informatie te vinden in de OER artikel 7 4.2.4 Studieadvies
De volledige regeling staat in artikel 13, 13a en 13b van de opleidings OER (10.1)
De examencommissie kan bij het afgeven van een studieadvies rekening houden met bijzondere omstandigheden, zie onder Opgeschort advies wegens bijzondere omstandigheden.
https://www.sharepoint.hu.nl/Onderwijs/Instituten/Instituut%20voor%20Communicat... 13-10-2008
Pages - Hoofdstuk
Page 5 of 16
Een negatief studieadvies bevat tenminste de gronden waarop de afwijzing is gebaseerd, de eventuele duur van de afwijzing, een verwijzingsadvies en de mogelijkheden van beroep voor de student. Het studieadvies wordt ondertekend door of namens de examencommissie, en wordt binnen een week na ondertekening aangetekend aan de student verzonden of persoonlijk uitgereikt. De examencommissie kan aan een advies een afwijzing verbinden (dit is het Bindend Negatief Studie Advies). Een student aan wie een dergelijk advies is gegeven kan niet meer bij deze opleiding als student of extraneus worden ingeschreven. De examencommissie kan aan de afwijzing wel een termijn verbinden en/of besluiten dat de afwijzing zich ook uitstrekt tot opleidingen met hetzelfde propedeutisch examen. De examencommissie stelt de student in de gelegenheid te worden gehoord voordat wordt besloten om een negatief studieadvies af te geven. Tegen een negatief advies kan de student bezwaar aantekenen bij de examencommissie en/of beroep aantekenen bij het College van Beroep HU (zie hoofdstuk 7). De examencommissie kan bij het uitbrengen van het studieadvies rekening houden met studievertraging die het gevolg is van persoonlijke omstandigheden van de student. Het betreft uitsluitend de volgende omstandigheden: •
ziekte;
•
lichamelijke, zintuiglijke of andere functiestoornis;
•
zwangerschap;
•
•
bijzondere familieomstandigheden, waaronder tevens die van degene met wie de student samenwoont of een LAT relatie onderhoudt; het lidmaatschap van een medezeggenschapsraad of een opleidingscommissie;
•
andere omstandigheden waarin de aanvrager activiteiten ontplooit in het kader van de organisatie en het bestuur van (een onderdeel van) Hogeschool Utrecht, ter beoordeling door de faculteitsdirectie;
•
het lidmaatschap van het bestuur van een door het College van Bestuur krachtens de Steunfondsregeling HU erkende studentenorganisatie of een daarmee vergelijkbare organisatie van enige omvang;
•
andere situaties waarin de student door overmacht niet heeft kunnen deelnemen aan tentamens dan wel het onderwijs, ter beoordeling door de examencommissie.
Zie voor de volledige procedure artikel 13, 13a en 13b van de OpleidingsOER, die in paragraaf 10.1 van deze studiegids is opgenomen.
4.3.1 Algemeen De hoofdfase is de studieperiode na de propedeuse tot en met de diplomering. In het tweede jaar kies je voor een van de drie afstudeerrichtingen en ga je je verdiepen in de specifieke vakinhoudelijke kant van die afstudeerrichting. Tegelijkertijd leer je in verschillende rollen en functies deel te nemen aan projecten en lever je complexere beroepsopdrachten op dan in het eerste jaar. Vanaf het tweede jaar word je getoetst op het kunnen realiseren van werkelijke beroepsopdrachten (cases of via echte externe opdrachtgevers) op basis van verworven kennis, theorie en vaardigheden. Het derde en vierde jaar vormen de fase van professionalisering en bestaan uit een half jaar verplicht onderwijs, vrije profileringsruimte stage en afstuderen. In par. 4.3.5 is meer informatie over de vrije profileringsruimte te vinden. Deze paragraaf gaat voornamelijk in op het verplichte onderwijs in jaar 2, 3 en 4, stage en afstuderen.
https://www.sharepoint.hu.nl/Onderwijs/Instituten/Instituut%20voor%20Communicat... 13-10-2008
Pages - Hoofdstuk
Page 6 of 16
Achtergrond onderwijs in jaar 2 In jaar 2 start je met de afstudeerrichting die je aan het einde van de propedeuse hebt gekozen: Communication & Multimedia Design (CMD), Communicatiesystemen (CS) of Informatiemanagement (IM). Het onderwijs is net als in het eerste jaar competentiegericht en opdrachtgestuurd. De beroepsopdrachten waar je mee te maken krijgt zijn complexer dan bijvoorbeeld die van Systeemontwikkeling in jaar 1, en er wordt ook meer verwacht ten aanzien van zelfstandig werken, reflectie op handelen en je abstractievermogen. Het onderwijs bestaat bij CMD uit een aantal verplichte cursussen die je gevolgd moet hebben om in periode 3 en 4 aan een groot project in DMO en DMR te werken. Indien je hebt gekozen voor CS of IM volg je in het tweede jaar gezamenlijk onderwijs. Studenten die IM hebben gekozen hebben een aparte route in de laatste twee jaar van hun studie. In het tweede jaar CS/IM wordt in elke periode aan twee cases gewerkt met daarbij horend flankerend onderwijs.
Achtergrond verplicht onderwijs in jaar 3 en 4 Het onderwijs in jaar 3 en 4 heeft als kenmerk dat je binnen een bepaald pakket keuzes maakt die aansluiten bij je eigen interesses en talenten, en die aansluiten bij functies en inhoudsgebieden die momenteel actueel zijn in de beroepspraktijk. Het onderwijs bestaat uit een zogenaamd verplicht deel, een geheel vrij deel (de vrije profileringsruimte) en stage en afstuderen. Het verplichte deel wordt vanwege de ontwikkelingen in het vakgebied regelmatig aangepast, waardoor het voor de verschillende lichtingen er anders uitziet. het onderwijs er voor de verschillende lichtingen precies uitziet, is in par. 4.3.2 te zien. Hieronder een kort overzichtje voor alle lichtingen vanaf 2000 (vanaf 2000 bestaat het verplichte onderwijs in jaar 3 en 4 uit vakinhouden waar je zelf een pakket van samenstelt): •
Voor de lichtingen 2000-2002 bestaat het verplichte onderwijs uit een keuze uit het thema-onderwijs en de cursussen TSEI en Acquisitie.
•
Voor de lichting 2003 bestaat het verplichte onderwijs uit twee rolcursussen en twee domeincursussen, en PZO.
•
Vanaf lichting 2004 bestaat het verplichte onderwijs uit twee rolcursussen en twee domeincursussen, SEAI en SLB.
Persoonlijke studieroutes Een belangrijk verschil tussen het onderwijs in het derde en vierde jaar enerzijds en de voorgaande jaren anderzijds, is dat jij voor een groot deel bepaalt wat je wilt leren. De cursussen worden niet meer voorgeschreven in een verplicht programma, maar jij stelt je eigen programma op in de vorm van een persoonlijke studieroute. Om zelf een programma op te kunnen stellen moet je natuurlijk goed nadenken over waar jij heen wilt met deze studie. Hoe zo’n persoonlijke studieroute er voor jou uit kan komen te zien kun je lezen in de paragrafen die hierop volgen.
Studieloopbaanbegeleiding Net als in jaar 1 en 2 krijg je in het derde en vierde jaar met een studieloopbaanbegeleider te maken. De studieloopbaanbegeleiding in jaar 3 en 4 heeft de volgende aspecten in zich: •
Begeleiding bij het samenstellen van je persoonlijke studieroute. Je studieloopbaanbegeleider ondersteunt bij het samenstellen en actualiseren van de door jou gekozen studieroute. Je kunt met de studieloopbaanbegeleider bespreken welke cursussen goed bij je passen met het oog op de door jouw gewenste arbeidssituatie of vervolgstudie. Ook de keuze van je stage- en afstudeerplek ligt in je eigen handen en ook dit kun je bespreken met je studieloopbaanbegeleider.
•
Begeleiding bij het werken als een professional. In jaar 3 en 4 zul je bij het doen van projecten, stage en afstuderen te maken krijgen met externe organisaties. Het werken aan je professionele vaardigheden en een juiste houding blijft dan ook een belangrijk aandachtspunt in jaar 3 en 4.
•
Bewaken studievoortgang. Tenslotte dien je ieder half jaar (behalve als je op afstuderen bent) verplicht een afspraak met je studieloopbaanbegeleider te maken om je studievoortgang door te spreken.
https://www.sharepoint.hu.nl/Onderwijs/Instituten/Instituut%20voor%20Communicat... 13-10-2008
Pages - Hoofdstuk
Page 7 of 16
Studenten vanaf lichting 2003 krijgen ook EC voor studieloopbaanbegeleiding in de vorm van een cursus SLB (voor lichting 2003 nog PZO geheten). Je maakt voor de cursus SLB een studieplan waarin wordt vastgelegd aan welke competenties je wilt gaan werken in jaar 3 en 4, welke cursussen daarbij passen en wanneer je die gaat volgen. Ook leg je met je studieloopbaanbegeleider vast welke professionele vaardigheden verdieping behoeven. De EC voor SLB worden door de studieloopbaanbegeleider toegekend indien je minimaal 3 maal met je studieloopbaanbegeleider het studieplan hebt besproken en indien nodig aangepast. De gesprekken met de studieloopbaanbegeleider vinden plaats aan het begin van jaar 3 (periode 1), aan het einde van jaar 3 (periode 4) en het begin van jaar 4 (periode 1). Elke student dient deze gesprekken zelf te plannen met de studieloopbaanbegeleider. Je kunt niet aan je afstudeerstage beginnen indien je deze 2 EC nog niet hebt behaald. Sociaal-ethische aspecten In het verplichte onderwijs in jaar 3 en 4 wordt expliciet aandacht besteed aan sociaal-ethische aspecten van informatisering. Hoewel hieraan ook al aandacht wordt besteed in de eerste twee jaren, worden allerlei ethische kwesties op een heel andere manier zichtbaar tijdens het uitvoeren van complexe opdrachten tijdens de stage, NDD-projecten en de afstudeerstage. In een korte cursus wordt daarom hier expliciet nog eens aandacht aan besteed, gerelateerd aan je concrete ervaringen in en met de beroepspraktijk. Nieuwe Dingen Doen (NDD) Nieuwe Dingen Doen is het ICT-innovatiecentrum van de opleiding Digitale Communicatie, dat volledig gerund wordt door studenten en docenten van Digitale Communicatie. Binnen NDD werken studenten in multidisciplinair samengestelde teams aan een opdracht voor een externe opdrachtgever. Elke student vanaf lichting 2003 wordt voor minimaal 10 EC gedetacheerd bij NDD. Bij lichtingen van voor 2003 verschilt de omvang van de detachering per student. Elk project heeft op de achtergrond een docent in de rol van procesbegeleider, maar het projectteam is in principe zelf geheel verantwoordelijk voor de uitvoering van de opdracht. Elk team heeft daarom ook een student-projectleider. Andere docenten kunnen desgewenst geconsulteerd worden voor inhoudelijk advies. De opdrachten die binnen je NDD-periode worden uitgevoerd moeten passen bij de rol- en domeincursussen die je hebt gekozen. Dus waar je bij de cursussen de keuzevrijheid hebt ,word je bij NDD nog meer aangesproken op je zelfstandigheid als junior professional: je werkt zelfstandig aan een opdracht, stemt af met je collegateamleden, bepaalt in grote mate je eigen leerdoelen, en legt verantwoordelijkheid af aan de klant. We streven ernaar om bij NDD name innovatieve leerwerk-opdrachten uit te voeren. NDD kent als organisatie een algemeen coördinator en een accountmanager, die beiden afkomstig zijn uit het docententeam van Digitale Communicatie. Daarnaast werken studenten als medewerker bij NDD zelf op het gebied van interne en externe communicatie, systeembeheer, productontwikkeling en onderwijskundig concept. Indien je medewerker bij NDD wilt worden (minimaal een halfjaar), neem dan even contact op met de algemeen coördinator van NDD, Gérard van Elsen. Als medewerker van NDD wordt je beloond met EC. Voor meer informatie over NDD en de uitgevoerde projecten, zie www.nieuwedingendoen.nl.
Contactpersoon NDD: Gérard van Elsen Kamer 2B120 of 0F100 030 – 219 33 56
[email protected]
De projectmethode In het verplichte onderwijs in jaar 3 en 4 wordt gewerkt met twee verschillende methodes. De eerste is de projectmanagementmethode Prince 2, en de andere is de onderwijskundige projectmethode “Silkstone”. Met Prince 2 willen we zo dicht mogelijk op de praktijk aansluiten. Prince 2 wordt veel gebruikt in de praktijk en dat is ook meteen de reden waarom de opleiding Digitale Communicatie besloten heeft hier ook voor te kiezen. Naast Prince 2 is het van belang om het onderwijskundige aspect niet uit het oog te verliezen. Je doet geen projecten om winst te maken, maar om er wat van te leren. Het stellen van leerdoelen, reflecteren op je gedane werk en evalueren of je op voldoende niveau wat geleerd hebt zijn essentiële onderdelen van de Silkstonemethode. 4.3.2 Studieprogramma hoofdfase
https://www.sharepoint.hu.nl/Onderwijs/Instituten/Instituut%20voor%20Communicat... 13-10-2008
Pages - Hoofdstuk
Page 8 of 16
Zie voor korte informatie over het totale studieprogramma van de hoofdfase paragraaf 4.1.2 en 4.1.4. Een gedetailleerd overzicht en beschrijvingen van de cursussen vind je in OSIRIS (www.osiris.hu.nl). Jaar 2 In het tweede studiejaar volgen alle studenten een verplicht onderwijsprogramma in een vaste volgorde. In onderstaand schema een overzicht welke cursussen wanneer gevolgd moeten worden. De cursussen zijn afgekort weergeven (middelste deel Osiriscode, zie ook par. 4.1.4). CMD: Periode 1 FNC VRM OD1 BV1 PZO
Periode 2 INH CON TCO BV1 PZO
Periode 3 DMO TCR BV2 PZO
Periode 4 DMR OD2 BV2 slb VRM2
Periode 2 CFO CTO OOI OOII IKM SLB
Periode 3 CI CE VMI SEL UO SLB
Periode 4 COV CAV BA MKC ADV SLB
CS/IM: Periode 1 CDG CPD SOP COM RAD SLB
In het tweede studiejaar worden geen schriftelijke tentamens afgenomen. Alle toetsen bestaan uit tussenopdrachten en eindopdrachten die individueel en in groepen worden gemaakt. Deze opdrachten bestaan merendeels uit het opleveren van zogenaamde beroepsproducten zoals een implementatieplan, een offerte, een pakkettraining, een multimediaproductie, een vooronderzoek, een usability onderzoek, et cetera. Bij elk beroepsproduct werk je aan een mix van bepaalde beroepscompetenties (zie paragraaf 3.2.6), waardoor je aan het einde van jaar 2 alle relevante beroepscompetenties die horen bij de afstudeerrichting, op het niveau van een startende HBO-professional beheerst. In de laatste twee jaar van de studie verdiep je je verder in competenties naar eigen keuze.
Jaar 3 en 4 Deze paragraaf geeft een overzicht van de programma’s voor de verschillende lichtingen waarin de student is begonnen aan het binnenschools curriculum van de laatste twee jaar van de hoofdfase.
Programma lichting 2003 en 2004 Het verplichte deel bestaande uit: Domeindeel Roldeel
10 EC
Projectdeel
10 EC
Vrije profileringsruimte Stage
10 EC
30 EC 28 EC
https://www.sharepoint.hu.nl/Onderwijs/Instituten/Instituut%20voor%20Communicat... 13-10-2008
Pages - Hoofdstuk
Afstuderen
Page 9 of 16
28 EC (vanaf lichting 2004) (30 ec voor lichting 2003)
SLB
2 EC (PZO genaamd voor lichting 2003)
SEAI
2 EC (vanaf lichting 2004)
Voor een groot deel kun je zelf plannen wanneer je wat doet. Het enige dat je niet zelf mag plannen is je stage, een deel van SLB en het afstuderen. Deze worden voor je gepland. Daarnaast is er nog de beperking dat HU-minoren alleen in de eerste helft van het studiejaar worden aangeboden, en dat vanaf lichting 2004 een minor gevolgd dient te worden in het vierde studiejaar. Ook geldt voor alle studenten dat hun stage- en afstudeeropdracht moeten passen bij de door hen gekozen afstudeerrichting. Voor studenten die afstudeerrichting IM hebben gekozen, geldt dat zij hun profileringsruimte in moeten vullen met de HU-minor Masterclass Business en IT Alignment) of de semestercursus Management Informatie Systemen van de opleiding Information Engineering, willen zij in aanmerking komen voor een aantekening IM bij hun diploma. Indien de profileringsruimte anders wordt ingevuld, zal op het diplomasupplement CS als afstudeerrichting vermeld worden.
Verplicht onderwijs: rol en domein Domeindeel – 10 EC In het verplichte onderwijs kies je een bepaald domein waarin je later kunt gaan werken. Ieder domein bestaat uit twee cursussen van ieder 5 EC, die na elkaar gevolgd worden. Je kunt kiezen uit de volgende domeinen: E-learning, E-publishing en Emarketingcommunicatie.
E-Learning
E-learning richt zich op leren via een digitale weg. Veel bedrijven stappen tegenwoordig af van de traditionele trainingen en opleidingen naar online of andere digitale vormen van onderwijs welke 24 uur per dag aan medewerkers wordt aangeboden en wat iedere medewerker in zijn eigen tijd kan doen. Daarnaast is ook het onderwijs actief bezig om e-learning meer te integreren in het bestaande onderwijs.
(richt zich op studenten CMD) Cursussen die hier bij horen zijn: ·
E-Publishing
E-Learning trends
· Digitaal lesmateriaal ontwikkelen Deze cursussen bereiden je voor op een baan in de mediasector. Sinds zo’n tien jaar (opkomst van het Internet, digitalisering van informatie) is de media- en uitgeverijsector in een dynamische periode terechtgekomen. De wijze waarop mediaorganisaties werken, en de manier waarop mediaorganisaties denken over het publiek maken van informatie zal de komende tijd nog drastisch veranderen. Deze cursussen bereiden je voor op deze veranderende sector.
Cursussen die hier bij horen zijn: ·
E-Marketingcommunicatie
E-publishing trends
· Publieksparticipatie en communities E-marketingcommunicatie richt zich op marketing, gedrag van consumenten, markten, doelgroepen etc. Hoe kun je succesvol communiceren vanuit een commercieel oogpunt en welke partijen zijn er bij betrokken; wat speelt een rol bij de keuze voor een medium en wat is ebranding; allemaal vragen die in deze cursussen beantwoord gaan worden. Cursussen die hier bij horen zijn:
https://www.sharepoint.hu.nl/Onderwijs/Instituten/Instituut%20voor%20Communicat... 13-10-2008
Pages - Hoofdstuk
Page 10 of 16
·
Marketing communicatie 1
·
Marketing communicatie 2
Roldeel – 10 EC Naast een domein kiest elke student een rol . Ook een rol bestaat uit twee cursussen van ieder 5 EC, die na elkaar gevolgd worden. Je kunt kiezen uit de volgende rollen:
Ontwikkelaar
Als ontwikkelaar zul je leren object georiënteerd te programmeren en geavanceerde webapplicaties te bouwen. Cursussen die hier bij horen zijn: ·
·
Consultant
Webprogrammeren 1 Webprogrammeren 2
Als consultant zul je leren te onderzoeken, te adviseren en beleidsmatig te denken Cursussen die hier bij horen zijn: ·
Basisprincipes van het adviseren
(richt zich op studenten CS/IM) Designer
· Combinatie van de adviesrollen Als Designer leer je jezelf te verdiepen in de psychologie van de gebruiker, interactie strategieën en dan met name gericht op 3D toepassingen en innovatieve toepassingen. Cursussen die hier bij horen zijn:
(richt zich op studenten CMD) ·
Content creator
Human Computer Interaction
· Virtuele werelden en game design Als Content creator leer je content te ontwikkelen. Je leert artikelen te produceren in de redactie van een digitaal tijdschrift. Daarnaast leer je meer over het toepassen van beeld en geluid in je communicatie. Kortom, als content creator bereid je je voor op het maken van crossmedia en multimedia content. Cursussen die hier bij horen zijn: ·
Productie van webcontent
·
Multimediale taalvaardigheid
Projectdeel – 10 EC Tenslotte dien je voor 10 EC binnen onze projectorganisatie Nieuwe Dingen Doen te werken. Je zult hier aan projecten werken voor echte opdrachtgevers. Afhankelijk van je voorkeur, de door jou gekozen cursussen en jouw kennis en ervaring zul je ingedeeld worden op projecten. Bij het werken aan projecten binnen NDD kun je ook nog kiezen voor de rol Projectleider (zo lang er natuurlijk openstaande vacatures zijn). Je zult dan extra begeleid en aangestuurd worden vanuit NDD op je functioneren als projectleider (volgens de Prince 2 projectmanagementmethode).
Programma lichting 2000-2002
https://www.sharepoint.hu.nl/Onderwijs/Instituten/Instituut%20voor%20Communicat... 13-10-2008
Pages - Hoofdstuk
Page 11 of 16
Voor deze lichtingen bestaat het derde en vierde jaar uit themaonderwijs. De lichting 2002 dient verplicht een pakket van cursussen en projecten te kiezen van 30 EC dat recht geeft op een thema-aantekening. Naast de stage en het afstuderen voor samen 60 EC houdt je dan nog 30 EC over aan een vrije profileringsruimte. Deze profileringsruimte kun je opvullen met: ·
een selectie van cursussen en projectwerk binnen Nieuwe Dingen Doen;
·
half jaar werken binnen Nieuwe Dingen Doen (als medewerker of in een groot project);
·
het volgen van een minor binnen of buiten de HU
De lichtingen 2000 en 2001 zijn geheel vrij in hun keuze voor cursussen en projectwerk. Wil je echter in aanmerking komen voor een thema-aantekening dan dien je aan de voorwaarde van het betreffende thema te voldoen.
Thema-aantekening lichting 2000-2002s Een thema is niets meer of minder dan een samenhangend pakket van cursussen en projectwerk. De aantekening komt uiteindelijk als aparte bijlage bij het diploma. Om in aanmerking te komen voor een aantekening dien je aan de voorwaarden voor een thema te hebben voldaan. Vervolgens kun jij de aantekening aanvragen bij de coördinator van het derde en vierde jaar (zie het intranet voor de procedure). Je dient aan de onderstaande voorwaarden te voldoen wil je in aanmerking komen voor een thema aantekening:
E-business E-learning
30 EC aan projectwerk bij NDD 30 EC aan onderwijs Verplicht zijn de onderstaande activiteiten in de oude of nieuwe vorm: E-learning trends Ontwikkelen van digitaal lesmateriaal
Multimedia Engineering
Overige EC dienen ingevuld te worden met projecten bij NDD 30 EC aan onderwijs Verplicht is minimaal 15 EC aan oude of nieuwe cursussen. Het nieuwe aanbod is: Virtuele werelden Webprogrammeren 1 Webprogrammeren 2 Multimediale taalvaardigheid Serious game design
Management en Advies
Overige ECTS projecten doen bij NDD 30 EC aan onderwijs Verplicht is minimaal 15 EC aan oude of nieuwe cursussen. Het nieuwe aanbod is: Basisprincipes van het adviseren Combinatie van de adviesrollen
https://www.sharepoint.hu.nl/Onderwijs/Instituten/Instituut%20voor%20Communicat... 13-10-2008
Pages - Hoofdstuk
Page 12 of 16
Marketing Communicatie 1 Marketing Communicatie 2
Publieksgerichte interactieve media
Overige EC projecten doen bij NDD 30 EC aan onderwijs Verplicht zijn de onderstaande activiteiten in de oude of nieuwe vorm: Productie van webcontent Publieksparticipatie en virtual communities E-publishing trends Overige EC: projectwerk bij NDD
Verplichte cursussen lichting 2000-2002 Er zijn nog 3 cursussen verplicht voor alle studenten. Het gaat dan om de cursussen: JA-TS.F&O-04 JA-TS.SPO-04 JA-TO.ACQ-04
Specialisatie onderwerp TSEI Formulering en onderzoek TSEI Acquisitie
2 EC 2 EC 2 EC
LET OP: Ook voor deze cursussen dien je jezelf in te schrijven via Osiris. Voor lichting 2002 geldt bovendien het volgende. Indien je deze cursussen hebt behaald, hoef je nog maar 24 EC aan thema-cursussen te volgen. Daarnaast geldt natuurlijk dat je nog 30 EC vrij kan invullen voor je profileringsruimte.
Programma lichting en tot en met 1999 In 2004 hebben we je enkele malen laten weten dat een groot deel van het programma 1994-1999 vanaf september 2005 niet langer aangeboden zal worden. Op het intranet is een speciale pagina over bezemonderwijs waarin terug te vinden is welke cursussen uit je programma toch nog worden verzorgd. Daarnaast zijn oude cursussen vervangen door nieuwe, en voor het invullen van de vrije EC/keuzecursussen kan gekozen worden uit verschillende mogelijkheden. We raden je aan om zoveel mogelijk cursussen uit het huidige verplichte onderwijs voor jaar 3 en 4 te volgen en projectwerk binnen NieuweDingenDoen uit te voeren. Indien je daarover meer informatie wilt, kun je contact opnemen met Guus Koning. 4.3.4 Stages en stagewaardigheid
In het derde jaar van de opleiding is de stage gesitueerd. Tijdens de stage voert de student op locatie een opdracht uit voor een organisatie. De student krijgt de mogelijkheid om te laten zien wat hij/zij tijdens de opleiding geleerd heeft. En dat de student in staat is zelfstandig problemen te analyseren, te beoordelen en op te lossen waarbij hij/zij gebruik maakt van de invalshoeken van de opleiding. Daarnaast krijgt de student ook de gelegenheid om zich te verdiepen in een bepaald onderwerp. De stageopdracht moet te maken hebben met het toepassen van communicatiesystemen. Voor en tijdens de stage is er intensieve begeleiding vanuit de school. De stageplaats levert een bedrijfsmentor. Bij het afstuderen participeert de student in een praktijkgericht onderzoeks- of ontwerptraject. In principe kiest de student zelf een afstudeeromgeving en wordt er verwacht dat de student de afstudeeropdracht geheel zelfstandig als een startende professional kan uitvoeren.
https://www.sharepoint.hu.nl/Onderwijs/Instituten/Instituut%20voor%20Communicat... 13-10-2008
Pages - Hoofdstuk
Page 13 of 16
De ingangseisen voor de stage verschillen per lichting: ·
Voor studenten tot en met lichting 2002 is deelname aan de stage mogelijk indien de student 35 werkdagen voor aanvang van de stage in totaal 90 EC of meer heeft behaald en alle propedeusecursussen met goed gevolg heeft afgesloten. Indien een student uit bovengenoemde lichtingen één cursus uit de propedeuse nog niet heeft behaald, is deelname aan de stage mogelijk wanneer de student 35 werkdagen voor aanvang van de stage 103 EC of meer heeft behaald.
·
Voor studenten vanaf lichting 2003 wordt deelname aan de stage bepaald op basis van het aantal behaalde EC aan het einde van periode II van zijn tweede studiejaar. De stagecoördinator bepaalt op basis van dat resultaat het startmoment van de stage in periode I of II van het daaropvolgende studiejaar. In periode I begint de helft van de studenten (zij die de meeste EC tot dan toe hebben behaald), en in periode III de overige studenten. Voor elke student geldt echter dat minimaal 90 EC behaald dient te zijn voor aanvang van de stage zelf. Bovendien moet de stage passen binnen de afstudeerrichting.
De inhoud van de stage heeft betrekking op het doel en de inhoud van de opleiding en moet passen binnen de afstudeerrichting. De coördinator van het stage- en afstudeerbureau (STAF-coördinator) bepaalt of aan deze eisen is voldaan. De STAF- coördinator beoordeelt tevens of afspraken met externe organisaties bindend zijn. De goedkeuring door het STAF-bureau van stageprojecten neemt minimaal 10 en maximaal 15 werkdagen in beslag. Binnen twee weken na aanvang van uitvoering van de stageopdracht, moet de overeenkomt door de student en de stageverlenende organisatie wordt ondertekend. De beoordeling van de stage is gedelegeerd aan: · De begeleidende docent van de opleiding. · De bedrijfsmentor van het bedrijf, waarvoor de opdracht uitgevoerd wordt. Tijdens de stageperiode dient de student de aanwijzingen van de bedrijfsmentor en begeleidende docent op te volgen. Als dit tot problemen leidt, dient de student dit te melden bij het STAF-bureau. De studielast van de stage bedraagt 28 EC. Dit wordt als volgt onderverdeeld: · 21 EC wordt toegekend indien de student gedurende 21 weken heeft stage gelopen en op het uitvoerend werk voldoende beoordeeld is. Deze beoordeling dient bij voorkeur te worden vastgesteld tijdens het eindgesprek aan het eind van de stage. In ieder geval dient deze beoordeling binnen 15 werkdagen na afloop van de stage te zijn vastgesteld. Indien deze beoordeling onvoldoende is, moet de student zo spoedig mogelijk een nieuwe stage uitvoeren. Dit wordt het procesdeel van de stage genoemd. · 7 EC wordt toegekend indien de verslaglegging (bestaande uit verschillende onderdelen) voldoende beoordeeld is. Het stageverslag wordt ook wel het inhoudelijk deel van de stageopdracht genoemd. Het stageverslag dient minimaal 15 werkdagen na afloop van de stage in het bezit van de begeleidend docent te zijn. De docent spreekt vervolgens binnen 15 werkdagen een oordeel uit. Indien dit oordeel onvoldoende is, heeft de student één herkansingsmogelijkheid. Voor de herkansing gelden wederom de bovengenoemde termijnen. Indien de herkansing als onvoldoende beoordeeld wordt, volgt een vervangende opdracht ter omvang van 7 EC. Indien de student de verslaglegging, of delen daarvan niet tijdig inlevert, wordt automatisch een onvoldoende toegekend. De nadere procedures rondom stage zijn beschreven in de stagegids.
Stage- en afstudeerbureau (STAF) Dick vh Hof vormt samen met Esther Noordman het stage- en afstudeerbureau. Ze leggen contacten met potentiële stagebedrijven, zorgen voor voldoende stageopdrachten en organiseren stageterugkomdagen. Anneke wijst begeleidende docenten toe aan stagiairs en afstudeerders. Het zoeken van een afstudeerplaats doet een student in de regel zelf. Coördinator
Ondersteuning
Dick vh Hof
Esther Noordman
Kamer 0B170
Kamer 0B200
030 – 219 35 78
030 – 219 33 17
https://www.sharepoint.hu.nl/Onderwijs/Instituten/Instituut%20voor%20Communicat... 13-10-2008
Pages - Hoofdstuk
[email protected]
Page 14 of 16
[email protected]
Voor vragen over stage en afstuderen, informatie over bedrijven kan contact worden opgenomen met Esther. Zij is bereikbaar op maandag, dinsdag en donderdag tussen 9.00 uur en 16.00 uur. Nadere informatie wordt op het intranet van DC gepubliceerd. Zie ook par. 10.1 opleidingsOER artikel 19A de leden 8 tot en met 22. 4.3.5 Profileringsruimte De opleiding kent naast het hoofdprogramma (major) ook een vrije keuzeruimte van 30 EC, de zogenaamde profileringsruimte. Deze profileringsruimte is bedoeld om een eigen accent aan de studie te geven. Voor advisering en begeleiding bij de invulling van de profileringsruimte kun je terecht bij de studieloopbaanbegeleider (zie ook par. 4.1.7). In samenspraak stel je een profileringsplan op waarin jouw keuze uit het profileringsaanbod van de HU-Onderwijscatalogus eventuele externe minors en/of keuzecursussen wordt vastgelegd. Uit het profileringsplan moet blijken op welke wijze de gekozen onderdelen bijdragen aan de voorbereiding op de beoogde beroepsuitoefening of verdere studie. De invulling van de profileringsruimte is formeel gebonden aan voorafgaande goedkeuring door de examencommissie van de opleiding waarvoor je bent ingeschreven. Op advies van de studieloopbaanbegeleider kan het profileringsplan nader gemotiveerd worden met het oog op goedkeuring door de examencommissie. De examencommissie kan goedkeuring weigeren als er sprake is van substantiële overlap tussen de keuzecursus of minor enerzijds en het hoofdprogramma anderzijds. Hieronder is vermeld voor welke cursussen en minoren je wel of niet toestemming vooraf dient aan te vragen.
De vrije profileringsruimte is te besteden aan: ·
een selectie van extra cursussen binnen DC;
·
een (extra) project binnen NieuweDingenDoen;
·
half jaar werken binnen NieuweDingenDoen (als vaste medewerker);
·
een minor binnen of buiten de H (= een samenhangend pakket van keuzecursussen);
·
werken bij het leerbedrijf MP4.5, een samenwerkingsverband van Inholland en de HU op het Mediapark in Hilversum;
·
een (deel van een) pre-masterprogramma bij een universiteit ((= een schakeltraject ter voorbereiding op een masteropleiding);
·
een zogenaamd PIT- thema zoals aangeboden door de gezamenlijke ICT-opleidingen van de HU
·
een studie in het buitenland
Extra cursussen DC, NDD, MP4.5 en PIT-thema’s Indien je voor een van deze mogelijkheden kiest, gelden de volgende voorwaarden. Kies je een eigen selectie van cursussen van Digitale Communicatie, dan kan dat pakket bestaan uit cursussen van de andere afstudeerrichting, extra rol- of domeincursussen. Dit pakket stel je in overleg met je studieloopbaanbegeleider vast. ·
Indien je kiest voor het volgen van cursussen van de andere afstudeerrichting in jaar 2, dan hoef je hier geen toestemming voor te vragen bij de examencommissie, maar dit wel van tevoren te melden aan de faseteamcoördinator van de desbetreffende afstudeerrichting. Ook is dit alleen mogelijk in de eerste helft van het studiejaar. Let op: als je hiervoor kiest zijn de inhoudelijke cursussen van een afstudeerrichting in het eerste halfjaar, opgeteld geen 30 EC, omdat je geen SLB van die afstudeerrichting hoeft te volgen. Je dient dan dus het pakket verder aan te vullen met andere keuzecursussen.
·
Indien je kiest voor het volgen van extra rol- of domeincursussen , hoef je geen toestemming te vragen aan de examencommissie. Wel geldt dat als de cursus vol zit, de studenten die de cursus als verplicht onderwijs volgen, voorrang hebben op de studenten die het volgen als invulling van de vrije ruimte.
·
Indien je kiest voor NDD, het volgen van PIT-thema’s dan hoeft vooraf geen toestemming aangevraagd te worden bij de examencommissie.
https://www.sharepoint.hu.nl/Onderwijs/Instituten/Instituut%20voor%20Communicat... 13-10-2008
Pages - Hoofdstuk
Page 15 of 16
·
Indien je je vrije ruimte geheel wilt gebruiken als project- of vaste medewerker van NDD, neem dan contact op met Gérard van Elsen voor vacatures.
·
De vier PIT-thema’s voor het studiejaar 2008-2009 gaan over mobiele communicatie, crossmedia content, gaming en business intelligence. In deze cursussen volg je onderwijs samen met studenten van Informatica, Technische Informatica, Bedrijfskundige Informatica, Information Engineering en Mediatechnologie. Elke thema telt 30 EC.
Minor Je kunt kiezen uit minoren van de HU en minoren die worden aangeboden door andere hoger onderwijsinstellingen. Voor inzage in het aanbod van HU-minors, keuzecursussen en bepaalde pre-masters, en voor inschrijving kun je terecht op www.osiris.hu.nl. Ook kun je een bezoek brengen aan de jaarlijkse HU-minormarkt, die in het voorjaar wordt gehouden en waarbij alle HU-faculteiten hun profileringsaanbod presenteren. ·
Indien je kiest voor het volgen van een HU-minor zoals die zijn vastgelegd in de jaarlijkse HU-minorengids en in Osiris, hoef je geen toestemming vooraf aan te vragen bij de examencommissie. Jaarlijks stelt de examencommissie van te voren vast aan welke minoren studenten van DC niet mee mogen doen, omdat het programma een te grote overlap kent met het vaste major-programma van Digitale Communicatie zelf. Welke minoren worden buitengesloten wordt uiterlijk 1 week voordat de minoreninschrijving opengesteld wordt in Osiris, door de examencommissie gepubliceerd op het intranet. Alle andere HU minoren zijn dus zonder toestemming te volgen. Met je studieloopbaanbegeleider bespreek je natuurlijk van te voren wel hoe de minor past in je persoonlijke studieloopbaan. Kijk voor meer informatie over de profileringsruimte en minors op www.minors.hu.nl.
·
Indien je kiest voor een minor die wordt aangeboden door een andere instelling, dien je vooraf goedkeuring aan te vragen bij zowel je studieloopbaanbegeleider als de examencommissie
Pre-master, studie in het buitenland Indien je voor een van deze mogelijkheden kiest, dien je vooraf goedkeuring aan te vragen bij zowel je studieloopbaanbegeleider examencommissie. Meer informatie over pre-master trajecten aan de UU vind je in de folder Doorstuderen na je bachelor aan de UU en op www.premasters.hu.nl.
Zie ook par. 10.1 opleidingsOER artikel 19A de leden 1 tot en met 4. 4.3.6 Afstuderen Ter afsluiting van de studie vindt in het vierde jaar de uitvoering van de afstudeeropdracht plaats. Met deze opdracht moet de student aantonen dat hij/zij in staat is binnen een professionele omgeving zijn/haar kennis kan inzetten. Tevens moet de student kennis verwerven binnen een specifiek kennisdomein en/of een bepaalde branche. Dit bereikt de student door een product of dienst te leveren, welke in de organisatie, waar wordt afgestudeerd, werkelijk gebruikt kan worden. Het product of de dienst moet altijd te maken hebben met het toepassen van een communicatiesysteem. Deelname aan een afstudeeropdracht is mogelijk indien de student : · ·
De stage met goed gevolg heeft afgelegd, en; Minimaal 195 ECTS heeft behaald (tenzij de student 35 werkdagen voor beoogde aanvang van het afstudeerproject 210 ECTS heeft behaald)
De inhoud van de afstudeeropdracht heeft betrekking op het doel en de inhoud van de opleiding en moet passen binnen de afstudeerrichting. De coördinator van het afstudeerbureau (STAF-coördinator) bepaalt of aan deze eisen is voldaan. Afstudeerprojecten dienen door de stage/afstudeercoördinator vooraf goedgekeurd te zijn. De goedkeuring door het STAF-bureau van stage- en/of afstudeerprojecten neemt minimaal 10 en maximaal 15 werkdagen in beslag. De student en de organisatie ten behoeve waarvan de afstudeeropdracht uitgevoerd wordt, tekenen binnen twee weken na aanvang van uitvoering van de opdracht een overeenkomst. De beoordeling van de stage of de afstudeeropdracht is gedelegeerd aan:
https://www.sharepoint.hu.nl/Onderwijs/Instituten/Instituut%20voor%20Communicat... 13-10-2008
Pages - Hoofdstuk
·
De begeleidende docent van de opleiding.
·
Een interne of externe deskundige (assessor) van de afstudeeropdracht.
Page 16 of 16
Bij een verschil van mening over de beoordeling van de afstudeeropdracht is het oordeel van de begeleidende docent doorslaggevend. Tijdens het uitvoeren van de afstudeeropdracht dient de student de aanwijzingen van de bedrijfsmentor en begeleidende docent op te volgen. Als dit tot problemen leidt, dient de student dit te melden bij het STAF-bureau. De stage- en afstudeeropdracht mogen niet binnen dezelfde organisatie worden uitgevoerd tenzij het verschillende afdelingen betreft, en pas na goedkeuring door het STAF-bureau en de examencommissie. De afstudeeropdracht kan ook in de vorm van een literatuurstudie of deskresearch worden uitgevoerd. Hiervoor moet toestemming worden aangevraagd bij de examencommissie, voorzien van motivatie. In de motivatie moet aangetoond worden hoe een dergelijke literatuurstudie of deskresearch past binnen de eindkwalificaties van de opleiding. Redenen voor een dergelijk verzoek kunnen bijvoorbeeld zijn: een handicap, een individuele voorbereiding op een masterstudie of voorbereiding op een onderzoeksbaan. De maximale duur van de afstudeeropdracht is beperkt. De datum van de afstudeerpresentatie kan maximaal driemaal worden doorgeschoven. Indien vaker wordt doorgeschoven, wordt automatisch een onvoldoende toegekend. De nadere procedures rondom afstuderen is beschreven in de afstudeergids. Zie ook par. 10.1 opleidingsOER artikel 19A de leden 8 tot en met 22
https://www.sharepoint.hu.nl/Onderwijs/Instituten/Instituut%20voor%20Communicat... 13-10-2008
Pages - Hoofdstuk
Page 1 of 1
Hom e > O nde rwij s > In st it ut en > In st it uut v oor Com m uni cat ie > Digit ale Com m un icat ie > St ud iegid s > St u d ie g i d s h o o fd st u k
5. Cursusdeelname 5.1 Algemeen Het onderwijsprogramma van de opleiding is samengesteld uit onderwijseenheden (cursussen). Een cursus is een samenhangend geheel van te verwerven kennis, inzicht en (beroeps)vaardigheden, met een studielast uitgedrukt in een geheel aantal EC’s. Een cursus wordt afgerond door middel van een toets. Dit kan een tentamen of een opdracht zijn. (zie ook par. 6.1). Alle cursussen worden aan het begin van het studiejaar gepubliceerd via OSIRIS (www.osiris.hu.nl).
Zie voor een curriculumoverzicht par. 4.1.4, en voor meer informatie over de specifieke cursussen hoofdstuk 9. 5.2 Inschrijving voor cursussen Deelname aan cursussen is slechts mogelijk na tijdige inschrijving via Osiris (www.osiris.nl) door de onderwijsadministratie (FBO) of door de student, waarbij het volgende geldt. Inschrijving voor het reguliere onderwijs van jaar 1 en jaar 2 geschiedt door de onderwijsadministratie (FBO). Inschrijving voor het reguliere onderwijs in jaar 3 en jaar 4 geschiedt door de student (student is hiervoor dus zelf verantwoordelijk) en loopt in twee periodes: in de laatste twee weken van juni vindt de inschrijving plaats voor blok 1 en blok 2;
in lesweek 4 en 5 van blok 2 vindt de inschrijving plaats voor blok 3 en blok 4.
5.3 Aanwezigheidsplicht De vorm en/of inhoud van een cursus kan met zich meebrengen dat studenten een aanwezigheidsplicht wordt opgelegd. Per cursus wordt in OSIRIS aangegeven of de aanwezigheidsverplichting van toepassing is. In uitzonderlijke gevallen kan de examencommissie vrijstelling verlenen van de aanwezigheidsplicht, eventueel onder bepaalde voorwaarden. De student moet daartoe een verzoek indienen (zie ook par. 1.3.4). 5.4 Beginvereisten Aan een cursus kunnen begin- of toegangsvereisten zijn verbonden. Als aan een cursus beginvereisten zijn verbonden dan zijn deze in Osiris aangegeven. Een student die niet voldoet aan deze vereisten kan in beginsel niet deelnemen aan de cursus, tenzij de examencommissie daarvoor toestemming verleent. Zie ook par. 1.3.4.
https://www.sharepoint.hu.nl/Onderwijs/Instituten/Instituut%20voor%20Communicat... 13-10-2008
Pages - Hoofdstuk
Page 1 of 7
Hom e > O nde rwij s > In st it ut en > In st it uut v oor Com m uni cat ie > Digit ale Com m un icat ie > St ud iegid s > St u d ie g i d s h o o fd st u k
6. Tentamens en examens 6.1 Algemeen Tentamens Een cursus wordt afgerond door middel van een tentamen of toets. Elk tentamen omvat een onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de individuele student, alsmede de beoordeling van de uitkomsten van dat onderzoek. Een tentamen kan ook een onderzoek naar de beroepshouding van een student betreffen. Tentamens (ook die in groepsverband worden gemaakt) dienen dus primair om de leerresultaten van individuele studenten te toetsen aan de beoogde doelstellingen. Het onderzoek wordt verricht door of namens de examencommissie van de opleiding die de cursus verzorgt. Inhoud en vorm van het tentamen worden bepaald door de desbetreffende docent onder verantwoordelijkheid van de examencommissie. Een tentamen kan onderverdeeld zijn in deeltentamens (of: deeltoetsen). Een examencommissie kan onder te stellen voorwaarden bepalen dat niet ieder tentamen met goed gevolg hoeft te worden afgelegd. Verder bepaalt de examencommissie de volgorde waarin in de propedeutische fase en in de hoofdfase tentamens kunnen of moeten worden afgelegd en waar nodig dat het met goed gevolg afgelegd hebben van tentamens voorwaarde is voor toelating tot andere tentamens. Examens Iedere opleiding kent twee examens: het propedeutisch examen en het eindexamen. Deze examens vormen de afsluiting van respectievelijk de propedeutische fase en hoofdfase. De student slaagt voor het propedeutisch examen of eindexamen als voor dat deel voldaan is aan de beschreven normen. Daarvoor moeten de tentamens van de betrokken studiefase als voldoende zijn beoordeeld, en daarmee alle benodigde studiepunten (60 voor de propedeuse en 180 voor de hoofdfase) zijn behaald. Het eindexamen kan slechts worden afgelegd als het propedeutisch examen is behaald. Zodra de student het programma van de propedeutische fase of hoofdfase heeft afgerond, beoordeelt de examencommissie in haar eerstvolgende vergadering de resultaten. Indien de student is geslaagd en aan alle overige verplichtingen met betrekking tot de opleiding heeft voldaan, reikt de examencommissie het getuigschrift uit. Daarvoor gelden wel procedurele regels. Zie verder par. 6.4. .. ··
Zie paragraaf 6 opleidings OER Zie art. 28, 30 en 42 OER-HU
6.2 Vrijstellingen De examencommissie kan een student vrijstellen van (deelt)tentamens en/of het propedeutisch examen, op grond van: · ·
een eerder behaald tentamen of examen; elders opgedane kennis of vaardigheden waaruit blijkt dat de student reeds aan de vereisten van het (deel) tentamen heeft voldaan.
Vrijstellingen worden onder vermelding van de geldigheidsduur schriftelijk verstrekt en ondertekend door de examencommissie. Zie par. 1.3.4 voor algemene informatie over de verzoekprocedure bij de examencommissie. Vrijstelling van een tentamen of examen betekent dat de student niet hoeft deel te nemen aan de desbetreffende cursus (sen).
Overleg eerst met de studieloopbaanbegeleider of het zinvol is om een vrijstelling aan te vragen. Als een verzoek wordt ingediend, moet daarbij altijd een schriftelijk bewijsstuk (diploma, cijferlijst, verklaring etc.) gevoegd zijn. Vrijstellingen op basis van binnen de onderwijsafdeling behaalde resultaten, worden in OSIRIS met het oorspronkelijke cijfer opgevoerd. Andere vrijstellingen worden weergegeven als “VRY”. De vrijstelling blijft buiten beschouwing bij eventuele berekening van een gemiddelde. Vrijstellingen voor vakken uit de hoofdfase kunnen pas worden aangevraagd wanneer een student formeel tot de hoofdfase is toegelaten. .
Zie art 29 opleidings OER
https://www.sharepoint.hu.nl/Onderwijs/Instituten/Instituut%20voor%20Communicat... 13-10-2008
Pages - Hoofdstuk
·
Page 2 of 7
Zie art. 40 OER-HU).
6.3 Organisatie tentamens Raadpleeg hiervoor paragraaf 6 van het Opleidings OER (hoofdstuk 10.2) 6.3.1 Tentamenvorm en –duur Tentamens zijn instrumenten om de studieresultaten van studenten te toetsen en beoordelen. Dit kan op verschillende manieren. De meest gebruikte tentamenvormen zijn: ·
tentamens met gesloten vragen;
·
tentamens met open vragen;
·
tentamens met meerkeuzevragen;
·
werkstukken of andere vormen van schriftelijke opdrachten;
·
reflectieverslagen;
·
het vervaardigen en/of uitvoeren van een presentatie en/of taak; een mondeling tentamen.
De examinatoren stellen de benodigde opdrachten, opgaven en beoordelingsnormen vast en zorgen ervoor (samen met andere bij een tentamen betrokkenen) dat de vereiste geheimhouding in acht wordt genomen totdat de opgaven zijn uitgereikt aan de kandidaten. De beschikbare tijdsduur voor tentamens is in de faculteits-OER bepaald. Bij uitzondering kunnen tentamens langer of korter duren. De werkelijke duur van elk tentamen wordt in OSIRIS vermeld, is telkens op het opgavenblad vermeld en wordt ook door de surveillant bekendgemaakt. .
Zie art 21 opleidings OER
·
Zie art. 31 OER-HU
6.3.2 Inschrijving en deelname (her)tentamens Inschrijving schriftelijke tentamens Deelname aan schriftelijke tentamens is slechts mogelijk na tijdige inschrijving via OSIRIS (www.osiris.hu.nl). Als student ben je hier zelf verantwoordelijk voor.
Zie hoofdstuk 8 voor tentamenroosters e.d. Tentamenmogelijkheden / herkansingen Herkansing van een afgelegd tentamen is slechts mogelijk als de beoordeling van het tentamen onvoldoende is, tenzij in de faculteits-OER is opgenomen dat de examencommissie anders kan beslissen. Bij deelname aan een herkansing vervallen alle eerdere beoordelingen voor het tentamen. Als je staat ingeschreven voor een tentamen maar daaraan niet deelneemt, verlies je een tentamenmogelijkheid in dat studiejaar. Je wordt dan verwezen naar de volgende reguliere tentamenmogelijkheid. De aanduiding NA (Niet Aanwezig), die gebruikt wordt als een student zich heeft ingeschreven voor een schriftelijk tentamen, maar daar niet aan deelneemt, wordt beschouwd als een tentamen uitslag. De student die door overmacht niet aan een tentamen heeft kunnen deelnemen, kan de examencommissie verzoeken om een extra tentamenmogelijkheid. Van overmacht is sprake als zich een of meer van de volgende omstandigheden voordoen: •
ziekte;
•
lichamelijk of andere functiestoornis;
•
zwangerschap;
•
bijzondere familieomstandigheden;
https://www.sharepoint.hu.nl/Onderwijs/Instituten/Instituut%20voor%20Communicat... 13-10-2008
Pages - Hoofdstuk
•
Page 3 of 7
andere situaties van overmacht, zulks ter beoordeling van de examencommissie.
Zie par. 1.3.4 voor algemene informatie over de verzoekprocedure bij de examencommissie. Zie art 20 opleidings OER •
Zie art. 31, 33, 34 en 36 OER-HU
6.3.3 Voorzieningen wegens functiebeperking Algemeen Een student met functiebeperking kan de examencommissie verzoeken om een voorziening te treffen, waardoor de student een examen of tentamen op aangepaste wijze kan afleggen.Een verzoek hiertoe moet schriftelijk met bijbehorende deskundigenverklaring aan het begin van het semester tot uiterlijk aan het einde van de tweede lesweek (of aan het begin van het studiejaar in september) ingediend worden bij de examencommissie. Onder functiebeperking kan onder meer worden verstaan: astma, auditieve handicap, chronische vermoeidheid, dyslexie, epilepsie, meervoudig lichamelijke handicap, motorische aandoeningen, nierproblemen, psychische stoornissen, rugklachten, reumatische klachten, spierziekten, spraakaandoeningen, visuele handicap, RSI en whiplash. Een handicap kan –afhankelijk van de omstandigheden van het geval- leiden tot voorzieningen. Zie par. 2.8 voor algemene informatie over studeren met een functiebeperking, en par. 1.3.4 voor algemene informatie over de verzoekprocedure bij de examencommissie.
Extra tentamentijd wegens dyslexie e.d. Studenten die menen recht te hebben op extra tijd (bijv. bij dyslexie) kunnen dit aan het begin van het studiejaar (in september) aangeven bij de examencommissie. Als de examencommissie de aanvraag honoreert, kunnen studenten bij alle tentamens in het betreffende studiejaar een kwartier extra tijd krijgen. Hiervoor moeten zij, naast de reguliere inschrijving, een speciaal formulier bij de onderwijsbalie ophalen. Daarop moet per tentamenperiode worden aangegeven voor welke tentamens extra tijd wordt aangevraagd. Dit formulier moet binnen de inschrijfperiode worden ingeleverd op de onderwijsbalie. van voorzieningen Een voorziening wegens een functiebeperking geldt na toekenning voor elk volgend tentamen of examen, tenzij uit het besluit van de examencommissie anders blijkt. Ook heeft de student recht op dezelfde voorziening ten aanzien van een tentamen of examen aan een andere opleiding, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan: ·
· ·
de toegekende voorziening is uiterlijk bij inschrijving voor het tentamen of examen gemeld bij de examencommissie van de andere opleiding; de student op verzoek het schriftelijk besluit kan tonen waaruit blijkt dat de voorziening is toegekend; de examencommissie van de andere opleiding de gemelde voorziening niet heeft geweigerd (een weigering moet schriftelijk en gemotiveerd voor het tentamen of examen aan de student worden bekendgemaakt).
Zie art 24 opleidings OER Zie art. 39 OER-HU 6.3.4 Legitimatieplicht bij schriftelijke tentamens Voor deelname aan schriftelijke tentamens geldt dat een student zich moet legitimeren door middel van een geldige collegekaart van Hogeschool Utrecht. Indien een student geen geldige collegekaart kan tonen, is deelname aan tentamens alleen mogelijk door het tonen van een geldige tentamenpas in combinatie met een geldig legitimatiebewijs (geldig paspoort, geldige Europese identiteitskaart, een geldig Nederlands of internationaal rijbewijs of een geldig vluchtelingendocument). De student die nog geen collegekaart heeft ontvangen, kan in de week direct voorafgaande aan de tentamenperiode kosteloos een tentamenpas (periodepas) aanvragen. Deze tentamenpas is geldig gedurende de daarop aangegeven periode. De student die wel een collegekaart heeft ontvangen, maar deze door verlies, diefstal of anderszins is kwijtgeraakt, kan tijdens de tentamenperiode een tentamenpas (dagpas) aanvragen. Deze tentamenpas is uitsluitend geldig op de dag van afgifte. Voor de afgifte zijn administratiekosten verschuldigd van € 25,- per tentamenpas tot een maximum van € 100,- per tentamenperiode. Studenten die door aantoonbare overmacht hun collegekaart zijn verloren, zijn per tentamenperiode slechts € 25,- (tarief 1e tentamenpas) verschuldigd.
https://www.sharepoint.hu.nl/Onderwijs/Instituten/Instituut%20voor%20Communicat... 13-10-2008
Pages - Hoofdstuk
Page 4 of 7
Deze tentamenpas wordt slechts afgegeven indien de student: ·
rechtsgeldig staat ingeschreven als student aan HU;
·
bij de aanvraag een geldig legitimatiebewijs toont;
·
staat ingeschreven voor het desbetreffende tentamen.
Overigens dient een student die de collegekaart is kwijtgeraakt dit direct te melden en een nieuwe collegekaart aan te vragen (tegen betaling van vervangingskosten). Zie art 24 opleidings OER 6.3.5 Gang van zaken tijdens tentamens
Zie art 27 opleidings OER Zie art. 31 OER-HU 6.3.6 Beoordeling en inzage tentamenwerk De beoordeling van een tentamen wordt uitgedrukt in: ·
een cijfer op een schaal van 1,0 t/m 10,0 en tot op tienden nauwkeurig;
·
een woordbeoordeling: VRY (vrijstelling), V (voldoende) of O (onvoldoende).
Een tentamen is als voldoende beoordeeld bij een cijfer 5,5 of hoger, V resp. VRY. Er kunnen geen rechten worden ontleend aan mondeling meegedeelde resultaten. Eindbeoordeling cursus De eindbeoordeling van een cursus wordt uitgedrukt in een cijfer of woordbeoordeling, op nagenoeg dezelfde wijze als bij tentamens (zie boven). Een cijferbeoordeling van een cursus is een geheel getal, berekend als het gewogen gemiddelde van de (deel)cijfers met wegingsfactoren zoals aangegeven in OSIRIS, waarbij breuken (0,5) naar boven worden afgerond. Eventuele woordbeoordelingen V en VRY tellen niet mee in deze berekening.
Per cursus wordt een minimumcijfer vastgesteld en vermeld in OSIRIS. Voor een cursus kan slechts een eindbeoordeling vastgesteld worden wanneer elk van de bijbehorende tentamencijfers voldoen aan de minimumnorm (zoals per cursus vermeld in OSIRIS), ofwel VRY resp. V zijn. De eindbeoordeling van een cursus is voldoende bij een (afgerond) eindcijfer van 6 of hoger, dan wel VRY of V. De aan een cursus verbonden studiepunten (zie cursusbeschrijvingen, hoofdstuk 9) worden pas toegekend als het bijbehorende tentamen op alle onderdelen is behaald.
· ·
Zie art. 22 opleidings OER
Bekendmaking tentamenresultaten Ten bewijze dat een tentamen met goed gevolg is afgelegd, wordt de uitslag door de desbetreffende examinator of examinatoren bekend gemaakt via OSIRIS (www.osiris.hu.nl). Tentamenresultaten worden altijd bekend gemaakt onder voorbehoud van type- en overschrijffouten. Studenten kunnen zelf uit OSIRIS een resultatenlijst uitprinten en deze controleren·
Voor de bekendmaking van tentamenresultaten gelden de volgende termijnen: ·
uiterlijk twee weken na afname van een schriftelijk tentamen;
·
op de dag van afname van een mondeling tentamen.
https://www.sharepoint.hu.nl/Onderwijs/Instituten/Instituut%20voor%20Communicat... 13-10-2008
Pages - Hoofdstuk
Page 5 of 7
De beoordelingstermijn wordt opgeschort gedurende ingeroosterde vakantieperioden, met uitzondering van de zomervakantie.
Indien sprake is van een eindbeoordeling op basis van meerdere deeltentamens, begint de termijn zoals hierboven genoemd te lopen vanaf het laatste deeltentamen. De examencommissie kan in bijzondere gevallen afwijken van de genoemde beoordelingstermijnen, mits het belang van de student hierdoor niet onevenredig wordt geschaad.
·
Zie art. 23 opleidings OER en art 36 OER-HU
Inzage tentamenwerk De student heeft recht op inzage van het gemaakte en beoordeelde tentamenwerk. De inzage, al dan niet gekoppeld aan een nabespreking, vindt plaats binnen drie weken na het bekendmaken van de tentamenuitslag. De examencommissie kan in bijzondere gevallen afwijken van deze termijn, mits het belang van de student hierdoor niet onevenredig wordt geschaad. Het moment van inzage wordt in het jaarrooster vermeld of door de docent tijdig bekend gemaakt. Om praktische redenen wordt voor de deeltijdstudenten geen collectieve inzage georganiseerd. Zij worden geacht (via e-mail) een afspraak te maken met de desbetreffende docent zodat een moment van inzage kan worden afgesproken.
Voor elk door studenten geleverd schriftelijk tentamen resp. werkstuk kan een nabespreking worden georganiseerd door de verantwoordelijke docent. Deelname aan nabesprekingsbijeenkomsten is voor de student niet verplicht. Tijdens de nabespreking hebben studenten het recht om het door hen geleverde schriftelijke werk in te zien en krijgt de student een toelichting op de beoordeling van tentamenwerk. De docent presenteert de juiste antwoorden op de opgaven. Alle specifieke vragen, die voortkomen uit de confrontatie tussen het door de student geleverde werk en de modelantwoorden die de docent presenteert, kunnen tijdens de nabespreking aan de orde komen.
Zie art 23 opleidings OER en art 37 OER-HU 6.3.7 Onregelmatigheden / fraude Bij onregelmatigheden ten aanzien van een tentamen of examen (waaronder fraude), kan de examencommissie de volgende maatregelen nemen tegen de desbetreffende student(en): ·
· ·
ontzeggen van de deelneming aan een of meer tentamens of het examen voor een termijn van ten hoogste een jaar; onthouden van het getuigschrift, verklaring of certificaat; afnemen van een hernieuwd examen op door de examencommissie aan te wijzen onderdelen en op een door haar te bepalen wijze.
Alvorens een besluit te nemen wordt de student door de examencommissie gehoord. De examencommissie stelt de student direct op de hoogte van de beslissing. Zie voor de volledige procedure artikel 38 van de Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen HU (www.reglementen.hu.nl). Zie art 26 opleidings OER Zie art. 38 OER-HU 6.3.8 Bewaring en teruggave tent.- en examenwerk Alle schriftelijk tentamen- en examenwerk wordt in elk geval bewaard tot zes maanden na bekendmaking van de uitslag, of tot de beslissing in een eventuele beroepsprocedure met betrekking tot die uitslag. Voor afstudeerproducten geldt een termijn van twee jaar. Alle documenten met betrekking tot:
https://www.sharepoint.hu.nl/Onderwijs/Instituten/Instituut%20voor%20Communicat... 13-10-2008
Pages - Hoofdstuk
·
(voldoende) tentamen- of examenuitslagen,
·
vrijstellingen,
·
de inschrijving van de student,
·
de afgifte van getuigschriften of verklaringen,
Page 6 of 7
worden door de afdelingsdirectie bewaard gedurende een periode van 30 jaar, conform het Privacyreglement studenten HU.
De student kan pas na afloop van de bewaartermijn op verzoek tentamen- of examenwerk terugkrijgen. Wel is het mogelijk om tussentijds voor eigen rekening een fotokopie ervan te verkrijgen 6.3.9 Geldigheidsduur studieresultaten Zie art 30 opleidings OER 6.4 Getuigschriften en titulatuur Raadpleeg hiervoor paragraaf 7 van de Opleidings OER (hoofdstuk 10.2) 6.4.1 Algemeen Ten bewijze dat een examen met goed gevolg is afgelegd, wordt door de examencommissie een getuigschrift uitgereikt: ·
het propedeutisch getuigschrift na het behalen van het propedeutisch examen;
·
het bachelordiploma na het behalen van het afsluitend examen.
Propedeutisch getuigschrift en diploma worden ondertekend door de voorzitter en een lid van de examencommissie van de opleiding. Aan beide getuigschriften wordt een supplement toegevoegd, met als doel inzicht te geven in de aard en de inhoud van de opleiding en de behaalde studieresultaten. Elke student die afstudeert ontvangt tevens een (Engelstalige) HU-brochure, The education system in the Netherlands, over de structuur van het Nederlandse Hoger Onderwijs. Dit bevordert de internationale herkenbaarheid van de opleiding en het getuigschrift of diploma. De student ontvangt slechts één getuigschrift. Het getuigschrift en supplement worden in beginsel in het Nederlands uitgereikt. Op verzoek van de student kan, in plaats van een Nederlands getuigschrift, echter ook een Engelstalig getuigschrift verstrekt worden. De student die meer dan één tentamen met goed gevolg heeft afgelegd, maar aan wie geen propedeutisch getuigschrift of diploma kan worden uitgereikt, kan bij de examencommissie een verklaring verkrijgen. Daarin zijn in elk geval de behaalde tentamens vermeld. De verklaring wordt ondertekend door de voorzitter en een lid van de examencommissie van de opleiding. Artikel 42 van de Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen HU (www.reglementen.hu.nl) regelt welke gegevens het getuigschrift en supplement moeten bevatten. Zie ook bijlage 3 bij deze regeling (diplomaformats HU)Zie art. 42 OER-HU Zie art 32 en 32a opleidings OER Zie art 42 OER-HU 6.4.2 Graden en titulatuur De examencommissie verleent de graad Bachelor aan degene die met goed gevolg het afsluitend examen van de opleiding heeft afgelegd en de graad Associate degree aan degene die met goed gevolg het afsluitend examen van de Ad-opleiding heeft afgelegd. Aan de graad kan een vermelding van het vakgebied of het beroepenveld waarop de graad betrekking heeft, worden toegevoegd. Het verlenen van de graad Bachelor geeft het recht om deze als titel te voeren, afgekort tot B (met evt. toevoeging) achter de eigen naam. In plaats daarvan (dus niet in combinatie) kan ook worden gebruikt: De titel ingenieur, afgekort tot ing. voorafgaand aan de naam, indien het een opleiding betreft op het gebied van de natuurlijke omgeving of op het gebied van de techniek; de titel baccalaureus, afgekort tot bc. voorafgaand
aan de naam, indien het een andere opleiding betreft.
Zie art 32 en 32a opleidings OER
https://www.sharepoint.hu.nl/Onderwijs/Instituten/Instituut%20voor%20Communicat... 13-10-2008
Pages - Hoofdstuk
Page 7 of 7
zie art 43 OER-HU
6.4.3 Aantekening cum laude of met genoegen Vermelding cum laude Op het einddiploma wordt uitsluitend op voorafgaand verzoek van de student de aantekening cum laude vermeld, indien de student heeft voldaan aan alle volgende eisen: ·
aan alle gevolgde cursussen in de hoofdfase (vrijstellingen uitgezonderd) is een (eind)beoordeling van tenminste 6.0 verbonden;
·
het gewogen rekenkundige gemiddelde van alle (eind)beoordelingen in de hoofdfase (vrijstellingen uitgezonderd) is minimaal 8.0;
·
de (eind)beoordeling van een afstudeeropdracht of eindscriptie is minimaal 8.0;
·
de student is maximaal 4 studiejaren ingeschreven geweest voor de opleiding.
Vermelding met genoegen Op het einddiploma wordt uitsluitend op voorafgaand verzoek van de student de aantekening met genoegen vermeld, indien de student heeft voldaan aan alle volgende eisen: ·
aan alle gevolgde cursussen in de hoofdfase (vrijstellingen uitgezonderd) is een (eind)beoordeling van tenminste 6.0 verbonden;
·
het gewogen rekenkundige gemiddelde van alle (eind)beoordelingen in de hoofdfase (vrijstellingen uitgezonderd) is minimaal 7.0;
·
de (eind)beoordeling van een afstudeeropdracht of eindscriptie is minimaal 7.0;
·
de student is maximaal 4 studiejaren ingeschreven geweest voor de opleiding.
Uitzonderingen De student aan wie meer dan 120 studiepunten aan vrijstellingen is verleend voor de betreffende opleiding kan niet in aanmerking komen voor bovengenoemde aantekeningen op het diploma. Indien de inschrijvingsduur langer is dan 4 studiejaren als gevolg van erkende persoonlijke omstandigheden, kan de examencommissie beslissen dat de student toch in aanmerking komt voor de aantekening cum laude of met genoegen, mits wel voldaan is aan de overige eisen. Reikwijdte Bovenstaande regeling is uitsluitend van toepassing op studenten die op of na 1 september 2005 voor het eerst deelnemen aan de hoofdfase van de opleiding. ·
Voor studenten die al vóór 1 september 2005 in de hoofdfase studeerden kan nog een afwijkende (facultaire) cumlaude-regeling gelden; deze hier opnemen
·
De wijze waarop eventuele niet-cijfermatige (alfanumerieke) resultaten worden meegerekend moet in faculteitsOER zijn geregeld; verwijzen of hier opnemen.
.
Zie art 32 opleidings OER
·
Zie art. 44 OER-HU
6.4.4 Procedure afgifte getuigschrift De examencommissie geeft pas een getuigschrift af nadat de faculteitsdirectie heeft verklaard dat dit kan worden afgegeven. Daarvoor wordt eerst onderzocht of de student aan alle verplichtingen jegens de opleiding heeft voldaan (onder meer moeten alle tentamens zijn behaald en dient de student rechtsgeldig te zijn ingeschreven). Zie art 32a opleidingsOER
https://www.sharepoint.hu.nl/Onderwijs/Instituten/Instituut%20voor%20Communicat... 13-10-2008
Pages - Hoofdstuk
Page 1 of 3
Hom e > O nde rwij s > In st it ut en > In st it uut v oor Com m uni cat ie > Digit ale Com m un icat ie > St ud iegid s > St u d ie g i d s h o o fd st u k
7. Klachten, bezwaar en beroep 7.1 Inleiding Als je het niet eens bent met een beslissing en je komt er samen met je opleiding niet uit, dan kun je verschillende stappen ondernemen. Is het een besluit dat jou rechtstreeks aangaat, dan kun je beroep instellen bij het College van Beroep. Zie verder par. 7.3. Daarnaast kun je een bezwaarschrift indienen bij de instantie door of namens wie het besluit is genomen (examencommissie of directie). Deze moet het besluit dan heroverwegen en een nieuwe beslissing nemen. Zie verder par. 7.2. Tegen bepaalde beslissingen is echter geen bezwaar of beroep mogelijk. Het gaat dan om beslissingen van algemene strekking; deze betreffen niet een individuele student, maar een algemene regel of algemeen beleid. Tegen die beslissingen kan soms wel een klacht worden ingediend, zie par. 7.4. De studentendecaan kan adviseren over bezwaar en beroep. Daarnaast kun je uiteraard het conflict bespreken met degene die het besluit heeft genomen (examencommissie, docent, directie). Je kunt daarbij de studentendecaan inschakelen en eventueel een mediator benaderen. Zie par. 2.2 en 2.6. Hieronder volgt een toelichting op de verschillende procedures. 7.2 Bezwaar Bezwaar is mogelijk tegen besluiten die zijn genomen op grond van de onderwijs- en examenregeling. Dit zijn besluiten die rechtstreeks met onderwijs, tentamens en examens te maken hebben (zoals tentamenbeoordelingen, voorzieningen en het bindend studieadvies). Het betreft alleen besluiten die zijn gericht op een individuele student (dus niet van algemene strekking, zie ook par. 7.5). De student dient binnen twee weken na bekendmaking van het besluit een schriftelijk bezwaarschrift in te dienen bij de examencommissie. Het bezwaarschrift moet zijn ondertekend, en bevat tenminste naam en adresgegevens van de student, de redenen van het bezwaar en een duidelijke omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar gericht is. De examencommissie kan de student in de gelegenheid stellen om de bezwaren mondeling toe te lichten. In dat geval wordt de student tijdig uitgenodigd voor een hoorzitting. De examencommissie neemt in principe binnen twee weken na ontvangst van het bezwaarschrift een beslissing en maakt deze schriftelijk bekend aan de student. De beslissing is gebaseerd op een hernieuwde beoordeling en moet gemotiveerd zijn. Bij toewijzing van het bezwaar neemt de examencommissie tevens een nieuw (inhoudelijk) besluit. Als het bezwaar wordt afgewezen, blijft het oorspronkelijke besluit in stand. In het laatste geval kan de student nog beroep instellen bij het College van Beroep (zie par. 7.4). Dat moet wel gebeuren binnen 4 weken na bekendmaking van het oorspronkelijke besluit. De volledige bezwaarprocedure staat beschreven in art. 45 van de Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen HU 2007-2008 (www.reglementen.hu.nl). In dit artikel is ook opgenomen dat de examencommissie ten gunste van de student kan afwijken van deze procedure. 7.3 Beroep Beroep staat open tegen besluiten die op grond van de onderwijs- en examenregeling zijn genomen (zoals tentamenbeoordelingen, voorzieningen en het bindend studieadvies). en besluiten van financiële aard (zoals steunfonds en restitutie collegegeld). Het betreft alleen besluiten die gericht zijn op een individuele student (dus niet van algemene strekking, zie ook par. 7.4). De student kan binnen 4 weken vanaf de bekendmaking van het besluit schriftelijk beroep aantekenen bij het College van Beroep. Het College van Beroep is de onafhankelijke, hogeschoolbrede beroepsinstantie voor studenten en extraneï van Hogeschool Utrecht. Het is dus niet verbonden aan een faculteit of opleiding. Het beroepschrift wordt ondertekend en bevat tenminste: •
de naam, het huisadres, de woonplaats en het telefoonnummer van de student;
•
vermelding van de faculteit en de afdeling/opleiding waar de student is ingeschreven;
https://www.sharepoint.hu.nl/Onderwijs/Instituten/Instituut%20voor%20Communicat... 13-10-2008
Pages - Hoofdstuk
•
de dagtekening;
•
een duidelijke omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht, onder vermelding
•
van de persoon die, of het orgaan dat het besluit heeft genomen;
•
één of meer gronden, waarop het beroep berust;
•
een zo nauwkeurig mogelijk omschreven vordering.
Page 2 of 3
Daarnaast moet een kopie van het bestreden besluit worden bijgevoegd. Het beroepschrift moet worden gericht aan het College van Beroep HU, postbus 573, 3500 AN Utrecht. Let op: voor het instellen van beroep geldt een termijn van 4 weken. Deze termijn wordt niet opgeschort door het eventueel indienen van een bezwaarschrift. Zorg er dus voor dat je tijdig beroep instelt, ook als je daarnaast een bezwaarschrift indient. Mocht de beslissing op het bezwaarschrift voor jou gunstig uitvallen, dan kun je het beroep altijd weer intrekken. Het College van Beroep kan het beroep gegrond of ongegrond verklaren. Als het beroep gegrond wordt verklaard, betekent dat vaak dat de examencommissie of directie die het oorspronkelijke besluit heeft genomen, een nieuw besluit moet nemen. Het College van Beroep doet dat dus niet zelf. Als het beroep ongegrond wordt verklaard, blijft het oorspronkelijke besluit in stand. In art. 54-57 van het Studentenstatuut HU en in het reglement College van Beroep HU (www.reglementen.hu.nl) wordt nader beschreven wanneer beroep mogelijk is en welke procedure daarbij geldt. Zie voor meer informatie www.collegevanberoep.hu.nl en de folder Het College van Beroep, informatie over de beroepsprocedure. Je kunt je voor informatie en advies ook wenden tot de studentendecaan (zie par. 2.2) of het secretariaat van het College van Beroep, tel. 030-2388352 en e-mail
[email protected] (let op: een beroepschrift kan niet per mail worden ingediend). 7.4 Algemeen klachtrecht Zoals gezegd kun je bij onenigheid over besluiten of handelingen van algemene strekking (niet gericht op een individuele student) geen beroep of bezwaar aantekenen. In dat geval heb je wel het recht een klacht in te dienen bij de faculteitsdirectie en om een voorziening te vragen. Het gaat dan vaak om de dagelijkse gang van zaken zoals bijvoorbeeld de vaststelling van roosters en niet om formele beslissingen. Een klacht moet schriftelijk worden ingediend binnen 4 weken nadat de handeling is verricht of het besluit is genomen. De klacht wordt ondertekend en bevat ten minste: · ·
· ·
·
naam, adres, woonplaats en opleiding van de student; een vermelding van degene die de bestreden handeling heeft verricht dan wel het bestreden besluit heeft genomen; een duidelijke omschrijving van de handeling of het besluit waarop de klacht betrekking heeft; de datum waarop de handeling plaatsvond of het besluit werd genomen dan wel ter kennis van de student werd gebracht; de voorziening die naar het oordeel van de student behoort te worden getroffen.
Alvorens een beslissing te nemen hoort de faculteitsdirectie alle betrokkenen bij het besluit of de handeling waartegen de klacht is gericht. Ook kunnen getuigen en deskundigen worden geraadpleegd. De faculteitsdirectie neemt in principe binnen vier weken na ontvangst van de klacht een (gemotiveerde) beslissing en maakt deze schriftelijk bekend aan de student. Tegen de beslissing van de faculteitsdirectie op de ingediende klacht kan de student beroep instellen bij het College van Beroep HU (zie par. 7.3). Het algemeen klachtrecht is nader geregeld in art. 53 van het Studentenstatuut HU (www.reglementen.hu.nl).
https://www.sharepoint.hu.nl/Onderwijs/Instituten/Instituut%20voor%20Communicat... 13-10-2008
Pages - Hoofdstuk
Page 3 of 3
Zie voor specifieke informatie over klachten wegens ongewenst gedrag par. 2.3. Zie voor meer informatie www.studentzaken.hu.nl. Je kunt je voor informatie en advies ook wenden tot de studentendecaan (zie par. 2.2)·
https://www.sharepoint.hu.nl/Onderwijs/Instituten/Instituut%20voor%20Communicat... 13-10-2008
Pages - Hoofdstuk
Page 1 of 1
Hom e > O nde rwij s > In st it ut en > In st it uut v oor Com m uni cat ie > Digit ale Com m un icat ie > St ud iegid s > St u d ie g i d s h o o fd st u k
8. Roosters 8.1 Jaarrooster Het jaarrooster 2008-2009 is op Sharepoint te raadplegen. 8.2 Weekrooster Het weekrooster is op Sharepoint te raadplegen. 8.3 Tentamenrooster De meeste tentamens worden gedurende de afrondingsweken aan het einde van elk blok afgenomen. Via de opleiding wordt hiervoor een tentamenrooster bekend gemaakt. Dit rooster wordt uiterlijk twee weken voor aanvang van de tentamenperiode gepubliceerd via Sharepoint. Aan de hand van het tenatmenjaarrooster kunnen studenten zien in welke periode bepaalde cursussen worden afgesloten. Herkansingen vinden in de regel plaats in de tentamenweek aan het eind van het volgende blok waarin de cursus wordt aangeboden. Uitzonderingen vormen de herkansingen voor de tentamenonderdelen van de laatste periode. Deze worden ingeroosterd in de zogenoemde blok 5. Op het tentamenrooster voor de betreffende periode wordt exact aangegeven op welke dag, op welk tijdstip en in welk lokaal de toets (of herkansing) plaatsvindt.
https://www.sharepoint.hu.nl/Onderwijs/Instituten/Instituut%20voor%20Communicat... 13-10-2008
Pages - Hoofdstuk
Page 1 of 1
Hom e > O nde rwij s > In st it ut en > In st it uut v oor Com m uni cat ie > Digit ale Com m un icat ie > St ud iegid s > St u d ie g i d s h o o fd st u k
9. Cursusbeschrijvingen Cursusbeschrijvingen Cursusbeschrijvingen vind je in Osiris
https://www.sharepoint.hu.nl/Onderwijs/Instituten/Instituut%20voor%20Communicat... 13-10-2008
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VOOR DE OPLEIDING DIGITALE COMMUNICATIE
PREAMBULE Van wetswege dient voor elke opleiding of groep van opleidingen een onderwijs- en examenregeling (OER) te worden vastgesteld. Binnen de HU bestaat de onderwijs- en examenregeling uit drie delen: een hogeschoolbreed deel (de OER-HU), een faculteitsspecifiek deel (de faculteits-OER) en een opleidingsspecifiek deel (de opleidings-OER). Deze drie delen vullen elkaar aan en zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Elk deel vormt een afzonderlijk document. De onderwijs- en examenregeling die nu voorligt, vormt het opleidingsspecifieke deel en is als zodanig voor studenten en docenten van de opleiding Digitale Communicatie het meest relevante deel van de driedelige onderwijs- en examenregeling.
INHOUDSOPGAVE
Paragraaf 1
BEGRIPSBEPALINGEN
Artikel 1 Paragraaf 2
Begripsbepalingen
ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 2
Reikwijdte van deze onderwijs- en examenregeling
Artikel 3
Openbaarheid
Paragraaf 3
EXAMENCOMMISSIES
Artikel 4
Instelling, taken en werkwijze
Artikel 5
Samenstelling en benoeming
Artikel 6
Verzoekprocedure examencommissie
Paragraaf 4
VOOROPLEIDINGSEISEN
Artikel 7
Toelating tot de opleiding Digitale Communicatie
Artikel 8
Toelatingsonderzoek
Paragraaf 5
INRICHTING VAN DE OPLEIDING
Artikel 9
Doel en inhoud van de opleiding Digitale Communicatie
Artikel 10
Inrichting en organisatie van de opleidingen
Artikel 11
Studiegids
Artikel 12
Propedeutische fase
Artikel 13 Artikel 13a Artikel 13b
Procedure bij de totstandkoming van het bindend studieadvies Normering bindend studieadvies bij de opleiding Digitale Communicatie Reikwijdte bindend studieadvies
Artikel 14
Studiebegeleiding en studievoortgang
Artikel 15
Studievoortgangscontrole ingevolge de Wet op de Studiefinanciering
Artikel 16
Toelating tot de post-propedeutische fase bij de opleiding Digitale Communicatie
Artikel 17
Post-propedeutische fase/ hoofdfase
Artikel 18
Inrichting Post-propedeutische fase/ hoofdfase
Paragraaf 6
INRICHTING TENTAMENS EN EXAMENS
Artikel 19
Organisatie examens en tentamens
Artikel 20
Tentamenmogelijkheden
Artikel 21
Vorm en inhoud tentamens bij Digitale Communicatie
Artikel 22
Beoordeling van tentamens bij Digitale Communicatie
Artikel 23
Bekendmaking, inzage en registratie van het tentamenresultaat bij Digitale Communicatie
Artikel 24
Voorzieningen
Artikel 25
Legitimatieplicht bij tentamens
Artikel 26
Onregelmatigheden (Fraude)
Artikel 27
Ordemaatregelen tijdens de tentamens
Artikel 28
Verslaglegging van tentamens
Artikel 29
Vrijstellingen binnen Digitale Communicatie
Artikel 30
Geldigheidsduur tentamens
Artikel 31
Bewaring tentamen- en examenstukken
Paragraaf 7
GETUIGSCHRIFTEN
Artikel 32 Artikel 32a
Paragraaf 8
Getuigschriften Procedure afgifte getuigschriften bij Digitale Communicatie
SLOTBEPALINGEN
Artikel 33
Rechtsbescherming (bezwaar en beroep)
Artikel 34
Onvoorziene omstandigheden
Artikel 35
Inwerkingtreding
Paragraaf 1. BEGRIPSBEPALINGEN
Artikel 1. Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: Aanwezigheidsregeling De regeling met het verplichte aantal of percentage contacturen dat een student per cursus aanwezig dient te zijn. Afdeling: Een organisatorische eenheid van een faculteit belast met het verzorgen van: - een of meer bacheloropleidingen van die faculteit alsmede de eventueel daarbij behorende afdelingsdiensten (Instituut) en/of: - een of meer masteropleidingen van die faculteit alsmede de eventueel daarbij behorende afdelingsdiensten (Academie), en/of: - een of meer deeltijd-bacheloropleidingen en/of commerciële activiteiten zoals cursussen en dienstverlening van die faculteit alsmede de eventueel daarbij behorende afdelingsdiensten (Centrum), zoals geregeld in het door de faculteitsdirectie vastgestelde faculteitsorganisatiebesluit. Afdelingsdirectie: De directie van een afdeling in casu van een instituut, een academie of van een centrum, die taken en bevoegdheden in (sub-)mandaat uitoefent conform het door de faculteitsdirectie vastgestelde submandateringsbesluit. Afrondingsvoorwaarden Voorwaarden waaraan voldaan moet zijn voor het met goed gevolg afsluiten van een onderwijseenheid. Hieronder vallen de actieve deelname, de bij de onderwijsactiviteit behorende (eind)opdracht(en) en/of een tentamen. Afstudeerperiode Onderdeel van de hoofdfase. Periode waarin de afstudeeropdracht wordt uitgevoerd. Bevoegd gezag De directie van de Faculteit Communicatie en Journalistiek van de Hogeschool Utrecht. Bezemonderwijs Ook wel bezemgroepen genoemd. Het betreft hier studenten die niet binnen de nominale duur van vier jaar hun studie afronden. Bachelor De graad die aan een student verleend wordt bij voltooiing van de bacheloropleiding. Bama-structuur De nieuwe structuur van de opleiding. Deze is in september 2003 van start gegaan. Afronding van de vierjarige bacheloropleiding in de bama-structuur geeft de graad Bachelor. Verdieping en verbreding is daarna mogelijk in een masteropleiding. Certificaat Verklaring van de examencommissie, welke op verzoek wordt uitgereikt aan de student die voortijdig de opleiding verlaat. In deze verklaring staan de onderwijseenheden die deze student met goed gevolg heeft afgelegd. Coach Zie studieloopbaanbegeleider.
College van Beroep Het college zoals bedoeld in artikel 7.60 danwel 7.68 WHW en zoals bedoeld in het Studentenstatuut HU. Inrichting, taken en bevoegdheden zijn geregeld in het door het college van bestuur vastgestelde Reglement College van Beroep HU. College van Bestuur: Bestuursorgaan van de Hogeschool krachtens artikel 10.3 WHW, in samenhang met de statuten van de Stichting Hogeschool van Utrecht, met taken en bevoegdheden zoals geregeld in het door de Raad van Toezicht vastgestelde Bestuursreglement HU. Coördinator Een persoon die door de instituutsdirecteur is belast met de organisatie van een aspect van het onderwijs, zoals bijvoorbeeld de cursuscoördinator of de stage/afstudeercoördinator. Curriculum Het totale onderwijsplan van de opleiding. Cursus Gelijk aan de wettelijke term onderwijseenheid. Een samenhangend geheel van te verwerven kennis, inzicht en vaardigheden, dat deel uitmaakt van de propedeuse of hoofdfase van een opleiding. Een cursus kan dus ook een stage, afstudeeropdracht, minor of thema zijn. Een examencommissie kan, onder door haar te stellen voorwaarden, ook de werkzaamheden van een deeltijdstudent als cursus aanmerken. De studielast van een cursus wordt uitgedrukt in hele studiepunten. Zie ook: studiepunt en EC Deelonderwijseenheid (DOE) Een onderdeel van een onderwijseenheid met een afzonderlijke beoordeling. Deeltijd opleiding Opleiding die zodanig is ingericht dat de student naast de onderwijsactiviteiten ook andere werkzaamheden kan verrichten. Deze werkzaamheden kunnen in de vorm van vrijstellingen studiepunten opleveren dan wel als cursussen worden aangemerkt onder door de examencommissie te stellen eisen. Duale opleiding Opleiding die zodanig is ingericht dat het volgen van onderwijs gedurende één of meer perioden wordt afgewisseld met beroepsuitoefening in verband met dat onderwijs. De opleiding bestaat dan uit een onderwijs- en een beroepsuitoefeningsdeel. De beroepsuitoefening is onderdeel van het onderwijsprogramma van de opleiding en kan dus studiepunten opleveren. (7.7.2) Diploma Het door een examencommissie afgegeven bewijsstuk dat het propedeutisch examen of het afsluitend examen van de opleiding met goed gevolg is afgelegd. EC European Credit. Hiermee wordt de studielast van een onderwijseenheid/ cursus op internationaal vergelijkbare wijze uitgedrukt. 1 ec staat voor 28 studie-uren. De gehele opleiding omvat 240 ec. Zie ook: studiepunt. Examen De opleiding kent twee examens. Het propedeutisch examen en het post-propedeutisch examen. Het eerste examen is behaald als alle EC-punten van de propedeuse zijn behaald. Het tweede examen is behaald als het programma van de post-propedeutische fase met goed gevolg is doorlopen. Examencommissie De door de faculteitsdirectie benoemde commissie die verantwoordelijk is voor de correcte uitvoering van de onderwijs- en examenregeling. Bij deze instantie kunnen klachten worden ingediend of bezwaren worden aangetekend tegen beoordelingen van examinatoren of tegen de gevolgde beoordelingsprocedure/ examinering.
Examenonderdeel Elk tentamen en elk onderdeel van de studie waaraan studiepunten worden toegekend. Examinandus De student die deelneemt aan een examenonderdeel of (deel)tentamen van de opleiding Examinator Een docent die belast is met het afnemen van een (deel)tentamen of examenonderdeel, of een deskundige van buiten de instelling die ten behoeve van een examenonderdeel of (deel)tentamen door de examencommissie is aangewezen. Extraneus Degene die conform artikel 7.32 en verder WHW als extraneus is ingeschreven. Een extraneus heeft niet het recht om onderwijs te volgen, maar kan wel tentamens en examens afleggen en gebruik maken van bepaalde studievoorzieningen. Facultair Bureau Onderwijs Bureau waar alle werkzaamheden worden verricht m.b.t. de planning en organisatie van onderwijs en toetsing, studieresultaten worden bijgehouden, les- en tentamenroosters opgesteld, etc. Het facultair Bureau Onderwijs fungeert ook als informatiepunt voor studenten en docenten waar het gaat om de uitvoering van onderwijs en toetsing. Faculteit Een organisatorische eenheid van de hogeschool, bestaande uit een aantal verwante opleidingen, zoals opgenomen in het door het College van Bestuur vastgestelde organisatiebesluit HU, en de faculteitsdiensten, zoals opgenomen in het door de faculteitsdirectie vastgestelde faculteitsorganisatiebesluit. Faculteitsdirectie De directie van een faculteit, die taken en bevoegdheden in mandaat uitoefent conform het door het college van bestuur vastgestelde Mandateringsbesluit HU. Faculteitsonderwijs- en examenregeling (faculteits-OER): De voor alle opleidingen van een faculteit geldende nadere uitwerking en invulling van de OER-HU. In de faculteits-OER wordt ook aangegeven welke onderwerpen op opleidingsniveau nader worden geregeld in de studiegids. De faculteits-OER wordt vastgesteld door de faculteitsdirectie. Fraude Het bedrieglijk handelen door een examinandus, dat er op gericht is het vormen van een juist oordeel omtrent zijn kennis, inzicht en vaardigheden, geheel of gedeeltelijk onmogelijk te maken. Getuigschrift Bewijs van met goed gevolg afgelegd examen. Zie: diploma Hoofdfase De post-propedeutische fase, die met een afsluitend examen wordt afgerond. Deze fase omvat 180 EC en bestaat uit een major en een profileringsruimte . HU Onderwijscatalogus Openbaar register waarin het totale aanbod van opleidingen, majors, minors en keuzecursussen binnen de hogeschool wordt beschreven, inclusief de profileringsmogelijkheden, doelgroep en eventuele instroomeisen. Instituut voor Communicatie Instituut waar alle opleidingen van de Hogeschool Utrecht onder vallen die opleiden tot een Bachelor of Communication. Momenteel zijn dit de opleidingen Communicatiemanagement, Bedrijfscommunicatie, International Communication and Media en Digitale Communicatie en de Associate Degree Communicatie Eventmanagement.
Major: Het onderdeel van de hoofdfase dat bestaat uit verplichte onderwijseenheden alsmede een aantal nader omschreven, aan de major gerelateerde, keuzecursussen. Zie ook: profileringsruimte Minor Een samenhangend pakket van onderwijseenheden van 30 EC dat studenten kunnen volgen binnen of buiten de eigen opleiding, om de profileringsruimte te vullen. Dit kan aan faculteiten van het hoger onderwijs die daartoe een programma hebben ontwikkeld maar het is ook mogelijk dat studenten zelf een pakket samenstellen. Voor advisering over de te kiezen minor wendt de student zich in eerste instantie tot zijn studieloopbaanbegeleider. Kiest hij ervoor om zelf een pakket samen te stellen, dan dient dit pakket ter goedkeuring worden voorgelegd aan de examencommissie. Om een minor te kunnen laten tellen als onderdeel van de opleiding is toestemming vereist van de examencommissie. Studenten van buiten kunnen aan onze opleiding eveneens een minorprogramma ter waarde van 30 EC volgen om de profileringsruimte uit hun studie te vullen. Module: Zie: cursus Moduleboek/ syllabus Het door de opleiding uitgegeven boek, behorende bij een module waarin, naast de inhoud van de module en te maken opdrachten, de afrondingsvoorwaarden vermeld staan. Deze staan ook op module-pagina’s van het intranet. Tot en met 2004 werd door de opleiding de term module gebruikt. Vanaf september 2005 wordt hiervoor het begrip cursus gebruikt. Moduleperiode Een onderwijsperiode van tien lesweken, inclusief een tentamen- of zogenaamde afrondingsperiode. Tussenliggende vakanties tellen hierbij niet mee. Vanaf 2005 wordt gesproken over lesperioden of cursusperioden. Onderwijseenheid Zie: cursus Opdracht De afsluitende beoordeling van een onderwijseenheid. Een opdracht kan onderverdeeld zijn in deelopdrachten. Als de opdracht met goed gevolg is afgelegd worden de EC van de desbetreffende onderwijseenheid toegekend. Opdrachten moeten worden ingeleverd op een van te voren vastgesteld tijdstip. In sommige cursussen worden vooral praktisch inzicht en vaardigheden getoetst: praktijkopdrachten. Zie ook: praktijkopdracht Opleidingscommissie De vertegenwoordiging van studenten (en docenten) van de opleiding, conform artikel 10.3 WHW, belast met het adviseren van de instituutsdirectie over alle aangelegenheden die het onderwijs van de opleiding aangaan. Opleiding (cq. leerroute) Een samenhangend geheel van cursussen, gericht op de verwezenlijking van welomschreven doelstellingen op het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden waarover degene die de opleiding voltooit, dient te beschikken. Opleidingen zijn voltijds, deeltijds of duaal ingericht. Plagiaat Het onrechtmatig kopiëren en gebruiken van andermans kennis. Plagiaat wordt beschouwd als fraude. Zie: Fraude Portfolio De portfolio is een (virtuele) map waarin een student zijn of haar studievoortgang bijhoudt. De portfolio bevat een overzicht van behaalde studieresultaten en een aantal proeven van bekwaamheid (verhalen, gespreksverslagen, ingevulde vragenlijsten enz). De portfolio vormt de basis van het regelmatige overleg met de studieloopbaanbegeleider/mentor.
Post-propedeuse De hoofdfase van de opleiding, bestaande uit major en profileringsruimte, samen 180 EC-punten (= drie studiejaren). Praktijkopdracht Beoordeling van met name praktisch inzicht en vaardigheden bij een cursus. Een praktijkopdracht kan verschillende vormen aannemen: • Presentaties • Verslagen • Onderwijsleergesprekken • Persoonlijke input van een student • Producties • Een combinatie van bovenstaande Praktijktoets Een praktisch tentamen. Dit tentamen kan ingezet worden als herkansing van een praktijkopdracht Profileringsruimte Het onderdeel van de hoofdfase van een opleiding dat de student naar eigen inzicht kan invullen met het aanbod uit de HU Onderwijscatalogus dan wel met een minor en/of losse keuzecursussen van instellingen voor hoger onderwijs buiten de hogeschool, mits daarvoor de goedkeuring van de examencommissie wordt verkregen. Propedeutische fase De aan de hoofdfase van een opleiding voorafgaande fase die, tenzij de faculteits-OER daaromtrent anders bepaalt, wordt afgesloten met het propedeutisch examen. Deze fase die 60 EC-punten omvat, heeft een oriënterende, selecterende en eventueel verwijzende functie. Semester Onderwijsperiode van 20 weken waarmee gewerkt wordt in de bama-structuur. Een semester kan verdeeld worden in twee periodes van 10 weken. Sharepoint Sharepoint is een intranet. Sharepoint biedt daarbij veel mogelijkheden voor samenwerken en om informatie te delen. Als je naar de link https://www.hu-sharepoint.nl gaat, kom je op het Sharepoint Portaal. Hier staat allerlei informatie over de hogeschool en de opleiding. STAF-bureau Stage- en Afstudeerbureau Stage Periode van praktijkoefening bij een externe instantie. Stagebegeleider De door de opleidingsdirectie benoemde persoon belast met de begeleiding van stagiair(e)s. Stagebureau De instantie belast met de organisatie en coördinatie van stages binnen de opleiding Student Degene die, conform artikel 7.32 e.v. WHW of andere wettelijke regelingen, als student aan de hogeschool is ingeschreven. De rechten en de plichten van de student zijn beschreven in het door het College van bestuur vastgestelde studentstatuut HU. Studentendecaan De functionaris als bedoeld in artikel 7.34 lid 1 sub d WHW, die tot taak heeft studenten te adviseren, begeleiden en waar nodig hun belangen te behartigen, en voorts op zijn/haar werkterrein een signalerende en adviserende rol binnen de faculteit en de hogeschool vervult.
Studieadvies Advies over het al dan niet voortzetten van de studie, dat in de loop van de propedeutische fase aan de student wordt gegeven. Aan dit advies kan een afwijzing verbonden zijn. Ook wel aangeduid als bindend studieadvies (BSA) of bindend negatief studieadvies (BNS). Studiegids De door de afdelingsdirectie vastgestelde informatiegids voor studenten van één of meer opleidingen. De studiegids omvat mede de opleidings-OER, die een uitwerking en invulling van de faculteits-OER op opleidingsniveau vormt. De studiegids verschijnt op sharepoint, verschijningsdatum uiterlijk 31 augustus. Studiejaar Het tijdvak dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daarop volgende jaar. Studieloopbaanbegeleider Mentor, coach of andere voor studiebegeleiding aangewezen functionaris. Het is een medewerker van de opleiding die is belast met het toezicht op de studievoortgang van studenten gedurende de propedeuse en hoofdfase, en studenten adviseert bij belangrijke keuzes zoals afstudeerrichting, stage, vrije profileringsruimte, thema en afstudeeropdracht. Elke student heeft een studieloopbaanbegeleider. Studieplan Plan waarin de keuzes van de student gedurende de hele studie wordt vastgelegd, in het bijzonder het te volgen onderwijs in jaar 3 en 4. Het studieplan wordt in overleg met en na goedkeuring door de studieloopbaanbegeleider vastgesteld. Studiepunt De studielast wordt uitgedrukt in studiepunten (EC’s), waarbij één EC staat voor 28 studie-uren. Een studiepunt wordt toegekend als een cursus met goed gevolg is afgelegd. Zie ook: EC Surveillant Degene die namens de examencommissie is aangewezen om toe te zien op een ordelijk verloop van de tentamens. Tentamen (of Toets) De afsluitende beoordeling van een onderwijseenheid. Een tentamen kan onderverdeeld zijn in deeltentamens. Als het tentamen met goed gevolg is afgelegd worden de EC van de desbetreffende onderwijseenheid toegekend. Tentamenperiode Periode waarin tentamens worden gemaakt, en (praktijk)opdrachten worden afgerond en ingeleverd. Bij de opleiding Digitale Communicatie ook wel afrondingsperiode genoemd. Thema Een thema is 30 EC aan onderwijs in jaar 3 en/of 4, en bestaat uit 3 delen: een domeindeel (10 EC), een roldeel (10 EC) en 10 EC aan projectwerk. Studenten dienen zelf te kiezen voor welk domein of rol zij kiezen. Voor de lichtingen 2000 t/m 2002 is een thema een verdieping van 30 EC op een bepaald domein of rol. Voltijdse opleiding Een voltijdse opleiding is een opleiding die is ingericht zonder dat rekening is gehouden met het verrichten van andere werkzaamheden dan onderwijsactiviteiten. Werkzaamheden in de vorm van stages zijn onderdeel van het onderwijsprogramma van de opleiding en kunnen dus studiepunten opleveren. De student komt conform de WSF 2000 in aanmerking voor studiefinanciering. Week Een periode van zeven aaneengesloten dagen, met uitzondering van algemeen erkende feestdagen en (voor wat betreft de bezwaar- en beroepstermijnen) het jaarlijks door het College van Beroep vastgestelde zomerreces.
Weven Het tegelijkertijd toegang hebben tot het onderwijs en de tentamens in meer dan één opleidingsfase dan wel in meer dan één studiejaar. WHW De Wet op het Hoger onderwijs en het Wetenschappelijk onderzoek, zoals gepubliceerd in Staatsblad 1992 nr. 593, inclusief latere aanvullingen en wijzigingen. Workshops Onderwijsactiviteiten die in combinatie met een eindopdracht of tentamen een vervanging of aanvulling kunnen zijn van een cursus. Workshops zijn een extra inspanning van de opleiding en zijn daarom niet altijd opgenomen in het jaarrooster en de studiegids. De examencommissie kan deelname aan workshops verplicht stellen. WSF 2000 De Wet op de Studiefinanciering 2000 inclusief latere aanvullingen en wijzigingen.
Paragraaf 2. ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 2 Reikwijdte van deze onderwijs- en examenregeling 1. Deze regeling is van toepassing op de initiële bacheloropleiding Digitale Communicatie van de Faculteit Communicatie en Journalistiek. 2. Waar in deze regeling over examens of tentamens wordt gesproken, zijn daaronder telkens mede te verstaan de onderdelen van een examen of een tentamen die afzonderlijk door een deeltentamen worden beoordeeld. 3. Deze regeling geldt voor alle voltijd- en deeltijdstudenten voor zover uit de tekst niet het tegendeel blijkt. Deze regeling is alleen op een extraneus van toepassing, voor zover de bepalingen van belang zijn met het oog op de inhoud en het afleggen van tentamens of examens.
Artikel 3 Openbaarheid De instituutsdirectie draagt er zorg voor, dat tijdig voor de aanvang van het studiejaar, in elk geval vóór 1 september van het bedoelde studiejaar en zodanig dat de aanstaande student zich een goed oordeel kan vormen omtrent inhoud en inrichting van het onderwijs en van de examens, een (digitale) studiegids beschikbaar is, waarin opgenomen: • het onderwijsaanbod van de opleiding; • de onderwijs- en examenregeling van de opleiding, waaronder in elk geval begrepen is de nadere regeling van het bindend studieadvies in de propedeutische fase en, indien van toepassing, de nadere regeling rond beperking van de toegang tot de afstudeerrichtingen; • het globale jaarprogramma.
Paragraaf 3. EXAMENCOMMISSIES
Artikel 4 Instelling, taken en werkwijze 1. De faculteitsdirectie benoemt ten behoeve van de opleiding Digitale Communicatie een examencommissie, voor een in het benoemingsbesluit aangegeven periode. 2.
Naast de elders in deze regeling genoemde taken en bevoegdheden is de examencommissie belast met: a. de uitoefening van het toezicht op het afnemen van tentamens en examens; b. de vaststelling van een regeling ten behoeve van de goede gang van zaken tijdens de tentamens en examens; c. de vaststelling en bekendmaking van data en tijdstippen voor het afleggen van de tentamens en examens d. de vaststelling en bekendmaking van de uitslag van de tentamens en examens; e. het verlenen van de vereiste goedkeuring aan een door de student zelf samengesteld programma; f. het (laten) verrichten van de (aanvullende) onderzoeken met betrekking tot de vooropleidingseisen; g. de rapportages met betrekking tot de gang van zaken tijdens examens, de uitslag van examens alsook de toepassing van het bindend studieadvies; h. het verlenen van vrijstellingen voor één of meer cursussen (of onderdelen daarvan) van een opleiding, mede in het kader van eerder/ elders verworven competenties (EVC’s).
3.
De examencommissie neemt besluiten bij gewone meerderheid van stemmen. Als de stemmen staken, beslist de voorzitter inzake het te nemen besluit. Bij toepassing van de regels uit deze Onderwijs- en Examenregeling neemt de examencommissie de beginselen van de redelijkheid en billijkheid in acht.
4.
Besluiten van de examencommissie worden in notulen vastgelegd. De notulen worden ten minste door of namens de voorzitter gefiatteerd. Schriftelijke stukken, ter uitvoering of nadere invulling van besluiten van de examencommissie, worden ten minste door of namens de voorzitter ondertekend.
5.
De vergaderingen van de examencommissie zijn niet openbaar, tenzij de voorzitter hierover anders beslist. De voorzitter kan niet-leden uitnodigen een vergadering van de commissie bij te wonen en aan de beraadslagingen deel te nemen. Niet-leden hebben geen stem in de besluitneming van de commissie.
6.
De taken en bevoegdheden met betrekking tot de organisatie, logistiek en coördinatie van de examens en tentamens heeft de examencommissie gemandateerd aan de instituutsdirecties.
7.
De examencommissies brengen aan het eind van elk studiejaar schriftelijk verslag uit aan de faculteitsdirectie. Dit verslag bevat tenminste een omschrijving van de werkwijze alsmede van de aard en het aantal door de examencommissie genomen besluiten, waaronder in ieder geval worden begrepen het aantal uitgebrachte bindende studieadviezen en het aantal op bezwaar genomen besluiten.
8.
De examencommissie is bevoegd examinatoren aan te wijzen, die de commissie desgevraagd inlichtingen verstrekken. De examencommissie kan de examinatoren richtlijnen en aanwijzingen geven met betrekking tot: a. de beoordeling van degene die een tentamen aflegt en b. de vaststelling van de uitslag van een tentamen.
Artikel 5 Samenstelling en benoeming 1. De faculteitsdirectie benoemt de leden van de examencommissie uit het personeel dat met het verzorgen van het onderwijs in die opleiding of groep van opleidingen is belast. Bij de benoeming wordt ook aangegeven wie van de leden voorzitter en plaatsvervangend voorzitter zijn. Voorts kan de faculteitsdirectie een ambtelijk secretaris benoemen.
2. Een examencommissie bestaat ten minste uit een voorzitter en twee leden waaronder de plaatsvervangend voorzitter. Artikel 6 Verzoekprocedure examencommissie 1. De student die belang meent te hebben bij een beslissing door de examencommissie op grond van de onderwijs- en examenregeling, dient daartoe tijdig een schriftelijk verzoek in bij de examencommissie. 2. Het verzoekschrift wordt ondertekend en bevat tenminste: naam en adresgegevens van de afzender; de redenen van het verzoek; eventuele bewijsstukken. 3. De examencommissie kan verlangen dat het verzoek nader wordt gemotiveerd en/of met bewijsstukken onderbouwd, alvorens een beslissing te nemen. 4. De examencommissie maakt tijdig, doch uiterlijk binnen 15 werkdagen na ontvangst van het verzoek haar beslissing schriftelijk aan de aanvrager bekend. 5. Tegen beslissingen als bedoeld in dit artikel staan bezwaar en beroep open conform artikel 45 van de faculteits-OER.
Paragraaf 4. VOOROPLEIDINGSEISEN
Artikel 7. Toelating tot de opleiding Digitale Communicatie 1. Gediplomeerden van VWO en HAVO tweede fase kunnen met de onderstaande profielen tot de opleiding toegelaten worden. Gediplomeerden met MBO niveau 4 zijn zonder meer toelaatbaar. Voor buitenlandse studenten geldt een staatsexamen NT2-diploma. Profiel Natuur en techniek Natuur en gezondheid Cultuur en maatschappij Economie en maatschappij 2.
3.
HAVO Economie 1 vereist Economie 1 vereist Economie 1 vereist
VWO Economie 1 vereist Economie 1 vereist Economie 1 vereist
Geen eisen
Geen eisen
De bezitter van een getuigschrift van een met goed gevolg afgelegd propedeutisch examen aan een hogeschool of universiteit, en degene aan wie de graad Bachelor of Master is verleend, is vrijgesteld van de in artikel 7 lid 1 gestelde vooropleidingseis. Studenten die zich na 1 september aanmelden moeten een schriftelijk verzoek indienen bij de instituutsdirectie om in dat lopende studiejaar nog toegelaten te worden. De examencommissie geeft een inhoudelijk advies.
Artikel 8. Toelatingsonderzoek 21+ De faculteitsdirectie kan personen van eenentwintig jaar of ouder, die niet voldoen aan de in de art. 7a, 7b en 7c gestelde vooropleidingseisen, van die vooropleidingseisen vrijstellen, indien zij bij een onder de verantwoordelijkheid van de examencommissie te verrichten onderzoek, blijk hebben gegeven van: a. geschiktheid voor het desbetreffende onderwijs en b. van voldoende beheersing van de Nederlandse taal voor het met vrucht kunnen volgen van dat onderwijs.
Paragraaf 5. INRICHTING VAN DE OPLEIDING
Artikel 9. Doel en inhoud van de opleiding Digitale Communicatie 1. De opleiding Digitale Communicatie is een vierjarige HBO-opleiding op het gebied van het ontwerpen, bouwen en implementeren van communicatiesystemen, die bedoeld zijn om interactie met specifieke gebruikers en/of doelgroepen tot stand te brengen of te optimaliseren. 2.
De inhoud van de onderwijsactiviteiten heeft betrekking op één of meer van de volgende vakgebieden: organisatie, communicatie, multimedia en techniek. Ze worden vertegenwoordigd in de onderstaande afstudeerrichtingen: • Communication & Multimedia Design • Communicatiesystemen Voor meer informatie: zie hoofdstuk 3 van de studiegids
Artikel 10 Inrichting en organisatie van de opleiding Digitale Communicatie Zie hoofdstuk 4 van de studiegids Artikel 11 Studiegids In de studiegids van de opleiding Digitale Communicatie die jaarlijks bij aanvang van het studiejaar gepubliceerd wordt, is in elk geval opgenomen: • De geldende onderwijs- en examenregeling (opleidingsspecifieke deel); • De criteria voor een bindend studieadvies; • Het reglement met betrekking tot de procedure rondom stage en afstuderen. Criteria voor de stage en het afstuderen zelf staan in de stage- en afstudeergids; • Het reglement met betrekking tot het afstudeertraject en een overzicht van alle onderwijsactiviteiten die (voor een bepaalde jaargroep studenten) leiden tot het behalen van het einddiploma; • Een jaarrooster voor de cursussen; • Een beschrijving van iedere cursus, welke in OSIRIS gepubliceerd wordt en die ten minste aangeeft: ¾ of de cursus deel uitmaakt van de propedeuse dan wel de hoofdfase; ¾ wat de instroomeisen zijn voor de cursus; ¾ welke toetsingsvorm er wordt gehanteerd; ¾ de aanwezigheidsregeling, en indien van toepassing wat de afrondingsvoorwaarden zijn, voor het met goed gevolg afronden van de cursus; ¾ de studielast uitgedrukt in hele studiepunten; ¾ De criteria voor het toekennen van beoordelingen. Artikel 12 Propedeutische fase 1. De propedeuse heeft de volgende doelen : • Het oriënteren van de student op de opleiding • Het toetsen op geschiktheid van de student voor de opleiding • Het verwerven van inhoudelijke en praktische kennis, die een basis vormt voor het vervolg van de opleiding en, indien van toepassing, de keuze voor een afstudeerrichting 2.
Voor het behalen van het propedeusediploma moeten 60 EC worden behaald. In de studiegids staat vermeld welke cursussen leiden tot het behalen van het propedeusediploma. (zie ook artikel 13 en 13a)
Artikel 13 Procedure bij de totstandkoming van het bindend studieadvies 1. Het bindend studieadvies bevat: a. De gronden waarop het is gebaseerd; b. De eventuele duur van de afwijzing; c. Zo mogelijk een verwijzingsadvies; d. De mogelijkheden van beroep voor de student Het bindend studieadvies wordt ondertekend door of namens de voorzitter van de examencommissie. Het wordt binnen een week na de ondertekening aangetekend aan de student verzonden of persoonlijk uitgereikt.
2.
De examencommissie neemt, na hierover advies te hebben ingewonnen van de studentendecaan, bij het uitbrengen van het bindend studieadvies de volgende bijzondere persoonlijke omstandigheden van de desbetreffende student in acht: • Ziekte; • Lichamelijke, zintuiglijke of andere functiestoornis; • Zwangerschap; • Bijzondere familieomstandigheden, waaronder begrepen de bijzondere omstandigheden van degene met wie de aanvrager samenwoont of een LAT-relatie onderhoudt; • Het lidmaatschap van de centrale medezeggenschapsraad en/of een faculteitsmedezeggenschapsraad en/of een opleidingscommissie. • Het lidmaatschap van het bestuur van een, krachtens de Steunfondsregeling studenten HU door het CvB erkende, studentenorganisatie, dan wel van een daarmee vergelijkbare organisatie van enige omvang; • Bijzondere persoonlijke omstandigheden. De student dient een studievertraging, ontstaan door een of meer van bovengenoemde persoonlijke omstandigheden, zo spoedig mogelijk te melden bij zowel de studieloopbaanbegeleider als de studentendecaan.
3.
Bij de totstandkoming van het studieadvies en de eventueel daaraan gekoppelde afwijzing wordt de volgende procedure in acht genomen: • Bij de aanvang van het eerste jaar wordt door de studieloopbaanbegeleiders aan de studenten uitdrukkelijk informatie gegeven over het voorlopige studieadvies (zie hieronder) en het mogelijke bindend studieadvies. Daarbij wordt ook gewezen op de rol van de studentendecaan in de procedure. • Halverwege het eerste jaar van inschrijving ontvangen de studenten een schriftelijk voorlopig studieadvies van de examencommissie over de voortzetting van de studie voor de propedeuse. Aan dit advies wordt door de examencommissie een voorlopig negatief studieadvies verbonden (waarschuwing), wanneer op grond van de geregistreerde studievoortgang moet worden geconstateerd dat niet is voldaan aan de studievoortgangsnorm voor het desbetreffende deel van het eerste jaar. In dit tussentijds advies wordt bij een negatief studieadvies nadrukkelijk verwezen naar de studieloopbaanbegeleider en de studentendecaan. • Het voorlopige negatieve studieadvies wordt gevolgd door een schriftelijk vastgelegde afspraak tussen de student en zijn studieloopbaanbegeleider over studieplanning en begeleiding. Deze afspraak is gericht op een zodanige studievoortgang, dat de student alsnog aan de norm kan voldoen. • De examencommissie stelt de student in de gelegenheid te worden gehoord alvorens definitief te besluiten tot een afwijzing.
4.
Tegen de afwijzing kan de student beroep instellen bij het College van Beroep HU, binnen dertig dagen na dagtekening van het schrijven waarin de afwijzing is vervat.
5.
Een student die geen bindend negatief advies heeft ontvangen ten aanzien van de voortzetting van de opleiding, maar nog niet het propedeutisch examen heeft behaald, kan een aanvang maken met bepaalde (deel)onderwijseenheden in de hoofdfase, vast te stellen door of namens de instituutsdirectie en vast te leggen in een studievoortgangsplanning.
Artikel 13a 1.
Normering bindend studieadvies bij de opleiding Digitale Communicatie
Voltijd Aan het studieadvies dat aan het einde van het eerste jaar van inschrijving wordt uitgebracht, verbindt de examencommissie een afwijzing, inhoudende dat de student niet meer aan de hogeschool voor dezelfde opleiding als student of extraneus kan worden ingeschreven (bindend studieadvies), in geval: • De student de propedeutische fase nog niet heeft voltooid en minder dan 50 EC heeft behaald. Deze 50 EC dienen behaald te worden door het met goed gevolg afleggen van cursussen uit het propedeuseprogramma, of in geval • De student een onvoldoende heeft behaald voor de cursus SLB.
Voor de bepaling van de norm voor het bindend studieadvies tellen cijferoverzettingen en/of vrijstellingen niet mee. Indien een student een dusdanig aantal EC aan vrijstellingen heeft, waardoor het onmogelijk is om de norm te halen, dient de student binnen één jaar zijn Propedeuse te behalen. 2.
3,5 jarige (MBO) route De genoemde regeling bij 1 is ook van toepassing op studenten in de 3,5 jarige (MBO) route, in dier voege dat een student die in de propedeutische fase minder dan 25 EC heeft behaald aan het eind van het eerste jaar van inschrijving, van de examencommissie een bindend negatief advies van de examencommissie ontvangt ten aanzien van het voortzetten van de opleiding.
Artikel 13b. Reikwijdte bindend studieadvies Een student die een bindend negatief studieadvies van de opleiding Digitale Communicatie heeft ontvangen kan niet meer aan de hogeschool voor dezelfde opleiding als student of extraneus worden ingeschreven, voorts kan hij niet worden ingeschreven voor de opleiding Bedrijfscommunicatie en International Communication and Media.
Artikel 14. Studiebegeleiding en studievoortgang 1. De instituutsdirectie voorziet in mogelijkheden voor studiebegeleiding en studievaardigheidstraining van de studenten die bij de opleiding zijn ingeschreven, mede ten behoeve van hun oriëntatie, op mogelijke studiewegen buiten de opleiding. 2. De instituutsdirectie belast de managers onderwijs met het toezicht op de studiebegeleiding van individuele studenten gedurende alle leerjaren. 3. De opleidingsmanagers delegeren een gedeelte van de studiebegeleidingstaak in de propedeuse van de voltijd- en duale opleiding naar studieloopbaanbegeleiders; en voor de deeltijdopleiding naar de coördinator deeltijd. 4. Studenten hebben in het eerste en tweede studiejaar ten minste twee studievoortgangsgesprekken met hun studieloopbaanbegeleider, gekoppeld aan de portfoliobegeleiding. Dit geldt niet voor de deeltijdstudent. In jaar drie en vier hebben zij tenminste één studievoortgangsgesprek. 5. Indien de student dit wenst heeft hij of zij ook, afgezien van de uitnodiging genoemd in lid 4 de mogelijkheid om een gesprek aan te vragen met de studieloopbaanbegeleider. 6. De student die een voorwaardelijk advies om de studie voort te zetten heeft ontvangen, stelt in overleg met de studiecoördinator een studievoortgangscontract op, op basis waarvan de individuele studieplanning tot stand komt. De student is gehouden aan dit studievoortgangscontract. Toegang tot tentamens buiten de afspraken of in tegenspraak met afspraken zoals vastgelegd in het studievoortgangscontract is niet mogelijk. Artikel 15 Studievoortgangscontrole ingevolge de Wet op de Studiefinanciering Ingevolge de Wet op de Studiefinanciering wordt ten dienste van de studievoortgangscontrole, indien van toepassing, de telling van de behaalde EC in een studiejaar verricht aan de hand van de afgeronde onderwijseenheden en de deeltentamens die met een voldoende waardering zijn afgesloten van de nog niet afgeronde onderwijseenheden. Conform de besluiten van de Minister van OC&W worden vrijstellingen bij deze telling niet meegenomen. Artikel 16 Toelating tot de post-propedeutische fase bij de opleiding Digitale Communicatie 1. Iemand wordt slechts als student ingeschreven voor de post-propedeutische fase (hoofdfase) van de opleiding, als hij in het bezit is van een getuigschrift van het met goed gevolg afgelegde propedeutisch examen van de opleiding. Indien een student vrijstelling heeft gekregen van het afleggen van het propedeutisch examen van de opleiding, wordt het bewijs van die vrijstelling voor de inschrijving voor de hoofdfase van de opleiding gelijkgesteld aan het propedeutisch getuigschrift. Een propedeutisch getuigschrift wordt in dat geval niet verstrekt. 2. Het propedeutisch getuigschrift van de volgende opleidingen geeft vrijstelling voor de propedeuse van Digitale Communicatie en direct toegang tot de hoofdfase. Tot welke van de drie afstudeerrichtingen in de hoofdfase het eerder behaalde propedeutisch getuigschrift toegang geeft, is afhankelijk van de inhoud van het propedeusecurriculum van de betreffende opleiding.
3.
4.
• Bedrijfskundige Informatica • Communicatie • Communicatiesystemen • Communication & Multimedia Design • Informatica • Information Engineering • Interactieve Media • Mediatechnologie • Technische Informatica Het propedeutisch getuigschrift van andere opleidingen geeft niet automatisch recht op vrijstelling van de gehele propedeutische fase. Hiervoor kunnen vrijstellingen per individuele onderwijseenheid aangevraagd worden. Kopie van een propedeutisch getuigschrift dient binnen de gestelde termijn, zoals genoemd in artikel 29a, in het bezit te zijn van de examencommissie. Deelname aan activiteiten in de hoofdfase kan worden toegestaan, zonder in het bezit te zijn van het propedeutisch getuigschrift, indien men minimaal 50 EC van het propedeuseprogramma met goed gevolg heeft afgelegd Vanaf lichting 2002 mag een student in de hoofdfase maximaal een half jaar studievertraging hebben. Een student met meer dan een half jaar studievertraging stelt een contract op met de studieloopbaanbegeleider dat beide partijen ondertekenen. In dat contract staat beschreven hoe de student tijdens het studiejaar minimaal 75 EC wil gaan halen, waardoor de vertraging tot maximaal een kwart jaar wordt teruggebracht. Indien halverwege het studiejaar de helft van het vastgelegde aantal EC nog niet is behaald, volgt een gesprek tussen student en manager onderwijs. Studenten van lichting 2001 en eerder stellen ongeacht de omvang van hun studievertraging bij aanvang van het studiejaar een studiecontract op met hun studieloopbaanbegeleider. Indien halverwege het studiejaar blijkt dat minder dan 10 EC zijn behaald, volgt een gesprek tussen student en de manager onderwijs.
Artikel 17 Post-propedeutische fase/ hoofdfase De post-propedeutische fase van elke opleiding, ook wel hoofdfase genoemd, bevat een major en een profileringsruimte. De major en de profileringsruimte bevatten in totaal 180 EC. De profileringsruimte kan gevuld worden met een minor of met keuzevakken, binnen of buiten de eigen faculteit. Het pakket waarmee de student de profileringsruimte vult behoeft de voorafgaande goedkeuring van de examencommissie. Artikel 18 Inrichting hoofdfase van de opleiding Digitale Communicatie Zie hoofdstuk 4.3 van de studiegids
Paragraaf 6. INRICHTING TENTAMENS EN EXAMENS
Artikel 19 Organisatie examens en tentamens 1. De instituutsdirectie draagt zorg voor: • Bekendmaking van plaats en tijdstip van een tentamen. Bekendmaking geschiedt twee weken voor aanvang van de toetsweken. • Instructie en benodigdheden voor de surveillanten. • Bewaren van alle opgaven, normen en gemaakt werk van een tentamen voor een periode van ten minste 6 maanden en bovendien, in geval van beroep tegen de uitslag van het examen of examenonderdeel, gedurende de periode waarin nog niet op dat beroep is beslist. • Het bewaren van het verslag van het verloop tijdens een tentamen voor een periode van ten minste 6 maanden. • Het bewaren van de uitslag van een tentamen voor een periode van ten minste 30 jaar. • Ontvangst van aanvragen, bekendmaking van het oordeel van de examencommissie en de registratie met betrekking tot vrijstellingen.
Artikel 20 Tentamenmogelijkheden 1. Een student kan in hetzelfde studiejaar voor dezelfde cursus ten hoogste voor twee tentamenmogelijkheden inschrijven. 2.
De opleiding kent vier lesperioden. Per schooljaar zijn er vijf momenten waarop tentamens plaatsvinden: aan het eind van iedere lesperiode en een vijfde maal, uiterlijk 25 werkdagen volgend op de afsluiting van de vierde lesperiode. In de studiegids staan de exacte periodes vermeld waarin tentamens en herkansingstentamens kunnen worden afgelegd.
3.
Een student kan uitsluitend deelnemen aan een tentamen indien hij in lesweek 4 of 5 voorafgaand aan de tentamenperiode is ingeschreven voor dat tentamen en voldoet aan de instroomeisen van die cursus. Voor studenten die zich inschrijven voor een tentamen staat de inschrijving gelijk aan het gebruik maken van die tentamenkans.
4.
Herkansing van een afgelegd tentamen is slechts mogelijk als de beoordeling van het desbetreffende (onderdeel van) het tentamen onvoldoende is. Bij deelname aan een herkansing vervallen alle eerdere beoordelingen.
5.
De student die staat ingeschreven voor een tentamen maar daaraan niet deelneemt, verliest een tentamenmogelijkheid.
6.
Bij wijziging van de inhoud van een (deel)onderwijseenheid dient de student een (deel)tentamen af te leggen over de nieuwe inhoud van de (deel)onderwijseenheid, tenzij de examencommissie anders beslist.
7.
In geval van niet-deelname aan een tentamen of (praktijk)opdracht door overmacht kan de examencommissie op verzoek van de student een extra tentamenmogelijkheid toekennen. Van overmacht is sprake als zich één of meer van de volgende omstandigheden voordoen: • Ziekte; • Lichamelijke, zintuiglijke of andere functiestoornis; • Zwangerschap; • Bijzondere familieomstandigheden, waaronder begrepen de bijzondere omstandigheden van degene met wie de aanvrager samenwoont of een LAT-relatie onderhoudt; • Andere situaties waarin de student door overmacht, zulks ter beoordeling door de examencommissie, niet heeft kunnen deelnemen aan tentamens dan wel het onderwijs dat daaraan ten grondslag ligt.
8.
Wanneer de student een onvoldoende haalt voor een practicum, moet hij het practicum overdoen. In dat geval kan een tweede kans binnen een studiejaar niet gegarandeerd worden.
9.
Wanneer de examencommissie (al dan niet na een klacht) tot de conclusie is gekomen dat zich bij het afnemen van een toets onregelmatigheden hebben voorgedaan die buiten de schuld van de studenten liggen, kan de examencommissie besluiten tot het inlassen van een extra tentamenmogelijkheid of bijvoorbeeld wijzigingen aanbrengen in de normering. Het is mogelijk dat bij een extra tentamenkans in het belang van studenten wordt afgeweken van de regel dat tentamendata uiterlijk twee weken van tevoren bekend moeten zijn.
Artikel 21 Vorm en inhoud tentamens bij Digitale Communicatie Aan elke onderwijseenheid is een tentamen verbonden. Een tentamen kan bestaan uit meerdere deeltentamens.
Artikel 22 Beoordeling van tentamens bij Digitale Communicatie Waar in artikel 22 lid 1 tot en met lid 5 tentamen staat, wordt uiteraard ook (praktijk)opdracht bedoeld. 1. De beoordeling van een tentamen geschiedt door een examinator. 2. De beoordeling van een tentamen geschiedt aan de hand van de doelstellingen zoals geformuleerd op het intranet van de betreffende onderwijseenheid of in de fysieke studentenhandleiding. 3. Indien een tentamen, al dan niet tegelijkertijd, door meer dan één examinator wordt afgenomen, dan zien de instituutsdirectie en het cursusteam er op toe dat die examinatoren beoordelen aan de hand van dezelfde normen. 4. De beoordeling van een tentamen wordt uitgesproken in de kwalificaties 1 t/m 10, afgerond naar tienden van cijfers. Studiepunten voor een onderwijseenheid worden pas toegekend indien aan alle afrondingsvoorwaarden is voldaan en beoordeeld is met een 5,5 of hoger. 5. Bij de beoordeling van de praktijkopdracht van een onderwijseenheid kan voldoende actieve deelname een rol spelen. Deze eis dient geformuleerd te zijn in de omschrijving van de onderwijseenheid op het intranet van de betreffende onderwijseenheid of in de studiegids.
Artikel 23 1.
2.
3.
Bekendmaking, inzage en registratie van het tentamenresultaat bij Digitale Communicatie Uiterlijk binnen 15 werkdagen na afsluiting van de tentamenperiode wordt, behoudens door de instituutsdirectie aangewezen bijzondere gevallen, de uitslag aan de examinandus bekend gemaakt door of namens de examencommissie of examinator. Uiterlijk 15 werkdagen na afsluiting van de tentamenperiode vindt een nabespreking plaats, op een door de examencommissie of de examinator te bepalen tijdstip, waarbij de student inzicht krijgt in de beoordeling. Dit is het enige moment waarop de student de beoordeling van het examenonderdeel kan bespreken. De student ontvangt eenmaal per studiejaar een overzicht van de tot dan toe behaalde resultaten.
Artikel 24 Voorzieningen 1. In geval van een handicap kan een student de opleiding verzoeken voorzieningen te treffen tijdens een tentamen, waardoor de student naar redelijkheid de gelegenheid krijgt aangeboden een tentamen op aangepaste wijze af te leggen. Onder handicap wordt onder meer verstaan: astma, auditieve handicap, chronische vermoeidheid, dyslexie, epilepsie, meervoudig lichamelijke handicap, motorische aandoeningen, nierproblemen, psychische stoornissen, rugklachten, reumatische klachten, spierziekten, spraakaandoeningen, visuele handicap, RSI en whiplash. Een verzoek tot voorzieningen dient uiterlijk voor het sluiten van de inschrijftermijn voorafgaand aan de tentamenperiode, bij de examencommissie te worden ingediend. 2. Studenten met een dyslexieverklaring kunnen bijvoorbeeld bij de examencommissie een verklaring krijgen op grond waarvan ze over elk tentamen een half uur langer mogen doen dan de tijd die ervoor staat. Ditzelfde geldt voor meertalige studenten die bij de examencommissie kunnen aantonen dat het Nederlands niet hun moedertaal is. 3. De desbetreffende student moet de examencommissie verzoeken een voorziening te
treffen ten aanzien van het in de vorige leden gestelde. Een verzoek dient schriftelijk, met redenen omkleed en zo mogelijk van bewijsstukken voorzien, bij de examencommissie te worden ingediend. Artikel 25 Legitimatieplicht bij tentamens 1. Voor deelname aan tentamens is het verplicht om een geldige collegekaart te tonen. 2. Indien een student geen geldige collegekaart kan tonen, is deelname aan tentamens alleen mogelijk door het tonen van een tentamenpas in combinatie met een geldig legitimatiebewijs. 3. Een geldig legitimatiebewijs is uitsluitend: a. een geldig paspoort; b. een geldige Europese identiteitskaart; c. een geldig Nederlands of internationaal rijbewijs; d. een geldig vluchtelingendocument. 4. Voor afgifte van een tentamenpas is in elk geval vereist dat de student: a. rechtsgeldig als student is ingeschreven, en b. bij de aanvraag een legitimatiebewijs, als bedoeld in lid 3, overlegt. 5. De student die nog geen collegekaart ontvangen heeft, kan in de week direct voorafgaande aan de tentamenperiode kosteloos een tentamenpas aanvragen bij het onderwijsbureau. Deze tentamenpas is geldig gedurende de daarop aangegeven periode. 6. De student die wel een collegekaart heeft ontvangen, maar deze door verlies, diefstal of anderszins is kwijtgeraakt, kan tijdens de tentamenperiode tegen betaling van administratiekosten een tentamenpas aanvragen. Deze tentamenpas is uitsluitend geldig op de dag van uitgifte. 7. De administratiekosten als bedoeld in lid 6 bedragen € 25,-- per tentamenpas, tot een maximum van € 100,-- per tentamenperiode. Studenten die door aantoonbare overmacht hun collegekaart hebben verloren, zijn per tentamenperiode slechts € 25,-- (tarief eerste tentamenpas) verschuldigd. Artikel 26 Onregelmatigheden (Fraude) 1. Het plegen van onregelmatigheden of fraude, zo mede daartoe gelegenheid geven of het bevorderen daarvan, is verboden. 2. Indien een student zich ten aanzien van enig deel van een examen of tentamen aan enige onregelmatigheid of fraude heeft schuldig gemaakt, kan de examencommissie hem de deelneming of verdere deelneming aan één of meer tentamens of het examen voor een termijn van ten hoogste één jaar ontzeggen. 3. Indien de onregelmatigheden eerst na afloop van het examen of tentamen worden ontdekt, kan de examencommissie weigeren de bij het desbetreffende tentamen of examen behorende EC toe te kennen of kan zij bepalen dat aan de betrokken student eerder genoemde EC slechts kunnen worden toegekend na hernieuwd onderzoek in de door de examencommssie aan te wijzen onderdelen en op de door haar bepaalde wijze. 4. Het tentamen waarbij de student zich schuldig heeft gemaakt aan fraude wordt in elk geval ongeldig verklaard. Daarnaast kan de sanctie behelzen dat de student de mogelijkheid om deel te nemen aan een of meer examenonderdelen voor een aantal keren wordt ontzegd. Dit is mogelijk voor een periode van maximaal een jaar. Ook een verzwaring van de herkansing kan een sanctie zijn, of het verrichten van extra opdrachten. Een combinatie van sancties is mogelijk. De zwaarte van de sanctie hangt samen met de ernst van de gepleegde fraude. a. onder fraude wordt verstaan al het gedrag waardoor het werk dat studenten verrichten niet geheel voortkomt uit eigen denkwerk of de inspanning die vereist is voor de toetsing. Enkele voorbeelden: spieken tijdens tentamens, overnemen van (gedeelten van) werk dat door anderen (binnen of buiten de school) is verricht zonder nadrukkelijke en exacte bronvermelding in de tekst zelf, of inleveren van opdrachten die ook al voor een andere studieactiviteit zijn ingeleverd. Letterlijke of vrijwel letterlijke overname van tekst/tekstfragmenten van anderen met daarbij een expliciete bronvermelding is alleen geoorloofd als het om een citaat van maximaal enkele regels gaat en als dit citaat passend in de eigen tekst kan worden opgenomen/verwerkt. b. (opleidingsspecifieke maatregel binnen de opleiding Journalistiek): ter bestrijding van fraude dienen alle teksten die meetellen bij de beoordeling van een studieonderdeel digitaal (en daarnaast eventueel ook op papier) te worden ingeleverd via de inleverpagina op sharepoint. Elke tekst moet voorzien zijn van een expliciete en
5.
6. 7. 8.
duidelijke bronvermelding. Hierin dienen vindplaatsen van teksten of tekstfragmenten, en namen en telefoonnummers van gesproken bronnen te staan. De examencommissie behoudt zich het recht voor om ingeleverde teksten ter controle digitaal te laten verzenden naar een internetservice die teksten controleert op overlap met zowel teksten op internet als teksten die al eerder door studenten zijn ingeleverd. Voor de examencommissie een beslissing als bedoeld in de vorige leden van dit artikel neemt, stelt zij de student in de gelegenheid te worden gehoord. De getroffen maatregel wordt schriftelijk en gemotiveerd aan de student kenbaar gemaakt waarbij student gewezen wordt op de mogelijkheid van beroep bij het College van Beroep HU. Tevens wordt van de getroffen maatregel mededeling gedaan aan de betrokken examinator, de instituutsdirectie en de faculteitsdirectie. Daarnaast wordt ook het onderwijsbureau op de hoogte gesteld van de opgelegde sanctie.
Artikel 27 Ordemaatregelen tijdens de tentamens 1. Alleen ingeschreven studenten mogen aan tentamens en examens deelnemen. Studenten zetten hun handtekening achter hun naam op de inschrijvingslijst op vertoon van collegekaart aan de surveillant. Vanaf dat moment wordt er aan het tentamen deelgenomen. Bij inlevering van het gemaakte tentamen, tekenen studenten met een paraaf voor ingeleverd. 2. Indien de student zich niet kan legitimeren door middel van een geldig collegekaart dan wel door middel van een tentamenpas in combinatie met een geldig legitimatiebewijs, mag de student niet deelnemen aan het tentamen en dient het lokaal te verlaten. Onder ‘tentamenpas’ wordt verstaan: een schriftelijke en ondertekende verklaring van het onderwijsbureau dat de student is ingeschreven aan de opleiding en deel mag nemen aan het tentamen. De student kan in de week direct voorafgaand aan de tentamenperiode een tentamenpas aanvragen. Deze tentamenpas is geldig gedurende de daarop aangegeven periode. 3. De instituutsdirectie zorgt voor voldoende surveillanten tijdens het afleggen van een tentamen of examenonderdeel indien dit noodzakelijk is. 4 Aanwijzingen van de examinator of surveillant voor, tijdens of onmiddellijk na afloop van het examenonderdeel, dienen door de student ogenblikkelijk te worden opgevolgd. 5. Tenzij anders vermeld, mogen tentamenvragen niet mee naar huis worden genomen of worden overgeschreven. Overschrijven of kopiëren mag ook niet op het moment dat de student het tentamen achteraf inziet. 6. De student die te laat komt bij een tentamen mag nog binnenkomen tot een half uur na aanvang van het tentamen. De student die te laat komt moet tegelijk met de andere studenten op de daartoe vastgestelde tijd het tentamen beëindigen. 7. Studenten mogen de tentamenruimte pas een half uur na aanvang verlaten. Toiletbezoek tijdens een tentamens is alleen mogelijk met toestemming en onder begeleiding van een surveillant. 8. Tijdens het afleggen van een tentamen mag enkel en alleen gebruik gemaakt worden van hulpmiddelen die als zodanig op het tentamen- cq opgavenblad vermeld staan. Het gebruik van elk ander middel of instrument wordt als frauduleus handelen aangemerkt.
Artikel 28: Verslaglegging van tentamens De surveillant of examinator maakt een protocol van het verloop van het tentamen of examenonderdeel op, waarin tenminste de volgende onderdelen zijn opgenomen • het aantal bevoegde deelnemers; dit controleert hij aan de hand van collegekaarten en de verstrekte deelnemerslijst. • De handtekening van de student op de deelnemerslijst als bewijs van inlevering van de uitgewerkte opdrachten; • plaats en tijdstip van begin en einde van het tentamen, • eventueeel geconstateerde of vermoede fraude of andere onregelmatigheden Artikel 29 Vrijstellingen binnen Digitale Communicatie 1. Een verzoek tot vrijstelling van een onderwijseenheid moet voldoen aan de volgende voorwaarden : • Het moet schriftelijk worden gericht aan de examencommissie en ingediend bij de voorzitter van de examencommissie voorzien van een advies van de coördinator van de cursus waarvoor vrijstelling wordt aangevraagd.
•
2. 3.
4.
Het verzoek moet minimaal 20 werkdagen voor aanvang van de onderwijseenheid in het bezit zijn van de examencommissie, met uitzondering van de eerste periode van het studiejaar voor eerstejaars studenten. Vrijstellingen voor eerstejaars modules die worden aangeboden in periode I moeten uiterlijk voor aanvang van lesweek 2 ingediend worden bij de examencommissie. • Ieder verzoek moet onderbouwd zijn met toevoeging van de schriftelijke of digitale bewijsstukken: relevante bronnen zoals een studiegidsbeschrijving, cijferlijst, gemaakte producten, lijst opdrachtgevers of cursuscertificaten. De examencommissie overlegt, indien nodig, met inhoudelijk deskundigen over het verlenen van de vrijstelling. De examencommissie oordeelt of de opgedane kennis en/of ervaring van de student inhoudelijk of formeel gelijkwaardig is aan de inhoud van de onderwijseenheid waarvoor vrijstelling wordt aangevraagd. Indien een student in de propedeutische fase een of meerdere vrijstellingen heeft, maar geen vrijstelling van de totale propedeutische fase, kan een versneld traject gevolgd worden. De student wordt in staat gesteld cursussen uit de hoofdfase te volgen. Welke cursussen gevolgd kunnen worden in dit versneld traject, wordt met de studieloopbaanbegeleider besproken en aangevraagd bij de examencommissie. Zonder toestemming van de examencommissie kan een propedeusefase-student niet deelnemen aan hoofdfase-cursussen.
Artikel 30 Geldigheidsduur tentamens Tentamens die met een voldoende zijn afgerond alsmede vrijstellingen van tentamens hebben een geldigheidsduur van 6 jaar.
Artikel 31 Bewaring tentamen- en examenstukken 1. Alle schriftelijk examen- en tentamenwerk wordt tenminste gedurende zes maanden na bekendmaking van de uitslag bewaard. In geval van beroep tegen de uitslag van het examen of tentamen, wordt het desbetreffende examen- en tentamenwerk bewaard gedurende de periode waarin nog niet op dat beroep is beslist. Examenwerkstukken van studenten die geslaagd zijn voor het afstudeerproject worden gedurende tenminste twee jaar bewaard. 2. Alle op een met goed gevolg afgelegd examen of tentamen betrekking hebbende uitslagen van beoordelingen, verleende vrijstellingen, stukken betreffende de inschrijving als student en de stukken betreffende de afgifte van getuigschriften of verklaringen zoals genoemd in (artikel 42), worden door de desbetreffende instituutsdirectie bewaard gedurende een periode van 30 jaar, een en ander conform het Privacyreglement studenten HU. 3. Wanneer een student vóór de afloop van de periode waarin de gebruikte opgaven en gemaakte tentamen(onderdelen) bewaard worden, verzoekt om teruggave van zijn werk, wordt dit verzoek pas gehonoreerd ná het verstrijken van de bewaartermijn. Vooruitlopend daarop is de student wel gerechtigd om voor eigen rekening na beoordeling een fotokopie te verkrijgen van het door hem ingeleverde tentamen- of examenwerk.
Paragraaf 7. GETUIGSCHRIFTEN
Artikel 32 Getuigschriften 1. Ten bewijze dat een examen met goed gevolg is afgelegd, wordt door de examencommissie een getuigschrift uitgereikt. Getuigschriften worden tenminste ondertekend door de voorzitter en een lid van de examencommissie. 2.
Op het getuigschrift van het met goed gevolg afgelegde examen wordt in elk geval vermeld: a. welke opleiding zoals vermeld in het Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs het betreft; b. welke onderdelen het examen omvatte en, in voorkomende gevallen, welke wettelijke bevoegdheid daaraan is verbonden; 1 c. (voor zover van toepassing) welke graad is verleend ; d. op welk tijdstip de opleiding voor het laatst is geaccrediteerd dan wel de toets nieuwe opleiding met goed gevolg heeft ondergaan.
3.
Aan het getuigschrift wordt een supplement toegevoegd, opgesteld in het Nederlands of Engels. Dit supplement heeft tot doel inzicht te geven in de aard en inhoud van de afgeronde opleiding, mede met het oog op de internationale herkenbaarheid van opleidingen. Het supplement bevat in elk geval de volgende gegevens: a. de naam van de opleiding en de instelling die de opleiding verzorgt; b. de vermelding dat het een hbo-opleiding betreft; c. een beschrijving van de inhoud van de opleiding; d. de studielast van de opleiding e. invulling van de profileringsruimte
4.
Het tijdstip waarop het laatste tentamen wordt afgelegd, is het tijdstip waarop het examen is afgelegd, tenzij een afsluitend aanvullend onderzoek deel uitmaakt van het examen. In dit laatste geval is het examen afgelegd op de datum van dat aanvullend onderzoek.
5.
Degene die meer dan één tentamen met goed gevolg heeft afgelegd en aan wie geen getuigschrift als bedoeld in het tweede lid kan worden uitgereikt, ontvangt desgevraagd een door de desbetreffende examencommissie af te geven verklaring, waarin in elk geval de tentamens zijn vermeld die door hem met goed gevolg zijn afgelegd.
6.
Een examencommissie geeft geen getuigschrift af dan nadat de faculteitsdirectie heeft verklaard dat het getuigschrift kan worden afgegeven.
7.
De examencommissie verleent de graad Bachelor aan degene die met goed gevolg het afsluitend examen van een opleiding heeft afgelegd. Aan de graad kan een vermelding van het vakgebied of het beroepenveld waarop de graad betrekking heeft worden toegevoegd.
8.
Op het getuigschrift van het afsluitend examen wordt uitsluitend op voorafgaand verzoek van de student de aantekening "cum laude" vermeld, indien de student heeft voldaan aan alle volgende eisen: a. aan alle gevolgde cursussen in de hoofdfase (vrijstellingen uitgezonderd) is een (eind)beoordeling van tenminste 6.0 verbonden; b. het gewogen rekenkundig gemiddelde van alle (eind-)beoordelingen in de hoofdfase (vrijstellingen uitgezonderd) is minimaal 8.0; c. de (eind-)beoordeling van een afstudeeropdracht of eindscriptie is minimaal 8.0; d. de kandidaat is maximaal 4 studiejaren ingeschreven geweest voor de desbetreffende opleiding. e. er is niet meer dan 120 EC aan vrijstellingen verleend.
9.
Op het getuigschrift van het afsluitend examen wordt uitsluitend op voorafgaand verzoek van de student de aantekening "met genoegen" vermeld, indien de student heeft voldaan aan alle volgende eisen:
1
In het propedeutisch getuigschrift ontbreekt uit de aard der zaak de graadvermelding
a. aan alle gevolgde cursussen (vrijstellingen uitgezonderd) in de hoofdfase is een (eind)beoordeling van tenminste 6.0 verbonden; b. het gewogen rekenkundig gemiddelde van alle (eind-)beoordelingen in de hoofdfase (vrijstellingen uitgezonderd) is minimaal 7.0; c. de (eind-)beoordeling van een afstudeeropdracht of eindscriptie is minimaal 7.0; d. de kandidaat is maximaal 4 studiejaren ingeschreven geweest voor de desbetreffende opleiding. e. er is niet meer dan 120 EC aan vrijstellingen verleend.
Artikel 32 Procedure afgifte getuigschriften Digitale Communicatie 1. Bij het behalen van de 60 EC uit het eerstejaarsprogramma krijgt de student het getuigschrift propedeuse. De uitreiking van het propedeutisch getuigschrift vindt plaats in het nieuwe schooljaar direct volgend op het jaar waarin de 60 punten gehaald zijn. 2. Bij het behalen van 210 EC van de major en 30 EC van de minor, samen 240 EC, is de student geslaagd en ontvangt hij het getuigschrift bachelor of Comn behorend bij het afsluitend examen. 3. De student dient zich voor het propedeutisch examen (getuigschrift) en voor het postpropedeutisch examen (getuigschrift/ diploma) aan te melden.
Paragraaf 8. SLOTBEPALINGEN Artikel 33 Rechtsbescherming (bezwaar en beroep) 1. Tegen een door of namens de examencommissie 2 op basis van de onderwijs- en examenregeling genomen beslissing kan de desbetreffende student: a. beroep aantekenen bij het College van Beroep van de hogeschool, conform het reglement College van Beroep HU; alsook b. een bezwaarschrift indienen bij de desbetreffende examencommissie, conform onderstaande procedure (de leden 2 tot en met 12). De examencommissie kan – uitsluitend ten gunste van de student – van deze procedure afwijken of deze gedeeltelijk buiten toepassing laten. 2. Een bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend. Het dient binnen 10 werkdagen na bekendmaking van het besluit te zijn ontvangen door de examencommissie. 3. Het bezwaarschrift wordt ondertekend en bevat tenminste: a. naam en adresgegevens van de afzender; b. de redenen van het bezwaar; c. een duidelijke omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht. 4.
De examencommissie zendt binnen 5 werkdagen na ontvangst van het bezwaarschrift een schriftelijke ontvangstbevestiging aan de afzender. Daarbij wordt zonodig ook verzocht om het bezwaarschrift aan te vullen als niet is voldaan aan de onder 2. genoemde vereisten.
5.
Een bezwaarschrift wordt in elk geval niet-ontvankelijk verklaard indien: a. het niet is ingediend binnen de in lid 2 genoemde termijn; b. niet is voldaan aan de in lid 3 genoemde vereisten, en herstel van het verzuim ook na een verzoek als bedoeld in lid 4 achterwege blijft.
6. Indien het bezwaarschrift na afloop van de in lid 2 genoemde termijn is ontvangen, blijft nietontvankelijkheid op grond daarvan achterwege, indien de afzender aantoont dat het bezwaarschrift is ingediend zo spoedig als dit redelijkerwijs kon worden verlangd. 7. Als het bezwaar is gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit, is het niet aan een termijn gebonden. Het bezwaarschrift wordt echter niet-ontvankelijk verklaard als het onredelijk laat is ingediend. 8. De examencommissie kan de afzender van het bezwaarschrift in de gelegenheid stellen om te worden gehoord naar aanleiding van de gemaakte bezwaren. In dat geval wordt de afzender tijdig van die mogelijkheid op de hoogte gesteld c.q. uitgenodigd voor een hoorzitting. 9. De examencommissie maakt binnen 10 werkdagen na ontvangst van het bezwaarschrift de beslissing op het bezwaar schriftelijk aan de afzender bekend. Deze beslissing is gebaseerd op een hernieuwde beoordeling en moet gemotiveerd zijn. Als het bezwaar wordt toegewezen neemt de examencommissie tevens een nieuw (inhoudelijk) besluit. Als het bezwaar wordt afgewezen blijft het oorspronkelijke besluit in stand. 10. Als de examencommissie voorziet dat zij geen beslissing kan nemen binnen de gestelde termijn, stelt zij de afzender daarvan binnen 10 werkdagen na ontvangst van het bezwaarschrift op de hoogte. De commissie dient daarbij aan te geven op welke termijn alsnog wordt beslist, waarbij zij tevens de reden van de vertraging aangeeft. 11. Het indienen van een bezwaarschrift bij de examencommissie schort de termijn voor het instellen van beroep bij het College van Beroep HU (zie lid 1 sub a) niet op. Overigens kan zowel tegen het oorspronkelijke besluit van de examencommissie, als tegen de beslissing op het bezwaarschrift als bedoeld in lid 9, beroep worden ingesteld bij het College van Beroep HU. 2
Voor “examencommissie” moet in dit artikel ook gelezen worden: faculteits- of instituutsdirectie. Uiteraard alleen voor zover het besluiten op grond van de OER betreft.
12. Het jaarlijks door het College van Beroep vastgestelde zomerreces (i.e. de 6 onderwijsvrije weken in de zomerperiode) is ook van toepassing op deze bezwaarprocedure (termijnen worden gedurende het reces opgeschort). Artikel 34 Onvoorziene omstandigheden In de gevallen waarin deze regeling niet voorziet en waarover een onmiddellijke beslissing noodzakelijk is, beslist de instituutsdirectie dan wel de examencommissie van de opleiding waar de desbetreffende student(en) is (zijn) ingeschreven. De beslissing wordt onverwijld aan belanghebbenden medegedeeld. Artikel 35 Inwerkingtreding 1. Deze gewijzigde opleidings-OER treedt voor de opleiding Digitale Communicatie in werking op 1 september 2008. Deze regeling kan worden aangehaald als de “Onderwijs- en Examenregeling Digitale Communicatie 2008-2009” of als de “OER Digitale Communicatie 2008-2009”.
Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen Faculteit Communicatie en Journalistiek 2008-2009 Vastgesteld door de faculteitsdirectie op 8 april 2008, met instemming van de FMR op 9 juni 2008 en goedkeuring van het College van Bestuur op 17 juni 2008 Deze gewijzigde versie treedt in werking op 1 september 2008
Onderwijs en Examenregeling bacheloropleidingen FCJ/ HU 2008-2009
Inhoudsopgave 1 PREAMBULE 4 2 BEGRIPSBEPALINGEN 5 Artikel 1 Begripsbepalingen .......................................................................................... 5 3 ALGEMENE BEPALINGEN 10 Artikel 2 Wettelijke grondslag........................................................................................ 10 Artikel 3 Reikwijdte........................................................................................................ 10 Artikel 4 Onderwijs in het Nederlands ........................................................................... 10 Artikel 5 Openbaarheid ................................................................................................. 10 4 EXAMENCOMMISSIES 12 Artikel 6 Instelling, taken en werkwijze.......................................................................... 12 Artikel 7 Samenstelling en benoeming .......................................................................... 13 Artikel 8 Examinatoren .................................................................................................. 13 Artikel 9 Verzoekprocedure examencommissie ............................................................ 13 5 VOOROPLEIDINGSEISEN 15 Artikel 10 Vooropleidingseisen .................................................................................... 15 Artikel 11 Toelatingsonderzoek ................................................................................... 15 Artikel 12 Nadere vooropleidingseisen ........................................................................ 15 Artikel 13 Aanvullende eisen voor beroepsuitoefening ................................................ 15 Artikel 14 Aanvullende eisen voor deeltijdse opleidingen ............................................ 16 6 INRICHTING OPLEIDINGEN 17 Artikel 15 Opleiding ..................................................................................................... 17 Artikel 16 Studielast (ECTS) ........................................................................................ 17 Artikel 17 Algemene inrichtingseisen........................................................................... 17 Artikel 18 Inrichting propedeutische fase..................................................................... 18 Artikel 19 Inrichting hoofdfase (major, profileringsruimte en minor)............................. 18 Artikel 20 Inrichting duale opleidingen ......................................................................... 19 Artikel 21 Studiebegeleiding en -voortgang ................................................................. 19 Artikel 22 Studievoortgangscontrole tempobeursstudenten ........................................ 20 Artikel 23 Studieadvies in de propedeutische fase ...................................................... 20 Artikel 24 Toegangsbeperking afstudeerrichtingen...................................................... 22 Artikel 25 Introductiedagen, excursies en werkweken ................................................. 23 Artikel 26 Stages en praktische oefeningen ................................................................ 24 Artikel 27 Eigen bijdragen............................................................................................ 24 7 INRICHTING EXAMENS EN TENTAMENS 25 Artikel 28 Tentamens en examens .............................................................................. 25 Artikel 29 Aanwezigheidsplicht .................................................................................... 25 Artikel 30 Inhoud tentamens en examens ................................................................... 26 Artikel 31 Organisatie van examens en tentamens ..................................................... 26 Artikel 32 Inschrijving voor cursussen ......................................................................... 26 Artikel 33 Inschrijving voor tentamens ......................................................................... 27 Artikel 34 Tentamenmogelijkheden ............................................................................. 27 Artikel 35 Legitimatieplicht bij tentamens..................................................................... 28 Artikel 36 Bekendmaking tentamenuitslagen............................................................... 28 Artikel 37 Termijnen beoordeling en inzage ................................................................ 28 Artikel 38 Onregelmatigheden ..................................................................................... 29 Artikel 39 Voorzieningen.............................................................................................. 29 Artikel 40 Vrijstellingen ................................................................................................ 30 Artikel 41 Bewaring tentamen- en examenstukken...................................................... 30 8 GETUIGENSCHRIFTEN EN TITULATUUR 32 Artikel 42 Getuigschriften ............................................................................................ 32 2/55 © Faculteit Communicatie en Journalistiek 2008-2009
Onderwijs en Examenregeling bacheloropleidingen FCJ/ HU 2008-2009
Artikel 43 Graden en titulatuur..................................................................................... 32 Artikel 44 Vermelding cum laude of met genoegen ..................................................... 33 9 SLOTBEPALINGEN 35 Artikel 45 Rechtsbescherming (beroep en bezwaar) ................................................... 35 Artikel 46 Nadere regeling in faculteits-OER ............................................................... 36 Artikel 47 Onvoorziene omstandigheden..................................................................... 36 Artikel 48 Inwerkingtreding .......................................................................................... 36 Artikel 49 Evaluatie………………………………………………………………… 36 BIJLAGE 1: Diplomaformats 1A Toelichting 1B bachelordiploma 1C Bachelor Degree 1D Propedeutisch getuigschrift 1E Certification of completion of the first year of a degree programme 1F DIPLOMA ASSOCIATE DEGREE 1G ASSOCIATE DEGREE 1H PROPEDEUTISCH GETUIGSCHRIFT ASSOCIATE DEGREE 1I CERTIFICATION OF COMPLETION OF THE FIRST YEAR OF A ASSOCIATE DEGREE PROGRAMME 1J VERKLARING
44 46 48 50 54
3/55 © Faculteit Communicatie en Journalistiek 2008-2009
Onderwijs en Examenregeling bacheloropleidingen FCJ/ HU 2008-2009
1. PREAMBULE Op grond van artikel 7.13 van de Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek (WHW) moet voor elke opleiding of groep van opleidingen een onderwijs- en examenregeling (OER) worden vastgesteld. Binnen de HU bestaat de onderwijs- en examenregeling uit drie delen: een hogeschoolbreed deel (de OER-HU), een faculteitsspecifiek deel (de faculteits-OER) en een opleidingsspecifiek deel (de opleidings-OER). Deze drie delen vullen elkaar aan en zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Elk deel vormt een afzonderlijk document. De opleidingsOER is opgenomen in de studiegids en is voor studenten en docenten het relevantste deel van de onderwijs- en examenregeling. De OER-HU regelt op hoofdlijnen de rechten en plichten van alle HU-studenten ten aanzien van onderwijs, examens en tentamens. Deze regeling is gebaseerd op de WHW en op het algemene hogeschoolbeleid. De OER-HU wordt vastgesteld door het College van Bestuur. Waar in de OER-HU wordt gesproken over "opleiding" wordt de bacheloropleiding bedoeld. Voor de masteropleidingen geldt een afzonderlijke OER. In de OER-HU is aangegeven welke onderwerpen op faculteits- en/of opleidingsniveau nader geregeld worden. Het betreft dan vooral de inrichting van het onderwijs, waarvoor per faculteit en/of opleiding specifieke regels worden vastgesteld ter uitwerking en invulling van de OER-HU. De OER-HU verwijst daarvoor naar de faculteits-OER, waarmee tevens een specifiek mandaat aan de faculteitsdirectie wordt gegeven om in de faculteits-OER een nadere regeling op te nemen. Als voor een bepaald onderwerp een opleidingsspecifieke regeling gewenst is, kan de faculteits-OER op haar beurt een verwijzing naar de studiegidsen bevatten. Dit vormt dan een specifiek submandaat aan de instituutsdirecties om voor de desbetreffende opleiding(en) een nadere regeling in de studiegidsen op te nemen. Bij de totstandkoming van de faculteits-OER en de studiegids moeten de bepalingen van de "hogere" regeling (lees: HU-OER en faculteits-OER) in acht worden genomen. De bedoeling is immers dat de verschillende regelingen elkaar aanvullen. Bij onderlinge tegenstrijdigheid prevaleert altijd de "hogere" regeling. Waar de tekst van de OER-FCJ correspondeert met de WHW, is het desbetreffende artikelnummer uit de WHW tussen haakjes toegevoegd. Om de OER-FCJ leesbaar te houden zijn slechts de relevantste bepalingen uit de WHW overgenomen. Bij de uitleg van de OER-FCJ prevaleert uiteraard de tekst van de WHW. Raadpleeg dus zonodig de wettekst.
4/55 © Faculteit Communicatie en Journalistiek 2008-2009
Onderwijs en Examenregeling bacheloropleidingen FCJ/ HU 2008-2009
2. BEGRIPSBEPALINGEN
Artikel 1
Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder: 1. Afdeling: Aan de HU meestal aangeduid als instituut of cluster. Een organisatorische eenheid van een faculteit belast met het verzorgen van: - een of meer bacheloropleidingen van die faculteit alsmede de eventueel daarbij behorende afdelingsdiensten (Instituut) en/of: - een of meer masteropleidingen van die faculteit alsmede de eventueel daarbij behorende afdelingsdiensten (Academie), en/of: - een of meer deeltijd-bacheloropleidingen en/of commerciële activiteiten zoals cursussen en dienstverlening van die faculteit alsmede de eventueel daarbij behorende afdelingsdiensten (Centrum), een en ander zoals geregeld in het door de faculteitsdirectie vastgestelde faculteitsorganisatiebesluit. 2. Afdelingsdirectie: Ook: instituutsdirecteur of clusterdirecteur. Degene die de directie vormt van een afdeling, met taken en bevoegdheden in mandaat uitgeoefend, zoals geregeld in het door de faculteitsdirectie vastgestelde faculteitssubmandateringsbesluit. 3
Afstudeerrichting: Een samenhangend geheel van hoofdfase cursussen binnen een opleiding met een gemeenschappelijke naam, gericht op een bepaalde discipline of beroep, met een omvang van tenminste 60 studiepunten
4. Bacheloropleiding: Initiële HBO-opleiding als bedoeld in de artikelen 7.3 en 7.3a WHW. Bij voltooiing van deze opleiding wordt aan de student de graad Bachelor verleend. Zie ook: opleiding.1 5. College van Beroep: Het college zoals bedoeld in artikel 7.60 dan wel 7.68 WHW en zoals bedoeld in het Studentenstatuut HU. Inrichting, taken en bevoegdheden zijn geregeld in het door het college van bestuur vastgestelde Reglement College van Beroep HU. 6. Cursus: Gelijk aan de wettelijke term onderwijseenheid. Een samenhangend geheel van te verwerven kennis, inzicht en vaardigheden, dat deel uitmaakt van de propedeuse of de hoofdfase van een opleiding. Een cursus kan ook betrekking hebben op de praktische voorbereiding op de beroepsuitoefening in verband met het onderwijs in een duale opleiding, voor zover deze activiteiten onder begeleiding vanuit de opleiding plaatsvinden. Een examencommissie kan, onder door haar te stellen voorwaarden ook de werkzaamheden van een deeltijd-student als cursus aanmerken (7.3.2 en 7.27). De studielast van een cursus wordt uitgedrukt in hele studiepunten (zie ook: studiepunt en ECTS).
1
Per 1 september 2002 zijn alle reguliere hbo-opleidingen van rechtswege in bacheloropleidingen omgezet.
5/55 © Faculteit Communicatie en Journalistiek 2008-2009
Onderwijs en Examenregeling bacheloropleidingen FCJ/ HU 2008-2009
7. Deeltijdse opleiding: Opleiding die zodanig is ingericht dat de student naast de onderwijsactiviteiten ook andere werkzaamheden kan verrichten. Deze werkzaamheden kunnen in de vorm van vrijstellingen studiepunten opleveren dan wel als cursussen worden aangemerkt onder door de examencommissie te stellen eisen (7.27). 8. Diploma: Het door een examencommissie af te geven getuigschrift ten bewijze dat het afsluitend examen van de desbetreffende opleiding met goed gevolg is afgelegd. Zie ook: getuigschrift. 9. Duale opleiding: Opleiding die zodanig is ingericht dat het volgen van onderwijs gedurende één of meer perioden wordt afgewisseld met beroepsuitoefening in verband met dat onderwijs. De opleiding bestaat dan uit een onderwijs- en een beroepsuitoefeningsdeel. De beroepsuitoefening is onderdeel van het onderwijsprogramma van de opleiding en kan dus studiepunten opleveren. (7.7.2) 10. European Credit (EC): Internationale eenheid ter aanduiding van de studielast volgens het European Credit Transfer System. Hiermee wordt de studielast op internationaal vergelijkbare wijze uitgedrukt. Zie ook: studiepunt. 11. Examen: De afsluitende beoordeling van een gevolgde opleiding danwel de propedeutische fase daarvan. Aan elke opleiding is een examen verbonden. Aan de propedeutische fase kan een examen verbonden zijn. 12. Examencommissie: De conform de onderwijs- en examenregeling ingestelde commissie ten behoeve van het afnemen van het propedeutisch en/of het afsluitende examen van één of meer opleidingen en de organisatie en de coördinatie van tentamens.(7.12.1) 13
Examinator: Namens de examencommissie optredend personeelslid van de hogeschool, die belast is met het verzorgen van onderwijs in een opleiding of groep van opleidingen, dan wel een deskundige van buiten de opleiding.
14. Extraneus: Degene die conform artikel 7.32 e.v. WHW als extraneus aan de hogeschool is ingeschreven. Een extraneus heeft niet het recht om onderwijs te volgen, maar kan wel tentamens en examens afleggen en gebruik maken van bepaalde studievoorzieningen. 15. Faculteit: Een organisatorische eenheid van de hogeschool, bestaande uit een aantal verwante opleidingen, zoals opgenomen in het door het College van Bestuur vastgestelde organisatiebesluit HU, en de faculteitsdiensten, zoals opgenomen in het door de faculteitsdirectie vastgestelde faculteits-organisatiebesluit. 16. Faculteitsdirectie: De directie van een faculteit, die taken en bevoegdheden in mandaat uitoefent conform het door het College van Bestuur vastgestelde Mandateringsbesluit HU.
6/55 © Faculteit Communicatie en Journalistiek 2008-2009
Onderwijs en Examenregeling bacheloropleidingen FCJ/ HU 2008-2009
17. Faculteitsonderwijs- en examenregeling (faculteits-OER): De voor alle opleidingen van een faculteit geldende nadere uitwerking en invulling van de OER-HU. In de faculteits-OER wordt ook aangegeven welke onderwerpen op opleidingsniveau nader worden geregeld in de opleidingsOER. De faculteits-OER wordt vastgesteld door de faculteitsdirectie. 18. Getuigschrift: Het door de examencommissie af te geven bewijsstuk waaruit blijkt dat het propedeutisch of afsluitend examen van de desbetreffende opleiding met goed gevolg is afgelegd (7.11 WHW). Voor het propedeutisch examen is sprake van een propedeutisch getuigschrift, voor het afsluitend examen is sprake van het afsluitend getuigschrift. 19. Hogeschool: Hogeschool Utrecht (HU), in stand gehouden door de Stichting Hogeschool Utrecht. 20. Hoofdfase: De post-propedeutische fase van een opleiding, die wordt afgerond door het afsluitend examen. 21. HU-OER: Binnen de HU bestaat de onderwijs- en examenregeling uit drie delen: een hogeschoolbreed deel (de HU-OER), een faculteitsspecifiek deel (faculteits-OER) en een opleidingsspecifiek deel (de opleidings-OER). Deze drie delen vullen elkaar aan en zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Elk deel vormt een afzonderlijk document. 22. HU Onderwijscatalogus: Openbaar register waarin het totale aanbod van opleidingen, majors, minors, keuzecursussen en pre-masters binnen de hogeschool wordt beschreven, inclusief de profileringsmogelijkheden, doelgroep en eventuele instroomeisen. 23. Major: Het onderdeel van de hoofdfase van een opleiding dat bestaat uit verplichte cursussen en een aantal nader omschreven, aan de major gerelateerde, keuzecursussen. 24. Minor: Een samenhangend geheel van keuzecursussen, dat als zodanig is opgenomen in de HUOnderwijscatalogus dan wel door een andere onderwijsinstelling als zodanig wordt aangeboden. Zie ook: profileringsruimte. 25. Opleiding: Een samenhangend geheel van cursussen, gericht op de verwezenlijking van welomschreven doelstellingen op het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden waarover degene die de opleiding voltooit, dient te beschikken. Opleidingen zijn voltijds, deeltijds of duaal ingericht. (7.3.2) Waar in deze regeling sprake is van “opleiding” wordt daarmee gedoeld op: - de 4-jarige bacheloropleiding - een eventueel aan de bacheloropleiding gekoppeld honours programme - een Ad-programma (Associate degree). 26. OpleidingsOER De uitwerking en nadere invulling van de faculteitsOER op opleidingsniveau. 27. Osiris: Het digitale studievolgsysteem voor alle opleidingen en studenten aan de HU, waarin de studiegegevens van de student zijn opgenomen. Deze studiegegevens vallen onder het Privacyreglement persoonsgegevens studenten van de Hogeschool Utrecht.
7/55 © Faculteit Communicatie en Journalistiek 2008-2009
Onderwijs en Examenregeling bacheloropleidingen FCJ/ HU 2008-2009
28. Profileringsruimte: Het onderdeel van de hoofdfase van een opleiding dat de student naar eigen inzicht kan invullen met het aanbod uit de HU Onderwijscatalogus dan wel met een minor en/of losse keuzecursussen van instellingen voor hoger onderwijs buiten de hogeschool, mits daarvoor de goedkeuring van de examencommissie wordt verkregen. 29. Propedeutische fase: De aan de hoofdfase van een opleiding voorafgaande fase die, tenzij de faculteits-OER daaromtrent anders bepaalt, wordt afgesloten met het propedeutisch examen. (7.8.2) 30. Student: Degene die, conform artikel 7.32 e.v. WHW of andere wettelijke regelingen, als student (voltijd, deeltijd, of duaal) aan de hogeschool is ingeschreven. De rechten en plichten van de student zijn beschreven in het door het College van Bestuur vastgestelde studentenstatuut HU. 31. Studentendecaan: De functionaris als bedoeld in artikel 7.34 lid 1 sub d WHW, die tot taak heeft studenten te adviseren, begeleiden en waar nodig hun belangen te behartigen, en voorts op zijn/haar werkterrein een signalerende en adviserende rol binnen de faculteit en de hogeschool vervult. 32
Studieadvies: Advies over het al dan niet voortzetten van een bepaalde studie, dat in het eerste jaar van inschrijving in de propedeutische fase bij die opleiding aan de student wordt gegeven. Aan een negatief advies kan een afwijzing verbonden zijn.
33. Studiegids: De door de afdelingsdirectie vastgestelde informatiegids voor studenten van één of meer opleidingen. De studiegids omvat mede de opleidings-OER, die een uitwerking en invulling van de faculteits-OER op opleidingsniveau vormt. 34. Studiejaar: Het tijdvak dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daaropvolgende jaar, zoals bedoeld in art. 1.1 WHW. 35. Studielast: Het genormeerde tijdsbeslag van elke opleiding en van elke cursus uitgedrukt in hele studiepunten. (7.4.1). 36. Studieloopbaanbegeleider: Mentor, studieadviseur of andere voor studiebegeleiding aangewezen functionaris (al dan niet gecertificeerd). 37. Studiepunt: Eenheid waarmee de studielast van (een onderdeel van) de opleiding wordt uitgedrukt. Een studiepunt is gelijk aan een European Credit, oftewel 28 uren studie (zie ook: EC). 38. Tentamen: Aan elke cursus is een tentamen verbonden. Een tentamen kan bestaan uit verschillende deeltentamens. Het tentamen omvat een onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden van de kandidaat, alsmede de beoordeling van de uitkomsten van dat onderzoek. Als het tentamen (op alle onderdelen) met goed gevolg is afgelegd worden de studiepunten van de desbetreffende cursus toegekend. (7.3.3 en 7.10.1) 8/55 © Faculteit Communicatie en Journalistiek 2008-2009
Onderwijs en Examenregeling bacheloropleidingen FCJ/ HU 2008-2009
Het begrip “tentamen” is gelijk aan het begrip “toets”. Tenzij uit deze regeling anders blijkt wordt gedoeld op alle tentamen- of toetsvormen. 39
Variant De inrichting van een opleiding in voltijd, duaal en deeltijd (7.7.1).
40. Verklaring De hogeschool kan aan degene die meer dan één tentamen met goed gevolg heeft afgelegd en aan wie geen getuigschrift kan worden uitgereikt, desgevraagd een door de desbetreffende examencommissie verklaring afgeven waarin in elk geval de tentamens zijn vermeld die door hem met goed gevolg zijn afgelegd.(7.11. 4) 41. Voltijdse opleiding: Een voltijdse opleiding is een opleiding die is ingericht zonder dat rekening is gehouden met het verrichten van andere werkzaamheden dan onderwijsactiviteiten. Werkzaamheden in de vorm van stages zijn onderdeel van het onderwijsprogramma van de opleiding en kunnen dus studiepunten opleveren. 42. Week: Een periode van zeven aaneengesloten dagen, met uitzondering van algemeen erkende feestdagen en (voor wat betreft de bezwaar- en beroepstermijnen) het jaarlijks door het College van Beroep vastgestelde zomerreces. 43. WEB: De Wet Educatie en Beroepsonderwijs, zoals gepubliceerd in Staatsblad 1995 nr. 501, inclusief de latere aanvullingen en wijzigingen. 44. WHW: De Wet op het Hoger onderwijs en het Wetenschappelijk onderzoek, zoals gepubliceerd in Staatsblad 1992 nr. 593, inclusief latere aanvullingen en wijzigingen. 45. WSF 2000: De Wet op de Studiefinanciering 2000 inclusief latere aanvullingen en wijzigingen.
9/55 © Faculteit Communicatie en Journalistiek 2008-2009
Onderwijs en Examenregeling bacheloropleidingen FCJ/ HU 2008-2009
3. ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 2
Wettelijke grondslag
De onderwijs- en examenregeling zoals genoemd in artikel 7.13 WHW en in het Studentenstatuut HU bestaat aan de hogeschool uit drie delen: de Onderwijs- en examenregeling bacheloropleidingen HU (hierna: OER-HU), die het algemene deel vormt en derhalve op alle opleidingen van de hogeschool van toepassing is; deze faculteits-OER en de opleidings-OER bacheloropleidingen (opgenomen in studiegids), die een invulling en uitwerking van de OER-HU op faculteits- respectievelijk opleidingsniveau vormen. Artikel 3
Reikwijdte
1.
Deze regeling is van toepassing op de initiële bacheloropleidingen en de Associate degree opleidingen van de HU, voor zover deze door het ministerie van OCenW worden bekostigd.
2.
Waar in deze regeling over examens of tentamens wordt gesproken, zijn daaronder telkens mede te verstaan de onderdelen van een examen of een tentamen die afzonderlijk door een deeltentamen worden beoordeeld.
3.
Waar in deze regeling over opleiding wordt gesproken, kan ook gelezen worden een groep van twee of meer samenhangende opleidingen.
4.
Deze regeling geldt voor alle voltijd-, deeltijd- en duale studenten voor zover uit de tekst niet het tegendeel blijkt. Deze regeling is alleen op een extraneus van toepassing, voor zover de bepalingen van belang zijn met het oog op de inhoud en het afleggen van tentamens of examens.
Artikel 4
Onderwijs in het Nederlands
1.
Het onderwijs wordt gegeven in het Nederlands. De tentamens en de examens worden afgenomen in het Nederlands.
2.
In afwijking van het eerste lid kan een andere taal worden gebezigd: a. wanneer het een opleiding met betrekking tot die taal betreft; b. wanneer het onderwijs betreft dat in het kader van een gastcollege door een anderstalige docent gegeven wordt; c. indien de specifieke aard2, de inrichting of de kwaliteit van het onderwijs, dan wel de herkomst van de studenten daartoe noodzaakt, zoals daar bijvoorbeeld sprake van is bij International Communication and Media van de croho-opleiding Communicatiesystemen en bij Integrated Communication Management van de croho-opleiding Communicatie. (7.2 WHW)
Artikel 5
Openbaarheid
De faculteitsdirectie draagt er zorg voor dat tijdig vóór de aanvang van het studiejaar (in elk geval voor 1 juli van het voorafgaande studiejaar) en zodanig dat de aanstaande student zich een goed oordeel kan vormen over inhoud en inrichting van onderwijs en examens, in de studiegids wordt bekendgemaakt: a. het onderwijsaanbod van de faculteit; b. de hoofdlijnen van deze faculteits-OER; 2
Hier betreft het bijvoorbeeld opleidingen met een internationaal curriculum. 10/55
© Faculteit Communicatie en Journalistiek 2008-2009
Onderwijs en Examenregeling bacheloropleidingen FCJ/ HU 2008-2009
c. d.
ten aanzien van welke opleidingen een studieadvies kan worden gegeven of een mogelijke toegangsbeperking bestaat als bedoeld in artikel 24; de nadere regeling in deze faculteits-OER als bedoeld in artikel 23 en artikel 24. (7.15)
11/55 © Faculteit Communicatie en Journalistiek 2008-2009
Onderwijs en Examenregeling bacheloropleidingen FCJ/ HU 2008-2009
4.
EXAMENCOMMISSIES
Artikel 6
Instelling, taken en werkwijze
1.
De faculteitsdirectie stelt, ten behoeve van het afnemen van examens en ten behoeve van de organisatie en de coördinatie van de tentamens, voor elke door de faculteit aangeboden opleiding of groep van opleidingen een examencommissie in. (7.12.1)
2.
Voor een Ad-opleiding fungeert dezelfde examencommissie als die van de verwante opleiding of groep van opleidingen.
3.
Naast de elders in deze regeling genoemde taken en bevoegdheden, is de examencommissie belast met: a. de uitoefening van het toezicht op de organisatie, coördinatie en het afnemen van tentamens en examens; de organisatie en de coördinatie van de examens en tentamens heeft zij gemandateerd aan de instituutsdirectie; b. de kwaliteitsbewaking en –borging van tentamens en examens; c. de vaststelling van een regeling ten behoeve van de goede gang van zaken tijdens de tentamens en examens; d. de vaststelling en bekendmaking van data en tijdstippen voor het afleggen van de tentamens en examens; e. de vaststelling van de uitslag van de examens; f. de rapportages met betrekking tot de gang van zaken tijdens examens, de uitslag van examens en de toepassing van het studieadvies. g. het verlenen van vrijstellingen voor één of meer cursussen (of onderdelen daarvan) van een opleiding, mede in het kader van eerder/ elders verworven competenties (EVC’s).
4.
Examencommissies nemen besluiten bij gewone meerderheid van stemmen. Als de stemmen staken, beslist de voorzitter inzake het te nemen besluit.
5.
Besluiten van een examencommissie worden in notulen vastgelegd. De notulen worden tenminste door of namens de voorzitter gefiatteerd. Schriftelijke stukken ter uitvoering of nadere invulling van besluiten van een examencommissie worden tenminste door of namens de voorzitter ondertekend.
6.
De vergaderingen van de examencommissies zijn niet openbaar, tenzij de voorzitter hierover anders beslist. De voorzitter kan personen die geen deel uitmaken van de examencommissie uitnodigen een vergadering bij te wonen en aan de beraadslaging deel te nemen. Deze personen hebben geen stem in de besluitneming van de commissie.
7.
Een examencommissie kan de uitoefening van één of meer van haar bevoegdheden opdragen aan één of meer leden van die commissie of aan de examinatoren.
8.
De examencommissie brengt jaarlijks schriftelijk verslag uit aan de faculteitsdirectie. Dit verslag is openbaar en bevat tenminste een omschrijving van de werkwijze alsmede van de aard en het aantal door de examencommissie genomen besluiten, waaronder in ieder geval worden begrepen het aantal uitgebrachte bindende studieadviezen en het aantal op bezwaar genomen besluiten genomen op bezwaar.
12/55 © Faculteit Communicatie en Journalistiek 2008-2009
Onderwijs en Examenregeling bacheloropleidingen FCJ/ HU 2008-2009
Artikel 7
Samenstelling en benoeming
1.
De faculteitsdirectie benoemt de leden van de examencommissie uit het personeel dat met het verzorgen van het onderwijs in die opleiding of groep van opleidingen is belast (7.12.2).
2
Bij de benoeming wordt ook aangegeven wie van de leden voorzitter en plaatsvervangend voorzitter is. Voorts kan de faculteitsdirectie een ambtelijk secretaris benoemen.
3.
De benoeming geschiedt voor een in het benoemingsbesluit aangegeven periode. De leden en de voorzitter als bedoeld in lid 2 zijn steeds opnieuw benoembaar. Het lidmaatschap en/of voorzitterschap van de commissie eindigt: a. door het verstrijken van de in het benoemingsbesluit genoemde periode, of: b. doordat betrokkene niet meer aan de desbetreffende opleiding of groep van opleidingen is verbonden, of: c. doordat betrokkene niet meer met de verzorging van onderwijs in de desbetreffende opleiding of groep van opleidingen is belast.
4.
Het benoemingsbesluit wordt genomen vóór de aanvang van een studiejaar. De samenstelling van de examencommissie van een opleiding wordt tijdig vóór de aanvang van een studiejaar aan de studenten bekendgemaakt.
Artikel 8
Examinatoren
1.
De examencommissie wijst, ten behoeve van het afnemen van de tentamens, het verrichten van (aanvullende) onderzoeken zoals genoemd in hoofdstuk 5 van deze regeling, alsmede ten behoeve van de uitoefening van toezicht daarop, examinatoren aan. Als examinator kunnen slechts worden aangewezen: a. leden van het personeel die met het verzorgen van het onderwijs in de desbetreffende opleiding of groep van opleidingen zijn belast; b. deskundigen van buiten de opleiding. (7.12.3)
2.
De examinatoren verstrekken de examencommissie gevraagde inlichtingen. De examencommissie kan de examinatoren richtlijnen en aanwijzingen geven met betrekking tot: a. de beoordeling van degene die een tentamen aflegt en b. de vaststelling van de uitslag van een tentamen.
Artikel 9
Verzoekprocedure examencommissie3
1.
De student die belang meent te hebben bij een beslissing door de examencommissie op grond van de onderwijs- en examenregeling, dient daartoe tijdig een schriftelijk verzoek in bij de examencommissie.
2.
Het verzoekschrift wordt ondertekend en bevat tenminste: a. naam en adresgegevens van de afzender; b. de redenen van het verzoek; c. eventuele bewijsstukken.
3
Dit artikel voorziet in die gevallen waarin nog niet in een specifieke procedure is voorzien. Het betreft onder meer vrijstellingen en voorzieningen bij tentamens. 13/55
© Faculteit Communicatie en Journalistiek 2008-2009
Onderwijs en Examenregeling bacheloropleidingen FCJ/ HU 2008-2009
3.
De examencommissie kan verlangen dat het verzoek nader wordt gemotiveerd en/of met bewijsstukken onderbouwd, alvorens een beslissing te nemen.
4.
De examencommissie maakt tijdig, doch uiterlijk binnen 3 weken na ontvangst van het verzoek haar beslissing schriftelijk of via e-mail aan de aanvrager bekend.
5.
Tegen beslissingen als bedoeld in dit artikel staan bezwaar en beroep open conform artikel 45.
14/55 © Faculteit Communicatie en Journalistiek 2008-2009
Onderwijs en Examenregeling bacheloropleidingen FCJ/ HU 2008-2009
5.
VOOROPLEIDINGSEISEN
Artikel 10
Vooropleidingseisen
1.
Iemand kan slechts als student voor een opleiding worden ingeschreven, indien aan de vooropleidingseisen, genoemd in art. 11 van de Inschrijvingsregeling HU, is voldaan. (7.24.2)
2.
Indien het diploma van de vooropleiding buiten Nederland is afgegeven, kan de examencommissie van de desbetreffende opleiding eisen stellen aan de beheersing van 4 Nederlandse dan wel Engelse taal (7.28.2)
Artikel 11
Toelatingsonderzoek
1.
De faculteitsdirectie kan personen van eenentwintig jaar of ouder, die niet voldoen aan de in artikel 10 lid 1 gestelde vooropleidingseis, van die vooropleidingseis vrijstellen indien zij bij een onderzoek door de examencommissie of een door de faculteitsdirectie aan te wijzen andere commissie, blijk hebben gegeven van: a. geschiktheid voor het desbetreffende onderwijs en b. van voldoende beheersing van de Nederlandse taal voor het met vrucht kunnen volgen van dat onderwijs. (zie voetnoot 4)
2.
De faculteitsdirectie kan ten aanzien van een bezitter van een buiten Nederland afgegeven diploma, dat in eigen land toegang geeft tot een opleiding voor hoger onderwijs, afwijken van de in het eerste lid genoemde leeftijd. Dat is in bijzondere gevallen ook mogelijk als geen diploma kan worden overgelegd. (7.29.3)
3.
De toelatingseisen voor een bepaald studiejaar worden uiterlijk in november van het voorafgaande studiejaar vastgesteld en bekend gemaakt.
4.
De aan het onderzoek, genoemd in lid 1, te stellen eisen zijn opgenomen in de opleidingsOER. (7.29.2)
Artikel 12
Nadere vooropleidingseisen
1.
De faculteitsdirectie kan bepalen dat een bezitter van een diploma of getuigschrift (zoals bedoeld in artikel 10), dat niet voldoet aan het profiel voor de betreffende opleiding of groep van opleidingen, toch wordt ingeschreven, nadat aan de eisen van een nader onderzoek is voldaan.
2.
De aan het nader onderzoek, genoemd in lid 1, te stellen eisen zijn opgenomen in de opleidings-OER. (7.25.4)
Artikel 13 1.
4
Aanvullende eisen voor beroepsuitoefening
Indien bij ministeriële regeling specifieke eisen worden gesteld aan de uitoefening van het beroep of de beroepen waarop een opleiding voorbereidt, vindt inschrijving plaats nadat aan de eisen van een aanvullend onderzoek is voldaan.
In de Inschrijvingsregeling HU is nader bepaald welke taaltoets en welk resultaat behaald dient te worden .
15/55 © Faculteit Communicatie en Journalistiek 2008-2009
Onderwijs en Examenregeling bacheloropleidingen FCJ/ HU 2008-2009
2.
De aan het aanvullend onderzoek, genoemd in lid 1, te stellen eisen zijn opgenomen in de opleidings-OER. (7.26.1)
Artikel 14 1.
2.
Aanvullende eisen voor deeltijdse opleidingen
Met het oog op de inschrijving voor deeltijdse opleidingen kunnen eisen worden gesteld aan het verrichten van werkzaamheden tijdens het volgen van die opleiding, mits deze werkzaamheden als cursussen zijn aangemerkt. De eisen, genoemd in lid 1, zijn opgenomen in de opleidings-OER (7.27)
16/55 © Faculteit Communicatie en Journalistiek 2008-2009
Onderwijs en Examenregeling bacheloropleidingen FCJ/ HU 2008-2009
6.
INRICHTING OPLEIDINGEN
Artikel 15
Opleiding
1.
In de opleidings-OER cq studiegids is in elk geval opgenomen: a. wat de doelstellingen van de opleiding zijn; b. welke kwaliteiten op het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden de student zich bij voltooiing van de opleiding moet hebben verworven; c. welke eventuele beroepshouding de student zich bij voltooiing van de opleiding moet hebben verworven; d. wat de inhoud is van de afstudeerrichtingen binnen de opleiding. (7.13.2)
2.
In de opleidings-OER cq studiegids is ook globaal opgenomen: a. welke loopbaanmogelijkheden de opleiding kent; b. welke horizontale doorstromingsmogelijkheden de opleiding kent; c. welke vervolgopleidingsmogelijkheden de opleiding kent.
Artikel 16
Studielast
1.
De studielast van elke opleiding en van elke cursus wordt uitgedrukt in hele studiepunten. Een studiepunt is gelijk aan 28 uren studie. (7.4.1)
2.
De totale studielast van een bacheloropleiding bedraagt 240 studiepunten. (7.4b.1) De totale studielast van een Ad-programma (Asoiciate degree) bedraagt 120 studiepunten.
3.
De studielast van een eventueel aan de bacheloropleiding gekoppeld honours programme bedraagt 30 studiepunten.
4.
De studielast van de propedeutische fase van een bacheloropleiding waaraan een propedeutisch examen is verbonden, bedraagt 60 studiepunten. (7.8.4)
Artikel 17
Algemene inrichtingseisen
1.
In de opleidings-OER wordt voor elke opleiding aangegeven of deze voltijds, deeltijds of duaal is ingericht, en welke andere vormen van differentiatie in leerwegen en/of differentiatie naar studieduur en tempo de opleiding kent. (7.7 en 7.13.2)
2.
Elke opleiding kent een uit cursussen opgebouwde propedeutische fase en hoofdfase. (7.8.2)
3.
Elke opleiding is zodanig ingericht dat de student in redelijkheid in staat wordt gesteld te voldoen aan de norm voor studievoortgang (prestatiebeursnorm) zoals bepaald in of krachtens de WSF 2000. (7.4.2). Voor studenten met een functiebeperking en/of chronische ziekte zie art. 39.
4.
In opvolgende studiejaren kunnen naam, vorm en/of inhoud van cursussen en tentamens worden gewijzigd en/of vervangen, in welke gevallen in de opleidings-OER wordt aangegeven of er gedurende een nader te bepalen termijn nog een mogelijkheid is om op basis van eerder gevolgde vervallen cursussen tentamens af te leggen. Voor de geldigheidsduur van de behaalde tentamenresultaten wordt verwezen naar artikel 28 lid 6 en 7.
17/55 © Faculteit Communicatie en Journalistiek 2008-2009
Onderwijs en Examenregeling bacheloropleidingen FCJ/ HU 2008-2009
5.
Bij opleidingen gericht op een bepaald beroep, ten aanzien waarvan bij of krachtens de wet vereisten zijn gesteld ten aanzien van de kennis, het inzicht en de vaardigheden die betrokkenen zich op grond van de opleiding tot dat beroep moeten hebben verworven, wordt het onderwijs voor die opleiding zodanig ingericht, dat degenen die deze opleiding volgen ten minste in de gelegenheid zijn aan die vereisten te voldoen. (7.6.1)
Artikel 18
Inrichting propedeutische fase
1.
De propedeutische fase van een opleiding is, met het oog op het uit te brengen studieadvies, zodanig ingericht dat er sprake is van het verkrijgen van inzicht in de inhoud van de opleiding (oriëntering), met de mogelijkheid van verwijzing en selectie gedurende die fase. (7.8.5)
2.
In de opleidings-OER cq studiegids wordt aangegeven wat de inhoud en de studielast zijn van de cursussen van de propedeutische fase. (7.13.2)
Artikel 19
Inrichting hoofdfase (major, profileringsruimte en minor)
1.
De hoofdfase van elke opleiding omvat een major (hoofdprogramma) en een profileringsruimte5. De major omvat cursussen met een totale studielast van 150 studiepunten (vermeerderd met de studielast van een eventueel honours programme als bedoeld in artikel 16 lid 3. De profileringsruimte omvat cursussen met een totale studielast van 30 studiepunten.
2.
In de opleidings-OER cq studiegids wordt aangegeven: - welke studielast de major en de profileringsruimte omvatten; - welke cursussen binnen de major verplicht zijn of deel uitmaken van een verplicht keuzeaanbod binnen de major; - wat de inhoud en studielast is van deze cursussen. (7.13.2)
3.
De profileringsruimte kan door de student worden ingevuld uit het aanbod van de HU Onderwijscatalogus, waaronder een minor en/of keuzecursussen, dan wel uit het aanbod van instellingen voor hoger onderwijs buiten de hogeschool. Deze invulling is gebonden aan voorafgaande goedkeuring door de examencommissie van de opleiding waarvoor de student is ingeschreven.
4.
De examencommissie kan goedkeuring als bedoeld in het vorige lid weigeren op een of meer van de volgende gronden: a. de desbetreffende keuzecursus of minor is niet van H(B)O-niveau; b. er is sprake van substantiële inhoudelijke overlap tussen de desbetreffende keuzecursus of minor enerzijds en de major anderzijds. De examencommissie kan verlangen dat de student een (door de studieloopbaanbegeleider voor gezien getekend) profileringsplan overlegt, en/of dat de student zijn of haar keuze nader motiveert6.
5
Voor deeltijd- en duale opleidingen is dit (vooralsnog) niet dwingend voorgeschreven. In die gevallen staat het de afdelingsdirectie vrij om een profileringsruimte al dan niet in het programma op te nemen.
6
Goedkeuring van een minor of keuzecursus door de examencommissie houdt niet automatisch in dat de student ook in de cursus(sen) wordt geplaatst. Afhankelijk van het aantal aanmeldingen kan een student door de aanbiedende opleiding worden geweigerd of kan een cursus worden geannuleerd.
18/55 © Faculteit Communicatie en Journalistiek 2008-2009
Onderwijs en Examenregeling bacheloropleidingen FCJ/ HU 2008-2009
5.
Onverminderd het bepaalde in de vorige leden van dit artikel, is ten aanzien van een keuzecursus of minor als bedoeld in lid 3 de onderwijs- en examenregeling van de aanbiedende opleiding van toepassing. De examencommissie van die opleiding is onder meer verantwoordelijk voor het ter kennis brengen van de studieresultaten van de keuzecursus of minor aan de examencommissie van de opleiding waarvoor de desbetreffende student is ingeschreven.
Artikel 20
Inrichting duale opleidingen
1.
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande artikelen van dit hoofdstuk geldt voor de inrichting van duale opleidingen bovendien het bepaalde in de volgende leden van dit artikel.
2.
In de opleidings-OER wordt voor een duale opleiding aangegeven: a. de minimale studielast van het onderwijsdeel; b. de tijdsduur van de periode of de gezamenlijke tijdsduur van de perioden die ten minste in de beroepsuitoefening wordt doorgebracht, en c. de minimale studielast van het deel van de opleiding dat wordt gevormd door de beroepsuitoefening, waarbij het aantal studiepunten beargumenteerd wordt. (7.7.3 en 7.7.4)
3.
Ten aanzien van de beroepsuitoefening binnen een duale opleiding wordt een civielrechtelijke drie-partijenovereenkomst aangegaan tussen de afdelingsdirectie, de student en het bedrijf of de organisatie waar de beroepsuitoefening plaatsvindt. Bij deze overeenkomst wordt - met inachtneming van de onderwijs- en examenregeling - in elk geval geregeld: a. de duur van de overeenkomst en de tijdsduur van de periode of perioden van de beroepsuitoefening; b. de begeleiding van de student; c. de kwaliteiten op het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden die de student tijdens de periode of de perioden van beroepsuitoefening dient te realiseren, en de beoordeling daarvan, en d. de gevallen waarin, en de wijze waarop, de overeenkomst voortijdig kan worden ontbonden. (7.7.5)
Artikel 21
Studiebegeleiding en -voortgang
1.
De student heeft recht op studiebegeleiding door een studieloopbaanbegeleider. In de opleidings-OER wordt aangegeven hoe de studiebegeleiding in de propedeutische fase en de hoofdfase plaatsvindt.
2.
De studiebegeleiding omvat mede het opstellen van een profileringsplan door de student in samenspraak met de studieloopbaanbegeleider. In het profileringsplan wordt de keuze van de student uit het aanbod van de HU Onderwijscatalogus en eventuele externe keuzecursussen (zie artikel 19 lid 3) vastgelegd. Uit het profileringsplan moet blijken op welke wijze de gekozen minor en/of keuzecursussen bijdragen aan de voorbereiding op de beoogde beroepsuitoefening of studieloopbaan.
3.
Op advies van de studieloopbaanbegeleider wordt het profileringsplan door de student nader gemotiveerd met het oog op de goedkeuring door de examencommissie als bedoeld in artikel 19.
4.
De individuele studievoortgang wordt geregistreerd in Osiris. Hiermee wordt inzicht gegeven in de tussentijdse studieresultaten alsmede de in totaal behaalde studiepunten voor de opleiding aan het einde van een studiejaar. (7.13.2)
19/55 © Faculteit Communicatie en Journalistiek 2008-2009
Onderwijs en Examenregeling bacheloropleidingen FCJ/ HU 2008-2009
Artikel 22
Studievoortgangscontrole tempobeursstudenten7
1.
De examencommissie van een opleiding stelt aan het einde van elk studiejaar de studievoortgang van iedere voor die opleiding ingeschreven student uit dat studiejaar vast. De examencommissie deelt deze studievoortgang vóór 1 oktober volgend op dat studiejaar aan de faculteitsdirectie mee. (7.9a)
2.
De faculteitsdirectie deelt de student aan het begin van het studiejaar mee welke gegevens aan IBG zijn verstrekt. Daarbij wordt ook aan de student meegedeeld wat de gevolgen voor de studiefinanciering op grond van de WSF2000 zijn, en welke beroepsgang hiertegen openstaat.
Artikel 23
Studieadvies in de propedeutische fase
A Eerstejaars studenten Voor studenten die in studiejaar 2008-2009 voor het eerst voor een opleiding zijn ingeschreven geldt de volgende regeling: 8
1.
Aan iedere ingeschreven student wordt uiterlijk aan het einde van diens eerste jaar van inschrijving voor de propedeutische fase van een voltijdse of duale opleiding, door de examencommissie van de desbetreffende opleiding, een studieadvies uitgebracht over de voortzetting van zijn studie binnen of buiten de opleiding. Voor de deeltijdse opleidingen is in de opleidings-OER aangegeven op welk tijdstip dit studieadvies wordt uitgebracht. (7.8b.1)
2.
Voor de toepassing van lid 1 correspondeert voor studenten die zich inschrijven voor een opleidingsprogramma dat start per 1 september, het eerste jaar van inschrijving met het wettelijke begrip studiejaar. Voor studenten die zich inschrijven voor een studieprogramma dat start op een ander tijdstip, wordt in dit artikel met het eerste jaar van inschrijving een periode van 12 maanden bedoeld, of een periode zoveel korter als ook de propedeutische fase van dat programma korter is.
3.
De examencommissie van de desbetreffende opleiding of groep van opleidingen kan het studieadvies slechts één maal aan de student uitbrengen
4.
De examencommissie kan aan het studieadvies een afwijzing verbinden, inhoudende dat de student niet meer aan de faculteit voor dezelfde opleiding als student of extraneus kan worden ingeschreven ("bindend negatief studieadvies"). Zie lid 13. Een dergelijke afwijzing kan slechts worden gegeven als de student met inachtneming van zijn persoonlijke omstandigheden niet geschikt moet worden geacht voor de opleiding, doordat zijn studieresultaten niet voldoen aan de gestelde vereisten. (7.8b.3)
5.
De examencommissie kan aan de afwijzing genoemd in lid 4 een termijn verbinden. Zij kan de afwijzing ook uitstrekken tot opleidingen die met de desbetreffende opleiding het propedeutisch examen gemeen hebben. (7.8b.3)
6.
De examencommissie kan van de bevoegdheid van lid 4 slechts gebruik maken, indien in de propedeutische fase van de desbetreffende opleiding is gezorgd voor zodanige voorzieningen dat de mogelijkheden voor een goede studievoortgang zijn gewaarborgd.
7
8
De studievoortgangscontrole wordt gevolgd door een melding aan IBG van de behaalde studieresultaten. Conform de WSF2000 stelt IBG vervolgens de beursaanspraak vast. Peildatum: 1 mei, ofwel acht maanden na aanvang van de studie. 20/55
© Faculteit Communicatie en Journalistiek 2008-2009
Onderwijs en Examenregeling bacheloropleidingen FCJ/ HU 2008-2009
Tot die voorzieningen behoren in elk geval: a. de inrichtingseis van artikel 18 lid 1; b. de procedure genoemd in lid 12 van dit artikel. (7.8b.3); c. de regeling rond studiebegeleiding en -voortgang als bedoeld in artikel 21. 7.
Van de student die op grond van lid 4 is afgewezen, wordt de inschrijving voor de desbetreffende opleiding beëindigd. De student kan niet opnieuw voor die opleiding worden ingeschreven, tenzij: a. de examencommissie aan de afwijzing een termijn heeft verbonden of, b. de betrokkene op een later tijdstip verzoekt om te worden ingeschreven voor de desbetreffende opleiding en daarbij ten genoegen van de examencommissie aannemelijk maakt dat hij alsnog de opleiding met vrucht zal kunnen volgen. (7.8b.5)
8.
Indien sprake is van een afwijzing als bedoeld in lid 4, bevat het studieadvies tenminste: a. de gronden waarop de afwijzing is gebaseerd; b. de eventuele duur van de afwijzing; c. een verwijzingsadvies (indien mogelijk); d. de mogelijkheden van beroep en bezwaar voor de student. Het studieadvies wordt ondertekend door of namens de voorzitter van de examencommissie. Het wordt binnen een week na ondertekening aangetekend aan de student verzonden of persoonlijk uitgereikt.
9.
Voor elke opleiding wordt in de opleidings-OER omtrent de beoordeling van de studieresultaten tenminste geregeld: a. het aantal studiepunten dat een student in dat eerste jaar tenminste behaald moet hebben; b. op welke wijze bij de berekening van het aantal behaalde studiepunten, de studiepunten verkregen als vrijstelling op grond van vóór de inschrijving behaalde studieresultaten of verrichte werkzaamheden, worden meegerekend; c. over welke categorieën van het propedeuseprogramma de tenminste te behalen studiepunten al dan niet verdeeld moeten zijn en het aantal studiepunten dat bij een categorie-indeling minimaal per categorie behaald moet zijn; d. aan welke andere vereisten dan de studiepuntennorm voldaan moet zijn, wil aan het studieadvies geen afwijzing verbonden kunnen worden. Op basis van deze nadere regeling beslist de examencommissie of aan een studieadvies een afwijzing als bedoeld in lid 4 verbonden wordt. (7.8b.6)
10. De examencommissie neemt, na hierover advies te hebben ingewonnen bij de studieloopbaanbegeleider en studentendecaan van de desbetreffende opleiding, bij het uitbrengen van het studieadvies uitsluitend de volgende persoonlijke omstandigheden van de desbetreffende student in acht: a. ziekte; b. lichamelijke, zintuiglijke of andere functiestoornis; c. zwangerschap; d. bijzondere familieomstandigheden, waaronder begrepen de bijzondere omstandigheden van degene met wie de aanvrager samenwoont of een LAT-relatie onderhoudt; e. het lidmaatschap van de centrale medezeggenschapsraad en/of een faculteitsmedezeggenschapsraad en/of een opleidingscommissie; f. andere door de faculteitsdirectie aan te geven omstandigheden waarin de aanvrager activiteiten ontplooit in het kader van de organisatie en het bestuur van de zaken van de faculteit of de hogeschool; g. het lidmaatschap van het bestuur van een studentenorganisatie die door het college van bestuur erkend is krachtens de Steunfondsregeling(en) HU, of een daarmee vergelijkbare organisatie van enige omvang;
21/55 © Faculteit Communicatie en Journalistiek 2008-2009
Onderwijs en Examenregeling bacheloropleidingen FCJ/ HU 2008-2009
h. andere situaties waarin de student door overmacht, zulks ter beoordeling door de examencommissie, niet heeft kunnen deelnemen aan tentamens dan wel het onderwijs dat daaraan ten grondslag ligt. De student dient een studievertraging ontstaan door één of meer van bovengenoemde persoonlijke omstandigheden zo spoedig mogelijk schriftelijk te melden bij de examencommissie. (7.8b.7)9 11
Als de examencommissie persoonlijke omstandigheden aanwezig acht, die het behalen van de in lid 9 vereiste studieresultaten hebben verhinderd, wordt het studieadvies opgeschort tot uiterlijk het einde van het tweede studiejaar van inschrijving. De procedure en de normen voor een opgeschort advies zijn opgenomen in de faculteits-OER.
12. Bij de totstandkoming van het studieadvies en de eventueel daaraan gekoppelde afwijzing wordt tenminste de volgende procedure in acht genomen: a. Bij de aanvang van het eerste jaar van inschrijving wordt aan de studenten, in het kader van de studiebegeleiding, uitdrukkelijk informatie gegeven over het tussentijds advies (zie hierna) en het uiteindelijke studieadvies. Daarbij wordt ook gewezen op de rol van de studieloopbaanbegeleider en studentendecaan in de procedure. b. Uiterlijk halverwege het eerste jaar van inschrijving voor de propedeuse ontvangen de studenten een schriftelijk tussentijds advies over de voortzetting van de studie. In het tussentijds advies wordt uitdrukkelijk verwezen naar de studieloopbaanbegeleider en de studentendecaan. c. Aan een tussentijds advies als bedoeld onder b. wordt door de examencommissie een waarschuwing verbonden, wanneer op grond van de geregistreerde studievoortgang moet worden geconstateerd dat niet is voldaan aan de studievoortgangnorm voor het desbetreffende deel van het eerste jaar van inschrijving. d. De waarschuwing als bedoeld onder c. wordt gevolgd door een door of namens de examencommissie met de student schriftelijk vastgelegde afspraak over studieplanning en studiebegeleiding. Deze afspraak is er op gericht dat binnen een redelijke termijn aan de norm voor studievoortgang kan worden voldaan. e. Indien de examencommissie voornemens is te besluiten tot een afwijzing, stelt zij de student in de gelegenheid te worden gehoord alvorens dit besluit te nemen. (7.8b.4) In de faculteits-OER zijn nadere procedureregels opgenomen voor de totstandkoming van het studieadvies. (7.8b.6) 13. Als aan één of meer opleidingen of opleidingsvarianten van de faculteit door de examencommissie aan het in het eerste lid genoemde studieadvies geen afwijzing zal worden verbonden, zijn de desbetreffende opleidingen of varianten door de faculteitsdirectie als zodanig aangewezen in de faculteits-OER. (7.8b.3) B ouderejaars studenten Voor studenten die al voor 1 september 2008 stonden ingeschreven voor dezelfde opleiding, is voor het verstrekken van een bsa de regeling als opgenomen in de opleidingsOER van 2007-2008 ongewijzigd van kracht.
Artikel 24 1.
9
Toegangsbeperking afstudeerrichtingen
Indien een opleiding na de propedeutische fase meer dan één afstudeerrichting omvat, kan de examencommissie beslissen dat een voor die opleiding ingeschreven student slechts toegang heeft tot één of meer afstudeerrichtingen van die opleiding. (7.9.1)
Zie ook art. 2.1 Uitvoeringsbesluit WHW.
22/55 © Faculteit Communicatie en Journalistiek 2008-2009
Onderwijs en Examenregeling bacheloropleidingen FCJ/ HU 2008-2009
2.
Die bevoegdheid van de examencommissie bestaat alleen ten aanzien van een opleiding die daartoe in de opleidings-OER is aangewezen. Een dergelijke aanwijzing is alleen mogelijk indien de aard en inhoud van de verschillende afstudeerrichtingen van een opleiding zodanig van elkaar verschillen dat aanwijzing gerechtvaardigd is. (7.9.1)
3.
Als een opleiding is aangewezen als een opleiding met toegangsbeperking van afstudeerrichtingen, meldt de student aan de examencommissie de door hem gewenste afstudeerrichting onder overlegging van het door hem tot dan toe gevolgde programma, alsmede de behaalde studieresultaten.
4.
Bij de toepassing van het eerste lid baseert de examencommissie zijn beslissing op: a. de studieresultaten van de student, of b. op het door de student gevolgde studieprogramma, of c. op een combinatie van a en b. De examencommissie stelt de student alvorens tot een beslissing over te gaan in de gelegenheid te worden gehoord. (7.9.2)
5.
Bij de weging van de studieresultaten, bedoeld in lid 4, houdt de examencommissie rekening met de persoonlijke omstandigheden van de student. Artikel 23 lid 10 is overeenkomstig van toepassing. (7.9.3)
6.
Bij de weging van het studieprogramma van de student, bedoeld in lid 4, beoordeelt de examencommissie of de door de student gekozen programmaonderdelen van de opleiding voldoende aansluiten op de door de student gekozen afstudeerrichting. (7.9.4)
7.
In de opleidings-OER zijn ter uitvoering van dit artikel nadere regels opgenomen omtrent in elk geval: a. het verschil naar aard en inhoud van de afstudeerrichtingen; b. de vereiste studieresultaten voor aangewezen programmaonderdelen; c. de aansluiting van programmaonderdelen op de afstudeerrichtingen van de opleiding; d. het tijdstip waarop de student zijn keuze aan de examencommissie kenbaar moet maken. (7.9.5)
Artikel 25
Introductiedagen, excursies en werkweken
1.
Introductiedagen, excursies of werkweken kunnen alleen verplicht worden gesteld, indien ze als (onderdeel van) een cursus deel uitmaken van een opleiding.
2.
Als aan de deelname aan introductiedagen, excursies of werkweken voor de student kosten zijn verbonden, wordt dat aangegeven in de opleidings-OER.
3.
De in lid 1 genoemde introductiedagen, excursies of werkweken en de daaraan verbonden kosten worden tijdig vóór aanvang van elk studiejaar schriftelijk aan de desbetreffende studenten bekendgemaakt.
4.
Studenten die door overmacht en/of persoonlijke omstandigheden, waaronder begrepen financiële, niet deel kunnen nemen aan een verplichte introductie, excursie of werkweek, moeten door de faculteitsdirectie in staat gesteld worden dit onderdeel te compenseren door middel van een vervangende cursus.
5.
De student die wegens aantoonbare financiële redenen, dit ter beoordeling van de faculteitsdirectie, de kosten van excursies, introductiedagen of werkweken niet kan opbrengen, kan de faculteitsdirectie schriftelijk verzoeken om een financiële voorziening of om ontheffing van de betalingsverplichting.
23/55 © Faculteit Communicatie en Journalistiek 2008-2009
Onderwijs en Examenregeling bacheloropleidingen FCJ/ HU 2008-2009
Artikel 26
Stages en praktische oefeningen
1.
Opleidingen die in het bijzonder zijn gericht op bepaalde beroepen, omvatten in elk geval een praktische voorbereiding op de beroepsuitoefening. (7.6.3)
2.
De inrichting en organisatie van stages en praktische oefeningen geschiedt onder verantwoordelijkheid van de examencommissie van een opleiding. (7.13.2)
3.
In de opleidings-OER is aangegeven welke activiteiten of werkzaamheden tot de stage worden gerekend en welke cursussen praktische oefeningen zijn. Daarbij is zonodig ook aangegeven: a. welke tentamens moeten zijn gehaald, voordat een student aan een stage of aan praktische oefeningen kan beginnen; b. welke stages of praktische oefeningen moeten zijn voltooid, voordat bepaalde tentamens kunnen worden afgelegd. (7.13.2)
4.
In de opleidings-OER wordt ten aanzien van stages en praktische oefeningen in elk geval geregeld: a. de duur en periodes; b. de wijze van verdeling of toewijzing van plaatsen; c. wat van de student ter voorbereiding wordt verwacht; d. welke kosten voor rekening van de student zijn; e. welke beoordelingsnormen van toepassing zijn; f. hoe en wanneer beoordeling geschiedt; g. de mogelijkheden van herkansing, alsmede onderbreking en afbreking. (7.13.2)
5.
De regeling bedoeld in het vierde lid wordt tijdig vóór de aanvang van een studiejaar aan de desbetreffende studenten bekend gemaakt.
Artikel 27
Eigen bijdragen
1.
De kosten van onderwijsbenodigdheden voor eigen gebruik, zoals boeken, materialen en laboratoriumbenodigdheden, ten behoeve van deelname aan het onderwijs, de tentamens of de examens van de opleiding waarvoor een student is ingeschreven, zijn voor rekening van de desbetreffende student.
2.
De kosten van, ten behoeve van studenten en in het belang van het onderwijs, getroffen onderwijsvoorzieningen, kunnen door de faculteitsdirectie aan de desbetreffende studenten naar redelijkheid in rekening worden gebracht, tenzij deze voorzieningen vanwege de aard van de opleiding noodzakelijk zijn.
3.
De in het eerste lid bedoelde onderwijsbenodigdheden en de in het tweede lid bedoelde onderwijsvoorzieningen worden in de opleidings-OER aangewezen.
4.
Een benadering van de omvang van de kosten genoemd in lid 1 en lid 2, alsmede de wijze van betaling van de kosten genoemd in lid 2, worden in of op basis van de opleidings-OER tijdig vóór de aanvang van elk studiejaar schriftelijk aan de desbetreffende studenten bekendgemaakt.
5.
De student die wegens aantoonbare financiële redenen, dit ter beoordeling van de faculteitsdirectie, de kosten van de onderwijsvoorzieningen genoemd in lid 2 niet kan opbrengen, kan de faculteitsdirectie schriftelijk verzoeken om een financiële voorziening of om ontheffing van de betalingsverplichting.
24/55 © Faculteit Communicatie en Journalistiek 2008-2009
Onderwijs en Examenregeling bacheloropleidingen FCJ/ HU 2008-2009
7.
INRICHTING EXAMENS EN TENTAMENS
Artikel 28
Tentamens en examens
1.
Aan elke opleiding is een examen verbonden. Aan elke cursus is een tentamen verbonden. Een tentamen kan onderverdeeld zijn in deeltentamens. Als dit het geval is, is dit aangegeven in de opleidings-OER. (7.3.3)
2.
Aan de propedeutische fase van een opleiding is, voor zover in de opleidings-OER niet anders is bepaald, een propedeutisch examen verbonden. (7.8.2)
3.
De faculteitsdirectie stelt studenten, die aan haar faculteit voor een opleiding zijn ingeschreven, in de gelegenheid de voor die opleiding voorgeschreven tentamens en examens af te leggen.
4.
Indien de tentamens van de tot een opleiding of propedeutische fase behorende cursussen met goed gevolg zijn afgelegd, is het examen afgelegd, behalve als in de opleidings-OER bepaald is dat het examen tevens een door de examencommissie zelf te verrichten aanvullend onderzoek omvat. In de opleidings-OER is opgenomen waarop het aanvullend onderzoek betrekking heeft. (7.10.2)
5.
Een examencommissie kan, onder door haar te stellen voorwaarden, bepalen dat niet ieder tentamen van een examen met goed gevolg behoeft te worden afgelegd. In de opleidingsOER is opgenomen voor welke tentamens en onder welke voorwaarden dit van toepassing is. (7.10.3)
6.
Resultaten van tentamens en examens zijn, zolang de student onafgebroken voor de desbetreffende opleiding is ingeschreven, onbeperkt geldig, tenzij in de opleidings-OER anders is bepaald.
7.
De opleidings-OER regelt de geldigheidsduur van tentamen- en examenresultaten bij onderbreking van de inschrijving voor de desbetreffende opleiding, alsmede de eventuele bevoegdheid van de examencommissie om die geldigheidsduur te verlengen dan wel een aanvullend of vervangend tentamen op te leggen.
8.
In de opleidings-OER is verder geregeld: a. de volgorde waarin in de propedeutische fase en in de hoofdfase tentamens kunnen of moeten worden afgelegd; b. waar nodig, dat het met goed gevolg afgelegd hebben van tentamens voorwaarde is voor toelating tot andere tentamens. (7.13.2.)
Artikel 29
Aanwezigheidsplicht
1.
Met het oog op de toelating tot het desbetreffende tentamen kan in de opleidings-OER voor (een gedeelte van) een cursus een aanwezigheidsplicht worden opgelegd, voor zover de aard van het onderwijs dit vereist.
2.
De examencommissie kan een student vrijstelling verlenen van de aanwezigheidsplicht als bedoeld in het vorige lid, al dan niet onder het stellen van vervangende eisen. (7.13)
25/55 © Faculteit Communicatie en Journalistiek 2008-2009
Onderwijs en Examenregeling bacheloropleidingen FCJ/ HU 2008-2009
Artikel 30
Inhoud tentamens en examens
1.
Elk tentamen omvat een onderzoek naar de kennis, het inzicht en de vaardigheden (competenties) van de student, alsmede de beoordeling van de uitkomsten van dat onderzoek. (7.10.1)
2.
Een examen of tentamen kan ook een onderzoek naar de beroepshouding van een student betreffen, indien de opleidings-OER hiertoe de mogelijkheid biedt.
3.
Het onderzoek wordt verricht door of namens de examencommissie van de opleiding die de desbetreffende cursus verzorgt. De resultaten van het onderzoek worden uitgedrukt in cijfers of op een andere in de opleidings-OER aangewezen wijze. Daarin is ook de wijze van afronding bij het geven van cijfers geregeld.
4.
Het propedeutisch examen is er mede op gericht om aan het einde van het eerste jaar van inschrijving voor de propedeutische fase een studieadvies aan de student te kunnen uitbrengen.
Artikel 31
Organisatie van examens en tentamens
1.
Examinatoren en andere bij een tentamen of examen betrokkenen dragen er zorg voor dat ten aanzien van opgaven en opdrachten strikte geheimhouding wordt bewaard, totdat de opgaven aan de kandidaten zijn uitgereikt.
2.
Onverminderd het bepaalde elders in deze regeling worden in de opleidings-OER in elk geval de volgende onderwerpen geregeld (onder tentamen wordt tevens examen verstaan): a. de procedure voor en tijdstippen van aanmelding voor tentamens; b. de periodes waarin en het aantal malen per jaar dat tentamens worden afgenomen; c. of, wanneer en hoe herkansing mogelijk is; d. de wijze waarop tentamens worden afgelegd, en de daarvoor beschikbare tijdsduur; e. toegestane hulpmiddelen bij het afleggen van tentamens; f. of en zo ja, onder welke voorwaarden mondelinge tentamens toegankelijk zijn voor studenten en medewerkers van de opleiding en/of voor overige belangstellenden; g. de tijdstippen waarop en de termijn waarbinnen de uitslag van tentamens bekend gemaakt moet worden, alsmede de voorwaarden waaronder hiervan kan worden afgeweken; h. het toezicht bij de tentamens indien deze schriftelijk worden afgenomen en de verslaglegging van het verloop daarvan. Het verslag bevat in elk geval een geparafeerde lijst van studenten die aan het tentamen hebben deelgenomen; i. de beoordeling van de tentamens, de vaststelling van de uitslagen en de tijdstippen waarop de uitslag wordt bekendgemaakt; j. hoe, wanneer en gedurende welke termijn de student die een schriftelijk tentamen heeft afgelegd inzage kan krijgen in zijn beoordeelde werk, alsmede in de daarbij behorende vragen, opdrachten en beoordelingsnormen; k. de bijzondere gevallen waarin de examencommissie de bevoegdheid heeft om af te wijken van de regeling van de opleidings-OER. Die bevoegdheid bestaat in elk geval ten aanzien van de punten d en f; l. de wijze waarop de in dit artikellid genoemde tijdstippen en termijnen bekend worden gemaakt. (7.13.2)
Artikel 32
Inschrijving voor cursussen
1.
Deelname aan cursussen is slechts mogelijk na tijdige inschrijving via Osiris.
2.
De inschrijving voor een cursus is in elk geval mogelijk tot 2 weken voor de start van een onderwijsperiode.
26/55 © Faculteit Communicatie en Journalistiek 2008-2009
Onderwijs en Examenregeling bacheloropleidingen FCJ/ HU 2008-2009
3.
De student is zelf verantwoordelijk voor de inschrijving, tenzij in de opleidings-OER anders is bepaald10.
4.
Inschrijving voor een minor houdt tevens inschrijving in voor alle cursussen die deel uitmaken van de minor.
5.
De student kan in hetzelfde studiejaar niet meer dan eenmaal voor dezelfde cursus ingeschreven staan, tenzij in de opleidings-OER anders is bepaald.
Artikel 33
Inschrijving voor tentamens
1. Deelname aan schriftelijke tentamens is slechts mogelijk na tijdige inschrijving via Osiris. 2. De student is zelf verantwoordelijk voor de inschrijving, tenzij in de opleidings-OER anders is bepaald11.
Artikel 34
Tentamenmogelijkheden
1. In de opleidings-OER is geregeld of, en zo ja hoe, hoe vaak en wanneer en voor welke (onderdelen van) cursussen, inschrijving voor tentamens kan plaatsvinden. Afhankelijk van hetgeen daarover in de opleidings-OER is bepaald, kan de student zich in hetzelfde studiejaar voor dezelfde cursus ten hoogste voor twee tentamenmogelijkheden 12 inschrijven . 2. In afwijking van lid 1 kan in de opleidings-OER worden bepaald dat aan een cursus in hetzelfde studiejaar slechts één tentamenmogelijkheid is verbonden, uitsluitend indien herkansing in hetzelfde jaar redelijkerwijs niet mogelijk is gelet op de aard van de cursus. 3. Herkansing van een afgelegd tentamen is slechts mogelijk als de beoordeling van het desbetreffende (onderdeel van) het tentamen onvoldoende is, tenzij in de opleidings-OER is opgenomen dat de examencommissie anders kan beslissen. Bij deelname aan een herkansing vervallen alle eerdere beoordelingen. 4. De student die staat ingeschreven voor een tentamen maar daaraan niet deelneemt, verliest een tentamenmogelijkheid. 5. In geval van niet-deelname aan een tentamen door overmacht kan de examencommissie op verzoek van de student een extra tentamenmogelijkheid toekennen. Van overmacht is sprake als zich één of meer van de volgende omstandigheden voordoen: a. ziekte; b. lichamelijke, zintuiglijke of andere functiestoornis; c. zwangerschap; d. bijzondere familieomstandigheden, waaronder begrepen de bijzondere omstandigheden van degene met wie de aanvrager samenwoont of een LAT-relatie onderhoudt; e. andere situaties waarin de student door overmacht, zulks ter beoordeling door de examencommissie, niet heeft kunnen deelnemen aan tentamens dan wel het onderwijs dat daaraan ten grondslag ligt.
10
Studenten worden vaak door de opleiding zelf ingeschreven voor de propedeuse en voor de minor. Dit is (nog) niet uniform geregeld binnen de HU. 11
Soms wordt de student door of vanwege de opleiding ingeschreven voor tentamens.
12
Het aantal herkansingen wordt per faculteit vastgesteld. Hiervan kan niet worden afgeweken in de opleidings-OER. 27/55
© Faculteit Communicatie en Journalistiek 2008-2009
Onderwijs en Examenregeling bacheloropleidingen FCJ/ HU 2008-2009
Artikel 35
Legitimatieplicht bij tentamens
1.
Voor deelname aan tentamens is het verplicht om een geldige collegekaart te tonen.
2.
Indien een student geen geldige collegekaart kan tonen, is deelname aan tentamens alleen mogelijk door het tonen van een tentamenpas in combinatie met een geldig legitimatiebewijs.
3.
Een geldig legitimatiebewijs is uitsluitend: a. een geldig paspoort; b. een geldige Europese identiteitskaart; c. een geldig Nederlands of internationaal rijbewijs; d. een geldig vluchtelingendocument.
4.
Voor afgifte van een tentamenpas is in elk geval vereist dat de student: a. rechtsgeldig als student is ingeschreven, en b. bij de aanvraag een legitimatiebewijs, als bedoeld in lid 3, overlegt.
5.
De student die nog geen collegekaart ontvangen heeft, kan in de week direct voorafgaande aan de tentamenperiode kosteloos een tentamenpas aanvragen. Deze tentamenpas is geldig gedurende de daarop aangegeven periode.
6.
De student die wel een collegekaart heeft ontvangen, maar deze door verlies, diefstal of anderszins is kwijtgeraakt, kan tijdens de tentamenperiode tegen betaling van administratiekosten een tentamenpas aanvragen. Deze tentamenpas is uitsluitend geldig op de dag van uitgifte.
7.
De administratiekosten als bedoeld in lid 6 bedragen € 25,-- per tentamenpas, tot een maximum van € 100,-- per tentamenperiode. Studenten die door aantoonbare overmacht hun collegekaart hebben verloren, zijn per tentamenperiode slechts € 25,-- (tarief eerste tentamenpas) verschuldigd.
Artikel 36
Bekendmaking tentamenuitslagen
1. Ten bewijze dat een tentamen met goed gevolg is afgelegd, wordt de uitslag door de desbetreffende examinator of examinatoren bekendgemaakt via Osiris, hetgeen gelijk staat aan de uitreiking van een schriftelijk bewijsstuk. (7.11.1) 2. De aanduiding NA (Niet Aanwezig),die gebruikt kan worden als een student zich heeft ingeschreven voor een schriftelijk tentamen maar daaraan niet deelneemt, wordt beschouwd als een tentamenuitslag. Artikel 37
Termijnen beoordeling en inzage
1.
Voor de bekendmaking van tentamenuitslagen als bedoeld in artikel 36 gelden de volgende termijnen: a. maximaal twee weken na de laatste dag van de desbetreffende tentamenperiode13; b. op de dag van afname van het mondeling tentamen; c. in de opleidings-OER nader te bepalen voor overige gevallen.
13
Tenzij in de faculteits-OER anders is geregeld, wordt deze termijn opgeschort gedurende ingeroosterde vakantieperiodes, met uitzondering van de zomervakantie.
28/55 © Faculteit Communicatie en Journalistiek 2008-2009
Onderwijs en Examenregeling bacheloropleidingen FCJ/ HU 2008-2009
2.
In afwijking van lid 1a kan de beoordelingstermijn in de opleidings-OER voor nader omschreven schriftelijke tentamenvormen worden gesteld op maximaal drie weken.
3.
Indien sprake is van een eindbeoordeling op basis van meerdere deeltentamens, begint de termijn als bedoeld in lid 1 te lopen vanaf het laatste deeltentamen.
4.
De student heeft recht op inzage in het schriftelijk tentamenwerk als bedoeld in artikel 31 lid 2 sub j binnen drie weken na bekendmaking van de uitslag14.
5.
De examencommissie kan in bijzondere gevallen afwijken van bovengenoemde termijnen, mits het belang van de student hierdoor niet onevenredig wordt geschaad.
Artikel 38
Onregelmatigheden
1.
Indien een student zich ten aanzien van enig deel van een examen of tentamen aan enige onregelmatigheid heeft schuldig gemaakt, kan de voorzitter van de examencommissie hem de deelneming of verdere deelneming aan één of meer tentamens of het examen voor een termijn van hoogstens één jaar ontzeggen.
2.
Indien de onregelmatigheden eerst na afloop van het examen of tentamen worden ontdekt, kan de examencommissie de desbetreffende student het getuigschrift of de verklaring, zoals genoemd in artikel 42, onthouden. Zij kan ook bepalen dat aan de betrokken student het getuigschrift of de verklaring slechts kan worden uitgereikt na een hernieuwd onderzoek, in de door de examencommissie aan te wijzen onderdelen en op door haar te bepalen wijze.
3.
Alvorens een beslissing ingevolge het eerste of tweede lid te nemen, hoort de voorzitter van de examencommissie, dan wel de voltallige examencommissie, de student. De voorzitter deelt zijn beslissing of die van de examencommissie onverwijld mede aan de student, zo mogelijk mondeling en in ieder geval schriftelijk.
4.
De voorzitter maakt van zijn beslissing en van de feiten waarop deze steunt, onverwijld een rapport op, dat hij terstond toezendt aan de faculteitsdirectie. Op verzoek van de voorzitter van het College van Beroep stelt hij een afschrift van het rapport aan deze ter beschikking.
Artikel 39
Voorzieningen
1.
Een student met een functiebeperking en/ of chronische ziekte heeft naar redelijkheid recht op passende voorzieningen bij het volgen van onderwijs en het afleggen van tentamens en examens15.
2.
Een student die op grond van overmacht of persoonlijke omstandigheden verhinderd is deel te nemen aan een examen of tentamen, krijgt naar redelijkheid alsnog de gelegenheid het desbetreffende examen of tentamen af te leggen.
14
Inzage geschiedt in overleg met de desbetreffende docent en/of op vaste, door de examencommissie of opleiding vooraf vastgestelde tijdstippen, al dan niet gekoppeld aan een nabespreking.
15
Onder “functiebeperking of chronische ziekte” kan onder meer worden verstaan: astma, auditieve handicap, chronische vermoeidheid, dyslexie, epilepsie, meervoudig lichamelijke handicap, motorische aandoeningen, nierproblemen, psychische stoornissen, rugklachten, reumatische klachten, spierziekten, spraakaandoeningen, visuele handicap, RSI en whiplash. Een functiebeperking of chronische ziekte kan - afhankelijk van de omstandigheden van het geval - leiden tot een voorziening als bedoeld in dit artikel.
29/55 © Faculteit Communicatie en Journalistiek 2008-2009
Onderwijs en Examenregeling bacheloropleidingen FCJ/ HU 2008-2009
3.
De desbetreffende student kan de examencommissie verzoeken een voorziening te treffen ten aanzien van het in de vorige leden gestelde. Een verzoek dient schriftelijk, met redenen omkleed en zo mogelijk van bewijsstukken voorzien, bij de examencommissie te worden ingediend.
4.
Het besluit van de examencommissie wordt schriftelijk meegedeeld aan de student en door haar aangewezen medewerkers. Een afschrift van dit besluit wordt bewaard door de examencommissie van de opleiding waarvoor de student is ingeschreven.
5.
Een voorziening wegens functiebeperking of chronische ziekte als bedoeld in lid 1 geldt na toekenning voor elk volgend tentamen of examen van de opleiding, tenzij uit de beslissing van de examencommissie duidelijk anders blijkt. Ook heeft de student recht op dezelfde voorziening ten aanzien van een tentamen of examen aan een andere opleiding, mits aan de volgende voorwaarden is voldaan: a. de toegekende voorziening is uiterlijk bij inschrijving voor het tentamen of examen gemeld bij de examencommissie van de andere opleiding; b. de student kan op verzoek het schriftelijk besluit tonen waaruit blijkt dat de voorziening is toegekend; c. de examencommissie als bedoeld onder a. heeft de gemelde voorziening niet geweigerd. Een weigering moet bij schriftelijk en gemotiveerd besluit vóór het tentamen of examen aan de student worden bekendgemaakt. Artikel 40
Vrijstellingen
1.
De examencommissie kan op schriftelijk verzoek van de student, en met inachtneming van de faculteits-OER en de opleidings-OER, vrijstelling verlenen van het afleggen van één of meer tentamens, dan wel van het propedeutisch examen, op grond van: a. eerder met goed gevolg afgelegde tentamens of examens, of b. buiten het hoger onderwijs opgedane kennis of vaardigheden, waaruit blijkt dat de kandidaat reeds aan de vereisten van het desbetreffende tentamen of examen voldaan heeft. De gronden voor vrijstelling zijn opgenomen in de opleidings-OER. (7.13.2.)
2.
Voor de beoordeling van een verzoek om vrijstelling op grond van lid 1 sub b, kan een 16 examencommissie een onafhankelijk EVC-bureau inschakelen.
3.
Indien een examencommissie de vrijstelling genoemd in lid 1 verleent, verstrekt zij de verzoeker een bewijs van vrijstelling. Dit bewijs vermeldt de datum waarop de vrijstelling is verleend, de desbetreffende tentamens en tevens de geldigheidsduur. In de opleidingsOER is opgenomen wat de geldigheidsduur van de vrijstelling is bij onderbreking van de desbetreffende opleiding. Artikel 41
Bewaring tentamen- en examenstukken
1.
Alle schriftelijk examen- en tentamenwerk wordt tenminste gedurende zes maanden na bekendmaking van de uitslag bewaard. Voor afstudeerproducten geldt een termijn van twee jaar. In geval van beroep tegen de uitslag van het examen of tentamen, wordt het desbetreffende examen- en tentamenwerk bewaard gedurende de periode waarin nog niet op dat beroep is beslist.
2.
In de opleidings-OER wordt nader geregeld hoe de in het vorige lid bedoelde bewaarplicht wordt uitgeoefend.
16
EVC-Bureau: Bureau ter toetsing van eerder en/of elders verworven competenties (EVC’s) 30/55
© Faculteit Communicatie en Journalistiek 2008-2009
Onderwijs en Examenregeling bacheloropleidingen FCJ/ HU 2008-2009
3.
Alle op een met goed gevolg afgelegd examen of tentamen betrekking hebbende uitslagen van beoordelingen, verleende vrijstellingen, stukken betreffende de inschrijving als student en de stukken betreffende de afgifte van getuigschriften of verklaringen zoals genoemd in artikel 42, worden door de desbetreffende afdelingsdirectie bewaard gedurende een periode van 30 jaar, een en ander conform het Privacyreglement studenten HU.
4.
Wanneer een student vóór de afloop van de periode waarin de gebruikte opgaven en gemaakte tentamen(onderdelen) bewaard worden, verzoekt om teruggave van zijn werk, wordt dit verzoek pas gehonoreerd ná het verstrijken van de bewaartermijn. Vooruitlopend daarop is de student wel gerechtigd om voor eigen rekening na beoordeling een fotokopie te verkrijgen van het door hem ingeleverde tentamen- of examenwerk.
31/55 © Faculteit Communicatie en Journalistiek 2008-2009
Onderwijs en Examenregeling bacheloropleidingen FCJ/ HU 2008-2009
8.
GETUIGSCHRIFTEN EN TITULATUUR
Artikel 42
Getuigschriften
1.
Ten bewijze dat een examen met goed gevolg is afgelegd, wordt door de examencommissie een getuigschrift uitgereikt. Getuigschriften worden tenminste ondertekend door de voorzitter en een lid van de examencommissie.
2.
Op het getuigschrift van het met goed gevolg afgelegde examen wordt in elk geval vermeld17: a. welke opleiding zoals vermeld in het Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs het betreft; b. welke onderdelen het examen omvatte en, in voorkomende gevallen, welke wettelijke bevoegdheid daaraan is verbonden; c. (voor zover van toepassing) welke graad is verleend; d. op welk tijdstip de opleiding voor het laatst is geaccrediteerd dan wel de toets nieuwe opleiding met goed gevolg heeft ondergaan.
3.
Aan het getuigschrift wordt een supplement toegevoegd, opgesteld in het Nederlands of Engels. Dit supplement heeft tot doel inzicht te geven in de aard en inhoud van de afgeronde opleiding, mede met het oog op de internationale herkenbaarheid van opleidingen. Het supplement bevat in elk geval de volgende gegevens: a. de naam van de opleiding en de instelling die de opleiding verzorgt; b. de vermelding dat het een hbo-opleiding betreft; c. een beschrijving van de inhoud van de opleiding; d. de studielast van de opleiding. (7.11.3) e. de eventueel gevolgde minor
4.
Het tijdstip waarop het laatste tentamen wordt afgelegd, is het tijdstip waarop het examen is afgelegd, tenzij een afsluitend aanvullend onderzoek deel uitmaakt van het examen. In dit laatste geval is het examen afgelegd op de datum van dat aanvullend onderzoek.
5.
Degene die meer dan één tentamen met goed gevolg heeft afgelegd en aan wie geen getuigschrift als bedoeld in het tweede lid kan worden uitgereikt, ontvangt desgevraagd een door de desbetreffende examencommissie af te geven verklaring, waarin in elk geval de tentamens zijn vermeld die door hem met goed gevolg zijn afgelegd. (7.11.2)
6.
Een examencommissie geeft geen getuigschrift af dan nadat de faculteitsdirectie heeft verklaard dat het getuigschrift kan worden afgegeven. Een faculteitsdirectie kan die verklaring weigeren op gronden ontleend aan artikel 7.58 WHW.
7.
In de opleidings-OER is de procedure vermeld voor het verkrijgen van het propedeutisch getuigschrift en van het getuigschrift behorend bij het afsluitend examen (diploma).
Artikel 43 1.
Graden en titulatuur
De examencommissie verleent de graad Bachelor aan degene die met goed gevolg het afsluitend examen van een bacheloropleiding heeft afgelegd. Aan de graad kan een vermelding van het vakgebied of het beroepenveld waarop de graad betrekking heeft worden toegevoegd18. (7.10a, 7.10b en 7.11)
17
In het propedeutisch getuigschrift ontbreekt uiteraard de graadvermelding.
18
Hogeschoolbreed is op basis van een advies van de HBO-Raad voor alle opleidingen vastgelegd welke toevoeging op de graadvermelding kan plaatsvinden (zie bijlage). 32/55
© Faculteit Communicatie en Journalistiek 2008-2009
Onderwijs en Examenregeling bacheloropleidingen FCJ/ HU 2008-2009
2.
Degene aan wie een graad als bedoeld in het vorige lid is verleend, is gerechtigd om die graad (met eventuele toevoeging als bedoeld in het vorige lid) in de eigen naamsvermelding tot uitdrukking te brengen, afgekort tot B (met eventuele toevoeging als bedoeld in het vorige lid) achter de naam (7.19a).
3.
Degene die op grond van het vorige lid gerechtigd is om de graad in de eigen naamsvermelding tot uitdrukking te brengen, is tevens gerechtigd tot het voeren van: a. de titel ingenieur, afgekort tot ing. voorafgaand aan de naam, indien het een opleiding betreft op het gebied van de natuurlijke omgeving of op het gebied van de techniek; b. de titel baccalaureus, afgekort tot bc. voorafgaand aan de naam, indien het een andere opleiding betreft19. (7.20.2)
4
De examencommissie verleent de graad Associate degree aan degene die met goed gevolg het afsluitend examen van een Ad-opleiding heeft afgelegd. Aan de graad kan een vermelding van het vakgebied of het beroepenveld waarop de graad betrekking heeft worden toegevoegd (7.10a, 7.10b en 7.11)
Artikel 44
Vermelding cum laude of met genoegen
1.
Op het getuigschrift van het afsluitend examen wordt uitsluitend op voorafgaand verzoek van de student de aantekening "cum laude" vermeld, indien de student heeft voldaan aan alle volgende eisen: a. aan alle gevolgde cursussen in de hoofdfase (vrijstellingen uitgezonderd) is een (eind)beoordeling van tenminste 6.0 verbonden; b. het gewogen rekenkundig gemiddelde van alle (eind-)beoordelingen in de hoofdfase (vrijstellingen uitgezonderd) is minimaal 8.0; c. de (eind-)beoordeling van een afstudeeropdracht of eindscriptie is minimaal 8.0; d. de kandidaat is maximaal 4 studiejaren ingeschreven geweest voor de desbetreffende opleiding.
2.
Op het getuigschrift van het afsluitend examen wordt uitsluitend op voorafgaand verzoek van de student de aantekening "met genoegen" vermeld, indien de student heeft voldaan aan alle volgende eisen: a. aan alle gevolgde cursussen (vrijstellingen uitgezonderd) in de hoofdfase is een (eind)beoordeling van tenminste 6.0 verbonden; b. het gewogen rekenkundig gemiddelde van alle (eind-)beoordelingen in de hoofdfase (vrijstellingen uitgezonderd) is minimaal 7.0; c. de (eind-)beoordeling van een afstudeeropdracht of eindscriptie is minimaal 7.0; d. de kandidaat is maximaal 4 studiejaren ingeschreven geweest voor de desbetreffende opleiding.
3. Bij berekening als bedoeld in lid 1 en 2 worden eventuele niet-cijfermatige resultaten en extra behaalde punten (bijvoorbeeld bij een excellente route) door de examencommissie meegewogen op een wijze als bepaald in de opleidings-OER. 4.
De student aan wie meer dan 120 ECTS aan vrijstellingen is verleend voor de betreffende opleiding, kan niet in aanmerking komen voor een vermelding als bedoeld in het eerste en tweede lid.
19
Een afgestudeerde is tevens gerechtigd tot het voeren van de titel Bachelor, afgekort tot B. achter de naam, conform art. 7.21 WHW zoals dat luidde op 31 augustus 2002, indien: - de afgestudeerde vóór 1 september 2002 daartoe reeds gerechtigd was op grond van de WHW zoals die toen luidde (huidig art. 7.22a.2 WHW), of: - de afgestudeerde op 31 augustus 2002 reeds voor een opleiding was ingeschreven én na 31 augustus 2002 doch vóór 1 september 2006 de graad Bachelor heeft verkregen (art. 18.40 WHW, Stb. 2005, 108). 33/55
© Faculteit Communicatie en Journalistiek 2008-2009
Onderwijs en Examenregeling bacheloropleidingen FCJ/ HU 2008-2009
5.
Indien de inschrijvingsduur als bedoeld in het eerste en tweede lid langer is dan 4 studiejaren als gevolg van omstandigheden als bedoeld in artikel 23 lid 10, kan de examencommissie beslissen dat de student toch in aanmerking komt voor de aantekening “met genoegen” of "cum laude". De overige vereisten van het eerste en tweede lid gelden hierbij onverkort.
6.
De regeling in dit artikel is uitsluitend van toepassing op studenten die op of na 1 september 2005 voor het eerst deelnemen aan de hoofdfase van de opleiding.
34/55 © Faculteit Communicatie en Journalistiek 2008-2009
Onderwijs en Examenregeling bacheloropleidingen FCJ/ HU 2008-2009
9.
SLOTBEPALINGEN
Artikel 45
Rechtsbescherming (beroep en bezwaar) 20
1.
Tegen een door of namens de examencommissie op basis van de onderwijs- en examenregeling genomen beslissing kan de desbetreffende student: a. beroep aantekenen bij het College van Beroep van de hogeschool, conform het reglement College van Beroep HU; alsook b. een bezwaarschrift indienen bij de desbetreffende examencommissie, conform onderstaande procedure (leden 2-12). De examencommissie kan – uitsluitend ten voordele van de student – van deze procedure afwijken of deze gedeeltelijk buiten toepassing laten.
2.
Een bezwaarschrift moet schriftelijk worden ingediend. Het dient binnen twee weken na bekendmaking van het besluit te zijn ontvangen door de examencommissie.
3.
Het bezwaarschrift wordt ondertekend en bevat tenminste: a. naam en adresgegevens van de afzender; b. de redenen van het bezwaar; c. een duidelijke omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht.
4.
De examencommissie zendt binnen een week na ontvangst van het bezwaarschrift een schriftelijke ontvangstbevestiging aan de afzender. Daarbij wordt zonodig ook verzocht om het bezwaarschrift aan te vullen als niet is voldaan aan de onder 3. genoemde vereisten.
5.
Een bezwaarschrift wordt in elk geval niet-ontvankelijk verklaard indien: a. het niet is ingediend binnen de in lid 2 genoemde termijn; b. niet is voldaan aan de in lid 3 genoemde vereisten, en herstel van het verzuim ook na een verzoek als bedoeld in lid 4 achterwege blijft.
6.
Indien het bezwaarschrift na afloop van de in lid 2 genoemde termijn is ontvangen, blijft niet-ontvankelijkheid op grond daarvan achterwege, indien de afzender aantoont dat het bezwaarschrift is ingediend zo spoedig als dit redelijkerwijs kon worden verlangd.
7.
Als het bezwaar is gericht tegen het niet tijdig nemen van een besluit, is het niet aan een termijn gebonden. Het bezwaarschrift wordt echter niet-ontvankelijk verklaard als het onredelijk laat is ingediend.
8.
De examencommissie kan de afzender van het bezwaarschrift in de gelegenheid stellen om te worden gehoord naar aanleiding van de gemaakte bezwaren. In dat geval wordt de afzender tijdig van die mogelijkheid op de hoogte gesteld c.q. uitgenodigd voor een hoorzitting.
9.
De examencommissie maakt binnen twee weken na ontvangst van het bezwaarschrift de beslissing op het bezwaar schriftelijk aan de afzender bekend. Deze beslissing is gebaseerd op een hernieuwde beoordeling en moet gemotiveerd zijn. Als het bezwaar wordt toegewezen neemt de examencommissie tevens een nieuw (inhoudelijk) besluit. Als het bezwaar wordt afgewezen blijft het oorspronkelijke besluit in stand.
10. Als de examencommissie voorziet dat zij geen beslissing kan nemen binnen de gestelde termijn, stelt zij de afzender daarvan binnen twee weken na ontvangst van het bezwaarschrift op de hoogte. De commissie dient daarbij aan te geven op welke termijn alsnog wordt beslist, waarbij zij tevens de reden van de vertraging aangeeft. 20
Voor “examencommissie” moet in dit artikel ook gelezen worden: faculteits- of afdelingsdirectie. Uiteraard alleen voor zover het besluiten op grond van de OER betreft. 35/55
© Faculteit Communicatie en Journalistiek 2008-2009
Onderwijs en Examenregeling bacheloropleidingen FCJ/ HU 2008-2009
11. Het indienen van een bezwaarschrift bij de examencommissie schort de termijn voor het instellen van beroep bij het College van Beroep HU (zie lid 1 sub a) niet op. Overigens kan zowel tegen het oorspronkelijke besluit van de examencommissie, als tegen de beslissing op het bezwaarschrift als bedoeld in lid 9, beroep worden ingesteld bij het College van Beroep HU. 12. Het jaarlijks door het College van Beroep vastgestelde zomerreces is ook van toepassing op deze bezwaarprocedure (termijnen worden gedurende het reces opgeschort). Artikel 46 1.
Nadere regeling in opleidings-OER
De afdelingsdirectie regelt in de opleidings-OER de nadere inrichting van het onderwijs van die opleiding, alsmede de inrichting en de afname van examens en tentamens. Daarbij worden de faculteits-OER, de OER-HU en de door de overheid vastgestelde relevante weten regelgeving in acht genomen.
Artikel 47
Onvoorziene omstandigheden
In de gevallen waarin deze regeling niet voorziet en waarover een onmiddellijke beslissing noodzakelijk is, beslist de faculteitsdirectie dan wel de examencommissie van de opleiding waar de desbetreffende student(en) is (zijn) ingeschreven. De beslissing wordt onverwijld aan belanghebbenden medegedeeld. Artikel 48 1.
Inwerkingtreding
Deze gewijzigde faculteits-OER treedt in werking op 1 september 2008.
2. Deze regeling kan worden aangehaald als "Onderwijs- en Examenregeling bacheloropleidingen FCJ 2008-2009" of als "OER-FCJ bacheloropleidingen 2008-2009". Artikel 49 1.
Evaluatie
Het college van bestuur draagt zorg voor een regelmatige evaluatie van de OER-HU. De evaluatie vindt ten minste eenmaal in de vier jaar plaats. (7.14)
3. De faculteitsdirectie draagt zorg voor een regelmatige evaluatie van de faculteits-OER. Zij weegt daarbij in elk geval, ten behoeve van de bewaking en zonodig de bijstelling van de studielast, het tijdsbeslag dat daaruit voor de studenten voortvloeit. De evaluatie vindt ten minste eenmaal in de vier jaar plaats. (7.14)
36/55 © Faculteit Communicatie en Journalistiek 2008-2009
Onderwijs en Examenregeling bacheloropleidingen FCJ/ HU 2008-2009
BIJLAGE 1 – Diplomaformats bacheloropleidingen HU
Bijlage 1A • • •
•
•
•
•
•
•
• •
•
•
21
TOELICHTING
De formats geven aan welke tekst het diploma dient te bevatten. In de praktijk kunnen uitgereikte diploma’s hiervan qua layout iets afwijken. Tekst tussen vierkante haakjes [..] geeft aan dat hier iets moet worden ingevuld dan wel een keuzemogelijkheid bestaat, aangegeven door een schuine streep /. De eerste voornaam van de student wordt voluit vermeld, gevolgd door eventuele vervolginitialen. Bij vrouwelijke studenten wordt als achternaam uitsluitend de meisjesnaam vermeld, ook als de student (tevens) de achternaam van haar partner heeft aangenomen. Op het Nederlandstalige getuigschrift c.q. diploma wordt het geboorteland vermeld met uitzondering van Nederland, op de Engelstalige versie wordt het geboorteland altijd vermeld. De vermelding “met genoegen” (Engelse vertaling: with distinction) of “cum laude” wordt conform art. 44 OER-HU uitsluitend op voorafgaand verzoek van de student die aan de vereisten voldoet, op het diploma vermeld. Het voorblad wordt conform art. 42 lid 1 OER-HU getekend door de voorzitter en een lid van de examencommissie. Een ambtelijk secretaris (die geen lid is) mag dus niet meetekenen. Het supplement wordt door de voorzitter ondertekend. Onderaan het diploma/getuigschrift wordt de accreditatie vermeld die ten tijde van de afgifte van het diploma/getuigschrift van kracht is. Als accreditatiedatum geldt de datum van het accreditatiebesluit van de NVAO. Als een bestaande opleiding nog niet is geaccrediteerd wordt de datum van het laatste visitatierapport vermeld. De titel ingenieur/ing. (zie voetnoot op voorblad) wordt uitsluitend vermeld op diploma’s van de desbetreffende technische opleidingen. In alle andere gevallen betreft het de titel baccalaureus/bc. Op het supplement wordt de naam van een gevolgde minor vermeld zoals aangegeven in het interne HU-minoraanbod. De naam van eventuele externe en/of door de student samengestelde minors wordt door de goedkeurende examencommissie vastgesteld. De afzonderlijke onderdelen van de minor worden in de cijferlijst opgenomen. Een eventueel honours programme wordt eveneens op het supplement vermeld (onder de minor), de afzonderlijke onderdelen staan in de cijferlijst. De cijferlijst bij het bachelordiploma wordt in elk geval opgedeeld in propedeuse, major en profileringsruimte c.q. minor. Extra onderverdeling wordt gemaakt op basis van de in OSIRIS vastgelegde structuur in het examenprogramma. In de cijferlijst worden de uitgebreide cursusnamen uit Osiris gebruikt. 21 Het overzicht bacheloropleidingen bevat opleidingsgegevens verdeeld over de volgende categorieën: 1. CROHO-nummer 2. Opleidingsnaam CROHO 3. Afstudeerrichting, uitstroomvariant e.d. 4. Graad De gegevens onder 2, 3 en 4 worden in elk geval op het voorblad vermeld, de gegevens onder 1 in het supplement. Propedeutisch getuigschrift en bachelordiploma worden in principe in het Nederlands opgesteld. Een Engelstalige diploma kan op verzoek van de student in plaats van het Nederlandstalige diploma worden verstrekt. De procedure hiervoor is opgenomen in de faculteits- of opleidings-OER (conform art. 42 lid 7 OER-HU).
Zie bijlage 2. Dit overzicht is als Excelbestand te vinden op www.reglementen.hu.nl. 37/55
© Faculteit Communicatie en Journalistiek 2008-2009
Onderwijs en Examenregeling bacheloropleidingen FCJ/ HU 2008-2009
Bijlage 1B
BACHELORDIPLOMA
De examencommissie van het [naam van het instituut], [naam van de faculteit] van Hogeschool Utrecht, belast met het afnemen van de examens van de bacheloropleiding
[CROHO-naam van de opleiding] [afstudeerrichting] verklaart dat:
[naam student] geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats, geboorteland indien niet NL] tijdens het studiejaar [studiejaar] het afsluitend examen van de bacheloropleiding [naam van de opleiding], omvattende 240 studiepunten, met goed gevolg heeft afgelegd. De examencommissie verleent aan de geëxamineerde [indien v.t.: met genoegen / cum laude] de graad
Bachelor [graadspecificatie] In het supplement wordt de inhoud van het examenprogramma weergegeven.
[plaats], [datum]
examencommissie voorzitter [naam voorzitter
geëxamineerde [naam student]
examencommissie lid [naam lid]
[aantekening omtrent beroepskwalificatie in onderwijs of gezondheidszorg – in Osiris op opleidingsniveau ingesteld] Het bachelordiploma geeft betrokkene het recht de graad in de eigen naamsvermelding tot uitdrukking te brengen (afgekort tot B [graadtoevoeging] achter de naam). Ook mag betrokkene de titel [baccalaureus / ingenieur] voeren, afgekort tot [bc. / ing.] voorafgaand aan de naam. De bacheloropleiding is geaccrediteerd op basis van de [accreditatie / toets nieuwe opleiding] van [datum geldende accreditatiebesluit / toets nieuwe opleiding].
38/55 © Faculteit Communicatie en Journalistiek 2008-2009
Onderwijs en Examenregeling bacheloropleidingen FCJ/ HU 2008-2009
SUPPLEMENT BACHELORDIPLOMA
[CROHO-naam van de opleiding] [afstudeerrichting] Behorende bij het bachelordiploma van
[naam student] geboren op te
[geboortedatum] [geboorteplaats, geboorteland indien niet NL]
studentnummer [studentnummer] De bacheloropleiding [CROHO-naam van de opleiding] is onder deze naam geregistreerd in het Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs (CROHO) in de [voltijdse/deeltijdse/duale] vorm onder nummer [CROHO-nummer]. [De minor [naam minor] / Het honours programme [naam]], omvattende [aantal] studiepunten, heeft deel uitgemaakt van het examenprogramma. De onderdelen van [de minor / het honours programme] zijn in onderstaande cijferlijst opgenomen.
Cursus
EC
Beoordeling
Propedeuse
60
voldaan
Cijferlijst
Major Onderdeel 1 [Cursus 1] [stp] [Cursus 2] [stp] [Cursus 3] [stp] Onderdeel 2 [Cursus 1] [stp] [Cursus 2] [stp] [Cursus 3] [stp] etc. etc. [Profileringsruimte / minor] [Cursus 1] [stp] [Cursus 2] [stp] [Cursus 3] [stp] etc. etc.
[cijfer] [cijfer] [cijfer] [cijfer] [cijfer] [cijfer] etc.
[cijfer] [cijfer] [cijfer] etc.
Namens de examencommissie [Plaats], [Datum]
examencommissie voorzitter [naam voorzitter] 39/55 © Faculteit Communicatie en Journalistiek 2008-2009
Onderwijs en Examenregeling bacheloropleidingen FCJ/ HU 2008-2009
Bijlage 1C
BACHELOR'S DEGREE
The board of examiners of the [naam instituut], [naam faculteit] of Hogeschool Utrecht, University of Applied Sciences, which is responsible for the final review of academic records of the bachelor’s course of the study programme of
[CROHO-naam van de opleiding] [afstudeerrichting] declares that in the year [studiejaar]
[naam student] born in on
[geboorteplaats, geboorteland] [geboortedatum]
has successfully met all the requirements for the study programme [naam opleiding] which comprises 240 European Credits. The board of examiners grants the examinee [indien v.t.: with distinction / cum laude] the degree of
Bachelor [graadspecificatie] The main components of the study programme are listed in the supplement.
Board of examiners chairperson [naam voorzitter]
The examinee [naam student]
Board of examiners member [naam lid]
[aantekening omtrent beroepskwalificatie in onderwijs of gezondheidszorg – in Osiris op opleidingsniveau ingesteld] The bachelor’s degree gives the person concerned the right to express the degree in his own name, abbreviated to B [graadtoevoeging] after the name of the person. In addition, the person concerned is allowed to use the title of [baccalaureus / ingenieur, abbreviated to [bc. / ing.] in front of the name. This diploma was awarded in compliance with the Higher Education and Research Act, and in accordance with the requirements of accreditation of the study programme, dd. [datum geldende accreditatiebesluit / toets nieuwe opleiding].
40/55 © Faculteit Communicatie en Journalistiek 2008-2009
Onderwijs en Examenregeling bacheloropleidingen FCJ/ HU 2008-2009
SUPPLEMENT BACHELOR’S DEGREE
[CROHO-naam van de opleiding] [afstudeerrichting ] Part of the bachelor’s degree of
[naam student] born in on
[geboorteplaats, geboorteland] [geboortedatum]
studentnumber [studentnummer] The bachelor’s course [CROHO-naam van de opleiding] has been registered as such in the Central Register Degree Programmes Higher Education (CROHO) in the [full-time/parttime/dual] form under number [CROHO-nummer]. [The minor [naam minor] / The honours programme [naam]], which comprises [aantal] European Credits, is part of the study programme. The components of the [minor / honours programme] are specified in the list of marks as stated below. List of marks Course
EC
Results
60
completed
[stp] [stp] [stp]
[cijfer] [cijfer] [cijfer]
[stp] [stp] [stp] etc.
[cijfer] [cijfer] [cijfer] etc.
[Profileringsruimte / minor] [Cursus 1] [stp] [Cursus 2] [stp] [Cursus 3] [stp] etc. etc.
[cijfer] [cijfer] [cijfer] etc.
Propaedeutic year Major Onderdeel 1 [Cursus 1] [Cursus 2] [Cursus 3] Onderdeel 2 [Cursus 1] [Cursus 2] [Cursus 3] etc.
Board of examiners, [plaats], [datum]
Board of examiners chairperson [naam voorzitter]
41/55 © Faculteit Communicatie en Journalistiek 2008-2009
Onderwijs en Examenregeling bacheloropleidingen FCJ/ HU 2008-2009
Bijlage 1D
PROPEDEUTISCH GETUIGSCHRIFT
De examencommissie van het [naam van het instituut], [naam van de faculteit] van Hogeschool Utrecht, belast met het afnemen van de examens van de bacheloropleiding
[CROHO-naam van de opleiding] verklaart dat:
[naam student] geboren op te
[geboortedatum] [geboorteplaats, geboorteland indien niet NL]
tijdens het studiejaar [studiejaar] het propedeutisch examen van de bacheloropleiding [naam van de opleiding], omvattend 60 studiepunten, met goed gevolg heeft afgelegd. In het supplement wordt de inhoud van het examenprogramma weergegeven.
[plaats], [datum]
examencommissie voorzitter [naam voorzitter
geëxamineerde [naam student]
examencommissie lid [naam lid]
De bacheloropleiding is geaccrediteerd op basis van de [accreditatie / toets nieuwe opleiding] van [datum geldende accreditatiebesluit / toets nieuwe opleiding].
42/55 © Faculteit Communicatie en Journalistiek 2008-2009
Onderwijs en Examenregeling bacheloropleidingen FCJ/ HU 2008-2009
SUPPLEMENT PROPEDEUTISCH GETUIGSCHRIFT
[CROHO-naam van de opleiding] Behorende bij het propedeutisch getuigschrift van
[naam student] geboren op te
[geboortedatum] [geboorteplaats, geboorteland indien niet NL]
studentnummer [studentnummer] De bacheloropleiding [CROHO-naam van de opleiding] is onder deze naam geregistreerd in het Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs (CROHO) in de [voltijdse/deeltijdse/duale] vorm onder nummer [CROHO-nummer]. Cijferlijst
Cursus
EC
Beoordeling
[Cursus 1] [Cursus 2] [Cursus 3] [Cursus 4] [Cursus 5] [Cursus 6] etc.
[stp] [stp] [stp] [stp] [stp] [stp] etc.
[cijfer] [cijfer] [cijfer] [cijfer] [cijfer] [cijfer] etc.
Namens de examencommissie
[Plaats], [Datum]
examencommissie voorzitter [naam voorzitter]
43/55 © Faculteit Communicatie en Journalistiek 2008-2009
Onderwijs en Examenregeling bacheloropleidingen FCJ/ HU 2008-2009
Bijlage 1E
CERTIFICATION OF COMPLETION OF THE FIRST YEAR OF A DEGREE PROGRAMME
The board of examiners of the [naam instituut], [naam faculteit] of Hogeschool Utrecht, University of Applied Sciences, which is responsible for the final review of academic records of the bachelor’s course of the study programme of
[CROHO-naam van de opleiding] declares that in the year [studiejaar]
[naam student] born in on
[geboorteplaats, geboorteland] [geboortedatum]
has successfully met all the requirements for completion of the first year of the degree programme, which comprises 60 European Credits. The main components of the first year programme are listed in the supplement. [plaats, datum]
Board of examiners chairperson [naam voorzitter]
The examinee [naam student]
Board of examiners member [naam lid]
This certificate was awarded in compliance with the Higher Education and Research Act, and in accordance with the requirements of accreditation of the study programme, dd. [datum geldende accreditatiebesluit / toets nieuwe opleiding].
44/55 © Faculteit Communicatie en Journalistiek 2008-2009
Onderwijs en Examenregeling bacheloropleidingen FCJ/ HU 2008-2009
SUPPLEMENT
[CROHO-naam van de opleiding] Part of the certification of completion of the first year of a degree programme of
[naam student] born in on
[geboorteplaats, geboorteland] [geboortedatum]
studentnumber [studentnummer] The bachelor’s course [CROHO-naam van de opleiding] has been registered as such in the Central Register Degree Programmes Higher Education (CROHO) in the [full-time/parttime/dual] form under number [CROHO-nummer]. List of marks
Course [Cursus 1] [Cursus 2] [Cursus 3] [Cursus 4] [Cursus 5] [Cursus 6] etc.
EC [stp] [stp] [stp] [stp] [stp] [stp] etc.
Results [cijfer] [cijfer] [cijfer] [cijfer] [cijfer] [cijfer] etc.
Board of examiners, [plaats], [datum]
Board of examiners chairperson [naam voorzitter]
45/55 © Faculteit Communicatie en Journalistiek 2008-2009
Onderwijs en Examenregeling bacheloropleidingen FCJ/ HU 2008-2009
Bijlage 1F
DIPLOMA ASSOCIATE DEGREE
De examencommissie van het [naam van het instituut/ [naam van de faculteit] van Hogeschool Utrecht, belast met het afnemen van de examens van de Associate-degree-opleiding
[CROHO-naam van de opleiding] verklaart dat:
[naam student] geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats, geboorteland indien niet NL] tijdens het studiejaar [studiejaar] het afsluitend examen van de Associate-degree-opleiding [naam van de opleiding], omvattende 120 studiepunten, met goed gevolg heeft afgelegd. De examencommissie verleent aan de geëxamineerde [indien v.t.: met genoegen / cum laude] de graad
Associate degree [graadspecificatie] In het supplement wordt de inhoud van het examenprogramma weergegeven. [plaats], [datum]
examencommissie voorzitter [naam voorzitter
Geëxamineerde [naam student]
examencommissie lid [naam lid]
De Assiociate-degree -opleiding is geaccrediteerd op basis van de [accreditatie / toets nieuwe opleiding] van [datum geldende accreditatiebesluit / toets nieuwe opleiding].
46/55 © Faculteit Communicatie en Journalistiek 2008-2009
Onderwijs en Examenregeling bacheloropleidingen FCJ/ HU 2008-2009
SUPPLEMENT DIPLOMA ASSOCIATE DEGREE
[CROHO-naam van de opleiding] Behorende bij het diploma Associate degree van
[naam student] geboren op te
[geboortedatum] [geboorteplaats, geboorteland indien niet NL]
studentnummer [studentnummer] De Associate-degree - opleiding [CROHO-naam van de opleiding] is onder deze naam geregistreerd in het Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs (CROHO) in de [voltijdse/deeltijdse/duale] vorm onder nummer [CROHO-nummer].
Cijferlijst
Cursus
EC
Propedeuse22 Onderdeel 1 [Cursus 1] [stp] [Cursus 2] [stp] [Cursus 3] [stp] Onderdeel 2 [Cursus 1] [stp] [Cursus 2] [stp] [Cursus 3] [stp] etc. etc.
Beoordeling 60
[cijfer] [cijfer] [cijfer] [cijfer] [cijfer] [cijfer] etc.
Namens de examencommissie [Plaats], [Datum] examencommissie voorzitter [naam voorzitter]
22
De Associate-degree-opleiding (120 EC) kan een propedeutische fase (60 EC) bevatten. 47/55 © Faculteit Communicatie en Journalistiek 2008-2009
Onderwijs en Examenregeling bacheloropleidingen FCJ/ HU 2008-2009
Bijlage 1G
ASSOCIATE DEGREE
The board of examiners of the [naam instituut], [naam faculteit] of Hogeschool Utrecht, University of Applied Sciences, which is responsible for the final review of academic records of the associate degree’s course of the study programme of
[CROHO-naam van de opleiding] [afstudeerrichting] declares that in the year [studiejaar]
[naam student] born in on
[geboorteplaats, geboorteland] [geboortedatum]
has successfully met all the requirements for the study programme [naam opleiding] which comprises 120 European Credits. The board of examiners grants the examinee [indien v.t.: with distinction / cum laude] the degree of
Associate degree [graadspecificatie] The main components of the study programme are listed in the supplement.
Board of examiners chairperson [naam voorzitter]
The examinee [naam student]
Board of examiners member [naam lid]
This diploma was awarded in compliance with the Higher Education and Research Act, and in accordance with the requirements of accreditation of the study programme, dd. [datum geldende accreditatiebesluit / toets nieuwe opleiding].
48/55 © Faculteit Communicatie en Journalistiek 2008-2009
Onderwijs en Examenregeling bacheloropleidingen FCJ/ HU 2008-2009
SUPPLEMENT ASSOCIATE DEGREE
[CROHO-naam van de opleiding] [afstudeerrichting] Part of the Associate degree of
[naam student] born in on
[geboorteplaats, geboorteland] [geboortedatum]
studentnumber [studentnummer] The associate degree’s course [CROHO-naam van de opleiding] has been registered as such in the Central Register Degree Programmes Higher Education (CROHO) in the [full-time/parttime/dual] form under number [CROHO-nummer].
List of marks Course
EC
Results
6023
completed
[stp] [stp] [stp]
[cijfer] [cijfer] [cijfer]
[stp] [stp] [stp] etc.
[cijfer] [cijfer] [cijfer] etc.
[Profileringsruimte / minor] [Cursus 1] [stp] [Cursus 2] [stp] [Cursus 3] [stp] etc. etc.
[cijfer] [cijfer] [cijfer] etc.
Propaedeutic year Major Onderdeel 1 [Cursus 1] [Cursus 2] [Cursus 3] Onderdeel 2 [Cursus 1] [Cursus 2] [Cursus 3] etc.
Board of examiners, [plaats], [datum]
Board of examiners chairperson [naam voorzitter]
23
The Associate degree’s course can contain a propaedeutic year (60 EC) 49/55
© Faculteit Communicatie en Journalistiek 2008-2009
Onderwijs en Examenregeling bacheloropleidingen FCJ/ HU 2008-2009
Bijlage 1H
PROPEDEUTISCH GETUIGSCHRIFT ASSOCIATE DEGREE
De examencommissie van het [naam van het instituut/, [naam van de faculteit] van Hogeschool Utrecht, belast met het afnemen van de examens van de Associate-degree-opleiding
[CROHO-naam van de opleiding] verklaart dat:
[naam student] geboren op te
[geboortedatum] [geboorteplaats, geboorteland indien niet NL]
tijdens het studiejaar [studiejaar] het propedeutisch examen van de Associate-degree-opleiding [naam van de opleiding] , omvattend 60 studiepunten, met goed gevolg heeft afgelegd. In het supplement wordt de inhoud van het examenprogramma weergegeven.
[plaats], [datum]
examencommissie voorzitter [naam voorzitter
geëxamineerde [naam student]
examencommissie lid [naam lid]
De Associate-degree-opleiding is geaccrediteerd op basis van de [accreditatie / toets nieuwe opleiding] van [datum geldende accreditatiebesluit / toets nieuwe opleiding].
50/55 © Faculteit Communicatie en Journalistiek 2008-2009
Onderwijs en Examenregeling bacheloropleidingen FCJ/ HU 2008-2009
SUPPLEMENT PROPEDEUTISCH GETUIGSCHRIFT ASSOCIATE DEGREE
[CROHO-naam van de opleiding] Behorende bij het propedeutisch getuigschrift van
[naam student] geboren op te
[geboortedatum] [geboorteplaats, geboorteland indien niet NL]
studentnummer [studentnummer] De Associate-degree-opleiding [CROHO-naam van de opleiding] is onder deze naam geregistreerd in het Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs (CROHO) in de [voltijdse/deeltijdse/duale] vorm onder nummer [CROHO-nummer]. Cijferlijst
Cursus
EC
Beoordeling
[Cursus 1] [Cursus 2] [Cursus 3] [Cursus 4] [Cursus 5] [Cursus 6] etc.
[stp] [stp] [stp] [stp] [stp] [stp] etc.
[cijfer] [cijfer] [cijfer] [cijfer] [cijfer] [cijfer] etc.
Namens de examencommissie
[Plaats], [Datum]
examencommissie voorzitter [naam voorzitter]
51/55 © Faculteit Communicatie en Journalistiek 2008-2009
Onderwijs en Examenregeling bacheloropleidingen FCJ/ HU 2008-2009
Bijlage 1I
CERTIFICATION OF COMPLETION OF THE FIRST YEAR OF AN ASSOCIATE DEGREE’S PROGRAMME
The board of examiners of the [naam instituut/, [naam faculteit] of Hogeschool Utrecht, University of Applied Sciences, which is responsible for the final review of academic records of the bachelor’s course of the study programme of the Associate degree’s course
[CROHO-naam van de opleiding] declares that in the year [studiejaar]
[naam student] born in on
[geboorteplaats, geboorteland] [geboortedatum]
has successfully met all the requirements for completion of the first year of the Associate degree programme, which comprises 60 European Credits. . The main components of the first year programme are listed in the supplement. [plaats, datum]
Board of examiners chairperson [naam voorzitter]
The examinee [naam student]
Board of examiners member [naam lid]
This certificate was awarded in compliance with the Higher Education and Research Act, and in accordance with the requirements of accreditation of the study programme, dd. [datum geldende accreditatiebesluit / toets nieuwe opleiding].
52/55 © Faculteit Communicatie en Journalistiek 2008-2009
Onderwijs en Examenregeling bacheloropleidingen FCJ/ HU 2008-2009
SUPPLEMENT
[CROHO-naam van de opleiding] Part of the certification of completion of the first year of a degree programme of
[naam student] born in on
[geboorteplaats, geboorteland] [geboortedatum]
studentnumber [studentnummer] The Associate degree’s course [CROHO-naam van de opleiding] has been registered as such in the Central Register Degree Programmes Higher Education (CROHO) in the [full-time/parttime/dual] form under number [CROHO-nummer]. List of marks
Course [Cursus 1] [Cursus 2] [Cursus 3] [Cursus 4] [Cursus 5] [Cursus 6] etc.
EC [stp] [stp] [stp] [stp] [stp] [stp] etc.
Results [cijfer] [cijfer] [cijfer] [cijfer] [cijfer] [cijfer] etc.
Board of examiners, [plaats], [datum]
Board of examiners chairperson [naam voorzitter]
53/55 © Faculteit Communicatie en Journalistiek 2008-2009
Onderwijs en Examenregeling bacheloropleidingen FCJ/ HU 2008-2009
Bijlage 1J
VERKLARING
De examencommissie van het [naam van het instituut/, [naam van de faculteit] van Hogeschool Utrecht, belast met het afnemen van de examens van de opleiding
[CROHO-naam van de opleiding] verklaart met inachtneming van artikel 7.11 lid 4 WHW dat:
[naam student] geboren op te
[geboortedatum] [geboorteplaats, geboorteland indien niet NL]
tijdens het studiejaar [studiejaar] de volgende tentamens van de opleiding [naam van de opleiding] , met goed gevolg heeft afgelegd. Cursus
EC
Beoordeling
[Cursus 1] [Cursus 2] [Cursus 3]
[stp] [stp] [stp]
[cijfer] [cijfer] [cijfer]
etc.
etc.
etc.
[plaats], [datum]
examencommissie voorzitter [naam voorzitter
geëxamineerde [naam student]
examencommissie lid [naam lid]
De opleiding is geaccrediteerd op basis van de [accreditatie / toets nieuwe opleiding] van [datum geldende accreditatiebesluit / toets nieuwe opleiding].
54/55 © Faculteit Communicatie en Journalistiek 2008-2009
Onderwijs en Examenregeling bacheloropleidingen FCJ/ HU 2008-2009
BIJLAGE 2 – Overzicht CROHO-geregistreerde bacheloropleidingen HU met graadvermeldingen Hogeschoolbreed is op basis van een advies van de HBO-Raad voor alle opleidingen vastgelegd welke toevoeging op de graadvermelding kan plaatsvinden. Per CROHO-opleiding is één toevoeging mogelijk. Afzonderlijk gepubliceerd (als Excel-bestand) op www.reglementen.hu.nl.
55/55 © Faculteit Communicatie en Journalistiek 2008-2009