INHOUDSOPGAVE Inleiding
1
1.
Algemeen
1.1 1.2 1.3 1.4
Het beroep: verpleegkundige niveau 4 Beroepsbegeleidende leerweg Doorgroeimogelijkheden Nawerkverplichting
2.
Kenmerken van de opleiding
2.1 2.2 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.2.4 2.2.5
Onderwijsvisie Opleidingskenmerken Transfer theorie en praktijk Klinisch Redeneren Toetsing competentie klinisch redeneren Begeleiding in de praktijk en de theorie Boventalligheid eerste jaar
3. 3.1 3.2 3.2.1 3.3 3.3.1 3.3.2 3.3.3 3.3.4 3.3.5 3.4 3.4.1 3.4.2
2 3 4 4
5 6 6 6 6 7 7
Opbouw van de opleiding De Beroeps Voorbereidende Periode (BVP) De Beroeps Praktijk Vorming (BPV) Praktijk Leer Perioden (PLP) Indeling opleiding Proeve van bekwaamheid Beroepsopdrachten Leerlijnen Schematische weergave van de opleiding Overzicht beroepsopdrachten Lesroosters Raamleerplan opleiding Lesrooster
4.
Organisatie
4.1 4.2
Ziekmelding/absentie Voorzieningen ROC Mondriaan
5.
Regelingen
5.1 5.2 5.3 5.3.1 5.3.2 5.4
Opleidingsreglement Reinier de Graaf Groep Examenreglement ROC Mondriaan Vakantieregeling Vakantieregeling en aanvraag in de RdGG 2009-2010 Vakantiedagen ROC Mondriaan 2009-2010 Monitoring
6.
Boeken
6.1
Verplichte literatuur
8 8 8 9 9 9 9 10 11 12 12 13
14 15
16 16 16 16 17 18
19
Bijlagen Bijlage 1 Bijlage 2 Bijlage 3 Bijlage 4 Bijlage 5
De locaties Gedragscode ROC Mondriaan en de RdGG Medewerkers Digitale handleiding Kledingvoorschriften
20 23 24 25 26
Inleiding Leuk dat je geïnteresseerd bent in onze opleiding tot topklinisch verpleegkundige niveau 4! Op 1 september 2009 starten we met een nieuw leerjaar. In 2,5 jaar word je opgeleid tot verpleegkundige niveau 4. Dit is een erkende BIG geregistreerde titel. De opleiding is ontwikkeld door ziekenhuis de Reinier de Graaf Groep (RdGG) in samenwerking met het ROC Mondriaan. Samen verzorgen we het theoretisch onderwijs. De Reinier de Graaf Groep verzorgt daarnaast ook het praktijkgedeelte van de opleiding. Tijdens de opleiding worden theorie en praktijk maximaal op elkaar afgestemd. Deze studiegids is geschreven om je een beeld te geven van de kenmerken en de opbouw van de opleiding. Als je al hebt gekozen voor de opleiding, kun je deze gids als naslagwerk gebruiken. Als je nog een keuze moet maken, geeft de gids je een goed beeld van deze verkorte opleidingsvariant. Je kunt ook informatie vinden op de site van de Reinier de Graaf Groep (www.reinierkannietzonderjou.nl) en het ROC Mondriaan (www.rocmondriaan.nl)
De eerste groep is op 29 maart 2007 gediplomeerd Aan de inhoud van deze studiegids kunnen géén rechten worden ontleend. Mogelijke wijzigingen/ aanvullingen zullen door de medewerkers van de verpleegkundige opleidingen worden doorgegeven. Ook het geregeld bezoeken van de website van het ROC Mondriaan en de intranetsite van de RdGG is daarbij een hulpmiddel. Mocht je na het lezen van deze studiegids nog vragen hebben, dan kun je contact opnemen met Iris Theeuwen (teamleider verpleegkundige opleidingen van stafdienst Opleiding en Wetenschap) voor de Reinier de Graaf Groep of met Fariël Brank (Intermediair Opleiding en Bedrijf), zij is contactpersoon van het 1 ROC Mondriaan locatie Delft .
Wij wensen je een inspirerend leerjaar.
Namens de stafdienst Opleiding & Wetenschap, verpleegkundige opleidingen. Delft, juli 2009
1
Voor overige contactgegevens; zie bijlage 3
1
1.
Algemeen
1.1
Het beroep: verpleegkundige niveau 4
Om je een idee te geven van de werkzaamheden van een verpleegkundige, geven we je een korte indruk van de situatie in een algemeen ziekenhuis zoals de Reinier de Graaf Groep. Als verpleegkundige in het ziekenhuis bied je begeleiding aan verschillende zorgvragers van alle leeftijden, met verschillende lichamelijke en/of psychosociale problemen. Deze zorgvragers komen voor verschillende ingrepen, therapieën of onderzoeken in het ziekenhuis. Je hebt te maken met acute, klinische maar ook langdurige, psychiatrische of onvoorziene zorgsituaties. Als een zorgvrager wordt opgenomen in het ziekenhuis, voer je als verpleegkundige, een opnamegesprek met de zorgvrager en zijn/ haar naasten. Je stelt vragen over de reden van de opname, voorgeschiedenis, medicatiegebruik, enz. Je analyseert deze verzamelde gegevens en stelt verpleegkundige diagnoses op. Je kiest verpleegkundige interventies (acties) en maakt een plan. Dit wordt een verpleegplan genoemd. Je bespreekt dit plan met de zorgvrager en betrokkenen en evalueert dit plan regelmatig. Je ondersteunt bij persoonlijke basiszorg, zoals het wassen van zorgvragers. Je deelt medicijnen uit en je voert verpleegtechnische handelingen uit, bijvoorbeeld het inbrengen van een maagsonde, injecteren en het verwijderen van drains. Ook bied je ondersteuning als een zorgvrager psychosociale problemen heeft. Als verpleegkundige krijg je vaak te maken met zorgvragers die in spanning en onzekerheid verkeren voor een operatie of resultaten van een onderzoek. Daarnaast kunnen zorgvragers in grote onzekerheid verkeren over het herstel van hun aandoening of ziekte. Je geeft voorlichting, advies en instructie, bijvoorbeeld over gezond gedrag of over gebruik van hulpmiddelen. Als verpleegkundige stimuleer en motiveer je zorgvragers aan hun herstel te werken na bijvoorbeeld een ingreep of behandeling en bereid je de zorgvrager voor op ontslag en nazorg. Wanneer de zorgvrager wordt ontslagen uit het ziekenhuis, maak je een inschatting of de mantelzorgers voldoende zijn toegerust om de noodzakelijke ondersteuning te bieden aan de zorgvrager. Je bespreekt dit met de zorgvrager en de mantelzorgers en maakt zonodig afspraken over aanvullende zorg- en dienstverlening Als verpleegkundige werk je op de afdeling zelfstandig, maar ook samen met andere verpleegkundigen, om de zorgvrager de best mogelijke zorg te bieden. Ook werk je met andere disciplines zoals artsen, fysiotherapeuten en gespecialiseerde verpleegkundigen. Als verpleegkundige zorg je er voor dat de verpleegkundige handelingen, die uit de medische behandeling voorkomen, worden uitgevoerd. Je observeert de zorgvrager en je bespreekt je bevindingen met de behandelend arts. Je coördineert alle zorgtaken voor de gehele zorgverlening voor een of meerdere zorgvragers. Je maakt een verdeling van de werkzaamheden en geeft prioriteiten aan. Je bespreekt de zorgverlening met de betrokkenen, je werkt met hen samen en draagt zo nodig werkzaamheden over. Je neemt als verpleegkundige deel aan verschillende overlegvormen zoals het MDO (multidisciplinaire overleg). Bij het verlenen van zorg streef je, samen met je collega’s, naar de best mogelijk kwaliteit van zorg door klantgericht en professioneel te handelen. Naast het verlenen van zorg en het bieden van ondersteuning, lever je ook een bijdrage aan de professionalisering van het beroep en aan de kwaliteitsverbetering van de werkzaamheden. Je leest vakliteratuur, volgt bijscholingen en voert je werkzaamheden uit volgens geleerde kennis en vaardigheden. Je vraagt feedback over je eigen functioneren en je geeft feedback aan anderen. Als verpleegkundige werk je aan het bevorderen en bewaken van kwaliteitszorg door bijvoorbeeld deel te nemen aan ontwikkel- of intervisiegroepen en door je kennis van het vakgebied in te zetten bij verbetertrajecten. Ook kun je deelnemen aan onderzoeken die binnen de instelling verricht worden, gebruik je waar mogelijk informatie uit wetenschappelijk onderzoek en werk je mee aan standaard- en/of protocolontwikkeling. Dit is wel afhankelijk van het ziekenhuis waar je werkzaam bent. Bij het professionaliseren hoort ook het inwerken van nieuwe collega’s in en het begeleiden van stagiaires; je geeft aanwijzingen of coacht hen en geeft feedback op hun werkzaamheden en beroepshouding. Deze korte indruk van de werkzaamheden van de verpleegkundige is beschreven met behulp van het landelijke kwalificatiedossier MBO-verpleegkundige. 2
Beroepsvereiste De titel verpleegkundige is een beschermde titel. Dit betekent dat je deze titel alleen mag gebruiken als je een (erkende) opleiding tot verpleegkundige hebt gevolgd en als je staat ingeschreven in het BIG register. Als je de titel verpleegkundige voert zonder diploma en registratie ben je strafbaar. Na je diplomering moet je jezelf inschrijven in het BIG register. Hierna mag je jezelf dus pas verpleegkundige noemen.
1.2
Beroepsbegeleidende leerweg
Wanneer je aan het topklinisch traject deelneemt, betekent dit dat je de opleiding volgt terwijl je in dienst bent van de Reinier de Graaf Groep. Wij noemen dit een zogenaamd BBL traject (de Beroeps Begeleidende Leerweg). Om aan dit traject deel te mogen nemen moet je aan de volgende vooropleidingseisen voldoen: • VMBO diploma, theoretische of gemengde leerweg, aangevuld met een MBO diploma, of: • MAVO diploma, D niveau, met MBO diploma, of: • HAVO diploma, overgangsbewijs van 4 naar 5 HAVO, of: • VWO diploma, overgangsbewijs van 5 naar 6 VWO, of: • 2e jaars studenten van de verpleegkundige opleiding BOL-4 Na aanmelding voor de opleiding voor topklinisch verpleegkundige, doorloop je een intensief selectieprogramma. Het programma ziet er als volgt uit: 1. Brievenselectie 2. Workshop ’Samenwerken’ 3. Capaciteitentest (cognitieve test op MBO niveau) 4. Persoonlijkheidstest 5. Sollicitatiegesprek met een personeelsadviseur, praktijkdocent en afdelingsmanager/ teamleider uit de zorg 6. Facultatief een meeloopdag op de verpleegafdeling Procedure vrijstellingen Wij verlenen geen vrijstellingen voor de opleiding Leerovereenkomst en Leerarbeidsovereenkomst Voor de duur van de hele opleiding ga je een onderwijsovereenkomst aan met het ROC Mondriaan. Tijdens 2 de Beroeps Voorbereidende Periode (BVP) krijg je voor 4 weken een Leerovereenkomst met de Reinier de Graaf Groep. Na deze 4 weken zetten we deze om in een Leerarbeidsovereenkomst met de RdGG en een Beroeps Praktijk Vorming (BPV)3 overeenkomst met het ROC Mondriaan. Voor verdere informatie rondom deze overeenkomsten kun je het opleidingsreglement naslaan of kun je terecht bij de afdeling P&O van de 4 RdGG . Schematisch ziet het er zo uit:
Beroeps Voorbeidende Periode (eerste 4 weken)
Onderwijsovereenkomst
ROC Mondriaan Reinier de Graaf Groep
Beroeps Praktijk Vorming (periode na eerste 4 weken tot diplomering)
Leerovereenkomst
Leerarbeidsovereenkomst
2
Dit zijn de eerste weken van de opleiding waarin je nog geen stage loopt in het ziekenhuis, maar alleen les krijgt op school. Deze weken zijn nodig om je voldoende basiskennis te bieden, over bijvoorbeeld het wassen en aankleden van zorgvragers, zodat je in de praktijk kunt gaan leren. 3 Dit is de fase van de opleiding die volgt na de eerste weken van de BVP. Deze fase duurt dus vanaf de BVP tot aan de diplomering. 4 Voor contactgegevens; zie bijlage 3
3
1.3
Doorgroeimogelijkheden
Na het afronden van de opleiding tot verpleegkundige niveau 4 heb je een baangarantie. Dit betekent dat je als verpleegkundige bij de Reinier de Graaf Groep aan de slag kunt. Natuurlijk zijn er binnen het ziekenhuis ook vele mogelijkheden om verder te leren. Zo kun je bijvoorbeeld denken aan het instromen naar het HBO onderwijs, of aan het volgen van een van de vele verpleegkundige vervolgopleidingen. Een aantal voorbeelden hiervan zijn: • SEH-verpleegkundige • IC-verpleegkundige • Oncologieverpleegkundige • Kinderverpleegkundige • Dialyse verpleegkundige
1.4
Nawerkverplichting
Na het behalen van je diploma heb je een vast dienstverband met een nawerkverplichting van 2 jaar. Wanneer je binnen 2 jaar na diplomeren, of tijdens de opleiding je dienstverband beëindigt geldt er een terugbetalingsregeling. Deze is uitgewerkt in het Opleidingsreglement van de Reinier de Graaf Groep.
4
2.
Kenmerken van de opleiding
De topklinische competentiegerichte opleiding heeft als groot voordeel, dat je tijdens de opleiding meteen kennis maakt met de specifieke manier waarop het verpleegkundig beroep binnen de Reinier de Graaf Groep wordt uitgevoerd. Verder zijn extra verdieping in de leerstof en intensieve begeleiding belangrijke voordelen van de opleiding.
2.1
Onderwijsvisie
Bij het ontwikkelen van de opleiding hebben we een aantal uitgangspunten geformuleerd ten aanzien van het leren in de beroepspraktijk: Krachtige leeromgeving De begeleiding in de praktijk is gericht op het creëren van een leerbevorderend klimaat voor jou als leerling verpleegkundige. Voorwaarde voor een krachtige leeromgeving is een open leer- en ontwikkelingsgerichte houding van beide kanten (zowel van jouw kant als van de kant van de begeleiders). De volgende elementen spelen hierbij een bepalende rol: veiligheid, openheid, tijd voor reflectie en zelfkritiek, beperkingen/ mogelijkheden leren inzien, voorbeeldfunctie van de begeleider en open communicatie. De praktijkdocent is verbonden aan een verpleegafdeling en heeft de verantwoordelijkheid om knelpunten te signaleren aangaande het leerklimaat op een afdeling en hierin te ondersteunen en te adviseren. De praktijkdocent van de afdeling ondersteunt en coacht de werkbegeleider in jouw begeleidingsproces. Het zelfstandig leren concept Zelfstandig leren houdt in dat je zelf actief moet (leren) omgaan met leerstof en de opdrachten, zelf keuzes moet maken en zelf je werk moet plannen en bijsturen. Kortom: dat je steeds meer verantwoordelijkheid neemt over je eigen leerproces en minder afhankelijk wordt van de docent. In het begin krijg je hierbij ondersteuning van je coach en/ of de docent en de beschrijvingen van de opdrachten. Naarmate de opleiding vordert zul je dit steeds meer zelf vorm moeten gaan geven en uitvoeren. Het leren zelfstandig te leren en de vaardigheden die daarbij horen kunnen gespreksonderwerp zijn in de individuele gesprekken die je o.a. hebt met je coach. Daarnaast komen veel vaardigheden en onderwerpen met betrekking tot het zelfstandig leren terug in de opdrachten van de leerlijn persoonlijke ontwikkeling. Competentiegericht leren Als je net aan een opleiding begint bezit je nog weinig kennis en vaardigheden met betrekking tot het beroep. Het verpleegkundig beroep bestaat uit vele competenties die je in diverse werksituaties moet leren toepassen en beheersen. Natuurlijk leer je dit gedurende de opleiding en hoef je dit niet in de eerste week allemaal te beheersen. In de opleiding gaan we ervan uit dat je zelf nadenkt wat je precies wilt leren en op welke manier je dit wilt doen (in het begin krijg je hier begeleiding bij). Je beschrijft dit in een persoonlijk document (het portfolio) wat gedurende de opleiding steeds wordt aangevuld, net zolang je alle competenties beheerst en functioneert als beginnend beroepsbeoefenaar. Coachende begeleiding Zoals eerder is beschreven krijg je diverse vormen van begeleiding tijdens je opleiding. Het is uit velerlei onderzoek bewezen dat je het beste leert en dingen onthoudt wanneer je er zelf over na moet denken en als het ware ‘zelf op het antwoord’ moet komen. Dit is ook de insteek bij de begeleiding die je krijgt. Bij een coachende begeleiding wordt je ondersteund in het jezelf vragen stellen en in het zoveel mogelijk zelf beantwoorden (of zoeken naar antwoorden) van deze vragen. Door het coachen bevorderen we het jouw eigen zelfsturend vermogen en sluiten we optimaal aan bij jouw persoonlijke situatie. Aan het begin van de opleiding krijg je een persoonlijke coach toegewezen met wie je tweewekelijks een gesprek hebt. Je zult deze stijl van begeleiden in de contacten terugzien.
5
2.2
Opleidingskenmerken
2.2.1 Transfer theorie en praktijk Zoals we eerder hebben beschreven is deze opleiding uniek in de manier waarop de theorie en de praktijk worden samengebracht. De zogenoemde ‘RdGG week’ is hier ook een voorbeeld van; de eerste 2 dagen van die week zijn werkdagen, de resterende dagen krijg je les. De lessen tijdens de ‘RdGG week’ en een ‘ROC week’(dit is een 5-daagse schoolweek) worden verzorgd door docenten vanuit zowel het RdGG als het ROC Mondriaan. Ook krijg je les van artsen, verpleegkundig specialisten en andere professionals van de Reinier de Graaf Groep tijdens de ‘masterclasses’. Het begrip masterclass ken je misschien wel uit de wereld van de beeldende en uitvoerende kunst. Het principe van een masterclass is dat een expert zijn/ haar ervaring, persoonlijke motivatie en gedrevenheid overdraagt aan studenten. Door middel van praktijkvoorbeelden en oefeningen kan de expert direct feedback geven op de vaardigheid van de student. Hierdoor kan verdieping worden aangebracht aan de kennis en ervaring die je als student al beheerst. Op deze manier kun je als student optimaal gebruik maken van de kennis en kunde die in het ‘eigen huis’ aanwezig is. Het uiteindelijke doel van de masterclasses is om de opleiding tot verpleegkundige meer diepgang te geven zodat jij als student beter bent voorbereidt op de actuele beroepspraktijk in de RdGG. Tijdens een ‘ROC week’ houden we intervisie, onder begeleiding van een docent, waar je met medestudenten zelf situaties uit de praktijk kunt inbrengen. Tijdens de intervisie heb je de mogelijkheid om op een veilige manier situaties te bespreken met medestudenten. Op deze manier krijg je inzicht in het eigen handelen en kun je leren van elkaar. Je kunt individuele coaching krijgen door jouw coach van de Reinier de Graaf Groep. Ook is er voldoende gelegenheid voor zelfstudie of voor het maken van opdrachten en toetsen 2.2.2 Klinisch Redeneren In de verpleegkundige zorg vinden talloze besluitvormingsprocessen plaats die bij ervaren verpleegkundigen als vanzelf lijken te verlopen. Het bewust aanleren van het verzamelen van gegevens en de interpretatie 5 daarvan wordt ook wel ‘klinisch redeneren’ genoemd en is een essentiële vaardigheid voor de topklinische setting waarin onze verpleegkundigen werkzaam zijn. Klinisch redeneren houdt in: • Het inwinnen van informatie, • Het observeren en signaleren van alle binnen het zorgproces voorkomende zorgvragen van de patiënt aan de hand van protocollen, standaarden, richtlijnen en afspraken. • Het verzamelen van gegevens over de situatie van de patiënt en aan de hand van deze gegevens een verpleegkundige diagnose stellen. • Het signaleren van nieuwe informatie tijdens het zorgproces en dit integreren binnen de verpleegkundige diagnose. • Het stellen van resultaten in de verpleegkundige zorg die samen met de zorgvrager behaald kunnen worden • Het samen met de zorgvrager vaststellen welke interventies toewerken naar het behalen van de gestelde resultaten en deze interventies uitvoeren • Het met de zorgvrager evalueren van de verleende zorg Dit geheel wordt ook 'methodisch verplegen' genoemd. In het onderwijs wordt hier aandacht aan besteed en ook in de opdrachten komt het aanleren van deze vaardigheid ruimschoots aan de orde. 2.2.3 Toetsing competentie klinisch redeneren Zoals hierboven beschreven, is de competentie klinisch redeneren erg belangrijk. Het klinisch redeneren komt niet alleen terug in verschillende onderdelen van het onderwijsaanbod maar ook in de toetsen ‘klinisch redeneren’. Tijdens de opleiding maak je 3 toetsen. Hierbij gebruik je een casus van de afdeling waar je op dat moment werkt en pas je de stappen van het klinisch redeneren op deze casus toe. In de toets is het ook de bedoeling dat je inzichtelijk maakt hoe je de kennis, die je in het onderwijs hebt opgedaan, toepast in de casus uit de praktijk. De toetsen zijn oplopend in complexiteit. Toets 1 geldt als een voortgangstoets, d.w.z. dat met behulp van deze toets ingeschat kan worden in hoeverre je al in staat bent om klinisch te redeneren. Toetsen 2 en 3 zijn wel kwalificerend, dit betekent dat je deze toetsen met een voldoende moet afronden om verder te kunnen gaan met je opleiding. Per toets is er 1 mogelijkheid om te herkansen. Hiervoor verwijzen wij je naar 6 het Onderwijs- en Examen Reglement (OER) van het Mondriaan . 5 6
De toepassing van klinisch redeneren. Margreet vd Cingel e.a. 2003. Bohn Stafleu Van Loghum, Houten Zie ook hoofdstuk 5.
6
2.2.4 Begeleiding in de praktijk en de theorie De begeleiding in de theorie en praktijk zijn op elkaar afgestemd. Je krijgt bij aanvang van de opleiding een coach toegewezen die je de gehele duur van de opleiding begeleidt. Met je coach heb je regelmatig gesprekken om de voortgang van je leerproces en je persoonlijke ontwikkeling in kaart te brengen. Op het ROC Mondriaan krijg je ook begeleiding van de mentor van je groep en de Intermediair Opleiding en Bedrijf (IOB-er). De concrete invulling van de begeleiding is beschreven in een document welke aan het begin van het schooljaar wordt uitgedeeld. Bovendien is deze beschrijving terug te lezen op het intranet van de 7 RdGG .
2.2.5 Boventalligheid eerste jaar Uniek in deze opleiding is de boventalligheid van studenten tijdens de eerste 6 maanden van de praktijkleerperiode (PLP1). Dit betekent dat je de eerste 6 maanden niet wordt meegerekend in de formatie van de afdeling waar je stage loopt. Dit heeft als voordeel dat je voldoende tijd krijgt om je de basisvaardigheden van een verpleegkundige, goed eigen te maken. De eerste maand (oktober) werk je alleen dagdiensten (code H24 en J13). Vanaf november mag je op de afdeling voor alle diensten ingeroosterd worden. Vanaf april ben je niet meer boventallig, dus zal je worden meegerekend in de formatie van de afdeling.
7
Zie voor de digitale handleiding; bijlage 4
7
3.
Opbouw van de opleiding
3.1
De Beroeps Voorbereidende Periode (BVP)
De BVP duurt 4 weken. In deze weken wordt gestart met de eerste 4 beroepsopdrachten. Met deze opdrachten word je voorbereidt op de Beroeps Praktijk vorming (BPV). In de opleiding tot verpleegkundige neemt de beroepspraktijkvorming een belangrijke plaats in. 8 Het onderwijs in de BPV sluit, net als het onderwijs op school, aan op het zelfstandig leren concept .
3.2
De Beroeps Praktijk Vorming (BPV) 9
De opleiding duurt in totaal 2,5 jaar. Je zult de gehele opleiding een cyclus van 4 weken volgen . 1. 2. 3. 4. 3.2.1
Werkweek Schoolweek Werkweek RdGG week (maandag/ dinsdag werken en woensdag/ donderdag/ vrijdag school)
Praktijk Leer Perioden (PLP) PLP PLP 1
Centrum Centrum a, afdeling z
PLP 2
Centrum b, afdeling y
Maanden 10 (eerste 6 maanden 'boventallig') 10
PLP 3
Naar keuze, afdeling naar keuze
9
De opleiding is in 3 grote praktijkperioden te verdelen. Deze perioden nemen respectievelijk 10 maanden, 10 maanden en 9 maanden van de opleiding in beslag. Wanneer je er voor kiest om binnen het ziekenhuis je opleiding te doen, is het wel belangrijk dat je binnen dit ziekenhuis ervaring opdoet, zodat je na diplomering veel kennis en ervaring hebt opgedaan. In de organisatiestructuur maakt de RdGG onderscheid in drie verschillende clusters namelijk het Medisch Ondersteunend cluster, cluster IC/SEH/OK en Patiëntenlogistiek en het cluster Zorg (hier vallen de verpleegafdelingen onder). Het cluster Zorg is verdeeld over vijf centra: 1. Centrum vrouw en kind (kinderpsychologie en allergologie vallen mede onder dit centrum) 2. Centrum chirurgie en orthopedie; 3. Centrum dermatologie, urologie, KNO, kaakchirurgie, oogheelkunde, plastische chirurgie en de buitenpoli’s Naadwijk en Ypenburg; (afgekort DUKOP) 4. Centrum interne geneeskunde, psychiatrie (consultieve dienst) en radiotherapie; 5. Centrum Kleine Interne, neurologie/neurochirurgie, neuropsychologie, cardiologie, longgeneeskunde, psychiatrie, revalidatie en paramedische dienst (revalidatie, fysiotherapie, ergotherapie, logopedie en diëtiek) en medisch maatschappelijk werk. Tijdens je opleiding loop je stage in minimaal 2 verschillende centra binnen het cluster zorg.
8 9
Zie beschrijving; pagina 5. Met uitzondering van de eerste 4 weken van de opleiding. Deze eerste 4 weken zullen in het geheel op school worden gevolgd. Ook tijdens de schoolvakanties heb je als student meerdere werkweken achter elkaar.
8
3.3
Indeling opleiding
De opleiding wordt competentiegericht vormgegeven. Wat is nu een competentie? Onder een competentie verstaan we het volgende: een combinatie van kennis, inzicht, vaardigheden, motivatie, houding en persoonskenmerken die nodig is om effectief te handelen in een beroepssituatie. Met de invoering van competentiegericht onderwijs wordt het leren in de praktijk steeds belangrijker. Bij competentiegericht leren gaat het erom dat de ervaringen op de werkplek worden verbonden aan theorie die de ervaringen nieuwe betekenis geven. Werken in de praktijk geeft je als student ook de mogelijkheid om te ontdekken waar je de theorie bij nodig hebt. Als je weet wat je aan kennis nodig hebt, kan je daarnaar op zoek gaan. Het meest kenmerkende van het competentiegericht onderwijs is dat je als student meer zelfsturing krijgt. Gedurende de opleiding moet je werken aan verschillende competenties die horen bij het verpleegkundig beroep. 3.3.1 Proeve van bekwaamheid Je moet in totaal 3 grote toetsen in de praktijk behalen om de opleiding te kunnen afronden. Deze grote toets wordt een proeve genoemd. Een proeve is een exameninstrument die je in de praktijk uitvoert om aan te tonen dat je competent bent. Je moet in een zorgsituatie laten zien dat je die vaardigheden/ competenties beheerst die voor het verpleegkundig beroep noodzakelijk zijn. De proeve neemt ongeveer 10 weken in beslag en hierna kan deze afgerond worden. Deze proeven zijn: • Persoonsgerichte zorg • Begeleiding en zorg bieden in complexe situaties • Professionalisering van de zorg 3.3.2 Beroepsopdrachten Je bereidt je voor op deze proeven door het werken aan verschillende onderdelen van de proeve. Deze onderdelen zijn vertaald naar beroepsopdrachten zodat je de onderdelen kunt aanleren en uitvoeren. Zoals je in tabel 3.3.5 kunt zien, leiden een aantal beroepsopdrachten naar een proeve. Een beroepsopdracht is zo ontwikkeld dat je, om deze af te kunnen afronden, zowel in de theorie als in de 10 praktijk aan de beroepsopdracht moet werken . Het uiteindelijke afronden van een beroepsopdracht gebeurt altijd in de praktijk. 3.3.3 Leerlijnen Naast de opdrachten (thema’s) waar je aan zult werken, wordt er ook gericht aandacht geschonken aan andere onderdelen van de opleiding tot verpleegkundige. Deze onderdelen lopen als een doorlopende lijn door de opleiding en zijn gesplitst in verschillende leerlijnen. Een leerlijn is dus een specifiek onderdeel van de opleiding dat aan de hand van een planning gedurende de hele opleiding frequent aan de orde komt. De volgende leerlijnen maken deel uit van de opleiding: • • • • • •
Persoonlijke ontwikkeling (bijvoorbeeld: plannen van het leerproces, reflecteren, feedback) Anatomie Verpleegtechnische vaardigheden Verpleegkundig rekenen Nederlandse taal Moderne vreemde taal (Engels)
Op de volgende pagina is de opleiding schematisch weergegeven.
10
Voor een overzicht van de beroepsopdrachten, zie pagina 11.
9
3.3.4
Schematische weergave van de opleiding
Diploma verpleegkundige niveau 4
Leerlijn anatomie
Afronding theorie toetsen 2 i.h. 1e jaar 1 i.h. 2e jaar
Leerlijn verpleegkundig rekenen
Leerlijn Nederlandse taal
Leerlijn Moderne Vreemde Taal (Engels)
Leerlijn verpleegtechnische vaardigheden
Leerlijn persoonlijke ontwikkeling
Afronding theorietoets 2 i.h. 1e jaar 1 i.h. 2e jaar
Afronding theorietoets in het 2e jaar
Toets Engels 3e jaar
Integratie proeven
Afronding per opdracht
Leerlijn beroepsopdrachten
Integratie van: vpk rekenen, anatomie, soc. vaard., vp.tech vaard., pers. ontw.
Afronding theorietoetsen + Proeve persoonsgerich te zorg
Afronding theorietoetsen + Proeve Zorg en beg. bij complexe zorgvragers
Afronding theorietoetsen + Proeve professionalisering van zorg
10
3.3.5.
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30
Overzicht beroepsopdrachten. Opdracht
Proeve 1
Verpleegkundig proces Zorgdragen voor het bed Zorgdragen voor de lichamelijke verzorging Voeding en uitscheiding Ondersteunen en begeleiden bij mobiliteit Zorgen voor slaap- en waakritme Vitale functies bewaken Zorg en begeleiding geven aan klinische zorgvragers Preventie toepassen Wondzorg Zorg en begeleiding geven aan chronisch zieke zorgvragers Zorg en begeleiding geven aan oudere zorgvragers Zorg en begeleiding geven aan zorgvragers met een verstandelijke beperking Zorg en begeleiding geven aan zorgvragers met een psychiatrische aandoening Psychosociaal-maatschappelijke interventies toepassen Begeleidingsstijl Veilig, hygiënisch, kostenbewust, milieubewust en ergonomisch werken Medicatie Verpleegtechnische en voorbehouden handelingen Zorg en begeleiding geven aan moeder en kind Zorg en begeleiding geven aan chirurgische zorgvragers Complexe wondzorg Begeleiding levenseinde Zorg rondom een zorgvrager coördineren Multidisciplinaire contacten consulteren en samenwerken Waarborgen continuïteit Werken binnen een organisatie Professionalisering van het beroep Eigen deskundigheid bevorderen Uitvoering geven aan deskundigheidsbevordering
x x x x x x x x x x x
Proeve 2
Proeve 3
x x x x x x x x x x x x x x x x x x x
11
3.4
Lesroosters
In de onderstaande schema’s kun je zien: e • Raamleerplan 1 schooljaar • Lesrooster 3.4.1
Raamleerplan opleiding
ROC Blok RdGG Blok Fulltime BPV De ROC blokken zijn fulltime onderwijs, 5 dagen per week (40 SBU = Studie Belastings Uren per week) De opleiding begint met 4 weken fulltime onderwijs op het ROC. Daarna is er 1x per 4 weken een RdGG blok en 1x per 4 weken een ROC blok. De tussenliggende weken worden fulltime besteed aan de Beroepspraktijkvorming (werk); tijdens deze weken kun je werken aan je opdrachten. Het rooster van de opleidingstrajecten begint in week 36. In de schema’s hieronder staan de weeknummers vermeld in de bovenste rij.
Groep september 2009 2009 36 37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
2010 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27 → Schoolvakantie
NB Het rooster van het ROC Mondriaan dient als uitgangspunt. De stageplanner van de RdGG heeft deze verwerkt in Stagkijk11. De nadere invulling van de lesweken en RdGG weken zijn te vinden op de internetsite van het ROC Mondriaan: http://www.mondriaan-mm.nl/
11
Klik op roosters Klik op Antonia Veerstraat Klik op rooster Kies bij element RdeGG-S9
Voor de digitale handleiding; zie bijlage 4
12
3.4.2
Rooster voor de tweede lesweek, week 37. (Dit rooster wordt slechts gebruikt als voorbeeld en hier kunnen geen rechten aan ontleend worden).
RdGG-S9 Maandag
MAQ12 - RdGG - sept.09
Dinsdag
Woensdag
Donderdag Vrijdag
1 8.15 9.00 2 9.00 9.45
3 9.45 10.30
4 10.45 11.30
5 11.30 12.15
vp. 1E Etmf 018
TSV 3H Lene 018
vp 1E Bose 018
vp 1E Etmf 018
anat Haak 018
vp 2F Hoom 018 pers.ontw BbJ(k1) Ketn 018 pers.ontw BbJ(k2) Ketn 018
TSVtr. 3I Dijm 018
TSVtr 3I Lene 109
vp 2L Etmf 018
skills 3D Braf 2.3
vp 3C Hoom 018 anat Haak 018
rek Stia 018
6 12.15 13.00 7 13.00 13.45 8 13.45 14.30
pers.ontw PfB Ketn 018
skills 2G Braf 2.1
Ned masterclass Karr Annelies V 019 018
9 14.30 15.15 10 15.30 16.15 11 16.15 17.00 7.9.2009 (37) - 13.9.2009 (37) 1 + 2 2009-2010 Afkortingen in onderstaand rooster: RdGG-S9 = Reinier de Graaf Groep van september 2009 1 = 1e lesuur ( 08.15 uur tot 09.00 uur) Vp = verpleegkunde les 1E = beroepsopdracht 1, Opdracht/lesactiviteit E Etmf = afkorting van de naam van de docent, in dit geval F.Etman 018 = nummer van het lokaal waar de les gegeven wordt TSV = training sociale vaardigheden Skills = praktijklessen waar verpleegkundige handelingen worden aangeleerd en geoefend Anat = anatomie Pers.ontw. = persoonlijke ontwikkeling Masterclass = een les van een gastdocent, dit kan een arts of verpleegkundig specialist zijn
13
4.
Organisatie
Tijdens de ROC weken krijg je les op het ROC Mondriaan, Antonia Veerstraat 15, in Delft. Tijdens de RdGG weken worden de lessen op 2 locaties gegeven; op het ROC Mondriaan, locatie Delft en op de externe leslocatie van de RdGG, Burgemeesterrand 57 in Delft. Op je rooster kun je zien op welke locatie 12 je moet zijn . Er wordt verwacht dat je alle studietijd volgt die in het lesprogramma wordt aangeboden. Deze studietijd is verplicht. Je hebt een contract voor 36 uur per week en dit geldt ook voor de uren op school. Dit heeft als voordeel dat de studietijd in de avonduren en weekenden kan worden beperkt. Je kunt zelf, of eventueel met hulp van je coach, bepalen welke studieactiviteiten je tijdens lesvrije uren op een schooldag kunt uitvoeren, bijvoorbeeld: reflectieverslagen maken werken voor beroepsopdrachten studeren werken aan leertaken voorbereiden van de les dat op het studie-uur volgt extra opdrachten om bepaalde studievaardigheden aan te leren.
4.1.
Ziekmelding/absentie
Zoals in het opleidingreglement staat vermeld is ongeoorloofde absentie niet toegestaan. Een eventuele ziekmelding dien je ’s morgens zo vroeg mogelijk telefonisch door te geven. Tijdens een werkdag doorgeven aan: • de teamleider van de verpleegafdeling; Tijdens een ROC week doorgeven aan: • de teamleider van de verpleegafdeling; • het secretariaat van het ROC Mondriaan. Tijdens een RdGG week doorgeven aan: • de teamleider van de verpleegafdeling; • het secretariaat van het ROC Mondriaan; • het secretariaat van afd. O&W, als je niet aanwezig kan zijn bij een masterclass. Telefoonnummers: Secretariaat ROC Mondriaan tel. 088-6663706 Secretariaat afd. O&W, Manon Kerger tel. 015-2604047
12
Voor routebeschrijving; zie bijlage 1
14
4.2
Voorzieningen ROC Mondriaan
Het Studie Servicepunt Het Studie Servicepunt is een voorziening, waar je jezelf via de docent kunt inschrijven voor het volgen van extra onderwijs over bijvoorbeeld de volgende onderwerpen: rekenen Nederlands toetsondersteuning samenvatten anatomie op aanvraag Mondriaan Service Centrum + TOP team Het Mondriaan Service Centrum is opgezet voor studenten van alle opleidingen. Het Service Centrum is voornamelijk bedoeld voor eerstejaars studenten met studieproblemen. Bij voldoende ruimte kunnen er ook andere studenten gebruik van maken. Je kunt hulp krijgen bij: • faalangst • dyslexie • assertiviteit • gesprekstechnieken Decanaat Het decanaat houdt spreekuur op maandag tijdens het 4e en 5e lesuur en dinsdag tijdens het 4e lesuur. Studenten kunnen zich hiervoor aanmelden door een afspraak te maken bij de receptie van de Antonia Veerstraat (Delft) van 09.00-13.00 uur. Bereikbaar via tel. 015-262 05 54. Vertrouwenspersoon De taak van de vertrouwenspersoon is om samen met jou naar een oplossing voor problemen te zoeken. Je kunt bij de vertrouwenspersoon terecht, wanneer je bijvoorbeeld klachten hebt over een ongewenste seksuele benadering. Dat geldt ook voor klachten over racistische opmerkingen of racistisch gedrag van anderen. In bepaalde situaties kan het nodig zijn om een klacht in te dienen bij de Klachtencommissie; de vertrouwenspersoon helpt daarbij. Een vertrouwenspersoon heeft geheimhoudingsplicht. Mentor De taken van de mentor zijn beschreven in het document welke jullie bij aanvang van het schooljaar uitgereikt krijgen Intermediair Opleiding en Bedrijf De taken van de Intermediair Opleiding en Bedrijf zijn beschreven in het document welke jullie bij aanvang van het schooljaar uitgereikt krijgen.
15
5
Regelingen
5.1
Opleidingsreglement Reinier de Graaf Groep
Het opleidingreglement van de RdGG is een uitwerking of aanvulling op de Onderwijs Examen Regeling OER. De volgende onderwerpen worden daarin benoemd: • De begeleiding en de boordeling in de beroeps praktijkvorming (BPV) • Maximum toegestane onderbrekingsdagen; verzuimregeling • Afronding van de opleiding • Deelnameverplichting masterclasses en studie-uren • Verlenging van de BPV • Beëindiging leerarbeidsovereenkomst • Ter beschikkingstelling van boeken en readers door de RdGG • Terugbetalingsverplichting en nawerken na diplomering • Geschillen Als je meer informatie wilt over het opleidingsreglement, kun je contact opnemen met het secretariaat van de stafdienst Opleiding en Wetenschap. Het opleidingsreglement staat ook op intranet.
5.2
Examenreglement ROC Mondriaan
Voor aanvang van de opleiding krijgen je 1 exemplaar van het OER uitgereikt. In dit document worden regelmatig wijzigingen aangebracht. Je bent er zelf verantwoordelijk voor dat je op de hoogte blijft van gedane wijzigingen. De meest recente OER kun je vinden op: www.rocmondriaan.nl
5.3
Klik op decanen Klik op Onderwijs- en examenregeling (OER), links onderaan de pagina. Klik op OER 2009, onder het kopje ‘Snel naar>>’, rechts onderaan de pagina. Klik op CGO OER 2009 verpleegkundige Reinier de Graaf, onder het kopje ‘Titel’. (Zie ook bijlage 5)
Vakantieregeling
5.3.1 Vakantieregeling en aanvraag in de RdGG 2009-2010 Bij deze regeling wordt verwezen naar: • Document vakantie en verlof. CAO Ziekenhuizen 2009-2010 Vakantieperioden met de daarbij behorende vakantieduur De richtlijn hiervoor is: Voorjaarsvakantie = 36 uren Zomervakantie = 108 uren Najaarsvakantie = 36 uren
De periode duurt van ,, ,, ,, ,, ,, ,,
01-01 t/m 14-05 15-05 t/m 30-09 01-10 t/m 15-12
Tijdstip van aanvragen: Voorjaarsaanvraag vindt plaats in de maand augustus Zomeraanvraag vindt plaats in november Najaarsaanvraag vindt plaats in april Dit tijdstip kan per afdeling enigszins verschillen. De teamleider van je afdeling informeert je hier verder over. Vakanties moeten op werkdagen worden opgenomen. Op lesdagen kan geen vakantiedag worden gepland.
16
Procedure: De teamleider van de verpleegafdeling maakt schriftelijk bekend hoeveel medewerkers (naar FTE en indien noodzakelijk naar kwaliteit) er per week vakantie kunnen opnemen. Dezelfde lijst hangt in een gemeenschappelijke ruimte op de afdeling. Je kunt je inschrijven door je naam in te vullen in de gewenste week. Conform het CAO moet voor de zomerperiode de medewerker in staat worden gesteld drie aaneengesloten weken op te kunnen nemen. Aan het eind van de inschrijfperiode wordt de lijst weggehaald, waarbij er geen ‘overboekingen’ kunnen staan. Medewerkers moeten onderling een oplossing zoeken als er teveel aanvragen voor hetzelfde moment zijn. Bij het aangeven van diensten dient rekening te worden gehouden met vakantie- en lesweken. Voor het plannen van vakantie geldt de planning van het ROC Mondriaan als richtlijn. Deze is door de stageplanner van de RdGG in Stagkijk verwerkt. Raadpleeg dus altijd Stagkijk13 voor het plannen van een vakantie. N.B. de vakantie mag niet in de les -en/of RdGG weken vallen.
5.3.2 Vakantiedagen ROC Mondriaan 2009-2010 Herfstvakantie week 43 2009 Kerstvakantie week 52 en week 53 2009 Voorjaarsvakantie week 8 2010 Meivakantie week 18 2010 + vrijdag 30 april 2010 Zomervakantie week 27 t/m week 33 2010 Officieel erkende religieuze feestdagen zijn: het Suikerfeest (Islam), het Offerfeest (Islam), het Divali feest (Hindoe) en het Holi feest (Hindoe). Als je één van deze religies aanhangt, kun je op individuele basis verlof aanvragen op deze dagen. Verlofaanvragen buiten de vakantieregeling om kunnen niet gehonoreerd worden, tenzij er sprake is van een overmachtsituatie, dan wel een andere geldige reden. In het laatste geval moet het verlof bijtijds schriftelijk worden aangevraagd bij de teamleider waar de student op dat moment werkzaam is.
13
Voor een digitale handleiding; zie bijlage 4
17
5.4
Monitoring
SONAR Het ROC Mondriaan houdt de voortgangsgegevens van alle studenten bij in SONAR (leerlingvolgsysteem) Presentielijsten Zoals eerder beschreven wordt verwacht dat je alle studieonderdelen van de opleiding volgt. Tijdens de ROC weken wordt een presentielijst door docenten bijgehouden. Tijdens de RdGG weken wordt deze presentielijst ook bijgehouden door docenten. De teamleider van de verpleegafdeling waar je stage loopt, houdt verzuimgegevens bij in een zogenoemd verzuimdossier. Intercollegiaal overleg De coach, mentor van de groep en intermediair opleiding en bedrijf hebben onderling contact om de begeleiding zo goed mogelijk op elkaar af te stemmen. Het doel van dit overleg is o.a. om eventuele problemen in jouw leerproces tijdig te herkennen en waar mogelijk te voorkomen. Portfolio ~ POP ~ PAP Het begrip portfolio komt oorspronkelijk uit de wereld van kunst en architectuur. Kunstenaars en architecten kunnen bij hun sollicitaties niet volstaan met diploma’s en mooie verhalen over hun kwaliteiten. Zij hebben een andere vorm gevonden om dit wel aan te tonen; namelijk middels een portfolio. Dit is een ‘verzamelmap’ met bewijsstukken van het werk wat een persoon geleverd heeft. Steeds vaker wordt een portfolio in het onderwijs gebruikt. In een portfolio kunnen bewijsstukken staan die laten zien dat de persoon bepaalde beroepsaspecten beheerst. In deze opleiding noemen we dit beroepscompetenties die je kunt vinden in het kwalificatiedossier. Deze competenties zul je tijdens de opleiding en later in je beroep verder ontwikkelen. Met het portfolio laat je zien in hoeverre je dingen beheerst of waar je je nog in moet en wilt ontwikkelen. In deze opleiding heeft iedereen een verschillende achtergrond. Sommigen hebben ervaring in de zorg, anderen niet. Daarom is het de bedoeling dat je de ruimte krijgt om je eigen accenten te leggen in het Persoonlijk Ontwikkelings Plan. Vanaf nu zullen we de afkorting POP gebruiken. Het POP is een onderdeel van het portfolio en beschrijft de doelen die je wilt gaan bereiken. Deze doelen zijn gericht op persoonlijke ontwikkeling als ook op het verwerven van beroepscompetenties. De meeste studenten zullen in het begin nog ‘alles’ moeten leren. In je POP beschrijf je plannen om je ontwikkeling vorm te geven, wat je nog moet doen. Je POP stel je op naar aanleiding van je beginsituatie. In deze opdracht leer om je beginsituatie in kaart te brengen en een start te maken met je Persoonlijk Ontwikkeling Plan. In het Persoonlijk Actviteiten Plan (PAP) beschrijf je alle activiteiten die je onderneemt om een persoonlijk leerdoel, algemeen leerdoel of beroepsopdracht te behalen. Het zijn activiteiten die je zelf kunt uitvoeren. In je PAP zul je vragen beantwoorden als ‘hoe ga ik me voorbereiden?’, ‘wat heb ik nodig om de opdracht te kunnen uitvoeren en hoe wil ik de opdracht evalueren?’. Wanneer je individuele afspraken maakt met jouw coach, moeten deze worden vastgelegd. Op deze manier kunnen jullie samen aan de gemaakte afspraken, en eventueel persoonlijke leerdoelen, werken. Het portfolio is een goed hulpmiddel om dergelijke afspraken in te noteren. Je kunt het portfolio ook gebruiken voor het bewaren van voortgang ten aanzien van persoonlijke leerdoelen, reflectieverslagen, leerling-rapportages met hierin feedback van werkbegeleiders en beroepsopdrachten die zijn afgerond. Clusteroverleg De coach bespreekt de voortgang van je studie met de teamleider van de verpleegkundige opleiding, het management van de verpleegafdeling en met de personeelsadviseur. Tijdens dit overleg kunnen bindende afspraken gemaakt wanneer je extra begeleiding nodig blijkt te hebben.
18
6.
Boeken
Je studieboeken worden door de Reinier de Graaf Groep aangeschaft. Je zult mondeling van de docenten horen waar en wanneer de boeken uitgedeeld worden. Verplichte literatuur en aanvullende literatuur Alle boeken en modulen die op de boekenlijst staan, heb je nodig om de opleiding te volgen. We gebruiken ook boeken en andere leermiddelen, die niet aangeschaft hoeven te worden. Deze kun je lenen en/of gebruiken in het Open Leer centrum (OLC). Ook heeft de RdGG in het B-gebouw op de 8ste etage een eigen 14 verpleegkundige bibliotheek . Aanbevolen literatuur wordt ook vermeld in de beroepsopdrachten. Boeken Basisverpleegkunde (BSL) Gordon’s functionele gezondheidspatronen (Kavanah) Hulpmiddel bij de verpleegkundige anamnese Zakboek verpleegkundige diagnosen (Carpenito, Wolters Noordhoff) Toepassing klinisch redeneren (BSL) 2 keer Cd-rom anatomie van Karen de Haan Anatomie en fysiologie van de mens (Kirchman, Reed Business) Zakwoordenboek (Coëlho, Elsevier) Licentie I-careflex (472,50 voor 3 jaar) Basisvaardigheden rekenen voor de gezondheidszorg, Wolters Noordhof Zorgcontext database; Bohn Stafleu Van Loghum
14
Voor een digitale handleiding; zie bijlage 4
19
Bijlage 1 De locaties Mondriaan College voor Zorg Locatie Antonia Veerstraat (Delft) Antonia Veerstraat 15 2614 HT DELFT Tel: (015) 262 05 54 Fax: (015) 261 47 14
Huishoudelijk reglement Schooltijden De school is open tussen 7.45- 17.30 uur. De lessen vinden plaats conform het lesrooster. Na 17.30 uur wordt iedereen geacht uit de school te zijn. Fietsenstalling Je kunt je fiets en/ of bromfiets plaatsen in de fietsenstalling of de daarnaast gelegen ruimte. De directie is niet aansprakelijk voor diefstal of beschadiging van een voertuig. Ingang De school is alleen toegankelijk voor studenten en medewerkers. De receptie is op de begane grond en is van 8.30 – 17.00 uur geopend. Garderobe Per verdieping is er een garderobe. Soms zijn er kapstokken bij een lokaal aanwezig. Van de kapstokken dient gebruik gemaakt te worden. Lift De lift is uitsluitend voor vervoer van lesmateriaal en materiaal van de civiele dienst. De lift mag niet door de studenten gebruikt worden. Brandtrap De brandtrap en de gang naar de brandtrap dienen voor noodgevallen vrij gehouden te worden. Restaurant Van de faciliteiten van het restaurant kan gebruik gemaakt worden in de koffie, thee en lunchpauzes. Koffie, thee en overige consumpties zijn voor eigen rekening en kunnen alleen met de chipknip betaald worden. De pauzes zijn conform de roostering. Afvalbekers moeten in de afvalbak gedeponeerd worden. Meegebrachte lunchpakketten dienen in het restaurant of buiten het schoolgebouw genuttigd te worden. Het is niet toegestaan bekertjes, borden, bestek e.d. mee te nemen naar andere ruimten, Bij het verlaten van het restaurant dienen: • Stoelen weer op de goede plaats te worden neergezet • Vuile kopjes, borden, bestek, etc. in de daarvoor bestemde bakken geplaatst te worden. • Afval moet in de vuilnisbakken gedeponeerd worden. De bediening van de verwarmingen, het openen en sluiten van ramen, gebeurt uitsluitend door medewerkers van het restaurant. In het restaurant mag niet gerookt worden; op het terras is roken toegestaan, mits ook daar het afval dus ook de peukjes in de vuilnisbakken/ asbakken gedeponeerd worden.
20
Reinier de Graaf Groep
Locatie Reinier de Graaf Gasthuis Reinier de Graafweg 3-11 2625 AD Delft De locatie bestaat uit twee gebouwen: het B-gebouw en het H-gebouw Locatie Diaconessenhuis Voorburg Fonteynenburglaan 5 2275 CX Voorburg Deze locatie heeft twee kort verblijfafdelingen: 2a en 2b Locatie externe opleidingslocatie Burgemeestersrand Burgemeestersrand 57 BG 2625BG Delft Tel: 015-2604779 en 015-2604778 (alleen te bereiken indien iemand van de RdGG aanwezig is)
Algemeen telefoonnummer Reinier de Graaf Groep: (015) 260 30 60
21
Externe opleidingslocatie Burgemeesterrand
De externe opleidingslocatie wordt door de stafdienst Opleiding en Wetenschap gebruikt voor het organiseren van de RdGG weken voor de opleiding en voor het geven van trainingen aan verschillende beroepsgroepen binnen de Reinier de Graaf Groep. De opleidingslocatie bevindt zich op 10 minuten van de ziekenhuisgebouwen in Delft. De opleidingslokalen zijn gelegen op de begane grond van het gebouw van het bedrijf DDL. LET OP Aanbellen is noodzakelijk deur moet handmatig worden geopend door de medewerker van de RdGG. (Bel nogmaals als niemand verschijnt) Routebeschrijving per auto, vertrekpunt Reinier de Graaf Gasthuis, locatie Delft Afstand 3,7 km. 1. Het startpunt ligt op de Reinier de Graafweg en vertrek richting Delft centrum 2. Bij de stoplichten op de Reinier de Graafweg rechtdoor de Westlandseweg op 3. Op de Westlandseweg bij de eerste stoplichten rechtsaf, na 676 m, naar de Provincialenweg 4. Op de Provincialenweg bij de eerste stoplichten, na 1520 m, rechts afslaan naar de N470\Kruithuisweg 5. Op N470\Kruithuisweg bij de tweede stoplichten, na 1140 m rechts afslaan 6. Na 50 meter wederom rechts afslaan, u bevindt zich op de Burgemeestersrand 7. Aan uw linkerhand bevindt zich het gebouw van DDL 8. De auto kunt u op het parkeerterrein voor het gebouw parkeren. 9. De externe lokalen bevinden zich in dit gebouw
Routebeschrijving per fiets, vertrekpunt Reinier de Graaf Gasthuis, locatie Delft 1. Het startpunt ligt op de Reinier de Graafweg en richting Delft centrum 2. Bij de stoplichten op de Reinier de Graafweg rechts afslaan de Buitenhofdreef op. 3. De Buitenhofdreef uitrijden tot vlak voor de N470\Kruithuisweg 4. Nog voor de laatste stoplichten rechts afslaan de Burgemeestersrand op 5. Na 200 meter bevindt zich aan de rechterkant het gebouw van DDL 6. De externe lokalen bevinden zich in dit gebouw 7. Voor de fiets is aan de achterzijde van het gebouw een fietsenstalling
Van studenten wordt verwacht dat zij zich aan de volgende gedragregels houden: • Auto’s worden in de hiervoor bestemde parkeervakken geparkeerd • Fietsen worden in de fietsenstalling naast het gebouw gestald • Roken doet men buiten, naast het gebouw • Er wordt zorgvuldig en respectvol met materialen omgegaan • Er wordt respectvol met elkaar omgegaan
22
Bijlage 2 Gedragscode ROC Mondriaan en de RdGG Wij verwachten van onze studenten dat zij zich tijdens hun opleiding zowel op school als in de praktijk aan onderstaande gedragscode houden. Bij het ROC Mondriaan leg je de basis voor een succesvolle loopbaan in onze samenleving. Dat lukt alleen maar als studenten en personeel er samen hard aan werken. Daar hebben we voor nodig: • Respect en gemeenschapszin; • Vertrouwen en veiligheid • Verantwoordelijkheid en integriteit We verwachten van studenten dat zij zich tijdens hun opleiding zowel op school als in de praktijk aan onderstaande gedragscode houden. 1. we zijn eerlijk; 2. we respecteren en helpen elkaar; 3. we houden rekening met elkaar; 4. we zoeken oplossingen voor problemen; 5. we komen afspraken na; 6. we zorgen dat ons werk op tijd op orde is; 7. we ruimen altijd onze rommel op; 8. we houden ons aan de veiligheidsvoorschriften; 9. we volgen aanwijzingen van personeel op; 10. we spreken Nederlands op school. De Nationale Beroepscode van Verpleegkundigen en Verzorgenden De Nationale Beroepscode is een uitgave van de beroepsverenigingen V&VN en Nu '91 en bestaat uit 4 hoofdstukken die betrekking hebben op: 1. Uitgangspunten van het beroep 2. De verpleegkundige/verzorgende in relatie tot de zorgvrager 3. In relatie tot de zorgverleners en 4. In relatie tot de samenleving Het ROC Mondriaan en de RdGG onderschrijven deze code. Leslokalen Roken en lunchen is in de leslokalen niet toegestaan. De leslokalen worden op het eind van de dag door de schoonmaakdienst schoongemaakt. Iedereen, die overdag in een leslokaal verblijft, is echter verantwoordelijk voor het opgeruimd achterlaten van het lokaal; dus zelf papiertjes, bekertjes e.d. opruimen. Het schoolbord dient schoongemaakt, de ramen gesloten en de zonwering opgehaald te worden. Op de prikborden bij de leslokalen kunnen artikelen e.d. worden opgehangen. Studiecentrum Op de eerste etage bevindt zich het Open Leer Centrum. Hier bevinden zich computers, Cd-rom spelers, video materiaal en studieboeken. Het Open Leer Centrum is geopend van 8.30-16.30 uur, wanneer de beheerder van het OLC aanwezig is. Telefoon Telefoneren is mogelijk bij de receptie. Het gebruik van mobiele telefoons door de studenten is binnen het schoolgebouw niet toegestaan. Fotokopieerapparaat In het OLC op de eerste etage is een fotokopieerapparaat, dat door studenten tegen betaling gebruikt kan worden. Roken Roken is binnen het schoolgebouw verboden. Verloren en/ of gevonden voorwerpen Verloren en/of gevonden voorwerpen dienen bij de conciërge opgehaald of afgeleverd te worden. De school is niet aansprakelijk voor gestolen of verloren voorwerpen. 23
Bijlage 3 Medewerkers Secretariaat Stafdienst Opleiding en Wetenschap (O&W) Yvonne Schelling tel: (015) 260 39 82 Manon Kerger, tel: (015) 260 40 47 Personeel & Organisatie Secretariaat P&O, tel.: (015) 260 36 77 Management Manager Stafdienst O&W: mevrouw J.M.M.C. Claassen Teamleider verpleegkundige opleidingen: mevrouw I. Theeuwen.
Praktijkdocenten Marjolein Clasquin
Tel 3871
Aanwezig Maandag t/m donderdag
E-mailadres
[email protected]
Locatie 8 etage B-gebouw
Freya Etman
3072
Maandag t/m donderdag
[email protected]
Spa 1e etage
Marieke de Hoogh
3529
Dinsdag t/m vrijdag
[email protected]
Spa 1e etage
Nadine Kettelarij
3604
Maandag t/m donderdag
[email protected]
Spa 1e etage
Annemarie ten Klooster Eelco Korpershoek
3449
Maandag, woensdag en donderdag
[email protected]
8 etage B- gebouw
3607
Maandag t/m vrijdag
[email protected]
Spa 1 etage
Alco Wijshake
3648
[email protected]
Spa 1e etage
Loraine van Zanten
4711
Maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag Maandag t/m donderdag
[email protected]
8 etage B-gebouw
e
e
e
24
Bijlage 4 Digitale handleiding ROC Mondriaan: Voor het bekijken van het lesrooster: http://www.mondriaan-mm.nl/
Klik op roosters Klik op Antonia Veerstraat Klik op rooster Kies bij element RdeGG-S9
Voor het bekijken van het OER: www.rocmondriaan.nl Klik op decanen Klik op Onderwijs- en examenregeling (OER), links onderaan de pagina. Klik op OER 2009, onder het kopje ‘Snel naar>>’, rechts onderaan de pagina. Klik op CGO OER 2009 verpleegkundige Reinier de Graaf, onder het kopje ‘Titel’.
Reinier de Graaf Groep: Voor het portfolio van de opleiding:
Start een computer op die verbonden is met het netwerk van de RdGG. Klik op het icoon ‘Internet Explorer’, je komt dan automatisch bij de homepage van het intranet. Klik op het icoon ‘Leren’, bovenaan de pagina. Klik op de link ‘beroepsopleidingen in het Reinier’. Klik op ‘Verpleegkundige’ Klik op ‘MBO topklinisch verpleegkundige’
Voor het raadplegen van de bibliotheek: Start een computer op die verbonden is met het netwerk van de RdGG. Klik op het icoon ‘Internet Explorer’, je komt dan automatisch bij de homepage van het intranet. Klik op bibliotheek, onder het kopje ‘klik hier door naar’ (rechter kolom). Klik op informatieportal medische bibliotheek, onder het kopje ‘klik hier door naar bibliotheek’. Klik op ‘ klik hier’ of op het icoon:
Je kunt ook in Novell-delivered Applications tweemaal op bovenstaand icoon klikken.
Voor het raadplegen van Stagkijk krijg je een handleiding aan het begin van de opleiding uitgereikt. Hieronder een korte uitleg: Start een computer op die verbonden is met het netwerk van de RdGG. Klik in Novell-delivered Applications op het icoon ‘Stagkijk’. Wanneer je in Stagkijk bent zie je een overzichtsbalk links bovenin. Klik op ‘Groepen’ Kies een jaar Klik onder groepnaam ’RdGG0909’ Klik op het vergrootglas met het rode plusje, links bovenaan. Klik op je eigen naam en klik op ‘details student’ Je kunt dan precies zien in welke week je op een bepaalde afdeling bent geplaatst. 25
Bijlage 5 Kledingvoorschriften De belangrijkste maatregelen voor verpleegkundig/-medisch personeel, apotheek/laboratoriummedewerkers, keukenmedewerkers, medewerkers patiëntentransport, schoonmaak- en technisch onderhoudsmedewerkers bij het dragen van voorgeschreven kleding staan hieronder globaal aangegeven. Bovendien zie je hiernaast een voorbeeld van een verpleegster die zich volledig aan het kledingreglement heeft gehouden. 1. Trek dagelijks schone kleding aan 2. Zorg voor schoon, verzorgd haar, als je lang haar hebt, steek het dan op (bijeengehouden zonder grote haar- spelden met uitsteeksels. 3. Nagels moeten kort geknipt, schoon en verzorgd zijn. Nagellak mag niet op de vingernagels maar wel op de teennagels gedragen worden. Kunstnagels zijn niet toegestaan. 4. Schoenen moeten goed verzorgd, schoon, heel en geluiddempend zijn. De schoenen moeten gemakkelijk te reinigen zijn. Door het ziekenhuis voorgeschreven schoeisel moet gedragen worden. Tijdens de werkzaamheden zijn niet toegestaan: 5. Het dragen van ringen (ook geen gladde trouwringen) 6. Armbanden en horloges 7. Lange kettingen 8. Lange oorhangers 9. Gebruik van katoenen zakdoeken. Alleen papieren zakdoeken zijn toegestaan tijdens het werk (voor eenmalig gebruik) Voor mannen geldt: baarden en snorren moeten schoon en kort geknipt zijn. Als een medewerker met een baard en/of snor in een O.K-ruimte bezig is met een ingreep waarbij gesneden wordt, moeten de baard en de snor volledig zijn afgedekt. Uiteraard is het ook de bedoeling dat de medewerkers met een niet-verpleegkundige of medische functie zich ook aan een aantal basisregels houden. Het belangrijkste hierbij is een verzorgd en representatief uiterlijk, schone kleding en voldoende hygiëne. Heb je vragen over het de kleding regels kijk dan op Reinierweb. Je vindt het definitieve Bedrijfskleding reglement onder Organisatie/FAB/Huishouden/Bedrijfskleding. Je kunt de verschillende onderdelen van het bedrijfskledingreglement overigens ook in een verkorte versie nalezen op Reinierweb. Heb je specifieke vragen, bel dan met het Facilitair Servicebureau, toestel 3131 of neem contact op met de teamleider Linnenkamer. Onze bedrijfskleding blijkt overigens onweerstaanbaar en onverwoestbaar te zijn. Daarom schijnt het regelmatig te gebeuren dat mensen thuis ook in hun Reinier uniform gezien willen worden. Mooie reclame, maar het is echt niet toegestaan om dienstkleding mee naar huis te nemen. Dit gezien de hygiënevoorschriften, het feit dat dienstkleding eigendom van het ziekenhuis is en omdat het KIA/KUAsysteem hierdoor ontregeld raakt.
26