3D Printen -‐ Basis (9-‐15 jaar) -‐ 2015
1 – 3D printen van kleine figuurtjes In deze workshop wordt uitgelegd wat 3D printen is en hoe het werkt. Aan de hand van een tweetal voorbeeld figuurtjes wordt eerst met een simulator besproken hoe deze figuurtjes geprint worden. En tenslotte wordt één van de figuurtjes geprint. Omdat de beschikbare printcapaciteit beperkt is, kunnen we alleen kleine objecten printen. Zorg er dus voor dat het gemaakte ontwerp altijd geprint kan worden in minder dan 15 minuten. Als de tijd langer is, maak het object dan wat kleiner. In de lessen wordt uitgelegd hoe dat gedaan wordt. 1
2
3
Met het programma Cura wordt bekeken hoe een 3D printer een object opbouwt.
Afhankelijk van de gebruikte printer wordt daarna met Cura of met de Up! Mini het blokje gerenderd en vervolgens geprint. Het programma geeft aan hoe lang het printen duurt
Als het object is geprint wordt de nabewerking gedaan. De steunbalkjes en de ondergrond wordt verwijderd, waarna het blokje klaar is voor gebruik.
De opzet van deze lessen is om te leren door te doen. Tijdens het uitvoeren van de opdrachten wordt tegelijkertijd uitleg gegeven hoe 3D printen werkt, hoe je objecten vindt of zelf maakt. De 3D leerlijn bestaat uit de volgende workshops: 1. Printen van bestaande objecten (Kikkertje of Konijntje) 2. Ontwerpen en printen van mini Lego blokjes 3. Ontwerpen van objecten met OpenScad 4. Printen en bouwen van een 3D robotje 5. Programmeren van het 3D robotje
1
3D Printen -‐ Basis (9-‐15 jaar) -‐ 2015 1 -‐ Introductie voor docenten Basis
De RoboDidactics lessen zijn opgebouwd uit instructie kaarten, waarbij iedere les uit een enkele kaart bestaat. Hiermee kunnen leerlingen in hun eigen tempo werken. Dit is de 3D Printing workshop voor het printen van kleine figuurtjes en is onderdeel van een serie lessen, waarin de volgende onderwerpen worden behandeld: 1. Basis – Uitleg van de basis onderdelen voor het maken van eenvoudige objecten met een 3D printer 2. Ontwerpen – Legt uit hoe je een eigen ontwerp kunt maken en waar je bestaande objecten kunt vinden 3. Printen – Legt uit hoe je objecten print en nabewerkt 4. Een 3D robotje printen en programmeren Deze 3D Printer workshop bevat de volgende lessen, waarbij in iedere les een belangrijk principe wordt behandeld: Opdracht 1 Instructie voor de docent 2 Opzet van de lessen
Concept Principe Opzet van de leerlijn De basiscursus voor Level 1 Didactische achtergronden Basismodule 3D printen
3 1 2 3 4
Basisbegrippen Basis Bekijken van de plakjes Support structuren Gebruik van de 3D printer
Introductie Voor de leerlingen: Wat is 3D printen Wat doet de slicer Het printen van moeilijke objecten Printen van je eigen object
Wat is 3D printen Maken van een kikkertje Maken van een konijntje Printen van kikkertje of konijntje
2
3D Printen -‐ Basis (9-‐15 jaar) -‐ 2015 2 -‐ Opzet van de lessen De basiscursus voor 3D printen (Level 1)
Deze leskaarten zijn onderdeel van de RoboDidactics doorlopende leerlijn. In deze basiscursus worden de leerlingen vertrouwd gemaakt met Cura, de ingebouwde simulator en de 3D printer. We gaan er in de lessen van uit dat de printer al is geïnstalleerd en gekalibreerd en dat de computers voor de leerlingen zijn geïnstalleerd met de volgende programma’s: • • • •
OpenScad – Een programma om via code een object te genereren Cura – Het programma om het printproces te simuleren Up! Mini – Programma dat bij de printer hoort om te kunnen printen Indien er een andere printer wordt gebruikt kan Cura ook als printprogramma fungeren Google SketchUp – (Optioneel) Een programma om zelf objecten te tekenen. Dit is een eenvoudig tekenprogramma, maar wordt in de lessen niet behandeld.
Voordat met de lessen kan worden begonnen dienen er een aantal stappen te worden uitgevoerd: 1 2
3 4
Installatie programma’s. Er zijn aparte programma’s voor Mac en Windows. Installeer de volgende programma’s: OpenScad, Cura, Up!Mini (als de Up!Mini printer wordt gebruikt). Zorg ook dat de drivers voor de printer zijn geïnstalleerd. Klaarzetten materialen. Filament, printplaatjes voor Up!Mini of stickers voor andere printers, Plamuurmes en een klein tangetje om supports te verwijderen. Installatie en kalibratie printer. Kijk hiervoor in de instructies van de printer. Het is heel belangrijk om de printer van te voren goed te kalibreren en te zorgen dat het printbed goed vlak is. Volg als docent zelf eerst de lessen. Nog beter is het om ook zelf de verschillende objecten te hebben geprint. Volg eventueel een cursus.
3
3D Printen -‐ Basis (9-‐15 jaar) -‐ 2015 Opzet van het cursus materiaal 1
2
9-‐12
12-‐15
15-‐19
3
4
Iedere kaart heeft op de voorkant een korte uitleg wat er tijdens de les gaat gebeuren. Deze korte uitleg beschrijft wat de leerling gaat doen. Er wordt gewerkt met Cura of met de Up! Mini en er wordt in de lessen gebruik gemaakt van verschillende figuurtjes als model. We leveren een aantal objecten mee met de workshop, maar leerlingen kunnen later ook zelf objecten zoeken en printen. Omdat de meeste objecten soms 30 min tot 1 uur aan printtijd vergen, beperken we ons in de lessen tot kleine objecten die in minder dan 15 minuten geprint kunnen worden. Een belangrijk onderdeel van dit lesmateriaal is het gebruik van een simulator. Hiermee kunnen de leerlingen direct het resultaat van hun object op de PC bekijken, zonder dat er een printer voor nodig is. Het maakt het uitproberen veel eenvoudiger en vermindert de noodzaak om voor iedere leerling veel printtijd ter beschikking te hebben. Het Conceptuele Niveau (Level 1) concentreert zich op WAT er gedaan moet worden. Bij het daarop volgende Fysieke Niveau wordt meer aandacht besteed aan HOE een probleem wordt opgelost. Het derde Ontwerp Niveau beschrijft hoe objecten met een 3D programma worden ontwerpen. Hiervoor gebruiken wij OpenScad. Op Level 1 en 2 wordt er met standaard objecten en Lego blokjes gewerkt, die iedereen kent en die eenvoudig te maken zijn. Op Level 3 wordt er met OpenScad zelf een ontwerp gemaakt. Ieder niveau voegt nieuwe mogelijkheden toe. Op Levels 1 en 2 wordt voornamelijk met bestaande objecten gewerkt, op Level 3 wordt meer aandacht besteed aan het zelf maken van ontwerpen. Als afsluiting zijn er een aantal workshops waarin een 3D robotje wordt geprint en daarna geprogrammeerd en kunnen er wedstrijden worden georganiseerd. Met behulp van Cura wordt eerst aandacht besteed aan een simulatie van het te printen object, zodat inzicht gekregen wordt in de opbouw van een object en de problemen die daarbij kunnen ontstaan. Voorkomen moet worden dat de leerlingen objecten printen die te ingewikkeld zijn of veel tijd kosten. Daarnaast moet gewaakt worden voor onzorgvuldige omgang met de apparatuur.
4
3D Printen -‐ Basis (9-‐15 jaar) -‐ 2015 3 -‐ Introductie voor docenten Wat is 3D printen
3D printen is het maken van objecten die met een 3D ontwerp programma zijn gemaakt. Dit printen gebeurt in laagjes en daarbij kunnen verschillende materialen gebruikt worden zoals gips, kunststof of metaal. Wij concentreren ons voornamelijk op kunststof en wel ABS en PLA. ABS (Acrylonitrile Butadiene Styrene) is dezelfde kunststof waarvan de bekende LEGO blokjes worden gemaakt. PLA (Polylactic Acid) is een afbreekbare soort plastic die van plantaardig materiaal wordt vervaardigd. Daarnaast kennen we ook nog PVA (Polyvinyl Alcohol), dat in water oplosbaar is en nylon, maar deze gebruiken we niet in onze lessen. De kunststof wordt geleverd op spoelen in de vorm van een draad (filament) met een doorsnede van 1.75 of 3 mm. Wij gebruiken uitsluitend filament van 1.75 mm. De kunststof draad wordt gesmolten en via een klein gaatje uit de spuitopening (extruder) laagje voor laagje op elkaar gesmolten. Deze techniek die voornamelijk wordt gebruikt om snel prototypes te maken (Rapid Prototyping) wordt ook wel Filament Fusion Fabrication (FFF) genoemd. Het model dat met een 3D tekenprogramma wordt gemaakt wordt laagje voor laagje opgebouwd, waarbij vooral de eerste paar lagen het belangrijkst zijn, omdat die goed bevestigd moeten worden aan het platform waarop het model wordt opgebouwd. Het model wordt daarom door de software opgesplitst in lagen door de zogenaamde Slicer.
5
3D Printen -‐ Basis (9-‐15 jaar) -‐ 2015 1
3D Printer
Er zijn veel 3D printers op de markt. De twee die we in deze workshops gebruiken zijn de Up!Mini en de UltiMaker. De Up!Mini is een kleine, geheel gesloten printer die vooral voor scholen een goedkope en veilige oplossing biedt. De Nederlandse UltiMaker is een prima printer die vooral geschikt is voor wat grotere objecten.
3D ontwerp programma
Ontwerpen van 3D objecten worden gemaakt met een 3D ontwerp programma. SKETCHUP is een veel gebruikt, eenvoudig 3D tekenprogramma. In deze workshops gebruiken we OpenScad, waarmee in de vorm van code objecten kunnen worden gemaakt zonder te hoeven tekenen. Is een programma dat een 3D ontwerp opsplitst in plakjes, zodat de printer het object laagje voor laagje kan printen.
2
3
Slicer
4
Filament ABS PLA
5
Extruder
Is een plastic draad op een spoel dat door de printer wordt gebruikt om met gesmolten plastic laag voor laag een object op te bouwen. De twee belangrijkste soorten zijn ABS en PLA. ABS is het plastic dat gebruikt wordt om de bekende Lego blokjes te maken. PLA is een kunststof die wordt gemaakt uit plantaardige materialen en dat afbreekbaar is en beter voor het milieu. Is de printkop waarin het plastic wordt gesmolten en waarmee de printer de 3D objecten laag voor laag opbouwt.
6
Printbed
7
Verwijderen object Nabewerking
8
Is de plaat waarop het object wordt geprint. Zijn meestal verwarmd om de hechting van het object met de ondergrond te verbeteren. Bij de Up!Mini gebruiken we een pertinax plaat met gaatjes, die de hechting verzorgt. Sommige printers gebruiken een sticker om de hechting met het object te verbeteren. Dit is wat moeilijker in het gebruik dan het eenvoudige printbed van de Up! Mini Als het printen klaar is moet het object van de onderplaat worden verwijderd. Dat kan met een spatel of plamuurmes. Na afloop van het printen moeten er vaak delen worden verwijderd, die tijdens het printen zijn gebruikt om het object te ondersteunen. Dat wordt in de lessen verder behandeld.
6
3D Printen -‐ Basis (9-‐15 jaar) -‐ 2015 1 – Wat is 3D Printen Basis
Als je op een computer een tekening of een verhaaltje maakt, wil je dat natuurlijk aan je vrienden laten zien. Daarvoor gebruiken we meestal een printer, die een tekst of een foto kan afdrukken. Printers doen dat op een plat vlak. Een vel papier heeft een lengte en een breedte en dat noemen we met een duur woord dimensies. Een gewone printer print dus in 2 dimensies en is daarom een 2D printer. Als je nu een speelgoedautootje neemt of een Lego blokje dan heeft dat naast een lengte en een breedte ook nog een hoogte en heeft daarom 3 dimensies. Een printer die dat soort dingen kan maken noemen we daarom een 3D printer. Bestaat er dan ook een 4D printer ? De vierde dimensie is tijd. Een 4D printer zou dus een printer moeten zijn die dingen kan printen die in de tijd veranderen, dus van vorm kunnen veranderen. Die bestaan nog niet maar er zal vast wel iemand komen die zoiets gaat uitvinden, net zoals film of TV beelden. In deze lessen zal je zien hoe een 3D printer werkt en hoe hij dingen kan printen. We beginnen met een klein plastic beestje, een kikkertje. In een volgende les printen we een konijntje, dat is wat moeilijker omdat de lange oren niet zo maar geprint kunnen worden. Daarom beginnen we eerst met een beestje dat we gemakkelijk kunnen printen. Op de achterkant van dit blad vind je instructies wat je moet doen.
1
3D Printen -‐ Basis (9-‐15 jaar) -‐ 2015 1
Iedere kaart heeft op de voorkant een korte uitleg wat er tijdens de les gaat gebeuren. Start op je computer het programma Cura. Druk op het icoontje van de map, links bovenaan op het werkblad. Kies nu uit de map waarin je lessen staan de map Objecten en daarbinnen Figuurtjes. Kies daaruit dan Kikker.stl. Klik op het icoontje rechts bovenaan en kies uit het rijtje eronder het icoontje Normal. Je kunt nu met je muis de kikker groter of kleiner maken door te scrollen. Als je de rechter muisknop ingedrukt houdt, kun je de kikker van alle kanten bekijken. Links bovenaan zie je dat het printen van de kikker meer dan 1 uur duurt en dat er 75 cm draad nodig is om de kikker te printen. Dat duurt veel te lang, maar daar gaan we straks wat aan doen.
2
3
Om de kikker te kunnen printen met de 3D printer moet er eerst een nieuw bestand van gemaakt worden, dat de 3D printer nodig heeft, zodat hij weet wat hij precies moet doen. We gaan eerst de instructies maken voor de 3D printer. Een gewone printer heeft een printkop die van links naar rechts gaat en onder het bewegen inkt op het papier spuit, zodat er letters of plaatjes gemaakt worden. De 3D printer heeft ook een printkop, maar daar komt gesmolten plastic uit. Terwijl de kop heen en weer beweegt plakt hij dus hele dunne laagjes plastic op elkaar. De printer moet de kikker laagje voor laagje opbouwen uit dunne lijntjes gesmolten plastic. En als hij een laagje klaar heeft, gaat de printkop een beetje omhoog, of het platform waarop de kikker gemaakt wordt gaat een beetje omlaag, afhankelijk van wat voor soort printer je gebruikt. Switch via het menu nu eerst via Expert naar Switch to quickprint. Dit is de eenvoudigste manier om te gaan printen. Dit programma gebruikt de STL file en gaat berekenen hoe de kikker in plakjes gesneden kan worden. In het Engels heet zo’n plakje een SLICE en het programma dat van de kikker allemaal plakjes maakt heet een SLICER. We gaan in het programma daarom de kikker in plakjes snijden en je laten zien, wat de SLICER ervan gemaakt heeft. Zorg dat je de hele kikker goed in beeld hebt, want we gaan hem nu in plakjes snijden. Kies via het icoontje rechts bovenaan nu de optie Layers. Aan de rechterkant zie je nu een balk met bovenin een wit vierkantje. Als je met de muis dit vierkantje naar beneden beweegt zie je de laagjes waaruit de kikker is opgebouwd. De kikker bestaat uit bijna 250 lagen. Daarom duurt het vrij lang voordat de kikker is geprint.
4
5
2
3D Printen -‐ Basis (9-‐15 jaar) -‐ 2015 2 – Wat doet de SLICER Bekijken van de plakjes
Om de kikker te kunnen printen moet berekend worden hoe die laagje voor laagje kan worden opgebouwd met dunne sliertjes plastic. De printkop van de printer (aan de rechterkant in het plaatje) heeft een klein gaatje. Aan de andere kant gaat de plastic draad van de spoel door de printkop heen en wordt daar gesmolten. Als de printer de draad via het koperen wieltje door de printkop heen drukt komt er uit het gaatje een hele dunne draad gesmolten plastic. Door al die draadjes naast elkaar te printen krijg je een plakje van de kikker. Daarna beweegt de printkop een stukje omhoog en kan het volgende plakje er bovenop worden gespoten. De SLICER berekent dus hoe ieder plakje eruit moet komen te zien. Dat doet hij door de dikte van ieder plakje te berekenen en dan in de tekening van de STL file te kijken hoe het volgende plakje gemaakt moet worden. Hoe dikker de plakken hoe meer je de ribbels van ieder plakje ziet. Hoe dunner de plakjes, hoe minder ribbels, maar dan duurt het ook langer om de kikker te printen. We gaan nu bekijken hoe de plakjes van de kikker er uit zien nadat de SLICER die heeft berekend.
3
3D Printen -‐ Basis (9-‐15 jaar) -‐ 2015 1
2
3
4
5
6
De SLICER heeft berekend dat het een uur gaat duren om de kikker te printen en dat er bijna 150 lagen nodig zijn. In totaal heeft hij 75 cm van het plastic draad van de spoel nodig. Dat duurt veel te lang. In deze lessen willen we alleen maar kleine dingen printen die we binnen een kwartier klaar kunnen hebben. We zullen de kikker daarom eerst wat kleiner gaan maken. Kies aan de linkerkant eerst de optie Fast low quality print. De slicer gaat aan het rekenen en laat zien dat het nu nog 25 minuten duurt. Dat is nog te lang We gaan daarom de kikker wat kleiner maken. Klik op de kikker en links onderaan verschijn nu een aantal nieuwe icoontjes. Kies de middelste (Scale). In het venstertje dat verschijnt tik je nu 0.5 in, waardoor de kikker op ¾ van zijn oorspronkelijke grootte wordt gemaakt. Het duurt nu nog maar 6 minuten om de kikker te printen en we hebben 13 cm filament nodig. We kunnen de kwaliteit wat verbeteren en selecteren aan de linkerkant Normal Quality Print. Het printen duurt nu precies 15 minuten en we hebben iets meer filament nodig. Hiermee gaan we verder aan de slag. Nu kunnen we de plakjes gaan bekijken. Maak met je muis de kikker eerst weer groter en kies uit het icoontje rechts bovenaan weer de Layers optie. Schuif het vierkantje in de scrollbar langzaam helemaal naar beneden. Je ziet nu hoe de kikker er van binnen uitziet. Ga helemaal door naar de onderste laag. Bekijk de kikker van bovenaf zodat je goed kunt zien hoe hij wordt opgebouwd. In het midden van het lijf van de kikker zie je ook dat hij niet helemaal wordt opgevuld. Daarmee wordt hij lichter en kost het ook minder tijd om hem te printen.
Let ook met name op de manier waarop de voorpootjes worden opgebouwd. Je ziet dat er eerst een soort losstaande steeltjes ontstaan die later aan het lijf vast worden gemaakt. De pootjes zijn niet helemaal mooi geprint. Als de kikker wat groter wordt geprint ziet dat er beter uit. De tijd dat je nodig hebt om de kikker te printen is dus afhankelijk van hoe groot je de kikker maakt en hoe hij wordt opgevuld van binnen en hoe dik je de laagjes maakt. Aan de laagdikte hebben we nog niets veranderd. In de volgende les gaan we bekijken hoe je een konijntje print en ook hoe je de vulling kunt veranderen.
4
3D Printen -‐ Basis (9-‐15 jaar) -‐ 2015 3 – Het printen van moeilijke objecten Printen van een konijntje
Omdat een 3D printer altijd laagje voor laagje print moet er dus altijd een ondergrond zijn, waarop de volgende laag geprint kan worden. Dat is niet altijd mogelijk, zoals de oren van het konijntje hiernaast. De printer kan niet ‘in de lucht’ printen, omdat de plastic draad dan naar beneden valt. Daarom berekent de Slicer of alle onderdelen van een plakje een goede ondergrond hebben. Als dat niet het geval is, bedenkt hij er zelf een ondergrond bij in de vorm van een pilaar als een soort steunbalk. Die wordt dan heel dun geprint, zodat hij na afloop gemakkelijk kan worden verwijderd. Zo’n steunbalk noemen we support en bij de slicer moet je aangeven of je de support wilt laten printen. Bij sommige duurdere printers met twee of meer koppen wordt de support ook wel geprint van PVA, dat in water oplost. Je legt dan het object een tijdje in het water en daarna zijn alle supports verdwenen. Ook objecten waar gaten in voorkomen moeten voorzien worden van support. Maar als de ruimte, die moet worden overbrugd niet al te groot is, kan de 3D printer dat wel aan. Vaak is het handig om het eerst eens uit te proberen. Soms is het lastig om de support te verwijderen uit plaatsen waar je moeilijk bij komt.
5
3D Printen -‐ Basis (9-‐15 jaar) -‐ 2015 1
2
3
4
5
Klik op de kikker en selecteer uit het pop-‐up menu de optie Delete Object. Kies nu uit het icoontje links boven nu het bestand konijntje.stl. Eigenlijk is dit geen konijntje maar een haas, vanwege de lange oren. En die oren zijn precies het probleem. De oren hangen in de lucht en als de printer aan de bovenste laag begint, is er niets anders onder die oren dan lucht, zodat de volgende laag naar beneden kan vallen. Om dat te voorkomen moeten we een steunbalk printen. Dat doen we door te kiezen voor Print Support Structure aan de linkerkant. De slicer berekent zelf hoe die ondersteuning eruit moet zien. Je ziet dat het bijna een uur duurt om het konijntje te printen. Daar gaan we straks wat aan doen, maar eerst gaan we weer de laagjes van het konijntje bekijken. Kies weer de Layers view en draai het konijntje zo, dat je de support goed kunt zien. Schuif nu het vierkantje weer op en neer en bekijk hoe de support onder de oren wordt geprint. Ook onder een deel van de kop wordt support geprint. Als je later het konijntje print moet na afloop deze support weer worden verwijderd. De support wordt altijd op zo’n manier geprint dat die gemakkelijk kan worden weggehaald. Maar het duurt een uur om het konijntje te printen. Daarom gaan we hem eerst weer kleiner maken. Zet de viewer weer op Normal. Klik op het konijntje en kies uit het Scale icoontje en kies voor een factor 0.5. Nadat de Slicer klaar is, zie je dat het printen 13 minuten duurt. Je hebt nu gezien hoe de Slicer de laagjes berekent en hoe de support voor een object wordt berekend. Je bent nu klaar om je eerste object te printen. Kies de kikker of het konijntje en kijk in de volgende les hoe je het object print.
6
3D Printen -‐ Basis (9-‐15 jaar) -‐ 2015 4 – Het printen van je eigen object Printen van het konijntje of de kikker
We gaan nu eindelijk echt iets printen. Deze les is gebaseerd op de Up!Mini, maar je kunt er natuurlijk iedere printer voor gebruiken die je wilt. Bij de meeste printers wordt standaard software geleverd. Veel printers kunnen met Repetier worden bestuurd, maar er zijn veel meer programma’s op de markt. Wij gaan hier uit van het programma van de Up! serie. Heb je een ander programma, vraag dan aan je begeleider instructies hoe er geprint moet worden. De Up!Mini is vooral geschikt voor scholen, omdat hij een geheel gesloten behuizing heeft en heel gemakkelijk in het gebruik is. Daarnaast wordt er geprint op een gaatjesbord, waardoor problemen met de hechting een stuk minder zijn dan bij printers waarbij een object op een speciale sticker moet worden geprint. Zorg ervoor dat je object niet meer dan 15 minuten kost om te printen, omdat er anders onvoldoende tijd is om andere leerlingen ook iets te laten printen. Heb je meer tijd nodig, maak dan een afspraak om buiten de lessen om een object te printen. Als je eenmaal zelf iets hebt geprint kun je ook op Internet naar leuke objecten gaan zoeken. Op de site http://www.thingiverse.com zijn duizenden objecten te vinden. Misschien is het leuk om daar je favoriete object te zoeken en het op school te printen. Denk er wel aan dat de Up!Mini maximaal 10x10x10 cm kan printen. Sommige objecten kun je ook in delen printen en later aan elkaar lijmen. Zorg dat je wel de printtijd goed in de gaten houdt.
7
3D Printen -‐ Basis (9-‐15 jaar) -‐ 2015 1
2
Start het programma UP op je computer. Kies via File uit je lesmateriaal het bestand kikker.stl of konijntje.stl. Druk op de knop Scale en zet de grootte op 0.5. Kies uit het menu 3DPrint de optie Preview. Druk in het scherm dat dan verschijnt op OK. Je ziet dat het printen 10 minuten duurt.
Sluit je computer via de USB kabel aan op de printer. Zet de printer aan en druk twee keer op de vierkante knop om het lampje in de printer aan te zetten. Kies uit het 3DPrint menu de optie Initialize. De printer gaat dan het print platform op de startpositie zetten. Kies uit het 3DPrint menu de optie Table Preheat 15 min. Dit zorgt ervoor dat het print platform verwarmd wordt. Kies dan uit hetzelfde menu Print. Druk weer op OK in het schermpje en je opnieuw dat het printen 10 minuten gaat duren. Het programma stuurt het object laag voor laag naar de printer en gaat vervolgens de printkop verwarmen. Kom daar niet met je vingers aan, want die wordt wel 260 graden heet. Als de kop de ingestelde temperatuur bereikt begint het printen. De printer begint eerst het zogenaamde raft (vlot) te printen, waarop het object wordt geprint. Dit dient om de hechting met het gaatjesbord te maken. Kijk goed hoe hij dat doet. Het programma geeft aan hoe ver hij al is, maar je kunt de computer rustig afkoppelen en er wat anders mee gaan doen. De printer gaat zonder computer gewoon verder.
3
4
5
Daarna begint de printer het object te printen, net zoals je in de voorgaande lessen gezien hebt, laagje voor laagje. Na ongeveer tien tot 15 minuten is het object klaar en gaat het print platform naar beneden. Haal het gaatjesbord uit de printer.
Haal voorzichtig met het plamuurmes het object van het print platform af. Pas op je vingers, als je uitschiet kun je je lelijk bezeren! Daarna moet je met een tangetje of een mesje de support verwijderen en is je object klaar. Zorg dat je alle spullen weer netjes teruglegt en de volgende leerling kan nu gaan printen. Als je zelf een object hebt gezocht op het Internet kun je dat op dezelfde manier gaan printen. Maak met je begeleider een afspraak wanneer je dat kunt gaan printen.
8
3D Printen -‐ Basis (9-‐15 jaar) -‐ 2015
9