LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS
Vak:
3/4 lt/w
TV Elektronica Specifiek gedeelte
Studierichting:
Elektriciteit-elektronica
Studiegebied:
Mechanica-elektriciteit
Onderwijsvorm:
TSO
Graad:
tweede graad
Leerjaar:
eerste en tweede leerjaar
Leerplannummer:
2007/041 (vervangt 2002/091)
Nummer inspectie:
2007 / 3 // 1 / N / SG / 1 / II / / D/ (vervangt 2002/216//1/N/SG/1/II/ /D/)
Pedagogische begeleidingsdienst GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap Emile Jacqmainlaan 20 1000 Brussel
TSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektriciteit-elektronica TV Elektronica (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week)
1
INHOUD 1
Visie ..................................................................................................................................................2
2
Beginsituatie .....................................................................................................................................3
3
Algemene doelstellingen...................................................................................................................4
4
Leerplandoelstellingen / leerinhouden ..............................................................................................5 Analoge elektronica + labo ..............................................................................................................5 Digitale elektronica + labo ...............................................................................................................8
5
Pedagogisch-didactische wenken en timing ...................................................................................10 Analoge elektronica + labo .............................................................................................................14 Digitale elektronica + labo...............................................................................................................15
6
Minimale materiële vereisten .........................................................................................................17 Analoge elektronica ........................................................................................................................17 Digitale elektronica .........................................................................................................................17
7
Evaluatie .........................................................................................................................................18
8
Bibliografie ......................................................................................................................................19
TSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektriciteit-elektronica TV Elektronica (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week)
1
2
VISIE
Het technisch vak elektronica wordt hier ingedeeld in 2 modules (met het erbij horende aantal lestijden per week): module 1: analoge elektronica + labo ............................... 0 ............ 2; module 2: digitale elektronica + labo ................................ 3 ............ 2; waarbij de basisbegrippen van de analoge en digitale technieken worden bijgebracht. Theorie en labo zullen geïntegreerd aangeboden worden. Bij alle onderwerpen – waar toepasselijk – zullen in ieder geval voldoende door de leerlingen uit te voeren labopdrachten voorzien worden. Het theoretisch gedeelte van dit vak is niet gering. Bepaalde leerinhouden die niet als meetopstelling door de leerlingen worden uitgevoerd, kunnen via klassikale opstellingen, gehanteerd door de leraar, didactisch worden ondersteund. Ook simulatiesoftware kan (met mate) daartoe nuttig worden aangewend. In het gedeelte analoge elektronica leren de leerlingen: -
de verschillende soorten analoge signalen kennen en meten;
-
de verschillende soorten basiscomponenten kennen en uitmeten;
-
de verschillende algemene begrippen in verband met versterkers (op gelijkspanning/-stroom) gebruiken;
-
de mogelijkheden kennen van operationele versterkers (op gelijkspanning/-stroom);
-
de juiste (genormaliseerde) symbolen gebruiken;
-
een verslag maken van de metingen die zij uitvoeren.
In het gedeelte digitale elektronica leren de leerlingen: -
de functie van de verschillende soorten combinatorische en van een aantal sequentiële basisschakelingen kennen;
-
die schakelingen kiezen (via CD-ROM, Internet …) in functie van de toepassing;
-
de verschillende soorten halfgeleidergeheugens kennen en ze toepassen;
-
de juiste (genormaliseerde) symbolen gebruiken;
-
een verslag maken van de metingen die zij uitvoeren.
Welzijn (veiligheid, gezondheid, hygiëne) en zorg voor het milieu zullen behandeld worden bij alle onderwerpen waar dit toepasselijk is.
TSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektriciteit-elektronica TV Elektronica (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week)
2
BEGINSITUATIE
Voor het gedeelte digitale elektronica is er geen specifieke voorkennis vereist. Voor het gedeelte analoge elektronica volstaat de kennis elektriciteit die de leerlingen leerden in het 1e jaar van de 2e graad van dezelfde optie (elektriciteit-elektronica). De leerlingen kunnen in het 2e jaar ook uit andere studierichtingen komen, waardoor de voorkennis eventueel tekorten kan vertonen. Dit zal door de lerares/leraar door middel van enkele oefeningen nagegaan worden. Eventuele individuele tekorten zullen hoofdzakelijk weggewerkt worden door zelfstudie of door inhaallessen buiten het lessenrooster. Vermits die tekorten ook in andere vakken merkbaar zullen zijn, is het noodzakelijk om hieromtrent afspraken te maken binnen de vakgroep.
3
TSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektriciteit-elektronica TV Elektronica (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week)
3
ALGEMENE DOELSTELLINGEN
Bij alle leerinhouden – indien toepasselijk – zal de nodige aandacht besteed worden aan: -
het correct gebruik van eenheden en symbolen;
-
welzijn (veiligheid, hygiëne en gezondheid);
-
milieu.
Naast de "technische" vaardigheden, zal de leraar/lerares ook oog hebben voor de vereiste persoonlijkheidskenmerken: -
aanpassingsvermogen;
-
arbeid bekijken als persoonlijkheidsontwikkelende bezigheid;
-
bereidheid tot inzet;
-
creativiteit;
-
doorzettingsvermogen;
-
flexibiliteit;
-
het sociaal karakter van de arbeid inschatten;
-
kostenbewust (denken) werken;
-
kritische ingesteldheid;
-
kunnen participeren in de maatschappij, de mentale bereidheid daarvoor hebben;
-
kwaliteitsbewust zijn;
-
leervaardig zijn - bereidheid tot permanente vorming;
-
logisch, rationeel, analytisch en synthetisch denken;
-
organisatietalent;
-
plichtsbewust zijn, verantwoordelijkheidszin en zin voor initiatief hebben;
-
problemen interdisciplinair benaderen;
-
veiligheidsbetrachting;
-
zijn eigen plaats in de arbeidssituatie beseffen;
-
zin voor milieu bewust handelen;
-
zowel zelfstandig als in team kunnen werken;
Bij alle leerinhouden – waar toepasselijk – zal de nodige aandacht besteed worden aan welzijn (veiligheid, hygiëne, gezondheid) en milieu.
4
TSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektriciteit-elektronica TV Elektronica (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week)
4
5
LEERPLANDOELSTELLINGEN / LEERINHOUDEN
Vooraf -
De leerinhouden dienen gelezen te worden met de bijbehorende doelstellingen. Die geven immers aan wat de leerling met die inhouden moet kunnen doen. Leraren die meer willen doen dan in de doelstelling is aangegeven, mogen dat, op voorwaarde dat het leerplan in zijn totaliteit gerealiseerd wordt.
-
De labodoelstellingen staan vet gedrukt. Deze doelstellingen omschrijven soms manuele vaardigheden (metingen, technische handelingen) die op een aangepaste manier geëvalueerd dienen te worden.
-
Uitbreidingsdoelstellingen en uitbreidingsleerinhouden worden aangeduid met een U en zijn cursief gedrukt. Deze zijn niet verplicht, maar bedoeld voor de meer gevorderde leerlingen of wanneer de materiële omstandigheden het toelaten.
ANALOGE ELEKTRONICA + LABO 1 1ste jaar: 0 lestijden/week
2de jaar: 2 lestijden/week LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 1
1
de gegevens uit de codering afleiden. weerstandswaarden bepalen door metingen. de functies van weerstanden in elektronische schakelingen toelichten. een overzicht geven van de soorten weerstanden gebruikt in elektronische schakelingen. de weerstandslijn tekenen om bij een gegeven spanningsvorm de stroomvorm te construeren. de belastingslijn construeren en het instelpunt bepalen. de vermogendissipatie in weerstanden uitleggen. de karakteristieken van PTC- en NTC- weerstanden toelichten en uitmeten. het gedrag van een PTC-weerstand met verschillende belastingslijnen illustreren.
1
Weerstanden
• • •
Kleurcode Functie in elektronische schakelingen Soorten: vaste, manueel variabele en fysisch variabele weerstanden Weerstandslijn; omzetting van spanning naar stroom Belastingslijn en instelpunt Dissipatievermogen Thermistoren LDR en VDR (U) weerstanden
• • • • •
Het labo zal geïntegreerd worden benaderd met het theoretische gedeelte. Dit betekent dat – telkens zich de mogelijkheid voordoet om metingen door de leerlingen te laten uitvoeren – dit meteen zal gebeuren. Labodoelstellingen zijn vetjes gedrukt.
TSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektriciteit-elektronica TV Elektronica (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week)
6
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen de karakteristieken van LDR en VDR (U) weerstanden toelichten en uitmeten. toepassingsvoorbeelden van de verschillende soorten weerstanden in eenvoudige elektronische schakelingen uitleggen.
2
2
Elektronische versterkers
de functie van een versterker en de begrippen signaalbron en belasting toelichten. het onderscheid tussen een spanningsbron en een stroombron uitleggen. voorbeelden van belastingen op versterkers opnoemen.
2.1
Terminologie
• • •
Versterker Signaalbron Belasting
2.2
het blokschema van een versterker tekenen en uitleggen.
2.2
Blokschema
2.3
de begrippen spanningsversterking, stroomversterking en vermogenversterking kunnen definiëren en gebruiken in toepassingen. de versterking van een versterker meten.
2.3
Versterking (spanning, stroom, vermogen)
2.4
de begrippen in- en uitgangsweerstand definiëren en gebruiken in toepassingen. het belang van de in- en de uitgangsweerstand verklaren bij stroomen spanningsversterking. de in- en de uitgangsweerstand berekenen.
2.4
In- en uitgangsweerstand
2.5
het begrip transferfunctie definiëren. de dimensie van de transfer bij de verschillende soorten opnoemen. de grootte van in- en uitgangsweerstand bij de verschillende soorten toelichten. de eigenschappen van de verschillende soorten opnoemen.
2.5
Transferfunctie
• • • •
Spanning Æ spanning versterker Stroom Æ stroom versterker StroomÆ spanning versterker Spanning Æ stroom versterker
3
Operationele versterker
2.1
3
TSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektriciteit-elektronica TV Elektronica (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week)
7
LEERPLANDOELSTELLINGEN
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 3.1
3.2
3.3
3.4
3.5
het symbool van een operationele versterker tekenen. het verschil tussen een ideale en een werkelijke operationele versterker uitleggen. de specificaties afleiden uit een datasheet.
3.1
Basisbegrippen operationele versterkers
• • • 3.2
Ideale en niet ideale operationele versterker Gelijkstroomspecificaties Behuizing en bestempeling Inverterende versterker
• • •
Schakeling Spanningsversterking Regelen van de versterking
de schakeling en de equivalente schakeling (ideale versterker) tekenen. de spanningsversterking berekenen. de versterking meten en het resultaat vergelijken met de berekende waarde. de regeling van de versterking proefondervindelijk vaststellen. de versterker onderzoeken op wisselspanning (U)
3.3
Niet-inverterende versterker
• • •
Schakeling Spanningsversterking Regelen van de versterking
de schakeling tekenen. de spanningsversterking berekenen. de versterking meten en het resultaat vergelijken met de berekende waarde. de regeling van de versterking proefondervindelijk vaststellen. de versterker onderzoeken op wisselspanning (U).
3.4
Verschilversterker
• • •
Schakeling Spanningsversterking Regelen van de versterking
de functie en de werking van enkele schakelingen verklaren. metingen op die schakelingen uitvoeren.
3.5
Toepassingen
• • • •
Sommeerversterker Spanningsvolger Comparatoren Schmitt-trigger (U)
de schakeling en de equivalente schakeling (ideale versterker) tekenen. de spanningsversterking berekenen. de versterking meten en het resultaat vergelijken met de berekende waarde. de regeling van de versterking proefondervindelijk vaststellen. de versterker onderzoeken op wisselspanning (U).
TSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektriciteit-elektronica TV Elektronica (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week)
8
DIGITALE ELEKTRONICA + LABO 2 1ste jaar: 3 lestijden/week
2de jaar: 2 lestijden/week LEERPLANDOELSTELLINGEN
Decr. nr.
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 1
2
het verschil tussen analoge, digitale en binaire informatie en signalen 1 uitleggen. • de voor- en nadelen van elk opsommen. • •
Informatie en signalen
uitleggen hoe de verschillende talstelsels opgebouwd zijn. getallen omzetten tussen de verschillende talstelsels. optellingen en aftrekkingen (met 2' complement) maken in de verschillende talstelsels.
2
Talstelsels
• • •
Decimaal Binair Hexadecimaal
3
Codes
3.1
Numeriek
• • • • 3.2
Binair BCD 7-segment Gray Alfanumeriek (ASCII)
Barcode
3 3.1
2
de specifieke eigenschappen van de codes illustreren in functie van het gebruik.
Analoog Digitaal Binair
3.2
uitleggen hoe de code opgebouwd is. met behulp van een tabel gegevens van en naar de ASCII code omzetten.
3.3
het principe omschrijven. enkele praktische voorbeelden geven.
3.3
3.4
het principe van de pariteitbit uitleggen. uitleggen hoe de foutcorrectie gebeurt bij de Hammingcode.
3.4
Foutdetecterend en foutcorrigerend
• •
Pariteitbit Hamming
Het labo zal geïntegreerd worden benaderd met het theoretische gedeelte. Dit betekent dat – telkens zich de mogelijkheid voordoet om metingen door de leerlingen te laten uitvoeren – dit meteen zal gebeuren. Labodoelstellingen zijn vetjes gedrukt.
TSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektriciteit-elektronica TV Elektronica (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week)
9
LEERPLANDOELSTELLINGEN
Decr. nr.
LEERINHOUDEN
De leerlingen kunnen 4
de grote eigenschappen (voedingsspanning, noties i.v.m. de 4 snelheid, …) van de meest gebruikte logische families (diverse soorten TTL en CMOS) opnoemen. de andere gegevens opzoeken (CD-ROM, Internet) en gebruiken.
Logische families
5
het begrip combinatorisch toelichten. de genormaliseerde symbolen (indien toepasselijk) tekenen. de waarheidstabel afleiden uit metingen op een didactische opstelling. de opgenomen waarheidstabel vergelijken met de opgezochte gegevens (databoek, internet…) de waarheidstabel van de poorten geven en gebruiken. de waarheidstabel van de andere schakelingen gebruiken. de logische vergelijking en de gebruikte symboliek gebruiken. een logische vergelijking vereenvoudigen. een eenvoudig schema tekenen, vertrekkend van een logische vergelijking. de theoretisch ontworpen schakelingen praktisch uitvoeren. fouten in de ontworpen schakelingen systematisch opsporen.
5
Combinatorische logica
•
Logische poorten ◊ Basis logische poorten (AND, OR, NOT, NAND, NOR, buffer) ◊ Afgeleide logische poorten (EXOR, INHIBIT) Schakelalgebra ◊ Regels van de Boole algebra ◊ de Morgan ◊ Karnaugh diagram Multiplexer en demultiplexer Encoders, decoders en codeomvormers Pariteitgenerator Comparatoren
•
• • • •
6
uitleggen wat een impuls is. 6 de begrippen eigen aan impulsen (flanksteilheid, aan-/ uitverhouding, ...) gebruiken. de afspraken in verband met impulsmetingen toepassen.
Impulsen
7
het begrip sequentieel toelichten. de eigenschappen van de verschillende schakelingen opzoeken in een databoek (internet, …). die eigenschappen vaststellen uit metingen op didactische opstellingen. de werking van de verschillende schakelingen uitleggen en die gebruiken in eenvoudige toepassingen. eenvoudige schakelingen ontwerpen en metingen op die schakelingen uitvoeren.
7
Sequentiële logica
• •
Flipflops (RS, JK, D) Multivibratoren in ic-vorm ◊ Bistabiele multi ◊ Monostabiele multi ◊ Astabiele multi ◊ Schmitt-trigger
TSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektriciteit-elektronica TV Elektronica (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week)
5
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN TIMING
5.1
Algemeen pedagogisch-didactische wenken en timing
5.1.1
Algemene aandachtspunten
10
Er wordt steeds uitgegaan van 25 effectieve lesweken per schooljaar. Overblijvende weken kunnen worden besteed aan het verder uitdiepen van de leerstof of aan uitbreidingen. Ook nieuwe ontwikkelingen kunnen hier eventueel aan bod komen. Pedagogisch is het niet verantwoord om de leerlingen tijdens de les de leerstof te laten noteren. Om tijdverlies te vermijden, wordt het gebruik van een goed handboek of van een zelfgemaakte cursus expliciet aanbevolen. Telkens wanneer dit mogelijk is, zal de geïntegreerde aanpak worden aangewend waarbij de formele scheiding tussen theorie en labo komt te vervallen. Om die reden worden aanverwante subvakken best door dezelfde leerkracht onderwezen. 5.1.2
Jaarplan
Van elke leraar wordt verwacht dat zij/hij in het begin van het schooljaar een jaarplanning maakt. Die planning kan gemaakt worden volgens het bijgevoegd model (zie bijlage). Eenvormigheid is een noodzaak voor de verschillende collega’s binnen eenzelfde vakgroep. De timing en de volgorde van de leerstofonderdelen zijn niet bindend. Indien afgeweken wordt, zal dit in overleg tussen de verschillende collega's gebeuren en zullen – indien nodig – de andere jaarplannen eveneens aangepast worden. Steeds zal erover gewaakt worden dat de noodzakelijke voorkennis aanwezig is. De verschillende jaarplannen zullen zodanig gemaakt worden dat er - waar mogelijk - per week een coördinatie is tussen de verschillende vakken. Overleg tussen de verschillende leraars is dus onontbeerlijk. Tijdens het schooljaar zullen de vorderingen door de verschillende collega's samen regelmatig geëvalueerd worden met het doel de verschillende jaarplannen eventueel bij te sturen. Een model van jaarplanning bevindt zich achteraan dit leerplan. 5.1.3
ICT
Wat? Onder ICT verstaan we het geheel van computers, netwerken, internetverbindingen, software, simulatoren, … Telefoon, video, televisie en overhead worden in deze context niet expliciet meegenomen. Waarom? De recente toevloed van informatie maakt levenslang leren een noodzaak voor iedereen die bij wil blijven. Maatschappelijke en onderwijskundige ontwikkelingen wijzen op het belang van het verwerven van ICT. Enerzijds speelt het in op de vertrouwdheid met de beeldcultuur en de leefwereld van jongeren. Anderzijds moeten jongeren niet alleen in staat zijn om nieuwe media efficiënt te gebruiken, maar is ICT ook een hulpmiddel bij uitstek om de nieuwe onderwijsdoelen te realiseren. Het nastreven van die competentie veronderstelt onderwijsvernieuwing en aangepaste onderwijsleersituaties. Er wordt immers meer en meer belang gehecht aan probleemoplossend denken, het zelfstandig of in groep leren werken, het kunnen omgaan met enorme hoeveelheden aan informatie ...
TSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektriciteit-elektronica TV Elektronica (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week)
11
In bepaalde gevallen maakt ICT deel uit van de vakinhoud en is ze gericht op actieve beheersing van bijvoorbeeld een softwarepakket binnen de lessen informatica. In de meeste andere vakken of bij het nastreven van vakoverschrijdende eindtermen vervult ICT een ondersteunende rol. Door de integratie van ICT kunnen leerlingen immers: •
het leerproces in eigen handen nemen;
•
zelfstandig en actief leren omgaan met les- en informatiemateriaal;
•
op eigen tempo werken en een eigen parcours kiezen (differentiatie en individualisatie).
Hoe te realiseren? In de eerste graad van het SO kunnen leerlingen onder begeleiding elektronische informatiebronnen raadplegen. In de tweede en nog meer in de derde graad kunnen de leerlingen “spontaan” gegevens opzoeken, ordenen, selecteren en raadplegen uit diverse informatiebronnen en –kanalen met het oog op de te bereiken doelen. Er bestaan verschillende mogelijkheden om ICT te integreren in het leerproces. Bepaalde programma’s kunnen het inzicht verhogen d.m.v. visualisatie, grafische voorstellingen, simulatie, het opbouwen van schema’s, stilstaande en bewegende beelden, demo ... Sommige cd-roms bieden allerlei informatie interactief aan, echter niet op een lineaire manier. De leerling komt via bepaalde zoekopdrachten en verwerkingstaken zo tot zijn eigen “gestructureerde leerstof”. Databanken en het internet kunnen gebruikt worden om informatie op te zoeken. Wegens het grote aanbod aan informatie is het belangrijk dat de leerlingen op een efficiënte en een kritische wijze leren omgaan met deze informatie. Extra begeleiding in de vorm van studiewijzers of instructiekaarten is een must. Om tot een kwaliteitsvol eindresultaat te komen, kunnen leerlingen de auteur (persoon, organisatie ...) toevoegen alsook de context, andere bronnen die de inhoud bevestigen en de onderzoeksmethode. Dit zal het voor de leraar gemakkelijker maken om het resultaat en het leerproces te beoordelen. De resultaten van individuele of groepsopdrachten kunnen gekoppeld worden aan een mondelinge presentatie. Een presentatieprogramma kan hier ondersteunend werken. Men kan resultaten en/of informatie uitwisselen via e-mail, blackboard, chatten, nieuwsgroepen, discussiefora ... ICT maakt immers allerlei nieuwe vormen van directe en indirecte communicatie mogelijk. Dit is zeker een meerwaarde omdat ICT op die manier niet alleen de mogelijkheid biedt om interscolaire projecten op te zetten, maar ook om de communicatie tussen leraar en leerling (uitwisselen van cursusmateriaal, planningsdocumenten, toets- en examenvragen ...) en leraren onderling (uitwisseling lesmateriaal …) te bevorderen. Sommige programma’s laten toe op graduele niveaus te werken. Ze geven de leerling de nodige feedback en remediëring gedurende het leerproces (= zelfreflectie en -evaluatie). 5.1.4
Vakoverschrijdende eindtermen
Wat? Vakoverschrijdende eindtermen (VOET) zijn minimumdoelstellingen, die – in tegenstelling tot de vakgebonden eindtermen – niet gekoppeld zijn aan een specifiek vak, maar door meerdere vakken of onderwijsprojecten worden nagestreefd. De VOET worden volgens een aantal vakoverschrijdende thema's geordend: leren leren, sociale vaardigheden, opvoeden tot burgerzin, gezondheidseducatie, milieueducatie en muzisch-creatieve vorming. De school heeft de maatschappelijke opdracht om de VOET volgens een eigen visie en stappenplan bij de leerlingen na te streven (inspanningsverplichting).
TSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektriciteit-elektronica TV Elektronica (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week)
12
Waarom? Het nastreven van VOET vertrekt vanuit een bredere opvatting van leren op school en beoogt een accentverschuiving van een eerder vakgerichte ordening naar meer totaliteitsonderwijs. Door het aanbieden van realistische, levensnabije en concreet toepasbare aanknopingspunten, worden leerlingen sterker gemotiveerd en wordt een betere basis voor permanent leren gelegd. VOET vervullen een belangrijke rol bij het bereiken van een voldoende brede en harmonische vorming en behandelen waardevolle leerinhouden, die niet of onvoldoende in de vakken aan bod komen. Een belangrijk aspect is het realiseren van meer samenhang en evenwicht in het onderwijsaanbod. In dit opzicht stimuleren VOET scholen om als een organisatie samen te werken. De VOET verstevigen de band tussen onderwijs en samenleving, omdat ze tegemoetkomen aan belangrijk geachte maatschappelijke verwachtingen en een antwoord proberen te formuleren op actuele maatschappelijke vragen. Hoe te realiseren? Het nastreven van VOET is een opdracht voor de hele school, maar individuele leraren kunnen op verschillende wijzen een bijdrage leveren om de VOET te realiseren. Enerzijds door binnen hun eigen vakken verbanden te leggen tussen de vakgebonden doelstellingen en de VOET, anderzijds door thematisch onderwijs (teamgericht benaderen van vakoverschrijdende thema's), door projectmatig werken (klas- of schoolprojecten, intra- en extra-muros), door bijdragen van externen (voordrachten, uitstappen). Het is een opdracht van de school om via een planmatige en gediversifieerde aanpak de VOET na te streven. Ondersteuning kan gevonden worden in pedagogische studiedagen en nascholingsinitiatieven, in de vakgroepwerking, via voorbeelden van goede school- en klaspraktijk en binnen het aanbod van organisaties en educatieve instellingen. 5.1.5
Begeleid zelfgestuurd leren
Wat? Met begeleid zelfgestuurd leren bedoelen we het geleidelijk opbouwen van een competentie naar het einde van het secundair onderwijs, waarbij leerlingen meer en meer het leerproces zelf in handen gaan nemen. Zij zullen meer en meer zelfstandig beslissingen leren nemen in verband met leerdoelen, leeractiviteiten en zelfbeoordeling. Dit houdt onder meer in dat: •
de opdrachten meer open worden;
•
er meerdere antwoorden of oplossingen mogelijk zijn;
•
de leerlingen zelf keuzes leren maken en verantwoorden;
•
de leerlingen zelf leren plannen;
•
er feedback wordt voorzien op proces en product;
•
er gereflecteerd wordt op leerproces en leerproduct.
De leraar is ook coach, begeleider. De impact van de leerlingen op de inhoud, de volgorde, de tijd en de aanpak wordt groter.
TSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektriciteit-elektronica TV Elektronica (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week)
13
Waarom? Begeleid zelfgestuurd leren sluit aan bij enkele pijlers van ons PPGO, o.m. •
leerlingen zelfstandig leren denken over hun handelen en hierbij verantwoorde keuzes leren maken;
•
leerlingen voorbereiden op levenslang leren;
•
het aanleren van onderzoeksmethodes en van technieken om de verworven kennis adequaat te kunnen toepassen.
Vanaf het kleuteronderwijs worden werkvormen gebruikt die de zelfstandigheid van kinderen stimuleren, zoals het gedifferentieerd werken in groepen en het contractwerk. Ook in het voortgezet onderwijs wordt meer en meer de nadruk gelegd op de zelfsturing van het leerproces in welke vorm dan ook. Binnen de vakoverschrijdende eindtermen, meer bepaald “Leren leren”, vinden we aanknopingspunten als: •
keuzebekwaamheid;
•
regulering van het leerproces;
•
attitudes, leerhoudingen, opvattingen over leren.
In onze huidige (informatie)maatschappij wint vaardigheid in het opzoeken en beheren van kennis voortdurend aan belang. Hoe te realiseren? Het is belangrijk dat bij het werken aan de competentie de verschillende actoren hun rol opnemen: •
de leerling wordt aangesproken op zijn motivatie en “leer”kracht;
•
de leraar krijgt de rol van coach, begeleider;
•
de school dient te ageren als stimulator van uitdagende en creatieve onderwijsleersituaties.
De eerste stappen in begeleid zelfgestuurd leren zullen afhangen van de doelgroep en van het moment in de leerlijn “Leren leren”, maar eerder dan begeleid zelfgestuurd leren op schoolniveau op te starten is “klein beginnen” aan te raden. Vanaf het ogenblik dat de leraar zijn leerlingen op min of meer zelfstandige manier laat •
doelen voorop stellen;
•
strategieën kiezen en ontwikkelen;
•
oplossingen voorstellen en uitwerken;
•
stappenplannen of tijdsplannen uitzetten;
•
resultaten bespreken en beoordelen;
•
reflecteren over contexten, over proces en product, over houdingen en handelingen;
•
verantwoorde conclusies trekken;
•
keuzes maken en verantwoorden
is hij al met een of ander aspect van begeleid zelfgestuurd leren bezig.
TSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektriciteit-elektronica TV Elektronica (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week) 5.2
14
Specifieke pedagogisch-didactische wenken en timing
ANALOGE ELEKTRONICA + LABO Omwille van de integratie van theorie en labo, zullen alle lessen gegeven worden in een aangepast vaklokaal, waar metingen op didactische opstellingen mogelijk zijn. De leerstof zal in alle gevallen – waar toepasselijk – aangebracht worden door metingen op praktische opstellingen. Voorzie steeds door de leerlingen zelf uit voeren metingen! Om efficiënt te kunnen werken mogen de groepen niet te groot worden. Elke meetoefening wordt steeds vooraf gegaan door een klassikale benadering van: • • • •
de probleemstelling of de opdracht; de meetschakeling; de meetapparatuur; de te nemen voorzorgen.
De labo-opdrachten worden individueel (bij voorkeur indien dit praktisch mogelijk is) of in groepsverband uitgevoerd. Vermijd het werken met grote groepen. De resultaten worden steeds met de volledige klas besproken. Van elke labo-opdracht wordt door elke leerling afzonderlijk een verslag gemaakt. Tijdens de labo-opdrachten is het noodzakelijk dat de lerares/leraar nauw toezicht houdt op het verloop van de metingen. Om tijdverlies te vermijden, is het wenselijk om in het wekelijks lessenrooster een blok van 2 lestijden te voorzien. Tijdens alle labo-opdrachten, moet er over gewaakt worden dat steeds voldaan is aan alle voorschriften betreffende welzijn (veiligheid, gezondheid en hygiëne) en milieu. Nr. Pedagogisch-didactische wenken
Timing in weken
1
Hier leren de leerlingen een geschikte weerstand kiezen in functie van de gestelde eigenschappen. Laat de leerlingen de eigenschappen proefondervindelijk vaststellen
5 w.
2
Op dit ogenblik wordt de versterker voorgesteld als ‘black box’ (vierpool).
5 w.
Voorzie voldoende tijd voor oefeningen (bijvoorbeeld uitgangsspanning berekenen bij gegeven ingangsspanning, versterking, in- en uitgangsweerstanden van bron, versterker en verbruiker). Enkel op gelijkspanning/-stroom behandelen (vermits de leerlingen op dit ogenblik onvoldoende kennis hebben omtrent wisselspanning). 3
De operationele versterkers worden steeds als “black box” benaderd; aan het intern schema hebben de leerlingen op dit ogenblik geen boodschap. Vermits de leerlingen op dit ogenblik nog te weinig kennis in verband met wisselspanning bezitten, zal de studie beperkt blijven tot het gelijkstroomgedrag. Het wisselstroomgedrag zal dan in de 3e graad aan bod komen. Voorzie een voldoende aantal metingen door de leerlingen op de verschillende schakelingen.
15 w.
TSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektriciteit-elektronica TV Elektronica (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week)
15
DIGITALE ELEKTRONICA + LABO Omwille van de integratie van theorie en labo, zullen alle lessen gegeven worden in een aangepast vaklokaal, waar metingen op didactische opstellingen mogelijk zijn.De leerstof zal in alle gevallen – waar toepasselijk – aangebracht worden door metingen op praktische opstellingen. Voorzie steeds door de leerlingen zelf uit voeren metingen! Om efficiënt te kunnen werken mogen de groepen niet te groot worden. Elke meetoefening wordt voorafgegaan door een klassikale benadering van: • • • •
de probleemstelling of de opdracht; de meetschakeling; de meetapparatuur; de te nemen voorzorgen en veiligheidsvoorzorgen;
De labo-opdrachten worden individueel (bij voorkeur indien dit praktisch mogelijk is) of in groepsverband uitgevoerd. Vermijd het werken met grote groepen. De resultaten worden steeds met de volledige klas besproken. Van elke labo-opdracht wordt door elke leerling afzonderlijk een verslag gemaakt. Tijdens de labo-opdrachten is het noodzakelijk dat de lerares/leraar nauw toezicht houdt op het verloop van de metingen. Om tijdverlies te vermijden, is het wenselijk om in het wekelijkse lessenrooster een blok van 3 lestijden te voorzien in het derde jaar en een blok van 2 lestijden in het vierde jaar. Er wordt geadviseerd om geen tijd te verliezen door de werking van de interne schakelingen in het ic te willen uitleggen. De leerling wordt immers niet opgeleid tot ontwerper maar tot gebruiker van een ic! Tijdens alle labo-opdrachten, moet er over gewaakt worden dat steeds voldaan is aan alle voorschriften betreffende welzijn (veiligheid, gezondheid en hygiëne) en milieu. Nr. Pedagogisch-didactische wenken
Timing in weken
1
Gebruik hiervoor enkele voorbeelden uit de leefwereld van de leerling.
1 lt
2
Maak ook duidelijk waarom er verschillende soorten talstelsels zijn. Bij de omzetting ook aandacht besteden aan de omzettingsmogelijkheden met sommige rekenmachines. Voorzie voldoende tijd voor oefeningen i.v.m. optellen en aftrekken.
9 lt
3
Enkel aandacht besteden aan het codeerprincipe (de schakelingen hier niet behandelen). Geef praktische voorbeelden waar foutcorrigerende codes gebruikt worden.
9 lt
4
Vooral aandacht besteden aan het opzoeken van gegevens. Het is niet de bedoeling ook het intern schema van de verschillende schakelingen te bespreken.
6 lt
5
Laat de leerlingen zelf de eigenschappen van de verschillende schakelingen ontdekken (via zelf opzoeken) en laat ze die dan door metingen op didactische opstellingen zelf vaststellen. Voldoende tijd besteden aan het lezen en begrijpen van een waarheidstabel. Aandacht besteden aan het verband output/input, vertrekkend vanaf een databoek (CDROM, Internet). Eventueel kan hier gecombineerd worden met het aanbrengen van de logische families.
50 lt
TSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektriciteit-elektronica TV Elektronica (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week) Nr. Pedagogisch-didactische wenken 6
Behandel dit niet afzonderlijk maar Integreer dit onderwerp wanneer nodig.
7
Laat de leerlingen zelf de eigenschappen van de verschillende schakelingen ontdekken uit een databoek en laat ze die dan door metingen op didactische opstellingen zelf vaststellen.
16
Timing in weken * 50 lt
TSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektriciteit-elektronica TV Elektronica (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week)
6
MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN
17
3
Voor beide subvakken is het noodzakelijk om in het vaklokaal 1 multimedia pc met internet aansluiting te voorzien per groep leerlingen (eventueel kan dit vervangen worden door het gebruik van een multimedialokaal). ANALOGE ELEKTRONICA Per groep leerlingen: • • • • •
diverse weerstanden (vaste, instelbare, …) 1 didactische gelijkspanningsversterker (operationele versterker) 1 labovoeding 2 multimeters 1 labotafel met de nodige spanningsvoorzieningen
DIGITALE ELEKTRONICA Per groep leerlingen: • • • • •
1 set didactische componenten + montageplaat + bedrading digitale elektronica ◊ combinatorische schakelingen ◊ sequentiële schakelingen 1 oscilloscoop met 2 ingangskanalen 1 digitale niveau tester 1 impulsgenerator 1 labotafel met de nodige spanningsvoorzieningen
3
De uitrusting en de inrichting van de lokalen, inzonderheid de werkplaatsen, de vaklokalen en de laboratoria, dienen te voldoen aan de technische voorschriften inzake arbeidsveiligheid. Inzake veiligheid is de volgende wetgeving van toepassing: • • • •
Codex, ARAB AREI, Vlarem.
Deze wetgeving bevat de technische voorschriften die in acht moeten genomen worden met betrekking tot de uitrusting en inrichting van de lokalen en de aankoop en het gebruik van toestellen, materiaal en materieel. Zij schrijven voor dat: • • • •
duidelijke Nederlandstalige handleidingen en een technisch dossier aanwezig moeten zijn; alle gebruikers de werkinstructies en onderhoudsvoorschriften dienen te kennen en correct kunnen toepassen; de collectieve veiligheidsvoorschriften nooit mogen gemanipuleerd worden; de persoonlijke beschermingsmiddelen aanwezig moeten zijn en gedragen worden, daar waar de wetgeving het vereist.
TSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektriciteit-elektronica TV Elektronica (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week)
7
EVALUATIE
7.1
Inleiding
18
Tijdens de laatste decennia heeft zich een nieuwe ontwikkeling voorgedaan in het denken over evaluatie. Evaluatie wordt niet meer beschouwd als een afzonderlijke activiteit die louter gericht is op de beoordeling van de leerling, maar ze moet in tegendeel met het leerproces verweven zijn. De didactische evaluatie is een inherent deel van leren en onderwijzen. Zij geeft informatie aan leerlingen en leraren over het succes van het doorlopen leerproces en biedt zodoende de kans om het rendement van leerlingen én leraren te optimaliseren. 7.2
Basisprincipes
De leerkracht zal aandacht hebben voor proces- en productevaluatie. Het onderscheid tussen proces- en productevaluatie is niet altijd even duidelijk: Bij productevaluatie wordt nagegaan in welke mate leerlingen de onderwijsdoelen hebben bereikt; bij procesevaluatie wordt het leerproces van de leerling en het didactisch handelen geëvalueerd. Het evaluatiesysteem van de leerkracht zal structureel rekening houden met kennis, vaardigheden en vakgebonden attitudes van de leerlingen en het resultaat van oefeningen, taken en toetsen. De evaluatiecriteria worden vooraf duidelijk aan de leerlingen medegedeeld. Deze criteria worden ook best vooraf besproken in de vakwerkgroep. Een evaluatie dient te vertrekken vanuit duidelijke en operationele doelstellingen. Zowel het proces als het product moeten op een zo objectief mogelijke manier geëvalueerd worden. Bij de evaluatie wordt er in ieder geval rekening mee gehouden dat het om leerlingen gaat. Onnauwkeurig werken, kleine fouten maken, … kunnen in zekere mate aanvaardbaar zijn. Belangrijk is de evolutie van de leerprestaties van de leerlingen. Daarom zal de leraar voortdurend hun vorderingen nagaan en zo nodig, zal hij/zij meteen remediërend optreden. Verdere beschouwingen over leerlingenevaluatie zijn te vinden op de website van de Pedagogische Begeleidingsdienst van Het Gemeenschapsonderwijs.
TSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektriciteit-elektronica TV Elektronica (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week)
8
BIBLIOGRAFIE
BUITENHUIS, A., Digitale systemen, Academic Service. CUPPENS, J. en SAEYS, H., Basiselektronica, Die Keure. Grafische symbolen voor schema's elektronica, Belgisch elektrotechnisch comité. MAESEN, I., PEETERS, R. en VRANKEN, E., Basis elektronica, Wolters Plantyn. MAESEN, I, VAN HEUVERZWYN, G. en VRANKEN, E., Labo Elektronica, Wolters Plantyn. SAEYS, H. en VANDENHEEDE, H., Digitale technieken 2de graad, Die Keure. SAEYS, H. en VANDENHEEDE, H., Practicum digitale technieken, Die Keure.
19
TSO – 2e graad – Specifiek gedeelte Elektriciteit-elektronica TV Elektronica (1e jaar: 3 lestijden/week, 2e jaar: 4 lestijden/week) Jaarplan
20
Optie: ........................................................................................
Leerkracht: ...........................................................
Vorderingsplan Onderwijsvorm: .............. Graad: ....................
Jaar: .........................
Schooljaar: ………… / …………..
Vak: ..........................................................................................
Leerplannummer: ...........................
Handboek/cursus:...........................................................................
Lestijden/week: ...........
JAARPLAN Week nummer
VORDERINGSPLAN Nr in leerplan
Gerealiseerde leerplandoelstellingen
Gegeven op (datum)
Opmerkingen