Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad
informatiecentrum tel.
uw kenmerk
bijlage(n)
betreft
ons kenmerk
datum
Uitnodiging Buitengewone ALV 30 november 2015
BB/U201501795 Lbr. 15/084
2 november 2015
(070) 373 8393
Samenvatting
Hierbij nodigen wij u uit voor de Buitengewone algemene ledenvergadering (BALV) op maandag 30 november 2015, die wordt gehouden in De Jaarbeurs te Utrecht. De agendastukken kunt u downloaden via de speciale BALV-pagina op http://www.vng.nl/balv. De presentiekaart, waarmee de gemeente in de gelegenheid wordt gesteld aan de stemmingen deel te nemen, wordt volgende week per brief aan de gemeentesecretaris van uw gemeente toegezonden. Voorafgaand aan de Buitengewone ALV vindt in de ochtend een VNG bestuurdersdag plaats. U kunt zich aanmelden voor de Buitengewone ALV en de VNG Bestuurdersdag via de congreskalender op de website van het Congres en Studiecentrum VNG: https://www.vngcongressen.nl/producten/vng-bestuurdersdag---balv.aspx.
Aan de leden
informatiecentrum tel.
uw kenmerk
bijlage(n)
ons kenmerk
datum
(070) 373 8393 betreft
Uitnodiging Buitengewone ALV BB/U201501795 30 november 2015 Lbr. 15/084
2 november 2015
Geacht college en gemeenteraad, Hierbij nodigen wij u uit voor de Buitengewone algemene ledenvergadering (Buitengewone ALV) op maandag 30 november 2015, die wordt gehouden in De Jaarbeurs te Utrecht. De agendastukken kunt u downloaden via de speciale BALV-pagina op http://www.vng.nl/balv. Op de agenda voor deze Buitengewone ALV staan onder andere de vertaling van de Verenigingsstrategie Gemeente 2020 in een VNG Agenda 2016. In zes landelijke bijeenkomsten in oktober en november kunt u hierover reeds van gedachten wisselen. Ook gaan we in op de ontwikkelingen op het sociaal en fysieke domein, de Digitale Agenda en gemeentefinanciën. Voorts worden vacatures ingevuld in het bestuur, een aantal vaste beleidscommissies en de nieuwe commissie Raadsleden en Griffiers. De volledige agenda voor deze Buitengewone ALV ziet er als volgt uit: Huishoudelijke zaken 01. 02. 03.
Opening Benoeming notulencommissie buitengewone alv maandag 30 november 2015 Vaststelling notulen algemene vergadering van woensdag 3 juni 2015
Verenigingszaken 04. 05.
Vacatures bestuur en commissies Vacatures Commissie raadsleden en griffiers
Inhoudelijke zaken 06. 07. 08. 09. 10.
Aanbieding rapport modernisering drugsbeleid (commissie Schneiders) Actualiteit rond thema vluchtelingen Agenda 2016 Ontwikkelingen Gemeentefinanciën Ontwikkelingen Fysiek Domein
11a. 11b. 12.
Ontwikkelingen Sociaal Domein Extra uitname Doventolk Digitale Agenda 2020
Overige zaken 13. 14.
Rondvraag / WVTTK Sluiting
De presentiekaart, waarmee de gemeente in de gelegenheid wordt gesteld aan de stemmingen deel te nemen, wordt volgende week per brief aan de secretaris van uw gemeente toegezonden. Aanmelding voor de Buitengewone ALV U kunt zich aanmelden voor de Buitengewone ALV via de congreskalender op de website van het Congres en Studiecentrum VNG: https://www.vngcongressen.nl/producten/vng-bestuurdersdag--balv.aspx. Ongeveer twee weken voor de bijeenkomst ontvangt u een bevestiging van uw inschrijving en de routebeschrijving naar de Jaarbeurs in Utrecht. Ook indien u zich op een later moment nog wilt aanmelden voor de Buitengewone ALV vragen wij u om gebruik te maken van de congreskalender. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met het bestuursbureau via e-mail op
[email protected] of per telefoon via 070-373 8393.
Hoogachtend, Vereniging van Nederlandse Gemeenten
mr J.H.C. van Zanen voorzitter
Deze ledenbrief staat ook op www.vng.nl onder brieven.
onderwerp
Uitnodiging Buitengewone ALV 30 november 2015 datum 2 november 2015
02/02
Notulen van de algemene ledenvergadering van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten, aangevangen op woensdag 3 juni 2015, Omnisport te Apeldoorn. Aanwezig zijn het bestuur – met mevrouw A. Jorritsma-Lebbink (burgemeester van Almere) als voorzitter, tevens voorzitter van de vergadering – en de directieraad van de Vereniging, alsmede, blijkens de ingeleverde presentiekaarten, a. vertegenwoordigers van de volgende gemeenten, leden van de Vereniging:
Aa en Hunze Aalsmeer Aalten Achtkarspelen Alblasserdam Albrandswaard Alkmaar Almelo Almere Alphen aan den Rijn Alphen-Chaam Amersfoort Amstelveen Amsterdam Apeldoorn Appingedam Arnhem Assen Asten Baarn Barendrecht Barneveld Bedum Beemster Beesel Bergeijk Bergen (L.) Bergen (NH.) Bergen op Zoom Berkelland Bernheze Best Beuningen Beverwijk Bladel Blaricum Bloemendaal Bodegraven-Reeuwijk Boekel Borger-Odoorn Borne Boxmeer Boxtel
Breda Brielle Bronckhorst Brummen Brunssum Bunnik Bunschoten Capelle aan den IJssel Castricum Coevorden Cranendonck Cromstrijen Dalfsen Dantumadiel De Marne De Ronde Venen De Wolden Delft Delfzijl Den Haag Den Helder Deurne Deventer Diemen Dinkelland Doetinchem Dongen Dongeradeel Dordrecht Drechterland Drimmelen Dronten Duiven Echt-Susteren Edam-Volendam Ede Eemsmond Eersel Eindhoven Elburg Emmen Enkhuizen Enschede Epe
Ermelo Etten-Leur Ferwerderadiel Geertruidenberg Geldermalsen Geldrop-Mierlo Gemert-Bakel Giessenlanden Gilze en Rijen Goeree-Overflakkee Goes Goirle Gorinchem Gouda Grave Groesbeek Groningen Grootegast Haarlemmerliede en Spaarnwoude Haarlemmermeer Halderberge Hardenberg Hardinxveld-Giessendam Haren Harlingen Hattem Heemskerk Heemstede Heerde Heerenveen Heerhugowaard Heerlen Heeze-Leende Heiloo Hellendoorn Hellevoetsluis Hendrik-Ido-Ambacht Hengelo (O.) Het Bildt Heumen Heusden Hillegom Hilversum
-2 Hof van Twente Hollands Kroon Hoogeveen Hoogezand-Sappemeer Hoorn Horst aan de Maas Houten Huizen Hulst Kaag en Braassem Kampen Katwijk Koggenland Kollumerland en Nieuwkruisland Korendijk Krimpenerwaard Laarbeek Landgraaf Langedijk Lansingerland Laren Leek Leerdam Leeuwarden Leiden Leiderdorp Leidschendam-Voorburg Lelystad Leudal Leusden Lingewaal Lisse Littenseradiel Lochem Loon op Zand Lopik Loppersum Losser Maasgouw Maassluis Maastricht Medemblik Meppel Midden-Delfland Midden-Drenthe Mill en Sint Hubert Molenwaard Mook en Middelaar Naarden Neerijnen Nieuwegein Nijkerk Nijmegen
Noord-Beveland Noordoostpolder Noordwijk Nuenen, Gerwen en Nederwetten Nunspeet Nuth Oegstgeest Oldenzaal Olst-Wijhe Ommen Oosterhout Ooststellingwerf Opmeer Opsterland Oss Oud-Beijerland Oude IJsselstreek Ouder-Amstel Oudewater Overbetuwe Papendrecht Peel en Maas Pijnacker-Nootdorp Purmerend Putten Raalte Reimerswaal Renswoude Reusel-De Mierden Rheden Rhenen Ridderkerk Rijssen-Holten Rijswijk (ZH.) Roerdalen Roosendaal Rotterdam Rozendaal Schagen Scherpenzeel Schiedam Schijndel Schouwen-Duiveland 's-Hertogenbosch Sint Anthonis Sint-Oedenrode Sittard-Geleen Sluis Smallingerland Soest Someren Son en Breugel Stadskanaal
Stede Broec Steenwijkerland Stein (L.) Stichtse Vecht Strijen Terneuzen Terschelling Teylingen Tholen Tilburg Tubbergen Twenterand Tynaarlo Tytsjerksteradiel Uden Uitgeest Uithoorn Urk Utrecht Utrechtse Heuvelrug Vaals Valkenswaard Veendam Veenendaal Veere Veghel Veldhoven Velsen Venlo Venray Vianen Vlaardingen Vlagtwedde Vlissingen Voorschoten Voorst Vught Waalre Waalwijk Waddinxveen Wageningen Wassenaar Waterland Weert West Maas en Waal Westerveld Westervoort Westland Wierden Wijchen Wijdemeren Wijk bij Duurstede Winsum
-3 Winterswijk Woensdrecht Woerden Wormerland Woudrichem Zaanstad Zandvoort
Zederik Zeewolde Zeist Zoetermeer Zoeterwoude Zuidhorn Zuidplas
Zundert Zwartewaterland Zwijndrecht Zwolle
b. vertegenwoordigers van de volgende gewesten: Regio Achterhoek Noord Veluwe Stadsregio Arnhem Nijmegen Werkorganisatie Duivenvoorde
Huishoudelijke zaken AGENDAPUNT 01 Opening De voorzitter heet de aanwezigen van harte welkom en opent de algemene ledenvergadering van woensdag 3 juni 2015 te Apeldoorn. Ze meldt dat het bestuur de heer Berends – burgemeester van Apeldoorn – bereid heeft gevonden het technisch voorzitterschap voor deze ledenvergadering op zich te nemen. Ze geeft het woord aan de heer Berends. De heer Berends dankt de voorzitter en neemt de stemprocedure met de leden door. De traditie schrijft voor dat ten behoeve van de agendapunten waarbij een gewogen, elektronische stemming plaatsvindt, een proefstemming wordt gehouden. De heer Berends brengt de proefstelling in stemming, welke luidt: “Iedere bestuurder zou een leiderschapscursus in de Apenheul moeten volgen.” De heer Berends concludeert na stemming dat het systeem werkt en de stemverhouding als volgt is: JA 70,01 % NEE 29,99 %
-4 Benoeming voorzitter stembureau Om toe te zien op een juist verloop van de stemmingen is een commissie van stemopneming aangewezen. Het bestuur heeft de heer Heidema, burgemeester van Deventer, bereid gevonden voor deze vergadering het voorzitterschap van de stemcommissie op zich te nemen en stelt de leden voor hiermee in te stemmen. De heer Berends stelt vast dat de leden hiermee instemmen.
AGENDAPUNT 02 Benoeming van de commissie tot het nazien van de notulen van de algemene ledenvergadering van woensdag 3 juni 2015 Het bestuur stelt voor te benoemen tot leden van deze commissie: 1 2 3
De heer Brink, wethouder Coevorden De heer Heijmans, burgemeester Weert De heer De Baat, gemeentesecretaris Rijswijk
De heer Berends stelt vast dat de leden hiermee instemmen.
AGENDAPUNT 03 Vaststelling notulen van de buitengewone algemene ledenvergadering van maandag 17 november 2014 De commissie tot het nazien van de notulen van de vergadering werd gevormd door: 1. 2. 3.
Mevrouw Haasjes, burgemeester van Werkendam De heer Bos, burgemeester van Boekel De heer Batelaan, wethouder van Menterwolde
De commissieleden hebben verklaard dat de notulen een getrouw beeld geven van hetgeen tijdens de buitengewone algemene vergadering is besproken en besloten. Het bestuur stelt de leden voor de notulen goed te keuren. De heer Berends stelt vast dat de leden hiermee instemmen.
-5 -
AGENDAPUNT 04 Mededelingen Conform de traditie worden wijzigingen in de samenstelling van het ledenbestand aan de leden medegedeeld. Noord-Holland De gemeenten Alkmaar, Graft-De Rijp en Schermer zijn samengevoegd tot de gemeente Alkmaar. Gelderland De gemeenten Groesbeek, Millingen aan de Rijn en Ubbergen zijn samengevoegd tot de gemeente Groesbeek. Zuid-Holland De gemeenten Bernisse en Spijkenisse zijn samengevoegd tot de gemeente Nissewaard. De gemeenten Bergambacht, Nederlek, Ouderkerk, Schoonhoven en Vlist zijn samengevoegd tot de gemeente Krimpenerwaard. Noord-Brabant De gemeente ’s-Hertogenbosch en een deel van de gemeente Maasdonk zijn samengevoegd tot de gemeente ’s-Hertogenbosch. De gemeente Oss en een deel van de gemeente Maasdonk zijn samengevoegd tot de gemeente Oss. Het aantal gemeenten is hiermee met tien afgenomen en komt op 393. Per 1 januari 2015 telt de Vereniging 13 gewesten.
-6 -
Verenigingszaken I Budgetten Jeugdwet en Wmo De heer Berends nodigt mevrouw Van Leeuwen – voorzitter van de commissie Gezondheid & Welzijn – uit op het podium voor het geven van een toelichting op de ledenbrief Budgetten Jeugdwet en Wmo van vrijdag 29 mei 2015. Mevrouw Van Leeuwen geeft aan dat er aan een slepende kwestie een einde is gekomen. De voorgenomen korting die het Rijk de gemeenten wilde opleggen, oplopend tot € 435 miljoen in 2018, is van de baan. Tevens ligt er een stevige afspraak voor de toekomst. Gemeenten worden niet meer jaarlijks geconfronteerd met onzekerheden en zijn niet langer afhankelijk van wat er in de Wlz en/of de Zorgverzekeringswet gebeurt. Dat is het resultaat van de bestuurlijke overleggen die de afgelopen tijd zijn gevoerd, onder andere met de minister-president. De exacte cijfers zijn terug te vinden in de meicirculaire, waarover op korte termijn een ledenbrief wordt verspreid. Ze concludeert dat het een slotsom van lange onderhandelingen is waar gemeenten tevreden mee kunnen zijn. Motie Cao SW De heer Berends geeft het woord aan de heer Kolkman – wethouder van de gemeente Deventer – voor een toelichting op de motie Cao SW, ingediend door de gemeente Deventer. Aansluitend zal de heer Cazemier – de voorzitter van het College voor Arbeidszaken – namens het bestuur reageren op de motie en de inbreng van de heer Kolkman. De heer Kolkman meldt dat sinds eind 2013 de cao SW niet is geactualiseerd. Op lokaal niveau leidt dit tot problemen in de uitvoering, mede omdat er met diverse toeslagen gewerkt moet worden om de lonen op peil te houden. Hij roept de onderhandelende partijen op weer om tafel te gaan om de cao weer in bespreking te brengen zonder per se direct op de inhoud in te gaan. Hij verzoekt het bestuur dan ook de besprekingen met de vakbonden te heropenen en dit mee te geven aan de onderhandelingsdelegatie. De heer Cazemier geeft aan dat het bestuur de motie heeft besproken en mede naar aanleiding van signalen uit de achterban heeft besloten een positief preadvies op de motie mee te geven. Een uitnodiging aan de bonden om de gesprekken te heropenen zal dan ook worden uitgedaan. De heer Berends brengt aansluitend de motie in stemming en constateert dat de leden per acclamatie instemmen met de motie.
-7 -
AGENDAPUNT 05 Aanbieding Rinnooy Kan van rapport van Commissie Financiële Ruimte De heer Berends nodigt de heer Rinnooy Kan – de voorzitter van de commissie Financiële Ruimte – uit om het podium te betreden en het rapport toe te lichten. De heer Rinnooy Kan vat de inhoud samen en geeft aan dat de hoofdboodschap is dat er aanzienlijk meer ruimte moet komen voor het lokale belastinggebied. Dit pleidooi wordt ondersteund door de Algemene Rekenkamer, het Centraal Planbureau en de Raad voor Financiële Verhoudingen. De huidige belastingherziening kan hiervoor een goede aanleiding zijn. Hierbij geldt het principe dat gemeenten geen inkomensbeleid voeren. De commissie pleit verder voor de invoering van een ingezetenenbelasting en een verbreding van de OZB met de herinvoering van het gebruikersdeel. Ook wordt gepleit voor het opheffen van enkele lokale belastingen die kleine bedragen opleveren. Over de precieze invulling en de ruimte waarbinnen gemeenten hun voorkeuren kenbaar mogen maken en mogen realiseren dient nader overleg plaats te vinden met het Rijk. Ook moet er meer ruimte komen voor investeringen om de stad als motor van de economie beter in positie te kunnen brengen en in de financiële verhoudingen, met name in de verdelingssystematiek van het Gemeentefonds. Hierbij dient het Gemeentefonds niet-gewenste verschillen tussen gemeenten te corrigeren. De commissie pleit tevens voor meer ruimte door het verleggen van geldstromen met betrekking tot de verhuurdersheffing (deel van gelden coöperaties naar gemeenten), de energiebelasting (gemeenten financieel belonen die het goed doen) en bestedingen die elders worden gedaan maar voor gemeenten wel relevant zijn (gemeenten krijgen bijvoorbeeld invloed op inkomensstromen beroepsonderwijs). Inzake de toekomst van decentralisaties worden financiële en organisatorische consequenties verwacht. Het gesprek moet worden gevoerd over hoe deze op te vangen middels eventuele samenwerkingsverbanden, taakdifferentiatie en schaalvergrotingen. Aansluitend reikt de heer Rinnooy Kan het rapport uit aan de voorzitter van het bestuur, mevrouw Jorritsma. Mevrouw Jorritsma dankt de heer Rinnooy Kan en zijn commissie voor het advies. Ze geeft aan dat het rapport een concreet en handzaam advies bevat dat op een goed moment komt nu het kabinet werkt aan herziening van het belastingstelsel. Het advies over het belastingstelsel zal worden meegenomen in de gesprekken met het kabinet. De andere adviezen over de gemeentelijke financiën uit het rapport zullen met de leden nader worden besproken.
-8 -
AGENDAPUNT 06 Verantwoordingen en financiën De heer Berends nodigt de heer Visser – penningmeester van de vereniging – uit om een toelichting te geven op de deelpunten van agendapunt 06. Verantwoordingen en financiën. 06a. Jaaroverzicht 2014 De heer Visser geeft aan dat in het ter kennisname voorgelegde jaaroverzicht in hoofdlijnen teruggekeken wordt op de verenigingsactiviteiten van het afgelopen jaar. Op tal van gebieden hebben gemeenten met elkaar samengewerkt en heeft het VNG-bureau hen verder geholpen om de dienstverlening aan de burgers makkelijker en waar nodig mogelijk te maken. De heer Berends constateert dat niemand wenst in te spreken over het jaaroverzicht en de leden het jaaroverzicht ter kennisname vaststellen. 06b. Inhoudelijke projectverantwoording collectieve financiering Gemeentefonds 2014 De heer Visser geeft aan dat in het ter kennisname voorgelegde stuk een verantwoording over de collectieve activiteiten in 2014 is terug te vinden. Zowel in resultaattermen als in financiële termen wordt toegelicht welke activiteiten tegen welke financiering zijn verricht. De financiering van deze activiteiten hebben plaatsgevonden met een uitname uit het Gemeentefonds, waar de leden op eerdere algemene ledenvergaderingen mee hebben ingestemd. Het is de eerste keer dat aan de leden op deze manier verantwoording wordt afgelegd over dit soort projecten. Hiermee hoopt het bestuur te voorzien in een geconstateerde behoefte onder de leden aan meer inzicht in de werkzaamheden van het bureau. Tevens past het in de ambitie van het bestuur om de activiteiten van de VNG in een jaarlijkse P&C-cyclus aan de leden voor te leggen. De heer Berends constateert dat niemand het woord wenst te voeren over de projectverantwoording en de leden de verantwoording voor kennisgeving aannemen. 06c. Financieel Jaarverslag 2014 De heer Visser geeft over het ter accordering voorgelegde Financieel Jaarverslag 2014 aan dat het financiële resultaat over 2014 in positieve zin afwijkt van de begroting. Het exploitatieresultaat is uitgekomen op € 0,87 miljoen positief (tegenover een negatieve begroting van € 1,48 miljoen), € 2,36 miljoen beter dan begroot. Het resultaat is een optelsom van de volgende posten: •
Hogere opbrengsten uit de deelnemingen. Het resultaat uit de activiteiten KING was € 1,2 miljoen hoger dan begroot;
-9 • • •
Hogere opbrengsten uit de dienstverlening aan derden; Een hoger gerealiseerd projectvolume; En hogere personeelskosten als gevolg van de niet in de begroting opgenomen projecten.
Al met al is er nu sprake van een onverdeeld resultaat van € 1,95 miljoen waarvan € 1,2 miljoen toegevoegd wordt aan de bestaande bestemmingsreserve van KING en het restant van € 0,7 miljoen wordt toegevoegd aan de algemene reserve. De heer Berends constateert dat niemand het woord wenst te voeren over het financieel jaarverslag en de leden het financieel jaarverslag per acclamatie vaststellen. 06d. Dechargeverlening De heer Berends vraagt aan de leden of zij het bestuur decharge willen verlenen over 2014. Hij constateert dat de leden hier per acclamatie mee instemmen. 06e. Contributievoorstel 2016 De heer Visser geeft aan dat de contributie voor 2016 wordt vastgesteld volgens de vaste systematiek. Dit houdt in dat gebruik gemaakt wordt van drie hoofdmodules. -
-
Module A: De ontwikkeling van de contributie is gekoppeld aan de ontwikkeling van het nominaal accres uit de meicirculaire. In 2016 is sprake van een hogere loonontwikkeling dan geraamd. Het accres voor 2016 komt uit op 4,17%. Module B bevat de compensatie voor het weglekeffect welke ontstaat door gemeentelijke herindelingen. De compensatie bedraagt 0,06%. Module C omvat nieuwe taken voor de VNG. Er wordt geen contributieverhoging voorgesteld vanuit deze module.
De voorgestelde contributiewijziging komt hiermee uit op 4,23%. De contributiewijziging zal nog aan in een ledenbrief aan de leden worden bevestigd. De heer Berends dankt de heer Visser voor zijn toelichting en constateert dat niemand het woord wenst te voeren over het contributievoorstel. Hij meldt dat er geen amendementen zijn binnengekomen op het voorstel en brengt het voorstel elektronisch in stemming. De heer Berends concludeert na stemming dat de leden instemmen met het contributievoorstel, waarbij de stemverhouding als volgt is: - voor: - tegen:
90,24% 09,76%
-10-
Inhoudelijke zaken AGENDAPUNT 07 De Gemeente 2020 - Verenigingsstrategie en collectieve agenda De heer Berends geeft het woord aan mevrouw Kriens – de voorzitter van de directieraad van de VNG – voor een toelichting op het ter kennisname voorgelegde visiestuk De Gemeente 2020. Allereerst wordt een informatief filmpje getoond over De Gemeente 2020. Mevrouw Kriens blikt aansluitend terug op de twaalf bijeenkomsten die vooraf zijn gegaan aan de totstandkoming van het visiestuk De Gemeente 2020. Ze geeft aan dat de rode lijnen in het stuk de komende maanden nader worden uitgewerkt in een agenda met concrete punten voor 2016. De heer Berends constateert dat niemand over dit agendapunt wenst in te spreken en de leden kennis nemen van De Gemeente 2020.
AGENDAPUNT 08 Spelregels collectieve inkoop en financiering Mevrouw Kriens licht het ter accordering voorgelegde voorstel Spelregels collectieve inkoop en financiering toe en geeft aan dat collectief samenwerken op zowel lokaal, regionaal als landelijk niveau een belangrijk onderwerp voor 2016 is. Hiervoor dienen voor de VNG spelregels te worden vastgelegd voor de komende periode over wat de leden wel en niet collectief kunnen oppakken. De heer Berends dankt mevrouw Kriens voor haar toelichting en constateert dat niemand het woord wenst te voeren over het voorstel. Hij meldt dat er geen amendementen zijn binnengekomen op het voorstel en brengt het voorstel elektronisch in stemming. De heer Berends concludeert na stemming dat de leden instemmen met het voorstel, waarbij de stemverhouding als volgt is: - voor: - tegen:
99,62% 00,38%
-11-
Collectief werken aan uitvoeringskracht AGENDAPUNT 09 De Digitale Agenda 2020 De heer Berends geeft het woord aan de heer Westmaas – de voorzitter van de commissie Dienstverlening & Informatiebeleid – voor het geven van een toelichting op het ter accordering voorgelegde voorstel. De heer Westmaas geeft aan dat de leden op de Buitengewone ALV van 17 november 2014 de VNG de opdracht hebben gegeven de Digitale Agenda 2020 nader uit te werken, welke thans door het bestuur aan de leden wordt voorgelegd. De Agenda is tot stand gekomen met inbreng van betrokken leden in het hele land, ook in goede samenwerking met het Rijk. Nadien wordt een aantal informatieve filmpjes over het voorstel getoond met een aantal toelichtende interactieve vragen over gemeentelijke dienstverlening aan de leden. De heer Westmaas geeft vervolgens aan dat in de gemeentelijke dienstverlening gezien wordt hoe belangrijk autonomie bij uitstek is. Gemeenten zijn druk bezig de zorg voor ouderen, de jeugd en de moeilijk plaatsbare werklozen te organiseren op een manier die bij inwoners en schaal past. En tegelijkertijd geven gemeenten veel geld uit aan het oplossen van problemen die in elke gemeente hetzelfde zijn. Dat wordt steeds minder begrepen. Gemeenten kunnen en moeten samen verder gaan met standaardisatie en met het in kaart brengen van hun inkoop op ICT-gebied. Gemeenten doen dit reeds: alle 393 gemeenten zijn sinds eind mei aangesloten op de softwarecatalogus, waardoor gemeenten inzicht hebben in wie wat heeft. Dat maakt gemeenten sterker richting de leveranciers. Informatievoorziening gaat veel verder dan dienstverlening. Zoals Waarstaatjegemeente.nl, waarin alle gegevens over de gemeente met een druk op de knop te vinden zijn. Met die gegevens kun je vergelijken, sturen en jezelf verantwoorden. Deze onderwerpen behoren tot de Digitale Agenda 2020. De digitale agenda is nauw verbonden met onderwerpen die vandaag eerder op de agenda hebben gestaan: de agenda 2020 en de collectieve inkoop. Ook bij informatievoorziening geldt: wat kunnen gemeenten samen doen en moeten gemeenten eigenlijk ook samen doen. Waarbij gemeenten zelf aangeven wat ze samen willen doen, hoe ze dit willen doen en tegen welke condities. Hierbij wordt geen blauwdruk gemaakt voor de gemeentelijke ICT en dienstverlening, maar wordt juist gevolgd wat er in gemeenten zelf gebeurt. Optimaal gebruik wordt gemaakt van de expertise die er in gemeenten zelf is en de gemeentesecretarissen, de informatiemanagers en de mensen uit de dienstverleningspraktijk helpen gemeenten hierbij. Zodat gemeenten bij alle vernieuwingen die op hen af komen ook het realisme van de uitvoeringspraktijk meewegen. Tevens wordt bekeken wat er op te schalen is naar meer gemeenten en soms naar alle gemeenten.
-12De heer Berends dankt de heer Westmaas voor zijn toelichting en geeft het woord aan de heer Duindam, wethouder te Woerden, voor een reactie op het voorstel. De heer Duindam geeft aan dat het belang van het onderwerp moeilijk onderschat kan worden. Hij geeft dat de gemeentelijke ict de 393 gemeenten jaarlijks € 1,2 miljard kost. Bij nadere samenwerking zoals met de softwarecatalogus zijn honderden miljoenen euro’s te besparen die dan beschikbaar komen voor onder andere ouderenzorg, jeugdzorg en de openbare ruimte. De kracht zit hierbij in samen optrekken, innovatie standaardiseren en inhoudelijk op elkaar afstemmen. Hij roept daarom de leden op na de vergadering de handen in een te slaan en collectief hierin te gaan samen werken. De heer Westmaas dankt de heer Duindam voor zijn ondersteuning voor de Digitale Agenda 2020. De heer Berends constateert dat niemand verder het woord wenst te voeren over het voorstel. Hij meldt dat er geen amendementen zijn binnengekomen op het voorstel en brengt het voorstel elektronisch in stemming. De heer Berends concludeert na stemming dat de leden instemmen met het voorstel, waarbij de stemverhouding als volgt is: - voor: - tegen:
98,72% 01,28%
AGENDAPUNT 10 Informatievoorziening Sociaal Domein De heer Berends geeft het woord aan mevrouw Van Leeuwen – de voorzitter van de commissie Gezondheid & Welzijn – voor het geven van een toelichting op het ter accordering voorgelegde voorstel. Mevrouw Van Leeuwen geeft aan dat sinds 1 januari de decentralisaties een feit zijn. Vastgesteld kan worden dat er veel werk is verricht. Desondanks zijn er nog enkele punten van aandacht. Ten eerste zijn er grote vraagstukken rond de privacy, waarover ook een motie is ingediend. De VNG ondersteunt gemeenten actief op dit thema. Ten tweede is er veel aandacht voor de administratieve processen. Gemeenten hebben nog te maken met veel rompslomp doordat er twee ict-systemen naast elkaar functioneren. De VNG zet zich ervoor in dat dit wordt verbeterd. Hiervoor is een gegevensknooppunt gerealiseerd, een ‘elektronisch postkantoor’ dat vanaf de start van de zorg tot aan de declaratie op een eenduidige manier wordt ondersteund en op een veilige wijze. Aan de privacy wordt immers veel waarde gehecht. Daarnaast wordt er gewerkt aan beleidsmonitoring in het Sociale Domein (zie hiervoor Waarstaatjegemeente.nl waaraan inmiddels meer dan 200 gemeenten deelnemen) om te weten hoe het met de gemeente staat.
-13Hiermee zijn gemeenten heel goed op stoom. Om de benodigde ondersteuning te kunnen blijven bieden van privacy en de administratieve processen doet het bestuur nog eenmaal een verzoek aan de leden voor een uitname van € 6,7 miljoen uit het Gemeentefonds om de laatste tranche vrij te geven. Dit levert gemeenten een doorontwikkeling op het gegevensknooppunt, afronding van de beleidsmonitor op het Sociale Domein en de belangrijke ondersteuning op het privacybeleid op. Hierbij wordt nauwe aansluiting gezocht bij de Digitale Agenda 2020. De heer Berends dankt mevrouw Van Leeuwen voor haar toelichting en geeft het woord aan de heer Hiemstra – wethouder te Raalte – voor een reactie op het voorstel. De heer Hiemstra wijst op het belang van differentiatie tussen grote en kleine gemeenten. Hij is van mening dat vereenvoudiging van de administratie, standaardisatie van de ict en innovatie van belang is en geeft aan zeer content te zijn met de Living Labs. Het afdwingen van collectieve samenwerking op deze gebieden is zijn inziens onwenselijk, omdat niet iedereen hetzelfde werkt. Oplossingen die werken in grote gemeenten hoeven niet per se te werken voor kleine gemeenten. Een uniforme centralisatie moet niet mogelijk worden. Hij pleit daarom ervoor rekening te houden met de verschillen en geen outcome sturing af te dwingen. Voor innovatie is differentiatie nodig. Mevrouw Van Leeuwen geeft aan dat goed gekeken moet worden naar de autonomie en wensen van gemeenten. Tegelijkertijd is een stuk efficiency nodig, juist om je te kunnen richten op innovatie. Het gaat hierbij niet zozeer om nieuwe initiatieven, maar om doorontwikkeling van bestaande initiatieven. De heer Berends constateert dat niemand verder het woord wenst te voeren over het voorstel. Hij meldt dat er geen amendementen zijn binnengekomen op het voorstel en brengt het voorstel elektronisch in stemming. De heer Berends concludeert na stemming dat de leden instemmen met het voorstel, waarbij de stemverhouding als volgt is: - voor: - tegen:
96,72% 03,28%
AGENDAPUNT 11 Uitnames voor Sociaal Domein 11a
Voortzetting van de werkzaamheden
Motie Gouda inzake Bescherming Persoonsgegevens De gemeente Gouda heeft betreffende dit agendapunt een motie ingediend inzake het gebruik van persoonlijke gegevens in het Sociaal Domein.
-14De heer Berends geeft het woord aan mevrouw Werger – wethouder te Gouda – om de motie toe te lichten. Mevrouw Werger geeft aan dat haar gemeente de motie mede indient namens de gemeenten Bodegraven-Reeuwijk, Krimpenerwaard, Zuidplas en Waddinxveen. De motie is ontstaan naar aanleiding van het feit dat zij door zorgaanbieders geïnformeerd werden dat zij door het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) niet langer informatie konden uitwisselen over de cliënten die bij hen in de zorg zijn. De indieners van de motie kunnen hierdoor de rekeningen niet meer betalen. Nu blijkt dat binnen de onderhandelingen die nu plaatsvinden tussen de VNG en het ministerie van VWS over de Veegwet het CBP voet bij stuk houdt en dit tot problemen gaat leiden bij het uitbetalen en beeld brengen van om welke inwoners het gaat. Dit terwijl gemeenten tegelijkertijd met de zorgaanbieders de zorg de juiste vorm hebben gegeven. Deze constatering wordt ook gedeeld door de G32. Met de motie hopen de indieners te bereiken dat het CBP gaat inzien dat ook de privacy bij de gemeenten in goede handen is en dit reeds voor andere zaken al jaren doen. Het is voor gemeenten van groot belang dat zij zo spoedig mogelijk de informatie hebben om de zorg te kunnen leveren en financieren. Mevrouw Van Leeuwen dankt namens het bestuur de indieners van de motie voor de oproep en geeft aan dat het bestuur ermee aan de slag gaat. De heer Berends constateert dat niemand verder het woord wenst te voeren over het de motie en brengt de motie elektronisch in stemming. De heer Berends concludeert na stemming dat de leden instemmen met de motie, waarbij de stemverhouding als volgt is: - voor: - tegen:
100,00% 00,00%
De heer Berends brengt vervolgens het voorstel elektronisch in stemming. De heer Berends concludeert na stemming dat de leden instemmen met het voorstel, waarbij de stemverhouding als volgt is: - voor: - tegen:
99,57% 00,43%
-1511b
Landelijke coördinatie handhaving en naleving
De heer Berends geeft het woord aan mevrouw Van Leeuwen voor het geven van een toelichting op het ter accordering voorgelegde voorstel. Mevrouw Van Leeuwen geeft aan dat er thans een voorstel voor een technisch besluit om de bestuurlijke afgesproken bijdrage van het ministerie van SZW voor 2015 en 2016 voor de beleidsuitvoering van de handhaving en naleving in het Sociaal Domein via het Gemeentefonds te laten verlopen. De achtergrond hiervan is dat in de zomer van 2014 in het Overhedenoverleg met de fondsbeheerders van BZK en Financiën is afgesproken dat alle financiële bijdragen vanuit de departementen in het Sociaal Domein-fonds gestort worden. BZK betaalt de bijdrage uit aan de gemeenten en de VNG die de voorfinanciering voor hun rekening hebben genomen. Het bestuur vraagt daarom de leden in te stemmen met het voorliggende technische voorstel. De heer Berends constateert dat niemand verder het woord wenst te voeren over het voorstel. Hij meldt dat er geen amendementen zijn binnengekomen op het voorstel en brengt het voorstel elektronisch in stemming. De heer Berends concludeert na stemming dat de leden instemmen met het voorstel, waarbij de stemverhouding als volgt is: - voor: - tegen:
97,81% 02,19%
Verenigingszaken II AGENDAPUNT 12 Governance 12a
Mededeling positionering raadsleden en griffiers in governance VNG
De heer Berends geeft het woord aan de heer Brok om namens het bestuur een toelichting te geven op agendapunten 12a. de positionering raadsleden en griffiers in governance VNG en 12b. het voorstel inzake de statutenwijziging. De heer Brok geeft aan dat tijdens de voorgaande ledenvergadering van het najaar 2013 bij de presentatie over het rapport over de governancestructuur van de VNG specifiek aandacht gevraagd werd voor de positie van raadsleden en griffiers. Met de besturen van Raadslid.nu en de Vereniging van Griffiers zijn gesprekken gevoerd over hoe de positie van raadsleden en griffiers in het bestuur en daarbuiten kan worden geborgd. Er is een brede steun voor het oprichten van een VNGcommissie voor raadsleden en griffiers.
-16De uitgangspunten voor deze nieuwe commissie zijn: a) het wordt een volwaardige commissie in de governance van de vereniging; b) de adviescommissie Noordanus formuleert een enkelvoudige voordracht voor de buitengewone algemene ledenvergadering in het najaar voor de benoeming van de leden van deze commissie; c) de commissie ontwikkelt een eigen agenda en geeft gevraagd en ongevraagd advies over commissiezaken. Tegelijkertijd worden ook in de toekomst raadsleden en griffiers nadrukkelijk uitgenodigd te reageren op de reguliere vacatures die ook in de komende periodes zullen worden opengesteld. Kwartiermakers uit het bestuur, Raadslid.nu en de Vereniging van Griffiers werken de komende maanden de werkwijze en doelstellingen uit en in het najaar worden de concrete voorstellen voorgelegd aan de leden. 12b
Statutenwijziging
De heer Berends geeft het woord aan de heer De Jongh – wethouder te Geertruidenberg – voor zijn reactie op het ter accordering voorgelegde voorstel. De heer De Jongh geeft aan dat het college van Geertruidenberg een voldoende inhoudelijke onderbouwing mist in het voorstel over waarom er meer dan één vertegenwoordiger van een gemeente zitting zou mogen hebben in het bestuur. De gemeente Geertruidenberg zal daarom tegen het voorstel stemmen. Hij verzoekt het bestuur in het vervolg soortgelijke voorstellen minder nadrukkelijk te koppelen aan voorstellen die kunnen leiden tot benoemingen dan wel verkiezingen. De heer Brok zegt dit namens het bestuur toe en geeft aan dat in de ledenvergadering van najaar 2013 was afgesproken dat kwaliteitseisen en profiel leidend zullen gaan worden. De statuten zouden daarvoor nadien nog gewijzigd moeten worden. Het thans voorliggende voorstel maakt het ook mogelijk voor bestuurders uit gemeenten die al zitting hebben zich te kandideren, met name voor die functies waarbij kandidaten in persoon worden gekozen. Dit geldt momenteel alleen voor de voorzitter en de vicevoorzitter. Met de wijziging maak je het mogelijk dat ook kandidaten uit gemeenten waarvan reeds een bestuurder zitting heeft in het bestuur op basis van een profielschets en een kwaliteitstoets kan worden voorgedragen. De heer De Jongh kan het billijken dat gekozen wordt voor kwaliteit en een profielschets. Hij constateert echter dat er heel veel kwaliteit te vinden is in bestuurlijk Nederland, zodat het niet nodig is om meer dan één lid per gemeente lid te kunnen laten worden van het bestuur. De heer Berends constateert dat niemand verder het woord wenst te voeren over het voorstel. Hij meldt dat er geen amendementen zijn binnengekomen op het voorstel en brengt het voorstel elektronisch in stemming. Hierbij geeft hij aan dat er een tweederde meerderheid vereist is voor het accorderen van dit voorstel.
-17De heer Berends concludeert na stemming dat de leden instemmen met het voorstel, waarbij de stemverhouding als volgt is: - voor: - tegen:
74,86% 25,14%
De heer Berends geeft aan dat zoals eerder medegedeeld per ledenbrief de eventuele benoeming van de heer Van Zanen, kandidaat voor het voorzitterschap van het bestuur, pas kan ingaan na het passeren van de akte bij de notaris. Voor die notariële akte is het nodig dat de leden in deze vergadering de notulen vaststellen op het agendapunt van de statutenwijziging en het agendapunt voor de verkiezing van de voorzitter en de andere kandidaten. Het bestuur stelt daarom na behandeling van agendapunten 12b. en 12c. de leden voor de notulen op agendapunten 12b. en 12c. inclusief de uitslag van de stemming vast te stellen. 12c
Benoeming voorzitter, leden bestuur en beleidscommissies VNG
De heer Berends geeft het woord aan de heer Noordanus, burgemeester van Tilburg en de voorzitter van de adviescommissie, voor het geven van een toelichting op het proces rond de totstandkoming van de voordracht en de voordracht zelf. De heer Noordanus geeft dat de adviescommissie steeds weer voor een belangrijke en dankbare klus staat bij het opstellen van haar enkelvoudige voordracht. Kandidaatstellingen voor het voorzitterschap en het lidmaatschap van bestuur en commissies raken de slagkracht en vitaliteit van de vereniging. Hierbij zijn net als vorig jaar ook bestuurders van lokale partijen meer nadrukkelijk betrokken. Tevens was er aandacht voor een zoveel mogelijk evenwichtige man/vrouw-verhouding. Meer dan 500 kandidaten hadden zich gemeld voor de huidige ronde waarvan slechts een kleine minderheid gekozen kan worden. Hij vraagt voor begrip voor de keuzes van de adviescommissie en roept deze kandidaten en andere bestuurders op zich ook voor een volgende ronde aan te melden als kandidaat. De heer Noordanus merkt op dat inzake de kandidaat voor het voorzitterschap de heer Van Zanen een ervaren bestuurder is met het eerdere wethouderschap in Utrecht en burgemeesterschap van Amstelveen en thans Utrecht. Tevens is hij actief in de governance van de VNG en staat hij bekend als een sterke netwerker. De adviescommissie verwacht van hem een verbindend leiderschap en een aimabele beslissingsvaardigheid zodat de leden van de vereniging gezamenlijk op kunnen blijven trekken. De adviescommissie draagt daarom unaniem en met enthousiasme de heer Van Zanen voor het voorzitterschap voor. De heer Berends constateert dat niemand verder het woord wenst te voeren over het voorstel. Hij meldt dat er zich geen tegenkandidaten hebben gemeld en daarmee de voordracht met een enkelvoudige stemming aan de leden wordt voorgelegd. Daarbij geldt voor de benoemingstermijn van de voorzitter de opschortende voorwaarde van de vaststelling van de Statutenwijziging. Vervolgens brengt hij het voorstel elektronisch in stemming.
-18De heer Berends concludeert na stemming dat de leden instemmen met het voorstel, waarbij de stemverhouding als volgt is: - voor: - tegen:
99,61% 00,39%
De heer Berends concludeert aansluitend dat de leden per acclamatie instemmen met het vaststellen van de notulen van de behandeling van de besluitvorming op agendapunten 12b. en 12c.
Overige zaken AGENDAPUNT 13 Rondvraag / WVTTK Motie Schaliegas (Boxtel, Noordoostpolder) De heer Berends geeft aan dat de gemeente Boxtel en de gemeente Noordoostpolder een motie inzake schaliegas hebben ingediend. Het bestuur heeft vorige week de motie en het preadvies van het bestuur verspreid. Hij geeft het woord aan de heer Van der Werff – de burgemeester van Noordoostpolder – om de motie toe te lichten. Namens het bestuur zal de heer Prinsen – de voorzitter van de commissie Milieu, Energie en Mobiliteit – het preadvies van het bestuur toelichten en reageren op de inbreng van de heer Van der Werff. De heer Van der Werff geeft aan dat de incidenten rond de gaswinning in Groningen ook kunnen plaatsvinden op andere plaatsen bij de winning van schaliegas. Tevens brengt de winning van schaliegas volgens de heer Van der Werff bodemverontreiniging met zich mee. Hij ziet zich gesteund door de gemeenten die zich schaliegasvrij hebben verklaard. In de toekomst blijft men in gesprek met het kabinet over energiewinning uit alternatieve duurzame bronnen. Schaliegas zal hier naar zijn mening geen onderdeel van zijn. De heer Prinsen geeft aan dat het bestuur in zijn preadvies de leden adviseert de motie niet over te nemen. Dit om procedurele redenen zoals omschreven in het preadvies. Het bestuur is wel van mening en wat in de motie zijn inziens minder goed naar voren komt dat gemeenten inspraak hebben en krijgen op de procedures voor dit soort zaken. De heer Van der Werff geeft aan dat het belangrijk dat gemeenten in dialoog met de bewoners blijven. De kwestie rond schaliegas kan daarbij niet om procedurele redenen worden vergeven. Gemeenten en de VNG zullen ook nu het geluid van inwoners moeten laten horen. De heer Berends geeft het woord aan de heer Koelewijn – burgemeester van Kampen – voor een reactie.
-19-
De heer Koelewijn geeft mede namens de raad van Kampen aan dat de gemeente Kampen tegen de motie zal stemmen. Hij wil wel voorkomen dat de indruk ontstaat dat Kampen voor schaliegas is en spreekt uit dat zijn gemeente zeer kritisch is over schaliegas. De heer Berends geeft het woord aan de heer Nijhof – wethouder te Utrechtse Heuvelrug – voor een reactie. De heer Nijhof haalt de publicatie Staat van de Gemeenten aan inzake de passage over het gebruik van fossiele energie en transitie naar schone energie. Hij geeft aan dat zijn gemeente de motie zal ondersteunen. De heer Prinsen geeft aan dat het bestuur graag aan tafel blijft in de discussie. Veel gemeenten hebben zich aangesloten bij het initiatief Schalievrije gemeente, waaronder Apeldoorn. Maar er zijn ook gemeenten die zich niet hierover hebben uitgesproken. In die zin is het niet opportuun om per se een standpunt in te nemen. Dit wel echter niet zeggen dat het bestuur voor schaliegas is, maar wel in gesprek wil blijven hierover. De heer Berends constateert dat niemand verder het woord wenst te voeren over de motie en brengt de motie elektronisch in stemming. 1
De heer Berends concludeert na stemming dat de leden instemmen met de motie, waarbij de stemverhouding als volgt is: - voor: - tegen:
72,52% 27,48%
Rondvraag De heer Berends geeft het woord aan mevrouw Reuwer – wethouder te Papendrecht – voor haar inbreng voor de rondvraag. Mevrouw Reuwer roept de congresorganisatie op voor de volgende bijeenkomsten kannen water op tafel te plaatsen in plaats van plastic flessen. De heer Berends constateert aansluitend dat er geen verdere punten van de rondvraag zijn en gaat over tot de traditionele overdracht van de voorzittershamer aan de nieuwe voorzitter door de oude voorzitter.
1: Het gaat hier om de tweede en definitieve stemming over de motie naar aanleiding van de opmerking van de heer Hijpma, burgemeester van Ferwerderadiel, over vermeende onduidelijkheid over de formulering op de stemsheet.
-20-
Mevrouw Jorritsma overhandigt met lovende en bemoedigende woorden de voorzittershamer aan Jan van Zanen, de nieuwe voorzitter van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten. De heer Van Zanen deelt mede dat mevrouw Jorritsma door het bestuur tot erevoorzitter is benoemd.
AGENDAPUNT 14 Sluiting Voorzitter Jan van Zanen sluit aansluitend en tot slot de vergadering.
Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad
informatiecentrum tel.
uw kenmerk
(070) 373 8393
bijlage(n)
2
betreft
ons kenmerk
datum
Openstelling vacatures in
BB/U201501432
4 september 2015
bestuur en commissies VNG
Lbr. 15/068
Samenvatting
De VNG zoekt kandidaten voor 15 vacatures in het bestuur en een aantal vaste beleidscommissies. Het gaat daarbij onder meer om de vacature van voorzitter van de commissie Milieu, Energie & Mobiliteit, die vanuit die hoedanigheid ook bestuurslid is. Daarnaast zoeken wij een voorzitter en leden voor de nieuwe commissie Raadsleden & Griffiers (R&G). Inclusief de voorzitter zal de nieuwe commissie 16-20 leden tellen. De commissie gaat zich binnen de VNG governance vooral richten op de rol en de positie van de gemeenteraad en zal daartoe intensief samenwerken met de andere commissies. Op basis van de ervaringen in de komende periode besluiten de leden tijdens de ALV van juni 2017 over de formele verankering van deze commissie in de VNG governance. Wij nodigen alle burgemeesters, wethouders, secretarissen, griffiers en raadsleden van harte uit om zich kandidaat te stellen voor een of meer vacatures. Voor de nieuwe commissie R&G komen alleen raadsleden en griffiers in aanmerking. De selectie van kandidaten vindt plaats door de adviescommissie governance (voorzitter Peter Noordanus), die per vacature één kandidaat selecteert. De kandidaten op deze enkelvoudige voordracht van de adviescommissie worden uiterlijk 21 oktober a.s. bekendgemaakt aan de leden. Op dat moment wordt ook de mogelijkheid geopend om tegenkandidaten te stellen. In de Buitengewone ALV van 25 november a.s. stemmen de leden over de kandidaten die de adviescommissie heeft voorgedragen en eventuele tegenkandidaten. Aanmelding kandidaten - U kunt zich kandidaat stellen voor de vacatures in bestuur, aantal vaste beleidscommissies en de nieuwe commissie tot uiterlijk vrijdag 25 september 2015, 12.00 uur -
Op de website https://governance.vng.nl/ kunt u zich registreren als kandidaat en aangeven naar welke vacatures uw belangstelling uitgaat.
Aan de leden
informatiecentrum tel.
uw kenmerk
(070) 373 8393
bijlage(n)
2
betreft
ons kenmerk
datum
Openstelling vacatures in
BB/U201501432
4 september 2015
bestuur en commissies VNG
Lbr. 15/068
Geacht college en gemeenteraad, De VNG zoekt kandidaten voor 15 vacatures in het bestuur en een aantal vaste beleidscommissies. Het gaat daarbij onder meer om de vacature van voorzitter van de commissie Milieu, Energie & Mobiliteit, die vanuit die functie ook bestuurslid is. Daarnaast zoeken wij 16-20 leden, inclusief de voorzitter, voor de nieuwe commissie Raadsleden & Griffiers (R&G). Wij nodigen alle burgemeesters, wethouders, secretarissen, griffiers en raadsleden van harte uit om zich kandidaat te stellen voor een of meer vacatures. Voor de nieuwe commissie R&G komen alleen raadsleden en griffiers in aanmerking. Inhoudsopgave ledenbrief 1. Uitgangspunten kandidaatstellingsprocedure en werkwijze VNG governance 2. Vacatures in bestuur en vaste beleidscommissies: Bijlage I: Profielschetsen vacatures bestuurlijke organisatie VNG - Inrichting van de bestuurlijke organisatie van de VNG - Algemene profielschets voor alle leden in bestuur en commissies - Specifieke profielschetsen voor vacatures in bestuur en commissies. 3. Vacatures in de nieuwe commissie Raadsleden & Griffiers Bijlage II: Vacatures in de nieuwe commissie Raadsleden & Griffiers -
Startnotitie met uitgangspunten voor de nieuwe commissie Profielschets voor de nieuwe commissie Specifieke profielschets voor de voorzitter van de nieuwe commissie
4. Rol van de adviescommissie governance 5. Kandidaatstellingsprocedure en tijdpad richting Buitengewone ALV 25 november 2015 6. “Frequently asked questions (FAQ-s)”.
1. Uitgangspunten kandidaatstellingsprocedure en werkwijze VNG governance Uitgangspunten kandidaatstellingsprocedure Op basis van de voorstellen van de commissie governance (voorzitter Arno Brok) van oktober 2013 gelden de volgende centrale uitgangspunten voor de kandidaatstellingsprocedure: -
Bij de selectie van kandidaten staat kwaliteit nadrukkelijk voorop De bestuurlijke organisatie is herkenbaar voor de achterban, maar hoeft niet per se exact
-
representatief te zijn op criteria als gemeentegrootte en partijpolitieke kleur Binnen het bestuur en de commissies wordt gewerkt met portefeuillehouders, die als trekker opereren op de belangrijkste thema’s in de huidige raadsperiode. Bij de invulling
-
van vacatures kunnen op grond hiervan aanvullende eisen worden gesteld Naast de provinciale afdelingen worden ook andere gremia gevraagd om aanbevelingen te doen voor kandidaten uit hun specifieke achterban, waaronder: o de netwerken G4, G32, Platform Middelgrote Gemeenten (PMG) en P10 o o
de verenigingen van doelgroepen: Nederlands Genootschap van Burgemeesters, Wethoudersvereniging, Vereniging van Gemeentesecretarissen, Vereniging van Griffiers en Raadslid.Nu.
Werkwijze bestuur, commissies en College van Arbeidszaken (CvA) Het werken met eigen portefeuilles Alle leden van bestuur, commissies en CvA zijn verantwoordelijk voor een eigen inhoudelijke portefeuille. Op ieder thema krijgen één of meer leden het portefeuillehouderschap. Het doel van het portefeuillehouderschap op belangrijke thema’s is om evenwichtig samengestelde commissies te krijgen, waarin de belangrijkste thema’s voor de komende vier jaar op een goede manier zijn belegd. Van de leden wordt verwacht dat zij als portefeuillehouder op hun thema als trekker en ambassadeur optreden. Enerzijds richting de eigen commissie, het bestuur en de gemeentelijke achterban en anderzijds richting kabinet, parlement en andere stakeholders. Het rapport van de commissie governance vindt u op vng.nl.
onderwerp
Openstelling vacatures in bestuur en commissies VNG
datum
4 september 2015
02/12
2. Vacatures in bestuur en vaste beleidscommissies De volgende vacatures worden opengesteld: Bestuur/commissie/CvA:
Ontstaan door (komend) vertrek van:
Voorzitter commissie Milieu, Energie & Mobiliteit,
Olaf Prinsen, wethouder Apeldoorn
tevens lid bestuur Lid commissie Bestuur & Veiligheid
Jan van Zanen, burgemeester Utrecht
(drie vacatures)
Onno van Veldhuizen, burgemeester Hoorn Frank Koen, burgemeester Capelle a/d IJssel *
Lid commissie Dienstverlening & Informatiebeleid
Franc Weerwind, burgemeester Velsen
Lid commissie Gezondheid & Welzijn
Sjoerd Tolsma, wethouder Súdwest Fryslân
Lid commissie Werk & Inkomen (twee vacatures)
Jacqueline Verbeek-Nijhof, wethouder Zeist Yvonne van Mierlo, wethouder Helmond
Lid commissie Onderwijs, Cultuur & Sport
Christian van den Berg, secretaris Doesburg
(drie vacatures)
Jeroen Gebben, wethouder Barendrecht Jo-Annes De Bat, wethouder Goes Bernie van den Berg, wethouder Breda
Lid commissie Milieu, Energie & Mobiliteit
Jan Batelaan, wethouder Menterwolde
(twee vacatures)
Cees Vermeer, secretaris Zaanstad
Lid commissie Europa & Internationaal
Selçuk Akinci, wethouder Breda
16-20 leden, inclusief de voorzitter nieuwe commissie Raadsleden & Griffiers
Nieuwe functies
(*) Deze vacature gaat in per 2 januari 2016. Tot dat tijdstip blijft Frank Koen commissielid in zijn hoedanigheid van burgemeester van Capelle a/d IJssel
onderwerp
Openstelling vacatures in bestuur en commissies VNG
datum
4 september 2015
03/12
Vereisten voor vacatures Algemene profielschets De algemene profielschets voor leden van bestuur en commissies bevat een aantal vereisten voor leden van bestuur en commissies en aanvullende specifieke vereisten voor de commissievoorzitters. De algemene profielschets treft u aan in bijlage 1 bij deze ledenbrief. Vacature voor commissievoorzitter Milieu, Energie & Mobiliteit De specifieke profielschets gaat in op de gevraagde ervaring, vaardigheden en leiderschapsstijl van de commissievoorzitter. Ook wordt een indicatie van het tijdsbeslag gegeven. Daarnaast moet de voorzitter affiniteit hebben met de belangrijke thema’s van de commissie. Meer informatie over de commissie vindt u op vng.nl. Vacatures voor lidmaatschap commissies Voor de 14 vacatures voor het lidmaatschap van de verschillende commissies zijn er bovendien specifieke vereisten per vacature. Die vereisten kunnen betrekking hebben op de inhoudelijke beleidsportefeuille waarop een geschikte kandidaat wordt gezocht of op de doelgroep binnen de achterban die in het bijzonder wordt uitgenodigd om zich kandidaat te stellen. In het laatste geval kan het bijvoorbeeld gaan om de doelgroep raadsleden, de doelgroep kleine gemeenten of de doelgroep vrouwen. Hierna volgt een korte beschrijving van de specifieke vereisten per vacature in de verschillende commissies. Een uitgebreidere beschrijving van de vereisten per vacature treft u aan in bijlage 1 bij de ledenbrief. De vacature in de commissie Europa & Internationaal wordt in de volgende paragraaf apart behandeld omdat voor de invulling hiervan afwijkende regels gelden. Vacatures:
Vereisten per vacature:
Voorzitter commissie Milieu, Energie
Affiniteit met de volgende portefeuille binnen de commissie:
& Mobiliteit, tevens lid bestuur
Lid commissie Bestuur & Veiligheid (drie vacatures)
-
Energie & Klimaat, afvalbeleid, Omgevingswet, mobiliteit en VTH/ruds
Affiniteit met de volgende portefeuille binnen de commissie: - Regie integraal veiligheidsbeleid Affiniteit met de volgende portefeuille binnen de commissie: - Recht en Rechtsstatelijkheid - Juridische kwaliteitszorg Voor de derde vacature geldt geen specifiek profiel. Kandidaten moeten wel affiniteit hebben met een of meer portefeuilles van de commissie (zie vng.nl)
onderwerp
Openstelling vacatures in bestuur en commissies VNG
datum
4 september 2015
04/12
Lid commissie Dienstverlening & Informatiebeleid
Voor de vacature geldt geen specifiek profiel. Kandidaten moeten wel affiniteit hebben met een of meer portefeuilles van de commissie (zie vng.nl)
Lid commissie Gezondheid & Welzijn
Voor de vacature geldt geen specifiek profiel. Kandidaten moeten wel affiniteit hebben met een of meer portefeuilles van de commissie (zie vng.nl)
Lid commissie Werk & Inkomen (twee vacatures)
Affiniteit met de volgende portefeuille binnen de commissie - Werkgelegenheidsbeleid en arbeidsmarktbeleid Affiniteit met de volgende portefeuille binnen de commissie -
Lid commissie Onderwijs, Cultuur & Sport (vier vacatures)
Economie en ondernemerschap
Affiniteit met de volgende portefeuille binnen de commissie: -
Aansluiting passend onderwijs/zorg voor jeugd
Affiniteit met de volgende portefeuille binnen de commissie: -
Onderwijs en opvang
Affiniteit met de volgende portefeuille binnen de commissie: -
Cultuur in brede zin
Affiniteit met de volgende portefeuille binnen de commissie: - Sport Lid commissie Milieu, Energie & Mobiliteit (twee vacatures)
Affiniteit met de volgende portefeuille binnen de commissie: - AMVB’s Omgevingswet Affiniteit met de volgende portefeuille binnen de commissie: -
VTH/rud’s
Lid commissie Europa &
Betreft: lidmaatschap internationale delegatie met als
Internationaal
portefeuille Mondiale en Europese Stedelijke Agenda Gevraagd: Affiniteit en ervaring met internationale agenda’s en het thema verstedelijking
Nieuwe commissie Raadsleden & Griffiers (voorzitter en 15-19 leden)
onderwerp
Nieuwe functies, zie bijlage 2
Openstelling vacatures in bestuur en commissies VNG
datum
4 september 2015
05/12
3. Vacatures in de nieuwe commissie Raadsleden & Griffiers Aanleiding Uit een evaluatie onder raadsleden in bestuur en commissies in 2007 bleek dat het lidmaatschap van vaste beleidscommissies slechts in beperkte mate bijdraagt aan de betrokkenheid van raadsleden bij de vereniging. Oorzaken daarvoor waren destijds onder andere het tijdsbeslag voor raadsleden en de achterstand van raadsleden in inhoudelijke dossierkennis. Er is nog steeds behoefte aan aanvullende mogelijkheden om raadsleden en griffiers in staat te stellen hun inbreng te leveren. De commissie governance (commissie-Brok) heeft in oktober 2013 de aanbeveling aan de VNG gedaan om in samenwerking met Raadslid.Nu en de Vereniging van Griffiers een gremium voor raadsleden en griffiers te ontwikkelen, dat zich richt op vraagstukken die raadsleden en griffiers specifiek raken. Daarnaast zouden raadsleden en griffiers nog steeds welkom blijven als kandidaten voor vaste beleidscommissies. Deze aanbeveling maakte deel uit van een breed pakket aan verbetervoorstellen dat in de Buitengewone ALV van 29 november 2013 met een meerderheid van 99% van de stemmen is aangenomen. Uitgangspunten voor de nieuwe commissie In de afgelopen periode hebben Raadslid.Nu, Vereniging van Griffiers en VNG intensief samengewerkt om te komen tot breed gedragen uitgangspunten voor de nieuwe commissie. Wat de selectie van kandidaten voor de nieuwe commissie betreft, hebben Raadslid.Nu en Vereniging van Griffiers nadrukkelijk de wens uitgesproken om de kandidaatstellingsprocedure via de adviescommissie governance te laten lopen. De vacatures voor de nieuwe commissie worden daarom samen met de andere vacatures in bestuur en commissies opengesteld. Eerste commissievoorzitter afkomstig uit VNG-bestuur Voor de eerste invulling van het voorzitterschap van de nieuwe commissie komen op voorstel van het VNG bestuur alleen de huidige raadsleden en griffier uit het VNG-bestuur in aanmerking. Deze eerste commissievoorzitter, die in deze eerste fase gedurende anderhalf jaar leiding zal geven aan de commissie, moet zorgen voor een goede en directe verbinding tussen VNG-bestuur en commissie in de periode dat de werkwijze en organisatie van de nieuwe commissie zich nog moet uitkristalliseren. Na deze fase kan het commissievoorzitterschap wel breed worden opengesteld. In bijlage 2 bij deze brief treft u aan: -
startnotitie met een nadere toelichting op de focus, de werkwijze en mogelijke
-
inhoudelijke thema’s waarop de nieuwe commissie zich kan richten profielschets voor de nieuwe commissie
-
specifieke profielschets voor de voorzitter van de nieuwe commissie.
onderwerp
Openstelling vacatures in bestuur en commissies VNG
datum
4 september 2015
06/12
4. Rol van de adviescommissie governance Rol adviescommissie bij selectie van kandidaten Opdracht adviescommissie governance De adviescommissie heeft de belangrijke opdracht om binnen de bestuurlijke organisatie van de VNG zorg te dragen voor een kwalitatief goede en representatieve samenstelling van bestuur, vaste beleidscommissies en CvA. Conform de aanbevelingen van de commissie governance richt de adviescommissie zich daarbij nadrukkelijk op de kwaliteit van kandidaten, waarbij de bestuurlijke organisatie herkenbaar moet blijven voor de achterban. Daartoe houdt de adviescommissie rekening met de criteria: partijpolitieke achtergrond, gemeentegrootte, doelgroep (burgemeester, wethouder, raadslid, secretaris, griffier) en geslacht. De doelgroepen van de VNG (burgemeester, wethouder, secretaris, griffier en raadslid) zijn conform de statutaire bepalingen vertegenwoordigd in de adviescommissie. Daarbij is rekening gehouden met de verdeling over het land. Samenstelling adviescommissie De adviescommissie bestaat uit:
Peter Noordanus (burgemeester Tilburg), voorzitter
Sjaak van der Tak (burgemeester Westland)
Ans Hartnagel (wethouder Capelle a/d IJssel)
Vacature (doelgroep secretaris)
Vacature (doelgroep griffier)
Linda Hes (raadslid Castricum)
Jantine Kriens (voorzitter directieraad VNG).
Voor invulling van de vacatures zijn de Vereniging van Gemeentesecretarissen (VGS) en de Vereniging van Griffiers (VvG) gevraagd om aanbevelingen te doen. Het VNG-bestuur benoemt de leden van de adviescommissie op voordracht van de directieraad van de VNG. Werkwijze adviescommissie De adviescommissie governance hanteert de volgende werkwijze gedurende het selectieproces: 1. Selectie op basis van ingediende motivatie, CV’s en andere ondersteunende stukken 2. Inwinnen van referenties (optioneel) 3. Voeren van gesprekken (optioneel)
onderwerp
Openstelling vacatures in bestuur en commissies VNG
datum
4 september 2015
07/12
5. Kandidaatstellingsprocedure en tijdpad richting BALV 25 november 2015 Kandidaatstelling Aanmelding kandidaten Alle burgemeesters, wethouders, raadsleden, secretarissen en griffiers kunnen zich kandidaat stellen voor het lidmaatschap van bestuur en de vaste beleidscommissies. Voor de nieuwe commissie komen alleen raadsleden en griffiers in aanmerking. Op de site https://governance.vng.nl/ kunnen alle kandidaten zich vanaf 4 september registreren en hun belangstelling voor vacatures aangeven. Kandidaten moeten zich vóór de gestelde deadline van 25 september a.s., 12.00 uur, hebben aangemeld. Aanbevelingen provinciale afdelingen en andere netwerken In deze kandidaatstellingsprocedure zullen in ieder geval de volgende netwerken worden uitgenodigd om aanbevelingen te doen:
provinciale afdelingen
netwerken van gemeenten: G4, G32, PMG en P10
verenigingen van doelgroepen: Raadslid.Nu, Nederlands Genootschap van Burgemeesters, Wethoudersvereniging, Vereniging van Gemeentesecretarissen en Vereniging van Griffiers.
Privacy van gegevens kandidaten:
Voor hun aanbeveling ontvangen de provinciale afdelingen en andere gremia van het VNG-bureau de namen van de kandidaten uit hun specifieke achterban en de vacatures waarop deze kandidaten hebben gesolliciteerd
De persoonlijke motivatie van kandidaten en andere ingediende bijlagen worden niet verstrekt. Vanzelfsprekend kunnen kandidaten er zelf voor kiezen om hun motivatie onder de aandacht te brengen van provinciale afdelingen of andere gremia.
onderwerp
Openstelling vacatures in bestuur en commissies VNG
datum
4 september 2015
08/12
Tijdpad kandidaatstellingsprocedure Dit tijdpad is gebaseerd op de bepalingen in de Statuten van de VNG. 4 september 2015
Openstelling vacatures
(vrijdag) 25 september (vrijdag)
Uiterste termijn voor aanmelding kandidaten om 12.00 uur Hierna vinden de volgende activiteiten plaats: 1. adviescommissie krijgt een overzicht van de kandidaten 2. Raadslid.Nu, VvG, provinciale afdelingen, G4, G32, PMG hebben twee weken de tijd om, aan de hand van een overzicht van de kandidaten uit hun achterban, hun voordracht aan de adviescommissie op te stellen 3. adviescommissie stelt haar voordracht vast op 19 oktober 4. VNG-bestuur wordt geïnformeerd over de voordracht
9 oktober
Deadline voor aanlevering voordrachten hiervoor genoemde gremia
(vrijdag)
Deze gremia hebben een overzicht ontvangen van alle kandidaten uit hun specifieke achterban en stellen op basis daarvan hun voordracht (aanbeveling) op aan de adviescommissie. NB) zij kiezen uit de aangemelde kandidaten en kunnen geen nieuwe kandidaten stellen
19 oktober (maandag)
Vergadering adviescommissie De adviescommissie stelt, mede op basis van de voordrachten van Raadslid.Nu, VvG, provinciale afdelingen, G4, G32 en PMG haar enkelvoudige voordracht vast voor de Buitengewone ALV
Uiterlijk 21 oktober
Uiterste termijn bekendmaken kandidaten op voordracht adviescommissie
(woensdag)
+ mogelijkheid tot stellen tegenkandidaten
4 november
Uiterste termijn aanmelding tegenkandidaten
(woensdag) 11 november (woensdag)
Uiterste termijn bekendmaking tegenkandidaten
25 november
Buitengewone ALV
(woensdag)
Leden stemmen over de kandidaten en eventuele tegenkandidaten voor vacatures in bestuur en commissies
onderwerp
Openstelling vacatures in bestuur en commissies VNG
datum
4 september 2015
09/12
6. “Frequently Asked Questions” Vragen:
Antwoorden:
Voor welke datum moet ik mij aanmelden?
Uiterlijk 25 september 2015, voor 12.00 uur
Hoe moet ik mij opnieuw aanmelden? NB) voor kandidaten die zich in de
Op de website https://governance.vng.nl/ kunt u inloggen met uw gebruikersnaam en wachtwoord. De gegevens in uw profiel
vorige vacatureronde reeds hebben aangemeld
zijn bewaard. U kunt aangeven naar welke vacatures uw belangstelling uitgaat en indien u dat wenst uw profiel bijwerken. NB) Alle kandidaten uit de vorige vacatureronde hebben per email een attendering op de nieuwe vacatures gekregen, waarin hun gebruikersnaam is vermeld. Mochten zij hun wachtwoord zijn vergeten dan kunnen zij via de optie “wachtwoord vergeten” een nieuw wachtwoord kiezen.
Hoe moet ik mij aanmelden? NB) voor nieuwe kandidaten
Op de website https://governance.vng.nl/ kunt u zich registreren als kandidaat en aangeven naar welke vacatures uw belangstelling uitgaat.
Wat wordt er van mij verwacht in
Zie algemene en specifieke profielschetsen (bijlage ledenbrief)
bestuur of commissie? Moet mijn gemeente mijn kandidatuur
Nee, u bent kandidaat op persoonlijke titel
ondersteunen? Wie bepaalt of ik in bestuur of
De adviescommissie governance stelt een enkelvoudige
commissie kom?
voordracht vast op basis van o.a.
adviezen van provinciale afdelingen & netwerken
attendence & functioneren van voormalige leden van bestuur en commissies die zich opnieuw kandidaat stellen.
Kwaliteit van kandidaten staat voorop. Daarnaast wordt rekening gehouden met representativiteit (provincie, gemeentegrootte, politieke kleur, geslacht, functie) Formele besluitvorming vindt plaats in de Buitengewone ALV van 25 november a.s.
onderwerp
Openstelling vacatures in bestuur en commissies VNG
datum
4 september 2015
10/12
Wanneer hoor ik of in bestuur of commissie kom?
De adviescommissie governance stelt op 19 oktober a.s. haar enkelvoudige voordracht aan de leden vast. Hierna ontvangt u persoonlijk per e-mail bericht of u bent voorgedragen voor een van de vacatures. In de Buitengewone ALV van 25 november a.s. vindt in een gewogen stemming besluitvorming plaats over kandidaten op de voordracht van de adviescommissie en eventuele tegenkandidaten. Na de stemming is bekend of u bent gekozen.
Meer informatie De actuele versies van de Statuten en het Huishoudelijk reglement van de VNG, alsmede het Reglement van de commissie Europa & Internationaal en het Reglement van het College voor Arbeidszaken zijn te vinden op vng.nl. U kunt desgewenst ook contact opnemen met het Informatiecentrum van de VNG via tel. 070-3738393 of e-mail:
[email protected].
onderwerp
Openstelling vacatures in bestuur en commissies VNG
datum
4 september 2015
11/12
Uitnodiging aan belangstellenden Wij nodigen alle burgemeesters, wethouders, secretarissen, griffiers en raadsleden van harte uit om zich kandidaat te stellen voor een of meerdere vacatures in bestuur en commissies. In de profielschets treft u uitvoerige informatie aan over wat er van u wordt gevraagd en met welk tijdsbeslag u rekening moet houden.
Aanmelding kandidaten -
U kunt zich kandidaat stellen voor de vacatures in bestuur en beleidscommissies tot uiterlijk vrijdag 25 september 2015 vóór 12.00 uur
-
Op de kandidaten website https://governance.vng.nl/ kunt u zich registreren als kandidaat en aangeven naar welke vacatures uw belangstelling uitgaat.
Hoogachtend, Vereniging van Nederlandse Gemeenten,
Mr J.H.C. van Zanen voorzitter
Deze ledenbrief staat ook op www.vng.nl onder brieven.
onderwerp
Openstelling vacatures in bestuur en commissies VNG
datum
4 september 2015
12/12
BIJLAGE I bij ledenbrief 15/068, openstelling vacatures bestuur en commissies VNG (4 september 2015)
Profielschetsen vacatures bestuurlijke organisatie VNG (inrichting bestuurlijke organisatie VNG, algemene profielschets en specifieke profielschetsen voor bestuur en commissies)
Inhoudsopgave: I.
Pagina:
Inrichting bestuurlijke organisatie VNG
2
II. Algemene profielschets voor alle leden bestuur en commissies
5
III. Specifieke profielschetsen voor vacatures in bestuur en commissies a. Commissievoorzitter Milieu, Energie & Mobiliteit, tevens lid bestuur
7 8
b. Lid commissie Bestuur en Veiligheid (drie vacatures) c. Lid commissie Dienstverlening en Informatiebeleid
9 12
d. Lid commissie Gezondheid en Welzijn e. Lid commissie Werk & Inkomen (twee vacatures)
13 14
f.
17
Lid commissie Onderwijs, Cultuur en Sport (vier vacatures)
g. Lid commissie Milieu, Energie & Mobiliteit (twee vacatures) 21 h. Lid commissie Europa en Internationaal (inclusief toelichting en bijlage) 23
1
I. INRICHTING BESTUURLIJKE ORGANISATIE VNG 1. Het bestuur, de vaste beleidscommissies en het College voor Arbeidszaken (CvA) De bestuurlijke organisatie van de VNG bestaat sinds juli 2014 uit een bestuur, negen vaste beleidscommissies en het College voor Arbeidszaken. De vaste beleidscommissies zijn actief zijn op de volgende terreinen: - Bestuur en Veiligheid -
Dienstverlening en informatiebeleid Onderwijs, Cultuur en Sport
-
Gezondheid en Welzijn
-
Werk en Inkomen Ruimte en Wonen
-
Milieu, Energie en Mobiliteit Europa en Internationaal
-
Financiën.
2. Taken van bestuur, vaste beleidscommissies en CvA De taken van het bestuur zijn: •
Besturen van de Vereniging;
•
Jaarlijks opstellen van de begroting;
•
Vertegenwoordigen van de Vereniging.
De vaste beleidscommissies hebben als taak: •
Adviseren aan het bestuur over de belangenbehartiging;
•
Voorbereiden van beleidsstandpunten van het bestuur;
•
Namens het bestuur vertegenwoordigen van de Vereniging in voorkomende bestuurlijke overleggen in Den Haag, Brussel en internationaal op dat beleidsterrein;
•
Extern uitdragen van de verenigingsstandpunten in Nederland, Europa en internationaal;
•
Voorstellen doen met het oog op tijdelijke ondersteunende subcommissies.
De vaste beleidscommissie Europa & Internationaal heeft als taak: •
De hierboven genoemde taken van de beleidscommissies gelden ook voor de Commissie Europa en Internationaal. Daarbij heeft het college als specifieke taak:
•
Het behartigen van de belangen van de Nederlandse Gemeenten in de Europese Unie, de Raad van Europa, de Verenigde Naties en tijdens Europese of internationale debatten en bestuurlijke overleggen in Nederland;
•
De ontwikkelingen op de Europese en internationale aspecten van gemeentelijke beleidsterreinen actief volgen en verbinden met de vakinhoudelijke werkzaamheden op deze beleidsterreinen in de verschillende beleidscommissies van de VNG.
Het CvA heeft als taak: •
De hierboven genoemde taken van de beleidscommissies gelden ook voor het College voor Arbeidszaken. Daarbij heeft het college als specifieke taak de zorg voor de totstandkoming van afspraken met andere overheden over het arbeidsvoorwaardenbeleid in de overheidssector en
2
van overeenkomsten met werknemersorganisaties over de arbeidsvoorwaarden van het personeel in de sector gemeenten. 3. Samenstelling van bestuur, vaste beleidscommissies en CvA Bij de samenstelling van bestuur en beleidscommissies zijn conform statuten en huishoudelijk reglement van de Vereniging de volgende bepalingen van toepassing: 1. De adviescommissie houdt rekening met een afspiegeling van de achterban van de Vereniging, waarbij het bestuur let op: a. Een afspiegeling van alle doelgroepen van de Vereniging; b. De verschillen tussen gemeenten in omvang en geografische ligging 2. De benoeming van een lid van bestuur of commissie geldt voor een periode van maximaal vier jaar en eindigt op het moment dat na de eerstvolgende raadsverkiezingen in de opvolging van het lid is voorzien 3. In tussentijdse vacatures wordt zo snel mogelijk voorzien. Ook hier eindigt de benoemingstermijn op het moment dat na de eerstvolgende raadsverkiezingen in de opvolging van het tussentijds benoemde lid is voorzien 4. Een persoon kan maar van één beleidscommissie, waaronder het College voor Arbeidszaken, lid zijn. Een uitzondering is de combinatie van het voorzitterschap van de vereniging en het voorzitterschap van de commissie Europa & International 5. Uit eenzelfde gemeente kan niet meer dan één persoon in het bestuur zitting hebben. Ditzelfde geldt voor elk van de beleidscommissies en het College voor Arbeidszaken. 3.1 VNG-bestuur Het VNG-bestuur wordt benoemd door de ALV en bestaat uit de voorzitter, de vice-voorzitter en de voorzitters van de vaste beleidscommissies, inclusief het CvA (allen in functie benoemd) en 11 leden. De voorzitter en vice-voorzitter hebben een verschillende partijpolitieke achtergrond. In het bestuur dienen minimaal drie burgemeesters, drie wethouders, drie raadsleden, één secretaris en één griffier zitting te hebben. Het bestuur komt maandelijks bijeen. 3.2 Vaste beleidscommissies De vaste beleidscommissies bestaan uit minimaal 16 en maximaal 20 leden inclusief de voorzitter. De voorzitter en de overige commissieleden worden door de ALV benoemd. De commissie kiest uit haar midden een vice-voorzitter. Alle doelgroepen van de VNG kunnen in de commissie vertegenwoordigd zijn: raadslid, burgemeester, wethouder, secretaris en griffier. De commissies vergaderen om de maand op dezelfde dag als het bestuur. Gelet op het belang van de afstemming van belangenbehartiging op nationaal en Europees niveau kunnen de leden van de commissie Europa & Internationaal vergaderingen van andere commissies bijwonen. 3.3 Commissie Europa & Internationaal De commissie Europa en internationaal bestaat maximaal uit 37 leden waaronder een voorzitter en vicevoorzitter. Het Reglement voor de Commissie Europa & Internationaal bepaalt dat de vertegenwoordigers (burgemeesters, wethouders en raadsleden) van de gemeenten in de Nederlandse delegaties naar een aantal Europese en Internationale gremia (waaronder het Comité van de Regio’s, het Congres van Lokale en Regionale Overheden van de Raad van Europa en de internationale delegatie van de VNG) qualitate qua lid zijn van de commissie. De benoeming van de leden zal door het bestuur en op voordracht de adviescommissie plaatsvinden. De Commissie Europa en Internationaal zal maximaal vier keer per jaar bijeenkomen. De leden van de Commissie Europa en Internationaal 3
worden geacht deel te nemen aan de vergaderingen van de delegatie en het Europese of internationale gremium waarvan zij lid zijn, de Commissie Europa en Internationaal, en de relevante vaste beleidscommissie. 3.4 College voor Arbeidszaken De leden van het CvA worden aangewezen door het VNG-bestuur, dat deze aanwijzing ter bevestiging voorlegt aan de algemene ledenvergadering. De samenstelling is op basis van het Reglement van het College voor Arbeidszaken op draagvlak gericht met een voorzitter, vertegenwoordigers uit de G4, van verschillende gemeentecategorieën, vanuit de gewesten en de openbare lichamen. Tot lid van het College voor Arbeidszaken kunnen slechts worden aangewezen leden van de colleges van burgemeester en wethouders c.q. van de dagelijkse besturen van aangesloten gewesten en lichamen. Het CvA vergadert net als de beleidscommissies tweemaandelijks. Daarnaast voert een CvA-delegatie onderhandelingen voor de gemeenten als werkgever. Duur noch frequentie van de onderhandelingen liggen vast, maar de onderhandelingen leggen in de praktijk een groter beslag op de agenda dan de reguliere vergaderingen.
4
II. Algemene profielschets 1. Vereisten voor alle leden bestuur, vaste beleidscommissies en CvA Alle (vice-)voorzitters en leden van het bestuur, de beleidscommissies en het College voor Arbeidszaken dienen een wezenlijke bijdrage te leveren aan het realiseren van de doelstellingen en slagkracht van de VNG. Van hen wordt verwacht dat zij: -
De ambities van gemeenten als “Eerste overheid” onderschrijven;
-
beschikken over kennis en inzicht over het functioneren van het lokaal bestuur in brede zin; Oog hebben voor de diversiteit van de VNG achterban;
-
Inzicht hebben in het politiek en bestuurlijk proces, ook op provinciaal- en Rijksniveau en de
-
invloed van Europese en internationale aangelegenheden; Over een breed bestuurlijk, politiek en maatschappelijk netwerk beschikken met ingangen op
-
alle niveaus; Inhoudelijk gezaghebbend zijn binnen en buiten de doelgroep waar zij uit afkomstig zijn;
-
Beschikken over overtuigingskracht; In staat zijn de standpunten van de Vereniging aansprekend uit te dragen;
-
In staat zijn om op hun eigen portefeuille als inspirerend trekker te opereren
-
In staat zijn initiërend te denken; Optreden als ambassadeurs van de Vereniging binnen hun provincie en contact onderhouden
-
met hun provinciale afdeling; De mogelijkheid hebben en bereid zijn voldoende tijd te investeren zodat een volwaardige vervulling van de functie gegarandeerd is.
Voor leden van commissies (uitgezonderd secretarissen, griffiers en raadsleden) geldt als uitgangspunt dat zij binnen het college portefeuillehouder zijn op het beleidsterrein van hun commissie. 2. Aanvullende vereisten voor de verschillende functies binnen de bestuurlijke organisatie Algemeen Voor de vervulling van de verschillende functies in de bestuurlijke organisatie van de VNG gelden naast de algemene vereisten aan de leden van bestuur en commissies ook aanvullende vereisten. Daarbij geldt voor alle functies, dat kandidaten rekening moeten houden met een behoorlijke tijdsbelasting. Kandidaten voor (vice)voorzitterschap of het commissievoorzitterschap moeten uitgaan van een tijdsbeslag van gemiddeld minimaal een dag per week. De belasting van leden van bestuur en commissies hangt samen met de eigen portefeuille waarvoor zij verantwoordelijk zijn. VNG-bestuur Het bestuur heeft een wezenlijk andere taak dan de commissies. Het bestuur is verantwoordelijk voor het besturen van de Vereniging, het jaarlijks opstellen van de begroting en het vertegenwoordigen van de Vereniging. De commissies hebben een adviserende rol ten opzichte van het bestuur op een bepaald beleidsterrein. De profielschets van het bestuur heeft daarom een afwijkend format ten opzichte van de profielschetsen voor de commissies. In de profielschets voor het bestuur wordt ingegaan op: de verschillende functies binnen het bestuur, het daarmee gemoeide tijdsbeslag en de vereiste kwaliteiten van kandidaten per functie.
5
Voorzitter beleidscommissie (tevens lid bestuur) Alle commissievoorzitters, inclusief het CvA, moeten er rekening mee houden dat zij gemiddeld een dag per week beschikbaar moeten zijn voor de volgende activiteiten: - Bijwonen en voorzitten van de tweemaandelijkse vergaderingen van de beleidscommissie -
Deelname aan voorkomende bestuurlijke overleggen op dat beleidsterrein Bijwonen van de maandelijkse vergaderingen van het bestuur
-
Voorbereiden van commissievergaderingen Optreden als ambassadeur van de Vereniging binnen de eigen provincie en contact onderhouden met de eigen provinciale afdeling.
Van de commissievoorzitter wordt verwacht dat hij: -
Binnen het college een portefeuille heeft die aansluit bij de opdracht van de commissie (voor het CvA is dat niet per se noodzakelijk)
-
Over voldoende gezag en leidinggevende capaciteiten beschikt Mensen kan enthousiasmeren en verbinden
-
Een vlotte vergadertechniek hanteert
-
In staat is om invulling te geven aan de beoogde nieuwe werkwijze van commissies, waarbij ieder lid verantwoordelijk is voor een eigen portefeuille
-
Met gezag en kennis leiding kan geven aan bestuurlijke delegaties c.q. zorg draagt voor representatieve, deskundige en gezaghebbende bestuurlijke delegaties
-
Erop toeziet dat de bestuurlijke delegaties het VNG-standpunt overtuigend en consciëntieus uitdragen en zich houden aan de spelregels voor de werkwijze van de bestuurlijke delegatie
-
Binnen het bestuur verantwoording aflegt over het werk van de commissie en de inbreng van de
-
commissie overtuigend, helder en toegankelijk weet te verwoorden Het standpunt van de commissie met verve aan derden weet over te brengen.
Voor de voorzitter van de commissie Europa en Internationaal gelden aanvullende eisen. Deze zijn opgenomen in de profielschets voor de commissie Europa en Internationaal. 3. Lid beleidscommissie Alle leden van vaste beleidscommissies, inclusief het CvA, moeten er rekening mee houden dat zij gemiddeld een halve dag per week beschikbaar moeten zijn voor de volgende activiteiten: -
Bijwonen van de tweemaandelijkse vergaderingen van de beleidscommissie Opereren als trekker en ambassadeur op een eigen portefeuille als omschreven in de
-
specifieke profielschets voor de commissie Eventueel deelnemen aan voorkomende bestuurlijke overleggen op dat beleidsterrein
-
Eventueel deelnemen aan subcommissies van de beleidscommissie
-
Optreden als ambassadeur van de Vereniging binnen de eigen provincie en contact onderhouden met de eigen provinciale afdeling
-
In voorkomend geval bijwonen van vergaderingen in het buitenland.
Het exacte tijdsbeslag hangt samen met de eigen portefeuille die het commissielid behartigt. Voor de leden van de commissie Europa en Internationaal gelden de volgende aanvullende vereisten. Deze zijn opgenomen in de profielschets voor de commissie Europa en Internationaal.
6
III. SPECIFIEKE PROFIELSCHETSEN PER VACATURE Aanbevelingen commissie Governance Conform de aanbevelingen van de commissie Governance heeft het VNG-bestuur op 10 april 2014 profielschetsen vastgesteld voor het bestuur en per individuele commissie. Deze profielschetsen hebben destijds bijgedragen aan de evenwichtige samenstelling van een bestuur en commissies, die toegerust zijn op de uitdagingen waar gemeenten in de komende periode voor staan. Vertaling naar specifieke profielschetsen per vacature Op basis van de profielschetsen voor het bestuur en per commissie kan voor iedere ontstane vacature een specifieke profielschets worden opgesteld. De opbouw van deze specifieke profielschetsen per vacature luidt als volgt: -
identificatie van de portefeuille(s) binnen de commissie waarvoor een kandidaat wordt gezocht eventuele aanvullende vereisten aan kandidaten
-
duiding van de urgentie voor de gemeenten op de betreffende portefeuille(s).
Afwijkende profielschetsen voor bestuur en commissie Europa & Internationaal Hiervoor is reeds aangegeven dat het bestuur een wezenlijk andere taak heeft dan de commissies. De profielschets van het bestuur heeft daarom een afwijkende opbouw. Ook voor de commissie Europa & Internationaal geldt een afwijkende profielschets conform de bepalingen in het Reglement van de commissie Europa & Internationaal. Hierna volgen de specifieke profielschetsen voor de verschillende vacatures.
7
A. PROFIELSCHETS COMMISSIEVOORZITTER MILIEU, ENERGIE & MOBILITEIT, TEVENS LID BESTUUR (in aanvulling op de algemene profielschets) Taken en vereisten
Gemiddeld tijdsbeslag
Vacature met ingang van Buitengewone ALV
Hele dag per
(vacature ontstaan door vertrek Olaf Prinsen)
week (afhankelijk
Specifieke vereisten voor deze vacature: Affiniteit met in ieder geval de volgende portefeuilles binnen de commissie:
van ontwikkelingen
-
Energie & Klimaat Afvalbeleid
op thema’s binnen de
-
Omgevingswet
commissie)
-
Mobiliteit VTH/ruds
Algemene vereisten commissievoorzitters: Alle commissievoorzitters moeten er rekening mee houden dat zij gemiddeld een dag per week beschikbaar moeten zijn voor de volgende activiteiten: -
Bijwonen en voorzitten van de tweemaandelijkse vergaderingen van de
-
beleidscommissie Deelname aan voorkomende bestuurlijke overleggen op dat beleidsterrein
-
Bijwonen van de maandelijkse vergaderingen van het bestuur Voorbereiden van commissievergaderingen
-
Optreden als ambassadeur van de Vereniging binnen de eigen provincie en contact onderhouden met de eigen provinciale afdeling.
Van de commissievoorzitter wordt verwacht dat deze: - Binnen het college een portefeuille heeft die aansluit bij de opdracht van de -
commissie Over voldoende gezag en leidinggevende capaciteiten beschikt
-
Mensen kan enthousiasmeren en verbinden Een vlotte vergadertechniek hanteert
-
In staat is om invulling te geven aan de nieuwe werkwijze van commissies,
-
waarbij ieder lid verantwoordelijk is voor een eigen portefeuille Met gezag en kennis leiding kan geven aan bestuurlijke delegaties c.q. zorg draagt voor representatieve, deskundige en gezaghebbende bestuurlijke delegaties
-
Erop toeziet dat de bestuurlijke delegaties het VNG-standpunt overtuigend en consciëntieus uitdragen en zich houden aan de spelregels voor de werkwijze van de bestuurlijke delegatie
-
-
Binnen het bestuur verantwoording aflegt over het werk van de commissie en de inbreng van de commissie overtuigend, helder en toegankelijk weet te verwoorden Het standpunt van de commissie met verve aan derden weet over te brengen.
8
B. Profielschets commissie Bestuur en Veiligheid (drie vacatures) (in aanvulling op de algemene profielschets) Aantal
Taken en vereisten
vacatures 3
Gemiddeld tijdsbeslag
Vacature 1. met ingang van Buitengewone ALV (vacature ontstaan door vertrek Jan van Zanen)
Halve dag per week
Geen inhoudelijke eisen voor wat betreft de inhoudelijke portefeuille. Deze vacature is ontstaan door de benoeming van Jan van Zanen tot
(afhankelijk van “eigen
voorzitter VNG. Na zijn vertrek is de G4 nog vertegenwoordigd in de commissie door Ingeborg Hoogveld, raadslid van Rotterdam.
portefeuille” binnen commissie)
Vacature 2. met ingang van Buitengewone ALV (vacature ontstaan door vertrek Onno van Veldhuizen) Kandidaten dienen affiniteit te hebben met de volgende portefeuilles binnen de commissie: -
Recht en Rechtsstatelijkheid Juridische kwaliteitszorg
Andere vereisten aan kandidaten: - Bij voorkeur een vertegenwoordiger uit de doelgroep burgemeester. Vacature 3. met ingang van 2 januari 2016 (vacature ontstaan door vertrek Frank Koen) Kandidaten dienen affiniteit te hebben met de volgende portefeuilles binnen de commissie: - Regie integraal veiligheidsbeleid Andere vereisten aan kandidaten: -
Bij voorkeur een vertegenwoordiger uit de doelgroep burgemeester of wethouder.
NB) de portefeuilles wordt hierna toegelicht Algemene taken en vereisten: Taken: -
Bijwonen tweemaandelijkse vergaderingen van de beleidscommissie
-
Opereren als trekker en ambassadeur op een eigen portefeuille als omschreven in de specifieke profielschets voor de commissie
-
Eventueel deelnemen aan voorkomende bestuurlijke overleggen op dat beleidsterrein
-
Eventueel deelnemen aan subcommissies van de beleidscommissie
-
Optreden als ambassadeur van de Vereniging binnen de eigen 9
provincie en contact onderhouden met de eigen provinciale afdeling -
In voorkomend geval bijwonen van vergaderingen in het buitenland.
Vereisten: -
een constructieve bijdrage leveren aan de behandeling van
-
strategische en inhoudelijke vraagstukken een constructieve bijdrage leveren aan de werkwijze van de
-
commissie de specifieke inzichten en belangen van zijn doelgroep (burgemeester, wethouder, secretaris, griffier, raadslid) in de commissie onder de aandacht brengen.
Thema’s 2014-2018 Recht en rechtsstatelijkheid
Urgentie voor gemeenten -
De plaats van het (staats)recht in de samenleving dient allereerst om de rechten en plichten van overheden en burgers vast te leggen. Burgers in Nederland hebben allen een aantal gegarandeerde rechten en vrijheden. Deze verworvenheden kunnen alleen worden gewaarborgd als het functioneren van de rechtsstaat in alle niveaus van het openbaar bestuur op een hoog niveau staat. In dat kader kunnen bestaande bevoegdheden, mechanismen en reeds beschikbare informatie beter gebruikt worden. Gemeenten kunnen in dat proces een belangrijke rol spelen door als Eerste Overheid zelf open staan te voor kritiek en kritisch te toetsen of de rechtsgelijkheid van burgers voldoende geborgd is. In Europees perspectief kan Nederland bij de toetsing van nieuwe Europese regelgeving aan de beginselen van subsidiariteit en proportionaliteit kijken naar de invloed daarvan op het functioneren van de rechtsstaat en de gevolgen daarvan voor de rechtspositie van de burgers.
Juridische kwaliteitszorg
-
Belangrijk onderdeel van de gemeentelijke bestuurskracht is de kwaliteit van het juridisch handelen. Door toename van taken ontstaat een steeds grotere druk op het gemeentelijk apparaat. Om goed antwoord hierop te kunnen geven, is een professionele juridische functie bij gemeenten een vereiste. De juridische kwaliteit dient op systematische wijze te worden geborgd en inhoud te geven bij een veelheid van onderwerpen. Te denken valt aan de Gemeentewet (wijzigingen in de Gemeentewet, het privaatrechtelijk afwegingskader, de positie van rekenkamers en de ombudsman) de Awb (mediation, wijzigingen bestuursrechtspraak, elektronisch verkeer, schadevergoeding en nadeelcompensatie) het overheidsprivaatrecht (onder andere de ontwikkelingen rondom overheidsaansprakelijkheid).
Regie integraal veiligheidsbeleid
-
Gemeenten hebben een regierol in lokaal veiligheidsbeleid. De VNG wil gemeenten ondersteunen deze regierol goed in te kunnen vullen. In sommige gevallen kan de gemeente partners besturen (veiligheidsregio), in andere 10
gevallen is het van belang dat gemeenten goede afspraken over samenwerken (sturen) kunnen maken (politie, woningbouw, OM etc.). Tot slot heeft de gemeente in veel gevallen ook zelf de beschikking over een handhavend apparaat (BOA’s). Het gaat in dit thema met andere woorden over de invloed die het lokale gezag moet kunnen hebben om haar regierol waar te maken.
11
C. Profielschets commissie Dienstverlening en Informatiebeleid (in aanvulling op de algemene profielschets) Aantal
Taken en vereisten
vacatures 1
Gemiddeld tijdsbeslag
Vacature met ingang van Buitengewone ALV (vacature ontstaan door vertrek Franc Weerwind)
Halve dag per week
Geen specifieke inhoudelijke eisen voor wat betreft de inhoudelijke portefeuille. Wel wordt affiniteit met de thema’s van de commissie
(afhankelijk van “eigen
gevraagd.
portefeuille” binnen
NB) informatie over de commissie vindt u op vng.nl
commissie)
Algemene taken en vereisten: Taken: - Bijwonen tweemaandelijkse vergaderingen van de -
beleidscommissie Opereren als trekker en ambassadeur op een eigen portefeuille als omschreven in de specifieke profielschets voor de
-
commissie Eventueel deelnemen aan voorkomende bestuurlijke
-
overleggen op dat beleidsterrein Eventueel deelnemen aan subcommissies van de
-
beleidscommissie Optreden als ambassadeur van de Vereniging binnen de eigen provincie en contact onderhouden met de eigen provinciale
-
afdeling In voorkomend geval bijwonen van vergaderingen in het buitenland.
Vereisten: - een constructieve bijdrage leveren aan de behandeling van strategische en inhoudelijke vraagstukken -
een constructieve bijdrage leveren aan de werkwijze van de commissie
-
de specifieke inzichten en belangen van zijn doelgroep (burgemeester, wethouder, secretaris, griffier, raadslid) in de commissie onder de aandacht brengen.
12
D. Profielschets commissie Gezondheid & Welzijn (in aanvulling op de algemene profielschets) Aantal
Taken en vereisten
vacatures 1
Gemiddeld tijdsbeslag
Vacature met ingang van Buitengewone ALV (vacature ontstaan door vertrek van Sjoerd Tolsma)
Halve dag per week
Geen specifieke inhoudelijke eisen voor wat betreft de inhoudelijke portefeuille. Wel wordt affiniteit met de thema’s van de commissie
(afhankelijk van “eigen
gevraagd.
portefeuille” binnen
NB) informatie over de commissie vindt u op vng.nl
commissie)
Andere vereisten aan kandidaten: -
Bij voorkeur een vertegenwoordiger uit de doelgroep wethouder.
Algemene taken en vereisten: Taken: -
Bijwonen tweemaandelijkse vergaderingen van de
-
beleidscommissie Opereren als trekker en ambassadeur op een eigen portefeuille,
-
alleen of samen met een mede-commissielid Eventueel deelnemen aan voorkomende bestuurlijke
-
overleggen op dat beleidsterrein Eventueel deelnemen aan subcommissies van de beleidscommissie
-
Optreden als ambassadeur van de Vereniging binnen de eigen provincie en contact onderhouden met de eigen provinciale afdeling
Vereisten: - een constructieve bijdrage leveren aan de behandeling van strategische en inhoudelijke vraagstukken -
vanuit een brede blik op het beleidsterrein een constructieve bijdrage leveren aan de werkwijze van de commissie
-
de specifieke inzichten en belangen van zijn doelgroep (burgemeester, wethouder, secretaris, griffier, raadslid) in de commissie onder de aandacht brengen.
13
E. Profielschets commissie Werk & Inkomen (twee vacatures) (in aanvulling op de algemene profielschets) Aantal
Taken en vereisten
vacatures 2
Gemiddeld tijdsbeslag
Vacature 1. met ingang van Buitengewone ALV (vacature ontstaan door vertrek Yvonne van Mierlo)
Halve dag per week
Kandidaten dienen affiniteit te hebben met de volgende portefeuille binnen de commissie:
(afhankelijk van “eigen
-
Werkgelegenheidsbeleid en arbeidsmarktbeleid.
Vacature 2. met ingang van Buitengewone ALV
portefeuille” binnen de commissie)
(vacature ontstaan door vertrek Jacqueline Verbeek-Nijhof) Kandidaten dienen affiniteit te hebben met de volgende portefeuille binnen de commissie: -
Economie en ondernemerschap.
NB) deze portefeuilles worden hierna toegelicht. Andere vereisten aan kandidaten: -
Bij voorkeur een vertegenwoordiger uit de doelgroep wethouder.
-
Gezag en draagvlak bij de doelgroep wethouder. Dit blijkt
-
Bredere werkervaring met het specifieke beleidsveld is
bijvoorbeeld uit bekendheid in bestuurlijke netwerken. een pre. -
Souplesse in vertegenwoordigende functies in niet-
-
Bruggenbouwer die scherp het gemeentelijke belang in
gemeentelijke netwerken. ogenschouw neemt. -
In staat om de bestuurlijke– en uitvoeringspraktijk bij gemeenten en met ketenpartners te verbinden en te versterken op het gebied van arbeidsmarkt, participatie en economie.
Algemene taken en vereisten: Taken: -
Bijwonen tweemaandelijkse vergaderingen van de beleidscommissie.
-
Opereren als trekker en ambassadeur op een eigen portefeuille als omschreven in de specifieke profielschets voor de commissie.
-
Eventueel deelnemen aan voorkomende bestuurlijke overleggen op dat beleidsterrein.
-
Optreden als ambassadeur van de Vereniging binnen de eigen provincie en arbeidsmarktregio en contact
14
onderhouden met de eigen provinciale afdeling en het overleg in de arbeidsmarktregio. Beschikbaar om namens de VNG / gemeenten bij publieke bijeenkomsten, conferenties e.d. aanwezig te
-
zijn. Vereisten: -
Een actieve bijdrage leveren aan de behandeling van
-
Een constructieve bijdrage leveren aan de werkwijze van
strategische en inhoudelijke vraagstukken; de commissie; De specifieke inzichten en belangen van zijn doelgroep
-
(burgemeester, wethouder, secretaris, griffier, raadslid) in de commissie onder de aandacht brengen. Thema’s
Urgentie voor gemeenten
2014-2018 Werkgelegenheidsbeleid en arbeidsmarktbeleid
-
Een gezaghebbend persoon met veel ervaring, mogelijk ook bij andere partijen op het terrein van werkgelegenheidsbeleid en arbeidsmarktbeleid.
-
In staat zijn een visie te ontwikkelen en deze visie actief uit te dragen.
-
De komende periode zal innovatie in het arbeidsmarktbeleid en sociale zekerheidsveld nadrukkelijk aandacht moeten krijgen. Daarbij is de mogelijke rol van gemeenten nader te duiden.
-
Een verbinder als het gaat om de samenwerking met UWV, werkgevers,
-
Kennis van of ervaring met publiek-private samenwerking.
-
Een gecombineerde collegeportefeuille sociale zaken en economische
vakbonden en cliëntenraden.
zaken is een pre. -
Economisch beleid verbinden met sociale doelstellingen, binnen en
-
Doorontwikkeling en lobby voor de arbeidsmarktregio’s.
-
Kennis en ervaring met / van de behoeften van kleine en middelgrote gemeenten op deze thema’s.
-
Verbinding zoeken met aanpalende gemeentelijke inzet op bijvoorbeeld
tussen gemeenten.
social return en onderwijs. -
Kennis ontsluiten en verbindingen leggen tussen gemeenten onderling en met deskundigen.
Economie en
-
De behoefte aan het verspreiden en uitdragen van goede voorbeelden op dit thema blijft onverminderd groot.
-
De nadruk ligt op BBZ, het bevorderen van ondernemerschap,
ondernemerschap
ondernemerschap vanuit de uitkering, de relatie met het economische beleid en de inzet van de doelgroep ZZP. -
Een gecombineerde collegeportefeuille sociale zaken en economische zaken is een pre.
-
Kennis ontsluiten en verbindingen leggen tussen gemeenten onderling
15
en met deskundigen. -
De behoefte aan het verspreiden en uitdragen van goede voorbeelden op dit thema blijft onverminderd groot.
16
F. Profielschets commissie Onderwijs, Cultuur en Sport (vier vacatures) (in aanvulling op de algemene profielschets) Aantal
Taken en vereisten
vacatures 4
Gemiddeld tijdsbeslag
Vacature 1. met ingang van Buitengewone ALV (vacature ontstaan door vertrek Jeroen Gebben)
Halve dag per week
Kandidaten dienen affiniteit te hebben met de volgende portefeuille binnen de commissie:
(afhankelijk van “eigen
-
Aansluiting Passend Onderwijs / zorg voor jeugd
Andere vereisten aan kandidaten: -
portefeuille” binnen commissie)
Bij voorkeur een vertegenwoordiger die ook wil plaatsnemen in de subcommissie Jeugd.
Vacature 2. met ingang van Buitengewone ALV (vacature ontstaan door vertrek Jo-Annes de Bat) Kandidaten dienen affiniteit te hebben met de volgende portefeuille binnen de commissie: -
Onderwijs en opvang
Andere vereisten aan kandidaten: - Bij voorkeur een vertegenwoordiger die ook wil plaatsnemen in de subcommissie Jeugd. Vacature 3. met ingang van Buitengewone ALV (vacature ontstaan door vertrek Christian van den Berg) Kandidaten dienen affiniteit te hebben met de volgende portefeuille binnen de commissie: - “Cultuur in brede zin”, Vacature 4. met ingang van Buitengewone ALV (vacature ontstaan door vertrek Bernie van den Berg) Kandidaten dienen affiniteit te hebben met de volgende portefeuille binnen de commissie: -
Sport
NB) de portefeuilles worden hierna toegelicht. Algemene taken en vereisten: Taken: - Bijwonen tweemaandelijkse vergaderingen van de -
beleidscommissie Opereren als trekker en ambassadeur op een eigen portefeuille als omschreven in de specifieke profielschets voor de commissie
-
Eventueel deelnemen aan voorkomende bestuurlijke 17
-
overleggen op dat beleidsterrein Eventueel deelnemen aan subcommissies van de
-
beleidscommissie Optreden als ambassadeur van de Vereniging binnen de eigen provincie en contact onderhouden met de eigen provinciale afdeling
-
In voorkomend geval bijwonen van vergaderingen in het buitenland.
Vereisten: - een constructieve bijdrage leveren aan de behandeling van -
strategische en inhoudelijke vraagstukken een constructieve bijdrage leveren aan de werkwijze van de commissie
-
de specifieke inzichten en belangen van zijn doelgroep (burgemeester, wethouder, secretaris, griffier, raadslid) in de commissie onder de aandacht brengen.
Thema's 2014-2018
Urgentie voor gemeenten
Onderwijs en opvang
Onderwijshuisvesting: - Brede discussie over taken en verantwoordelijkheid onderwijshuisvesting, o.a. in relatie tot kwaliteit Leerlingenvervoer: -
Schrappen signatuurvervoer, zoals meerderheid van de leden wenst.
-
Discussie over verantwoordelijkheid en financiën, gezien hoge kosten en gebrek aan sturingsmiddelen.
Voortijdig schoolverlaten: - Nieuwe convenanten moeten worden gesloten Thuiszittersproblematiek. Leerlingendaling/krimp: -
Rijk moet samenwerking of fusie tussen scholen vergemakkelijken (en niet
financieel afstraffen). Rol gemeenten in het openbaar onderwijs. Aansluiting Passend Onderwijs / zorg voor jeugd. Onderwijs-arbeidsmarkt: -
Welke rol kunnen gemeenten spelen bij de aansluiting onderwijs arbeidsmarkt voor kwetsbare jongeren?
Onderwijsachterstanden: -
Verbetering van de kwaliteit van proces en uitvoering voor- en vroegschoolse educatie is noodzakelijk. Discussie met Rijk over gelden die uitsluitend voor de
G37 beschikbaar zijn. Peuteropvang: -
Discussie met Rijk over alternatief peuterscenario VNG, als eerste stap op weg naar een basisvoorziening voor 0–12 jarigen.
18
Integrale basisvoorziening opvang en onderwijs 0 – 12 jaar: - Onderzoek bewerkstelligen naar mogelijkheden het stelsel te herzien. Subcommissie
De subcommissie adviseert het VNG-bestuur over in te nemen standpunten rond
Jeugd
discussies over toegang, sturing & bekostiging, jeugdbescherming en jeugdreclassering en administratieve lasten. Daarnaast heeft de subcommissie een belangrijke taak in het signaleren van knelpunten, het ophalen van goede voorbeelden het uitdragen van oplossingen.
Cultuur in brede zin
Openbare bibliotheken: - Bibliotheekinnovatie. Erfgoed (archieven en musea): -
Introductie Erfgoedwet en uitwerking. Liaison met de Adviescommissie Archieven.
Actualiseren van handvatten voor gemeentelijk beleid, gelet op wetgeving. Monumenten en archeologie: -
Introductie en uitwerking Erfgoedwet. Afstemming met Omgevingswet.
-
Nieuwe rol branche-organisaties vanwege overheveling VNG-taken uitwerken.
Podium- en beeldende kunsten: - Verbeteren aansluiting kunstbeleid Rijk en gemeenten na forse -
rijksbezuinigingen per 2013. Decentralisatie-uitkering beeldende kunst verhelderen en behouden.
- Uitwerking talentontwikkeling als speerpunt. Cultuureducatie en amateurkunst: -
Programma cultuureducatie met kwaliteit in primair onderwijs continueren en
-
evalueren. Doorlopende leerlijn ook richting voorgezet onderwijs mogelijk maken.
- Actualiseren beleid overheden cultuurparticipatie in de vrije tijd. Omroep, kabel en film: -
Bestuurlijke afspraken vernieuwing lokale omroepen en film uitwerken.
Bezuinigingen en herijking gemeentefonds: Gemeentefonds passend maken op gemeentelijke uitgaven. Sport
Gemeenten en instellingen voorbereiden op nieuwe financiële verhoudingen.
Aanpassing planningsnormen: -
Wat zijn de gevolgen van wijziging van planningsnormen, bijv. qua grootte van
velden? Veiligheid in de sport: -
Een visie op veiligheid op en rond de velden is noodzakelijk, met oog voor het gemeentelijke samenspel en de verhouding tot veiligheid op andere
onderdelen binnen het sociale domein. Combinatiefuncties/buurtsportcoaches: -
BTW-problematiek - Wat zijn de gevolgen van aanstelling van een
-
combinatiefunctionaris bij een lokale partner of bij een ‘derde’? De verdere uitrol en verankering moet besproken worden.
Wet markt en overheid: - Discussie over en agendering van de gevolgen van de Wet markt en Overheid 19
voor sportaccommodaties. Verbod op gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen: -
Discussie over en bespreken van de gevolgen voor groen en voor sport- en recreatieterreinen van nieuwe bestrijdingsmethoden.
Zwemwaterwetgeving: - Wat zijn de consequenties van wijziging in de zwemwaterwetgeving?
20
G. Profielschets commissie Milieu, Energie & Mobiliteit (twee vacatures) (in aanvulling op de algemene profielschets)
Aantal vacatures
Taken en vereisten
Gemiddeld tijdsbeslag
2
Vacature 1 met ingang van Buitengewone ALV (vacature ontstaan door vertrek Jan Batelaan)
Halve dag per week
Kandidaten dienen affiniteit te hebben met de volgende portefeuille
(afhankelijk
binnen de commissie: - AMvB’s Omgevingswet
van “eigen portefeuille”
Vacature 2 met ingang van Buitengewone ALV (vacature ontstaan door vertrek Cees Vermeer)
binnen commissie)
Kandidaten dienen affiniteit te hebben met de volgende portefeuille binnen de commissie: -
Veiligheid (Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving, Regionale uitvoeringsdiensten)
NB) deze portefeuilles wordt hierna toegelicht Andere vereisten aan kandidaten: -
Bij voorkeur een vertegenwoordiger uit de doelgroep wethouder.
Algemene taken en vereisten: Taken: - Bijwonen tweemaandelijkse vergaderingen van de -
beleidscommissie Opereren als trekker en ambassadeur op een eigen portefeuille als omschreven in de specifieke profielschets voor de
-
commissie Eventueel deelnemen aan voorkomende bestuurlijke
-
overleggen op dat beleidsterrein Eventueel deelnemen aan subcommissies van de
-
beleidscommissie Optreden als ambassadeur van de Vereniging binnen de eigen provincie en contact onderhouden met de eigen provinciale
-
afdeling In voorkomende gevallen bijwonen van vergaderingen in het buitenland.
Vereisten: - een constructieve bijdrage leveren aan de behandeling van strategische en inhoudelijke vraagstukken -
een constructieve bijdrage leveren aan de werkwijze van de commissie
-
de specifieke inzichten en belangen van zijn doelgroep 21
(burgemeester, wethouder, secretaris, griffier, raadslid) in de commissie onder de aandacht brengen.
Thema’s
Urgentie voor gemeenten
2014-18 AMvB’s Omgevingswet
-
-
Urgent, i.v.m. in het najaar aan te nemen wetsvoorstel door de Senaat en daaropvolgende ontwerp nieuwe AmvB’s, grote decentralisatie naar gemeenten op het fysieke domein met grote gevolgen voor de uitvoering. Voorbereiding voor inwerkingtreding in 2018.
Project omgevingswet zoekt een lid om: - Mede via commissievoorzitter afstemming te zoeken met de commissie Ruimte & Wonen die dit project primair trekt
Veiligheid (VTH
-
Sparring partner te zijn voor portefeuillehouders in commissie Ruimte & Wonen
-
Inzetbaar te zijn voor lobbyactiviteiten naar het parlement Onderhandelresultaten uit te dragen in het eigen netwerk
-
Signalen uit het land in te brengen in de VNG-commissie.
-
Urgent, want wetsvoorstel VTH wordt in september al door de Tweede Kamer
en rud’s)
behandeld. Netwerk rud’s in relatie tot WGR rud’s krijgen veel politieke aandacht. Er volgt een AMvB over de basistaken van de Rud’s en de VNG -
bereidt daarvoor ook een modelverordening voor Brzo inrichtingen wordt het bevoegd gezag per 1 januari 2016 overgedragen aan de provincies.
Project Veiligheid zoekt een lid om: - Gemeenten te vertegenwoordigen in bestuurlijke overleggen, in overleg met -
de twee andere portefeuillehouders Boegbeeld te zijn in overleg met Tweede en Eerste Kamerleden over de wet,
-
inclusief lobby Te onderhandelen in ad hoc overleggen met ministerie van I&M over de wet en AMvB’s.
-
Gemeenten te vertegenwoordigen op congressen ed.
22
H. Profielschets commissie Europa & Internationaal (in aanvulling op de algemene profielschets) Aantal
Taken en vereisten
vacatures 1
Gemiddeld tijdsbeslag
NB) voor de invulling van vacatures geldt een afwijkende
Halve dag
procedure op basis van het Reglement van de commissie Europa & Internationaal
per week (afhankelijk van “eigen
Vacature met ingang van benoeming door VNG bestuur (vacature ontstaan door vertrek Selçuk Akinci)
portefeuille” binnen
Het betreft een vacature in de Internationale delegatie op de portefeuille “Mondiale Stedelijke Agenda”.
commissie)
Kandidaten moeten affiniteit en ervaring hebben met: -
internationale agenda’s, en in het bijzonder verstedelijking.
NB) de afwijkende procedure en portefeuille worden hierna toegelicht Andere vereisten aan kandidaten: -
Voor deze vacature komen alleen burgemeesters en wethouders in aanmerking. In dit geval gaat de voorkeur naar een burgemeester of wethouder uit een grotere gemeente.
Algemene taken en vereisten: Taken: - Bijwonen vergaderingen van de beleidscommissie -
Opereren als trekker en ambassadeur op een eigen portefeuille als omschreven in de specifieke profielschets voor de commissie
-
Eventueel deelnemen aan voorkomende bestuurlijke overleggen op dat beleidsterrein
-
Optreden als ambassadeur van de Vereniging binnen de eigen provincie en contact onderhouden met de eigen provinciale
-
afdeling In voorkomende gevallen bijwonen van vergaderingen in het buitenland.
Vereisten: -
een actieve bijdrage leveren aan de behandeling van strategische en inhoudelijke vraagstukken
-
een constructieve bijdrage leveren aan de werkwijze van de commissie
-
de specifieke inzichten en belangen van zijn doelgroep (burgemeester, wethouder, secretaris, griffier, raadslid) in de commissie onder de aandacht brengen.
23
Toelichting op invulling vacature commissie Europa & Internationaal Vooraf De Commissie Europa en Internationaal heeft een eigen werkwijze en reglement binnen de VNGgovernance. De Commissie heeft als opdracht om de belangen te behartigen van de Nederlandse Gemeenten in de Europese Unie, de Raad van Europa en de Verenigde Naties. De leden van de Commissie zijn werkzaam in vijf delegaties. Deze vacature betreft een vacature in de Internationale delegatie. Nadere informatie over de organisatie en de werkzaamheden van de Commissie Europa en Internationaal vindt u in de onderstaande bijlage en op de website van de VNG: www.vng.nl. Profielschets vacature Internationale delegatie Deze vacature is ontstaan door vertrek van dhr. Selҫuk Akinci, wethouder in Breda. Bestuurlijke portefeuille: Mondiale Stedelijke Agenda Thema: Mondiale en Europese Stedelijke Agenda. Vereisten van de bestuurlijke portefeuille: •
affiniteit en ervaring met internationale agenda’s, en in het bijzonder verstedelijking in huidige of vorige bestuurlijke functies;
•
de Europese en internationale vereisten zoals vermeld in onderstaande bijlage;
•
deelname aan de vergaderingen van de Commissie Europa en Internationaal (3-4 keer per jaar);
•
deelname aan de vergaderingen van de Commissie Ruimte en Wonen (standing invitation)
•
bijwonen van bijeenkomsten van het World Urban Forum van VN Habitat (maximaal 1 keer per 2 jaar) en van de Habitat III conferentie in 2016;
•
vertegenwoordigen van de VNG in bijeenkomsten met Nederlandse gemeenten en richting de rijksoverheid over de stedelijke agenda, in afstemming met de portefeuillehouder op dit thema binnen het Comité van de Regio’s.
Aanvullende vereisten: Op basis van de portefeuille en de politieke vertegenwoordiging in internationale gremia, zullen de volgende criteria in acht worden genomen: •
Voor deze vacature zullen uitsluitend personen met een politiek mandaat worden geworven. Gemeentesecretarissen, raadsleden en griffiers kunnen daarom niet op deze vacature reageren.
•
Gezien het karakter van de portefeuille, heeft een burgemeester of wethouder uit een grotere gemeente de voorkeur.
24
BIJLAGE bij profielschets commissie Europa en Internationaal (in aanvulling op de algemene profielschets voor VNG-commissies en de algemene profielschets voor commissieleden) Opdracht en organisatie Commissie Europa en Internationaal De Commissie Europa en Internationaal heeft als opdracht om de belangen te behartigen van de Nederlandse Gemeenten in de Europese Unie, de Raad van Europa, de Verenigde Naties en tijdens Europese of internationale debatten en bestuurlijke overleggen in Nederland. Daarnaast volgt de commissie actief de ontwikkelingen op de Europese en internationale aspecten van gemeentelijke beleidsterreinen en verbindt deze met de vakinhoudelijke werkzaamheden op deze beleidsterreinen in de verschillende beleidscommissies van de VNG. De Commissie Europa en Internationaal tracht haar doel te bereiken door: a) het uitdragen van de standpunten van de VNG in de Europese Unie, de Raad van Europa, de Verenigde Naties en tijdens Europese of internationale debatten en bestuurlijke overleggen in Nederland; b) de advisering van het bestuur, de verschillende beleidscommissies van de VNG en VNG International over Europese en internationale ontwikkelingen. c) de VNG te vertegenwoordigen in Europese en internationale gremia, zoals de Europese koepelvereniging Council of European Municipalities and Regions, de wereld koepelvereniging United Cities and Local Governments, het Comité van de Regio’s, het Congres van Lokale en Regionale Overheden van de Raad van Europa; d) met zusterorganisaties in het buitenland samen te werken De Commissie Europa en Internationaal bestaat uit maximaal uit 37 leden die werkzaam zijn in de volgende vijf delegaties: a) De VNG-leden naar de Council of European Municipalities and Regions; b) De VNG-leden naar de United Cities and Local Governments; c) De gemeentelijke leden en plaatsvervangende leden naar het Comité van de Regio’s; d) De gemeentelijke leden en plaatsvervangende leden naar het Congres van Lokale en Regionale Overheden van de Raad van Europa; e) De internationale delegatie van de VNG bestaande uit bestuurders die actief zijn in internationale programma’s van VNG International. Nadere informatie over de Commissie Europa en Internationaal vindt u op vng.nl. Vereisten voor de leden van de Commissie Europa en internationaal De rollen van de commissieleden zijn vakinhoudelijk onderhandelaar en ambassadeur. De vereisten zijn: •
affiniteit (kennis en ervaring) met de vakinhoudelijke beleidsterreinen in huidige of vorige bestuurlijke functies
•
Affiniteit met de Europese Unie, de Raad van Europa, de Verenigde Naties en gemeentelijke Europese en internationale samenwerking.
•
Bereid zijn om de VNG te vertegenwoordigen in Europese en internationale gremia (zoals de Europese koepelvereniging Council of European Municipalities and Regions, de wereld
25
koepelvereniging United Cities and Local Governments, het Comité van de Regio’s, het Congres van Lokale en Regionale Overheden van de Raad van Europa). Hiervoor moet de bestuurder: over de benodigde tijd beschikken (zie overzicht voor tijdsbelasting per delegatie hieronder); de bereidheid hebben om te reizen; bij voorkeur beschikken over relevante kennis en ervaring van Europese en internationale processen; over een goede kennis van de Engelse taal beschikken (kennis van andere talen is een pre); de bereidheid hebben om in het CvdR en het Congres rapporteur te worden. •
Beschikbaar zijn om aan de vergaderingen van de beleidscommissies deel te nemen. De leden van de Commissie Europa en internationaal zijn verantwoordelijk voor het uitdragen van de standpunten van de VNG in de Europese Unie, de Raad van Europa, de Verenigde Naties en tijdens Europese of internationale debatten en bestuurlijke overleggen in Nederland. Hiervoor is het noodzakelijk dat met name de leden naar het CvdR en het Congres nauwe banden met de VNG-beleidscommissies onderhouden en aan de vergaderingen van deze commissie deelnemen.
•
Beschikbaar zijn voor Europese of internationale debatten in Nederland en bestuurlijke overleggen bij het Rijk en de Tweede Kamer.
•
Europese en internationale aangelegenheden op de kaart zetten binnen de VNG en bij de leden. Dat wil zeggen: de advisering van het bestuur, de verschillende beleidscommissies van de VNG en VNG International over Europese en internationale ontwikkelingen. een ambassadeursrol vervullen in Nederland. Deze rol houdt in dat Commissieleden met enige regelmaat Europese en internationale onderwerpen onder de aandacht brengen van andere gemeenten.
Tijdbelasting – aantal vergaderingen per jaar: •
deelname commissie Europa en internationaal: 3-4 vergaderingen;
•
evt. deelname VNG-beleidscommissies: max. 6 vergaderingen;
•
deelname aan nationale en internationale bijeenkomsten: 2-3 keer per jaar.
26
De vakinhoudelijke thema’s voor de periode 2014-2018 Hieronder wordt een kort overzicht gegeven van de zes prioritaire thema’s van de Commissie Europa en Internationaal. Een uitgebreid overzicht vindt u op vng.nl. a) De mondiale en Europese stedelijke agenda Steden zijn de economische motoren en hebben een sleutelrol bij het versterken van de internationale concurrentiepositie. Europa heeft haar steden en stedelijke regio’s nodig voor het realiseren van haar beleidsdoelstellingen voor slimme groei, maar ook voor haar doelstellingen op het gebied van duurzame en inclusieve groei. De belangrijke positie van de steden in de Europese maatschappij vormt de aanleiding voor initiatieven van de lidstaten en de Europese Commissie om een stedelijke agenda voor de EU op te stellen. Dit is belangrijk omdat er op dit moment geen integrale toekomstgerichte stedelijke agenda op EU-niveau bestaat. Bovendien is er te weinig coherentie tussen de verschillende Europese beleidsinitiatieven en subsidieprogramma’s. Ook in VN-verband wordt het belang van steden erkend. Momenteel wordt in VN-verband de Nieuwe Stedelijke Agenda voorbereid, welke in 2016 tijdens de volgende Habitat III-conferentie wordt vastgesteld. b) Duurzaamheid en klimaat Gemeenten hebben in Nederland talrijke taken op het gebied van milieubeleid. Zij zijn verantwoordelijk voor de vormgeving, uitvoering en handhaving van belangrijke milieurichtlijnen. Een belangrijk strategisch kader voor het Europees milieubeleid voor de komende jaren is het zevende Milieuactieprogramma (7e MAP), dat in juni 2013 werd aangenomen. De belangrijkste uitgangspunten zijn het beschermen en verbeteren van het natuurlijk kapitaal, de overgang naar een hulpbronefficiënte, groene en concurrerende koolstofarme economie en het beschermen van burgers tegen milieugerelateerde risico’s voor de volksgezondheid. Nieuw is daarbij een prioritaire doelstelling voor duurzaamheid in steden. VNG International is bovendien verantwoordelijk voor de duurzaamheidsmeter, die jaarlijks door 200 gemeenten wordt ingevuld. Gekeken wordt of deze manier van het meten van duurzaamheidsinspanningen ook in de internationale context kan worden gebruikt. c) Bestuurlijke vernieuwing in de Europese en mondiale context Europees recht en lokaal beleid raken steeds meer met elkaar vervlochten. Het EU-recht heeft een steeds grotere impact op gemeenten, maar is regelmatig moeilijk uitvoerbaar voor gemeenten. Op dat lokale niveau zien we dat door samenwerking tussen overheid, burgers, bedrijfsleven en maatschappelijke instellingen er steeds meer maatwerk wordt geleverd voor maatschappelijke uitdagingen als klimaatverandering, energievoorziening, werkgelegenheid, etc, waar op Europees en internationaal niveau afspraken over worden gemaakt en doelstellingen voor worden gesteld. Hierdoor ontstaat op lokaal niveau een nieuwe governance, met een Europees en mondiaal karakter. Hoe gaat de EU om met deze ontwikkelingen op lokaal niveau? Dit betreft onderwerpen zoals subsidiariteit en multi-level governance. Hoe kunnen daarnaast deze lokale ervaringen van buiten naar binnen worden gehaald en met elkaar worden vergeleken? Dit kan op Europees en internationaal niveau tot nieuwe oplossingen leiden. d) Innovatie en lokale economische en sociale ontwikkeling Europa 2020 is de Europese strategie met concrete doelstellingen om meer duurzame groei en werkgelegenheid te creëren in de Europese Unie. Hiertoe wordt op Europees niveau beleid gemaakt, maar ook aan de lidstaten wordt gevraagd elk jaar plannen te maken om de doelen van 27
de Europa 2020 Strategie te vertalen naar nationale doelen. Ook op internationaal niveau zijn deze thema’s prioritair voor samenwerking. Er is een verschuiving van traditionele ontwikkelingshulp naar economische handel en samenwerking zichtbaar; daarbij speelt het lokaal bestuur een belangrijke rol om randvoorwaarden te verbeteren om op lokaal niveau aan economische ontwikkeling te kunnen werken. e) Ontwikkelingsbeleid Vanaf 2015 worden de nieuwe ontwikkelingsdoelen vastgesteld voor de komende 15 jaar. Deze doelen zijn de opvolging van de millenniumdoelen en zullen een grote focus leggen op duurzaamheid op sociaal, economisch en ecologisch terrein. Er wordt een stevige lobby gevoerd om er voor te zorgen dat voor de lokale aspecten van elk van de doelen aandacht is. Er wordt een grotere erkenning van de rol van lokaal bestuur in ontwikkeling(ssamenwerking) waargenomen op nationaal, Europees en internationaal niveau, en daar zal in de toekomst nog verder op ingezet worden. In dat kader is er ook zicht op een strategisch partnerschap tussen de EU en de Europese koepelvereniging van gemeenten (CEMR). f)
EU-budget en –fondsen Met het aantreden van de nieuwe Europese Commissie eind 2014, zal een start worden gemaakt met de voorbereiding van de midterm-review van de EU-begroting 2014-2020 in 2016. De voorgestelde tussentijdse evaluatie vormt de opmaat voor de voorstellen van de Europese Commissie voor het meerjarig financieel kader (MFK) voor de EU voor de periode 2021-2028, die uiterlijk medio 2018 worden verwacht. Het MFK vormt het budget van de EU waarmee voor gemeenten belangrijke beleidsprogramma’s als het cohesiebeleid en plattelandsontwikkeling worden gefinancierd. Gezien de verschillende meningen van rijk en decentrale overheden over het Europese cohesiebeleid (het rijk wil het cohesiebeleid voor rijke lidstaten afschaffen), is het van belang om al vroeg in het proces steun voor het decentrale standpunt te genereren in Brussel en andere hoofdsteden
28
BIJLAGE II bij ledenbrief 15/068, openstelling vacatures bestuur en commissies VNG (4 september 2015)
Vacatures in de nieuwe commissie Raadsleden & Griffiers Inhoudsopgave: I.
Pagina:
Startnotitie met uitgangspunten voor de nieuwe commissie op basis van
2
de gezamenlijke voorbereiding door Raadslid.Nu, Vereniging van Griffiers en VNG II. Profielschets voor de nieuwe commissie
10
III. Specifieke profielschets voor de voorzitter van de nieuwe commissie
12
1
STARTNOTITIE VNG-commissie in oprichting ‘Raadsleden & Griffiers’ Augustus 2015
2
Samenstelling kwartiermakersgroep Deze startnotitie is opgesteld door een kwartiermakersgroep bestaande uit: VNG Josee Gehrke (lid VNG-bestuur, voorzitter van deze vergadering) Mathilde Stiekema (lid VNG-bestuur) Frans van de Waart (VNG-bureau) Geertrude Haasnoot (VNG-bureau) Raadslid.NU Mark den Boer (voorzitter) Gerard Ram (vice-voorzitter) Henk Bouwmans (directeur) Vereniging van Griffiers Arjan Oudbier (voorzitter) Menno Huisman (vice-voorzitter)
NB: in dit document wordt de werktitel ‘Commissie Raadsleden & Griffiers’ (R&G) gehanteerd. De definitieve naam van de commissie wordt eind augustus door het VNG-bestuur vastgesteld.
3
1. Introductie Aanleiding voor de instelling van de commissie Uit een evaluatie onder raadsleden in bestuur en commissies in 2007 bleek dat het lidmaatschap van vaste beleidscommissies slechts in beperkte mate bijdraagt aan de betrokkenheid van raadsleden bij de vereniging. Oorzaken daarvoor waren onder andere het tijdsbeslag voor raadsleden en de achterstand van raadsleden in inhoudelijke dossierkennis. De problemen speelden met name bij de raadsleden in de vaste beleidscommissies, waar inhoudelijke dossierkennis een grotere rol speelt. Er is nog steeds behoefte aan aanvullende mogelijkheden om raadsleden en griffiers in staat te stellen hun inbreng te leveren. In 2013 boog de commissie governance (commissie-Brok) zich ook over de betrokkenheid van raadsleden en griffiers bij de VNG. Zij gaf in haar rapport van 31 oktober 2013 het volgende advies:” •
De VNG ontwikkelt in samenwerking met Raadslid.Nu en de Vereniging van Griffiers een orgaan voor raadsleden en griffiers, dat zich richt op vraagstukken die raadsleden en griffiers specifiek raken
•
Raadsleden en griffiers blijven ook in de toekomst welkom als kandidaten voor vaste beleidscommissies
•
Op voorhand is de rol van de raad bij de voorbereiding op en de implementatie van de nieuwe taken in het sociaal domein een belangrijk thema
•
Raadsleden kunnen deelnemen aan de commissienetwerken en op die manier een bijdrage leveren aan het werk van de commissies
•
Raadsleden kunnen deelnemen aan VNG bijeenkomsten in het land, zoals bijvoorbeeld de VNG Bestuurdersdag.
Ook de adviescommissie Governance (onder leiding van voorzitter Peter Noordanus) adviseerde tijdens de Buitengewone ALV van 17 november 2014 om de mogelijkheden te verkennen voor een gremium voor raadsleden en griffiers. Vanaf eind 2014 zijn hiertoe verschillende stappen gezet. Het proces tot nu toe Gezamenlijke voorbereiding Raadslid.Nu, Vereniging van Griffiers (VvG) en VNG Van meet af aan is gekozen voor een gezamenlijke verkenning met vertegenwoordigers van raadsleden en griffiers. Begin 2015 hebben vertegenwoordigers van Raadslid.Nu, VvG en een werkgroep uit het VNG-bestuur in Dordrecht samen de mogelijkheden verkend voor een orgaan van raadsleden & griffiers. Er zijn gedeelde uitgangspunten en een eerste stappenplan geformuleerd, wat geleid heeft tot een uitgangspuntennotitie. De besturen van VNG, Raadslid.NU en VvG hebben deze notitie in maart 2015 besproken en de inhoudelijke lijn en het tijdpad zoals voorgesteld in deze notitie onderschreven. De gedeelde uitgangspunten zijn als volgt: -
Het doel van de commissie is de vergroting van de bewustwording van het belang van de rol en de positionering van de gemeenteraad in standpuntbepaling, activiteiten en publicaties van de VNG;
-
Met de nieuwe commissie wordt de positie van raadsleden en griffiers in de VNG governance versterkt;
4
-
Het gaat nadrukkelijk om een en-en variant: raadsleden en griffiers blijven ook welkom in de reguliere commissies en bestuur;
-
De nieuwe commissie dient een toegevoegde waarde te hebben binnen de VNG Governance.
In gesprek met de raadsleden en griffiers in de bestaande commissies en bestuur In april zijn de plannen en ideeën voor een commissie Raadsleden & Griffiers gepresenteerd aan de raadsleden en griffiers die actief zijn in VNG-bestuur en -commissies. Hierbij waren vertegenwoordigers vanuit VNG-bestuur en de besturen van Raadslid.NU en de VvG aanwezig. De raadsleden en griffiers hebben suggesties gedaan en zullen ook actief betrokken blijven tijdens dit proces. De goede verbinding tussen hen en de nieuwe commissie wordt door alle partijen als cruciaal gezien. Naar een breed gedragen voorstel voor de nieuwe commissie Met deze input en de uitkomsten van de besprekingen door de besturen heeft een werkgroep van VNG en de beide beroepsverenigingen een verdere slag gemaakt. Besloten is dat voor de aanstelling van de commissieleden de procedure via de adviescommissie Governance wordt gevolgd. De commissieleden worden benoemd tijdens de BALV (25 november 2015). Op 25 juni 2015 heeft een kwartiermakersgroep van VNG, Raadslid.Nu en VvG vervolgens nagedacht over de werkwijze en inhoudelijke thema’s van de commissie R&G. Dit heeft geresulteerd in deze startnotitie voor de nieuwe commissie R&G, die hier verder een eigen invulling aan kan geven. Over de rol van de beroepsverenigingen (Raadslid.NU en de Vereniging van Griffiers) De besturen van de beide beroepsverenigingen benadrukken het belang en de toegevoegde waarde van de nieuwe commissie voor de positionering van de raad. Daarbij erkennen zij het eigen mandaat van deze commissie. De nieuwe commissie R&G is een vaste beleidscommissie van de VNG, waarbij de invulling van vacatures en de werkwijze vergelijkbaar is met andere VNG-commissies. De nieuwe commissie is geen commissie van de beroepsverenigingen. De verenigingen willen geen begeleidende rol bij de tussentijdse evaluatie spelen, maar er zal wel regelmatig afstemming met hen plaatsvinden en zij worden betrokken bij de evaluatie. Ook kunnen beide beroepsverenigingen bij de invulling van vacatures in de commissie aanbevelingen doen aan de adviescommissie Governance voor kandidaten uit hun achterban.
5
2. Uitgangspunten commissie Raadsleden & Griffiers a. Focus commissie Op vele thema’s waarop de VNG actief is namens gemeenten speelt de gemeenteraad een belangrijke rol. De commissie R&G heeft als doel om bij de besluitvormingsprocessen van de VNG de rol en de positie van de gemeenteraad op de kaart te zetten en te versterken. Het gaat daarbij zowel om de voorbereiding op nieuwe taken en verantwoordelijkheden die gemeenteraden raken, als om de ervaringen bij taken die gemeenteraden reeds vervullen. Er wordt gewerkt aan een stevige verankering van raadsleden en griffiers binnen de governance van de VNG. Streven is om ook in het brede palet aan VNG-uitingen het perspectief en het belang van de gemeenteraad recht te doen. De nieuwe commissie Raadsleden & Griffiers zal als volwaardige commissie functioneren in de VNGgovernance. De commissie heeft een signalerende, adviserende en agenderende functie naar de andere commissies en het bestuur. De commissie staat nadrukkelijk in verbinding met de andere commissies en het bestuur. Het is de bedoeling dat de commissie een nadere agenda ontwikkelt en gevraagd en ongevraagd advies geeft aan de andere commissies en het bestuur. Commissieleden kunnen bij andere commissies aanschuiven bij onderwerpen die voor raden van belang zijn en andersom. Zo kan bij belangrijke trajecten, zoals de decentralisaties in het sociaal domein en regionalisering, het geluid van raadsleden en griffiers tijdig worden meegenomen. Voor de agenda van de commissie zijn actualiteit en urgentie bepalend, waarbij gekozen wordt voor thema’s waaraan deze commissie wezenlijk kan bijdragen. De commissie R&G zal geen vakinhoudelijke standpunten innemen, maar vanuit het perspectief van de gemeenteraad naar bepaalde vraagstukken kijken. Op deze manier heeft de commissie een toegevoegde waarde ten opzichte van het werk van de andere commissies en bestuur. Uitgangspunten en randvoorwaarden voor de commissie •
Het is belangrijk dat de commissie R&G samenwerkt met de andere vaste beleidscommissies. Het gelijktijdig agenderen van vraagstukken in meerdere betrokken commissies zorgt voor hogere kwaliteit en groter draagvlak. Een goede aansluiting op de agenda van bestuur en andere commissies is daarvoor van wezenlijk belang;
•
Het is belangrijk dat er voor deze commissie voldoende ruimte is om inhoudelijk mee te denken met de andere commissies, met de focus op de rol en de positie van de gemeenteraad. De commissie moet tijdig en goed geïnformeerd inbreng kunnen leveren in het besluitvormingsproces.
Daarnaast blijven raadsleden en griffiers nadrukkelijk welkom in het bestuur en in andere commissies. Ook hier staat de kwaliteit van kandidaten voorop. Het gaat dus expliciet om een én-én-variant. Afgesproken is om de voorgaande uitgangspunten nog niet te formaliseren, maar het eerste jaar al werkende weg te benutten om te bekijken wat de meest effectieve en werkbare vorm is. Op basis van
6
deze ervaringen in de eerste periode zal na een tussentijdse evaluatie in 2017 bekeken worden of en hoe deze commissie volgens de statuten van de VNG geformaliseerd kan worden. Evenals bij de andere VNG-commissies ligt het zwaartepunt op onderwerpen die spelen in de belangenbehartiging richting Rijk en de wijze waarop gemeenten (wettelijke) taken uitvoeren en organiseren. Naast de behartiging van eigen thema’s, zal de nieuwe commissie bij thema’s die bij andere commissies zijn belegd de rol en positie van de raad onder de aandacht brengen. De commissie kan een visie ontwikkelen over de toekomst van de gemeenteraad. Hiervan kan de VNG ook gebruik maken bij de ontwikkeling van producten en diensten voor raadsleden en griffiers. De focus van de nieuwe commissie ligt nadrukkelijk op de gemeenteraad als geheel. Dat laat overigens onverlet dat de beroepsverenigingen Raadslid.NU en de VvG belangen van raadsleden en griffiers richting het Rijk behartigen. De verantwoordelijkheid voor o.a. opleiding en ondersteuning van raadsleden en griffiers blijft daarmee buiten deze commissie. Op dit moment pakken onder meer de VNG, de VNG Academie en de beide beroepsverenigingen deze verantwoordelijkheid op. Natuurlijk kan de commissie R&G wel een signaalfunctie hebben en bij stakeholders het belang van deze thema’s bepleiten. Het thema ‘rechtspositie van raadsleden’ is ondergebracht bij de VNG-subcommissie ‘Rechtspositie politieke ambtsdragers’ en valt daarmee ook buiten de scope van deze commissie. b. Thema’s & agenda commissie Agenda Vanzelfsprekend stelt de nieuwe commissie straks zelf haar eigen agenda vast. Daarbij zullen conform de werkwijze van de andere commissies portefeuilles en portefeuillehouders worden aangewezen (zie onder c. ‘Werkwijze commissie’). Thema’s De kwartiermakersgroep heeft op 25 juni jl. een aantal thema’s genoemd die op de agenda van de nieuwe commissie zouden kunnen komen. Deze thema’s geven de adviescommissie governance houvast om tot een evenwichtige samenstelling van de commissie R&G te komen: -
De positie van de raad bij regionale samenwerking Decentralisaties in het sociaal domein
-
Lokale democratie (o.a. over positie en toekomst van gemeenteraden in de veranderende samenleving, burgerinitiatieven en de rol van de raad, etc.)
-
Lokale rekenkamerfunctie
-
Integriteit Financiën (toezicht & controle, opdrachtverlening aan de accountant, herziening
-
belastingstelsel) Omgevingswet
-
Informatiebehoefte van de raad (monitoring, etc.)
7
c. Werkwijze commissie Vergaderfrequentie en locatie De commissie vergadert zes keer per jaar, net als de andere VNG-commissies. Minimaal drie vergaderingen vinden plaats bij de VNG in Den Haag, op de vergaderdagen van andere VNGcommissies en bestuur (donderdag). Zo kan de nieuwe commissie waar nodig de verschillende andere commissies ontmoeten om te sparren en te overleggen. De commissie R&G bepaalt zelf het tijdstip en de locatie van de andere drie vergaderingen. Standing invitation Vergelijkbaar met de werkwijze van de commissie Europa & Internationaal kunnen leden van de commissie R&G op basis van de agenda deelnemen aan de vergaderingen van andere VNGcommissies. Het gaat nadrukkelijk niet om het standaard deelnemen aan vergaderingen van andere commissies, maar om deelname als een belangrijk thema voor raadsleden en griffiers op de agenda staat. Doel hiervan is de inbreng van raadsleden en griffiers in een zo vroeg mogelijk stadium mee te nemen in relevante (wetgevings)trajecten. Vice versa zijn leden van andere commissies welkom in de commissie R&G. Aandachtsgebieden/portefeuilles Het is aan de commissie zelf om te bepalen welke portefeuilles (of aandachtsgebieden) zij wil behartigen en wie als portefeuillehouders op die aandachtsgebieden zullen optreden. Dit is conform de werkwijze van de andere commissies. Portefeuillehouders (individueel of in kleine groepjes) opereren als trekker op hun aandachtsgebied. Net als bij andere commissies worden deze portefeuillehouders gekoppeld aan de relevante VNG-medewerkers. De nadere uitwerking van deze werkwijze wordt aan de nieuwe commissie overgelaten. Vernieuwende werkwijzen De commissie kan kijken naar innovatieve vormen en manieren van werken en vergaderen. Enkele suggesties daarvoor zijn (NB: nog nader uit te werken, het VNG-bureau kan hierbij ondersteunen): - Afwisselend vergaderen (overdag en ’s avonds) -
Online middelen en fora benutten
- VNG Bestuurdersapp Daarnaast zullen de commissieleden ook actief betrokken worden bij activiteiten van de VNG. 3. Profielschets & selectie commissieleden en voorzitter Selectie door adviescommissie Governance De selectie van de leden en voorzitter van de commissie R&G wordt gedaan door de adviescommissie Governance, onder leiding van voorzitter Peter Noordanus. Tijdens de Buitengewone Algemene Ledenvergadering op 25 november 2015 vindt besluitvorming over de invulling van de vacatures plaats. De adviescommissie Governance baseert zich bij de selectie van kandidaten op de volgende informatie: -
Profielschetsen voor de vacatures (met gevraagde portefeuilles/aandachtsgebieden);
-
Brieven en cv’s van de kandidaten;
8
-
Aanbevelingen van een aantal gremia over de aangemelde kandidaten uit hun specifieke achterban. Voor de commissie R&G zijn dat: Raadslid.Nu, VvG, provinciale afdelingen, G4, G32 en Platform Middelgrote Gemeenten (NB: zij oordelen over kandidaten uit hun achterban die zichzelf rechtstreeks bij de VNG hebben aangemeld);
-
Aanbevelingen vanuit het VNG-bureau. Vanuit de gedachte dat het VNG-bureau enerzijds kan adviseren over kandidaten die reeds actief zijn binnen de bestuurlijke organisatie van de VNG en anderzijds nieuw talent naar voren kan schuiven.
De adviescommissie Governance heeft als uitgangspunt: selectie op basis van kwaliteit met behoud van de herkenbaarheid voor de achterban. Criteria voor de herkenbaarheid van de achterban zijn: - Man vrouw verhouding; -
Provincie; Gemeentegrootte;
-
Politieke partij.
Aantal leden commissie R&G De nieuwe commissie zal uit minimaal 16 en maximaal 20 leden bestaan (inclusief voorzitter), waarbij beide doelgroepen minimaal acht vertegenwoordigers hebben. De adviescommissie bepaalt het uiteindelijke aantal leden met als uitgangspunt dat op de belangrijke thema’s en vraagstukken voldoende ervaring en expertise binnen de commissie aanwezig moet zijn. Ook de individuele kwaliteit en toegevoegde waarde van kandidaten op specifieke thema’s kunnen overwegingen zijn om te kiezen voor een kleinere of grotere omvang van de commissie. Profielschetsen Voor een beschrijving van de gewenste profielen voor de voorzitter en commissieleden, zie de profielschetsen voor de voorzitter en commissie ‘Raadsleden & Griffiers’. 4. Het verdere proces rond de instelling van de commissie R&G Vrijdag 4 september
Openstelling vacatures commissie Raadsleden en Griffiers
Vrijdag 25 september
Sluitingsdatum aanmeldingen vacatures commissie R&G
Maandag 19 oktober
Vergadering adviescommissie Governance
Uiterlijk woensdag 21 oktober
Bekendmaking voordracht adviescommissie en mogelijkheid tot stellen van tegenkandidaten
Woensdag 4 november
Uiterste termijn aanmelding tegenkandidaten
Woensdag 11 november
Uiterste termijn bekendmaking kandidaten en tegenkandidaten
Woensdag 25 november
Benoeming commissieleden en commissievoorzitter in Buitengewone ALV
Donderdag 10 december
Eerste commissievergadering: kickoff in het Atrium van de VNG
2017
Tussentijdse evaluatie commissie R&G, bij positieve resultaten volgt formele verankering van de commissie in de bestuurlijke organisatie van de VNG
9
P R OF IE L S C HE T S C OMMIS S IE R AADS L E DE N & G R IF F IE R S “Op de kaart zetten van de rol en positie van de gemeenteraad” Gemeenteraden spelen op vele thema’s en op verschillende domeinen een belangrijke rol. De nieuwe commissie Raadsleden & Griffiers (R&G) moet de positie van de gemeenteraad steviger verankeren in de bestuurlijke organisatie van de VNG. Bij thema’s op het fysieke, sociale en financieel-economische terrein, die bij andere commissies zijn belegd, is het van belang dat de inbreng van raadsleden en griffiers wordt meegenomen. Het gaat daarbij zowel om de voorbereiding op nieuwe taken en verantwoordelijkheden die gemeenteraden raken, als om de ervaringen bij taken die gemeenteraden reeds vervullen. Het is de bedoeling dat de commissie een eigen agenda ontwikkelt, op basis van actualiteit en urgentie. Daarbij wordt gekozen voor thema’s waaraan deze commissie wezenlijk kan bijdragen. Dit vraagt gemotiveerde commissieleden die vanuit hun opgebouwde ervaring en kennis als raadslid of griffier een goede bijdrage kunnen leveren aan de doelstellingen van deze commissie. Voor meer informatie over de doelstellingen en werkwijze van de commissie Raadsleden & Griffiers, zie de startnotitie van de commissie Raadsleden & Griffiers. In deze profielschets wordt achtereenvolgens ingegaan op: 1. Agenda en mogelijke thema’s van de commissie 2. Taken van de commissieleden 3. Gevraagde bestuurlijke netwerk en ervaring
1. Agenda en mogelijke thema’s van de commissie Vanzelfsprekend stelt de nieuwe commissie straks zelf haar eigen agenda vast. Daarbij zullen conform de werkwijze van de andere commissies portefeuilles en portefeuillehouders worden aangewezen. Er is een aantal thema’s benoemd die op voorhand op de agenda van de commissie zouden kunnen komen: -
De positie van de raad bij regionale samenwerking Decentralisaties in het sociaal domein
-
Lokale democratie (o.a. burgerinitiatieven) Lokale rekenkamerfunctie
-
Integriteit
-
Financiën (toezicht & controle, opdrachtverlening aan de accountant, herziening belastingstelsel)
-
Omgevingswet Informatiebehoefte van de raad (monitoring, etc.)
10
2. Taken van de commissieleden Kandidaten dienen bereid te zijn om de hierna genoemde taken op zich te nemen en hiervoor voldoende tijd vrij te maken: -
Bijwonen van de tweemaandelijkse vergaderingen (in totaal zes vergaderingen per jaar). NB: de commissie vergadert jaarlijks minimaal drie keer bij de VNG in Den Haag (op donderdag), de andere vergaderingen worden door de commissie zelf bepaald (locatie en tijdstip). Zie voor meer informatie de startnotitie.
-
Bijwonen en bijdragen aan het VNG Jaarcongres (inclusief de ALV) en de Buitengewone ALV;
-
Optreden als ambassadeur van de doelgroepen raadsleden en griffiers binnen de VNG, in de landelijke media en vertegenwoordiging van de VNG op congressen, bijeenkomsten en
-
andere gelegenheden; Optreden als ambassadeur van de VNG binnen de eigen provincie/regio; Binnen de commissie zelfstandig of met andere commissieleden fungeren als trekker van een bepaald thema (portefeuille).
Het exacte tijdsbeslag van de taken hangt samen met de portefeuille van het commissielid. 3. Gevraagde bestuurlijke netwerk en ervaring Voor deze commissie worden raadsleden en griffiers gezocht met een grote gedrevenheid en betrokkenheid bij het lokaal bestuur. Vanuit hun eigen ervaring en expertise kunnen zij een constructieve bijdragen leveren aan de doelstellingen van deze commissie en de VNG als vereniging. Daarnaast is het hebben van een (regionaal) netwerk in het lokaal bestuur een pre.
11
P R OF IE L S C HE T S V OOR ZIT T E R C OMMIS S IE R AADS L E DE N & G R IF F IE R S Eerste commissievoorzitter afkomstig uit VNG-bestuur Op voorstel van het VNG-bestuur wordt het commissievoorzitterschap in de eerste periode van anderhalf jaar ingevuld door een van de raadsleden of de griffier die reeds deel uitmaken van het VNG bestuur. Zo wordt een goede en directe verbinding bereikt tussen het VNG-bestuur en de nieuwe commissie in de periode dat de werkwijze en organisatie van de nieuwe commissie nog moet worden uitgewerkt. Na evaluatie van de werkwijze en de organisatie van de commissie in het voorjaar van 2017 en op basis daarvan formele verankering in de VNG governance, kan het commissievoorzitterschap wel via de gebruikelijke kandidaatstellingsprocedure breed worden opengesteld. “Op de kaart zetten van de rol en positie van de gemeenteraad” Gemeenteraden spelen op vele thema’s en op verschillende domeinen een belangrijke rol. De nieuwe commissie Raadsleden & Griffiers heeft als doel om binnen de bestuurlijke organisatie van de VNG de rol en positie van de raad op de kaart te zetten en op deze manier te versterken. Dat vraagt om een commissievoorzitter die in staat is om de raadsleden en griffiers in de nieuwe commissie tot een eenheid te smeden, te komen tot een vruchtbare samenwerking met de andere commissies & bestuur en naar buiten toe als herkenbaar boegbeeld op te treden richting de achterban en externe stakeholders. Op thema’s in het fysiek, sociaal en financieel-economisch domein, die bij andere commissies zijn belegd, is het van belang dat de inbreng van raadsleden en griffiers wordt meegenomen. Het gaat daarbij zowel om de voorbereiding op nieuwe taken en verantwoordelijkheden die gemeenteraden raken, als om de ervaringen bij taken die gemeenteraden reeds vervullen. Dit vraagt van de commissievoorzitter in de eerste plaats een verbindende rol. Daarnaast dient de commissievoorzitter op de eigen thema’s van de nieuwe commissie ook als herkenbaar boegbeeld naar buiten toe te kunnen optreden. Voor de agenda van de commissie zijn actualiteit en urgentie bepalend, waarbij gekozen wordt voor thema’s waaraan deze commissie wezenlijk kan bijdragen. De commissievoorzitter moet over de gezaghebbende uitstraling, kracht en zelfbewustheid beschikken om zowel richting andere commissies & bestuur, als richting externe stakeholders een zichtbare bijdrage te leveren aan de verankering en versterking van de positie van de gemeenteraad. Voor meer informatie over de doelstellingen en werkwijze van de commissie Raadsleden & Griffiers, zie de startnotitie van de commissie Raadsleden & Griffiers. In deze profielschets wordt achtereenvolgens ingegaan op: 1. Taken van de commissievoorzitter 2. Gevraagde bestuurlijke netwerk en ervaring 3. Gevraagde persoonlijkheid en reputatie 4. Het tijdbeslag voor de voorzitter
12
1. Taken van de commissievoorzitter Kandidaten dienen bereid te zijn om de hierna genoemde taken op zich te nemen: - Bijwonen en voorzitten van de tweemaandelijkse vergaderingen -
Bijwonen en bijdragen aan het VNG Jaarcongres (inclusief de ALV) en de Buitengewone ALV Deelnemen aan overleggen met externe stakeholders, waarbij de positionering van de gemeenteraad een belangrijk onderwerp van gesprek is (NB: in overleg met andere commissies en bestuur)
-
Optreden als boegbeeld van de doelgroepen raadsleden en griffiers binnen de VNG in de landelijke media en vertegenwoordiging van de VNG op congressen, bijeenkomsten en andere gelegenheden.
2. Gevraagde bestuurlijke netwerk en ervaring Kandidaten dienen: -
Als raadslid of griffier actief te zijn
-
Te beschikken over ruime ervaring in en met het lokaal bestuur, bij voorkeur in verschillende rollen en in verschillende gemeenten
-
Gezaghebbend en effectief te kunnen opereren binnen de VNG governance én binnen de eigen achterban van raadsleden en griffiers
-
Op basis van hun persoonlijke netwerk rechtstreekse toegang te hebben tot de beide beroepsverenigingen Raadslid.Nu en Vereniging van Griffiers
-
Affiniteit te hebben met de VNG als vereniging, waarbij ervaring binnen de bestuurlijke organisatie van de VNG een pluspunt is.
3. Gevraagde persoonlijkheid en reputatie Kandidaten dienen: - Hart te hebben voor het lokaal bestuur en dit ook uit te stralen naar gemeenten en andere stakeholders die voor de gemeenten van belang zijn -
Een verbindende rol te kunnen spelen binnen de vereniging en waar nodig ook boven partijen te kunnen staan
-
Herkenbaar en acceptabel te zijn voor de brede achterban van de doelgroepen raadsleden en griffiers, gemeenten, partijen en doelgroepen
-
Open te staan voor vernieuwing in de bestuurlijke organisatie van de vereniging en in de inrichting van de relatie met de leden
-
Gevoel te hebben voor veranderende bestuurlijke en maatschappelijke verhoudingen, waarbij
-
sprake is van horizontalisering en opereren in steeds complexere netwerken Daadkrachtig te kunnen optreden in overleggen en persoonlijke contacten met de
-
verschillende interne en externe stakeholders Een goede vergadervoorzitter te zijn, die in commissievergaderingen en andere overleggen
-
een open en constructieve gedachtewisseling weet te borgen Affiniteit te hebben met de grote uitdagingen voor de gemeenten.
13
4. Tijdbeslag voor de voorzitter Kandidaten dienen bereid te zijn om de hiervoor genoemde taken op zich te nemen en daarvoor voldoende tijd vrij te maken. Een indicatie van het tijdbeslag: Taken
Tijdbeslag
Voorzitten en voorbereiden tweemaandelijkse vergaderingen
6 dagdelen
commissie NB: de commissie vergadert jaarlijks minimaal drie keer bij de VNG in Den Haag (op donderdag), de andere vergaderingen worden door de commissie zelf bepaald (locatie en tijdstip). Zie voor meer informatie de startnotitie. Bijwonen en bijdragen aan VNG Jaarcongres (inclusief ALV) en Buitengewone ALV
VNG Jaarcongres (drie hele dagen, in verband met bestuursvergadering op maandag voorafgaand aan Congres) Buitengewone ALV (een dagdeel)
Deelnemen aan overleggen met interne en externe stakeholders
Afhankelijk van actualiteit en afstemming
(in voorkomende gevallen)
met andere commissies en bestuur
Optreden als boegbeeld van de VNG in de landelijke media en vertegenwoordiging doelgroepen raadsleden & griffiers bij
Afhankelijk van actualiteit en in afstemming met andere commissies en bestuur
belangrijke congressen, bijeenkomsten en andere gelegenheden
14
Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad
informatiecentrum tel.
uw kenmerk
bijlage(n)
betreft
ons kenmerk
datum
Bekendmaking voorgedragen kandidaten VNG Adviescommissie Governance najaar 2015
FB/ALG/U201501733
22 oktober 2015
(070) 373 8393
Lbr. 15/081
Samenvatting
Hierbij ontvangt u het overzicht van de door de adviescommissie gestelde kandidaten voor in totaal 15 vacatures in het huidige bestuur en de huidige commissies. Tevens vindt u in deze brief de voordracht voor de voorzitter en leden van de nieuwe commissie Raadsleden & Griffiers. Na een periode van anderhalf jaar zal het functioneren van deze nieuwe commissie worden geëvalueerd. Op basis van de uitkomsten van de evaluatie zal de nieuwe commissie formeel in de governance van de VNG worden verankerd. Op de Buitengewone ALV van 30 november 2015 zullen de leden stemmen over alle door de adviescommissie gestelde kandidaten en eventuele tegenkandidaten (met uitzondering van de gestelde kandidaat voor de commissie Europa & Internationaal, die conform het Reglement van de commissie aangewezen wordt door het VNG bestuur). In deze ledenbrief wordt een toelichting gegeven op de enkelvoudige voordracht van de adviescommissie voor de vacatures en de verdere procedure, waaronder de mogelijkheid om tegenkandidaten te stellen.
Aan de leden
informatiecentrum tel.
uw kenmerk
bijlage(n)
ons kenmerk
datum
(070) 373 8393 betreft
Bekendmaking voorgedragen FB/ALG/U201501733 kandidaten VNG Adviescommissie Lbr. 15/081 Governance najaar 2015
22 oktober 2015
Geacht college en gemeenteraad, Hierbij ontvangt u het overzicht van de door de adviescommissie gestelde kandidaten voor in totaal 15 vacatures in het huidige bestuur en de huidige commissies, en een voordracht voor de voorzitter en leden van de nieuwe commissie Raadsleden & Griffiers. De adviescommissie draagt Berend de Vries, wethouder Tilburg, voor als nieuwe voorzitter van de commissie Milieu, Energie & Mobiliteit, tevens lid bestuur. Daarnaast doet de adviescommissie een voordracht voor de voorzitter en 19 leden van de nieuwe commissie Raadsleden & Griffiers. De adviescommissie draagt Josee Gehrke voor als voorzitter van de nieuwe commissie. Na een periode van anderhalf jaar zal het functioneren van de nieuwe commissie worden geëvalueerd. Op basis van de uitkomsten van de evaluatie zal de nieuwe commissie formeel in de governance van de VNG worden verankerd. Op de Buitengewone ALV van 30 november 2015 zullen de leden stemmen over alle door de adviescommissie gestelde kandidaten en eventuele tegenkandidaten. Een uitzondering geldt voor de gestelde kandidaat voor de commissie Europa & Internationaal. Deze kandidaat wordt conform het Reglement van deze commissie aangewezen door het VNG bestuur. In deze ledenbrief wordt een toelichting gegeven op de enkelvoudige voordracht van de adviescommissie voor de vacatures en de verdere procedure, waaronder de mogelijkheid om tegenkandidaten te stellen.
Toelichting op voordracht adviescommissie Algemeen Ook deze ronde hebben zich veel weer kandidaten gemeld voor de vacatures. Er moesten dus keuzes worden gemaakt die, ook gezien de kwaliteit van veel kandidaten, niet makkelijk waren. Kwaliteit van kandidaten staat voorop, maar de adviescommissie houdt daarnaast vanzelfsprekend rekening met de herkenbaarheid van bestuur en commissies voor de achterban van gemeenten. Dat betekent dat de adviescommissie naast de beoordeling van kandidaten aan de hand van de profielschetsen, ook rekening heeft gehouden met de criteria geografische spreiding, gemeentegrootte, partijpolitieke kleur, man-vrouw verhouding en doelgroep (burgemeester, wethouder, raadslid, secretaris en griffier). In deze vacatureronde is gewerkt met specifieke profielschetsen voor de verschillende vacatures. Van kandidaten wordt gevraagd dat zij over de juiste mix van expertise, ervaring en netwerk beschikken om de betreffende portefeuille in de commissie te behartigen. Deze profielschetsen vormden een centraal uitgangspunt in de afwegingen van de adviescommissie.
Andere aandachtspunten: de vertegenwoordiging van vrouwen en de doelgroep raadsleden De samenstelling van bestuur en commissies moet ook herkenbaar zijn voor de leden. In de grote vacatureronde na de raadsverkiezingen was een meer evenredige vertegenwoordiging van vertegenwoordigers van lokale partijen een belangrijk speerpunt. Zij vormen de grootste politieke partij of beter gezegd “politieke stroming”. In de nieuwe bestuurlijke organisatie is het aandeel van de vertegenwoordigers van lokale partijen verdubbeld. In de Buitengewone ALV van 17 november 2014 heeft Peter Noordanus, voorzitter van de adviescommissie, aangegeven dat in de komende periode de vertegenwoordiging van vrouwen en van de doelgroep raadsleden belangrijke aandachtspunten van de adviescommissie zijn.
Invulling vacatures Invulling vacatures in bestuur en vaste beleidscommissies VNG In de ledenbrief van 4 september jl. zijn in totaal 15 vacatures opengesteld in bestuur en vaste beleidscommissies van de VNG. Daarnaast zijn de 20 vacatures voor de nieuwe commissie Raadsleden & Griffiers opengesteld. Op de voordracht van de adviescommissie voor deze nieuwe commissie wordt in de volgende paragraaf ingegaan.
onderwerp datum
Bekendmaking voorgedragen kandidaten VNG Adviescommissie Governance najaar 2015
22 oktober 2015
02/05
De adviescommissie doet de volgende enkelvoudige voordracht voor de invulling van de 15 vacatures in het bestuur en vaste beleidscommissies van de VNG: Bestuur/commissie/CvA:
Ontstaan door (komend) vertrek:
Commissievoorzitter Milieu,
-
Voordracht adviescommissie:
Olaf Prinsen, wethouder
Energie & Mobiliteit, tevens
-
Apeldoorn
Berend de Vries, wethouder Tilburg
lid bestuur Lid commissie Milieu,
-
Jan Batelaan, wethouder
Energie & Mobiliteit (2)
-
Jos Beugelsdijk,
Menterwolde -
Cees Vermeer, secretaris
raadslid Noordwijkerhout -
Cees Vermeer, secretaris
Zaanstad Lid commissie
-
Jan van Zanen,
Bestuur & Veiligheid (3)
Breda -
Lucas Bolsius,
burgemeester Utrecht
burgemeester
-
Onno van Veldhuizen,
Amersfoort
-
Frank Koen, burgemeester
Leest, burgemeester
Capelle a/d IJssel
Roermond
burgemeester Hoorn
-
Rianne Donders- de
-
Milo Schoenmaker, burgemeester Gouda
Lid commissie
-
Franc Weerwind,
Dienstverlening &
-
Franc Weerwind,
burgemeester Velsen
burgemeester Almere
Informatiebeleid Lid commissie
-
Jeroen Gebben,
Onderwijs, Cultuur & Sport (4)
-
Chris Dekker, wethouder
wethouder Barendrecht -
Jo-Annes De Bat,
-
-
Michiel van der Vlies,
wethouder Goes
wethouder Hendrik-Ido-
Bernie van den Berg,
Ambacht
wethouder Breda -
Middelburg
-
Aline Pastoor, raadslid Zeist
Christian van den Berg, secretaris Doesburg
-
Paul de Ridder, secretaris Oosterhout
Lid commissie Gezondheid
-
& Welzijn
Sjoerd Tolsma, wethouder
-
Súdwest Fryslân
Stella van Gent, wethouder Súdwest Fryslân
Lid commissie Werk &
-
Inkomen (2) Lid commissie Europa & Internationaal (*)
-
Yvonne van Mierlo,
-
Arianne Hollander,
wethouder Helmond
wethouder Veenendaal
Jacqueline Verbeek-
Ellen te Riele, raadslid
Nijhof, wethouder Zeist
Hof van Twente
Selçuk Akinci, wethouder Breda
-
Annemarie Penn-te Strake, burgemeester Maastricht
(*) Deze kandidaat wordt conform het Reglement van de commissie Europa & Internationaal aangewezen door het VNG bestuur.
onderwerp datum
Bekendmaking voorgedragen kandidaten VNG Adviescommissie Governance najaar 2015
22 oktober 2015
03/05
Invulling vacatures in nieuwe commissie Raadsleden & Griffiers De adviescommissie draagt Josee Gehrke, griffier van De Wolden, voor het voorzitterschap van de commissie voor. Zij heeft een belangrijke rol gespeeld in het voortraject om tot deze commissie te komen. In dit voortraject werd intensief samengewerkt tussen VNG, Raadslid.nu en de Vereniging van Griffiers. Zij was trekker om te komen tot de huidige taakopdracht, waarbij de rol en positie van de gemeenteraad op diverse thema’s centraal staat. Zij heeft in het denken over deze rol en positie van de Raad al veel bijgedragen. Zij beschikt over een grote ervaring en capaciteiten om ook in de pilotfase van anderhalf jaar die hierop volgt de kar trekken. De voordracht van de adviescommissie voor de nieuwe commissie Raadsleden & Griffiers ziet er als volgt uit: Commissie Raadsleden & Griffiers
Voordracht adviescommissie:
Commissievoorzitter
-
Josee Gehrke, griffier De Wolden
Leden (19)
-
Diane Bergman, raadslid Lelystad
-
Klaas Boer, raadslid Slochteren
-
Heleen van Dijk, griffier Friese Meren
-
Ton Dijkmans, raadslid Cranendonck
-
Marike van Doorn, raadslid Almelo
-
Anouk van Eekelen, raadslid Wassenaar
-
Annet ten Hoff, griffier Steenwijkerland
-
Andrew van Horssen, raadslid Kerkrade
-
Jan Houtenbos, raadslid Bergen NH
-
Robbert Lievense, raadslid SchouwenDuivenland
onderwerp datum
-
Eric Meurs, griffier Vlaardingen
-
Arjan Oudbier, griffier Apeldoorn
-
Marian Pater, raadslid Zwijndrecht
-
Marnix Philips, griffier Hollands Kroon
-
Ellen Speet, griffier Wageningen
-
Mathilde Stiekema, raadslid Haren
-
Gerard Vrenken, griffier Tilburg
-
Steven de Vries, raadslid Utrecht
-
William van Zanen, griffier Houten
Bekendmaking voorgedragen kandidaten VNG Adviescommissie Governance najaar 2015
22 oktober 2015
04/05
Mogelijkheid tot het stellen van tegenkandidaten Conform de bepalingen in de Statuten en het Huishoudelijk Reglement van de VNG hebben de leden de mogelijkheid om tegenkandidaten te stellen tot uiterlijk 9 november 2015, 12.00 uur. Een tegenkandidaat kan alleen worden aangemeld door de gemeente of het gewest, waarvan de kandidaat lid van een bestuursorgaan, de secretaris of de griffier is. Voorts dient de tegenkandidatuur door tien andere leden van de Vereniging te worden gesteund. Hoogachtend, Vereniging van Nederlandse Gemeenten,
mr J.H.C. van Zanen voorzitter
Deze ledenbrief staat ook op www.vng.nl onder brieven.
onderwerp datum
Bekendmaking voorgedragen kandidaten VNG Adviescommissie Governance najaar 2015
22 oktober 2015
05/05
Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad
informatiecentrum tel.
uw kenmerk
bijlage(n)
betreft
ons kenmerk
datum
Extra uitname doventolk
BB/U201501796 Lbr. 15/085
2 november 2015
(070) 373 8393
Samenvatting
In de ALV van 3 juni 2015 is eerder besloten tot voortzetting in 2016 van de landelijke uitvoering van de regeling voor de doventolk door de VNG en de uitname daarvoor van € 8,65 miljoen uit het Gemeentefonds, alsmede de inzet in 2016 van het niet in 2015 bestede eenmalig budget (van VWS). Het huidig beschikbaar budget voor de doventolkregeling Leefdomein, is voor komende jaren echter niet toereikend om de groei van het gebruik op te vangen. Inmiddels heeft het ministerie van VWS bij de meicirculaire 2015 nu structureel € 2,1 miljoen extra voor de uitvoering van de doventolkregeling aan het macrobudget Wmo/gemeentefonds toegevoegd. De VNG vraagt aan de ALV toestemming om het aanvullende bedrag van € 2.1 miljoen uit het gemeentefonds te halen, om dit toe te kunnen voegen aan het al beschikbare budget voor de uitvoering van de regeling doventolk leefdomein per 2016. Voor de goede orde, de VNG kan en zal niet meer uitgeven dan het bedrag dat uit het GF wordt gehaald.
Aan de leden
informatiecentrum tel.
uw kenmerk
bijlage(n)
betreft
ons kenmerk
datum
Extra uitname doventolk
BB/U201501796 Lbr. 15/085
2 november 2015
(070) 373 8393
Geacht college en gemeenteraad, Landelijke uitvoering van de landelijke doventolkregeling Er is nu een landelijke regeling doventolk vanuit de Wmo. Deze wordt (net als eerder onder de AWBZ) landelijk uitgevoerd omdat daarop vanuit de landelijke politiek en de cliënt/doven organisaties werd en wordt aangedrongen. Ook als VNG geven wij er de voorkeur aan om de doventolkvoorziening voor de komende periode landelijk te organiseren en uit te (laten) voeren. Daarvoor bestaan goede doelmatige en kwalitatieve redenen en ook de in aantal beperkte doelgroep maakt dit wenselijk. In de ALV van 3 juni 2015 is eerder besloten tot voortzetting in 2016 van de landelijke uitvoering van de regeling door de VNG en daarvoor een uitname van € 8.65 miljoen uit het Gemeentefonds, alsmede de inzet in 2016 van het niet in 2015 bestede eenmalig budget (van VWS). Groei gebruik van de regeling en extra budget van VWS Het huidig beschikbaar budget voor de doventolkregeling Leefdomein, is voor komende jaren echter niet toereikend om de groei van het gebruik op te vangen. Sinds 2009 nemen de kosten van de regeling jaarlijks toe met tussen de € 900.000,- en € 1.100.000,-. Het aantal gebruikers neemt toe met ongeveer 200 nieuwe gebruikers per jaar. Bij ongewijzigd beleid en gelijkblijvend budget wordt voor 2016 een tekort van ruim 10% verwacht. Vanaf 2018 ontstaat er bij gelijkblijvende groei van aantallen en kosten een groter tekort. Een belangrijke oorzaak, naast het toenemen van het aantal gebruikers, van deze kostenstijging is gelegen in de regeling doventolk zelf. Er zijn nog te weinig instrumenten om gebruikers meer gebruik te kunnen laten maken van de Tolk op Afstand en om minder ‘meer-uren’ toe te kennen. Doofblinden kunnen in de basis gebruik maken van 168 tolkuren per jaar en doven van 30 uur per jaar.
Er zijn nu ongeveer 6.000 mensen die gebruik maken van de regeling. 4.000 van hen maken gebruik van de mogelijkheid om meer tolkuren te kunnen gebruiken. Hoewel de schattingen van het aantal doven, slechthorende en doofblinden nogal uiteenloopt, houden we rekening met 4.000 doofblinden en tussen de 10.000 en 13.000 doven en slechthorenden die tot de doelgroep van de regeling behoren. Dit betekent dat in de komende jaren er een stijging van het aantal gebruikers te verwachten is. Om deze reden heeft het ministerie van VWS bij de meicirculaire 2015 nu structureel 2,1 miljoen extra voor de uitvoering van de doventolkregeling aan het macrobudget Wmo / gemeentefonds toegevoegd. Versoberen van de regeling / kostenbeheersing Het structurele extra budget van VWS biedt bij ongewijzigd beleid voor ongeveer twee jaar soelaas. Om de regeling financieel meer beheersbaar te maken heeft de VNG besloten om de regeling zelf, de tolktarieven en de vergoeding voor de reiskosten van de tolken met ingang van 2017 te herzien. We gebruiken het jaar 2016 om draagvlak bij alle betrokkenen te krijgen voor een herziene regeling. Voor 2016 zal, binnen de huidige regeling, door de uitvoerder van de regeling (Berengroep) onder andere het gebruik van Tolk op Afstand worden gestimuleerd en bij de matching van tolk en gebruiker onder andere meer rekening worden houden met het aantal af te leggen kilometers door de tolk. De VNG onderzoekt en bepaalt dus in 2016 waar (ingaande 2017) op de regeling zelf en in de uitvoering ervan, versoberd kan worden om de verwachte verdere groei in de uitgaven te kunnen beheersen. Vraag aan de leden Stemt u ermee in om het aanvullende bedrag van € 2.1 miljoen uit het gemeentefonds te halen, om dit toe te kunnen voegen aan het al beschikbare budget voor de uitvoering van de regeling doventolk leefdomein per 2016. Voor de goede orde, de VNG kan en zal niet meer uitgeven dan het bedrag dat uit het GF wordt gehaald. Hoogachtend, Vereniging van Nederlandse Gemeenten, mr J.H.C. van Zanen voorzitter
Deze ledenbrief staat ook op www.vng.nl onder brieven
onderwerp
Extra uitname doventolk
datum
2 november 2015
02/02
Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad
informatiecentrum tel.
uw kenmerk
(070) 373 8393
bijlage(n)
1
betreft
ons kenmerk
datum
Onderhandelaarsakkoord Verhoogde Asielinstroom
ECLBR/U201502013 Lbr. 15/096
27 november 2015
Samenvatting
Hierbij ontvangt u het Onderhandelaarsakkoord Verhoogde Asielinstroom dat op 27 november 2015 door het kabinet en de VNG is gesloten. Op 18 november 2015 bent u via een ledenbrief (ECLBR/U201501890 Lbr.15/090) op de hoogte gesteld van de VNG-inzet voor de afspraken om te komen tot een adequate aanpak van de problematiek rond de verhoogde instroom van vluchtelingen. Tijdens de BALV zal dit akkoord nader worden toegelicht. Zoals eerder aangekondigd, houden we over dit onderhandelaarsakkoord een ledenraadpleging.
Aan de leden
informatiecentrum tel.
uw kenmerk
(070) 373 8393
bijlage(n)
1
betreft
ons kenmerk
datum
Onderhandelaarsakkoord Verhoogde Asielinstroom
ECLBR/U201502013 Lbr. 15/096
27 november 2015
Geacht college en gemeenteraad,
De komst van veel vluchtelingen naar Nederland is voor ons land een grote uitdaging en leidt tot vragen en zorgen bij inwoners. Wij nemen deze vragen en zorgen zeer serieus. Om de verhoogde instroom in goede banen te leiden hebben gemeenten en het kabinet besloten in te zetten op een brede aanpak van de vluchtelingenproblematiek. Hierbij geldt het uitgangspunt dat we zoeken naar passende oplossingen waarbij de kosten voor de maatschappij zo beperkt mogelijk worden gehouden, sober en doelmatig.
De problemen van de verhoogde instroom van vluchtelingen manifesteren zich vooral lokaal. Met de tussen het kabinet en de VNG gemaakte afspraken wordt uitdrukking gegeven aan de wens om te starten met een intensieve en structurele samenwerking tussen Rijk, gemeenten en provincies op nationaal en regionaal niveau. Het Onderhandelaarsakkoord bevat een preambule met gezamenlijke uitgangspunten en concrete afspraken voor de korte en lange termijn.
Met deze ledenbrief ontvangt u, in aanloop naar de Buitengewone Algemene Ledenvergadering (BALV) van 30 november te Utrecht, de tekst van het Onderhandelaarsakkoord Verhoogde Asielinstroom. Tijdens de BALV zal dit akkoord nader worden toegelicht. Zoals eerder aangekondigd, houden we over dit onderhandelaarsakkoord een ledenraadpleging
Hoogachtend,
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
J. Kriens Voorzitter directieraad
Deze ledenbrief staat ook op www.vng.nl onder brieven.
onderwerp
onderhandelaarsakkoord Verhoogde Asielinstroom
datum
27-11-2015
02/02
Bestuursakkoord Verhoogde Asielinstroom 27 november 201 5
Inhoudsopgave 1
Preambule Bestuursakkoord Verhoogde Asielinstroom
2
2 2.1
Maatregelen voor de korte termijn Uitbreiding opvangcapaciteit voor asielzoekers met aandacht voor kleinschaligheid 2.1 .1 Uitbreiding (nood)opvanglocaties 2.1 .2 Uitfasering crisisnoodopvang 2.1 .3 Uitwerking noodscenario 2.1 .4 Uitstroom: veilige landenlijst en snelle procedure 2.1 .5 Kleinschalig opvangmodel alleenstaande minderjarige vreemdelingen
3 3 3 3 3 3 4
2.2
Sluitende aanpak 2.2.1 Huisvestingsvoorziening 2.2.2 Het gemeentelijk versnellingsarrangement (GVA) 2.2.3 Regionale samenwerking en verevening
4 4 S 6
2.3
Prestatieafspraken sluitende aanpak 2.3.1 BRP-straten als ondersteuning van Rijk in 2016 2.3.2 Nareizende gezinsleden van de vergunninghouder 2.3.3 Regionale regietafels 2.3.4 lnterbestuurlijk toezicht en financiële verrekening
6 6 6 6 7
2.4
Blijven is meedoen: investeren in integratie en werktoeleiding in gemeenten 2.4.1 Maatschappelijke begeleiding en participatieverklaring 2.4.2 Financiering Participatiewet
7 7 7
3 3.1 3.2 3.3 3.4
Maatregelen voor de middellange termijn Accres/gemeentefondssytematiek Werk en integratie Onderwijs Gezondheid en zorg
8 8 8 8 9
4
Ondertekening
Restuursakkoord verhoogde asielinstroom
10
1 Preambule Bestuursakkoord Verhoogde Asielinstroom 27november2015 Nederland kent al geruime tijd een verhoogde asielinstroom. Deze situatie stelt het Rijk en de gemeenten voor een grote uitdaging. Uitgangspunt voor de overheid hierbij is en blijft om passende oplossingen te vinden waarbij de kosten voor de maatschappij zo beperkt mogelijk worden gehouden, sober en rechtvaardig.
Aangezien de problematiek per definitie op het lokale niveau tot uiting komt, zijn samenwerking en goede communicatie tussen rijk, provincies en gemeenten cruciaal. De verhoogde asielinstroom vraagt tegelijkertijd om een duidelijke verantwoordelijkheidsverdeling en een bijbehorende aanspreekbaarheid op ieders verantwoordelijkheid. Het Rijk en de gemeenten komen middels deze bestuurlijke afspraken overeen om gezamenlijk, schouder aan schouder, de huidige opgaven het hoofd te bieden. Daarbij kiezen we er nadrukkelijk voor om de afspraken niet te zien als een eenmalig resultaat maar als een start richting een blijvende samenwerking tussen de verschillende overheidslagen. Via een zogenoemde Landelijke Regieta fel Verhoogde Asielinstroom blijven we structureel met elkaar in gesprek en monitoren we de voortgang en uitvoering van de gemaakte bestuurlijke afspraken. Aan deze Regietafel zullen we gezamenlijk bezien of over de gehele keten aanvullende maatregelen nodig zijn, waarbij financiële gevolgen mee worden gewogen in de voorjaarsnotabesluitvorming en het reguliere bestuurlijk overleg financiële verhoudingen (BOFV). Daarnaast worden regionale regietafels georganiseerd die bijdragen aan een integrale benadering van de opvang van asielzoekers en huisvesting van vergunninghouders. De Commissarissen van de Koning zijn als Rijksheer gevraagd een rol te spelen in de organisatie van de regionale regietafels. Daarnaast wordt gebruikgemaakt van de gezamenlijk door het rijk en gemeenten ontwikkelde ondersteuningsstructuur, namelijk het OndersteuningsTeam Asielzoekers en Vergunninghouders (OTAV) en het Platform Opnieuw Thuis (samenwerkingsverband van Rijk, VNG, IPO, COA en Aedes). De afspraken in dit document zijn in ketenperspectief gemaakt. Een keten waarin de nadruk ligt op een snelle doorstroom van vergunninghouders naar huisvesting in gemeenten en werk met oog voor maatschappelijk draagvlak. Deze afspraken bieden hiervoor een gedegen basis waarbij rijk en gemeenten elkaars onderlinge afhankelijkheid onderstrepen. Toelichting verschillende typen opvang en huisvesting die in het onderstaande gebruikt worden: 1. Crisisnoodopvang: locaties, zoals sporthallen, die ook voor incidenten, rampen of crisis worden gebruikt door bevolkingszorg. Deze opvang is in beginsel bedoeld voor 72 uur, waarna asielzoekers kunnen doorstromen naar de andere vormen van opvang. De coördinatie van de crisisnoodopvang ligt primair bij veiligheidsregio of indien dat regionaal is afgesproken bij een provincie of grote stad. 2. Noodopvang: tijdelijke opvangvoorzieningen met een soberder doch adequate kwaliteit en voorzieningenniveau, zoals hallen, locaties voor paviljoens en beperkt aangepaste kantoren die zes tot twaalf maanden opvang kunnen bieden aan +/-300 of meer asielzoekers onder leiding van het COA. 3. Reguliere opvang (AZC): een asielzoekerscentrum (AZC) met de normale kwaliteit en voorzieningenniveau, dat door het COA wordt geëxploiteerd voor een termijn vanaf twee jaar met een opvangcapaciteit van 300 tot 1 500+ personen. Incidenteel worden ook recreatieparken, migrantenhuisvesting of vergelijkbare accommodaties benut. Kleinere onzelfstandige vestigingen van in ieder geval 200 + kunnen onderdeel zijn van een grote vestiging (het satellietmodel). 4. Huisvesting vergunninghouders: het Rijk is verantwoordelijk voor de opvang van asielzoekers. De huisvesting van vergunninghouders is een verantwoordelijkheid van de gemeenten. Na een tijdelijk verblijf bij het COA verhuist men naar woonruimte in een gemeente. Om verdringing van andere woningzoekenden te verminderen voor sociale huurwoningen, kan dat ook via huisvestingsvoorzieningen die aan de voorraad toegevoegd worden. Daarnaast komt per 1 januari 201 6 het gemeentelijke versnellingsarrangement in de plaats van het gemeentelijk zeifzorgarrangement (GZZA). —
Bestuursakkoord verhoogde asielinstroom
—
2
2 Maatregelen voor de korte termijn Voor de korte termijn ligt de nadruk op uitbreiding van de (noocl)opvangcapaciteit (2. 1). In het kader van een sluitende aanpak worden de huisvestingsmogelijkheden van vergunninghouders uitgebreid (2.2) en worden er prestatieafspraken gemaakt (2.3). Verder geldt: blijven is meedoen, oftewel een intensivering van de maatschappelijke begeleiding met aandacht voor participatie en werktoeleiding (2.4). 2.1 2.1.1
Uitbreiding opvangcapaciteit voor asielzoekers met aandacht voor kleinschaligheid Uitbreiding (nood)opvanglocaties In een eerdere brief aan onder meer de Commissarissen van de Koning als Rijksheer is bevestigd dat rijk en gemeenten afspreken om op korte termijn de (nood)opvangcapaciteit uit te breiden voor asielzoekers. Dit is nodig om te voorkomen dat asielzoekers geen bed aangeboden kan worden. Concreet betekent dit: minimaal 500 extra noodopvangplekken per veiligheidsregio (ten opzichte van de lopende trajecten tussen de gemeenten en het COA) gerealiseerd worden voor het einde van 2015 voor de komende 3-6 maanden. Hierbij gaat het om noodopvanglocaties onder beheer van het CDA met een sober voorzieningenniveau. voor 1 februari 201 6 de planvorming gereed is om 2500 extra opvangplekken per provincie te creëren (ten opzichte van de lopende trajecten tussen de gemeenten en het CDA). Op deze opvangplekken zouden mensen ten minste voor een periode van langer dan één jaar moeten kunnen worden opgevangen onder beheer van het CDA. Rekening houdend met zowel maatschappelijke kosten en draagkracht is de inzet om te komen tot een mix van grootschalige en kleinschalige opvang. Met het uitgangspunt van het CDA om 300 tot 1 500+ locaties te hanteren, wordt flexibeler omgegaan. Bijvoorbeeld in de vorm van kleinere onzeifstandige vestigingen van in ieder geval 200+ opvangplekken als onderdeel van een grote vestiging. De kleinere vestigingen maken zo veel mogelijk gebruik van de voorzieningen van de grote locatie in een satellietmodel’. ldealiter zijn de grootschalige locaties op- en afschaalbaar, zodat flexibel kan worden omgegaan met groei en krimp.
-
-
2.1.2
Uitfasering crisisnoodopvang Crisisnoodopvang en noodopvang zijn communicerende vaten: hoe meer noodopvang er beschikbaar is, hoe minder crisisnoodopvang nodig zal zijn. Gezien de resultaatsafspraak over 500 extra noodopvangplekken per veiligheidsregio voor het einde van 201 5 voor 3-6 maanden komen Rijk en gemeenten overeen dat het uitgangspunt is dat crisisnoodopvang van 72 uur in 201 6 niet wenselijk en niet nodig is. Dit uitgangspunt draagt bij aan het verminderen van het aantal verhuisbewegingen van asielzoekers. In 201 5 wordt de crisisnoodopvang afgebouwd, wat mogelijk gemaakt wordt door de opbouw van de noodopvang. Een inventarisatie van de VNG onder gemeenten wijst uit dat de kosten van de crisisnoodopvang hoger uitvallen dan de € 40 per persoon per nacht die het Rijk vergoedt. De reden daarvoor is met name de hoge druk en snelheid waarmee gemeenten de opvang, beveiliging en voorzieningen hebben moeten realiseren. Ter compensatie van de gemeenten die in 201 5 hebben bijgedragen wordt afgesproken om voor het jaar 201 5 met terugwerkende kracht het normbedrag te verhogen naar € 1 00. Afrekening vindt plaats door het CDA op basis van de daadwerkelijke bezetting het aantal nachten * het normbedrag (minus de vergoeding van € 40 waar die reeds is vergoed).
*
2.1.3
Uitwerking noodscenario Zo spoedig mogelijk, maar niet later dan 1 januari 201 6, ontwikkelen CDA en gemeenten tevens een noodscenario in opdracht van de landelijke regietafel voor onvoorziene zeer hoge instroom en de daaraan gerelateerde behoefte aan opvangcapaciteit. Het noodscenario bevat een plan van CDA en gemeenten waarin is vastgelegd welke locaties in zo’n situatie in gebruik genomen worden en welke partijen dan welke activiteiten verrichten inclusief de bekostiging daarvan.
2.1.4
Uitstroom: veilige landenlijst en snelle procedure Het Rijk en gemeenten benadrukken het belang van het gebruik van opvangfaciliteiten voor vreemdelingen die in de asielprocedure zitten. Een spoedige terugkeer van vreemdelingen waarvan de asielaanvraag is afgewezen draagt daar aan bij, net zoals uitstroom naar gemeenten van vergunninghouders. Vooruitlopend op de ontwerp-Verordening met een Europese lijst met veilige landen Bestuursakkoord verhoogde asielinstroom
3
van herkomst, heeft het Rijk een nationale lijst opgesteld waarbij landen van de westelijke Balkan worden aangemerkt als veilige landen van herkomst (conform kamerbrief van 3 november 201 5). Als de conclusie is dat het land van herkomst veilig is voor de aanvrager, dan kan de vreemdeling eerder worden uitgezet. De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie is voornemens om voor deze gevallen een snellere procedure in te richten om terugkeer te bespoedigen, waardoor tevens opvangcapaciteit vrijkomt. 2.1 .5
Kleinschalig opvangmodel alleenstaande minderjarige vreemdelingen Gemeenten vragen bijzondere aandacht voor de positie van alleenstaande minderjarige vreemdelingen (amv’s). Het Rijk erkent dit. Stichting Nidos speelt een belangrijke rol als wettelijk voogd voor amv’s. De voogdij en opvang van deze groep is buiten deJeugdwet gehouden, en daar zijn gemeenten dan ook niet voor verantwoordelijk. Amv’s worden tijdens de asielprocedure door het rijk opgevangen, dat geldt ook voor AMVs die geen verblijfsvergunning hebben gekregen. Vanuit het Rijk wordt voor de korte termijn ingezet op een nieuw opvangmodel voor amv’s, waarin kleinschaligheid voorop staat. Met de huidige instroom zal gestreefd worden om in 201 6 de volledige transitie te maken naar kleinschalige opvang van amv’s. Het Rijk spant zich ook in om zoveel mogelijk te voorkomen dat amv’s in (crisis)noodopvang terechtkomen. Als het door de huidige instroom toch voorkomt, is het streven om in dergelijke gevallen het verblijf zo kort mogelijk te laten zijn. De uitgangspunten zijn dat de jongeren zo min mogelijk worden overgeplaatst en dat continuiteit in opvang, begeleiding en onderwijs geborgd wordt. Rijk en VNG spreken af te gaan onderzoeken welke gevolgen deze verandering voor gemeenten hebben. In ieder geval is er een gemeentelijke inspanning nodig om ruimte beschikbaar te stellen aan het Nidos en CDA voor het realiseren van kleinschalige amv-Iocaties. Voor de inrichting van het nieuwe amv-opvangmodel is het noodzakelijk dat er voldoende kleinschalige wooneenheden zijn om de amv’s op te vangen tot hun achttiende levensjaar. Voor deze eenheden is het CDA afhankelijk van het aanbod van de gemeenten. Op verzoek van gemeenten is de afspraak gemaakt met de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie dat per 1 januari 201 6 de amv’s met een vergunning reeds vanaf het moment dat ze in de gemeente worden geplaatst meetellen voor de huisvestingstaakstelling. Het eerder meetellen betekent ook dat de amv kan blijven wonen in de gemeente waar hij of zij eerder is opgevangen. Dit draagt bij aan de integratie en participatie van de amv aangezien de sociale omgeving van de amv grotendeels hetzelfde blijft zelfde school, sportvereniging, vrienden enzovoort. Gemeenten kunnen de door Nidos gehuisveste vergunninghouders voor de taakstelling aanmelden bij het CDA via de voor de taakstelling afgesproken werkwijze. De gemeenten zijn verantwoordelijk voor passende vervoighuisvesting voor de jongere op het moment dat de amv de leeftijd van 18 jaar bereikt. Op die manier zijn opvangvoorzieningen van het Nidos snel beschikbaar voor nieuwe amv’s. -
-
-
-
2.2
Sluitende aanpak
Rijk en gemeenten staan samen voor een grote opgave en benadrukken het belang van een snelle doorstroom van vergunninghouders uit de asielzoekerscentra naar huisvesting in gemeenten. Dat vraagt de gezamenlijke inzet van het Rijk, de gemeenten en niet in de laatste plaats van woningcorporaties. Deze doorstroom is nodig zodat het CDA zich kan richten op haar kerntaak, de opvang van asielzoekers. Een snelle doorstroom is daarnaast van groot belang om vergunninghouders zo snel mogelijk actief deel te laten uitmaken van de Nederlandse samenleving. In veel gevallen is het mogelijk om mensen regulier te huisvesten. Hiervoor blijft een onverminderde inzet van gemeenten en corporaties nodig. Daarover blijven gemeenten prestatieafspraken met woningcorporaties maken. Aangezien een grote groep vergunninghouders in de opvang wacht op huisvesting in een gemeente en in bepaalde regio’s er sprake is van krapte op de woningmarkt, spreken Rijk en gemeenten drie verruimende maatregelen af. 2.2.1
Huisvestingsvoorziening Op basis van deze gedeelde uitgangspunten hechten Rijk, gemeenten en woningcorporaties aan het op korte termijn realiseren van extra huisvestingscapaciteit voor vergunninghouders. De voorkeur gaat er hierbij vanuit om kleinschalige huisvesting te realiseren met oog voor voldoende spreiding. Het Rijk, de gemeenten en woningcorporaties zetten daarom onder meer in op het realiseren van huisvestingsvoorzieningen voor 1 4.000 vergunninghouders, bovenop de bestaande woningvoorraad. Dit als een bijdrage aan de totale opgave. Hiermee wordt in het bijzonder een bijdrage geleverd aan de doorstroming van de vergunninghouders die nog opgevangen worden in een asielzoekerscentrum. Het realiseren van deze huisvestingsvoorzieningen en het daarin huisvesten van vergunninghouders
-
Bestuursakkoord verhoogde asielinstroom
-
-
-
-
-
-
wordt vanwege de dringende behoefte aan woonruimte voor vergunninghouders door het Rijk als dienst van algemeen economisch belang’ (daeb) van verhuurders gezien. Het Rijk stimuleert de realisatie en verhuur aan vergunninghouders van deze huisvestingsvoorzieningen met een financiële bijdrage aan de verhuurder van €6.250 per gehuisveste vergunninghouder (met een maximale huur van € 145 per vergunninghouder bij onzelfstandige huisvesting en € 112,50 bij eventuele zelfstandige huisvesting). Daarvoor zal een subsidieregeling worden opgesteld, waarin een aanwijzing als daeb aan verhuurders wordt vastgelegd. Deze subsidieregeling is gericht aan alle verhuurders: gemeente, corporaties, commerciële verhuurders. De huisvestingsvoorziening dient zodanig te worden gerealiseerd dat in de bijstand de kostendelersnorm toegepast kan worden (ten minste vier vergunninghouders in één huisvestingsvoorziening). Ook dient er in de huisvestingsvoorziening geen recht op huurtoeslag te ontstaan. Voor onzeifstandige woonruimten is de verhuurderheffing niet van toepassing conform de huidige wetgeving. De huisvestingsvoorziening staat open voor bewoning door andere personen dan vergunninghouders. Hiervoor wordt echter geen subsidie verstrekt. Bij het beschikbaar stellen van grond ten behoeve van de realisatie van huisvestingsvoorzieningen ligt het voor de hand dat gemeenten grondprijzen hanteren die gebruikelijk zijn voor sociale woningbouw. Het Rijk zet zich specifiek voor onzelfstandige woonruimte in om middels een wetswijziging mogelijk te maken dat huurcontracten voor een huurperiode van vijf jaar kunnen worden afgesloten. Het Rijk streeft naar inwerkingtreding van de subsidieregeling per 1 februari 2016. De subsidieregeling is van toepassing op huisvesting die na 1 december 201 5 is gerealiseerd. Na de periode van vijf jaar waarvoor de subsidieregeling geldt, kunnen corporaties de huisvestingsvoorziening aanpassen naar reguliere sociale huurwoningen, bijvoorbeeld naar reguliere vierkamerwoningen, mits dit past binnen de prestatieafspraken tussen gemeenten en corporaties.
Rijks vastgoed
-
Het Rijk maakt het verhuren van rijkspanden uit de bestaande voorraad aan gemeenten ten behoeve van het huisvesten van vergunninghouders mogelijk, passend binnen de Leegstandswet (dus voor een periode van maximaal 1 0 jaar). Dit gebeurt tegen kostendekkende huurprijzen. Het Rijk werkt modelovereenkomsten uit voor kostendekkende verhuur van rijksvastgoed, passend binnen de Leegstandswet.
Faciliteren inzet woningcorporaties -
-
-
2.2.2
Over het huisvesten van vergunninghouders maken gemeenten prestatieafspraken met woningcorporaties en huurdersorganisaties. Daarbij gaat het ook om leefbaarheid in de wijk en integratie in de samenleving. Het Rijk maakt het mogelijk dat corporaties onder voorwaarden diensten mogen leveren aan bewoners van gebouwen die door derde partijen beschikbaar zijn gesteld voor de huisvesting van vergunninghouders. Hiervoor zal gebruik worden gemaakt van een experimenteerbepaling in het Besluit toegelaten instellingen volkshuisvesting (BTIV). Onder de te leveren diensten vallen het bijhouden van de administratie, het schoonmaken van collectieve ruimten en huismeesterswerkzaamheden. Omdat ook commerciële partijen geïnteresseerd kunnen zijn in het beheer moet de gemeente via een lichte markttoets (tender) inventariseren of er andere partijen dan corporaties belangstelling hebben deze taak uit te voeren. Tevens maakt het Rijk via een wetswijziging mogelijk dat corporaties verhuur, beperkte verbouw en onderhoudswerkzaamheden verrichten in gebouwen van anderen, voor de huisvesting van vergunninghouders. Het bedrag dat corporaties in het geval van verbouw mogen investeren wordt als kleinschalige verbouw gemaximaliseerd op € 1 0.000 per vergunninghouder. Ook hier dient de gemeente een markttoets toe te passen.
Het gemeentelijk versnellingsarrangement (GVA) De huidige GZZA-regeling zal worden beëindigd per 31 december 201 5. Per 1januari 2016 start de regeling gemeentelijk versnellingsarrangement. Gemeentelijke zelfzorgarrangementen die voor 1 januari 201 6 zijn aangemeld kunnen worden uitgevoerd binnen het GZZA, mits ze gerealiseerd kunnen worden voor 1 februari 201 6. Deze laatste datum zal met billijkheid worden gehanteerd. Het GVA is inzetbaar door gemeenten als individuele, tijdelijke huisvestingsoplossing als permanente huisvesting niet mogelijk is. -
Bestuursakkoord verhoogde asielinstroom
-
-
-
-
2.2.3
De maximale termijn van de voorliggende voorziening in het COA (gerekend vanaf het moment van vergunningverlening) en GVA samen bedraagt maximaal 24 maanden. De instroom van de GVA-regeling wordt begrensd op maximaal 1 0.000 vergunninghouders. Ook tijdelijke huisvesting met het GVA gaat meetellen voor de taakstelling van gemeenten. Huisvesting van vergunninghouders in het kader van het GVA is tijdelijk en kan sober van aard zijn. Permanente reguliere huisvesting kan niet worden ingezet voor het GVA. Gemeenten ontvangen een huisvestingsvergoeding voor vergunninghouders in het GVA van € 50 per week per volwassene en € 25 per week per kind. De regeling van zak- en leefgeld dat het COA verstrekt aan de vergunninghouder blijft hetzelfde als in de huidige GZZA-regeling. Maatschappelijke begeleiding is van toepassing vanaf het moment van plaatsing in het GVA.
Regionale samenwerking en verevening Bovenstaande afspraken dragen bij aan een integrale benadering van opvang van asielzoekers en doorstroom van vergunninghouders naar gemeenten. Om deze nationale afspraken uitvoerbaar te maken worden regionale regietafels opgericht zoals genoemd in de preambule. Zo wordt gestimuleerd dat afspraken gemaakt worden over regionale samenwerking en verevening tussen gemeenten.
2.3
Prestatieafspraken sluitende aanpak Gemeenten committeren zich middels dit akkoord aan het behalen van de halfjaarlijkse taakstelling en het wegwerken van de achterstanden daarop. De verantwoordelijkheid daartoe ligt in de eerste plaats bij de gemeente en in de tweede plaats bij de regionale regietafel. Rijk en gemeenten spreken in dit akkoord nadrukkelijk uit dat ze deze uitdaging in goede samenwerking het hoofd te bieden. Mocht uiteindelijk blijken dat gemeenten ondanks de hierboven genoemde mogelijkheden alsnog een achterblijvende taakstelling houden dan is er sprake van een ultimum remedium in de vorm van het interbestuurlijk toezicht en een financiële verrekening.
2.3.1
BRP-straten als ondersteuning van Rijk in 2016 Een inschrijving in de Basisregistratie Persoonsgegevens (BRP) is een voorwaarde voor snelle doorstroom naar ofwel reguliere ofwel tijdelijke huisvesting (ook voor GVA). Om dat te bereiken wordt toegewerkt naar BRP-straten in vijf of zes gemeenten naar het voorbeeld van Ter Apel. Na het verkrijgen van een verblijfsvergunning vindt dan direct inschrijving in de BRP plaats. Er wordt tevens gewerkt aan aanpassing van het Besluit BRP waardoor alle asielzoekers (al voor vergunningverlening) in deze BRP-straten kunnen worden ingeschreven. Dat betekent dat gemeenten AZC bewoners met een vergunning niet meer hoeven in te schrijven. Afgesproken wordt dat gemeenten dat per 1 januari 201 7 gaan bekostigen vanuit het gemeentefonds. In 2016 stelt het Rijk € 10 miljoen beschikbaar voor het mogelijk maken van de BRP-straten en uitbreiding van het BRP-team dat achterstanden wegwerkt.
-
-
2.3.2
Nareizende gezinsleden van de vergunninghouder Vanuit het Platform Opnieuw Thuis worden verbeteringen in gang gezet op het gebied van de digitale gegevensuitwisseling tussen IND, COA en gemeenten over nareisaanvragen. Het wordt voor gemeenten eerder inzichtelijk dat er nareizende gezinsleden komen naast de aanvragende vergunninghouder die reeds in Nederland is (referent). Zij vallen nu al onder de taakstelling van gemeenten. Gemeenten committeren zich om aan de slag te gaan met het zoeken en regelen van een woonruimte voor de nareizigers en referent zodra een aanvraag voor nareis is ingediend. Dat betekent niet dat de referent voor aankomst van het gezin reeds in een gezinswoning gehuisvest wordt. -
-
2.3.3
Regionale regietafels De Commissarissen van de Koning als Rijksheer zullen deze tafels organiseren, laten organiseren, of aansluiten bij de reeds bestaande regietafels. Afspraak hierbij is dat deze uiterlijk twee weken na ondertekening van dit akkoord operationeel zullen zijn met deelnemers van het juiste niveau van in ieder geval gemeenten, veiligheidsregio’s, de provincie en het COA. Aan de regionale regietafels wordt binnen de regio gesproken over het ritme waarmee vergunninghouders naar de gemeente komen, over regionale verevening en (nood)opvang. Hier worden regionale oplossingen gezocht om te voorkomen dat onderstaande instrumenten nodig zijn.
-
-
Bestuursakkoord verhoogde asielinstroom
6
2.3.4
Interbestuurljk toezicht en financiële verrekening Naast bovenstaande instrumenten is er ook sprake van een ultimum remedium. Idealiter wordt de taakstelling gerealiseerd via de hierboven beschreven sluitende aanpak, desalniettemin zijn er wel degelijk instrumenten om in te grijpen mocht dit niet het geval zijn. Wanneer gemeenten de taakstelling niet behalen kan de provincie het interbestuurlijk toezicht in werking laten treden. Dit betekent concreet de inzet van het instrument lndeplaatsstelling bij taakverwaarlozing. Hierbij zal de provincie (als interbestuurlijk toezichthouder) of het Rijk de taak (het huisvesten van vergunninghouders) namens de gemeente uitvoeren op kosten van de gemeente. Rijk en gemeenten spreken af gezamenlijk een regeling te ontwerpen die eraan bijdraagt dat de taakstelling wordt gerealiseerd en in het verlengde daarvan systeemprikkels introduceert. Provincies zullen daarbij worden betrokken. De regeling wordt ingevoerd per 1 juli 201 6. Onderdeel daarvan is dat het vanzelfsprekend moet zijn dat gemeenten die aan hun taakstelling voldoen daar geen financieel nadeel van ondervinden, dit in tegenstelling tot gemeenten die zich aan die verplichting onttrekken. -
2.4
2.4.1
Blijven is meedoen: investeren in integratie en werktoeleiding in gemeenten
Maatschappelijke begeleiding en participatieverklaring Met uitbreiding van de maatschappelijke begeleiding en inzet van een nieuw instrument het participatieverklaringstraject wordt een extra impuls aan integratie gegeven: Er wordt extra geinvesteerd in de maatschappelijke begeleiding van vergunninghouders. Middels de maatschappelijke begeleiding wordt praktische hulp geboden aan vergunninghouders, maar is ook ruimte voor begeleiding met het oog op integratie en participatie. Met de uitbreiding van de maatschappelijke begeleiding komt er daarmee een extra impuls voor integratie. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de maatschappelijke begeleiding. De middelen die aan gemeenten ter beschikking worden gesteld voor maatschappelijke begeleiding stijgen van € 1 000 per vergunninghouders naar € 2370 per vergunninghouder in 2016 en 201 7. Dit bedrag wordt onafhankelijk van het huisvestingsarrangement (tijdelijk of permanent) eenmalig vergoed aan een gemeente. Met de ophoging van het budget van maatschappelijke begeleiding worden door SZW en VNG ambities en condities vastgesteld aan welke doelen de middelen mogen worden besteed. Denk hierbij aan ondersteuning van statushouders bij praktische zaken, integratie en participatie. Daarnaast wordt de uitvoering van de activiteiten van maatschappelijke begeleiding gekoppeld aan de participatieverklaring. In aansluiting op de initiatieven om bij vergunninghouders binnen de opvangfase de integratie te versnellen en de kennis van de Nederlandse samenleving te vergroten, wordt het participatieverklaringstraject als verplicht onderdeel van het inburgerivigsexamen opgenomen. Met het participatieverklaringstraject wordt beoogd vergunninghouders te wijzen op zowel hun rechten en plichten als op de fundamentele kernwaarden van de Nederlandse samenleving, vergunninghouders wegwijs te maken in Nederland en de gemeente waarin zij zich vestigen en vergunninghouders in aanraking te brengen met relevante voorzieningen ten dienste van een snelle inburgering en integratie (zoals potentiële werkgevers, vrijwilligerswerkorganisaties, verenigingen, clubs en welzijnsorganisaties). De participatieverklaring wordt gezien als een beginstuk van de inburgering en is onderdeel van de maatschappelijk begeleiding door gemeenten. —
-
-
-
2.4.2
Financiering Participatiewet De verhoogde instroom van vergunninghouders bij gemeenten heeft ook consequenties voor de kosten voor gemeenten aan uitkeringen binnen de Participatiewet. Aangezien gemeenten achteraf (via de t-1 systematiek) worden gecompenseerd voor hogere instroom in de participatiewet, moeten gemeenten de hogere kosten binnen de participatiewet zelf voorfinancieren. Daarom is afgesproken dat het Rijk gemeenten inter-temporeel tegemoet komt in de (voor)financiering van kosten in de participatiewet door de hogere instroom van vergunninghouders ten opzichte van het voorgaande jaar. Hiervoor is € 50 miljoen beschikbaar gesteld. Voor de verdeling van dit budget over de gemeente zal gewerkt worden met een specifieke verdeelsystematiek, buiten het bestaande verdeelmodel, die nader zal worden uitgewerkt in overleg tussen Rijk en gemeenten.
Bestuursakkoord verhoogde aseIinstroom
3 Maatregelen voor de middellange termijn 3.1
Accres/gemeentefondssytematiek Voor de middellange termijn spreken Rijk en gemeenten af dat het effect op het accres dat ontstaat door de verhoogde asielinstroom wordt bezien in de al ingestelde werkgroep normeringssytematiek.
3.2
Werk en integratie
Het doel van de participatiewet, alle mogelijkheden benutten om mensen via regulier werk te laten participeren in de Nederlandse samenleving, geldt ook voor de nieuwe groep vergunninghouders. In de Taskforce Werk en Integratie wordt (in breder verband) gesproken over de mogelijkheden rond inburgering, participatie en arbeidsmarkttoeleiding. 3.3
Onderwijs
Er is een ondersteuningsteam ingericht waarin de VNG, OCW, de sectorraden voor primair onderwijs (P0), voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs, de Inspectie van het Onderwijs, het LOWAN (ondersteuning onderwijs aan nieuwkomers) en de AVS (vereniging van schoolleiders) zitting hebben. In dit overleg worden op korte termijn passende oplossingen voor de door gemeenten ingebrachte knelpunten uitgewerkt. Hierbij wordt gedacht aan onderstaande zaken; Huisvesting voortgezet onderwijs Het Rijk en gemeenten willen de huisvestingsproblematiek in het voortgezet onderwijs samen oplossen. In een aantal gevallen hoeven geen extra investeringen te worden gedaan, omdat binnen het voortgezet onderwijs in de regio nog voldoende ruimtes beschikbaar zijn. Gezamenlijk zal er gekeken worden welke maatregelen er op maat getroffen kunnen worden om leegstaande gebouwen geschikt te maken voor voortgezet onderwijs of om noodlokalen te bouwen. Leerlingenvervoer Voor Ieerlingenvervoer kan de hogere instroom leiden tot hogere druk op het budget, wanneer kinderen inmiddels met status in de gemeente verblijven. Het Rijk zal samen met, VNG, COA en LOWAN op korte termijn de aard en de omvang van het probleem verkennen en in overleg een passende oplossing zoeken. Voorfinanciering Het Rijk zal samen met de VNG aandacht besteden aan de wijze waarop scholen en onderwijsinstellingen het beste geïnformeerd kunnen worden over de bekostigingsmogeljkheden en hoe ze gebruik kunnen maken van een eventuele maatwerkoplossing. Het financiële effect van de verhoogde instroom wordt op de gebruikelijke manier in de ramingen meegenomen en is onderdeel van de voorjaarsbesluitvorming. Indien er aanleiding is voor gemeenten om onderwijs voor te financieren bieden de reguliere bekostiging, de aanvullende regelingen en het maatwerk aan schoolbesturen de ruimte om die voorfinanciering terug te betalen. Door het ondersteuningsteam wordt gekeken naar termijnen en bedragen zodat gemeenten daar bij bepaling van het voor te financieren bedrag rekening mee kunnen houden. Kwaliteit onderwijs Samen met de regionale Transfercentra en in overleg met de VNG wil het Rijk vraag en aanbod van (werkloze) docenten in beeld brengen. (Hiermee wordt mede-uitvoering gegeven aan de Motie Van Meenen c.s.). Het Rijk en de VNG verkennen welke zorg en begeleiding, naast het al bestaande aanbod en initiatieven van bijvoorbeeld de Augeo Foundation, effectief is. Ook zal worden nagegaan op welke wijze de financiering is geregeld en of scholen voldoende gebruik kunnen maken van het bestaande of te ontwikkelen aanbod. Onderwijsachterstanden Gemeenten zijn verplicht een aanbod te doen voor peuters (tussen 2,5 en 4 jaar) met een risico op taalachterstand. Gemeenten bepalen hierbij zelf de doelgroep, maar dit zijn in ieder geval kinderen van laagopgeleide ouders. Het Rijk zal gemeenten inhoudelijke ondersteuning bieden ten aanzien van asielzoekerskinderen in de VVE. Het programma dat gemeenten ondersteuning biedt bij het onderwijsachterstandenbeleid loopt door in 201 6. Daarbinnen zal er plaats zijn voor inhoudelijke ondersteuning en kennisdeling tussen gemeenten. We zullen de vinger aan de pols houden en over de situatie inzake de asielpeuters zal gezamenlijk overleg gevoerd worden. Bestuursakkoord verhoogde asielinstroom
8
3.4
Gezondheid en zorg
Gemeenten zijn verantwoordelijk voor taken op het terrein van publieke gezondheidszorg, jeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning. De verhoogde instroom van asielzoekers stelt gemeenten voor een uitdaging wanneer deze vergunninghouder worden. Op korte termijn zullen VNG en Rijk een werkgroep in te stellen om de inhoudelijke en financiële knelpunten in kaart te brengen. Het betreft hier zowel uitvoeringsvraagstukken als ook de financiële vraagstukken die de uitvoering raken. Breed aandachtspunt is de kwaliteit en beschikbaarheid van (algemene) voorzieningen in gemeenten voor alle inwoners (geen verdringing) en het grensviak tussen gemeentelijke verantwoordelijkheid en het (curatieve) zorgdomein. Tevens zullen Rijk en de VNG in de bestaande ondersteuningsstructuur van het OTAV voor de dagelijkse spoedeisende vragen een “coördinator spoedvraagstukken” aanstellen die in staat is op het juiste niveau de juiste acties uit te zetten, zodat spoedeisende vraagstukken snel, zorgvuldig en adequaat opgepakt worden. Aandachtspunten op de terreinen waar gemeenten verantwoordelijk voor zijn, betreffen: Publieke gezondheid, waaronder de jeugdgezondheidszorg (JGZ) Op grond van de wet Publieke Gezondheid zijn gemeenten verantwoordelijk voor het vormgeven en uitvoeren van de JGZ en preventieve ouderengezondheidszorg, voor alle rechtmatig in Nederland verblijvende personen. Het is daarom van belang om rechtmatige verblijvende vreemdelingen op tijd in beeld te hebben en te signaleren wanneer zich gezondheidsrisico’s voordoen. De jGZ moet in staat blijven deze taak (mcl. de inzet van tolken) te kunnen verrichten. De verbinding met het sociale domein is hierin cruciaal. Het is in ieders belang om alert te zijn voor mogelijke gezondheidsrisico’s en indien nodig snel en preventief te kunnen ingrijpen. Sociaal domein: WMO 2015 en Jeugdhulp Met de decentralisatie van deJeugdhulp en maatschappelijke ondersteuning heeft het Rijk haar vertrouwen uitgesproken richting gemeenten en hun mogelijkheden om passende zorg en ondersteuning te bieden. Dit geldt ook waar het de hulp en ondersteuning aan vergunninghouders betreft. Het Rijk beseft zich dat de verhoogde instroom een extra uitdaging zal vormen, naast de recente decentralisaties. Op grond van de jeugdwet zijn gemeenten in principe verantwoordelijk voor de jeugdhulp en jeugdbescherming aan alle rechtmatige en niet-rechtmatig verblijvende kinderen onder de 1 8 jaar. Het COA organiseert echter, deels in opdracht van gemeenten, de jeugdhulp voor kinderen die in AZC verblijven. De extra asielstroom vormt hierdoor niet acuut, maar op middellange termijn een uitdaging voor gemeenten. Verwerken ervaringen vluchtelingenkinderen Het Rijk en VNG zullen samen verkennen of aanvullende preventieve aandacht gewenst is voor het verwerken van de ervaringen die vluchtelingenkinderen hebben meegemaakt. Zowel binnen de opvanglocaties van CDA als binnen het onderwijs is hier, door onder andere gebruik te maken van speltherapie, al aandacht voor.
Bestuursakkoord verhoogde asielinstroom
9
4 Ondertekening De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
H.A. Plasterk
De staatssecretaris van Veiligheid en Justitie
K.H.D.M. Dijkhoif
De voorzitter van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten
De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
-
De staatssecretaris van Financiën
ED. Wiebes
Bestuursakkoord verhoogde asielinstroom
10
Brief aan de leden T.a.v. het college en de raad
informatiecentrum tel.
uw kenmerk
(070) 373 8393
bijlage(n)
4
betreft
ons kenmerk
datum
Nazending Buitengewone ALV 30 november 2015
BB/U201502005 Lbr. 15/095
26 november 2015
Samenvatting
Voor de Buitengewone ALV van 30 november a.s. ontvangt u hierbij de VNG Agenda 2016 (agendapunt 8) en twee moties van de gemeenten in de Regio Achterhoek en een aantal ondersteunende gemeenten. De eerste motie betreft de uitvoering en financiering van landelijk opererende organisaties die taken uitvoeren in het kader van de Wmo, de Jeugdwet of de Participatiewet. Ten behoeve van de voorbereiding van uw standpuntbepaling in de Buitengewone ALV ontvangt u hierbij de tekst van de motie en het preadvies van het VNG bestuur op de motie. De tweede motie betreft de problemen die bestaan in de keten van informatie rond de WMO en de Jeugdwet. Het preadvies van het VNG bestuur op deze motie ontvangt u in de Buitengewone ALV.
Aan de leden
informatiecentrum tel.
uw kenmerk
(070) 373 8393
bijlage(n)
4
betreft
ons kenmerk
datum
Nazending Buitengewone ALV 30 november 2015
BB/U201502005 Lbr. 15/095
26 november 2015
Geacht college en gemeenteraad, Voor de Buitengewone ALV van 30 november a.s. ontvangt u hierbij de VNG Agenda 2016 (agendapunt 8) en twee moties van de gemeenten in de Regio Achterhoek en een aantal ondersteunende gemeenten. VNG Agenda 2016 In de verenigingsstrategie De Gemeente 2020 hebben de leden richting gegeven aan het versterken en vitaliseren van de lokale democratie. Op basis van de inbreng van de leden, onder meer in twaalf regionale bijeenkomsten in het najaar, is deze strategie vertaald in een VNG Agenda 2016. Deze agenda is door het VNG bestuur op 13 november jl. vastgesteld. De belangrijkste opgaven die gemeenten komend jaar in verenigingsverband willen aanpakken hebben in deze agenda een plaats gekregen. Opgaven waarbij gemeenten samen ‘het verschil kunnen maken’ en meerwaarde kunnen leveren. In de Buitengewone ALV ontvangt u een nadere toelichting op deze agenda en zal vervolgens worden ingegaan op de belangrijkste ontwikkelingen in het financiële, fysieke, sociale en digitale domein. Motie inzake uitvoering en financiering van landelijk opererende organisaties in het sociaal domein De motie is ingediend door de gemeenten in Regio Achterhoek en een aantal ondersteunende gemeenten. De motie betreft de uitvoering en financiering van landelijk opererende organisaties die taken uitvoeren in het kader van de Wmo, de Jeugdwet of de Participatiewet. Ten behoeve van de voorbereiding van uw standpuntbepaling in de Buitengewone ALV ontvangt u hierbij de tekst van de motie en het preadvies van het VNG bestuur op de motie.
Motie de problemen die bestaan in de keten van informatie rond de WMO en de Jeugdwet De motie is ingediend door de gemeenten in Regio Achterhoek en een aantal ondersteunende gemeenten. De motie betreft de problemen die bestaan in de keten van informatie rond de WMO en de Jeugdwet. Het preadvies van het VNG bestuur op deze motie ontvangt u in de Buitengewone ALV. In de bijlagen bij deze ledenbrief treft u aan: - De VNG Agenda 2016 (agendapunt 8) - De motie betreft de uitvoering en financiering van landelijk opererende organisaties die taken uitvoeren in het kader van de Wmo, de Jeugdwet of de Participatiewet - Het preadvies van het VNG bestuur op deze motie - De motie de problemen die bestaan in de keten van informatie rond de WMO en de Jeugdwet Wij hopen dat u op 30 november a.s. in grote getale aanwezig zult zijn op onze VNG Bestuurdersdag en onze Buitengewone ALV. Hoogachtend, Vereniging van Nederlandse Gemeenten,
mr J.H.C. van Zanen Voorzitter
Deze ledenbrief staat ook op www.vng.nl onder brieven.
onderwerp
Nazendiing Buitengewone ALV 30 november 2015 datum 26 november 2015
02/02
DE GEMEENTE 2020
Agenda
De Gemeente 2020 Agenda 2016
Inhoudsopgave
Voorwoord 5 Inleiding
7
Naar een agenda voor 2016
9
Hoofdpunten collectieve agenda
13
Voorwoord Samen werken aan een krachtige lokale overheid. Met die opdracht sloten we op 4 juni in Apeldoorn een inspirerend jaarcongres af. Dat congres stond in het teken van veranderende verhoudingen. Andere verhoudingen tussen lokaal bestuur en lokale samenleving, maar ook tussen rijk en gemeenten. Dat alles in het besef dat veranderingen lokaal beginnen en dat de lokale overheid daarbij een belangrijke rol speelt en moet spelen. In onze verenigingsstrategie De Gemeente 2020 hebben we de richting aangegeven: het versterken en vitaliseren van de lokale democratie. Tegelijk werd deze zomer ook weer duidelijk dat niet álles lokaal begint. De internationale dimensie beïnvloedt ons leven steeds sterker, zowel op het gebied van wetgeving als in de directe invloed op onze samenleving. Met het op gang komen van een grote stroom vluchtelingen richting Europa zagen we dat internationale en landelijke vraagstukken heel snel terecht kunnen komen in de lokale gemeenschap. En hoe sterk ze de verhoudingen tussen inwoners en tussen bestuur en samenleving kunnen beïnvloeden. Nu staat vooral het aanbieden van crisisopvang en noodopvang centraal, straks zal het ook gaan over huisvesting en integratie. In onze steden en dorpen zullen we de oplossingen moeten vinden. Terecht kreeg de aanpak van de vluchtelingenproblematiek veel aandacht bij de najaarsbijeenkomsten die we over de Agenda 2016 hebben georganiseerd. Maar er zijn nog meer onderwerpen die we komend jaar collectief moeten aanpakken, in deze agenda hebben de belangrijkste een plaats gekregen. Onderwerpen waarmee gemeenten ‘het verschil kunnen maken’ en meerwaarde kunnen leveren. Vraagstukken die we alleen in dialoog met onze inwoners kunnen oplossen en waarin we samen werken aan een krachtige lokale overheid. De gemeenten zijn aan zet. Het VNG-bestuur
5
Inleiding In onze verenigingsstrategie hebben we lijnen uitgezet voor de komende jaren. De dikste lijn hebben we getrokken in de richting van een veranderende verhouding tussen lokaal bestuur en samenleving. Een verticale relatie die steeds vaker wordt vervangen door een horizontale. Niet altijd maar wel steeds vaker. De informatisering van de samenleving heeft tot gevolg dat de overheid de wijsheid niet meer in pacht heeft; klassieke sturingsmodellen zijn niet meer in overeenstemming met de wijze waarop de samenleving zich ordent in horizontale verbanden met korte en snelle verbindingslijnen. De verandering van de samenleving impliceert dat we op een andere manier dan we gewend zijn de dialoog met onze inwoners zoeken en moeten leren variëren in onze aanpak en rol. Op verschillende niveaus: in onze democratische besluitvorming, bij de bestuurlijke en ambtelijke taakuitoefening, in de interne werkprocessen en in onze dienstverlening. Maar meer nog dan een verandering van stijl is het een verandering van democratische en bestuurlijke cultuur. Een cultuur waarin een dienstverlenende instelling en transparantie even belangrijk zijn als leiderschap en het lef om moeilijke beslissingen te nemen en knopen door te hakken. Waar democratische representatie en actief burgerschap elkaar versterken. Die andere bestuurscultuur moet doordringen in alle geledingen van het openbaar bestuur: burgemeesters, wethouders, raadsleden en de ambtelijke organisatie. Dat is geen agendapunt voor het jaar 2016 alleen, het is een continu proces. Een proces van vallen en opstaan, van experimenteren en van elkaar leren. Dit alles is nodig om de centrale doelstelling van onze strategie te kunnen realiseren: het versterken en vitaliseren van de lokale democratie en het lokaal bestuur. Al onze activiteiten in 2016 en volgende jaren moeten in dat licht staan. Want een voorwaarde voor een krachtig lokaal bestuur is een stevige democratische legitimatie. Daarbij hoeft de overheid niet altijd op de voorgrond te staan: ook wanneer we ruimte bieden aan maatschappelijk initiatief en op de achtergrond blijven, laten we zien dat de overheid op een lijn staat met de samenleving. In dat ingewikkelde maar ook boeiende samenspel toont een krachtige lokale overheid haar meerwaarde. 7
Naar een agenda voor 2016 Onze samenleving verandert, de overheid verandert mee. En dat gaat niet altijd langs geleidelijke weg, soms doen zich kwesties voor die niet voorzien zijn en snel handelen vereisen. Het vluchtelingendebat is daarvan een treffend voorbeeld. Het onderwerp is met stip de top tien binnengekomen. Tijdens de gesprekken die we afgelopen voorjaar in het hele land hebben gevoerd, ging het niet alleen over de relatie bestuur en samenleving. Ook veel inhoudelijke beleidsonderwerpen kwamen aan de orde: van regionale economische groei tot krimp, van informatietechnologie tot de transformatie in het sociaal domein. Bij geen van de voorjaarsbijeenkomsten is echter aandacht gevraagd voor het onderwerp dat nu het debat bijna volledig beheerst: de grote instroom van vluchtelingen naar ons land. In een paar maanden tijd is de aandacht grotendeels verlegd naar crisis- en noodopvang, onrust binnen de samenleving, bedreigingen van (lokale) politici, al dan niet onrustige informatiebijeenkomsten en veiligheidsvraagstukken rond asielzoekerscentra. In de zes regiobijeenkomsten dit najaar spraken burgemeesters, wethouders en raadsleden uitgebreid over de omgang met het vluchtelingenvraagstuk, dat zo nauw verbonden is met ons hoofdthema, de lokale democratie. En dus ging het veel over de rol van het openbaar bestuur in relatie tot de samenleving. Waar de een vond dat het nu aankwam op bestuurlijk leiderschap en het nemen van beslissingen, vond de ander dat juist de lokale samenleving zelf de beslissing over het al dan niet huisvesten van vluchtelingen moest nemen. En daarmee ging het gesprek dus ook opnieuw over de rol van de overheid. Maar naast de aandacht voor de actualiteit waren alle aanwezigen het er over eens dat we ons vooral ook moeten richten op de toekomst waarin juist gemeenten oplossingen moeten vinden voor huisvesting, onderwijs en integratie van vergunninghouders. Het thema verdient daarom een centrale plaats in onze collectieve agenda. Een constante factor in de belangstelling blijft de zorg over de gemeentefinanciën. Daar is dan ook voldoende aanleiding toe. Naast de lastige verdeelvraagstukken die al langer dan een jaar spelen, worden gemeenten ook geconfronteerd met onvoorspelbare en onverwachte schommelingen in 9
het gemeentefonds waardoor goed begroten een bijna onmogelijke opdracht blijkt. Al jaren is de grote mate van financiële afhankelijkheid van het rijk velen een doorn in het oog. Sinds de decentralisaties is die afhankelijkheid van het rijk alleen nog maar groter geworden, het evenwicht tussen betalen en bepalen lijkt dan ook volledig zoek. Een zinvol debat met inwoners over belangrijke keuzes is nauwelijks mogelijk. De commissie Rinnooy Kan bepleit een zodanige verschuiving van rijks- naar gemeentelijke belastingen, dat op lokaal niveau nu échte beslissingen kunnen worden genomen en het verschil gemaakt kan worden. Hoewel het uitgangspunt breed wordt onderschreven zijn tijdens de regiobijeenkomsten ook veel kanttekeningen gezet, vooral omdat de effecten en consequenties van die verschuiving onvoldoende bekend zijn. Het komt nu eerst aan op een grondige uitwerking en het doorrekenen en waarderen van de effecten. Maar met een nieuwe kabinetsformatie in zicht moeten we zeker inzetten op meer stabiliteit van de financiën en een beter evenwicht. Het derde hoofdthema tijdens de bijeenkomsten was van een heel andere orde: de voorbereidingen die we gezamenlijk moeten treffen voor een succesvolle invoering van de Omgevingswet. In de lijn met de decentralisaties in het sociaal domein is ook bij de Omgevingswet de basisgedachte dat er meer ruimte moet komen voor eigen initiatief, meer eigen verantwoordelijkheid en het maken van lokale keuzes. De rol van de lokale overheid komt sterk te liggen bij het formuleren van algemene en integrale kaders, het houden van toezicht en handhaving. Voor veel gemeenten betekent dat een radicaal andere wijze van werken, niet alleen voor de bestuurders maar zeker ook voor de organisatie. Hoewel ze niet uitvoerig zijn besproken, kwamen ook andere inhoudelijke thema’s uit De Gemeente 2020 aan de orde. Bijzondere aandacht wordt gevraagd voor de doorontwikkeling van het sociaal domein; nu de transitie goed is verlopen moeten we veel aandacht schenken aan het aanbrengen van echte verbeteringen, aan het werken aan de transformatie. Ook veiligheid werd genoemd waarbij specifieke aandacht werd gevraagd voor ondermijning van het gezag en bestrijding van de georganiseerde criminaliteit. In 2016 gaan we met veel inzet werken aan de hierboven genoemde thema’s. Maar daarnaast omvat de agenda ook onderwerpen die wellicht iets minder in het oog springen maar onze aandacht blijven vragen. Onderwerpen die al in onze verenigingsstrategie zijn benoemd en een zodanige uitwerking vragen dat ook in de toekomst de lokale overheid sterk is en blijft. We noemen hier de inzet op regionale economische groei en regionale samenwerking, informatievoorziening en –technologie, privacy, gemeentelijke dienstverlening, energie en klimaat. Tot slot vragen werkwijze én inrichting van het lokale bestuur onze bijzondere aandacht. De samenleving en het politieke landschap zijn veranderd, de gemeentelijke taken en verantwoordelijkheden sterk uitgebreid. Maatschappelijke vraagstukken worden steeds ingewikkelder, overheidsgezag is niet meer vanzelfsprekend. Veel recente ontwikkelingen die we in ons land en in de lokale samenleving zien, hebben te maken met invloeden 10
vanuit het buitenland (vluchtelingen, klimaat, radicalisering). Maar uit het buitenland kunnen we ook voorbeelden en inspiratie halen en daarmee onze blik verbreden. In De Gemeente 2020 hebben we geconstateerd dat de werkwijze van de overheid zich aan de veranderde omstandigheden moet aanpassen, van verticaal naar horizontaal. Maar ook dat die andere werkwijze en de maatschappelijke ontwikkelingen ons dwingen na te denken over de vormgeving en structuur van het openbaar bestuur. Als vereniging van alle gemeenten moeten we daarom in 2016 een bredere discussie over de inrichting van toekomstgericht lokaal bestuur voeren.
11
Hoofdpunten collectieve agenda Gemeentelijke financiën: evenwicht in verhoudingen De financiële verhoudingen tussen Rijk en gemeenten zijn uit evenwicht geraakt. Gemeenten zijn in hoge mate afhankelijk van het rijk voor het uitvoeren van hun taken. Sinds de decentralisaties is die afhankelijkheid alleen maar groter geworden. De huidige systematiek zorgt voor grote schommelingen in het Gemeentefonds, goed begroten is daardoor voor gemeenten bijna onmogelijk geworden. Het lokale democratische proces komt steeds meer onder druk te liggen, er is geen sprake meer van evenwicht tussen bepalen en betalen. De commissie Rinnooy Kan pleit er onder andere voor dat de afweging over inkomsten en uitgaven meer bij gemeenten moet komen te liggen. Dat betekent dat het lokale belastinggebied substantieel zou moeten worden uitgebreid om lokaal ‘het verschil te kunnen maken’. Hoe deze omwenteling gaat uitwerken en wat de consequenties zijn, is niet bekend. Dat zullen we eerst grondig moeten onderzoeken en afwegen voordat we een besluit nemen of we het advies wel of niet over te nemen. Grote urgentie heeft de afschaffing van normeringen die de gemeentelijke belastingheffing en investeringen negatief beïnvloeden. Verder moet het gemeentefonds zodanig gevoed worden gevoed dat sprake is van meerjarige stabiliteit en voldoende omvang om de lokale taken te kunnen uitvoeren. Verdeelmodellen moeten er niet alleen voor zorgen dat de gelden daar terecht komen waar ze nodig zijn maar ook flexibel genoeg zijn om de ontwikkelingen te volgen en innovatief beleid van gemeenten belonen. Een bijzondere fout in het systeem is ook dat gemeenten op een aantal terreinen werk doen waarvan de opbrengsten naar het rijk vloeien, zoals activiteiten en investeringen op het gebied van economie, energie en handhaving. In de volgende kabinetsperiode moet het evenwicht worden hersteld. Acties:
• beïnvloeding politieke partijen om evenwicht in de financiële verhoudingen in verkiezingsprogramma’s op te nemen • ruimte scheppen in Europese regelgeving om te kunnen blijven investeren • meerjarige stabiliteit in het gemeentefonds bewerkstelligen • consequenties advies Rinnooy Kan in overleg met de leden nader uitwerken voordat besluitvorming plaatsvindt.
13
Fysiek Domein: kwaliteit van leven & kwaliteit van de buitenruimte In het fysieke domein staan in 2016 grote ontwikkelingen op de agenda. De eerste belangrijke wijziging is de Omgevingswet die naar verwachting in 2018 van kracht wordt. Dit is niet alleen een technische operatie waarin 26 wetten gebundeld worden tot één wet en we van 117 AMvB’s teruggaan naar vier. De Omgevingswet gaat vooral over een verandering in de verhoudingen tussen bestuur en inwoners, met meer ruimte voor eigen initiatief vanuit de samenleving. De komende twee jaar zal van gemeenten veel gevraagd worden in de voorbereiding voor deze grote transitie. Daarnaast is de betaalbaarheid van het fysieke domein van belang: het is noodzakelijk dat er voldoende geld beschikbaar komt voor fysieke investeringen in de buitenruimte. Investeringen in de buitenruimte hebben een belangrijke aanjaagfunctie voor particulier initiatief en kwaliteitsverbetering van gebieden. De economische crisis en de crisis op de woningmarkt hebben echter diepe sporen nagelaten. Gemeenten zijn voor investeringen afhankelijk van marktpartijen en burgers. Gemeenten zijn echter ook verantwoordelijk voor de leefkwaliteit in zwakkere gebieden, waar investeringen achterblijven. Tot slot zijn ook klimaatverandering, energietransitie, veiligheid en gezondheid en de ontwikkeling naar een circulaire economie voor afval en grondstoffen thema’s waarin de lokale overheden het voortouw willen nemen. Op het gebied van (sociale) huisvesting moeten nieuwe arrangementen het mogelijk maken dat er voldoende, betaalbare en passende huisvesting is voor inwoners die niet zelf in hun huisvesting kunnen voorzien. De groei en de aard van de verschillende doelgroepen, het nogal eenzijdige aanbod en het gebrek aan flexibiliteit van de voorraad vormen daarbij een probleem. Gemeenten willen daarom blijven experimenteren met alternatieven, zoals we al doen in de Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek (Wbmgp). Acties:
• belangenbehartiging en ondersteuningstraject invoering Omgevingswet • voldoende geld voor fysieke investeringen • vervolg pilots Wbmgp en experimentenwet
14
Sociaal Domein: vernieuwingsagenda Vanaf 2015 hebben gemeenten nieuwe taken en verantwoordelijkheden gekregen in het sociaal domein. De transitie is daarmee een feit maar we staan nog maar aan het begin van de transformatie, het proces om te komen tot een efficiënte en effectieve vernieuwing van de ondersteuning van mensen die zorg nodig hebben. Die vernieuwing begint bij ‘omdenken’, bij gedragsverandering van alle partijen die daarbij betrokken zijn: bestuurders, ambtenaren, professionals én inwoners die ondersteuning nodig hebben. Veel elementen van die vernieuwing komen samen in de wijkteams. Er wordt in het hele land volop geëxperimenteerd met samenwerkingsvormen en met de vormgeving van een samenhangende aanpak. Daarbij staat steeds de vraag centraal hoe we de zorg en ondersteuning zo op elkaar afstemmen en verbeteren dat onze inwoners daadwerkelijk beter worden geholpen bij een lager kostenniveau. Belangrijk aandachtspunt is dat zorg en ondersteuning niet op zichzelf moeten staan maar dat goede verbindingen worden gelegd met al die domeinen waar de gemeente geen directe verantwoordelijkheid voor draagt maar die wel samen voor een ononderbroken keten moeten zorgen in de leefwereld van onze inwoners. De keten die loopt tussen kinderopvang, school, zorg en werk, of van uitkering, zorg, scholing naar activering, werktoeleiding en werk. Waarbij een bijzonder accent moeten liggen bij kinderen en jongeren (en de gezinnen waarin ze opgroeien op weg naar zelfstandigheid) en een effectievere aanpak van de schuldenproblematiek, die steeds meer inwoners treft. Overal zien we de vernieuwende aanpakken ontstaan maar er is nog veel te doen. De belangrijkste opgave in de transformatiefase is het opdoen van kennis van wat werkt en wat we moeten doen om echte resultaten te boeken. Niet op centraal niveau maar lokaal en regionaal. Het VNG-bureau zal die ontwikkeling blijven stimuleren. Vervolgens is het belangrijk om de ervaring en kennis die lokaal en regionaal wordt opgedaan te verzamelen en uit te wisselen. Landelijke kennisinstituten, maar ook het rijk kunnen en moeten hierbij een belangrijke rol spelen. Verdere ontwikkeling en gebruik van standaarden voor gegevensverkeer blijven noodzakelijk. Acties:
• faciliteren van kennisuitwisseling tussen gemeenten • doorontwikkeling Informatievoorziening Sociaal Domein • ontwikkelen samenwerkingsagenda ‘van school naar werk’ • effectieve aanpak schuldenproblematiek • verder ontwikkelen van standaarden
15
Vluchtelingenproblematiek: aandacht voor langere termijn Vanaf de zomer van 2015 is het vluchtelingenvraagstuk pijlsnel hoog op de agenda gekomen. De stroom van vluchtelingen richting Europa beheerst het politieke debat, ook in ons land. Het gaat daarbij niet zozeer om de zoektocht naar (tijdelijke) opvanglocaties, maar vooral over politieke meningsverschillen over de consequenties van de toestroom op langere termijn: uitkering, werk, onderwijs en huisvesting. Boven de zoektocht naar praktische oplossingen hangt een wolk van verdeeldheid die gemakkelijk tot polarisatie kan leiden. Het is lastig te voorspellen hoe lang en in welke mate de vluchtelingenstroom blijft aanhouden, maar zeker is dat zij, na het verkrijgen van een verblijfsvergunning, hun weg zullen moeten vinden binnen de lokale gemeenschappen. Snelle huisvesting is dan essentieel. In 2015 moeten gemeenten nog ongeveer 20.000 vergunninghouders nieuwe huisvesting bieden, de opgave voor 2016 zal ook groot zijn, terwijl de achterstanden snel oplopen. Maar met huisvesting (en financiering daarvan) alleen zijn we er nog niet. Ook de toeleiding naar werk, onderwijs, aandacht voor gezondheid, taal en inburgering zijn belangrijke aandachtspunten voor gemeenten. Juist die langere termijn vraagt veel aandacht, terwijl in de afgelopen jaren de inzet en de beschikbare budgetten sterk zijn afgenomen. En daarnaast speelt nog de kwestie rond afgewezen asielzoekers die ons land niet kunnen of willen verlaten, de ‘bed, bad, brood-regeling’. Acties:
• taskforce asiel, belangenbehartiging en platform voor gemeenten • instelling expertteam ondersteuning gemeenten • financiering ondersteuning en huisvesting statushouders
16
Bestuur: vitale samenleving, vitaal lokaal bestuur ‘De meest wezenlijke uitdaging voor de lokale overheid is (…) om opnieuw een levend en inspirerend onderdeel te worden van de maatschappelijke dynamiek die zich voltrekt’, aldus de VNG-denktank in haar rapport uit 2013. De manier waarop het lokaal bestuur is georganiseerd botst steeds harder met de dynamische netwerkmaatschappij, de oplossing voor collectieve en individuele (sociale) problemen wordt steeds vaker gezocht buiten de traditionele collectieve sector. Nieuwe en andere rollen vragen aanpassing van iedereen die binnen het bestuur een rol vervult. Ze vragen een ander samenspel: meer ruimte voor bewonersinitiatief en voor professionals. En om een nieuwe bestuurscultuur met nieuwe rollen en competenties van de betrokkenen, niet alleen lokaal maar ook op rijksniveau. Onze werkwijze passen we nu al geleidelijk aan. Maar is die verandering alleen voldoende om ook in de toekomst goed te kunnen besturen? Ook in vormgeving en structuur van het openbaar bestuur doen zich moeilijk oplosbare vraagstukken voor. Door de verandering van het politieke landschap is besluitvorming vaak ingewikkeld en ontstaat bestuurlijke instabiliteit. Moet het openbaar bestuur zich ook in vormgeving en structuur aan de veranderde samenleving en aan de veranderde omstandigheden aanpassen? De commissie Toekomstgericht Lokaal Bestuur zal zich over dit vraagstuk buigen. Zij zal onder meer kijken naar de verantwoordelijkheden van de colleges van burgemeester en wethouders in de dagelijkse praktijk, naar de rol van de gemeenteraad en naar de (grotere) verantwoordelijkheden van de burgemeester en tegelijkertijd naar diens voorzitterschap van de raad. De commissie zal haar advies presenteren tijdens het VNG-congres in juni 2016. Acties:
• commissie toekomstgericht lokaal bestuur • in kaart brengen en met elkaar delen van concrete ervaringen in gemeenten met de organisatie en inrichting van moderne democratie (bijvoorbeeld rond sociaal domein) • ondersteunen ontwikkeling nieuwe competenties en rollen bestuurders
17
Veiligheid: uitwisseling en integrale aanpak Gemeenten krijgen steeds meer te maken met ingewikkelde veiligheidsvraagstukken. De regierol van gemeenten in het veiligheidsdomein moet sterker worden. Meer dan ooit worden burgemeester, colleges, raad en ambtelijk apparaat geconfronteerd met zaken waarbij sprake is van ondermijning van het gezag, bedreigingen en georganiseerde criminaliteit. Aan de andere kant van het veiligheidsspectrum staat de verbinding van zorg en veiligheid, waarbij verbindende aanpakken de basis vormen voor het oplossen en voorkomen van overlast en veiligheidsvraagstukken, zoals huiselijk geweld, verwarde personen en radicalisering. Informatie en informatie-uitwisseling met tal van ketenpartners zijn van cruciaal belang om een gerichte aanpak te ontwikkelen voor leefbaarheids- en veiligheidsvraagstukken. Hindernissen ondervinden gemeenten vooral in de relatie met ketenpartners, wetgeving en kwesties van privacy. Acties:
• verbeteren en versterken informatie-uitwisseling • uitvoering agenda zorg en veiligheid • sturingsruimte op politie-inzet vergroten
18
Economie: kansen voor de regio Het economisch potentieel van Nederland is groot en is voor een belangrijk deel te danken aan de geografische opbouw: je zou ons land kunnen beschouwen als een dicht netwerk van steden en stedelijke agglomeraties. Verbindingen zijn daardoor gemakkelijk te leggen en arbeidspotentieel is altijd in de buurt. Omdat het rijk kiest voor een inzet op de zogenoemde topsectoren, laten we op regionaal niveau kansen liggen. Juist door een regionale aanpak ontstaan weer kansen op groei en daar is ook nog veel te winnen. De lokale overheid kan daarbij een stevige rol spelen. Niet door zelf te gaan ondernemen maar door de juiste verbindingen te leggen, de juiste partijen bij elkaar te brengen en ze te faciliteren. Een succesvol economisch beleid op regionaal niveau kan pas succes hebben als het verbonden wordt met arbeidsmarktbeleid en onderwijsbeleid. Als aangesloten wordt bij de kracht van de regio en grensoverschrijdende samenwerking wordt gefaciliteerd. Deze onderwerpen zijn ook onderdeel van de discussie over de ‘urban agenda’ die tijdens het Nederlands EU-voorzitterschap in 2016 wordt gevoerd. Acties:
• samenhang economisch, arbeidsmarkt- en onderwijsbeleid verbeteren • ‘rode loper’ voor het bedrijfsleven • samenwerking in economische netwerken ontwikkelen en uitwisselen • grensoverschrijdende samenwerking faciliteren • ontwikkeling EU-Urban agenda
19
Informatiebeleid: sleutel voor goed functionerende gemeenten Digitalisering en informatie zijn sleutelbegrippen voor effectief en doelmatig functioneren van de overheid. Er bestaan nog nauwelijks gemeentelijke processen of activiteiten die niet op de een of andere wijze worden ondersteund door informatietechnologie. Goed informatiebeleid is een voorwaarde geworden bij de bestuurlijke taakuitoefening, voor interne werkprocessen en voor gemeentelijke dienstverlening aan inwoners, instellingen en bedrijfsleven. Het is noodzakelijk hierin te blijven investeren. De snelle ontwikkelingen op dit gebied maken enerzijds betere dienstverlening, beleidsvoorbereiding en informatievoorziening mogelijk maar brengen ook grote risico’s met zich mee, bijvoorbeeld op het gebied van digitale veiligheid. Omdat de digitale samenleving zich niets aantrekt van gemeentegrenzen en er veel eisen worden gesteld aan uitwisselbaarheid van informatie, is standaardisering en uniformering noodzakelijk. Op dat gebied is nog veel te doen en te ontwikkelen, lokaal, regionaal en collectief. Naast de ontwikkeling van nieuwe mogelijkheden moeten we ook sterk inzetten op verbetering van wat er al is. Urgent is bijvoorbeeld de uitvoering van de Digitale Agenda 2020, de verdere inrichting van de informatiecomponent in het sociaal domein, de ontwikkeling van een digitaal stelsel voor de invoering van de Omgevingswet, de veiligheid van de digitale omgeving en het waarborgen van de privacy van onze inwoners. Acties:
• uitvoering Digitale Agenda 2020 • verbeteren (keten)informatie en monitoring sociaal domein • ontwikkeling digitaal stelsel omgevingswet
20
Collectieve inkoop: wat doen we samen De directe aanleiding tot de oprichting van de VNG ruim honderd jaar geleden was de wens van een aantal burgemeesters om over te gaan tot gezamenlijke inkoop van steenkool. Het tijdperk van het collectief inkopen van productiemiddelen is jaren uit beeld geweest maar heeft opnieuw vorm gekregen. Met name de decentralisaties in het sociaal domein hebben tot een nieuwe vorm van collectieve inkoop geleid. Nu ligt het zwaartepunt bij centrale financiering van landelijke voorzieningen en regelingen die eerder door het rijk werden aangestuurd en gefinancierd. Ook de snelle ontwikkelingen op het gebied van informatiebeleid hebben geleid tot gezamenlijke acties, zoals de Informatie Beveiligingsdienst(IBD) en de Digitale Agenda 2020. Het bedrag dat met deze collectiviteit gemoeid gaat, is in de laatste twee jaar opgelopen tot ongeveer 50 miljoen euro per jaar. Daarnaast sluit het VNG-bureau jaarlijks een groot aantal raamcontracten met zeer gespecialiseerde landelijke instellingen op het gebied van jeugdzorg. De uitbreiding van de gezamenlijk aan te pakken taken én de financiering daarvan vragen om duidelijke spelregels. Daarbij moeten we steeds vanuit de inhoud blijven redeneren: welke activiteiten lenen zich het best voor een lokale aanpak, welke kunnen beter regionaal of collectief worden uitgevoerd? Op de ALV in 2015 hebben we afgesproken deze vraagstukken grondig te onderzoeken en opnieuw af te wegen: welke activiteiten lenen zich voor een collectieve uitvoering en hoe gaan we ze financieren? Daarbij stellen we ons ook de vraag of sommige landelijke taken niet beter bij het Rijk kunnen worden belegd. De resultaten van dit onderzoek en een nieuw voorstel voor collectieve uitvoering en financiering leggen voor op de ALV in 2016. Acties:
• spelregels collectieve inkoop uitwerken en algemeen toepasbaar maken • nieuwe financieringssystematiek uitwerken (i.o.m. fondsbeheerders) • organisatie en governance collectieve activiteiten ontwerpen • taken en verantwoordelijkheden gemeenten-rijk vastleggen
21
Motie Achterhoekse gemeenten tbv Buitengewone ALV VNG 30 november 2015 De VNG in vergadering bijeen op 30 november 2015 spreekt zich uit over de problemen die bestaan in de keten van informatie rond de WMO en de Jeugdwet: constaterende:
dat een keten is bedacht om de administratieve last te verminderen bij de uitvoering van de gemeentelijke taken in het kader van de WMO en de Jeugdwet;
dat het bekend is dat de keten veel problemen kent in de uitvoering hetgeen leidt tot een administratieve lastenverzwaring in plaats van administratieve lastenverlichting, hetgeen leidt tot feitelijk een langere overgangsperiode waardoor de administratieve lastenverlichting later dan voorzien wordt gerealiseerd;
dat de problemen niet aan één partner in de keten te verwijten vallen;
dat eind 2014 op het laatste moment onderdelen van de keten zijn opgeleverd die op het laatste moment voor 1 januari 2015 ingevoerd werden en daardoor problemen veroorzaakten;
dat de software-bedrijven ook laat oplossingen aanleveren onder andere door de trage besluitvorming rond beide wetten;
dat het Gemeentelijk Gegevensknooppunt een langzame start kende;
dat de aanlevering van de initiële gegevens bij de overdracht van de zorg- en jeugdaanbieders van wisselende kwaliteit is geweest als gevolg van discussies rond privacy. Gemeenten hebben bijvoorbeeld nog niet alle inwoners in beeld die b.v. jeugdzorg genieten vanuit de overgang;
dat gemeenten alles in het werk stellen om de inwoners de hulp te bieden die noodzakelijk is;
dat gemeenten in de administratie via workarounds, dus tussenoplossingen buiten de keten om, bezig zijn met b.v. opdrachtverstrekking en verwerken van facturen; o
dat facturen door de workarounds, vaak op voorschot, betaald worden;
dat elke partner in de keten tijd nodig heeft om zijn/haar taken in de keten goed te ontwikkelen en daar leertijd voor nodig heeft;
dat de gemeenten op dit moment niet in staat zijn om vanuit de administatie de juiste informatie te geven die voor monitoringsdoeleinden nodig is;
dat de workarounds extra geld kosten die niet aan zorg uitgegeven kan worden;
dat zorg- en jeugdaanbieders op dit moment ook worstelen met een vergrote administratieve lastendruk;
dat elke gemeente individueel gesprekken moet voeren met elke softwareleverancier en zorgaanbieder over te implementeren software en/of aansluitingen op het Gemeentelijk Gegevensknooppunt;
dat een aantal zorg- en jeugdaanbieders niet in staat is te voldoen aan administratieve afspraken die gemeenten in aanbestedingen hebben opgenomen die nodig zijn voor de administratieve verantwoording en accountantscontrole (393 gemeenten, al dan niet in samenwerking, met eigen afspraken met zorg- en jeugdaanbieders) waardoor de gegevens niet op orde komen;
dat de maatwerkoplossing die vanuit het ISD-programma nu aan gemeenten wordt aangeboden niet de benodigde en concrete ondersteuning geeft om de administratieve problemen op te lossen;
verzoekt het bestuur van de VNG:
het ISD-programma voorlopig met een half jaar te verlengen tot en met 1 juli 2016 met een optie voor een langere periode todat de problemen in de keten zijn opgelost; het ISD-programma zodanig vorm te geven dat gemeenten in praktische zin geholpen worden met task forces om de problemen in de keten te verhelpen en de administratieve last werkelijk te verminderen; om centraal intergrale processturing voor gemeenten in te richten voor de gehele keten, dus één verantwoordelijke organisatie; te zorgen dat centraal gesprekken worden gevoerd en afspraken worden gemaakt met softwareleveranciers (top 10) en zorgaanbieders; de onnodige administratieve lastendruk die veroorzaakt wordt door de problemen in de keten in beeld te brengen en alle partners in de keten (ministeries, SVB, CAK, zorg- en jeugdzorgaanbieders, King, VNG) te informeren over de effecten op de nog lopende transitie die niet is afgerond.
Ondertekend mede namens de colleges van de gemeenten in de Regio Achterhoek: Bronckhorst, Winterswijk, Oost-Gelre, Aalten, Oude IJsselstreek, Montferland en Doetinchem.
Burgemeester en wethouders van Berkelland,
de secretaris, J.A. Wildeman
de burgemeester, drs. J.H.A. van Oostrum
(3D Nummer:
qemeente ^
Intern advies
120/50/549 Ontvangstdatum:
iŷ novembeR
źoi5
Aan de voorzitter van de Vereniging van Nederlandse gemeenten De heer mr. J.H.A. Van Zanen Postbus 30435 2500 GK DEN HAAG
Zaaknummer: Onderwerp Bijlage Verzonden :
Berkeiland
C: R. Heij T: 0545-250 250 E:
[email protected] Bezoekadres: Marktstraat 1, Borculo
155822 motie Uitvoering en financiering van landelijk georganiseerde opererende taken 1 ļ 8 NOV. 2015
Geachte heer Van Zanen, Wij leveren bijgevoegde motie bij u in. Motie Uitvoering en financiering van landelijk georganiseerde opererende taken In de motie verzoeken de ondertekenaars het bestuur van de VNG: 1. met de gemeenten opnieuw een principiële discussie aan te gaan over uitvoering en financiering van gedecentraliseerde taken binnen het sociaal domein die nu door de VNG worden uitgevoerd; 2. lopende deze discussie aan de leden geen onomkeerbare voorstellen voor te leggen over uitvoering en/of financiering van deze taken. De motie is voorbereid door gemeenten in de Regio Achterhoek en gedeeld met de P10 gemeenten. Op dit moment is bekend dat alle acht colleges van de Regio Achterhoek de motie ondersteunen, aangevuld met de P10 gemeenten Ooststellingwerf en Hollands Kroon. Wij vragen u de motie in stemming te brengen tijdens de Buitengewone Algemene ledenvergadering van de VNG op 30 november 2015. Vragen Heeft u nog vragen? Neem dan gerust contact op met de heer R. Heij, telefoonnummer 0545-250 216.
Hoogachtend,
Psecretaris, an
drs. J.H
ostrum
Gemeente Berkelland, Postbus 200, 7270 HA BORCULO T: 0545-250 250 E:
[email protected] www.gemeenteberkelland.nl, Bank Nederlandse Gemeenten: IBAN: NL35BNGH0285112600 BIC: BNGHNL2G
Kopie aan: - archief - algemeen Bestuur van de Regio Achterhoek en de gemeentebesturen van Bronckhorst, Winterswijk, Oost-Gelre, Aalten, Oude IJsselstreek, Montferland en Doetinchem - P10 en de gemeentebesturen van Ooststellingwerf en Hollands Kroon - collegeleden van Berkeiland - gemeenteraad van Berkeiland
2
Motie Achterhoekse gemeenten tbv Buitengewone ALV VNG 30 november 2015 De VNG in vergadering bijeen op 30 november 2015 spreekt zich uit over uitvoering en financiering van landelijk opererende organisaties die taken uitvoeren in het kader van de WMO en/of de Jeugdwet en/of de Participatiewet: constaterende: «
dat in de Algemene Ledenvergadering van de VNG op 18 juni 2014 is besloten in het kader van 'Organisatie van de uitvoeringskrachť de uitvoering van een aantal gedecentraliseerde taken neer te leggen bij de VNG, onder meer Vertrouwensnetwerk, Doventolkvoorziening, Electronisch luisterend oor, Vrouwenopvang en een aantal ondersteunende diensten ten behoeve van de decentralisaties;
»
dat voor de financiering hiervan een uitname uit het gemeentefonds is gedaan;
»
dat het bij deze inhoudelijke taken zou gaan om tijdelijke maatregelen voor 1 tot 2 jaar;
»
dat in de Buitengewone Algemene Ledenvergadering van de VNG op 17 november 2014 besloten is over 'De ondersteuning van uw uitvoeringskracht: een update voor 2015 en verder' waarvoor een extra uitname uit het gemeentefonds is gedaan;
»
dat in de Algemene Ledenvergadering van de VNG op 3 juni 2015 besloten is over 'Spelregels collectieve inkoop en financiering', dat wil zeggen om voorstellen uit te werken om per 2017 de structurele werkzaamheden niet meer te financieren via uitnamen uit het gemeentefonds maar op andere manieren zoals specifieke bijdragen of hogere contributie;
»
dat uitvoering van inhoudelijke gemeentelijke taken niet structureel dient te behoren tot het takenpakket van een belangenorganisatie als de VNG;
«
dat bij de VNG hierdoor belangenverstrengeling kan optreden;
»
dat de gemeenteraden hun verantwoordelijkheden niet kunnen waarmaken voor door de VNG uitgevoerde maar desalniettemin gemeentelijke taken;
»
dat taken die niet door gemeenten kunnen worden uitgevoerd, derhalve niet naar gemeenten gedecentraliseerd kunnen worden en derhalve bij het Rijk behoren te blijven;
»
dat de oorspronkelijke tijdelijkheid van de maatregelen van maximaal 2 jaar in de zomer van 2016 afloopt;
»
dat de zomer 2015 aangekondigde financieringsvoorstellen voor inmiddels structurele werkzaamheden er op duiden dat het proces onomkeerbaar lijkt te zijn geworden;
verzoekt het bestuur van de VNG: »
»
met de gemeenten opnieuw een principiële discussie aan te gaan over uitvoering en financiering van gedecentraliseerde taken binnen het sociaal domein die nu door de VNG worden uitgevoerd; lopende deze discussie aan de leden geen onomkeerbare voorstellen voor te leggen over uitvoering en/of financiering van deze taken.
Ondertekend mede namens de colleges van de gemeenten in de Regio Achterhoek: Bronckhorst, Winterswijk, Oost-Gelre, Aalten, Oude IJsselstreek, Montferland en Doetinchem en de colleges van de P10 gemeenten Ooststellingwerf en Hollands Kroon
.A. Wi deman
de bufgemeester, drs/J. H.A. van Oostrum
Ġ
Preadvies bestuur over motie Regio Achterhoek en Ooststellingwerf en Hollands Kroon inzake uitvoering en financiering van landelijk opererende organisaties in het sociaal domein
Strekking van de motie: 1. met de gemeenten opnieuw een principiële discussie aan te gaan over uitvoering en financiering van gedecentraliseerde taken binnen het sociaal domein die nu door de VNG worden uitgevoerd; 2. lopende deze discussie aan de leden geen onomkeerbare voorstellen voor te leggen over uitvoering en/of financiering van deze taken. Preadvies bestuur: aanhouden Motivatie preadvies: 1. De motie draagt het bestuur op met de gemeenten een principiële discussie aan te gaan over de uitvoering en financiering van gedecentraliseerde taken binnen het sociaal domein die nu door de VNG worden uitgevoerd. De gedachtevorming rond collectieve inkoop is reeds gestart met de ALV van 2015 en zal eindigen met een voorstel voor de ALV van juni 2016. In dit traject zal het bestuur uiteraard de leden betrekken. De overwegingen in deze motie vormen bij deze een inbreng daarin. 2.
De motie draagt het bestuur op in de tussentijd geen onomkeerbare voorstellen te doen voor de uitvoering en financiering van deze taken. Onomkeerbare voorstellen kunnen alleen door de ALV worden bekrachtigd. Aangezien de komende ALV plaats vindt in juni 2016 zal automatisch aan dit verzoek worden voldaan.
Conclusie: De motie wordt door het bestuur gezien als een herbevestiging van de besluiten die al in de ALV van juni 2015 zijn genomen. Het bestuur van de VNG werkt hard aan de uitvoering van deze besluiten, wat zal resulteren in een voorstel aan de leden tijdens de ALV van 2016. Op dat moment kan de ALV oordelen of het eerder genomen besluit door het bestuur naar behoren is uitgevoerd. Omdat de motie het werk dat de VNG in voorbereiding heeft feitelijk niet beïnvloedt, luidt het preadvies van het bestuur aan de BALV: De indieners vragen de motie aan te houden en hen uitnodigen om tijdens de ALV van 2016 hun beoordeling te geven.