RAAD VAN DE EUROPESE UNIE
Brussel, 29 maart 2007 (19.04) (OR. en)
B PU
7978/07
Interinstitutionele dossiers: 2007/0025 (CNS) 2007/0026 (CNS) 2007/0027 (CNS)
LI
LIMITE
C
AGRIORG 27 AGRIFIN 32
VERSLAG van: d.d.: aan: nr. Comv.: Betreft:
I.
de Groep dierlijke producten (melk en zuivelproducten) 21 maart 2007 het Speciaal Comité Landbouw 6464/07 -
Voorstel voor een richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 2001/114/EG inzake bepaalde voor menselijke voeding bestemde, geheel of gedeeltelijk gedehydrateerde verduurzaamde melk
-
Voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1255/1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten
-
Voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2597/97 houdende aanvullende voorschriften voor de gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten met betrekking tot consumptiemelk
Inleiding
De Commissie heeft de drie bovengenoemde voorstellen, met als rechtsgrondslag artikel 37 van het EG-Verdrag, op 15 februari 2007 bij de Raad ingediend.
Het Europees Parlement is geraadpleegd en zijn advies wordt in september 2007 verwacht.
7978/07
oms/BAR/dm DG B I
Conseil UE
1
LIMITE NL
Overeenkomstig de instructies van het SCL heeft de Groep dierlijke producten (melk en zuivelproducten) op 21 maart 2007 een technische bespreking van de voorstellen gehouden. Tijdens de vergadering kondigde de Commissievertegenwoordiger een aantal redactionele wijzigingen ter verbetering van de tekst aan. Een ontwerp-tekst met deze wijzigingen is vervat in de bijlage bij dit verslag1. De in de groep gevoerde besprekingen worden hieronder kort samengevat, met dien verstande dat er nog studievoorbehouden en algemene en politieke voorbehouden zijn van diverse delegaties. II.
Resultaat besprekingen In het algemeen was een meerderheid van de lidstaten ingenomen met de voorstellen; een aantal delegaties was echter tegen de behandeling van deze voorstellen buiten het kader van de komende "check up" van de GLB-hervormingen. Voor de afzonderlijke voorstellen werden de volgende resultaten opgetekend: a)
Voorstel voor een richtlijn van de Raad tot wijziging van Richtlijn 2001/114/EG inzake bepaalde voor menselijke voeding bestemde, geheel of gedeeltelijk gedehydrateerde verduurzaamde melk Een meerderheid van de delegaties steunde het beginsel om de standaardisering van het eiwitgehalte in de EG overeenkomstig internationalen normen toe te staan. Sommige delegaties maakten zich echter zorgen over de gevolgen van deze gewijzigde bepaling voor de markt.
b)
Voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1255/1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten Terwijl een aantal delegaties het Commissievoorstel verwelkomde als een stap in de goede richting, maakten verscheidene delegaties vooral bezwaar tegen twee van de voorgestelde bepalingen, namelijk de schrapping van steun voor de particuliere opslag van mageremelkpoeder (artikel 1, lid 3) en de wijzigingen in de schoolmelkregeling (artikel 1, lid 6)
1
Voorgestelde nieuwe formuleringen zijn vetgedrukt en onderstreept.
7978/07
oms/BAR/dm DG B I
2
LIMITE NL
c)
Voorstel voor een verordening van de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2597/97 houdende aanvullende voorschriften voor de gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten met betrekking tot consumptiemelk
Een meerderheid van de delegaties steunde het beginsel om de productie en het op de markt brengen van melk met vetgehalten buiten de drie huidige categorieën toe te staan.
Eén delegatie had echter een vraag betreffende de juridische verenigbaarheid van het voorstel met het Toetredingsverdrag van deze lidstaat, dat voorziet in een afwijking van de drie verplichte categorieën.
III. Conclusies van het voorzitterschap
In deze fase van de besprekingen maakte het voorzitterschap zijn voornemen bekend om het dossier aan het Speciaal Comité Landbouw voor te leggen, teneinde een oplossing te vinden voor de twee onopgeloste vraagstukken onder punt II b en na te gaan of los daarvan voldoende steun voor de voorstellen kan worden gevonden met het oog op de aanneming ervan.
Het voorzitterschap verduidelijkte dat de verschillende in de voorstellen vermelde data (zoals de inwerkingtreding) verder zullen moeten worden besproken ingeval de definitieve aanneming door de Raad vertraging oploopt.
____________________________
7978/07
oms/BAR/dm DG B I
3
LIMITE NL
BIJLAGE A. ONTWERPRICHTLIJN VAN DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 2001/114/EG inzake bepaalde voor menselijke voeding bestemde, geheel of gedeeltelijk gedehydrateerde verduurzaamde melk
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 37, Gezien het voorstel van de Commissie2, Gezien het advies van het Europees Parlement3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1)
Met het oog op de toenemende behoefte aan harmonisatie in de internationale handel, moet worden bepaald dat het eiwitgehalte van bepaalde geheel of gedeeltelijk gedehydrateerde verduurzaamde melk mag worden gestandaardiseerd op een gehalte van minimaal 34 gewichtspercenten, uitgedrukt in vetvrije droge stof.
(2)
Terwijl standaardisering wordt toegestaan, moeten de grondstoffen die gebruikt worden voor de aanpassing van het eiwitgehalte, alsmede de samenstelling van die grondstoffen, worden vastgesteld.
2 3
PB C […] van […], blz. […]. PB C […] van […], blz. […].
7978/07 BIJLAGE
oms/BAR/dm DG B I
4
LIMITE NL
(3)
In Verordening (EG) nr. 1925/20064 van het Europees Parlement en de Raad van 20 december 2006 betreffende de toevoeging van vitaminen en mineralen en bepaalde andere stoffen aan levensmiddelen wordt de toevoeging van dergelijke stoffen aan levensmiddelen geregeld en wordt de lijst vastgesteld van vitaminen en mineralen die aan levensmiddelen mogen worden toegevoegd. Richtlijn 2001/114/EG moet derhalve worden gewijzigd om de toevoeging van vitaminen en mineralen als bepaald in Verordening (EG) nr. 1925/2006 mogelijk te maken.
(4)
Richtlijn 2001/114/EG5 dient dienovereenkomstig te worden gewijzigd,
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:
Artikel 1
Richtlijn 2001/114/EG wordt als volgt gewijzigd:
(1)
Artikel 2 wordt geschrapt.
(2)
Bijlage I wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze richtlijn.
4 5
PB L 404 van 30.12.2006, blz. 26. PB L 15 van 17.1.2002, blz. 19. Richtlijn gewijzigd bij de Toetredingsakte van 2003.
7978/07 BIJLAGE
oms/BAR/dm DG B I
5
LIMITE NL
Artikel 2
1.
De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 1 januari 20086 aan deze richtlijn te voldoen. Zij delen de Commissie de tekst van die bepalingen onverwijld mee, alsmede een tabel ter weergave van het verband tussen die bepalingen en deze richtlijn.
Wanneer de lidstaten die bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen zelf of bij de officiële bekendmaking daarvan naar deze richtlijn verwezen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.
2.
De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van intern recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.
Artikel 3
Deze richtlijn treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Artikel 4
Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten. Gedaan te Brussel,
Voor de Raad De voorzitter
6
AT en PL: de datum voor de nationale omzetting is te vroeg.
7978/07 BIJLAGE
oms/BAR/dm DG B I
6
LIMITE NL
BIJLAGE Bijlage I bij Richtlijn 2001/114/EG wordt als volgt gewijzigd:
(1)
In punt 1 "Gedeeltelijk gedehydrateerde melk", wordt de eerste alinea vervangen door:
"Dit is het vloeibare, al dan niet gesuikerde product dat wordt verkregen door het gedeeltelijk onttrekken van water aan melk, aan geheel of gedeeltelijk afgeroomde melk of aan een mengsel van deze producten, waaraan eventueel room, geheel gedehydrateerde melk of deze beide producten zijn toegevoegd, waarbij de hoeveelheid toegevoegde geheel gedehydrateerde melk in het eindproduct niet meer mag bedragen dan 25 % van het totale gehalte aan van melk afkomstige droge stof."
(2)
In punt 2 "Geheel gedehydrateerde melk", wordt de eerste alinea vervangen door:
"Dit is het poedervormige product dat wordt verkregen door het onttrekken van water aan melk, aan geheel of gedeeltelijk afgeroomde melk, aan room of aan een mengsel van deze producten, waarbij het vochtgehalte van het eindproduct ten hoogste 5 gewichtspercenten bedraagt."
(3)
Punt 3 "Behandelingen" wordt als volgt gewijzigd:
a)
de inleidende zin van punt b) wordt vervangen door:
"Onverminderd het bepaalde in Verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong* wordt de verduurzaming van de in de punten 1 en 2 genoemde producten bereikt:
*
PB L 139 van 30.4.2004, blz. 55. Rectificatie in PB L 226 van 25.6.2004, blz. 22."
7978/07 BIJLAGE
oms/BAR/dm DG B I
7
LIMITE NL
b)
het volgende punt c) wordt toegevoegd:
"Het eiwitgehalte van melk mag worden gewijzigd tot een minimumgehalte van 34 gewichtspercenten (uitgedrukt in vetvrije droge stof)", uitsluitend om te voldoen aan de vereisten inzake samenstelling van de punten 1 en 2 van deze bijlage, door toevoeging en/of verwijdering van melkbestanddelen, mits de verhouding tussen wei-eiwit en caseïne in de gewijzigde melk niet wordt veranderd."
(4)
Punt 4 "Toegestane toevoegingen" wordt vervangen door:
"4.
Toegestane toevoegingen en grondstoffen
a)
Vitaminen en mineralen overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1925/2006*.
*
PB L 404 van 30.12.2006, blz. 26.
b)
De in punt 3, onder c), bedoelde grondstoffen voor de wijziging van het eiwitgehalte die zijn toegestaan, zijn:
i)
melkretentaat Melkretentaat is het product dat wordt verkregen door het concentreren van melkeiwit door ultrafiltratie van melk of geheel of gedeeltelijk afgeroomde melk;
7978/07 BIJLAGE
oms/BAR/dm DG B I
8
LIMITE NL
ii)
melkpermeaat Melkpermeaat is het product dat wordt verkregen door het verwijderen van melkeiwit en melkvet door ultrafiltratie van melk of geheel of gedeeltelijk afgeroomde melk; en
iii)
lactose Lactose is een natuurlijk bestanddeel van melk dat normaal gesproken wordt verkregen uit wei, met een gehalte aan watervrije lactose van niet minder dan 99,0% (m/m) op basis van de droge stof. De lactose kan watervrij zijn of één watermolecuul door kristallisatie bevatten of een mengsel van beide vormen zijn."
__________________________
7978/07 BIJLAGE
oms/BAR/dm DG B I
9
LIMITE NL
B. ONTWERP-
VERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1255/1999 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 37, Gezien het voorstel van de Commissie7, Gezien het advies van het Europees Parlement8,
Overwegende hetgeen volgt:
(1)
In artikel 7, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1255/19999 van de Raad is bepaald dat het eiwitgehalte van in interventie aangekochte mageremelkpoeder minimaal 35,6% op de nietvette droge stof moet zijn. Aangezien in de Gemeenschap de standaardisering van het eiwitgehalte van bepaalde gedehydrateerde verduurzaamde melk op 34% wordt toegestaan, is het voor een goed beheer van de interventievoorraden dienstig te bepalen dat de interventiekwaliteit op dat niveau wordt vastgesteld. De interventieprijs van mageremelkpoeder, die in artikel 4, lid 1, van diezelfde verordening wordt vastgesteld, moet worden gewijzigd om rekening te houden met de nieuwe norm voor het eiwitgehalte.
7 8 9
PB C […] van […], blz. […]. PB C […] van […], blz. […]. PB L 160 van 26.6.1999, blz. 48. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1913/2005 (PB L 307 van 25.11.2005, blz. 2).
7978/07 BIJLAGE
oms/BAR/dm DG B I
10
LIMITE NL
(2)
In artikel 6, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1255/1999 is bepaald dat boter door interventiebureaus wordt aangekocht wanneer de marktprijzen van boter gedurende twee weken beneden 92% van de interventieprijs komen te liggen. De uitvoering van die regeling is administratief omslachtig. In het licht van de meest recente wijzigingen van de interventieregeling en met het oog op de vereenvoudiging daarvan, moet deze 92%-regel worden afgeschaft.
(3)
In artikel 6, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1255/1999 is bepaald dat de steun voor particuliere opslag van boter alleen mag worden toegekend voor de opslag van boter die overeenkomstig nationale kwaliteitsklassen is ingedeeld. De toepassing van verschillende kwaliteiten in de lidstaten leidt tot ongelijke behandeling ten aanzien van de steun. Om voor gelijke behandeling te zorgen en om de administratie voor de steunregeling voor particuliere opslag te vereenvoudigen, moeten de nationale criteria worden vervangen door communautaire criteria die voor andere marktsteun worden gehanteerd.
(4)
Overeenkomstig artikel 6, lid 3, van Verordening (EG) nr. 1255/1999 wordt steun voor de particuliere opslag van room verstrekt als marktondersteuningsmaatregel. Overeenkomstig artikel 7, lid 3, van die verordening mag bovendien steun voor de particuliere opslag van mageremelkpoeder worden verstrekt. Aangezien beide steunmaatregelen in de praktijk al lang niet meer worden gebruikt, zelfs niet in situaties waarin sprake was van een ernstig gebrek aan evenwicht op de markten voor melkvet en -eiwitten, kunnen de twee maatregelen als achterhaald worden beschouwd en moeten ze worden afgeschaft.
(5)
In artikel 13, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1255/1999 is bepaald dat legers tegen een verlaagde prijs boter mogen kopen. Die bepaling is sinds 1989 echter niet toegepast en dus wordt die steunregeling niet nodig geacht.
(6)
In artikel 14 van Verordening (EG) nr. 1255/1999 is het steunniveau vastgesteld voor melk die wordt geleverd aan leerlingen van onderwijsinstellingen en is bepaald dat het steunniveau voor andere in aanmerking komende producten moet worden aangepast. Om de schoolmelkregeling te vereenvoudigen, en om tegemoet te komen aan de huidige tendensen op het gebied van gezondheid en voeding, moet een forfaitair steunbedrag worden vastgesteld voor alle categorieën melk.
7978/07 BIJLAGE
oms/BAR/dm DG B I
11
LIMITE NL
(7)
De steunbedragen die in het kader van de schoolmelkregeling worden vastgesteld, zijn ieder jaar van toepassing van juli tot en met juni, terwijl in sommige lidstaten het schooljaar pas in juli eindigt. De toepassing van twee verschillende steunbedragen in hetzelfde schooljaar zorgt voor grote problemen bij de uitvoering van de regeling. Om die situatie te voorkomen moet het steunbedrag van augustus tot en met juli gelden. Als gevolg daarvan moeten de bestaande steunbedragen voor het schooljaar 2006/2007 blijven gelden tot en met 31 juli 2007.
(8)
In artikel 26 van Verordening (EG) nr. 1255/1999 is bepaald dat voor de invoer van alle in artikel 1 van die verordening genoemde producten verplicht invoercertificaten moeten worden gebruikt. Thans bestaan er andere toezichtsystemen dan het certificatenstelsel, die nauwkeuriger, beter bijgewerkte en transparantere informatie bieden. In voorkomend geval moeten dergelijke systemen eveneens worden toegepast voor de invoer van zuivelproducten. Het aanvragen van een invoercertificaat mag derhalve niet verplicht zijn, terwijl de Commissie wel gemachtigd moet worden zo nodig een certificatenstelsel in te voeren.
(9)
Verordening (EG) nr. 1255/1999 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd,
7978/07 BIJLAGE
oms/BAR/dm DG B I
12
LIMITE NL
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Verordening (EG) nr. 1255/1999 wordt als volgt gewijzigd:
(1)
In artikel 4, lid 1, wordt punt b) vervangen door:
"b)
(2)
voor mageremelkpoeder vastgesteld op 169,80 EUR vanaf 1 september 2007."10;
Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:
a)
lid 1 wordt vervangen door:
"1.
In de periode van 1 maart tot en met 31 augustus van ieder jaar kopen interventiebureaus, zoals in lid 2 aangegeven, boter aan tegen 90% van de interventieprijs, op basis van nog vast te stellen specificaties.
Wanneer de gedurende bovengenoemde periode voor interventie aangeboden hoeveelheden in 2008 en daarna meer dan 30.000 ton bedragen, kan de Commissie de interventieaankoop schorsen.
In die gevallen kan de interventieaankoop door interventiebureaus worden uitgevoerd door gebruikmaking van een permanente inschrijvingsprocedure op basis van nog vast te stellen specificaties.";
10
AT, LU, ES en IE waren het niet eens met de algemene verlaging.
7978/07 BIJLAGE
oms/BAR/dm DG B I
13
LIMITE NL
b)
in lid 2 wordt de tweede alinea geschrapt;
c)
lid 3 wordt als volgt gewijzigd:
i)
de eerste alinea wordt vervangen door:
"Steun voor de particuliere opslag wordt toegekend voor:
–
in een erkend bedrijf in de Gemeenschap uit room of melk geproduceerde ongezouten boter met een minimumgehalte aan botervet van 82 gewichtspercenten, een maximumgehalte aan niet-vette droge stof van 2 gewichtspercenten en een maximumgehalte aan water van 16 gewichtspercenten;
–
in een erkend bedrijf in de Gemeenschap uit room of melk geproduceerde gezouten boter met een minimumgehalte aan botervet van 80 gewichtspercenten, een maximumgehalte aan niet-vette droge stof van 2 gewichtspercenten, een maximumgehalte aan water van 16 gewichtspercenten, en een maximumgehalte aan zout van 2 gewichtspercenten.";
7978/07 BIJLAGE
ii)
de tweede alinea wordt geschrapt.
iii)
in de vierde en vijfde alinea worden de woorden "room of" geschrapt.
oms/BAR/dm DG B I
14
LIMITE NL
(3)
Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd11:
a)
lid 1 wordt vervangen door:
"1.
Het door elke lidstaat aangewezen interventiebureau koopt tegen de interventieprijs, onder nader vast te stellen voorwaarden, het hem in de periode van 1 maart tot en met 31 augustus aangeboden, volgens het verstuivingsprocédé uit in de Gemeenschap geproduceerde koemelk vervaardigde mageremelkpoeder van eerste kwaliteit aan dat in een erkend bedrijf van de Gemeenschap is bereid en dat:
–
een eiwitgehalte van minstens 34,0 gewichtspercenten op de vetvrije droge stof heeft,
–
voldoet aan nader te bepalen eisen ten aanzien van de houdbaarheid,
–
voldoet aan nader te bepalen voorwaarden inzake minimumhoeveelheid en verpakking.
De interventieprijs is die welke geldt op de dag waarop het mageremelkpoeder is bereid, en geldt voor mageremelkpoeder dat franco wordt geleverd aan de door het interventiebureau aangewezen opslagplaats. Forfaitaire vervoerskosten komen onder nog vast te stellen voorwaarden voor rekening van het interventiebureau indien het mageremelkpoeder wordt geleverd aan een opslagplaats die verder dan een nog te bepalen afstand verwijderd is van de plaats waar het was opgeslagen.
Het mageremelkpoeder mag slechts worden ondergebracht in opslagplaatsen die voldoen aan nader vast te stellen voorwaarden.";
11
AT, LU en ES waren tegen de wijzigingen in artikel 7, met name tegen de schrapping van lid 1, tweede alinea. Zie tevens voetnoot 9.
7978/07 BIJLAGE
oms/BAR/dm DG B I
15
LIMITE NL
b)
(4)
de leden 312 en 5 worden geschrapt.
In artikel 10 wordt punt a) vervangen door:
"a)
de uitvoeringsbepalingen van dit hoofdstuk,".
(5)
In artikel 13, lid 1, wordt punt b) geschrapt13.
(6)
In artikel 14 wordt lid 3 vervangen door14 15 16:
"3.
De communautaire steun bedraagt:
–
18,61 EUR/100 kg voor volle melk in de periode van 1 juli 2006 tot en met 31 juli 2007,
–
16,11 EUR/100 kg voor alle melk vanaf 1 augustus 2007.
De steunbedragen voor andere in aanmerking komende zuivelproducten worden vastgesteld met inachtneming van de melkbestanddelen van het betrokken product."
12
13 14 15
16
FR, PL, LU, CZ, AT, IE, ES en EL wensen de mogelijkheid van deze steun te behouden met het oog op een eventuele behoefte eraan in de toekomst. UK, DK en SE waren voor de schrapping ervan. LV: studievoorbehoud. DK, UK, SE, NL, LT en FI steunden de voorgestelde wijziging. LU, EL, ES en HU waren tegen de invoering van één enkel steunpercentage voor schoolmelk en benadrukten de waarde van melkvet. De delegaties van PL, IE, AT, DE, LV en IT konden het enkele steunpercentage aanvaarden maar willen dat het wordt opgetrokken. FR en BE waren van oordeel dat één enkel steunpercentage een vereenvoudiging zou betekenen ten opzichte van de huidige regeling, maar meenden, hierin bijgevallen door PT, dat de gevolgen ervan zorgvuldig moeten worden overwogen. De delegaties van PL, ES en BE verzochten om de invoering van nieuwe producten in de schoolmelkregeling.
7978/07 BIJLAGE
oms/BAR/dm DG B I
16
LIMITE NL
(7)
Artikel 26 wordt als volgt gewijzigd:
a)
lid 1 wordt vervangen door17:
"1.
Voor invoer in of uitvoer uit de Gemeenschap van één of meer van de in artikel 1 genoemde producten kan een invoer- of uitvoercertificaat verplicht worden gesteld."
b)
in lid 3 wordt punt a) vervangen door:
"a)
de lijst van de producten waarvoor uitvoercertificaten worden geëist en de invoerprocedures waarvoor invoercertificaten niet verplicht zijn,".
17
FR, PT en EL waren tegen de intrekking van het verplichte gebruik van invoercertificaten.
7978/07 BIJLAGE
oms/BAR/dm DG B I
17
LIMITE NL
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 2007. Artikel 1, lid 1, lid 2, lid 3, punt a), en lid 4, zijn echter van toepassing met ingang van 1 september 200718.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat. Gedaan te Brussel,
Voor de Raad De voorzitter
________________________________
18
LU: de datum van inwerkingtreding is te vroeg.
7978/07 BIJLAGE
oms/BAR/dm DG B I
18
LIMITE NL
C. ONTWERPVERORDENING VAN DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 2597/97 houdende aanvullende voorschriften voor de gemeenschappelijke ordening der markten in de sector melk en zuivelproducten met betrekking tot consumptiemelk
DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 37, Gezien het voorstel van de Commissie19, Gezien het advies van het Europees Parlement20,
Overwegende hetgeen volgt:
(1)
In artikel 3 van Verordening (EG) nr. 2597/9721 is bepaald welke producten als consumptiemelk worden beschouwd, met name wat hun vetgehalte betreft.
(2)
Om de overgang van de bestaande nationale regels van vóór de toetreding naar de communautaire regels te vergemakkelijken, zijn ten aanzien van de recente toetredingen verscheidene afwijkingen als overgangsbepaling goedgekeurd.
19 20 21
PB C […] van […], blz. […]. PB C […] van […], blz. […]. PB L 351 van 23.12.1997, blz. 13. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1602/1999 (PB L 189 van 22.7.1999, blz. 43).
7978/07 BIJLAGE
oms/BAR/dm DG B I
19
LIMITE NL
(3)
Rekening houdend met de verschillende gewoonten van consumenten in de verschillende lidstaten en met het feit dat de afwijkingen verstrijken, is het dienstig toe te staan dat producten met een ander vetgehalte dan de bestaande drie categorieën als consumptiemelk op de markt worden gebracht.
(4)
Om de consument duidelijkheid te verschaffen mogen dergelijke producten echter niet volle melk, halfvolle melk of magere melk worden genoemd, maar moet het vetgehalte duidelijk in procenten op de verpakking worden vermeld.
(5)
Verordening (EG) nr. 2597/97 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd,
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:
Artikel 1
Aan artikel 3, lid 1, van Verordening (EG) nr. 2597/97 wordt de volgende tweede alinea toegevoegd22
23
:
"Warmtebehandelde melk die niet voldoet aan de in de eerste alinea, onder b), c) en d) vastgestelde eisen ten aanzien van het vetgehalte, wordt als consumptiemelk beschouwd, mits het vetgehalte duidelijk tot op de eerste decimaal en gemakkelijk leesbaar op de verpakking is aangebracht, en wel als volgt: "…% melkvet". Die melk mag niet worden omschreven als volle melk, halfvolle melk of magere melk."
22
23
FR en IT waren tegen de voorgestelde wijziging uit vrees dat dit zou leiden tot verwarring bij de consument. LU, AT en CZ: studievoorbehoud. HU verzocht om een juridische verduidelijking inzake de verenigbaarheid van het voorstel met zijn Toetredingsverdrag, dat voorziet in een afwijking voor melk met een vetgehalte van 2,8%.
7978/07 BIJLAGE
oms/BAR/dm DG B I
20
LIMITE NL
Artikel 2
Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Zij is van toepassing met ingang van 1 juli 2007.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel,
Voor de Raad De voorzitter
_________________________
7978/07 BIJLAGE
oms/BAR/dm DG B I
21
LIMITE NL