Stad & Land
Uitgaanstempel
Van Eembergen
Beleggingsvisie april 2011
Piet de Leeuw
Paard van Troje, Den Haag
Bijzondere ondernemer
G. Raven & G. Schimmelpenninck
02
Kwartaalmagazine april 2011
1
2
Voorwoord De toekomst voorspellen Terwijl de markten nog aan het herstellen zijn van de recente financiële aardverschuiving werd de wereld onlangs opgeschrikt door een andere ramp. Op 11 maart eiste een zeer zware aardbeving gevolgd door een verwoestende tsunami in Japan duizenden mensenlevens en werd enorme schade aangericht. Het zal nog jaren duren voordat Japan deze gebeurtenis te boven is. Gelukkig klinken op het moment van schrijven van dit voorwoord de eerste hoopgevende berichten door over het weer onder controle krijgen van de gehavende kerncentrales aan de oostelijke Japanse kust. Gebeurtenissen als deze tonen eens te meer aan hoe relatief alles is en hoe moeilijk het is de toekomst te voorspellen. Ook op economisch en financieel gebied. Toch is dat een van de dingen die van een bank worden verwacht. Dat is ook waartoe de realiteit van de dag ons verplicht: vooruit kijken, inschattingen maken en risico’s zo goed mogelijk incalculeren. Vandaar dat u in dit nummer, zoals gebruikelijk, de beleggingsvisie leest van George Raven en Gerrit Schimmelpenninck. Ook hierin geven zij weer een afgewogen analyse van de huidige financiële stand van zaken en de verwachtingen voor de nabije toekomst.
Vanuit zijn achtergrond als beleggings- en investeringsexpert is Kobus gewend allerlei ontwikkelingen objectief en kritisch te beschouwen. In zijn bekende persoonlijke en onbevangen stijl zal hij vanaf nu zijn mening met u delen over onderwerpen die hem opvallen. Het is onvermijdelijk dat we van tijd tot tijd stilstaan bij ‘de’ toekomst, maar ook bij onze eigen toekomst en die van onze erfgenamen. Het interview met professor Hans Stubbé over de rol van de executeur is verhelderend voor iedereen die zijn nalatenschap straks goed geregeld wil hebben. Al bladerend in dit magazine zult u merken dat ‘passie’ de nodige aandacht krijgt. U maakt kennis met twee generaties horecaondernemers die gepassioneerd vertellen over hun manier van zakendoen. Minstens zo enthousiast vertelt kunstenares Bibi van der Velden over wat haar beweegt en hoe zij ons deelgenoot wil maken van haar verhaal. Ten slotte in dit nummer aandacht voor de hofstad, waar één van onze andere kantoren is gevestigd. Dit kantoor biedt de bezoeker uitzicht over eeuwen geschiedenis. Mocht u binnenkort in de buurt zijn, onze medewerkers heten u er van harte welkom.
“
Vooruit kijken, inschattingen maken en risico’s zo goed mogelijk incalculeren
“
Ik wens u de volgende pagina’s heel veel leesplezier. Peter Sieradzki CEO
Nieuw is de column van Kobus Human, onze Chief Investment Officer en lid van de raad van bestuur van Insinger de Beaufort.
3
Magazine IdB 2011 - 2 Colofon Uitgave
Bijzondere Services
Bank Insinger de Beaufort N.V.
Onafhankelijk beleggingsbeleid
Postbus 10820 1001 EV Amsterdam Herengracht 537
70
1017 BV Amsterdam
6
T: +31 (0)20 5215 000
10
65
F: +31 (0)20 5215 009
[email protected] www.insinger.com
60
Stad & Land: • Piet de Leeuw
6
• Paard van Troje, Den Haag
8
redactiesecretariaat 55
Petra Berkers T: +31 (0)20 5215 208
Kunst & Cultuur:
8
• Bibi van der Velden
10
Bewind & executele
26
F: +31 (0)20 5215 219
50
[email protected]
redactie
45
32 40
Petra Berkers Carl Höhner Peter Meijburg (copywriter)
Column - Ter Overweging 35
Besloten netwerken
Beleggingsvisie
2006
2007
Coca Cola 200 D voorts. gemiddelde
20
22
2008
30 2009
2010
32
George Raven Annette Reijersen van Buuren Marinus van Schaik Jan de Vink
Source: Thomson Reuters Datastream
Roos Vogel Claudine Weinstein
Adreswijzigingen Adreswijzigingen kunt u richten aan het redactiesecretariaat
Achter de foto • Joris van Eijndhoven
14
druk
Bijzondere ondernemer: • Van Eembergen: vader Rosarium, dochter Herengracht
Drukkerij Aeroprint
16
vormgeving
IDFA • Terug- en vooruitblik
TAXI
20
www.taxi-eu.com
Kennismaking met IdB • Ons pand in Den Haag
22
Op uitnodiging
16
4
Onafhankelijk beleggingsbeleid
Besloten netwerken
• Vredespaleis Den Haag
24
Billardfabriek Wilhelmina
28
Bijzondere services
5
Stad & Land
Piet de Leeuw Een authentiek amsterdams eetcafé met de karaktertrekken van een oud café. Piet de Leeuw was de grootvader van de huidige eigenaar Loek van Tiel, die in 1949 het eetcafé is begonnen.
Piet de Leeuw is een eetcafé dat de karaktertrekken van een oud café nog niet heeft verloren. Piet de Leeuw was de grootvader van de huidige eigenaar Loek van Tiel, en begon in 1949 het eetcafé. Loek is dertig jaar geleden onderaan de ladder als kelner aan de slag gegaan. Hij heeft het vak dus van jongs af aan geleerd en staat nu iedere dag trots in zijn eetcafé. Een authentiek interieur: houten meubilair, planken vloer, glimmende bierpomp, op de lambrisering jeneverkruiken, een olieverf plafond met glazen en smeedijzeren lampen, een paar schilderijen en veel foto’s van gasten die het hier ooit erg naar hun zin hebben gehad. Maar ook de Amsterdamse muziek en de ontspannen sfeer onder de gasten zorgen dagelijks voor een gezellige maaltijd.
En de bediening is natuurlijk traditioneel Amsterdams. Als u Mokumse humor waardeert, is Piet de Leeuw een aanrader. Zoals een gast dit mooi verwoord: “Vanavond weer heerlijk gegeten bij Piet. Zoals altijd was ie weer helemaal top. Wij komen hier al jaren en de bediening is bijdehand maar zeer goed!” Of u nu komt voor een rustige lunch of een levendig diner, Piet de Leeuw is de perfecte locatie voor een betaalbare maaltijd met een paar vrienden.
Bij Piet de Leeuw is het altijd druk. Een reservering wordt op prijs gesteld. Openingstijden: Maandag t/m vrijdag: 12.00 - 23.00 uur Zaterdag & zondag: 17.00 - 23.00 uur
Piet de Leeuw Noorderstraat 11 1017 TR Amsterdam Openbaar vervoer: tram 16 / 24 / 25 (halte Prinsengracht) T: +31 (0) 20 623 71 81
Feestdagen gesloten
Bij een van de oudste eetcafés van Amsterdam kwam je ooit voor de biefstuk met brood, maar inmiddels geniet de keuken faam als leverancier van uitstekende maaltijden die met zorg worden bereid. De voorgerechten zijn overheerlijk en een lust voor het oog, zoals het bittergarnituur van haring of de paling- en zalm schotels. Bij dit oude eetcafé weet je precies wat je te wachten staat: een malse biefstuk, tong of lever met vooraf bijvoorbeeld de koude visschotel. U kunt hier ook een smakelijke zeetong in roomboter gebakken eten. Alle gerechten worden geserveerd met friet en gemengde salade.
6
7
Paard van Troje Het Paard van Troje in Den Haag is synoniem voor verrassing, net zoals in de gelijknamige Griekse mythe. Een verrassing in programmering én in de vormgeving van het pand.
Programmering en zalen van het Paard Het Paard van Troje staat garant voor een brede en gevarieerde programmering: pop, rock, hiphop, jazz, blues, americana, wereldmuziek, stand-up comedy, van concerten tot dance en nog veel meer. Binnen de muren van de Haagse poptempel vind je twee concertzalen en een podiumcafé. Er is een grote zaal met een capaciteit voor 1.100 bezoekers, een kleine zaal voor 300 mensen en het Paardcafé waar 200 muziekliefhebbers in kunnen. Op het podium gaven artiesten zoals Maceo Parker, Bløf, De Dijk, Kane, The Cult, DI-RECT, Fun Lovin’ Criminals, Editors, Maximo Park, Blood Red Shoes, Florence & The Machine, DJ’s en live acts zoals Motor, Shameboy, DJ Shadow, Roog, Gregor Salto, Michel de Hey en Calvin Harris acte de présence. Paardcafé Elke week staan er weer nieuwe bands op het podium van het Paardcafé. U kunt hier kennismaken met aanstormend talent, lekker dansen op de muziek van één van de dj’s of gewoon een drankje drinken tijdens een avondje uit. Geschiedenis van het Paard van Troje Het Paard van Troje is een uitgaansgelegenheid in Den Haag, die sinds 1972 bestaat. Met steun van Piet Vink, wethouder van Sport, Recreatie en Cultuur, richtten enkele bevlogen mensen samen met het jongerenproject Ruimte in 1971 de Stichting Trefcentrum op, later omgedoopt tot het Paard van Troje. De stichting werd gehuisvest in het vroegere meisjespensionaat Angela aan de Prinsegracht 12. Na nog een jaar voorbereiding ging het Paard van Troje op zaterdag 21 oktober
8
1972 open en werd het dé plek voor Haagse jongeren. Tal van popartiesten hebben opgetreden in het Paard, zowel uit binnen- als buitenland. Het accent lag - en ligt - daarbij op kwaliteitspop. In 1980 gaf de nu wereldberoemde popgroep U2 een concert in het Paard en later zouden ook Mick Jagger (in 1982), Prince (in 1988) en Pearl Jam (in 1992) hier optreden. In de jaren negentig bleek een middelgroot poppodium hard nodig voor de vele popacts die Nederland, en zeker Den Haag, kende. Vandaar dat het pand aan de Prinsegracht in 2003 naar ontwerp van meesterarchitect Rem Koolhaas in een modern jasje werd gestoken. Vanuit het muzikale hart van Den Haag brengt het Paard van Troje dagelijks, wekelijks en maandelijks een gezonde mix van livemuziek, standup comedy en dance. Het Paard van Troje is ‘the place to be’ voor een ieder die eens even lekker los wil gaan, cultuur wil proeven of simpelweg een leuke avond wil hebben. Paard zakelijk Het high tech-gebouw van het Paard van Troje is ook zeer geschikt voor conferenties, zakelijke bijeenkomsten, lezingen, feesten, gala’s en borrels. Het Paard van Troje bevindt zich in het hartje van de stad en biedt ruim voldoende parkeergelegenheid in de nabije omgeving. Paard van Troje Prinsegracht 12 2512 GA Den Haag T: +31 (0)70 360 1 8 38
Foto: Danijel Mihajlovic - De Fun Lovin Criminals in het Paard van Troje
Kunst & Cultuur
Het Engeland van mijn jeugd. Daar ligt de basis van alles wat ik doe In gesprek met Bibi van der Velden
Of het nu een opgezette pauw is, een stuk mammoettand van 40.000 jaar oud of een paar honderd kilo roestvrij staal, in de handen van Bibi van der Velden krijgt alles een nieuwe dimensie en wordt onderdeel van een verhaal. een verhaal dat zij wil delen met de toeschouwer. Deze keer maakt zij Insinger de Beaufort deelgenoot van haar eigen verhaal. dat begint al vroeg, in Engeland waar zij werd geboren.
10
Bibi van der Velden en model
11
Wanneer ontstond bij jou de gedachte om kunstenaar te worden? Als klein kind wist ik al dat het deze kant op zou gaan. Iets wat ik overigens altijd als een groot voorrecht heb gezien. Zover mijn herinneringen teruggaan, was ik te vinden in het atelier van mijn moeder (Michèle Deiters red.) die beeldhouwster is. Daarna heb ik een opleiding beeldhouwen gevolgd in onder andere Florence en Den Haag, een periode waarin ik ook al experimenteerde met het ontwerpen van juwelen. Ik gebruikte allerlei materialen, dat sloeg aan, mensen raakten enthousiast over mijn ontwerpen. Inmiddels had ik de avondopleiding goudsmeden achter de rug en was het 2005, het jaar van mijn afstuderen. En toen moest je lang wachten op je doorbraak? Nou, ik weet niet of er ooit sprake was van een echte doorbraak, maar al in 2006 had ik mijn eerste show met Fashion Week en vanaf dat moment nam het succes een hoge vlucht. Mijn moeder en ik hebben toen White Space hier in Amsterdam opgezet met het idee om een eigen atelier te hebben waar we ook werk van onszelf en anderen konden exposeren. Uiteindelijk zijn we in deze waanzinnige ruimte
terecht gekomen, een voormalige turnschool. Een ideale ruimte om te werken en te exposeren. Dat vinden anderen ook, zoals Chanel, Yves Saint Laurent, Viktor & Rolf, Tord Boontje en bijvoorbeeld Jan Cremer die hier exposeren. Voor ons is dat natuurlijk ook weer een mooie toegevoegde waarde. Juwelen ontwerpen, White Space, beeldhouwen. Wat doe je het liefst? Ik heb nu de balans gevonden tussen twee dingen die ik heel graag wil doen: dat is ontwerpen, en dan maakt het niet uit of dat nu juwelen zijn of telefoons, en beeldhouwen, dus echt 3D-sculpturen. Waarbij ik het interessant vind om telkens met nieuwe materialen te werken om mezelf steeds uit te dagen. Vaak is dat dan een moderne, conceptuele vertaling van een traditioneel iets. Voor m’n laatste show voor Fashion Week bijvoorbeeld heb ik, samen met een glasblazer, glazen sculpturale vormen gemaakt die over het lichaam zaten. Daarnaast houd ik ook erg van materialen waar de tijd in is gaan zitten. Dingen die een verhaal vertellen. Zo heb ik een lijn van mammoetivoor van 40.000 jaar oud. In National Geographic las ik dat door de stijgende temperaturen mammoetrestanten aan de opper-
vlakte komen te liggen. Dat fascineerde me, ik wilde daar iets mee doen. Al met al heeft het twee jaar geduurd voordat ik zo’n stuk ivoor had en ermee aan de slag kon. Overigens volkomen legaal hoor. Een mammoet is immers geen bedreigde, maar een uitgestorven diersoort. Mammoetivoor is een van de lijnen die ik nu heb, naast haute couture, fine jewelry en prêt à porter. Maar ook in moderne, high-tech materialen zie je de schoonheid? Absoluut. Kijk maar naar de tentoonstelling die ik net met mijn moeder heb gehouden, ‘Confronting Time’. Deze staat in het teken van het ongrijpbare en de vluchtigheid van tijd, en het effect daarvan op de toeschouwer. Allemaal objecten van gegoten rvs. Dat heeft een bijna koude, afstandelijke uitstraling. Het vangt het licht van alle kanten, maar weerspiegelt ook de toeschouwer. Het is telkens spelen met perspectief en verwachtingspatronen van mensen. We zijn gaan werken met het idee hoe je heel zware, logge materialen iets lichts kan geven. De koppen die we hebben gemaakt wegen zo’n 300 kilo per stuk, maar lijken te zweven. Zo word je als toeschouwer voortdurend op het verkeerde been gezet. Samenwerken met je moeder, levert dat nooit problemen op? Integendeel. We vullen elkaar heel goed aan. Het grappige is dat een grote kunstverzamelaar in Frankrijk al een tijdje het werk van mijn moeder en van mij volgt. Hij kwam een keer met een opdracht voor een object in zijn beeldentuin. Hij wilde iets controversieels en het moest iets zijn dat we samen zouden maken. Dat is uiteindelijk een gigantische vrouwenborst geworden van rvs, wat de aanzet zou worden voor onze Confronting Time tentoonstelling. Maar die man benoemde eigenlijk wat er al een hele tijd was: dat mijn moeder en ik op een heel vanzelfsprekende manier samenwerken. Hiervoor hielp ik haar of zij mij, maar dit was echt iets van ons samen. Dat zie je duidelijk aan deze tentoonstelling, die is echt fusion.
12
Hoe kom je op ideeën? In feite kan alles zorgen voor inspiratie. Alles wat ik lees, zie, doe of ergens vind in een land kan een aanleiding zijn. Soms zijn dat materialen, maar het kan ook zijn dat ik een idee heb en daar materialen bij zoek. En dat doe ik tot in alle uithoeken van de wereld. In India voor halfedelstenen bijvoorbeeld, fossielen uit Zuid-Frankrijk, marmerblokken uit rivieren in Italië. Maar ook uit het Verre Oosten en de jungle van Colombia neem ik dingen mee naar huis. Daar begint het trouwens zo vol te raken dat ik er nauwelijks meer kan lopen. Maar hoe dan ook, ik laat me verrassen door wat op m’n pad komt. Voor een show focus ik nooit op bepaalde voorwerpen of producten, maar juist op het verhaal en de fantasie waar ik iemand in wil slepen. Je gebruikt ook dode dieren. Kan dat wel? Zolang het geen bedreigde diersoorten zijn of dieren waarop is gejaagd heb ik er geen moeite mee. Ik had in een van mijn shows een keer een opgezette pauw op een schouder verwerkt. Daar is toen de nodige ophef over geweest. Nogal hypocriet, want ik gebruik alleen vogels die een natuurlijke dood zijn gestorven. Als in Artis bijvoorbeeld een vogel doodgaat, gaat-ie naar een vogelopzetter en als je in aanmerking wil komen voor zoiets, kom je op een wachtlijst. Zo heb ik anderhalf jaar op de wachtlijst voor een pauw gestaan. Of het nou antieke voorwerpen zijn, de tand van een mammoet, vogels die zijn overleden, het idee dat je iets eeuwig leven geeft en een ander soort leven door het in een andere context te plaatsen, vind ik interessant. Interessanter dan dat je het zou begraven en laat rotten onder de grond. Wie bekend is wordt gevraagd voor goede doelen, jij ook? Ja, echt ongelofelijk vaak. Als ik niet uitkijk, gaat daar al mijn tijd in zitten. Daarom heb ik een paar goede doelen uitgekozen waaraan ik serieus aandacht besteed. Solidaridad is er daar een van.
Ik ben net in Colombia geweest in verband met hun Op Weg Naar Goed Goud campagne. Het is echt goed dat daar aandacht aan wordt besteed. Er zijn in Colombia heel veel mensen, wereldwijd zelfs 15 miljoen, die betrokken zijn bij kleinschalige en vaak illegale goudmijnbouw. En door de stijgende prijzen worden dat er alleen maar meer. Er wordt gewerkt met explosieven en gif, grote delen van het regenwoud worden gekapt, het hele landschap gaat eraan en de werkomstandigheden zijn erbarmelijk. De mijnwerkers zien maar weinig terug van de waarde van hun goud. Vooral omdat ikzelf veel met goud werk, voel ik me hier nauw bij betrokken. Ik heb onder andere armbandjes ontworpen die mensen gratis krijgen als ze de campagne steunen op www.opwegnaargoedgoud.nl En ik heb bijvoorbeeld ook kettinkjes ontworpen onder de naam ‘sign language’ geïnspireerd op gebarentaal. Een percentage van de opbrengst ervan is bestemd voor kinderen die moeilijk kunnen horen. Je bent geboren in New York, opgegroeid in Engeland en Nederland. Waar voel je je thuis? Ik voel me op meer plekken lekker. Ik heb een studio in Thailand waar ik twee van mijn lijnen produceer. Binnenkort ga ik daar weer voor een dag of tien naar toe. Ik ben daar zo goed als afgesloten van de buitenwereld en voel me daar helemaal op m’n gemak. Maar als ik moet kiezen zeg ik Engeland. Dat blijft voor mij thuiskomen. Ze zeggen wel eens dat iedereen zijn eigen landschap heeft dat in zijn dromen blijft terugkomen. Voor mijn moeder zijn dat de Zwitserse Alpen, voor mij de Engelse countryside. We hadden daar een huis, waar ook een spook onderdak had, en veel bossen. Als kind kon je daar eindeloos fantaseren. Eigenlijk ligt daar de basis van wat ik nu allemaal doe.
13
Achter de foto Joris van Eijndhoven (1976) is teamleider Financial, Market & Credit Risk en werkt bijna 4 jaar bij Insinger de Beaufort. Hij is verantwoordelijk voor het monitoren van het kapitaal, de liquiditeit, de marktrisico’s en credit risico’s. Verder is Joris secretaris van de Asset & Liability Committee en de Credit Committee. Een financiële man in hart en nieren. Als kleine jongen in Klaaswaal (Zuid-Holland) werd hij gegrepen door musiceren. Hij begon
14
met slagwerk in een van de twee uitstekende Harmonieorkesten die het dorp rijk was en heeft die passie voor musiceren nooit meer opgegeven. Tijdens zijn middelbare schooltijd ontwikkelde Joris nog een passie; het puzzelen met getallen en het werken met modellen. Dit heeft hem doen kiezen voor een studie econometrie. In 1996 trad hij toe tot het Dutch Symphonic Wind Orchestra, een gelegenheidsorkest samengesteld uit getalenteerde amateur-
musici, conservatoriumstudenten en professionals. Zij maken ieder jaar een tournee door Frankrijk. Daarnaast speelt hij op vaste basis in een symphonieorkest in Amsterdam. Het afgelopen jaar speelde Joris bij 20 concerten in Frankrijk en Nederland mee. Zo heeft hij met Symfonieorkest Het Orkest in Amsterdam de 5de symfonie van Shostakovich in de Beurs van Berlage opgevoerd.
Beaufort. In zijn werk bereidt hij zich altijd goed voor en laat hij zijn creativiteit de vrije loop: “Een goede voorbereiding is de basis van alles, net zoals in de muziek”. Voor hem geldt in zijn hobby als in zijn werk: “Hoe verder je komt, hoe uitdagender het wordt”.
Joris begon zijn financiële carrière in London, en vond vervolgens zijn weg naar Insinger de
15
Bijzondere
Ondernemer
Op reis schrijf ik alles op, bang om iets te vergeten Han en Colette van Eembergen, twee generaties horecaondernemers in Amsterdam
Ze begon ooit als eerste assistent in de zaak van haar vader, Het Rosarium in het Amstelpark. Inmiddels runt Colette van Eembergen samen met haar man Niels Rijers een hele keten van restaurants en hotels in Amsterdam. Onlangs werd daar Maxime in de P.C. Hooftstraat aan toegevoegd.
Als er iets is wat Colette van haar vader geërfd moet hebben, dan is het ondernemerschap. Na enkele jaren aan de Hogere Hotelschool in Maastricht te hebben gestudeerd en de studie bedrijfskunde te hebben voltooid, wist ze niet hoe snel ze weer terug naar Amsterdam moest komen. “Om in de zaak van mijn vader, Het Rosarium, aan de slag te gaan”, herinnert ze zich. “Ik was heel eager en wilde graag iets voor mezelf. Maar mijn vader vond het ook nog veel te leuk en dacht er nog niet aan om een stap opzij te doen. Dat ging te lang duren, vond ik. Ik heb toen nog anderhalf jaar in Vossius gewerkt van Robert Kranenborg en John Vincken die mij vroegen. Maar al vrij snel kreeg ik de kans een eigen café-restaurant te beginnen en dat werd ‘Herengracht’. Gasten ontvangen en reserveringen deed ik aanvankelijk zelf. Maar al vrij snel kwam de tweede zaak erbij en ging ik meer en meer van de vloer af, zoals dat in horecakringen heet. Toen werd het een kwestie van delegeren en zaken overdragen aan anderen.”
16Het Rosarium Amsterdam
Een terras is in Amsterdam een must Hoewel de zaken van de Van Eembergens op het eerste gezicht weinig onderlinge samenhang vertonen, worden ze stuk voor stuk aan dezelfde grondige ‘examenproef’ onderworpen, erkent Colette. “We kijken altijd kritisch naar de locatie, naar de behoefte die er al dan niet is en naar de doelgroep. Het is bepaald geen natte vingerwerk. Kijk, ik kom zelf uit Amsterdam, we wonen in de binnenstad, hebben er ons kantoor, dus we kunnen ons goed inleven in wat er gebeurt, wat er leeft in de stad. Daarom weten we ook als geen ander dat een zaak als Maxime in de P.C. Hooftstraat een compleet andere benadering vraagt dan restaurant Gustavino aan de Zuidas. Dat laatste zit in een zakelijke omgeving waar alles draait om snelheid. Natuurlijk moet de kwaliteit goed zijn, maar je hoeft daar bijvoorbeeld geen heel dure flessen wijn te hebben voor de lunch, maar wel een heel goed glas schenken. In de binnenstad komen veel toeristen, dat vraagt weer een heel andere aanpak. Wat in elk geval voor al onze zaken geldt, is dat we
een terras willen. In Amsterdam is dat een must, tenzij je puur een avondzaak hebt. Het voordeel van onze zaak ‘Herengracht’ bijvoorbeeld is dat het terras de hele dag zon vangt. Je hebt daar continu klanten en je bent minder afhankelijk van bepaalde momenten op de dag.” Ondanks haar inmiddels ruime ervaring en een vader die zijn hele leven al horecaondernemer is, blijft het voorspellen van succes ook voor Colette moeilijk. “Er zijn zoveel factoren die het succes van een zaak bepalen. Het is ook zo wezenlijk anders dan een Blokkerfiliaal met een standaard assortiment. Dat kun je kopiëren, een restaurant of café niet. Als je een mooie zaak in Rotterdam hebt, is dat nog geen garantie dat het in Amsterdam ook een succes wordt of andersom. Daarom geloof ik ook niet in franchise concepten. In de P.C. Hooftstraat hebben we nu Maxime, dat runnen we samen met sterchef Marcel van der Kleijn, en zou je een formule kunnen noemen.
>> 17
Maar het is zo eigen en heeft een zo ander interieur dat je niet het gevoel hebt dat we hetzelfde doen als Marcel in Den Haag.” Iedereen meent verstand te hebben van het horecavak Horeca is als geen andere bedrijfstak onderhevig aan de grillen van het publiek. Wat vandaag hip en trendy is, kan morgen vergeten zijn. Volgens Colette vraagt dat vooral in het begin om een consequente aanpak. “Wat je sowieso altijd goed voor elkaar moet hebben is het eten. Dat is de basis. Verder moet je de kwaliteit constant zien te houden en je vooral niet gek laten maken, omdat het in het begin storm loopt. En ervoor zorgen dat de investeringen die je in het begin doet niet uit de hand lopen. Eigenlijk is het zoals met alles een combinatie van dingen. Maar één ding is wel duidelijk: het Amsterdamse publiek is grillig en daar zul je rekening mee moeten houden. Zo herinner ik me een zaak in de Kerkstraat in het centrum. Die richtte zich op een trendy, jong publiek. En dat kwam ook in het begin. Driekwart jaar stonden er dag in dag uit rijen mensen voor de deur, maar anderhalf jaar daarna gingen de deuren definitief dicht. Het hippe publiek had weer iets anders ontdekt waar het op af ging.” En dan is er natuurlijk nog internet waar iedereen gevraagd en vooral ongevraagd kritiek kan leveren. Colette trekt zich die kritiek wel aan, maar neemt het ook weer niet te serieus. “Het is net als met voetbal waar zestien miljoen bondscoaches zijn. Iedereen meent verstand te hebben van voetbal, maar ook van het horecavak. Zo lees je regelmatig dat mensen het serviceniveau van horecamedewerkers hier in Nederland vergelijken met dat in Amerika. Dat zou ik ook wel graag willen, maar we hebben hier met CAO-regels te maken. In Amerika is je basissalaris tien keer niks en daar moet je het van je fooien hebben. Dan loop je wel harder. Hier is dat uitgesloten, dus dat is appels met peren vergelijken. Maar soms gaat het wel ver. Die ene keer bijvoor-
18
Vader en dochter van Eembergen
beeld dat we echt haatberichten kregen. We hebben dat toen aan de mensen van de website gemeld en die konden zien dat het steeds van dezelfde server kwam waarna die berichten zijn verwijderd. Kortom, je moet het niet negeren, maar je kunt ook niet op basis van kritiek je hele zaak veranderen.”
Besluitvorming bij de gemeente vaak ondoorgrondelijk Ondernemen in Amsterdam betekent ook zakendoen met de gemeente. Daar hebben
de Van Eembergens zich bij neergelegd al hebben ze er af en toe een dagtaak aan. “Het probleem is dat elk stadsdeel z’n eigen regels heeft”, verzucht Colette. “Maar ook binnen een en hetzelfde stadsdeel is de besluitvorming vaak ondoorgrondelijk. Bij ‘Herengracht’ hadden ze bijvoorbeeld opeens bedacht dat het terras weg moest, want dat paste niet meer in het nieuwe bestemmingsplan. Terwijl de vorige zaak die daar zat wel een vergunning had. Dat heeft er dan weer mee te maken welke politieke partij op dat moment in het stadsdeel aan de macht is. Van GroenLinks mag je in de zomer wel je terrasverwarming aanzetten en in de winter niet, want dan is het slecht voor het milieu. Van die kromme dingen. En wat er allemaal niet komt kijken bij het aanvragen van een exploitatievergunning! Daar moet je stapels papieren voor overleggen. En na drie jaar, want zo lang is zo’n vergunning geldig, begint alles weer opnieuw. En ook als je ergens een andere zaak wilt beginnen, moet je weer dezelfde papier-
stapel overhandigen. Ik ben dan altijd blij dat mijn man meester in de rechten is en zich daarover ontfermt. Want uiteindelijk willen we natuurlijk wel netjes met de regels omgaan.” Tijdens haar vele reizen ontbreekt nooit een opschrijfboekje in haar bagage. “Ik zie zoveel onderweg dat ik bang ben het te vergeten. Daarom schrijf ik alles op. Niet dat het altijd tot iets leidt, maar soms kom ik iets tegen en dat laat me dan niet meer los. Zo kwamen we jaren geleden een paar keer in Innsbruck. Daar liepen we langs een Italiaans zaakje, Solo Pasta heette het. Van binnen had het een Italiaans strak interieur met aan de ene kant pasta en aan de andere kant wijnen, eigenlijk heel simpel. Jaren later werd het Zuidasgebied hier in Amsterdam ontwikkeld. Mijn vader zei: “Daar moet je eens gaan kijken, dat is spannend wat daar gebeurt”. Toen zagen we een pand waar ik wel iets mee wilde. Het was van een Duitse investeringsmaatschappij. Ik heb toen een plan gepresenteerd gebaseerd
op dat zaakje in Innsbruck. Een restaurant gericht op de zakelijke markt met veel licht, een strakke inrichting en goede Italiaanse gerechten en wijnen. En als naam hadden we Gustavino, een combinatie van de ligging aan het Gustav Mahlerplein en vino. Iedereen was enthousiast en zo konden we daar beginnen. Ik heb daar geen spijt van. Zelfs tijdens de crisis liep het goed. Dat hadden we eerlijk gezegd niet verwacht, maar ja, een advocaat of bankier krijgt toch gewoon zijn maandsalaris, crisis of geen crisis.“
maar waar je ook terecht kunt voor een kop koffie of een lichte snack. Het gebouw is er al, dat is ons voormalige trouwgebouw waar we tot voor kort de catering deden. Ik ben nu in onderhandeling met de Kunstuitleen in Amstelveen. Ik denk dat dat voor hen én voor ons interessant kan zijn.” “Groeien is geen doel op zich”, besluit Colette. “Veranderen moet je wel regelmatig. Want tegenwoordig red je het niet eens om in vijf jaar een zaak af te schrijven. Dan heeft de tijd je al achterhaald.”
Tot nog toe heeft vader Han instemmend geknikt bij het verhaal van zijn dochter. En dat doet hij ook bij de vraag of hij nog toekomstplannen heeft. “Ik bemoei me niet meer met de dagelijkse leiding van Het Rosarium, dat heb ik nu wel lang genoeg gedaan. Maar omdat het Amstelpark een kunst- en cultuurbestemming heeft, leek het mij een goed idee om er een kunstcafé te beginnen. Een zaak waar exposities gehouden worden,
19
IDFA gaat vanaf het komende festival structureel aandacht besteden aan muziek-documentaires
IDFA gaat in de muziek Voor iedereen die het gemist heeft tijdens het afgelopen IDFA: vanaf 3 maart is Stand van de sterren in verschillende filmtheaters in het hele land te zien.
Deze Nederlandse documentaire van Leonard Retel Helmrich won tijdens IDFA de prijs voor de beste lange- én de prijs voor de beste Nederlandse documentaire. Ook viel de film onlangs in de prijzen bij het prestigieuze Sundance Filmfestival. Een aanrader dus. Een andere IDFA-film die onlangs in de prijzen viel was Inside Job. Deze verhelderende en ontluisterende onderzoeksdocumentaire over de financiële crisis van 2008, ontleedt de opkomst van de graaicultuur en de criminele excessen. De film beleefde tijdens IDFA zijn Europese première en won onlangs de Oscar voor de beste lange documentaire. Geeft maar weer eens aan dat IDFA internationaal de agenda bepaalt en Amsterdam de hoofdstad van de documentairefilm is. Genoeg teruggekeken. We zijn bij IDFA natuurlijk allang weer bezig met de toekomst, met het komende festival. Ik kan niet helemaal uit de school klappen maar toch kan ik het niet laten om een tipje van de sluier op te lichten. Wat ik dan zie maakt mij enthousiast en ik hoop u ook. IDFA gaat vanaf het komende festival namelijk structureel aandacht besteden aan muziekdocumentaires. Ons festival heeft een rijke geschiedenis als het gaat om muziekdocumentaires. Elke festivaleditie is er wel een aantal bijzondere rockumentaries te zien. Geregeld zijn die filmvoorstellingen gecombineerd met een live optreden van een artiest of band. In dit verband zijn met name de optredens van Andre Hazes en Youssou Ndour legendarisch en vormen ze de hoogtepunten van een rijke festivalgeschiedenis.
Waarom muziekdocumentaires? Enkele hoogtepunten uit de filmgeschiedenis zijn muziekdocumentaires. Het zijn documentaires van filmhistorische waarde, gemaakt in de jaren ’60 met de eerste generatie draagbare camera’s. Ze behoren tot de direct cinema, een legendarische documentairestroming. Het gaat hier om films als Gimme Shelter, Don’t look back en Monterey Pop. Een enkele muziekdocumentaire is zelfs het markeerpunt in de moderne geschiedenis geworden. Woodstock is hier een voorbeeld van. De registratie van dit popfestival zal tot het einde der tijden bekend staan als de cinematografische icoon van ‘the summer of love’, de climax van het hippiedom. Opvallend is ook dat door de jaren heen veel begenadigd filmmakers zich hebben gewaagd aan het maken van muziekdocumentaires. Denk aan de Maysles Brothers, D.A. Pennebaker, Barbara Kopple, Wim Wenders, maar ook aan Martin Scorsese en Jonathan Demme. In Nederland hebben regisseurs als Johan van der Keuken, Heddy Honigmann en John Appel zich met muziekdocumentaires bezig gehouden. Ik denk dat we met recht kunnen stellen dat de muziekdocumentaire meetelt in de (Nederlandse) film- en documentairegeschiedenis. Researchers van onze programma-afdeling zijn hard bezig juweeltjes te selecteren voor dit muziekprogramma. In de wandelgangen is iedereen erg enthousiast over het portret van Harry Belafonte. We houden u op de hoogte. Cees van ‘t Hullenaar (zakelijk directeur IDFA)
20
Documentaires na IDFA IDFA Donateurschap De afgelopen jaren heeft IDFA een hechte relatie opgebouwd met Insinger de Beaufort. Sinds 2009 is Insinger de Beaufort partner van IDFA. Het filmprogramma mocht rekenen op uw warme belangstelling. Mede door uw interesse is IDFA uitgegroeid tot het belangrijkste documentairefestival ter wereld. Deze positie wil IDFA behouden met unieke documentaires over menselijke, maatschappelijke en politieke onderwerpen. En natuurlijk wil IDFA dé plek blijven waar publiek en makers uit de hele wereld elkaar ontmoeten en met elkaar in discussie gaan. Wist u dat u vanaf slechts € 3,00 per maand Vriend van IDFA bent. Vrienden ontvangen voorrang bij het bestellen van kaarten en korting op dvd’s uit het IDFA’s Delicatessen label. Meer informatie over Vriend van IDFA vindt u op www.idfa.nl!
Als partner van IDFA, het documentairefestival in Amsterdam, organiseert Insinger de Beaufort jaarlijks een Sneak Preview-avond en een IDFA Filmdag voor relaties. Afgelopen november was een selectie van zes inspirerende documentaires te zien, ingeleid door IDFA-directeur Ally Derks. Sommige films hadden al furore gemaakt op internationale festivals voordat ze bij IDFA te zien waren. De Deense oorlogsdocumentaire Armadillo, die hevige discussie veroorzaakte in Denemarken over de missie naar Afghanistan, won eerder bijvoorbeeld de Semaine de la Critique in Cannes. Na IDFA was de film ook in de Nederlandse bioscopen te zien. Andere films hebben na IDFA hun reis succesvol vervolgd richting andere festivals. The Good Life is bijvoorbeeld geselecteerd voor het internationale filmfestival Hot Docs in Canada. En de documentaire One Lucky Elephant was onder andere te zien op filmfestivals in Thessaloniki, Los Angeles en Nashville. De film over de gepensioneerde olifant Flora is ook aangekocht door OWN, het online netwerk van Oprah Winfrey. Andere documentaires gemist? Een aantal films van IDFA 2010 draait momenteel in de bioscoop. Zo is Stand van de Sterren, die zowel de internationale als Nederlandse competitie tijdens IDFA 2010 won, te zien in filmtheaters. En een andere prijswinnaar, de documentaire Autumn Gold over hoogbejaarde sporters, heeft binnenkort zijn bioscooprelease.
Stand van de Sterren
21
Kennismaking met
Bank Insinger de Beaufort kantoor Den Haag Insinger de Beaufort is niet alleen gevestigd in de hoofdstad maar ook in de hofstad. Het kantoor aan de Korte Vijverberg nr. 4 heeft het mooiste uitzicht over de Hofvijver. Wij kijken vanuit ONS kantoor met een schuin oog naar het bekende torentje en rechtuit naar het eilandje in de Hofvijver.
De Hofvijver was oorspronkelijk een duinmeertje en is in de middeleeuwen uitgediept. Met het zand dat hieruit kwam ontstond de ‘berg’ die nu nog terug te zien is in de Lange Vijverberg. Later is de Hofvijver voorzien van rechte kades en werd de vijver onder andere gebruikt voor vertier met bootjes. Historie rond de Korte Vijverberg De omgeving rond het huidige Binnenhof bevond zich omstreeks 1600 buiten het dorpsgebied en bevatte een boomkwekerij en grafe-
lijke moestuin, die later siertuin werd. Het was een soort achtertuin van het hofcomplex. De schutterij van Sint Sebastiaan gebruikte het terrein langs de korte zijde van de Hofvijver al sinds 1509 als oefenterrein. Een plan uit circa 1630 om de boomkwekerij en de tuin te gelde te maken, werd door Frederik Hendrik en zijn secretaris Constantijn Huygens tegengehouden en in plaats daarvan kwam er kwam een fraai aangelegd wandelplein, met onder andere bebouwing langs de Korte Vijverberg. De schutterij werd ruimschoots gecompenseerd
voor het verlies van de schietbanen, want met de opbrengst van de bouwterreinen kon zij een nieuw verenigingsgebouw bekostigen. Dit gebouw op de hoek van de Korte Vijverberg en het Toernooiveld, dat bekend werd als de “Sebastiaansdoelen”, biedt nu onderdak aan het Haags Historisch Museum. Blikvanger werd overigens het imponerende huis dat Johan Maurits van Nassau-Siegen in 1633 liet bouwen aan de kop van het “Akerland”, op de hoek van de vijver, dat nu bekend staat als “het Mauritshuis”.
Ons pand Korte Vijverberg 4 Het pand aan de Korte Vijverberg 4 start als woonhuis naar een ontwerp van Eduard Cuypers in 1904; eigenaar was de heer W.J. Jochems. Rond 1913 ging de Bataafse Petroleum Maatschappij het pand huren om het personeel van de zogenaamde “Outside Companies” in onder te brengen. Enige tijd later werd het pand verbouwd en volgde een samenvoeging van de huizen nummers 4 en 5. Tegen de achtergevel kwam een uitbreiding voor de aanleg van verwarmingsruimte, kolenruimte en wijnkelder in het souterrain. Hierna volgden een spreekkamer, toilet, kluisruimte op de parterre en verandering van het gehele trappenhuis. Reeds in 1905 was er een plan ingediend voor een geheel nieuwe gevel. In 1917 werd dit plan uitgevoerd naar ontwerp van de architect Eduard Cuypers in traditionalistische stijl en geïnspireerd op de vroeg 17e eeuwse, Noord-Nederlandse renaissance, resulterend in een voornaam uiterlijk geaccentueerd door een monumentale ingangspartij en stoeppalen met ijzerwerk. De heer J.W. Jochems verkocht het pand eveneens rond 1917 aan de Credietvereniging 1853 N.V. die vanaf dat moment samen met Bank Associatie Wertheim & Gomperts kantoor hielden aan de Korte Vijverberg 4. Het huidige interieur omvat onder meer een grote binnenhal met trappenhuis, betimmeringen, trapleuning met eindpaal en een binnenpui met glas-in-lood, evenals een balken zoldering op consoles, alles daterend uit de bouwtijd en voorzien van een gebeeldhouwde versiering in eigentijdse vormen. Op 20 mei 1937 verkocht Alexander Hartogh, bankier, in zijn hoedanigheid van liquiditeur van de in Amsterdam gevestigde Credietvereniging 1853 N.V. en Bank Associatie Wertheim & Gomperts 1834 het gebouw met ‘alle heersende en lijdende erfdienstbaarheden’ in liquidatie aan Barthold Henny, directeur van de Incasso Bank N.V. voor de som van ƒ 100.000,-. Zo kwam het pand in bezit van de Incasso Bank. Deze bank werd in 1948 overgenomen door de Amsterdamse Bank. Ook in deze tijd
22
hield men zich bezig met schaalvergroting door fusies en overnames. In 1964 gingen de Amsterdamse Bank en de Rotterdamse Bank samen, waardoor het pand in handen kwam van de AMRO Bank. In 1968 verbouwde de AMRO Bank, in samenwerking met de Haagsche architect Ronnie van der Sluis, het pand tot één geheel en liet loketten plaatsen in de hal en een cliëntenkluis in de kelder. Tot eind jaren 90 had ABN AMRO Bank het pand in gebruik. Nachenius, Tjeenk & Co. N.V. aan de Korte Vijverberg In 2000 nam, na een grondige herstelverbouwing, Nachenius, Tjeenk & Co. N.V., een dochter van ABN AMRO Bank, haar intrek in het pand aan de Korte Vijverberg 4. Het toenmalige moederbedrijf ABN AMRO Bank verkocht Nachenius Tjeenk vervolgens in 2005 aan BNP Paribas Wealth Management. In 2009 verwierf BNP Paribas een aandeel in Bank Insinger de Beaufort N.V. en liet deze bank fuseren met Nachenius Tjeenk. Het Haagse kantoor van Insinger de Beaufort verhuisde in april 2009 naar de Korte Vijverberg 4. Het pand is van belang als kenmerkend voorbeeld van de traditionalistische richting in de architectuur van het eerste kwart van de 20e eeuw. Daarnaast heeft het een belangrijke ensemblewaarde als harmonisch onderdeel van de historische gevelwand aan de Korte Vijverberg. Om deze redenen is het pand in 1993 geregistreerd als Rijksmonument. Op kantoor Insinger de Beaufort Den Haag zijn nu 15 medewerkers werkzaam onder leiding van Jelmer Siersema. U bent van harte welkom om een keer ons pand te komen bezichtigen en kennis te maken met onze Haagse medewerkers. Insinger de Beaufort Korte Vijverberg 4 2513 AB Den Haag T: +31 (0)70 313 52 00
Bronnen: Den Haag “Geschiedenis van de Stad”- de tijd van de republiek - 2-; Waanders Uitgevers, Zwolle Den Haag in kaart gebracht, Kees Stal; Sdu Uitgevers, Den Haag Honderdzes adressen in Den Haag, Max van Rooy; Den Haag Wereldwijd bankieren ABN AMRO 1824-1999; Joh. De Vries, W. Vroom, T. de Graaf; ABN AMRO Bank N.V., Amsterdam 1999 Haags Gemeente archief, bevolkingsregister en woningregister 1895-1913, woningregister 1913-1946.
23
Op uitnodiging Rondleiding Vredespaleis - donderdag 9 juni 2011 BNP Paribas draagt bij aan de restauratie van de plafondschildering Triomf der Vrede in het Vredespaleis* in Den Haag. De Triomf der Vrede is geschilderd door Gerard de Lairesse in 1672 en wordt beschouwd als een hoogtepunt van plafondschilderingen uit de Gouden Eeuw. Het bestaat uit drie delen, in totaal een indrukwekkende 9 x 5 meter. Na de restauratie zal het werk terug worden geplaatst in het Permanente Hof van Arbitrage. Aangezien het Permanente Hof van Arbitrage niet open is voor het grote publiek en het Vredespaleis een unieke historische waarde heeft, is dit is een kans voor BNP Paribas en Insinger de Beaufort om hun cliënten en relaties van deze gelegenheid te laten profiteren. Na de restauratie wordt de Triomf der Vrede teruggeplaatst en wordt er een rondleiding gegeven door het Vredespaleis in Den Haag, met o.a. een uniek bezoek aan het Permanente Hof van Arbitage om de gerestaureerde schilderijen op zijn oude plek te kunnen bekijken.
24
De rondleiding wordt gehouden op 9 juni aan het eind van de middag en zal bestaan uit een rondleiding door het Vredespaleis en een afsluitende borrel. Bent u geïnteresseerd in een rondleiding, neem dan contact op met uw private banker. * Het Vredespaleis huisvest internationale gerechtelijke instanties zoals het Internationaal Gerechtshof en het Permanent Hof van Arbitrage, maar eveneens de prestigieuze Bibliotheek van het Vredespaleis en de Haagse Academie voor Internationaal Recht, waar jaarlijks honderden rechtenstudenten uit de hele wereld cursussen komen volgen. Voor meer informatie zie ook: www.vredespaleis.nl www.triomfdervrede.nl ‘zie unieke beelden van de restauratie’
Restauratiebezoek Atelier Vredespaleis
25
Verbeterde positie executeur vraagt om vakmanschap
“Heel prettig dat de executeur het nu voor het zeggen heeft.” In gesprek met professor Hans Stubbé Het is het bekende verhaal onder notarissen. Na de crematie van een familielid gaan de nabestaanden het testament lezen en daarin staat dat de overledenen begraven wil worden. Het toont in elk geval het belang aan van een goede executeur.
Tot voor kort was het geen gemakkelijke opgave om een goede executeur te vinden. De kennis en vakkundigheid waren er wel, alleen niet zichtbaar. De Nederlandse Organisatie Voor Executeurs (NOVEX) wil daar verandering in brengen. Deze vereniging heeft als doel de vakbekwaamheid van de executeur te bevorderen en de particulier die benoemd is tot executeur, op weg te helpen. Duidelijk maken hoe leuk dit werk is De NOVEX werd twee jaar geleden opgericht. Voorzitter van het bestuur is professor Hans Stubbé, partner van FBN juristen en hoogleraar notariële belastingen aan de Universiteit van Amsterdam. Heel lang hoefde Hans Stubbé niet na te denken toen hij gevraagd werd de voorzittershamer in ontvangst te nemen. “Het gebrek aan organisatie rondom het vak van executeur deed mij denken aan estate planning ruim tien jaar geleden. Notariskantoren deden het wel, maar er was vooral geen haast bij. Ik vond dat hoogst merkwaardig, want het begeleiden van mensen met hun vermogen naar de volgende generatie is gewoon heel interessant. Ik heb toen een opleiding estate planning opgezet puur gericht op het notariaat. En nu, na tien jaar, is het een geweldig draaiende business. Ik ben ervan overtuigd dat het met het executeurschap dezelfde kant opgaat nu de NOVEX cursussen geeft en duidelijk wil maken hoe leuk het is om dit werk te doen. Daar wil ik graag aan meewerken.”
26
Positie executeur ‘nieuwe stijl’ versterkt De vakbekwaamheid van executeurs bevorderen is een van de doelstellingen die de NOVEX zich heeft gesteld. Volgens de voorzitter wil dat echter niet zeggen dat het zo slecht gesteld is met die vakbekwaamheid, maar dat de executeur wel moet weten waarover hij praat. “We hebben het over opengevallen nalatenschappen, iemand is overleden. Het testament moet worden uitgevoerd, zoals de erflater dat heeft vastgelegd. Alleen is die er zelf niet meer bij. Hoe zorg je er als executeur nu voor dat ook echt gebeurt wat de erflater heeft bepaald. En dan heb ik het niet over een eenvoudige zaak waarbij een spaarrekening met twintigduizend euro verdeeld moet worden over broer en zus. Daar komt nog bij dat het erfrecht in 2003 is veranderd, waardoor de positie van de executeur dramatisch is versterkt. Die is nu de baas, boven die broer en zus die het vóór 2003 voor het zeggen hadden. Ik juich dat van harte toe, want dat maakt het functioneren van de executeur een stuk makkelijker. Echter, de medaille heeft een keerzijde en dat is dat die ‘almachtige’ executeur wel heel goed moet zijn, anders raak je van de regen in de drup.” Het voorbeeld volgt van de man die voor de tweede keer is getrouwd en samen met zijn huidige echtgenote een dochter van dertien heeft. Zijn vrouw is ongeveer even oud als zijn kinderen uit zijn eerste huwelijk. Deze man wil zijn testament regelen en zijn vermogen, met
onder andere onroerend goed in Frankrijk, Zwitserland en Nederland en een onderneming in Zwitserland, verdelen over zijn vrouw en kinderen, waarbij hij zijn jongste dochter meer wil nalaten dan de anderen. Hij benoemt zijn oudste zoon als executeur.
Elke rechtspersoon kan worden benoemd tot executeur
“Kijk, het hoeft natuurlijk niet”, benadrukt Hans Stubbé, “maar je kunt je voorstellen dat hier moeilijkheden van komen. De oudste zoon heeft twee petten op en als hij dan ook nog weinig of geen kaas heeft gegeten van het recht, dan wordt het een moeilijk verhaal. Ik zou de vader, en dat geldt in meer gevallen, willen adviseren goed te overleggen met zijn zoon en hem aanraden een tweede, professionele executeur te benoemen. En de oudste zoon zou ik willen verwijzen naar de NOVEX waar hij voor ondersteuning terecht kan.” Keurmerk voor executeurs Om voor iedereen duidelijk te maken dat hij te maken heeft met een goede executeur is separaat van de NOVEX in december 2009 de Stichting Certificering Executeurs, kortweg SCE, in het leven geroepen. Hans Stubbé: “Iemand wordt toegelaten tot het register van gecertificeerd executeurs dat deze Stichting houdt, als hij de NOVEX-leergang heeft gevolgd en kan aantonen over ruime, recente en relevante werkervaring te beschikken op het gebied van de afwikkeling van nalatenschappen als executeur. Vervolgens moet je nog
een soort van toelatingsexamen afleggen en daarna elke drie jaar kunnen aantonen dat je de praktijk nog steeds beheerst. Je kunt het zien als een keurmerk. De aanleiding is dus eigenlijk de wetgever die wil dat de executeur er helemaal voor gaat en daar waar hij vroeger met lege handen stond nu de touwtjes strak in handen heeft”. Het zijn lang niet altijd natuurlijke personen die executeur zijn. “Elke rechtspersoon kan worden benoemd tot executeur”, verduidelijkt Hans Stubbé. “Niet om reclame te maken, maar het is geen slecht idee om iemand binnen een bank als Insinger de Beaufort of voor mijn part een stichting die daarvoor door een notariskantoor in het leven is geroepen tot executeur te benoemen. Het zal namelijk niet de eerste keer zijn dat iemand een executeur benoemt en die laatste komt vóór de testateur te overlijden, terwijl in het testament geen plaatsvervanger is genoemd. Een bank of de stichting die wordt ‘gedreven’ door een notariskantoor kun jij aanwijzen als executeur. Dat betekent zekerheid voor de lange termijn.”
is een wet aangenomen naar aanleiding van de zogenaamde Edelweissroute (een in de praktijk nauwelijks toegepaste methode om successierechten te ontwijken, red.). Die wetswijziging is in één woord: dra-ma-tisch. Alle erfgenamen moeten vanaf 2012 de aangifte voor de erfbelasting tekenen, al wonen ze aan het andere eind van de wereld. Hoe ga je die als executeur opsporen? En om weer even het voorbeeld van de broer en zus te nemen: de broer tekent, maar zuslief weigert. Is er dan aangifte gedaan? Dat is niet geregeld in de nieuwe wet. Niet fijn hoor, als je dan niet bijgestaan wordt door een professional.” Voor informatie: Insinger de Beaufort Bewind & Executele Herengracht 537 1017 BV Amsterdam Dennis Weewer T: +31 (0)20 521 56 65 E:
[email protected]
Vakkennis Hans Stubbé kan niet genoeg benadrukken dat het daar om draait voor een executeur. “Hoe zit het erfrecht in elkaar, hoe moet je een testament lezen en vooral uitvoeren, maar ook: wat is jouw positie als executeur? Het zijn hele belangrijke dingen. Kortgeleden
27
Billardfabriek Wilhelmina Sinds 1898 Op de Stadhouderskade in Amsterdam, op een van de meest drukke verkeersknooppunten van de stad, valt het oog op een stenen brok nostalgie. Een gevel met een majestueus wapen en stijlvolle sierletters: ‘BILLARD FABRIEK WILHELMINA’. In de etalage staat een onvervalst groen laken, omkaderd door glimmend hout.
Het kan dan ook geen toeval zijn dat de senioreigenaar en biljartlegende*, de jeugdige Cees van Oosterhout (80), zelfde geboortedag als koningin Wilhelmina, de biljartfabriek in 1963, na een actieve biljartcarrière heeft overgenomen.
Het biljartlaken is van oorsprong groen om de kleur van gras na te bootsen. In het begin werd biljart namelijk buiten gespeeld. Bij carambolebiljart zie je tegenwoordig ook blauwe lakens. Bij poolbiljart komt ook rood vaak voor. In feite is elke kleur mogelijk.
In het kroningsjaar van koningin Wilhelmina (1898), naast het feit dat ook de naam van de vrouw van de oprichter van het bedrijf Isaäc Salomon, Wilhelmina was, werd de biljartfabriek opgericht. Isaäc Salomon werd opgevolgd door een neef Jacques Salomon, van wie Cees van Oosterhout het bedrijf uiteindelijk overnam. De leiding is vandaag de dag in handen van zijn zonen en dochters. Billardfabriek Wilhelmina is een traditioneel bedrijf waar nog precies dezelfde kwaliteitsbeginselen worden gehanteerd waarmee het merk zijn internationale reputatie heeft verworven. In Nederland zijn er nog altijd zo’n 1,2 miljoen vrijetijds-biljarters, maar er staan in de centra van de grote steden veel minder biljarttafels dan vroeger. In het pand aan de Stadhouderskade 127 zijn winkel, kantoor en fabriek gevestigd. In de winkel treft u een ruime sortering van carambole-, pool- en snookerkeuen en diverse andere biljarttoebehoren aan. In de fabriek eronder worden biljarttafels gemaakt en gerestaureerd. De oudste biljarttafel die in de fabriek onder handen werd genomen, was een tafel uit 1870.
28
Het leukste aan biljart is dat je het tot op hoge leeftijd kan spelen zolang je ogen maar niet weigeren en je handen niet trillen. *(Nederlands Kampioen in alle biljartdisciplines, tweede bij het Europees Kampioenschap en derde bij het Wereldkampioenschap) Over de jaren mag er veel veranderd zijn, maar degene die de winkel bezoekt valt het vooral op dat veel hetzelfde is gebleven. Er vonden daarnaast wel degelijk aardverschuivingen plaats, zo zijn bijvoorbeeld de ivoren biljartballen afgeschaft (een bordje op een foto uit het jaar 1951 in de directiekamer wijst erop dat ’10 miljoen caramboles op Wilhelmina’ gemaakt werden. Daarna is het tellen gestopt. De draaimachine, die gebruikt werd voor de ivoren ballen, staat er nog. Sinds 1965 wordt met kunststof ballen gespeeld. Billardfabriek Wilhelmina heeft een eigen servicedienst voor het onderhoud aan de biljarts. Daarnaast wordt samengewerkt met dealers
door heel Nederland. Maar ze zijn ook internationaal bezig: in New York, Moskou en het Japanse Nagoja zijn al biljartzalen ingericht met Wilhelmina-biljarts, in Seoel staat er zelfs al een dozijn Wilhelmina-biljarts. In totaal worden jaarlijks meer dan 250 biljarts verkocht. Een biljarttafel is vrijwel helemaal een natuurproduct. Hout – eiken en mahonie –, leisteen en wol voor het laken zijn de voornaamste producten. Het leisteen komt uit Italië. De verschillende onderdelen komen vaak van toeleveranciers, maar het afwerken van de tafels, dat gebeurt op vakkundige wijze in Amsterdam.
Openingstijden: Maandag t/m vrijdag: 8.30 - 17.30 uur September t/m april ook zaterdag: 10.00 - 15.00 uur
Billardfabriek Wilhelmina B.V. Stadhouderskade 127 1074 AV Amsterdam T: +31(0) 20 662 19 19
29
Column
Ter overweging Kobus Human, Chief Investment Officer, reflecteert over ‘Onvermijdelijke inflatie’
Veelgehoorde kritiek op beleggingsvisies van banken is dat ze weinig uitgesproken zijn. Banken mijden zo het risico dat hun voorspellingen er al te ver naast zitten. Het maakt die visies tegelijkertijd vaak wel saai en zouteloos. Een column op persoonlijke titel biedt meer ruimte voor een stellingname. Dit is zo’n column met een persoonlijke mening, die overigens op geen enkele manier moeten worden gezien als de visie van de bank. Ik denk dat het onvermijdelijk is dat de inflatie wereldwijd in de komende jaren sterk oploopt. Niet alleen in de opkomende markten, waar de inflatie nu soms al boven de tien procent uitkomt, maar ook in de Verenigde Staten en Europa. De kiem is al gelegd, in een samenspel van trends die elkaar versterken. Het verhaal begint in de opkomende markten. De sterke economische groei daar verstoort de verhoudingen tussen vraag en aanbod wereldwijd. Vooral de groei in China tikt aan. China streeft ernaar dat de economie jaarlijks met 7% groeit. Bij die groei is de Chinese economie in tien jaar tijd in omvang twee keer zo groot geworden. Een probleem is dat de groei in China niet natuurlijk verloopt. De overheid heeft een dikke vinger in de pap. Tijdens de kredietcrisis pompte de Chinese overheid bijvoorbeeld meer geld in de economie dan de Amerikaanse overheid. Het marktmechanisme raakt hierdoor verstoord, er ontstaan tekorten en de prijzen gaan omhoog. Het is veelzeggend dat de prijzen van grondstoffen weer terug zijn op het niveau van voor de kredietcrisis en in sommige gevallen zelfs hoger liggen. Dat overheden in opkomende markten de consumptie willen bevorderen,
30
De overheid heeft een dikke vinger in de pap versterkt het probleem dat het aanbod achterblijft bij de vraag. Ook hierdoor ontstaat er verdere druk op prijzen. Een derde factor is dat de arbeidskosten stijgen. In veel opkomende markten is het gat tussen rijk en arm sociaal onacceptabel geworden. China wijzigde daarom in 2009 zijn loonpolitiek. Het minimumloon ging omhoog en omdat het reservoir aan nieuwe arbeidskrachten leeg raakt, zijn de lonen sterk gestegen. Honda verhoogde in China de lonen zelfs met 30%. De westerse wereld draagt zijn steentje bij door op grote schaal geld te drukken. Ook is de rente veel te laag. Op zoek naar rendement
vindt het gedrukte geld zijn weg naar de opkomende markten en wordt de inflatie daar verder opgedreven. De inflatie die westerse landen lang wisten te exporteren, komt uiteindelijk als een boemerang terug. Chinezen en Amerikanen gebruiken dezelfde olie. De kiem voor hoge inflatie is gelegd. Hoe langer overheden en centrale banken dralen en wachten met maatregelen, des te moeilijker is het de inflatie in de kiem te smoren. In een democratie is het heel lastig om drastische maatregelen te nemen. Burgers willen geen verworven rechten opgeven. En is er angst voor een nieuwe recessie bij een te snelle renteverhoging. Dat ingrijpen bij inflatie in dubbele cijfers uiteindelijk veel pijnlijker is, beseft slechts een enkeling. Als je daarbij optelt dat politici hun herverkiezing zeker willen stellen, dan is de kans dat het geschetste scenario zich uiteindelijk voordoet aanzienlijk. Beleggers die willen anticiperen op hoge inflatie, moeten in elk geval langlopende obligaties mijden. Bij inflatie van meer dan 10 % is een tienjarige obligatie van de Nederlandse staat met een coupon van 3,5% verre van aantrekkelijk. Het is een teken aan de wand dat Pimco, ‘s werelds grootste belegger in obligaties, alle Amerikaanse staatsobligaties van de hand heeft gedaan. Het is verstandiger te beleggen in reële activa, zoals goud. Bij aandelen zijn vooral bedrijven aantrekkelijk die zich kunnen handhaven bij hoge inflatie: bedrijven die niet te sterk leunen op arbeid en weinig werkkapitaal nodig hebben.
31
Beleggingsvisie april 2011
George Raven
Gerrit Schimmelpenninck
Samenvatting Met het overleg in maart is de oplossing van de Europese schuldencrisis weer een stapje dichterbij gekomen, al zijn er nog heel wat stappen te gaan. Hierdoor kunnen ook de zorgen afnemen over de kredietwaardigheid van het Europese bankwezen. Niet alleen de Duitse, maar ook de Amerikaanse economie ontwikkelt zich zeer voorspoedig, zij het dat de huizenmarkt nog steeds gebukt gaat onder liquidatieverkopen door banken. Ondanks de voorspoedige ontwikkeling van de economie maakt de Fed nog geen aanstalten om de korte rente te verhogen, waar de ECB dat wel doet. De Amerikaanse economie lijkt door de enorme omvang van de bestaande schulden niet veel meer dan 4% rente te kunnen verdragen, zonder weer weg te zinken in een recessie. Amerikaanse staatsobligaties worden daarom misschien boven de 4% wel weer koopwaardig, maar zijn het nu nog niet.
32
De mondiale marktdynamiek is nog steeds gezond en wordt breed gedragen, zowel geografisch als tussen sectoren. Wij gaan voor het tweede kwartaal nog steeds uit van een verdere stijging van de meeste aandelenmarkten, al is het stijgingspotentieel afgenomen. Op korte termijn ligt het voor de hand dat de aandelenmarkt opnieuw zal worden gedragen door meer cyclische aandelen, die reageren op de huidige kracht van de wereldeconomie. Het zou echter in het normale patroon passen wanneer, naarmate het jaar voortschrijdt, de markt zich meer en meer gaat richten op minder risicovolle beleggingen, met andere woorden op de grotere aandelen in de meer defensieve sectoren.
Economie ‘De situatie is catastrofaal, maar niet ernstig’ is een bekende uitspraak van een 19-de eeuwse Oostenrijkse diplomaat, die ook van toepassing is op de Europese schuldencrisis. In 2010 bleven de Europese obligatie- en aandelenmarkten ver achter bij de rest van de wereld, terwijl ook de euro zwak was. Begin 2011 boekten zij echter een opmerkelijk herstel, dat aanvankelijk leek ingegeven door het feit dat beleggers wereldwijd een sterke voorkeur aan de dag legden voor het kopen van de verliezers van 2010. Dergelijke tegenbewegingen zijn meestal geen lang leven beschoren, maar misschien waren deze marktbewegingen toch een voorbode van een beter jaar voor de Europese markten. In het voortdurende overleg tussen Europese regeringsleiders, en ook tussen de Europese ministers van financiën, over de schuldencrisis werd medio maart 2011 duidelijk vooruitgang geboekt.
niet voorkomen dat de renteopslag voor minder kredietwaardige Europese overheden in de markt heel hoog bleef. Dit kwam het best tot uitdrukking in de renteopslag die gold voor Griekenland, een land dat overigens eerder door fraude dan door een onroerendgoedcrisis is de problemen was gekomen. In Grafiek 1 is deze opslag, de extra rentevergoeding die geldt voor Griekse staatsobligaties boven die voor Duitse staatsobligaties, weergegeven. grafiek 1
10 9 8 7 6 5 4
Tot dan toe werd de aanpak van de crisis gekenmerkt door een politiek van pappen en nathouden waarbij de schulden voortdurend werden doorgeschoven naar een kredietwaardiger partij. Begonnen bij consumenten in de VS die bezweken onder een te hoge hypotheek, kwamen de kundig verpakte schulden terecht bij banken wereldwijd die vaak zelf geen idee hadden hoe slecht van kwaliteit het schuldpapier was dat zij hadden gekocht (Fortis, ING Bank). In combinatie met oninbare schulden van onroerendgoedcrises in Ierland en Spanje dreigde het Europese bankwezen te bezwijken, zodat de schulden opnieuw moesten worden doorgeschoven naar een kredietwaardiger partij, namelijk de overheid. Deze last bleek al gauw te zwaar voor de minder kredietwaardige overheden in ZuidEuropa en Ierland, zodat in 2010 een tijdelijk reddingsfonds, het EFSF (Europese Financiële Stabiliteits Faciliteit), in het leven moest worden geroepen om de schulden feitelijk over te dragen aan de meest kredietwaardige overheden, zoals Duitsland, Frankrijk en Nederland. De creatie van de EFSF kon echter
3 2 1 2008
2009
Renteopslag Griekenland
2010
2011
Source: Thomson Reuters Datastream
Het overdragen van schulden aan een kredietwaardiger partij verandert uiteraard niets aan de hoogte van de schuld. In ruil voor hulp van de EFSF werden de eerste landen die van de faciliteit gebruik maakten (Griekenland en Ierland) wel onder druk gezet om hun financieringstekorten middels bezuinigingen krachtig terug te brengen. Ook afnemende tekorten doen de schulden echter alleen nog maar verder toenemen, terwijl de rentelasten door de hoge renteopslagen blijven stijgen en steeds verstikkender worden. Eén van de meest opmerkelijke ontwikkelingen in het Europees overleg van medio maart was dan ook dat het land dat het diepst in de problemen zat, Griekenland, werd gedwongen toe te zeggen dat het zijn staatsschuld (ten bedrage van meer dan 100% van het nationaal pro-
duct) zou verminderen door bezittingen te verkopen. Griekenland zegde toe om binnen vijf jaar voor meer dan 50 miljard euro aan staatsbezit te verkopen, waarmee de staatsschuld drastisch kan worden teruggebracht. Een opmerkelijke concessie die ons inziens getuigt van realisme. Met alleen bezuinigingen en een betere inning van belastingen was Griekenland er misschien in geslaagd om het financieringstekort na enkele jaren te doen verdwijnen, maar daarmee was de staatsschuld nog niet verlaagd. Verkoop van staatsbezit (overigens geschat op honderden miljarden euro’s) kan de kredietwaardigheid van landen als Griekenland serieus doen verbeteren, zonder dat het de economie ernstig schaadt, zoals gebeurt bij ingrijpende bezuinigingen. In ruil voor de concessie om staatsbezittingen te verkopen betaalt Griekenland een vol procent minder rente op haar EFSF schulden (van 80 miljard euro), waarmee het op zich al bijna een miljard per jaar bespaart. Griekenland zal ongetwijfeld niet het enige Europese land zijn dat grijpt naar de verkoop van familiejuwelen om de staatsschuld te verminderen, zodat wij een decennium van privatiseringen tegemoet lijken te gaan in Zuid-Europa (en mogelijk ook elders in Europa). In het Europees overleg medio maart werden nog andere vorderingen gemaakt die de Europese schuldencrisis verder onder controle moeten brengen. Zo werd het tijdelijke reddingsfonds EFSF uitgebreid van EUR 250 mrd tot EUR 440 mrd, terwijl haar permanente opvolger het ESM (Europees Stabiliteits Mechanisme) vanaf 2013 EUR 500 mrd groot zal zijn. De EFSF krijgt ook de mogelijkheid om staatsschulden direct te kopen van het uitgevende land, in ruil voor verdere saneringsmaatregelen. Haar opvolger ESM zal, in tegenstelling tot de EFSF, voorrang hebben op andere obligatiehouders bij wanbetaling wat ten koste gaat van de positie van bestaande houders van staatsobligaties met een looptijd voorbij 2013. Verder waren er nog ‘zachte’
33
afspraken dat regeringen ‘in de regel’ de afspraken van het oude stabiliteitspact zouden volgen en dat dit zou worden gecontroleerd door onafhankelijke statistici.
zal pas op langere termijn blijken. Belangrijker is het te constateren dat zij een serieuze poging doen om in het eurogebied te blijven en hun staatsfinanciën op orde te krijgen. Hierdoor kunnen ook de zorgen afnemen over de kredietwaardigheid van het Europese bankwezen, want het zijn vooral de banken uit Duitsland, Frankrijk, Engeland en Nederland die de grootste vorderingen hebben op de probleemlanden. Grootschalige afstempeling van staatsobligaties van probleemlanden zouden deze banken opnieuw in ernstige problemen hebben gebracht, de belangrijkste reden waarom landen als Duitsland, Frankrijk en Nederland bereid zijn om de schulden van de probleemlanden te garanderen. Of deze marsroute op lange termijn succes zal hebben, is echter nog wel de vraag.
te handhaven op het onwaarschijnlijk hoge niveau van rond de 20%! Een groei die niet meer kan worden beschouwd als een compensatie van de dramatische terugval van 2009. Landen in de buurt, zoals Nederland, worden meegezogen en hopelijk strekt deze zuigkracht zich uiteindelijk ook uit tot de probleemlanden. De ECB leek hier al van
degelijk serieus neemt, in tegenstelling de Amerikaanse Fed, die niet alleen de korte rente handhaaft op nauwelijks meer dan 0%, maar met haar QE2 verruimingsprogramma ook de lange rente probeert te drukken. In de crisis van de afgelopen jaren heeft ook de ECB zich weliswaar gedwongen gezien om staatsobligaties (van probleemlanden) op te
De groei in nieuwe orders ligt zeer hoog (zie grafiek 6) en ook de investeringen vertonen weer een duidelijke groei. De investeringen zullen dit jaar verder worden gestimuleerd door een belastingmaatregel die het mogelijk maakt om investeringen in 2011 voor 100% af te schrijven van de winst, enigszins vergelijkbaar met de Nederlandse WIR-regeling van
Het lijkt erop dat de Fed voorlopig geen QE3 programma zal aankondigen gegeven de sterke economische ontwikkelingen van de laatste maanden. Over de inflatieontwikkeling zal de Fed zich nog geen zorgen maken daar het officiële inflatiecijfer nog beneden de 2% ligt en de kerninflatie (de ‘core CPI’, exclusief voedsel- en energieprijzen) zich nog rond de
kopen, maar dat zit de ECB niet lekker, terwijl de Fed er absoluut geen probleem van maakt. Kwantitatieve verruimingsprogramma’s als QE2 worden door economen gezien als inflationair, reden waarom de voorganger van de ECB, de Bundesbank, er een afkeer van had. De euro wist in ieder geval te profiteren van de ontwikkelingen in Europa, want in het eerste kwartaal steeg zij weer ten opzichte van de dollar, hoewel de opmars rond de USD 1,40 leek te stoppen (zie grafiek 4).
de jaren tachtig. In 2012 mogen investeringen overigens nog voor 50% worden afgeschreven, zodat zowel in 2011 als in 2012 investeringen een duidelijk positief effect zouden moeten hebben op de economische groei en de werkgelegenheid. Niet alleen het bedrijfsleven draait uitstekend, ook de consument lijkt zich te herstellen. De detailhandelsverkopen groeien met bijna 10% op jaarbasis (inclusief inflatie) en ook het consumentenvertrouwen begint eindelijk te herstellen (zie grafiek 7).
1% beweegt (zie grafiek 8). De werkloosheid is pas net begonnen te dalen en de Fed gaat in de regel niet over tot renteverhogingen voordat de werkloosheid substantieel is gedaald. In tegenstelling tot bij de ECB behoort het beperken van de werkloosheid ook tot de taken van de Fed. Daar loonstijgingen de belangrijkste oorzaak van inflatie zijn in moderne economieën als de Amerikaanse, lijkt de nog hoge werkloosheid een garantie dat de inflatie op korte termijn niet zorgwekkend zal toenemen. Uitgaande van een voortdurend lage korte rente, een beperkte stijging van de lange rente en aantrekkende investeringen en consumentenbestedingen (de werkloosheid daalt immers), lijkt de Amerikaanse economie een vrij sterk jaar tegemoet te gaan, met of zonder QE2. Zelfs dalende overheidsbestedingen lijken de Amerikaanse economie niet te kunnen deren in 2011.
Al met al is met het overleg in maart de oplossing van de Europese schuldencrisis weer een stapje dichterbij gekomen, al zijn er nog heel wat stappen te gaan. Het basisprobleem voor de Zuid-Europese landen is dat zij niet kunnen concurreren met landen als Duitsland en Nederland en, onder andere daardoor, een structureel tekort hebben op de lopende rekening van hun betalingsbalans, waardoor zij voortdurend behoefte hebben aan buitenlands kapitaal. De verkoop van kroonjuwelen kan het benodigde kapitaal opleveren, maar daar kan men niet eeuwig mee doorgaan. Uiteindelijk zullen deze economieën concurrerender moeten worden, maar daarover konden in het overleg van maart slechts niet-bindende afspraken worden gemaakt. De tendens is echter duidelijk: in ruil voor steun van het noorden moet het zuiden steeds meer concessies doen en dat is ook noodzakelijk om op termijn deel te kunnen blijven uitmaken van het eurogebied. In hoeverre deze landen erin zullen slagen om concurrerend te worden
Waar de economieën van de probleemlanden zuchten onder zware bezuinigingen, draait de economische motor van het eurogebied, Duitsland, al weer tijden op volle toeren. Gebrek aan concurrerend vermogen heeft het land niet, want het is juist de export (en dan met name de export van auto’s) die voor de opmerkelijke dynamiek zorgt (zie grafiek 2). De groei van de export weet zich nog steeds
overtuigd, want begin maart verraste ECBpresident Trichet de markt door te laten doorschemeren dat de korte rente in april wel eens met een kwart procentje zou kunnen worden verhoogd (tot 1,25%). De Duitse economie is allang toe aan renteverhogingen, zoals te zien is in grafiek 3 die toont dat de Duitse inflatie inmiddels al weer tot boven de 2% is gestegen (en daarmee tot boven de bandbreedte die de ECB nastreeft). De economische problemen in de rest van het eurogebied zijn echter nog dermate groot dat renteverhogingen niet opportuun lijken. Ook hier wreekt zich weer het feit dat het eurogebied niet bestaat uit economisch homogene landen. Trichet gaf dan ook aan dat een renteverhoging in april niet direct zal worden gevolgd door een snel opeenvolgende serie. Waarschijnlijk wilde hij alleen een signaal afgeven dat de ECB haar taak om de inflatie te beteugelen wel
grafiek 2
grafiek 3
grafiek 4
30
3.5 3.0
20
Niet alleen de Duitse, maar ook de Amerikaanse economie ontwikkelt zich zeer voorspoedig, zij het dat de huizenmarkt nog steeds gebukt gaat onder liquidatieverkopen door banken. Het bedrijfsleven draait al een tijd goed en boekt zelfs recordwinsten door de rationalisaties die werden ondernomen in reactie op de kredietcrisis (zie grafiek 5).
Ondanks de voorspoedige ontwikkeling van de economie maakt de Fed nog geen aanstalten om de korte rente te verhogen, waar de ECB dat wel doet. Wel loopt over enkele maanden het QE2 verruimingsprogramma af, waarmee de Fed geld in de economie tracht te pompen door obligaties op te kopen.
grafiek 5
1.60
1800
1.50
1600
grafiek 6
80
10
1.40
1400
1.30
1200
1.20
1000
grafiek 7
120 110
70
2.5
>>
2.0
100 90
60
80
1.5
0
50
70
1.0 60
1.10
-10
800
0.5
40 50
1.00
0
-20
-30 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
Duitsland export Source: Thomson Reuters Datastream
34
-0.5
0.90
-1.0
0.80
2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
DUI inflatie
Source: Thomson Reuters Datastream
600
30
400
20
40 30
2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
Eurodollarkoers
Source: Thomson Reuters Datastream
91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10
VS winst bedrijven
20
80
82
84
86
88
90
92
94
96
98
00
02
04
06
08
VS nieuwe orders (ISM) Source: Thomson Reuters Datastream
Source: Thomson Reuters Datastream
2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
VS consumentenvertrouwen
Source: Thomson Reuters Datastream
35
Obligaties Waar de inflatie in het westen nog geen probleem lijkt (omdat zij grotendeels samenhangt met de loonontwikkeling), is dat in de opkomende landen niet meer het geval. In deze landen wordt de inflatieontwikkeling veel meer gedreven door de ontwikkeling van de voedselprijzen (die immers een veel groter deel van de bestedingen vertegenwoordigen) en deze zijn het afgelopen jaar sterk gestegen. In grafiek 9 is de ontwikkeling van de CRBindex weergegeven, een breed mandje grondstoffen. De prijsstijgingen van olie en metalen worden vooral gedreven door de sterke groei van China, maar de hoge voedselprijzen lijken in de eerste plaats het gevolg van een serie misoogsten en natuurrampen, daar China op het gebied van voedsel vrijwel zelfvoorzienend is. Ook speculatie speelt mogelijk een rol, want de lagerentepolitiek van centrale banken als de Fed en de ECB heeft de neiging speculatie uit te lokken. De stijgende voedselprijzen zijn een belangrijke oorzaak van de onrust in het MiddenOosten die al in een aantal landen heeft geleid tot opstanden. Deze onrust heeft op haar beurt weer geleid tot stijgende olieprijzen, die
grafiek 8
weer kunnen resulteren in hogere prijzen van andere grondstoffen, waardoor een zichzelf versterkende ontwikkeling op gang lijkt te zijn gekomen. Voor de aandelenmarkten is vooral van belang dat de inflatieontwikkeling in de meeste opkomende landen de centrale banken daar dwingt tot het verhogen van de rente. De renteverhogingen hebben in de regel een negatieve invloed op de aandelenmarkten, daar die ervan uitgaan dat renteverhogingen uiteindelijk resulteren in lagere economische groei. Ook het belangrijkste opkomende land, China, verwacht dit jaar een ‘beperkte’ groei van ongeveer 8%, beneden de gemiddelde groei van de afgelopen jaren (zie grafiek 10). De beurzen van de meeste opkomende landen zijn de afgelopen maanden daarom achtergebleven bij de Europese en Amerikaanse beurzen (zie grafiek 11). Op langere termijn lijken de opkomende landen echter nog steeds de beste papieren te hebben, gezien hun superieure groeipotentieel dat voor een groot gedeelte wordt gedreven door urbanisatie, een proces dat typisch vele decennia vergt. Daarnaast moet worden bedacht dat de meeste opkomende landen er financieel goed voorstaan en niet gebukt gaan onder een te
grafiek 9
hoge schuldenberg, zoals de meeste Westerse landen. De stijgende rente heeft in deze landen dan ook een minder negatief effect op de economie, maar de combinatie van hogere rente en stijgende olie- en voedselprijzen moet toch resulteren in een afkoeling van de economie in opkomende landen. Uiteindelijk zouden de grondstofprijzen hierdoor weer moeten gaan dalen. grafiek 11
350
300
250
200
150
100
50 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
Emerging markets index Source: Thomson Reuters Datastream
Na een daling tot ongeveer 2,5% eind augustus 2010 is de rente op Amerikaanse staatsobligaties sindsdien weer met ongeveer een vol procentpunt gestegen tot rond de 3,5% (zie grafiek 12). Opvallend is dat deze stijging zich heeft afgespeeld precies vanaf het moment dat de Fed liet doorschemeren een tweede programma van kwantitatieve verruiming (QE2) te overwegen. In het kader van dit programma probeert de Fed de afgelopen maanden en de komende maanden ongeveer 100 miljard dollar per maand in de economie te pompen door obligaties op te kopen. Gezien de in deze periode voortdurend gestegen rente zou een criticus het QE2 programma, dat bedoeld was om de lange rente te verlagen, een volledige mislukking kunnen noemen. Daar staat tegenover dat niemand weet wat er met de lange rente zou zijn gebeurd als de Fed haar QE2 programma niet had uitgevoerd, al schat de Fed dat effect zelf op 0,6%. Wij hebben al vaker gesteld dat het beleid van de Fed inflatierisico’s met zich meebrengt, waardoor wij het rentepeil op Amerikaanse staatsobligaties niet aantrekkelijk konden vinden. Ook na de stijging van de lange rente van 2,0% eind 2008 tot ongeveer 3,5% nu kunnen wij het rentepeil nog niet aan-
grafiek 10
trekkelijk vinden. Wanneer de Fed binnenkort ophoudt met QE2 ligt een verdere stijging van de lange rente tot ongeveer 4% voor de hand. Of de rente veel verder zal stijgen is een open vraag, daar de Amerikaanse economie door de enorme omvang van de bestaande schulden niet veel meer dan 4% rente lijkt te kunnen verdragen, zonder weer weg te zinken in een recessie. Amerikaanse staatsobligaties worden daarom misschien boven de 4% wel weer koopwaardig, maar zijn het nu nog niet. Van één Europese lange rente kan niet meer gesproken worden, sinds de rente-opslagen fors uiteen zijn gaan lopen naar aanleiding van de schuldencrisis. Als wij het hebben over de Europese lange rente, dan hebben we het over de Duitse rente (zie grafiek 13). De Nederlandse rente ligt in de regel enkele tienden van procenten hoger, terwijl de Griekse renteopslag viel te bewonderen in grafiek 1. Zonder een QE2 programma, en zonder dat de ECB Duitse staatsobligaties opkocht, maakte de Duitse lange rente een vergelijkbare ontwikkeling door als de Amerikaanse, zij het op een iets lager niveau.
>>
grafiek 12
grafiek 13
6.00
5.50
5.50
5.00
5.00
4.50
4.50
4.00 4.00
3.50 3.50
3.00
3.00
2.50
2.50
2.00
2.00 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
VS lange rente
36
Source: Thomson Reuters Datastream
2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
DUI lange rente
Source: Thomson Reuters Datastream
37
Aandelen Vanaf de bodem eind augustus steeg de rente van ongeveer 2,1% tot ongeveer 3,2%. Bij een snel stijgende inflatie van inmiddels meer dan 2% (zie grafiek 3) lijkt ook de Duitse rente verder te kunnen stijgen. Zij lijkt wel beneden de Amerikaanse rente te kunnen blijven, gezien het feit dat de ECB al aanstalten maakt om de korte rente te verhogen, waar de Fed nog geen plannen in die richting heeft en ook al jaren de korte rente op een nog lager peil houdt dan de ECB. In de verwachting dat de lange rente verder kan stijgen in landen als Duitsland en Nederland houden wij vast aan ons beleid om een korte gemiddelde looptijd aan te houden, teneinde koersverliezen in de obligatieportefeuille te beperken in geval de rente verder oploopt. Ten opzichte van staatsobligaties lijken bedrijfsobligaties nog steeds relatief aantrekkelijk. De looptijd is immers gemiddeld korter, terwijl de rentevergoeding hoger ligt en een goed bedrijf een betere debiteur kan zijn dan een wankelende overheid. In grafiek 14 is te zien dat de renteopslag (of risicopremie) die geldt voor bedrijfsobligaties van een gemiddelde kwaliteit (bedrijven met een zogenaamde Baa credit rating) zich al tijden handhaaft rond de 2%. Wij verwachten geen daling van deze renteopslag tot de zeer lage niveaus van vóór de kredietcrisis en houden de bedrijfsobligaties alleen aan voor de hogere rentevergoeding. Een iets positievere ontwikkeling is nog steeds te bespeuren in de hoek van de obligaties van bedrijven van mindere kwaliteit, de zogenaamde ‘high yield bonds’ (zie grafiek 15). Na een spectaculaire daling in 2009 vertoont de renteopslag op deze obligaties nog steeds een voorzichtig dalende tendens, terwijl de opslag ook in absolute zin nog aantrekkelijk lijkt. Uitgaande van een verdere verbetering van de wereldeconomie zijn dit soort hoog-risico-obligaties nog steeds beleggingswaardig, al was het alleen al vanwege de hogere couponrente.
grafiek 14
6
grafiek 15
25
5
20
4
15 3
10 2
Vanaf het laagtepunt eind augustus 2010 hebben de meeste aandelenmarkten zich zonder noemenswaardige correcties omhoog bewogen, geholpen door verbeterende economische vooruitzichten. Bleven de Europese aandelenmarkten in 2010 zwaar achter, in de eerste maanden van 2011 behoorden zij tot de beste aandelenmarkten in de wereld, en waren het juist de ‘star performers’ van 2010, de opkomende landen, die achter bleven (zie grafiek 16 en 11).
5
1
0
0 2006
2007
EUR risicopremie BAA
2008
2009
2010
2011
Source: Thomson Reuters Datastream
2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011
EUR corp highyieldspread Source: Thomson Reuters Datastream
De langdurige stijging zonder echte correcties bracht het optimisme onder beleggers op een zeer hoog niveau, zodat een correctie waarschijnlijk werd. Bleven de markten aanvankelijk nog goed overeind onder de druk van een sterk stijgende olieprijs als gevolg van de onrust in het Midden-Oosten, medio maart waren de aardbevingen, tsunami en dreigende kernramp in Japan teveel gevraagd. De Europese markten leverden hun bescheiden winsten voor 2011 volledig in, terwijl andere markten in het rood terecht kwamen, of, in het geval van Japan, zelfs diep in het rood (zie grafiek 17). Daar wij in onze beheerportefeuilles al geruime tijd niet
De centrale bank van Japan maakte vele miljarden vrij om de schade te herstellen. Deze bedragen drukken uiteindelijk uiteraard op de al enorme schuldpositie van Japan. In eerdere uitgaven gaven wij al meerdere malen aan bezorgd te zijn over de schuldenpositie van de Japanse overheid, die in verhouding tot het bbp bijna het dubbele van Griekenland bedraagt. Doordat de rente al decennia lang extreem laag is, teren de renteniers in op hun vermogen. Door de extreme veroudering van de bevolking zal de overheid bij ongewijzigd beleid toekomstige financieringen echter van het buitenland moeten betrekken. Dat zal dan niet tegen de lage rente gaan die Japanners gewend waren. Maar wellicht zal dit ertoe leiden dat de regering, in de laatste jaren tamelijk zwak, de belastingdruk kan verhogen. Deze is in Japan met 26% van het bbp erg laag, als men het vergelijkt met
grafiek 17
grafiek 16
600
2000
550
1800
500 1600 450 1400
400
350
Zweden (46%) of Nederland (38%). Men kan niet zeggen dat Japan failliet is, de overheid misschien, maar de bevolking niet! Al met al werd de belegger weer eens geconfronteerd met het fenomeen ‘event-risk’ dat altijd en eeuwig kan optreden. Ironisch genoeg vormen politieke strubbelingen of natuurrampen veelal geen beletsel voor de aandelenbeurzen om hun langetermijntrend voort te zetten. Na een paniekreactie lopen de koersen na verloop van tijd weer verder vanaf het niveau van vóór de gebeurtenis. Politieke spanningen zoals nu in de landen rond de Middellandse Zee zullen hoogstwaarschijnlijk op de lange termijn amper uitwerking hebben. Het ontbeert die landen meestal aan middenkader die de macht succesvol kan overnemen. Er is in Egypte bijvoorbeeld het nodige voorgevallen, maar de macht lag en ligt nog steeds in de handen van het leger. Zelf als in dit land een bewind komt dat vijandig staat ten opzichte van het Westen, kan het nauwelijks een vuist maken. Ooit werd het Suezkanaal afgesloten, maar dat kost Egypte dan 4,5 miljard dollar aan inkomsten op jaarbasis! De situatie in Bahrein lijkt nog het meest gevaarlijk voor de Westerse wereld omdat hieraan religieuze conflicten ten grondslag liggen, die naar het veel belangrijker buurland Saoedi-Arabië zouden kunnen overslaan. Dat land helpt het kleine Bahrein dan ook de onrust te smoren. Maar ook indien er – het ‘worst case’ scenario - een theocratisch bewind in Saoedi-Arabië zou komen, dan zal de olieexport blijven doorgaan. Het is immers het enige exportproduct dat men heeft.
1200
300 1000 250 800
200
150
600 2005
2006
2007
AEX 200 D voorts. gemiddelde
38
belegden in Japan viel de schade aan onze beheerportefeuilles mee. Wij overwegen echter wel weer serieus naar beleggingen in Japan te kijken, want de waarderingen zijn flink gedaald. Qua bedrijvigheid is de getroffen regio zeker niet de belangrijkste.
2008
2009
2010
2011
Source: Thomson Reuters Datastream
2005
2006
2007
Topix index 200 D voorts. gemiddelde
2008
2009
2010
2011
Source: Thomson Reuters Datastream
Weliswaar zal het Westen nog lange tijd olie nodig hebben, maar de voortschrijdende technologie maakt het energiegebruik een stuk zuiniger. Zo blijkt uit onderzoek dat de economie van Denemarken het laatste decennium verdubbeld is bij een gelijkblijvende energiebehoefte. De catastrofe van de
39
Japanse kerncentrales zal de tegenstanders van nucleaire energie beslist aanmoedigen, maar het is onwaarschijnlijk dat kernenergie wordt afgeschaft. In China bijvoorbeeld staan er vele tientallen op stapel. In dat kader is het wellicht begrijpelijk, maar onterecht, dat de koers van General Electric, een belangrijke leverancier van centrales (maar nog van veel meer producten en diensten), zo daalde na de Japanse ramp (zie grafiek 18). Er zal nog veel werk aan de winkel zijn, alle protesten ten spijt. De wereld heeft weinig keuzemogelijkheden en bovendien is kernenergie in veel opzichten milieuvriendelijk, vooral waar het gaat om de CO2 uitstoot. Paniek lijkt een slechte raadgever als het om kernenergie gaat, zeker in gebieden die niet bedreigd worden door seismische schokken.
gebeurde nauwelijks. Er gaan veel stemmen op bij het beleggend publiek om de structuur van deze ondernemingen te ontvlechten. De van oudsher gebruikelijke strategie waarin de onderneming naar olie boort, raffineert en verkoopt, staat op de helling. Nieuwe kansen (zoals diepzeeboringen) zouden niet benut worden en opgesplitst zouden de bedrijven flexibeler kunnen opereren. Het neemt niet weg dat de oliemaatschappijen momenteel zeer veel geld verdienen. Wij blijven maar rustig belegd in deze aandelen, vooral van die ondernemingen die ook over een gasdivisie beschikken. De gasprijs is de afgelopen twee jaar enorm achtergebleven en kan vanaf nu wellicht weer oplopen, doordat Japan (een grootgebruiker van gas) meer gas moet importeren.
Vanzelfsprekend liep de olieprijs op na 27 februari. De aantrekkende economie wereldwijd had deze prijs al boven de 100 dollar per vat doen uitkomen, maar de gevolgen van de aardbeving gaven de prijs voor korte tijd een extra impuls. Geïntegreerde oliemaatschappijen als Shell en Exxon Mobil (zie grafiek 19) zouden hiervan kunnen profiteren, maar dat
De nutsbedrijven hadden het wereldwijd lastig. Begrijpelijk, maar ook hier niet altijd terecht. Dat Tokyo Electric Power meer dan 80% van haar waarde verloor lijkt voor de hand te liggen met de enorme schade aan zes centrales (waarvoor zij wellicht aansprakelijk wordt gesteld) en de stroomuitval in grote delen van Japan. Ook het Franse EDF moest
De correctie in de aandelenmarkten in maart moet naar onze mening positief beoordeeld worden, daar zij het overdreven optimisme onder beleggers wegneemt, waarmee de basis wordt gelegd voor verdere mogelijke stijgingen. De mondiale marktdynamiek is nog steeds gezond en wordt breed gedragen, zowel geografisch als tussen sectoren. Wij gaan voor het tweede kwartaal nog steeds uit van een verdere stijging van de meeste aandelenmarkten, al is het stijgingspotentieel afgenomen. De bodem van de markt van maart 2009 ligt inmiddels ruim twee jaar achter ons en het is normaal dat de stijgingen dan aan kracht verliezen. Het feit dat de wereldeconomie momenteel op volle toeren draait is op zich geen goed teken voor de aandelenmarkten, daar deze altijd anticiperen op de toekomst. Als de huidige
grafiek 18
grafiek 19
grafiek 20
45
100
40
95 40
85
30
35
80
25 75 30
20 70
15
65
10
20
55
2005
2006
2007
General Electric 200 D voorts. gemiddelde
40
25
60
5 2008
2009
2010
2011
Source: Thomson Reuters Datastream
2005
2006
2007
Exxon Mobil 200 D voorts. gemiddelde
2008
2009
2010
2011
2006
2007
2008
GdF Suez
Source: Thomson Reuters Datastream
grafiek 21
grafiek 22
grafiek 23
65
120
100
60
110
90
55
100
50
80
90
70
45 80
45
90
35
fors inleveren, omdat zij leunt op een verouderde keten van kerncentrales. Het veel beter gediversifieerde Gaz de France Suez (zie grafiek 20) hield de (psychologische) schade beperkt. Het waren juist de nutsbedrijven die het jaar 2011 qua koersvorming prima begonnen.
200 D voorts. gemiddelde
2009
2010
2011
Source: Thomson Reuters Datastream
60
40 70
35
50 60
30
40
50
25
30
40
20
20
30
15 2006
2007
2008
BMW 200 D voorts. gemiddelde
2009
2010
2011
2006
2007
2008
Siemens
Source: Thomson Reuters Datastream
200 D voorts. gemiddelde
2009
2010
2011
Source: Thomson Reuters Datastream
toestand economisch optimaal is, dan zullen de markten de neiging hebben vooruit te gaan kijken naar een toestand die minder optimaal is, namelijk naar een economische afkoeling. Een afkoeling ligt ook voor de hand daar veel economieën nu een abnormaal hoge groei vertonen die niet lang kan worden volgehouden, temeer daar hoge groei in de regel gepaard gaat met oplopende inflatie en rentestijgingen. De aandelenmarkten van de opkomende markten bleven de laatste maanden al achter onder invloed van de oplopende inflatie, en iets vergelijkbaars kan gebeuren in het Westen.
Wij namen recent het Duitse BMW (zie grafiek 21) in onze modellen op. Deze producent van luxe auto’s doet erg goede zaken in China en profiteert nu van productievertragingen in Japan, waar bijvoorbeeld concurrent Lexus wordt gefabriceerd. BMW verdiende in 2010 op een 19% hogere omzet liefst 5,1 miljard euro, heeft een zeer solide balans, is niet duur en blijft buitengewoon positief voor 2011. Wij namen het aandeel na een behoorlijke correctie op. Eerder kochten wij het eveneens Duitse aandeel Siemens om te profiteren van het hernieuwde Wirtschaftswunder bij onze oosterburen (zie grafiek 22).
Op korte termijn ligt het voor de hand dat de markt opnieuw zal worden gedragen door meer cyclische aandelen, die reageren op de huidige kracht van de wereldeconomie. Het zou echter in het normale patroon passen wanneer, naarmate het jaar voortschrijdt, de markt zich meer en meer gaat richten op minder risicovolle beleggingen, met andere woorden op de grotere aandelen in de meer defensieve sectoren. Voorlopig echter kunnen autoproducenten, ondanks de hoge brandstofprijzen, nog goed geld verdienen.
In de VS ruilden wij het vrij statische aandeel Microsoft in voor het cyclische uitzendbureau Manpower, dat druk doende is haar marges te verbeteren en daarbij hulp krijgt van de aantrekkende, maar nog allerminst stabiele, vraag naar nieuwe arbeidskrachten (zie grafiek 23). Wanneer wordt gekeken naar koers/winstverhoudingen dan lijken de markten niet hoog gewaardeerd. Hierbij moet echter wel worden bedacht dat de meeste bedrijven
2006
2007
2008
Manpower 200 D voorts. gemiddelde
2009
2010
2011
Source: Thomson Reuters Datastream
(met uitzondering van vooral de bouw en de financiële sector) al weer op volle toeren draaien en vaak al weer recordwinsten boeken. Bij hoge winsten horen logischerwijs lage koers/winstverhoudingen. Wanneer wij de huidige koersen relateren aan de winsten gemaakt over de afgelopen tien jaar, dan kan voor de Amerikaanse markt zelfs al gesteld worden dat zij al weer is overgewaardeerd. In grafiek 24 is de zogenaamde Shiller koers/ winstverhouding voor de Amerikaanse markt weergegeven. Hierbij worden de koersen gerelateerd aan de gemiddelde winsten van de voorafgaande tien jaar. De huidige koers/ winstverhouding van 24 ligt boven het langjarig gemiddelde van 16, zodat de markt overgewaardeerd lijkt. Toch ligt het voor de hand dat de markten de komende maanden verder stijgen, geholpen door sterke economische omstandigheden, dalende werkloosheid en toenemend consumentenvertrouwen. In grafiek 7 was het Amerikaanse consumentenvertrouwen weergegeven. Zoals de grafiek liet zien is het vertrouwen aan het stijgen, maar bevindt het zich eigenlijk nog op een zeer laag niveau.
>> 41
De geschiedenis leert dat alle belangrijke toppen in de aandelenmarkt pas werden gevormd wanneer het consumentenvertrouwen hoog lag, en dat is nog lang niet het geval. De recente ontwikkelingen in de Europese schuldencrisis lijken ons positief voor de bankensector, die al jaren achterblijft bij de rest van de markt. In januari was ook een zeker herstel te zien in bankaandelen, maar het lijkt ons toch nog te vroeg om het gewicht in de bankensector te verhogen. De steeds hogere kapitaalseisen die de komende jaren gaan gelden voor banken zullen het rendement op eigen vermogen onder druk houden, wat tot gevolg zou moeten hebben dat de koers/winstverhoudingen onder druk blijven. Voeg daarbij de lage leninggroei en de druk op de niet-rente-inkomsten en het beeld is nog steeds niet positief voor de sector. Daarbij moet niet worden vergeten dat de banken de afgelopen jaren danig uit de wind zijn
gehouden door centrale banken die de korte rente bijzonder laag hielden, een situatie die niet lang meer kan blijven bestaan.
het rendement ruim boven de 5,5% uitkomt. Wij blijven vooralsnog vertrouwen houden in deze gedegen onderneming.
Verzekeraars daarentegen staan er iets beter voor daar zij (met hun beleggingsportefeuilles) profiteren van de stijging van de lange rente. Daar staat tegenover dat de levensverzekeringssector in een land als Nederland nog steeds zucht onder de woekerpolisaffaire en een afkeer van verzekeringsproducten bij het grote publiek. Herverzekeraars zijn het eerste kwartaal van 2011 slecht begonnen door de aardbevingen in gebieden waar men goed verzekerd is, zoals Japan en Nieuw-Zeeland. Swiss Re bleek al aardig haar catastrofereserves te moeten aanspreken, maar het aandeel waarin wij beleggen, Münchener Rückversicherung, hield het bij een kleine winstwaarschuwing voor 2011 (zie grafiek 25). In april wordt een dividend van € 6,25 uitgekeerd waardoor
De materialensector lijkt te blijven profiteren van de stijgende vraag uit opkomende landen als China, terwijl de groei van het aanbod in veel producten (bijvoorbeeld koper) de vraag niet kan bijbenen. Beleggingen in BHP Billiton en eventueel de Zwitsers-Britse mijnbouwer Xstrata lijken vooralsnog kansrijk (zie grafiek 26). De laatstgenoemde is naast in koper, groot in steenkool, een brandstof die in het licht van de situatie in Japan in waarde kan stijgen.
De defensievere sectoren zoals Voeding, Verzorging en Farma presteerden andermaal matig in het achterliggende kwartaal dat gedomineerd werd door de meer cyclische aandelen. Daar wij verwachten dat deze ont-
wikkeling in ieder geval tot in het derde kwartaal van dit jaar zal voortduren verkochten wij in maart het aandeel Johnson & Johnson (zowel actief in farma als in verzorging) en vervingen dat door het meer cyclische DSM. Het aandeel DSM bleef uitstekend overeind in de correctie van maart, reden waarom wij verwachten dat het goed zal participeren in de cyclische rally die wij verwachten voor het tweede en derde kwartaal. Het aandeel is laaggewaardeerd en DSM zou moeten profiteren van de hoge groei in Duitsland. In Groot-Brittannië daarentegen, waar flinke bezuinigingen aanstaande zijn, hebben zelfs supermarkten last van de terughoudendheid van de consument. Zelfs Tesco presteert uiterst teleurstellend, doordat veel beleggers ervan uitgaan dat de marges van bedrijven als Tesco onder druk komen door de snel stijgende grondstofprijzen. Wij blijven belegd in dit uitstekende bedrijf en wachten op een beter momentum voor defensievere sec-
toren, dat wij verwachten in de tweede helft van dit jaar (zie grafiek 27). De verstoorde stroomvoorziening in Japan bracht problemen met zich mee in de toeleverantie van auto-onderdelen maar evenzeer van halfgeleiders, die belangrijk zijn in de technologiesector. De aandelen van Europese producenten van halfgeleiders veerden opeens op, maar duurzaam zal dat herstel waarschijnlijk niet zijn. Wij namen in januari de Canadese producent van de Blackberry op, Research in Motion, dat zich buiten het zakelijke segment mag verheugen in toenemende belangstelling van de jeugd voor haar ‘smartphone’ (zie grafiek 28). Binnenkort wordt haar tegenhanger van de ‘tablet’ van Apple naar de markt gebracht en dit produkt (genaamd Playbook) lijkt te kunnen rekenen op veel belangstelling, vooral uit het bedrijfsleven. Het aandeel kwam bij de publicatie van de jaarcijfers onder druk
door de teleurstellende verwachtingen voor het eerste kwartaal, maar dit leek vooral te maken te hebben met de hoge lanceringskosten van de Playbook. De waardering van het aandeel is dermate laag dat wij veel potentieel zien voor de rest van het jaar. We namen afscheid van automatiseerder Cap Gemini met een redelijke winst. Als we alle tegenslag van het eerste kwartaal van 2011 overzien, gigantische schades door aardbevingen, een tsunami met behoorlijke gevolgen voor de energieverzorging van de derde economie ter wereld, politieke spanningen in de Arabische wereld en de voortdurende schuldencrisis in Europa met alle politieke complicaties van dien, moeten wij vaststellen dat de financiële markten het wereldwijd eigenlijk goed hebben gehouden.
>>
grafiek 24
46 42 38
grafiek 25
grafiek 27
grafiek 26
34 32
3000
150
500
28 140
2500 450
24 130
2000
20
400
120
16
1500 110
12
350
1000 100
8
1880
1890
1900
1910
1920
1930
1940
1950
1960
1970
1980
1990
2000
2010
42
2007
2008
Munchener Ruck
Source: Robert Shiller, Irrational Exuberance
250
0
80 2006
VS: koers/winstverhouding S&P 500 index op basis van 10-jaars gemiddelde winst
300
500
90
4
200 D voorts. gemiddelde
2009
2010
2011
Source: Thomson Reuters Datastream
2006
2007
2008
XSTRATA 200 D voorts. gemiddelde
2009
2010
2011
2006
2007
2008
Tesco
Source: Thomson Reuters Datastream
200 D voorts. gemiddelde
2009
2010
2011
Source: Thomson Reuters Datastream
43
In tijden van spanningen loopt de dollar meestal in waarde op, maar in de afgelopen periode daalde de munt tegen onze verwachting in.
Zolang de Fed geen aanstalten maakt om de rente te verhogen, lijkt de goudprijs verder te kunnen stijgen. Een positie in goud in een beleggingsportefeuille moet meer worden gezien als een verzekering tegen een eventueel uit de hand lopende inflatieontwikkeling, dan als een belegging gericht op het realiseren van rendement. Hoewel het nog steeds heel wel mogelijk dat we geen inflatie krijgen, maar juist het omgekeerde, namelijk deflatie, zijn verschillende centrale banken van opkomende landen, zoals China, India en zelfs Iran druk doende hun goudreserves aan te vullen.
De gebeurtenissen die de wereld bezig houden op het moment van schrijven hebben geen van alle een voorspelbare uitkomst. In Libië kan heel goed een complete patstelling ontstaan, maar mocht het omstreden regime verdwijnen, dan zal een ‘opluchtingsrally’ de markten beheersen. Datzelfde zal gebeuren indien de Japanners erin slagen verdere escalatie in de kerncentrales te voorkomen of althans de zaak onder controle te krijgen. In het geval dat de markten het komende kwartaal inderdaad naar een flink hoger niveau gebracht worden door niet-economische gebeurtenissen, wordt het tijd op cyclische waarden winst te nemen, het aandelenbelang in zijn algemeenheid te reduceren en de portefeuilles defensiever in te richten. Want er staan de belegger hoogstwaarschijnlijk genoeg negatieve zaken te wachten dit jaar: het is erg onwaarschijnlijk dat er in de VS een nieuwe verruimingsronde gaat komen (QE3), waarmee het signaal gegeven wordt dat de economie het nu maar weer op eigen kracht moet gaan doen. Rente en inflatie tenderen vrijwel overal, maar vooral in Europa, hoger
grafiek 28
grafiek 29
Dat had een negatieve uitwerking op de prestaties van onze portefeuilles. Ook het goud maakte min of meer pas op de plaats, zodat de eurobelegger weinig plezier beleefde aan deze veilige haven in roerige tijden (zie grafiek 29).
160
en ook dat is niet goed voor aandelen- en obligatiebeleggers. Tenslotte is de schuldencrisis van allerlei overheden, van Japan tot de VS en van Griekenland tot Ierland, nog lang niet opgelost. Ieder land zal uiteindelijk een eigen oplossing zoeken, maar er is geen enkele oplossing denkbaar zonder de nodige economische pijn. Het zal nog een hele toer worden om de overheidsschulden weer op een aanvaardbaar peil te krijgen zonder al te veel burgerlijke onvrede.
1600 1400
140
1200
120
1000
100
800
80
600
60 400
40
20
0
200
2006
2007
2008
Research in Motion 200 D voorts. gemiddelde
44
2009
2010
2011
91 92 93 94 95 96 97 98 99 00 01 02 03 04 05 06 07 08 09 10
Goudprijs in USD
Source: Thomson Reuters Datastream
Goudprijs in EUR
Source: Thomson Reuters Datastream
45
Copyright Dit Magazine is gebaseerd op publiekelijk bekende en door Insinger de Beeaufort (‘ÍdB’) betrouwbaar geachte bronnen. In het Magazine kunnen verwijzingen naar andere uitgaven of websites zijn opgenomen. Die uitgaven en/of websites en de daar vermelde informatie is niet door Insinger de Beaufort geanalyseerd. Insinger de Beaufort staat derhalve op geen enkele wijze in voor de juistheid van de informatie op die website(s) en is in geen geval aansprakelijk voor eventuele fouten in die informatie. De beoordeling van het functioneren van de leden van de redactieraad als medewerker of extern adviseur van IdB is op geen enkele wijze van de in dit Magazine opgenomen visies en/of informatie afhankelijk. IdB beschikt over een bankvergunning en is een onder toezicht van de Nederlandsche Bank en de Autoriteit Financiële Markten staande beleggingsonderneming. De verstrekte informatie is zoveel mogelijk gecontroleerd. IdB noch haar aandeelhouder(s) noch haar medewerkers of betrokken adviseurs zijn aansprakelijk voor eventuele onjuistheden in de gegevens. In het Magazine opgenomen informatie dient niet te worden opgevat als beleggingsadvies, beleggingsaanbeveling, aanbod of uitnodiging om effecten te kopen, te verkopen of anderszins te verhandelen en biedt generlei garantie voor toekomstige koersontwikkelingen. Hieraan kunnen generlei rechten worden ontleend. Transacties op basis van deze informatie geschieden voor rekening en risico van de betreffende cliënt. Het is niet toegestaan om de inhoud (geheel of gedeeltelijk) van deze uitgave, in welke vorm en op welke wijze dan ook, over te nemen, te vermenigvuldigen, te distribueren of openbaar te maken zonder de voorafgaande uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van IdB.