RAAD VAN DE EUROPESE UNIE
Brussel, 22 november 2004 (30.11) (OR. en)
14943/04 ADD 1 Interinstitutioneel dossier: 2003/0282 (COD)
ENV 631 ENT 150 CODEC 1259 ADDENDUM BIJ DE NOTA van: het secretariaat-generaal aan: de delegaties nr. vorig doc.: 14372/04 ENV 605 ENT 144 CODEC 1212 nr. Comv.: 15494/03 ENV 655 ENT 221 CODEC 1704 - COM(2003) 723 def. Betreft: Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake batterijen en accu's, alsook afvalbatterijen en afvalaccu's - Effectbeoordeling
In de bijlage bij deze nota staat een herzien ontwerp van de effectbeoordeling van een pakket mogelijke inhoudelijke wijzigingen op het bovengenoemde Commissievoorstel.
________________________
14943/04 ADD 1
ons/LEP/aa DG I
1
NL
BIJLAGE
ONTWERP-EFFECTBEOORDELING VAN BELANGRIJKE WIJZIGINGEN DOOR DE RAAD VAN HET COMMISSIEVOORSTEL VOOR EEN RICHTLIJN OVER BATTERIJEN
INHOUDSOPGAVE
1.
INLEIDING.............................................................................................................................. 3 1.1. Proefproject inzake effectbeoordelingen......................................................................... 3 1.2. De richtlijn inzake batterijen: doelstellingen en beleidsopties........................................ 3 1.3. Toepassingsgebied van deze effectbeoordeling .............................................................. 4
2.
GESELECTEERDE WIJZIGINGEN....................................................................................... 5
3.
EFFECTBEOORDELING VAN EEN GEDEELTELIJK VERBOD OP CADMIUM........... 7 3.1. Milieu-effect.................................................................................................................... 7 3.2. Economisch effect ......................................................................................................... 13 3.2.1. Economisch effect op de producenten van nikkel en cadmium .......................... 13 3.2.2. Economisch effect op de fabrikanten van batterijen............................................ 13 3.2.3. Economisch effect op andere industriesectoren .................................................. 15 3.2.4. Beschikbaarheid van vervangende batterijtechnologieën.................................... 16 3.2.5. Economisch effect voor de consument ................................................................ 19 3.3. Sociaal effect ................................................................................................................. 21
4.
EFFECTBEOORDELING VAN HET SCHRAPPEN VAN MONITORING VEREISTEN EN DE SPECIFIEKE INZAMELINGSTREEFCIJFERS VOOR NIKKEL-CADMIUM-BATTERIJEN ................................................................................... 22 4.1. Milieu-effect.................................................................................................................. 22 4.2. Economisch effect ......................................................................................................... 23 4.3. Sociaal effect ................................................................................................................. 25
5.
CONCLUSIE.......................................................................................................................... 25
14943/04 ADD 1 BIJLAGE
ons/LEP/aa DG I
2
NL
1.
INLEIDING
1.1. Proefproject inzake effectbeoordelingen
De Raad (Concurrentievermogen) heeft in mei 2004 conclusies aangenomen over betere regelgeving. Deze conclusies verbinden de Raad ertoe om in het kader van het interinstitutioneel akkoord over betere regelgeving een benadering betreffende eventuele effectbeoordelingen van belangrijke door de Raad aangebrachte wijzigingen te ontwikkelen, die in de loop van 2004 worden ingevoerd. 1
Op 20 juli 2004 heeft het Coreper:
•
de keus van het voorzitterschap voor dit proefproject 2 bevestigd, namelijk het voorstel van de Commissie voor een richtlijn inzake batterijen en accu's;
•
besloten dat de Groep milieu verantwoordelijk zal zijn voor het identificeren van geschikte wijzigingen en voor het uitvoeren van een effectbeoordeling;
•
besloten dat de uitvoerige impactevaluatie (UIE) 3 van de Commissie het uitgangspunt zal zijn voor het werk van de Groep, en
•
erop gewezen dat ernaar moet worden gestreefd het proefproject uiterlijk in mei 2005 af te ronden, zodat het Coreper medio 2005 kan bezien welke lering uit een en ander moet worden getrokken.
1.2. De richtlijn inzake batterijen: doelstelling en beleidsopties
In de toelichting bij het Commissievoorstel wordt gesteld dat de belangrijkste impuls voor het onderhavige voorstel komt van het zesde Milieuactieplan van de Europese Gemeenschap (6MAP).
1 2 3
doc. 9995/04, bijlage II, blz. 7. doc. 15494/03 - COM(2003) 723 def. doc. 15494/03 ADD 1 - SEC(2003) 1343.
14943/04 ADD 1 BIJLAGE
ons/LEP/aa DG I
3
NL
In artikel 8 van 6MAP worden de volgende doelen gesteld: "een significante vermindering van de hoeveelheid afval die wordt verwijderd en van de geproduceerde hoeveelheden gevaarlijke afvalstoffen" en "voor de bevordering van hergebruik voor afval dat nog ontstaat […] verdienen nuttige toepassing, en vooral recycling, de voorkeur". In artikel 8 wordt tevens bepaald dat de herziening van communautaire wetgeving inzake batterijen moet bijdragen tot de verwezenlijking van deze doelen. In de communautaire wetgeving worden batterijen die cadmium, lood en kwik bevatten als gevaarlijke afvalstoffen gedefinieerd. Er bestaan echter reeds strikte beperkingen voor kwik en de recycling van lood uit batterijen vindt reeds in hoge mate plaats. De UIE wordt derhalve toegespitst op cadmium. Hierbij worden de volgende beleidsopties in overweging genomen: ●
de status-quo;
●
de geleidelijke afbouw van het gebruik van cadmium in batterijen (zowel draagbare als industriële) wanneer er vervangers beschikbaar zijn; en
●
strikte eisen inzake de inzameling, recycling en afvalstoffenmonitoring van nikkelcadmium-batterijen.
Wat betreft de tweede optie wordt in het kader van de UIE geen verbod overwogen van cadmium in draadloos elektrisch gereedschap omdat in de studie van Bio Intelligence werd geconcludeerd dat er geen betrouwbare alternatieven voor nikkel-cadmium-batterijen voor draadloos elektrisch gereedschap bestaan. 1.3. Toepassingsgebied van deze effectbeoordeling In haar UIE concludeerde de Commissie dat een verbod op het gebruik van cadmium in batterijen niet wenselijk is, aangezien de voorgestelde eisen inzake inzameling, recycling en afvalstoffenmonitoring tot hetzelfde milieubeschermingsniveau zouden leiden tegen lagere kosten. Deze stelling was gebaseerd op de bevindingen van een studie die Bio Intelligence had uitgevoerd ten behoeve van de Commissie. 4
4
BIO Intelligence Service, "Impact Assessment on Selected Policy Options for Revision of the Battery Directive (impactbeoordeling van beleidsopties voor de herziening van de richtlijn betreffende batterijen)" juli 2003.
14943/04 ADD 1 BIJLAGE
ons/LEP/aa DG I
4
NL
In de onderhavige effectbeoordeling wordt een beleidsoptie bestudeerd die afwijkt van die welke in de UIE is gehanteerd en wordt nieuwe informatie gepresenteerd waarover de Commissie nog niet beschikte toen zij tot haar conclusie kwam.
Deze effectbeoordeling bevat evenmin als de UIE van de Commissie een analyse van het milieu-effect van nikkel in nikkel-cadmium-batterijen of andere batterijen. Zoals hierboven reeds werd vermeld, stempelt de aanwezigheid van cadmium, lood of kwik, en niet die van nikkel, batterijen tot een gevaarlijke afvalstof volgens de communautaire wetgeving. Door de geselecteerde wijzigingen is het effect van nikkel niet relevant omdat zowel nikkel-cadmium-batterijen als sommige van de vermelde alternatieven (bijvoorbeeld nikkel-metaalhydride- en nikkel-zink-batterijen) nikkel bevatten.
2.
GESELECTEERDE WIJZIGINGEN
De Groep milieu selecteerde het onderstaande pakket wijzigingen voor het proefproject:
•
de voorgestelde toevoeging in artikel 4 van een gedeeltelijk verbod op cadmium
•
de daaruit voortvloeiende wijzigingen in bepaalde definities, en
•
de daaruit voortvloeiende schrapping van artikel 6 (monitoring van de afvalstroom) en artikel 13, lid 1, tweede alinea (specifieke inzamelingsstreefcijfers voor nikkelcadmium-batterijen).
Deze wijzigingen zijn de afspiegeling van een compromisvoorstel dat het voorzitterschap heeft ingediend in een poging tot overeenstemming te komen. Dat was nodig omdat verscheidene delegaties zich aanvankelijk, net als het Europees Parlement, uitspraken vóór een breder verbod op gevaarlijke stoffen in batterijen. Verscheidene andere delegaties zagen aanvankelijk, net als de Commissie, geen goede redenen voor zo'n breder verbod, noch voor bijkomende beperkingen bovenop de eisen van de huidige richtlijn. 5
5
Richtlijn 91/157/EEG van de Raad, zoals gewijzigd bij Richtlijn 98/101/EG van de Commissie.
14943/04 ADD 1 BIJLAGE
ons/LEP/aa DG I
5
NL
De wijziging van artikel 4 houdt in dat draagbare batterijen of accu's, al dan niet ingebouwd in apparatuur, die meer dan 20 ppm cadmium bevatten, niet op de markt mogen worden gebracht, terwijl deze batterijen of accu's in draadloos elektrisch gereedschap na verscheidene jaren geleidelijk verdwijnen. Het voorzitterschap heeft vier jaar voorgesteld als een redelijke periode voor de industrie en de consument om over te schakelen op milieuvriendelijker technologieën. Ook stelde het voorzitterschap een herziene definitie voor van "draagbare batterijen" aangezien dit van invloed is op de reikwijdte van het voorgestelde verbod. Het verbod geldt niet voor autobatterijen en industriële batterijen of accu's. In artikel 4, lid 2, van Richtlijn 2000/53/EG betreffende autowrakken worden reeds beperkingen opgelegd aan cadmium, onder voorbehoud van een aanpassing door de Commissie eind 2004. Industriële batterijen worden omschreven als iedere batterij of accu voor industriële doeleinden, bijvoorbeeld als reserve- of tractievermogen, of in noodverlichting of alarmsystemen, en iedere batterij of accu voor elektrische voertuigen. Het voorgestelde verbod wijkt derhalve af van het in de UIE bestudeerde verbod doordat het een verschillend toepassingsgebied heeft.
Door zo'n gedeeltelijk verbod zouden de voorgestelde specifieke inzamelingsstreefcijfers voor draagbare nikkel-cadmium-batterijen (artikel 13, lid 1, tweede alinea) en de voorgestelde eis om de hoeveelheid draagbare nikkel-cadmium-batterijen in de stroom vast stadsafval (artikel 6) te monitoren, kunnen worden geschrapt.
Deze wijzigingen vormen een pakket. Voor het beoordelen van het effect moeten het gedeeltelijke verbod op cadmium en de wijzigingen in de monitoring en de inzamelingseisen evenwel apart worden bekeken, aangezien zij zeer verschillende praktische gevolgen zullen hebben.
14943/04 ADD 1 BIJLAGE
ons/LEP/aa DG I
6
NL
3.
EFFECTBEOORDELING VAN EEN GEDEELTELIJK VERBOD OP CADMIUM
3.1. Milieu-effect
Er bestaat geen verschil van mening over de volgende basisfeiten:
•
cadmium is gevaarlijk (het is een giftige en persistente verontreinigende stof die schadelijk is voor de menselijke gezondheid en voor het milieu);
•
batterijen zijn een belangrijke bron van cadmium (herlaadbare nikkel-cadmium-batterijen zijn goed voor 75% van het totale gebruik van geraffineerd cadmium in producten op de communautaire markt, hoewel geraffineerd cadmium minder dan 2% vertegenwoordigt van de totale lozingen van cadmium in het milieu; het gebruik van meststoffen vormt namelijk de hoofdoorzaak 6), en
•
batterijen behelzen het risico dat er cadmium in het milieu terechtkomt (tijdens de productie en, nog belangrijker, bij het vernietigen van nikkelcadmium-batterijen, vooral in de vorm van verbrandingsresten en door insijpeling in het grondwater uit stortplaatsen)
6
Zie http://www.icsu-scope.org/cdmeeting/2003meeting/abs_Smolders_etal.htm.
14943/04 ADD 1 BIJLAGE
ons/LEP/aa DG I
7
NL
De milieurisico’s die voortvloeien uit de verwijdering van cadmiumbatterijen worden geëvalueerd in het Targeted Risk Assessment Report (TRAR) 7. Volgens het TRAR kan de cadmiumuitstoot ten gevolge van de verbranding van draagbare nikkel-cadmium-batterijen worden geraamd op 323 à 1617 kg cadmium per jaar in de lucht en 35 à 176 kg cadmium per jaar in het water. De totale cadmiumemissie ten gevolge van het storten van draagbare nikkel-cadmium-batterijen werd becijferd op 131 à 655 kg cadmium per jaar. 8 In het TRAR wordt gewezen op het ontbreken van een methodiek voor de beoordeling van bepaalde effecten: “noch het effect van de uitgestelde cadmiumemissies bij hergebruik van verbrandingsresiduen, noch het effect van de verwachte toekomstige toename van het cadmiumgehalte van bodemas en vliegas op de herbruikbaarheid van die verbrandingsresiduen werd gekwantificeerd” (blz. 6) en “de vervuiling van het grondwater ten gevolge van de vluchtige emissies van stortplaatsen werd in dit TRAR niet gekwantificeerd omdat een leidraad ontbreekt waarop die berekeningen zouden kunnen worden gebaseerd” (blz. 7). Vervolgens stelt het TRAR : “Indien NiCd-batterijen niet doeltreffend kunnen worden ingezameld, moet ervan worden uitgegaan dat het cadmiumgehalte in de MSW-stroom in de toekomst zal toenemen. De effecten van deze potentiële toename op toekomstige emissies werd uitsluitend onderzocht voor een scenario waarin MSW wordt verbrand. De effecten van toekomstige veranderingen in de samenstelling van het MSW op de samenstelling van het stortplaatspercolaat kon niet worden geëvalueerd omdat de kennis en de methodiek terzake momenteel nog tekortschieten”. Bio Intelligence schatte 4 dat in 2002 in de toenmalige 15 lidstaten plus Noorwegen en Zwitserland meer dan 2000 ton draagbare nikkel-cadmium-batterijen in de stroom vast stadsafval is terechtgekomen. Voorts raamde het dat dit gelijk is aan een inbreng van 13 tot 66 kilo cadmium in het grondwater.
7
8
Targeted Risk Assessment Report over ”Gebruik van cadmium(oxide) in batterijen", definitief ontwerp van mei 2003. Zie TRAR. Een en ander is gebaseerd op de volgende aannames: draagbare NiCd-batterijen zijn verantwoordelijk voor 10 à 50% van de totale hoeveelheid cadmium in MSW; het totale cadmiumgehalte van MSW op drooggewichtbasis bedraagt 10 g/ton; en 24,4% van de gebruikte draagbare nikkel-cadmium-batterijen wordt uiteindelijk verbrand, 75,6% gestort.
14943/04 ADD 1 BIJLAGE
ons/LEP/aa DG I
8
NL
Op basis van het TRAR kwam Bio Intelligence tot de conclusie dat vanuit het gezichtspunt van een globaal risico, een verbod op alle nikkel-cadmium-batterijen niet bijdraagt aan een vermindering van de totale blootstelling van de mens aan cadmium, omdat batterijen geen aanzienlijke bron zijn van cadmiumuitstoot in het milieu. Wat betreft draagbare nikkel-cadmium-batterijen en plaatselijke risico's zijn er geen gegevens beschikbaar op basis waarvan kan worden vastgesteld of een verbod invloed heeft op het terugdringen van de risico's.
De Commissie stelde in haar UIE vast dat, zolang er geen efficiënte en doeltreffende systemen bestaan in de gehele EU voor verzameling en hergebruik, een toenemend aantal batterijen in stortplaatsen of verbrandingsinstallaties dreigt terecht te komen, hetgeen leidt tot verhoogde risico's voor milieu en gezondheid in verband met de in batterijen gebruikte zware metalen. Deze trend is niet duurzaam en moet worden omgekeerd.
In zijn advies over het TRAR zegt het Wetenschappelijk Comité voor toxiciteit, ecotoxiciteit en het milieu 9 dat de in het TRAR gebruikte simplistische karakteriseringmethodologie niet geschikt is voor chemische stoffen zoals cadmium die veel gegevens bevatten en dat de validering/rechtvaardiging van verscheidene aannames lijdt onder de beperkingen van de beschikbare gegevens. In zijn slotsom steunde het Wetenschappelijk Comité voor toxiciteit, ecotoxiciteit en het milieu de TRAR-conclusies niet.
In de UIE van de Commissie wordt ook verwezen naar een andere recente studie waarin wordt geconcludeerd dat de vervanging van nikkel-cadmium-batterijen door nikkel-metaalhydride- en door lithium-ion-batterijen zou leiden tot lagere negatieve milieu-effecten 10.
De UIE van de Commissie erkent echter dat het zeer moeilijk is om milieu-effect van een verbod op het gebruik van cadmium in draagbare batterijen te kwantificeren en om te bepalen in welke mate verschillende beleidsopties dit effect zouden vergroten of verkleinen. Dit geldt ook voor het door de Commissie voorgestelde gesloten-lussysteem, voor een verbod op cadmium of voor andere opties.
9 10
Wetenschappelijk Comité voor toxiciteit, ecotoxiciteit en het milieu van de EU, mei 2004. Rydh, C.J., Svärd, B. "Impact on global metal flows arising from the use of portable rechargeable batteries" 2002.
14943/04 ADD 1 BIJLAGE
ons/LEP/aa DG I
9
NL
Het voorgestelde verbod heeft één beperking, namelijk dat het slechts ongeveer de helft bestrijkt van de totale markt voor nikkel-cadmium-batterijen. (Aanvankelijk zou het verbod gelden voor een nog kleiner deel van de markt. Voor draadloos elektrisch gereedschap, dat zo'n 70% vertegenwoordigt van de markt voor draagbare nikkel-cadmium-batterijen, zou een overgangsperiode voor geleidelijke afschaffing gelden, waarvoor het voorzitterschap vier jaar heeft voorgesteld).
Het verbod zou niet gelden voor cadmium dat wordt gebruikt in noodverlichting, alarmsystemen, voertuigen en andere industriële toepassingen of toepassingen in auto's. (Volgens schattingen van de UIE door de Commissie vertegenwoordigen deze toepassingen 49% van de totale markt voor nikkel-cadmium-batterijen.) Het is echter minder waarschijnlijk dat deze andere batterijen, vanwege hun omvang en omdat ze meestal beroepsmatig worden gebruikt, in de stroom vast stadsafval terecht zullen komen. Voorts wordt het in de voorgestelde richtlijn verboden industriële batterijen en autobatterijen te verwijderen.
Cadmium is een nevenproduct van de zinkproductie. Bij het overlopen van de mogelijkheden van een geleidelijke afschaffing van cadmium in batterijen wanneer er vervangers beschikbaar zijn, stelt de UIE dat wanneer maagdelijk cadmium wordt gegenereerd als een nevenproduct van de zinkproductie, dit cadmium direct op de plaats van productie op een meer gecontroleerde wijze kan worden beheerd dan indien cadmium in batterijen en accu's wordt gebruikt. 11. Er zijn geen gegevens beschikbaar over de eventuele invloed van een verbod op draagbare nikkel-cadmiumbatterijen op de wereldmarkt voor cadmium. Momenteel maakt de industrie melding van een gebrek aan bevoorrading voor geraffineerd cadmium op de wereldmarkt. 12 Een verbod op draagbare nikkel-cadmium-batterijen zou kunnen leiden tot een cadmiumoverschot, hoewel cadmium nog steeds gebruikt zou kunnen worden in industriële batterijen.
Een belangrijk voordeel van een verbod is dat het een duurzaam middel zou zijn om het milieueffect van cadmium op de langere termijn te beperken, in overeenstemming met het voorzorgsbeginsel. Een verbod zou ook stroken met de autowrakken- en BGS-richtlijnen waarin beperkingen worden opgelegd aan het gebruik van cadmium in voertuigen en elektrische en elektronische apparatuur.
11
12
Richtlijn 96/61/EG van de Raad inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging (IPPC) en het BREF over de non-ferrometaalindustrie, december 2001. Recharge. Commentaar op effectbeoordeling van de Raad, 17 november 2004.
14943/04 ADD 1 BIJLAGE
ons/LEP/aa DG I
10
NL
Nadeel van een verbod zou zijn dat de consumenten misschien elektrische en elektronische apparatuur (EEA) die nikkel-cadmium-batterijen gebruikt, moeten vervangen omdat er geen vervangende nikkel-cadmium-batterijen meer zullen zijn. Dat kan leiden tot meer EEA-afval. Als de batterij leeg is, wordt echter vaak het product vervangen en niet de batterij. Voor sommige apparaten, zoals elektronische tandenborstels, kan een herlaadbare batterij niet altijd vervangen worden. Er zijn geen gegevens over deze mogelijke toename van EEA-afval en het milieu-effect ervan.
Ook is het waar dat het milieurisico dat wordt veroorzaakt door de draagbare nikkel-cadmiumbatterijen die EU-burgers momenteel hamsteren, blijft bestaan. Deze gehamsterde batterijen kunnen echter onder de algemene inzamelingsdoelstellingen van artikel 13 vallen. Onafhankelijk van het gekozen beleid hangt de omvang van dit risico bovendien in de eerste plaats af van de mate waarin het publiek deelneemt aan inzamelingprogramma's, en niet van regelgeving.
Derhalve lijkt de conclusie die de Commissie in haar UIE trekt met betrekking tot het milieu-effect van een totaal cadmiumverbod, ook voor een gedeeltelijk verbod op te gaan: iedere beperking van het gebruik van cadmium in batterijen zou moeten leiden tot minder negatieve milieu-effecten in de toekomst, aangezien nikkel-cadmium-batterijen worden ingedeeld bij schadelijk afval, in tegenstelling tot hun vervangers (bijvoorbeeld nikkel-metaalhydride-batterijen (NiMH) en lithium-ion(Li-I) batterijen).
Het blijft een punt van discussie of op lange termijn het compromispakket van het voorzitterschap doeltreffender zal zijn dan het door de Commissie voorgestelde "gesloten-lus"-systeem, dat vereist dat draagbare nikkel-cadmium-batterijen worden ingezameld en hergebruikt.
14943/04 ADD 1 BIJLAGE
ons/LEP/aa DG I
11
NL
Het voorzitterschap stelt voor dat de inzamelingsstreefcijfers voor deze batterijen dezelfde zouden zijn als voor alle andere draagbare batterijen, namelijk dat zij over een periode van 10 jaar geleidelijk zouden oplopen tot 60% van de gemiddelde jaarlijkse verkoop in de voorafgaande vier jaar. Dit houdt in dat cadmium uit draagbare nikkel-cadmium-batterijen op de korte termijn nog altijd in de stroom vast stadsafval terechtkomt. Het Commissievoorstel (een specifiek inzamelingsstreefcijfer voor draagbare nikkel-cadmium-batterijen van 80% van de hoeveelheid van dergelijke ingezamelde en verwijderde batterijen) impliceert echter dat tot 20% van de nikkel-cadmium-batterijen, of meer dan 400 ton op basis van bovengenoemde raming - nog jaar na jaar met de stroom vast stadsafval zou worden verwijderd. In dit geval zou de "gesloten lus" niet volledig zijn gesloten.
Het lijkt voorts twijfelachtig dat een inzamelingsniveau van 80% voor nikkel-cadmiumbatterijen (dat overeenkomstig het Commissievoorstel verplicht wordt binnen vier jaar na omzetting van de richtlijn in nationaal recht) kan worden bereikt, tenzij het consumentengedrag beduidend verandert. Verscheidene lidstaten hebben aangegeven dat zij dit inzamelingspercentage te ambitieus vinden. Bio Intelligence heeft het inzamelingspercentage van verwijderde draagbare nikkel-cadmium-batterijen in de toenmalige lidstaten plus Noorwegen en Zwitserland in 2002 namelijk geraamd op 51% van de hoeveelheid draagbare nikkel-cadmium-batterijen die wordt ingezameld en verwijderd. Met gebruikmaking van dezelfde berekeningsmethode meldde Nederland een ingezamelde hoeveelheid van alle draagbare batterijen in 2002 van 71%, negen jaar na de instelling van een inzamelingssysteem.
Daarentegen is het verbieden van gevaarlijke stoffen een vertrouwd en deugdelijk beleidsinstrument, dat zeer doeltreffend zou moeten zijn voor het voorkomen van negatieve milieueffecten op de lange termijn. Dit effect kan niet in absolute termen worden gekwantificeerd. In vergelijking met het alternatief van een gesloten-lussysteem zou een verbod evenwel voorkomen dat meer dan 1600 ton draagbare nikkel-cadmium-batterijen in de stroom vast stadsafval terechtkomt, gebaseerd op de eerder genoemde ramingen. Een gesloten-lussysteem zou tevens veel moeilijker tot stand te brengen en uit te voeren zijn en de naleving ervan zou voortdurend moeten worden afgedwongen.
14943/04 ADD 1 BIJLAGE
ons/LEP/aa DG I
12
NL
3.2. Economisch effect
Beperkingen op het gebruik van cadmium in batterijen zou een economisch effect kunnen hebben op:
•
producenten van nikkel en cadmium;
•
fabrikanten van nikkel-cadmium-batterijen;
•
fabrikanten van apparaten met nikkel-cadmium-battterijen, en
•
consumenten.
3.2.1. Economisch effect op producenten van nikkel en cadmium
Nikkel en cadmium worden in een reeks producten gebruikt, waaronder industriële nikkelcadmium-batterijen en nikkel-metaalhydride-batterijen en nikkel-zink-batterijen. Voorts vindt de productie van draagbare nikkel-cadmium-batterijen voornamelijk buiten de EU plaats. Het is derhalve niet duidelijk of een verbod op draagbare nikkel-cadmium-batterijen een belangrijk economisch effect zou hebben op EU-producenten van nikkel en cadmium.
3.2.2. Economisch effect op fabrikanten van batterijen
In de UIE van de Commissie wordt vermeld dat de industrie de activiteiten voor het maken van nikkel-cadmium-batterijen op een jaarlijkse omzet van zo'n 1 miljard euro schat.
SAFT is de enige Europese fabrikant van nikkel-cadmium-batterijen, met productie-, recycleer- en assemblagefabrieken in Tsjechië, Duitsland, Frankrijk, Spanje en Zweden. De primaire productie van draagbare nikkel-cadmium-batterijen gebeurt alleen in Frankrijk.
De productie van nikkel-cadmium-batterijen in de EU bestaat voorts hoofdzakelijk uit industriële batterijen. Het voorgestelde gedeeltelijke verbod zou derhalve geen groot rechtstreeks effect op EU-industrie, hoewel gesuggereerd is dat een verbod negatieve gevolgen zou hebben op de fabrieken in Frankrijk.
14943/04 ADD 1 BIJLAGE
ons/LEP/aa DG I
13
NL
Het verlies van uitvoermogelijkheden voor buiten de EU gevestigde ondernemingen kan een indirect effect hebben op de Europese activiteiten van de betrokken ondernemingen. Er is echter een aantal factoren dat het netto economische effect voor de industrie zou moeten beperken:
•
het voorgestelde verbod zou alleen op draagbare nikkel-cadmium-batterijen betrekking hebben;
•
het zou alleen betrekking hebben op toepassingen waarvoor vervangers bestaan (zie onder); en
•
in het algemeen zijn dezelfde actoren betrokken bij de productie en distributie van vervangers voor draagbare nikkel-cadmium-batterijen (tabel 1). 13
Inzameling NiCd Collect NiCad Markt voor herlaadbare draagbare batterijen
Portable Rechargeable Battery Market Technological Innovation Actors Actoren bij de technologische vernieuwing
Firma Companies
Fabrikanten van herlaadbare draagbare batterijen Manufacturers of Portable Rechargeable Batteries Pb-zuur Ni-MH Li-Ion Li-Ion Li-Polymer Li-Polymeer Pb-Acid Ni-Cd Ni-Cd Ni-MH
SAFT VARTA SANYO PANASONIC YUASA MOLTECH EMMERICH GP Battery BYD TOSHIBA SONY GS Melcotech HITACHI
Y Y Y Y
Y Y Y Y Y Y Y Y Y Y
Y Y Y Y Y Y Y Y Y Y
Y Y Y Y Y Y Y Y Y Y Y Y
Y Y Y Y Y Y Y Y Y Y
Y:Manufacturer Y:Fabrikant
Tabel 1
13
Tabel 1 staat in het verslag van Bio Intelligence waarnaar in voetnoot 4 wordt verwezen en is gebaseerd op gegevens van de organisatie die de industrie van herlaadbare batterijen vertegenwoordigt (toen bekend als CollectNiCad, maar thans omgedoopt tot Recharge). Het is onjuist of achterhaald aangezien Emmerich ook draagbare NiMH- en Li-Ion-batterijen produceert (zie www.emmerich-batterie.de).
14943/04 ADD 1 BIJLAGE
ons/LEP/aa DG I
14
NL
3.2.3. Economisch effect op andere industriesectoren
Er kan een economisch effect zijn op fabrikanten van apparaten met batterijen. Dit zou echter alleen het geval zijn als de vervangers voor nikkel-cadmium-batterijen de apparaten minder aantrekkelijk voor eventuele kopers zouden maken (doordat de prijs zou worden verhoogd of hun prestaties zouden afnemen).
Voor veel toepassingen (bijvoorbeeld GSM's en digitale camera's) worden reeds op grote schaal vervangers voor nikkel-cadmium-batterijen gebruikt. 14 In draadloos elektrisch gereedschap hebben nikkel-cadmium-batterijen echter een belangrijk marktaandeel. Sommige producenten van elektrisch gereedschap hebben nog geen nikkel-metaalhydridealternatieven in hun productengamma opgenomen. Om die reden voorziet artikel 4 in een overgangsperiode, teneinde de industrie de tijd te geven hun producten aan te passen aan alternatieve batterijtechnologieën.
De markt voor draadloos elektrisch gereedschap vertegenwoordigt zo'n € 800 miljoen en groeit met 5 tot 12% per jaar. Het feit dat draadloos elektrisch gereedschap een relatief nieuwe technologie is en dat de sector nog steeds groeit, zou de kosten van een cadmiumverbod kunnen beperken. Draadloos elektrisch gereedschap vertegenwoordigt iets minder dan een derde van de totale verkoop van elektrisch gereedschap, maar heeft een veel lagere marktpenetratie in sommige lidstaten. Aangezien de markt evenwel zeer prijsgevoelig is, zeker in de consumentensector, voorspelt de European Power Tool Association (Europese vereniging van fabrikanten van gereedschapswerktuigen) negatieve gevolgen indien er een duurder alternatief (resulterend in een hogere eerste-aankoopprijs voor draadloos elektrisch gereedschap) wordt opgelegd. 15
14
15
In haar officiële bijdrage aan het raadplegingsproces van de Commissie over de herziening van de batterijenrichtlijn, steunde de organisatie die de Europese sector van huishoudelijke apparatuur vertegenwoordigt een verbod op nikkel-cadmium-batterijen met een geleidelijk verbod voor toepassingen waarvoor nog geen rendabele toepassingen bestaan. Voorts zei zij dat nikkel-metaalhydride-batterijen hadden bewezen een rendabel alternatief te zijn voor handproducten, en dat zij m.b.t. verscheidene producten beter presteren dan nikkel-cadmiumbatterijen. http://www.europa.eu.int/comm/environment/waste/batteries/tradeassociations.pdf. European Power Tool Association, eerste commentaar op effectbeoordeling van de Raad, 17 november 2004.
14943/04 ADD 1 BIJLAGE
ons/LEP/aa DG I
15
NL
Over de relatieve kosten en de prestaties van nikkel-cadmium-batterijen en hun vervangers wordt hierna verder gesproken.
Een verbod op draagbare nikkel-cadmium-batterijen zal tevens een invloed hebben op de drie Europese recyclers van dergelijke batterijen (in Frankrijk, Duitsland en Zweden). De betrokken ondernemingen verwerken echter niet alleen draagbare nikkel-cadmium-batterijen, maar ook industriële nikkel-cadmium-batterijen en andere soorten batterijen.
3.2.4. Beschikbaarheid van vervangende batterijtechnologieën
Het verslag van Bio Intelligence bevatte de volgende tabel (tabel 2).
Op de markt beschikbare batterijtechnologie
Batterijsegment
NiCd
Lood-zuur
Ni-MH
Li-ion
Li-polymeer
Verkoop van NiCd-batterijen in EU (ton per jaar, 1999)
- GSM's - draagbare PC's - camcorders - digitale camera's - speelgoed met afstandsbediening - andere kleine huishoudapparaten (kleine stofzuigers, scheerapparaten)
X
X
X
X
X
3 600
draadloos elektrisch gereedschap
X
X
3 950
draadloos elektrisch gereedschap
X
X
1 800
systemen voor noodverlichting (gebouwen, vliegtuigen)
X
X
medische apparatuur
X
?
(X)
X
Toepassing
Huishoudelijk
Draagbare batterijen (< 1 kg)
Professioneel
Vast Industrieel gebruik (> 1 kg) Mobiel Gespecialiseerd
- stroomvoorziening (operatiekamers in ziekenhuizen, offshore boorplatformen, reservestroom in de industrie, noodstroomvoorziening op luchthavens, grote telecommunicatiepost, …) - reservestroom (grote computersystemen in banken en verzekeringsmaatschappijen, …) spoorwegen, vliegtuigen (rem- en veiligheidsfuncties) ruimtevaart- en militaire toepassingen (starten van motor, reserve-noodfuncties)
3 050 ?
?
?
200
2 600
X
(X)
X
?
off-road voertuigen
(X)
X
off-road voertuigen
X
(X)
?
?
?
x (proef)
x (proef)
x (proef)
Elektrische voertuigen
200
600
Tabel 2
14943/04 ADD 1 BIJLAGE
ons/LEP/aa DG I
16
NL
In een studie van de universiteit van Stockholm 16 wordt geconcludeerd dat de technische prestaties van nikkel-metaalhydride-batterijen zodanig beter worden dat de nikkelmetaalhydride-technologie de nikkel-cadmium-technologie in draadloos elektrisch gereedschap kan vervangen. Uit een tegenstudie blijkt echter dat de nikkel-cadmiumtechnologie voor verscheidene toepassingen de voorkeur blijft verdienen. 17
In de studie van Bio Intelligence wordt geconcludeerd dat een verbod op cadmium in batterijen haalbaar is voor elektrische huishoudapparaten, met uitzondering van draadloos elektrisch gereedschap waarvoor de nikkel-cadmium-batterij de enige betrouwbare technologie blijft.
Deze nieuwe informatie suggereert dat ook andere technologieën betrouwbaar kunnen zijn in draadloos elektrisch gereedschap. Verscheidene producenten van professioneel elektrisch gereedschap zijn reeds bijna volledig overgeschakeld op nikkel-metaalhydride-technologie (bijvoorbeeld Makita). Zowel nikkel-cadmium-batterijen als nikkel-metaalhydride-batterijen hebben technische voor- en nadelen (zie tabel 3) 18, maar draadloos elektrisch gereedschap met nikkel-metaalhydride-batterijen wordt reeds op grote schaal gebruikt door vaklieden.
16
17
18
“Substitution of Rechargeable NiCd batteries”, Prof. D. Noreus, augustus 2000. Zie http://europa.eu.int/comm/environment/waste/studies/batteries/nicd.pdf “Substitution of Rechargeable NiCd batteries”, A.O. Nilsson. Zie http://www.rechargebatteries.org/html/recharge-press-positions.html Deze tabel is afkomstig van de website energiser.com.
14943/04 ADD 1 BIJLAGE
ons/LEP/aa DG I
17
NL
Toepassingskenmerk Nominale spanning Ontladingscapaciteit Ontladingsprofiel Ontladingsafknijpspanningen Vermogen om zeer snel te ontladen Ontladingsvermogen bij hoge temperatuur (>35oC)
Vergelijking tussen NiMH-batterijen en NiCd-batterijen Identiek (1,25V) NiMH tot 40% groter dan NiCd Gelijkwaardig Gelijkwaardig Dezelfde snelheden NiMH iets beter dan standaard NiCd-cellen Over het algemeen hetzelfde; meervoudige stappen met constante stroomsterkte en overladingscontrole aanbevolen voor snel ladend nikkel-metaalhydride Over het algemeen identiek maar NiMHovergangen zijn fijner. Noodbeëindiging op basis van de temperatuur is aanbevolen Soortgelijk, maar voor NiMH is de oplaadgrenswaarde 15 °C (koudetemperatuur) NiMH iets hoger dan NiCd Over het algemeen dezelfde, maar NiMH is meer toepassingsafhankelijk Gelijkwaardig gelijkwaardig NiMH-productlijn is beperkter Gelijkwaardig Minder met NiMH vanwege het ontbreken van problemen in verband met giftigheid van cadmium.
Opladingsproces
Technieken om het opladen te beëindigen Temperatuurgrenswaarden voor de bediening Zelfontladingssnelheid Cyclusduur Mechanische passing Mechanische eigenschappen Keuze van maten/vormen/capaciteiten Bediening Milieuproblemen
Tabel 3 De voornaamste reden waarom nikkel-cadmium-batterijen een groot marktaandeel hebben in draadloos elektrisch gereedschap voor doe-het-zelvers, is hun lage aankoopprijs. Nikkelmetaalhydride-batterijen zijn over het algemeen 10 tot 30% duurder dan nikkel-cadmiumbatterijen 19. In Zweden leidt een recyclageheffing op nikkel-cadmium-batterijen ertoe dat draadloos elektrisch gereedschap op basis van nikkel-cadmium-batterijen en op basis van nikkel-metaalhydride-batterijen zich in dezelfde prijsklasse bevindt. Derhalve is de marktpenetratie van draadloos elektrisch gereedschap op basis van nikkel-metaalhydride-batterijen in Zweden 35% voor consumenten en 90% voor vaklieden 20. 19 20
Verslag van Bio Intelligence van mei 2003. Cordless power tools in the Nordic countries (Draadloos elektrisch gereedschap in de Noordse landen), 15 november 2004.
14943/04 ADD 1 BIJLAGE
ons/LEP/aa DG I
18
NL
Dit doet vermoeden dat de technische voordelen van nikkel-cadmium-batterijen voor elektrisch gereedschap niet zeer groot kunnen zijn. Het geeft voorts aan dat de conclusie van Bio Intelligence dat nikkel-cadmium-batterijen de "enige betrouwbare technologie" voor elektrisch gereedschap zijn, ter discussie staat.
3.2.5. Economisch effect voor de consument
In de UIE wordt in verband met de beleidskeuze van een totaal verbod op cadmium verwezen naar een schatting die Bio Intelligence heeft gemaakt van de bijkomende jaarlijkse kosten voor de consument, namelijk tussen 825 en 1995 miljoen euro, d.w.z. ruwweg 2 à 5 euro bijkomende jaarlijkse kosten per hoofd van de bevolking. Deze cijfers zijn gebaseerd op de dubbele aanname dat draagbare nikkel-cadmium-batterijen goedkoper zijn dan de batterijen met vervangende technologieën én dat hun levensduur langer is. Nieuwe informatie leidt echter tot andere conclusies.
Draagbare NiMH-batterijen zijn inderdaad duurder in aankoop dan nikkel-cadmiumbatterijen. Ten opzichte van nikkel-cadmium-batterijen bieden de meest recente NiMHtechnologieën echter gemiddeld 1,5 tot 4 keer meer capaciteit per laadcyclus. De informatie over het maximum aantal laadcycli verschilt. Volgens sommige batterijfabrikanten hebben nikkel-cadmium-batterijen en nikkel-metaalhydride-batterijen een gelijk aantal laadcycli (500 cycli) 21. Voor draadloos elektrisch gereedschap hebben nikkel-cadmium-batterijen 1000 en nikkel-metaalhydride-batterijen 750 cycli 22. De capaciteit is de stroom maal tijd, uitgedrukt in ampère per uur (Ah). Deze capaciteit verschilt naargelang van de toepassing waarin de batterij wordt gebruikt. Het is echter mogelijk een vergelijking te maken tussen NiMH-batterijen en NiCd-batterijen van hetzelfde type, met hetzelfde voltage, die zijn ontworpen voor toepassingen met dezelfde vereisten. Hieruit blijkt dat in geval van dezelfde toepassing een NiMH-batterij 1,5 tot 4 keer langer meegaat per laadcyclus dan een NiCdbatterij 23.
21 22
23
Zie de website van de batterijproducent: www.byd.com.cn. Cordless power tools in the Nordic countries (Draadloos elektrisch gereedschap in de Noordse landen), 15 november 2004. Op basis van informatie van de onafhankelijke Nederlandse batterijspecialist H.J.H van Deutekom.
14943/04 ADD 1 BIJLAGE
ons/LEP/aa DG I
19
NL
Bij wijze van voorbeeld wordt in tabel 4 een vergelijking gemaakt van de capaciteit van NiCdbatterijen en NiMH-batterijen voor racewagens 24.
Herlaadbaar nikkel-cadmium (NiCd)-batterijpak
GP MODEL
SPANNING ( V )
CAPACITEIT ( mAh )
TC101
4.8
600
TC102
9.6
600
TC103
7.2
1600
TC104
7.2
600
TC105*
6.0
600
GP MODEL
SPANNING ( V )
CAPACITEIT ( mAh )
TC201
9.6
1600
TC202
7.2
2200
TC203
7.2
3000
TC204
7.2
3300
*met ingekapselde behuizing Herlaadbaar nikkel-metaalhydride (NiMH)-batterijpak
Tabel 4 De Commissie heeft in haar beoordeling geen rekening gehouden met de batterijcapaciteit. In combinatie met het aantal laadcycli, kan de hogere capaciteit van NiMH-batterijen de hogere eersteaankoopprijs compenseren. Een studie naar de prijs van batterijpakken voor draadloos elektrisch gereedschap op basis van hun capaciteit en levensduur, doet vermoeden dat nikkel-metaalhydridebatterijen slechts iets duurder zijn dan nikkel-cadmium-batterijen 25. Dit betekent dat de extra kosten per jaar per hoofd van de bevolking, die hierboven worden vermeld, zich wellicht niet zullen voordoen.
24
25
Deze informatie en informatie over laadcycli staan op de website van een batterijproducent: www.gpina.com. Cordless power tools in the Nordic countries (Draadloos elektrisch gereedschap in de Noordse landen), 15 november 2004.
14943/04 ADD 1 BIJLAGE
ons/LEP/aa DG I
20
NL
Voorts worden in het Commissievoorstel extra uitgaven ingecalculeerd in verband met de monitoring van de totstandkoming van een gesloten lus voor NiCd-batterijen. Verscheidene lidstaten van de EU schatten deze kosten echter hoger in (zie deel IV).
De noodzaak om batterijladers te vervangen die niet verenigbaar zijn met vervangers voor NiCd-batterijen, kan extra kosten voor de consument met zich meebrengen. Vanwege de uiteenlopende laadtechnologie kunnen nikkel-metaalhydride-batterijen in bestaande toepassingen niet in de plaats komen van nikkel-cadmium-batterijen. Recharge raamt de kosten voor het vervangen van 10 miljoen stuks draadloos elektrisch gereedschap op € 332 miljoen 26. Consumenten kopen echter vaak nieuwe apparaten voordat zij hun batterijen dienen te vervangen en ontvangen normaliter een nieuwe lader bij aankoop van het nieuwe apparaat. Wat betreft draadloos elektrisch gereedschap biedt de voorgestelde overgangsperiode ruimte voor de geleidelijke vervanging van apparatuur. Voorts kunnen nieuwe technologische ontwikkelingen het mogelijk maken dezelfde apparatuur te gebruiken zonder de oorspronkelijke nikkel-cadmium-batterijen: hun plaats kan worden ingenomen door nikkelzink-batterijen 27.
3.3. Sociaal effect
Het sociale effect van het voorgestelde verbod zal afhangen van het feit of het directe of indirecte economische effect waarvan sprake is hierboven voldoende groot is om tot banenverlies te leiden. Men heeft geraamd dat bijvoorbeeld in Frankrijk zo'n 140 rechtstreeks met de productie van nikkel-cadmium-batterijen verbonden banen en zo'n 100 banen in de recycling van NiCd-batterijen op het spel zouden kunnen staan. Er kan ook een indirect effect zijn op ongeveer 560 andere banen indien het verbod effect heeft op de algemene rentabiliteit van de bewuste batterijfabriek. Deze fabrieken kunnen echter ook andere soorten batterijen produceren en recycleren.
26 27
Recharge document, 2 november 2004. Mondelinge verklaring van SCPS, Frankrijk, http://www.scps-group.com/Anglais/Technologies/Tec1.htm
14943/04 ADD 1 BIJLAGE
ons/LEP/aa DG I
21
NL
4.
EFFECTBEOORDELING VAN HET SCHRAPPEN VAN MONITORINGVEREISTEN EN DE SPECIFIEKE INZAMELINGSSTREEFCIJFERS VOOR NIKKEL-CADMIUM-BATTERIJEN
4.1. Milieu-effect
Het schrappen van artikel 6 (Monitoring van de afvalstroom) en de specifieke inzamelingsstreefcijfers voor draagbare nikkel-cadmium-batterijen in artikel 13 zou geen negatief milieu-effect moeten hebben omdat het een onderdeel is van een pakket dat ook een verbod inhoudt van de nikkel-cadmium-batterijen die zeer waarschijnlijk in de stroom vast stadsafval terechtkomen.
Er zou integendeel een positief effect van uit kunnen gaan in vergelijking met het alternatief van een gesloten-lussysteem. Voor het door de Commissie voorgestelde geslotenlussysteem zou op zijn minst 80% van de draagbare nikkel-cadmium-batterijen moeten worden ingezameld. En dus zou nog steeds zo'n 20% per jaar in het milieu terechtkomen (terwijl het voorgestelde verbod al deze verontreiniging op de lange termijn wegneemt).
Een gesloten-lussysteem kan inderdaad op de korte termijn een positief milieu-effect hebben omdat zo'n systeem geldt voor draagbare nikkel-cadmium-batterijen die op de markt zijn gebracht voordat de eisen van de nieuwe richtlijn van kracht worden. Om de in deel 3 aangehaalde redenen lijkt het bereiken van een inzamelingspercentage van 80% voor draagbare NiCd-batterijen echter twijfelachtig.
Het blijft een punt van discussie of op de lange termijn het compromispakket van het voorzitterschap effectiever zal zijn dan het voorstel van de Commissie voor een gesloten-lussysteem waarin alle draagbare nikkel-cadmium-batterijen moeten worden ingezameld en gerecycleerd.
14943/01 ADD 1 BIJLAGE
ons/LEP/aa DG I
22
NL
4.2. Economisch effect
Draagbare NiCd-batterijen vormen een zeer klein percentage van de stroom vast stadsafval. Hoewel ramingen van de hoeveelheid NiCd-batterijen in de stroom vast stadsafval verschillen van lidstaat tot lidstaat, geven alle berekeningen aan dat de huidige hoeveelheden niet meer dan één honderdste procent van alle afval vertegenwoordigen. 28
Opdat bij de monitoring betrouwbare cijfers kunnen worden verkregen, moet derhalve een relatief grote steekproef van de hele stroom vast stadsafval worden geanalyseerd. Dit zou beduidend meer kosten dan de in de UIE vermelde cijfers (waarin wordt gesuggereerd dat de kosten niet meer dan 1% zouden bedragen van de jaarbegroting van de nationale vereniging voor batterij-inzameling, of tussen 30.000 en 150.000 euro per lidstaat). Uit een studie van de OVAM 29 blijkt dat de kosten in de UIE van de Commissie te laag zijn ingeschat. De volgende tabel geeft de kostenramingen die lidstaten hebben verstrekt. 30 De grote verschillen tussen de ramingen zijn te verklaren door het ontbreken van één methodologie.
28
29 30
De lidstaten hebben de volgende ramingen gegeven voor de hoeveelheid NiCd-batterijen die zich thans in de stroom vast stadsafval bevindt: minder dan 0,00003% (PT), 0,0008 - 0,002% (SI), 0,004% (BE), 0,006% (SE) 0,007% (DE/NL) en 0,01% (UK). Deze cijfers stroken met de raming van 0,0055% voor de EU die in de UIE wordt vermeld. Openbare Afvalstoffenmaatschappij voor het Vlaamse Gewest. De Duitse ramingen zijn gebaseerd op verschillende scenario's waarbij steekproeven op afvalstoffen in verschillende aantallen en verschillende soorten voorzieningen worden uitgevoerd. De totale hoeveelheid afvalstoffen waarop een steekproef is uitgevoerd, is derhalve verschillend voor elk scenario. De studie is uitgevoerd door een onafhankelijke consultant ("Cost analysis for the monitoring of NiCd batteries in municipal solid waste", Argus, oktober 2004) De lagere kostenraming in Nederland is alleen mogelijk na een initiële kapitaalinvestering in geautomatiseerde sorteerapparatuur. De ramingen van het UK hebben alleen betrekking op de kosten van het in dienst nemen van personeel om de afvalstoffen te analyseren en, in geval van de hogere raming, op de kosten van analytische bepalingen van samenstellingen.
14943/01 ADD 1 BIJLAGE
ons/LEP/aa DG I
23
NL
Lidstaat
Betrouwbaarheid
Duitsland Nederland
95% ± 10% 95% (standaardafwijking 75%) 97,5% 90%
Zweden UK
Totale hoeveelheid afvalstoffen waarop een steekproef is uitgevoerd (ton) (variabel) 512
Jaarlijkse kosten (miljoen € )
210.000 2.000
325 0,75 - 5,5
1,1 - 3,3 0,08 - 2,5
Aangezien in het Commissievoorstel het specifieke inzamelingsstreefcijfer voor draagbare NiCd-batterijen een jaarcijfer is, moeten deze kosten elk jaar worden gemaakt. Voorts is het zo dat hoe lager het aandeel NiCd-batterijen in de stroom vast stadsafval is, hoe hoger de kosten zijn om statistisch significante resultaten te verkrijgen, waardoor lidstaten met een laag verbruik van NiCd-batterijen of succesvolle inzamelingsregelingen worden gestraft. Daarom vertegenwoordigt de monitoringvereiste een aanzienlijke, nieuwe administratieve belasting voor de lidstaten. Hoewel Verordening (EG) nr. 2150/2002 over afvalstatistieken de lidstaten verplicht verslag uit te brengen over de hoeveelheid batterij- en accu-afval evenals over huishoudelijk en soortgelijk afval, zijn de lidstaten niet verplicht verslag uit te brengen over de hoeveelheid gevaarlijke batterijen in nationaal huishoudelijk en soortgelijk afval.
De lidstaten zouden kunnen besluiten om de batterijproducenten te doen betalen voor de dure monitoringvereiste. Deze zouden dan waarschijnlijk de kosten doorschuiven naar de consument. Door de schrapping van de monitoringvereiste in artikel 6 zouden deze steeds terugkerende kosten worden weggenomen. Bovendien zouden hierdoor kosten worden weggenomen die haast geen voordelen voor de economie in haar geheel bieden (mogelijkerwijs met uitzondering van het scheppen van een gering aantal banen).
14943/01 ADD 1 BIJLAGE
ons/LEP/aa DG I
24
NL
Voorts leidt het schrappen van artikel 6 en van de specifieke inzamelingsstreefcijfers voor draagbare nikkel-cadmium-batterijen in artikel 13 tot lagere uitvoeringskosten. De handhaving van de richtlijn zou in elk geval (hetzij met een gesloten-lussysteem, hetzij met een gedeeltelijk verbod op cadmium) de lidstaten ertoe verplichten om de naleving van de etiketteringsvereisten te controleren. In geval van een verbod zouden zij dan moeten nagaan of draagbare NiCd-batterijen in strijd met de voorschriften van de richtlijn werden gebruikt. Aangezien de controle op de etikettering dan al plaatsgevonden zou hebben, zou dit gemakkelijk kunnen gebeuren binnen het kader van bestaande nationale handhavingssystemen (bijvoorbeeld aangiften van fabrikanten, ad hoc controles en inspecties ter plaatse). Er zouden evenwel specifieke monitoringinspanningen en inzamelingsstreefcijfers nodig zijn om de goede werking van een gesloten-lussysteem te controleren. 4.3. Sociaal effect Artikel 6 van het Commissievoorstel zou hebben geleid tot een klein aantal banen vanwege de noodzaak om relatief grote hoeveelheden van de stroom vast stadsafval te analyseren. Door de schrapping van het artikel worden derhalve deze nieuwe werkgelegenheidskansen weggenomen. Er gaan echter waarschijnlijk geen banen verloren ten gevolge van het schrappen van de bepaling waarin een specifiek inzamelingsstreefcijfer wordt vastgesteld voor draagbare nikkel-cadmium-batterijen, aangezien er in lid 1 van artikel 13 algemene inzamelingsstreefcijfers blijven staan voor alle draagbare batterijen, inclusief draagbare nikkelcadmium-batterijen. 5.
CONCLUSIE De Commissie was tot de slotsom gekomen dat haar voorstel een gelijkwaardig niveau van milieubescherming biedt tegen lagere kosten dan in geval van een volledig verbod op cadmium. In de onderhavige effectbeoordeling wordt het Commissievoorstel vergeleken met een beleidsoptie die niet door de Commissie is beoordeeld, namelijk een gedeeltelijk verbod op cadmium. Aangezien de Commissie deze optie niet heeft beoordeeld, was het moeilijk om de economische, milieu- en sociale effecten van de nieuwe beleidsoptie te kwantificeren en te vergelijken met de effecten van het Commissievoorstel.
14943/01 ADD 1 BIJLAGE
ons/LEP/aa DG I
25
NL
Er kan echter met zekerheid worden gesteld dat deze effectbeoordeling, vergeleken met de UIE van de Commissie, nieuwe informatie bevat over:
•
de beschikbaarheid van alternatieven voor nikkel-cadmium-batterijen voor alle draagbare toepassingen, inclusief draadloos elektrisch gereedschap;
•
de technische eigenschappen van alternatieve technologieën, zoals batterijcapaciteit, die gevolgen kunnen hebben voor de kosten voor de consument;
•
de geraamde kosten voor de monitoring van de totstandbrenging van een gesloten-lussysteem.
In vergelijking met het oorspronkelijke voorstel van de Commissie heeft het voorgestelde pakket wijzigingen bovendien naar verwachting
•
een positief milieu-effect (aangezien verscheidene honderden tonnen draagbare NiCdbatterijen niet elk jaar bij het gemengd afval zullen terechtkomen);
•
een positief netto economisch effect (enig negatief effect voor de industrie en de consument, maar wel aanzienlijke besparingen voor degenen die verantwoordelijk zijn voor monitoring en inzameling);
•
geen groot sociaal effect op Europese schaal, maar mogelijkerwijs wel enig effect in bepaalde regio's.
Aangezien het onmogelijk is de effecten van de diverse opties nauwkeuriger te kwantificeren of deze in geldwaarde uit te drukken, moet de eindbeslissing of de milieuvoordelen van elke onderscheiden optie al dan niet de economische en sociale kosten rechtvaardigen, uiteindelijk een politieke beslissing blijven.
________________________
14943/01 ADD 1 BIJLAGE
ons/LEP/aa DG I
26
NL