RAAD VAN DE EUROPESE UNIE
Brussel, 28 mei 2004 (03.06) (OR. en)
9919/04
Interinstitutioneel dossier: 2004/0109 (COD) 2004/0110 (COD)
ENER 150 CODEC 780
NOTA van: aan: nr. Comv.: Betreft:
het secretariaat-generaal van de Raad de delegaties 9170/04 ENER 127 CODEC 672 - COM(2004) 309 def. 9193/04 ENER 128 CODEC 675 - COM(2004) 318 def. - Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1228/2003 betreffende de datum waarop sommige bepalingen van toepassing worden op Slovenië - Voorstel voor een Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2003/54/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toepassing van sommige bepalingen op Estland
Voor de delegaties gaan hierbij bovengenoemde voorstellen met de aanpassingen die noodzakelijk zijn omdat de rechtsgrondslag veranderd is van artikel 95 VEG in artikel 57 ex het Toetredingsverdrag. De Groep Energie behandelt deze herziene teksten op dinsdag 1 juni 2004.
_______________
9919/04
ks/HF/lm DG C II
1
NL
BIJLAGE A VERORDENING VAN [.] DE RAAD tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1228/2003 betreffende de datum waarop sommige bepalingen van toepassing worden op Slovenië
[.] DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,
Gelet op het Verdrag betreffende de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie, en met name op artikel 2, lid 3, Gelet op de Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond (Toetredingsakte 2003), en met name op artikel 57, Gezien het verzoek van Slovenië, Gezien het voorstel van de Commissie 1, [.] Overwegende hetgeen volgt:
(1)
Het doel van Verordening (EG) nr. 1228/2003 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 betreffende de voorwaarden voor toegang tot het net voor grensoverschrijdende handel in elektriciteit 2 is eerlijke regels op te stellen voor grensoverschrijdende handel in elektriciteit.
1 2
PB C van , blz. . PB L 176 van 15.7.2003, blz. 1.
9919/04 BIJLAGE A
ks/HF/lm DG C II
2
NL
(2)
Overeenkomstig artikel 15, lid 2, is Verordening (EG) nr. 1228/2003 toepasselijk vanaf 1 juli 2004.
(3)
Overeenkomstig artikel 6, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1228/2003 worden congestieproblemen op het net aangepakt met niet-discriminerende, aan de markt gerelateerde oplossingen waarvan voor de marktdeelnemers en de betrokken transmissiesysteembeheerders efficiënte economische signalen uitgaan.
(4)
De punten 1 tot en met 4 van hoofdstuk 1 "Algemeen" van de Richtsnoeren voor het beheer en de toewijzing van beschikbare overdrachtcapaciteit op interconnecties tussen nationale systemen, die als bijlage bij Verordening (EG) nr. 1228/2003 zijn gevoegd, bevatten regels die direct verband houden met de algemene bepaling van artikel 6, lid 1, van die verordening.
(5)
Slovenië heeft een overgangsperiode tot 1 juli 2007 gevraagd voor de toepassing van artikel 6, lid 1, en de daarmee verband houdende bepalingen van de richtsnoeren.
(6)
Slovenië heeft aangetoond dat, zonder een overgangsperiode, bepaalde energie-intensieve industrieën in Slovenië nadeel zouden ondervinden van de hogere prijzen voor elektriciteit die uit Oostenrijk wordt ingevoerd, en bepaalde energieproducenten nadeel zouden ondervinden van de lagere inkomsten uit de verkoop van elektriciteit aan Italië. Een dergelijke situatie zou de inspanningen die deze industrieën leveren om te herstructureren en aan het communautaire acquis inzake elektriciteitsproductie te voldoen, in het gedrang brengen.
(7)
De door Slovenië aangevoerde argumenten rechtvaardigen een afwijking. De praktische gevolgen van een afwijking voor de interne markt zullen bovendien beperkt blijven, omdat de interconnectiecapaciteit van de twee interconnectoren klein is en deze situatie waarschijnlijk niet zal veranderen vóór 1 juli 2007.
(8)
De afwijking moet beperkt blijven tot wat, gezien het Sloveense verzoek, strikt noodzakelijk is. Ze mag dan ook alleen betrekking hebben op het deel van de interconnectiecapaciteit die door de Sloveense transmissiesysteembeheerder wordt toegewezen, op voorwaarde dat deze capaciteit niet hoger ligt dan de helft van de totale beschikbare capaciteit.
(9)
Verordening (EG) nr. 1228/2003 moet dienovereenkomstig worden gewijzigd,
9919/04 BIJLAGE A
ks/HF/lm DG C II
3
NL
HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD: Artikel 1 Aan artikel 15 van Verordening (EG) nr. 1228/2003 wordt de volgende derde alinea toegevoegd:
"Artikel 6, lid 1, en de regels 1 tot en met 4 van het hoofdstuk "Algemeen" van de bijlage zijn vanaf 1 juli 2007 van toepassing op de interconnecties tussen Slovenië en de aangrenzende lidstaten. Deze alinea is alleen van toepassing op de interconnectiecapaciteit die door de Sloveense transmissiesysteembeheerder wordt toegewezen, op voorwaarde dat deze capaciteit niet hoger ligt dan de helft van de totale beschikbare capaciteit.".
Artikel 2 Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.
Ze is van toepassing vanaf 1 juli 2004.
Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.
Gedaan te Brussel, op [.]
Voor de Raad De voorzitter
9919/04 BIJLAGE A
ks/HF/lm DG C II
4
NL
BIJLAGE B RICHTLIJN VAN [.] DE RAAD tot wijziging van Richtlijn 2003/54/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende de toepassing van sommige bepalingen op Estland
[.]DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag betreffende de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie, en met name op artikel 2, lid 3,
Gelet op de Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek en de aanpassing van de Verdragen waarop de Europese Unie is gegrond, (Toetredingsakte 2003) genoemd, en met name op artikel 57,
Gezien het verzoek van Estland, Gezien het voorstel van de Commissie 3,
Overwegende hetgeen volgt:
(1)
Tijdens de toetredingsonderhandelingen heeft Estland zich beroepen op het specifieke karakter van zijn elektriciteitssector om een overgangsperiode te vragen voor de toepassing van Richtlijn 96/92/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit4.
3 4
PB C PB L 27 van 30.1.1997, blz. 20.
9919/04 BIJLAGE B
ks/HF/lm DG C II
5
NL
(2)
In bijlage VI van de toetredingsakte is bepaald dat Estland artikel 19, lid 2, van Richtlijn 96/92/EG, dat betrekking heeft op de geleidelijke openstelling van de markt, pas vanaf 31 december 2008 moet toepassen.
(3)
In verklaring 8 die als bijlage bij het toetredingsverdrag is gevoegd, wordt erkend dat de specifieke situatie met betrekking tot de herstructurering van de olieschaliesector nog tot eind 2012 bijzondere inspanningen zal vergen.
(4)
Na de ondertekening van het toetredingsverdrag is Richtlijn 96/92/EG vervangen door Richtlijn 2003/54/EG van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2003 betreffende gemeenschappelijke regels voor de interne markt voor elektriciteit5, die uiterlijk op 1 juli 2004 ten uitvoer moet worden gelegd. Artikel 21 van deze nieuwe richtlijn voorziet in een snellere openstelling van de elektriciteitsmarkt.
(5)
Bij schrijven van 17 september 2003 vraagt Estland de toepassing van artikel 21, lid 1, onder b), van Richtlijn 2003/54/EG, dat betrekking heeft op de openstelling van de markt voor niet-huishoudelijke afnemers, te mogen uitstellen tot 31 december 2012. In een aanvullend schrijven van 5 december 2003 heeft Estland aangegeven dat het de in artikel 21, lid 1, onder c), vermelde markt volledig zal openstellen op 31 december 2015.
(6)
Het verzoek van Estland is gebaseerd op een geloofwaardig herstructureringsplan van de olieschaliesector, dat tot 31 december 2012 loopt.
(7)
Olieschalie is de enige inheemse energiebron van Estland en de Estse productie van olieschalie vertegenwoordigt 84% van de wereldproductie. Aangezien 90% van de energie in Estland op basis van olieschalie wordt geproduceerd, is deze vaste brandstof van strategisch belang voor de energievoorziening van het land.
(8)
De toekenning van een aanvullende afwijking voor de periode 2009-2012 garandeert de zekerheid van de investeringen in de productiecentrales en de zekerheid van de energievoorziening in Estland en maakt het tegelijk mogelijk de ernstige milieuproblemen die door deze centrales worden veroorzaakt, op te lossen.
5
PB L 176 van 15.7.2003, blz. 37.
9919/04 BIJLAGE B
ks/HF/lm DG C II
6
NL
(9)
Er zijn gegronde redenen om in te gaan op het verzoek van Estland en Richtlijn 2003/54/EG dienovereenkomstig te wijzigen,
HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD: Artikel 1 Aan artikel 26 van Richtlijn 2003/54/EG wordt het volgende lid 3 toegevoegd: "3. Estland wordt tijdelijk vrijgesteld van de toepassing van artikel 21, lid 1, onder b) en c), tot 31 december 2012. Estland neemt de nodige maatregelen om de openstelling van zijn elektriciteitsmarkt te garanderen. Deze openstelling vindt geleidelijk plaats tijdens de referentieperiode en zal voltooid zijn op 1 januari 2013. Op 1 januari 2009 moet de openstelling van de Estse markt minstens 35% van het verbruik vertegenwoordigen. Estland stelt de Commissie jaarlijks in kennis van de verbruiksdrempels die de eindverbruikers moeten overschrijden om hun elektriciteitsleverancier vrij te mogen kiezen.". Artikel 2 De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 1 juli 2004 aan deze richtlijn te voldoen. Zij doen de Commissie onverwijld de tekst daarvan toekomen. Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar deze richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van de bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten. Artikel 3 Deze richtlijn treedt in werking op de dag volgend op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie. Artikel 4 Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten. Gedaan te Brussel, [.]
Voor de Raad De Voorzitter
9919/04 BIJLAGE B
ks/HF/lm DG C II
7
NL