01 - Informatie over de behandeling van allergieën
Inhoud Wat is een allergie eigenlijk? ...................................................................................................... 1 Waarom is een behandeling nodig?........................................................................................... 1 Welke behandelingsvormen zijn mogelijk? ............................................................................... 2 Wat betekent 'specifieke immunotherapie'?............................................................................. 2 Vanaf wanneer en hoe lang mag de specifieke immunotherapie worden uitgevoerd? ........... 3 Heeft de specifieke immunotherapie ook ongewenste neveneffecten? .................................. 4 Hoe kunt u de therapie zinvol ondersteunen? .......................................................................... 4 Het leven na de allergie.............................................................................................................. 5
Wat is een allergie eigenlijk? Een allergie is een overgevoeligheidsreactie van het immuunsysteem op stoffen die in feite onschadelijk zijn zoals pollen, dierharen en schilfers, gif van insecten, voedingsmiddelen en nog veel meer. Dergelijke stoffen worden allergenen genoemd. De neiging tot deze overgevoeligheidsreactie is aangeboren. Ze uit zich in de vorm van symptomen zoals loopneus, jeukende en branderige ogen, bindvliesontsteking, netelroos, bronchiaal astma, enz. en zijn alle te wijten aan een ontstekingsreactie. Deze ontstekingsreactie ontstaat, nadat een overgevoelig persoon intensief contact heeft gehad met bepaalde allergenen. Dit contact met bepaalde allergenen is de spreekwoordelijke druppel die ervoor zorgt dat de spreekwoordelijke emmer overloopt.
Waarom is een behandeling nodig? De symptomen van hooikoorts mogen niet als onschuldig en eventueel onprettig ziekteverschijnsel worden gebagatelliseerd. Het gevaar bestaat dat de ontsteking, die aan de basis van elke allergische ziekte ligt, zich verder uitbreidt naar de onderste luchtwegen (bronchiën). Zo kan een 'banale' hooikoorts uitmonden in een bronchiaal astma. 1(6)
Artsen observeren dit bij 30 % van alle mensen met een allergie van de luchtwegen die niet of niet tijdig genoeg een behandeling krijgen die de oorzaak daadwerkelijk aanpakt.
Welke behandelingsvormen zijn mogelijk? De beste manier om klachten volledig te voorkomen is het consequent vermijden van de allergenen die de ziekte veroorzaken. Bij de meeste allergenen zoals pollen, bepaalde schimmels en allergenen van dieren is dit veelal niet mogelijk. Indien het vermijden van de allergenen niet consequent kan worden nageleefd, kunnen medicijnen die de vervelende symptomen bestrijden worden gebruikt. Deze medicijnen hebben helaas geen invloed op de achterliggende oorzaak van de symptomen en bieden slechts tijdelijk verlichting. Op dit moment is de zogenaamde specifieke immunotherapie of hyposensibilisatie de enige mogelijkheid om iets te doen aan de achterliggende oorzaak van uw allergische klachten. Deze therapie, die door de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) ook 'allergievaccinatie' wordt genoemd, kan er voor zorgen dat uw klachten verdwijnen of in ieder geval aanzienlijk afnemen. Natuurlijk blijft het belangrijk dat u ook zelf steeds probeert om de allergenen die uw klachten veroorzaken te vermijden.
Wat betekent 'specifieke immunotherapie'? Dit is een behandelingsvorm waarbij iemand die bijv. allergisch voor graspollen is de natuurlijke bestanddelen van graspollen toegediend krijgt in doseringen die langzaam verhoogd worden. Het doel van deze behandeling is om ervoor te zorgen, dat het immuunsysteem op een natuurlijke manier op de allergieveroorzakende graspollen reageert, dus zonder allergische reactie. Deze behandeling is specifiek omdat alleen de veroorzakende allergenen worden toegediend. Artsen noemen deze therapie 'immunotherapie' omdat ze op het immuunsysteem inwerkt. De specifieke immunotherapie is volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) de enige therapievorm die de oorzaak (en niet alleen de symptomen) van een allergie bestrijdt. De meest uitgevoerde en door wetenschappers best onderzochte vorm van specifieke immunotherapie is het toedienen van injecties. Hierbij wordt aan de buitenzijde van de bovenarm een vloeistof met een allergeen onder de huid gespoten. Het begin van de therapie vormt de basisbehandeling. Dit betekent dat de injecties normaal gesproken een keer per week worden toegediend.
2(6)
De allergeendosis is in het begin laag en wordt door de arts behoedzaam en geleidelijk verhoogd. Zodra uw persoonlijke maximale dosis is bereikt, kan de vervolgbehandeling worden gestart waarbij uw arts gedurende een periode van ca. drie jaar de persoonlijke maximale dosis telkens om de zoveel weken injecteert. Uw behandelende arts zal over de individuele procedure beslissen en de therapie intensief met u bespreken. Wetenschappers hebben met behulp van intensief onderzoek deze therapie nog cruciaal verbeterd. De natuurlijke bestanddelen van de injectievloeistof kunnen doelgericht chemisch worden gewijzigd. Zo is het mogelijk om de wekelijkse basisbehandeling, die vroeger vier maanden zou hebben geduurd, te verkorten tot een periode van slechts zes weken. Voor mensen met een sterke angst voor injecties, is een therapievorm beschikbaar waarbij het allergeen door de patiënt zelf onder de tong wordt gebracht (sublinguale immunotherapie). Het allergeen wordt ca. 2 minuten lang onder de tong gehouden en dan doorgeslikt. Zodoende begint de sublinguale immunotherapie op de plaats waar de veroorzakende allergenen worden opgenomen, met name het slijmvlies. Op deze manier worden de allergenen, die veel hoger dan bij injecties kunnen worden gedoseerd, het beste opgenomen.
Vanaf wanneer en hoe lang mag de specifieke immunotherapie worden uitgevoerd? Indien specifieke symptomen zoals een allergische verkoudheid, een allergische bindvliesontsteking of een allergisch bronchiaal astma optreden, kan vanaf een leeftijd van 5 jaar met een behandeling met allergeeninjecties worden begonnen. De arts zal voor het begin van de behandeling met een aantal onderzoeken vaststellen welke allergenen voor de ziekte verantwoordelijk zijn. Bovendien zal hij nagaan of er begeleidende aandoeningen zijn die een specifieke immunotherapie in de weg staan. Indien uit alle resultaten van de onderzoeken blijkt dat specifieke immunotherapie voor u geschikt is, zal uw arts, samen met u, bepalen wanneer het beste moment is om te starten met de therapie. De behandelingsduur bedraagt normaal gesproken ca. 3 jaar. De duur hangt ervan af hoe goed de geleidelijk verhoogde vloeistof met het allergeen wordt verdragen en hoe snel de klachten verminderen. Indien de klachten snel verminderen, mag dit u er niet toe laten verleiden om de therapie voortijdig stop te zetten, aangezien de duur van de therapie bepalend is voor succes op lange termijn. Een periode van 3-5 jaar klinkt lang, maar u dient er rekening mee te houden, dat een medicamenteuze therapie met medicijnen die slechts 3(6)
uw symptomen bestrijden meestal heel uw leven lang moet worden gedaan en ook bijwerkingen heeft. De nauwe samenwerking tussen patiënt en arts speelt een heel grote rol.
Heeft de specifieke immunotherapie ook ongewenste neveneffecten? Zoals elke andere behandeling kan ook de specifieke immunotherapie ongewenste reacties tot gevolg hebben. Een arts die expert is op het gebied van allergieën kent alle maatregelen en beschikt over middelen voor de behandeling van bijwerkingen. Voor het begin van de therapie bespreekt hij met u waar u in het bijzonder op moet letten. Lichte huidreacties (roodheid en zwelling) op de injectieplaats komen tamelijk vaak voor, maar zijn meestal ongevaarlijk. Een sterke zwelling van de arm moet naderhand in de praktijk worden geobserveerd en eventueel lokaal worden behandeld. In dergelijke gevallen is het meestal nodig om de dosis te verlagen. Zelden kunnen algemene reacties zoals jeuk, huiduitslag, hoesten of ademnood, hartkloppingen en duizeligheid optreden. Een levensbedreigende anafylactische shock is nog zeldzamer. In deze gevallen zal de arts meteen de nodige medische handelingen verrichten.
Hoe kunt u de therapie zinvol ondersteunen? Uw medewerking is heel belangrijk voor de therapie. U kunt het succes daarvan mede bepalen. Neem de volgende punten in acht:
De tijdsintervallen tussen de verschillende injecties dienen precies te worden nageleefd. Na elke injectie dient u minimaal 30 minuten in de praktijk te blijven, zodat uw arts indien nodig snel en competent kan reageren. Indien u tijdens het wachten iets ongewoons vaststelt (bijv. jeuk in de keelholte, aan uw hand of de voetzool, niezen, hoesten, ademnood, jeukende huid, gevoel van hitte, duizeligheid), raadpleeg dan meteen de arts of diens praktijkassistente. Indien na het verlaten van de praktijk ongewone symptomen optreden of de voorkomende klachten erger worden, dient u eveneens meteen contact met uw arts op te nemen. Voor elke nieuwe injectie dient u uw arts te informeren over hoe u de laatste injectie hebt verdragen, welke medicijnen u op dat moment neemt en of u momenteel ziek
4(6)
bent (dus ook wijzen op bekende allergische klachten, als deze zich opnieuw hebben voorgedaan). Op de dag van de injectie dienen lichamelijke inspanningen (vooral sportieve activiteiten) en buitengewone belastingen (bijv. te warm douchen) in ieder geval te worden vermeden. Tijdens de volledige duur van de behandeling dienen de allergenen die de klachten veroorzaken zo veel mogelijk worden vermeden.
Het leven na de allergie Een behandeling is succesvol verlopen wanneer de patiënt na het einde van de therapie geen klachten meer heeft of de klachten aanzienlijk konden worden verlicht. Voor patiënten met een pollenallergie betekent dit, dat hij of zij zonder hooikoorts of met slechts zeer weinig symptomen van de lente en zomer kunnen genieten en dat er geen astma ontstaat. Mensen die allergisch zijn voor huisstofmijt kunnen vooral in de wintermaanden 's nachts goed en zonder noemenswaardige klachten slapen. Het succes van de behandeling hangt uiteraard ook af van de leeftijd van de patiënt en de ernst van de klachten bij het begin van de therapie. Bovendien spelen de gebruikte allergenen een rol. Wij wensen u veel succes!
HAL Allergy Group J.H. Oortweg 15-17 2333 CH Leiden The Netherlands Tel: +31-88-1959 000 Fax: +31-88-1959 001 Email:
[email protected] Internet: www.hal-allergy.com
HAL Allergy B.V. J.H. Oortweg 15-17 2333 CH Leiden The Netherlands Tel: +31-88-1959 000 Fax: +31-88-1959 001 Email:
[email protected] Internet: www.hal-allergy.com
5(6)