DOC 51
2098/001
DOC 51
2098/001
CHAMBRE DES REPRÉSENTANTS
BELGISCHE KAMER VAN
DE BELGIQUE
VOLKSVERTEGENWOORDIGERS
22 novembre 2005
22 november 2005
PROJET DE LOI
WETSONTWERP
portant des dispositions diverses (1)
houdende diverse bepalingen (1)
________
________
SOMMAIRE ______
INHOUD ______
Blz. —
Pages — EXPOSÉ DES MOTIFS ............................................ 8
MEMORIE VAN TOELICHTING ................................
AVANT-PROJET DE LOI PORTANT DES DISPOSITIONS DIVERSES ..............................................
125
VOORONTWERP VAN WET HOUDENDE DIVERSE BEPALINGEN ......................................................
125
AVIS DU CONSEIL D’ÉTAT (39.311/1/2/3/4) ............
188
ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE (39.311/1/2/3/4)
188
AVIS DU CONSEIL D’ÉTAT (39.335/2) .....................
219
ADVIES VAN DE RAAD VAN STATE (39.335/) ........
219
PROJET DE LOI PORTANT DES DISPOSITIONS DIVERSES ..............................................................
224
ONTWERP VAN WET HOUDENDE DIVERSE BEPALINGEN ......................................................
224
TITRE IER DISPOSITION GÉNÉRALE ...................................
224
TITEL I ALGEMENE BEPALING ........................................
224
TITRE II JUSTICE ................................................................
225
TITEL II JUSTITIE ...............................................................
225
225
Hoofdstuk 1 Wijziging van sommige bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek ........................................................
225
Chapitre 1er Modification de certaines dispositions du Code judiciaire ...................................................................
______________ (1) Le gouvernement demande l’urgence conformément à l’article 80 de la Constitution.
8
______________ (1) De regering vraagt de spoedbehandeling overeenkomstig artikel 80 van de Grondwet.
I — 4348 CHAMBRE · 4e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2005 2006
KAMER · 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
8
DOC 51
2098/001
EXPOSÉ DES MOTIFS
MEMORIE VAN TOELICHTING
________
________ DAMES
MESDAMES, MESSIEURS,
EN
HEREN,
TITRE Ier
TITEL I
Disposition générale
Algemene bepaling
Cet article précise le fondement constitutionnel en matière de compétence.
Dit artikel bepaalt de constitutionele bevoegdheidsgrondslag.
TITRE II
TITEL II
Justice
Justitie
CHAPITRE 1ER
HOOFDSTUK 1
Modification de certaines dispositions du Code judiciaire
Wijziging van sommige bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek
Conformément à ce qui était annoncé dans l’exposé des motifs de la loi du 20 juillet 2005 portant des dispositions diverses, à propos de l’article 2 de cette loi, l’avis du Conseil National du Travail a été sollicité à propos de la mise en œuvre de la loi du 14 juin 2004 relative à l’insaisissabilité et à l’incessibilité des montants prévus aux articles 1409, 1409bis et 1410 du Code judiciaire lorsque ces montants sont crédités sur un compte à vue. Cet avis a été rendu le 9 novembre 2005.
In overeenstemming met wat reeds werd aangekondigd in het memorie van toelichting van de wet van 20 juli 2005 houdende diverse bepalingen, werd inzake artikel 2 van deze wet het advies gevraagd van de Nationale Arbeidsraad inzake de inwerkingstelling van de wet van 14 juni 2004 betreffende de onvatbaarheid voor beslag en de onoverdraagbaarheid van de bedragen waarvan sprake is in de artikelen 1409, 1409bis en 1410 van het Gerechtelijk Wetboek, wanneer die bedragen op een zichtrekening gecrediteerd zijn. Dit advies werd op 9 november 2005 verstrekt.
Toutes les modifications suggérées par le Conseil National du Travail sont reprises dans le présent projet, outre quelques adaptations d’ordre purement technique.
Alle wijzigingen die voorgesteld werden door de Nationale Arbeidsraad zijn hernomen in dit ontwerp, naast enkele aanpassingen van louter technische aard.
Ces modifications poursuivent trois objectifs principaux :
Deze wijzigingen hebben drie hoofddoelen :
1° Faciliter la tâche de l’employeur et réduire les risques pour celui-ci en créant une présomption légale réfragable selon laquelle les montants versés par l’employeur sur le compte à vue du débiteur sont partiellement insaisissables ou incessibles conformément à l’article 1409, § 1er, du Code judiciaire. Cette modification veille également à une protection plus efficace et plus simple du débiteur.
1° De taak en de risico’s van de werkgever verlichten door de creatie van een weerlegbaar wettelijk vermoeden dat bedragen die door werkgevers op de zichtrekening van de schuldenaar worden gestort gedeeltelijk onvatbaar zijn voor beslag of overdracht, overeenkomstig artikel 1409, § 1 van het Gerechtelijk Wetboek. Deze wijziging is ook gericht op een meer efficiente en eenvoudige bescherming van de schuldenaar.
2° Apporter une solution au problème de l’application combinée des articles 1411 (cumul des revenus) et 1411ter, § 2 (calcul pro rata temporis), du Code judi-
2° Een oplossing bieden voor het probleem van de gecombineerde toepassing van artikel 1411 (cumul van inkomsten) en 1411 ter , § 2, (berekening pro rata
CHAMBRE · 4e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2005 2006
KAMER · 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
18
DOC 51
2098/001
TITRE III
TITEL III
Protection de la consommation et Économie
Consumentenzaken en Economie
CHAPITRE 1ER
HOOFDSTUK 1
Modifications de la loi du 9 février 1994 relative à la sécurité des produits et des services
Wijzigingen van de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van producten en diensten
Art. 12
Art. 12
La loi du 11 juillet 1961 relative aux garanties de sécurité indispensables que doivent présenter les machines, les parties de machines, le matériel, les outils, les appareils, les récipients et les équipements de protection a été abrogée par l’article 21 de la loi du 18 décembre 2002 modifiant certaines dispositions relatives à la sécurité et à la santé des utilisateurs.
De wet van 11 juli 1961 betreffende de waarborgen welke de machines, de onderdelen van machines, het materieel, de werktuigen, de toestellen, de recipiënten en de beschermingsmiddelen inzake veiligheid en gezondheid moeten bieden, werd opgeheven door artikel 21 van de wet van 18 december 2002 tot wijziging van sommige bepalingen betreffende de veiligheid en de gezondheid van de gebruikers.
Le même article établit que le Roi prend, sur proposition conjointe du ministre qui a la protection de la sécurité des consommateurs dans ses attributions et du ministre qui a la protection de la sécurité des travailleurs dans ses attributions, toutes les mesures nécessaires pour mettre les arrêtés d’exécution, pris en vertu de la loi du 11 juillet 1961 précitée, en concordance avec les dispositions de la loi du 9 février 1994 précitée.
In hetzelfde artikel wordt gesteld dat de Koning op gezamenlijk voorstel van de minister tot wiens bevoegdheid de consumentenveiligheid behoort en van de minister tot wiens bevoegdheid de arbeidsveiligheid behoort alle vereiste maatregelen treft om de uitvoeringsbesluiten, die genomen werden op basis van de voormelde wet van 11 juli 1961, in overeenstemming te brengen met de bepalingen van de voormelde wet van 9 februari 1994.
Pour ce faire, il est cependant nécessaire de procéder d’urgence à une modification indispensable de la loi du 9 février 1994 précitée qui constitue actuellement la base juridique de ces arrêtés.
Om dit te kunnen verwezenlijken is het echter nodig om vooraf een noodzakelijke wijziging uit te voeren aan de voormelde wet van 9 februari 1994 die nu de rechtsgrond vormt voor deze besluiten.
L’article 6 de l’arrêté royal du 23 mars 1977 déterminant les garanties de sécurité que doivent présenter certaines machines, appareils et canalisations électriques, établit que les dispositions de sécurité de la « Commission internationale de Réglementation en vue de l’approbation de l’équipement électrique » (CEE-él) ou de la « Commission électrotechnique internationale » (CEI), peuvent servir de normes afin d’évaluer la sécurité des produits.
In artikel 6 van het koninklijk besluit van 23 maart 1977 tot vaststelling van de veiligheidswaarborgen welke bepaalde elektrische machines, apparaten en leidingen moeten bieden, wordt namelijk gesteld dat de veiligheidsbepalingen van de « Commission internationale de Réglementation en vue de l’approbation de l’équipement électrique (CEE-él) » en van de « Internationale Elektrotechnische Commissie (IEC) » kunnen dienen als toetssteen voor de veiligheid van de producten.
Cependant, l’article 3 de la loi du 9 février 1994 précitée ne fait pas mention de ces normes internationales dans la liste de toutes les normes qui peuvent être utilisées pour juger de la conformité à l’obligation générale de sécurité.
In artikel 3 van voormelde wet van 9 februari 1994 is een verwijzing naar dergelijke internationale normen echter niet opgenomen in de lijst van alle normen die kunnen worden gebruikt om de overeenstemming met de algemene veiligheidsvereiste te beoordelen.
Il convient dès lors de compléter cette liste de la mention « normes internationales ».
Deze lijst dient dan ook te worden aangevuld met de vermelding « internationale normen ».
CHAMBRE · 4e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2005 2006
KAMER · 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
26
DOC 51
2098/001
L’article 3 de la même loi stipule que les arrêtés royaux pris en vertu de l’article 1er sont abrogés, lorsqu’ils n’ont pas été ratifiés par les Chambres législatives dans les deux années qui suivent celle de leur publication au Moniteur belge.
Artikel 3 van dezelfde wet bepaalt dat de krachtens artikel 1 genomen koninklijke besluiten opgeheven worden wanneer ze niet door de Wetgevende Kamers bekrachtigd werden binnen de twee jaar na hun bekendmaking in het Belgisch Staatsblad.
Conformément aux dispositions précitées, l’article 13 propose de ratifier l’arrêté royal du 17 septembre 2005 modifiant l’arrêté royal du 24 octobre 1988 relatif à la composition et au fonctionnement de la Commission d’agrément des mandataires en matière de brevets d’invention et à l’inscription et la radiation du registre des mandataires agréés en matière de brevets d’invention, publié au Moniteur belge du 30 septembre 2005.
In overeenstemming met de voornoemde bepalingen, wordt in artikel 13 voorgesteld om het koninklijk besluit van 17 september 2005 tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 oktober 1988 betreffende de samenstelling en werking van de Commissie tot erkenning van de gemachtigden inzake uitvindingsoctrooien en de inschrijving en doorhaling in het register van de erkende gemachtigden inzake uitvindingsoctrooien, die in het Belgisch Staatsblad van 30 september 2005 bekendgemaakt werd, te bekrachtigen.
CHAPITRE 4
HOOFDSTUK 4
Crédit à la consommation
Consumentenkrediet
Art. 21
Art. 21
Le présent article a pour but d’effectuer une rectification dans les conditions d’inscription des intermédiaires de crédit en matière de crédit à la consommation.
Dit artikel heeft tot doel een rechtzetting te bewerkstelligen bij de inschrijvingsvoorwaarden van kredietbemiddelaars inzake consumentenkrediet.
Contrairement aux conditions d’agrément des prêteurs, on considère que même les personnes physiques, pour autant qu’elles disposent d’un numéro d’entreprise et répondent aux autres conditions légales, peuvent s’inscrire comme intermédiaire de crédit.
In tegenstelling tot de erkenningsvoorwaarden van kredietgevers wordt aanvaard dat ook natuurlijke personen, die over een ondernemingsnummer beschikken en voor zover zij beantwoorden aan de overige wettelijke voorwaarden, zich kunnen inschrijven als kredietbemiddelaar.
La disposition proposée reprend, sur ce seul point, la situation telle qu’elle subsistait avant la modification introduite par l’article 5, 1°, de l’arrêté royal du 4 avril 2003 portant modification de la loi du 12 juin 1991 relative au crédit à la consommation, de la loi du 20 décembre 2002 relative au recouvrement amiable des dettes du consommateur, de la loi du 28 décembre 1983 sur le débit de boissons spiritueuses et sur la taxe de patente et de la loi du 7 mai 1999 sur les jeux de hasard, les établissements de jeux de hasard et la protection des joueurs.
De voorgestelde bepaling herneemt, op dit ene punt, de toestand zoals ze bestond voor de wijziging doorgevoerd door artikel 5, 1°, van het koninklijk besluit van 4 april 2003 tot wijziging van de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet, van de wet van 20 december 2002 betreffende de minnelijke invordering van schulden van de consument, van de wet van 28 december 1983 betreffende het verstrekken van sterke drank en betreffende het vergunningsrecht en van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers.
CHAMBRE · 4e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2005 2006
KAMER · 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
DOC 51
125
2098/001
AVANT-PROJET DE LOI
VOORONTWERP VAN WET
soumis à l’avis du Conseil d’État ______
onderworpen aan het advies van de Raad van State ______
Avant-projet de loi portant des dispositions diverses ______
Voorontwerp van wet houdende diverse bepalingen ______
TITRE Ier
TITEL I
Disposition générale
Algemene bepaling
Article 1er
Artikel 1
La présente loi règle une matière visée à l’article 78 de la Constitution.
Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
TITRE II
TITEL II
Justice
Justitie
CHAPITRE 1ER
HOOFDSTUK 1
Modification de certaines dispositions du Code judiciaire
Wijziging van sommige bepalingen van het Gerechtelijk Wetboek
Art. 2
Art. 2
À l’article 1409, § 1er, alinéa 1er, du Code judiciaire, les mots « ainsi que le pécule de vacances payé en vertu de la législation relative aux vacances annuelles, » sont introduits entre les mots « sous l’autorité d’une autre personne, » et les mots « peuvent être cédées ou saisies sans limitation ».
In artikel 1409, § 1, eerste lid, van het Gerechtelijk Wetboek worden de woorden « en het vakantiegeld betaald krachtens de wetgeving op de jaarlijkse vakantie » ingevoegd tussen de woorden « verrichten buiten een arbeidsovereenkomst » en de woorden « kunnen onbeperkt overgedragen of in beslag genomen worden ».
Art. 3
Art. 3
L’article 1410, § 1er, 6°, du même Code est abrogé.
Artikel 1410, § 1, 6°, van hetzelfde Wetboek wordt opgeheven.
CHAPITRE 2
HOOFDSTUK 2
Modification de la loi du 14 juin 2004 relative à l’insaisissabilité et à l’incessibilité des montants prévus aux articles 1409, 1409bis et 1410 du Code judiciaire lorsque ces montants sont crédités sur un compte à vue
Wijziging van de wet van 14 juni 2004 betreffende de onvatbaarheid voor beslag en de onoverdraagbaarheid van de bedragen waarvan sprake is in de artikelen 1409, 1409bis en 1410 van het Gerechtelijk Wetboek wanneer die bedragen op een zichtrekening gecrediteerd zijn
Art. 4
Art. 4
L’article 2 de la loi du 14 juin 2004 relative à l’insaisissabilité et à l’incessibilité des montants prévus aux articles 1409, 1409bis et 1410 du Code judiciaire lorsque ces montants sont
Artikel 2 van de wet van 14 juni 2004 betreffende de onvatbaarheid voor beslag en de onoverdraagbaarheid van de bedragen waarvan sprake is in de artikelen 1409, 1409bis
CHAMBRE · 4e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2005 2006
KAMER · 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
DOC 51
129
2098/001
Le juge des saisies statue toutes affaires cessantes, tant en présence qu’en l’absence des parties.
De beslagrechter doet uitspraak bij voorrang boven alle andere zaken, zowel in aanwezigheid als bij ontstentenis van de partijen.
Son ordonnance n’est susceptible ni d’opposition ni d’appel. ». ».
Zijn beschikking is niet vatbaar voor verzet of hoger beroep. ». ».
TITRE III
TITEL III
Protection de la consommation et Économie
Consumentenzaken en Economie
CHAPITRE 1ER
HOOFDSTUK 1
Modifications de la loi du 9 février 1994 relative à la sécurité des produits et des services
Wijzigingen van de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van producten en diensten
Art. 5
Art. 5
Article 3 de la loi du 9 février 1994 relative à la sécurité des produits et des services, est complété comme suit :
Artikel 3 van de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van producten en diensten, wordt aangevuld als volgt :
« 7° normes internationales. ».
« 7° internationale normen. ».
Art. 6
Art. 6
Dans l’article 6, troisième alinéa, de la même loi, les mots « Lorsqu’un produit » sont remplacés par les mots « Tant qu’un produit ».
In artikel 6, derde lid, van dezelfde wet, worden de woorden « Als een product » vervangen door de woorden « zolang een product ».
Art. 7
Art. 7
L’article 7, § 2, de la même loi, est complété comme suit :
Artikel 7, § 2, van dezelfde wet wordt aangevuld als volgt :
« § 2. Ces mesures comprennent entre autres :
« § 2. Tot deze maatregelen behoren onder andere :
— l’indication, par le biais du produit ou de son emballage, de l’identité et de coordonnées du producteur ainsi que la référence du produit ou, le cas échéant, du lot de produits auquel il appartient, sauf dans les cas où l’omission de cette indication est justifiée;
— de vermelding, op het product of op de verpakking ervan, van de identiteit en de contactinformatie van de producent alsmede de referentie van het product of, in voorkomend geval, van de partij waartoe het product behoort, tenzij weglating van die vermelding gerechtvaardigd is;
— dans tous les cas où cela est approprié, la réalisation d’essais par sondage sur les produits commercialisés, l’examen des réclamations et, le cas échéant, la tenue d’un registre de réclamations ainsi que l’information des distributeurs par le producteur sur le suivi de ces produits. ».
— in alle gevallen waarin dat toepasselijk is, het uitvoeren van steekproeven op de in de handel gebrachte producten, het onderzoek van de klachten en, in voorkomend geval, het bijhouden van een klachtenregister en het inlichten van de distributeurs door de producent over de bewaking van de producten. ».
CHAMBRE · 4e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2005 2006
KAMER · 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
DOC 51
131
2098/001
CHAPITRE 3
HOOFDSTUK 3
Propriété Intellectuelle
Intellectuele Eigendom
Section 1
Afdeling 1
Modifications de la loi du 28 mars 1984 sur les brevets d’invention
Wijzigingen van de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien
Art. 12
Art. 12
Dans l’article 60 de la loi du 28 mars 1984 sur les brevets d’invention, il est inséré un § 2bis, rédigé comme suit :
In artikel 60 van de wet van 28 maart 1984 op de uitvindingsoctrooien wordt een § 2bis ingevoegd, luidend als volgt :
« § 2bis. Le Roi prend les mesures qui, en matière d’accès à la profession de mandataire agréé et d’exercice de cette activité professionnelle, sont nécessaires à l’exécution des obligations résultant du Traité instituant la Communauté économique européenne ou des dispositions édictées en vertu de ce Traité et qui sont relatives aux exigences de diplôme, certificat ou autres titres. ».
« § 2bis. De Koning neemt de maatregelen die, inzake toegang tot het beroep van erkende gemachtigde en uitoefening van deze beroepsactiviteit, nodig zijn voor de uitvoering van de verplichtingen die voortvloeien uit het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap of uit de bepalingen uitgevaardigd krachtens dit verdrag en die betrekking hebben op de vereisten inzake diploma’s, getuigschriften en andere titels. ».
Section 2
Afdeling 2
Ratification de l’arrêté royal du 17 septembre 2005 modifiant l’arrêté royal du 24 octobre 1988 relatif à la composition et au fonctionnement de la Commission d’agrément des mandataires en matière de brevets d’invention et à l’inscription et la radiation du registre des mandataires agréés en matière de brevets d’invention
Bekrachtiging van het Koninklijk besluit van 17 september 2005 tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 oktober 1988 betreffende de samenstelling en werking van de Commissie tot erkenning van de gemachtigden inzake uitvindingsoctrooien en de inschrijving en doorhaling in het register van de erkende gemachtigden inzake uitvindingsoctrooien
Art. 13
Art. 13
L’arrêté royal du 17 septembre 2005 modifiant l’arrêté royal du 24 octobre 1988 relatif à la composition et au fonctionnement de la Commission d’agrément des mandataires en matière de brevets d’invention et à l’inscription et la radiation du registre des mandataires agréés en matière de brevets d’invention est ratifié avec effet à la date de son entrée en vigueur.
Het koninklijk besluit van 17 september 2005 tot wijziging van het koninklijk besluit van 24 oktober 1988 betreffende de samenstelling en werking van de Commissie tot erkenning van de gemachtigden inzake uitvindingsoctrooien en de inschrijving en doorhaling in het register van de erkende gemachtigden inzake uitvindingsoctrooien wordt bekrachtigd met ingang van de datum van zijn inwerkingtreding.
CHAPITRE 4
HOOFDSTUK 4
Crédit à la consommation
Consumentenkrediet
Art. 14
Art. 14
À l’article 77, § 2, alinéa 1er, 1°, de la loi du 12 juin 1991 relative au crédit à la consommation, modifié par l’article 5, 1°, de l’arrêté royal du 4 avril 2003 portant modification de la loi du 12 juin 1991 relative au crédit à la consommation, de la loi du 20 décembre 2002 relative au recouvrement amiable des dettes du consommateur, de la loi du 28 décembre 1983 sur le débit de boissons spiritueuses et sur la taxe de patente
In artikel 77, § 2, eerste lid, 1°, van de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet, gewijzigd bij artikel 5, 1°, van het koninklijk besluit van 4 april 2003 tot wijziging van de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet, van de wet van 20 december 2002 betreffende de minnelijke invordering van schulden van de consument, van de wet van 28 december 1983 betreffende het verstrekken van sterke drank en betreffende
CHAMBRE · 4e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2005 2006
KAMER · 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
224
DOC 51
2098/001
PROJET DE LOI
WETSONTWERP
______
______
ALBERT II, ROI DES BELGES,
ALBERT II, KONING DER BELGEN,
À tous, présents et à venir, SALUT.
Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, ONZE GROET,
Sur la proposition de Notre premier ministre, de Notre ministre de la Justice, de Notre ministre des Finances, de Notre ministre du Budget et de la Protection de la Consommation, de Notre ministre de l’Économie et de l’Énergie, de Notre ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, de Notre ministre des Classes moyennes, de Notre ministre de l’Intégration sociale, de Notre ministre de la Mobilité, de Notre ministre des Pensions et de l’Environnement, de Notre ministre de l’Emploi, de Notre secrétaire d’État à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, de Notre secrétaire d’État à la Simplification administrative, de Notre secrétaire d’État au Développement durable et de Notre secrétaire d’État aux Entreprises publiques,
Op de voordracht van Onze eerste minister, Onze minister van Justitie, Onze minister van Financiën, Onze minister van Begroting en Consumentenzaken, Onze minister van Economie en Energie, Onze minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Onze minister van Middenstand, Onze minister van Maatschappelijke Integratie, Onze minister van Mobiliteit, Onze minister van Pensioenen en Leefmilieu, Onze minister van Werk, Onze staatssecretaris voor Modernisering van de Financiën en de Strijd tegen de fiscale fraude, Onze staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, Onze staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Onze staatssecretaris voor Overheidsbedrijven,
NOUS AVONS ARRÊTÉ ET ARRÊTONS :
HEBBEN WIJ
BESLOTEN EN BESLUITEN
WIJ :
Notre premier ministre, Notre ministre de la Justice, Notre ministre des Finances, Notre ministre du Budget et de la Protection de la Consommation, Notre ministre de l’Économie et de l’Énergie, Notre ministre des Affaires sociales et de la Santé publique, Notre ministre des Classes moyennes, Notre ministre de l’Intégration sociale, Notre ministre de la Mobilité, Notre ministre des Pensions et de l’Environnement, Notre ministre de l’Emploi, Notre secrétaire d’État à la Modernisation des Finances et à la Lutte contre la fraude fiscale, Notre secrétaire d’État à la Simplification administrative, Notre secrétaire d’État au Développement durable et Notre secrétaire d’État aux Entreprises publiques, sont chargés de présenter, en Notre nom, aux Chambres législatives et de déposer à la Chambre des représentants, le projet de loi dont la teneur suit :
Onze eerste minister, Onze minister van Justitie, Onze minister van Financiën, Onze minister van Begroting en Consumentenzaken, Onze minister van Economie en Energie, Onze minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Onze minister van Middenstand, Onze minister van Maatschappelijke Integratie, Onze minister van Mobiliteit, Onze minister van Pensioenen en Leefmilieu, Onze minister van Werk, Onze staatssecretaris voor Modernisering van de Financiën en de Strijd tegen de fiscale fraude, Onze staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudiging, Onze staatssecretaris voor Duurzame Ontwikkeling en Onze staatssecretaris voor Overheidsbedrijven, zijn ermee belast het ontwerp van wet, waarvan de tekst hierna volgt, in Onze naam aan de Wetgevende Kamers voor te leggen en bij de Kamer van volksvertegenwoordigers in te dienen :
TITRE Ier
TITEL I
Disposition générale
Algemene bepaling
Article 1er
Artikel 1
La présente loi règle une matière visée à l’article 78 de la Constitution.
Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 78 van de Grondwet.
CHAMBRE · 4e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2005 2006
KAMER · 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
DOC 51
231
2098/001
TITRE III
TITEL III
Protection de la Consommation et Économie
Consumentenzaken en Economie
CHAPITRE 1ER
HOOFDSTUK 1
Modifications de la loi du 9 février 1994 relative à la sécurité des produits et des services
Wijzigingen van de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van producten en diensten
Art. 12
Art. 12
Article 3 de la loi du 9 février 1994 relative à la sécurité des produits et des services, est complété comme suit :
Artikel 3 van de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van producten en diensten, wordt aangevuld als volgt :
« 7° normes internationales. ».
« 7° internationale normen. ».
Art. 13
Art. 13
Dans l’article 6, troisième alinéa, de la même loi, les mots « Lorsqu’un produit » sont remplacés par les mots « Tant qu’un produit ».
In artikel 6, derde lid, van dezelfde wet, worden de woorden « Als een product » vervangen door de woorden « zolang een product ».
Art. 14
Art. 14
L’article 7, § 2, de la même loi, est complété comme suit :
Artikel 7, § 2, van dezelfde wet wordt aangevuld als volgt :
« § 2. Ces mesures comprennent entre autres :
« § 2. Tot deze maatregelen behoren onder andere :
— l’indication, par le biais du produit ou de son emballage, de l’identité et de coordonnées du producteur ainsi que la référence du produit ou, le cas échéant, du lot de produits auquel il appartient, sauf dans les cas où l’omission de cette indication est justifiée;
— de vermelding, op het product of op de verpakking ervan, van de identiteit en de contactinformatie van de producent alsmede de referentie van het product of, in voorkomend geval, van de partij waartoe het product behoort, tenzij weglating van die vermelding gerechtvaardigd is;
— dans tous les cas où cela est approprié, la réalisation d’essais par sondage sur les produits commercialisés, l’examen des réclamations et, le cas échéant, la tenue d’un registre de réclamations ainsi que l’information des distributeurs par le producteur sur le suivi de ces produits. ».
— in alle gevallen waarin dat toepasselijk is, het uitvoeren van steekproeven op de in de handel gebrachte producten, het onderzoek van de klachten en, in voorkomend geval, het bijhouden van een klachtenregister en het inlichten van de distributeurs door de producent over de bewaking van de producten. ».
CHAMBRE · 4e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2005 2006
KAMER · 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
234
DOC 51
2098/001
CHAPITRE 4
HOOFDSTUK 4
Crédit à la consommation
Consumentenkrediet
Art. 21
Art. 21
À l’article 77, § 2, alinéa 1er, 1°, de la loi du 12 juin 1991 relative au crédit à la consommation, modifié par l’article 5, 1°, de l’arrêté royal du 4 avril 2003 portant modification de la loi du 12 juin 1991 relative au crédit à la consommation, de la loi du 20 décembre 2002 relative au recouvrement amiable des dettes du consommateur, de la loi du 28 décembre 1983 sur le débit de boissons spiritueuses et sur la taxe de patente et de la loi du 7 mai 1999 sur les jeux de hasard, les établissements de jeux de hasard et la protection des joueurs, les mots « , s’il s’agit de sociétés, » sont insérés entre les mots « de société commerciale » et les mots « ou sous forme de personne morale ».
In artikel 77, § 2, eerste lid, 1°, van de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet, gewijzigd bij artikel 5, 1°, van het koninklijk besluit van 4 april 2003 tot wijziging van de wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet, van de wet van 20 december 2002 betreffende de minnelijke invordering van schulden van de consument, van de wet van 28 december 1983 betreffende het verstrekken van sterke drank en betreffende het vergunningsrecht en van de wet van 7 mei 1999 op de kansspelen, de kansspelinrichtingen en de bescherming van de spelers, worden de woorden « , wanneer het om een vennootschap gaat, » ingevoegd tussen de woorden « van een handelsvennootschap » en de woorden « of als rechtspersoon ».
TITRE IV
TITEL IV
Intégration sociale — Modification de la loi du 8 juillet 1976 organique des CPAS
Maatschappelijke Integratie — Wijziging van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de OCMW’s
Art. 22
Art. 22
À l’article 57, § 2, alinéa 2, de la loi du 8 juillet 1976 organique des CPAS est ajouté ce qui suit : « La présence dans le centre d’accueil des parents ou personnes qui, effectivement, exercent sur l’enfant l’autorité parentale est garantie. ».
In artikel 57, § 2, tweede lid, van de organieke wet van 8 juli 1976 betreffende de OCMW’s, wordt het volgende toegevoegd : « De aanwezigheid in het opvangcentrum van de ouders of van de personen die het ouderlijk gezag over het kind daadwerkelijk uitoefenen, wordt gewaarborgd. ».
TITRE V
TITEL V
Poste et Télecommunications
Post en Telecommunicatie
CHAPITRE 1ER
HOOFDSTUK 1
IBPT
BIPT
Art. 23
Art. 23
À l’article 161, les mots « ou qui ont fait une notification conformément à l’article 90 de la même loi du 21 mars 1991 » sont insérés entre les mots « entreprises publiques économiques, » et « sont réputées ».
In artikel 161 worden de woorden « of die een aangifte hebben gedaan overeenkomstig artikel 90 van dezelfde wet van 21 maart 1991 » ingevoegd tussen de woorden « overheidsbedrijven, » en « worden ».
CHAMBRE · 4e SESSION DE LA 51e LÉGISLATURE
2005 2006
KAMER · 4e ZITTING VAN DE 51e ZITTINGSPERIODE
