Inspectie Leefomgeving en Transport Ministerie van Infrascructuur en Milieu
> Retouradres: Postbus 16191, 2500 BD Den Haag
Stichting Laka t.a.v. de heer D. Bannink Ketelhuisplein 43 1054 RD AMSTERDAM
Team Juridische Zaken Koningskade 4 Den Haag Postbus 90653 2509 LR Den Haag T 070 456 18 66 F 070 456 27 99 www.ilent.ni
Contactpersoon mr. G.H.H. Bissschoff T 070 456 1866
0 2 MEI2014
Datum Onderwerp Wet openbaarheid van bestuur
Ons kenmerk 0-3-14-0043.001 Uwkenmerk
Geachte heer Bannink,
Bijlage(n)
Bij brief van 30 april 2014 is de ontvangst bevestigd van uw verzoek van 8 april 2014 op grand van de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob). U heeft verzocht om het rapport met kenmerk NRG-UT-P23278-13-27 (examination rapport). Verder heeft u verzocht om een kopie van aile documentatie over inzage en beoordeling door de Kernfysische Dienst (hierna: KFD) van het hiervoor genoemde rapport. Op 24 april 2014 is een ingebrekestelling als bedoeld in artikel 4:17 van de Algemene wet bestuursrecht ontvangen, met betrekking tot het hiervoor genoemde verzoek van 8 april 2014. Op deze ingebrekestelling wordt bij separaat besluit beslist. Wettelijk kader Kernbegrip binnen de Wob is het begrip 'document'. Dit begrip is breder dan enkel papieren informatie. Volgens de toelichting op de Wob valt ook ander materiaal dat gegevens bevat, zoals foto's, films, ponskaarten of digitale gegevensdragers onder dit begrip. Ingevolge artikel 1, aanhef en onder a. van de Wob wordt onder een document verstaan een bij een bestuursorgaan berustend schriftelijk stuk of ander materiaal dat gegevens bevat. Uit het documentsvereiste vloeit voort dat de Wob uitsluitend verplicht tot het openbaar maken van bestaande informatie. Volgens vaste jurisprudentie geeft een verzoek op grand van de Wob dus geen aanleiding informatie of documenten te creeren. Ingevolge artikel 3, eerste lid van de Wob kan een ieder een verzoek om informatie neergelegd in documenten over een bestuurlijke aangelegenheid richten tot een bestuursorgaan of een onder de verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan werkzame instelling of bedrijf. Hierbij hoeft geen belang te worden aangetoond.
Pagina 1 van 3
Inspectie Leefomgeving en Transport Ministerie van Infrastructuur en Milieu
Ingevolge artikel 6, zesde lid, van de Wob beslist een bestuursorgaan binnen twee weken, gerekend vanaf de dag na die waarop het verzoek is ontvangen, op het verzoek om informatie, voor zover het verzoek betrekking heeft op milieu-informatie. Een verzoek om informatie wordt ingewilligd met inachtneming van het bepaalde in de artikelen 10 en 11 van de Wob.
Team Jurldlsche Zaken DATUM
0 2 ME12014 ONSKENMERK
0-3-14-0043.001
Overwegingen Ingevolge artikel 1, onder b. van de Wob wordt onder een 'bestuurlijke aangelegenheid' een aangelegenheid verstaan die betrekking heeft op het beleid van een bestuursorgaan, daaronder begrepen de voorbereiding en de uitvoering ervan. De betekenis van het begrip 'bestuurlijke aangelegenheid' heeft in het kader van de Wob een groot bereik. Een verzoek om informatie betreft een bestuurlijke aangelegenheid als het verband houdt met de beleidsvorming, beleidsvoorbereiding of beleidsuitvoering van een bestuursorgaan. In de Memorie van Toelichting (biz. 25) bij de Wob is aangegeven dat de term 'bestuurlijk' betrekking heeft op het openbaar bestuur in al zijn facetten. De Wob beperkt zich daarbij tot informatie over een bestuurlijke aangelegenheid die in nog niet openbare documenten is vervat. In het onderhavige geval moet vastgesteld worden dat uw onderhavige verzoek de uitvoering van taken en bevoegdheden van een bestuursorgaan betreft, en reeds hierom een bestuurlijke aangelegenheid betreft. Voor wat het eerste deel van uw verzoek betreft is relevant dat het genoemde rapport met nummer NRG-UT-P23278-13-27 door medewerkers van de KFD ter plaatse is ingezien. Er wordt dezerzijds derhalve niet over dit document, in welke vorm dan ook, beschikt. Voor wat het tweede deel van uw verzoek betreft is relevant dat de KFD de conclusies op grond van haar bevindingen en waarnemingen in de u bekende brief van 17 mei 2013 heeft opgenomen. Deze brief is als document 14 reeds deels openbaar gemaakt en aan u verstrekt zoals bepaald in het besluit met kenmerk A-0-13-0152.001. Omdat de Wob zich beperkt tot informatie over een bestuurlijke aangelegenheid die in nog niet openbare documenten is vervat, is de Wob dus niet van toepassing op deze brief.
Besluit Vanwege het vorenstaande wordt uw verzoek afgewezen. Hoogachtend, DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, namens deze,
67JEEF5ENTRANSPORT, mr. J. Thunnissen
Pagina 2 van 3
Inspectie Leefomgeving en Transport Ministerie van lnfrastructuur en Milieu
Team Juridische Zaken
U kunt tegen dit besluit bezwaar maken door het indienen van een bezwaarschrift. Het bezwaarschrift dient te worden gericht aan de Inspectie Leefomgeving en Transport, ter attentie van het Team Juridische Zaken, Postbus 16191, 2500 BD DEN HAAG. Gelieve duidelijk te vermelden dat het een bezwaarschrift is. De termijn waarbinnen het bezwaarschrift kan worden ingediend, bedraagt zes weken na de dag waarop het besluit is verzonden.
DATUM
0 2ME12014 0NSKENMERK
0-3-14-0043.001
Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste te bevatten: • naam en adres van de indiener; •
de dagtekening;
•
een omschrijving van het besluit waartegen bezwaar wordt gemaakt;
• de grond(en) van het bezwaar. Het niet voldoen aan deze eisen kan leiden tot niet-ontvankelijkheid van het bezwaarschrift.
Pagina 3 van 3
Inspectie Leefomgeving en Transport Ministerie van lnfrastructuur en Milieu
> Retouradres: Postbus 16191, 2500 BD Den Haag
Stichting Laka t.a.v. de heer D. Bannink Ketelhuisplein 43 1054 RD AMSTERDAM
Team Jurldlsche Zaken Koningskade 4 Den Haag Postbus 16191 2500 BD Den Haag T 070 456 18 66 F 070 456 27 99 www.ilent.nl
Contactpersoon mr. G.H.H. Bisschoff T 070 456 2476
0 ZMEl 2014
Datum Onderwerp Ingebrekestelling
Ons kenmerk 0-3·14-0043.00 1 Uwkenmerk
Geachte heer Bannink,
Bijlage(n)
Met uw e-mailbericht van 8 april 2014 heeft u op grand van de Wet openbaarheid van bestuur (hierna: Wob) verzocht om openbaarmaking van milieu-informatie. Op 24 april 2014 is een ingebrekestelling als bedoeld in artikel 4:17 van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) ontvangen. Bij besluit van 2 mei 2014 is beslist op uw verzoek op grand van de Wob van 8 april 2013. Wettelijk kader Ingevolge artikel 6, zesde lid, van de Wob beslist een bestuursorgaan binnen twee weken, gerekend vanaf de dag na die waarop het verzoek is ontvangen, op het verzoek om informatie, voor zover het verzoek betrekking heeft op milieuinformatie. Ingevolge artikel 4:17, derde lid van de Awb is de eerste dag waarover een dwangsom verschuldigd is, de dag waarop twee weken zijn verstreken na de dag waarop de termijn voor het geven van de beschikking is verstreken en het bestuursorgaan van de aanvrager een schriftelijk ingebrekestelling heeft ontvangen. De termijn van twee weken vangt aan op de dag na die waarop de ingebrekestelling door het bestuursorgaan is ontvangen (Kamerstukken II 2004/05, 29 934, nr. 6, p. 11). Overwegingen Uw ingebrekestelling is op 24 april 2014 ontvangen. Op 2 mei 2014 is beslist op uw verzoek van 8 april 2014. Op 2 mei 2014 was de termijn van twee weken, als bedoeld in artikel 4:17 van de Awb nog niet verstreken, derhalve is er geen dwangsom verschuldigd.
Pagina 1 van 2
Inspectie Leefomgeving en Transport Miniscerie van lnfrascruccuur en Milieu
Besluit Op grond van het vorenstaande wordt vastgesteld dat er geen dwangsom is verschuldigd.
Team Juridische Zaken DATUM
Indien u zich niet met dit besluit kunt verenigen is het mogelijk om een bezwaarschrift in te dienen conform de onderstaande clausule.
0 2 MEI2014 ONSKENMERK
Hoogachtend,
0-3-14-0043.001
DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN, namens deze, DE INSPECTEUR-GENERAAL LEEFOMGEVING EN TRANSPORT, namens deze, ILT /TEAM JURIDISCHE ZAKEN,
mr. G.H.H. Bisschoff
U kunt tegen dit besluit bezwaar maken door het indienen van een bezwaarschrift. Het bezwaarschrift dient te worden gericht aan de Inspectie Leefomgeving en Transport, ter attentie van het Team Juridische Zaken, Postbus 16191, 2500 BD DEN HAAG. Gelieve duidelijk te vermelden dat het een bezwaarschrift is. De termijn waarbinnen het bezwaarschrift kan worden ingediend, bedraagt zes weken na de dag waarop het besluit is verzonden. Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en ten minste te bevatten: • naam en adres van de indiener; •
de dagtekening;
•
een omschrijving van het besluit waartegen bezwaar wordt gemaakt;
•
de grond(en) van het bezwaar.
Het niet voldoen aan deze eisen kan leiden tot niet-ontvankelijkheid van het bezwaarschrift.
Pagina 2 van 2