+++ Wat is nieuw in de aangifte? +++ Cijfers 2013 +++ Toeslagen en maatregelen nieuw kabinet +++
Belastinggids 2013 GELDGIDS 1 | JANUARI 2013
ONAFHANKELIJK EN ADVERTENTIEVRIJ
Met gratis belastinghulp online
Aangifte inkomstenbelasting 2012
€19,75
Uw lidmaatschap biedt meer dan u denkt! • U ontvangt de Consumentengids of een van onze andere gidsen. • Al onze uitgaven zijn 100% onafhankelijk en advertentievrij. • U heeft 24 uur per dag toegang tot onze betrouwbare, onlinetestinformatie over meer dan 2000 producten en diensten. • U profiteert van gezamenlijke acties en campagnes. • U ontvangt 20-30% korting op boeken, e-books en extra gidsen van de Consumentenbond.
Consumentengids Onafhankelijk en advertentievrij
Consumentengids AUTO 2013
• U kunt tot honderden euro’s besparen op uw energierekening en zorgverzekering.
€6,95
Elektrische auto’s: verbruik in de praktijk
COMPLETE TESTRESULTATEN EN VAN 150 AUTO’S S
• U ontvangt van onze afdeling Service & Advies gratis advies over aankoop, service, garantie
VEILIGHEID ZO HELPT ELEKTRONICA EEN BOTSING VOORKOMEN
• U ontvangt gratis de Consumentengids Auto, Minigidsen en diverse handige apps. • De Consumentenbond houdt voor u de vinger aan de pols bij wetswijzigingen. • U ontvangt wekelijks onze gratis nieuwsbrief. • U kunt deelnemen aan testpanels. Een compleet en actueel overzicht van uw lidmaatschap vindt u op www.consumentenbond.nl/voordeel
Contact Service & Advies: (070) 445 45 45 Internet: www.consumentenbond.nl Contactformulier: www.consumentenbond.nl/contact Volg ons ook op www.facebook.com/consumentenbond www.youtube.com/consumentenbond www.twitter.com/consumentenbond Voorwaarden lidmaatschap en abonnement Kijk op www.consumentenbond.nl/algemenevoorwaarden
2013
T t van 20 navigatie-apps Test
en – heel handig – uw rechten. • U bent via de SpaarAlert altijd op de hoogte van de hoogste spaarrente.
AUTO
CGA2013_P01_Cover.indd 1
26-09-12 10:14
Inhoud Introductie Wat is nieuw in de aangifte 2012? 7 Hulp bij uw aangifte 2012 10 Onze online-aangiftehulp 13
1
De aangifte 15
Uw persoonlijke gegevens 16 Box 1: werk en woning 17 Box 1: andere inkomsten 25 Box 1: uitgaven lijfrenten e.d. 30 Box 2: aanmerkelijk belang 31 Box 3: sparen en beleggen 33 Aftrekposten 37 Vrijstellingen en verminderingen 43 Bijzondere situaties 45 Te verrekenen bedragen 46 Heffingskortingen 47 Verdeling 47 Zorgverzekeringswet 47
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7
Uw persoonlijke situatie 48
Inleiding 48 Van geboorte tot 18 jaar 48 18 worden 48 Studeren 48 Huren of kopen van een woning 48 Samenwonen 48 Trouwen 49 2.7a Gevolgen voor vermogen 49 2.7b Fiscaal partnerschap 49 2.8 Fiscaal partnerschap 49 2.8a Deel van het jaar partnerschap 49 2.8b Meer partners 50 2.8c Het einde van het partnerschap 50 2.9 Gevolgen fiscaal partnerschap 51 2.9a Verdelen van inkomsten en vermogen 51 2.9b Slechts één eigen woning 51 2.9c Invloed op drempels 51 2.9d Vrijstelling in box 3 voor oude kapitaalverzekeringen 51 2.9e Teruggave heffingskortingen bij onvoldoende inkomen 51 2.9f Alleenstaande-ouderkorting 51 2.10 Minderjarige (stief-/pleeg)kinderen 51 2.10a Inkomenstoerekening 51 2.10b Overige fiscale gevolgen minderjarige kinderen 52
2.11 Echtscheiding 52 2.11a Overzicht gevolgen 52 2.11b Einde fiscaal partnerschap 52 2.11c Geen inkomenstoerekening meer 53 2.11d Heffingskortingen 53 2.11e Partneralimentatie 53 2.11f Onderhoudsverplichting jegens kinderen 53 2.11g De echtelijke woning 53 2.11h Verdeling van het huwelijksvermogen 54 2.11i Pensioenen 54 2.11j Aftrekbare kosten 54 2.12 Eenoudergezinnen 54 2.12a Co-ouders 54 2.13 Ontbinding niet-huwelijks samenlevingsverband 55 2.14 Overdragen van vermogen 55 2.14a Vrijstellingen en tarieven 55 2.14b Schuldigerkenning uit vrijgevigheid (schenken op papier) 57 2.15 65 jaar worden 58 2.15a Het hele jaar ouder dan 65 58 2.15b In 2012 65 jaar geworden 58 2.16 Overlijden 59 2.16a Wie doet aangifte over welke inkomsten? 59 2.16b Fiscaal partnerschap in jaar van overlijden 59
3
Loon en pensioen 60
3.1 Inleiding 60 3.2 Loon uit dienstbetrekking 60 3.2a Wat behoort tot uw loon? 60 3.2b Bijzonder loon 60
3.3 Fiscaal voordelige belonings vormen 61 3.3a Werkkostenregeling 62 3.3b Vergoedingen en verstrekkingen 64 3.3c Aandelenopties 64 3.3d Renteloze of laagrentende leningen 64 3.3e Spaarloonregeling 64 3.3f Aanspraken 64 3.3g Levensloopregeling 65 3.4 Afvloeiing en ontslag 66 3.4a Schadeloosstellingen 66 3.4b Smartengeld 67 3.4c Beëindigingsverhogingen en boetes 67 3.5 Complicaties bij loon uit dienst betrekking 67 3.5a Uw arbeid blijkt achteraf in dienstbetrekking te zijn verricht 67 3.5b Fictieve dienstbetrekkingen 67 3.5c Loonheffing wel ingehouden, maar niet afgedragen 68 3.6 Reiskosten woning-werk 68 3.6a De forfaitaire aftrek voor werknemers 68 3.6b De forfaitaire vergoeding 69 3.6c Carpool 69 3.6d Parkeren 69 3.7 Fietsaftrek 70 3.8 De auto 70 3.8a Auto van de zaak 70 3.8b Zakelijk gebruik privé-auto 72 3.8c Privégebruik motorfiets 73 Consumentenbond Belastinggids 2013
3
inhoud 3.9 Uitkeringen en pensioenen 73 3.9a Uitkeringen onder inhouding van loonheffing 73 3.9b Pensioenen 74
4
De eigen woning 75
4.1 De eigenwoningregeling 4.1a De eigen woning in box 1 75 4.1b De bijtelling van de huurwaarde 77 4.1c Andere voordelen uit eigen woning 78 4.1d Kostenaftrek voor de eigen woning 78 4.1e Niet alleen renteaftrek bij hypothecaire geldlening 79 4.1f Renteaftrek alleen voor leningen voor de eigen woning 79 4.1g Beperkingen kostenaftrek 81 4.1h De bijleenregeling 84 4.1i Depotrente (nieuwbouwdepot) 87 4.1j Aftrek bij geen of geringe eigenwoningschuld 87 4.2 Kapitaalverzekering eigen woning 89 4.2a Voorwaarden kapitaalverzekering eigen woning 89 4.2b Vrijstelling kapitaalverzekering eigen woning 89 4.2c Vrijstelling en schuld eigen woning 89 4.2d Gehuwden en andere fiscale partners 90 4.2e Vrijstellingen oudregimekapitaalverzekering 90 4.2f Vrijstelling eenmaal per leven 90 4.2g Uitkeringen bij overlijden 90 4.2h Samenloop vrijstellingen met spaarrekening eigen woning en beleggingsrecht eigen woning 90 4.2i Fictieve uitkeringen 90 4.2j Verkoop eigen woning 91 4.2k Koppelen ná 2001 91 4.3 Banksparen 91 4.3a Spaarrekening eigen woning 92 4.3b Beleggingsrecht eigen woning 94 4.3c Omzetten spaarrekening eigen woning, beleggingsrecht eigen woning en kapitaalverzekering eigen woning 94 4.4 Verhuur van de eigen woning 94 4.4a Tijdelijke verhuur 94 4.4b Duurzame verhuur 95 4.4c Verhuur van een deel van de eigen woning 95 4.4d Verhuur aan ex-echtgenoot tijdens eerste twee jaar na scheiding 95 4.5 Gratis ter beschikking stellen 95
4
Consumentenbond Belastinggids 2013
4.6 Meer eigenaren/ongehuwd samen wonenden 95 4.7 Eén eigenaar, meer gebruikers 96 4.8 De tweede woning 96 4.8a Woning in aanbouw 96 4.8b Twee woningen bij verhuizing 96 4.8c Leegstaande woning na echtscheiding 97 4.8d Woning voor uw ouders of kinderen 97 4.8e Tweede woning in het buitenland 97 4.9 Kamerverhuur 97 4.10 Overheidsbijdragen eigen woning 98 4.11 Werkruimte in de eigen woning 98 4.11a Woning behoort tot privévermogen 98 4.11b Woning staat op de resultaatbalans 98 4.11c Woning is gesplitst 98
5
7
Sparen en beleggen 116
Andere inkomsten 99
5.1 Inleiding 99 5.2 Ontvangen alimentatie en afkoopsommen 99 5.2a Alimentatie in de vorm van woongenot woning 99 5.2b Aftrekbare kosten 100 5.3 Periodieke uitkeringen en afkoopsommen 100 5.3a Lijfrente-uitkeringen en afkoopsommen 100 5.3b Aftrekbare kosten 103 5.3c Overheidsbijdragen eigen woning 103 5.4 Resultaat uit overige werkzaam heden 103 5.4a Soorten inkomsten 103 5.4b Bijzondere soorten resultaat uit overige werkzaamheden 103 5.4c Resultaatbepaling 105 5.5 Ter beschikking stellen vermogens bestanddelen 108 5.5a Bepaling van het resultaat 108 5.6 Overige inkomsten 5.6a Rente en huur van vóór 1 januari 2001 109 5.6b Belast deel van uitkering uit kapitaalverzekering 109 5.7 Terugontvangen bedrag of vergoeding voor een bedrag dat u eerder heeft afgetrokken 109
6
6.9 6.10
6.2a Algemene voorwaarden 110 6.2b Toegestane lijfrentes 111 6.2c Combinaties van lijfrentes 111 6.2d Omzetten lijfrente 112 Aftrek van premies 112 6.3a Jaarruimte 112 6.3b Reserveringsruimte 112 6.3c Retourprovisie/advieskosten 112 U heeft te veel premies betaald 113 Tijdstip van aftrek 113 6.5a Verzuimde premieaftrek 113 Oude lijfrentepolissen 113 Lijfrentesparen of -beleggen 113 Toegestane uitkeringen lijfrentesparen of -beleggen 114 6.8a Oudedagsuitkering 114 6.8b Nabestaandenuitkering 114 6.8c Tijdelijke oudedagsuitkering 114 Aftrek van de inleg 114 Omzetting van lijfrentevormen 114
Aftrek premies lijfrente 110
6.1 Lijfrentes 110 6.2 Toegestane lijfrentevormen 110
6.3
6.4 6.5 6.6 6.7 6.8
7.1 Inleiding 116 7.2 Wat behoort tot uw vermogen? 116 7.2a Bezittingen 117 7.2b Schulden 118 7.2c Verkrijgingen krachtens erfrecht 118 7.2d Fiscale partners 119 7.3 Heffingvrij vermogen 120 7.3a Hoogte heffingvrij vermogen 120 7.3b Kindertoeslag 120 7.3c Ouderentoeslag 120 7.4 Vrijstellingen 121 7.4a Bos- en natuurterreinen en landgoederen 121 7.4b Voorwerpen van kunst en wetenschap 121
inhoud
7.5
7.6 7.7
7.8
8
7.4c Rechten op roerende zaken krachtens erfrecht 121 7.4d Bepaalde rechten 121 7.4e Contant geld en dergelijke 121 7.4f Spaarloonregeling/ levensloopregeling 121 7.4g Kortlopende termijnen van inkomsten en verplichtingen 121 7.4h Maatschappelijke beleggingen 122 7.4i Beleggingen in durfkapitaal 122 Waardering bezittingen en schulden 123 7.5a Woningen anders dan de eigen woning/hoofdverblijf 123 7.5b Overige onroerende zaken 125 7.5c Huurrechten 125 7.5d Effecten 125 7.5e Vorderingen 125 7.5f Spaarbewijzen 125 7.5g Periodieke uitkeringen 126 7.5h Genotsrechten/blooteigendom 128 Boxhoppen 129 Overgangsmaatregelen 129 7.7a Lopende en gerijpte termijnen van huren, pachten en rente 129 7.7b Participatiemaatschappijen 130 Kapitaalverzekeringen 130 7.8a Hoofdlijnen 130 7.8b Kapitaalverzekering in box 3 130 7.8c Overgangsregelingen 130 7.8d Samenloopbepalingen 131 7.8e Kapitaalverzekering wel of niet koppelen? 131
8.4e Bevalling 142 8.4f Verhoging bepaalde ziektekosten 142 8.4g Verzilveringsregeling (TSZ) 142 8.5 Weekenduitgaven gehandicapten 144 8.6 Scholingsuitgaven 144 8.6a Wat zijn scholingsuitgaven? 144 8.6b Toerekening partners 144 8.6c Vergoedingen voor studiekosten 144 8.6d Vooruitbetaalde studiekosten 144 8.6e Welke studiekosten zijn aftrekbaar? 145 8.6f Welke studiekosten zijn niet aftrekbaar? 145 8.6g Niet-aftrekbare drempel en maximum 145 8.6h Studiefinanciering 145 8.6i Lening voor studiekosten 146 8.7 Aftrekbare giften 146 8.7a Giften en partnerschap 146 8.7b Losse giften 146 8.7c Periodieke giften 148 8.7d Giften in de vorm van renteloze leningen 148 8.8 Monumentenwoning 148 8.8a Aftrek onderhoudskosten 149 8.8b Overgangsregeling 149 8.9 Kwijtgescholden durfkapitaal van u en uw fiscale partner 149 8.10 Restant persoonsgebonden aftrek posten voorafgaande jaren 150 8.11 Negatieve persoonsgebonden aftrekposten 150
Aftrekposten 133
9
8.1 Inleiding 133 8.1a Hoe wordt er afgetrokken? 133 8.2 Betaalde alimentatie 133 8.2a Partneralimentatie 133 8.2b De eigen woning 134 8.3 Uitgaven voor levensonderhoud van kinderen 134 8.3a Voorwaarden 135 8.3b Aftrekbedrag 136 8.3c Mate van onderhouden 136 8.3d Aftrek levensonderhoud en fiscaal partnerschap 136 8.4 Uitgaven voor specifieke zorgkosten 136 8.4a Toerekening en samenvoeging specifieke zorgkosten 136 8.4b Niet-aftrekbare drempel 137 8.4c Kring van verwanten 137 8.4d Welke kosten mogen worden afgetrokken? 137
Verdelen 151
9.1 Inleiding 151 9.2 Wie kunnen verdelen? 151
9.2a Hele jaar fiscaal partner 151 9.2b Gedeelte van het jaar fiscaal partner 151 9.3 Wat valt er te verdelen? 151 9.4 De gevolgen van verdelen 152 9.4a Tariefvoordeel 152 9.4b Ouderenkorting 152 9.4c Ouderentoeslag box 3 152 9.4d Aanslaggrens 152 9.4e Schuiven met persoonsgebonden aftrekposten 153 9.5 Na het einde van het partnerschap 153
10 Tarieven en heffingskortingen 154 10.1 Inleiding 154 10.2 Tarieven 154 10.2a Tarief in box 1 154 10.2b Tarief in box 2 154 10.2c Tarief in box 3 154 10.3 Heffingskortingen 154 10.3a Algemene heffingskorting 155 10.3b Arbeidskorting 155 10.3c Doorwerkbonus 156 10.3d Inkomensafhankelijke combinatiekorting 156 10.3e Ouderschapsverlofkorting 157 10.3f Alleenstaande-ouderkorting 157 10.3g Jonggehandicaptenkorting 157 10.3h Ouderenkorting 157 10.3i Alleenstaande-ouderenkorting 157 10.3j Levensloopverlofkorting 157 10.3k Extra heffingskorting maatschappelijke beleggingen 158 10.3l Extra heffingskorting beleggingen in durfkapitaal en culturele beleggingen 158 10.3m Wijze van uitbetaling 158 10.4 Middeling 159 10.5 Hardheidsclausule 160 10.6 Rekenvoorbeeld 160
11 Na de aangifte 161 11.1 Inleiding 161 11.2 Correctie op de aangifte 161 11.2a U corrigeert uw aangifte zelf 161 11.2b Fiscus corrigeert uw aangifte 161 11.3 Teruggaaf vóór 1 juli 2013 161 11.4 Voorlopige teruggaaf 161 11.4a Aftrekposten 161 11.4b Heffingskortingen 162 11.4c Aanvraag 162 11.5 De verplichte aanslag 162 11.6 Soorten aanslagen 162
Consumentenbond Belastinggids 2013
5
inhoud 11.6a Voorlopige aanslag 162 11.6b Definitieve aanslag 163 11.6c Navorderingsaanslag 163 11.6d Conserverende aanslag 165 11.7 Bezwaar, beroep en cassatie 165 11.7a Bezwaar 165 11.7b Vergoeding kosten bezwaarfase 166 11.7c Beroep bij de rechtbank 166 11.7d Hoger beroep bij gerechtshof 167 11.7e Cassatie 167 11.7f Vergoeding proceskosten 167 11.8 Betaling van aanslagen, heffings- of belastingrente en invorderingsrente 167 11.8a Betaling van aanslagen 167 11.8b Belastingrente 168 11.8c Heffingsrente 170 11.8d Invorderingsrente 170 11.8e Coulancerente TBU/TSZ 170
13.3a Tarief inkomsten uit werk en woning 175 13.3b Loon 175 13.3c Eigen woning 176 13.3d Lijfrentepremies 177 13.3e Uitgaven voor specifieke zorgkosten 177 13.3f Scholingsuitgaven 178 13.3g Aftrek levensonderhoud voor kinderen 178 13.3h Weekenduitgaven gehandicapten 178 13.4 Box 2 178 13.4a Tarief in box 2 178 13.5 Box 3: sparen en beleggen 178 13.5a Heffingvrij vermogen 178 13.5b Ouderentoeslag 178 13.5c Schuldendrempel 178 13.5d Vrijstelling maatschappelijke
beleggingen/beleggingen in durfkapitaal 179 13.5e Kleine overlijdensverzekering 179 13.5f Vrijstelling contant geld 179 13.5g Waarde verhuurde woningen in box 3 179 13.6 Heffingskortingen 179 13.6a Wijzigingen in de heffingskortingen 179 13.7 Aanslaggrens 180 13.8 Schenkingsrecht 180 13.9 Toeslagen 180 13.10 Inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet 180 13.10a Maximale bijdrage-inkomen 180 13.10b Percentage inkomensafhankelijke bijdrage 180
Register 181
12 Toeslagen 171 12.1 Inleiding 171 12.2 Toeslagpartner 171 12.3 Zorgtoeslag 171 12.4 Kindgebonden budget 172 12.5 Huurtoeslag 172 12.6 Kinderopvangtoeslag 173 12.7 Voorschot en afrekening 173 12.8 Bezwaar en beroep 174
13 Cijfers en wijzigingen voor 2013 175 13.1 Inleiding 175 13.2 Verhoging AOW-leeftijd 175 13.3 Box 1: werk en woning 175
Colofon
Let op
De Geldgids is een publicatie van de Consumenten-
Illustraties Rupert van der Linden
Deze Belastinggids behandelt algemene informatie,
bond, Enthovenplein 1, Postbus 1000, 2500 BA Den
Vormgeving en prepress Pieter Kers, Realizapp,
voortvloeiend uit vragen in de aangifte inkomsten-
Haag, telefoon (070) 445 45 45, fax (070) 445 44 93,
Schiedam
belasting. Het is helaas niet mogelijk u via onze le-
www.consumentenbond.nl
Marketing Rina Sanders
denservice met persoonlijke adviezen van dienst te
Druk Senefelder Misset, Doetinchem
zijn. Wel kunt u als u lid bent via de website (www.
De Belastinggids 2013 is een speciale uitgave van de
ISBN 978 90 5951 2108
Geldgids van de Consumentenbond, nr. 1 januari 2013
consumentenbond.nl/belastingaangifte, 'Vraag de expert') een vraag stellen aan de auteur van deze
Copyright © 2013 Consumentenbond, Den Haag
Belastinggids. Bovendien kunt u op deze website
Auteur Mr. Marjan Langbroek
Alle rechten zijn voorbehouden. Niets uit deze uit-
voor een antwoord op overige vragen rondom de
Uitgever Dieneke Hengeveld
gave mag worden vermenigvuldigd, opgeslagen in
aangifte te rade gaan.
Redactie Reinout van der Heijden (hoofdredac-
een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar
De Belastinggids 2013 is met de grootste zorg tot
teur), Vantilt Producties, Nijmegen (eindredactie),
gemaakt in enige vorm of enige wijze, hetzij elektro-
stand gekomen. De Consumentenbond kan echter
Georgie Dom (correctie)
nisch, mechanisch of door fotokopieën, opnamen of
geen aansprakelijkheid aanvaarden voor fouten en/
Verder werkte mee Mr. Peter Constandse
op enige andere manier, zonder voorafgaande schrif-
of onvolledigheden met betrekking tot de inhoud
telijke toestemming van de uitgever.
van deze gids.
6
Consumentenbond Belastinggids 2013
introduc tie
Wat is nieuw in de aangifte 2012?
Door Marjan Langbroek
Partnerregeling In 2011 is de partnerregeling flink veranderd. Daarvoor verwijzen we u graag naar de Belastinggids van vorig jaar. Dit jaar zijn er slechts twee wijzigingen.
Wie vorig jaar een fiscale partner had, heeft die dit jaar ook als beiden nog steeds op hetzelfde adres staan ingeschreven. Deze bepaling heeft verstrekkende gevol-
gen. Deze houdt namelijk in dat het partnerschap voor ongehuwd samenwonenden alleen verbroken kan worden door te verhuizen. Enkel en alleen het niet meer
Consumentenbond Belastinggids 2013
7
introduc tie voldoen aan een van de voorwaarden voor het partnerschap, is daarvoor niet voldoende. Stel dat u fiscaal partner bent omdat u een notarieel samenlevingscontract heeft. Het verbreken daarvan is dan niet voldoende om het fiscaal partnerschap te beëindigen. Noch voor het jaar zelf, omdat het partnerschap wordt uitgebreid naar het hele jaar als u nog op hetzelfde adres staat ingeschreven, noch voor het volgende jaar, omdat u in dat jaar voldoet aan de voorwaarde dat u vorig jaar elkaars partner was. Dus alleen verhuizing kan in dit geval een einde maken aan het partnerschap. De tweede wijziging in de partnerregeling betreft het samengestelde gezin. U bent elkaars partner als u als ongehuwden op hetzelfde adres staat ingeschreven alsmede een minderjarig kind van een van u beiden. Als u kunt aantonen dat in deze periode sprake is van zakelijke (onder)huur, is er geen fiscaal partnerschap. Dat is het geval als een van u beiden een deel van de woning huurt van de ander en als dat, indien de Belastingdienst daarom vraagt, met een schriftelijke overeenkomst kan worden aangetoond.
Rente op restschuld aftrekbaar Wie zijn eigen woning ná 28 oktober 2012 verkocht en met een restschuld (de verkoopopbrengst is lager dan de hypotheek) is blijven zitten, mag de rente op deze schuld nog tot en met 31 december 2022 aftrekken als eigenwoningrente. De restschuld behoort tot de eigenwoningschuld.
Box 3: kindertoeslag vervalt Had u vermogen in box 3 en minderjarige kinderen, dan had u tot en met het jaar 2011 een verhoging van het heffingvrije vermogen voor ieder minderjarig kind. Dat was in 2011 nog €2779 per kind. Deze verhoging is sinds 1 januari 2012 vervallen. Daardoor kan het zijn dat u ineens inkomen in box 3 moet aangeven. Maar dat is niet het enige. Had u huurtoeslag, dan kan het zijn dat u ook deze kwijt bent. Voor deze toeslag mag uw vermogen (inclusief
8
Consumentenbond Belastinggids 2013
vrijgestelde maatschappelijke beleggingen en beleggingen in durfkapitaal) niet hoger zijn dan het heffingvrije vermogen. Door het vervallen van de kindertoeslag kan het zijn dat u over 2011 geen inkomen in box 3 had, maar in 2012 wel, met als gevolg dat u geen recht meer heeft op huurtoeslag. Als u dit niet in de gaten had en u het voorschot niet had stopgezet, moet u na het doen van aangifte ineens alle huurtoeslag terugbetalen. Heel vervelend, maar gelukkig zijn er soepele regelingen voor het terugbetalen in termijnen.
Kosten levensonderhoud van kinderen Tot en met het jaar 2011 kon u recht hebben op deze aftrekpost als u in het levensonderhoud van uw kinderen tot 30 jaar voorzag. Deze leeftijdsgrens is sinds 1 januari 2012 verlaagd naar 21 jaar.
Specifieke zorgkosten Veel wijzigingen zijn er niet. Uitgaven voor de volgende paramedici hebben geen doorverwijzing of begeleiding door een erkend arts meer nodig om voor aftrek in aanmerking te komen: fysiotherapeut, diëtist, ergotherapeut, logopedist, oefentherapeut, orthoptist, podotherapeut, mondhygiënist en huidtherapeut. Als de Belastingdienst daarom vraagt, moet u wel met een verklaring van de paramedicus kunnen laten zien dat er sprake was van een medische behandeling.
Uitgaven voor tijdelijk verblijf thuis van ernstig gehandicapten De leeftijdsgrens voor deze groep van mensen voor wie u een aftrekpost kunt hebben, is verlaagd van 27 naar 21 jaar.
Giften Er zijn twee wijzigingen in de giftenregeling. Allereerst zijn giften nu ook aftrekbaar als zij worden gedaan aan een steunstichting voor Sociaal Belang Behartigende Instellingen (SBBI’s). Deze steunstichtingen moeten wel zijn geregistreerd bij de
Belastingdienst. U kunt dat nakijken door op www.belastingdienst.nl te zoeken op ‘sbbi’. De tweede wijziging is de verhoging van de giftenaftrek aan culturele instellingen. Zowel gewone giften als periodieke giften aan culturele instellingen mogen worden verhoogd met 25%. De maximale verhoging is €1250; die wordt bereikt bij giften van €5000. Dit maximum geldt voor gewone en periodieke giften samen. Het maximum van de gewone giften, 10% van uw (gezamenlijke) drempelinkomen, wordt verhoogd met deze verhoging.
Voorbeeld U heeft een drempelinkomen van €40.000. De drempel voor uw giftenaftrek is €400 en uw maximumaftrek is €4000. U geeft €2000 aan uw normale goede doelen en besluit €2400 aan een culturele instelling te geven. Uw totaal aan giften is dus €4400, maar door de vermenigvuldigingsfactor is de giftenaftrek €5000 (€2000 + 1,25% x €2400). Haal daar de drempel van €400 vanaf en de aftrek bedraagt €4600. Dat is meer dan het maximum. Maar de verhoging van de culturele giften bedraagt €600 (25% van €2400) en daardoor wordt uw maximum €4600. Het volledige bedrag is aftrekbaar.
Onderhoudskosten voor rijksmonumentenpanden Bepaalde kosten voor monumentenpanden zijn aftrekbaar. Tot 31 december 2011 maakte het verschil of het ging om een eigen woning of om een pand in box 3. Voor beide waren onderhoudskosten aftrekbaar en voor de eigen woning bovendien nog de vaste lasten en afschrijving. Sinds 1 januari 2012 is er geen verschil meer tussen de eigen woning en panden in box 3. Alleen onderhoudskosten zijn nog aftrekbaar en niet eens allemaal, maar slechts 80% ervan. Er geldt geen drempel meer. Bent u vóór 1 januari 2012 onherroepelijke verplichtingen aangegaan voor onderhoud van een monumentenpand en heeft u die kosten in 2012 betaald, dan
introduc tie mag u kiezen of u de nieuwe regeling toepast (aftrek van 80% zonder drempel) of de regeling zoals die gold vóór 2011 (aftrek van de volledige kosten met een drempel van 0,8% van de WOZ-waarde met peildatum 1 januari 2011 als het een eigen woning betreft en 4% van de vrije verkoopwaarde per 1 januari 2012 als het een box 3-pand betreft). Het aangifteprogramma van de Belastingdienst berekent zelf welke mogelijkheid voor u voordeliger is en zal dat invullen in uw aangifte.
Teruggave algemene heffingskorting De teruggave van de algemene heffingskorting aan de minstverdiener is in 2012 wederom verlaagd (afgetopt). U kunt dat nalezen in par. 10.3m.
Alleenstaande-ouderkorting Een van de voorwaarden voor de alleenstaande-ouderkorting is dat uw jongste kind jonger is dan 18 jaar. Tot 31 december
2011 was de enige eis dat alle kinderen jonger dan 27 jaar waren.
Arbeidskorting
vervangen door de regeling belastingrente. Het zou te veel zijn om te zeggen dat het daarmee eenvoudiger is geworden of rechtvaardiger. U kunt dit allemaal nalezen in par. 11.8b.
De verhoging van de arbeidskorting voor werknemers van 57 jaar en ouder is vervallen.
Levensloopregeling
Heffingskorting maatschappelijke beleggingen en beleggingen in durfkapitaal De heffingskortingen voor maatschappelijke beleggingen en beleggingen in durfkapitaal zijn sinds 1 januari 2013 vervallen, met uitzondering van de heffingskorting voor groene beleggingen. Dus 2012 is het laatste jaar waarin u recht kunt hebben op deze heffingskorting ter hoogte van 0,7% van het in box 3 vrijgestelde bedrag.
Heffingsrente wordt belastingrente De regeling voor de heffingsrente wordt
De levensloopregeling is per 1 januari 2012 afgeschaft, maar er geldt een overgangsregeling. Wie op 31 december 2011 minimaal €3000 (inclusief het rendement over 2011 dat in 2012 wordt bijgeschreven) op zijn levensloopregeling had staan, kan volgens de oude voorwaarden doorsparen. Maar er wordt geen levensloopverlofkorting meer opgebouwd over het bedrag dat in 2012 of later wordt ingelegd. Is het saldo op 31 december 2011 lager dan deze €3000, dan kan er niet meer worden doorgespaard. Maar u kon het tegoed in 2012 wel opnemen voor verlof. Daarbij had u nog wel recht op de levensloopverlofkorting. Voor de afwikkeling in 2013 zie hoofdstuk 13.
Consumentenbond Belastinggids 2013
9