n C .... NO
1iIiIiIillllllillllllilllllltl!lillillillll!lIlliii!lI lllIliilillliillll 111111111 111 1111 111111 11111111111111 111."1 111111111111 ;1111111111.1111'11 iJ!l 111l11l1l1l1l1l Illili l I 1111i illill I 11111 111 illUilll!! i JlIIIIIIIIIII 11 11.111111111111111111111111111111"11111 111111 111" 1 . lil 11 1111 1 111111 1111 1 11'1111
VERVALLEN
OÖ -..jO)
N
..ö
---',
ASBEST, DE VERVANGING VAN HET MAGISCHE MATERIAAL
BIBLIOTHEEK TU Delft
p 2154 5094
IIIUIIII~III~ 10934
C
890207
ASBEST, DE VERVANGING VAN HET MAGISCHE MATERIAAL
Verslag van het symposium, gehouden op 3 september 1985 in de Aula van de Technische Hogeschool te Delft
Samenstellers: Paul Swuste Lex Burdorf Leen van Vliet
Delftse Universitaire Pers 1985
Uitgegeven door: Delftse Universitaire Pers Mijnbouwplein 11 2628 R T Delft telefoon: (015) 78 32 54 In opdracht van: Vakgroep Veiligheidskunde Onderafdeling der Wijsbegeerte & Maatschappijwetenschappen Technische Hogeschool Delft Kanaalweg 2B 2628 EB Delft telefoon: (015) 78 14 77
CIP-gegevens Koninklijke Bibliotheek, Den Haag Asbest Asbest, de vervanging van het magische materiaal: verslag van het gelijknamige symposium, gehouden op 3 september 1985 te Delft / (red. Paul Swuste ••• et al.). - Delft: Delftse Universitaire Pers. Ill. Uitg. in opdracht van de Technische Hogeschool Delft, Afdeling der Wijsbegeerte en Maatschappijwetenschappen, Vakgroep Veiligheidskunde. - Met lito opg. ISBN 90-6275-224-1 SISO 670.1 UDC 691.276 Trefw. : asbest; symposiumverslagen / vezelige mineralen. Foto omslag: Rijksmuseum Geologie en Mineralogie, Leiden Copyright © 1985 by Vakgroep Veiligheidskunde, Delft No part of this book may be reproduced in any form by print, photoprint, microfilm or any other means without written permission from the publisher: Delft University Press, Delft, The Netherlands
- 5 -
Inhoudsopgave
Het symposium
7
Inleiding
9
Asbest; een veiligheidskundige benadering
15
dr.ir. L.H.J. Goossens Het overheidsbeleid inzake asbest
25
ir. E. Rombouts Een voorbeeld van asbestvervanging; asbestvrije remvoeringen
45
ir. D.A. Visser As-best of slecht. Ervaringen van een werknemer uit de
51
asbest ~ndustrie
dhr. J. de Waal De geschiedenis van de asbestproblematiek in Nederland
57
drs. P.H.J.J. Swuste Discussie
69
Asbesttentoonstelling
81
- 7 -
Het symposium
Voor u ligt het verslag van het symposium "Asbest, de vervanging van het magische materiaal". Het symposium is georganiseerd door de Vakgroep Veiligheidskunde (THD) en gehouden op 3 september 1985 in de Aula van de Technische Hogeschool te Delft. Ruim 200 genodigden hebben het symposium bijgewoond, afkomstig uit diverse geledingen zoals: (ex)werknemers uit de asbestindustrie, buurtbewoners, vertegenwoordigers van vakbonden, milieu-organisaties, verschillende overheidsinstanties, vertegenwoordigers van de asbestverwerkende en asbestvervangende industrie, alsmede de pers. Tijdens het symposium is een asbesttentoonstelling officieel geopend door ir. E. Rombouts, directeur Veiligheid van het DirectoraatGeneraal van de Arbeid, dr. ir. L.H.J. Goossens, voorzitter van het symposium en C. Disselen, samenstelster van de tentoonstelling. Deze tentoonstelling geeft een overzicht van de asbestproblematiek in Nederland. De tweede speciale activiteit tijdens het symposium was de vertoning van een verkorte versie van de film "Alice, a fight for life". De film "Alice" is door Yorkshire Television vervaardigd en in 1982 uitgezonden op de Britse televisie. Deze film heeft in GrootBrittannië en daarbuiten veel stof doen opwaaien. Naast de film en de tentoonstelling was in de pauze gelegenheid de diverse stands te bezichtigen. Het London Hazard Centre uit Londen en de Vakgroep Veiligheids-
- 8 -
kunde presenteerden informatiemateriaal en onderzoeksresultaten. Ook waren een aantal asbest vervangende produkten te zien, zoals: remvoeringen, koord, plaatmateriaal, pakkingen, koppelingsplaten, isolatiemateriaal en expansiestukken. De stands zijn verzorgd door de volgende bedrijven: Profiltra BV, Amsterdam Rockwool Lapinus BV, Roermond H.K. Porter Company Inc., Klazinaveen Rekos Almelo BV, Almelo De voorbereiding en de organisatie van het symposium symposiumverslag was mogelijk door de actieve inzet van:
en
Marry van Ommen, Vakgroep Veiligheidskunde TH Delft Jeanine Liebrand,
Voorlichtingsdienst TH Delft
Karin Disselen,
Vakgroep Arbeid en Organisatiepsychologie RU Leiden
Anneke Oosterom, Onderafdeling Wijsbegeerte en Maatschappijwetenschappen TH Delft Sjaan v.d. Werff,
Onderafdeling Wijsbegeerte en Maatschap-
Sandra Snoek, Wolter Kaper,
Vakgroep Veiligheidskunde TH Delft Asbestafvalgroep
Mädeli Hennekam,
Asbestafvalgroep
pijwetenschappen TH Delft
Marian Kole,
Asbestafvalgroep
Andrew Hale,
Vakgroep Veiligheidskunde TH Delft
John Stoop,
Vakgroep Veiligheidskunde TH Delft
De grote belangstelling en de actieve betrokkenheid van de aanwezigen hebben dit symposium tot een succes gemaakt. De samenstellers Delft, oktober 1985
- 9 -
Inleiding
Asbest is een van oudsher bekende stof die over een aantal bijzondere eigenschappen beschikt zoals hittebestendigheid en slijtvastheid.
Asbest wordt op grote schaal in produktieprocessen
gebruikt en in vele produkten toegepast. In het begin van deze eeuw werden de gevolgen van beroepsmatige blootstelling aan asbest langzamerhand duidelijk. Het stijgende gebruik van asbest werd daarna begeleid door een groeiende stroom publicaties, waarin op de schadelijke gevolgen van dit gebruik werd gewezen. Tot op de dag van vandaag komt asbest(houdend materiaal) nog veelvuldig voor, zowel in als buiten het bedrijf. Het belangrijkste doel van het symposium was de asbestproblematiek in Nederland opnieuw in de belangstelling te plaatsen. De gezondheidsgevaren van asbest dreigen nog steeds onderschat te worden. Het vermeende verschil in gezondheidsgevaren van de diverse asbestsoorten is hier mede debet aan. Dit verschil komt ook tot uitdrukking in het beleid van de Nederlandse overheid ten aanzien van asbest. Een andere aanleiding ligt in de nog geringe bekendheid van vervangende materialen voor asbesthoudende produkten. "De weg is nu open voor een nieuw materiaal, 'slag-woo!', dat met asbest kan concurreren. Hoewel asbest voor technische toepassingen
- 10 -
steeds meer in de smaak valt, is het een duur materiaal. Slag-wool, ofwel gesponnen glas, is in Amerika bekend onder de naam 'mineralwoo1' en in Groot-Brittannië als 'silicate cotton'.
De isolerende
eigenschappen en de onverwoestbaarheid van silicate cotton maken dit materiaal tot een uitstekende niet-geleider.
Dit, terwijl de
produktiekosten aanzienlijk lager liggen dan die van asbest" (vrij vertaald naar Jones, 1890). Deze aandacht voor de vervanging van asbest is afkomstig uit de tijd dat de asbestindustrie nog in de kinderschoenen stond. Nu 95 jaar later is er een grote diversiteit aan materialen die asbest kunnen vervangen. Vervanging, die zeer gewenst is gezien de gezondheidsgevaren van het minerale asbest. De gezondheidsgevaren van asbest kunnen licht worden onderschat, omdat deze zich pas twintig tot veertig jaar na de eerste blootstelling aan asbest openbaren. De situaties waarin blootstelling aan asbest optreedt, worden niet altijd onderkend.
Het is veelal onduidelijk of produkten of
materialen al dan niet asbesthoudend zijn. "Slag-wool kan door haar korte fijne vezels door de huid dringen en daar irritaties veroorzaken. lucht.
De kleine lichte vezels zweven in de
Ze kunnen in de longen en ogen dringen en zo een bron van
onheil worden"
(vrij vertaald naar Jones, 1890). Ook voor de
moderne vervangingsmiddelen geldt deze waarschuwing.
Fabri-
kanten van asbesthoudende produkten zullen bij de vervanging van asbest het paard dan ook niet achter de wagen moeten spannen. Voor asbestvezels is het moeilijk exacte kritische vezelafmetingen te geven die verantwoordelijk zijn voor het carcinogene effect. De bovengrens van de vezelafmetingen wordt beperkt door de inhaleerbaarheid van de vezel. In het onderste deel van de luchtwegen zijn vezels aangetroffen met een diameter tot 3 micrometer en een lengte tot 200 micrometer (Umweltbundesamt, 1980).
Een micro-
meter is één miljoenste meter. Verwacht kan worden dat vezels met een diameter kleiner of gelijk aan 3 micrometer kankerverwekkend zijn.
Dergelijke afmetingen bezitten bijvoorbeeld ook de niet-
textiele
glasvezels' die
toegepast
worden
in
de
lucht-
en
- 11 -
ruimtevaartindustrie en de filterindustrie (Rood e.a. , 1985). Vezelversterkte materialen van biologische inerte aard zullen veiligheidshalve een minimale vezeldiameter ruim boven de 3 micrometer moeten hebben. Daarnaast kunnen potentiële vervangingsmiddelen voor asbest, zoals vermiculiet, asbest bevatten. Asbestgerelateerde vormen van kanker zijn gesignaleerd onder werknemers in vermiculiet mijnen (Amandus e.a., 1985). Voor werknemers betrokken bij de overslag van vermiculiet of vermiculiet verwerkende bedrijven is eveneens een potentieel risico te verwachten. Een belangrijk asbestprobleem vormt de sloop en reparatie van asbesthoudende materialen in gebouwen, industriecomplexen en schepen. Zoals uit de discussie tijdens het symposium bleek, lijken de vereiste maatregelen op papier kloppend. sloop of reparatie is echter anders.
De praktijk van de
Naast een zorgvuldige voor-
lichting over de gezondheidsgevaren en de te nemen voorzorgsmaatregelen, is toezicht op deze werkzaamheden gewenst. Een tweetal andere çonclusies kunnen worden getrokken uit de discussie; het aantal instituten gespecialiseerd in kwalitatieve en kwantitatieve asbestmetingen behoeft uitbreiding; van de overheid mag verwacht worden dat zij een actief stimuleringsbeleid gaat voeren voor veilige asbestvervangende materialen. De letterlijke tekst van de voordrachten zijn in dit verslag opgenomen.
Het symposiumverslag valt onder de verantwoorde-
lijkheid van de Vakgroep Veiligheidskunde. De verantwoordelijkheid van de voordrachten ligt echter bij de afzonderlijke auteurs.
- 12 -
Referenties Amandus, H.E., R. Wheeler, B. Armstrong, A.D. McDonald, J.C. McDonald, P. Sebastien. Mortality of vermiculite miners exposed to tremolite. Sixth International Symposium on Inhaled Particles. British Occupational Hygiene Society. Cambridge 2-6 september 1985 Jones, R. Asbestos, its properties, occurrence and uses. Lockwood and Son, Londen 1890
Crosby
Rood, A.P. en R.R. Streeter. Comparison of the size distribution of occupational asbest os and man-made mineral fibres determined by transmission electron microscope. Sixth International Symposium on Inhaled Particles. British Occupational Hygiene Society. Cambridge 2-6 september 1985 Umweltbundesamt Luftqualitätskriterien Umweltbelastung durch Asbest und andere faserige Feinstäube. Berichte 7/80. Schmidt Verlag Berlin, 1980
- lij. -
Dr.ir. L.H. J. Goossens Foto: Hanne Groenendijk
- 15 -
Asbest; een veiligheidskundige benadering Dr.Ir. L.H.J. Goossens Wetenschappelijk hoofdmedewerker Vakgroep Veiligheidskunde TH Delft
U zult zich misschien afvragen waarom de vakgroep Veiligheidskunde als organisator van het symposium "Asbest, de vervanging van het magische materiaal" zich bezighoudt met asbest en de vervanging ervan. En hoe we dat doen. De vakgroep heeft in haar wetenschappelijke vaandel staan dat een gedegen analyse van een veiligheidprobleem gevolgd moet worden door een evaluatie van de mogelijke oplossingen. Zo'n veiligheidskundige evaluatie vindt plaats zowel op basis van de mate van bevordering van de veiligheid zelf als op de haalbaarheid van de gekozen oplossing in de praktijk (Goossens 1985, Vakgroep Veiligheidskunde 1983). Een techniek om de mate van veiligheidsbevordering te bepalen is de matrix (tabel 1). Dit is een voorbeeld voor de veiligheid van asbestwerkers. Horizontaal staan de vier klassen van veiligheidsbevordering, terwijl verticaal het niveau staat waarop de betreffende maatregel moet worden genomen. De twee sleutelbegrippen zijn het risico en het restrisico (Goossens 1985a). Het risico om in een bepaalde situatie aan asbest blootgesteld te worden, en het restrisico dat aangeeft hoe de blootstelling is nadat de maatregel is getroffen. Blootstelling aan asbest kan gezondheidsschade opleveren. De ernst daarvan leert ons de medische wetenschap. De heer de Waal zal daarstraks uit eigen ervaring nog bij stilstaan.
- 16 -
ELIMINATIE
ISOLATIE
BESCHERMING Instellen MAC-waarde
OVERHEID Verbod op asbest(produkten) Asbestbesluit Stimulering veilige vervangingsmiddelen BEDRIJFS- Besluit asTAK best te vervangen door veilige vervangingsmiddelen
Asbestbewerking buiten het bedrijf houden
WERKPLEK Introductie vervangingsmiddelen
Controle Asbest be/vertijdens werking asbestwerkin geslozaamheden ten sysBeschuttingsmiddelen teem Maanpakken
Tabel 1.
LETSELBEPERKING
Controle op asbest concentratie lager dan MAC
Veiligheidsbevordering voor asbest op de werkplek
Ook de film "Alice, a fight for life" geeft u een beeld van de ernstige gevolgen van asbestblootstelling. Eliminatie spreekt eigenlijk voor zich. Waar geen asbest zit, kan ook niet blootgesteld worden. Een verbod op asbest roept wel de vraag naar
vervangingsmiddelen op.
De eventuele risico's daaraan
verbonden moeten meegenomen worden in de evaluatie. Ga je asbest isoleren (2e kolom) dan scherm je de bron of de mens zodanig af dat de kans op gezondheidsschade klein is en meestal alleen optreedt wanneer deze isolatie doorbroken wordt. Een principiële kwestie is dan bij welke blootstelling er nog gezondheidsschade op kan treden. Voor asbest geldt, evenals voor ieder andere kanker-
- 17 -
verwekkende stof, dat iedere blootstelling, hoe laag ook, in principe gezondheidsschade teweeg kan brengen. De MAC-waarde voor asbest van twee vezels per milliliter lucht, met uitzondering van de asbestsoort crocidoliet, is meer een compromiswaarde dan een veilige waarde (Burdorf e.a. 1985). Gezondheidsschade wordt afgewogen tegen technische en economische factoren. De heer Swuste, medewerker van onze vakgroep, zal nog nader op deze afweging ingaan. We spreken van isolatie als de blootstelling ruim onder de MACwaarde blijft. We spreken van bescherming (3e kolom) als de blootstelling onder of in de buurt van de MAC-waarde wordt gehouden. Letselbeperking is een klasse, die weliswaar een onderdeel is van de veiligheidskundige matrix, maar die in het geval van asbest niet
ELIMINATIE
OVERHEID Verbod op produkten met niethecht gebonden asbest vezels Asbestbesluit Warenwet
ISOLA TIE
BESCHER-
LETSEL
MING
BEPERKING
Inrichten speciale asbeststortplaatsen
ASBEST AsbestINDUSTRIE vervangende produkten
,,
LOKAAL MILIEU
Geen asbestprodukten (ver)kopen
Tabel 2.
Veiligheidsbevordering voor asbest ten behoeve van de volksgezondheid
Asbestafval bedekken
Asbeststofverspreiding tegengaan door sproeien of nat houden
- 18 -
relevant is. Als eenmaal een asbestziekte geconstateerd is, heeft de ziekte bijna altijd een progressief verloop. In de matrix van tabel 2 ziet u vergelijkbare oplossingen om de gevolgen van asbestblootstelling voor de volksgezondheid in te perken.
u
zult begrijpen dat eliminatie de beste methode is. Met andere
woorden: asbest Nederland uit, in ruil voor vervangende materialen, want de goede eigenschappen van asbest willen we wel behouden. Immers asbest wordt toegepast in produkten waar we niet buiten kunnen, zoals remvoeringen, bouwmaterialen, isolatie etc. Ook andere factoren spelen een rol, zoals risicobeleving, economische overwegingen, werkgelegenheidsaspecten en technologische innovatie. Dit is één werkterrein voor de vakgroep Veiligheidskunde om zich met asbest en vervanging bezig te houden. Een tweede werkterrein vinden we in de implementatie van de gekozen oplossing. Kortom: hoe regel je vervanging van asbest ? Daarvoor moeten de reguleringsmechanismen bekend zijn (Drimmelen e.a.
1985). In tabel 3 staan enkele regulerings-
mechanismen vermeld, met daarbij aangegeven wie wat regelt. Tot onze vreugde zien we dat er voor de klasse van eliminatie al een aantal reguleringsmechanismen bestaan. Zo heeft de overheid een tweetal Asbestbesluiten genomen met onder meer een verbod op bepaalde
asbesttoepassingen.
Het Asbestbesluit dat onder de
Arbeidsinspectie valt, verbiedt het gebruik van blauw asbest. De heer Rombouts van het Directoraat-Generaal van de Arbeid zal na mijn inleiding het overheidsbeleid inzake asbest voor u uitspinnen. Dit beleid heeft tot doel de risico's voor de volksgezondheid te beperken door produkten met niet-hecht gebonden asbest vezels te verbieden. Maar ook op bedrijfs- en werkplek niveau zijn reguleringsmechanismen ten voordele van eliminatie functioneel. De heer Visser van de Rotterdamse Elektrische Tram zal na de pauze aan u doorgeven hoe het bedrijf omgaat met het Asbestbesluit op korte en langere termijn. Op korte termijn de maatregelen op de
- 19 -
ELIMINATIE
REGULERINGS-
HANDELENDE
MECHANISME
PARTIJ
Verbod op blauw asbest
DirectoraatGeneraal van de Arbeid DirectoraatGeneraal Volksgezondheid (Asbest besluit Warenwet) Rotterdamsche Elektrische Tram Zweden
Verbod op produkten met niet-hechtgebonden asbestvezels Verbod op asbest in remvoeringen ISOLATIE
"Maanpakken" bij sloop van asbest houdende materialen
Afdekken van asbestafval met aarde
Aanwijzingen Arbeidsinspectie Regels van erkende asbestsloopbedrijven DirectoraatGeneraal Milieuhygiëne (Wet Chemische Afvalstoffen)
BESCHERMING
Controle op asbestconcentratie lager dan MAC Asbeststofwolkbestrijding
Arbeidsinspectie Asbestverwerkende industrie Asbestsloopbedrijven
Tabel 3.
Voorbeelden van reguleringsmechanismen
werkplek, ter voorkoming van blootstelling. Op langere termijn de asbestvervangende materialen voor remvoeringen. Uit tabel 3 blijkt dat ook op het niveau van de andere veiligheids bevorderende klassen dan eliminatie er reguleringsmechanismen werkzaam zijn. Behalve de Arbeidsinspectie in de verschillende districten kunnen ook erkende asbestsloopbedrijven en de asbestverwerkende industrie maatregelen nemen om de blootstelling aan asbest te beperken. Bij de renovatie van de ALM IRAN TE GRAU
- 20 -
wordt bijvoorbeeld bewust gestreefd naar een asbestconcentratie die onder een tiende van de MAC-waarde blijft. Ook ter bescherming van de volksgezondheid wordt aan stofwolkbestrijding gedaan door .. middel van nevelsproeiers en nat houden. In figuur 1 staat aangegeven hoe de reguleringsmechanismen verbonden zijn tussen de vier groepen van betrokkenen. Centrale partij daarin is 'kopers'. Dit zijn de bedrijven die asbesthoudende produkten kopen en in hun bedrijf aanwenden. De RET is een voorbeeld van een 'koper' die tot vervanging van asbest overgaat. Dit reguleringsmechanisme is werkzaam tussen de 'koper' en de 'maker' van asbestvervangende remvoeringen. De Zweedse overheidsmaatregel, dat remvoeringen in nieuwe auto's en motorrijwielen vanaf i januari 1987 geen asbest mogen bevatten, is een voorbeeld van een reguleringsmechanisme dat werkzaam is tussen de 'zorgers' (de overheid) en de 'makers' en als afgeleide ook naar de 'kopers'. U proeft hier tevens een verschil in soorten reguleringsmechanismen. De kopers en makers zijn directer bij het al of niet aanwenden van asbest betrokken. De 'zorgers' staan er ai wat verder vandaan. Immers het nemen van een Asbestbesluit is één factor, die gevolgd dient te worden door een reguleringsmechanisme in de vorm van controle en
MAKERS
BLOOTGESTELDEN
KOPERS
ZORGERS Figuur 1.
Reguleringsmechanismen en betrokkenen
- 21 -
eventuele
sancties.
Ook
de
'blootgestelden',
hoewel
zelf
de
potentiële slachtoffers, kunnen niet zo direct reguleren. Toch zijn er vier reguleringsmechanismen te activeren: klachten naar
de
'zorgers':
Arbeidsinspectie,
veiligheidsdiensten
en
bedrijfsartsen. Verder naar de 'kopers' toe via de ondernemingsraad of
afdelingsoverleg.
En
naar
de
'makers'
toe
is
het
reguleringsmechanisme van de schadevergoedingseis te activeren. En tenslotte het activeren van de publieke opinie, gericht op het 'onverkoopbaar worden van asbestprodukten'. Al met al een ingewikkeld spel van krachten. Ik hoop dat dit symposium een beter licht werpt op de verschillende reguleringsmechanismen en de activering ervan. Ik hoop ook dat u zich na dit symposium nog meer dan u wellicht nu al doet bewust bent van de schade die asbest aan de gezondheid kan toebrengen. Ik wens u allen dan ook een leerzaam symposium toe.
- 22 -
Referenties Burdorf, L., P. Swuste en L. van Vliet. Asbest, nieuwe wetgeving en nieuwe problemen. Verschijnt in december 1985 nummer 25 van het Tijdschrift voor Sociale Gezondheidszorg Drimmelen, D. van, H. Boshuizen, Y. Musson en P. Oortman Gerlings. Werken met hamers. Vakgroep Veiligheidskunde, TH Delft 1985 I Goossens, L. Methodiek van veiligheidsonderzoek. Voordracht op het symposium Veiligheid van speelgelegenheden. Oosterbeek, 17 en 18 januari 1985 Goossens, L. Risico en Restrisico. Interimrapport in opdracht van het Ministerie VROM, DG Volkshuisvesting. TH Delft 1985a Vakgroep Veiligheidskunde. Verloop van een veiligheidsonderzoek. Syllabus college VK2. TH Delft 1983
-
2~
-
Ir. E. Rombouts Foto: Hanne Groenendijk
- 25 -
Overheidsbeleid inzake asbest
ir. E. Rombouts Directeur Veiligheid van het Directoraat-Generaal van de Arbeid, Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ik zal in deze voordracht een overzicht geven van het beleid van de overheid voorzover dat gericht is op, dan wel van betekenis is vóór het thema van dit symposium namelijk de vervanging van asbest. Daarna zal ik wat cijfers presenteren over de ontwikkeling en de omvang van het asbestgebruik in Nederland en trachten de relatie te leggen tussen deze cijfers en het gevoerde beleid. Tenslotte stel ik mij voor een blik over de grens te richten en na te gaan hoe de situatie in Nederland zich verhoudt tot die in enkele andere landen en welke invloed hierop door de EG wordt uitgeoefend. Ik zal dan de draad opvatten bij de totstandkoming van het Asbestbesluit, dat in werking trad in 1978 en nu bekend staat als het Asbestbesluit (Arbowet). Het bevat de volgende elementen: Ten eerste: een verbod op crocidoliet of wel blauwe asbest. Deze stof, of materialen die deze stof bevatten mogen niet meer worden bewerkt of verwerkt en niet meer ten verkoop voorhanden worden gehouden. Ten tweede: asbest of asbesthoudende stoffen mogen niet meer worden verspoten. Ten derde: er wordt een maximum gesteld aan de hoeveelheid asbest
- 26 -
die de inademingslucht op een werkplek waar met asbest wordt gewerkt mag bevatten, te weten twee vezels per cm 3 lucht. Bovendien wordt nog voorgeschreven dat de asbeststofconcentratie bij het werk zo laag mogelijk moet worden gehouden. T en vierde: een werkgever mag er niet langer toe overgaan om asbest te verwerken in een voor zijn onderneming nieuw produkt dan wel op een voor zijn onderneming nieuwe wijze dan nadat hij dit heeft gemeld aan het districtshoofd van de Arbeidsinspectie. Tenslotte: krijgt het districtshoofd van de Arbeidsinspectie de bevoegdheid om nadere eisen te stellen aan werkgevers betreffende de wijze van naleving van de eerder genoemde voorschriften en om in bepaalde gevallen ontheffing van deze voorschriften te geven. Alvorens zo'n ontheffing te verlenen, moet het districtshoofd een daartoe ingestelde commissie, de Adviescommissie Asbestbesluit bestaande uit vertegenwoordigers van werkgevers en werknemers en uit deskundigen, in de gelegenheid stellen hem over de ontheffing te adviseren. Volledigheidshalve zij ook nog vermeld dat het Asbestbesluit een artikel bevatte dat de bewerking van asbest verbood voor bepaalde doeleinden t.w. thermische isolatie, akoestische, conserverende en decoratieve doeleinden. Dit artikel is echter niet in werking getreden. Wat is nu de betekenis van deze verschillende elementen van het Asbestbesluit? In z'n algemeenheid kan hiervan gezegd worden dat de verboden beoogden de toepassing van de meest gevaarlijke soort asbest (crocidoliet) en van de meest gevaarlijke verwerkingstechniek (ver- . spuiten) te beëindigen. Het verspuiten van asbest was een destijds veel toegepaste techniek waarbij zich enorme stofconcentraties voordeden. Spuiten diende voor het aanbrengen van isolerende asbestlagen op bijvoorbeeld
- 27 -
staalconstructies en ook voor het aanbrengen van conserverende lagen bijvoorbeeld op de onderkant van automobielen. Deze toepassingen zijn inderdaad beëindigd; nooit heeft de Arbeidsinspectie van het spuitverbod ontheffing verleend. Voor de toepassing van crocidoliet lag dit anders. Men moet bedenken dat een zeer aanzienlijk deel van in Nederland aanwezige leidingnetten voor drinkwater, rioolwater en deels ook gas bestaat uit crocidoliethoudende asbestcementleidingen. Het gaat hierbij om tienduizenden kilometers. Daarnaast waren bij leveranciers van deze materialen maar vooral ook bij beheerders van de leidingnetten zeer aanzienlijke voorraden crocidoliethoudend leidingmateriaal aanwezig. Aan de reeds in de grond liggende asbestcementleidingen moesten natuurlijk van tijd tot tijd reparaties worden verricht en nieuwe aanboringen worden gemaakt. Om die reden was het onvermijdelijk dat voor dit doel ontheffing van het verbod tot bewerken van crocidoliethoudend materiaal werd gegeven. Ruim 200 bedrijven waaronder beheerders van leidingnetten, dus bijvoorbeeld waterleidingbedrijven, maar ook aannemers die in opdracht dit soort werk verrichtten kregen van de Arbeidsinspectie een ontheffing. Uiteraard waren aan deze ontheffingen zodanige voorwaarden verbonden dat de risico's die werden gelopen door de betrokken werknemers tot een minimum werden gereduceerd. Intussen was door het in werking treden van de Arbeidsomstandighedenwet per 1 januari 1983 de juridische mogelijkheid ontstaan om in plaats van individuele ontheffingen aan bedrijven een algemeen geldende ministeriële vrijstelling te verlenen voor de bedoelde werkzaamheden. Daar het verrichten van bewerkingen aan zich reeds in de grond bevindende leidingen ook op den duur noodzakelijk zou blijven ging de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid er op 28 juni 1981+ toe over een dergelijke vrijstelling -veQr
or:tb~
perkte tijd te verlenen wederom onder beperkende voorwaarden. Het probleem van de voorraden crocidoliethoudende buis, die bij het in werking treden van het Asbestbesluit aanwezig waren, was van
- 28 -
geheel andere aard. De vraag was wat met deze voorraden te beginnen nu verwerking ervan door het Asbestbesluit was verboden. Het ging hierbij om voorraden van in totaal circa 275 km buis in diverse diameters. Geoordeeld werd dat van alle manieren die konden worden bedacht om van deze voorraden af te raken het verwerken ervan in nieuw aan te leggen leidingtracées uit oogpunten van milieu- en arbeidsbescherming nog de minste nadelen had. Vandaar dat, overigens met instemming van de eerder genoemde Adviescommissie Asbestbesluit, gedurende een aantal jaren door middel van ontheffingen aan eigenaars van voorraden de mogelijkheid is geboden om deze voorraden alsnog te verwerken. Wel gold hierbij de voorwaarde, dat onderdelen die moesten worden bewerkt (zoals bijvoorbeeld passtukken) van crocidolietvrij materiaal dienden te worden vervaardigd. De aanwezige voorraden werden door de Arbeidsinspectie geregistreerd. In figuur I is de voorraadontwikkeling aangegeven. Iedere houder van een ontheffing was verplicht ieder jaar de grootte van zijn voorraden te melden aan de Arbeidsinspectie. De grootte van deze voorraden is voor een reeks van jaren in figuur I uitgezet, met een schaal die voor de verschillende leidingdiameters verschilt (I). Het interessante is dat de aflopende lijnen horizontaal gaan lopen, dat wil zeggen dat de voorraden vrijwel constant blijven.
Dit
betekent dat het punt bereikt is waarbij om tot een volledige eliminering van de voorraden te komen andere maatregelen nodig zijn. Weliswaar zijn deze voorraden op zichzelf niet gevaarlijk voor mens en milieu; van de aanwezigheid ervan gaat echter de dreiging uit voor mens en milieu; van de aanwezigheid ervan gaat echter de dreiging uit dat vroeg of laat be- of verwerking ervan op onjuiste wijze zou kunnen plaatsvinden. Op grond van deze overweging is thans het verstrekken van ontheffingen ter opruiming van voorraden beëindigd ,en is een wettelijk verbod op het in voorraad hebben van crocidoliethoudende buizen in voorbereiding.
Door de Staats-
secretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is in deze het advies gevraagd van de Arbo-raad.
- 29 -
x buis; <600 mm buis 600 ~ ~ < 800 mm buis ~ .. 800 mm
160
t ~'-
~>
.!:
I
80 ~ ES E v E E
VI
E 8ID E
.x
'&8
v
..
8" ID •
.~
.~
.6
.6.6
WClO
.1/1
E E E .x 0 .x.x
e
1979
Figuur 1.
1980
1981
e- __
1982
1983
1984
Voorraad crocidoliethoudende buizen gedurende de periode
1979
tot
1984
Bron:
Inventarisatie
Directoraat-Generaal van de Arbeid
Na inwerkingtreding van dit verbod blijft de voorraadhouders geen andere keus over dan het als afval afvoeren van hun restvoorraden. Deze zullen dan op de daarvoor aangewezen stortplaatsen worden begraven. Behalve in waterleidingbuizen bestonden er ten tijde van de inwerkingtreding van het Asbestbesluit nog een aantal andere toepassingen van blauwe asbest. Hiervan kan gezegd worden dat deze na 1978 in snel tempo zijn verdwenen. In een hoogst enkel geval is nog voor korte tijd door de Arbeidsinspectie een ontheffing verleend. Een laatste terrein waarop het verbod tot het bewerken van crocidoliet zich laat gelden is dat van het slopen van blauwe asbestbevattende objecten zoals gebouwen, schepen etc. Ook slopen is bewerken
- 30 -
in de zin van het Asbestbesluit en dus verboden. Het bijzondere is dat hier vervanging van asbest door een ander materiaal uitgesloten is, zodat een ontheffing van het verbod wel moet worden gegeven en de discussie alleen nog gaat over de manier waarop moet worden gesloopt en de maatregelen die daarbij moeten worden genomen. Een ander gevolg van het nu eenmaal aanwezig zijn van enorme hoeveelheden asbest in allerlei objecten is dat door het slopen van deze objecten tot in lengte van jaren blootstelling van slopers aan asbeststof onvermijdelijk zal zijn. Daar komt nog bij dat slopen altijd "op lokatie" moet gebeuren waardoor beschermende maatregelen voor de werknemers moeilijker zijn te realiseren en te controleren dan bij een fabrieksmatig produktieproces. Om al deze redenen bestaat op het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid het plan om naast de bestaande regeling voor crocidoliet - in de toekomst ook voor het slopen van objecten die losse asbest bevatten een regime in het leven te roepen dat de nodige waarborgen voor de bescherming van werknemers biedt. Ik kom nu tot de bespreking van de resterende elementen van het Asbestbeslui t. Ik doel hierbij op de bepaling dat de asbestvezelconcentratie in de inademingslucht zo laag mogelijk dient te zijn en de grens van 2 vezels per cm 3 lucht niet mag overschrijden. De Arbeidsinspectie is bevoegd hierbij nadere eisen te stellen aan de wijze waarop deze regel dient te worden nageleefd. Hoe wordt hiermee in de praktijk door de Arbeidsinspectie omgesprongen? Kan de Arbeidsinspectie pas wat doen als door meting is vastgesteld dat de grenswaarde is overschreden? Gelukkig is dit niet zo. Er worden publikatiebladen van de Arbeidsinspectie uitgegeven waarin voor de meest voorkomende handelingen met asbest is aangegeven hoe deze op zodanige wijze kunnen worden verricht dat een redelijkerwijs zo laag mogelijke stofconcentratie wordt bereikt. Het betreft hier de bladen P 116-1, -2 en -3. De bevoegdheid tot het stellen van nadere eisen wordt uitgeoefend
- 31 -
tegen de achtergrond van deze publikatiebladen. Dit betekent niet dat de in de P-bladen gegeven aanwijzingen een algemeen bindend karakter dragen. Met andere woorden ook andere maatregelen dan die welke in het P-blad zijn beschreven zijn acceptabel mits er een gelijk of beter effect mee wordt bereikt. Om de inhoud van de publikatiebladen meer "onder de mensen" te brengen is er ook een folder gemaakt die eenvoudiger en pakkend er is en voor meer informatie doorverwijst naar de publikatiebladen. Ik hoop in het voorgaande enig inzicht te hebben gegeven in de betekenis van het Asbestbesluit (Arbowet), dat zich hoofdzakelijk op die bevolkingsgroep richt, die beroepshalve met asbest te maken heeft. Inmiddels is op grond van wetenschappelijk onderzoek duidelijk geworden, dat ziekten ten gevolge van blootstelling aan asbest ook kunnen ontstaan na een korte blootstelling aan slechts geringe vezelconcentraties (2). Ook neemt het verschil in gevaar tussen de asbestsoorten zoals dit door deskundigen wordt ingeschat, in betekenis af. Tegen die achtergrond is in 1983 het Asbestbesluit (Warenwet) ontstaan, in aanvulling op het Asbestbesluit (Arbowet). In tegenstelling tot de Arbeidsomstandighedenwet, een wet van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, is de Warenwet een wet van het Ministerie van Welzijn Volksgezondheid en Cultuur en beoogt zij de bescherming van de volksgezondheid. Wat houdt nu het Asbestbesluit (Warenwet) in? In de eerste plaats wordt bepaald, dat asbest bevattende artikelen slechts mogen worden verkocht, als de asbestvezels die ze bevatten blijvend hechtgebonden zijn. In dat geval is er geen reden te vrezen, dat het gebruik van deze artikelen . een bijzonder risico voor de volksgezondheid vormt. Het zal duidelijk zijn, dat dit voorschrift zijn betekenis ontleent aan het begrip "hechtgebondenheid". Het lijkt mij juist hier kort op dit begrip in te gaan. Hechtgebondenheid is de materiaaleigenschap, die aangeeft in welke mate een materiaal weerstand biedt aan het vrijkomen van asbestvezels. Deze eigenschap is met behulp van een test kwantificeer-
- 32 -
baar. De kwaliteitsfactor is het getal, dat als resultaat van een straaltest de mate van hechtgebondenheid aangeeft (3, 1+).
In het
Asbestbesluit (Warenwet) is bepaald dat een materiaal als hechtgebonden kan worden beschouwd, als de kwaliteitsfactor 0,35 of hoger is. In tabel 1 is de kwaliteitsfactor van een aantal asbesthoudende materialen aangegeven. De twee laatste produkten van de opsomming voldoen niet aan de eis, die in het Asbestbesluit is gesteld. Deze mogen dus ook niet meer worden verhandeld.
= 100
Asbestcementplaat met coating
K
Pakkingmateriaal
K = 33
A.C.-plaat dubbel geperst
K=2
A.C.-plaat enkel geperst
K =1
Remvoering (klein)
K = 0,8
Vloerbedekking, onderlaag Brandwerende plaat
K = 0,26
Tabel
1.
K = 0,005
Voorbeelden factoren
van
produkten en hun
kwaliteits-
Bron: TNO rapport F 1851, Testmethode
voor asbestbevattende materialen
Bij het bewerken van produkten, die hechtgebonden asbest bevatten kunnen nog aanzienlijke vezelconcentraties optreden. Om de verwerker van dit materiaal erop attent te maken, dat het op een zorgvuldige manier bewerkt moet worden, bevat het besluit een verplichting tot etikettering van asbesthoudende produkten. De etiketten dienen ook aanwijzingen te bevatten die aangeven welke voorzieningen getroffen moeten worden om het materiaal veilig te kunnen bewerken. Voor een aantal produkten, met name die welke asbesttextiel bevatten is het nog niet mogelijk de hechtgebondenheid vast
- 33 -
te stellen. Een testmethode, die hierin voorziet is in ontwikkeling. Overigens beschouwt de Keuringsdienst van Waren niet-gecoate asbesttextiel, asbestkoord en poeders voor kitten op asbestbasis als niet-hechtgebonden en dus verboden materialen. De ontwikkeling van hechtgebondenheid als meetbare materiaaleigenschap is ook van betekenis voor de asbesttoepassingen die in het niet in werking getreden artikel 4 van het Asbestbesluit (Arbowet) zijn genoemd. deze
Voor
toepassingen,
met
name
thermische
isolatie
en
akoestische-, conserverende- , of decoratieve doeleinden werden overwegend niet-hechtgebonden asbestprodukten gebruikt. Deze produkten mogen dan ook niet meer verhandeld worden. Het toezicht op de naleving van het Asbestbesluit (Warenwet) berust bij de Keuringsdienst van Waren. De Arbeidsinspectie zal echter bij haar inspectiewerkzaamheden o.a. in de bouw eveneens geconfronteerd kunnen worden met overtredingen van het Warenwetbesluit.
1~94f1 r-
50 1("
r-
30
t-
zo
r-
r-
t-
r-
I" r-
10
o .....
~
;JM/?
rl I
r-..1(;019
I--T-
Pn
I 1960
1970 A58ES78ESlIII'1'
Figuur 2. Netto invoer asbest vezels 1954-1983
19~o
19111
- 34 -
Een uitwisseling van ervaring tussen beide diensten zal worden gestimuleerd. Met de bespreking van beide Asbestbesluiten hoop ik een beeld te hebben verschaft van de regelingen die in Nederland gelden ten aanzien van asbest. De vraag dringt zich op, waar dit alles nu toe heeft geleid; hoe het gebruik van asbest zich in Nederland ontwikkeld heeft. Een antwoord op die vraag geeft een onderzoek, dat in opdracht van de Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer is uitgevoerd door het raadgevend ingenieursbureau Dwars Heederik Verhey BV (5). Ik zal enige cijfers uit dit onderzoek naar voren brengen. Figuur 2 geeft een beeld van de netto invoer van asbestvezels over de periode 1954-1983. Hoewel deze spectaculaire teruggang niet geheel voor rekening komt van de invoering van het Asbestbesluit zal duidelijk zijn, dat het verbod van crocidoliet, het beëindigen van het verspuiten van asbest en de overige maatregelen op dit vlak hun effect gehad hebben en ook nu nog hebben. Een interessant beeld geeft ook de weergave van het gemiddelde gebruik, invoer en uitvoer, betrokken op de jaren 1981, 1982 en 1983. Heel duidelijk valt hierin op het grote aandeel van asbestcementprodukten ' en het rem voerings- en wrijvingsmateriaal (Figuur 3). De linkerzijde van figuur 3 geeft de invoer weer, zowel van asbestvezels als van asbestprodukten. De getallen die bij de blokken staan, geven het aantal tonnen asbest vezels per jaar aan, die in de vermelde produkten verwerkt zijn. Zo geeft dit een beeld van de hoeveelheid asbest, al dan niet in produkten, die Nederland ingevoerd wordt. Handelsvolk als we zijn, wordt een deel daarvan weer uitgevoerd. Hetzij de ingevoerde artikelen, hetzij de geproduceerde artikelen. Dat is te zien in het rechter bovengedeelte van figuur 3. Het onderste blok is daarbij het interessantste. Dat is het gedeelte, dat in Nederland wordt gebruikt, waarbij asbestcementprodukten de majeure toepassing is - in hoeveelheden asbest bezien. Op de tweede
- 35 -
plaats komen remvoeringen en frictiematerialen. Daarnaast zijn er nog een aantal kleinere toepassingen. Ook hier is het aantal tonnen asbestvezel per jaar vermeld. Ik merk op dat deze cijfers afkomstig zijn uit een periode, dat het Asbestbesluit Warenwet nog niet van kracht was. Met uitzondering van asbestcement en remvoering, zijn de overige produkten niet hechtgebonden. De toepassing van asbestcementprodukten geeft niet de spectaculaire daling te zien, die bij asbestvezels optreedt. Het nog niet in voldoende mate beschikbaar zijn van gelijkwaardige vervangingsmiddelen zou hieraan ten grondslag kunnen liggen. Toch leeft de
""lIIIyo.III,IfG ....... """/V'HQJIIII""iIIIIAUN ANOIII,,,.IIIItUI''''
.. ffrfOt .... v .." .... ,,1T
::.-:,r:~."'
.....
'90 ,JO
IIITtMt
"'.
.... U10 ... "'."'. W.HHlIl ... OOItO
~
9000
"'I'TVIlIUl
::::;'C:,""':NT
12.1501
8BOO
INVOER '8.•
1• .5OOT GEBRU IK
Figuur
3.
Invoer,
ui tvoer
en
gebruik
van
asbest
en
asbestprodukten. Gemiddeld, op basis van de jaren 1981, 1982 en 1983 in tonnen per jaar Inventarisatie
van
het
gebruik
Nederland door ing. A. Klomp
van
Bron:
asbest
in
____ ..... ", •. " , ~
' ,
1.1'.'.~"
- 36 -
verwachting, ook in fabrikantenkringen, dat 'in Nederland het asbest in produkten, die nu nog van asbestcement worden gemaakt, op een termijn van een jaar of vijf zal kunnen zijn vervangen. Voor de ontwikkeling van de toepassing van rem- en frictiemateriaal gelden dezelfde overwegingen en dezelfde verwachtingen. Samenvattend zou ik willen zeggen, dat in Nederland de aandacht zich zal blijven richten op de produkten asbestcement en wrijvings-
materiaal. Blijkens de eerder genoemde cijfers van het onderzoek heeft bijna 95% van het asbestgebruik in Nederland betrekking op deze beide produkten. Dit percentage zal nog wel toenemen, daar vrijwel alle andere toepassingen van asbest inmiddels verboden zijn, op grond van onvoldoende 'hechtgebondenheid'. Ook in het öuitenland is uiteraard regelgeving op het gebied van asbest tot stand gebracht. Het zou te ver voeren in het kader van deze voordracht een compleet overzicht hiervan te geven. Ik zal daarom volstaan met enige voorbeelden (6). Allereerst wil ik ingaan op de in verschillende Europese landen gestelde grenswaarden voor wat betreft de concentratie van asbestvezels in de lucht. In het algemeen komen deze waarden wel overeen met de in Nederland geldende namelijk 0,2 vezels per cm 3 voor blauwe asbest en 2 vezels per cm 3 voor de overige soorten. Een aantal landen hanteert als grenswaarde voor de overige soorten 1 vezel per cm 3 • Het betreft Duitsland, Engeland en Denemarken. Daarnaast kennen Denemarken en Zweden een algemeen verbod op vervaardiging, import en gebruik van asbest en asbestprodukten. Voor bepaalde toepassingen kan evenwel onder voorwaarden een ontheffing worden verkregen. Voor wat betreft de Duitse Bondsrepubliek, valt nog te melden dat dit land zeer recent een voorstel heeft aangemeld bij de EG, waarin een regeling is opgenomen die leidt tot het verbod, uiterlijk met ingang van 1 juli 1990, van asbesthoudend remvoerings- en koppelingsmateriaal (7). Eveneens vermelding verdient de vrijwillige afspraak tussen de Duitse asbest-
- 37 -
cementindustrie en de Duitse overheid om voor eind 1990 alle produkten voor de bouw, die nu nog asbest bevatten, asbestvrij te maken (8). Tenslotte zou ik van de Duitse bemoeiingen op het asbestterrein de uitgave willen noemen van een vervangingsmiddelenlijst, die gegevens bevat over toepassing, eigenschappen en uitvoering
van
ongeveer
300
asbest-vervangingsmiddelen,
met
inbegrip van merknaam en prijs (9). Met beide Asbestbesluiten beschikt Nederland naar mijn mening over regelingen om het risico van asbest te beperken, die de vergelijking met de regelingen in de meeste andere landen kunnen doorstaan. Bij het verder ontwikkelen van een overheidsbeleid met betrekking tot asbest, speelt het EG- overleg een grote rol. Bij dit overleg krijgt asbest vanuit twee invalshoeken de nodige aandacht. Als eerste hiervan wil ik noemen de bescherming van werknemers. Op 19 september 1983 is door de Raad van de Europese Gemeenschappen een richtlijn uitgevaardigd betreffende de bescherming van werknemers tegen de risico's van blootstelling aan asbest op het werk (10).
Het doel van deze richtlijn is harmonisatie tussen de
lidstaten tot stand te brengen en wel op het gebied van: grenswaarden voor blootstelling; voorschriften met betrekking tot preventieve maatregelen, voorlichting, informatie, controle, enzovoorts. De richtlijn maakt geen onderscheid tussen de verschillende soorten asbest, behalve bij de voorgeschreven grenswaarden. De voornaamste aspecten van de richtlijn zal ik hierna onder uw aandacht brengen. Als eerste noem ik hiervan de introductie van een actieniveau. Volgens de richtlijn moet de ondernemer voor alle werkzaamheden waarbij het gevaar bestaat van blootstelling aan asbestvezels dit gevaar vooraf beoordelen. Bij deze beoordeling wordt de vezelconcentratie als criterium gebruikt bij het vaststellen of en in welke
- 38 -
mate voorzieningen moeten worden getroffen. Er is een vezelconcentratie bepaald als grenswaarde, waarboven een uitgebreider regiem geldt dan onder deze grenswaarde, die daarom - overigens niet geheel terecht - actieniveau wordt genoemd. Met de vaststelling van dit actieniveau wordt beoogd de doelmatigheid van de regeling te vergroten. Als actieniveau noemt de richtlijn een concentratie van 0,25 vezel per cm 3 lucht. Voorts wil ik ingaan op de grenswaarden, die in de richtlijn worden genoemd, namelijk: voor crocidoliet 0,5 vezel/cm 3 voor andere asbestvezels dan crocidoliet I vezel/cm 3• Beide waarden bepaald over een referentieperiode van 8 uur. Vergelijk ik deze met de huidige Nederlandse situatie, dan zal de laatstgenoemde grenswaarde, die momentaal 2 vezels/cm 3 bedraagt aanpassing behoeven. In dit verband wil ik melding maken van een recent advies van de Nationale MAC-Commissie. Deze commissie heeft tot taak te adviseren over grenswaarden voor schadelijke stoffen. Zoals u wellicht bekend is heeft een werkgroep van de commissie in 1984 een rapport uitgebracht, waarin de nieuwste gegevens ten behoeve van de onderbouwing van grenswaarden voor asbest worden gepresenteerd (11). Mede gezien de samenhang tussen dit advies en de activiteiten ten behoeve van de implementatie van de richtlijn is thans nog niet tot de definitieve vaststelling van een nieuwe grenswaarde van asbest overgegaan. De huidige grenswaarde voor crocidoliet, 0,2 vezel/cm 3 , gemeten over enige periode van 10 minuten gedurende de arbeidstijd blijft ruimschoots onder de EG-grenswaarde en behoeft dus geen aanpassing, daar de lidstaten in dit geval gerechtigd zijn maatregelen te treffen die een verdergaande bescherming van de werknemers waarborgen. De richtlijn bevat uitgebreide aanwijzingen over periodieke metingen van de asbestconcentratie in de lucht op de arbeidsplaats, over
- 39 -
de te gebruiken meetmethode, een vezeldefinitie, meetfrequentie, de bemonsteringsduur enzovoorts. Deze metingen behoeven niet uitgevoerd te worden als het actieniveau niet wordt bereikt. Ook de volgende maatregelen zijn slechts van kracht als het actieniveau wordt overschreden: melding aan de Arbeidsinspectie van gebruikte types en hoeveelheden asbest, verrichte werkzaamheden en toegepaste procedé's alsmede van de gefabriceerde produkten. registratie in een bedrijfsregister van de betrokken werknemers en van de aard en de duur van de werkzaamheden en de blootstelling. De richtlijn kent een inzagerecht toe aan de werknemer van zijn persoonlijke gegevens en van de anonieme collectieve gegevens. De geregistreerde gegevens dienen tot 30 jaar na de blootstelling te worden bewaard. medisch toezicht op de werknemers; vóór aanvang van de blootstelling aan asbest worden de werknemers in staat gesteld een medische keuring te ondergaan. Deze keuring die een specifiek onderzoek van de borstkas moet omvatten kan tijdens de blootstelling herhaald worden. De keuring dient als basis voor individuele of preventieve maatregelen, die gericht zijn op beperking van het gezondheidsrisico zonodig door beperking of beëindiging van de blootstelling. In dit verband is het ook van belang dat de regeling elke lidstaat verplicht tot het bijhouden van een register van erkende gevallen van asbestose en mesothelioom. Het huidige Nederlandse Asbestbesluit (Arbowet) reikt verder, met het verbod om crocidoliet te bewerken. Zoals hiervoor reeds werd betoogd biedt de richtlijn de mogelijkheid om maatregelen, die een verdergaande bescherming van de werknemers beogen, te handhaven. In de richtlijn wordt afzonderlijk aandacht besteed aan het slopen van asbest. Er dient een werkplan te worden opgesteld, waarin de voor het sloopwerk te treffen voorzieningen ter bescherming van de gezondheid worden genoemd. Ook is voorgeschreven dat asbest en
- 40 -
asbesthoudende
materialen
zoveel
mogelijk
moeten
worden
verwijderd vóór de slooptechnieken worden toegepast. Tenslotte bevat de richtlijn nog een aantal bepalingen en voorschriften die bij het werken met asbest in acht moeten worden genomen en die betrekking hebben op de organisatie van het werk, persoonlijke beschermingsmiddelen, inrichting van werkruimte, enzovoorts. Op 1 januari 1987 zal in Nederland aan het bepaalde in deze richtlijn moeten worden voldaan. Er zal dan een nieuwe fase intreden in de bescherming van werknemers tegen de gevaren van asbest. Ik kom nu tot de tweede invalshoek van het Europe~e asbestbeleid, namelijk de beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van asbest. Een tweede Europese Richtlijn, eveneens van 19 september 1983 heeft hierop betrekking (12). Deze richtlijn bevat het verbod om crocidoliet of crocidoliethoudende produkten op de markt te brengen en te gebruiken, een aantal produkten zijn van dit verbod uitgezonderd, met name buizen van asbestcement, vuur- en hittebestendige
dichtingen,
verbindingsstukken
en
flexibele
compensatoren en koppelomvormers. Voorts bevat de richtlijn bepalingen over de etikettering van asbesthoudende produkten. Met het verbod tot be- en verwerken en het ten verkoop voorhanden houden van crocidoliet uit de Arbowet en het etiketteringsvoorschrift van de Warenwet voldoet Nederland aan deze richtlijn. Bovendien gaat het verbod op niet-hechtgebonden asbest-houdende produkten aanmerkelijk verder dan de richtlijn. Uiteraard is hiermee niet het laatste woord gezegd over het terugdringen van asbestgebruik, noch in EG-verband, noch in Nederland. Het EG-overleg richt zich momenteel op het opnemen van niet-hechtgebonden asbesthoudende produkten in de lijst van verboden produkten. Een punt van discussie is hierbij de methode om de hechtgebondenheid vast te stellen, nog afgezien van de voortdurende en taaie onderhandelingen om aan te geven welke produkten wèl en welke niet bij het verbod opgenomen zullen worden.
- 41 -
In het voorgaande heeft u gezien dat in samenhang met nationale en internationale regelingen de toepassing van asbest in Nederland geleidelijk is teruggebracht tot voornamelijk asbestcement en frictiematerialen. Daarnaast is er voor wat betreft de beheersing van de risico's die samenhangen met het bewerken en verwerken van asbest wetgeving van toepassing die op korte termijn door invoering van de EG-richtlijn zal worden uitgebreid. De ontwikkeling van vervangende materialen voor de nog toegepaste asbestprodukten geeft positieve resultaten te zien. Ik spreek dan ook de verwachting uit, dat de tendens van afnemend asbestgebruik door de ontwikkeling van geschikte vervangingsmiddelen door zal zetten. De gezondheidsrisico's ten gevolge van asbest zullen hierdoor eveneens afnemen. Asbest zal echter nog lang in ons woon-werkmilieu aanwezig blijven, zodat een overheidsbeleid, zoals dit momenteel gebaseerd is op beide Asbestbesluiten en aangepast wordt aan Europese Richtlijnen, noodzakelijk blijft.
- 4-2 -
Referenties (1)
Advies inzake de verwijdering van asbest afval. Commissie TNO voor Asbest en andere Minerale Vezels. 19 maart 1982
(2)
Nota van Toelichting bij het Asbestbesluit Warenwet. Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1983 no. 4-18. 18 juli 1983
(3)
Methode van onderzoek, behorende bij het Asbestbesluit (Warenwet) Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden Jaargang 1983 no. 4-18. 18 juli 1983
(4-)
Testmethode voor asbestbevattende materialen, TNO-rapport F 1851. J. Tempelman, mw. E. Verkoelen, ir. W.M. ter Kuile. oktober 1981
(5)
Inventarisatie van het gebruik van asbest in Nederland. Ing. A. Klomp. december 1984-
(6)
Summary of the Main Features of Asbestos Health Regulations at the Workplace. Asbestos International Association, Information Memorandum no. 3/80. 13 januari 1984-
(7)
Mitteilung der Regierung der Bundesrepublik Deutschland vom 29 april 1985
(8)
Presse Information maart 1984-
(9)
Ersatzstoff Katalog für Asbest. Arbeitsschutz und Unfallforschung. 1982
Wirtschaftsverband
Asbestzement. Bundesanstalt
13 für
(10) Richtlijn van de Raad van 19 september 1983 betreffende de bescherming van werknemers tegen de risico's van blootstelling aan asbest op het werk. (83-4-77-EEG). Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen van 24- september 1983. no. L 26325 en volgende (11)
Rapport inzake Asbest. Werkgroep van deskundigen van de Nationale MAC Commissie. maart 1985
(12) Richtlijn van de Raad van 19 september 1983 houdende vijfde wijziging (aSbest) van richtlijn 76-769 EEG betreffende de onderlinge aantasting van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake de beperking van het op de markt brengen en het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten (83-4-78-EEG). Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen van 24- september 1983. no. L 263-33
-
Ij.Ij. -
Ir. D.A. Visser Foto: Hanne Groenendijk
- 45 -
Een voorbeeld van asbestvervangingj asbestvrije remvoeringen Ir. D.A. Visser Technisch Directeur van de Rotterdamsche Elektrische Tram
Zoals het vaak gaat met bedrijven die een expansie doormaken, dekt de naam niet meer alle activiteiten van het bedrijf. Zo is het ook bij ons. Maar in het gebied waar wij opereren is de naam "RET" een begrip. Voor u zou ik de naam als volgt willen vertalen: "Gemeentelijk metro-, tram- en autobusbedrijf". Wij komen met de drie genoemde technieken in de gemeenten Rotterdam, Schiedam, Vlaardingen, Capelle aid IJssel, Albrandswaard, Hoogvliet en Spijkenisse. We doen dit met 142 metro- en sneltramrijtuigen, 145 tramrijtuigen en 285 autobussen. En met deze aantallen kom ik in de richting van mijn onderwerp van hedenochtend, namelijk remvoeringen. In het jaar 1970 kreeg het bedrijf het eerste advies van het bureau Bedrijfsveiligheid van de gemeente Rotterdam. Dit betrof adviezen voor de bewerking van remvoeringen. Eén van de punten van het advies luidde: "bij de leverancier aandringen op het vervangen van asbest door een ongevaarlijke stof". Maar dat vervangend materiaal was er in 1970 niet. Van hetzelfde jaar is ook een brief van het Directoraat-Generaal van de Arbeid over de uitbreiding van het landelijk asbestose-onderzoek. Deze brief was gericht aan onze autobussenwerkplaats. Bij de verplaatsing van de bewerking van de remvoeringen naar een aparte werkplaats met afzuiginrichtingen is apparatuur aangeschaft met een filterinstallatie die zo fijnmazig is dat alle asbestvezels
- 46 -
worden opgevangen. In 1972 is op ons verzoek een onderzoek verricht door het laboratorium van de Arbeidsinspectie naar de asbestconcentratie in de lucht in deze werkplaats. Het resultaat luidde: "de in de inademingslucht gevonden asbestconcentraties liggen alle ver beneden de maximaal toegelaten waarde. Geconcludeerd mag worden dat de gemeten luchtsnelheden, zowel in de werkopening van het kastje als in de kop rond de schuurrol, voldoende zijn om een goede afzuiging van het geproduceerde stof te waarborgen". Inmiddels ging ook bij de vakbonden en andere geïnteresseerde en betrokken groeperingen asbest steeds meer in de belangstelling staan. Ook het stof uit remtrommels kwam ter discussie. Eind 1976 vond een onderzoek plaats door de Arbeidsinspectie van stof uit remtrommels. Hieruit bleek: "In het poeder zijn slechts enkele vezels aangetroffen, welke niet met zekerheid als witte asbest geïdentificeerd konden worden. De resultaten van bovengenoemd onderzoek wijzen in de richting van een structuurverandering van het asbest, veroorzaakt door de tijdens het remmen optredende temperatuurverhoging en krachten. Ik dring er bij u op aan om met behulp van aangepaste voorzieningen de verspreiding van het stof bij reiniging tot een minimum te beperken". Hierna is de werkwijze gevolgd van niet meer schoonblazen doch nat reinigen. In 1979 werd nogmaals een advies gevraagd omtrent de inrichting van de remvoeringswerkplaats. In 1980 is de eerste proef genomen met asbestvrije remvoeringen. Deze proef slaagde niet, de tweede proef met een ander merk mislukte. De derde proef met weer een ander merk mislukte ook. Op dit ogenblik beproeven we een uit Amerika afkomstige asbestvrije remvoering, met goede resultaten. Op 33 autobussen is nu een asbestvrije remvoering toegepast. Maar, dames en heren, het is een zaak van vallen en opstaan. Ook vandaag de dag geven asbestvrije remvoeringen meer problemen dan andere. De materiaalprijs is hoger en de montage luistert nauwer. Niettemin zijn wij van mening, dat het doel zo belangrijk is, dat wij doorgaan. Natuurlijk hebben wij nog bussen met asbesthoudende
- 47 -
remvoeringen, doch die voeringen bestellen wij op maat en we bewerken het materiaal niet meer. Schuren en frezen doen we· dus wèl aan asbestvrije remvoeringen maar niet maar aan asbesthoudende remvoeringen. Op de bussen die wij hebben, kunnen wij als proef asbestvrije remvoeringen inbouwen. Autobussen kunnen we vandaag de dag nog niet kopen met asbestvrije remvoeringen. Ook door de fabrikant van het buschassis worden proeven gedaan. Hun conclusie luidt: "de levensduur van asbestvrije remvoeringen is gelijkwaardig aan die van asbesthoudende remvoeringen. De meerprijs die voor asbestvrije remvoeringen betaald moet worden maakt het nog niet aantrekkelijk over te gaan op asbestvrije remvoeringen. Van de drie beproefde asbestvrije remvoeringen voldeed er één zonder noemenswaardige technische problemen. Op dit moment achten wij het nog niet wenselijk om integraal over te gaan op asbestvrije remvoeringen. In de toekomst zal de kwaliteit van asbestvrije remvoeringen nog toenemen, daar er vanwege de steeds belangrijker wordende milieuaspecten alleen nog maar asbestvrije remvoeringen verder uitontwikkeld worden. Over enkele jaren zullen er alleen nog asbestvrije remvoeringen verkrijgbaar zijn". Ik moet u zeggen, dat uit gesprekken die daarna gevoerd zijn, ik persoonlijk de indruk heb, dat de tijdsperiode die in dit citaat genoemd wordt wel mee zal vallen. Op grond van onze proeven zou een optimistisch gestelde conclusie als volgt kunnen zijn: bij een aanschaffingsprijs die op dit moment nog aanzienlijk hoger is bij asbestvrij ten opzichte van asbesthoudend kan de einduitkomst toch ongeveer gelijk zijn, omdat de standtijd wellicht kan komen tot het dubbele en omdat de kosten van een tussentijdse montage van een nieuwe serie remvoeringen kan worden uitgespaard. Tot nu toe heb ik alleen gesproken over autobussen maar in mijn inleiding heb ik u ook genoemd aantallen metro's en trams. Wel, bij onze railvoertuigen ' is het zo, dat alle trams, metro- en sneltramrijtuigen die we op dit moment in gebruik hebben, zijn voorzien van schijfremmen en op deze voertuigen bevinden zich dus geen
- 48 -
remtrommels. Er is dus ook niet de noodzaak van het bewerken. De remblokken kunnen in- en uitgebouwd worden zonder dat er verder aan het materiaal zelf behoeft te worden gewerkt. Wij gaan thans over naar de asbestvrije remblokken. Hoewel in de uitnodiging van vandaag alleen zijn genoemd remvoeringen bij de RET wil ik toch ook wel graag een paar andere punten aansnijden die betrekking hebben op het materiaal asbest. U ziet, hier liggen nog mooie apparaatjes, het lijken kleine kastjes. Men noemt dat bij ons vonkenschotten; die zitten in schakelaars in railvoertuigen. Oorspronkelijk werden deze ook gemaakt van asbest, thans gebruiken wij hiervoor asbestvrij materiaal. In onze oude tramrijtuigen zaten wel remtrommels, maar er zat ook blauw asbest in als isolatiemateriaal. Deze rijtuigen werden ont-asbest en afgevoerd. Een poosje geleden had ik een meneer op bezoek uit Amerika en hij wilde voor een bepaald project een oude tram kopen. Ik heb hem toen een tram aangeboden voor de prijs van één dollar. Hij vond de prijs erg laag en ik heb hem daarna verteld, dat de kosten voor het ont-asbesten dan uiteraard voor zijn rekening kwamen. Hij heeft mij toen gezegd zo snel mogelijk te zullen antwoorden wat hij van plan was. Dit is echter al meer dan een half jaar geleden; ik heb nog niets gehoord! Isolatiemateriaal troffen we ook aan in onze bussen rond de leidingen van de verwarming. Omdat hieraan reparatie nodig kan zijn is al dat materiaal vernieuwd. Dit heeft circa drie ton gekost. Ik wil graag eindigen met een klein stukje uit het blad "De Veiligheid" nr. 7/8 van 1985 "Asbest uit remvoeringen in Zweden". Daarin staat dat in Zweden de verkoop van auto's en motorrijwielen met remvoeringen die asbest bevatten vanaf 1-1-1987 wordt verboden. Het verbod zal alleen betrekking hebben op nieuwe voertuigen. Als U dan het artikel verder leest, dan blijkt dat men zich nu bezig gaat
- 49 -
houden met kwesties als remvoeringen en koppelingen van zware voertuigen. Ook daaruit blijkt dus - zoals het ook uit onze ervaringen is gebleken - niet zo eenvoudig te liggen om dit van de ene op de andere dag op te lossen. 'Maar als ik even terugkijk naar de film "Alice, a fight for life" die we in de pauze hebben gezien, dan zou ik graag willen besluiten met te zeggen "het openbaar vervoer op de asbestvrije toer".
- 50 -
Dhr. J. de Waal Foto: Hanne Groenendijk
- 51 -
As-best of slecht? Dhr. J. de Waal Ex-werknemer asbest industrie
Enige tijd geleden moest ik voor onderzoek naar het ziekenhuis van de Vrije Universiteit van Amsterdam. In een ziekenzaal werden plafondpanelen gesloopt. Er moest aan elektrische leidingen gewerkt worden. Die panelen waren asbestplaten. En een stof dat er vrij kwam. Nou vraag ik u toch, in een ziekenhuis moeten ze toch weten hoe gevaarlijk asbest is. Ik heb jarenlang gewerkt in een asbestisolatiebedrijf in Amsterdam. Het bedrijf verwerkt nu geen asbest meer. Maar ik heb waarschijnlijk "asbest op mijn longen". In deze voordracht wil ik duidelijk maken hoe we met asbest gewerkt hebben en hoe we achter de gevaren van asbest kwamen. Vervolgens wil ik uiteenzetten wat het voor mij en mijn naaste omgeving betekent asbestose te hebben. Er is door mij een eis tot schadevergoeding ingediend bij mijn toenmalige werkgever. Ik wil aangeven waarom ik die eis heb ingediend. In het bedrijf waar ik werkte kwam de ruwe asbest binnen in zakken. Met een molen werd de ruwe asbest fijngemalen tot vlokken. De asbestvlokken werden verwerkt tot zogenaamde schalen, die vaak op maat gezaagd werden voor de klant. Ook werd de asbest als vlok doorverkocht aan de klant. Of er werden isolatieplaten van gemaakt. Overal waar isolatie werd aangebracht, hitte moest worden afgeschermd, werd asbest gebruikt. In de scheepsbouw, de industrie, de
- 52 -
woningbouw, de mijnen. De eerder genoemde schalen werden gebruikt om leidingen in fabrieken te isoleren. Je kunt zo'n schaal heel simpel om een leiding heendraaien. Dat werk werd door isoleerders gedaan. De platen werden als isolatiescherm gebruikt. We werkten zowel met de witte als met de blauwe asbest. De witte overdag en in de avonduren, bij overwerk, vermaalden we de blauwe. In de maalderij moest je asbestzakken op de band gooien en met je handen de kluiten asbest er uit trekken. Het stofte ontzettend. Je moest af en toe naar buiten om lucht te happen. Je kon het heel goed zien als er wel eens een straaltje zon door het raampje in de fabriekshal scheen. Dan zag je echt een waas hangen. Ook in de zagerij was het erg stoffig. De ramen van het kantoor waren altijd dicht vanwege het stof. En het kantoor staat ongeveer 100 meter van de maalderij en zagerij af. Bij de schoonmaak van de hal dwarrelde veel stof op. Met bezems werd het stof bij elkaar geveegd. Het bedrijf had ook een opslag van ruwe asbest. Daar stonden ettelijke duizenden balen asbest. Voor de ventilatie was er alleen een achterdeur, die altijd op slot was. Van de Arbeidsinspectie merkte je niet veel. Ja, voor ze langskwamen moest er worden schoongemaakt. Dan moesten we ineens snuitjes voordoen. Dat zijn van die maskers, die zo over je mond gaan. Die dingen zijn veel te onhandig. Ze worden vochtig door je adem en dat zat niet lekker. Dus niemand had die dingen om. Na veel aandringen kregen we van het bedrijf melk om de hapklare asbestvlokken weg te slikken. Als je in een bedrijf werkt, zoals ik in de isolatie, dan geloof je je chefs. Die zeggen dat het wel meevalt met die asbest. Pas na jaren merk je de effecten op je gezondheid. Tegen ons is nooit gezegd, dat werken met asbest gevaar opleverde. Niemand heeft ons verteld wat dat "asbest op de longen" nou precies inhield. Je stond er eigenlijk niet bij stil. Je hoorde wel steeds meer onder collega's: van die heeft asbestose en die is dood en die loopt te
- 53 -
hijgen en te piepen. Maar het is de directie, die de mensen dit soort werk laten doen. Zij hebben goed geld verdiend aan die asbesttroep. Het lijkt me sterk dat de directie niet geweten heeft hoe gevaarlijk asbest is. Je hebt de regering, deskundigen, geleerden en daar bouw je ergens op. Je verwacht niet anders van die mensen dan dat ze rotzooi zoals asbest uit de handel nemen. Veel mensen zijn slachtoffer geworden van asbest. Toch zie je dat asbest en asbestprodukten nog veel worden gebruikt. Veel van die mensen die er nu nog mee werken, weten net zo weinig van de gevaren van asbest als wij toen. In de periode, dat ik in de asbestisolatie werkte, ontbrak me 's avonds de eetlust. Na jaren werd ik opgenomen vanwege m'n asbestose. Maar je krijgt niet alleen last van je longen, maar ook van je hart. Een tijdje terug heb ik een hartcatherisatie gehad. Op dezelfde dag, toen ik opgenomen werd, verliet Wim Sonneveld hetzelfde ziekenhuis horizontaal. Ik dacht, laat ik het beter doen. Laat ik er verticaal uitkomen. Dat is toen gebeurd. Maar 't zijn niet alleen mensen die ermee werken die er aan dood gaan. Pas geleden is de vrouw van een collega van mij van het isolatiebedrijf overleden. Ze had asbestkanker. Ze heeft nooit met asbest gewerkt. Maar ze klopte altijd al de werkkleding uit van haar man. De asbest die op die overall zat heeft haar longen verwoest. Het is vreselijk dat nu nog veel mensen lichtzinning over asbest denken. Ik heb daar geen woorden voor. Ik vind dat een heel slechte zaak. De werkgever is verplicht te zorgen voor veilig werk in de fabriek. Het is al heel lang bekend dat asbest schadelijk is. Als ze dan toch doorgaan met het toepassen van asbest, dan moeten ze ook voor de gevolgen daarvan opdraaien. Zoals ik al gezegd heb, werden wij niet op de hoogte gebracht van de schadelijke gevolgen van asbest. Daarom heb ik een eis tot schadevergoeding ingediend.
- 51j. -
Ik weet wel, al betalen ze je miljoenen, daar heb je je gezondheid niet mee terug. Maar misschien dat als de asbestindustrie veel geld moet gaan betalen voor de gevolgen van asbest voor de werknemers, dat ze dan sneller zullen besluiten te stoppen met het toepassen van asbest. Dat ze dan zullen overschakelen op asbestvervangende middelen. Die zijn immers voor veel toepassingen van asbest al bekend. Wel vaak duurder ja. Maar duurder dan een mensenleven??? Politiek ben ik niet links georiënteerd en ook niet rechts. Politiek interesseèrt me niet. Maar die asbest moet het land uit. Het is vreselijk, als slachtoffer word je er danig mee geconfronteerd. Daar komt nog bij dat ik vanwege mijn slechte gezondheid nu van een WAO-uitkering moet rondkomen. Naast mijn gezondheid heb ik ook een deel van mijn inkomen moeten inleveren. Mijn gezin komt tekort. En met de afbraak van het stelsel van sociale verzekeringen worden de vooruitzichten er ook niet rooskleuriger op. Het indienen van een eis tot schadevergoeding doe je niet voor de lol of alleen voor het geld. Als je eis toegekend wordt, dan is het zuur betaald. Met je gezondheid, zoals ik al zei, maar ook de procedures rond een eis tot schadevergoeding zelf vormen een aanslag op je gezondheid. Er gaat erg veel tijd in zitten voordat de rechter een uitspraak doet. Ik weet niet wat het is maar het lijkt wel of die advocaten elk woord op een goudschaal wegen. En ze hebben een hoop woorden - vooral lange en ingewikkelde woorden. Het duurt bijvoorbeeld maanden voor de een de ander een stuk toestuurt. En wij maar wachten en in spanning zitten. Je hoort of leest heel weinig over de gevaren van asbest. Terwijl er toch ook steeds meer asbest in het milieu komt. Het stapelt zich op. Asbestvezels komen in het milieu bij elke trap op de rem, bij elke storting van asbestafval, door bewerking en verwering van asbesthoudende produkten. Nog elke dag ademen mensen asbestvezels in. Dat betekent, dat zij de kans lopen om net als ik op een kwaaie dag te merken dat ze ziek zijn van asbest. En dat wens ik niemand toe.
- 55 -
Asbest wordt uit de mijnen gehaald met als gevolg dat het op korte of langere termijn in het milieu vrijkomt. Laat asbest zitten waar het zit. Het is niet nodig - er zijn vervangingsmiddelen. Er zijn al vele slachtoffers gevallen. Er zullen er nog vele volgen want asbest werkt langzaam maar dóór. Ik wil me inzetten om te voorkomen dat asbest nog meer slachtoffers maakt. Ik wens de organisatoren van dit symposium veel succes toe met hun acties tegen asbest. Ik ben blij dat ik daaraan mijn steentje kan bijdragen. Asbest de wereld uit. Asbest is as-slecht.
- 56 -
Drs. P.H.J.J. Swuste Foto: Hanne Groenendijk
- 57 -
De geschiedenis van de asbestproblematiek in Nederland Drs. P.H.J.J. Swuste Wetenschappelijk medewerker Vakgroep Veiligheidskunde, TH Delft
Asbest is een magisch mineraal. Dit komt door de schijnbare tegenstelling tussen het broze, donzige uiterlijk en de onbrandbaarheid van het mineraal. Een .eigenschap die al vroeg bekend was. De eerste bekende toepassingen van asbest komen uit Finland en Oost-Afrika. Vijf en twintig eeuwen voor onze jaartelling is asbest toen gebruikt voor de versteviging van aardewerk. Asbesttextielprodukten, zoals doeken en matten, zijn al bekend in de Egyptische en Chinese beschaving. De Grieken en Romeinen gebruikten asbest als grondstof voor pitten van olielampen. Ook werden doodskleden van asbest gemaakt. De tere verschijningsvorm van het mineraal komt ook tot uiting in de naamgeving. Chrysotiel, oftewel witte asbest, is een term afkomstig uit het Grieks. Het betekent gouden haartje. Blauw asbest, crocidoliet, is eveneens afgeleid van het Grieks. Het betekent wollig, vlokkig. Amosiet, bruin asbest, is een commerciële naam. Het is de samentrekking van de beginletters van Asbestos Mines of SouthAfrica. Tremoliet is genoemd naar de vindplaats Tremola, in de nabijheid van de St. Gotthard. In de vorige eeuw is asbest een commercieel produkt geworden. De ontwikkeling van de stoommachine, met name het toenemende gebruik van hogere stoomdrukken, vergrootte de vraag naar hittebestendige pakkingen. Ook de veelvuldig voorkomende stadsbranden
- 58 -
creëerden een markt voor asbest isolatiematerialen (Swuste
198~).
Behalve hittebestendig is asbest slijtvast en bestand tegen zuren en logen. Deze eigenschappen waren belangrijk voor de ontwikkeling in het begin van deze eeuw van de asbesttextiel- en asbestcementindustrie. De snelle expansie van de asbestcementindustrie overschaduwde in latere jaren bijna alle andere asbesttoepassingen. In dezelfde tijd werd asbest ook toegepast in remvoeringen en koppelingsplaten. Tijdens en na de wereldoorlogen groeide de vraag naar asbest explosief. Geen schip werd meer verzekerd als het niet vol zat met ·asbestisolatie. Een speciale isolatietechniek, het verspuiten van asbest, werd in de dertiger jaren in Engeland ontwikkeld. Een redelijk recent genomen foto van deze techniek ziet u in figuur 1. Het moet duidelijk zijn, dat voor de industrie asbest een magisch mineraal is. Het is goedkoop en vormt de basis voor een grote diversiteit aan produkten. Produkten, die een wezenlijke rol spelen in
Figuur 1. Het verspuiten van asbest. Bron: dr. J. Stumphius
- 59 -
diverse technologieën. Nederland heeft in vergelijking tot WestDuitsland, Engeland of de Verenigde Staten altijd een bescheiden asbestindustrie gekend. Het begin van de Nederlandse asbestindustrie is moeilijk te achte rhalen. Het is bekend dat rond de eeuwwisseling asbest uit Canada werd ingevoerd. Algemeen wordt aangenomen dat Nederland geen grote asbesttextielbedrijven heeft gekend. De eerste bedrijven waar asbest werd toegepast zijn de isolatiebedrijven. Aan het einde van de dertiger jaren werd in Nederland begonnen met de produktie van asbestpapier, asbestcement en de asbestremvoeringen. De vloerbedekkingsindustrie, waar asbest als vulmiddel werd gebruikt, volgde vijftien jaar later. Asbest kan zich opsplitsen tot vezels met minuscuul kleine diameters. Daardoor kan asbest diep in de longen doordringen en zijn de belangrijkste gezondheidseffecten ook in de longen te verwachten. In het onderste deel van de luchtwegen, de alveoli, is geen slijmlaag aanwezig die asbest vezels kan opvangen en kan afvoeren. Het verdedigingsmechanisme tegen ongewenste stoffen bestaat uit de macrofagen. Dit zijn cellen die lichaamsvreemde stoffen kunnen insluiten en verwijderen. Wat gebeurt er nu als een macrofaag een asbestvezel ontmoet? Figuur 2 laat dit zien. In dit figuur ziet u een macrofaag. Dat is het grote bolvormige lichaam. Zoals u ziet, is een asbestvezel aan het oppervlakte gehecht. Daar de asbestvezels niet erg gevoelig zijn voor een enzymatische afbraak, wordt in de macrofaag een eiwitmantel om de vezel gevormd. Het zogenaamde 'asbestlichaampje' ontstaat dan. Als de asbestvezel te lang is voor een macrofaag, "verliest" de macrofaag. Dit is in figuur 3 duidelijk te zien. Maar ook vezels die klein genoeg zijn voor een macrofaag, worden
niet
altijd
omgevormd
tot
een
asbestlichaampje.
Waarschijnlijk wordt slechts 1 op de 1000 asbest vezels met een lengte
van
2
micrometer
of
asbestlichaampje (Selikoff e.a.
kleiner 1978) ~
omgevormd
tot
een
Een micro-meter is een
lengtemaat en staat voor één miljoenste meter.
- 60 -
Figuur 2.
Macrofaag met asbestvezels Foto: L. Nilsson ©
Boehringer lngelheim BV
Eenmaal in het lichaam kunnen de asbestvezels aanleiding geven tot een aantal ziektebeelden. De bekendste is asbestose. Dit zijn stoflongen veroorzaakt door asbest. De manier waarop asbest asbestose kan veroorzaken is als volgt te begrijpen. De vezels in de longen irriteren het weefsel. Er ontstaat een ontstekingsreactie, gevolgd door de vorming van littekenweefsel. Op den duur wordt de long star. Naast asbestose kan asbest ook kanker veroorzaken. Longkanker, keelkanker, maag-darmkanker en mesothelioom. Deze laatste is een kanker van het longvlies of buikvlies. Aanvankelijk werd gedacht dat vooral de chemische samenstelling van asbest verantwoordelijk was voor de kankervorming. Dit leidde tot de veronderstelling dat het blauwe asbest de grote boosdoener was. Wit asbest zou dan, door zijn verschil in chemische samenstelling geen kanker kunnen veroorzaken. Dit verschil tussen de soorten asbest is terug te vinden in de asbestwetgeving in Engeland (Swuste
- 61 -
Figuur 3.
Macrofaag met bundel asbestvezels Foto: L. Nilsson ©
Boehringer Ingelheim BV
e.a. 1985). Ook in Nederland, dat in menig opzicht Engeland volgt, zien we hetzelfde. Blauw asbest is verboden, het witte asbest niet. Naast de chemische verklaring voor het ontstaan van kanker, en dan met name mesothelioom, is er een theorie ontwikkeld die de nadrl.!,k legt op de afmetingen van de vezel. Deze vezelgeometrietheorie wordt nu als de beste verklaring gezien. De lengte en de diameter van de vezel bepalen niet alleen de inhaleerbaarheid, maar ook de mogelijkheid tot kankervorming. In figuur
Ij.
ziet u een driedimen-
sionale grafiek. De lengte en diameter van vezels zijn uitgezet tegen een carcinogeniteitsfactor. De maat van de lengte en diameter is de micrometer. De carcinogeniteitsfactor is uitgezet in procenten. Uit de grafiek is af te leiden dat de asbestvezels met een lengte van 20 micrometer, met een diameter tussen 0,125 en 0,25 micrometer het sterkst carcinogeen zijn. Vezels met deze geringe diameter zijn alleen zichtbaar onder een electronenmicroscoop. Uit de figuur volgt
- 62 -
100
80
(5
Length [IJm] 1.25
60 2.5
0.0.31
40
<) . 0..0625 ~ '?~ · 0..125 i'~ ,..~ 0..25 ')
tl .!!! ~ Ü
·ë
al Cl
20
0
c:
.~
ca
U
0..5
Figuur 4. De carcinegene peten tie van vezels en hun afmetingen (Pett 1980)
eek dat vele kleine asbestvezels hetzelfde carcinegene effect kunnen hebben als een gering aantal lange asbestvezels. Een belangrijk gevelg van deze vezelgeemetrietheerie is dat Veer de kanker werking het niet uitmaakt wat Veer seert asbestvezel ingeademd wo.rdt. De afmetingen van de vezel zijn bepalend veer het kankerpreces en niet de chemische samenstelling. Tet de Tweede Wereldeerleg zijn in Nederland zo. geed als geen aanwijzingen te vinden ever asbest als gevaarlijke stef. Een uitzendering hierep is de beschrijving van de eerste asbestese-patiënt in 1939 in het jaarrappert van de Arbeidsinspectie. In het preefschrift van Dr. Hampe - Stef en Steflengen - werdt deze asbestese wederem beschreven. Dr. Hampe schreef: "Het bleek dat deze arbeider sinds 24 jaar werkzaam was geweest in een asbestfabriek en wel veo.rnamelijk als iseleerder" (Hampe 1942).
Hij wees ep de needzaak
asbestese als bereepsziekte te erkennen. Dr. Hampe waarschuwde
- 63 -
ook voor het gevaar op longkanker: "Er is echter één complicatie die de allergrootste aandacht verdient, namelijk het ontstaan van bronchuscarcinoom (longkanker) in longen met asbestose. Het is niet meer mogelijk van een toevalligheid te spreken. Alles wijst erop dat we te maken hebben met een beroepskanker". De meldingen van longkanker in relatie tot asbestblootstelling zijn zeldzaam in de Nederlandse vakliteratuur. Asbestose kon als zodanig herkend worden door het belangrijke onderzoekswerk dat in Engeland was verricht. Al in 1898 wees de Engelse Arbeidsinspectie voor Vrouwen op de gevaren van asbeststof in asbesttextielfabrieken. In 1930 voerde de Engelse Arbeidsinspectie het eerste grote asbestonderzoek uit, wederom in de asbesttextielindustrie. Op grond hiervan werd asbestose in 1931 als beroepsziekte in de textielindustrie erkend. De aandacht voor asbest in Engeland heeft echter niet kunnen voorkomen dat in de dertiger jaren het verspuiten van asbest, als isolatietechniek, door een Engels bedrijf werd ontwikkeld. De massale sterfte aan asbestziekten onder isoleerders werd pas na de Tweede Wereldoorlog zichtbaar. Zo ook in Nederland. In de 50-er jaren werd asbestose onder isoleerders veelvuldig in de jaarverslagen van de Arbeidsinspectie vermeld. In 1969 kwam asbest opnieuw in de belangstelling te staan door het proefschrift van dr. Stumphius - Asbest in een bedrijfsbevolking (Stumphius 1969). Dr. Stumphius was bedrijfsarts van de scheepswerf 'De Schelde' te Vlissingen. In een tijdsbestek van 5 jaar zag dr. Stumphius 25 sterfgevallen aan mesothelioom. Een zeer hoog aantal voor het dunbevolkte Walcheren. Het overgrote deel van de mesothelioompatiënten was afkomstig van de werf; het waren vooral werknemers die een lage blootstelling aan asbest hadden gehad. Mesothelioom is een typische asbest kanker die reeds het gevolg kan zijn van een geringe asbestblootstelling. Op basis van het onderzoek kon voorspeld worden dat alleen al op Walcheren tot het jaar 2000 in totaal 200 sterfgevallen aan mesothelioom te verwachten waren.
- 64 -
In Nederland werden de risico's van asbest gereduceerd tot twee beroepsgroepen. Een risico op asbestose onder isoleerders en op mesothelioom in de scheepsbouwindustrie. Met het Asbestbesluit uit 1978 werd het verspuiten van asbest als isolatietechniek verboden. Samen met een wegkwijnende scheepsbouw leek het asbestprobleem zichzelf op te lossen in Nederland. Dr. Stumphius wees in zijn proefschrift op een volksgezondheidsprobleem: 'Het ligt voor de hand, dat de industrie nu de eerste mesotheliomen oplevert, jaren nadat het asbest daar meer en meer ingang vond. Gezien de huidige verbreiding van asbest, vooral buiten de industrie, moet men vrezen voor een expositie in dezelfde grootteorde voor gehele bevolkingen. De 'si/ent killer' asbest ontwikkelt zich snel van een bedrijfsgeneeskundig tot een duidelijk volksgezondheidsprobleem'. Op dit moment is het nog niet met stelligheid te zeggen of deze toekomstprofetie waarheid is geworden. Hoe is nu de stand van zaken in Nederland? Van de drie meest bekende asbestziekten, asbestose, longkanker en mesothelioom, zijn er alleen landelijke gegevens over mesothelioom. De Nederlandse Vereniging van Artsen voor Longziekten en Tuberculose schat de incidentie op 150-200 per jaar (Planteydt 1984). Dit getal is een ondergrens voor het werkelijke aantal mesotheliomen dat per jaar optreedt. Mesothelioom is een moeilijk te herkennen ziekte voor artsen. De relatie tussen mesothelioom en beroep wordt nog nauwelijks gelegd. Het is daarmee aannemelijk, dat mesothelioom als gevolg van asbestblootstelling, nog een belangrijk probleem is (Vliet e.a. 1985). De omvang van dit probleem wordt ook duidelijk uit figuur 5. De invoer van ruwe asbest daalt sterk na 1978. Dus de problemen in de primaire asbestindustrie worden kleiner. Daar staat tegenover een stijgende invoer van asbestprodukten, met name
asbestcement~
Door
het bewerken van deze asbestprodukten kan ook een aanzienlijke asbestblootstelling ontstaan. Voorbeelden hiervan zijn het door-
- 65 -
"0 I
....
'
I ,
.,," \,'
I 30
10
- -
_
-
• invoer .sbesthoudende D/'oducten
• norm voor
asbest
Figuur 5. De ontwikkeling in de tijd van "asbestziekten", de arbeidshygiënische norm voor asbest en de invoer van asbest(houdende produkten) in Nederland. Bron: Disselen e.a. 1985
slijpen van asbestcementplaten in de bouw, of het afdraaien van asbestcement-waterleidingbuizen (Burdorf 1985). Werkers met deze produkten hebben dus een kans op een aanzienlijke asbestblootstelling. Het is de vraag of asbest zich daardoor tot een algemeen milieuprobleem ontwikkelt. Asbest komt al overal voor in de buitenlucht. Het verschil tussen het platteland en het stedelijk gebied is duidelijk uit tabel 1. Reeds in 1918 is een grote Amerikaanse verzekeringsmaatschappij gestopt met de verstrekking van levensverzekeringspolissen aan asbestwerkers. Het risico was te groot dat aanzienlijke bedragen op levensverzekeringen moesten worden uitbetaald.
- 66 -
plaats
aantal vezels/m 3 lucht 0,9
agrarisch gebied
Ussel
kleine stad grote stad
Vlissingen
1 -
2
Rotterdam
3 -
6
asbestcementfabriek
Goor
5 - 60
remmende auto's
IJ-tunnel
38 - 80
10 3 10 3 10 3 10 3 10 3
Tabel 1. Aantal asbestvezels in de buitenlucht (IMG-TNO 1981)
Het moge duidelijk zijn wat de conclusie van mijn betoog is. Het werken met asbest kan grote risico's opleveren voor werknemers. Dat geldt zowel voor werken met ruwe asbest als met asbestprodukten. Het streven moet daarom niet gericht zijn op een verminderd gebruik van asbest of asbestprodukten maar op de vervanging van asbest door andere, onschadelijke stoffen en produkten.
- 67 -
Referenties Burdorf, L. Asbest, arbeidsomstandigheden en verschuiving van risico's. De Veiligheid g (1985) 455-458 Disselen, C. Asbestprojektgroep en Vakgroep Veiligheidskunde TH Delft. Asbest het magische materiaal. Vakgroep Veiligheidskunde, Delft 1985 Hampe, J.Stof en stoflongen. Van Gorcum, Assen 1942 IMG-TNO. Asbest en andere numerale vezels in de buitenlucht. Delft 1981 Nilsson, L. Pictures of the Lungs. Alkmaar 1981
Boehringer Ingelheim BV,
Planteydt, H. Persoonlijke mededeling 1984 Pott, F. Tierexperimente in: Umweltbundesamt. Lüftqualitätskriterien Umweltbelastung durch Asbest und andere faserige Feinstaube. Berichte 7/80. Smidt Verslag, Berlin 1980 Selikoff, I. en D. Lee. Asbestos and disease. Academic Press, New Vork 1978 Stumphius, J. Asbest in een bedrijfsbevolking. Van Gorcum, Assen 1969 Swuste, P. De ontdekking van asbestose. Wetenschap en Samenleving .§. (1984) 13-19 Swuste, P. en C. Disselen. Asbest in Groot-Brittannië. Vakgroep Veiligheidskunde TH Delft. Delft 1985 Vliet, L. van, D. Heederik en P. Swuste. Mesothelioom en beroep. Verschijnt in december 1985 nummer 24 van het Tijdschrift voor Sociale Gezondheidszorg
·,
- 69-
Discussie
Voorzitter (dhr. Goossens): De sprekers, die nu achter de tafel zitten, hebben vanochtend de gelegenheid gehad om zich te uiten. Ik wil mijn introductie heel kort houden en nu aan de zaal de gelegenheid geven tot het stellen van vragen. Wie van u mag ik als eerste het woord geven. Zaal (dhr. Hendriks, Advies Commissie Asbestbesluit): Ik wilde twee vragen stellen aan dhr. Rombouts. Hij heeft in zijn inleiding gesteld, dat er een regiem moet komen voor het slopen van asbest houdend materiaal. Ik zou aan dhr. Rombouts willen vragen; wanneer komt dat regiem er eindelijk. Ik vind dat een urgente zaak. De tweede vraag voor dhr. Rombouts is de volgende. Wanneer er toestemming gegeven wordt voor het slopen van asbest, dan ligt de verantwoordelijkheid bij de Arbeidsinspectie. Ik denk daarbij aan grote sloopprojecten, energiecentrales en dergelijke. Ik heb het idee dat de tussentijdse controle door de Arbeidsinspectie niet optimaal is. Is dat ee"n gevolg van de onderbezetting van de Arbeidsinspectie? Wat kunnen we daar aan doen? Uit eigen ervaring weet ik, dat bij de sloop van bijvoorbeeld een energiecentrale, een tussentijdse controle zeer noodzakelijk is. Dhr. Rombouts: Voor een deel bestaat er al een regiem voor het slopen. Namelijk voor dàt deel van het slopen, wat crocidoliet be-
- 70 -
treft. Het blijkt dat veel van de toegepaste asbest crocidoliet is. Om dat te mogen slopen moet aan het betrokken districtshoofd van de Arbeidsinspectie een vergunning worden aangevraagd van het Asbestbesluit. Van het betreffende bedrijf, dat de sloop uitvoert, wordt een sloopplan verlangd. Hierin moet zijn aangegeven, hoe de sloop wordt aangepakt. Welke maatregelen daarbij getroffen worden. Op grond daarvan wordt een beeld gevormd van de gezondheidsrisico's, die daarbij gelopen worden. De aanvraag wordt onderworpen aan een advies van de Advies Commissie Asbestbesluit. Daarna volgt, als alles in orde is, een ontheffing. De bedoeling van het regiem is, dat het geschikt wordt voor een breder toepassingsgebied. Het is nu beperkt tot blauw asbest. Met name het losgebonden asbest, niet zijnde crocidoliet,
~ou
ook onder een dergelijk regiem
komen te vallen. Een datum daarvoor is moeilijk aan te geven. Om dit tot stand te brengen, is een wijziging van de wetgeving nodig. Dit moet voorafgegaan worden door een adviesprocedure. Ik verwacht, dat het op gang brengen van de adviesprocedure binnenkort zal gebeuren. Hoelang het daarna nog duurt voordat de wetgeving in die richting is aangepast, hangt van de procedure af. De tweede opmerking is, het toezicht van de Arbeidsinspectie bij de sloop. Zoals al betoogd is, is met het sloopplan en de te nemen maatregelen een garantie ingebouwd, dat de sloop goed zal verlopen. De Arbeidsinspectie zal niet alle sloopwerkzaamheden intensief kunnen volgen. Een inspectie tussendoor in incidentele gevallen, wordt zeker gedaan. Als men vindt, dat de Arbeidsinspectie intensiever moet inspecteren, dan moet ik inderdaad zeggen dat er een compromis moet worden gevonden tussen de beschikbare mankracht en al die terreinen, andere dan asbest, die de aandacht vragen. Daarin moet een afweging worden gemaakt. Mijn indruk is, dat het toezicht op sloopwerkzaamheden met crocidoliet op dit moment voldoende is. Dhr. Goossens: Is daarmee uw vraag voldoende beantwoord?
- 71 -
Zaal (dhr. Hendriks): Ik denk dat dhr. Rombouts ook weet, als mensen in de praktijk werkzaam zijn onder druk van de werkgever, de maatregelen op papier er ogenschijnlijk goed uitzien. Onder druk van de omstandigheden blijven in de praktijk vele maatregelen achterwege. Daarom zou het goed zijn als de Arbeidsinspectie tussentijds zou controleren. Dhr. Rombouts: Ik ben het met de vragensteller eens. Zaal (dhr. Van de Bank PZEM): Ik heb een vraag voor dhr. Rombouts. Ik heb van u gehoord, dat asbestafval begraven kan worden. Ik kan die mening delen. Ik denk dat dat een verantwoorde manier is. Echter de Inspecteur Milieuhygiëne staat niet altijd achter deze opvatting. Bij het zoeken naar een verantwoorde oplossing van asbesthoudend afval, kan dat problemen geven. Voert u, als overheidsinstanties daar samen een bepaald beleid op, dat met elkaar overeenstemt? Dhr. Rombouts: Meneer de voorzitter, ik zou niet willen beweren, dat de overheid nooit op een coördinatiefout kan worden betrapt, maar deze keer niet. Het betreffende beleid, het elimineren van de buizenvoorraden is tot stand gekomen in nauwe samenwerking met het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. Dit Ministerie heeft contact met ons en met de autoriteiten, die voor het storten verantwoordelijk zijn. Het is buiten kijf dat voor het elimineren van de voorraden buizen er in de sfeer van begraven, een oplossing is. Daarover is ook contact met de Inspectie voor het Milieu. Zaal (dhr. Van de Bank): Dank u wel. Mag ik nog een vraag stellen? Wederom voor dhr. Rombouts. Er is een Asbestbesluit (Arbowet), een Asbestbesluit (Warenwet) en een Speelgoedbesluit, waarin in het bijzonder over asbest wordt gesproken. Als we nu te maken hebben met produkten zoals pakkingen, stopbuspakking, plaatpakking, voor-
- 72 -
komende produkten, die asbesthoudend kunnen zijn. Kunt u aangeven op welke grond in bedrijven opgetreden kan worden. Valt het nu onder het Asbestbesluit (Arbowet) of het Asbestbesluit (Warenwet)? Dhr. Rombouts: Voor wat betreft pakkingen moet u onderscheid maken tussen twee invalshoeken van het beleid. Eén op de arbeidsplaats - de vezelconcentratie te minimaliseren. Dit is de Arbowet. De Warenwet voorkomt het in omloop brengen van produkten met niet-hechtgebonden asbestvezels. Dit verbod geldt voor het 'in de handel brengen'. Er zijn harde pakkingsmaterialen, die ruimschoots aan de criteria voor hechtgebondenheid voldoen. Die vallen dus niet onder het verbod van de Warenwet. Mochten er produkten zijn met niet-hechtgebonden asbestvezels, dan vallen ze daar wel onder. Dan ligt de overtreding van de wet bij degene die het produkt in de handel brengt. De controle daarop ligt bij de Keuringsdienst van Waren. Zoals ik heb genoemd in mijn toespraak oefent de Arbeidsinspectie op bezoek bij bedrijven een signaalfunctie uit als met materialen met niet-hechtgebonden asbest vezels wordt gewerkt. Zaal (dhr. De Krijger dagblad Cobouw): Op de film "Alice, a fight for life" ziet men de geweldige emissies van de vezels in de lucht. Die kunnen zeer ver verspreid worden, daar luchtstromingen geen grenzen kennen. Het is niet zolang geleden, dat hier rood zand uit delen van de Sahara op autoruiten en op straat zijn neergekomen. Als de emissie zo doorgaat en de lucht die vezels meeneemt, is het dan niet dweilen met de kraan open om maatregelen te nemen op kleine lokaties. Dhr. Swuste: Het klopt, dat het dweilen met de kraan open is. Dat gebeurt ook op een andere manier. Op het moment dat in West-Europa en Noord-Amerika een strenge asbestwetgeving wordt geïntroduceerd, gaan asbestbedrijven zich vestigen in perifere landen. Dit zijn landen met een economische status tussen Derde Wereldlanden en het Westen. Wanneer je je in het Westen druk maakt voor
- 73 -
een
asbestverbod,
betekent
dat
automatisch
dat
de asbest-
activiteiten in die landen toenemen. Op dit moment is daar weinig aan te doen. Dat kan je helaas alleen constateren. Dhr. Rombouts: Ik ben niet van milieuhuize. Wel wil ik wat zeggen over de cijfers die dhr. Swuste heeft laten zien over de concentraties asbestvezels in de buitenlucht. Daar wil ik eerst bij vermelden, dat de getallen die hij op z'n overhead had staan in andere eenheden zijn uitgedrukt dan de getallen die normaal genoemd worden bij vezelconcentraties. Het ene is in vezels per cm 3• Bij dhr. Swuste staan de getallen in vezels per m 3• Dat scheelt nogal wat nullen. De vraag blijft waar die asbest vandaan komt, die in de buitenlucht zit. Ik denk dan in eerste instantie aan remvoeringen. Die relatie laat zich ook leggen door hoge concentraties in bijvoorbeeld de IJtunnel. Je kunt ook veronderstellen, dat wellicht uit Italië of ergens anders vandaan golven asbest hier naartoe waaien, daar kan ik niets over zeggen. Dhr. Swuste: Een gedeelte van de asbest, die in de buitenlucht gemeten
wordt
is,
afkomstig
uit
materialen
met zogenaamde
hechtgebonden asbestvezels, zoals bijvoorbeeld asbestcement. De emissie uit asbestcement is weliswaar niet zo'n grote bron van asbestvezels in de buitenlucht, zoals remvoeringen, maar is echter niet te onderschatten. Dhr. Goossens: Als ik het goed begrijp zijn er geen gegevens bekend over de hoeveelheid asbestvezels die binnen West-Europa geproduceerd worden en dat wat overwaait uit perifere landen. Dhr. Swuste: Dat klopt. Daar is heel weinig over bekend. Zaal (dhr. Van Vliet Velligheidskunde): Ik wil iets vragen over het stimuleren
van
asbestvervangende
middelen.
Kan dhr.
Visser
vertellen op welke manier het zoeken naar asbestvervangende
- 7'+ -
middelen gestimuleerd wordt. Kan dhr. Rombouts iets vertellen over de stimulansen die vanuit de overheid gegeven worden voor de introductie van asbestvervangende middelen. Dhr. Visser: Wat ik u vanochtend heb verteld is wat wij, als bedrijf, doen tegen het asbestgebruik. Ik heb ook in mijn inleiding gezegd, dat het signaal bij ons binnenkwam in 1970. De eerste proeven met asbestvrije remvoeringen waren in 1980. Dat lijkt lang, die periode. Maar u moet aan de andere kant bedenken, dat het remvermogen van het voertuig ook een zeer belangrijk element is. Het is voor de industrie ook een zaak van veel en lang onderzoek om met goede vervangende materialen te komen. Uiteraard bestaan er vele contacten tussen de diverse bedrijven. De ontwikkelingen die bij de ene plaatsvinden zijn ook bij de andere bekend. Dhr. Rombouts: Ik weet, dat vanuit het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer subsidies zijn verstrekt voor onderzoek naar asbestvervangende materialen. Dat gaat daarbij om grote bedragen. Verdere details kan ik daar niet over geven. Zaal: Aansluitend op de vorige vraag zou ik willen weten of er een beleid is ten aanzien van de gezondheidsgevaren van asbestvervangende middelen. Dhr. Swuste: Uitgaande van de vezelgeometrietheorie, zal een vezelig vervangingsmiddel voor asbest met dezelfde kritische lengtediameter afmetingen vergelijkbare risico's geven als asbest. Vervangingsmiddelen voor bijvoorbeeld asbestcement hoeven niet altijd vezelig te zijn. Het kunnen ook polymeren zijn. Er bestaat altijd een kans dat, bij de introductie van een vervangingsmiddel het ene risico wordt ingewisseld voor het andere. Op het gebied van de gevaren van chemische stoffen is er al redelijk wat bekend. Zoals bijvoorbeeld de gezondheidsrisico's van polymeren en grondstoffen daarvan.
- 75-
Dhr. Goossens: Bij vervangingsmiddelen moet niet alleen gekeken worden naar de risico's van het gebruik van vervangingsmiddelen. Ook de produktie van het vervangingsmiddel is eveneens belangrijk. Dat maakt het complexer en veelomvattender alvorens je tot een goed inzicht komt, hoe je asbest zou kunnen vervangen. Dhr. Rombouts: Ik wil er aan toevoegen, dat een beslissing tot vervanging gebaseerd moet zijn op alle mogelijke complicaties die met het vervangingsprodukt ook kunnen optreden. Dat hoeft geen gezondheidsrisico te zijn. Dat kan ook een veiligheidsrisico zijn. Stel dat een remvoering zonder asbest slecht zou remmen. Dan doet de vraag zich voor of vervanging wel gerechtvaardigd is. We ruilen een gezondheidsprobleem dan in voor een veiligheidsprobleem. Het ontketenen van een soort heksenjacht - tot elke prijs moet asbest vervangen worden - mag niet leiden tot een situatie waarin het ene gevaar voor het andere gevaar wordt ingeruild. Dhr. Visser: Gezien het bestaan van octrooien en patenten, is het niet altijd voor de gebruiker van de stoffen duidelijk wat hij precies heeft. Hier ligt een grote verantwoording bij de fabrikant van de vervangende middelen. Zaal: Ik had nog een vraag voor dhr. Swuste. U meldt in uw voordracht het aantal mesotheliomen per jaar in Nederland. Dit aantal ligt tussen de 150 en 200. Wordt dit aantal doden veroorzaakt door asbest, of zijn er ook andere oorzaken aan te geven. Dhr. Swuste: Mesothelioom is direct gekoppeld aan een blootstelling aan asbest. Er wordt in de literatuur aangenomen dat 80-90% van de mesotheliomen veroorzaakt is door asbest. De resterende 10-20% heeft een nog onduidelijke oorzaak. Zaal: Die gevallen van mesothelioom, betreft dat alleen werknemers of worden ook mesotheliomen aangetroffen buiten asbestberoepen.
- 76-
Dhr. Swuste: Op deze vraag kan niemand in Nederland u echt een antwoord geven. Het bijhouden van gegevens over beroepen van mesothelioomslachtoffers wordt nergens in Nederland systematisch gedaan. Zaal: Ik kom uit Wormer. Daar stond de papierfabriek van Van Gelder. Ze hebben jaren gewerkt met asbest. Die fabriek is nu gesloten en gesloopt. De Arbeidsinspectie is nooit wezen kijken. Alles is zomaar gesloopt. Nu hebben we een bezinkveld vol met asbest. Er is pas door de gemeenteraad besloten, dat daar één meter grond overheen gaat. Daarna worden er fabrieken gebouwd. Voor de bouw van fabrieken moeten palen geheid worden. Dat gaat dieper dan één meter. Er moeten gleuven gegraven worden. En wij zitten in Wormer en we kunnen doen wat we willen, maar we zijn gek en niemand helpt ons. De Arbeidsinspectie is nooit geweest. Ik weet verder niet meer wat we moeten doen. Dhr. Goossens: Wanneer heeft die sloop plaatsgevonden? Zaal: Het is nu zo'n beetje klaar. Nu gaan ze de asbestslibvelden met een meter grond bedekken. We hebben jaren in Wormer in de asbestwolken gezeten, toen Van Gelder nog werkte. Maar dat was niet erg, zeiden ze. Dhr. Goossens: Misschien dat uw bijdrage hier voor de microfoon voor een aantal mensen uit de zaal aanleiding kan zijn om daar op te reageren, met name de pers. Dhr. de Waal: Voor al het asbestafval van fabrieken, ketelhuizen etcetera zou er een punt in Nederland moeten zijn, waar het diep en diep begraven wordt. Wat die mevrouw uit Wormer aangeeft is één geval
van
asbestafval.
Mensen
die
wonen
daar
en
worden
geconfronteerd met alle gevaren van asbest. Het asbestafval van de Hoogovens is ergens op een plaats gestort. Iedereen kan daarbij. Het
- 77 -
is beter om dat op een centrale plaats te storten, zoals bijvoorbeeld de mijnen. Dhr. Rombouts: Ik moet opmerken, meneer de voorzitter, dat het probleem van de mevrouw uit Wormer een milieuprobleem is. Dat is niet het domein van de Arbeidsinspectie. Het is mij bekend, dat het volgens milieudeskundigen verantwoord is om asbest te begraven en te bedekken met een laag grond. Dit moet gebeuren op een gecontroleerde stortplaats op een zodanige wijze dat het later niet omgewoeld wordt. Wat mevrouw zegt over het risico dat het later wel wordt opengehaald voor allerlei doeleinden, spoort daar dus niet mee. Zaal (dhr. Van de Bank): Ik zou graag willen reageren op de voordracht van dhr. de Waal. Uit uw betoog komt duidelijk de onwetendheid van de betrokkenen naar voren. Dat heb ik ook uit eigen waarnemingen. De werkers met asbest zijn vaak onvoldoende op de hoogte van gezondheidsgevaren en van de noodzakelijke maatregelen
die getroffen moeten worden. Ieder zichzelf respecterend bedrijf doet veel aan voorlichting, nog los van de Arbeidsinspectie. De actieve medewerking van de betrokkenen laat echter veel te wensen over. Ik denk ook aan artikel 6 van de Arbowet-voorlichting en onderricht. Als je die mensen benadert en je laat ze verschrikkelijke foto's zien, dan denken ze "dat gebeurt me toch niet, dat is bij een ander", "dat masker, dat zit niet goed" etcetera. Ik heb deze dag als zeer zinvol ervaren. Ik wil ook de organisatoren complimenteren met het feit, dat ze de asbestproblematiek weer in de belangstelling hebben gebracht. Ik zou graag een voorzet willen geven voor een volgend symposium. Het thema van het symposium zou kunnen zijn: Een aktieve betrokkenheid van asbestwerkers. De aandacht zou dan meer naar de gedragswetenschappelijke beïnvloeding moeten gaan. Ik denk dat er beleidsmatig in Nederland voldoende instrumenten zijn aangereikt. Alleen degene die de instrumenten moeten effectueren zullen wel op de hoogte moeten zijn,
- 78 -
hoe je die instrumenten moet gebruiken. Zaal (dhr. Beijer Hoechst): Ik wilde iets mededelen. Wat dhr. Rombouts vertelde over de P-bladen is prima. Nu zijn P-bladen peperduur geworden. Ten tweede wilde ik opmerken, dat het heel mooi is, dat daar meetmethodes in staan. Daar heb je microscopen voor nodig. Niet ieder bedrijf heeft microscopen. Is er niet een methode, zodat de mensen op de werkvloer kunnen meten of er binnen de normen gewerkt wordt. Het is prachtig wat er in de P-bladen staat, maar de mensen op de werkvloer hebben er geen fluit aan. Zaal (dhr. Soetenkouw ANS): Ik ben betrokken bij het project van de ALMIRANTE GRAU. We hebben erg veel te maken met asbest. Er is gesproken over MAC-waardes en meetmethodes door de vorige vragensteller. Meetmethodes zijn voor ons in wezen niet zo interessant. Een monster nemen is prachtig. Er zijn stoffen die lijken op asbest, maar zijn geen asbest. Er zijn stoffen, die lijken helemaal niet op asbest en zijn asbest. Dan kan je een monster laten nemen, dat is nog niet het moeilijkste. Maar heeft u wel eens bedacht hoeveel instituten er zijn, die dat kunnen doen. Wij hebben het door TNO laten doen. Dat kostte f 11.000,-. Het resultaat kwam pas 14 dagen later. Het is uitermate moeilijk om bij de Centrale Dienst van de Arbeidsinspectie asbestmonsters te laten tellen. Verder zijn er geen instituten waar je asbestmonsters kan laten meten. Ik denk dat daar ook eens wat aan gedaan zou moeten worden. dhr. Rombouts: Ik zal beginnen met de dure publikatiebladen. Nog niet zolang geleden kostten alle publikatiebladen f 0,35. In het kader van het profijtbeginsel, dat door de regering wordt toegepast, hebben wij moeten besluiten om de P-bladen te verkopen tegen de prijs van papier en inkt. Wat het werkelijk kost om zo'n blad te maken is veel en veel meer. Er moet nu een prijs worden gevraagd, die in overeenstemming is met het aantal pagina's.
- 79-
Er is gezegd, dat de inhoud van die bladen moeilijk is. Dat is tot op zekere hoogte waar. Als je een publikatie maakt, moet je altijd een doelgroep voor ogen hebben. Welnu die P-bladen van de Arbeidsinspectie hebben degene die in een bedrijf verantwoordelijk is voor .de velllgheid voor ogen. Dus dat zijn mensen in de sfeer van de bedrijfsleiding en veiligheidskundigen. Het is duidelijk, dat het gewenst is meer "op de man" voorlichting te geven. Dat zijn bijvoorbeeld de folders. Deze vorm van voorlichting is eenvoudiger en pakkender. Er wordt in die folder naar de desbetreffende publikatiebladen verwezen. Het tweede punt is de moellljkheidsgraad van het meten. Ik heb in mijn betoog het accent gelegd op de interventie methode die er is, gebaseerd op de publikatiebladen. Met andere woorden: er is een bepaalde manier om een bepaald karwei behoorlijk te doen. Die is beschreven. Dan kan er ook verlangd worden, dat het karwei op die manier wordt uitgevoerd. Daarbij is een meting niet nodig. De wet schrijft ook voor, dat de vezelconcentratie zo laag mogelijk dient te zijn. Met andere woorden, het is niet nodig om de discussie helemaal door te gaan of er in een situatie de MAC-waarde overschreden is. Dat is eigenlijk de enige troost die ik voor u heb. Want ik moet toegeven dat de meetmethode voor de bepaling van asbestvezelconcentra ties zeer ingewikkeld is. Daarvoor moeten luchtmonsters genomen worden. Door een filter wordt lucht aangezogen. De stof verzamelt zich op het filter. Dit moet onder een microscoop worden geteld. Een tweede complicatie is, dat de niveau's van blootstelling sterk fluctueren. Voordat je een verantwoorde uitspraak kan doen, moeten er een aantal in de tijd gespreide metingen worden uitgevoerd. Dit leidt ertoe, dat alleen een goed geoutilleerd instituut de blootstelling op een verantwoorde manier kan meten. Dat zijn er niet zoveel in Nederland. We hebben van alles geprobeerd om een eenvoudiger
meetmethode
te
ontwikkelen.
Een
methode,
vergelijkbaar met de Drägerbuisjes, waarmee je concentraties stoffen kan schatten. Er bestaat geen eenvoudige, op een bedrijf te hanteren methode om asbestconcentraties te bepalen.
- 80-
Dhr. Goossens: Ik zou het hierbij af willen sluiten. Allereerst wil ik de sprekers van vanochtend heel hartelijk danken voor hun bijdrage. Dit symposium heeft willen benadrukken, hoe het asbestprobleem in Nederland zich ontwikkeld heeft en de manier waarop in de sfeer van vervanging dit probleem op te lossen is. Ik wil ook graag de organisatoren van deze dag hartelijk danken. Niet alleen de medewerk(st)ers uit mijn eigen vakgroep, maar ook de niet-leden van de vakgroep die hier een hoop werk in hebben gestoken. Alsmede ook de mensen die op de vides achter de stands hebben gestaan om u allerlei asbestvrije materialen te tonen. Tot slot wil ik u, publiek, ook van harte bedanken voor uw aanwezigheid en het enthousiasme waarmee u deze ochtend tot een succesvol symposium hebt gemaakt.
- 81 -
Asbesttentoonstelling
De
asbesttentoonstelling
een
geeft
overzicht
van
de
asbestproblematiek in Nederland. In twaalf borden komen de volgende onderwerpen aan de orde: het toepassingsgebied van asbest(houdende produkten) de gezondheidsgevaren van asbest acties tegen asbest, zowel in bedrijven als daarbuiten mogelijke vervangingsmiddelen het beleid van de overheid De brochure 'Asbest, het magische mineraal' geeft aanvullende informatie
bij
de
tentoonstelling.
Hierin
zijn
eveneens
literatuurverwijzigingen en een aantal nuttige adressen opgenomen. De tentoonstelling is te huur en de brochure is te koop. Inlichtingen zijn
te
verkrijgen
bij
Vakgroep
Veiligheidskunde,
TH
Kanaalweg 2B, 2628 EB Delft. Telefoon: 015-781477/783820.
Delft,