Wijzigingen in de exameneisen VoCA 1.1.4 De kandidaat beschrijft de betekenis van de regeling BORG PAC -
verificatiemethoden en de toegevoegde waarde van de verificatie voor abonnee en overheid
6.2.1 De kandidaat beschrijft wat er in de Arbo-wet (Arbeidsomstandighedenwet) wordt geregeld. (T) + (P) is alert op situaties die de gezondheid belemmeren, zoals in geval van: monotoon werk het begrip psycho-sociale arbeidsbelasting (PSA) seksuele intimidatie agressie discriminatie pesten geweld
Document: exameneisen VoCA Versie: O&B 215
Datum ontwikkeling: 2 november 2004 Datum bijstelling: juni 2007
Status: © Exameninstelling SVPB
definitief Pagina 1 van 17
Exameneisen Vakopleiding Centralist Alarmcentrales 1.
Wettelijk kader
1.1.1 De kandidaat beschrijft de betekenis van de WPBR voor de alarmcentrale m.b.t. bescherming van gegevens w.b. (T) registratie personeel opleiding calamiteiten gegevensopslag alarmoorzaken klachtenafhandeling
grondige kennis
1.1.2 De kandidaat benoemt de volgende artikelen uit de grondige kennis Regeling PBR.(T) opleidingseisen (Art. 5) de benoembaarheidvereisten screening en diplomering die gelden voor het uitoefenen van het beroep, inclusief de regels die t.a.v. de toelating en diplomering door de minister van Justitie worden gesteld aan houders van een niet Nederlands diploma. legitimatiebewijzen (Art. 13) verslaglegging (Art.16) behandeling van klachten (Art.18) bijzondere bepalingen voor particuliere alarmcentrales (Art. 20 en 22) de certificeringvereisten voor de particuliere alarmcentrale, inclusief de regels die t.a.v. certificering door de minister van Justitie worden gesteld aan onafhankelijke, niet Nederlandse keuringsinstellingen alarminstallateur (Art. 11 en 27) alarmapparatuur 1.1.3 De kandidaat weet in hoofdlijnen aan te geven wat in het globaal kennis Burgerlijk Wetboek wordt geregeld. (T) aansprakelijkheid van de werkgever ten aanzien van de fouten van ondergeschikten Boek 6:170 BW; arbeidsovereenkomst Boek 7A (Art. 1637 a, b, j en z, 1 639b en p lid 1 t/m 3 BW) globale kennis van het begrip 'onrechtmatige daad'; wanprestatie nalatigheid aansprakelijkheid
Document: exameneisen VoCA Versie: O&B 215
Datum ontwikkeling: 2 november 2004 Datum bijstelling: juni 2007
Status: © Exameninstelling SVPB
definitief Pagina 2 van 17
1.1.4 De kandidaat beschrijft de betekenis van de regeling BORG PAC grondig kennis voor de alarmcentrale c.q. centralist m.b.t. (T) BORG reactietijden personele bezetting minimale bezetting overlap bij aflossing gediplomeerde medewerkers extra inzet bij calamiteiten verificatiemethoden en de toegevoegde waarde van de verificatie voor abonnee en overheid 1.1.5 De kandidaat beschrijft de betekenis van onderstaande wetten en regelingen voor de alarmcentrale c.q. centralist m.b.t. (T) doel van de wet wat regelt de wet werkingsfeer (op wie van toepassing) Politiewet Wet heimelijk cameratoezicht Wet cameratoezicht publiek domein Wet politieregisters (i.v.m. cameratoezicht) Wet bescherming persoonsgegevens Wet computercriminaliteit Arbo-wet het verschil tussen publiek en privaat terrein
globale kennis
1.1.6 De kandidaat beschrijft de vormen binnen het ondernemingsrecht t.w. (T) eenmanszaak maatschap BV NV VOF CV
globale kennis
1.1.7 De kandidaat beschrijft de kenmerken van onderstaande ondernemingen binnen het ondernemingsrecht. (T) beveiligingsorganisatie beveiligingswerkzaamheden
globale kennis
1.1.8 De kandidaat weet in hoofdlijnen aan te geven wat in het arbeidsrecht wordt geregeld m.b.t. de werkingsfeer ten aanzien van (T) arbeidsovereenkomst verplichtingen werkgever/werknemer beëindiging arbeidsovereenkomst CAO algemeen CAO voor de particuliere beveiligingsbranche medezeggenschaprecht (OR)
globale kennis
1.1.9. De kandidaat beschrijft onderstaande zaken die voortvloeien Document: exameneisen VoCA Versie: O&B 215
Datum ontwikkeling: 2 november 2004 Datum bijstelling: juni 2007
Status: © Exameninstelling SVPB
grondige kennis definitief Pagina 3 van 17
uit de functie van een alarmcentraleoperator. (T) de bevoegdheden de rechten de plichten de verantwoordelijkheden klantovereenkomst (overeenkomstenrecht) wettelijke regelingen Politieregelingen rode en gele kaarten verificatie overval particulieren en bedrijven voertuigvolgsystemen (GPS) 15 minuten regeling
2.
Alarmoverdracht / alarmtransmissie
2.1.1 De kandidaat beschrijft de werking van een alarmsysteem m.b.t. (T) de opbouw de gebruikte componenten de algemene werking
globale kennis
2.1.2 De kandidaat beschrijft onderstaande soorten alarm. (T) brand overval inbraak lijnuitval netspanninguitval sabotage hulpaanvraag sociaal alarm verzoek om assistentie technische melding in- en uitschakeling acculaag het uitblijven van de 24 uurs testmelding
grondige kennis
2.1.3 De kandidaat beschrijft de mogelijke beveiligingstoepassingen. (T) binnen beveiliging buiten beveiliging
grondige kennis
2.2.1 De kandidaat verklaart waardoor een alarmsignaal ontstaat bij onderstaande detectiemiddelen. (T) actief infrarood passief infrarood passief Infrarood met Anti Masking deurcontact glasbreukmelder trildetectie magneetcontact radarbewegingsdetector Document: exameneisen VoCA Versie: O&B 215
Datum ontwikkeling: 2 november 2004 Datum bijstelling: juni 2007
grondige kennis (geen technische kennis)
Status: © Exameninstelling SVPB
definitief Pagina 4 van 17
2.3.1 De kandidaat beschrijft hoe de transmissie van een alarmmelding naar de alarmcentrale is en beschrijft de begrippen ‘AL 1’ en ‘AL 2’. (T) & (P)
grondige kennis
2.3.2 De kandidaat beschrijft en verklaart de werking van onderstaande transmissietechnieken. (T) PSTN ISDN digi-access vaste lijn DSL/IP GSM UMTS/ GPRS Ram mobile data
grondige kennis
2.3.3 De kandidaat verklaart de voor- en nadelen en risico’s van de meest gangbare transmissiemogelijkheden. (T) kiesverbinding polling principe GSM
grondige kennis
2.4.1. De kandidaat verklaart de werking van onderstaande protocollen. (T) SIA Contact ID FBI kanalenkiezers 2.4.2 De kandidaat verklaart de betekenis van onderstaande protocolcoderingen. (T) klantidentificatie groep sectie zone gebruiker soort melding
grondige kennis
2.5.1 De kandidaat verklaart de opbouw en werking van het ontvangstsysteem op de alarmcentrale. (T) soorten ontvangers koppeling naar database 2.5.2 De kandidaat maakt van het ontvangstsysteem op de alarmcentrale een schematische weergave. (P) ontvanger frontend mirror functie database prioriteit bepaling
globale kennis
Document: exameneisen VoCA Versie: O&B 215
Datum ontwikkeling: 2 november 2004 Datum bijstelling: juni 2007
Status: © Exameninstelling SVPB
grondige kennis
globale kennis
definitief Pagina 5 van 17
2.5.3. De kandidaat maakt in een schematische weergave duidelijk hoe beeld/video-overdracht naar de alarmcentrale plaatsvindt. (P + T) cameraopstelling bij de klant beeldoverdracht naar de alarmcentrale ontvangstsysteem op de alarmcentrale presentatie van de videobeelden aan de centralist
3.
globale kennis
Alarmbehandeling
3.1.1 De kandidaat beschrijft de volgende verificatiemethoden van een ontvangen alarmmelding en geeft de voor- en nadelen aan. (T) audio video bewakingsdiensten, waarschuwingsadressen volgzone’s
grondige kennis
3.2.1 De kandidaat verklaart waarom de volgende alarmmeldingen volgens bepaalde prioriteiten moeten worden afgehandeld. (T) levensgevaar meldingen van criminele aard technische meldingen servicemeldingen
grondige kennis
3.3.1 De kandidaat noemt de mogelijke acties naar aanleiding van een alarmmelding naar (T) sleutelhouders hulpdiensten administratie
grondige kennis
3.4.1 De kandidaat verklaart waarom na iedere genomen actie een alarmoorzaak moet worden aangegeven. (T) statistische informatie voor jaarrapportage aan het ministerie van Justitie branche management rapportage jaarrapportage informatie ten behoeve de PAC de klant installateur rooster
grondige kennis
3.5.1 De kandidaat interpreteert storingen of technische problemen in een alarminstallatie. (P) geeft deze door aan de klant en/of installateur treedt hierin adviserend op benoemt en beschrijft de soorten storingen
grondige kennis
Document: exameneisen VoCA Versie: O&B 215
Datum ontwikkeling: 2 november 2004 Datum bijstelling: juni 2007
Status: © Exameninstelling SVPB
definitief Pagina 6 van 17
3.6.1 De kandidaat treedt in geval van calamiteiten handelend op om schade of overlast voor de opdrachtgever of de klanten te beperken. (P)
4.
grondige kennis
Verschillende alarmcentralediensten
4.1.1 De kandidaat benoemt het belang van het vaststellen van globale iemands identiteit d.m.v. de volgende begrippen (T) identiteit identificatie authenticatie 4.1.2 De kandidaat beschrijft de methoden waarop iemands globale identiteit kan worden vastgesteld, waaronder (T) wachtwoord, ID-code, Pincode pasjessystemen biometrische technieken, waaronder iriskenmerken en vingerafdrukken 4.1.3 De kandidaat beschrijft de voor- en nadelen van de bovenglobale genoemde methoden. (T) 4.1.4 De kandidaat benoemt de betekenis en werking van globale toegangscontrolesystemen. (T) De kandidaat benoemt en beschrijft de werking van de verschillende soorten pasjes systemen 4.2.1 De kandidaat kent de betekenis en noemt de voor- en nadelen van video. (T) 4.2.2 De kandidaat beschrijft de werking van video. (T) 4.2.3 De kandidaat verricht de verschillende soorten dienstverlening t.a.v. video. (P) 4.2.4 De kandidaat interpreteert de videobeelden! (P)
kennis
kennis
kennis kennis
globale kennis globale kennis globale kennis grondige kennis
4.3.1 De kandidaat kent de betekenis en noemt de voor- en nadelen van voertuigvolgsystemen. (T) 4.3.2 De kandidaat beschrijft de werking van voertuigvolgsystemen. (T) 4.3.3 De kandidaat verricht de verschillende soorten dienstverlening t.a.v. voertuigvolgsystemen. (P)
globale kennis
4.4.1 De kandidaat kent de betekenis van inluisteren en noemt de voor-en nadelen. (T) 4.4.2 De kandidaat beschrijft de werking van inluisteren. (T) 4.4.3 De kandidaat verricht de verschillende soorten dienstverlening t.a.v. inluisteren. (P)
globale kennis
Document: exameneisen VoCA Versie: O&B 215
Datum ontwikkeling: 2 november 2004 Datum bijstelling: juni 2007
Status: © Exameninstelling SVPB
globale kennis globale kennis
globale kennis globale kennis
definitief Pagina 7 van 17
5.
Telefoonservicediensten
5.1.1 De kandidaat kan verschillende soorten telefoonservicediensten omschrijven. (T) o medisch o technisch o milieu o ZZP’ers (Zelfstandige Zonder Personeel)
globale kennis
5.1.2 De kandidaat kan de diverse verwerkingsmogelijkheden van de telefoonservicediensten voor de klant nader verklaren. (T) o PAC-software o Specifieke servicecentrale software o IP-VPN klantspecifieke applicatie 5.1.3 De kandidaat kan de diverse rapportagevormen van de telefoonservicediensten voor de klant bepalen. (T) o Fax o Mail o SMS 5.1.4 De kandidaat vertaalt de wensen van klanten naar een voor de centralisten te verwerken actiepatroon. (T) + (P) NAW-gegevens o Doorschakeltijden o Contactperso(o)n(en) o Werkinstructie o Oproepbare personen o Rapportage o Overlegstructuur 5.1.5 De kandidaat kent de diverse mogelijkheden voor het doorgeven en bewaken van de meldingen aan monteur en achterwacht. (T) o Telefonisch o SMS o Voicebox
globale kennis
6.
globale kennis
grondige kennis
grondige kennis
Veiligheid in en om de alarmcentrale
6.1.1 De kandidaat verklaart de procedures m.b.t. de beveiliging van en de veiligheid in de alarmcentrale m.b.t. de OBE maatregelen. (T) toegangscontrole luchttoevoer nooduitgang branddetectie inbraakdetectie 6.2.1 De kandidaat beschrijft wat er in de Arbo-wet (Arbeidsomstandighedenwet) wordt geregeld. (T) + (P) doel van de wet begrippen toepassingsgebied Document: exameneisen VoCA Versie: O&B 215
Datum ontwikkeling: 2 november 2004 Datum bijstelling: juni 2007
Status: © Exameninstelling SVPB
grondige kennis
globale kennis
definitief Pagina 8 van 17
-
-
-
-
melding en registratie ongevallen en beroepsziekten voorkomen van gevaar voor derden . risico op struikelen en vallen optreden tijdens calamiteiten verplichtingen van de werkgever verplichtingen van de werknemer verplichting tot samenwerking werkgever/werknemers - geeft blijk van kennis van de volgende procedures en systemen ten behoeve van de persoonlijke veiligheid van personeel: . alleen-werk-beveiliging . werken binnen besloten omgeving . ronde volgsysteem . omvalbeveiliging/dodemansbeveiliging . stil alarm inrichting arbeidsplek is alert op ongezonde situaties, zoals in geval van: . uitvoeren van repeterende werkzaamheden . werken in een omgeving waar gerookt wordt . slechte klimaatbeheersing (b.v. tocht, te hoge of te lage temperatuur) lawaai is alert op situaties die de gezondheid belemmeren, zoals in geval van: . monotoon werk neemt maatregelen om de ongewenste situatie te doen stoppen: . grijpt zelf in . meldt . rapporteert regels ten aanzien van de Regeling beeldschermwerk voorlichting en onderricht de preventiemedewerker inhoud van de BHV- organisatie in t.a.v. taak bevoegdheden organisatie deskundige bijstand aspecten van Arbo-beleid informatie voorziening m.b.t. informatie personeel in kader Arbo rol en functie van de Arbo-coördinator deskundige bijstand op het gebied van preventie en bescherming overzicht van de bevoegde ambtenaren met toezicht belast medewerking aan de leden van de ondernemingsraad het begrip psycho-sociale arbeidsbelasting (PSA) seksuele intimidatie agressie discriminatie pesten geweld
6.2.2 De kandidaat beschrijft wat er in het Arbo-beleid wordt geregeld. globale kennis (T) +(P) jaarplan evaluatie Document: exameneisen VoCA Versie: O&B 215
Datum ontwikkeling: 2 november 2004 Datum bijstelling: juni 2007
Status: © Exameninstelling SVPB
definitief Pagina 9 van 17
6.2.3 De kandidaat beschrijft de inventarisatie en evaluatie van risico’s kennis (RI&E). (T) + (P) wat een RI&E is dat de wet stelt dat er een RI&E moet zijn plan van aanpak
globale
6.3.1 De kandidaat beschrijft dat hij op de hoogte is van (T) globale kennis mogelijke oorzaken van psychische problemen de functie van de Arbo-dienst, een traumateam, een vertrouwenspersoon en de afdeling personeelszaken van het eigen bedrijf 6.3.2 De kandidaat treft maatregelen bij conflicten en agressie globale kennis t.a.v. (T) . zichzelf . de eigen medewerkers . anderen herkent agressief gedrag en conflicterende situaties gaat adequaat om met agressie signaleert en meldt agressieve situaties neemt maatregelen om escalatie te voorkomen neemt maatregelen om agressie en conflicten te voorkomen (anticipeert) verantwoord zich desgewenst voor zijn handelen 6.3.3 De kandidaat signaleert mogelijke belemmeringen voor het globale kennis eigen functioneren. (T) is alert op dilemma’s en knelpunten die goed functioneren van hemzelf in de weg kunnen staan, zoals: . hoge werkdruk . conflicten met medewerkers . onduidelijke opdrachten . tegenstrijdige belangen van de opdrachtgever enerzijds en het eigen bedrijf anderzijds . het steeds moeten omschakelen van de rol van collega naar leidinggevende en vice versa . het zelf moeten meewerken maar ook de tijd moeten nemen voor organisatie en planning van de werkzaamheden . personele onderbezetting en de contractuele verplichtingen naar de opdrachtgever(s) . het moeite hebben met stellen van prioriteiten . uitstelgedrag . ontwijkgedrag geeft voor concrete knelpunten en/of dilemma’s mogelijke oplossingen aan 6.4.1 De kandidaat beschrijft het verbrandingsproces. (T) globale kennis brandvijfhoek. verbrandingsproces bij gassen, vloeistoffen, vaste stoffen. de ontwikkeling van een brand. de begrippen; vlampunt, brandpunt, ontbrandingstemperatuur. twee explosiesoorten t.w. natuurkundige en chemische explosies, branduitbreiding door warmteoverdracht, luchttoevoer, vlamoverslag, branddoorslag en brandoverslag. Document: exameneisen VoCA Versie: O&B 215
Datum ontwikkeling: 2 november 2004 Datum bijstelling: juni 2007
Status: © Exameninstelling SVPB
definitief Pagina 10 van 17
6.4.2 De kandidaat beschrijft onderstaande brandoorzaken. (T) globale kennis open vuur technische oorzaken elektrische oorzaken broei, chemische reacties atmosferische oorzaken warmtestraling, geleiding, stroming. brandstichting brand door schuld 6.4.3 De kandidaat beschrijft het blussingsproces. (T) grondige kennis onderbreking van de brandvijfhoek (verlagen temperatuur, verhinderen van zuurstoftoevoer, verwijderen van de brandbare stof beïnvloeding van de mengverhouding en toevoegen van een negatieve katalysator). kennis van de blussende werking van de soorten blusstoffen. soorten blusstoffen (gasvormige, vloeibare, vaste blusstof, o.a. CO², schuimvormige blusstoffen, zand, poeder). toepassing van de diverse blusstoffen in verband met de specifieke eigenschappen en/of gevaren verbonden aan het gebruik. 6.4.4 De kandidaat beschrijft de kleine blusmiddelen ten dienste globale kennis van de centralist. (T) + (P) kennis van het gebruik. kennis van de opbouw en werking van de kleine blusmiddelen. kennis van het inwerkingstellen. kennis van de blusmethodiek van verschillende kleine blusmiddelen. 6.4.5 De kandidaat beschrijft de werking van de brandmeldinstallaties. globale kennis (T) handbediende (drukknopmelders); automatische (werkend op verbrandingsgassen, temperatuursstijging en vlamverschijnselen); 6.4.6 De kandidaat beschrijft de werking van de blusinstallaties. (T) globale kennis sprinklerinstallaties blusgasinstallaties specifieke installaties (schuimblus- en poederblusinstallaties) 6.5.1 De kandidaat beschrijft de maatregelen om de kans op brand te beperken. (T) brandveiligheidsvoorschriften (rookverbod, opslag brandbare stoffen); brandpreventie instructies; vergunning brandgevaarlijke werkzaamheden; brandronde (aandacht voor brandgevaarlijke situaties). 6.5.2 De kandidaat beschrijft de voorzieningen om schade bij brand te beperken. (T) brandmeldinstallaties; compartimentering plaatsing kleine blusmiddelen. 6.5.3 De kandidaat beschrijft de voorzieningen en maatregelen voor veilige ontvluchtingen. (T) Document: exameneisen VoCA Versie: O&B 215
Datum ontwikkeling: 2 november 2004 Datum bijstelling: juni 2007
Status: © Exameninstelling SVPB
globale kennis
globale kennis
globale kennis
definitief Pagina 11 van 17
ontruimingsplan vluchtwegen; vluchtwegaanduidingen; noodverlichting. 6.5.4 De kandidaat beschrijft de controle van brandpreventieve voorzieningen en maatregelen. (T) brandronden (controle kleine blusmiddelen en vluchtwegen); controle op naleving van de voorschriften.
globale kennis
6.6.1 De kandidaat treedt op bij brandgevaar m.b.t (T) globale kennis alarmering; het nemen van maatregelen om brandgevaar weg te nemen. 6.6.2 De kandidaat treedt op bij brand m.b.t. (T) + (P) globale kennis alarmering; verkenning en redding (afhankelijk van de omstandigheden) uitschakelen energie; bestrijden van beginbrandjes; assistentie brandweer; samenwerking met bedrijfshulpdiensten (BHV); begeleiden ontruiming; afzetting; het nemen van maatregelen en het verlenen van assistentie bij/na onderzoek brandoorzaak.
7.
Technische hulpmiddelen
7.1.1 De kandidaat treedt volgens de locale procedure handelend op in het geval van een technische calamiteit. (T) 7.1.2 De kandidaat treedt handelend op en weet welke instantie(s) geïnformeerd moeten worden. (P) 7.2
De kandidaat beschrijft hoe de werking van de noodstroomvoorziening is m.b.t. (T) NSA (Noodstroom aggregaat) UPS (Uninterruptable Power Supply)
grondige kennis grondige kennis grondige kennis
7.3.1 De kandidaat noemt het belang van een periodieke beproeving grondige kennis van de noodstroomvoorziening m.b.t. het belast en onbelast testen van de noodstroomvoorziening. (T) 7.3.2 De kandidaat voert de testprocedure van de noodstroomvoorziening uit. (P)
grondige kennis
7.4
De kandidaat beschrijft hoe er in geval van uitval van de bedrijfstelefooncentrale kan worden omgeschakeld naar een alternatieve verbinding. (P)
grondige kennis
7.5
De kandidaat treedt in geval van onderstaande calamiteiten handelend op volgens de locale procedures: (P) stroomuitval communicatie-uitval
grondige kennis
Document: exameneisen VoCA Versie: O&B 215
Datum ontwikkeling: 2 november 2004 Datum bijstelling: juni 2007
Status: © Exameninstelling SVPB
definitief Pagina 12 van 17
8.
Communicatie
8.1.1 De kandidaat beschrijft en handelt volgens onderstaande grondige kennis begrippen (T) communicatie en de media bevragingstechnieken feedback meeveren ruis workflow management . doel . middelen ACD functionaliteit rapportages service levels klachtgesprekken en het verloop niveaus van communiceren 8.1.2 De kandidaat benoemt de diverse vormen van telefonie en globale kennis telecomfaciliteiten die gebruikt kunnen worden binnen de alarmcentrale of telefoonservice dienstverlening. (T) outboud telefonie inbound telefonie IVR (Integraded voice response) CTI (Computer Telephony Integration for Local Area Networks) CLI (Command Line Interface) CLIP (Calling Line Identification Presentation)
Document: exameneisen VoCA Versie: O&B 215
Datum ontwikkeling: 2 november 2004 Datum bijstelling: juni 2007
Status: © Exameninstelling SVPB
definitief Pagina 13 van 17
8.1.3. De kandidaat beschrijft de faciliteiten en doelen binnen globale kennis de moderne telefonie centrales m.b.t. (T) ACD (Automatic call distribution) /functionaliteit en overige functies rapportages service levels 8.2.1 De kandidaat voert in de Engelse taal een eenvoudig gesprek grondige kennis en benoemt de onderstaande begrippen. (T) protocol doorgeven klant alarmcentrale monitoring centre alarmsysteem alarmsystem alarm Protocol alarm protocol ontvangen received ontvanger receiver Wij hebben een …………..alarm ontvangen. We received a …….. alarm. overval robbery, hold up overvalalarm robbery, hold up alarm inbraak burglary inbraakalarm burglary alarm brand fire brandalarm fire alarm sabotage tamper sabotagealarm tamper alarm hoog water alarm high water alarm technisch alarm technical alarm stroomstoring power failure lage batterij spanning low battery storing koeling malfunction cooling system storing airco malfunction airco storing CV malfunction haeting 24-uurs testmelding twenty-four hour test message periodieke testmelding periodic test message politie opvolging police responce manbewaking manguarding sleutelhouder keyhoder Mijn naam is? My name is? Uw naam is? Your name is? telefoon verbinding telephone connection telefoon infrastructuur telecom infrastructure kiezer dialer Let op, lijst kan nog aangevuld worden!
Document: exameneisen VoCA Versie: O&B 215
Datum ontwikkeling: 2 november 2004 Datum bijstelling: juni 2007
Status: © Exameninstelling SVPB
definitief Pagina 14 van 17
9.
Klachtenafhandeling
grondige kennis
9.1.1 De kandidaat onderkent het belang van een klacht en neemt een klacht op de juiste wijze aan en verklaart de volgende begrippen. (T) objectieve klacht subjectieve klacht gegronde klacht ongegronde klacht 9.1.2 De kandidaat beschrijft het belang van een adequate klachtenbehandeling. (T) + (P) signaalfunctie bron van informatie gevolgen van een slechte klachtenafhandeling 9.1.3 De kandidaat informeert de klant over de afhandeling van zijn klacht m.b.t. (T) aansprakelijkheid afwikkeling van de klacht 9.1.4 De kandidaat draagt een geuite klacht op de juiste wijze over aan een verantwoordelijke. (P)
10.
Invoer en beheer klantgegevens
10.1.1 De kandidaat beschrijft de verschillende alarmcentrale globale kennis automatiseringssystemen Soorten alarmverwerkingssoftware welke gebruikt wordt in Nederland: FacMan Genesis Mas Sims Van Ovost 10.1.2 De kandidaat noemt de gegevens die noodzakelijk zijn om grondige kennis een nieuwe klant in het alarmverwerkingssysteem in te voeren. (T+P) objectgegevens factuuradres systeeminformatie, type kiezer, protocol soort transmissietraject testtijd bewaking waarschuwingsadressen Installateur 10.1.3 De kandidaat voert een nieuwe klant in het alarmgrondige kennis verwerkingssysteem in. (P) 10.1.4 De kandidaat geeft aan wat een gecombineerd systeem is globale kennis en hoe een dergelijk systeem ingevoerd moet worden. (T) 10.1.5 De kandidaat vertaalt wensen van klanten naar een voor de grondige kennis centralisten te verwerken actiepatroon. (P)
Document: exameneisen VoCA Versie: O&B 215
Datum ontwikkeling: 2 november 2004 Datum bijstelling: juni 2007
Status: © Exameninstelling SVPB
definitief Pagina 15 van 17
10.1.6 De kandidaat verklaart hoe het beheer van klantgegevens is geregeld. (T) 10.1.7 De kandidaat geeft aan welke eisen er gelden ten aanzien van de alarminstallateurs. (T) 10.1.8 De kandidaat verklaart waarom nieuwe klanten moeten worden aangemeld bij de politie. (T)
globale kennis grondige kennis grondige kennis
10.2.1De kandidaat verklaart de noodzaak tot het aanbrengen grondige kennis van wijzigingen in klantgegevens en onderkent de gevolgen daarvan. (T) technische consequenties administratieve consequenties contractuele consequenties 10.2.2 De kandidaat brengt wijzigingen aan in klantgegevens.(P)grondige kennis
11.
Kwaliteitsmanagement
11.1.1 De kandidaat beschrijft de betekenis van het begrip grondige kennis ‘kwaliteit’ (T) verwachtingen van de klant 11.1.2 De kandidaat benoemd de verschillende hoofdgroepen binnen globale kennis de kwaliteitssystemen. (T) Systemen waarbij het vooral gaat om de methode van organisatie en de borging daarvan (ISO-achtige normeringen) Systemen waarbij er keuringseisen of voorschriften gesteld worden aan installaties en werkwijzen (BRL en NEN-achtige plublicaties) Systemen met mensgerichte uitgangspunten zoals veiligheid en arbeidsomstandigheden voortkomend uit de ARBO-wet (VCA) 11.1.3 De kandidaat geeft de opbouw van een kwaliteitssysteem globale kennis weer. (P) 11.1.4 De kandidaat verklaart aan de hand van een organogram de grondige kennis diverse functies in zijn organisatie. (P) 11.1.5 De kandidaat geeft de kengetallen aan die vanuit een grondige kennis organisatie nodig zijn voor het voeden van een kwaliteitssysteem. (T+P) 11.1.6 De kandidaat geeft aan op welke wijze wordt gecontroleerd of globale kennis een kwaliteitssysteem binnen een organisatie functioneel is. (T+P) 11.1.7 De kandidaat verklaart waarom beleidsvoering, kwaliteitsglobale kennis doelstellingen, informatievoorziening en interne communicatie behoren tot een kwaliteitssysteem. (T) grondige kennis 11.1.8 De kandidaat verklaart het belang van procedures binnen de alarmcentrales. (T)
12.
Ethiek
globale kennis
12.1.1 De kandidaat verklaart welke waarden en normen een rol kunnen spelen in intermenselijke relaties. (T) Document: exameneisen VoCA Versie: O&B 215
Datum ontwikkeling: 2 november 2004 Datum bijstelling: juni 2007
Status: © Exameninstelling SVPB
definitief Pagina 16 van 17
12.1.2 De kandidaat omschrijft de betekenis van onderstaande begrippen en past de eerste vijf begrippen in zijn eigen werkomgeving toe (T+P) respect integriteit verantwoordelijkheid professionaliteit normen en waarden De kandidaat omschrijft de betekenis van het begrip (T) manipulatie 12.1.3 De kandidaat beschrijft het begrip beroepsethiek. (T)
13.
Criminaliteit
globale kennis
13.1.1 De kandidaat weet het begrip criminaliteit toe te lichten. (T) 13.1.2 De kandidaat heeft enig inzicht in de criminaliteitsontwikkelingen in Nederland m.b.t. de toename, de afname en het rubriceren van de volgende meldingen. (T) inbraak overval diefstal mobiele objecten vernieling 13.1.3 De kandidaat kan de rol aangeven van de PAC binnen de bestrijding van criminaliteit m.b.t. (T) inbraak overval diefstal mobiele objecten vernieling 13.1.4 De kandidaat geeft de rol en betekenis van de alarmcentrale en de verschillende alarmcentralediensten binnen de veiligheidsketen op de juiste wijze weer. (T)
14.
Nieuwe ontwikkelingen
globale kennis
14.1.1 De kandidaat kent de nieuwe technologische ontwikkelingen betreffende PAC’s. (T+P) telecom alarmering verificatie · VCA (Video content analyse) biometrie 14.1.2 De kandidaat heeft een visie op de ontwikkeling van de PAC’s. (T+P) vormen van dienstverlening samenwerkingsverbanden
Document: exameneisen VoCA Versie: O&B 215
Datum ontwikkeling: 2 november 2004 Datum bijstelling: juni 2007
Status: © Exameninstelling SVPB
definitief Pagina 17 van 17