- VASTHOUDEN Freek van Kraaikamp
2
Voor het meisje met de rode Vans, mijn maatje.
3
4
INHOUDSOPGAVE I
Proloog
7
II
Een heerlijke chaos
8
III
Ik ben haar kwijt
12
IV
Een verbeterde versie van mezelf
14
V
Out of control
20
VI
Genietend in stilte
26
VII
Het past
30
VIII
Een 10 op de schaal van Frank
34
IX
Toen ik Woodkid live zag
39
5
6
I PROLOOG We gaan naar de Mazzeltof. Midden op straat bevind ik me in een stroom van beschonken toeristen, gepositioneerd tussen de MC Donalds in de Leidsestraat en de pinautomaten die grenzen aan het Leidseplein. Het is net sluitingstijd geworden. In stilte sta ik te glimlachen: ‘naar de Mazzeltof’. Hoe vaak zal die zin hier al wel niet uitgesproken zijn? Op zoek naar het volgende nachtelijke feestje na een rondje sluitingstijd, weer een halte dichter bij het afvoerputje. In alle rust kruisen we het inmiddels steeds minder hectische Leidseplein richting Paradiso. Wanneer ik rustig wat gefrunnik tussen mijn vingers voel. Zonder dat ik het me goed en wel realiseer staan we voor de Kroonprins uit te kijken naar de ingang van Paradiso en hebben we het hele stuk vanaf het Leidseplein hand in hand afgelegd. Bindingsangst, zelfbescherming of een groot ego. Iets heeft me altijd tegengehouden openlijk de liefde ten toon te spreiden. Het zal te maken hebben met het feit dat ik mezelf altijd verklaarde tot een stoere bink. Dan loop je niet hand in hand met je meisje. Het zit hem echter niet in die verdwaalde hand tussen mijn vingers. Ter hoogte van de pinautomaten van de ABN leken we ons namelijk al de ernst van de situatie te realiseren. Verbijsterd starend naar onze vervlochten handen terwijl de stappen vaart minderde. Wat volgde was een blik, een moment dat ik voor altijd bij me zal dragen. Voor het eerst kruisen onze blikken elkaar en zonder iets te zeggen zagen we in elkaars ogen dat het goed was. We liepen door, voor het eerst realiserende dat er een ons was. Nog geen vijf uur na onze eerste ontmoeting wisten we dat het goed zat. Er is een wij.
7
II ‘EEN HEERLIJKE CHAOS’ - ‘Fraaaankie’, ‘Gast, alles wel?’ - ‘Half lam. Hoe laat spreken we af?’ ‘Kwart voor 7 voor de deur?’ - ‘Prima. Ben je al zat?’ ‘Ben net bezig met mijn tweede biertje.’ - ‘Dan loop je er al 8 achter. De vaart erin jochie. Zie je zo.’ ‘Komt goed. Tot zo.’ Als ik ophang, grijns ik. Met een koud biertje stond ik onder de douche toen Bas belde. Het door mijn vriend Joop tot zelfmoordhok gedoopte studiootje aan het Haarlemmerplein waar ik nu nog woon is een chaos. Ik sta op het punt om te gaan verhuizen en de helft van mijn huisraad zit al in diverse dufflebags, boodschappentassen, Albert Heijn kratjes en een verdwaalde Shurgard verhuisdoos. Bas en Frank. Een prachtduo. Uit hetzelfde hout gesneden. Met het aangeboren talent om van iedere middelmatige dorpsfuif een knalfeest te maken. Half februari doken we samen op in de kleine zaal van Paradiso tijdens een concert van The Thermals. Binnen twee minuten wisten we het doodse feest vol bejaarde rockers te transformeren tot een kolkende pit die de voorste vier rijen besloeg. Bier, zweet en overjarig enthousiasme. Dat zijn wij ten voeten uit. Als Bas de benzine is, ben ik de aansteker. Als ik hem vergeten ben, stookt hij het boeltje vakkundig op. Naakt en nat van de douche druip ik door de dampende huiskamer. Ik struikel half over een met elektronica gevulde Albert Heijn-tas als ik naar mijn biertje reik. Zorgvuldig formeer ik mijn hipster-waardige outfit. Soms ben ik net een wijf. Ik pak een wit H&M-shirtje dat net genoeg 8
doorschijnt om mijn tattoo te laten zien. Bij de plaatselijke Turk heb ik de hals laten verwijden zodat mijn ‘gespierde torso’ beter uit komt. De grijze Cheap Monday skinny jeans met opgerolde pijpen. Een beetje gel tegen het pluizen achter in het matje dat vakkundig onder mijn muts vandaan komt. Goed gematchte witte sokken. En knalrode All Stars als blikvanger. Ik ben een wijf. Ter verdediging. Vanavond verdient extra aandacht. Vanavond treden The Courteeners op in de kleine zaal van Paradiso. En met een beetje geluk pikken we ook nog een staartje Major Lazers mee. December vorig jaar heb ik ze al eens willen zien in de MEN Arena in Manchester en ineens kondigden ze een optreden in de kleine zaal van Paradiso aan. Hier moest ik bij zijn. Bijpassende outfit is vereist. Het zijn rare en vooral nare weken geweest. Op het werk zat de sleet erin. Ik zocht al maanden een uitweg maar kon nog steeds nergens een vluchtroute ontwaren. Mijn beste vriendin en tevens buurmeisje belandde in het ziekenhuis. De begrafenis van de vader van een vroegere vriend bracht me terug in het dorp waar ik opgroeide. Een terugkeer op de geboortegrond stemt me sowieso vaak al donker. Maar de begrafenis van deze man raakte me diep. Om de onrust in toom te houden trainde ik als een bezetene, vijf soms zes dagen in de week. Het resultaat zag er goed uit. De rust in het hoofd was slechts tijdelijk. Alles tezamen was een ding klip en klaar: vannacht gaat er iets gebeuren. Paradiso verlaat ik waarschijnlijk niet alleen. Wellicht met een dame aan de hand. Of door de ruwe hand van een van de uitsmijters. Maar nu opschieten. Ik sta nog 7 biertjes achter op Bas. ‘And now you’re too tired to eat, and you’re too hungry to sleep, You’re hooligan’s on E and we’re too tired to bother with any of you.’ Ik hoor de onmiskenbare gitaarriff. Shit, ze zijn al begonnen. Verdomme welk concert begint er nou exact op aanvangstijd? Snel trek ik mijn bij de Zipper gekochte vintage jasje uit en gooi hem naar Bas. ‘Hang jij hem ff op. Mijn lievelingsplaat gap!’. De zaal is donker. Hij oogt half leeg. ‘Cavorting, and snorting your way through the band’. BAM! Hier gaan we. Ik duik de onvermijdelijke pit in. Hier doen we het voor. Alleen de zwarte verschijning voor me in de pit heeft duidelijk het script niet gelezen. Nog geen twee seconde nadat ik extatisch de pit in ben gedoken, heb ik al bijna een rechtse directe te pakken.
9
Twee minuten later komt Bas met vier bier binnen lopen. Hij treft mij aan aan de rand van een cirkel die zich rond de pit heeft gevormd. De zaal was niet half leeg. Vooraan heeft zich een dreigende kluwen van zwarte designer-jacks, opgetrokken capuchons en zonnebrillen gevormd. Het oogt vervaarlijk. Out of place. Terwijl we de situatie in ons opnemen spannen ze langzaam een doek over vrijwel de gehele breedte van de kleine zaal van Paradiso. ‘RED ARMY; MAN UNITED’. Dan valt het kwartje. Dit is de huisband van de plaatselijke FC in Manchester. Deze heren, niet hun meest gezellige supporters is al gebleken, hebben dit optreden aangegrepen als een ware uitwedstrijd. Ik krijg spijt van het aantrekken van mijn licht doorschijnende shirt. Hoe hip en sexy het vanmiddag thuis nog leek. Mijn rug is getooid met een tatoeage van Oasis. De huisband van hun grote rivaal, Manchester City. Naarmate de avond vordert. En de drank rijkelijker vloeit. Groeit onze Dutch courage. We bevinden ons inmiddels midden in de kluwen Engelse hooligans. Blijken overigens prima kerels te zijn. Mits we bij de twee finaal doorgesnoven alphareutjes van de groep vandaan blijven. Veiligheidshalve besluit ik wel netjes mijn bovenlijf bedekt te houden. ‘You’re not nineteen forever, pull yourself together I know it seems strange but things, they change.’ Schalt door de kleine zaal. Een kolkende pit. De spandoeken. Vervaarlijk kijkende mannen. Zelfs hun big northernrival is inmiddels hartstochtelijk toegezongen ‘We all hate Leeds scum’. Paradiso is verworden tot Manchester United’s roemrucht Stretford End. Ik geniet intens. Zo snel als het begon, is het ook weer afgelopen. Na het laatste nummer schieten de heren van het podium. Geen toegift. Security op het podium. Zal wel iets van doen hebben met de ‘rowdy crowd’. Via de bar lopen Bas en ik het balkon van de tweede verdieping op. Vol verbazing slaan we een gigantische chaos onder ons gade. Door de vroege start van de The Courteeners en de haastige aftocht vallen we nu midden in het optreden van Major Lazers in de grote zaal. En wat een optreden. Pits. Massale sitdowns. Vuvuzela’s. Smerige dansende sletten. Confetti. Gigantische ballonnen. En dwarrelende dollars. We vallen van de ene gekte in de andere. Wat een avond. Na een uur in de dampende massa te hebben gestaan, geeft Major Lazers er ook de brui aan. We kijken elkaar aan. Wat een top avond. We veronderstellen beiden dat de pieken nu wel uit de avond zijn. We besluiten boven in de kleine zaal nog een biertje te gaan drinken.
10
De kleine zaal steekt schril af tegen de staat waarin we hem nog geen uur geleden hebben achter gelaten. Half leeg. Keurig. En de flashy band heeft plaats gemaakt voor een ietwat gezette DJ met een fikse baard. Indie-hitjes worden en gedraaid. En daar weet ik wel raad mee. Net zoals Bas wel raad weet met de overal verspreid liggende ballonnen. Het voelt aan als een verjaardagsfeestje dat hoognodig wakker geschud dient te worden. Ladies and gentleman, we have arrived. Ik trek mijn fijnste danspasjes uit de kast. Waar Bas met een in alle haast losgetrokken ballon een ware voetbalwedstrijd start met drie spuuglelijke op leeftijd zijnde provinciale bakvissen. Na een half uurtje uitsloverij trek ik me vermoeid op het podium. Ik speel wat met een ballon. Ik geniet van het rustig moment. Wat een heerlijke chaos. En dan zie ik haar staan.
11
III ‘IK BEN HAAR KWIJT’ Een kort spijker shortje. Prachtige benen. Een zwart vintage shirtje diep in haar shortje gestoken. Haar lijf komt er prachtig in uit. Niet protserig. Niet ordinair. Donker, rossig haar en opvallende rode Vans. Zijdelings staat ze. Met haar rug naar de zaal. Op een meter of 3 voor het podium. Rechts bij de muur. Ze kijkt me aan over haar rechterschouder. Met de lach die al het andere doet verbleken. Haar donkere ogen lijken licht te geven. Ze kijkt weer weg. Wat mij de gelegenheid geeft haar ongegeneerd te observeren. MAAR HET IS DIE KORTE, ONBEZORGDE BLIK DIE MIJN AANDACHT ALS EEN MAGNEET NAAR HAAR BLIJFT TREKKEN Ze is knap. Ongelofelijk mooi. Ongegeneerd sexy. Maar het is die korte, onbezorgde blik die mijn aandacht als een magneet naar haar blijft trekken. Op momenten als deze vervloek ik het bij mij ontbreken van ware casanova skills. Langzaam zie ik haar hoofd weer in mijn richting draaien. Uit een reflex gooi ik haar de ballon toe die ik nog steeds in mijn handen had. Contact. Ze gooit hem terug. Jezus, in frontaal zicht is ze nog mooier. Subtiele worp ook. Sexy zelfs. Niet zo’n houterige wijvenworp. Het ritueel herhaalt zich een aantal malen en dan gebeurt het. Alsof het een vanzelfsprekendheid is spring ik van het podium af en loop naar haar toe. Niets voor mij. Maar achteraf denk ik dat het daar al vertrouwd voelde. De daaropvolgende momenten spelen zich af in een roes. Ik ben stukken kwijt. Ik kan geen tijdsbestek geven. Niet onze eerste woorden. Haar geur. De flirt. Het moment. Niets. Hoe allesomvattend mijn desoriëntatie ook is. Met een donderklap brengt ze me weer compleet terug in de realiteit. Met mijn rug sta ik naar het podium. Ik hang licht over haar heen. Onze lijven dicht tegen elkaar aan. Raken doen we nog net niet. Het hoofd iets naar buiten gedraaid. Mijn neus bevindt zich ergens ter hoogte van haar linker oor. Ik ruik haar. Terwijl ik ongemakkelijk de halve lege zaal in staar. Haar mond vlakbij mijn oor. Die mond was mijn doel. Maar niet om er met mijn oor te eindigen. Ik hoor haar alles bepalende woorden in stilte aan ‘Nee, niet kussen. Niet nu. Dan onthoudt je me tenminste’.
12
Langzaam draait ze links om haar as richting de zaal. Elegant. Ze schrijdt in alle rust van me weg. Mij in verbazing achterlatend. Ik voel me verslagen. Maar iets in me roept dat ik verslagen wil worden. Ik wil me in haar verliezen. ‘Kom je krijgt een borrel van me. Die heb je wel verdient.’ Zonder om te kijken smijt ze die woorden achteloos de ruimte in. Met een ongeëvenaard zelfvertrouwen. Ik geef me gewonnen. Ik geef me over. Compleet door haar gebiologeerd schuifel ik volgzaam achter haar aan naar de bar achter in de zaal. Iedere vorm van grip ben ik kwijt. Ik laat me leiden. Het wegdraaien van haar hoofd is het mooiste wat er op dat moment kon gebeuren. Nooit van mijn leven zal ik dat moment nog vergeten. Van het gesprek aan bar herinner ik me slechts flarden. De fase van algemeenheden uitwisselen zijn we bij het eerste oogcontact al gepasseerd. Mede ingegeven door de setting komt het gespreksonderwerp al snel op muziek. De eerste sneer heb ik dan al te pakken ‘Natuurlijk ken ik Jake Bugg’. Ze is fel. Bijt van zich af. Durft zichzelf te zijn. Ik geniet. Van haar stem. Haar uiterlijk. Haar temperament. Maar vooral van de manier waarop ze mij zo van mijn slag maakt. Dat ik me door haar wil laten leiden. De paradoxale mix van onrust en vertrouwdheid vormt een momentum waarvan ik hoop dat hij nooit stopt. Ik wil alles van dit meisje ontdekken. Hoe kan het dat dit nu al zo ongelofelijk vertrouwd voelt? Mijn dierbaarste herinnering aan die avond koester ik aan het moment dat we van de bar verhuizen naar de trap. De trap richting de afgesloten derde verdieping biedt ons enige privacy. Na een kwartier of een uur - ik ben inmiddels ieder tijdsbesef verloren - voelen we al de behoefte samen te zijn zonder gestoord te worden. Links van me neemt ze plaats op de derde trede van de trap. In het felle licht. Omgeven door de geur van verschraald bier. Maar het deert niet. Ik praat. Zij luistert. Ze luistert echt. Als ik links van me kijk zie ik een blik in haar ogen. Oprechte, ware, menselijke interesse. Wat is ze mooi. Ik zie iets in die ogen. Ik zie mezelf. Terug in haar ogen. Na een bezoek aan het toilet in de kelder van Paradiso dansen we daar op een tafel. We spreken af de hele nacht te dansen. Ze belt zelfs met mijn telefoon een vriend. De atlas van Amsterdam. Die weet wel een goeie after. Samen roken we een sigaretje in het rookhok dat uitkijkt op de Weteringschans. Wat rookt ze sensueel. Wat een karakterwijf. Ik ben alle grip op de wereld
13
kwijt. Buiten is het donker en stil op straat. Binnen begin ik vrede te hebben met het feit dat ik haar vanavond niet ga kussen. ‘Dan neem ik je mee uit eten, ik wil je leren kennen’. Voor het eerst toont ze barsten in haar schild. Haar overwhelming zelfvertrouwen lijkt te vervagen. Als een klein meisje staat ze schuchter tegen me aan te stamelen. Het maakt haar alleen maar mooier. Puur en zuiver. Ditmaal trakteer ik haar op een drankje in de kleine zaal. Ik trek haar de zaal in en we beginnen te dansen. De eerste lijfelijke aanraking voelt als vanzelfsprekend met de onderliggende spanning van een eerste date. We dansen. Wat is ze sensueel. Zonder de zweem van het ordinaire. Maar wat voel ik me klein. Een stijve hark. Jezus wat moet zij goed zijn in bed. ‘And that’s why I’m gon’ take a good girl. I know you want it. I know you want it. I know you want it. You’re a good girl’. De eerste kus op het zomernummer van 2013. Hier kusten wij. Als zelfverklaarde muziekkenners kusten wij onze eerste kus vlak naast het mengpaneel in de kleine zaal van Paradiso. Onder begeleiding van het cliché-kus-nummer van 2013. Maar dat maakte het ergens juist zo perfect. ‘True perfection has tobe imperfect. I know that that sounds foolish but it’s true’. IK GENIET VAN DE AVOND HET MOMENT VAN ONS Hoe erg ik er op dat moment niet mee bezig was. Die eerste kus voelt als een overwinning. De buit is binnen. Mijn ogen glimmen. Ik lach mijn lachje van bravoure. Twee glimmende ogen vergezeld door mijn rechter opgetrokken mondhoek. Ik geniet. Van de avond. Het moment van ons. Want als ons voelt het al lang. Al vanaf het moment dat ik van het podium vertrok om haar in de zaal te ontmoeten. Hand in hand lopen we richting de grote zaal. Als zij naar haar vriendinnen loopt, bezoek ik het toilet. Ik ben extatisch. Euforisch. Dat het van korte duur zal zijn, kan dan nog niet voorzien. Het 70-jarige topstuk dat dienst doet bij het toilet voorzie ik van een stevige knuffel. Lachend loop ik het toilet in. In de spiegel lach ik naar mezelf. ‘Goed gedaan jochie’.
14
Als ik mijn grijze skinny dicht rits valt mijn oog op een jongen met een aantal tatoeages. Zeker versieringen op de onderarm kunnen altijd extra aandacht rekenen. Nog steeds enthousiast draai ik zonder te vragen zijn arm om om goed zicht op het kunstwerkje te hebben. Bad move. Op zijn onderarm prijkt de cijfercombinatie ‘010’. Een Rotterdammer. Een boze Rotterdammer wel te verstaan. De situatie escaleert razendsnel uit de hand. Hij voelt zich bedreigd ondanks het feit dat ik er zo in mijn zorgvuldig geformuleerde hipster outfit alles behalve dreigend uit zie. En ik heb zelfs helemaal niets tegen Rotterdammers! Na de eerste duw valt er over en weer een klap. Ineens staat er een uitsmijter in de WC. Gelukkig. Denk ik nog. Nog geen twee minuten later sta ik buiten. Met een dikke lip. Zonder jas. Maar boven alles alleen. Waar de Weteringsschans er vanuit de rookruimte vredig en rustig bij lag is het nu verworden tot een desolate plek vol wanhoop. Typisch. Verdomde typisch weer! Ik positioneer me tegen het raam van de Bagels & Warps links van Paradiso richting het Leidseplein. Het biedt me iets van beschutting en verschaft me goed zicht op de uitgang. In ijdele hoop wacht ik op het meisje dat mijn leven opschudde maar nu net zo snel vertrokken was als ze kwam. Om eerlijk te zijn vertrok ik. Stomme lul. Langzaam krijgt de kou vat op me. Zonder jas en enkel gehuld in een dun wit shirtje met een overdreven brede hals dringt de kou via het raam mijn rug binnen. Uit wanhoop check ik mijn mobiel. Geen naam. Geen nummer. Lul! Als ik naar mijn mobiel kijk en even niet op de ingang let hoor ik stappen. En accenten. Die ik uit duizenden herken. ’s lands mooiste accent. Maar niet nu. Rotterdams. ‘Kankelul!’ Boze Rotterdammers lijken nooit de ‘r’ uit te spreken. Gewone Rotterdammers overigens ook niet. Een echte Feyenoorder is voor ‘Feyenooit’ . Net als Frank de Boer steevast praat over ‘foebelle’. Het kwaaie Rotterdams is mijn signaal om de avond te eindigen. Ik trek een sprintje over het Max Eeuweplein. Al snel ben ik ze kwijt. Aan de overkant van de Singelgrachtkering zie ik voor de ingang van het Vondelpark een TCAtaxi staan. Deze brengt me in zijn heerlijke warme bolide terug naar het Haarlemmerplein. In de taxi lucht ik altijd graag mijn hart. Ik zou een ideale passagiers zijn geweest van Joris Linsens taxi. ‘Ik ben haar kwijt man, misschien wel de liefde van mijn leven.’
15
IV ‘EEN VERBETERDE VERSIE VAN MEZELF’ De Haarlemmerdijk en Haarlemmerstraat horen met hun leuke mix van winkels tot de populairste winkelstraten van Amsterdam. Ze vormen de levensader van deze kleine buurt, die met haar smalle straatjes en kleinere huizen een gemoedelijke sfeer uitademt. Appartement/Flat 1 kamer 23m². Oftewel, het zelfmoord hok. Gemeubileerd met een bonte verzameling IKEA-meubelen. De zwarte klippan bank. Met rode kussentjes. Het zwarte LINMONN-tafelblad. Met rode tafelpoten. En het zwarte MALM-bed. Met een rood GÄSPA-dekbedovertrek. Keurig zoals een goed student betaamt met moeder de vrouw uitgezocht op een regenachtige dinsdagmiddag op een afgelegen bedrijventerrein in Haarlem Spaarnwoude. Dat ik al geruime tijd geen student meer ben, doet er even niet toe. Ik struikel over mijn zorgvuldig in Albert Heijn-tassen verpakte huisraad als ik me een weg naar de koelkast struikel. Als ik buk om een half gevulde fles cola uit de deur van de koelkast te pakken, bemerk ik pas echt mijn zinderende hoofdpijn. Wanneer ik de fles aan mijn mond zet en wacht op de bijna orgastische rush die alleen koude cola kan schenken aan een katerige verschijning overvalt mij een compleet ander gevoel. Whatthe-fuck. Wat is er vannacht in hemelsnaam gebeurd. Ik knipper met mijn ogen maar in dit donkere hol is geen straaltje licht te bekennen om wat overzicht te scheppen in deze mentale coach. Ik schuifel richting een van de twee grote ramen die mijn studiootje rijk is en open het decoratief rolgordijn Gent van Leen Bakker. Als ik daaropvolgend het enige schuifraam dat de studio rijk is zijn maximale 30 centimeter open klaart met de frisse lucht en zonlicht mijn gedachte iets verder op. What-the-fuck. LANGZAAM DRAAIT DE REST VAN DE NACHT VOOR MIJN OGEN LANGS Marjet. Marjan. Mar. Jezus. Hoe stroperig mijn hoofd ook is. Mijn kop bonkt. Een tong van leer. Als ik mijn ogen sluit flitst er maar een scene door mijn hoofd. Paradiso. Dansend op een ronde tafel in Paradiso getrokken worden. Of strak verlicht. De trap links van de bar in de kleine zaal. Derde trede. Links van mij. Ze keek. Net als ik. Met haar rode Vans. Langzaam draait de rest van de nacht voor mijn ogen langs. Behalve. Haar naam. Den Bosch, dat weet ik nog. Daar kwam ze 16
vandaan. Ik neem plaats achter het LINMONN-tafelblad en start de aan het begin van mijn studie aangeschafte DELL-computer. Het ding start op of het op kolen loopt. Deze keer is het net de snelheid die mijn hoofd kan verdragen. Dat is namelijk meer bezig de afgelopen nacht aan elkaar te puzzelen. Een schamper lachje maakt zich van me meester. Ik kus een chick. Word er dan uitgetrapt. Vergeet hoe ze heet. En ga dan de volgende ochtend. Middag inmiddels. Op Facebook lopen zoeken of ik haar kan vinden. Wat een rukker. Maar ik twijfel geen moment. Vinden kan ik haar ook niet. ‘My thoughts are tearing each other apart. In the back of the car. Conversations probably gone too far. You keep me guessing. Tongue tied and messy. Don’t make me feel stupid. I’ll do that on my own.’ De beste remedie tegen kater is een half lauwe douche en loeiharde muziek. Ik moet het haar verteld hebben gister. Pete and the Pirates. Dat moest ze luisteren. Jammer dat ze uit elkaar zijn. Een intens cliché bruggetje vormt zich in mijn hoofd. Wij zijn ook uit elkaar. ‘Don’t make me feel stupid. I’ll do that on my own.’ Onder het geweld van de daaropvolgende gitaarriff droog ik me langzaam af. Het begint koud te worden met het raam open. Even denk ik dat er buiten een telefoon rinkelt. Al die iPhone’s lijken op elkaar, nieuwerwetse eenheidsworst. “Gozer! Wat heb jij vannacht uitgespookt dan?”. Schalt er enthousiast aan de andere kant van de lijn. Joost. Oud-collega. Eindbaas. En de atlas van het Amsterdamse uitgaansleven. Aan mijn aarzeling merkt hij dat ik geen enkele notie heb waar hij het over heeft. “Wie is “Marleen dan ouwe dibbes?’. Marleen? Ja! Gast. “Gap maar hoe?’. Joost spreekt zijn verlossende woorden in sneltreinvaart uit. “Ja een of andere chick heeft mij vannacht met jouw telefoon gebeld of ik nog een after wist.’ That’s my cue. Ik kap het gesprek af en schiet achter mijn DELL. Naam en woonplaats. Hoe moeilijk kan dat zijn. Met zorg scroll ik door de onverwacht lange lijst Marleens uit Den Bosch. Tot mijn oog op een minuscuul profielfotootje valt. Zelf in de verkleinde modus straalt de hipsterverantwoordheid eraf. Ik spring. Huppel. Ontplof. Kater weg. Gelukzaligheid terug. ADHD op zijn top. Daar is ze. Ik aarzel even. Was gisternacht zo zat als wat. Misschien is het goed zo? Dan open ik haar profiel en valt alles op zijn plaats. Hipsterfahig. Sexy. Elegant. Analoog. Ergens zit ik te kijken naar een verbeterde versie van mezelf. Ze lijkt alles te zijn wat ik wil zijn. Langzaam bekruipt me een katerig en onzeker gevoel. Compleet out of my league. Daarom wilde ze niet kussen.
17
Desalniettemin besluit ik daar schijt aan te hebben. Net als aan de drie-dagen-regel. Ik hanteer de drie uur na wakker worden regel en formuleer met trillende handen een zo gevat mogelijk bericht. 28 april 2013 16:57 Omdat sommige meisjes graag onthouden willen worden, zij van de Heer verwachten dat hij iets extra’s voor haar doet en omdat ik vanmorgen wakker werd met een flashback van ons dansend op een tafel! Kon het niet laten je op te zoeken op Facebook, zeker niet nadat Joost mij vanmorgen belde met de vraag;‘ Wie is Marleen?!’ Ik mag dan een muts hebben, grote bril, rode All Stars, een te diepe decolleté ( zowel voor als achter), skinny jeans én een iPhone.. Het prototype ‘foute hipster’ maar stiekem best goed volk dat best een beetje extra zijn best wil doen! Want dan begint het pas echt interessant te worden, dat kan ik niet meer ontkennen. Hoi Marleen uit Den Bosch! Aangenaam kennis te maken. X Niets. Dat is exact wat er volgt. Veel F5´en en vooral geen reactie. Het maakt mijn hok nog kleiner dan het al is. De kolere wat een secreet. Hoe hard ik ook mijn best doe. De gedachtes aan de afgelopen nacht kan ik niet verdrijven. Mijn ADHD in optima forma. Hyperfocus 2.0. Met die Marleen uit Oeteldonk. Fakking Oeteldonk. Als hyperfocus punt. Na nog vier keer voor het laatst mijn Facebook te hebben gecheckt, val ik in slaap. Met haar en samen worden we ook weer wakker. Amsterdam voelt deze dagen anders aan. De troonwisseling is aanstaande en ergens geeft dit de stad een andere vibe. Ik lijk niet de enige die van zijn apropos is. Zo´n dag voor koninginnennacht is een hinderlijke onderbreking van het weekend. Van die werkdagen die er eigenlijk niet toe doen. Vandaag dan ook volbracht door het in praktijk brengen van diverse vormen van F5´en. Woest, onzeker, lachend. Maar vooral hoongelach, zelfspottend hoongelach. Wat een ongelofelijk jochie ben ik na zaterdagnacht geworden. Net zoals ik me in Paradiso ten
18
volle overgave verloren gaf aan haar. Geef ik me nu over aan dat jochie jezelf. Je moet jezelf soms niet zo serieus nemen. Ik F5 nog maar een keer. IK WIL ZUIPEN WANT IK BAAL HET MAG GEZEGD WORDEN Na het werk mag ik weer. Nog brak het weekend en doodmoe van de constante adrenaline rush trek ik mijn skinny weer aan. Vanavond gaan we op sjiek. Hipster sjeik. VIP sjeik. Supperclub. Dat moet dan sjeik heten, of je reinste omhoog gevallen pauper. En zo lig ik ongemakkelijk in mijn sokken op de VIP-bank aan een glas rosé te nippen. Ik verlang naar bier en een kroeg. Ik wil zuipen want ik baal. Het mag gezegd worden. De avond verloopt prima. Ik vertel zo’n acht keer het verhaal van het verdwenen meisje uit Oeteldonk. Meer gespreksstof heb ik niet. Mijn inbox blijft leeg die nacht. Met een laffe kop Senseo bekijk ik de abdicatie. Met de afgeragde Klippan in mijn nek vervloek ik mezelf. Een kater. Een kutavond. En een hyperfocus op Bosschenaren de gekste die inmiddels vast ergens in een of andere boerenkeet op het plaatselijke plein met zo’n Jack en Jones provinciaal aan het tongen is. En ik maar mijn mobiel checken. Ben de gek! Maar ik ben het. En ik krijg haar niet uit mijn hoofd. Aangezien Google overal antwoord op heeft laat ik dit werkwoord zijn taak weer eens volbrengen en Google over de digitale snelweg. LinkedIn. Twitter. YouTube. Pintrest. Digital savvy die meid. En een WordPress. Met een e-mailadres. Wacht eens, een e-mailadres. Als de deurbel gaat, doe ik aan mijn maat Michel voor de negende keer mijn verhaal. Het is er in negen versies een stuk smeuïger op geworden, bemerk ik. Ach. Klinkt wel lekker zo. Rondje Jordaan. Frederiksplein. Nergens rustig kunnen pissen. Even langs het IJ kijken naar de boottocht maar geen fluit zien door die gigantische containers. Ik tracht echt het patriottisme in me los te maken maar het lukt me gewoonweg niet. Dronken worden wel. Als ik rond een uur of acht ladderzat thuis kom en voor een dansende Wim Lex plaats neem op de NOS bekruipt me een onbestemd gevoel. Ik moet die chick mailen man. Met mijn zatte kop tik ik in de notities op mijn iPhone een bericht. Het moet eruit. Gelukkig ben ik helder genoeg om te realiseren dat ik dit nog eens nuchter over moet lezen en een bericht verzonden op dinsdag 30 april 2013 21:05 een beetje hopeloos overkomt. Morgen. Rond de lunch.
19
V ‘OUT OF CONTROL’ 1 mei 2013 08:34:29 Onderwerp: Het is je gelukt.. Als een dief in de nacht verdwenen. Misschien wel in de hoop dat je mij ook niet zou vergeten. Eigenlijk wilde ik een hele suffe e-card sturen met een ballon en een gevatte tekst. Iets met een lekkere spreekwoordelijke knipoog maar zaterdagnacht. Maar daar bleek ik mijn verhaal niet helemaal in kwijt te kunnen. Aangezien ik vrij lang van stof ben. Maar dat heb je zaterdag vast al gemerkt. Stiekem ben ik altijd op zoek naar mensen die net zo gevat, bijdehand en in control willen zijn als ik. Alleen, ik zie ze nooit.. Maar zaterdag kreeg ik het voor mijn kiezen. Ik was de controle kwijt en dat is me echt in jaren niet meer gebeurd. En daardoor ben ik je alleen niet vergeten maar wil ik je stiekem graag nog eens zien.. Bij vriend(inn)en heeft het veelvuldig vertelde verhaal inmiddels een bijna mythische status bereikt. De avond en het meisje dat Frank stil kreeg, waar Frank ineens volledig de controle kwijt was. De avond en het meisje waarbij Frank eens volgde in plaats van in de lead was. “Frank, daar moet je achteraan…” Ik maak het je graag makkelijk, misschien ook wel om de controle weer een beetje terug te krijgen. Dus ik wil je iets voorstellen. Dat ik uit ben op een weerzien mag duidelijk zijn. Misschien heb je daar wel helemaal geen zin in en breng je graag “ogenschijnlijke” alphareutjes het hoofd op hol. Wellicht geniet je erg van het aanpakken van die pretentieuze hipsterjochies ,bulkend van de hoofdstedelijke arrogantie en bravoure. Maar ik probeer het toch, ik laat namelijk niet zo snel los. Als je wil, mag je kiezen. Ik geef je drie opties. Proefballonnetjes om maar in de trend van onze ontmoeting te blijven. - 5 mei bevrijdingspop, Utrecht, Haarlem, Wageningen, ergens anders?! Your choice. - 9 mei ben ik in Nijmegen; Doornroosje, ik heb ze op Lowlands gezien. La Pegatina. Lekkere simpele deuntjes en hyper vrolijke deuntjes. Kun je vast wel waarderen. - 13 mei in Amsterdam.. Hemelvaartsdag, kleine verrassing.. Mag jij kiezen, dagje Amsterdam decadent of licht alternatief.. Beide mogelijk! Again, your choice. Kies je er een? 20
Ik wil dit graag nog eens beleven. Het is je dus gelukt, dat merk je al. Ik ben je niet vergeten. En jij hebt mij gedwongen, zaterdag al, om een stapje extra te doen.. Ik kan me werkelijk niet herinneren dat ik ooit een hele avond zo achter iemand aan heb gelopen. En dat verbaast me niet alleen, het fascineert. Vraag me af wat dat was. Dus daarom is deze recruiter op zoek gegaan naar je e-mail (niet zo moeilijk want daar word ik al jaren voor betaald) en heb een aantal mooie voorstellen geprepareerd voor een weerzien. Dus.. Wat is het: wacht je op de toekomst of creëer je je eigen?! XX PS; Je bent zaterdag mijn nummer vergeten te vragen.. Aangezien ik niet de moeilijkste ben: 06 – 123 456 7 Dagen van stilte volgen elkaar op. De irritatie maakt plaats voor berusting. Wat weer plaats maakt voor woede. Ze kan toch op zijn minst ‘iets’ zeggen? De drukke dagen vol verhuisstress eisen hun tol. Na twee dagen van voortslepen krijgt de griep de overhand. Donderdagavond duik ik met een vol en warm hoofd onder mijn rode GÄSPA dekbedovertrek. Op tijd te bed want het werk is te druk om af te haken. Van onder de deken check ik theatraal ziek nog een keer mijn Facebook en mijn Hotmail. En dan valt alles stil. ‘Don’t make me feel stupid. I’ll do that on my own.’ 2 mei 2013 22:07:49 Onderwerp: Re: Het is je gelukt… Laat ik beginnen met: wauw. Sowieso had ik oprecht niet verwacht dat ik ooit nog iets van je te horen. Maar ik had natuurlijk moeten weten dat meneer de recruiter zijn kunstje zou doen en mijn emailadres wel even zou vinden (wat best eng is trouwens, dat je dat is gelukt). Hoewel ik er inderdaad heel erg van geniet om hipsterjochies aan te pakken, was het bij jou anders. Ik weet nog dat ik je zaterdag op een gegeven moment kwijt was, en bijna op zoek was gegaan naar platenspelers en analoge camera’s om een drastische hipster-lokroep te doen. Die behoefte heb ik normaal gesproken nou nooit.
21
Laat ik even komen tot de voorstellen voor een afspraak met me. Lief dat je het idee hebt dat je me moet uitleggen wie La Pegatina zijn. Ik heb ze vorig jaar ook gezien op Lowlands en toevallig een paar maanden geleden met een vriendin afgesproken om ze te gaan bekijken. Ze staan namelijk 11 mei in de Tivoli (dat is zo’n zaal in Utrecht waar wel eens optredens en feestjes worden gegeven. Kun je vast wel waarderen). Verder wil ik je zeggen dat het me verrast dat je me drie opties geeft waar ik uit kan kiezen. Ik snap dat je het gevoel hebt dat je de controle terug wil hebben, maar lieve Frank, dat gaat dus mooi even niet gebeuren. Al moet ik wel zeggen dat ik vreselijk nieuwsgierig ben en toen ik bij 13 mei ‘kleine verrassing’ zag staan bijna spontaan had ingestemd. Gelukkig kwam ik op tijd bij zinnen om me te realiseren dat ook ik niet graag de controle uit handen geef. Om je niet helemaal het gevoel te geven dat je niks in te brengen hebt, wil ik voorlopig wel met je instemmen voor bevrijdingsdag. MAAR. Ik ga eerst even informeren bij de meiden (dat zijn die twee uiterst charmante menschwezens die je zaterdag al hebt gezien) wat de plannen zijn. Jij vraagt hetzelfde aan jouw vrienden. En vervolgens kijken we of we tot een mooie overeenstemming kunnen komen. Is dat acceptabel? Als laatste wil ik wel nog tegen je zeggen dat ik je wel degelijk heel graag nog een keer wil zien. Ik raak normaal gesproken niet snel van mijn apropos, maar zaterdag was dat zeker het geval. En nu nog steeds. Ik heb nog nooit een mail gehad van iemand waardoor ik urenlang met een glimlach heb rondgelopen. En het is al me al helemaal nooit overkomen dat ik twee dagen aan het puzzelen ben om te bedenken wat ik terug wil sturen. Het is jou dus ook gelukt, ik ben je zeer zeker niet vergeten. Ik had niet verwacht dat het overgooien van ballonnen tot zoiets leuks zou kunnen leiden. X! O, je mag trouwens mijn nummer hebben. Heb je dan het gevoel dat je de controle weer een beetje terug hebt? 06-12345678
22
Het kost me tot klokslag 02:00 uu tot ik mijn gedachten weer bij elkaar heb. Mijn hartslag is verlaagd. En mijn lichaamstemperatuur is weer gedaald tot een schappelijke 38,5. Mede mogelijk gemaakt door het restant Grolsch in mijn koelkast in combinatie met een halve strip ibuprofen. Oké, I didn’t see that one coming. Ik wijt het aan mijn latente onzekerheid. Zelfbescherming. Geef het een naam. Maar ik ben finaal van mijn stuk. Die nacht slaap ik amper. Ik draai onder mijn rode GÄSPA-dekbedovertrek en tik in razende vaart een reactie in mijn telefoon. Het is of ze ergens iets in mij wakker maakt. Nu: doorpakken! 3 mei 2013 11:15:59 ” What took you so long? Was there a queue at the postoffice?” Ik had gisteravond net mijn laatste citrosannetje achterover geslagen en wilde diep onder de wol kruipen. Toch nog een korte online check-up. En toen stond er ineens dik gedrukt en ongelezen “Marleen” in het beeldscherm (van die verdomde iPhone). Weet niet of het koortsverhogend of verlagend werkte maar de hartslag ging in ieder geval significant omhoog. Die hadden we eigenlijk niet meer verwacht, het verlies was al genomen. Zit nu op het werk als mijn alter-ego “de loonslaaf” met mijn glimmend gepoetste Van Lierschoentjes en strak gestreken Hugo Boss-hemd. Licht gedrogeerd door de ibuprofen en paracetamol. Het is meivakantie en dat betekent dat het hier vrijwel leeg is. En zoals ik zaterdag al zei: “Wat moet, dat moet “. En er moeten e-mailadressen achterhaald worden en ogenschijnlijk hoge heren aangesproken alsof zij écht hoge heren zijn. “Mannen in pakken die praten over mannen in pakken die praten over mannen in pakken” zoals Nico Dijkshoorn het eens mooi formuleerde. De drukte van de hectische afgelopen en komende weken (verhuizing), de afgelopen letterlijk en figuurlijke feestdagen hakken er toch in. Ik moet hier nog een aantal belletjes en mails wegwerken en dan hoop ik voor 15uur weer onder de wol te liggen. Goed verhaal ook: “Even werken”. Maar dan wel uitgebreid jou gaan zitten mailen. Ik ben blij met je e-mail, dat mag gezegd. Dat is misschien wel de understatement van de dag. Het “niet vergeten ” is je verdomde goed gelukt dame. You turned the tables. And I appear to love turned tables. Merkte tot mijn eigen steeds groter wordende irritatie dat ik zowaar vaker mijn e-mail ging checken de afgelopen dagen. Daarnaast had ik op koninginnennacht de verjaardag van een van mijn beste vriendinnen. Een fijne hipsterparty waar zij ten overstaande van iedereen vroeg hoe het ging met “dat meisje dat je een blauwtje liet lopen, ik
23
vind haar nú al leuk!” Haar hipster buddy’s waren uiteraard zeer geïnteresseerd. Dus ik kon aan iedereen vertellen wat er was gebeurd, dit tot grote hilariteit van mijn publiek. Haha, maar ik raakte gister ook vrij geïrriteerd van de aanhoudende belangstelling: ”Nee ik heb niets gehoord!!” Bedankt voor de belangstelling. Maar ik ben dus niet de enige die zich naast de nodige portie diepgang ook graag verliest in platvloerse en populistische (Spaanse) meezingers.. “Great minds think alike”. Lekker bijdehand ook met je Tivoli, je weet hoe je punten moet scoren bij ondergetekende. En ik was dus ook niet de enige die toch meer achter iemand aan liep dan dat hij/zij normaliter zou doen. Aan de hipster-lokroep van klikkende analoge camera’s en krakende platenspelersnaalden (liefst met Jake Bugg – Broken eronder) in combinatie met rode Vans en korte spijkerbroekjes had ik overigens gehoor gegeven. Verzet was zinloos, bij voorbaat een verloren strijd. Apart hè. Goed plan van je, dat niet kussen, nou ja bijna niet dan! Dan wordt er nog eens gepraat, leer je elkaar eens een beetje kennen. Maar nu zonder enige scepsis, het niet vergeten is je gelukt. Meer dan zelfs! But, there is always a but. Ik heb niet snel een griepje te pakken, maar als die er is dan is hij ook stevig! Heel handig met de aanstaande verhuizing. I’m afraid I can’t make it this Sunday. (Over Sunday gesproken, ken je Sunday van Bloc Party?! Wereldplaat, a real modern day love song). Ik durf voor zondag eigenlijk geen afspraak te maken. Niet als ik niet zeker weet of ik hem na kan komen. Dus dame, what’s next? You like to be in control. Of geef je je eens over? Aan de 13e? Jouw keuze dan of heel, heel fout maar zeker niet minder leuk. Of geef je mij iets om te kiezen?! 9, 12 en 13 mei ben ik vrij. De week erna ga ik verhuizen. Ik laat het aan jou over (Je voor het blok zetten met 3 keuzes bleek namelijk ook niet te werken dus controle-wise laat ik de teugels iets vieren). Hoe dan ook.. Ik vind het echt oprecht een heel goed en leuk verhaal worden! Van ballonnen gooien, een heerlijke avond, een avond dansen (op een tafel), sjansen en praten, wakker worden met het gevoel “hier moet ik iéts mee doen” tot twee hele onverwachte e-mails. Laten we op deze voet doorgaan. Ben stiekem benieuwd naar je, Marleen. Je maakt me nieuwsgierig, heel erg zelfs. Laten we snel afspreken! Eens kijken of ik je nog meer kan laten lachen, daar ben
24
ik wel voor in. Daarnaast ben ik ben ook wel benieuwd hoe die drastische hipster-lokroep van jou klinkt. Dag dame, tot snel.. And remember; You’re not nineteen forever. XX
25
VI ‘GENIETEND IN STILTE’ Conditionering is de vernederlandsing van de Engelse term conditioning, die als betekenis heeft: “van voorwaarden (condities) afhankelijk maken”. Zo wordt onder “geconditioneerd gedrag” verstaan dat gedrag dat is aangeleerd, dat onder bepaalde condities tot stand komt en gewoonte wordt. Geconditioneerd en gebiologeerd staar ik met gespannen ogen naar de iPhone die in mijn zwetende handen rust. The sound of a generation. U heeft een nieuw bericht. Met een glibberige vinger open ik het bericht. Marleen uit Den Bosch en we hebben contact. Eindelijk. De eerste dagen van mei zijn zinderend heet en ik vervloek het. Onder een dekentje drijf ik tussen de warmte en koude aanvallen door. Door een kier van mijn Leen Bakker-vitrage zie ik de zon buiten schijnen. Buiten is het heerlijk warm voor de tijd van het jaar. Binnen is het koud en warm en koud en warm. De wisseling van april en mei brengt een aantal elkaar op volgende feestdagen. Vroeger, toen ik nog jong en wild was, vormde deze dagen eens een keerpunt in mijn leven. Een enkeltje ziekenhuis en een overnachting op staatskosten deden mij gedwongen een nacht lang mijn zonden overdenken. Het roer moest en ging om. Nu jaren later zie ik bevrijdingspop op tv, in een studentenstudio in Amsterdam. Ouder en wijzer maar nooit had ik zo intens de drang om aanwezig te zijn. Want zij is er. En ik wil bij haar zijn. Als slap aftreksel van ons samenzijn controleer ik bijna maniakaal mijn telefoon. Na weken van appen, schuivende agenda’s en een achtbaan aan emoties is de week aangebroken. We gaan elkaar zien. Gesproken hebben we elkaar nog niet. Gevoelens zijn gedeeld, levensverhalen verteld, geheimen ontsloten. We voelen een vertrouwen en tonen een openheid die in schril contrast staat tot de luttele weken die we elkaar inmiddels kennen. Ik wil haar, nu. Maar ben ik verliefd op haar of is het een beeld dat ik van haar heb gevormd in mijn hoofd? IK WORD GEK VAN DE ZENUWEN
26
Op een druilerige vrijdagmiddag in mei spreken we af. Op Amsterdam Centraal, voor de Bruna. Weken heb ik gefrustreerd afgeteld naar deze dag. De dag die je wist dat zou komen is eindelijk daar, om maar in de koningssferen te blijven. Niets aan het toeval overlatend kruipt de dag uur voor traag richting kwart over bier. Een biertje voor de zenuwen en dan richting CS. Op de planning staat een stukje met de pont richting de NDSM-werf. Aldaar een hapje bij Noorderlicht en een borreltje bij Pllek. Onderbroken door een korte wandeling bij de NDSM-werf als het allemaal een beetje meezit. Alle voorbereidingen ten spijt, ik word gek van de zenuwen. 17:00 voor de Bruna op Amsterdam Centraal. De waas van onze eerste ontmoeting staat in schril contrast tot de alertheid van onze tweede. De kleine Bruna grenst aan de gang die de twee grote hallen van Amsterdam Centraal verbindt. Hier sta ik achter een grote paal, onhandig naast een Metro-uitgeefpunt. En ik sla haar minuten lang gade. Misschien is het een wanhopige poging om de controle van de situatie enigszins in handen te krijgen maar haar ogenschijnlijke zenuwen schenken mij enige rust. Een kus op haar voorhoofd, iets anders voelt te gulzig aan. We hebben hier samen lang op gewacht. Ietwat onhandig staan we tegenover elkaar te stamelen in ons meest hipster verantwoorde outfit. Twee opgerolde skinnies, gekleurde sokjes, vintage shirtje erop. Dit zijn wij. Hier start het ons en dat weten we allebei. Eindelijk zijn we samen en begint onze toekomst, maar geloven doen we het nog niet. We gaan op pad, richting de pont en het voelt vertrouwd. Als ik het grind van de werf onder mijn schoenen voel wegschieten, sla ik voor het eerst een arm om haar heen. Zo hoort het te zijn. Na de eerste borrels in Noorderlicht kus ik nogmaals haar voorhoofd als ik opsta om naar het toilet te gaan. Ik lach in de spiegel naar mezelf terwijl ik mijn muts herpositioneer. Langzaam word ik wakker en realiseer het me. Dit is geen droom, geen fantasie. Dit is echt, wij zijn echt. Als we naar buiten lopen, snijdt de koude wind van het IJ door onze jassen. Toch lopen we, samen, gelukzalig over het terrein. Nieuwsgierig loopt ze van me weg richting een braakliggend spoor en ik laat haar. Het is goed, ik wil haar zien. Ze is op ontdekkingstocht op de werf en ik ontdek haar. Voor het eerst sinds de ontmoeting bij de Bruna heb ik tijd om de situatie in alle rust te aanschouwen en op me in te laten werken. Ik zie mijn toekomst in een prachtig stilleven. Onder een donker wolkendek. Met het IJ op de achtergrond staat een klein hipstermeisje in een grijze jas met zwarte Vansjes foto’s te maken van een verlaten bootje. In stilte geniet ik van het moment. Dit is wat ik wil. Dit is wie wij zijn. Genietend in stilte.
27
Uitkijkend over de werf voel ik langzaam dat mijn sokken nat worden. Door hoog en bovenal vochtig gras geworsteld en via een roestige trap zijn we een uitkijkpunt opgeklauterd en kijken uit over het water. Het miezert inmiddels zachtjes wat onze lippen koud en vochtig maakt. Hier kussen we voor het eerst, dicht tegen elkaar aan. Een kus van opluchting, van geluk en ontlading. Wat hebben we hier lang op gewacht. Zo lang dat het nu hier in de koude wind onwerkelijk aanvoelt. ‘WIJ KUNNEN ELKAAR ZO GELUKKIG MAKEN’ We treden Pllek binnen en zakken op de eerste verdieping weg in een heerlijke ingezakte chaise longue. Zwart leer met doorgesleten witte plekken die de lekkerste plekjes op de bank markeren. We positioneren onze skinnys op de witte plekken en kijken uit over het IJ. Het begint me op te vallen dat er stiltes mogen vallen zonder dat het ongemakkelijk wordt. Zonder een woord te zeggen staren we in het donker over het IJ. Het voelt ongekend vertrouwd als ik me in een ongemakkelijke bocht toegang tot mijn wijn tracht te verschaffen zonder me van haar af te draaien. Dan spreekt ze de enige woorden uit die deze gelukzalige stilte mogen verbreken ‘Wij kunnen elkaar zo gelukkig maken’. Hand in hand lopen we vanaf de pont richting de Zoutkeetsgracht. Het is inmiddels laat geworden en licht vermoeid lopen we naar huis. Het is een ongekende chaos in het zelfmoordhok, overmorgen ga ik verhuizen. We zetelen ons tussen de tassen en zakken in en keuvelen licht beschonken over alledag. Of we nooit anders hebben gedaan. Tussen de tassen ontwaren we Albert Heijn-tas vol oude foto’s. Het schenkt haar een inkijkje in mijn, niet altijd even fraaie, verleden. Haar reactie doet me goed. De alcohol en opgebouwde spanning doen inmiddels langzaam hun werk. Waar ik bij de ontmoeting op CS niet te gulzig wilde zijn, heeft de privacy van mijn huiselijke muren een ontremmende werking op me. Ik ben geil en op ontdekkingstocht want ik heb een angst. Dat de seks slecht is. Begrijp het niet verkeerd, ze is bloedmooi, sensueel en sexy. Een huppeltje van geluk maakte ik toen ze vertelde dat ze danslessen gaf. Maar ik bedoel, ergens moet er iets toch niet kloppen. Er moet iets van imperfectie in dit meisje zitten. Gelukkig kom ik die nacht wat dat betreft niet van een hele koude geile kermis thuis. Misschien zit er ergens nog een kras, maar
28
seksueel is het niet. Zij begrijpt het. Porno mag ruw en smerig. Seks is het beste als je je kan laten en gaan en dat doen we die nacht. Zonder remmingen gaan we in elkaar op om voldaan in elkaars armen in slaap te vallen. De volgende ochtend is het vroeg dag in ‘huize zelfmoordhok’, het is immers verhuisweekend. Met een katerige ondertoon ontwaken we in een ongekende rust. In alle vroegte kruipen we in onze naar bier, wijn en sigarettenrook stinkende kleren. Mijn sokken zijn inmiddels weer droog. Als een al jaren op elkaar ingespeeld koppel dollen we de kerel van de Bo-rent met onze brakke verschijningen in de rondte. Hilariteit ten top over het onbenullige achteruitrij-piepje van het gehuurde busje. Bij de kringloopwinkel beleven we ‘ons moment’. Een moment dat het samenzijn voor altijd zal typeren. Het moment dat we elkaar los lieten maar vonden in gemeenschappelijke interesses. In de bakken vol derdehands vinyl zochten we naar onze guilty pleasures. Een uur later staan we samen mijn laatste tassen in te pakken onder de klanken van Gerard Joling’s Ticket to the tropics. Wat overigens mijn guilty pleasure is, hiervoor neem ik de volledige verantwoordelijkheid. In serene rust pakken we al heupwiegend mijn huisraad verder in. Na een dag hoeven we al niets te zeggen, we voelen dat het goed is. De stilte zegt meer dan woorden. Soms kijk ik stiekem naar haar. Ongelofelijk mooi is ze als ze in alle rust mijn spullen inpakt. Het voelt of we samen gaan verhuizen. ‘Then I’m on my way to tropic island You’d always said I was a dreamer You were right Gonna buy me a ticket to the tropics.’
29
VII ‘HET PAST’ Mijn hele huisraad in een rood gehuurd Bo-rent-busje en een aftandse donkerblauwe Saab. Happy hardcore uit de boxen op de vroege zondagochtend. Om het verkeer in de immer drukke Pijp voor te blijven, besluiten we dit klusje in alle vroegte te klaren. Bas, Joost en ondergetekende kun je rekenen tot een clubje ervaren verhuizers. Alleen ik heb er in Amsterdam al zes voor mijn rekening genomen, het verhuizen van anderen niet meegerekend. Het is een kwestie van beuken, koffie drinken, muziek aan en vooral blijven lachen. Met een claxon, het volume vol open en een proleterig armpje uit het raam geef ik op deze heerlijke zondag het sein voor vertrek. ‘Let me take you to the promised land. you and I, together we stand. let me guide you to tomorrow. let me free you from the sorrow.’ Het is een dag om ongegeneerd de bouwvakker uit te hangen, deze rol spelen we dus ook met verve. De drie ongelofelijk steile trappen maken het verhuizen er niet gemakkelijker op. We blijken een goed op elkaar ingespeeld trio. We voelen elkaar goed aan en de vaart zit erin. ‘Met die bank hebben we geen rekening gehouden’ , hoor ik als de bank in het trapgat blijft hangen en we een gipsen wandje doorboren. ‘Wil je me kussen?!’, schalt er als wij over straat lopen te zeulen met kussen en er een ongelofelijk lekker wijf voorbij loopt. Beter valt de dag niet te typeren, hard werken, veel lachen en voor 12 uur trakteer ik de heren op een biertje in het raam dat prachtig uitzicht verschaft over de Ceintuurbaan. De zon schijnt door een van de drie gigantische ramen die het appartement rijk is. Ik ben trots. Het probleem met verhuizen is dat de nasleep altijd langer is dan beoogd. Met het raam op een kier kom ik op adem in het zelfmoordhok. De overdadige lichtinval en de lege muren vormen een surreëel beeld. Buiten laad ik het busje vol met afval, alleen. Dit wilde ik in mijn eentje doen, een periode afsluiten. En wat voor een periode. In de oude draagbare stereo vond ik een bandje. Thunderdome XXII. Voor voorbijgangers moet een in het oog springend beeld zijn geweest op de vroege maandagmorgen. Een leeg verlaten appartement dat als klankkast fungeer voor oorverdovende hardcore waaronder ik opruim. Mijn verleden wegruim. ‘Oh xtc you. you got what I need. To make me feel alright. to make me feel alright.’
30
Tramlijn drie brengt me vanaf het Haarlemmerplein terug naar de Pijp. Ik nestel me achterin de tram in een van de zitjes die net even iets te krap zijn. Ze hebben iets weg van de sprinter die me altijd naar station Sassenheim brengt, terug naar mijn verleden. Het krappe zitje doet me nu meer dan ooit realiseren wat ik achter me laat, het hoofdstuk Haarlemmerplein. De plek waar ik de kras op mijn plaat onderdeel liet worden van de muziek. Waar ik me vereenzelvigde met mijn verleden. De trage stroom van gedachten in mijn hoofd roepen herinneringen op aan de depressieve periode in mijn leven. Het wegzinken in gedachten, in de golven van je gedachtes. De golven waarin ik wilde verdrinken, want boven wachtte de bedompte wereld. Alleen deze keer wil ik wakker worden, boven komen, want het uitzicht is prachtig. Ik laat het achter me, de plek die me zoveel gaf. Waar ik nooit meer terug naartoe wil. In de laatste twee weken van mei ontwikkelen Marleen en ik een heerlijk stramien. Ongedwongen decadentie in de marge. We doen wat we willen zonder enige vorm van schaamte. Ontbijten met spareribs, een lunch van popcorn, Advocaat voor het slapengaan wordt onze trademark. Pagina’s lang leest ze aan me voor omdat ik zo geniet van haar stem. Minutenlang kan ze in stilte naar me kijken als ik geconcentreerd ergens mee bezig ben. En stapje voor stapje leren we samen te realiseren dat wat wij hebben niet vluchtig is maar duurzaam. Langzaam krijg ik controle over een intens gelukkig leven. Het voelt nog onwennig, zo’n beloning zonder een aanwijsbare strijd. Zomaar in je schoot geworpen. Stap voor stap begin ik te herkennen dat dit de beloning is van iets groters. Een oeuvreprijs voor het kiezen van mijn eigen weg. De dagen met haar vallen samen in een verliefd gelukzalig geheel. Maar dit is dieper, er vormt zich een driehoek van liefde, houden van en ongekende geilheid. Maar de kern ligt in ons. In ons samen en ons individueel. Het herkennen van karakter, authenticiteit, loyaliteit en gelijkheid. Een blik in de ogen is genoeg. Karakter op het eerste gezicht. Iemand die jouw leven leeft, al jaren, zonder dat je er bewust van bent. Het is haast ongrijpbaar, ontastbaar, maar raakt me tot in mijn diepste. Iemand die je niet alleen begrijpt maar ook voelt. Waar het voor ons al moeilijk te vatten is, ben ik gestopt met het proberen uit te leggen aan anderen. Dit begrijpen alleen wij, en dat zelfs met moeite. En juist dat maakt het zo uniek. We zijn de personificatie van ‘underground love’: ’Our own little best kept secret’. Dat is maar voor weinigen weggelegd. WAT ME INTENS GELUKKIG MAAKT IS DAT IK VOEL DAT HET EEN VERBINTENIS OP GELIJKHEID IS
31
Wat me intens gelukkig maakt, is dat ik voel dat het een verbintenis op gelijkheid is. Geen liefde uit angst, uit eenzaamheid of zwakte. Geen liefde om te leunen. Nee, individueel zijn we beiden ijzersterk. Dragen we ons eigen verleden met ons mee. We halen onze kracht uit onszelf en de stappen die we gemaakt hebben. Samen dragen we het leed van velen; kleine wereldverbeteraars zijn we. Samen niet tegen maar voor de rest van de wereld. En als dat allemaal samen komt, kan ik het maar in een zin vatten. ‘What we build is bigger than the sum of two.’ Ik nestel me in een stoel voor het raam. Op deze mooie zomeravond voel ik de avondzon branden na een middagje Sarphatipark. Met de voetjes uit het raam rook ik ontspannen een sigaretje en realiseer me dat ik voor het eerst sinds tijden weer alleen ben. Dit is mijn moment om het te laten in zinken, te realiseren. En of ik het me realiseer. Ik stuur haar een e-mail. ‘ Ik ben high, a natural high. High van verliefdheid, van liefde. Voor het eerst van mijn leven. En het maakt me intens gelukkig. Alles schiet door mijn hoofd, het gemis van het matras maakt me ergens heel vredig, het gemis van jou ook. Het doet me beseffen wat ik heb, het doet me beseffen wat ons mij geeft. Het bijna lege flesje Advocaat staat symbool voor de schaamteloze decadentie die ons ons maakt. Net als het prachtige witte vinyl van Woodkid. Onze wapens in onze strijd. Onze strijd, wij tegen de rest. Post moderne Yoko Ono en John Lennon zijn we. Geen sit in for peace maar voor love. Onze liefde, diepe, intense hipster liefde. Het genot dat we uitstralen in de supermarkt. De ongegeneerdheid waarmee we kussen tussen de schappen. De intense band die we tentoonspreiden zonder enige vorm van schaamte. Het onuitgesproken genot waar we samen symbool voor staan en hoe geweldig we het vinden als anderen het zien. Pure liefde. 36 uur zonder tv, zonder invloeden van buiten, de gordijnen dicht, alleen wij. Praten, kussen, elkaars lichaam en gedachtes verkennen en doorgronden. Wat was onze sex geil, wat voelen we elkaar aan, hoe diep zit het verlangen elkaar te laten genieten, bevredigen, samen de grenzen van ons genot verkennen. Nog zijn we elkaar niet zat, onze liefde maakt me hongerig naar meer. Het lijkt een bijna fysieke hunkering naar aanraking, contact, fysiek en verbaal. Honger naar jou. Honger naar ons. Kijk mij vredig, voldaan en intens gelukkig liggen op die foto. Plat op mijn buik straal ik niets anders uit dan diep gelukkig te zijn. Alsof het uit mijn nek, schouders en rug lijkt te stralen. De plannen die we maken, hoe bang we soms ook zijn, die plannen zijn er. En we weten dat we het gaan doen, samen. Want nog nooit voelde iets zekerder dan dit, zekerder dan ons. Niets liever wil ik
32
jou en ons gelukkig maken. Niets liever wil ik je beschermen. Hoe diep en vooral hoe snel ben je in me gekropen. Ben je deel van mij geworden. Nog nooit heb ik zo snel gezegd dat ik van iemand hield. Maar nog veel belangrijker, nog nooit heb ik het zo gemeend. Nog nooit voelde ik zo de behoefte het te uiten. We’re achieving against all odds. Fuck de tijd, fuck de tijdsgeest. I love you in the morning. Ik hield 36 uur lang van je en geen moment had ik de behoefte de gordijnen te openen. Het licht van buiten leek een indringer in ons paradijs. Ons paradijs waarin we seconden, minuten, uren, dagenlang realiseerde hoe verschrikkelijk verliefd we op elkaar zijn. Hoe diep onze connectie is. Ik wil er niet meer zonder, niet meer zonder jou, niet meer zonder ons. Hou van jou.‘ “There are only three things to be done with a woman. You can love her, suffer for her, or turn her into literature.”
33
VIII ‘EEN 10 OP DE SCHAAL VAN FRANK’ Ik hou van die tent. Het is er rauw, gewoonweg vuig. Bier drink je uit echt glas en roken mag op de dansvloer. Een hol, met een doffe dreun, zonder enige opsmuk en daarom voel ik me er thuis. BARKODE, aan de Wagenstraat 3-7, de locatie van het vroegere Club Home. Toen ik er voor het eerst een voet binnen zette wist ik het: dit is mijn plek. Amsterdam heeft weinig locaties waar je de boel echt de boel kunt laten. Onder het genot van een doffe dreun drinken, roken en dansen Marleen en ik op ons gekoesterde plekje, hemelsbreed nog geen honderd meter verwijderd van de lallende provinciale in de kleine Cooldown. Maar een paar weken eerder maakten we ons op voor een compleet ander festijn. Mijn Van Lierschoentjes waren gepoetst, het witte Boss-hemd was gestreken en afgemaakt met een strak Suitsupply-jasje. Ook Marleen zag er oogverblindend uit. Toen we over straat liepen voelden we ons niet geheel op het gemak. Dat gebeurde niet snel. Stiekem waren we allebei een beetje zenuwachtig voor wat komen ging. We sloegen na het Sarphatipark de Tweede van der Helststraat in, langzaam namen de zenuwen toe. Enkele minuten later traden we het Okura binnen. We gingen hier eten, voor een bedrag waar ik normaal de huur van betaal. Maar ja, de baas betaalde. Even later zaten we ongemakkelijk aan een bakplaat met een slabbetje voor die een ieder het zicht op onze zorgvuldig geselecteerde outfits ontnam. Tegenover ons zat een bont gezelschap van oudere dames in gordijnstoffen jurken. Zij waren zo mogelijk nog meer ‘out of place’ dan wij. Na een fenomenaal diner zetelden we ons in de skybar met een finaal overprised cocktail. De wijn deed het werk en ik kon mijn wekenlang zorgvuldig bewaarde geheim niet meer voor me houden. Ik wees naar buiten over de stad: ’Weet je dat over een paar weken zoveel mensen over onze liefde zullen lezen?’ Ik trachtte zo rustig mogelijk uit te leggen wat haar te wachten stond, toen Marleen in tranen uitbrak. Toen we iets later vertrokken, wierp ze de bezorgde barman nog een aantal geruststellende woorden toe ‘Het is niet erg hoor, hij is juist heel lief’. Met een lach van oor tot oor stond ik inmiddels al op de lift te wachten. Een aantal maanden na mijn verhuizing naar De Pijp werkte ik aan mijn eerste blog. Op aanraden van Marleen zette ik mijn eerste werk online. Vloekend werkte ik me door de krochten 34
van WordPress. Te trots en eigenwijs om haar te bellen en om hulp te vragen. Langzaam en geïrriteerd plaatste ik bericht voor bericht op mijn eerste echte blog. Constant afwegend of het niet te privé was voor de buitenwacht. Veel verhalen plaatste ik online, behalve de liefdesbrieven en verklaringen die ik de afgelopen maanden had geschreven. Die waren van ons. Plots viel mijn oog op het Volkskrant Magazine van een week eerder. Lust & Liefde door Corine Koole, ik las het iedere week. Nu was ik altijd al een brutale vlegel die gewoon doet en kijkt hoe ver hij komt. Maar nu ik verliefd was op het meisje dat mij gelukkiger maakt dan ik ooit had kunnen dromen, had ik geen enkele gene meer. Voor volk, vaderland en mijn meisje. Beste Corine, Ik verwacht absoluut geen integrale publicatie van mijn stukken. Maar misschien triggeren deze twee stukken u om me te interviewen over de stortvloed aan liefde, emoties en al wat meer die de afgelopen vier maanden over me heen zijn gekomen. In een vogelvlucht: op 27 april, a random wild night, hebben we elkaar ontmoet, in de kleine zaal van Paradiso. Tijdens de afterparty, door het gooien van een ballon. Overmoedig van de alcohol en vol bravoure probeerde ik haar al snel te kussen. Maar in een klap was ik alle controle kwijt. Ze draaide haar hoofd weg en fluisterde in mijn oor: ‘Zo onthoud je me ten minste.’ Ze liep weg en riep zonder om te kijken: ‘Nu krijg je een borrel van me.’ Ik kon alleen nog volgen. Na uren praten en dansen kusten we elkaar. Abrupt ontstond er een einde aan de avond. Op het toilet kwam het tot een handgemeen en ik werd eruit gegooid. Zonder naam of nummer. Echter, de volgende dag belde er een vriend. ‘Hé man, wie is M? Die heeft met jouw telefoon mijn voicemail ingesproken.’ Ineens realiseerde ik het me, we wilden samen nog een afterparty pakken en zeer proactief ontfutselde ze mijn telefoon. Met haar naam en haar gelukkig wel onthouden woonplaats traceerde ik haar via Facebook. Drie dagen deed ik erover om een juiste mail te formuleren. Drie dagen later kwam dezelfde geweldige reactie. Twee weken later spraken we af. Om nooit meer zonder elkaar door te gaan. Twee weken later fietste ik door een druilerig Amsterdam-Oost over de Plantage Middenlaan richting Café Koosje. Ik had mijn meest hipsterwaardige outfit uit de kast getrokken. Het leek of ik mijn verhaal in deze kleren extra kracht wilde bijzetten. Ongeduld en zenuwen vochten om voorrang. Ik wilde dit, voor Marleen en voor ons. Maar ik was doodsbang. In een donkerbruine hoek van het café namen we plaats en al snel kwamen de verhalen los. Ik praat nu eenmaal
35
graag en helemaal over ons. Want ik ben vol van haar, van ons. Al vanaf het moment dat ik Marleen voor het eerst zag staan in haar rode Vans en korte broekje. Die middag in AmsterdamOost herleefde ik de eerste nacht en de daaropvolgende weken, Vrijuit sprak ik over de liefde, de angst en het leven samen. Ik genoot er intens van om ons verhaal te vertellen aan een wildvreemde. Als de bassen zwaarder worden lijkt de vloer van de BARKODE te trillen. Het is inmiddels vroeg geworden en de nacht loopt tegen zijn einde. Het is vrijdag en de zware werkweek begint zijn tol te eisen. Rustig zakken we af langs het Rembrandtplein, via de Utrechtsestraat, De Pijp in. Het is een heerlijke nacht. Zwaar beneveld lopen we over het Frederiksplein door de kou. Beiden zijn we een, inclusief onze moeilijke karaktertrekken. Deze liefde maakt ons soms onzeker. Wanneer vermoeidheid en dronkenschap vechten om hun plaats krijgt angst soms vrij speel. Marleen breekt in tranen uit en tracht me letterlijk en figuurlijk van zich af te duwen. Ik weet het, ik ken het. Dronken clashen we in de ijskoude nacht en langzaam, na een aantal rondjes in De Pijp, keert de rust weer. We staan inmiddels op de brug bij de Stadhouderskade met uitzicht op de Nederlandse Bank. De stilte word doorbroken door een fietser met een gevulde krantentas. Ogenschijnlijk uit het niets sprint ik over de brug het Westeinde op, Marleen in verbazing achterlatend. Ik weet de krantenjongen in te halen en of het zo heeft moeten zijn, brengt hij de Volkskrant aan de man. Hij komt net van het distributiepunt en werkelijk niemand in de stad heeft de krant nog op de deurmat liggen. Triomfantelijk paradeer ik richting de Nederlandse Bank waar Marleen inmiddels vol verbazing het tafereel gade slaat. Op een betonnen randje voor de bank nemen we samen plaats. Pagina 28, Lust & Liefde, Corine Koole. En dan zie ik het staan, het staat er echt. Met een brok in mijn keel mompel ik zachtjes de eerste woorden. ’Ze was een 10 op de schaal van Frank’. Door alcohol en emoties overmand lees ik haar ons leven voor. Het is doodstil op straat en de hemel is nog inktzwart. Prachtig verwoord door een complete vreemde. Het staat er zoals het is. En plots realiseer ik het me, langzaam valt het verhaal bij vele huishoudens op de mat. Die lezen aan de keukentafel over ons. Onze liefde. Een liefdesbrief met een oplage van tweehonderdduizend. Dat is wat ik haar wil geven en iedereen mag het weten. Want ik was niet op zoek, maar ik vond haar wel. En nu laat ik haar nooit meer gaan.
36
Het verhaal in de Volkskrant sluit prachtig af. Ik had het niet beter kunnen samenvatten. ‘Met haar aanwezigheid heeft ze mijn leven een andere kleur gegeven. Wat is dit? Hoe noem ik dit? Ik weet het niet. Ik zie haar komst als een beloning voor het kiezen van mijn eigen weg.’
37
38
IX ‘TOEN IK WOODKID LIVE ZAG’ Die zomeravond in Luxemburg klopte alles. Er zijn van die spaarzame momenten in een mensenleven waarop alles lijkt te kloppen. Waar alle spreekwoordelijke puzzelstukjes in elkaar vallen. Momenten die je niet verwacht. Voor mij gebeurde dat op de Neumunster Abbey in Luxemburg. Waar ik mijn artiest van 2013 live zag. In het donker want dan kwamen de visuals het beste tot zijn recht. Die zomerse avond zag ik Woodkid. UITNODIGING WEEKEND 13 & 14 JULI 2013 Lieve Marleen, Het weekend van 13 en 14 juli nadert met rassen schreden. Een weekend dat met gouden inkt bijgeschreven zal worden in de annalen. Een weekend dat nog volledig met mystiek is omhuld. En lieve schat, dat zal het ook blijven! Desalniettemin zullen er voorbereidingen getroffen moeten worden om dit weekend nog onvergetelijker te maken. Daarom wil ik je vragen om de volgende zaken mee te nemen; - Een muts. - Je meest sexy nachtelijke setje. - Een analoge camera (met zwart wit film, want er zouden zich zo maar gedenkwaardige momenten voor kunnen doen en die willen we uiteraard op de gevoelige plaat vastleggen). - Een nette outfit (hoeft geen gala te zijn, wel hakjes). - Jarretels. - Een paar stevige wandelschoenen. - Een leverworst. - Je zwemkleding (maar we zeggen niet wat we gaan doen). - Een pakje Wicky (smaak naar keuze). - Een pakje Sultana (met rozijnen). - Je meest heftige-uber-meer-kleuren-hipster-outfit. - Je skateboard. - Je favoriete trui. 39
- Een zonnebril. - Je schrijfschrift. - Een leesboek. - Een keukenrol. We zullen op 13 juli rond 08:00 thuis vertrekken en ik verwacht 14 juli laat op de avond weer thuis te arriveren. Zeg maar tegen je ouders dat je in goede handen bent én dat ik je bij ons thuis weer zal terugbrengen (hoeven ze zich daar geen zorgen over te maken). En dat je hebt gegeten als je thuiskomt (daar hoeven je ouders zich dus ook geen zorgen om te maken). Vergeet vooral je goede humeur niet in te pakken! We gaan trouwens niet bowlen (dat je je daar niet op gaat verheugen want dat gaan we dus niet doen en dat zou jammer zijn). X! Woodkid kon slechts putten uit een album. Maar wat een plaat. Van sommige albums ga je je, hoe goed ze ook zijn, afvragen hoe ze het in hemelsnaam live goed doen. Maar die zomeravond in Luxemburg klopte alles en bracht Woodkid mij in anderhalf uur uur door het hele album heen in een orgastische acceleratie. Is dat een woord? Vast niet. Maar ik was er en ik zal het nooit meer vergeten. Een aantal dagen eerder verjaarde mijn vriendin en ik had grootse plannen. Bijna was het me gelukt de gehele trip inclusief eindbestemming met mystiek te omhullen. Uiteraard verlulde ik me een dag vantevoren over de eindbestemming. Na een vlotte rit checkten we in in het Hilton van Luxemburg. Je moet immers een beetje indruk maken op je nieuwe vriendin. Blijkt de halve stad vol te hangen met Woodkid-posters. Weg verrassing. Aan het einde van de dag zakten we af richting de Abbey. We staken schril af tegen de plaatselijke bevolking. Met onze meer-kleuren-hipster-outfits vormden we een plaatselijke attractie voor de goedgeklede maar zeer bedeesde plaatselijke bevolking. De nooit in Nederland doorgebroken Woodkid valt het best te omschrijven als een upgraded Kyteman. Een geniaal artiest maar live nogal ielig, mede door zijn postuur. Woodkid is diepgaand, bombastisch en
40
overweldigend. Uren kan ik naar hem luisteren zonder te weten naar welk nummer ik luister. Zijn EP is nota bene geperst op wit vinyl. De vraag is alleen hoe hij het live doet. Een klein Frans kereltje, druktemakertje. Getooid in een korte broek en T-shirt, het hoofd bedekt met een petje en afgemaakt met een fikse baard. Dat beloofde wat. Waar Kyteman iets weg heeft van een verwarde Albert Einstein ontwaarde ik hier de reïncarnatie van Napoleon Bonaparte. Ergens klopte het niet, zijn charismatische performance stond sterk in contrast tot zijn voorkomen. Maar het is juist die paradox die het afmaakte. En hoe. Door een combinatie van factoren steeg deze avond als nooit te voren boven zichzelf uit. De visuals bij de show waren een attractie op zich. Zijn fenomenale debuutalbum ‘Golden age’ kwam meer dan tot zijn recht op het podium. Maar op deze warme zomerse avond in Luxemburg was het die gekke Fransoos die de boel bond. In zijn korte broek, met baardje en pet liet hij het plein in Luxemburg anderhalf uur lang opstijgen. Het had bijna iets dictatoriaals, sektarisch misschien. Door de jaren heen zag ik veel charismatische frontmannen. De aangeboren ‘cool’ Artic Monkeys frontman Alex Turner en de ‘cocky stroll’ van Oasis leadsinger Liam Gallagher fascineerden mateloos. Maar dit was van een andere planeet. De volksmennerij, het charisma, we stegen op. Massaal. Honderden tamme Fransen, Luxemburgers en twee verdwaalde Amsterdammers maakten iets ongekends mee. Volgzaam zongen, sprongen en floten we door de nacht. Als klapstuk ging zijn grootste hit op 45 toeren de Luxemburgse nacht in. Ik vormde mijn eigen solo-pit, sprong en schreeuwde, orgastisch geaccelereerd was ik los.
41
42
43
44
45
46
47