BEHANDELPROTOCOL
Onderzoek naar de effectiviteit en kosteneffectiviteit van eerstelijns revalidatie na een lumbale hernia operatie, uitgevoerd door het EMGO+ instituut van de Vrije Universiteit Amsterdam & VU medisch centrum en het Leids Universitair Medisch Centrum
Behandelprotocol gebaseerd op het ‘Protocol Revalidatie na een Lumbale Hernia Operatie’ van het Amsterdamse Netwerk HNP* en de ‘Richtlijn fysiotherapeutische behandeling na lumbale hnpoperatie’ van het Medisch Centrum Haaglanden/Westeinde ziekenhuis** * Taco van der Pol, Lobke Mienis, Frank Röder, Angela Hadley, Felice Bloem, Tess van Meer, Raymond Ostelo ** S van der Lans, SGM Brok, WB van Beek Het REALISE protocol is tot stand gekomen in samenwerking met de afdeling neurochirurgie van het LUMC & SIPS Group olv prof. dr W Peul, en de neurochirurgen van de deelnemende ziekenhuizen. 2 | REALISE Behandelprotocol
Inhoudsopgave
Inleiding
4
Juridische betekenis van een protocol
4
Doelgroep
4
Verwijsgegevens
5
Meetinstrumenten
6
Minimale gegevens lichamelijk onderzoek
7
Prognostische factoren voor een belemmerd herstel
8
Behandeldoelen
9
Globale behandeldoelen
9
Specifieke behandeldoelen
10
Middelen
11
Instructie en adviezen
11
Adviezen bij aanwezigheid van psychosociale factoren die mogelijk herstel vertragen
13
Oefeningen en huiswerk
14
Mobiliteit wervelkolom, Coördinatie en stabiliteit
15
Spierkracht, Neuraal mobiliseren
16
Bijlage 1 Overdrachtsformulier
17
Bijlage 2 Overzicht meetinstrumenten
18
Beperkingen vragenlijst (Oswestry Disability Index)
19
Pijnmeting rug en been (Numerical Rating Scale)
22
Ervaren herstel
25
Patiënt Specifieke Klachten
26
Bijlage 3 Behandelregistratieformulier
3 | REALISE Behandelprotocol
29
Inleiding
Dit protocol beschrijft de behandeling met oefentherapie na een lumbale hernia operatie zoals die wordt gegeven binnen de REALISE studie door therapeuten die deelnemen aan het netwerk revalidatie na een lumbale hernia operatie.
Juridische betekenis van een protocol Protocollen zijn geen wettelijke voorschriften, maar op wetenschappelijke onderzoeksresultaten en klinische deskundigheid gebaseerde inzichten en aanbevelingen waaraan zorgverleners moeten voldoen om kwalitatief goede zorg te verlenen. Aangezien de aanbevelingen hoofdzakelijk zijn gebaseerd op de ‘gemiddelde patiënt’, moeten zorgverleners op basis van hun professionele autonomie afwijken van het protocol als de situatie van de patiënt dat vereist. Wanneer de therapeut van het protocol afwijkt, dient hij dit te beargumenteren en te documenteren.
Doelgroep Patiënten die voldoen aan de volgende criteria kunnen worden behandeld volgens dit protocol.
Inclusiecriteria -
lumbale hernia operatie op 1 niveau hebben ondergaan leeftijd 18 tot 70 jaar
Exclusiecriteria -
cauda equina syndroom neurogene claudicatio ernstige comorbiditeit wervelkolom (oa fracturen, carcinomen, osteoporose) wervelkolom chirurgie in het jaar voorafgaand aan de hernia operatie* ooit een hernia operatie op hetzelfde niveau en aan dezelfde zijde hebben gehad* zwangerschap contra-indicaties voor oefentherapie (oa acute respiratoire of cardiovasculaire klachten, acute systemische infectie)
* indien de patiënt eerder is geopereerd kan het protocol worden gevolgd als er geen complicaties zijn 4 | REALISE Behandelprotocol
Verwijsgegevens Bij ontslag uit het ziekenhuis en overdracht naar de eerste lijn bevat de verwijzing tenminste de volgende gegevens: -
beknopt operatieverslag datum operatie niveau operatie eventuele complicaties (wondinfectie, nabloeding, liquor lekkage, pijntoename, beschadiging van zenuwweefsel met als gevolg gevoelsstoornissen en krachtsverlies) status na operatie
Eventuele aanvullende gegevens: -
beknopte voorgeschiedenis / status voor de operatie voornaamste preoperatieve klachten verloop van de klachten indicatie voor de operatie eventuele nevendiagnose medicatiegebruik eventuele uitslag beeldvormende techniek
Een overdrachtsformulier is opgenomen als bijlage 1.
5 | REALISE Behandelprotocol
Meetinstrumenten De volgende meetinstrumenten worden gebruikt om de anamnese te structureren en de behandeling te kunnen evalueren: Anamnese Oswestry Disability Index
beperkingen in functioneren
NRS
pijnintensiteit rug pijnintensiteit been
Patiëntspecifieke klachtenlijst belangrijkste klachten vanuit patiëntperspectief
Evaluatie, na 6 weken Oswestry Disability Index
beperkingen in functioneren
NRS
pijnintensiteit rug pijnintensiteit been
Patiëntspecifieke klachtenlijst belangrijkste klachten vanuit patiëntperspectief Global Perceived Effect
ervaren herstel
Indien de behandeling na het bezoek aan de neurochirurg (na ca 6 weken) wordt voortgezet, worden de bovengenoemde vragenlijsten bij het afronden van de behandeling nogmaals afgenomen.
Alle te gebruiken meetinstrumenten zijn opgenomen in bijlage 2.
6 | REALISE Behandelprotocol
Minimale gegevens lichamelijk onderzoek Tijdens het lichamelijk onderzoek dat plaats vindt in de eerste sessie van de behandeling in de eerste lijn worden de volgende gegevens verzameld: -
algemeen fysieke conditie algemeen bewegingsonderzoek litteken onderzoek indien gewenst kan een neurologisch onderzoek worden toegevoegd: • straight leg raise • reflexen • sensibiliteit • kenspieren
7 | REALISE Behandelprotocol
Prognostische factoren voor een belemmerd herstel Op basis van de onderstaande gegevens [1,2] moet de therapeut rekening houden met een mogelijk vertraagde doorstroom door het protocol. Therapeuten moeten daarom alert zijn op deze factoren, vooral als meerdere factoren in combinatie voorkomen. -
ernstige en langdurige klachten preoperatief complicaties tijdens de operatie (zie verwijsgegevens) aanhoudende klachten postoperatief psychosociale factoren • passief en vermijdend copinggedrag • sterke somatisatie • hoge mate van bewegingsangst • laag opleidingsniveau • lage werksatisfactie of langdurig werkverzuim • algemene kenmerken van pijngedrag, waaronder een verstoring in het psychosociale functioneren; overmatig medicijngebruik; toenemende lichamelijke beperkingen / deconditionering; vermindering van activiteiten; uitbreiding met algemene klachten
1 Den Boer JJ, Oostendorp RAB, Beems T, Munneke M, Oerlemans M, Evers AWM. A systematic review of biopsychosocial risk factors for an unvarourable outcome after lumbar disc surgery. Eur Spine J 2006;15:527-536. 2. Richtlijn Lumbosacraal Radiculair Syndroom. Kwaliteitsinstituut voor de Gezondheidszorg CBO 2008
8 | REALISE Behandelprotocol
Behandeldoelen De behandeling wordt omschreven door middel van behandeldoelen. In week 1 (= eerste week na ontslag) ligt de nadruk op informatie verschaffen, oefenen van transfers en uitvoeren van ADLs gericht op persoonlijke verzorging. In de meeste ziekenhuizen is dit door de fysiotherapeut geoefend en zijn adviezen verstrekt. Het is goed om dit te controleren en te herhalen. In week 2 en verder kan op geleide van klachten de belasting tijdens de behandeling worden opgebouwd en kunnen steeds meer ADLs worden uitgevoerd. De uitkomsten van het lichamelijk onderzoek en de klinische expertise van de therapeut zijn de belangrijkste leidraad bij het opstellen van een individueel programma. De behandeling vindt plaats gedurende de eerste zes weken na ontslag, tot aan de controle bij de neurochirurg. Ook als deze controle iets later plaatsvindt dan na 6 weken loopt de behandeling door tot aan de controle. De behandelfrequentie is eens per week, maar kan indien nodig worden verhoogd tot 2 maal per week. Bij een snel herstel en snelle werkhervatting, dus (ruim) voor de zes weken controle bij de neurochirurg, kan de behandeling eerder worden afgerond. Indien er sprake is van vertraagd herstel kan de behandeling in overleg met de neurochirurg na 6 weken worden voortgezet.
Globale behandeldoelen eerste week: -
De deelnemer weet wat een HNP is, weet wat er tijdens de operatie is gebeurd en kent het normale verloop/herstel De deelnemer kan transfers zelfstandig uitvoeren De deelnemer kan ADLs gericht op persoonlijke verzorging zelfstandig uitvoeren De deelnemer weet hoe ADLs uitgevoerd kunnen worden
Globale behandeldoelen vanaf de tweede week: -
De deelnemer kan ADLs inclusief licht huishoudelijk werk uitvoeren De deelnemer kan ADLs inclusief activiteiten op het werk uitvoeren
De genoemde behandeldoelen volgen elkaar op in de tijd, de intensiteit van belasten is progressief. Terugkeer naar werk kan snel indien er weinig klachten zijn en de deelnemer snel herstelt. Indien er twijfel is of terugkeer naar werk mogelijk is, kan hierover tussentijds worden overlegd met de arbo arts of neurochirurg.
9 | REALISE Behandelprotocol
Specifieke behandeldoelen eerste week: -
informeren over operatie en herstel voorlichten en instrueren over de thuis situatie, inclusief eventueel aanpassen van transfers aan de thuissituatie en houdingsinstructie verstrekken van leefregels en houdingsinstructie en vergroten van de zelfredzaamheid inzicht geven in trombose preventie
Specifieke behandeldoelen vanaf de tweede week: -
behouden/vergroten van de mobiliteit van de wervelkolom behouden/vergroten van de stabiliteit van de wervelkolom behouden/vergroten van de coördinatie en kracht van de rompspieren behouden/verbeteren van het lokaal en globaal uithoudingsvermogen neuraal mobiliseren behouden/normaliseren van taken en activiteiten nodig voor werkhervatting inclusief bespreken werkomstandigheden signaleren en beïnvloeden van ongunstige prognostische factoren waaronder een passieve of vermijdende copingstijl, negatieve cognities over ziekte en gezondheid (zie hoofdstuk prognostische factoren voor een belemmerd herstel) en onzeker zijn over mogen bewegen en belasten
10 | REALISE Behandelprotocol
Middelen Voor het bereiken van de behandeldoelen staan diverse middelen ter beschikking zoals -
adviezen en instructie oefeningen huiswerk
Instructie en adviezen Instructies zijn onder andere gericht op het uitvoeren van de dagelijkse bewegingen en houdingen, van transfers tot werksituaties. Instructies zijn dus afhankelijk van de persoonlijke omstandigheden van de patiënt en de fase van de behandeling. Van belang is dat belasting geleidelijk weer wordt uitgebreid. De patiënt kan daarbij onder supervisie van de therapeut ervaren welke belasting weer mogelijk is. De therapeut hoeft daarin niet te terughoudend te zijn. Vaak kunnen patiënten meer dan ze denken. Echter, ontstaan van uitstralende pijn, of toename daarvan, wijst op een te intensief belasten. De meeste ziekenhuizen geven een brochure mee met adviezen, of adviezen worden mondeling verstrekt door de fysiotherapeut in het ziekenhuis. De inhoud van de brochures en de mondelinge informatie verschilt echter. De adviezen worden daarom nogmaals verstrekt. Tijdens de behandeling vanaf de eerste week na ontslag kan de therapeut de volgende adviezen verstrekken: Eventueel een warme douche nemen als er bij het opstaan spierpijn is of de rug pijnlijk is, oefeningen gaan hierna gemakkelijker. Meerdere malen per dag de opgegeven oefeningen uitvoeren. Liggen, lopen, staan en zitten regelmatig afwisselen. Wandelen: direct na ontslag kan al worden begonnen met wandelen. Slenteren voorkomen. De loopafstanden in overleg steeds meer uitbreiden. Na overleg weer fietsen. Begin bij voorkeur op een hometrainer. Rijd vervolgens in het begin bij voorkeur op asfaltwegen. Een goede opbouw is ook nu weer van belang. Zwemmen is, nadat de wond is genezen, toegestaan. Schoolslag (hoofd afwisselend onder en boven water) en rugslag zijn toegestaan, maar borstcrawl, vlinderslag en duiken worden gedurende de eerste 6 weken afgeraden. Rugbelastende en blessuregevoelige sporten zoals voetbal en tennis moeten in overleg langere tijd, bijvoorbeeld een seizoen, worden overgeslagen. Deze sporten moeten in ieder geval de eerste 6 weken niet worden beoefend. 11 | REALISE Behandelprotocol
De eerste weken geen rugbelastende huishoudelijke werkzaamheden verrichten (stofzuigen, de was verzorgen, strijken of bedden opmaken). Instrueer een goede houding tijdens deze activiteiten en adviseer een geleidelijke uitbreiding van belasting. De eerste twee maanden na de operatie geen zware voorwerpen tillen. Aandachtspunten als er toch getild moet worden: vanuit de benen tillen en niet met de rug. Tijdens het tillen de knieën buigen en de rug recht. Niet met het bovenlichaam draait tijdens het tillen, het te tillen voorwerp zo dicht mogelijk bij het lichaam houden. Lichte voorwerpen kunnen wel gewoon van de grond geraapt worden, met aandacht voor de juiste ‘tiltechniek’ (inclusief juist spiergebruik). Niet zwaarder tillen dan geoefend is. Autorijden: eerst korte ritten van 10 tot 15 minuten en dit geleidelijk aan uitbreiden. Lange ritten de eerste drie maanden voorkomen. Wijs de patiënt erop dat in de verzekeringspolis mogelijke verzekeringstechnische beperkingen staan ten aanzien van het hervatten van het autorijden. Aandachtspunten bij het in en uit de auto stappen: niet met het bovenlichaam draaien, goed zitten en bij voorkeur voorin zitten (bij 3-deurs auto altijd voorin zitten). In de volgende gevallen contact opnemen met de huisarts: • als de operatiewond lekt • als de wond steeds dikker wordt • als de wond steeds meer pijn doet • als er uitvalsverschijnselen (verdoofd gevoel of krachtsverlies) in de benen ontstaan • als er problemen ontstaan met plassen • als er koorts is hoger dan 38,5° Celsius
12 | REALISE Behandelprotocol
Adviezen bij aanwezigheid van psychosociale factoren die mogelijk het herstel vertragen De eerste aanpak bij vermoeden van angst voor belasten of bewegen, vermijdend copingsgedrag en somatisatie is hieronder beschreven. Indien er sterke aanwijzingen zijn dat psychosociale factoren mogelijk een belangrijke rol spelen bij het in stand houden van de klachten, of het weer uitvoeren van de gebruikelijke ADLs belemmeren, verwijst de therapeut naar de huisarts. Deze kan dan gericht verwijzen voor bijvoorbeeld cognitieve gedragstherapie. Leg uit dat er geen sprake is van een ernstig probleem als er de eerste dagen na de operatie nog pijnklachten zijn. Het is normaal dat de operatiewond nog pijnlijk is. Ook de klachten in benen en rug kunnen na de operatie nog aanwezig zijn of na een aantal dagen zelfs verergeren. Dit is normaal. De operatiewond kan binnen in het lichaam wat zwelling van de zenuw of omliggende weefsels veroorzaken. Dit geeft een tijdelijke druk op de zenuw, waardoor pijnuitstraling in het been kan optreden. Ook kan er sprake zijn van zenuw uitvalsverschijnselen. Na een aantal dagen zal deze zwelling en de klachten die daarbij horen vanzelf wegtrekken. Leg uit dat de prognose goed is, dat de heftigste pijn meestal maar enkele dagen duurt en dan afneemt en dat het niet schadelijk is te bewegen. Adviseer in beweging te blijven en zoveel mogelijk de dagelijkse activiteiten weer op te pakken. Als dit niet haalbaar is, neemt de patiënt enige dagen zo nu en dan rust en pakt daarna geleidelijk de normale activiteiten weer op. Laat de patiënt onder supervisie ervaren welke belasting weer mogelijk is.
13 | REALISE Behandelprotocol
Oefeningen en huiswerk Dit protocol geeft een overzicht van te gebruiken oefeningen. Naar inzicht van de therapeut kan hieruit een keuze worden gemaakt. Ook andere dan genoemde oefeningen kunnen worden gebruikt, mits ze passen in een programma om de behandeldoelen te bereiken. De oefeningen worden gebruikt tijdens de behandeling en worden meegegeven in een oefenschema voor thuis, ter ondersteuning van de behandeling. De oefeningen die gebruikt kunnen worden zijn als volgt gecategoriseerd: mobiliteit wervelkolom, coördinatie en stabiliteit, spierkracht en neuraal mobiliseren. Hierna worden alleen oefeningen gepresenteerd waarvoor geen trainingsapparatuur nodig is, omdat dit niet in alle praktijken aanwezig zal zijn. Voor alle oefeningen geldt dat structuren wel gerekt mogen worden, en de patiënt dus rek kan ervaren, maar dat geen (verergering van) uitstralende pijn mag optreden. Dit protocol bevat geen adviezen voor het aantal oefeningen tijdens de behandeling en in het oefenschema voor thuis, of aantal herhalingen per oefening. De therapeut bepaalt op basis van gegevens uit anamnese en onderzoek, het verloop van het herstel en klinische ervaring de intensiteit en frequentie van oefenen. Vaak krijgen patiënten een overzicht mee met oefeningen, wanneer zij het ziekenhuis na de operatie verlaten. Het programma kan hier op afgestemd worden. Huiswerk hoeft niet alleen uit een serie oefeningen te bestaan, uitbreiden van de fysieke activiteit zoals fietsen is ook een belangrijk onderdeel.
14 | REALISE Behandelprotocol
Mobiliteit wervelkolom • • • • •
•
Ruglig met opgetrokken knieën, voeten plat op de ondergrond. Beide knieën afwisselend naar links en rechts laten gaan. Ruglig met beide benen gestrekt. Eén been uit strekken waarbij het been ‘langer wordt’ dan het andere been (lateroflexie lwk). Links en rechts afwisselen. Ruglig met beide benen gestrekt. Eén knie gebogen naar de buik trekken met de handen, het andere been blijft gestrekt liggen. Links en rechts afwisselen. Op handen en knieën staan. De rug afwisselend volledig buigen en volledig strekken. Buiklig. Extensie van de wervelkolom door met de armen af te duwen van de ondergrond. De buik houdt contact met de ondergrond, alleen de borst komt omhoog. Steunen op de ellebogen of op de gestrekte armen. Zittend op een kruk of stoel, los van de rugleuning. Voorover buigen tot rek optreedt, voor zover de rug dit toelaat.
Coördinatie en stabiliteit • • •
•
• •
Ruglig met opgetrokken knieën, voeten plat op de ondergrond. De navel licht intrekken, dan de navel 4 tellen ingetrokken houden en daarbij rustig doorademen. Op handen en knieën staan. Eén arm naar voren en het andere been naar achter optillen. Tegengestelde zijden afwisselen. Ruglig met opgetrokken knieën, voeten plat op de ondergrond. A: de armen langs het lichaam, bekken optillen van de grond en de heupen strekken. B: de armen gekruist voor de borst, bekken optillen van de grond en de heupen strekken. C: de armen gekruist voor de borst, bekken optillen van de grond en de heupen strekken, een been uitstrekken naar voren, links en rechts afwisselen. Zittend op een grote bal (gymball, swiss ball etc). A: een arm via opzij naar boven optillen. De andere arm mag geen steun hebben. Links en rechts afwisselen. B: behalve de arm ook het tegengestelde been naar voren optillen, de voet ca 10 cm van de grond. Tegengestelde zijden afwisselen. C: beide armen naar voren opgetild en vervolgens één arm opzij brengen en het tegengestelde been optillen, meekijken naar de kant van de opzij gebrachte arm. Tegengestelde zijden afwisselen. Voorligsteun op de grond, steunend op de ellebogen in plaats van op de handen. Het lichaam 10 seconden in een gestrekte lijn houden. Zijlig, steunend op de elleboog. Het bekken optillen en het lichaam 10 seconden in een gestrekte lijn houden. Links en rechts afwisselen.
15 | REALISE Behandelprotocol
Spierkracht • • •
•
• •
Buiklig, handen onder het voorhoofd. Bovenrug optillen terwijl de voeten op de grond blijven. Buiklig, handen onder het voorhoofd. Bovenrug optillen terwijl de voeten op de grond blijven. Tijdens het opkomen een elleboog naar achter draaien. Links en rechts afwisselen. Ruglig met opgetrokken knieën, voeten plat op de ondergrond. De armen gekruist voor de borst of de handen achter het hoofd met de ellebogen opzij. Het bovenlichaam ongeveer 2030 graden van de grond tillen. Ruglig met opgetrokken knieën, voeten plat op de ondergrond. De armen gekruist voor de borst of de handen achter het hoofd met de ellebogen opzij. Het bovenlichaam ongeveer 2030 graden van de grond tillen en vervolgens met de elleboog richting de tegengestelde knie gaan. Tegengestelde zijden afwisselen. Staan. Een stap naar voren maken en beide knieën buigen. Staan met lichtgebogen knieën. Uitstappen naar opzij en het belaste been buigen. Het andere been blijft gestrekt. Links en rechts afwisselen.
Neuraal mobiliseren Indien gewenst, en indien de therapeut geschoold is in neuraal mobiliseren, kan dit gebruikt worden in de behandeling. •
Ruglig met de benen languit. Een knie naar de buik brengen, heup 90 graden flexie. Bovenbeen vasthouden met de handen, proximaal van de knie. Knie actief strekken.
16 | REALISE Behandelprotocol
Bijlage 1 Overdrachtsformulier
Betreft: Medische diagnose:
Beknopt operatieverslag: -
datum operatie niveau operatie eventuele complicaties status na operatie
Behandelend arts:
Eventuele bijzonderheden tijdens opname of t.a.v. nabehandeling:
Eventuele aanvullende gegevens: -
beknopte voorgeschiedenis / status voor de operatie voornaamste preoperatieve klachten verloop van de klachten indicatie voor de operatie eventuele nevendiagnose medicatiegebruik eventuele uitslag beeldvormende techniek
17 | REALISE Behandelprotocol
Bijlage 2 Overzicht meetinstrumenten In deze bijlage worden alle meetinstrumenten weergegeven die tijdens de anamnese en/of de evaluatie worden afgenomen.
Anamnese Oswestry Disability Index, NRS pijnintensiteit rug, NRS pijnintensiteit been, Patiëntspecifieke klachtenlijst
Evaluatie Oswestry Disability Index, NRS pijnintensiteit rug, NRS pijnintensiteit been, Ervaren herstel, Patiëntspecifieke klachtenlijst
18 | REALISE Behandelprotocol
Beperkingen vragenlijst (Oswestry Disability Index)
Toelichting voor de therapeut De Oswestry Disability Index (ODI) bestaat uit 10 vragen. Elke vraag wordt gescoord op een zespunts schaal (0-5). De eerste keuzemogelijkheid van elke vraag krijgt een score 0 en de laatste een score 5. De scores van alle vragen worden bij elkaar opgeteld, zodat een ruwe ODI score varieert tussen 0 en 50. De ruwe ODI score wordt omgezet in een totaalscore met behulp van de volgende formule: Ruwe ODI score 5x aantal items dat is beantwoord
x 100 = totaal score ODI
Interpretatie van de totaalscore: 0-20 21-40 41-60 61-80 81-100
Minimaal beperkt Redelijk beperkt Ernstig beperkt Zeer ernstig beperkt Gebonden aan bed of patiënt overdrijft
19 | REALISE Behandelprotocol
Beperkingen vragenlijst (Oswestry Disability Index)
Antwoordt u alstublieft ieder onderdeel. Kruis bij ieder onderdeel het vakje aan dat op u van toepassing is. Soms is het moeilijk om tussen twee vakjes te kiezen, kruis dan het vakje aan dat uw probleem het beste beschrijft. Kruis niet meer dan één vakje per onderdeel aan en beantwoord elke vraag met betrekking tot de situatie die u vandaag ervaart. 1.
Ernst van de Pijn Op dit moment heb ik geen pijn Op dit moment is de pijn zeer licht/gering Op dit moment is de pijn matig Op dit moment is de pijn vrij ernstig Op dit moment is de pijn zeer ernstig Op dit moment is de pijn de ergste denkbaar
2. Zelfverzorging (wassen, kleden) Ik kan mijzelf normaal wassen en aankleden zonder extra pijn Ik kan mijzelf normaal wassen en aankleden maar heb dan wel extra pijn Als ik mijzelf was en aankleed doet het pijn en daarom ben ik daar langzaam en voorzichtig mee Ik heb enige hulp nodig maar kan m.b.t. wassen en aankleden het meeste zelf Ik heb elke dag hulp nodig bij de meeste aspecten van de zelfverzorging Ik kleed me niet aan, was mezelf met moeite en blijf in bed 3. Tillen Ik kan een zwaar voorwerp zonder extra pijn tillen Ik kan een zwaar voorwerp tillen maar dat doet extra pijn Ik kan door de pijn geen zware voorwerpen van de grond tillen, maar het lukt mij wel als ze op een handige plaats staan, bijvoorbeeld op tafel Ik kan door de pijn geen zware voorwerpen tillen maar wel lichte tot middelzware als ze op een handige plaats staan Ik kan alleen hele lichte voorwerpen tillen Ik kan niets tillen of dragen 4.
Lopen Pijn voorkomt niet dat ik ver kan lopen Pijn voorkomt dat ik verder kan lopen dan 2 kilometer Pijn voorkomt dat ik verder kan lopen dan 1 kilometer Pijn voorkomt dat ik verder kan lopen dan 500 meter Ik kan alleen met een stok of krukken lopen Ik breng het grootste gedeelte van de tijd in bed door en moet naar het toilet kruipen
20 | REALISE Behandelprotocol
5.
Zitten Ik kan in elke stoel zitten zolang als ik wil Ik kan alleen in mijn favoriete stoel zitten zolang als ik wil Ik kan door de pijn niet langer dan een uur blijven zitten Ik kan door de pijn niet langer dan een half uur blijven zitten Ik kan door de pijn niet langer dan 10 minuten blijven zitten Ik kan door de pijn helemaal niet zitten
6.
Staan Ik kan staan zolang ik wil zonder meer pijn te krijgen Ik kan staan zolang ik wil, maar dat veroorzaakt meer pijn Door de pijn kan ik niet langer dan 1 uur blijven staan Door de pijn kan ik niet langer dan 30 minuten blijven staan Door de pijn kan ik niet langer dan 10 minuten blijven staan Door de pijn kan ik niet blijven staan
7.
Slapen Ondanks de pijn slaap ik goed Ik kan alleen goed slapen als ik tabletten inneem Zelfs als ik tabletten inneem slaap ik minder dan 6 uur per nacht Zelfs als ik tabletten inneem slaap ik minder dan 4 uur per nacht Zelfs als ik tabletten inneem slaap ik minder dan 2 uur per nacht Door de pijn slaap ik in het geheel niet
8.
Het sexleven Mijn sexleven is normaal en bezorgt me geen extra pijn Mijn sexleven is normaal maar bezorgt me wel extra pijn Mijn sexleven is bijna normaal maar erg pijnlijk Mijn sexleven wordt ernstig beperkt door de pijn Mijn sexleven is vrijwel afwezig door de pijn Door de pijn heb ik in het geheel geen sexleven meer
9. Het sociale leven Mijn sociale leven is normaal en bezorgt me geen extra pijn Mijn sociale leven is normaal maar bezorgt me wel extra pijn Met uitzondering van de meer inspannende bezigheden zoals dansen e.d. heeft de pijn niet een belangrijke invloed op mijn sociale leven De pijn heeft mijn leven beperkt en ik ga minder vaak de deur uit Door de pijn is mijn sociale leven beperkt tot mijn eigen huis Ik heb geen sociaal leven vanwege de pijn 10. Reizen/Transport Ik kan overal naar toe reizen zonder extra pijn Ik kan overal naar toe reizen maar heb dan extra pijn De pijn is weliswaar erg maar ik kan toch reizen maken die langer duren dan 2 uur Door de pijn kan ik niet langer reizen dan 1 uur Door de pijn kan ik slechts korte, noodzakelijke tochtjes maken die korter duren dan 30 minuten Door de pijn ga ik alleen maar de deur uit om naar de dokter of het ziekenhuis te gaan 21 | REALISE Behandelprotocol
Pijnmeting rug en been (Numerical Rating Scale)
Toelichting voor de therapeut De patiënt scoort de klachten van de afgelopen week. Er moet één cijfer worden omcirkeld. Bij de vervolgmeting mag de patiënt de scores van de voorgaande meting (pijnmeting rug/been) zien, en dan opnieuw scoren.
22 | REALISE Behandelprotocol
Pijnmeting rug – baseline meting Hoe zou u de pijn in de lage rug beoordelen die u de afgelopen week hebt gehad? Omcirkel maximaal één cijfer.
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Geen pijn
10 Ergst denkbare pijn
Pijnmeting rug – tweede meting Hoe zou u de pijn in de lage rug beoordelen die u de afgelopen week hebt gehad? Omcirkel maximaal één cijfer.
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Geen pijn
10 Ergst denkbare pijn
Pijnmeting rug – eventuele derde meting Hoe zou u de pijn in de lage rug beoordelen die u de afgelopen week hebt gehad? Omcirkel maximaal één cijfer.
0
1
2
3
4
5
6
7
8
Geen pijn
23 | REALISE Behandelprotocol
9
10 Ergst denkbare pijn
Pijnmeting been – baseline meting Hoe zou u de pijn in de lage rug beoordelen die u de afgelopen week hebt gehad? Omcirkel maximaal één cijfer.
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Geen pijn
10 Ergst denkbare pijn
Pijnmeting been – tweede meting Hoe zou u de pijn in de lage rug beoordelen die u de afgelopen week hebt gehad? Omcirkel maximaal één cijfer.
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Geen pijn
10 Ergst denkbare pijn
Pijnmeting been – eventuele derde meting Hoe zou u de pijn in de lage rug beoordelen die u de afgelopen week hebt gehad? Omcirkel maximaal één cijfer.
0
1
2
3
4
5
6
7
8
Geen pijn
24 | REALISE Behandelprotocol
9
10 Ergst denkbare pijn
Ervaren Herstel Wat is uw mening over het beloop van uw rug- en beenklachten vergeleken met voor u met de therapie begon? Mijn klachten zijn:
volledig hersteld veel verbeterd enigszins verbeterd niet veranderd enigszins verslechterd erg verslechterd slechter dan ooit
25 | REALISE Behandelprotocol
Patiënt Specifieke Klachten, PSK Beurskens 1996
Toelichting voor de therapeut De PSK kan worden toegepast om de functionele status (activiteitenniveau) van de individuele patiënt te bepalen. Er is een lijst van voorbeeldactiviteiten bijgevoegd, maar de patiënt mag ook andere activiteiten kiezen. De patiënt selecteert de 3 belangrijkste klachten op het gebied van fysieke activiteiten, deze moeten voor hem/haar persoonlijk relevant zijn. Dit betekent dat de patiënt deze activiteiten regelmatig uitvoert en hij/zij er hinder van ondervindt. De mate van hinder wordt gescoord op een 11 puntsschaal. Doel De PSK kan voor verschillende doeleinden gebruikt worden: 1. Inventariserend/diagnostisch: de keuze van de activiteiten kan u als fysiotherapeut tijdens de anamnese helpen bij het vaststellen van de specifieke hulpvraag van de patiënt. Tevens kan de activiteitenkeuze u helpen bij het opstellen van een behandelplan voor de individuele patiënt. 2. Evaluatief: het verschil in score tussen het begin en einde van de behandeling kan aan de patiënt en u inzicht geven in de behaalde vooruitgang. Uitvoering Laat de patiënt zo specifiek mogelijk de activiteit beschrijven en zoveel mogelijk kwantificeren in tijd, gewicht etc. Bijvoorbeeld bij het poetsen: “moeite met lang (> 10 minuten) gebukt staan”. Elke patiënt mag ook andere, eigen specifieke activiteiten extra invullen. Wanneer de patiënt moeite heeft met het ‘bedenken’ van activiteiten, kan hij tot aan de volgende afspraak ‘bedenktijd’ krijgen waarin hij goed na kan gaan wat zijn specifieke probleemactiviteiten zijn. Bij de tweede afspraak volgt dan de definitieve selectie. NB. Patiënten mogen geen activiteiten selecteren die ze vermijden omdat van deze het effect niet kan worden geëvalueerd. Bij de tweede meting/evaluatie mag de patiënt eerst de eerdere scores zien, en dan opnieuw dezelfde activiteiten scoren.
26 | REALISE Behandelprotocol
Uw klachten hebben invloed op de activiteiten en bewegingen die u dagelijks doet en moeilijk te vermijden zijn. De gevolgen van deze klachten zijn voor iedereen verschillend. Elk persoon zal bepaalde activiteiten en bewegingen graag zien verbeteren door de behandeling. Hieronder staan een aantal activiteiten en bewegingen als voorbeeld. Probeer de activiteiten te herkennen waar u de afgelopen week door uw klachten moeilijkheden mee had. Kruis het hokje aan voor deze activiteit. We vragen u problemen aan te kruisen die u heel belangrijk vindt en die u het liefst zou zien veranderen in de komende weken. U mag ook andere, voor u belangrijke activiteiten opschrijven. in bed liggen
tillen
omdraaien in bed
op bezoek gaan bij familie, vrienden of
opstaan uit bed
kennissen
opstaan uit een stoel
uitgaan
gaan zitten op een stoel
sexuele activiteiten
lang achtereen zitten
uitvoeren van werk
in/uit de auto stappen
uitvoeren van hobby’s
rijden in een auto of bus
uitvoeren van huishoudelijk werk
fietsen
sporten
staan
op reis gaan
lang achtereen staan licht werk in en om het huis zwaar werk in en om het huis in huis lopen wandelen hardlopen het dragen van een voorwerp andere activiteit/beweging namelijk ……………………
Selecteer de 3 belangrijkste activiteiten (moeilijk uitvoerbaar en vaak voorkomend) en rangschik ze naar mate van belangrijkheid: 1. …………………………………………………………………………… 2. ……………………………………………………………………………. 3. .……………………………………………………………………………
27 | REALISE Behandelprotocol
Invulvoorbeeld Activiteit: wandelen Scoort u 0, dan kost het wandelen u geen enkele moeite geen enkele moeite
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9 10 onmogelijk
Scoort u 10, dan is het wandelen onmogelijk voor u geen enkele moeite
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9 10 onmogelijk
Probleem 1: _______________________________________ Hoe moeilijk was het in de afgelopen week om deze activiteit of beweging uit te voeren? geen enkele moeite
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9 10 onmogelijk
Probleem 2: _______________________________________ Hoe moeilijk was het in de afgelopen week om deze activiteit of beweging uit te voeren? geen enkele moeite
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9 10 onmogelijk
Probleem 3: _______________________________________ Hoe moeilijk was het in de afgelopen week om deze activiteit of beweging uit te voeren? geen enkele moeite
0
1
2
3
4
5
6
7
8
9 10 onmogelijk
28 | REALISE Behandelprotocol
BIJLAGE 3 BEHANDELREGISTRATIEFORMULIER PATIËNT NUMMER
DATUM VAN BEHANDELING
(in te vullen door onderzoeksteam)
BEHANDELDOELEN GLOBAAL
pt bekend met HNP, operatie, herstel pt bekend met uitvoering ADLs
transfers persoonlijke verzorging huishoudelijk werk werk sport andere ADL:
ANDERS:
BEHANDELDOELEN SPECIFIEK
informatie over HNP, operatie, herstel trombosepreventie
instructie thuissituatie wondinspectie
stabiliteit en coördinatie uithoudingsvermogen neuraal mobiliseren ANDERS: mobiliteit
HUISWERK
leefregels en houdingsinstructie transfers kracht aanpak vertraagd herstel
ja nee
AFWIJKINGEN PROTOCOL
(TERUG)VERWIJZING huisarts NAAR ANDERS:
REDEN EINDE ZORG (invullen indien van toepassing)
neurochirurg
uitbehandeld
maximum aantal vergoede zittingen bereikt
gestaakt door patiënt gestaakt door therapeut gestaakt door verwijzer ANDERS:
Betreft: Naam ____________________________________________ Geb dd/mm/jjjj Behandelend therapeut: _____________________________________________________________ 29 | REALISE Behandelprotocol