0 0 0 M
-....
:s ._, 1
Vice-admiraal Roemer Vlacq - bezoek van Prins Willem V en Prinses Wilhelmina -
,.__
Mededelingenblad Oudheidkundige Kring Die Goude Postrekening nr. 39.70.93, t.n.v. Die Goude, Gouda
Artikelen
Vice-admiraal Roemer Vlacq Reinier Marinus van Reenen (Il) (G)oud(s)e bekenden in verre oorden De Commissie van Advies voor het Streekarchief Hollands Midden
pagina pagina pagina pagina
Rubrieken
pagina 112
Kringnieuws
pagina 115
Redactie: Jaap Rebel, Henny van Dolder-de Wit, Jan Kompagnie, Nico Haberrnehl Redactieadres: Westhaven 43, 2801 PL Gouda Secretariaat: Postbus 307, 2800 AH Gouda Tel.: 0182 - 517054 Penningmeester/ledenadministratie: R.F. Stijnis, Vlietenburg 32, 2804 WT Gouda Tel.: 0182 - 532278 Productie: Stichting SPOOR, Gouda Vormgeving: Sander Hoogendoorn, Gouda
ISBN: 0168 - 0498
Illustratie omslag: Zeiltocht op het IJ naar Zaandam: onderdeel met de jachten nabij het oorlogsschip Triton'.
85 99 107 109
Vice-admiraal Roemer Vlacq - bezoek van Prins Willem V en Prinses Wilhelmina ].M. Kooijman en H.C. Kooijman-Tibbles
Bij onderzoek naar de bewoners van een oud huis worden zeer verschillende bronnen aangeboord en komt vaak onverwachte informatie boven. In het geval het een Admiraalshuis betreft, zal ook zonder enig onderzoek duidelijk zijn dat vele belevenissen zich buiten het pand hebben afgespeeld. In dit artikel betreft het de 18e-eeuwse bewoner Roemer Vlacq, die aan het einde van een lange carrière van de Admiraliteit de opdracht kreeg om als Hollands ambassadeur naar de Barbarijse landen aan de Noord- en Westkust van Afrika te reizen. Hij moest daar vervolgens met wijze woorden én geschenken de neigingen tot het kapen van Hollandse schepen onderdrukken. Het blijkt een fascinerende tocht van tweeënhalf jaar te worden met interessante bezoeken en curieuze ervaringen. Wij hebben een beschijving van Vlacq's lastige opdracht in tweeën gedeeld. In een later te publiceren artikel zullen de belevenissen rondom de Middellandse Zee worden gevolgd. Het eerste en nu volgende deel beperkt zich tot de zes maanden durende voorbereiding van de tocht, die echter een unieke afronding krijgt. Tijdens de wachttijd in mei 1768 op de rede van Texel, besluit de jonge en net getrouwde Prins Willem V namelijk om met zijn vrouw Prinses Wilhelmina van Pruisen, een bezoek aan de vloot te brengen.
Inleiding Vanaf 1765 is het zeer onrustig nabij de Barbarijse kusten: er zijn problemen met de Dei van Algiers en pogingen om hem met geschenken wat vriendelijker te stemmen, mislukken. De Keizer van Marokko voert oorlog met Portugal en heeft ook net de Hollandse geschenken teruggezonden. Voorkomen moet worden dat hij ook aan Holland de oorlog zal verklaren. Er moet dus een nieuwe ambassadeur worden gestuurd en die zal, gezien de ernst van de situatie, de steun van een grote vloot moeten krijgen. Het lukt de Admiraliteit niet om het gewenste aantal schepen uit te rusten. Slechts de Amsterdamse Admiraliteit is bereid om schepen te leveren. Als bevelhebber en ambassadeur hebben zij ook een ervaren persoon beschikbaar: de 55-jarige schout-bij-nacht Roemer Vlacq, die al eerder bij missies in het Middellandse Zeegebied was betrokken. In januari 1768 krijgt Vlacq het bevel over een vijftal schepen. Als vlaggeschip wordt de 'Phoenix' aangewezen, uitgerust met 46 stukken (dus kanonnen) en 281 man aan boord. De andere schepen zijn de 'Blois' ook met 46 stukken rriaar met de normale 251 man, de 'Beverwijk' .met 36 stukken en 231 man, de Thetis' met 26 stukken en 151 man en de 'Boreas' met 26 stukken en 150 man. Als kapitein van de 'Thetis' is Lodewijk, Graaf van Bijland, benoemd en hoewel slechts zes jaar jonger dan Vlacq, van een nieuwe lichting zeeofficieren. Bijland is goed opgeleid en via diverse stages bekend met de nieuwste ontwikkelingen in Engeland en Frankrijk. Hij heeft in 1767 de 'Tactique Navigale' vertaald en aangevuld met zijn eigen opvattingen. Uit de intekenlijst weten we dat Vlacq een exemplaar bij zich heeft. l Bijland houdt ook uitgebreide zeejoumalen bij waarin - naast de voorgeschreven logboekvermeldingen als windrichting, weer en positie - van alles en nog wat wordt genoteerd. 2 Ook van de andere schepen zijn enkele journalen, betaalrollen, tekeningen of beschrijvingen bewaard gebleven. 3 Bij elkaar omvatten deze bronnen duizenden pagina's met uiteraard slechts hier en daar beschrijvingen, die voor de beoordeling van Vlacqs moeilijke opdracht van belang zijn. Onze beschrijving volgt overwegend het journaal van Bijland, 1ïdinge van Die Ooude
85
waarbij zoveel mogelijk zijn oorspronkelijke tekst 'tussen aanhalingstekens' is gehandhaafd. · Met behulp van deze zeejoumalen is het ook mogelijk om een beeld te schetsen van het vlootbezoek en een indruk te geven van de belevenissen van zowel de Prins als van Vlacq en andere opvarenden van zijn schepen. Ter afwisseling zijn nog enkele indrukken van andere waarnemers toegevoegd, met als aardigste bron de notities van een hofdame uit het gevolg van de Prinses. In 1980 heeft J. Fox die notities bewerkt en .van een toelichting voorzien. 4 Voor het aansluitende bezoek van de Prins en Prinses aan Amsterdam is het in 1768 verschenen boek van de Amsterdamse geschiedschrijver Jan Wagenaar met de bijbehorende gravures de belangrijkste bron van informatie.s
Uitrusting van de schepen in Amsterdam Gedurende februari en maart 1768 worden de schepen voor de Admiraliteitswerf in Amsterdam uitgerust en wordt de bemanning aangezocht. De voorbereiding en de aansluitende tocht naar Texel verlopen traag. Een verklaring is in Buisman'.s overzicht van het winterweer te vinden.6 De winter van 1767/68 blijkt onstuimig te beginnen en extreem koud te blijven. In november vergingen 100 schepen en vanaf 18 december is er toenemende vorst. Met kerst is er een matige vorst en is het 'vieAfb. 1: Winter 1767/68: een bevroren IJ nabij de ment' (dus hevig) koud. Ook in januari blijft Admîralîteîtswerf en het magazijn. het met temperaturen van -15 tot -17 ·c extreem koud en op het IJ wordt zelfs geschaatst. Van deze uitzonderlijke situatie is een tekening gemaakt. 7 In afbeelding 1 is het deel met de onttakelde en ingevroren schepen naast het landsmagazijn overgenomen. Eind januari is er even dooi maar in april vriest het nog steeds en zelfs op 12 mei is er nog flinke nachtvorst.
Naar de rede van Texel Gespreid over maart 1768 vertrekken de schepen uit Amsterdam, 'de Blois was al 1 maart gezeild en met de kameele over Pampus gebracht'. Voor de andere schepen wordt het echter een tocht van twee maanden maar de rede van Texel. Men ligt bijna een maand voor Durgerdam aan de noordzijde van de Ijmond. Pas op 20 april wordt Urk bereikt en dan duurt het nog een maand voordat de schepen via de 'Vlieter' vaargeul het Noordelijk deel van de Zuiderzee bereiken. Op woensdag 18 mei worden de Amsterdamse loodsen vervangen door de Texelse en in de namiddag gaan de schepen 'voor 't Nieudiep' op de rede van Texel voor anker. In afbeelding 2 is een deel van een 18e-eeuwse kaart van Nicolaas Witsen overgenomen met aanduiding van het toen zeer smalle 'vaste land bij Helder', de 'koopvaerders Rhee' ten Zuidoosten van van Texel en de 'Vlieter' langs de vele zandbanken. Ajb. 2: Ond_,erdeel 18e-eeuwse kaart met de wateren De volgende dag komt Roemer Vlacq nabij Texel en Den Helder. aan boord en wordt de S.b.N.-vlag 86
Tidinge van Die Ooude
gehesen op de 'Phoenix'. Hij kwam met de koets uit Amsterdam en had waarschijnlijk maar net van het College van de Admiraliteit gehoord dat de Prins en Prinses een week later op 26 en 27 mei een bezoek aan de vloot zullen brengen. Er is in de voorgaande journaalnotities namelijk geen enkele aanwijzing dat een dergelijk ongebruikelijk én hoog bezoek wordt verwacht. Aannemelijk is dat de vertraging tijdens de vaart naar Texel, tot een uitbreiding van het reeds maanden eerder bedachte programma voor het bezoek aan Amsterdam heeft geleid.
Voorbereiding van het bezoek Op zaterdag 21 mei arriveert het Admiraliteitsjacht 'zonder enige Heren daarin en kwam in Nieudiep te anker'. Dit jagt was geschikt voor Zijne Doorlugtige Hoogheid en Hare Koninklijke Hoogheid, de Prins en Prinses van Orange, om daarin te logeeren'. Ook de jachten van de Verenigde Oostindische Compagnie en van de Westindische Compagnie komen aan alsmede een kleiner admiraliteitsjacht van de equipagemeester Sautijn: op zondag 22 mei 'kwam het Westindisch jagt waarin twee gecommitteerden Ajb. 3: Admiraliteitsjacht voor stilte drijvend. van de Admiraliteit van Amsterdam om Z.H. te recipieren. De heer van der Meer met vrouw, wegens Leiden; de Hr Teengs wegens Edam; de Hr en Mevrouw Lakeman als dochter van Hr Teengs en enen Hr Speelman'. Zij worden met 17 kanonschoten gesalueerd 'en het volk paradeerde op de raas' (zij staan dus op de touwen onder de ra's). 'Wierden met 5 schoten bedankt onder het spelene van Heerlijk Instrumentaal en Vocaal Musiquente'. In afbeelding 3 is een indruk gegeven van een dergelijk jacht.8 'Ook was heden in 't Nieudiep gekomen een kaagschip waarin veel provisien voor de tafel van Z.H. en desselves gevolg, hetwelk alles op kosten van d'Admiraliteit gebeurde. De landschuit is mede aangekomen ook de grote boot'. Dit schip is bestemd voor de Hertog van Brunswijk: hij was de voogd van Prins Willem V geweest en begeleidt nu het Prinselijk bezoek maar reist niet in staatsie. 'Ook is het jagt van de Admiraliteit van de Maaze aangekoomen nogtans zonder Heeren, welk over land gereist waren, zijnde onder anderen De Hr Obdam, d'Admiraal van de Maaze'. Willem, Baron van Wassenaar van Obdam was daardoor net gepromoveerd van vice-admiraal tot luitenant-admiraal, want op 15 mei was luitenant-admiraal Cornelis Schrijver overleden. Ook Vlacq werd bevorderd en wel van schout-bij-nacht tot vice-admiraal met het bijbehorende doorlopende tractement van f 2400,- per jaar. · Op maandag 23 mei arriveert de loodsboot 'met 2 kisten waarin alle vlaggen, geuzen, standaarden en wimpels die in het lands magazijn te Amsterdam waren, na Texel gezonden'. De volgende dag maakt B~jland de schikking voor de vlaggen op de vijf schepen: voor ieder schip zijn meer dan 110 vlaggen, standaards, geuzen en wimpels uitgezocht, dus vijfmaal het normale aantal vlaggen aan boord. Een overzicht van deze 'vlaggen van meest alle de zeevarende Mogendheden' is als bijlage opgenomen. Ter indicatie wordt nog opgemerkt dat de vlaggen ca 8 bij 10 m groot zijn, de geuzen ca 4 bij 5 m, de standaards ca 5 bij 12 men de wimpels 15 tot 20 m lang. Ter vergelijking: de 'Phoenix' heeft een lengte van ruim 40 men masten van resp. 20, 25 en 15 m hoog. Aangezien de weersomstandigheden cruciaal zijn voor het slagen van dit hoog bezoek Tidinge van Die Ooude
87
worden voor de komende dagen ook enkele weer- en windnotities uit de zeejournalen overgenomen. 'Op Woensdag 25 mei 's morgens en voormiddag: NO.N/NW wind en labber lugjes, somtijds stil, grauwe lugt'. Tegen de middag komen de heren en dames van de Admiraliteit uit Amsterdam en de kapiteins bij Vlacq aan boord voor een uitgebreide maaltijd. Er worden ook nog afspraken gemaakt zoals voor de uitrusting van twee Admiraliteitssloepen 'wanneer nodig: op die voor Z.H., Capt.Reinst als quartiermeester, op de andere voor Z.K.H. , Capt.van Bijland idem'. Op 'Donderdag 26 mei: WNW/N, dikke lugt met regen' wordt alles aangeslagen 'daar waar ze wezen moeten'. Ook op het vasteland wordt doorgewerkt: 'Aan de wegen daar omtrent wierd nog sterk gewerkt om dezelve heel effen te maken, zijnde de dijk van de Helder na 't Nieudiep geschikt gemaakt om daartoe te rijden, welke anders altoos met slagbomen toegezet is. In 't Nieudiep is, waar het jagt tegen de wal legt, een gedeelte van de beschoeying tot gelijk de grond uitgezaagd om gemakkelijk op het jagt te komen en een planke vloer gelegd met 2 leuningen om in 't jagt te gaan. Deze brug en trappen aan ieder eind waren met blauw laken belegt en de leuningen die ook beplankt waren met groen bekleed, alles met zijde oranie lind, met koper-vergulde spijkers vastgemaakt. Dwars over de jagten heen waren ook bruggen met leuningen om gemakkelijk van ene jagt na het andere te komen. Van de brug na 't jagt tot na de hoek waar een trap is om uit de sloepen te komen, was over de steenen heen alles met planken toe gemaakt. Ook leuningen na die trap toe en op de linkerzijde van die trap nog een gedeelte is toe geplankt en met leuningen voorzien, om daar te kunnen staan en uit te zien na het vlaggen der schepen als anderzins'. Omdat een vlootbezoek nu eenmaal een aaneenschakeling van saluutschoten meebrengt, zijn ook andere maatregelen genomen. Onder leiding van commandeur van Kinsbergen (op dit moment net 30 jaar en aan het begin van een fraaie carrière) is een tijdelijke geschutstelling opgebouwd: 'op de vlakte vooruit van de steven der jagten, na het kruitmagazijn toe, was een bedding van planken op de wal gemaakt en daarop in een lijn, het canon der jagten geplaatst, ten gehalte van 22 stukken, om daarmede het contra salut te doen. Van alle schepen wierden enige planken daartoe gezonden'. Ook aan de veiligheid van de logés wordt gedachE 'het kruit uit alle jagten wierd in 't magazijn daar digt bij staande gebracht om ongelukken voor te komen'. Voor extra bewaking zijn 'een officier van de cavelerie met enige ruiters te water tot in 't Nieudiep gekomen, en hebben voor het jagt de wagt- gehouden geduurende het verblijv van Hunne Doorlugtige Hoogheden aldaar'.
Aankomst van Prins en Prinses Omstreeks vijf uur 's-middags worden de 'koetsen vanaf boord nabij het Helders Weeshuis gezien. Wat daarna hoorde men de batterij bij Huisduinen schoten doen, vervolgens ook de batterij aan de Helder. De koetsen reden stapvoets over den dijk van de Helder en komen om half 6 aan op 't hoofd van 't Nieuwe Diep. Na uitgestapt te zijn, gaan prins en gevolg naar de schepen kijken en wordt van het jagt de Vlag na top met Standert erboven geheessen, waarop de Admiraal beginnende met saluut van 21 schoten, na het 2e schot gevolgd door alle schepen. Het saluut gedaan zijnde worden op alle 5 schepen de Vlaggen, Geusen, Standaarden en Wimpels geheessen volgens de gemaakte schikking. Van de batterij voor de jagten wierd met 11 schoten bedankt'. In Bijlands journaal wordt het hele gevolg genoteerd: 'degene die gekomen zijn, waaren benevens Hun Hoogheden en den Hertog van Brunswijk de volgende personen De Heer Fiscaal Boreel en de Hr en mevrouw Fagel; 't gevolg van Hun Hoogheden 88
1îdinge van Die aoude
bestond uit de volgende persoonen, Hofdames: Heeren: Kamerheeren: Edellieden: Lijf-Medicus:
Freules Danckelman; van Schwerin; van Rhee de Gen.Bigot Opper Hofm. van Z.H.; Baron Voigt van Elspe De Grave Marsij, van H.Hoogheid en Baron van Hekeren tot Roderlo, van Z.H. Grave van Heiden, Heer van Reinestein; Baron van der Barck; l3aron Piek, Heer van Soelen de Hr Professor Gaubius
verder Kamerdienaars, Kamerjuffers, Loopers, Lakeyen etc.' In totaal komen 'in dit matig gevolg' ruim 90 personen op bezoek. Vanaf nu kan worden vergeleken met de notities van freule Danckelman.9 'En arrivant au bord de la mer Leurs Altesses furent complimenteés par les Deputés de l'Amirauté et saluees par le canon du Fort et entrèrent dan5 le jacht qui étoit verd de pomme et accompagnées de 7 autres jachts d'usage des dames qui étoient là pour faire les honneurs à son Altesse Royale (dus de Prinses), pour les domestiques et la cuisine. On mit le pavillon du Grand Admiral sur le jacht quand Leurs Altesses y furent entrëes, et aussi töt les vaisseaux de guerre saluèrent Leurs Altesses de 158 coups de canon, et tous ces bätiments furent couvert de pavillions et banderoles; le pavillon Prussian avoit place d'honneur.' De schepen (én Bijland) hebben dus succes met het ongelooflijk uitgebreide vlagvertoon. 'Zo haast de Vlaggen etc geheesen waren, gingen de S.b.N. en Capiteinen der Schepen na land met de Lootsschuiten, dewijl het nog wat fris woei.' Intussen wordt aan boord van een deinend Admiraliteitsjacht een maaltijd geserveerd; het verslag van freule Danckelman meldt: 'à 8 heures on servit un grand repas assez mauvais et ennuyant à l'ancre'. Daarna kunnen we Bijland weer volgen: 'we kregen alle terstond na dat Hun Hoogheden van Tafel opgestaan waren audientie bij dezelve, we gingen ieder daarna weder na boord met onze sloepen, zijnde het heel mooi weer geworden'. Bij zonsondergang waren de vlaggen gestreken en zou de 'Phoenix' worden verlicht: 'aan boord van 't schip van den S.b.N. waren alle lantaarns die op de werv waren ten getale van circa 400 gebragt om zijn schip daar mede dien avond te illumineren, dog hetzelve werd voor den volgende avorid uitgesteld'. Normaal zijn er maar 10 'blikken lantaarns' aan boord en voor noodgevallen nog een 'zuygende- en persende' slangbrandspuit. 'Alzoo het voornemen was dat we s'anderen daags alle onder zeil zouden gaan, om te manouvreren na 't Schilt zeilende, zo hadden ieder de loots aan boord, en de S.b.N. gav provisoneel desselfs particuliere zeinen'.
Vlootmanoeuvres voor Texel Op vrijdag 27 mei kan met een regel uit de notities van freule Danckelman worden begonnen: 'on se rendit à 6 heures du matin à bord du vaisseau admiral le Phenix, tous !'equipage en parade sur Ie tillac et dans les cordages reçurent Leurs Altesses qui furent encore saluées du canon'. Voor het scheepsvolk was de dag eerder begonnen: 'met begin van de Hondewacht' (dus 12 uur 's-nachts) 'ligte 'tanker en wond het daaglijks op 1/2 touw. De wind N.NNW en NW; mrz tot labber. Circa 3 uuren roeide de S.b.N. via het jagt, om te overleggen tot het aan boort haaien van het Adm.Jagt, waarin Hun Hoogheden. Omtrent 5 uuren de S.b.N. een werp hebbende uitgebragt, stak derzelve touw en haalde digt na 't Nieudiep en wierd toen het Admiraliteitsjagt aan boord gehaald'. Er is een passende oplossing gevonden voor het aanzienlijk hoogteverschil tusTidinge van Die Ooude
89
sen jacht en 'Phoenix': 'Syn Hoogheid beneffens zijn Koninklijke Gemalinne en desselfs illustre stoet wierd langs een bordes en trap met rooden Bay bekleed op 't Admiraalsschip geleid. Van jagt Z.Hoogheid daar over komende wierd de S.b.N.Vlag nedergehaald, en van dat schip de Vlag aan de Groote top, met een Standen erboven geheessen, waarop, beiinnende bij den Capt. Reinst, en op 't twede Schot, b~j Capt.vd Does,. van der Feltz en mijn' (dus Bijland) 'bij ieder 21 schoten gedaan wierden om die vlag te salueren, werden van het schip van de S.b.N. met 21 schoten bedankt'. Freule Danckelman meldt enig ongemak: 'Son Altesse Royale et Mademoiselle de Schwerin furent un moment incommodeés du mouvement de la mer'. Die gebeurtenis heeft echter geen effect op de verdere activiteiten. Bijland kan namelijk uitgebreid en enthousiast verslag doen van een lange dag: 'omtrent 7 uuren na het gedane sein daartoe gingen alle onder zeil, hadden nog ebbe. Ik had de bovenbram raas in de Marsen, verder leizeilen en alles in gereedheid laten brengen. Zo haast we onder zeil waren, wierd zein gedaan om agter den anderen in Linie van Bataille te rangeeren. Ik moest op vd Does jagen, die de voorste zijn moet. Dog deze naar mijn gedagten te laag sturende dus niet op sijn post konde komen, stak ik hooger op om mijnen regt voor de Admiraal te plaatsen waar mijn post was. Men kon niet bij de wind in linie blijven zeilen maar hiewen langs de Noordwal heen, de wind NNW en NW, labber gladde lugt. Te 9 uuren deed de S.b.N. zein voor van der Feltz en mijn om te jagen tussen het N. en Oost, waarop ik leizeilen, bovenbramz: en bramleizeilen bij maakte zo spoedig ik konde. Dog met onbevaaren volk was het niet mogelijk zo spoedig te doen als men het wel begeerde, hoewel het al redelijk wel ging, consideerende dat men met het volk nog nooit in zee geweest was. Na het zein van rangeeren gedaan was, wierd wat daar na zein gedaan om met een sloep met een Officier van ieder schip te komen. Aan ieder Officier wierd door de S.b.N. gesegt in 't bijzijn van Z.H. dat dezelve voldaan was over de gedane Manouvers, dog aan die van Capt.vd Does dat hij over desselve Manouver niet voldaan was, want dezelve had zo laag blijven sturen, zodat hij in 't geheel in de linie niet geweest is'. 'Ondertusschen was aan den Capt.Reinst order gezonden zig tot het gevegt gereed te maken, die terstond de kooien in de netten liet doen, het ondergeschut te boord haalde en over eene zijde enige malen zijn geschut loste en ook met handgeweer vuurde. Inmiddels voortzeilende en omtrent voor de Schans komende, wierd van de zelve de Admiraliteitsvlag met 15 schoten gesalueerd On de Schans zijn maar 16 stukken) welk saluut door Z.H. met 13 schoten beantwoord wierd'. Niet iedereen blijkt echter te groeten: 'Een koopvaarder lag tenanker zonder vlag te toonen, wanneer we met alle schepen bij zeilden, waarop uit het Admiraalsschip met Scherp wierd geschoten: Syn D.Hoogheid ordonneerde met een kogel te vuuren. Voorsdaarop een sloep met een officier daar aan boord gezonden, welke hem 6 gulden boete voor overgroote negligentie deed betaalen. Het geld werd door Z.H. aan de sloeproeiers gegeven'.
Lunch op Texel
.
'Omtrent middag wierd zein gedaan om te ankeren voor het oude Schilt' (dus op Texel) 'alwaar we allen ten anker kwamen. Hunne Hoogheden gingen met het jagt van boord, waarop den Admiraalsvlag van het schip van de S.b.N. weder neder gehaald wierden wierd voors daarop van het schip van de S.b.N. een Salut van 21 schoten gedaan; op d'andere schepen liep het volk in 't wand (doen niet op de raas kunnende lopen) en die wat nabij leiden joelden driemaal. ·
90
Tidinge van Die Ooude
Toen zijn Hoogheid aan land op Texel kwam, wierd uit de Schans met 15 schoten gesalueerd. Zijn Hoogheid ging na de Schans alwaar een dejeuné was geprepareerd door gecommitteerde Raaden van het Noorderquartier'. Het bezoek aan Texel wordt ook door de reeds genoemde geschiedschrijver Wagenaar beschreven. We volstaan hier met een aanvulling op basis van Bijlands journaal: 'Zijn Hoogheid wierd van de Regeering van Texel als ook door de Predicanten van het eiland gecomplimenteerd. De regeering had daartoe een aanspraak in rijm opgesteld, hetwelke kort, dog wel opgesteld was, zijnde zo men zegt door de Bailuw de Heer Huidekooper, welke een groot Poët is. Door de lootsen van het eiland wierd aan Z.H. een request gepresenteerd, inhoudende een verzoek om een haven voor hunne schuiten en andere kleine vaartuigen te hebben, hetselve was door de voornaamste der lootsen getekend. Het is zeer noodzakel~jk dat ze hetzelve obtineeren, want al die vaartuigen geen goede legplaats hebben en voornamelijk s'winters dikwijls veel gevaar lopen en veeltijds beschadigt worden, tot ruïne van die menschen, welker.s winsten doorgaans niet heel groot zijn'. Dit verzoek noch Bijlands schriftelijke bijval hebben succes: pas 15 jaar later laten enkele particuliere investeerders een haven aanleggen. 'Inmiddels kregen alle schepen enige zeinen aan boord, zijnde het origineel door Z.H. ondertekend, hierin gevoegt' (dus in Bijlands journaal). 'Zijne Hoogheid enige tijd aldaar aan land geweest zijnde ging dezelve weder op 't jagt en wegens het inooije weer lagen de jagten wat van land op zijde van malkander, werdende doen het middagmaal gehouden, sijnde de Hr Vlacq mede aldaar ten eten. Zijn Hoogheid van land gaande wierd uit de Schans weder 15 schoten gedaan. Onder het eten wierd zein gedaan van het jagt 'Wit met de blauwe Geus', waarop van alle schepen 21 schoten gedaan wierden. Vervolgens met de Roode waarop van 3 schepen alleen 21 schoten gedaan wierden. Vervolgens wierd nog eens de Roode Geus geheessen waarop alle weder 21 schoten deden'.
Terug naar Den Helder 'Omtrent 6 uuren gingen de jagten weder onder zeil en kwamen Hunne Hoogheden en hun gevolg met het Admiraliteitsjagt aan boord van 't schip van Capt.Reinst, alwaar doen de Admiraalsvlag en Standart er boven weder opgeheesschen wierd, waarop zein van dat schip gedaan wierd om anker te ligten en we gingen weder onder zeil'. 'Van den Helder verzeilende waren alle de andere jagten mede vandaar gezeild zo alsook een menigte van kaagen, schuiten etc. hetwelke een fraaye vertoning maakte'. Dit wordt door de freule opvallend uitbundig bevestigd: '.Je reste seule en jacht afin de pouvoir me vanter d'avoir écrit cette relation sur la mer du Nord et entourée de plus de 50 bätiments de different grandeur. la mer était si calme que toute poltronne qui je suis, jarpais je n'ay été si tra11quile et je puis dire que de mes jours je n'ay vu un si beau spec: tacle. Ceux quine le connoissent point ne sauroient s'en faire une idée qui en soit juste'. Het rustige weer vertraagde wel de terugreis: 'hadden een flauwe koelte, laveerden met de ebbe weder aan 't Nieudiep, te halve 9 uuren wierd weder zein van ankeren gedaan. Het lugje ZZW labber en stilletjes; met de 5 glazen in d'eerste wagt' (dus halfelf '.s-avonds) 'ging het jagt waarin Hunne Hoogheden waren van boord, en zeilden na het Nieudiep als ook alle de andere jagten'. Freule Danckelman noteert: 'La marée etoit déjà-· retirée. On ne put par conséquemt pas approcher de la terre; il fallut jetter l'ancre en pleine mer. Comme te temps étoit beau personne n'eut peur'. Bijland vult weer aan: 'S'nagts mooi weer. Alzo het laat geworden was, en het volk gefaTidinge van Die Ooude
91
tigueerd, wierd niet geïllumineerd. Alle Lantaarnen, benevens de vlaggen van alle Schepen werden weder in de kaag besorgt om ze ten spoedigsten naa Amsterdam te brengen alwaar de Triton op stroom lag, om wanneer Z.H. er zoude zijn, te Vlaggen en te illumineren'.
Einde van het vlootbezoek 'Zaterdag 28 mei s'morgens wind ZZW, ZW tot WZW, brz labber en grauwe lugt. Omtrent 7 uuren ging de S.b.N. Vlacq na het Nieudiep, zulks ziende, ging ik' (Bijland) 'daar ook heene, alsook de Cape.Reinst, terwijl Hun Hoogheden omtrent 9 uuren stonden te vertrekken. We hadden voor Hun vertrek nog audientie van Z.H. die zeer vergenoegt scheen, over zijne reize hierhenen, en zeer voldaan was. Wij konden desdve complimenteeren en eene goede en playsierige Rijse toe wensche. Zijn Hoogheid heeft aan de Lootsen op het schip van de S.b.N. en Reinst 10 Ducaten gegeven, en voor het volk op de 5 schepen te verdeden een paquet met 200 Ducaten, hetgeene de Hr Vlacq nadien op alle schepen heeft laten verdeden, ieder in proportie van zijn volk. De manschappen op de 5 scheepen bedragen 1064, het geldf 1050,-, zodat ieder Capt. 56 st daarbij gebragt hebbende,! 1,- per hoofd op ieder schip gegeven is'. Tegen half negen 'is zijn Hoogheid van de Helder vertrokken, waarop terstond de Admiraalsvlag met de Standen van 't jagt nedergehaald is. T welke tot een zein gegeven was voor de schepen om het saluut te doen, zodat het volk doen op de raas paradeerde en wierd van de 5 scheepen ieder 21 schoten gedaan. Omtrent 1/ 2 uur daarna vertrok Haar Koninklijke Hoogheid, waarop de Vlag van agter van het jagt nedergehaald wierd, daarop wierd weder op de schepen geparadeerd en van ieder schip 21 schoten gedaan. Tussen beide. was de hertog van Brunswijk vertrokken, alsmede de Hr Bored, Fagd en Mevr.Fagel, alsook de Heren en dames en verder gevolg van Hunne Doorlugtige Hoogheden'. · Dè Prins en Prinses gingen nu weer terug naar Boreels' buitenplaats Beeckestein bij Velzen om via een zondagse rustdag enigszins bij te komen.10 'l'Ennuy que toutes ces cérémonies et harangues doivent naturellement causer Son Altesse Royale quoiqu'Elle n'y prête de bonne gräce, étourdie des coups de canon, du son des cloches et de la foule qui nous suit partout'. Aansluitend wacht hen weer een zware week: op maandag zou het Amsterdamse bezoek al beginnen 'alwaar ze in het Stadhuis stonden te logeeren, zijnde in 't selve daartoe veele kamers pragtig gemeubileerd'. In principe zou nu ook het bezoek van Prins en Prinses aan de vloot afgerond kunnen worden. Bijland heeft het kanongebulder precies bijgehouden: 'volgens opgave van de Constabel heb ik bij deze gelegenheid 147 schoten gedaan, bedragende 614 lb 12 onsen kruit'. Het afschieten van de in totaal bijna 1000 kanonschoten is ook voor zijn schip niet zonder gevolgen gebleven. 'Op Dinsdag 31 Mei: dikke lugt met regen Vlagen; ik kreeg de 'slands glazenmaker met een loots uit Texel aan boord, zijnde verscheide ruiten met Schieten gebroken'. Voor de kersverse vice-admiraal Vlacq was er echter nog een verrassing: 'de Vice Admiraal order van Sijne Hoogheid bekoomen om mede naar Amsterdam te vertrekken.' Vlacq reisde dezelfde middag nog mee met het 'jagt waarin de Admiraliteits Heeren van der Meer en Teengs naar Amsterdam zeilden'.
Vice-admiraal Vlacq als gast van de Prins Over het bezoek van de Prins en Prinses aan Amsterdam is weinig nieuws te melden. 92
Tidinge van Die Ooude
Het is zeer spectaculair en uitvoerig in het boek van Wagenaar beschreven alsmede op gravures van Simon Fokke en Reinier Vinkeles vastgelegd. We volstaan met aan te geven waar we Roemer Vlacq tegenkomen. Op maandag 30 mei 1768 begint het bezoek en de morgen wordt door de freule samengevat met: 'l'entrée a été des plus brillantes'. Wagenaar vult aan: 'na 't ogtendmaal keerden hunne Hoogheden naar de Raadskamer, daar gehoor verleend aan Collegie ter Admiraliteit'. Om zes uur is er een diner voor 60 personen. Waarschijnlijk lijkt dat Vlacq vanaf deze maaltijd de festiviteiten meemaakt. 'A 9 heures il y eut un beau concert dans la grande salle et à 10 heures on se mil dans plusieurs jachts pour vair les illuminations'. Wagenaar vult aan: 'besigtiging ten dele van koetsen, ten dele van jagten, die door de voornaamste grachten geboegseerd of geboomd werden; voorop een onderschout in een sloep om ruimte te maken onder de schuitjes die overal in de grachten zworven en zig, me.t een vriendelijk woord, ligtelijk, bewegen lieten om 't hoog Gezelschap te wijken'. Het werd een lange tocht door de grachten: 'à 2 heures du matin l'on revient et Leurs Altesses soupirent en particulier'. Op dinsdag 31 mei zal de Prins als admiraal-generaal zitting nemen in het College van de Admiraliteit. Om half negen wordt hij in de Staatsiekoets met 6 paarden naar het Prinsenhof geleid. 'Daar piaatste de Kapitein-<:ieweldige van de Admiraliteit zig voor de Koets, zes Helbaardiers ter wederzyde en de Luitenant-Geweldige agter. Aan de Voorpoort wordt zyne Hoogheid ontvangen door vier Heeren Gecomitteerden Raaden, agter welken de Vice-Admiraal Roemer Vlak.. .' Na zijn intrede wordt de Prinses opgehaald en volgt een boottocht in het Admiraliteitsjacht en vele andere jachten naar Zaandam. Er is vrijwel geen wind en de gehele reis naar Zaandam wordt geboegseerd (het jacht wordt dus met een roeiboot getrokken). De vlaggen waren tijdig uit Texel teruggekomen en het oorlogsschip 'Triton' was nu overeenkomstig de eerdere schikking uitgerust. Van deze situatie is door Ajb. 4: Zeiltocht op het Ij naar Zaandam: onderdeel met de jachten nabij h~t oorlogsschip 'Triton'. Simon Fokke een gravure gemaakt: in afbeelding 4 is een deel overgenomen. De tocht wordt een groot succes, zoals ook blijkt uit het verslag van freule Danckelman: 'On se mil en grand jacht. Celui de Leurs Altesses etoit commandé par l'Admiral; il y en avoit plusieurs autres pour Ie dames et Mrs et pour la musique. Plus de 500 bätiments saluèrent Leurs Altesses d'un nombre infini du coups de canon'. Pas laat komt men terug: 'La nuit étant venue on découvrit Ie vaisseau de guerre le Triton illuminées. Ce coup
93
Op woensdag 1 juni wordt de Prins ook als bewindhebber van resp. de Verenigde Oostindische en de Westindische Compagnie geïnstalleerd. '.s-Middags volgt in de grote zaal van het stadhuis een ontvangst 'voor alle Heeren van de Regeeringe en derzelver Vrouwen, en aan andere voornaame Burgers en Ingezeetenen, en Vreemdelingen zelven. Midderwijl was er in Schepens-Kamer, eene groote maaltyd toebereid, voor ruim 70 personen. Hunne Hoogheden en derselver gevolg, maakten zeventien . Afb. 5: Maaltijd in de Schepenkamer van het stadhuis op de Dam. personen uit. Hierby kwamen de Hertog en tien gasten door den Prinse genodigd.' Nummer 6 blijkt vice-admiraal Vlacq te zijn. Ook van deze maaltijd heeft Simon Fokke een gravure gemaakt, deze is gedeeltelijk in afbeelding 5 overgenomen. 'Geduurende de maaltijd was er verrukkelyk Musyk van speeltuigen en onder de hooge Gasten heerschte een algemeen genoegen'. Aansluitend gaat men naar de Schouwburg, waar het treurspel Démophonte en de klucht 'den Huwelyken staat' worden opgevoerd. We volstaan met het aanhalen van freule Dankelman: 'Pendant Ie spectacle on servit tous les raffraichements imaginables avec des glaces et des confitures, non seulemant dans la loge de Leurs Altesses mais aussi au parterre et toute les au tres loges': Om 11 uur gaat men weer terug naar het stadhuis.
Ajb. 6: Bal in de Grote Zaal van het stadhuis op de Dam.
94
Tidinge van Die Ooude
Donderdag 2 juni begint met een bezoek 'te voet' aan de Nieuwe Kerk. Vervolgens gaat het gezelschap met de koetsen naar het Magazijn van de Admiraliteit en hier komen we Vlacq weer tegen. s-Avonds is er een enorm feest georganiseerd in de feestelijk verlichte grote zaal van het stadhuis. Ruim 1100 personen zijn erbij aanwezig. Bij aankomst worden 'thee, koffy, verkoelende dranken en andere ververschingen aangeboden. Ten tien uuren omtrent, begon de Dans. Men ving, naar de Engelsche wyze, terstond met Country- of Landdanssen aan'. Vlacq houdt zich waarschijnlijk anders bezig: 'Veelen, die niet dànsten, noch de dans verkooren te aanschouwen, verlugtigden zig met het Kaartspel'. Met afbeelding 6 kan een indruk van die situatie worden gekregen. Op vrijdag 3 juni bezoeken Prins en Prinses eerst diverse instellingen in Amsterdam; het is niet waarschijnlijk .dat Vlacq hierbij aanwezig is. 's-Middags volgt in het stadhuis een door de Admiraliteit aangeboden diner voor 72 personen, waarbij weer fraaie muziek wordt gespeeld. Aansluitend gaat men nogmaals naar de schouwburg, nu voor 'een regtschaapen oud Hollands blijspel: de malle Wedding of gierige Gerard'. Daarna wordt nog het verlichte Prinsenhof bewonderd en ruim na middernacht komt men weer in het stadhuis terug. Op zaterdag 4 juni wordt vanaf half acht afscheid genomen van het prinselijk paar. Bij het afscheid nemen worden geschenken uitgedeeld: 'en tout Ie Prince a fait les choses très noblement et ce voyage lui a beaucoup couté'. Om half negen vertrekt het gezelschap met koetsen naar de jachten in de Amstel; door de dichte menigte doen ze ruim een uur over dit ritje. In Weesp wordt weer in koetsen overgestapt en naar Soestdijk gereden voor 'quelques jours dans la solitude, sans foule et san cérémonies'. Vlacq zal in Amsterdam wel wat bijgekomen zijn en ook de 200 prinselijke ducaten gewisseld hebben. Hij had in de voorgaande drie weken veel meegemaakt en is inmiddels ook nog als Prinselijk gezant benoemd. Hij heeft ook een fraai aandenken gekregen: 'een degen met goud gevest, door zyne doorluchtige Hoogheid den Heren Prinse Erfstadhouder presenteerd'.11 ·
Als vice-admiraal, ambassadeur én gezant aan het werk Op dinsdag 7 juni 'in de Platwacht' (dus na 4 uur 's-middags) 'kwam de Vice Admiraal Vlacq met de sloep van 't Nieudiep, roeyende na boord, met de vlag van vooren en het volk bij aHe 5 schepen op de raas, de Vice Admiraalsvlag geheesschen werden van ieder schip 15 schoten gevuurd en door schip Vice Adm. beantwoord met 15 schoten. Op woensdag zein voor luitenants vd schepen om naar de Adm. te komen. Hun wierd het geld dat Z.H. voor 't volk der schepen gegeven had, volgens de verdeeling gegeven'. Vlacq zal de andere officieren wel verhaald hebben over zijn belevenissen in Amsterdam. Uit een los vel in Bijlands zeejournaal blijkt dat die op 12 juni het gedenkboek van het Prinselijk .bezoek aan Amsterdam bestelt: 'voor een memory boek van Wagenaar 4:0'. In de gedrukte intekenlijst is LH.A. van Bijland opgenomen, maar Roemer Vlacq ontbreekt. De daarop volgende dagen krijgen de zeejournalen weer de normale en vaak wat dorre aantekeningen. Op zaterdag 25 juni 1768 kan het eskader eindelijk uitvaren om de 'dringende bezoeken' aan Algiers, Marrakesh en Tunis te gaan brengen. De reis zou nog meer dan twee jaar duren en vele curieuze én spectaculaire beschrijvingen opleveren. Deze worden echter in een volgende publicatie samengevat.
Tidinge van Die Ooude
95
Bijlage 'Vlaggen, Geusen, Standerds en Wimpels zoo dezelve gewaaid hebben voor de Prins en Prinses van Orange' Aan de Boeg spriet
aan nok van 't kluifhout> Prince Standerd
Stuurboord>
Roode Vlag
Blauwe Vlag Blauwe zein Wimpel
Prince zein Wimpel
Roode Geus
Blauwe Geus
Prince zein Wimpel
Engelsche Wimpel
Prince Geus Geele Standerd
Engelsche Geus Roode Geus
Aan de Voorste of Fokke Mast
van de Voor top> Pruisische vlag
Stuurboord>
Witte Geus
Sweedse Geus
Prince Wimpel
Engelsche Wimpel Deensche Vlag Prince Wimpel Gee\e Vlag
Prince Wimpel
half Wit half Blauwe Vlag
dubbelde Prince Vlag van Voor bram stenge stag> Witte Geus Staten Geus Prince Geus Witte Standerd Prince Vlag Roode Vlag Blauwe Standerd Prince Geus Engelsche Geus
96
Roode Wimpel
Deense Wimpel
Tidinge van Die Ooude
Engelsche Vlag Prince Wimpel half Wit half Roode vlag
Prince Vlag Engelsche Wimpel Witte Vlag
van Voor stenge stag> Roode Geus Prince Geus Witte Standerd Engelsche Vlag Roode Standerd Blauwe Geus Prince Geus
,;
Aan de Groote Mast
van de Groote top> dubbelde Prince Vlag
Stuurboord>
Engelsche Geus
Staaten Geus
Blauwe Wimpel
Wille Vlag Prince Wimpel Roode Vlag
Sweedsche Vlag Ponugeesche Wimpel Engelsche Vlag
Wille Wimpel
Genueesche Wimpel
Pruisische Wimpel
Blauwe Vlag
Prince Vlag
Engelsche Wimpel
Roode Wimpel
dubbelde Prince Vlag
Witte Vlag met Rood Kruis
Van.Groot bramstenge stag> Prince Geus Witte Geus Roode Standerd Engelsche Vlag dubbelde Prince Vlag Blauwe standerd Roode Geus Prince Geus
Van Groot stenge Stag> Prince Geus Witte geus Roode Standerd Prince Vlag Staten Geus Prince Geus Engelsche Geus
Aan de Kruis of Bezaans Mast
van de Kruis top> Engelsche Vlag
Stuurboord>
Deensche Geus
Prince Wimpel
Rood en Wit gestreepte Vlag
Engelsche Wimpel
Witte Wimpel
Engelsche Wimpel
Blauwe Vlag
van boven Kruis stenge stag> Prince Geus Staten Geus Prince Geus
Witte Vlag Prince Wimpel
Prince Vlag
Geel en Wit gestreepte Vlag P1ince Wimpel
Blauwe Vlag met Rood kruis
Pruisische Geus
van Kruis stenge stag> Genueesche Geus Geele Wimpel Prince Geus
van de Bezaans roe> Prince Standerd Engelsche Vlag Wille Standerd Witte Vlag met Rood Kruis
Tidinge van Die ûoude
97
Noten 1 2 3
4
5
6 7 8 9
10 11
98
Lodewijk van Bijland, Zee-tactiek of grondslagen der krijgskunde ter zee, 1767. Algemeen Rijksarchief Den Haag; Admiraliteitsarchief, toegang 1.01.47.17, collectie vd Velden XXVIII: nr50 Journaal van kapitein Lodewijk, Grave van Bijland, 1768-1770 463p. Algemeen Rijksarchief Den Haag; Admiraliteitsarchief, toegang 1.01.47.23, collectie Broers XXXIII: nr2 journaal I Nahuys, 1768-1770, ca 200p. (De vele andere bronnen worden hier niet opgegeven.) J. Fox, Willem Ven Wilhelmina van Pruisen'.s bezoek aan Amsterdam in 1768, in Jaarboek Vereniging Oranje-Nassau Museum 1980, p 49-66; hierbij gevoegd op p 67-84: Relation du voyage de Leurs Altesses à Amsterdam. Jan Wagenaar, 't verheugd Amsterdam etc., uitgegeven door Yntema en Tiebol, Amsterdam 1768. (ook in repro uitgegeven: Repro-Holland, Alphen a/d Rijn 1971/2; met verkleinde afbeeldingen en zonder intekenlijst.) Buisman). Bar en boos, 7 eeuwen winterweer in de lage landen, 1984. J.P. Sigmond, Nederlandse zeehavens 1500-1800, 1989. C. de Griend (1691-1783), Admiraliteitsjacht voor stilte drijvend. Zoals door Fox aangegeven, de schrijfster van het onder noot 4 genoemde verslag. Sophie von Danckelman, geboren in 1718, is de gouvernante van Prinses Wilhelmina. Bij het doorlezen van haar aantekeningen blijkt dat zij uiterst kritisch observeert en noteert. Na turbulente tijden inmiddels ingericht als museum: huis en tuinen geven nog een goede indruk van de 18e-eeuwse situatie. Deze degen komt na het overlijden vari Vlacq voor in de boedelbeschrijving van Turfmarkt 142.
Tidinge van Die Ooude
Reinier Marinus van Reenen (II) - burgemeester van Gouda 1965-1968 ]. Smink
II Afscheid Ziekte en overlijden Het overlijden van burgemeester Reinier Marinus van Reenen kwam niet onverwacht. Hij leed aan kanker en zijn gezondheidstoestand werd steeds slechter. Met een bewonderenswaardig doorzettingsvermogen heeft hij desondanks zijn werk gedaan, totdat de ziekte hem dwong blijvend het bed te houden. Eind augustus 1968 ging hij met het gemeentebestuur op reis, voor een driedaags bezoek aan de met Gouda bevriende Duitse stad Solingen. Hij was toen al zo ziek en zo moe, dat hij '.s avonds aan tafel in de Jugendherberge niet meer in staat was om zelf het dank- en afscheidswoord te spreken. Een ander deed dit in zijn naam. Op 2 september trad hij voor het laatst op als voorzitter van een raadsvergadering en na 23 september kwam hij niet meer in het stadhuis. De vergaderingen van B&W werden nog enige tijd bij hem aan huis gehouden. Zijn geest was ongebroken en hij zette zich met onverminderde belangstelling in voor gemeentelijke zaken. Na 22 oktober was het hem niet meer mogelijk te vergaderen. Vanaf 12 november werd hij in het Van Itersonziekenhuis verpleegd, waar hij op 10 december, op zestigjarige leeftijd, overleed.. De stad rouwde. 'Het doet Gouda leed, dat zijn burgemeester is heengegaan. Want het heeft hem leren kennen als een aimabel mens, hoffelijk, in sterke mate van goede wil en bovenal als een menselijke figuur. Zijn omgang in en met de burgerij, zijn minzaamheid, zijn hartelijke belangstelling voor alles wat er in de stad omging hebben hem, naast zijn hoge opvatting van plichtsvervulling en trouw, gemaakt tot een gewaardeerde en gerespecteerde burgervader. Ieder mocht hem, hij was een geziene figuur', stond erin de krant 1. In een In Memoriam werd erop gewezen, dat onder Van Reenen het Kunstcentrum Burgvliet de beschikking over de Jeruzalemkapel kreeg. De voorzitter van Burgvliet, H.A.]. Tempelman, vermeldde in zijn bijdrage de volgende anekdote. 2 Toen Van Reenen hoorde van de toekomstplannen om ook een plavuizenvloer in het eigenlijke kapelgedeelte van de Jeruzalemkapel te leggen, was de burgemeester zo geestdriftig dat hij zeven vierkante meter plavuizen uit eigen bezit aanbood. Die lagen nog in een boerderijtje in Overijssel, dat hem als vakantiehuis diende en waar hij gehoopt had eens in landelijke rust van zijn pensioen te genieten. Week na week bracht hij in zijn auto zelf een aantal zware plavuizen mee, die hij in de warande van zijn ambtswoning opsloeg totdat we ze konden laten weghalen. Zo was burgemeester Van Reenen: in een arme stad helpend met het weinige.'
De rouwzitting De burgemeester overleed op een dinsdag, omstreeks half zes '.s middags. De gemeenteraad was de dag ervoor begonnen met het behandelen van de begroting voor 1969. Reinier Marinus van Reenen (1908-1968) . 1ïdinge van Die Ooude
99
De voor dinsdagavond belegde vergadering werd afgelast en de verdere behandeling werd tot een nader te bepalen tijdstip opgeschort. Vanaf het stadhuis, de toren van de Sint-Janskerk, de openbare gebouwen en de gebouwen van de Goudse Waterleiding Maatschappij en het Gemeentelijk Energiebedrijf werd halfstok gevlagd. De feestverlichting in de winkelstraten in het centrum werd tot de dag na de teraardebestelling gedoofd en in het stadhuis lag een condoleantieregister voor belangstellenden ter tekening. Het stoffelijk overschot werd op woensdag vanuit het Van ltersonziekenhuis overgebracht naar de ambtswoning aan de Van Beverninghlaan, van waarvandaan de laatste reis zou worden gemaakt. · Op donderdag 12 december herdachten de leden van de raad hun voorzitter, in een buitengewone vergadering, die twintig minuten duurde3. Op tafel, vóór de lege voorzittersstoel, stond een foto van de overledene, omgeven door witte chrysanten. Tijdens die bijeenkomst werd door drie personen het woord gevoerd. Eerst door loco-burgemeester mr J.W Blanken van de PvdA, vervolgens door de nestor van de raad]. Kaptein van de CHU en tenslotte door C.C. Mantz, de gemeentesecretaris. Alle drie stonden stil b~j de verdiensten van de burgemeester en verwoordden een diep medegevoel met mevrouw Van Reenen, haar kinderen en kleinkinderen. Blanken roemde zijn snelle bevattingsvermogen, zijn gemakkelijke toegankelijkheid, zijn beminnelijk optreden , zijn natuurlijke opgewektheid en zijn uitstekende kwaliteiten tot leidinggeven. 'Voor burgemeester Van Reenen was het bestaan van goede menselijke verhoudingen eerste voorwaarde voor een goed bestuur. En goed bestuur was voor hem zonder teamwork ondenkbaar. (. .. ) Gegeven de goede verhoudingen slaagde hij er steeds weer in om de discussie met kennis van zaken en tact heen te leiden naar een doelmatige en redelijke beslissing voor de hangende bestuurs- en beleidsproblemen. Zonder twijfel had hij voor het te volgen gemeentebeleid een eigen visie voor ogen, waarin de gegeven politieke mogelijkheden ten volle waren doorberekend.' Kaptein roemde zijn ijzeren wilskracht, zijn kwaliteiten van voorzitter en zijn hartelijke belangstelling voor de raadsleden, ook in hun persoonlijke omstandigheden. 'De ontmoetingen met de raad waren hem - zoals hij meermalen heeft gezegd - hoogtepunten die hij niet gaarne had willen missen.' Tegen Kaptein had hij enkele maanden geleden de klacht geuit 'dat hij niet meer kon, juist nu de mogelijkheden voor Gouda zoveel groter werden.' Mantz zei, dat de samenwerking met Van Reenen, ç~j hun dagelijkse contacten, hem een vreugde was geweest en dat Van Reenen hem, in het bijzonder als het moeilijke zaken betrof, tot grote steun was geweest.
.·-
.
De begraf~nis 'Helder in de vrieslucht h,üdden de klokken van de kerken in de binnenstad en van het stadhuis, toen burgemeester mr. R.M. van Reenen (vrijdagmiddag 13 december) zijn laatste tocht maakte door de stad, die hem lief was.', zo begon de journalist van de Goudsche Courant zijn verslag van de begrafenisplechtigheden.4 In de volledig bezette gereformeerde kçrk aan de Turfmarkt werd een rouwdienst gehouden, die uit twee delen bestond. In het eerste gedeelte ging het over de betekenis vàn Van Reenen en in het tweede gedeelte over de betekenis vóór Van Reenen. Voordat de kerkelijke plechtigheid begon, kwamen achtereenvolgens aan het woord de Commissaris van de Koningin in Zuid-Holland mr]. Klaasesz, de loco-burgemeester van Gouda mr J.W Blanken, de burgemeester van Moordrecht H.C. Vermaat en burgemeester H. Dunkel van Solingen. De liturgie van de rouwdienst werd ingeleid met Bachs 'Jesu, meine Freude', dat op het orgel werd gespeeld door K. Boersma. Er waren, tijdens het godsdienstige gedeelte, twee voorgangers namelijk dominee J.C. Seegers, gereformeerd predikant te Gouda en dominee JG. Kunst, gereformeerd wijkpredikant van Van Reenen tijdens zijn Haagse periode. Dominee Kunst, die de preek verzorgde, had een tekst gekozen uit de eerste brief van
100 Tidinge van Die Ooude
Johannes. Hij vroeg zich af, of de liturgie niet als al te uitbundig zou worden gevoeld, niet een toon lager had moeten worden gezet. Er waren immers mooie woorden gesproken en straks zou het stil worden. Maar de zekerheid van het Woord Gods, de Bijbel, zou blijven : 'Ziet welk een liefde ons de Vader heeft gegeven, dat wij kinderen Gods genoemd worden.' Johannes komt in zijn eerste brief telkens terug op de kern van de zaak. De apostel keek in de toekomst en tegelijk achterom. Johannes stond tussen de tijden, om telkens weer te bemoedigen. Het zijn die woorden, waarbij ook burgemeester Van Reenen terechtkwam en waaraan hij vasthield. Het zijn woorden in de eigen stijl van de burgemeester: kort, eenvoudig, gevoelvol en zich bepalend tot de hoofdzaak, volgens de dominee. Na deze 'door eenvoud indrukwekkende' kerkelijke bijeenkomst reed de begrafenisstoet, die uit meer dan twintig auto'.s bestond, naar de Markt. Bij het stadhuis stonden het gemeentepersoneel, een detachement van de politie en honderden burgers opgesteld. De stoet reed, vanuit de Wijdstraat, rond het stadhuis en stopte, voor één minuut stilte, voor het bordes. Daarna zette de stoet zich in beweging naar ljsselhof. In de aula stelden alleen de familieleden en de genodigden zich op achter de baar. Buiten, op de begraafplaats, voegden honderden belangstellenden zich bij hen. Nadat de kist aan de aarde was toevertrouwd sprak dominee Kunst de Nederlandse Geloofsbelijdenis uit en bad het Onze Vader. De oudste zoon van Van Reenen sprak een woord van dank voor het medeleven en de betoonde belangstelling. Na afloop van de begrafenis op l]sselhof was er op het stadhuis gelegenheid om de familie te condoleren.
Zijn werkkracht Van Reenen heeft zoveel functies vervuld, dat het eigenlijk onbegrijpelijk is, dat één man dit allemaal heeft kunnen doen. Staccato volgt hier een opsomming, zonder dat er kan worden ingestaan voor volledigheid. Hij was vader van een gezin met zeven kinderen. Dit en de vervulling van het burgemeestersambt sec, in een stad als Gouda, kostte natuurlijk de nodige lichamelijke en geestelijke inspanningen en aan het burgemeester.schap waren weer tal van functies in diverse sectoren op gemeentelijk gebied gekoppeld. 5 Zo was hij voorzitter van twee raadscommissies van advies en bijstand - die betreffende de gemeentelijke strafverordeningen èn die inzake verkeersaangelegenheden - en voorzitter van de commissie van advies voor de straatnamen, van de commissie van advies voor de stedelijke musea, van de beoordelingscommissie aanmoedigingsprijs kunstenaars, van de plaatselijke commissie sociale kunstopdrachten, van de culturele raad, van de gemeentelijke contactcommissie voor de middenstand, van de marktbebouwingscommissie, van de werkgroep stadssanering en van de werkgroep stadsuitbreiding. Daarnaast was hij voorzitter van de raad van beheer van de Goudse Waterleiding Maatschappij NV en van de kring Zuid-Holland Bescherming Bevolking. Bij de Autobusonderneming Citosa NV trad hij op als gecommitteerde der gemeente Gouda. Tot zover zal men zeggen: 'Het moet kunnen.' De opsomming van functies van burgemeester Van Reenen is µierrnee echter nog lang niet ten einde en dit maakt duidelijk, hoe weinig tijd Van Reenen ter vrije besteding moet hebben overgehouden. Op landelijk niveau heeft Van Reenen zich ook op verschillende terreinen bewogen. Tien jaar was hij bestuurslid van de Vereniging van Exploitanten van Gasbedrijven (VEG), waarvan jarenlang voorzitter. In verband hiermee stond zijn lidmaatschap van de Commissie Samenwerking Regionale Organen Gasvoorziening (SROG). Tevens was hij bestuurslid van de Centrale Commissie van Samenwerking EEG - NV Nederlandse Gasunie (SAVEGAS). Ook heeft hij jarenlang deel uitgemaakt van Comité d'Études Économiques de l'Industrie du Gaz (COMETECGAZ), waarvan hij anderhalf jaar als voorzitter fungeerde . Hij maakte deel uit van het bestuur van de Vereniging van Exploitanten van Electriciteitsbedrijven in Nederland (VEEN) en trad op als lid van het College van 1îdinge van Die Qoude 101
Beheer van de gemeentelijke gasvoorziening Zuid-Holland, van de commissie voor de bedrijven van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG), van de Gasadviescommissie en van de Raad voor de Drinkwatervoorziening. Verder was hij lid van het bestuur van de Vereniging van Geesteszwakke Kinderen en van de bestuurscommissie van de Dr Mr Willem van den Berghstichting te Noordwijk. Er was nog meer: lid van het bestuur van de Zuidhollandse Vereniging van Provinciale bestuurders, lid van het bestuur van de Vereniging van Antirevolutionaire burgemeesters, wethouders en secretarissen Groen van Prinsterer, lid van de Vereniging van Burgemeesters van gemeenten in Zuid-Holland, lid van het Nederlands genootschap van Burgemeesters, lid van de Commissie Burgerschap' en Burgerzin van de VNG. Daarnaast was hij bestuurslid van de stichting het Jan van der Snelfonds, voorzitter van de Commissie van Toezicht op de Rijksmiddelbare Landbouwschool te Gouda, lid van de Commissie van Toezicht op de Christelijke Lagere Landbouwschool en de Christelijke Lagere Tuinbouwschool te Gouda, bestuurslid van de stichting Fonds Goudse Glazen en lid van de Rotaryclub. Hij was beschermheer van het Comité Avondvierdaagse Gouda, van de Invalidensportvereniging Gouda en van het mannenkoor Goudas Liedertafel. Erevoorzitter van de plaatselijke commissie van Oranje- en andere openbare feesten, van de afdeling Gouda van de Koninklijke Nederlandse Vereniging Eerste-hulp-bij-ongelukken en van de Goudse Vee- en Kaastentoonstelling (GOVEKA) en erelid van de Roei- en Zeilvereniging Gouda. 'Naast de weemoed om zijn heengaan', schreef de journalist, 'rijzen de bewondering en het respect voor zijn rusteloze activiteit en zijn enorme werkkracht.' Tijdens de rouwdienst deed mr]. Klaasesz de opmerkelijke mededeling, dat Van Reenen het soms als een persoonl~jke tekortkoming beschouwde, dat hij tijdens zijn · · ziekte aan het bed was gekluisterd.
Zijn persoonlijkheid
.....
Als nieuwe burgemeester had Van Reenen aanvankelijk natuurlijk enige tijd nodig om zich vertrouwd te maken met de Goudse problemen en vraagstukken. Hij moest zich ook aanpassen, want hij kwam van het grote, gewichtige s-Gravenhage en'ging naar een gemeente, die bescheidener van omvang en veel minder belangrijk was. De aanpak van bestuurlijke problemen vonden in zijn nieuwe standplaats niet alleen op een andere schaal, maar ook op een ander ambtelijk niveau plaats, zo ontdekte qij. Hij stelde hoge eisen aan de ambtenaren en was van mening dat Goudse ambtenaren destijds, wat hun salaris betreft,·vaak te hoog waren ingeschaald, gemeten aan wat zij tot stand brachten. Toen de kennismakingsperiode achter de rug was en hij zich met volle kracht wilde inzetten, werd hij ziek. Een jaar na zijn komst, in april 1966, onderging hij de eerste operatie in het Van Itersonziekenhuis en in juni van de jaar moest hij opnieuw enige weken worden opgenomen. Andere operaties volgden en dit zal ongetwijfeld een weerslag hebben gehad op zijn dagelijkse werkzaamheden. In B&W beheerde hij de portefeuilles van algemene zaken, economische ontwikkeling, culturele zaken en het ziekenhuis. Onder de problemen waarmee de burgemeester geconfronteerd werd waren er twee die de boventoon voerden: de uitbreiding van de stad èn de intergemeentelijke samenwerking.6 Door de in 1964 tot stand gekomen grenswijziging, waardoor de oppervlakte van Gouda werd uitgebreid van ongeveer 900 tot 1600 ha., moesten in betrekkelijk korte tijd vele en ingewikkelde voorbereidingen worden getroffen. Aanzienlijk vroeger dan was voorzien kon - aansluitend aan die in Oosterwei II - met de woningbouw in de wijk Bloemendaal worden begonnen. Van Reenen had in het organiseren van de voorbereidende werkzaamheden een groot aandeel. Hij vond, dat men deze, in betekenis niet te onderschatten taak, zakelijk en reëel tegemoet moest treden. Niet een lijdelijke, maar een actieve houding werd vereist, met een vast voornemen de problemen te lijf te gaan en ze met alle kracht trachten.te
102 Tidinge van Die Ooude
doorbreken. Goede contacten met de officiële instanties, de maatschappelijke organisaties en de raad waren nodig om de voorwaarden te scheppen die B&:W nodig hadden om hun taak te vervullen. Volgens de Goudsche Courant was Van Reenen, door zijn aangename persoonlijkheid en opgelegde rechtschapenheid, bijzonder geschikt om aan een overleg van een groot aantal personen, met uiteenlopende karakters en achtergronden, leiding te geven. Personen met een sterk ontwikkeld gevoel van eigenwaarde in zijn directe omgeving hebben wel eens moeite gehad met zijn werkwijze, die gebaseerd was op teamwork, op het sluiten van compromissen en het tegengaan van opportunisme. Minstens twee keer heeft Van Reenen op persoonlijke titel, '.s avonds laat na een vergadering, bij hem thuis zijn nood geklaagd aan J.W de Vos, de voorzitter van de KVPgemeenteraadsfractie en mr A.Q.C. v.an Ruiten, die tot maart 1968 namens de KVP in de gemeenteraad zat. 7 De burgemeester sprak bij beide gelegenheden zijn teleurstelling uit over wethouderTh.j. Arts (KVP), die zich niet aan een in B&:W gemaakte afspraak zou hebben gehouden, wat botste in het College en waardoor bepaalde zaken contrair liepen. Arts verwoordde het zelf, op een later tijdstip in een brief aan de raadsfracties8, als volgt: 'er is een tijd geweest, dat het teamwork mij wel moeite gaf. Welke oorzaken daarbij een rol zouden hebben kunnen spelen laat ik thans buiten beschouwing. Die periode is ruimschoots voorbij.' Wellicht werd toen de kiem gelegd voor wat, na de gemeenteraadsverkiezingen in 1970, in de Goudse politiek zou uitgroeien tot een affaire waarbij Arts gepasseerd werd voor het wethouderschap.9 Ondanks alle waardering, die Van Reenen in brede kring voor zijn werkzaamheden kreeg, zou hij de periode die hij in Gouda doorbracht, niet als de meest gelukkige periode uit zijn bestuurlijke loopbaan hebben ervaren.10 Dat zich tijdens Van Reenens ambtsperiode spanningen in het college van B&:W voordeden blijkt ook uit de verslagen van de besloten besprekingen van de fractievoorzitters na de gemeenteraadsverkiezing in 1970, toen mr P. van Dijke al ruim een jaar burgemeester was. Eén van de onderhandelaars bij de beraadslagingen over de vorming van een nieuw College merkte op, toen het ging over de beleidskracht van de wethouders die nodig zou zijn om aan de burgemeester voldoende tegenspel te kunnen bieden: 'Onder van Reenen was college een puinhoop, wethouders niet zelfstandig.'11 Bij een volgende vergadering werd dit gewijzigd in 'onder van Renen (sic) functioneerde het College niet als zodanig.'12 De situatie was verbeterd na de komst van Van Reenens opvolger, die een krachtiger persoonlijkheid was. In zijn afscheidsrede kon oud-wethouders Arts burgemeester P. van Dijke dan ook bedanken 'voor de uitstekende samenwerking, welke er sinds Uw komst in onze stad tussen U en mij ononderbroken is geweest.'13 Dit neemt niet weg, dat Van Reenen beschikte·over een bekwame vergadertechniek, gemakkelijk toegankelijk was en in belangrijke mate heeft bijgedragen tot menselijke verhoudingen op bestuurlijk niveau, vooral ook met de gemeentebesturen in de Goudse regio.14 Hij heeft de Goudse burgemeesterskring ingesteld en voorgezeten en zo kwam op een breed terrein overleg tussen de bestuurders van een vrij groot aantal gemeenten op gang. Ook op het gebied van de gezondheidszorg voor Gouda en omgeving heeft hij zich verdienstelijk gemaakt. De door het Van Itersonziekenhuis en het Diaconessenhuis De Wijk van de Hervormde Gemeente gezamenlijk te ondernemen ziekenhuis in Bloemendaal, is tijdens zijn bestuursperiode snel van de grond gekomen. Van Reenen heeft zich grote inspanningen getroost om de integratie van de medische activiteiten van de beide ziekenhuizen tot stand te brengen. Hij nam het initiatief tot het instellen van een beleidscommissie voor overleg inzake de bouw van een verpleeghuis voor chronisch zieken in Gouda. Uit het overleg kwam een stichting voort, waarin het St. Jozefziekenhuis en het Van ltersonziekenhuis zich inzetten voor het tot stand doen komen van het latere Verpleeghuis Bloemendaal.
Tidinge van Die Ooude 10.3
Zijn politieke visie Door zijn korte ambtstermijn heeft Van Reenen minder duidelijk dan zijn voorganger mr dr K.F.O. James zijn stempel op de gemeente Gouda kunnen zetten. Maar wat hem bij het besturen van de stad voor ogen stond was vooral het consolideren; het handhaven van de bestaande situatie. H~j had een 'anti-revolutionaire' visie op de toekomst van de stad, om het eens met een bij zijn persoon passende woordspeling te zeggen. Van Reenen verwoordde dit uitvoerig in de vergadering van de gemeenteraad op maandag 15 januari 1968, tijdens zijn laatste nieuwjaarsrede.15 Hij brak toen met de Oud-burgemeester mr dr K.F.O. James (links) met zijn gewoonte om een met cijfers gelardeerde opsomming te geven van wat er in het jaar opvolger, burgemeester mr R.M. van Reenen (rechts). daarvoor allemaal gebeurde, of niet gebeurde, op de verschillende terreinen van het gemeentelijk beleid. Men kan stellen, dat de burgemeester 'de aard van onze gemeente Gouda, nu en in de toekomst' als thema voor zijn toespraak had gekozen. De stad vertoonde economisch gezien, volgens Van Reenen, een gevarieerd beeld en dat zou zo moeten blijven, want dit maakte Gouda minder kwetsbaar. In het patroon van Gouda als industriestad, als koopstad en als toeristenstad, zouden de verhoudingen wellicht onderling enigszins anders gelegd kunnen worden, maar belet moest worden dat alles op één kaart zou worden gezet. Alle drie verschillende welvaarstbronnen moeten in de toekomst in stand worden gehouden, om te voorkomen dat Gouda alleen een woon- en slaapstad is en niet meer een werkstad. - Om Gouda industriestad te laten blijven zouden er door de plaatselijke overheid gunstige randvoorwaarden geschapen moeten worden. De burgemeester gaf hiervan drie voorbeelden: a. voor de aanleg van het industrieterrein in Bloemendaal hoefde nog maar 7 ha. grond onteigend te worden, b. B&W had, ten behoeve van de nijverheid in dit gebied, bij het Ministerie van Verkeer en Waterstaat gepleit voor het behoud van de spoorlijn van Gouda naar Alphen aan den Rijn, c. het goede en voortdurende overleg van de gemeente met de Kamer van Koophandel om, in een goed samenspel tussen overheid en bedrijfsleven, voor voldoende werkgelegenheid in verschillende sectoren van het bedrijfsleven te zorgen. - Om Gouda koopstad te doen zijn zou alle hens aan dek moeten worden gezet, om deze functie voor een wijde omgeving te handhaven. Niet alleen het gemeentebestuur moet openstaap. voor het nieuwe (bestemmingsplan Nieuwe Markt), maar ook het bedrijfsleven zàl 'bij de tijd moeten blijven en zich voortdurend op modernisering moeten richten, ook voor wat betreft het aart. te bieden assÓrtiment en de outillage.' Een koopavond, voor de instelling waarvan de winkelstand toen nog niet rijp was, zou een belangrijk element kunnen zijn in de verdere ontwikkeling van Gouda als ,, . , 'koopstad. :''t_:.•: -. Wat Gouda als toeristenstad te bieden heeft maakt menig grote stad jaloers. In 196 7 bezochten 250.000 toeristen Gouda. 'Dit bezoek heeft voor Gouda een niet te onderschatten economische betekenis, die enigszins benaderd wordt als men aanneemt dat iedere toerist in Gouda f 10,- spendeert. Dit blijft een voorzichtige raming, maar levert toch al op dat toeristen in Gouda jaarlijks 21/2 miljoen gulden in het totaal in de
104 Tidinge van Die Goude
(
!)
...,
kassa's van onze middenstanders en onze dienstverlenende instellingen laten vloeien.' · De gemeentelijke overheid steunt uiteraard maatregelen om het vreemdelingenverkeer te doen toenemen, maar op dit terrein liggen er ook belangrijke taken voor het particulier initiatief. Een kwantitatieve en kwalitatieve verbetering van de hotelaccommodatie zou een krachtige stimulans kunnen betekenen voor het bevorderen van het toeristenbezoek. Volgens de burgemeester moet 'bij stedenbouwkundige maatregelen in de binnenstad en bij het verlenen van bouwvergunningen voor panden in de binnenstad het toeristische image van Gouda meespelen.' Ook bij verkeersmaatregelen moeten de belangen van het vreemdelingenverkeer in het oog worden gehouden. 'De toeristische concurrentie neemt toe en zelfvoldaanheid en zelfgenoegzaamheid kunnen funeste gevolgen hebben.'
Slot Op de grafsteen van Van Reenen zijn, in een bijzondere vorm, een doorntak en zes sterren aangebracht. Misschien is dat mede ingegeven door de woorden die de Goudse loco-burgemeester tijdens de plechtigheid in de Turfmarktkerk sprak:16 'Zilveren doornen en gouden sterren zijn de schakels van de burgemeestersketen 17 van Gouda, die bijna vier jaar lang op de schouders van burgemeester Van Reenen heeft gerust. Zijn ambtswerk is vol doornen geweest, vol zorgen, problemen en teleurstellingen. Maar de gouden sterren symboliseren de eer en de waardigheid, waarmede de heer Van Reenen het ambt van burgemeester van onze gemeente heeft vervuld, spreken ons ook van de gloed van zijn enthousiasme en van zijn beminnelijkheid en vertolken de voortreffelijke vruchten van zijn arbeid.' Minder dan een jaar na zijn overl~jden, op 27 oktober 1969, nam de gemeenteraad het besluit om de weg, die door het gehele gebied van de wijk Bloemendaal loopt, van de afslag van de Bodegraafsestraatweg tot de Hanzeweg, naar deze burgemeester te vernoemen.
Goudse symbolen (doornen en sterren) op de grafsteen van de vroegere Burgemeester van Gouda.
Tidinge van Die aoude
105
Noten
2 3 4 5
6 7 8 9
10 11 12 13
i4 15 16 17
Goudsche Courant, 11 december 1968. Goudsche Courant, 12 december 1968. Analytisch verslag van het verhandelde in de gemeenteraad van Gouda. Buitengewone vergadering van donderdag 12 december 1968. Goudsche Courant, 14 december 1968. De hierna in deze paragraaf vermelde gegevens werden voor een groot deel ontleend aan 'Mr. Van Reenen wijdde zich geheel aan Gouda en publieke zaak', een artikel in de Goudsche Courant van 11 december 1968. Goudsche Courant, 11 december 1968. Mondelinge mededeling van mr A.Q.C. van Ruiten d.d. 11 december 1995. Brief van wethouder ThJ. Arts, d.d. 19 augustus 1970, na de besprekingen van de fractievoorzitters met betrekking tot de aanstaande wethoudersverkiezingen. ]. Smink, Een wethoudersaffaire in 1970, in: Tidinge van Die Goude, jrg. 13, 1995-3, pag. 71-85 en]. Borgman, Een wethoudersaffaire in 1970, in: Tidinge van Die Gouda, jrg. 13, 1995-4, pag. 121. Mondelinge mededeling van mw S. van Reenen-Zeldenrijk d.d. 3 november 1994. Verslag van de besloten vergadering fractievoorzitters op 13 augustus 1970, pag. 3. Verslag van de besloten vergadering fractievoorzitters, gehouden op 17 augustus 1970, pag. 1. Th.]. Arts, Afscheidsrede wegens niet-herbenoeming als wethouder, uitgesproken op 1 september 1970, tijdens de installatievergadering van de nieuw gekozen gemeenteraad, pag. 3. 'Mr. Van Reenen wijdde zich geheel aan Gouda en publi~e zaak', in: de Goudsche Courant van 11 december 1968. . Analytisch verslag van het verhandelde in de gemeenteraad van Gouda. Vergadering van maandag 15 januari 1968. Goudsche Courant, 14 december 1968. De bedoelde ambtsketen dateert uit 1949 en werd door mevrouw M. James-van der Hoop aan de gemeente geschonken. De grondvorm voor de zeventien zilveren schakels werd ontleend aan de doornenkrans van het gemeentewapen en de schakels worden bijeengehouden door enigszins goudkleurige sterren. De nieuwe ambtsketen brengt meer dan de tot dan toe gebruikte - die uit 1852 stamt - de bijzondere aard en de geschiedenis van de stad tot uitdrukking. Voor meer bijzonderheden: ]. Smink. Een halve eeuw geleden Ill. Nieuwe ambtsketen voor burgemeester, in: Goudse Post, 1 december 1999.
106
Tidinge van Die aoude
(G)oud(s)e bekenden in verre oorden P.H.A.M. Abels
Kent U dat gevoel? Je loopt door een vreemde stad en weet je omringd door duizenden onbekende gezichten. Plotseling ontwaar je in deze anonieme massa een vertrouwd gelaat. Het duurt even voor het tot je doordringt wie het is, want je ontmoet hem anders altijd in een geheel andere omgeving en onder andere omstandigheden. Als je de persoon vervolgens razendsnel een plaatsje hebt kunnen geven in de database van je geheugen, maakt de verbazing van herkenning plaats voor een gevoel van verbondenheid. Er ligt een basis voor een geanimeerd gesprek met iemand, die je onder normale omstandigheden hooguit vriendelijk zou groeten. Een vergelijkbaar gevoel maakt zich van mij meester als ik door leeshonger gedreven een van de talrijke boekenmarkten en antiquariaten bezoek die Nederland tegenwoordig rijk is. Tussen de honderden kramen en kasten met miljoenen boeken stuit ik daarbij zo nu en dan op oude bekenden uit Gouda, die om welke duistere reden dan ook soms ver van huis zijn geraakt. Ik heb het dan niet over mensen van vlees en bloed, maar over hun sporen op papier. Sedert jaar en dag hebben mensen namelijk de (eigen)aardige gewoonte om boeken te voorzien van een eigendomsmerk. De reële angst dat het uitlenen van een boek kan leiden tot een gapend gat in de eigen boekenkast, vormt waarschijnlijk de voornaamste drijfveer van de bezitter om met potlood (de echte boekenhefhebber) of met pen (de nonchalante gebruiker) zijn naam voorin het boek te schrijven. Deftige mensen of bezitters van een heuse huisbibliotheek laten het niet bij een simpele vermelding van hun naam. Zij eigenen zich een wijze spreuk toe of een levensmotto en laten de tekst samen met een toepasselijke tekening in veelvoud drukken op kleine blaadjes, die zorgvuldig voorin al hun boeken worden geplakt. Deze blaadjes heten in het vakjargon van de bibliofiel 'exlibris', wat zoveel betekent als 'uit de bibliotheek van'. Het zijn soms ware kunstwerkjes en ze blijken tegenwoordig gewilde verzamelobjecten. Ook diverse vooraanstaande Gouwenaren uit het verleden hebben hun boekenbezit op deze wijze 'ge-oormerkt'. Na hun overlijden zijn de boeken dikwijls door minder leeshongerige familieleden aan handelaren verkocht of op de veiling gebracht. Zo kan het gebeuren dat collecties, die het resultaat zijn van een mensenleven lange verzamelwoede, uit elkaar vallen en over het hele land verspreid raken. Dit is sneu voor de oorspronkelijke bezitters, maar nieuwe verzamelaars wordt hierdoor de kans geboden op verrassende ontmoetingen met oude bekenden. Zo vond ik zelf in een antiquariaat in Leeuwarden, met de - gelet op de hoge prijzen - veelzeggende naam 'De Tille', een boek van J.W Gunst over de Woerdense reformatieheld Johannes Pistorus, dat het exlibris bevat van de Goudse apotheker E. Grendel. Het eigendomsmerk toont geen motto, maar de afgebeelde voorwerpen laten geen twijfel bestaan over het ambacht van de eigenaar. Zijn bijzondere band met de Goudse geschiedenis, door Grendel bestudeerd ten behoeve van zijn dissertatie, wordt verbeeld door een tekening van de Sint-Janskerk. Op een boekenmarkt in Dordrecht kon ik 'Het boek der podagristen' aan mijn verzameling toevoegen, met een exlibris van de Goudse bioloog en historicus dr. A. Scheygrond. Vorm, kleur en uitvoering van dit eigendomsmerk zijn van een zeldzame eenvoud. Het betreft een rond exlibris, met in de rode rand de eenvoudige tekst 'Uit de boekerij · van dr. A. Scheygrond'. De eveneens in rood uitgevoerde tekening toont twee vogels bij een Oost-Nederlands aandoend gevelteken met twee zwanen aan de zijkant en een tulp Tidinge van Die Ooude 107
in de top. De meest bijzondere exlibris werd door mij 'opgedoken' op een boekenmarkt in Zwolle en zat in een boek dat ooit behoorde aan de Goudse burgemeester dr. KfO. James en zijn echtgenote M. Jamesvan der Hoop. Het is een op de punt gezet vierkant, met een tekstrand in halve cirkels. Behalve de namen van de eigenaren staat hierin ook de Latijnse spreuk 'age quod ages' (indien gij iets doet, doe het dan goed). Het binnenste gedeelte toont waarschijnlijk het familiewapen van de James'en, omringd door vier symbolen: zwaard plus aanwijsstok, weegschaal, slang en duif. Het zijn stuk voor stuk symbolen die verwijzen naar de deugden en kwaliteiten waarover een goed bestuurder als deze Goudse burgemeester moest beschikken: gezag, overtuiging, slimheid, rechtvaardigheid en vredelievendheid. James heeft deze gaven in zijn loopbaan ten volle moeten aanwenden om ambtelijk en feitelijk te overleven. In de Tweede Wereldoorlog moest hij immers het veld ruimen wegens zijn anti-Duitse houding. Na de oorlog werd deze standvastige eèrste burger met veel ceremonieel in zijn ambt hersteld, waarna hij nog een belangrijk aandeel had in de wederopbouw van de stad. Een hoogtepunt voor hem was ongetwijfeld de officiële heropening van het gerestaureerde stadhuis door niemand minder dan Koningin Juliana op 18 juli 1952. Bij deze gelegenheid presenteerde de Oudheidkundige Kring Die Goude de bundel 'Het stadhuis van Gouda'. Dit boek werd in een oplage van vijfhonderd exemplaren gedrukt, waarvan er vijftig genummerd werden. De genummerde exemplaren werden uitgegeven in een fraaie linnen omslag met het stadhuis en zes sterren in een goudopdruk. Ook bevatten deze exemplaren een kleurenfoto van eén schilderij van het stadhuis-in-restauratie uit 1947 (van de hand van Bart Peizel) en ingeplakte zwart-wit fotos van beeldhouwwerken van mevr. C.E. Schouten-van Rood, voorstellende Koningin Juliana, KfO. James, A. van der Steur (de restauratie-architect) en een spuitende walvis. Het eerste exemplaar van deze bijzondere bundel met het nummer 1 werd vanzelfsprekend aangeboden aan Hare Majesteit de koningin. Ook burgemeester James mocht een bundel in ontvangst nemen, dat het nummer 2 droeg. Uitgerekend dit exemplaar werd vijfenveertig jaar later door mij teruggevonden tussen een stapel ongeregeld drukwerk .op de Zwolse boekenmarkt. De zoektocht naar oude bekenden kan soms tot verrassende ontdekkingen en ontmoetingen leiden! Sinds kort is het zelfs mogelijk om oude bekenden tegen te komen zonder de deur uit te gaan. Het internet biedt de mogelijkheid virtueel boekenmarkten af te struinen en zeldzame boeken op het spoor te komen. Het medium staat nog maar in de kinderschoenen, doch nu al zijn er talrijke antiquariaten en handelaren in oude boeken - het · verschik zit hem vaak vooral in de prijs - die hun papieren waar langs deze weg te koop aanbieden. De typische geur van oude boeken ontbreekt, evenals de romantiek van het snuffelen tussen kraampjes en langs torenhoge stapels achteloos neergesmeten leesvoer. Het pingelen over de prijs, een terugkerend toneelstukje op de boekenmarkten, is moeilijk maar dankzij de Email niet geheel onmogelijk. Inmiddels heeft mijn digitale boekenjacht een eerste spectaculaire trofee opgeleverd. Een bezoekje aan de site van een Amerikaanse antiquaar in Santa Fe (New Mexico) bracht mij op het spoor van de zeldzame eerste druk.van Poppius' 'Enge Poorte' uit 1616. Bijna vier eeuwen nadat dit boek van de remonstrantsgezinde Goudse dominee Eduard Poppius van de persen kwam bij boekdrukker Jasper Tournay aan Achter de Vismarkt, keerde het dankzij het Internet vanuit het verre Amerika terug naar de stad aan de Gouwe. Deze ervaring leert dat men oude bekenden soms wel erg var van huis kan tegenkomen.
108 Tidinge van Die Ooude
' l
De Commissie van Advies voor het Streekarchief Hollands Midden G]. Bink
Algemeen Ten behoeve van het Streekarchief Hollands Midden is een gemeenschappelijke regeling in het leven geroepen waaraan, naast de gemeente Gouda, de gemeenten Moordrecht, Nieuwerkerk a.d. IJssel, Waddinxveen en Zevenhuizen-Moerkapelle deelnemen. Hoofdelement van deze regeling is dat, op basis van de Archiefwet, er afdoende zorg voor beheer, toegankelijkheid en het verstrekken van informatie bestaat van en uit overgedragen archieven van deze gemeenten en andere instellingen. Het Streekarchief heeft een Algemeen Bestuur, waarin namens elke gemeente een vertegenwoordiger zitting heeft; veelal is dit een raadslid. Vanwege de positie, ook financieel; van Gouda als centrumgemeente, kent deze gemeente een versterkte afvaardiging in het bestuur. Naast het Algemeen Bestuur bestaat een Adviescommissie, samengesteld uit zgn. burgerleden, waarvan uit elke gemeente - behalve Gouda - één vertegenwoordiger zit. Dat zo'n commissielid affiniteit heeft met archieven en historisch onderzoek is duidelijk. Om over de Adviescommissie iets meer te vermelden wordt hierna een aantal punten voor het voetlicht gehaald waarover de Adviescommissie zich in de afgelopen periode heeft 1:1itgesproken, danwel aandacht aan heeft besteed.
De huidige samenstelling van de Commissie is: G.]. Bink (Nieuwerkerk a.d. IJssel), C.T. van Gennip (Moordrecht), drs. M. de Groot, drs.]. van Loo, drs. M. van Loon, drs. j.H. Kompagnie, drs. H.J. Reijs, E.].M. van Rossum (Gouda), C. Neven (Waddinxveen) en drs.C.j.van Veen (Waddinxveen). Adviseur tot 1998, ingevolge art. 10 van het reglement van de Adviescommissie, was drs. B.j.van der Saag, Streekarchivaris. Thans wordt deze rol vervuld door drs. S.M.j. Janzing en M. Visser.
Taak van de Adviescommissie De Adviescommissie heeft tot taak 'het verstrekken van adviezen - desgevraagd of uit eigener beweging - aan het algemeen bestuur over he.t beleid op het terrein van de zorg voor de archief- en documentatiebescheiden voorzover deze zijn overgebracht naar de archiefbewaarplaats van het Streekarchief'. Een werkgroep, bestaande uit vertegenwoordigers van het Streekarchief en de Adviescommissie, heeft een aantal randvoorwaarden voor een doelmatig promotieplan geformuleerd.
Zaken waarover de·Adviescommissie vergadert Op grond van de verordening wordt het algemeen bestuur geadviseerd ten aanzien van de begrotingen, de meerjarenbegrotingen, de werkplannen, alsook met betrekking tot de jaarverslagen van de Streekarchiefdienst De Adviescommissie heeft bij het Algemeen Bestuur aangedrongen op versterking van de formatie van de Streekarchiefdienst ten behoeve van een goede taakuitoefening van het archiefbeheer. Dit was met name ingegeven door de achterstandssituatie op het taakonderdeel Inventarisatie. Ook de samenwerking tussen het Streekarchief (gemeenschappelijke regeling) en de Openbare Bibliotheek (Goudse gemeentelijke dienst) gaf aanleiding tot nadere inventarisering ten aanzien van een aantal (formele) organisatorische punten. Tidinge van Die Ooude
109
De Adviescommissie deed een beroep op het Algemeen Bestuur om te voorkomen dat de achterstand bij het ontsluiten van overgedragen archieven nog groter zou worden dan nu reeds het geval is. Als oplossing is aangedrongen op uitbreiding van de personele bezeting me.t een halve formatieplaats. Helaas blijkt de gemeente Gouda niet mee te willen werken aan de uitvoering van dat besluit, hetgeen in hoge mate wordt betreurd. Veranderingen in het onderwijs brengen met zich mee dat meer dan voorheen scholieren opdrachten krijgen archiefonderzoek te doen. Deze ontwikkeling wordt toegejuicht. Helaas ontbreekt de menskracht om die belangstelling vanuit het onderwijs op goede wijze te kunnen honoreren. Het ontbreken van een educatief medewerker wordt door de Adviescommissie als een groot gemis ervaren. · Voorts zijn door de Adviescommissie in het recente verleden gedachten ontwikkeld over een eventuele schaalvergroting i.c. samenwerking met andere Streekarchieven op het terrein van restauratie, boekbinden, fotografie, e.d. Ook merkt de Adviescommissie op dat het van groot belang is dat, rekening houdend met een gebleken toenemende vraag naar historische informatie vanuit diverse invalshoeken, versterking van de archivistische deskundigheid onontbeerlijk is. Een in 1997 gestart onderzoek voor het doen vervaardigen van een audiovisuele presentatie, gericht op ondersteuning van de vele activiteiten van de inmiddels goed gehuisveste Streekarchiefdienst, werd afgerond. Gelet op de voor de Adviescommissie beperkte mogelijkheden om dit als zelfstandig project te realiseren, besloot de Adviescommissie in te spelen op de organisatorische wijzigingen binnen het Streekarchief en de mogelijke samenwerking met de Openbare Bibliotheek van Gouda.Integratie met een toekomstig promotieplan voor het Streekarchief lijkt de meest geëigende weg. Meer dan eens blijkt dat waardevolle archiefbescheiden die in de aangesloten gemeenten aanwezig zijn (bijvoorbeeld bij verenigingen en particulieren) hun weg niet vinden naar de goed geoutilleerde archiefbewaarplaats van het Streekarchief. Overbrenging hiervan · wordt bepleit omdat dergelijke waardevolle bescheiden naast een veilige bewaring ook mogelijk door een breder publiek kunnen worden geraadpleegd en betrokken worden bij historisch onderzoek. In maart 1997 is een informatieve ochtend met historische verenigingen in het werkgebied van het Streekarchief belegd. Dit initiatief zal een vervolg krijgen. De historische verenigingen zullen daartoe worden uitgenodigd voor deelname aan een gezamenlijk project 'thuis in de gemeente', waarin de samenwerking tussen het Streekarchief en de historische verenigingen verder wordt uitgebouwd.
Overleg met Streekarchivaris en algemeen bestuur De vergaderingen van het Algemeen Bestuur werden namens de Adviescommissie bijgewoond door de vice-voorzitter en de secretaris. Daarbij vond regelmatig overleg plaats met de Streekarchivaris en diens opvolger over onderwerpen betreffende het beleid en de praktische gang van zaken van het Streekarchief.
Slot Ook in toekomst wil de Adviescommissie aandacht blijven schenken aan de kwantiteit en 'kwaliteit' van het Streekarchief en de daaraan verbonden afdoende gekwalificeerde formatie ten behoeve van de veelzijdige facetten van de taakuitoefening. In een tijd waarin veel mensen over meer vrije tijd beschikken en de belangstelling voor lokale en regionale historie groeit, is het van belang daarop in te spelen door (aspirant) gebruikers van het archief toe te rusten met de juiste 'instrumenten', zodat de beoefening van de (lokale) geschiedenis ten volle opbloeit tot welzijn van velen.
110 Tidinge van Die Ooude
Toegang op cd-rom van de archieven van Hardinxveld-Giessendam Sinds enige tijd bestaat er een cd-rom, waarop twee archiefinventarissen kunnen worden geraadpleegd, te weten van de de archieven van Giessendam (1470 - 1956) en van Hardinxveld (1283 - 1956). Het gemeentebestuur van Hardinxveld-Giessendam gaf opdracht aan het bureau Van Lee & Van Everdingen, bureau voor documentaire informatieverzorging te Vlaardingen, tot inventarisatie van de archiefbescheiden van de twee, per 1 januari 1956 samengevoegde, gemeenten. De archiefinventarissen zijn door de projectmedewerker Inventarisatie, de heer G.j.Bink, voorzien van een inleiding en enkele nadere toegangen. Tevens zijn de archieven van de ambachtsheren opgenomen. De cd-rom bevat de complete tekst van de archiefinventarissen, met illustraties, enz.; deze inventarissen beslaan resp. 180 en 300 pagina's. Door middel van 'linken' kan zeer snel de onderlinge relatie van de verschillende archiefstukken en onderwerpen worden gelegd. Tevens is er een afzonderlijke 'link' naar de illustraties alsook naar de inleiding waarin de geschiedenis van de beide gemeenten in het kort wordt beschreven. Belangrijk voordeel van de integrale tekst van de archiefinventarissen op cd-rom is de snellere zoekmogelijkheid en de beschikbaarheid van de toegang op deze archieven voor een heel breed publiek, dat zich niet behoeft te beperken tot genealogen en historici. Deze cd-rom kan worden gezien als een doorbraak in de manier van raadplegen vari een toegang op geïnventariseerde archieven en geeft een sneller zicht op de aanwezigheid van historisch materiaal.
De kost~n van de cd-rom bedragen f 40,- (incl. verzendkosten). Bestellingen kunnen geschieden door overmaking van het bedrag op giro 4083441 tnv. Ven Lee & Van Everdingen o.v.v. 'cd-rom HardGies'. Voor info over cd-rom en de archiefinventarissen kan contact worden opgenomen met het bureau Van Lee & Van Everdingen te Vlaardingen, tel. 010-4602888 / fax. 010-4356965.
Tidinge van Die Ooude
111
Audite Henny van Dolder - de Wit
Opa Willem Ze had een afspraak gemaakt om in het kerkarchief de doopboeken uit de 19e en 20e eeuw te raadplegen. Op een mooie lentemorgen in 1980 arriveerde zij, een klein, dik en wat rommelig uitziend vrouwtje. Maar de door haar uitgezochte familiestamboom mocht er zijn! Ze wist zelfs uit welk Vlaams dorp haar voorouders in de zestiende eeuw als Hugenoten naar Holland waren gevlucht. Deze ochtend ging haar aandacht voornamelijk uit naar meer recente gegevens. Geroutineerd spoorde ze naar de data waarop Cornelia's, Aagjes, Hendrikken en vooral Willems waren gedoopt, want allen waren trouw kerkelijk meelevend. Zacht fluisterend met haar reeds lang gestorven familieleden deed zij haar werk: 'Drie maal dezelfde naam voor een jongetje uit één gezin, als moeder moet je heel wat hebben doorstaan', mompelde zij ontroerd, 'en ieder jaar maar weer een kind ... en allemaal zijn ze, klein of groot, minstens eenmaal in deze kerk geweest'. Zij toonde de juiste dosis interesse naar het eigen verleden, welke de genealoog hard nodig heeft om vol te houden. Opeens stokte haar adem en ik hoorde haar mompelen: 'Dat kan toch niet ?'. Ik vroeg bezorgd wat haar zo verontrustte. 'Ik vind hier een jongen met de naam Johannes en daarb~j in dikke letters het woord 'onecht!', stamelde zij. 'De moeder heeft de naam opgegeven van mijn het-betovergrootvader Willem als vader van het kind'. Ik stelde haar gerust en zei dat zoiets wel vaker voorkwam. 'Maar dit is opa Willem, dat die zo'n scheve schaats heeft gereden', verzuchtte zij, geschokt over het gedrag van een voorvader die zij in de verste verte niét had gekend. 'En dan is . die Johannes ook familie en moet ik uitzoeken wat er met hem is gebeurd'. Zij zag het als haar plicht om ook Johannes en zijn eventuele nakroost in te lijven in het familieregister. Voldaan over de gegevens die zij die morgen had verzameld verliet zij het archief. Maar aan de peinzende uitdrukking op haar gezicht was te zien, dat zij over het gedrag van opa Willem nog lang niet was uitgedacht. ..
Het Stadhuis Willem den Boer
'Waar is hier het ... ?' 'Waar is hier het energetisch middelpunt?'. Dat is een van de vragen die ik moest beantwoorden toen ik op een zaterdag het stadhuis bemande. De bezoeker was ervan overtuigd dat bij de plaatsing van het stadhuis rekening gehouden was met de krachtvelden die moeder aarde uitstraalt. Ik moest echt het antwoord schuldig blijven, want in die materie ben ik niet ingevoerd. Maar de contacten met sommige bezoekers zijn er niet minder aardig door. Zo komt het nog steeds voor dat mensen vragen of het stadhuis echt op koeienhuiden gebouwd is. Nee, het stadhuis is ooit gebouwd op een soort rooster van drie lagen balken, waarin ook een aantal stevige beuken verwerkt werd. Waar komt dan dat verhaal met die huiden vandaan? Er is een verklaring, die aangeeft dat de roosters werden opgevuld met vlechtwerk van wilgentenen, die ook 'huiden' genoemd werden. Ook is er een oude verklaring, waarin staat dat ' ... op huyden is gebouwd ... ·, waar gelezen had moeten worden' ... op heden is gebouwd .. .'. Maar een gids uit Delft vertelde dat daar de
112 Tidinge van Die Ooude
Nieuwe Kerk ook op huiden is gebouwd. Is daar ooit iets van terug gevonden? Nee, daar had ze nooit van gehoord. Pas geleden vertelde iemand, dat dijkhuisjes in Ridderkerk tot in de l 9e eeuw nog op koeienhuiden gebouwd werden... 'Waar is hier het tapijt?'. Als iemand dat vraagt terwijl zij (het is altijd een 'z~j') in de trouwzaal staat, dan weet ik wel waarover het gaat. Niet over het wandtapijt, maar over het vloerkleed, dat hier bijna vijftig jaar geleden lag. 'Ik weet nog dat mijn moeder aan dat kleed meehielp, en als ik van school kwam, ging ik ook naar de Agnietenkapel om mee te knopen. Hoe was het ook weer? 'Door vrouwenvlijt een trouwtapijt.' Ja, zo was het.' Het was een geschenk van de Goudse huisvrouwen aan het stadhuis. Dat kleed kwam in 1952 na de grote restauratie in de trouwzaal te liggen, onder de voeten van het bruidspaar. Maar het bleek door de jaren heen erg kwetsbaar (en versleten) geworden te zijn. Daarom is het nu opgeborgen.
Per aspera ad astra Arie Slinger
Een doorn in het oog: Het parkeerterrein van de Goudse Schouwburg wordt aan de westkant begrensd door de Jan van der He~jdenstraat. Jan van der Heijden (Gorinchem 1637 - Amsterdam 1712) was schilder van stadsgezichten en landschappen, en uitvinder van de verbeterde brandspuit (in 1673 in Amsterdam in gebruik genomen). Je kunt veel beweren over de achterzijde van de desbetreffende straat, maar niet dat het er daar schilderachtig uitziet met zijn wemelende bouwsels. De mensen die er wonen zullen ongetwijfeld veel plezier aan hun tuintjes, pla~jes, schuurtjes en molentjes beleven. Voor de schouwburgbezoeker is deze vorm van anarchie, toen er blijkbaar nog geen welstandscommissie actief was in Gouda, een bron van kleine of grote ergernis. Jan van der Heijdens nagedachtenis zou meer geëerd zijn met een uitzicht dat meer schoonheid en troost biedt dan het huidige spektakel.
Tidinge van Die Ooude 113
Een ster: De Catharinatuin met uitzicht op de zuidkant van de Sint Jan. Een bezoek aan de tuin valt vooral aan te bevelen op zonnige dagen. De tuin van het museum is op zichzelf al een juweeltje, een kleinood dat nog meer reliëf krijgt door dè ·imposantheid van de Grote Kerk Het oor wordt op gezette tijden gestreeld door de melodieuze klanken van het carillon. De historische entourage van tuin, poortje, kapel, museum en kerk geven - zeker wanneer men gezeten is achter een glas wijn - aanleiding tot overpeinzing en (valse) romantiek. Het Catharinagasthuis was ooit een liefdadig gesticht voor oude mensen , daarna een ziekenhuis ter verpleging van armen. Het gasthuis is genoemd naar de Heilige Catharina van Siena (Siena 1347 - Rome 1380 ). Haar afbeelding is te vinden op een fresco van Andrea Vanni (tweede helft van de veertiende eeuw ) in de kerk van San Domenico te Siena in Italië.
Reportage Hans Suys
De 'interactieve besluitvorming' tussen de gemeente Gouda en het Platform Binnenstad-West is in de afgelopen maanden vrijwel tot stilstand gekomen. Daarbij is een belangrijk instrument van Die Goude om via dit Platform invloed uit te oefenen op de inhoud van bestemmingsplannen (en op de kwaliteit van het beschermd stadsgezicht), weggevallen. De gemeente wil nu overgaan tot de orde van de dag, waarbij het Platform geen invloed meer krijgt op het ter visie te leggen bestemmingsplan. Het normale proces van afronding van de bestemmingsplannen moet volgens de wethouder vanaf nu prioriteit krijgen. Vrij vertaald komt dit neer op: 'Interaktie is mooi, maar moet stoppen zodra besluitvorming in zicht komt'. Belangeng~oepen moeten een stap opzij doen voor de gewone burger. Alsof het Platform niet bestaat uit gewone burgers ! De gemeente streeft daarbij een globaal plan na. Jaap Rebel gaf in januari al aan dat het kiezen voor een 'globaal' plan wel leuk klinkt en praktisch lijkt, maar de keerzijde is, dat een overheid die niet precies vastlegt wat NIET mag, het overige NIET kan verbieden. Wat de gevolgen van zo'n ruimhartig beleid kunnen zijn, is recentelijk nogal pijnlijk aan het licht gekomen in Easchede. Die Goude zal, in het belang van ons cuhureel erfgoed, aan blijven dringen op duidelijke regelgeving en v~oral op de handhaving daarvan.
114 Tidinge van Die Ooude
Drie dagen onder de Belgen Kees Hagen
Stipt om 8.00 uur, alsof we onze nauwgezetheid tegenover België moesten bewijzen, vertrokken we met ongeveer 50 leden voor een drie-daagse reis naar Vlaanderen. Het eerste reisdoel: Sint Niklaas, voor koffie met gebak en slagroom. Na de lunch in Brugge volgde een stadswandeling onder leiding van uitstekende gidsen. Zij vertelden ons onder andere dat er in Brugge naar verhouding veel gebouwen nog in hun oorspronkelijk middeleeuwse staat bewaard zijn gebleven. Brugge was arm en kon zich niet veroorloven om oude gebouwen te slopen en door nieuwe te vervangen. Veel gebouwen zijn daarom opgetrokken in relatief goedkope baksteen en niet in natuursteen die moest worden ingevoerd en daardoor kostbaar was. Na de excursie kregen we gelegenheid om, dankzij het zonnetje, op een terrasje een Straffe Hendrik, een Brugse Tripel of een Brugs tarwebiertje uit te proberen. In vroeger tijden waren er in Brugge wel 50 brouwerijen, nu zijn het er nog twee. De eerste draait op commerciële basis en levert de drie genoemde biersoorten. De tweede wordt op z'n Vlaams een lustbrouwerij genoemd. Daar wordt het bier voornamelijk voor eigen consumptie gebrouwen. Ook Gouda heeft vroeger veel brouwerijen gekend. De afgelopen jaren is in Gouda gebleken dat het op commerciële basis voeren van een brouwerij niet gemakkelijk is. Maar het is misschien een idee om als Oudheidkundige Kring, naar het voorbeeld van Brugge, een lustbrouwerij te beginnen. Wèllicht dat het ledental dan stijgt. De kennis van het brouwen moet toch uit archieven te halen zijn. Ons hotel in Blankenberge bereikten we tegen de avond. Na het diner in een aanpalend restaurant gingen de doorzetters onder leiding van Rob Stijnis naar de boulevard. Op die boulevard staat een monument ter ere van twee militairen die in 1892 in Belgisch Congo gedood werden in de strijd tegen de slavenhandel. Daarin ligt België ver voor op Nederland. Wij maken alleen maar ruzie of er een monument tegen de slavernij moet komen en waar dan wel. Het monument in Blankenberge werd in 1900 ingehuldigd. Het kunstwerk was niet geheel naar het ontwerp van de kunstenaar Charlier vervaardigd. De naakte negerin met kind werd om redenen van fatsoen weggelaten. In de eerste wereldoorlog is het bronzen monument omgesmolten door de Duitsers. In 1922 werd het opnieuw gemaakt en ingehuldigd, nu inclusief de naakte negerin. Blankenberge is al sinds het begin van de l 9e eeuw een bekende badplaats. Omstreeks 1850 werden hier de eerste hotels gebouwd voor de welgestelden. Veel woningen hebben gevels in art deco stijl. Met een ander overblijfsel van de eertijds mondaine badplaats worden wij bij het ontbijt verrast: een heuse pianist die, ondanks de pogingen van Rob, uitsluitend aftandse evergreens van ver voor de oorlog ten gehore brengt. We vertrekken met de bus naar Diksmuide. Een gids wacht ons op en loodst de bus langs smalle weggetjes over het grondgebied van Diksmuide. Ook deze gids is uitstekend op de hoogte van allerlei dat er te zien is ~n kan er boeiend over vertellen. Hij heeft vooral belangstelling voor de herkomst van de topografische namen. Voor de gelegenheid heeft hij zelfs uitgevlooid waar de naam Zwijndrecht van is afgeleid omdat hij denkt dat we uit die plaats afkomstig zijn. We zijn zo beleefd om hem in die waan te laten. Het zal hem hebben verbaasd dat er in Zwijndrecht zulke heerlijke stroopwafels worden gemaakt. Vanwege het drukke programma is er geen tijd om koffie te drinken. Aan het eind van de ochtend bezoeken we de begraafplaats van Duitse militairen in Vladslo. Er liggen meer dan 25.000 mensen begraven. De begraafplaats is vooral bekend Tidinge van Die Ooude 115
door de ontroerende beelden die Kathe Kolwitz-Schmidt maakte als protest tegen de oorlog en ter nagedachtenis van haar zoon Peter die in 1914 in Esen sneuvelde. Na de lunch vertrekken we naar Ieper. In de eerste wereldoorlog lag Ieper, net als Diksmuide, in het frontgebied. Alle gebouwen in Diksmuide en Ieper dateren van na 1918. De meeste gebouwen aan de markt van Diksmuide zijn in de zogenaamde Brugse stijl herbouwd. Onder leiding van een alweer uitstekende gids worden we op een van de vele Engelse militaire begraafplaatsen rondgeleid. We mopperen wat omdat het regent en er een gure wind waait. Hoe zou het zijn om bij zulk weer dagenlang in een loopgraaf te bivakkeren. De Engelse militaire begraafplaatsen liggen meest verspreid in de velden. Ze ontstonden vaak bij een boerderij waarin, tijdens de oorlog, een verbandpost was ingericht. Ook de begraafplaats die wij bezoeken is ontstaan bij een verbandpost die door de soldaten Essex farm werd genoemd. In de Meensepoort in Ieper staan de namen gebeiteld van 54.896 gesneuvelde Engelse militairen. Iedere avond om 20.00 uur wordt hier, om de gesneuvelden te herdenken, de 'Last Post' geblazen. We wonen met een flinke menigte deze indn~kwekkende plechtigheid bij. We slapen weer in Blankenberge waar we op de zondagochtend, naast de al vermelde pianist, ook worden getracteerd op champagne. De bus brengt ons in Oudenaerde waar we het stadhuis zullen gaan bekijken, dat speciaal voor ons op zondag zal worden opengesteld. Rob schermt met een brief, die" is ondertekend door de Burgemeester en · drie Schepenen en waarin de toestemming wordt bekrachtigd. Omdat er oproer dreigt, mogen we van Rob op eigen gelegenheid koffie gaan drinken mits we weer op tijd bij het stadhuis zijn. Oudenaerde is in de oorlog niet verwoest en was ook niet zo arm als Brugge. Het bezat in de l 4e eeuw al een Stadhuis met een aanpalende Lakenhal van Doornikse hardsteen in de Romaanse stijl. Men raakte door de lakenhandel en tapijten handel in goede doen en wilde dat ook laten zien. In 1526 besloten Schout en Schepenen een nieuw stadhuis te bouwen in de Gothische stijl die toen in de mode was. De burgerij kreeg toestemming om het oude stadhuis te slopen. De volgende dag was het sloopwerk geklaard. De bouw in Balegemse zandsteen werd voltooid in 1537.
Rob Stijnis gebruikt een kleerhanger in een poging zijn fototoestel te redden.
11.6
Tidinge van Die Ooude
De huidige gevel is geheel vernieuwd en uitgevoerd in een iets hardere zandsteen, af komstig uit Frankr~jk. Met de restauratie werd in 1958 begonnen, in 1998 was de gevel geheel vernieuwd. De lakenhal dateert nog uit de l 4e eeuw. De hal heeft een indrukwekkende dakconstructie die lijkt op een omgekeerd schip. De enige scheepsdeskundige in ons midden, raadt sterk af om er mee te gaan varen. We worden rondgeleid door Oudenaerde, waarbij we veel te weten komen over wandtapijten en beseffen dat we hier weinig indruk kunnen maken met dat wat er in het Goudse stadhuis hangt. We krijgen een uitleg over het verschil tussen conservering en restauratie van wandtapijten en krijgen
j ~
dat ook te zien. Het blijkt dat de voorbeelden, aan de hand waarvan de tapijten worden geweven, canons worden genoemd, net als de werktekeningen voor de Goudse Glazen. Maar van deze canons is er geen een bewaard gebleven. Het laatste diner gebruiken we in Sint Niklaas, in de zelfde gelegenheid waar we op de eerste dag koffie hebben gedronken. Een prima verzorgde en interessante reis, waarvoor Rob St~jnis en Bas (de chauffeur) op de terugreis terecht met een applaus werden beloond. Rob Stijnis heeft alles mee als reisleider. Zijn witte kuif en zijn lengte zijn geschapen om hem ook in een drukke menigte niet uit het oog te verliezen. Dat die lengte ook nadelen kan hebben bleek in het restaurant in Ieper waar we dineerden. Bij binnenkomst dacht Rob zijn fototoestel buiten ieders bereik boven op de garderobe te kunnen leggen. Die bleek echter van boven niet dicht te zijn waardoor het toestel met een plof naar beneden viel. Aan de binnenzijde van de wand was geen fototoestel te bespeuren. De wand bleek te bestaan uit twee dunne wandjes waartussen het toestel was verdwenen. Met behulp van een gesloopte kleerhanger van de restauranteigenaar, een zaklantaarn, de zakdoek en de handigheid van de heer Storm kon het fototoestel worden gered.
Dank- en afscheidswoord voor A.J~M. Houdijk Kl.1. Nauta voorzitter van Die Goude
Dames en Heren, In de bestuursvergadering van januari 2000 deelde de voorzitter ing. A.].M. Houdijk het bestuur mede, dat hij op de jaarvergadering van 1 mei zijn voorzitterschap wenste te beëindigen, omdat hij vond dat hij de Oudheidkundige Kring Die Goude succesvol de nieuwe eeuw had binnengeleid. De meeste bestuursleden waren verrast vanwege het feit dat hij dat nu al deed. Hij was het nog maar 16 jaar! Zijn voorgangers waren veel langer gebleven ... mr.dr.Smit: 20 jaar en dr. Bik: 32 jaar, 16 is daar maar de helft van! En zo neemt vanavond een bijna 68-jarige vereniging afscheid van haar derde voorzitter! In het verslag van de algemene ledenvergadering van 7 mei 1985 lezen we: 'Daar er in het afgelopen jaar nog geen opvolger werd gevonden voor de heer Houdijk, verklaarde deze zich bereid het voorzitterschap nog een jaar waar te nemen'. Het kan anders lopen dan men zich voorstelt. Ik ga geen uitputtende opsomming geven van alles wat er in die 16 jaar onder Houdijk is gebeurd. Enkele zaken wil ik in het licht stellen. Tot mijn verrassing zag ik bij de redactie van de Tidinge, waaruit ik zo juist citeerde, ook de naam van AJ.M. Houdijk staan. De Tidinge was toen een gestencild blaadje op half A4-formaat. Van de 3 jaargangen die ik bezit, heb ik geen artikel van deze redacteur kunnen aantreffen, maar mijn verzameling is niet geheel compleet. Vroeger gooide ik nog wel eens iets weg. Onder zijn voorzitterschap groeide in 1986 het kwartaaltijdschrift de Tidinge snel uit tot het fraai vorm gegeven tijdschrift in het grijze jasje, in 1997 vervangen door een stemmig gele omslag. En sinds het begin van dit jaar hebben we meer blauw in huis. Een belangrijke gebeurtenis vindt plaats in februari 1986, als wij ons eigen pandje Tidinge uan Die Ooude 117
betrekken in de Dubbele Buurt 4. Daar dit winkeltje en expositieruimte 's zaterdags geopend is en wordt bemand door bestuursleden, wordt het contact met de leden groter, wat leidt tot verdubbeling van ons ledental tot ca. 900 leden. En dan de uitgaven, ik bedoel op papier. Onder zijn bewind kwam niet alleen het Gouds monumentenkwartet uit en het Gouds jaartallenboekje 'Kroniek van Gouda', maar zagen ook verscheidene bundels het licht, waarvan ik met name noem: 'In de stad van die Goude', bij het 60-jarigjubileum in 1992. 'Een drukker zoekt publiek', over Gheraert Leeu in 1993. 'Gouda in de Tweede Wereldoorlog' in 1995 en recentelijk 'Gouda in druk', de bibliografie van Gouda in 1999 en de twee uitgaven van Ignatius Walvis. Je hebt zonder bezwaar en met genoegen onder het Woord vooraf of het Ten Geleide van deze uitgaven je naam gezet. Ook was je bereid om te stimuleren dat er kritisch naar de vereniging gekeken werd, gelèt op het HEAO-rapport: 'Onderzoek naar de identiteit en het imago van de Oudheidkundige Kring Die Goude' en je legde die kritiek niet naast je neer, maar je vond dat als dat mogelijk was, we in bepaalde opzichten moesten veranderen. In de verslagen van de algemene ledenvergaderingen van de afgelopen 8 jaar (het zijn de enige die ik heb, want ik heb ze zelf gemaakt), vallen in het openingswoord van de voorzitter twee dingen op. In de eerste plaats de bezorgdheid om de stad en het behoud van zijn monumenten. Het gaat vooral over het Bolwerk. Jij vroeg steeds · om zorgvuldigheid bij de aanpassing van de bestaande bebouwing naar maat en schaal. Bestuursleden, die zich inzetten voor de monumenten en het beschermd stadsgezicht, heb je niet alleen gesteund en gestimuleerd, maar ook terzijde gestaan. En dan het ver- , driet van Die Goude en ook jouw verdriet: de financiën spelen bij de gemeente de hoofdrol en niet de aanpassing aan de nieuwbouw. En dan de ongeïnteresseerdheid van het College en de ambtenaren in het eigen cultureel erfgoed. Uitzonderingen natuurlijk daargelaten. En het tweede dat opvalt is dat je je een collegiaal bestuurder betoont. Je prees in je openingwoord regelmatig je bestuursleden voor de werkzaamheden die ze voor Die Goude verrichtten. Aangezien je vond dat onze secretarissen betere brieven konden schrijven dan jij, vielen er bij hen regelmatig vellen papier met grote hanepoten in de bekende groene inkt in de bus in het vertrouwen dat zij er absoluut wel een acceptabele brief van zouden maken. Zo is mij verteld. Je schonk vertrouwen dus. Je gunde je mede-bestuursleden een grote mate van zelfstandigheid en je kon goed delegeren. En je had er geen moeite mee dat ze ook wel eens in de schijnwerpers kwamen te staan. Zo mocht ik de Tidinge 'Als De nieuwe voorzitter van Die Goude (links) overhandigt het erelid een schip op een zee', de restauratie Anton Houdijk de oorkonde, behorend bij het erelidmaatschap en de 1995-1996 en wetenswaardigheden zilveren legpenning, met op de achterkant de gegraveerde Latijnse uit de geschiedenis van het stadhuis tekst: 'Age quod agis' (Doe wat gij doen moet). te Gouda, op 24 januari 1997 aan Foto: Martin Droog, Gouda. 118
Tidinge van Die Ooude
.•
H.M. Koningin Beatrix aanbieden, omdat jij een eerder gemaakte belangrijke afspraak daarvoor niet wilde afzeggen. Geen van de bestuursleden heeft ooit hoeven vragen wat ik 32 jaar geleden in een openbare bijeenkomst van Die Goude A.R. van de Putte hoorde vragen aan dr. Bik: 'Zit ik nog in het bestuur, voorzitter?' 'Zeker, meneer Van de Putte'. 'Dank u wel, voorzitter'. We zullen je leiding, vriendelijkheid, gezelligheid en kameraadschap node missen en zeker je dankwoorden bij de lezingen, de siroopwafelen betreffende. Het is op grond van de belangrijke diensten die hij aan de vereniging heeft bewezen en voor de wijze waarop hij haar doel heeft bevorderd, dat het bestuur aan de algemene vergadering voorstelt Antonius J .M. Houdijk te benoemen tot erelid van de Oudheidkundige Kring Die Goude.
Lezingen, excursies, musea Het blijkt dat veel Gouwenaars nog onbekend zijn met de cultuurschatten in hun eigen stad. Daarom in deze rubriek een opgave van wat er zoal te zien is en wat 'Die Goude' te bieden heeft.
De Sint-Janskerk en de Goudse Glazen Jaarlijks bezoeken gemiddeld 55.000 personen van over de gehele wereld deze langste kerk van Nederland (123 meter) met haar ruim 70 gebrandschilderde Glazen. Zij bevatten 50% van al het zestiende-eeuwse gebrandschilderde glas wat in Nederland aanwezig is. De kerk is van maandag tot en met zaterdag geopend van 9 .00 tot 17 .00 uur. Om dit kostbare kunstbezit in stand te houden wordt er al vanaf 6 oktober 1749 een toegangstarief gevraagd. Deze entreeprijs variëcrt nu van f 1,50 tot J 3,50. U onvangt gratis een fraaie kleurenfolder met informatie over de kerk en de Glazen.
Stedelijk Museum het Catharina Gasthuis Voor dit museum geldt waarschijnlijk hetzelfde als voor de Sint-Jan, veel Gouwenaars weten niet welke kunstschatten hier zijn tentoongesteld. Naast de vaste opstelling zijn er wisselende exposities, waarvan er hier enkele volgen.
Jugendstil Bestek: 12 maart tlm 12 juni 2000 Deze tentoonstelling laat aan de hand van ongeveer 270 verschillende modellen bestek een vorm van kunstnijverheid zien, die' rond de eeuwwisseling een grote bloei doormaakte. Het varieert van eenvoudige vormgeving tot weelderig met bloemen versierd bestek. Er wordt bijpassend servies uit dezelfde periode getoond, afkomstig uit de eigen collectie.
Internationaal Gouds Pottenbakkersfestival: 1 en 2 juni 2000 In het Museum is een representatief overzicht van keramiek van de deelnemers aan het pottenbakkersfestival te zien. Degenen die meedingen naar de prijs leveren een of twee van hun mooiste stukken keramiek in bij het Museum. De jurering vindt plaats op 1 juni, waarna de winnaars 's middags bekend worden gemaakt.
Objecten van Manja Kindt: 24 juni tlm september 2000 Deze winnares van de Goudse Kunstprijs 1999 stelt in haar werk het begrip 'verval' of 'vergankelijkheid' centraal. Voorwerpen die stammen uit een ver verleden worden door Tidinge van Die Goude 119
haar geordend en in doosjes bewaard. Heden en verleden ontmoeten elkaar in haar kunstwerken, waarbij zij de historie als het ware naar de tegenwoordige tijd trekt.
Museum 'De Moriaan' Dit Pijpen- en Aardewerkmuseum is gevestigd in een monumentaal pand aan de Westhaven 29. Ook hier zijn naast de fraaie vaste collecties wisselende exposities zoals:
Keramiek met slibdecoratie van Niek Hoogland: 10 februari tlm 4 juni 2000 Bij het Goudse Pottenbakkersfestival van 1991 won pottenbakker Niek Hoogland de eerste prijs van de jury, die hij daarna nog twee keer heeft gewonnen. Ter gelegenheid van het 25ste Pottenbakkersfestival op 1 en 2 juni a.s. is er een uitgebreide expositie van zijn werk te zien in 'De Moriaan', waarvoor hij een dertigtal nieuwe stukken heeft gemaakt. Er is ook keramiek van hem te koop in het Stedelijk Museum 'Het Catharina Gasthuis'.
~
Crisisgoed uit Gouda: 17 juni tlm 1 oktober 2000 Op de bovenverdieping van De Moriaan is een tentoonstelling ingericht van aardewerk uit de crisisperiode 1930-1936. Dit is sieraardewerk dat Goudse aardewerkfabrieken, zoals de Koninklijke Plateelbakkerij Zuid-Holland, de Koninklijke Goedewaagen en de Kunstaardewerkfabriek Regina produceerden. Het heeft een zeer herkenbaar karakter door het typische kleurgebruik, waarin bruin en oranje domineren, vaak in combinatie met blauw, groen, wit en zwart.
Openingstijden van deze Musea: maandag t/m zaterdag van 10.00 tot 17.00 uur, zon- en feestdagen 12.00 tot 17.00 uur. , Toegangsprijzen variërend van f 5,- tot f 3,50. Jeugd tot 18 jáar en MJK gratis. Het toegangskaartje is geldig voor beide Musea.
Lezingen De volgende lezingen van Die Goude zijn op 18 september (Agnietenkapel), 30 oktober (Agnietenkapel) en 11 december (De Veste).
Historisch Gouda Nieuwe expositie in Sint-Janskerk In de Sint-Janskerk werd op dinsdag 23 mei een nieuwe expositie geopend door de voorzitter van het k~rkbestuur, de heer G.H. van Nieuwpoort, die werd ingericht door de archivaris van de kerk, Henny van Dolder. Hierin wordt de geschiedenis van de kerk in al haar faceuen belicht door middel van fotos en documenten. In glazen vitrines worden allerlei voorwerpen getoond, zoals die bij restauraties onder de kerkvloer werden gevonden, evenals oude gebruiksvoorwerpen en objecten van glaskunst. Ook de fabricage van gebrandschilderd glas komt in woord en beeld uitvoerig aan de orde. Voor bezoekers geeft deze tentoonstelling een belangrijke meerwaarde aan dit toch al zo rijk met cultuurschatten bedeelde monument, dat een bezoek meer dan waard is! De kerk is geopend van maandag tot en met zaterdag van 9.00 tot 17.00 uur. Entreeprijzen vanf 3,50 totf 1,50.
Stedelijk Museum Het Catharina Gasthuis Geef je ogen de kost! Zo heet de spannende speurtocht voor de jeugd in het museum,
120 Tidinge van Die Ooude
ç
met gratis toegang tot de leeftijd van 18 jaar. Een leuke vrijetijdsbesteding in de vakantie of op een vrije middag. Onder de 15 jaar alleen toegang onder begeleiding. Na afloop ligt er bij de balie een verrassing klaar. Boven de 18 jaar gelden de vaste entreeprijzen.
Orgelconcerten Sint-Janskerk Op 1 juni a.s. gaat de zomercyclus met orgelconcerten in de Sint-Janskerk weer van start, waarbij zowel het grote Moreau-orgel als het kleine orgel in het koor van de kerk beluisterd kunnen worden. Tot en met 13 september is er op verschillende woensdagavonden een concert door verschillende organisten, aanvang 20.15 uur. Op zaterdag 1 juli vindt de presentatie plaats van een nieuwe dubbel-CD, met een integrale uitvoering van de Orgelmis van J .S. Bach, met medewerking van het Christelijk Vocaal Ensemble 'Cantare' o.l.v. Leo Rijkaart. Dit ter gelegenheid van het Bachjaar. Van 22 juni tot 31 augustus vinden de zogenaamde toeristenconcerten plaats, aanvang 12.30. Voor deze middagconcerten geldt de gewone toegangsprijs tot de kerk. Een folder met informatie over deze concerten is verkrijgbaar bij de kerk.
Johan Grabijn exposeert in de Sint-Janskerk In samenwerking met het Stedelijk Museum is er vanaf 17 augustus a.s. in de SintJanskerk een tentoonstelling van aquarellen door de Zwolse kunstenaar Johan Grabijn. Het is al voor de derde maal dat Grabijn in de Sint-Janskerk exposeert. Niet alleen de kerk en de sfeervolle omgeving is deze keer onderwerp van de aquarellen, maar ook het in- en exterieur van het Museum. De opening wordt verricht door de directrice van het Museum, mevrouw N. Sluijter. Meer informatie hierover in augustus bij het Museum en in de kerk.
Boekje voor Open Monumentendag Het landelijk thema voor Open Monumentendag staat dit jaar in het teken van 'Water en Vuur'. Ter gelegenheid hiervan schreven Henny van Dolder en Henkjan Sprokholt een rijk geïllustreerd boekje over dit onderwerp. Daarin komen verschillende onderwerpen aan de orde, zoals de grote stadsbranden in de middeleeuwen, de geschiedenis van de Goudse brandweer, de beveiliging van monumenten, de branden van de Garenspinnerij, de Kaarsenfabriek en de Brandweerkazerne zelf. Nog nooit is er zo uitgebreid over dit onderwerp gepubliceerd. Het boekje is verkrijgbaar vanaf de Open Monumentendag op zaterdag 9 september a.s.
Goudse Glazendag Op zaterdag 7 oktober a.s. vindt in de Sint-Janskerk de traditionele Goudse Glazendag plaats, waarop de schrijfster Thera Coppens vertelt over de relatie die er bestaat tussen de hofschilder van Karel Ven Filips II, Antonius Mor, en enkele belangrijke schenkers van de Goudse Glazen. Bij de leden van Die Goude is mevrouw Coppens geen onbekende, want eerder dit jaar hield zij voor een talrijk publiek een boeiende lezing voor onze vereniging. Zoals gewoonlijk kunnen na afloop van de lezing enkele cartons van de Goudse Glazen worden bezichtigd. De toegang tot de Goudse Glazendag is vanaf 14.00 uur voor een ieder vrij toegankelijk.