PROJECT #1
www.meet-charlotte.nl } portfolio site
} TEXT I WROTE IN MY SECOND YEAR AT THE DESIGN ACADEMY
more , movies and contact
2017 Ik ben bezig de raamkozijnen van mijn nieuwe huis te schil-
deren. Ze worden zwart. Dat wil ik al heel lang; zwarte raamkozijnen, maar ik heb het tot nog toe nooit aangedurfd. Zwart maakt je huis zo donker. Dit huis is anders dan alle huizen hiervoor. Dit huis staat op de hoek van de Brouwersgracht en heeft aan de voorkant een heel groot raam. Het is er licht en ruim. Ik voel me er vrij. Ik woon er samens met mijn man. Hij is grafisch ontwerper bij een klein, maar bekend ontwerpbureautje bij het Vondelpark. Eigenlijk mag ik van hem niet meer op een ladder staan, dat vindt hij gevaarlijk; ik ben 7 maanden zwanger van ons eerste kindje. Ik wilde eigenlijk al veel eerder kinderen, maar dit jaar is het voor het eerst dat ik mijn leven goed op een rijtje heb. Nadat ik was afgestudeerd op de Design Academie ben ik nog een jaar lang in Eindhoven blijven wonen. Ik wilde eerst altijd meteen terug naar Amsterdam als ik klaar was, maar het leek me toch beter nog een jaar te blijven om een beetje naamsbekendheid te krijgen. Het werk waar ik mee was afgestudeerd heb ik bij allerlei kleine exposities tentoongesteld. Daardoor waren er veel mensen die op een gegeven moment mijn naam en werk herkenden. Ik denk dat, als ik metteen terug was gegaan naar Amsterdam, ik eerder omver was gelopen door alle grote namen, of arrogante schreeuwers. Toen ik eenmaal terug in Amsterdam was, ben ik verder gaan studeren. Antrpologie. Dat heeft me altijd erg getrokken. Op de Design Academie miste ik soms het theoretische. Het leren uit boeken en het absorberen van kennis. De manier waarop antropologen denken inspireerde me. Het kunnen leggen van verbanden tussen mensen, geschiedenis, volkeren, verleden en heden leek me een nuttige vaardigheid. Ik wist van tevoren dat ik niets met antropologie wilde doen, maar, net als met de Design Academie, was ik er van overtuigd dat ik er veel zou leren. Niet alleen over geschiedenis en volken, maar ook over mijzelf. Antropologie studeren zag ik als verrijking van mijn leven. Twee jaar heb ik het studeren volgehouden, daana ging het ontwepen toch weer een beetje kriebelen. Daar kwam nog eens bij dat ik al tegen de dertig begon te lopen, en ik wel eens met mijn ‘echte leven’ wilde beginnen.
Tot nu toe had ik een beetje lopen spelen. Gezocht naar bouwstenen voor de rest van mijn leven. De jaren op de Design Academie hebben me geleerd om te kijken. Ik heb er mijn gevoel voor esthestiek ontwikkeld en ik heb er mezelf leren kennen. Bij antropologie heb ik weer een heel andere manier van denken geleerd. Met alle kennis van de afgelopen jaren in mijn achterhoofd ben ik gaan solliciteren bij een creche. Ik hou van kinderen en met kinderen werken. Ze zijn zo puur en oprecht. Dat is wat ik niet trek in de design wereld. Al dat fake. Op de creche kan ik een hele generatie opvoeden. De eerste paar jaar van een leven zjin de belangrijkste. Daarin word je voor een groot deel gevormd. Wat ik nalaat op deze wereld is geen perfect ontworpen stoel, maar ik heb wel de basis van heel wat mensenlevens gelegd. Het is nu drie jaar later, en ik werk nog steeds op de creche. Drie dagen per week sta ik op de groep, en heb ik direct contact met de kinderen. Ik kan veel van hen leren. Zowel het systeem van de creche als de inrichting van de ruimtes staan op mijn naam. Naast het werk op de creche doe ik kleine projecten. Zo ontwerp ik met een groep jonge desingers campagnes voor kleine goede doelen. Mooie, kwaliteits campagnes. Die veel tijd kosten, en weinig opleveren, maar dat maakt mij niet uit. In het verleden heb ik wat makkelijke succesjes gehaald die veel geld opleverden, maar dat is toch echt niet wat ik wil. Soms is dat natuurlijk wel even leuk, maar makkelijk succes is ook erg leeg. Ik werd er niet gelukkig van. Ik vind het fijn om op mijn manier bij te dragen aan een betere wereld die niet alleen draait om geld, macht en uiterlijk. Ik hoef niet rijk te worden, ik ben geen zakenvrouw, en dat wil ik ook niet zijn. Door de naam die ik in heb opgebouwd in Eindhoven, word ik nog wel eens uit het niets benaderd voor eenmalige projecten. Meestal gaat het over het geven van een lezing of een workshop. Ik vind het leuk om mijn kennis te delen met mensen, dus zo nu en dan zeg ik daar ja tegen. Het is absoluut niet mijn ambitie om door te breken, of bij een der groten in de design wereld te horen. Ik wil gewoon doen wat ik leuk vind. Mensen helpen, iets goeds doen voor deze wereld en mijn eigen huis in kunnen richten. Ik neem een stap achter uit en bekijk de zwarte kozijnen; het ziet er goed uit.
PROJECT #2
DAVIDOFF MUSIC BOX } TEXT/PRODUCT CONCEPT
‘ Buy your own Davidoff Musicbox and get respect!‘ 1. ZAKELIJKE MAIL Eindhoven 30 juni 2006 Betreft: medewerking release Davidoff musicbox Geachte heer Peterson, Davidoff sigarets heeft iets nieuws op het gebied van sigarettenpakjes. De Davidoff-musicbox. Een pakje met ingebouwd speakersysteem waar, bij het openen, muziek uit komt. Het product is nog niet op de markt, maar nu al een groot intern succes. Davidoff biedt u de kans een groot aandeel te krijgen in ons succes. Wij zijn namelijk opzoek naar bedrijven die interesse hebben in de medewerking van de release van dit nieuwe product. Het is de bedoeling dat de pakjes worden voorzien van gekleurde wikkels met de naam van de verschillende songs. De pakjes worden vervolgens in een draairek geplaatst voor een ultiem consumenten gemak. Op deze manier kan iedereen zonder moeite zijn favoriete songtekst uitzoeken Nu is mijn vraag aan u, of u één van deze unieke sigarettenrekken in uw bedrijf wilt plaatsen. U krijgt hierbij niet alleen de kans om als eerste in Nederland mee te werken aan dit unieke concept, ook geven wij u alle ruimte en vrijheid om eigen ideeën en suggesties toe te voegen. Wat ons betreft staat niets een goede samenwerking nog in de weg. In afwachting zien wij uw reactie tegemoet. Met vriendelijke groeten , C.M. Porskamp
2. OBJECTIVE TEXT De Davidoff Musicbox - Dit chique, zilveren sigarettenpakje is van het merk Davidoff. Op de achterkant zit een zwart, plastic speakertje. Wanneer je het pakje opent klinkt er een bekend liedje. Het liedje moet er voor zorgen dat niemand meer onopgemerkt een sigaret kan pakken. Aan de binnenkant zit een geluidsmechanisme met verschillend gekleurde bedrading. Het mechanisme neemt ongeveer de helft van het pakje in beslag. De andere helft is gevuld met 10 Davidoff sigaretten, die je zelf ook weer kan bijvullen. De eerste keer dat het pakje wordt geopend moet het witte lipje aan de binnenzijde worden verwijderd. De batterij en het geluidssysteem komen nu met elkaar in contact en het muziekje wordt afgespeeld. Wanneer de batterij leeg is, kan deze worden vervangen door een AA6 batterij. Het idee om geluid te koppelen aan het openen van een pakje sigaretten komt van Charlotte Porskamp, eerstejaars studente op de design academy. De firma ‘ Davidoff sigarets ‘ heeft het concept op kleine schaal in productie gebracht.
3. ADVERTISMENT I Zing je rook vrij - 9 Uur. De kinderen liggen in bed, eindelijk wat tijd voor jezelf. Je ploft op de bank, benen omhoog, wijntje erbij, sigaretje… Met je laatste krachten buig je voorover om je pakje te pakken. Eindelijk, eindelijk die welverdiende peuk! Maar dan...Hoe kan dat nou?! Het pakje is leeg. En dat terwijl je er expres één had bewaard! Met de nieuwe Musicbox van Davidoff behoren horrorscenario’s als deze tot de verledentijd. Het pakje ziet er van de buitenkant heel normaal uit. Maar schijn bedriegt. Wanneer jijzelf, of een ander, het pakje opent, schalt een bekend liedje door het verborgen speakertje. Het geluid is zo hard en doordringend dat het door het hele huis te horen is. Zo kan niemand meer onopgemerkt een sigaret ‘stelen’. Toch is dit niet de enige functie van ‘het zingende pakje’. Naast het beschermen van je sigaretten beschermt het namelijk ook je gezondheid. Uit onderzoek is gebleken 40% van de sigaretten onbewust, uit een soort verveling wordt opgestoken. Wanneer je, elke keer dat je een peuk opsteekt, een muziekje hoort word je bewust van de hoeveelheid die je rookt. Omdat het muziekje hard staat en zeer hinderlijk is voor het gehoor, zal je in het vervolg wel drie keer nadenken voor je er weer één opsteekt! De Musicbox van Davidoff helpt het roken te verminderen en laat je weer optimaal kan genieten van die welverdiende peuk.
Cool from the outside, cool from the inside! Je ziet: Een chique, strak zilveren sigaretten pakje, opgepimpt met zwarte speaker. Je hoort: De nieuwste hits. Met de nieuwste gadget van Davidoff ben je altijd dè man, en zit je nooit meer onverwachts zonder peuken. Bij het pakken van een nieuwe siga dreunt
de nieuwste 50 cent uit de 5.1 Bass speaker. Matties die je siga’s nakken?! verledentijd!
You control your cigarettes. Minderen met roken? No prob’s; meer dan drie keer per dag fifty is lauw man! Probeert er iemand baat te toen als je naar de wc bent?! Your a big Bro listening! Ren naar de winkel en get your respect now; voor maar € 5, 90. (incl. 10 Davidoff sigaretten)
PROJECT #3
PROJECT #3
}TEXTS I WROTE FOR THE SCHOOLPAPER OF THE DESIGN ADADEMY EINDHOVEN
Ik ben van plan Ruben Esser te interviewen. Ruben studeerde in maart 2007 cum laude af aan de Design Academy met zijn afstudeerproject Google Poetry. Namens de schoolkrant wil ik hem wat vragen stellen over dit project. Tenminste, dat is wat hij moet denken. Ahaaa, en wel hier begint mijn missie; Wat is namelijk het geval... Het filmpje waarmee Ruben afstudeerde lijkt verdacht veel op (lees: is exact het zelfde als) een videoclip van de band Mocky. Een clip die zij al in 2003 maakten voor het liedje Mickymouse motherfucker. Beide filmpjes zijn te vinden op youtube.com. Kijk, vergelijk en zoek de verschillen. Die zijn er niet.
#1 SLIK JE SLOKJE, WE PASSEN ALLEMAAL IN EEN HOKJE
“...Zo’n artifarti knutsel miep. Type ‘ wij moeten zonodig apart doen, maar ondertussen lijken we allemaal op elkaar’. “ Het schijnt namelijk dat ‘ wij van de design academy’ met z’n allen de hele dag bij de Hoogstetijd hangen, al terend op 1 kop koffie zonder na afloop fooi neer te leggen. Wij zouden ‘s ochtends onze haren zorgvuldig modelleren in coupe ‘lekker nonchie’ en onze gespreksstof schijnt niet verder te rijken als (en ik quote)’ een hoop bla, bla met hier en daar een beetje design’ Slik. Welkom in hokje 1: De Design Doos Jij zit op de design academy, dus automatisch al in de doos. Binnen in de design doos werkt men ook in hokjes...Acht om precies te zijn; Je kijkt om je heen en probeert een keuze te maken tussen de verschillende hokjes. Vanuit de verte komt een blij meisje aan gehuppeld. Lachend vraagt ze je om aan haar stofjes te voelen. Je bedankt vriendelijk en het meisje verdwijnt in een hokje waar met grote roze letters ‘ Mode poppetjes’ boven staat. “ Kunt u auto’s tekenen ?” vraagt een nette
Alvast heel erg bedankt, Namens de gehele Snor redactie, Vriendelijke groeten, C.M.Porskamp Helaas schreef Ruben nooit terug. Ik heb nog wel een tweede, derde en zelfs vierde mail geschreven. Elke keer kopieerde ik mijn teksten, plakte ik die in de volgende mail en veranderde vervolgens een aantal woordjes. Zo leek de mail het zelfde, en eigenlijk was hij dat ook, maar toch net iets anders... Tot op heden heb ik nog steeds niets van hem vernomen, wat erg jammer is want graag had ik Ruben zelf aan het woord gehad om zichzelf te verdedigen. Dusss. Beste meneer Esser, bij deze... als dit blad, en in het bijzonder dit schrijven u ooit onder de aandacht mocht komen, zou u dan alsnog contact willen opnemen, zodat ik dit stuk kan transformeren naar een journalistiek corecter stuk met hoor en wederhoor? Want misschien is het wel waar wat ‘ze’ zeggen en DO great minds think alike. Ik ben benieuwd. } * * Let op! Voorgaande tekst is een puur persoonlijke associatie van verschillende factoren en NIET gebaseerd op weterschappelijke feiten.
#3 YOUNG @ HEART MET GRIJZE HAREN Op 10 november organiseerde de BNO, Premsela en [Z]OO producties voor de tweede keer Young at Heart. Young at Heart biedt studenten en starters de kans om in 5 verschillende tafel rondes aan te schuiven bij bij ervaren vakgenoten.Daar kunnen ze hen de oren van het hoofd te vragen over opleiding, loopbaan, opdrachtgevers, ambities, missers en successen. Ook deze editie werkte er weer vele bekende ontwerpers mee, zoals: Nel Verschuuren, Marijke van der Wijst, Trude Hooykaas, Donald Janssen, Frans Molenaar, Bern van Bercum,Tineke Wieringa en Bram de Does. 11:30 Op de fiets, shit lekke band. Kut, mis ik tram, gaat het regenen. En waar zit die fucking Rietveld ook al weer? Helemaal in de stress ren ik naar de zaal waar het spektakel zal plaats vinden. Of liever gezegd al plaats vind. Iets te enthousiast zwaai ik de deur open. Beng! Ik raak een houten tafeltje met waterglazen die met een hoop kabaal om valt. In een verwoede poging het water zo snel mogelijk op te deppen met de mouw van mijn jas kieperd mijn tas over mijn hoofd en rolt de gehele inhoud over de vloer. Propjes, pennen, vers pak (roze!) tampons... Chill. Snel probeer ik mij te herstellen van mijn dramatische binnenkomst. Ik veeg de natte slierten haar uit mijn gezicht en loop met een knal rood hoofd naar het tafeltje waar ik de eerste persoon zal interviewen. 6 Meisjes van een jaar of 20 kijken me grinnikend aan. Tegenover hen zit Bernard van Bercum. Een lieve, oude man met borsteligge wenkbrauwen en een bos wit haar, dat uit zijn oren groeit. Ik geef Bernard netjes een handje en stel mijzelf voor. Op dat moment bedenk ik dat dat misschien helemaal niet gepast is. Zouden die andere meisjes zich ook hebben voorgesteld? Een blik hun richting op en ik
,
Pardon? Een wat voor één?!
Natuurlijk ben jij niet in een hokje te plaatsen en demonstratief stap je de design doos uit. Maar de uitgang van deze doos leidt niet meer naar de vrijheid van jou als individu. Die vrijheid heeft plaats gemaakt voor een nieuw hokje. Het ‘ weigert in een hokje geplaatst te worden’-hokje. Je wordt benauwd van al die hokjes en wilt vluchten, maar achter elke exit deur verschijnt een nieuw hokje. Je begint zwaarder te ademen en raakt langzaam in paniek. Je wilt weg, maar er is geen ontkomen aan. Je gaat van hokje naar hokje, en zakt alleen maar dieper weg in steeds kleiner wordende hokjes. Je wordt gek, wil gillen, blijft rennen en zoeken naar de goede deur. Je krijgt het benauwd en de muren komen op je af. Steeds dichter en dichter. Je krijgt geen adem meer, en op het moment dat je bijna wordt verstikt besef je het; Verzetten heeft geen zin. Je hoort in een hokje of je wilt of niet. Het enige wat je nu nog kunt doen is het hokje zoeken wat het best bij je past, de deur zo ver mogelijk open zetten en iedereen binnen laten!
De Design Academy heeft sinds kort opnieuw een schoolkrant opgericht met een enthousiast team van studenten en professionals. Het nieuwe nummer komt er weer aan en in het kader van “net afgestudeerden” willen we u een aantal vragen stellen over uw afstudeerwerk. Lijkt het u leuk om op korte termijn een afspraak te maken zodat ik een aantal originele vragen kan stellen aangaande google poetry?
,
Een willekeurig gesprek, met een willekeurig persoon op een willekeurige plek over een specifiek onderwerp> Goh, en wat doe jij nu dan?! Je probeert de trots en triomf in je stem te verdoezelen, maar antwoord met een lichte air; “Ik zit op de Design academy”! Je bent even stil en wacht op de gebruikelijke waterval van Oooh’ s en Aaah’ s en ‘ Wat ontzettend knap, dat is zo’n internationaal geroemde school!’ ... Maar de verwachtte (en terechte!) bewondering en ontzag blijven uit. Slechts een afkeurende blik die je van top tot teen bekijkt, gevolgd door een schampere: “ Oh, ben jij er zo één...”
jonge man vanuit hokje twee. Je schud van nee en de deur knalt dicht in je gezicht; ‘ dan kom je er hier niet in!’ “ Voor banken binnen; hokje 3, banken buiten; hokje 4. Ben je liever lui dan moe dan moet je bij hokje 5 wezen, en kun je niet kiezen loop dan door naar hokje 6.” Je kijkt om je heen. De stem komt vanuit de lucht waar een vaag hokje 8 zweeft. En hokje 7? Je leest het bordje boven de deur; ‘ Vrouwen en techniek, dat roest’.
Beste meneer Esser,
,
Om te onderzoeken of Ruben de clip ooit heeft gezien wil ik gedurende het interview Ruben subtiele signalen over de Mocky clip geven. Ik wil hem vragen naar zijn lievelings band, en misschien en passant een opmerking maken over de inspirerende clips die tegenwoordig worden gemaakt. In de loop van het interview worden de hints steeds duidelijker en op het laatst zal misschien mijn telefoon wel gaan... Toevallig heb ik de dag daar voor net de nieuwste ringtone van JAMBA gedownload en het herkenbare deuntje van Micky mouse motherfucker (=trouwens geniaal nummer!) klinkt uit mn tas. Ik ben benieuwd hoe hij zal reageren, en of hij zal reageren. Wie weet is hij zich van geen kwaad bewust en ben ik degene die voor lul zit met mijn I love mocky onderbroek!. Ik werp nog een laatste blik in de winkelruit voor ik Ruben uitnodig voor een gesprek.Weer schiet ik in de lach. Misschien is de enorme mickey kop op mn t shirt net iets te obvious...
Op 13 september schreef ik mijn eerste mail:
,
,
,
SNOR
#2 RUBEN V.S. MOCKEY Een willekeurige ruit van een willekeurige winkel, met een zoooh niet willekeurig gekozen T-shirt aan... Ik zie mijzelf in de weerspiegeling en barst in lachen uit. (Ja, ik loop alleen in de drukke straat en ja, voorbijgangers kijken me licht geschrokken “wat da fack is er mis met haar?! “ aan.) Reden van openbare lachkik; De opdruk van mijn T-shirt en de gedachte aan de uitvoering van mijn snode plannetje.
weet genoeg. Geschokt kijken ze naar mijn hand. Ai, dat is dus blijkbaar niet de bedoeling... Om de situatie te redden geef ik iedereen aan de tafel maar een hand. Ook de jongen aan de tafel naast ons, die zich toevallig omdraait en richting mijn kant kijkt, geef ik van schrik een hand. Verbaasdt kijkt hij me aan; “Hoort u bij de organisatie?” Euh, nee... Bang om nog meer flaters te slaan besluit ik rustig te gaan zitten, en me het komende half uur een beetje gedeist te houden. Ik luister naar Bernard. Bernard is een 86 jarige typografisch vormgever met een grote liefde voor originaliteit. Originaliteit in de zin dat alles volgens de regeltjes moet. Als een van mijn tafel genoten vraagt wat hij vind van de hedendaagse ‘ vrije’ typografie beginnen zijn handen te trillen; “Daar snap ik niets van”, zegt hij. Zorgvuldig legt hij een oude, bruine map op tafel. In de map zitten vergeelde blaadjes die strak zijn opgemaakt. “ Kijk”, zegt hij, “zo hoort het.” Met een loepje mogen we de bladzijdes bekijken. Bernard verteld dat hij ze stuk voor stuk met de hand heeft getekend. “Gewoon met een pennetje en penseel.” verteld hij trots. “Elke keer als ik een lelijk opgemaakt briefpapiertje zag, ging ik het namaken, maar dan naar mijn smaak. Zo is het allemaal begonnen. Iedereen knikt begrijpend. Ik heb ondertussen geturft hoe vaak de beste man langer dan 3 seconden “euhh” heeft gezegt; 7 keer. Ringelingeling. Er gaat een belletje, en het is tijd voor een tafel switch. De volgende die ik mag interviewen is Trude Hooykaas. Een (interieur) architecte met heel wat indrukwekkend werk op haar naam. In 1971 richtte zij ‘Ontwerpgroep Trude Hooykaas b.v.’ , kort weg OTH, op. Het bureau heeft oa het interieur verzorgd van het ING-gebouw,
PROJECT #3
PROJECT #3
Tringelingeling. Goddank; de bel. Eigenlijk zal ik Donald Jansen nu moeten interviewen, maar al die gebakken air werkt zo verstikkend dat ik even naar buiten loop voor een sigaretje. Daar staat iemand van de organisatie. Die geeft me twee kaarten voor de volgende rondes. Op de ene kaart staat Frans Molenaar en op de anderen Tineke Wieringa. “ Deze kan ik je aanraden; wordt je vrolijk van!” Nou, ik ben benieuwd.
nooit gepushed, hij wilde dit helemaal zelf !” Trots laat ze een boekje zien waar haar werk in staat. Hoopvol kijk ik er in. Ik vind het duf en fantasieloos. tringelingeling. Dat is het einde van het laatste gesprek. Moedeloos loop ik naar buiten. Het klonk allemaal zo veel belovend; “aanschuiven bij ervaren vakgenoten.” Maar na deze middag wil ik alles behalve een vakgenoot worden! Stuk voor stuk leken de designers slechts te doen wat er van hen verwacht werd. Allemaal bleven ze netjes op de paden lopen en vonden ze het allemaal wel best, zolang er maar betaald werd. Op weg naar de tram kom ik Frans Molenaar tegen. Hij stoot me aan en maakt de dag compleet door te zeggen dat ik mijn broek moet optrekken. Als hij doorloopt trek ik nijdig de aardappels uit zn keel; vanavond ga ik stampot eten. In mijn blote kont!
Tringelingeling. Tineke Wieringa, grafisch vormgever, kleur lippenstift: knalrood. In tegenstelling tot al haar voorgangers begint Tineke (want zo mogen we haar noemen!) enthousiast te vertellen; “ In 1973 richtte ik mijn eigen studio op. Het begon met het fotograferen van dierentuinen. Daarvoor reisde ik de hele wereld af. Daarvan is later een boek gemaakt. Kleur vind ik erg belangrijk. Ik kies de kleur uit op gevoel. Als ik bijvoorbeeld denk aan benzine, dan denk ik niet aan goen. Tenzij het voor een natuur vriendelijk bezine merk is natuurlijk!” ... “ Inmiddels bestaat mijn bedrijf al bijna 35 jaar en werkt ook mijn zoon in mijn bedrijf. Dat is werkelijk zo gezellig! Ik heb hem echt
,
,
,
Frans Molenaar, couturier, zit al aan de tafel als ik weer naar binnen loop. Meneer Molenaar doorliep de Vakschool voor Kleermakers en opende, na oa stage te hebben gelopen bij Charles Montaigne in Parijs, een eigen zaak aan de van Baerlestraat in Amsterdam. Sindsdien brengt hij ieder half jaar een nieuwe collectie uit. Molenaar zoekt in
zijn ontwerpen altijd naar de ultieme kleur en vorm. Als ik hem vraag of hij het erg vind als anderen zich laten inspireren door zijn werk zeg ook hij nee. “Waarom zou ik? Dat is toch alleen maar een eer. Mensen mogen van me jatten wat ze willen, als ik mijn geld er maar voor krijg.” “Vind u het een belediging als en of andere tante Sjaan uw creatie koopt, en het helemaal verkeerd draagt?Niet zoals u hem heeft ontworpen, bedoel ik..” Frans trekt zijn wenkbrauwen zo hoog op dat ze boven zijn ronde brilletje uitkomen en antwoord stug: “ Ik denk niet dat jou tante Sjaan genoeg geld heeft voor een van mijn creaties.” ... Hoe meer vragen er worden gesteld hoe duidelijker het voor mij wordt; Ook Frans molenaar is een arrogant, verwaand * BLOEMETJE* die alles doet voor geld. *BLOEMETJE* Molenaar blijft nog een tijdje door brallen over de vazen, brillen en zelfs fietsen die hij heeft ontworpen. “Bla, bla verkopen. Bla bla, duizenden euros. Bla bla, allemaal vanwege mijn goede naam.” Bij het na lezen van mijn aantekeningen n.a.v. het gesprek zie ik dat ik slechts 1 ding interressant genoeg vond om op te schrijven. Met kleine krabbelige lettertjes staat er in mijn boekje; Frans Molenkots> Haat scheren.
,
Interpolis en de Vara. Een mooi rijtje. En dat weet Miss Hooykaas zelf ook maar al te goed: “ Zoo, nou vertel maar eens; waarom hebben jullie mij expliciet gekozen om vragen te stellen? “ ... Het liefst zou ik haar arogantie meteen de grond in boren en eerlijk zeggen dat ik te laat was om zelf een keuze te mogen maken. Haar naam was de enige die nog over was. “ Uw werk sprak me wel aan.”, hoor ik mezelf mompelen. “Wàt precies in mijn werk sprak je aan?!” Haaibaait ze direct mijn kant op. “Le-lichtval...” ,stamel ik. “Is dat Frans of Nederlands?” ,snauwt ze nu nog feller. Frans of Nederlands..? Diva Hooykaas krijgt wat mij betreft een dikke rode stempel op haar voorhoofd: *BLOEMETJE*! Ik besluit professioneel te blijven en haar vriendelijk te vragen hoe ze het vind als ze dingen uit haar eigen werk terug ziet in het werk van anderen. “ Daar zou ik alleen maar blij van worden. Tegenwoordig zie ik zoveel foei lelijke dingen. Zolang ze mij kopieren blijft de kwaliteit tenminste hoog. “
#4 OP BEZOEK BIJ KONING BAAS Maarten Baas, onder andere bekend van de zwart geblakerde meubelserie ‘ Smoke’ en ‘ Clay forniture”, is op het moment hotter dan hot. Zijn werk reist de hele wereld rond en ook op tv duiken zijn ontwerpen steeds vaker op. Omdat Maarten Baas nog niet zo lang geleden bij ons op school afstudeerde, en omdat dit issue van de snor in het teken staat van werkplaatsen, vonden wij het tijd om hem eens een bezoekje te brengen. Het was een zonnige woensdag ochtend en we waren ongeduldig. Redactiegenoot/fotograaf Ruben Thier en ik. Een week geleden hadden we al een mailtje gestuurd naar Maarten Baas met de vraag of we een keertje op zijn werkplaats mochten komen kijken. Geen reactie. “ Fuck it! “,dachten we, “We gaan gewoon! “ En we gingen. Op de bonnefooi, met de fiets naar Waalre, naar het atelier van Maarten Baas. Een niet te missen bordje wijst ons de weg. We komen binnen in een grote loods met allemaal aparte ruimtes, kamertjes en hoekjes. Overal staat iets; materiaal, gereedschap, machines, dozen, kisten. Stapels met schroefjes, spijkers, mallen, modelletjes, spuitbussen en chemische goedjes. Hier en daar zijn groepjes mensen geconcentreerd aan het werk. Alleen maar mannen valt me op. Stoere, ongeschore mannen in versleten werkbroeken. Als niemand kijkt maak ik een sprongetje van geluk; ik vind de werkplaats nu al geweldig! Dan zien we achter in de hoek een hokje staan met een groot raam. Van een afstandje zien we al wie er in het hokje zit. “ Dat is hem!” “ Durf jij nog naar binnen?” “Nee, jij?” “Nee,..jij? “ Nee!” Ondertussen heeft meneer Baas ons al lang gezien. Hij wenkt dat we
mogen binnenkomen. Ik geef Ruben een duw; “Ga jij maar voor!” Langzaam schuifelen we het kantoortje binnen. Ik vraag mij af hoe diep je moet buigen voor zo’n grote designer...Zou het overdreven zijn om te knielen?!.., Misschien een beetje, bedenk ik net op tijd. Gelukkig neemt Koning Baas het woord: “ Ah, jullie zijn van de schoolkrant. Ik heb het mailtje wel gelezen, maar nog niet de tijd gevonden om jullie terug te schrijven. Ik heb nu wel even 10 minuten tijd, zal ik jullie een rondleiding geven?” Ik kus de grond waar Baas zojuist heeft gestaan; Oh ja graag, uwer Hoogheid! De rondleiding begint, wij zijn stil en Baas spreekt; “Ik zit in de oude trabantia fabriek. Ik blijf hier nog een jaartje en dan moeten we er uit. Eerst had ik alleen het gedeelte hiernaast en toen dit vrij kwam heb ik de muur doorgebroken. Zo heb ik er steeds meer ruimtes bij gekregen.” We lopen door een grof gehakt gat in de muur naar een tweede deel van de loods. De ruimte is afgebakend met op elkaar gestapelde palets. Op de grond ligt iemand een tafel te lassen. “ Alles is een beetje provisorisch in elkaar geflanst. ” zegt de grote designer bijna verontschuldigend. “ Dat komt omdat ik niet was voorbereid op zo’n groot succes. Het stof is heel snel opgewaaid, en nu moet het weer een beetje gaan liggen. Alles moet nog z’n eigen plek vinden. Sommige dingen staan ook gewoon erg onhandig. Zoals die tafel bijvoorbeeld...” Ik herken de tafel uit het decor van Zomergasten. “ Dat is een tafel van duizenden euro’s, en die staat daar maar een beetje. Ik moet oppassen dat ik hem niet vol zet met rotzooi. Dat we een paar meter verder op aan het spatten zijn met klei is ook niet zo handig.” De tour vervolgt zich. “In dat busje doen we de administratie. Hoe we hem daar boven op hebben gekregen? Nou... Die bus hebben we eerst omhoog getakeld en daarna is de zolder er pas onder gebouwd. Ik weet niet hoe we hem daar ooit weer weg krijgen” Elk hoekje heeft zo zijn eigen verhaal. De minuten verstrijken,en Maarten blijft vertellen. Hij neemt alle tijd voor ons. Hij praat heel persoonlijk, maar blijft uiterst professioneel. Hoe meer hij vertelt, hoe meer respect je voor hem krijgt. Toch groeit bij elke minuut het besef dat we niet eens zo heel veel van elkaar veschillen. Quote van de dag wordt dan ook het antwoord op de vraag of hij zelf nog veel met zijn handen werkt: ” Moah, ik ben niet zo’n klusser!” En Maart zijn favoriete plek in de werkplaats? De kantine! Als Koning Baas zich een uur later excuseert, omdat hij echt weer door moet met zijn werk, besef ik mij vol schaamte dat ik eigenlijk al vanaf het begin geen u tegen hem heb gezegd. Maar daar is hij ook niet de designer voor. Maarten is geen uit de hoogte gevallen ontwerper die alles doet voor geld. Hij is vriendelijk, bescheiden en heel normaal gebleven. Zijn werkplaats is als een snoepwinkel en zijn carrière als een droom, die, na vandaag, niet eens zo ver weg blijkt. Ik baal dat Baas met zijn gastvrijheid mijn hele afkraak-stylo heeft opgefockt. Toch fiets ik stralend naar huis. Ik denk dat ik een beetje verliefd ben.
PROJECT #4
PROJECT #4
CHARLEY KLEIN PARTIJ POLITIC PARTY /CAMPANGE DESIGNED BY ME
wo 15 nov 2006, DE BALI POLITIEKE AGENDA “ Afgelopen september heeft een recordaantal van 74 partijen zich ingeschreven voor de Tweede Kamerverkiezingen 2006. Geen politieke ideologieën maar belangengroepen verenigden zich in partijen als de ‘Rokerspartij’, ‘Partij tegen Overbevolking’, ‘Partij voor het Noorden’, ‘Verenigde Senioren Partij’ of in de ‘Partij voor de Dieren’. Zelfgenoegzame individuen maakten hun eigen lijsten als ‘Lijst Veldhoen’, ‘Tamara’s open Partij’, ‘Ad Bos Collectief ’, ‘Hamers Herstelt Holland Partij’, ‘Groep Wilders’ en de LPF gaat verder als ‘Fortuyn’ met de dubieuze slogan ‘Wat zou Fortuyn ervan zeggen?’. Politiek wordt gedomineerd door belangen, campagne-strategieën, opinie-peilingen, one-liners, lijsttrekkers en de allesbepalende media-aandacht. In ieder geval ten tijden van de verkiezingsstrijd. Als reactie hierop heeft Annelys de Vet de studenten van de Design Academy Eindhoven gevraagd eigen politieke partijen op te richten. One-issue partijen over de idealen van de studenten. Zo is er de ‘Partij Gras’ voor meer wildgroei in de stad en strijdt de ‘Partij voor Écht Contact’, voordat het te laat is, tegen de leemte die het toenemende digitale contact achterlaat. Verder streeft ‘Achmed Actie Partij’ naar bewustwording van toegevoegde culturele waarde, ‘Rustpunt’ eist structurele ruimte voor reflectie en de ‘Partij voor de Man’ vreest de teloorgang van de maatschappelijke rol van de man. Een week voor de officiële verkiezingen zullen de studenten hun partijen presenteren middels ontluikende presentaties in De Balie. In veertien korte multi mediale voordrachten reflecteren de studenten met hun partijen op de huidige politieke koorts. “ Rond de tijd van de kamer verkiezingen was er nog een andere verkiezing aan de gang. Een verkiezing op vrienden site hyves. Zowel huidig minister Balkenende als Wouter Bos hadden zich op deze site ingeschreven.
En maakten er een publiek wedstrijdje van wie de meeste vrienden had. Die zelfde tijd kwam Balkenende ten val na dat hij zijn kunstjes wilde laten zien op het skateboard, en kondigde Bos aan het showbiz programma RTL Boulevard te willen presenteren. Wat dat alles nog met politiek te maken had..? Niets! Tengenwoordig lijken we politieke standpunten en agenda’s bijzaak te vinden. Een goeie kop, hip kapsel en enthousiaste partijleiders, dat is waar wij onze stem aan geven. Als reactie daar op besloot ik een politieke partij op te richten zonder enige standpunten. De Charley Klein Partij. Een partij die zich vanaf het begin al zal profileren als underdog partij, om zo sympatie stemmen te winnen. De campagne bestond uit een filmpje vol lachende mensen waar je vrolijk van wordt (te bekijken op www.meet-charlotte.nl), gevolgd door strakke dwingende letters die onder elkaar staan geplaatst : “ Stem met u hart,” Daaronder in een menslijk handschift, met een roze pen; liefs Charley Klein. De dag van de de verkiezingen zat de zaal afgeladen met mensen. Het was mijn beurt om te presenteren. Ik kom op, blijf met mijn hak in mijn jurk steken en Bam! Languit lig ik op de grond. Snel sta ik op, en hervat mijzelf. Ik probeer mijn powerpoint te openen, maar ik krijg een foutmelding. De powerpoint opent niet... Dan maar zonder powerpoint. Ik doe mijn verhaal; over de wereld, en mijn goedgelovigheid, ik vertel een anekdote en benadruk dat ik een kleine partij ben. Ik raak zenuwachtig en vergeet een beetje wat mijn punt is. Ik twijfel en hakkel en op dat moment gilt iemand uit het publiek dat ik op moet schieten..Hij verwijt mij dat ik geen punt heb, maar ik praat hem onder tafel met een flinter dun morealistisch verhaaltje. Op dat moment start de powerpoint ineens weer. En de volgende slides verschijnen achter mij op het grote scherm>
Nadat ik met een enorme smak het podium op ben gestruikeld wil mijn presentatie niet openen op het scherm verschijnt dit beeld. Ook poging 2 mislukt. Ik besluit mijn presentatie uit mijn hoofd te doen. Als ik bijna klaar ben met mijn verhaal bedenk ik dat ik mijn presentatie onder een andere naam heb opgeslagen en open hem alsnog. Op de slide staat beschreven hoe ik het podium op ben gestruikeld. Op de volgende slide staat hoe mijn bestand niet wil(de) openen, en hoe het publiek ongeduldig wordt/is geworden. De rest van de slides beschrijven letterlijk mijn hele presentatie. Inclusief mijn versprekingen en de interrupties van het publiek. Tot het punt waar ik bedenk dat ik mijn presentatie op een andere naam heb opgeslagen...
PROJECT #5
ZO IS HET GEPASSEERD... }BOOK ABOUT TRAINCONVERSATIONS
Heerlijk is het; als je ergens niets van hoeft te vinden. Gewoon een beetje doorbladeren, op een ongedwongen manier...Zo fijn; als je niets wordt opgelegd, maar nonchalant voor je gelegd. Geen duidelijke informatie, maar, als je wilt, wel iets om over na te denken; Ik maakte een ‘weggooi boekje om te bewaren’ over treingesprekken. Treingesprekken; wat moet je ermee? Aan je voorbij laten gaan, even meeluisteren om er vervolgens niets meer mee te doen, of...opschrijven. Dat laatste heb ik altijd gedaan. Waarom?...Omdat de gesprekken soms bizar zijn, of de mensen bizar, of het onderwerp, en de toon...Soms hoor je een aangrijpend verhaal, word je zelfs betrokken in het gesprek, of verbaas je je over de dingen waar mensen zich druk om maken. Soms helpt het je je eigen problemen te relativeren, of besef je dat de halve wereld gek is. En het mooiste van dit alles?! Na hooguit 2 uur heb je er niets meer mee te maken. Je kan het hele gesprek vergeten, of mischien juist lekker doorfantaseren over hoe het verder zou gaan. Plaats het hele gesprek in een andere context en een diep gesprek wordt ineens hilarisch. Met dit boekje kan je, net als met treingesprekken, doen wat je wilt; laat het je passeren, denk er over na, zet het in de kast of gooi het gewoon in de prullenbak.
PROJECT #5
PROJECT #5
PROJECT #5
PROJECT #6
PROJECT #6
GROTE BOEK DER STANDAARDEN } BOOK/ CONCEPT I DESIGNED ON ACCOUNT OF A PROJECT ABOUT PERSONAL BOUNDARIES.
Het Grote Boek der Standaarden is een verzameling van allerlei standaard lichamen. Maar wat is nu standaard? Alles is standaard. Iedereen is standaard. Iedereen is perfect en uniek.
PROJECT #7
DRAWINGS } JUST SOME DRAWINGS I MADE
PROJECT #7
PROJECT #7
PROJECT #7
PROJECT #8
}PORTRAITS OF KEES, ABEL AND NIEK.
PROJECT #8
PROJECT #8
PROJECT #9
PROJECT #9
HOW CONTEXT CAN CHANGE THE MEANING OF THINGS #1 Drawing 30 x 13 cm
HOW CONTEXT CAN CHANGE THE MEANING OF THINGS #2 Drawing 30 x 13 cm
PROJECT #10
BYE-BYE BABY BLUES } SONG ILLUSTRATION
“ Oooh - Im missin you Ive got those bye-bye, bye-bye baby blues Oooh- aint much to do Just sing those bye-bye, bye-bye baby blues Havin the blues, hatin to loose Guess I got a lot to learn All of my friends have lost now and then I guess its just my turn Bye-bye, bye-bye baby blues “
PROJECT #10
PROJECT #11
PROJECT #11
}TYPE IN MOTION MOVIE IN HONNOR OF CARTOONIST JOHN CALLAHAN
Een type in motion filmpje dat ik maakte in flash. Het hele filmpje, met muziek, is te zien op mijn website {www.meet-charlotte.nl}. “Hi this is John. I’m a little too depressed to take your call today. Please leave your message after the gunshot.” Zo luit de voicemail van cartoonist, singer/songwriter John Callahan. Een ras sarcasist (zou het een bestaand woord zijn) met git zwarte humor. In het filmpje worden de negatieve woorden uit zijn hoofd (het liedje) omgezet naar positief. Samen vormen zij een gun. Het lijkt een tegenstelling, omdat een geweer wordt geassocieerd met iets negatiefs, maar in dit geval is het geweer iets positiefs, omdat het het voor de verlossing zorgt van de negatieve gedachten. De negatieve gedachten die in Callahans hoofd zitten, de gedachten die hem vormen. In dit geval letterlijk. Het filmpje eindigt met de dood. Cru en hard. Zoals Callahan zelf.
PROJECT #11
PROJECT #11
PROJECT #11
PROJECT #11
TYPE IN MOTION JOHN CALAHAN still 34.1s
TYPE IN MOTION JOHN CALAHAN still 93.2s
PROJECT #11
PROJECT #11
TYPE IN MOTION JOHN CALAHAN still 94.3s
TYPE IN MOTION JOHN CALAHAN still 95.0s
PROJECT #12
ANGST IN MIJN KAMER
} DRAWINGS ABOUT HOW MY ROOM CAN CHANGE
PROJECT #12
PROJECT #12
PROJECT #12
PROJECT #13
RANDOM TYPE } TYPE
PROJECT #14
WORK THOSE GRIDS } POSTERS WITH RANDOM CHOSEN SENTENCES
PROJECT #14
PROJECT #15
PLEASE RESPECT MY PERSONAL SPACE.
} A SERIE OF POSTERS ABOUT ME
Vrolijk, positief, sterk, zelfverzekerd, normaal (!) en open. Zo word ik graag gezien. Mijn ‘echte’ ik laat ik niet snel aan mensen zien. Om mensen te beschermen voor die ‘ik’, heb ik een grote persoonlijke ruimte om mij heen gecreerd. Die ruimte heb ik nodig om te bepalen wat ik mensen van mij wil laten zien. Mijn persoonlijke ruimte voelt heel veilig, maar maakt mij op den duur eenzaam. Tegenwoordig laat ik langzaam mensen binnen. De volgende posters hingen in een ruimte en waren afgezet met een rood lint. Vanaf een afstandje, de publieke ruimte, lijkt er niets aan de hand te zijn. Echter, als je dichter bij komt ( alleen ik bepaal wie dat mag) zie je dat de binnenkant van de persoon bestaat uit persoonlijke tekeningen. Tekeningen over mijn grootste angsten, liefdes en verlangens.
PROJECT #15
PROJECT #16
PERSONAL VOCABULARY } FEW PERSONAL PAGES
} THE ART OF DECORATE YOUR SINS
PROJECT #16
} SLOWLY DIES MY MARILYN, FORTUNATLY
PROJECT #16
} MY SHOES ARE TOO BIG
PROJECT #17
ALSJEBLIEFDE } SPREADS FROM BOOK ABOUT SAM AND LOVE
PROJECT #17
PROJECT #17
PROJECT #17
PROJECT #17
PROJECT PROJECT #17 #10
PROJECT #10
PROJECT #17