: Evert Woutersz Bodt tot Laren

OUD RECHTERLIJK ARCHIEF BLARICUM EN LAREN; SCHEPENROL TOEGANGSNUMMER SAGV155.2 Streekarchief Gooi en Vechtstreek; Oude Enghweg 23, 1217JB Hilversum Tel. 035-629 26 46 Inv.nr.

Blz. Nr.

OUD RECHTERLIJK ARCHIEF BLARICUM EN LAREN; SCHEPENROL

Gerecht Laren en Blaricum; Schepenrol; 16-04-1651 - 16-06-1656; Integraal gefotografeerd 19.02.2015 BLADZIJDE-NUMMERING ONTBREEKT IN DIT BOEKDEEL: toegepast doorlopend beeldnummer (2 bladzijden per beeld) vanaf 25-04-1651 toegevoegd een Folio- en/of Aktenummer (inconsequente nummering)

3232

08-05-1651:

Tusschen Willem Willemsz Vos eijsscher ter eenre en Willem Rutgersz en Wouter verweerster

08-05-1651:

Tusschen Thomas Jacobsz Schout gemachtighde van sijn moeder Ghijsbertgen Cornelis eijsscher ter eenre ende Jacob Gerritsz Rademaecker als man en vooght van Claesgen Claes verweerder ter andere sijde

10-06-1651:

Tusschen Michiel Hendricksz, Jan Hermansz, Meus Hermansz, Hendrick Sijmonsz mitsgaders Aeltgen Roelen eijsschers ter eenre ende Isaack Rutgersz verweerder; betreft gronddeling

10-06-1651:

Tusschen de weduwe van Jacob Thounisz eijsscher ter eenre en Claesgen Claes als nu getrouwt hebbende Jacob Gerretsz (Radmaecker) verweerder

10-06-1651:

Tusschen de questievan Claes Huygen de Swart gewesenen Schout tot huijsen en Claes Ghijsbertsz arrestant en eijsscher ter eenre Huijgh Aertsz gearresteerde en verweerder ter andere sijde

01-07-1651:

Schepenen condemneren Jannetgen Dircksz Weduwe van Jan Antonisch Rademaecker met de gesamentlijcke erfgenaemen van Gijsbert Jansz ter reeckening en betaling cum expense

26-06-1651:

Alsoo seeckere questie en geschil was ontstaen tusschen Jan Woutersz Bodt en Claes Ghijsbertsz als man en vooght van Marretghen Cornelis eerst getrouwt hebbende Jan Wichertsz noopende het vaders goedt van de huysvrouw (Eefgen Jans) van Jan Woutersz Bodt wesende een dochter van Jan Wicherts voornoemt enz

03-07-1651:

Evert Woutersz Bodt tot Laren

xx-07-1651:

Tusschen Jan Meijnsz, Rijck Pietersz (molenaersz tot Huijsen) eijsschers ter eenre en Wouter Willemsz molenaer tot Blaricum verweerder ter andere

03-08-1651:

Verclaren Schepenen tot Blaricum dat voor ons gecompareert sijn Stijn Jans de huysvrouw van Huygh Aertsz Smit tot Amersfoort geassisteert met Jan Claesz Smit tot Blaricum haer behoudt Swagher ende also bij Schepenen sentientie was gepromencieert tusschen Claes Huijghens de Swart (oude Schout tot Huijsen) ende Claes Ghijsbertsz xxxxx Huijgh Aertsz

1651:

Op versoeck van Leo Steffensz noopende den voeght van Luijtgehen Feecken wesende een dochter van Feeck Elbertsz Ordonneren Schepenen bij vonnisse als dat Willem Willemsz Vosch enz

04-10-1651:

Schepenen tot Blaricum dat voor ons ghecompareert sijn Jan Goossensz weduenaer van saliger Lijsbethjen Cornelis oudt ontrent 49 Jaer off daer ontrent en Angenietghen Jacobs dochter out ontrent 18 Jaren off daer ontrent en hebben op versoeck van Lambert Jan Aertsz woenend tot Huijsen verclaert dat Jan Goossensz huijsvrouw Lijsbetghen Cornelis voor haar overlijden ofte sterff xxx sieckelijck sijnde haer memorie sinnen ende verstande wel hebbende deels moeilijk leesbaar ... voor mijn suster Maertghen soo Roel Cleijn .... mijn susters NeeltgenLaren; Koptienden kinderen

08-10-1651:

Huwelijck sij bij desen eenen Iegelijck dient behoort als dat wij Timan Elbertsz, Hendrick Elbertsz voor haer selven Herman Michiels mede voor hem selve Willem Willemsz Vosch en Leo Steffensz als voeghden van Grietgen en Luijtgen Feecken/Fucken ?? mitsgaders Sijmon Hendricksz en Geurt Rijcksz als vooghden van Gerretgen Jacobs met haer suster met goede Minnen en Vrientschap schitinghe ende boelscheydinghe gedaen volchens seecler deyl soo als dat enz.

30-10-1651:

Tusschen Huijbert Lambertsz als Man en Vooght van Wichertghen Steevens eijsscher ter eenre en de erfgenaemen van Marretghen Willems verweerders ter andere wijzen Schepenen voorrecht als dat Wijchgertghen Stevens uyt aenghenomen boedel sal betaelt worden volghens de peen in haren eysch begrepen

27-11-1651:

Tusschen Anghes Ghijsbertsz eijsscher ter eenre ende Gerbert Jansz Coppen verweerder ter andere Schepenen Ordonneren bij vonnisse dat parthijen in presentie van Schepenen sullen reeckenen

22-01-1652:

34

Tusschen Pieter Adriaensz eijsscher ter eenre ende Claes Evertsz verweerder ter andere - Nopende xxx over het proces tusschen Claes Evertsz, Jannetgen Claes mitsgaders Neeltgen Rutgers en alsoo bij Arbijters daer over gheroepen noopende xxxx is ghedaen Ordonneren Schepenen bij vonnisse als dat Claes Evertsz de voeght van Jannetgen Claes en Rutger Cornelisz als man en voeght van Neeltghen Rutgers enz

3232

44

03-04-1652: Alsoo eenighe questie was ontstaen tusschen Lubbert Thimansz Puijck en Ghijsbert Jansz als man en voeght van Willemtghen Thimans d’Oude, Jacob Thimansz, Lambert Claesz Decker als man en voeght van Oetgen Thimans, Lambert Jansz Pangelaer als man en voeght van Willemtgen Thimans de Jonge, Bordt Rutgersz als man en voeght Butghen Thimas, Jan Ghijsbertsz als man en voeght van Jutghen Thimans haer gesamenderhandt sterck maeckende voor Crijn Thimansz haren Broeder ter eenre als samen erfgeaemen van Thiman Jorisz zaliger Lubbetgen Jans zijn huysvrouw , ende Jan Thimansz haren Broeder als mede erfgenaem des selfs ter andere sijde ende hebben partijen ten wedersijdts alle haeren questie ende gheschillen die sij met den anderen hebben uijtstaende

3232

45

06-05-1652:

Ghijsbertje Cornelis weduwe van saliger Jacob Thomasz Schoudt tot Blaricum

13-05-1652:

Wij Jacob Hendricksz Coster ende Hendrick Jacobsz zijne zoon, hem sterck maeckende voor sijn onmondige broeders en susters Rutghen Gijsberts, Rijck Gerretsz en Cornelis Gerreitsz als voeghden van onmonidge weeskinderen van Isaack Ghijsbertsz, Evert Cornelisz ende Evert ? Hendricksz alsoo samen landtghenooten van Hermen Meijnsz achter binnen landt. Betreft gronddeling. ... ende alsoo Ghijsbertghen Hendricks weduwe van Jan Hermansz Hattum woenden tot Huijsen

17-06-1652:

Alsoo seecker questie ende gheschil was ontstaen tusschen Lambert Willemsz Munnick als gemachtghde van de erfgenaemen van zalige Gerret Jansz Seylwever tot Amsterdam ter eenre ende Evert Woutersz Bodt als man en voeght van Aefghen Willemsz eerst huysvrouw van Aert / Aelt ? Meijnsz ter andere sijde enz

3232

3

3232

3

3232

5

3232

5

3232

5

3232

7

3232

8

3232

8

3232

10

3232

10

3232

13

3232

16-17

3232

18

3232

22

3232

26

3232

3232

47

3232

51

C:\...\STAMBOOM-TEKST\Archief-Hiversum\Oud Rechterlijk Archief–Blaricum en Laren/J.S.9.10.2015

Willemsz (molenaer)

1 / 49

Inv.nr. 3232

Blz. Nr.

OUD RECHTERLIJK ARCHIEF BLARICUM EN LAREN; SCHEPENROL 19-06-1652:

Claes Ghijsbertsz Singer, Rutger Isaacksz ende Lubbert Pietersz als voeghden van de onmondige weeskinderen van Ghijsbertghen Claes geprocrieert bij Hendrick Cornelisz de Oude sijn met malcander .... inder minne boedelscheiding ... als volght te weten dat de weeskinderen bij ‘t overlijden van Grietgen Pieters des voorsz weeskinderen bestemoeder (grootmoeder) voor haer bestemoeders goet sullen ontfangen ende ghenieten eerstelijck een ackertgen boulandts enz

26-06-1652:

Compareerde voor ons ... Schepenen tot Laren, Cornelis Ghijsbertsz Vos out Smit (tot Laren) ende bekende voor hem emde sijnde erfgenamen ghetransporteert te hebben alsoo hij ‘t transporteert bij desen bij handen van Lambert Lubbertsz sijnen erfgenaemen alle alsoo danige penningen als hem sijn competererende volghens sijn boeck te weten Lambert Claesz Decker f 12:5:-, Hendrick Lubbertsz f 5:1:0, Lambert Jansz Pangelaer f f:12:-, Wichert Gerretsz Ruijs ? f 15:18:-, Meyns Jacobsz f 10:10-, Jan Lamph Heijnen f 1:6:0,

16-12-1652:

Tusschen Willem Jansz Schaermeester (tot Blaricum) ter eenre en Hendrick Elbertsz verweerder ter andere

23-01-1653:

Wij Jan Quijrijnen ende Willem Anthonisz Schepenene tot Blaricum ... dat op huijden voor ons gecompareert is Evert Lambertsz de soon van Lambert Willemsz onse Buerman ... .... bij Lambert Willemsz voorts van Elbert Dircksz Raven gecocht ende alsoo Elbert Dircksz uijt landigh is ,,,,

01-02-1653:

Jan Crijnen ende Willem Anthonisz Schepenen; zelfde zaak als op 70-71

53

3232

55

3232

64

3232

70-71

3232

72

SAGV155.2, 3232, Beeldnr. 75; 12-03-1653: Compareerde voor ons Leo Steffensz ende Jacob Willemsz schepenen tot Blaricum Bartghen Gerritsz jongedochter dochter

3232

75

3232

76

3232

3232

3232

van Gerrit Huijbertsz belovende getransporteert te hebben aen handen Ellert Woutersz onsen buerman sijnen erfgenaemen gepreferreert te wesen ende te ontfangen naest seeckere schepenkennisse van f 100,- als Michiel Jansz op haer heeft te pretenderen mitsgaders f 19:19:0 competerende Pieter Jansz Laeckencopers tot Emenes, noch f 21:-:competerende de erfgenamen van Hendrick Rutgersz ende noch f 9:10:- competerende Jan Anthonisz Backer ende dan noch f 37:9:- aen interest competerende Thiman Steffensz ... .... heeft aengenomen aen handen Ellert Woutersz en sijnen erfgenaemen te voldoen 17-03-1653:

Compareerde voor collegium van Schepenen tot Laren Jacob Pietersz Stijfcoop onsen Buerman

76-77

27-02-1649: COPIE, Onder conditie ende expressieve voorwaerden sijn op huyden den 27 e february anno 1649 in ‘t vrientlijck veraccordeert gheschift ende ghescheijden Eeffgen Willemsz geassisteert met Evert Woutersz haeren wettelijcke ende voeght van haer selve ter eenre, ende Claes Meijnsz ende Lambert Jansz als Oommen ende Bloetvoeghden van Eefgens ses (6) onmondighen weeskinderen geteelt en gheprocrieert bij saliger Eelt Meijnsz mit name Claes, Aert, Evertghen ?, Meins, Willem, Aelt Eeltsen ter andere ..... Voorts ses kinderen voor haers vaders goetxxx portie ende ghedeelte en sullen hebben competeert ende sullen ghenieteten eens de somma van seven hondert carolische guldens aen gelt dan van Claes Eelten om redenen hij is innocent en een soetskindt competeert ende sal hebben twee hondert carolische guldens ende de andere vijff voornoemde kinderen elck eens hondert gelijck .... dat de drie kinderen van Eefghen voornoemt mit namen Meyns, Willem en Aert Eeltsen als mede Cornelis Eertsz ‘t onmondige weeskint van Evert Woutersz gheteelt en gheprocrieert bij Neeltghen Dircksz ghenatuteert ende ghequalificeert waeren en Ambacht te leeren elck sijn sin ende ghelegentheyt dat selve bij Eert Woutersz en Eeffgen Willemsz samen gemeen boel gelastende te gedraghen sullem worden

77

27-03-1653: Compareerden voor ons ... Schepenen tot Laeren Evert Woutersz Bodt ende Aefgen Willems sijne huijsvrouw buurluyden ende bekenden voor haer en haren erfgenaemen wel ende deughdelijck schuldigh te wesen de ses voor-kinderen van Aefghen Willemsz geprocrieert bij Aelt Meynsz haeren overleden man ofte Lambert Jan Aertsz en Antonies Jansz Coppen als voeghden van de weeskinderen voornt. Ende vanweghe de weeskinderen voornt. De somma van f 700,- tot f 20,- per jaer gereckent spruijtende ter canse van seecker accoort eindelylick gepasseert in dato 27-02-1649 enz ... als een huys ende hoffste gelen tot Laeren ...

78

SAGV155.2, 3232, Beeldnr. 78; 27-03-1653: Compareerden voor ons Hendrick Pietersz Schout, Claes Pietersz ende Cornelis Aelten Schepenen tot Laren Bartghen Gerriets de dochter van Gerret Huybertsz belovende en verclaerde voor aer ende haeren erfgenaemen opghedraghen ende ghetransporteert te hebben aen handen Herman Claesz sijnen erfgenaemen geprefereert te wesen maest seckere schepenen kennisse van f 100,- als Michiel Jansz op haer heeft te pretenderen mitsgaders f 19:19:0 competerende Pieter Jansz Laeckencopers tot Emenes, noch f 21:-:- competerende de erfgenamen van Hendrick Rutgersz ende noch f 9:10:competerende Jan Anthonisz Backer ende dan noch f 37:9:- aen interest competerende Thiman Steffensz ... mitsgaders noch f 9:12:0 met den Intrest van dien competerende Ellert Woutersz ende dat op het derde termijn van coop van seecker hs ende landt annex staende ende gheleghen tot Blaricum bij Jacob Lamphsz van Bartghen Gerrets voornoemt ghecocht

3232

79

3232

81

3232

85

3232

85

3232

89

3232

89

31-02-1653:

Tusschen Evert Woutersz Bodt eijsscher ter eenre ende Eert Willemsz als vooght van de eijsschers onmondige weeskinderen ter andere sijde .......... hij sijn tweede huywelijck soude doen ......

18-08-1652:

Compareerde voor ons ... Schepenen tot Laren, Anthonis Jansz weduwenaer van Grietghen Pieters ende verclaerde getransporteerd te hebben aen hand van Jan Willems sijn swaegher ofte sijne erfgenaemen alle alsoodanighe penningen als hij comparant uyt seeckere schepenkennisse heeft te pretenderen op Aefghen Willems en Eert Woutersz Bodt ...

12-06-1653:

In conditie ende voorwaerden hier naer beschreven sijn Cornelis Jacobsz gheassisteert met Wijgert Jacobsz sijne Broeder ter eenre , Gerret Jansz d’Oude, Gerret Jansz de Jonge mitsgaders Huijbert Hendricksz als Oomen ende Bloetvoeghden van de kinderen van Cornelis Jacobsz ter andere sijde ende hebben partijen met goede minne ende vrientschap schiftinghe en boedelscheidinghe ghedaen tusschen Cornelis Jacobsz voornt. Ende kinderen voorneomet

12-06-1653L Huwelijkscontract.... als dat wij Wijchert Jacobsz als Broeder van Cornelis Jacobsz Bruijdegom, Gerret Jansz d’Oude en Gerret Jansz de Jonge als huwelijcx luijden van Hendrickge Ghijsberts Bruijt ter andere sijde .... 04-07-1653:

Compareerden voor ons Jacob Willemsz ende Anthonius Brechtersz Schepenen tot Blaricum, Aert Hendricksz oudt 68 ende Gerret Jansz oudt 40 jaeren off daer ontrent, onse buijrluijden gheloofwaaerdighen personen hebben ter gerechterlijcken versoeck van Oude Adriaen Cornelisz woenende ontrent Gouda in ‘t Landt van Steyn verclaeret getuijght en gheassisteert alsoo bij hoe waer is eerstelijck verclaert Aert Hendricksz dat het is ghebuert ontrent elff ofte twaelff jaeren gheleden sijnde dat hij ghetuyghe was van Bartholomeus Bartholomeusz ende sijn huysvrouw vanweghe Adriaen Cornelisz Coster een seecker stuckgen landt van oudts ghenoemt Adriaen Cornelisz

14-07-1653:

Tusschen Willem Jansz Mets eijsscher ter eenre en Ellert

Woutersz verweerder rer andere sijde ...


2 / 49

Inv.nr.

Blz. Nr.


3232

91 29-09-1653:

3232

3232

....... sij bij dese ..... dat wij Jacob Ghijsbertsz Backer secretaris tot Huijsen ter eenre Ghijsbert Jacobsz Backer sijnen soon geprocrieert bij Mattgen Claes sijn overleden huysvrouw geassisteert met Claes Ghijsbertsz sijn Oom en Bloetvoeght in deser ter andere sijde en hebben wij wedersijden met goede minne en vrientschap schiftinghe en deelinghe gedaen .... Tusschen Willem Jansz Mets eijsscher ter eenre ende Ellert

Woutersz verweerder ter andere sijde alsoo In Juditio

niet een xxxx dat Ellert Woutersz administraetschap van sijn susters often broeders heeft ghehadt Schepenen geledt xxx delijberatie op ‘t gheen te letten stondt niettemin condemneren Ellert Woutersz te betaelen aen handen van den eijsscher voor soo veel sijn portie mae capitael ?bedraeght met compensatie van costen

92 29-09-1653:

....soo hebben wij Claes Willemsz Buermeester ende Schepenen indertijt (Blaricum) nevens Willem Anthonisz ende Herman Hermansz Kerckmeesters indertijt ter eenre enden Pieter Gerbertsz Cruijff Cleijn Smit ende uijrwerckmaecker tot Huijsen aengegaen een wettelijck acoort ....betreft reparatie van ‘t uijerwerck tot Blaricum te maecken een nieuw bladt van ‘t slaghwerck en eenen nieuwe loopschijff .. (Handtekening: Pieter Gerbertsz Cruijff)

28-02-1654:

Op ‘t versoeck van de behoud-Oomen ende Bloetverwanten van de nagelaren kinderen van Elbert Dicksz Raeven geprocrieert bij Willemtghen Gerrets sijn eerste overleden huysvrouw soo is ‘t dat wij schepenen ende gherechten tot Blaricum authoriseren ende stellen tot gherechterlijcke voeghden over de kinderen en kindtskinderen van Elbert Dircksz Raeven voorsz Leo Steffens en Jan Bartholomeusz onse buijrluijden omme deselve te hebben het bewindt en administraetschap over soo wel moederlijck als vaderlijcke goederen, voorts ‘t sij waer deselve gelegen sijn soo ver in ‘t Coninckrijck van Vranckrijck als anders geen provintie ofte niet uijtgesondert ....

09-03-1654:

.. Schepenen tot Blaricum ...... bij desen dat huijden voor ons ghecompareert is BETGHEN Hendricks jonghe dochter weesende en nagelaten kindt van Hendrick Anthonisz geprocrieert bij Lijsbet Meijns ende heeft in onser presentie verclaert alsoo sij tegenwoordigh bij haer moeder en behoud stieffvader Lambert Jan Aertsz in woenende .....

9-03-1654:

Tusschen Willem ende Pieter Anthonisz als voeghden van BETGHEN Hendricks ende Lambert Jans Aertsz verweerder ter ander.....

13-04-1654:

Compareerden voor Gerechte van Laren en Blaricum Willem Willemsz Vos als momber (voogd) van Luijtgen Feecken onmondig naegelaten kind van Feeck Elbertsz en Meijntghen Goossensz te repliceren op en jegens den antwort bij Pieter Jacobsz Man gedhaegde ......

27-04-1654:

Tusschen de voor-kinderen van Cornelis Thomasz ter eenre ende de voeghden van de nae-kinderen van voorsz ordonneren Schepenen dat de voeghden van de nae-kinderen sullen maecken staet van de Boedel als deselve xx bij ‘t overlijden van Merritge Gerrets des voorsz voor-kinderen en overleden moeder ......

27-04-1654:

Tusschen Willem ende Pieter Anthonisz als voeghden van RUTGHEN Hendricksz eijscher ter eenre ende Lambert Jan Aertsz verweerder ter andere sijde

01-06-1654:

Lambert Jan Aertsz als ghetrouwt hebbende Lijsbet Meynsen excipient CONTRA Willem Anthoniusz en Pieter Anthoniusz als voeghden van BETGHEN Hendricks des-excipients huijsvrouws-dochter geprocrieert bij Hendrick Anthoniusz ..... Tusschen Dirck

92-93

3232

99

3232

99

3232

100

3232

101

3232

102

3232

102

3232

103

3232

117

08-03-1655:

3232

117

23-03-1655: Compareerden voor Schepenen tot Blaricum Jan Jansz ende Grietghen Ghijsberts sijn huysvrouw

3232

117

3232

118

3232

119

3232

Jansz DE GHOYER Schoudt tot Laren

12-05-1655:

.... Dirck Rutgersz desisteert ende affstandt doet van alle sijne goederen die hij tegenwoordigh is hebbende so roerende en onroerende ende Landt, Sandt, goudt sliber meubelen tot behoeve van Gerbert Anthonisz sijn swagher

19-04-1655:

Uijt Crachten van schuldenaeren xxxxxx Thomasz tot ELLERT Woutersz CRAMER geselt soo hebben wij Thomas Jacobsz Schoudt ende secretaris doen versoecke van Ellert Woutersz de goederen xxx; volgt opsomming kleine armzalige inboedel

21-04-1655:

... Schepenen tot Blaricum voor ons gecompareert sijn Anthonius Ebbensz oudt 74 ende Dirck Rutgersz oudt 70 Jaren mitsgaderes Hendrick Freecken ?? oudt sestich ? Jaren off daer ontrent

120

13-05-1655:

Rechtdagh Laren; Tussen Dirck Jansse

3232

121

24-05-1653:

Dirck Jansz D’Goeijer Schoudt tot Laren

3232

122

24-05-1653:

aen Cornelis Claesz hem is sendende een Naerden

3232

123

3232

125

3232

126

04-06-1655:

de Goeijer Schoudt (onduidelijke schrijfwijze naam) schip geladen met vijftigh ton ??....... ; Hendrick Jan Coppen Schipper tot

Also in Judicio is verschoont seecker Advijs van de Advocaten Cornelies Kop ? En Jacob Lanfi?? Advocaten in de Stadt Amsterdam tusschen de questie van Dirck Jansz de Goeijer Schout tot Laren eijser ter eenre ende Gerret Jansz hem burgh gepresteert hebbende xxx eenighs jonghe dochters verweerder ter ander sijde ... moeilijk leesbaar

20-09-1655:

Tusschen Gerbert (Rijcksz) ende Cornelis Rijcksz als mannen ende voeghten van Mattgen ende Steffentghe Hendricks mitsgaders Willem Willemsz Vos als voeght van Geertghen Hendricks eijsscher ter eenre ende Jacob Han Schessel ? als voeght van Jannetgen Huijbertsz verweerder ter andere sijde ...

22-09-1655:

Lubbert Cornelisz Robol

02-01-1656:

...... in mijn presentatie heeft Jacob Lamphsz aen hande aen Gerret Lubbertsz als man ende voeght van Bartgen Gerrets van de coop van ‘t huijs en landt annex then volle voldaen ....Jacob ran Ghessel secretaris

3232

130

3232

131

24-01-1656:

Tusschen Jacob Hendricksx Coster arrestant eenre en Daniel Hulst gearresteerde ...

3232

132

14-02-1656:

Laren... gecompareert Trijntghe Jans huijsvrouw van Roel Rutgersz ....

3232

133

11-03-1656:

....

3232

133

20-03-1656:

Schepenen condemneren Ellert Woutersz tot Blaricum te betaelen aen hande de Weduwe van Jacob Sijmons geweest in sijn leven waghenmaecker ??? in Naerden de somma van f 22:8:0 cum expense

Dirck Jansz D’Goeyer Schoudt tot Laren......


3 / 49

Inv.nr.

Blz. Nr.

3232

136

3232

137-b

3232

3232

3232

02-07-1651:

Folio 4-5; Huwelijksakte; .. Hoe dat wij Claes Lambertsz ende Frans Claesz als huwelijclsluijden van Hendrick Anthonisch Bruijdegom ter eenre ende Cornelis Isaacksz als vader van Mattghen Cornelis Bruijt ter andere sijde hebben besloten een vast en wettelijck huwelijck in conditie s en voorwaerden als volght ........ende alsoo Hendrick Anthonisz drie (3) voor-kinderen heeft geprocrieert bij Petertghen Frans wesende een dochter van Frans Claesz voornoemt

15-08-1651:

Folio 10-11; Huwelijksakte: ... hoe dat wij Claes Claesz als bestevader ende Hendrick Claesz ende Willem Dircksz als Oomen van het onmondige weeskindt van saliger Ghijsbert Claesz geprocrieert bij Swaentghen Leeuwen dochter ter eenre ende Leo / Leeuw Willemsz als vader van Swaentghen Leeuwen voornoemt mitsgaders Pieter Jacobsz tegenwoordigh toecomende man van Swaentghen voornoemd geassisteert met Lubbert Gerretsz ter andere sijde ende sijn met goede minnen ende vrientschap met malcanderen veraccordeert ende overeengecomen nopende bewijsen van ‘t voorsz weeskindt zijnes overleden vadersgoet .......het voorsz weeskind met name Ghijsbert Ghijbertsz sullen opbrenghen in Cost.....

14-09-1651:

Folio 13-14: Testament: Compareerden op huijden voor ons Antonis Jansz ende Jan Lambertsz Verwer Schepenen tot Blaricum Lijsbetghen Cornelis dochter onse buervrouw sieckelijck van Lichaem doch gaende en staende haere sinnen verstandt en memorie ..... legateert aen Angenietgen Jacobs jonghe dochter bij haer comparant inwoenende een somma van f 100,- mitsgaders een bed met sijn toebehoeren alsoock haer beste swarte lijfgen ....... voorts legateert sij ... oninteressant

28-10-1651:

Folio 14-15: (ERRATA/doorgehaald); Compareerden voor ons Antonis Jansz Rutten ende Ghijsbert Cornelisz Schepenen tot Blaricum Hendrick Wernaertsz onse buerman ende bekende voer hem en sijne erfgenaemen verclaerde wel

143-144

3232

145

3232

145

3232

147-148

3232

Folio 1; Huwlijckxman Huwelijksakte, moeilijk leesbaar (onscherp) ; Ter eeren Goden Almachtigh .... dat Mr. Jan Ghijsbertsz Decker als van Gerret Hendrickszsoon Bruijdegom ter eenre ende Jan Ebbertsz als Broeder, Lubbert Cornelisz als Oom van Goossentghen Ebberts dr. Bruijt ...

141-142

144

3232

25-04-1651:

139

3232

3232

OUD RECHTERLIJK ARCHIEF BLARICUM EN LAREN; SCHEPENROL SAGV155.2-3232 Beeldnr. 136; 28-05-1656: Verclare ick Matghen Jacobs dochter, suster van den Collechie Thomas Jacobsz Schoudt ten versoecke van Anthonij Quijrijnen als dat de soon van Anthonij Quijrijnen op den 27 Mat 1656 de pachter Jacob Vrancken de secretaris Anthonis Jansz Coppen en mijn Broeder .....

ende deughdelijck schuldigh te wesen Ellert Woutersz onse mede buerman sijne erfgenaemen en ofte den rechthebbende de somma van f 46 te betaelen ....... 05-11-1651:

Folio 16-17; Huwelijksakte: Wij Willem Pietersz de Goeijer ter eenre ende Neeltghen Jans jonghedochter geassisteert met Jaeckghen Peter Willemsz ter andere sijde hebben beslooten een wettelijck huwelijck in maniere en conditien als volght.....

23-11-1651:

Folio 17; Aanvulling Huwelijksakte: Volghens dese huwelijckse Voorwaarden van Datum den xx November 1651 Opgherschttus XXiii (23) Willem Pieterszx de Goeijer Bruijdegom ter eenre ende Neeltgen Jans Jonghe Doghter bruijt geassisteert met Jaeckgen Peter Willemsz ter andere sijdennoopenden de nominatie van de goederen ten wedersijds in het voorsz huwelijck aengebracht omme alle questien en onheijlen voor te comen die daer uijt souden moeghen..... eerstelijck soo brenget Willem Pietersz de Goeijer Bruijdegom aen Neeltghen Jans zijn toecomende huysvrouw De somme van Vijff thien honderd karolische guldens aen ghelt alwaer hij sijn kindt genaemt Pieter Willems zgeprocrieert bij Grietje Jacobs sijn eerste hutsvrouw uytkere de somme van Vijffhondert karolishe guldens - ende dat voor sijns moeders goet hier teghens soo brenght Neeltgen Jans aen Willem Pieter haeren toe coemende man de somme van drie hondert karolische guldens aen gelt

17-12-1651:

Folio 21-21; Aanvulling Huwelijksakte: .... dat wij Peter Cornelisz als vader van Cornelis Pietersz ter eenre en Ghijsbert Ghijsbertsz als vader van Willemtghe Ghijsberts dochter ter andere sijde over eenighe jaeren herwaerts hebben besloten eenvast en wettelijck huwelijck (er stond doorgehaald Goossentghen Ghijsberts)

26-01-1652:

Folio25-26; Testament: ....... voor ons Antonius Jansz Rutthen ende Jan Lambertsz Verwer Schepenen tot Blaricum in eijghener persoon ghecompareert en verschenen sijn Jacob Otten Smit ende Ghijsghen Gerretsz sijne huysvrouw echteluijden .... alsoo Ghijsghe Gerrets twee (2) voor-kinderen was hebbende wel expresselijck is gheconditioneert en bedongen alsdat de voorkinderen ende de kinderen sij comparanten bij malcanderen ........... haeren kinderen namentlijck Soetghen Ghijsberts en Annetgen Ghijsberts voor-kinderen van Ghijsgen Gerrits, mitsgaders Willemtghen Jacobs, Otto Jacobsz en Gerret Jacobsz ofte desselfs kinderen...............Voorders alsoo Soetghen Ghijsberts, Annetghen Ghijsberts ende Willemtghen Jacobs sijn ghetrouwt

27-01-1652:

Folio 27; Compareerden voor ons Gerret Jansz ende Claes Pietersz Goosz Schepenen tot Laren Antonis Jansz ende Grietghen Pieters Goosz sijn huijsvrouw ende verclaeren dat volchens seecker testament bij Pieter Goosz in sijn leven Schoudt tot Laeren haer vader ghemaeckt als seecker Advijs bij rechtsgeleerden ter stede Amsterdam ..... te weten dat f 300,- staende inttrest aen Aeffgen Willemsz huysvrouw van Evert Woutersz Bodt volgens testament en advijs...

08-03-1652:

Folio 27-28; Compareerde voor ons Hendrick Petersz Schout ende Isaack Mathijsz ende Rutger Isaacksz Schepenen van Laren, Frans Claesz als voeght van de onmondige weeskinderen van zaliger Hendrick Cornelisz geprocrieert bij Ghijsbertje Claes, Goossen Lambertsz als voeght van Ghijsbertje Claes voorsz Anghen Jansz als voeght van de onmondige kinderen van zaliger Jacob Jansz sijne broeder en hebben opgedragen aen handen van Jan Jan Jacobsz zijne erfgenaem een huys ...

02-04-1652:

Folio35-36; Testament: Wij Jan Crijnen ende Willem Anthonisz Schepenen en Willem Hendricksz Buerman tot Blaricum compareerden voor ons Jacob Ghijsbertsz onse buerman sieckelijck te bedde ligghende doch volcomen bij sinne en verstant ... Testamenteur expresselick dat Pieterghen Jacobs ende Machteltghen Jacobs beijde sijne jonghe dochteren haer ghedeelte van haer vaderlijcke erffenisse sullen ontfangen ende ghenieten elcks de somma van f 100,- ..... en dat Hendrickghen Pieters dochter bij hem testateur is woenende en hem ghetrouwelijck dienende zal ontfangen boven haer loon de somma van f 25,-

28-05-1652:

(doorgehaalde akte) Compareerden voor ons Schepenen tot Blaricum Willem Rutgersz Molenaer tot Eemenes ende bekende sijne erfgenaemen deughdelijck schuldigh te wesen Geertgen en Engheltghen Wouters naegelaten weeskinderen van Hillitghen Jans eerste huysvrouw was van Wouter Willems teghenwoordigh moelenaer tot Blaricum de somma van f 700,-

149-150

150

150-151

3232

154

3232

156


4 / 49

Inv.nr. 3232

Blz. Nr.

157

3232

158

3232

25-07-1652:

Folio 40: Wij Hendrick Pietersz Schoudt Amelus Willemsz en Rutger Isaacksz Schepenen tot Laren oirconden dat op heden voor ons ghecompareert is Jacob Gijsbertsz Backer Buerman en Secretaris tot Huijsen ende bekende voor hem en sijne erfgenaemen getransporteert te hebben aen Marria Jans Weduwe van Jan Thomasz in sijn leeven Rademaecker tot Huijsen seecker maetlandts gheleghen op Larermaet

18-08-1652:

Folio 42: Wij Schepenen tot Blaricum oirconden dat op huyden voor ons gecompareert is Jan Cornelisz Vliegher de Jonghe onse Buerman en bekende getransporteert te hebben in handen van Wouter Willemsz Molenaer onses dorps een seecker huys en hoffstede

28-09-1652:

Folio 43: Testament. Voor schepenen tot Blaricum compareerde Grietghen Ghijsberts dochter onse buervrouw sieckeleijck enz. Eerstelijck dat al haere susters en broeders kinderen de te ontruimen goederen. Haer suster Hendrickghen Ghijsberts van haer goederen sal genieten een kindsdeel en nog f 100,-. Lubbert Ghijsbertsz haer broeder ofte eenigh van sijn kinderen weder te lande quam ....

27-10-1652:

Folio 44: Testament. Schepenen tot Laeren oirconden Mr. Floris Cornelisz van Vianen onse buerman Cathalina van Cornelis van Vianen f 200,- ontfangt aen Petronella van Vianen, Maria van Vianen ende Adriaentgen van Vianen doghters van Louwijes Cornelisz van Vianen sijn broeder, elck f 10,-. En noch aen Stijntghen Aelten dochter van Aelt Willemsz, Barbara Hendricks dochter van Hendrick Reijersz en Marritje Lubberts dochter van Lubbert Reijers al sijne te ontruimen goederen

16-11-1652:

Folio 44-45: Testament. Schepenen tot Blaricum oirconden Suysghen Wicherts ojnghe dochter onse Buermaecht met Rutgher Lubbertsz haeren voeght, sieckelijck enz. Eerstelijck dat Eefghen Jans ende Wichert Janssen kinderen van Jan Wichertsz haeren Broeder ende Ghijsbertghen Hendricks en Jan Hendricksz kinderen van Jannetghen Wichertsz haer overleden suster na ‘t overlijden van haer comparante uyt handen van Lamphe Gerretsz en Reyertghen Wijcherts haer comparante Swaegher ende suster elck f 100,- ontfangen en wat overschiet aen Lamph Gerretsz ende Reyertghen sijn huysvrouw ...

16-01-1653:

Folio 50-51: Schepenen tot Blaricum oirconden Willem Willemsz Vosch als voeght van Hendrick en Jacob Pietersz alsmede volmacht hebbende van Hendrick Meusz, Jacob Meusz ende Hendrick Jansz als behoud swaghers van Hendrickgen Jans saliger hebben getransporteerd aen handen van Willem Anthonisz onse buerman van seecker boulandt

16-01-1653:

Folio 51-52: Schepenen tot Blaricum oirconden Willem Willemsz Vosch als voeght van Hendrick en Jacob Pietersz alsmede volmacht hebbende van Hendrick Meusz, Jacob Meusz ende Hendrick Jansz als behoud swaghers van Hendrickgen Jans saliger, bekenden haer getransporteert te hebben aen handen van Hendrick Rutgersz onse buerman en sijne erfgenaem van seecker boulandt

18-01-1653:

Folio 53: Compareerde voor ons Willem Anthonisz ende Bordt Hendricksz Schepenen tot Blaricum, Jan Fransz onse buerman en bekenden schuldigh te wesen Anna Evertsz laest weduwe van Marthen Willemsz onse buervrouw van f 100,-

18-01-1653:

Folio54: Compareerden Schoudt en Schepenen tot Blaricum, Jan Fransz, Jacob Coppen de Jonghe ende Ellert Woutersz onse buerluijden sich sterck maeckende voor hare verdere susters ende broeders erfgenaemen van Eijba Ghijsberts haer salighen moeder en schoonmoeder ende bekenden als uyt crachte voorn. verhaelt voor

159

160

3232

160-161

3232

164

3232

164-165

3232

165

3232

Wij Schepenen tot Blaricum oirconde dat op huyden voor ons gecompareert sijn Meijns Hendricksz voor hem selve Gerbert Rijcksz als man en voeght van Mattghen Hendricks ende Cornelis Rijcksz als man en voeght van Steffentghen Hendricks, Willem Willemsz Vosch als voeght van Aertghen ? Hendricks .... hebben in vrije eigendom gegeven een lave moelen vrij staende ende geleghen tot Blaricum aen ???

156

3232

3232

OUD RECHTERLIJK ARCHIEF BLARICUM EN LAREN; SCHEPENROL xx-6-1652:

166

haar en haren erfghenaemen ghetransporteert te hebben ... aen handen Meeuwis Hermansz en sijnen erfgenaemen de proprieteyt ende rechten vrije eyghendom van seecker huys ende camp staende tot Blaricum alwaer Elbert Dircksz ten westen ende Claes Jansz Pangelaer ten suyden naest behuyst ende ghelandt sijn ............. 21-01-1653:

3232

166-168

Akte 53, Testament, Blaricum, Herman Jacob Jansz wat sieckelijck ....aan sijn kinderen sullen gedeelt worden .... Eerstelijck Seusghen//Suysghen / Suytghen Hermansz : land. Steffen Hermansz: land en f 100,-. Sijne verdere goederen worden ghedeelt bij Jan Hermansz 1/4-part, Meus Hermansz 1/4-part, Suysghen/Seusghen Hermans 1/4 part ende Willemtgen Hermans 1/4part

3232

169-170

3232

170

3232

171

3232

171

3232

172-173

21-02-1653:

Akte 59; Huwlijksakte. ... hoe dat wij Jan Goosz als Bruydegum ter eenre ende Eijbetghen Jans geassisteert met Gerrit Jansz haeren broeder als Bruyt ter andere sijde . Jan Goosz brengt in huys, hoffstede ende vampghen annex, noch een acker boulandts, ... vee, f 200,-. Eybetghen Jans brengt in f 200,- staende aen Jan Roelen Bollebacker tot Hilversum, noch f 25,- staende aen Aeltghen Cornelis Thijsz, noch f 20,- dat sij bij haer hebbende is, een ackertje en weefgetouw

12-03-1653:

Folio 60: Voor Schepenen tot Blaricum compareerde Bartghen Gerrets jonghe dochter de dochter van Gerret Huybertsz verklaarde te transporteren aan handen van Jacob Lamphsz seecker huys en landt annex staende tot Blaricum...

21-04-1653:

Folio-61; Compareerde voor ons Hendrick Pietersz Schoudt, Claes Pietersz en Reijer Lubbertsz Schepenen tot Laren, Pieter Claesz Singhen onse buerman ende bekende schuldgih te wesen aen Jan Aertsen Lackencooper tot Emenes f 7,- ...

25-04-1653:

Folio 62: ... tot Laeren verclaerde Huybert Cornelis Cleur onse buerman transporteert aen handen Mr. Timan de Saijer onse mede buerman een stukje vrij ende onbeschaert landts

11-05-1653:

Folio 63-65, Testament: .... tot Laren gecompareert is Cornelis Thomansz onse Buerman doch sieckelijck te bedde leggende....expresselijck geconditioneerd dat sijn NAE-kinderen gheprocrieert bij Vijtghen Jacobs sijne laetste huysvrouw met naemen Marritgen Cornelis, Claes Cornelisz, Machtelt Cornelis, Bijtghen Cornelis, Willemtghen Cornelis, Bordt Cornelisz ende Jacob Cornelisz eerst vooruyt op de boedel sullen trecken elck de domma van f 225,- en dat voor haer overleden moeders goet. Daerna institueert hij testateur in sijne nae te laeten bij ontruyming nae te laten goederen eerstelijck Willem Cornelisz, Jannetghen Cornelis, Jacob Cornelisz, Thomas Cornelisz, Ghijsbertghen Cornelis sijn VOORkinderen gheprocrieert bij Marritghen Gerrets sijne testateurs eerste huysvrouw mitsgaders Merritghen Cornelis, Claes Cornelisz, Machtelt Cornelis, Bijtghen Cornelis, Willemtghen Cornelis, Bordt Cornelisz, ende Jacob Cornelisz ofte haeren kinderen bij representatie


5 / 49

Inv.nr.

Blz. Nr.

3232

173

3232

173

3232

174

3232

175-176

3232

177

3232

177-178

3232

178


Folio 64; Huwelijksakte. Wij Herman Hermansz ende Hendrick Hermansz als Bruydegum ter eenre ende Rut Lubbertsz als vader mitsgaders Gerbert Rijcksz als susterlingh van Rijckgen Rutghers Bruyd ter andere sijde ...dat de voorsz jongheluijden met Rutgher Lubbertsz ende sijne noch twee dochters in ghemenen boedel sullen blijven sitten , .....,ende f 20,- die Willemtghen Rutghers sijn jongste dochter vooruyt sal genieten .....

04-06-1653:

Folio 65; Laeren; Lamph Lamphsz en zijn zoon Hendrick Lamphsz

13-06-1653:

Folio 66; Laeren; ...............Bijtghen Jansz weduwe van zaliger Pieter Hendricksz onse buervrouw geassisteert met Jan Pietersz vader in desen en als voeght en bekende schuldigh te wesen aen Claes Hendricksz ende Jan Hendricksz ende haeren erfghenaemen f 100,- ...........

19-11-1653:

Akte/Folio 68; Huwelijksakte: .... wij Jan Peter Heynen als Bestevader, Hendrick Aelten als schoen- ofte behoudvader, Jacob Lambertsz Peet als Oudoom en Bloetvoeght, Peter Tijman Lambert Reijntghers als behoudoom van Gerret Lambertsz Spelt als Bruydegum ter eenre, ende Lambert Jansz Pangelaer als vader, Claes Jansz als Oome, Gerret Jansz als behoude Oom, Roel Rutgersz van Grietghen Lamberts als Bruijt ter andere

26-11-1653:

Foilo 70: Blaricum, Testament Jan Goosz: aan de Armen van Blaricum f 400,-

30-11-1653:

Folio 71: Voor Schepenen van Laren compareerden Jan Anthonisz ende Hendrick Jacobsz buerluijden tot Emenes als voeghden van de onmondige kinderen van zalige Griet Anthonis mitsgaders Jacob Gerretsz ende Jan Gerretsz voor haer selve soonen van Grietghe voorsz. Ende verclaerden te transporteren aen hande van Ghijsbert Ghijsbertsz Smit onse Buerman seecker huys en hoffstede gelegen tot Laren

01-12-1653:

Folion72, Testament: Schepenen tot Blaricum waren op verzoek bij Jan Goosz onse buerman sieckelijk sijnde .... en verclaerde als dat hij Angerintgen Jacobs dochter uyt goede genegenheyt loon uitetaald à f 100,-

3232

178-179 08-12-1653: Folio 73; Blaricum, Testament Gerard Cappit en Geertruijt van Dans echteluyden.

3232

179-180

3232

180-181

3232

181

3232

182

3232

182

3232

183

3232

183-184

3232

184-185

3232

10-12-1653:

Folio 74; Compareerden voor ons Dirck Ebbertsz ende Gerret Aertsz Schepenen tot Huijsen, Dirck Jansz en Marritghen Jans egteluijden onse buerluijden ... ende koos Marritghen Jans weder tot haer voeght Jacob van Ghessel secretaris tot Blaricum

14-02-1654:

Folio 75-77: Testament, Blaricum, Compareerde Anthonis Ebben onse buerknecht .... tot sijne universele erfgenaemen Anna Willems dochter ende Elbertgen Willems dochter ende Pietertgen Claes dochters sijne susters kinderen mitsgaders Willem Gerretsz Brouwer sijne susters soons kindt ................... dat Willem Gerretsz Brouwer ende Jan Thomasz Groen als man en voeght van Anna Willemsz .....

23-10-1654:

Dirck Jansz De Goeyer Schoudt tot Laren; Handtekening: D. Jansz de Goijer Schout

09-03-1654:

Folio 79: Laren, Cornelis Isaacksz transporteert aen handen van Roel Rutgersz sijne erfgenaem de proprieteyt van stuckgen boulandt

09-03-1654:

Folio 80: Schepenen tot Laren oirconderen en kennen dat op huijden voor ons ghecompareert sijn Claes Jansz Pangelaer ende Antonis Jansz Ruthen onse mede-schepenen tot Blaricum en verclaerden last hebbende van Jacob Rutgersz ende Anthonis Brechtersz buerluijden tot Blaricum als erfgenaemen van Pietertgen Jans haer behoude suster omme uijt haer naem te transporteren seecker huijsgen staende en nevens de behuijsinghe van D. Mr. Floris Viaenen aen hande van Stijntghen Aelten jonghe dochter ende haeren erfgenaem ... rommelig

14-04-1654:

Handtekening: D. Jansz de Goijer, schout tot Laeren

18-04-1654:

Folio 82-83; Huwelijksakte: Wij Michel Hendricksz als vader, Jacob Hendricksz Coster als Oom ende Frans Jacobsz als behouden Oom van Herman Michielsz Bruijdegum ter eenre, Herman Jacobsz als vader, Jan Hermansz ende Mewis Hermansz als Broeders van Suysghen Hermans Bruydt ter andere sijde hebben besloten vast ende wettelijck huywelijck tusschen beijden Jongeheluyden. Herman Michielsz brengt in obligatie van f 840 op Adriaen Cornelisz in, noch twee (2) obligaties van f 400,- en f 25,- op Cornelis Geerloofsz tot Bunschoten, noch een obligatie van f 525,- op Reijer Geerlofsz tot Bunschoten, noch obligatie op Ghijsbert Cornelisz Dop tot Emenes van f 500,- en nog diverse anderen....

24-04-1654:

Folio 84-85; Huwelijksakte: Wij Ebbetghe Thimansz als moeder van Rutger Hendricksz haeren soone als Bruijdegum ter eenre en Gerbregh Crijnen als moeder van Aertgen Pietersz als Bruijt ter andere sijde; Rutger Hendricksz brengt via zijn moeder in Maetlandts en andere ackers en Aerten Pieters via haer moeder eveneens land.

29-04-1654:

Folio 86-87: Huwelijksakte .. Wij Goossen Lambertsz als vader , Isaack Mathijssen als Broeder van Ghijsbert Goossensz als Bruijdegum ter eenre en Jan Quijrijnen (Jan Crijnen) als vader, Anthonij Quijrijnen (Tonis Krijnen) als Oom van Brantghen Jans als Bruijt ter andere besloten tot een vast en wettelijkc huwelijck; van beide kanten wordt land ingebracht

02-05-1654:

Folio 88-89; Huwelijksakte ...Wij Jan Jansz Vosch als Broeder, Jan Meijnsz als Swagher, Herman Jacobsz als Oom ende Willem Willemsz Vosch als Oom van Willem Jansz Vos als Bruijdegom ter eenre, Thiman Steffens als Vader, Leo Steffensz als Oom, Lubbert Jansz als swagher, Evert Hendricksz, Willem Hendricksz en Anthonij Quijrijnen (Thonis Krijnen) als Oomen van Marritghen Thimans dochter Bruijt ter andere sijde; wederzijds wordt land ingebracht

07-03-1654:

Folio 90: Voor Schepenen van Laeren sijn gecompareert Lambert Berghs, Willem Willemsz ende Jacob Jansz burghers en kerckmeesters van de Vijtus Kerck der Stad Naerden ... aen handen van Claes Claesz onse mede-buerman

10-01-1654:

Folio 91: Dirck Jansz Goeyer Schoudt tot Laeren; handtekening:

12-06-1654:

Folio 92: ... voor Schepenen tot Blaricum compareerden Anthonis Roetersz onse buerman bekende schuldigh te wesen aen Gerret Jansz en Jan Rutgersz onse buerluijden

23-06-1654:

Folio 93-94: Wij Dirck Jansz Goeyer Schoudt, Pieter Willemsz ende Isaack Mathijsz Schepenen tot Laren oirconden bij dese dat voor ons gecompareert is Mr. Thiman de Saeyer geboortigh tot Blaricum residerende teghenwoordigh tot Amsterdam en verclaerde voor hem en sijn erfgenaemen getransporteert te hebben aen handen van Jan Joosten een hoofsteede en Boomgaert ...

07-12-1654:

Folio 95-096: ... voor Schepenen tot Blaricum compareerde Willem Jansz Ebbensz onse buerman en bekende schuldig te wesen aen Swaentghen Jacobs Buervrouw tot Blaricum de somma van f 175,-

185-186

3232

186-187

3232

187

3232

188

3232

188

3232

189

3232

190


D. Jansz de Goijer

6 / 49

Inv.nr.

Blz. Nr.

3232

191

3232

191

3232

195

3232

196

3232

196

3232

198

3232

202

3232

07-12-1654:

Folio 97: Wij Dirck Jansz Goeyer schoudt, Pieter Willemsz en Gerret Lubbertsz Schepenen tot Laeren dat op huyden voor ons gecompareert is Claes Claesz Koenen ? Onse Buerman en hij transporteert dese aen handen van Evert Woutersz Bodt onse mede-buerman sijnen erfgenaem ... maetland gelegen op Laeren Angerecht als hij comparant bij ‘t overlijden van Jacobghen Jans sijn oudt-moeye tot erfenis heeft ontfangen leggende met Ansche Jansz ende Jan Jansz ,Thijs Goosz en Huijbertghe Elberts saemen wesende mede-erfgenaemen

20-12-1654:

Folio 98: Voor Schepenen van Blaricum compareerde Thiman Steffensz bekende schuldig te sijn aen Anthonij Quijrijnen (Thonis Crijnen) sijne erfgenaem de somma van f 737,- (Antonis Gaijen ??)

31-01-1655:

Folio 105: Compareerde voor ons Schepenen tot Laeren Dominee Mr. Floris Cornelisz van Vianen onse inwoender ..

10-03-1655:

Folio 107: Voor Schepenen tot Blaricum compareerde Claes Dircksz Ploys woenachtigh in de Loosdrecht hem sterck maeckende voor Hendrick Amelisz mede tot Loosdrecht woenachtigh transporteert aen handen van Quijrijn (Crijn) Rutgersz Buerman tot Huijsen sijne erfgenaem seecker acker maetlandt ....

17-03-1655:

Folio 108: Voor Schepenen tot Blaricum compareerde Dirck Rutgersz onse buerman en verclaerde te transporteren aen hande van Gerbert Anthonisz sijne Swaegher een seccker acker ..

27-06-1655:

Folio 111: Compareerden voor ons Dirck Jansz de Goeyer Schoudt, Goossen Lambertsz en Cornelis Jansz Pangelaer Schepenen tot Laeren, Cornelis Jacobsz houten voor hem selve mitsgaders Gerret Jansz d’Oude en Gerret Jansz de Jonghe en Huijbert Hendricksz als voeghden van drie jonghste kinderen van Cornelis Jacobsz geprocrieert bij Willemtghen Jans zaliger zijn overleden huijsvrouw en transporteren aen Cornelis Pieter Adriaensz sijne erfgenaemen seecker huys en hoofghen annex staende en gelegen tot Laren .....

09-12-1655:

Folio 117: Compareerde voor Schepenen tot Blaricum , Claes Jan Aertsz tot Huysen als Bloetvoeght van de onmondighe kinderen van Lambert Jansz Aertsz sijn Broeder in sijn leven tot Huijsen woenachtigh ... transporteerde in handen van Rutger Hendricksz onse buerman seecker acker boulandt

06-01-1656:

Folio 119: Compareerden voor Schepenen tot Laren, Jan Woutersz Bodt die verclaerde te transporteren aen handen van Gerret Jansz en Rutgher Isaacksz onse buerluyden ......van seeckere schepenkennisse als gepasseert op de goederen van xxx onsen buerman competeerende Evert Woutersz (Bodt, sijn Broeder) ende sijne kinderen geprocrieert bij Neeltghen Dircks sijne eerste huysvrouw ...........(moeilijk leesbaar)

08-02-1656:

Folio 123: .. Tot Laren compareerden Lamph Hendricksz en Thijman Hendricksz onse Buerluyden verclaerde als waerborghe voor Jan Jansz Corporael weert inde Prins tot Amersfoort ende Willem Lambertsz woenenden tot Amersvoort in de Lazarus, als de samentlijcke erfgenaemen van weghen haeren Vrouwen erfgenaemen van Cornelis Evertsz de soon van Evert Woutersz Bodt in zijn leven onse buerman ..........

14-02-1656:

Folio 125: .. Tot Laren compareerde Jacob Gerretsz Raedemaecker onse buerman en verclaerde te transporteren aen hande Barent Gerretsz Burgher der stede Naerden de somma van f 200,- .................... van Claes Ghijsbertsz Suntgher ? sijn schoenvader......

04-04-1656:

... tot Blaricum gecompareert sijn Reijer Elbert Raven, Johan Bartholomeusz (Cop) ende xxx Steffensz onse buerluijden .. Over te draghen aen hande Gerret Jansz onse bueman van seecker camp landt

203

3232

204

3232

205

3232

206

3233

Gerecht Laren en Blaricum; Schepenrol; 11-09-1656 - 01-06-1667; Integraal gefotografeerd 19.02.2015

3233

6

3233

7

3233

11

3233

12

3233

13

3233

14-15

3233

15

3233

17

3233

18-19

3233

19

3233

20

3233


21-22

06-11-1656:

Frans Teeuwisz, Actum Blaricum

20-11-1656:

Gesien bij die van den Gerechte van Laren & Blaricum fen eijsch van Jan Gerrit Jannen eijscher, tegens Evert Willemsz gedaagde betreffende het mombaerschap over sijne suster Merretien Gerrits wijsen schepenen voor recht, en condemneren den gedaegde om de administratie over haare goederen aen te nemen actum den 20 november 1656, LAREN

22-01-1657:

... ten huijse van Elbert Jansen d’Oude herbergier tot Laren ........

22-01-1657:

Compareerden voor den Gerechte van Laeren ende Blaricum Jacob Boutsz en Hermen Fremerie gheautoriseerd sequesters over den desolaten boel van Dirck Jansz de Goijer ghewesene Schout tot Laren, ende getoont hebbende seker advijs van twee ghepratiseerde rechtsgeleerde nopende de differentien van preferent den voorsz boel aengaende soo is’t dat schepenen naar voorgaende deliberartie ‘t selve advijs approberenende goetkennne actum Blaricum den 22-01-1657

22-01-1657:

Tusschen

24-01-1657:

... tot Blaricum gegaen ten huijse van Geertien Lamberts weduwe van Willem Thonisz zaliger .... dat Pieter Lambertsz wonende tot Huijsen als broeder van Geert Lamberts weduwe van Willem Tonisz

26-01-1657:

... Schepenen tot Laren, dat voor ons ghecompareert is, Trijn Jans huijsvrou van Roel Rutgers en erfgenaem in de naegelaten goederen van zaliger Lambert Jansz Pangelaer ...

07-02-1657:

... Schepenen tot Blaricum dat voor ons gecompareert is Tonis Jansz onse mede-buerman en renuntieerde van al sulcke legitime’s portie als hem compt uit sijn afghestorven soons Willem Tonisz goederen .... dat sijne erfgenamen in ‘t gemeen sijne ouden vader Tonis Jansz voornt. moeten onderhouden in kost en dranck en kledinghe sijns levenstijt gedurende ...

11-03-1657:

compareerde voor het Collegium van Schepenen Gijsbert Cornelisz buurman tot Blaricum en verclaerd ten versoecke van Gerberich Quirijnen (Crijnen) weduwe van Pieter Hermensz dat sij ontrent ses weecken nae de doot van sijn suster Lijsbeth Cornelis als mede-erfgenaem van Lijsbeth voornoemt, is geweest ten huijse van Jan Gosen, omme de doederen door haar overlijden haarluijden aange-erft te delen .....

23-04-1657:

.... Jan Gerrit Jannen eijsscher teghens Melis Willemsz gedaegde, eisende het momboorschap (=voogdij) over de onmondige naegelaten kinderen van wijlen Jaep Gerrit Jannen. Actum Blaricum

07-05-1657:

... op ‘t versoeck van Willem Wijchertsz gecondemneert Jan Lubbertsz om neffens Willem voorschreven de administratie over de goederen van ‘t onmondige kint van zaliger Jan Wijchertsz en Marretien Tonis in haar leven echteluijden.., Laren

23-04-1657:

op huijden in alle minne met malcanderen geaccordeert sijn Claas Lubbertsen getrout hebbende Mari Jans weduwe van Zaliger Hendrick Lambertsen ter eenre en Huijbert Wijchertsen Klucht ? en Isack Mathijsen als mombers en voeghden van het onmondige kint bij Hendrick Lamberts ende Marri Jans geprocrieert ter andere sijde; kind ontvangt voor vaders goed f 800,-. Komt in de kost, enz....., Laren

Wouter Willemsz Molenaer eijser ter eenre ende Jan Pietersz van Santbrinck gedaagde ter ander sijde


7 / 49

Inv.nr.

Blz. Nr.

3233

24

3233

27

3233

27-28

3233

32

3233

34

3233

36

3233

36


Wouter Willemsz wonende tot Emenes Buijtendijcx

20-6-1657:

.. voor ons Schepenen tot Blaricum is gekomen Lubbert Tijmensz Puijck onsen buijrman en heeft ten versoecke van Abraham Pietersz ende Jannetien Gijsberts echteluijden woonachtogh to Huijsen, verclaert dat hij comparant eenen tijd geleden is geweest ten huijse van Govert Adrianesz, die hem alsoo verhaelde dat Griet Gijsberts hem hadde aengesproken om f 50,-, doch seijde Govert voornt. Ick hebbe haer geantwort, dat ick daar niet an wiste ....Blaricum

25-06-1657:

.... Lambert Willemsz Monick eijscher ter eenre en Hendrick Louwens als getrout hebbende de weduwe van wijlen Evert Woutersz gedaagde ter andere sijde .....Blaricum

24-09-1657:

Tusschen de gesamentlijcke momboors van de onmondige kinderen van Jaep Gerrit Jannen, Jans Gerrit Jannen, Tonis Gerrit Jannen, ende Claesien Gerrit Jannen eijsers ter eenre, is Jan Gerrit Jannen de Jonge, is Jacob Jacobsz gedaagde ter andere sijde. Wijsen Schepenen voor recht, dat bij soo verre Reijer Lubbertz en Gerrit Hendricksz alhier eijsers is momboors van de onmondige kinderen van Tonis Gerrit Jannen, hunnen .....

12-11-1657:

In de saecke tusschen Hendrick Meeuwisz als vooght van Hendrick xxxxx is Jacob Pietersz eijser, is Truijtien Willems Vos gedaegde ..Blaricum

12-11-1657:

In de saecke tusschen Jan Jansz Hoijer eijser ter eenre ende Abraham Pieters als getrout hebbende Jannetien Ghijsberts weduwe van Frans Evertsz gedaegde ter andere sijde ....

02-01-1658:

voor schepenen tot Blaricum is gecompareerd Willem Rijcksz Molenaar en heeft ons in handen gegeven f 666,- sijnde eencooppenningen van de halve wintkorenmolen die uit kragte van seecker coopsedule in dat 07-02-1657 aen de ergenaemen van wijlen Willem Willemsz Vos schuldigh was ...

02-01-1658:

Gerbert Rijcksz als getrout hebbende Matien Hendricks en hem sterck maeckende voor Steffentien en Geertien Hendricks, Jan Lambertsz als man en vooght van Geertien Jans is hem vervangende en sterck maeckende voor Jan Jansz, Willem Jansz, Metien Jansz en Weijmtien Jans, Lubbert Jans voor hem en sijn susters kinderen Hendrick Meuwisz - als getrout sijnde met Lijsien Pieters hem vervangende en sterck maeckende voor Hendrick Pietersz, Jacob Pietersz en Hermtien Pieters, en Truijtien Willems Vos voor haer selve en hebben sij Comparanten aen onse handen belooft (volgens testament van Willem Willemsz Vos) jaerlijcx aen Hendrick Meeiwisz en Roel Meeuwisz Oomen ende Momboors van ‘t onmondige kint van Jacob Meeuwisz en Grietien Pieters met name Ernitghen Jacobs, elcx uijt te sullen reijcken ende betalen somme van f 5,- tot reght profijt en voordeel van voorsz: kint

-

3233

37 -

3233

37

3233

38

3233

38

3233

40

3233

41

3233

41-42

3233

46

3233

47

3233

48

3233

49

3233

50

3233

51

3233

54

07-01-1658:

Truijtien Willems Vos als mede-erfgenaem van za: Willem Willemsz Vos aen ons erfgenamen (zie Foli0 37, dd 02-011658) heeft voldaen f 277,-.

07-01-1658:

Tusschen Ghijsbert Bartholomeusz eijser ter eenre en Tijs Willemsz en Dirck Willemsz gedaegde ter andere sijde, (dat verschenen personen to jaren ofte daer over out sijnde, niet gehouden sijn de waarheit te geven)

12-01-1658:

Extraordinare Rechtdagh tot Laren. Tusschen Tonis Crijnen eijser ter eenre ende Pieter Tonisz gedaegde ter andere sijde, nopende de coop van het huijs en hofstede van wijlen Willem Tonisz ....

25-02-1658:

... tot Blaricum ten versoecke van Steffen Harmensz hebben vervoeght ten huijse van Jan Hermansz en van hen versocht copie uit het Testament van za: Jacob Jansz sijne Bestevader - ‘t welck Jan Hermens weijgerde, ick weet van geen testament ghij mooght het soecken

29-03-1658:

Laren. ... Isack Rutgersz en Rutger Isacks buijrluijden tot Blaricum, te constitueren haar elx en voor alle als Borge voor Fuijsien Isacks ter saecke van de gelijftochte goederen haar Fuijse voorsz als bij Testament van Jan Pietersz haer overleden man gemaeckt

11-03-1658:

... tot Laren voor ons gecompareert Gerrit Jansen van Elvevoort ? als Bruijdegom van Lijsbeth Jans weduwe van Jan Willemsz ter eenre en Aert Freecken van Westbroeck als Oom en Bloetvooght van de onmondige kinderen van Jan Willemsz geprocrieert bij Lijsbeth Jans .....

29-04-1658:

.. hebben Rutger Isaacks en Jan Lambertsz Verwer geauthoriseert tot momboors over Geertien en Willemtien Rutgers omme hare goederen nae behoren te regeeren

16-05-1658:

.. Blaricum, Tijmen Elbertsz heeft in onser presentie aen de erfgenamen van za: Jannetien Frans in haer levenhuijsvrouw van wijlen Pieter Pietersz Qaes ? gepresenteert te betaelen de somma van f 1.100,- die hij per obligatie schuldig is

18-05-1658:

... Blaricum, is gecompareert Reguerus Raven en Jan Bartholomeusz Cop en alsoo tusschen haarluijden eenige geschil was geresen verklaerden deselve sij comparanten op den 17-05-1658 in alle minnen bijgelegt te hebben; te weten Reguerus Raven voor hem selve en als Oom en Momboor van de onmondige kinderen van wijlen Theodorus Raven sijne broeder, daarvoor vervangende, en hem sterck maeckende ter eenre, ende Jan Bartholomeusz Cop als weduwenaer van za: Jaepien Elberts Raven ter andere sijde, betreffende de penningen die Jan Bartholomeusz (Cop) als erfgenaem van Bartholomeus Jansz Cop sijne overleden sonen geprocrieert bij za: Jaepien Elbert Raven .......

20-05-1658:

.. Tusschen Isack Mathijs eijser ter eenre en Pieter Lambertsz gedaegde ter andere sijde ordonnoren behoorlijk bewijs en reeckening te doen als hij geduerende sijn administratie over de goederen van de onmondige kinderen van Otto Lambertsz en Meijnsien Ghijsberts heeft gedaen

20-05-1658:

In de saecke tusschen Lubbert Pietersz eijser ter eenre, ende Marritien Gijsberts weduwe van Pieter

23-05-1658:

Blaricum, ten versoecke van Isack Mathijsz en Pieter Lambertsz gestelt Tijmen Tonisz Ramaker en Tijmen Jacob Gerritsz tot vooghden over de onmondige kinderen van wijlen Otto Lambertsz en Meijnsien Ghijsberts

17-07-1658:

Schepenen van Blaricum hebben sich vervoeght ten huijse van Trijntien Hendricksz weduwe van za: Matthias Romswinckel in sijn leven dienaer des H: Evangelij in Laren en Blaricum, en is haer op het versoeck van Joannes Romswinkel V:D:M: tot Lus afgheeijscht staet en inventaris van goederen ...

Jacob

Fitus gedaegde ...


8 / 49

Inv.nr.

Blz. Nr.


3233

56

Blaricum, ... compareerde Elbert Lambertsz Vos wonende in dese Gerechte (Blaricum) ter eenre en Reijnier Elbertsz Raven woonachtich in ‘t lant van Medocq in Vranckrijck soo voor hem selve, als in desen vervangende en sich sterck makende voor Elbert Dircksz Raven sijn broeders sonen, en vercalerden hoe dat tusschen haer beijde eenige differentiati en questie met malcander hebbende wegens drie jaren lantpacht van drie schaar binnenlants ...

Regnerus = Reijnier 28-08-1658:

3233

57

Blaricum; hebben geauthoriseert Regnerus Raven woonachtich in ‘t lant van Medocq tot Momboor over het onmondig kint van Theodorus Raven met name Elbert Dircksz Raven geprocreert bij Fransien sijne overledene huijsvrouw om desselfs goederen naar behoren te administreren

Regnerus = Reijnier 3233

58

3233

59

3233

en Theodorus = Dirck

en Theodorus = Dirck

30-08-1658:

Blaricum, ... compareerde voor ons, Reijnier (Regnerus Elbertsz) Raven voor hem en als momboor over Elbert Dircksz Raven (= zoon van Theodorus/Dirck Elbertsz Raven) ter eenre en Jan Lambertsz Verwer als vooght va de naergelaten kindere van wijlen Ruth Lubbertsz en Jacob Pietersz Comin als man en voeght van Rijckien Rutgers ter andere sijde

16-09-1658:

Laren, compareerden voor ons Lubbert Ghijsbertsz en Hendrick Claasen als momboors en bloetvooghden van Eelt Wijgertsz ter eenre en Jacob Jacobsz als behoud-vader van het voorsz. Onmondige kint ter andere sijde; betreft akte van bewijs voor vaders goet. ...... onder expresse conditie dat Jacob Jacobsz voornt. en Merretien Gerrits dit kint voor de vruchten van sijne goederen sullen moeten onderhouden ....

07-10-1658:

.. Voor schepenen van Blaricum compareerden Jan Pietersz van Dael wonende tot Emenes Binnendijcx, Cos Gerritsz als getrout hebbende Grietien Teuwisz laast weduwe van Ghijsbert Pietersz en Suijsien Isacksz geassisteert met haer momboors en als erfgenaem van hare overleden sonen geprocreeert bij wijlen Hendrick Pieters haren gewesenen man, elck voor een derde-part volgens advijs van Cornelis Kop en Paulus Sluijs advocaten tot Amsterdam, ... uijtgesprocken in de naegelaten goederen van za: Pieter Adriaensz. Verclaerden comparanten: .. Sal Fuijsien Isaacks met de erfgenamen van Jan Pietersz Schouten voor haar derde- part genieten een portie boulants uijt den boedel van Cornelis Pieiersz en deels in geld ..... Voorts sullen Jan Pietersz van der Daal en Cos Gerrits behouden de resterende goederen van wijlen Pieter Adriaensz

60

.. Voor schepenen van Blaricun compareerden Jan Cornelisz van Averhorn voor hem selve en voor Jan Jansz Waeghdrager tot Amsterdam door xxx Roetersz gemachtighde op f 1.100,- die Tijmen Elbertsz tot Blaricum aen wijlen Pieter Pietersz Kars wegens schepenkennisse schuldigh was 03-11-1658:5 .... voor schepenen tot Blaricum Leo Steffensz en Tijmen Elbertsz onse buijrluijden en weijgerden aen Dirckien Cornelisz dochter van Lijsbeth Tonis weduwe van wijlen Cornelis Sijmonsz wonende tot Amsterdam te laten volgen f 1.100, die sij comparanten in handen van rechten hadden geconfisceert, om dese navolgende redenen ....... alsoo nogh inde plecht ten behoevev van Cornelis van Ruijtenbeeck ....

28-10-1658:

3233

3233

3233

61

10-12-1658:

Schepenen van Blaricum deden op last van de Heren Staten het volgende hebben nagevraagd ten huijse van resp.: - Willem Jansz Vos, is hem afgevraeght of hij sigh verclaerde voor tapper of voor bierbeschoijer, die ons antwoorde voor beschoijer - Jacob Pietersz Comin: antwoort te mogen tappen ende schoijen nae sijn welgevallen - Lubbert Tijmisz antwoorde, dat hij sijn volck daar op moste spreecken - de huijsvrouw van Thonis Crijnen sijde niet tekunnen antwoorden voordat haar man te huijs was

13-01-1659:

... schepenen tot Blaricum hebben sich op versoeck van Jan Pietersz wonende tot Emenes Binnendicksz vervoeght aen den persoon van Fuijsien Isacken en haer afgevraeght of niet Mathijs Boelhouwer tegenwoordigh schout tot Laren (nae doode van haaer EERSTE man Hendrick Pietersz) ontrent de verkopinghe van de roerende goederen van za: Pieter Adriaensz, neffens Rutger Isacken hare Broeder heeft geregeert hare goederen als momboor.. Is of niet deselve Mathijs Boelhouwer hare TWEEDE man Jan Pieter Gosensz overleden ende voorende goederen aldaer bevonden ...

17-02-1659:

Schepenen in Laren hebben sich vervoeght ende afgevraecht te huijse van resp.: - Trijn Jansz Pangelaer of sij beschoijer ofte een tapster is: een tapster, - Jan Jansz Heijnen die hem bekent maeckte een beschoijer te sijn, - Jan Lamph Heijnen heeft geantwoort geen antwoort schuldigh te sijn - op de gemeene wegh de buijrvrouw van Elbert Jansz de Oude, die ons antwoorde te mogen tappen ofte beschoijen soo haar beliefde

08-03-1659:

Blaricum; In de saecke tusschen Bartien Gerrits weduwe van Gerrit Lubbertsz eijscher ter eenre en Hermen Hermensz weduwenaer van Matien Gerrits gedaegde ter andere sijde ...

22-03-1659:

Akte van Bewijs. ... compareerde voor schepenen van Blaricum Rijckien Pieters weduwe van za: Evert Hendricks ter eenre en Hendrick Lambertsz als man en vooght van Jannetien Evertsz haar Rijckien Pieters dochter geprocreert bij Evert Hendricksz haren overleden man ter andere sijde enz.

16-06-1659:

Elbert Jansz den Ouden tot Laren

65

65

3233

68

3233

68

3233

69-70

3233

74

3233

76

15-08-1659:

3233

84

3233

86

3233

87

Laren .. hebben Lubbert Pietersen en Isack Mathijs in plaetse van Gosen Lambertsz sijnen afgestorven vader, Sequesters over de desolate boedel van Claas uijtgifte den selbe boedel betreffende ...

Claas Roijer/Goijer ?? nopenden haren ontfangen en

10-12-1659:

compareerde voor Schepenen tot Blaricum, Jan Rijcken woonende tot Huijsen momboor over Lambertien Nanninx en Marretien Nannininx onmondige kinderen van za: Nanne Rijcksen geteelt bij Geertien Wessels ter eenre en Geertien Geesses gedaegde met Marten Evertsz haren toecomende man ter andere sijde, ende verklaerden met de anderen nopende de vaderlijcke goederen de voorsz kinderen uijt den boedel van haren overleden vader competerende in alle minne is geaccordeert ...

25-02-1660:

Testament. Compareerde voor Schepenen van Laren Jacob Ghijsbertsz Sone en Merretien Gerrits echteluijden alhier woonachtigh, gesont van Lichaem,; land en geld ( f 1.000,-)

10-03-1660:

in alle minne is geaccordeert en gescheijden Gerretien Geurden weduwe van wijlen Hendrick Warnaersz geassisteert met Jan Hendricksz hare sone ter eenre en Bastiaen Willemsz getrout sijnde met Jannetien Hendricks dochter van de voorsz. Hendrick Warnaers ter andere sijde ...


9 / 49

Inv.nr.

Blz. Nr.


voor ons schepenen van Blaricum is verschenen Govert Adriaensz onse inwoonder tamelijck gesont van lichaem .... heeft geinstitueerd tot sijne eenige en universele erfgenaem Weijmtie Jans dochter van Jan Govertsz sijn overleden sone, bij representatie in haar vaders plaatse, Geertien Geus, Grietien Geus ende Eijbetien Geus bij welcke hij wille dat sijne testateurs naetelaten goederen sullen worden genoten, doch .............. Eijbetje Geus tot huijsrouwvan Marten Claasz tot Naerden.................

3233

88-89

3233

89

05-04-1660:

schepenen authoriseren Goijer ? Jacobsz op het versoeck van Jan Cornelissen tot Hilversum tot momboor over het onmondige kint van Gerrit Lubbertsz

3233

91

24-05-1660:

Laren, Marretien Hendricks weduwe van Jacob Pietersz Stijfcoop

3233

94

3233

96

3233

97

3233

99

3233

100

3233

3233

3233

05-09-1660:

Compareerde voor ons schepenen in Laren, Jannetien Jans Weduwe van Willem Segers en maeckte machtig

ELLERT Jansz Snelh ? laeckenkooper alhier om uijt haer name 03-10-1660:

Compareerden voor ons Schepenen in Blaricum Tijmen Willemsz Dam en Aeltien Willemsz echteluijden woonachtigh tot Huijsen die verclaerden met den anderen verdragen te sijn bij desen in plaetse van huwelijcks-contract, dat haere goederen wedersijts in huwelijck aengebracht , genen gemeenschap staende het voorsz huwelijck sullen hebben. Eerstens Tijmen Willemsz: land, huijs en hofstee gelegen te Huijsen en geld: f 1.125,-

15-11-1660:

Thomas Jacobsz Henvliet Schout in Laren en Leo Steffensz zijn geauthoriseert tot momboors over Annetien Hermens en Geertien Hermens dochters

22-11-1660:

Compareerde voor ons schepenene in Laren Mathijs Boelhouwer Schout alhier en Rutger Isacksz momboors over Fuijsien Isacks ter eenre en Claes Pieter Gosens voor hem selve en de rato caverende voor sijn mede-erfgenaemen in de naegelaten goederen van Jan Pietersz Schouten ter andere sijde........... De boedel van za: Pieter Adriaensz sullen helpen invorderen...

10-01-1661:

Laren, Schepenen condemneren Jannetien Jans weduwe van Willem Segers te betaelen aen Jaeckien Willems weduwe van Otto Roetersz de somma van f 30,-

02-02-1661:

Incest ?. Compareerde voor ons Thomas Jacobsz Henvliet Schout, Jacob Willemsz en Jan Jacobsz Schepenen in

02-02-1661:

Blaricum, Aefien Ghijsberts Vroetvrouw alhier ende verklaerde ter requisitie van Sijtien Jans weduwe van Isack Claesz, dat sij op den 1e februarij 1661 in den avont-tijt geroepen is ten huijse van de requirant aldaar heeft, dat haar requirants dochter met name Elbertje Isacken een jonge dochter hadde gebaert edoch niet volkomelijck verlost sijnde, heeft sij comparante tot haer - Elbertien voorsz - geseijt, ick weet niet, of ghij alsnogh in noot sijnde sult leven of sterven, seght mij wie is vaeder van dit kint en dat de voornoemde Elbertien tot antwoort voeghde ick leve of sterve, dat ick noeijt met ijmant ter werelt eenige vleeschelijcke conversaetie ofte gemeenschap hebbe ghehadt dan met Hendrick Isacken die oock den rechten vader van dese vrucht is. Ael ‘t welck voorsz sij comparante als waarachtigh, te sijn soo waaren most haer Godt almachtigh helpen: In kennisse van waarheit is dese bij ons ondertekent, actum den 2e februarij Anno 1661 Navraag door schepenen

102-103

13-03-1661:

Testament, Laren. Compareerden voor ons Claas Cornelisz soon en Jacob Cornelis gebroeders alhier woonachtigh, die gesont waaren van lichaem, dat de langstlevende van hun aen de erfgenamen van de eerste aflijvige, Marritien Ceesen (=Cornelis), Machtelt Cornelis, Bijtien Cornelis, en Bort Ceesz (=Cornelisz) haer susters en broeders tot een legaet in voldoeningh

09-05-1661:

Blaricum, In de questie tusschen Willem Ell(berts) schaermeester tot Huijsen eijser ter eenre en Gerrit Jansz xxx oud-Buijrmr. tot Blaricum ter andere sijde, wijsen schepenen voor recht will den schaermr. bij Eede verclaren, dat Gerrit Jansz sijn dijck op de gemeente geleijt heeft, en verder met de dijck is als hemeijgen toekomt sal Gerrit Jansz opleggen, te betaelen aen de eijser f 2:5:- en bij resuijs van dien eedt de gedaeghde geabsolveert te sijn

107-108

111

Volgen noh een aantal vergelijkbare zaken, waarvan in twee vonnissen de schaarmeester

3233

3233

3233

112

Blaricum, Tusschen Elbert Claesz tot Laren eijser en Elbert Rutten tot Huijsen gedaagde, nemen schepenen dilaij tot den naesten Rechtdagh

15-07-1661:

Testament, Laren. .. wij ons bevonden ten huijse van Huijbert Wijchertsz, sieck te bedde leggende, ... hij testateur tot sijn eenige en universele erfgenaem geinstitueert Cornelis Stevensz sijn susters soone, Cornelis Pouewels sijn susters kintskint, Teuntien Lamberts en Grietien Lamberts elck hooft voor hooft in sijns Testateurs naegelaten goederen .....sullen uijtkeeren dese naarvolgende legaten, namentlijck aen Lambertien Hendricks sijn suster kintskint f 250,-, Item aen Gerretien Jans sijn susters kintkint f 20,-.

15-08-1661:

Blaricum. Ghesien bij die van den Gerechte van Laren en Blaricum den eijsch van Henricus Harderwijck secretaris eijscher teghens Adriaen Tonisch (Verbije) gedaegde overgeleijt nopende de gekoste bijen van Jan Woutersz bij parthijen in questie Schepenen gesien hebbende de gerechtelijcke bekentenis van Jan Woutersz verkooper ten behoeve van Mathijs Boelhouwer Schout tot Laren in dato den 05-08-1661 en gehoort ...

27-08-1661:

Testament, Blaricum. Geertien Hendricksz dochter sieckelijck van lichame ... tot haren eenighen en universele erfgenaem Metien Hendricks hare suster of bij aflijvigheit van Metien voorsz hare kinderen geteelt bij Gerbert Rijcksen ..... Wijders heeft Testatrice geprelegateert aen Hendrick Gerberden haar susters soone het bouwveentien achter de molen ... nogh heeft sij Testatrice gelegateert aen Steffentien Hendricks hare suster jaarlijck de somme van f 20,-

03-10-1661: 17-10-1661:

Tusschen Abraham Pietersz tot Huijsen eijser ter eenre en Gerrit Jansz Snijder gedaegde ter andere sijde ... Vervolg zitting. .. dat den eijser (Abraham Pietersz) voor sijn medicamenten en genesinge noijt meerder als f 5,- heeft gevordert of bij resuijs van den selve eedt gehouden wesen ....

17-10-1661:

Tusschen Jacob Jansz Raedemaecker eijser en Pieter Jacobsz gedaegde ... Tusschen Jan Willemsz Ploos eijser en Claas Gerbranden gedaegde ..

30-10-1661:

Testament, Laren. Voor ons gecomareert is de heere Mr. Floris Cornelisz van Vianen alhier woonachtigh gesont van hart dogh .. Heeft Testateur tot sijne eenighe en universele erfgenaem geinstitueert Floris Jansz van Camerick sone van Cathalina van Vianen sijn testateurs suster in alle sijn nae te laeten goerderen .. Wijders heeft hij Testateur gelegateert aen Maria van Vianen dochter van sijn Testateurs broeder Lowijs Cornelisz van Vianen en Hendrick Jansz van Camerick dochter van Cathalina van Vianen sijns Testateurs suster elcx de somme van f 6,- ...

09-01-1662:

Laren, Tusschen Marretien Francksz weduwe van Ellert Woutersz ter eenre en Jan Cornelisz de Huijt gedaegde ter andere sijde houden schepenen de saecke in advijs, actum

113-114

114

3233

115-116

3233

118

3233

119

3233

119-120

3233

128

Willem Elbertsz wordt genoemd

13-07-1661:


10 / 49

Inv.nr.

Blz. Nr.

3233

130

3233

134


Merretien Frans weduwe van Ellert

23-01-1662:

Blaricum, Schepenen condemneren Jan Cornelisz de Huijt aen handen van

22-02-1662:

Langstlevende Testament, Voor ons schepenen tot Laren zijn gekomen Assureerrus Daniels en Grietien Gerrits echteluijden in Huijsen

02-04-1662:

Voor schepenen in Laren compareerde Lambert Jansz woonachtigh tot Huijsen als vader van sijne onmondige kinderen verweckt aen Jannetin Ceesen (Cornelis) za: ter eenre en Jannetien Lamberts dochter voor haer selve en Lambert Lubbertsz als momboor en vooght van Gerretien Lamberts en Ghijsbertien Lambertsz ter andere sijde, die verclaerden in all minne geaccordeert te sijn nopende de voorsz kinderen moederlijcke goederen:

02-09-1662:

Testament. ..... wij schepenen in Laren getransporteert ten huijse van Tonis Tijmisz den welcke wij gevonden hebben op sijn stoel bij het vier (vuur) sittende sieckelijck van lichaem .... dat Lambertien Pieters sijne huijsvrouw vooruijt sal trecken en genietende gansche inboedel

18-09-1662:

Laren. Schepenen collegiater vergadert authoriseren op het versoeck van Anghs Jansz , Claes Pieter Claas Elander tot momboor nevens den requirant over het onmondige kint van Roel Pietersz

04-10-1662:

..... Hendrick Louwen en sijn huijsvrouw Aefien.......

07-11-1662:

Testament. ... compareerde voor ons Schepenen te Laren Jan Jansz Heijnen alhier woonachtigh gesont van lichaemsz .... begeert dat (zijn debiele zoon) Jan Jansz sijne soone om redenen hem daar toe moverende, en uijt insight hij innocent is bij forme van pre-legatie een stuk boulant ontfangt

Woutersz op te leggen en te betaelen f 32,-

3233

136-137

3233

143

3233

145

3233

148

3233

152-153

3233

154

13-11-1662:

Laren, Gerrit Hendricksz Swem

3233

156

02-12-1662:

Laren, Reijer Willemsz Peper aen handen van Cornelis Ghijsbertsz Bos Smith tot Laren te betaelen f 3:18:-

12-12-1662:

3233

157

Laren, Schepenen interpreterende haar sententie in dat den 13e november 1662 interdiceren Bastiaen Pietersz naar desen meer bij school te houden, of inde inwoonders huijsen van Blaricum kinderen te gaan leeren leeren, op verinte van voor f 10,-, soo dickmaels hij contrarie dese sal worden bevonden te doen

29-01-1663:

3233

158-159

Langstlevende Testament. Wij Frans Sijmonsz en Steffen Hermensz Schepenen in Blaricum ... dat voor ons is gecompareert Jan Gosen sieckelijck van lichame bij het vuijr sittende, .. En Eijbetien Jans gesont van lichame, echteluijden alhier

02-02-1663:

3233

159-160

Langstlevende Testament. Compareerden voor ons Claas Pietersz en Isaack Mathijs Schepenen in Laren Hendrick Jacobsen en Hilletien Claas echteluijden tot Blaricum, gesont van lichame, ... en hare vader Claas Jacobsz in sijne oude jaren nodruftigh was

3233

162

12-02-1663:

Reijer Willemsz Sleper ?

3233

162

12-03-1663:

Tusschen Willem Gerritsz Prins tot Emenes eijser ter eenre en Willem Jansen Ebben tot Blaricum gedaagde ter andere sijde ..

12-03-1663:

3233

163

Tusschen Mathijs Boelhouwer als procureur van Gerrit Hendricksz geauthoriseerde momboor over de onmondige naegelaten kinderen van Huijbert Hermensz zaliger ter eenre, ende Jacob Rijcksen als voorspraecke voor Claes Hermensz gedaegde ter andere sijde blijft de saecke in advijs (zie Folio 166)

31-03-1663:

Langstlevende Testament hebben Gerrit Hendricksz en Jacob Lamphen Schepenen in Laren ons bevonden ten huijse van Lubbert Ghijsbertsz ende Teuntien Ghijsberts echteluijden alhier, Lubbert voornt. sieckelijck van lichame op sijn bedde leggende en Teuntien Ghijsbertsz gesont van lichame. .. Begeerden dat Eelt Wijchertsz en Metien Anghsen onmondige kinderen van Anghs Lubbertsz en Wijchert Lubbertsen za: bij afsterven van de langstlevende ... Ghijsbert Lubbertsz, Metien Lubberts en Marritien Lubberts sullen hebben het bouwlant bij het schaepschot en Claas Lubbertsz huijsinge en boulant annex:mits dat het vrsz huijs en hofstede niet sullen moghen vervreemden, of het gebeurde, dat Claas Lubbertsz voor sijne kinderen en deselve voor hare moeder Marritien Jansz quamen te overlijden ....

02-04-1663:

Blaricum; In de saecke tusschen Gerrit Hendricksz eijser en Pieter Hermensz en Claes Hermensz gedaegden betreffende des eijser momboorschap nevens Gerrit Ghijsbertsz over de onmondige kinderen van Huijbert Harmensz xxx Schepenen reeckening en bewijs te doen

02-04-1663:

Blaricum. Tusschen Tomas Jacobsz Henvliet Schout officier eijser en Brechtert Jacobsz en Hendrick Jacobsz gedaegden

05-04-1663:

Compareerden voor schepenen in Laren Jan Willemsz weduwenaar van Geertien Dircksz en iedeerden en gaft ?? over aen Elbert Claasz Groen onse inwoonder alle alsucke gerechtigh en oenningen als hij competeert uijt den boedel van Dirck Gosensen en Tijsien Cornelis als erfgenaam uijt krachte van Gemeenschap met sijn overleden huijsvrouw, ... ter voldoening van zijn schulden aan Elbert Claasz

21-05-1663:

Laren. Schepenen condemneren op het versoeck van Thomas Jacobsz Henvliet Schout tot Blaricum eijser Maijgen Aerts, Joghem Claasz, Ebbe Claesz, Jan Pietersz Proel en Trijntien Cuijpers gedaagden der waarheit getuijgenis te geven staende recht, of naerderhant tot haar gepenes ? kosten op peine van Gijselingh vermogens placcate van haar Ed. Mog:

28-05-1668:

Compareerden in Juditio Claas Claasz out 25, en Rutger Hendricksz out ontrent 24 jaren beijde woonachtigh tot Laren, messentrekkerij

04-06-1663:

Blaricum; Schepenen authoriseren op versoeck van Claas Cornelisz de jonge en Claas Cornelis de oude, Jan Jan Jacobsz en Jan Claasz tot momboors over het minderjarige kint van Ruth Cornelisz Boer

04-06-1663:

Blaricum; Pietertien Gerrits weduwe van Jacob Tijmensz

18-06-1663:

Laren; Compareerden in juditio Thomas Jacobsz Henvliet Schout in Blaricum als gemachtighde van Willem Jansz Vos Molenaar in Blaricum eijser en gaff over te sullen betalen aen hande Michiel Baset wegens arbitrage en Lambert Guijcken als arbitrateurs de somme van eens f 23:4:-

18-06-1663:

Laren; Jan Willemsz Cornel

3233

163-164

3233

166

3233

166

3233

166-167

3233

167

3233

169

3233

169

3233

170

3233

171-172

3233

172


11 / 49

Inv.nr. 3233

3233

Blz. Nr.


Laren; Alsoo seeckere verschille waren geresen tusschen Willem Jansz Vos en Adriaen Lamphen elcx voor de helfte eijgenaars en molenaars van de wintkoren-molen tot Blaricum .... dat de partijen gesamentlijck sullen gehouden wesen te supporteren en te lasten de schade, die door donder , blixem en extraordinaris weder van Gode te gewachten de molen mochte overkomen, ...

13-07-1683:

Langstlevende Testament; Compareerden voor ons Schepenen tot Laren, Ghijsbert Jacobsz Schep ? en Jannetien Dircks echteluijden in Laren, die beijde gesont waren, ....Jannetien Dircks besonderlijck disponerende heeft bij forme van legaat besproecken aen Aefien Dircks f 10,-, aen Franckien Elbertsz f 15,- en aen Lambertien Claes f10,- in voldoeninge van haare rechtigheit in haer Testatrices naelatenschap Voorts willende en begerende dat hare resterende goederen sullen komen op Claas Lubbertsz en Jannetien Jans haars Testatrices susters kintskinderen

172

173-174

3233

175

Testament; ontrent de klock drie uren naar de middag compareerde voor ons Claas Willemsz en Bort Hendricksz Schepenen in Blaricum, Aeltien Roelen dochter alhier woonachtigh, gesont van lichaeme, ... heeft sij geinstitueert tot hare eenige en universele erfgename: - Geertien Hendricks, Willem Hendricksz Roelen, Jannetien Evertsz bij plaatsvulling van haar overleden vader Evert Hendricksz, - Frans Sijmonsz, Hendrick Sijmonsz, Marretien Sijmons, Deliaentje Sijmons, - Hendrick Meuwisz, Roel Meuwisz, Ernitgen Jacobs onmondigh kint van Jacob Meeuwisz zal: in sijn afgestorven vaders plaetse, - Aeltien Tijmens, Marritien Tijmens, Deliaentien Tijmens en Botien Tijmens bij representatie in haar overleden moeders Neeltien Hendricks plaetse, in alle hare natelaeten goederen ...

3233

176

17-09-1663:

Pieter Claesz Vonck Schaarmeester in de jaren 1662

04-10-1663:

178-179

Langstlevende Testament; Compareerden voor schepenen tot Blaricum, Tijmen Hendricksz en Jannetien Ghijsbertsz echteluijden alhier woonachtigh, beijde gesont van lichame, ...Tijmen Hendricksz heeft goed bevonden te disponeren van sijne tijdelijcke goederen tot sijn eenige en universele erfgenaemen Hendrick Tijmensz, Hendrick Tijmensz de Jonge en Evert Tijmensz in alle sijne naetelaten goederen in egale portien gedeelt, ten ware Hendrick Tijmensz d’Oude sijn Testateurs voor-sone verweckt aen Ebbetien Cornelis met de goederen hemn in huwelijck gegeven tot voldoeningh van sijn moederlijcke goet

3233

180-181

Herzien Testament; Compareerden voor Schepenen van Blaricum Aeltien Roelen dochter alhier woonachtigh gesont van lichame, doet te niet alle haar voorgaende testament van 02-09-1663 en als elders voorleden en gepasseert, deselve houdende voor wie ktachtloos en van onwaerdig, komende van nieuws tot dispositie van hare goederen, heeft sij Testatrice geinstitueert tot haren eenige en universele erfgenamen: - Geertien Hendricks, Willem Hendricksz Roelen, Jannetien Everts bij plaatsvulling van haar overleden vader Evert Hendricksz, - Frans Sijmonsz, Hendrick Sijmonsz, Marritien Sijmons, Deliaentien Sijmons ofte bij aflijvigheit van haar, hare erfgenamen alsdan Hendrick Meeuwisz, Roel Meeuwisz, Ernitgen Jacobs onmondigh kint van Jacob Meeuwisz za: in sijn afgestorven vaders plaatse, - Aeltien Tijmens, Marritien Tijmens, Deliaentien Tijmens en Botien Tijmens bij representatie in haar overleden moeders Neeltien Hendricks plaatse ...

3233

181/182 12-11-1663: Hendrick Pietersz kuijper tot Blaricum

29-09-1663:

3233

30-10-1663:

3233

3233

185-186

3233

188

3233

190

3233

193-194

3233

196

3233

26-11-1663:

Compareerden in Juditio Elbert Lambertsz Vos geassisteert met Jan Lambertsz Verwer en Tonis Jansz Rutten geassisteert met Claas Jacob Gerritsz sijne swager over een scheijdribbe tusschen lant en lant ...komt uitspraak van Schepenen van Laren gesterckt met Leo Steffens Lantmeter als een derde man .... voor arbritage

03-02-1664:

Testament; ...hebben wij Schepenen in Laren ons getransporteert ten huijse van Cees Heijn Decker alhier woonachtigh en aldaer gevonden sieckelijck te bedde leggende Marrije Claas van Zuijlen, ... en heeft sij Testatrice geinstitueert tot hare eenige en universele erfgenaem Cornelis Hendricksz en Stijntien Jacobs echteluijden wonende in de dorpe Laren voor gegeven kost, drank en hantreijckingen

18-02-1664:

Blaricum; Schepenen condemneren Hermentien Wijcherts weduwe vanTonis Heijn zaliger over uijtgegotenen bevonden droge ass aen de Brantmeester te betaelb 10 stuijvers EEN HELE REEKS BRANDMEESTERS ZAKEN

28-03-1664:

Voor ons Schepenen in Laren sijn gecompareert Jacob Jacbsz Calis out 84, Hendrick Loge out ontrent 82 jaren buijrluijden alhier, die verclaerden ten versoecke van Trijn Jans weduwe van Roel Rutgersz za: waar te sijn en wel te weten dat de huijsinge van Cornelis Ghijsbertsz Slijck za: en de schuijr eertijts hebben gestaen op de sonsijde....

27-04-1664:

Langstlevende Testament; hebben wij Schepenen tot Laren ons getransporteert ten huijse van Claas Hendricksz en Aeltien Pieters echteluijden alhier, de voornoemde Claas Hendricksz sieckelijck te bedde leggende, en Aeltien Pieters gesont van lichame, ..... Claas Hendricksz institueert tot sijn eenige en universele erfgenaam Marritien Hendricks sijne suster, Lambert Jansz sone van Jan Hendricksz, de kinderen van Pieter Hendricksz Snijder en het onmondige kint van Gerrit Hendricksz sijns Testateurs halve broeder bij representatie in haar overleden ouders plaetse..... Marretien Hendricks haare portie noijt sall mogen alieneren noch te vervreemden ...

24-05-1664:

Laren; den eijsch van Trijn Jans weduwe van Roel Rutgersz eijscher tegens Nelletien Gerrits weduwe van Gerrit Pietersz Vracht gedaegde

09-06-1664:

Langstlevende Testament; Compareerden voor ons Schepenen tot Laren Zeel Jacobsz de Vries en Aeltien Juriaens echteluijden alhier woonachtigh, Zeel Jacobsz vrsz sieckelijk te bedde leggende en Aeltien Juriaens gezont van Lichame..... Zeel Jacobsz institueert voor sijn gedeelte tot sijne eenige en universele erfgenaem Marrige Zeels sijn dochter in sijne geheele naelatenschap, mits sij ghouden is uiyt te keeren aen Anthonis Zeelsz de Vries en aen Elsie Zeeles xx, sijne kinderen elcx de somme van f 2:3:-

17-08-1664:

Ick Assuerus Daniels woonachtigh tot Huijsen bekennde mits dese voor mij en mijnen erfgenaemen bij hande Daniel Assuerus mijn vader totaliter en geheel voldaen te sijn voor mijn matrimoniael of moederlijck goedt ‘t welck mij bij afsterven van mijn moeder Mattien Aelberts uijt den boedel van mijn vader vrsz was competerende en passere desen voor quitantie. Alles ter goeder trouwe des t’oorkonde bij mij onderstaand (Volgt handtekening Assuerus Daniels)

21-09-1664:

Langstlevende Testament; Voor Schepenen in Blaricum compareerden Claas Hendricksz en Aeltien Pieters echteluijden woonachtigh tot Laren gesont beijde van Lichame ...Claes Hendricks besonderlijck disponerende, dat de goederen die van de sijde van hem Testateur op Marritien Hendricks sijne suster als een van sijne erfgenaemen (bij afsterving van de langstlevende) sullen komen ......

22-09-1664:

Laren; Schepenen condemneren Hendrick Hendricksz jonge Leerenmouwe tot Emenes-Buijtendijx gedaagde en gearresteerde aengaende Neeltien Pieters weduwe van Rutger Jacobs tot Blaricum, eijscheres, te betalen f 15,-

183

196-197

3233

200

3233

202

3233

203


12 / 49

Inv.nr.

Blz. Nr.

3233

203

3233

205

3233

206

3233

208

3233

208

3233

210

3233

215

3233

218

3233

223 229

3233 230 3233

232

3233

233

3233

234

3233

234

3233

236

3233

238

3233

239-240

3233

240

3233

241

3233

243

3233

246

3233

250


Laren; Ghijsbert Jacobsz Wacker

16-10-1664:

Voor ons Schepenen in Laren dat voor ons gecompeteert sijn Geertien Reijers en Machtelt Claas buijrvrouwen van Ghijsbert Claasen die verclaerden op versoeck van Ghijsbert vrsz dat sij attestanten op den 09-10-1664 tot des requirants huijse sijn geweest bij Emmetien Ghijsberts sijne dochter de welcke (in baerens noot sijnde) affiermeerde dat Juriaen Burgh de vader van het kint was

17-11-1664:

Blaricum; Op versoeck van Cornelis Damiaensz en Jan Jacobsz worden Mathijs Boelhouwer en Gerrit Lubbertsz geauthoriseert tot momboors over de onmondige kinderen van Hilletien Daemen geteelt bij Gerrit Jacobsz

17-11-1664:

Compareerde Marritien Hendricks huijsvrouw van Pieter Jansz Molenaar tot Blaricum dat Michiel Michielsz Lindeman op 06-11-1664 in den avont tot haar huijs is gekomen en tot haar gesproocken heeft, ick hebbe daar gedaan dat ick well ... dat zij alle doot is

30-11-1664:

Langstlevende Testament; Voor ons schepenen in Laren compareerden Hermen Tijmensz en Botien Hendricks echteluijden woonachtigh tot Blaricum, beijde gesont van lichame .... laetende haere goederen in de Gestichte van Utrecht gelegen ....

23-12-1664:

Laren; In de questie tusschen Jan Gerritsz Bus qualitate qua eijser en Otto Elbertsz gedaegde ....condemneren den gedaegde het kintbeij des eijsschers suster verweckt bij provisie te alimenterenen daar benevens te betaelen de kraemkosten en compenseren de kosten van processe om redenen etc.

10-03-1665:

Verclaren wij Gerrit Lubbertsz en Jan Gerritsz den Ouwen Schepenen in Laren dat Floris Jansz van Camerick op den 04-02-1655 in onse presentie aen Reijer Lubbertsz en Jacob Pieter Ceesz beijde alhier wonend heeft aengeseit volgens obligatie of hantschrift ten vervalldagh op te brengen de somme van f 1.000 met den interest ..

27-04-1665:

Blaricum; Schepenen condemneren Hilletien Damen weduwe van Gerrit Jansz den Ouwen gedaegde aen Jan Gerritsz den Ouwen ende Jannetien Gerrits eijsers, te leveren staet en inventaris van de boedel hoedanigh die was bij aflijvigheit van Gerrit Jansz haren overleden man ......

22-08-1665:

Blaricum; Schepenen stellen Jan Lamph Heijnen en Jan Jacobsz, op versoeck van Gerrit Jan Lamphen en Claas Ghijsbertsz Oomen over de onmondige kinderen van Willem Jansz Lamphen tot het momboorschap van deselve ..

09-11-1665:

Blaricum; Tusschen Jan Ploos eijser en Claas Pietersz en Jan Claasz gedaegden betreffende het momboorschap of administratie van de goederen van Willemtien Tijmens ... op versoeck van Willemtien Tijmensz weduwe van Jan Jansz Heijnen en Claas Pieter Gosensz en Jan Claas gedaagden, authoriseren de gedaagden tot administratie over de goederen van de eijser

xx-11-1665: 11-01-1668:

Compareerden Jan Claasz out 49 jaren en Willem Claas out 36 jaren buijrluijden in Blaricum en bevestigden op versoeck van Evert Lambertsz onse buijrman ...

25-01-1666:

Laren; Geertien Willemsz weduwe van Rijck Volcksz

01-03-1666:

Laren; Op versoeck van Jan Lubbertsz authoriseren Schepenen Willem Wijchertsz en Lambert Lubbertsz tot voogden over Lambert Lambertsz onmondigh kint van Lambert Lubbertsz Puijck verweckt aen Hendrickien Pieters

01-03-1666:

Laren; Tusschen Lubbert Tijmensz Puijck eijser en Jan Lubbertsz gedaegde nopende de ge-eijschte inventaris dicore Schepenen de saecke tot de naeste rechtdagh

15-03-1666:

Schepenen ordonneren Lubbert Tijmensz Puijck en Thomas Jacobsz Henvliet Schout de gerechten vooghden van Lambert Lambertsz aen partijen voor de eerstkomende rechtdagh xxx (moeilijk leesbaar)

29-03-1666:

Tusschen Lubbert Tijmensz Puijck en Thomas Jacobsz Henvliet Schout eijsers en Jan Lubbertsz gedaegde ordonneren Schepenen tot voldoeninge ....

22-04-1666:

Langstlevende Testament. Voor ons Schepenen tot Blaricum compareerden Geertien Hermens en Annetien Hermensz gesusters dochters alhier woonachtigh

12-04-1666:

Wij onderschrevenen Willem Wijchertsz en Lambert Lubbertsz buijren in Laren, bekennen mits dese aengemomen te hebbem de vooghdij of momboorschap over Lambert Lambertsz onmondigh kint van Lambert Lubbertsz Puijck verwect aen Hendrickien Pieters, ons bij sententie van de ... gerechte van Laren en Blaricum in dat den 01-03-1666 opgelegt: In teken van waarheit hebben wij desen met ons gewonelijck hantmerck ondertekent. Volgt een verklaring

12-04-1666:

Voor Schepenen in Laren compareerden Joris Lambertsz en Claas Tonisz beijde ontrent 33 jaren out, alhier woonachtigh, ... verclaarden dat Jannetien Ghijsberts huijsvrouw van Cornelis Koevoet op den 21-03-1668 geseten sijnde ten huijse van Joris vrs, Marritien Ghijsberts vrouwe van Cornelis Hendricksz inde xxx aldaar inkomende om iets te kopen, haar marri voornt. Met vileijne en scheldende woorden heeft toegesproocken ...

24-05-1666:

Compareerden voor Schepenen tot Laren Bart Jacobs out ontrent 60, Huijbert Hendricksz out ontrent 50 en Jan Claasz out 34 jaren alle alhier woonachtigh ende verclaarden ter rewuisitie van E: Heere Jan Gansneb Tengnagel Stedehouder van Goijlant; betreft het vinden van een dode man

12-07-1666:

Compareerde Jan Claasz Smith in Blaricum gedaagde , versoeckende dagh van betaelinge aen Jan Gerritsz Rinkel eijser te doen ...

27-09-1666:

Blaricum; Compareerde in juditie Geertien Willems weduwe van Rijck Volcksz die aennam bij willige condemnatie aen handen Grietien Ghijsberts naeche ?? van Jan een somme van f 25,-

02-11-1666:

3233

252

3233

253

Jacobsz de Hoijer binnen de tijt van ses weecken te betaelen

Testament; hebben wij Claas Pietersz en Lubbert Pietersz Schepenen in Laren ons getransporteert ten huijse van

Claas Pietersz Elanden, en aldaar bevonden Pieter Claas Elanden sieckelijck te bedde leggende, ....... heeft gewilt en begeert latende alle sijne onroerende goederen aen sijn erfgenamen ab intestato deelbaar dat, Claas Pietersz vooruijt sall trecken en genieten de vruchten van vrsz onroerende goederen, alwaart soude mogen wesen voor de onderhout van hem Testateur in kost, dranck kledinge en vordere nodruft ... 25-11-1666:

Laren; Op versoeck van Gerrit Jan Lamphen, authoriseren Schepenen Jacob Lamphen tot administrateur over de goederen van de onmondige kinderen van Willem Jansz Lamphen en Ghijsbertien Gerrits


13 / 49

Inv.nr.

Blz. Nr.

3233

253

3233

254

3233

255

3233

257

3233

Laren; Op het versoeck van Anghs Lamphen en Ghijsbert Reijersz condemneren Scheppenen Gerrit Hendricksz en Gerrit Gerritsz Backer tot momboors en vooghden over de onmondige kinderen van Jan Lamph Heijnen verweckt aen Marritien Aelten zaliger

29-11-1666:

Blaricum; Schepenen ... Crijn Jacobsz en Cornelisz Jansz gedaegde de vooghdie en administratie over Lambertien Jacobs weduwe van Jan Lamph Heijnen eijser en hare goederen aen te nemen

13-12-1666:

Langstlevende Testament; Compareerden voor ons Schepenen in Blaricum Hendrick Pietersz Kuijper en Trijntien Barents echteluijden in dese dorpe wonende, beijde tamelijck gesont van lichame ..... Trijntie Barentsz , hare suster Jannetien Barentsz en haar andere susters dochter Grietien Hendricks elck f 6,-Geven sij comparanten haare goederen. Die bij afsterven van de langstlevende sullen worden bevonden, aen Pieter Hendricksz sone van hem Hendrick Pietersz voornt

10-01-1667:

Laren; Op het versoeck van Botien Claas Wedwe van Cornelis Jansz Pangelaar authoriseren Schepenen Willem Roelen en Jan Isaacksz tot vooghden en administrateursz over haar persone en goederen

26-03-1667:

Wij Thomas Jacobsz Henvliet Schout, Rutger Isaacksz ende Hermen Hermensz de Oude Schepenen in Blaricum dat wij tern versoecke van Anthonis Quirijnen ons hebben bevonden ten huijse en aen de persoonen van Willem Hendricksz en Rutger Rutgersz en haarluijden geinterdiceert en verboden de de gevluchte koijen van Willem Jansz Ebben niet te verplaetsen of verkoopen ......

20-04-1667:

Testament; Compareerde voor ons Schepenen in Laren Tijmen Hendricksz jonghman gesont van lichame, in dienst van dese landen sullend te Zee gaan onder Capiteijn Sweers, die om redenen hem daar toe moverende tot sijne eenighe en universele erfgenaem heeft geinstitueert Pieter Pietersz sijne Swager, omme bij afsterven van hem Comparant alle sijne goederen te moghen erven roerende of onroerende

20-04-1667:

Langstlevende Testament; voor ons Schepenen in Blaricum compareerden Abraham Pietersz en Geertien Jans echteluijden woonachtigh tot Huijsen, die beijde gesont van lichame,

264

3233

265

3233

265-266

3234 3234


Gerecht Laren en Blaricum; Schepenrol; 07-06-1667 - 28-04-1670; Integraal gefotografeerd 19.02.2015 07-06-1667:

Testament. Voor ons Schepenen in Blaricum compareerde Marritien Everts weduwe van Lambert Willemsz za: gesont van lichame, ...en tot derselver dispositie komende haar testament tusschen haar Testatrice en haar afgestorven man op den 20-1-1654 op gericht, .... heeft gewilt en begeert dat Evert Lambertsz bij forme van prelegaat voor haere meerdere kinderen voor uijt sall trecken f 00,-, paerden, wagens, ploegh en het gereetschap tot de bouwerije behoorende, uijt achterhuijs Aeltien Lamberts dochter sall voor uijt genieten een bedde met sijn toebehoren. Ende bij afsterven van hare testatrice sullen .. Te verdelen als in oude testament gesteld was met vereiste aanvulling

31-08-1667:

Testament; Compareerde voor ons Schepenen tot Laren Jacob Willemsz buijrman tot Blaricum tamelijck gesont van lichame, ...is disponerende onder sijne kinderen verweckt aen Neeltien Lamberts sijne afgestorven huijsvrouw, heeft geinstitueert tot eenige en universele erfgenamen, Marten Jacobsz, Grietien Jacobs, de kinderen van Claasien Jacobs gheteelt bij Jacob Jansz, Ghijsbert Jacobsz, Cornelis Jacobsz, Willem Jacobsz en Marritien Jacobsz in alle sijne goederen roerenden en onroerende, acten en credieten. Gevende bij forme van prelegaat aen Grietien Jacobs f 150,- .... mede sullen sijne meerderjarige kinderen en kintkinderen moeten gedogen dat Willem Jacobsz en Marritien Jacobsz onmondige, uijt sijn naelatenschap tot haar mondige jaren in kost, leringe, dranck en kledinge worden opgebracht

12-09-1667:

Op het versoeck van Geertien Gerritsz eijsseres tegens Otto

03-10-1667:

Scheiding; Voor Schepenen in Blaricum verclaren Willem Cornelis en Jannetien Huijbertsz, echtgenoten sijnde, sonder eenige wettelijckheit, doch om redenen met den anderen sijn gescheijden

06-12-1667:

Testament; Compareerde voor Schepenen van Blaricum Lijsbetien Isaacksz bejaarde dochter alhier woonachtigh tamelijck gesont van lichame ... heeft geinstitueert tot hare eenige en universel erfgenaam de kinderen van Rutger Isaacksz, Jan Isaacksz, en Hendrick Isaacks bij plaetsvullinge van haae voornoemde boedel: mits dat geinstitueerde erfgenamen sullen gehouden wesen aen Fuijsien Isaacks haar suster in voldoeninge van haar gerechtigheit uijt te leeren f 12,-. Dies sullen de kinderen van Rutger Isaacksz enkele stukkn lant en f 100,-. De kinderen van Jan Isaacksz sullen trecken enkele stukken grond en haar sliveren ketting. De kinderen van Hendrick Isaacksz sullen profiteren enkele stukken lant, haar swarte en blauwe rok en f 60,-.

xx-01-1668:

Laren; Compareerde Jacob Jacobsz als gemachtighde van Lijsbetien Pieters weduwe van Hendrick Meeuwisz ...

07-01-1668:

Compareerden voor Schepenen in Laren Reijertien Reijers out 64, Aeltien Gerbrants out ontrent 53, Neeltien Frans out ontrent 30 en Cornelis Tonisz out 33 jaren, alle winckeliersz tot Laren, die verclaarden op versoeck van Andries Roelen Vrachtman op Utrecht waar te sijn, dat sij comparanten met de Impostmeester van de seep voor het lopende saijsoen 1665 ...

23-01-1668:

Laren; Op het versoeck van Aries ?? Gerritsz als getrout sijnde met Neeltien Borten requirant, condemneren Schepenen Jan Tijmens en Jacob Tijmensz haar bloetvooghden staet en reeckening te geven

1

3234

4-5

3234

6

3234

7-8

3234

9-10

3234

11

3234

12

3234

14

Elbertsz

Rechtdagh gehouden tot Blaricum op den 19-03-1668:

3234

18

3234

19

3234 3234

Compareerden in Juditio Claas Hendricksz de Goijer out ontrent 40, en Ariaen Pietersz out ontrent 38 jaeren, die affirmeren ende verklaarden ter equisitie van Hendrick Hendrick Melisz wonende op ‘s Graven-velt waar te sijn, Eerstelijck Claas Hendricksz (de Goijer), dat hij Comparant aen den persoon van Gerrit Fransz tot Laren aen de ‘s Gravenlantse waert een slachtbeest heeft gekocht in den herfst 1666voor de somme van f 29,- doch op behalen van Hendrick Hendricksz, en op verbeurte van vier halfies, soo den Requirant die eijgenaar was de koop niet approbeerde. Ten versoecke als vooren getuijght Adriaen Pietersz dat hij van de waert is gegaen ten huijse van Hendrick Hendricksz om hem af te vragen of hij de koop bij Claas Hendricksz met Gerrit Fransz over het vette beeste gemaeckt toestonde, enden Requirant sieckelijck te bedde leegende, heeft geconsenteert het beest te leveren aen Gerrit Fransz vrsz. 23-04-1668:

Blaricum; Schepenen authoriseren Jan Jan Jacobsz en Gerrit Ghijsbertsz tot voogden over de onmondige kinderen van Cornelis Jacobsz Schep verweckt aen Marritien Gijsberts

19

23-04-1668:

Blaricum; In de saecke tusschen sijde ...

20

23-04-1668:

Blaricum; In de questie tusschen Willem Elbertsz Schaarmeester tot Huijsen ....

Willem Elbertsz eijser ter eenre en Harmen Harmensz gedaegde ter andere


14 / 49

Inv.nr.

Blz. Nr.

3234

20-21

3234

22

3234

23 25

OUD RECHTERLIJK ARCHIEF BLARICUM EN LAREN; SCHEPENROL 23-04-1668 / 07-05-1668: Laren/ Blaricum; Schepenen consenteren Meijns Jacobsz Calis en Jacob Pieter Ceesz Oomen over de onmondige kinderen van Ghijsbert Jacobsz Calis verweckt aen Jacobien Rutten, nevens Gosen Thijs en Ghijsbert Tonisz geauthoriseerde voogden 18-05-1668:

Laren; Schepenen accorderen de administratie van de boedel van Bort Rutgersz gedaagde copie uijt de eijsch van de voogden van Hilletien en Grietien Borten eijsers

12-06-1668:

Laren; Alsoo verschenen Jacob Tijmens en Jan Tijmensz bloetvooghden over de onmondige kinderen van Bort Rutgersz verweckt aen Botien Tijmens en verclaerden ...

25-06-1668:

Ploos voor de erfgenamen van te repliceren

15-08-1668:

Langstlevende Testament; Compareerden voor schepenen van Blaricum Claas Jansz en Aeltien Pieters echteluijden woonachtigh in Laren

Claas Hendricksz ( de Goijer ?) eijser CONTRA Claas Jansz tot Laren gedaagde

3234

26

3234

28

17-09-1668:

Tusschen de erfgenamen van Claas Hendricksz (de ordonneren Schepenen partijen ... inventaris van stucken

3234

29

1-10-1668:

Laren; Schepenen authoriseren Claas Pieters Elande en Gosen Tijs Willemsz tot vooghden en administrateurs over de onmondige kinderen van Gerrit Hendricksz za:

3234

29

1-10-1668:

Laren; Op het versoeck van Thonis Pietersz in de Bussem ? authoriseren Schepenen Jan Jansz Doncker en Jan Jacobsz tot vooghden over Merretien Pieters weduwe van Gerrit Hendricksz

3234

30

15-10-1668:

Blaricum; Op het versoeck van Neeltien Pieters weduwe van Rutger Jacob Jansz absolveren (ontslaan) Schepenen Jan Lambertsz Verwer en Jan Bartholomeusz Cop van de vooghdije over haar Neeltien Pieters voornoemt

15-10-1668:

Blaricum; Ghesien bij die van de Gerechte het proces alhier hangende ongedecideert, tusschen de

3234

30

3234

30

3234

3234 3234

3234

erfgenamen van

Claas Hendricksz (de Goijer ?) eijsers ter eenre en Claas Jansz gedaagde ter andere sijde, renvoijeren Schepenen partijen met haar stucken en minimenten aen twee onpartijdige gepractiseerde Rechtsgeleerden tot Amsterdam 29-10-1668:

Laren; Tusschen Stijntien Martens weduwe van Jan Schuijt eijser en Jacob Jansz gedaegde differeren schepenen haare saecke tot den naesten rechtdagh

29-10-1668:

Larem; Compareerden in Juditio Jan Willemsz Ploos als procureur van de erfgenamen van

31 31

Goijer ?) eijschers en Claes Jansz (tot Laren) gedaagde

Claas Hendricksz (de Goijer ?) eijser en Vincent Roskam als procureur van Claas Jansz gedaagde, die onder verbeurte van f 3,-

belooft hebben, ons renvooij in date den 15-10-1668 te voldoen en op maendagh eerstkomende tot Naarden de klocke ses uijren in ‘t hoff van hollant te verschijnen 30-10-1668:

compareerde voor Schepenen in Laren Hendrick Hendricksz Melis woonachtigh in ‘s Gravenvelt, die constitueerde en machtigde Vincent Roskam onse inwoonder, omme uijt sijne naeme sijne sacke voor de Hove van Hollant te behartigen

12-11-1668:

Testament; Compareerde voor ons Anthonis Brechtersz en Jan Jansz Molenaar Schepenen in Blaricum, Neeltien Leuwen bejaerde dochter alhier woonachtigh, institueert tot haar eenige en universele erfgenaem Jan Steffensz haars broeders Steffen Leeuwe sone verweckt aen Deliaen Sijmons sijn naegelaten weduwe of sijne wettelijcke kinderen of kints-kinderen ...

03-12-1668:

hebben wij Lubbert Pietersz en Thijmen Pietersz Majoor Schepenen in Laren ons ten versoecke en nevens Jan Willemsz Ploos als gemachtighde van de erfgenaemen van Claas Hendricksz (de Goijer ?) getransporteert ten huijse en woonstede van Claas Jansz tot Laren endeselve niet te huijs sijnde heeft de Requirant de huijsvrouw van Claas voornt ingevolge van de uijtspraeck van de heeren Advocaten Altetus Colling enFil: Hartogvelt in dato den 05-11-1668 gepresenteert hem Claas Jansz sijn huijsvrouw ofte haerluijden erfgenamen af te sullen houden (mits betalende hem Requirant de geadindilieerde ? f 875,- alle aenspraecken die haarluijden door iemant over en wegens de naelatenschap van

32

33

hem Claas Hendricksz (de Goijer ??) uijt krachte van sijn testamente nevens de voorsijde Aeltien Pieters alsdoen sijn huijsvrouw voor Schepenen in Blaricum op de 21-09-1664 verleden oijt ofte oijt soude mogen worden aengedaenen gemoveert; onder protestatie van verdere koste, schade en interessen .... (Opmerking: Aeltien Pieters is de weduwe is van Claas Hendricksz en hertrouwd is met Claas Jans tot Laren; zie 34; 13-12-1668) 13-12-1668:

3234

34

3234

36

3234

37

3234

37

3234

37

3234

38

3234

38-39

Verklaren Bart Jacobsz en Thijmen Pietersz Schepenen tot Laren dat voor ons is verschenen Claas Jansz onse inwoonder, die seijde met de erfgenamen van Claas Hendricksz (de Goijer ?) bij forme van uijtkoop sijns jegenwoordige afgestorven huijsvrouw getrouwt sijnde, geaccordeert te hebben een somme van f 875,- ..........

10-01-1669:

Compareerden voor Schepenen tot Laren, Pieter Lambertsz, Tijmen Jaob Gerritsz voor haar selve, Isaack Mathijsz als vooght over de kinderen van Otto Lambertsz en Thomas Jacobsz Henvliet gerquireerde voor Reijer Jan Reijersz ter eenre en Reijer Lubbertsz als weduw-man van Geertien Lambertsz sijne geweesene huijsvrouw ter andere sijde...

21-01-1669:

Laren; Op het versoeck van Neeltien Claas weduwe van Elbert Dicksz qualificeren Schepenen Claas Pietersz Elanden en Willem Roelen tot vooghden over de onmondige kinderen van Elbert Dircksz voornt.

21-01-1669:

Laren; Compareerde voor Schepenen Willem Jansz Deelen, die bij willige overgifte aen-genomen heeft aen de vooghden van Ernitgen Jacobs onmondigh kint van Jaep Meuwisz ... een somme van f 30,-

11-02-1669:

Blaricum; Jaeckien Lamberts huijsvrouw van Gerbert Thonis Backer

11-02-1669:

Blaricum; Schepenen qualificeren Lambert Lubbertsz en Jan Gerritsz de Ouwen tot vooghden over de persoon van Gijsbert Jacobsz Schep en sijne goederen

18-02-1669:

Langstelevende Testament; Compareerden voor Rutger Isaacksz en Jan Jansz Vos Schepenen tot Blaricum, Adriaen Cornelisz Koster in Blaricum en Trijntien Hendricks sijn huijsvrouw sieckelijck te bedde liggende ....... bij forme van legaat uijt te keeren, als eerstelijck aen Annelien Romerswinckel twee messies met silvere plaeties achter, en drie kettinghies daar aen, ende een ring van haar grootmoeder ghekomen, Johannis hare broeder het onderste van de Vlieger met den ring van sijn overleden vader Romerswinckel mitsgaders de mantel van sijn vader, aan Maria sijne suster de rode scharlaeckens rock met de kleurde sijden rock waar in de groene voeringh, Aen Mathijas haere broeder de swarte grofgreijne rock. Aen Grietien Adriaens de huijck, blauwe rock, kleurde rock met de groene voering en de povise rock. Aen Hendrick Adriaensz hare broeder de silveren beecker.


15 / 49

Inv.nr.

Blz. Nr.


3234

39

Compareerden voor ons Schepenen in Blaricum Thomas Jacobsz Henvliet als gerequireerde vooghy voor Ghijsien Jacobs, Isaack Mathijsz als Armneester en vervangende Jan Evertsz mede armmeester, en in dier qualiteitxxxx over Roel Gerritsz. Jan Cornelisz de With als vader van Pieter Jansz (de With), Jacob Claas Logen, Ruth Bortsz, en Lambert Jansz voor haar selve die verclaerden minnelijck (om meerdere onkosten te eqiteren) gedragen te sijn, nopende de eerste paij ter somme van f 300,-, als erfgenamen in de nalatenschap bij accoort ex testamento van

Claas

Hendricksz (de Goijer ??) za: , dat sij alle kosten sullen deijlen ........ bij Claas Hendricksz voornt op de portie van Marritien Hendricks sijne suster ... 3234

41

3234

42

3234

43

3234

44

3234

45

3234

46

3234

3234

26-03-1669:

Testament; Schepen van Blaricum te huijse van Jacob Willemsz buirman alhier, sieck te bedde leggende, .... sodanige prelegaat als hij Testateur aen sijne dochter Grietien Jacobs op den laeste Augusti 1667 bij forme van prelegaat had die ‘t selve dienaengaende .... wordt nu volledige bevestigd

30-03-1669:

Wij schepenen in Laren ten versoecke van Gerrit Tonisz Brouwer tot Naerden vervoeght ter woonstede van Pieter Pietersz inwoonder alhier en den selve afgevraeght wie de 23 stocken bijen op sijn gront staende eijgen waaren, en of die niet op het versoeck van Anghs Louwen die hij niet anders als eijgenaar van de selve te wesen wisten aldaer geplaetst waren ....

03-05-1609:

Compareerde voor ons Schepenen in Laren, Zwaentien Leuwen huijsvrouw van Pieter Jacobsz alhier woonachtigh ...

06-05-1669:

Laren; op versoeck van Nelletien Leeuwen authoriseren Schepenen Claas Willemsz en Lubbert Jansz Vos tot vooghden over Jan Steffensz onmondige kint van Steffen Leuwen

20-05-1669:

Vervolg zaak erfgenamen van

24-06-1669:

Compareerden voor Schepenen in Laren Jan Jan Jacobsz onsen inwoonder, die voor voor hem en sijne erfgenaemen beloofde de rato te sullen caveren voor Claas Jansz mede alhier wonende, ter somme van f 500,- sijnde de rest van

3234

52

55

3234

55

3234

56

58

Hendricksz (de Goijer ??) za: te betalen in

08-08-1669:

Langstlevende Testament. Compareerden voor Schepenen in Laren, Gerrit Ghijsbertsz en Neeltien Jacobsz, echteluijden alhier woonachtigh, sieckelijck van lichame, ...... Hij Testateur geinstitueert heeft tot sijne erve: - Jan Ghijsbertsz Decker sijne broeder of bij voor afsterven van Jan voornt sijne dochter Ghijsbertien Jans (Decker), of plaetsvullinge, die aen Marritien Jans (Decker) hare suster sal moeten uijtkeren een somme van f 5,-. - De kinderen van Gerrit Hendricksz verweckt aen Claasien Ghijsberts, Aeltien Ghijsberts sijn broeders dochters, - Claasien Cornelis dochter van Pietertien Ghijsberts geteelt bij Cornelis Jacobsz Coopall, - Marritien Ghijsberts sijne suster of haar kint sal moeten afstaen met f 5,-. Sij Testatrice noemt tot haar erven, - Clasien Jacobs en Elbert Jacobsz haar suster en broeder of hare kinderen bij plaatsvulling, mits dat hare geinstitueerde erfgenamen naar afsterven van de langstlevende uijtkeren ende - besorgen aen haar broeders Gerrit Jacobs sone Jan Gerritsz om redenen f 5,-

12-08-1669:

Testament. Compareerde voor Schepenen in Blaricum, Thomas Jacobsz Henvliet, Schout alhier sieckelijck te bedde leggende, heeft hij comaparant geinstitueert tot eenige en universele erfgenamen Aeltien Thomas, Jacob Thomasz Henvliet sijne kinderen mitsgaders Arent Gerritsz Duerkant onmondig kind van Neeltien Thomas sijne dochteraen haer verweckt door Gerrit Duerkant bij representatie en plaatsvullingh van sijn afgestorven moeder

08-09-1669:

Langstlevende Testament; Schepenen van Blaricum ons bevonden ten huijse van Frans Sijmons en aldaer gesien Hilletien Ghijsberts sijn huijsvroue sieckelijck te bedde leggende, ... heeft sij Testatrice genomineert Frans Sijmons hare tegenwoordige man tot vruchtgebruijcker ...

06-10-1669:

Testament. Wij Schepenen in Blaricum bevonden ons ten huijse van Neeltien Pieters weduwe van Rutger Jacobsz za: en deselve op een stoel bij het vuijr sieckelijck sittende ...Institueert tot haar eenige en universele erfgenamen Geertien Rutgers, de kinderen van Jan Rutgersz, de kinderen van Steffentien Rutgers en de kinderen van Rutger Rutgersz in vier egale porties, mits dat haar drie eerste genomineerde erfgenamen om redenen van lant harenen en andere extraordinare coorschot en diensten bij forme van prelegaat aen de voornoemde kinderen van Rutger Rutgersz ter saeck vrsz voor uijt hare geweeste goederen sullen uijtkeeren en betalen een somme van f 300,- ...

16-10-1669:

Testament. Wij Schepenen in Blaricum hebben ons bevondenaen de persoon van Aeltien Thomas Heenvliet dochter sieckelijck te bedde leggende, hebbende octrooi van de Hove van Utrecht in dato den 05-10-1669 van te mogen disponeren, .... heeft sij Comparante geinstitueert tot haere eenige en iniversele erfgenaem Arent Gerritsz Duerkant haar susters sone of sijne kinderen of kintskinderen ..

20-10-1669:

Compareerden voor Schepenen in Laren Claas Cornelisz, Jan Cornelisz, Jan Hansen ? cum focijs erfgenaam inde naelatenschap van Cornelis Jacobsz van Houten, die verklaerde tot allen tijde en tegenwoordigh ‘s lants gerechtigheit van hare vaste goederen te willen betaelen, door onwilligheit van haaren broeder Roel Cornelisz mede-erfgenaem tot gene transport kunnende komen ..

04-11-1669:

Laren; Compareerde Claas Isaacksz, die bij forme van willige condemnatie aengenomen heeft aen Reijer Lubbertsz als boedelhouder van de naelatenschap van Geertien Lamberts sijn afgestorven huijsvrouw te betalen een somme van f 150,-

29-11-1669:

Testament. wij Schepenen in Blaricum hebben ons getransporteert ten huis van Gerrit Jansz onse afgestorven Buijrmeester en aldaar gevonden Grietien Borten sijne naegelaten huijsvrouw en weduwe sieckelijck te bedde leggende, ...heeft sij Comparante begeert dat Evert Gerritsz haar jonghste sone geteelt bij Gerrit Jansz vrnt bij forme van prelegaat uijt haars gereetste goederen in Goijlant gelegen sall genieten een somme van f 1000,-, en daar benevens met haar meerdere erfgenamen in haar naelatenschap in gelijcke portie

54

3234

Claes Hendricksz (de Goijer ??)

uijtkooppenningen toebehorende de erfgenamen van Claas gevolge sententie in dato 06-05-1669 ...

49-50

51

3234

Laren; Op het versoeck van Deliaen Sijmons weduwe van Steffen Leuwen qualificeren Schepenen Anthonis Quirijnen (Crijnen) en Frans Sijmons tot momboors over Jan Steffensz minderjarige kint van Steffen voornoemt aen de requirant verweckt

47

3234

3234

11-03-1669:


16 / 49

Inv.nr.

Blz. Nr.

3234


Testament. Compareerde voor ons Schepenen in Blaricum Lambert Coppen tamelijck gesont van lichame bij het vuijr sittende ...tot dispositie komende heeft hij Testateur gewilt dat Hermentien Everts naar sijn afsterven voor haar gerechtigheit uijt sijn naelatenschap sall genieten f 350, - tot laste van de gemene erfgenamen van Rutger Rutgersz Graef: mitsgaders f 150,- en tot laste staende van Lenert Jansz gesampt den interest, die bij afsterven van de Comparant onbetaelt sall worden bevonden: waar tegens Geertien Everts sall trecken voor haar gedeelte alle sijne onroerende goederen die in dese Rechtspreeckinge gelegen sijn, oock ‘t geene tot sijne lijve is behoorende mede sijn roerende goedt ten huijsen van Jan Tijmensz Cop en all wat de vrsz Jan (Tijmensz) Cop hem bij sijn Testateurs afsterven schuldigh soude mogen worden bevonden

06-12-1669:

Akte van Scheiding. Compareerde voor ons Schepenen in Blaricum de E: Andries Vrifius als oom en bloetvooght van de onmondige kinderen van xxx Matthijs Romswinckel in sijn leven Predicant tot Blaricum verweckt aen Trijntien Hendricks, met naeme Anneke, Johannes, Marrie en Matthias Romswinckel ter eenre en Adriaen Cornelisz Coster in Blaricum vrsz weduwman van de voornoemde Trijntien Hendricks ter andere sijde,, die verklaerde met den anderen in alle minne et vrientschap , door interesse en tusschenafpreken van de E: Francoijs Heijbloem coopman tot Amsterdam. Volgt scheiding van de boedel

09-12-1669:

Laren; Op het versoeck van Ghijsbert Thonisz authoriseren Schepenen Claas Pietersz Elanden en Ghijsbert Reijersz tot vooghden over de onmondige kinderen van Marritien Jans geteelt bij Claas Lubbertsz

09-12-1669:

Claas Pietersz en Joris Lambertsz Schepenen in Laren

09-12-1669:

Laren; Schepenen accorderen het versoeck van Reijer Jansz en Jan Jansz Oomen over Rutger Rutgersz onmondig kint van Rutger Jansz, nevens Tonis Jansz Rutten en Marten Jacobsz Mets gerechtelijcke vooghden de administratie van het vrsz minderjarige kintd goedt bij te wonen

09-12-1669:

Laren; Schepenen qualificeren Jan Willemsz Ploos nevens Frans Sijmonsz tot vooghden ovder de onmondige kinderen van Rutger Rutgers verweckt aen Marritien Sijmons

18-02-1670:

Testament; Wij Schepenen in Laren hebben ons bevonden aen de persoon van Pieter Jansz jongeman sieckelijk te bedde leggende ...... heeft tot zijn eenige universele erfgenaam geinstitueert Ghijsbert Jansz sijne broeder

28-01-1670:

Blaricum; Schepenen ordonneren Lambertien Willems Weduwe van Jan Lamph Heijnen op 01-05-1670 aen de erfgenamen van Claas Claasz Elanden te betalen een somme vanf 150,-

58-59

3234

59-60

3234

60

3234

60

3234

61

3234

61

3234

61

3234

62

3234

UITGESCHEURDE, ONTBREKENDE BLADZIJDE

3234

18-02-1679:

Testament; Compareerde voor ons Schepenen in Laren, Reijertien Jan Heijnen dochter gesont van lichame, .... dat de goederen, die Ghijsbert Jansz haars susters sone voor sijn contingente portie naar haar afsterven sullen aenkomenhij alleen als vruchtgebruijcker sal mogen besitten

30-01-1670:

wij Schepenen in Blaricum hebben ons vervoeght aen de persoon en ten huijse van Willem Hendricksz (Roelen ?) onse buijrman en deselven op requisitie van Gerard Durkant voor hem selve en de rato caverende voor Aeltien Thomas dochter mitsgaders Frans Sijmonsz en Jan Willemsz Ploos vooghden over de kinderen van Rutger Rutgersz en Marten Jacobsz als momboor van kinderen van Jan Rutgersz za: den selven afgevraeght hoe off hoedanigh hij Willem Hendricksz hem wilde dragen mede naelatenschap van Neeltien Pieters. Die haare op het vooseijde voorstelt antwoorde, sigh te willen aenmatigen de erffenisse van Willem Rutgersz sijns vrouws afgestorven broeder ....

28-02-1670:

Compareerde voor Schepenen in Blaricum, Jacobien Rutten weduwe van Ruth Cornelisz Boer die institueerde Vincent Roskam omme uijt haar naeme aen den Gerechte alhier te versoecken, dat Gerrit Hendrick Logen en Anghs Lamph Heijnen werden gequalificeert tot vooghden over haar comparante

03-03-1670:

Blaricum, Schepenen qualificeren Jan Jacobsz en Rutger Hendricksz de Oude tot vooghden over het onmondige kint van Jan Jansz Bicker verweckt aen Neeltien Hendricks

13-04-1670:

Blaricum; Op het versoeck van Frans Sijmonsz Oom en Bloetvooght van of over de onmondige kinderen van Rutger Rutgersz verweckt aen Marritien Sijmons qualificerenSchepenen nevens den requirant Willem Hendricksz Roelen omme haar kinderen goederen naar behooren te administreren

27-04-1670: -

Compareerden voor Schepenen in Laren, Ghijsbert Wobertsz, de vooghden van de onmondige kinderen van Lijsbetien Woberts, Dirck Hendricks als getrout hebbende Hendrickien Woberts, en Hendrick Willemsz Graef als man van en vooght van Stijntien Woberts ter eenre, en Hendrick Jacobsz (Heijnen ?) en Jan Jacobsz Heijnen vervangende en haar sterck maeckende voor haar moeder Grietien Cornelis met assistentie van Hendrick Jansz Backer als getrouwt hebbende Lijsbetien Jacobs, Hendrick Wobertsz als getrouwt met Merritien Jacobs en Frans Wobertsz getrout met Jannetien Jacobs ter andere sijde, die verclaerden in alle minne en vrientschap overeengekomen te sijn over de testamente van Cornelis Wobertsz za:

63

3234

64

3234

65

3234

66

3234

67

3234

67

-

-

3235


3235

3

3235

4

3235

8

3235

8

3235

8

09-01-1662:

Marritien Fransen weduwe van Ellert Woutersz eijsser eijscht van Jan Cornelisz de Huijt gedaegde geroepen op sijn gearresteerd pen onder Pieter Tonisz berustende de somme van f 32,- ter saecke van gehaelde ende genoten waaren

09-01-1663:

Anthonis Quirijnen Buijrmeester, eijser dede segge, dat Tijmen Tonisz en Jan Lambertsz Verwer kerckmeesters gedaegde sijn grafstede in de kerck tot Blaricum met den predickstoel hebben betimmert, ‘t welck hem eijser onbehoorlijck dunckt, en concludeert ten fine de gedaegde sullen worden geconsenteert de vrsz stoel daar van te denoveren en hem nevens andere de vrsz grafstede onbelemmert te laeten gebruijt hem cum expense

13-02-1662:

Pieter Adriaensz Timmerman tot EmenesBinnendijx eijser CONTRA Truijtien Willemsz Vos weduwe van Jan Willemsz Deelen tot Blaricum; betaling van f 5,- ter sacke van een geleverde pomp met sijn toebehoren

27-02-1662:

Jan Bartholomeusz Cop eijser CONTRA Cornelis Evertsz Snijder als man en vooght van Eijsge Ghijsberts laest weduwe van Tonis Roeters gedaagde; betaling van f 5,6:8 als rest van f 35:1:8 uijt krachte van een obligatie in dato 13-021659 bij de gedaagdens huijsvrouw en haren momboor ondertekent

27-02-1662:

Claes Hendricksz (de Goijer ??) eijser CONTRA Jan Elberts gedaegde; hij seijde dat hij de gedaegde voorleden winter die jaar een silveren ketting hadde gedaen op conditie, dat de eijscer voor oude-meij in den jare 1661 getrout soude sijn, en alsdan van de gedaegde soude hebben eens f 17,-, en bij mancquement van ‘t voornoemde trouwen, soude de gedaegde de kettingh voor niet hebben concludeert mitsdien tot condemnatie cum expense


17 / 49

Inv.nr. 3235

Blz. Nr.


Adriaen Cornelisz Koster en Schoolmeester tot Blaricum eijser CONTRA Anthonis Quirijnen gewesene Buijrmeester in Blaricum; hij concludeerde tot betalinge van f 76,- als rest van sijn jaartractement voor den jare 1661 verschene, mitsgaders f 2:8:0 ter saecke van verschot aen sijn turfwagens gedaen

12-04-1662:

Mathijs Boelhouwer Schout tot Laren als vooght van Fuijsien Isaacken, Rutger Isaacksz voor hem selve en Jan Isaacken tot Laren eijsers CONTRA Hendrick Isaacksz tot Blaricum gedaagde; de eijsers seijden, dat de gedaegde met haarluijden nevens de andere erfgenamen van Isaack Rutgersz ende Aeltien Jan Harmens za: op den 02-04-1662 over de selve naetatenschap een mondeling accoort met toestemminge van haar allen hadden opgerecht om voorts te treden tot deijlinge van de voornoemde goederen en als de gedaagde in desen hem als nu onwillig doet ...

19-05-1662:

Mathijs Boelhouwer Schout tot Laren eiser CONTRA Pieter Pietersz en Gerritien Hendricks sijn huijsvrouw gedaegden; hij seijde dat de gedaegden op den eersten dagh van pinxteren voorleden in devotie op Sint Jansz Laren heeft bevonden en daar over bekeurt: f 48,-

18-09-1662:

Pieter Willemsz Steenkoper tot Naarden eijser CONTRA Gerbert Tonisz Molenaar tot Blaricum; te betalen f 33:6:8 ter saecke van geleverde steen

02-10-1662:

Jacob Rijcksz als procureur van Geertien Lamberts tot Emenes CONTRA Lijsbeth Hendricks weduwe van Gerbert Jan Coppen tot Blaricum

17-10-1662:

Hendrick Gerritsz Boelhouwer tot Hilversum eijser CONTRA Pietertien Gerritsz weduwe van Jacob Tijmensz timmerman in sijn leven tot Blaricum gedaegde; betaling van f 21 ter saecke van geleverde turff in 1662

17-10-1662:

Ebbetien Tijmis weduwe van Hendrick Rutgersz tot Blaricum eijser CONTRA Gerrit Hendricksz Swem tot Huijsen gedaegde; betaling van koe gekocht in 1660

9

3235

9

3235

10

3235

14

3235

17

3235

18

3235

19

3235

25

23-02-1663:

Rut Jansz woonachtigh op Ruijsdael eijser CONTRA Pietertien Gerrits weduwe van Jacob Tijmensz tot Blaricum; betaling van van 21 xx ter saecke van koop van een veth vercken

3235

38

26-11-1663:

Jannetien Coppen weduwe van Jan Fransz tot Blaricum

3235

39

07-01-1664:

Adriaen Lamphen gewesene molenaar tot Blaricum CONTRA Willem Jansz Vos tegenwoordigeh molenaar

19-05-1664:

Hendrick Dircksz verzoekt als voogden van zijn onmondige kind geteelt bij Gerretien Pieters te stellen Elbert Claas Pietersz en Gerrit Lubbertsz

14-07-1664:

Willem Jansz Vos op Ruijsdaal eijser CONTRA Jacob Gerritsz Rademaecker tot Laren gedaagde; betaling van f 3,- volgens schultboeck

25-01-1666:

Lubbert Tijmensz Puijck als Bestevader en Bloetvooght en Thomas Jacobsz Henvliet ghe-associeerde vooght over Lambert Lambertsz onmondig kint van Lambert Lubbertsz za: eijsers CONTRA Jan Lubbertsz als getrouwt sijnde met Hendrickien Pieters gewesenen huijsvrouw van Lambert Lubbertsz tot Laren

3235

47

3235

49

3235

58

3235

79

3235

13-09-1666:

Willem Jansz Prins schaepharder tot Laren

27-09-1666:

Thomas Jacibsz Henvliet Schout, als vooght van de onmondige kinderen van Marritien Hendricksz en Ruth Bortsz nomine exoris eijsers CONTRA Bort Rutgersz als weduwman en boedelhouder van Marritien Hendricks za: gedaagde;

24-01-1667:

Hendrick Claasz van Boshuijsen als getrouwt hebbende Mattien Lubberts en in die qualiteijt erfgenamen van Lubbert Gijsbertsz, en Teuntien Ghijsberts voor hem selve en als procuratie hebbende van Gijsbert Lubbertsz en Claas Lubbertsz: mitsgaders van Jacob Willemsz als getrout hebbende Marritien Lubberts mede-erfgenamen ex testamento van de voornoemde Lubbert Ghijsberts en Teuntien Ghijsbertsz requiranten CONTRA Elbert Claasz Groen, Jan Jacobsz, Jan Claasz en Jan Gerritsz den Ouwen als vooghden van Eelt Wijchertsz en Metien Anxe arrestanten op de meubele goederen en effecten bijde voornoemde Lubbert Ghijsberts en Teuntien Ghijsbert naegelaten gerequireerden om redenen van arrest te geven

18-04-1667:

Anthonis v an Snellenbergh tot Emenes Buijtendijx CONTRA Bort Rutgersz als boedelhouder van Marritien Hendricks za:, Tomas Jacobsz Henvliet als momboor over de onmondige kinderen van Marritien voornoemd en Ruth Borts voor hem selve; betreft lantpacht

28-11-1667:

Erfgenamen van Meijns Hendricksz tot Blaricum eijsers CONTRA Willem Cornelisz tot Laren getrout sijnde met Jannetien Huijberts laast weduwe van de voorsz Meijns Hendricksz gedaagde; loopt al vanaf 1655

80

3235

87

3235

94

3235

100

3235

103

12-12-1667:

Willem Jansz Deelen

3235

108

21-02-1668:

Marten Jacobsz als getrout hebbende Fuijsien Isaacksz eijser CONTRA Isaack Mathijsz tot Laren

28-05-1668:

3235

115

Ploos als procuratie hebbende van de gesamentlijcke erfgenamen van Claes Hendricksz za: tot Laren eijser CONTRA Claas Jansz als getrout sijnde met de weduwe van Claas Hendricksz voornoemt, mede aldaar gedaagde; hij seijde, dat Claas Hendricksz sijns pralen ?? Oom met Aeltien Pieters jegenwoordigh huijsvrouw van de gedaagde een testament hadde doen maecken......

3235

119

17-09-1668:

Claas Jansz tot Laren als getrout sijnde met Aeltien Pieters weduwe van Claas verklaring van betekenis testament

16-06-1670:

Stellen tot vooghden van Geertgen Jacobs nagelaten weeskint van Jacob Gerritsz Timmer, Pieter Pietersz en Geurt Hendricksz Ten versoecke van Geertge Jans weduwe van Jacob Gerritsz Timmer werden tot vooghden van de selve gecommitteert Henrick Claesz van Boshuijsen en Jan Isaecks

14-07-1670:

Op ‘t voorstel van Jan Elbertsz weduwenaer van Gerrittgen Aelten, sijn tot vooghden over de onmondige kinderen bij hem aen de voorsz Gerrittgen Aelten verweckt, en bij deselve na gelaten, gestelt Hendrick Claesz van Boshuijsen en Gijsbert Reijersz

12-08-1670:

Elbert Lambertsz Vos, Oom van Reijer Raven, eijser en requirant CONTRA Claesien Claes weduwe van wijlen Jan Bartholomeus Cop gedaagden en gerquireerde; verzocht wordt een copie van de huwelijkckse voorwaerden opgericht tusschen Jan Bartholomeus Cop en Jaepien Elberts mitsgaders copie van seecker contract tussen dezelfden, mistgaders van seecker contract opgerecht tusschen voornoemde Jan (Bartholomeusz) Cop en Reijer Raven

3235

151

3235

155

3235

155


Hendricksz za:; volledige

18 / 49

Inv.nr.

Blz. Nr.

3235


Laren; - Jan Cornelisz de Wit, - Jan Gijsbertsz als vader en vooght van sijne kinderen geprocreeert bij Griettgen Cornelis, - Hubert Cornelisz als vader en vooght van sijne kinderen geprocreeert bij Maritgen Cornelis, - Wijchertge Cornelis, - Hendrickien Gijsberts als moeder en vooghdes van haer soon Jacob Cornelisz, - Claes Cornelisz als getrout hebbende Gijsbertgen Cornelis en - Pieter Cornelisz - eijsers alle Erfgenamen van Cornelis Jacobsz CONTRA - Roeloff Cornelisz en zijn Oom Hubert Hendricksz hem geassisteert hebbende, gedaegde Zie ook:SAGV155.2-3235, Folio 183-184; 08-12-1670)

17-11-1670:

(Moeilijk leesbaar) Compareerden ter Secretarie van Blaricum Pieter Lambertsz Bol, Timen Jacob Gerritsz en Lambert Reijersz mitsgaders Reijer Jansz als vader en vooghdt van Neeltge Reijers en noch de voornoemde Timen Jacob Gerritsz als vooghdt van de onmondige kinderen van Otto Lambertsz te samen erfgenamen van Geertge Lamberts als namentlijck de voornoemde Pieter Lambertsz Bol en Timen Jacob Reijers??? elck voor 1/4 part Lambert Reijersz en Neeltgen Reijers te samen voor 1/4 part en de kinderen van Otto Lambertsz te samen ‘t resterende 1/4 part en verclaerden sij comparanten aen gaende de erfenisse van de voornoemde Geertgen Lambertsz soo als deselve en haer gedeelt was tegens Reijer Lubbertsz weduwenaer van de selve geschift en gescheijden te sijn in de maniere als volght dat namentlijck ... volgt verdeling van gronden

18-11-1670:

Compareerden voor Jan Pietersz en Roel Meeuwisz Schepenen tot Blaricum Jan Willemsz Mast als getrout hebbende Aeltgen Thomas dochter en erfgename van Thomas Jacobsz Henvliet zal: in sijn leven Schout van het vrsz dorp. en verclaerde sij gemachtigt te hebben Jan Willemsz Ploos te ontfangen alle penningen van open staande rekeningen e.d. in Naerden en alle dorpen ...

08-12-1670:

Rutger Hendricksz met sijne susters en broeders Erfgenamen van ‘s moedersijde van ‘t kindt van Jan Jansz Bicker verweckt aen Neeltgen Hendricksz CONTRA Jan Jacobsz erfgenaem van ‘s vaders sijde van ‘t voorsz kint gedaegde

26-01-1671:

Willem Cornelisz Ruijter en Hendrick Lamphen als Vader en Vooght van sijn kinderen als erfgenamen van Cornelis Jansz Ruijter woonende tot Emenes eijsers CONTRA Claas Lubbertsz gedaagde

27-03-1671:

Theunis Jans Rutthen en Marten Jacobsz Mets gerechtelijcke vooghden van Rutger Rutgersz onmondig kindt van Rutger Jansz en Marritgen Bastiaens eijsers CONTRA Jan Jan Reijersz; betreft betaling van obligaties van f 150 en f 66:11:-

06-04-1671:

Jan Willemsz Mast als getrout hebbende Aeltgen Thomas die erfgenaem was van haer vader Thomas Jacobsz Heenvliet in sijn leven Schout tot Blaricum eijser CONTRA Willem Hendricksz Roelen gedaegde; betreft betaling van f 75,- ter saecke van geleende penningen aen de gedaegde ofte aen des gedaegtes soonen Meuwis Willemsz en Hendrick Willemsz gedaen volgens schultboek

06-04-1671:

Schepenen houden de saecke tusschen Bijtge Hendricks weduwe van Harmen Thijmensz eijser CONTRA Willem Jansz Vos en Willem Jacobsz de Jonge in advijs; ( Zie ook SAGV155.2-3235, Folio 209; 27-04-1671: Bettge Hendricks en SAGV155.2-3235, Folio 217; 25-05-1671: Buttgen Hendricks)

27-04-1671:

Emmetgen Jans cum focijs Erfgename van Jan Jansz Vraghter

25-05-1671:

GEVAL VAN OVERSPEL; Gijsbert Goossen wonende tot Laren ter eenre CONTRA Brandtien Jans sijn huijsvrouw die beging de afgrijselijcke sonde van overspel met eenen Claes Claes Isaacksz haar kneght

22-06-1671:

Compareerden voor Claes Pieter Goossensz en Anx Jansz Schepenen in Laeren, Corrnelis Hendricksz en Marij Gijsberts echteluijden in het vorsz dorp, en verklarende sij comparanten gemachtigt te hebben Lambert Lubbertsz en Jan Gerritsz in het openbaer aen de meest biedende te verkopen seecker huijs en hofstede met het lant daer annex hen comparant toebehorende. Van de opbrengst dient te worden betaald de schuld aan de Erfgenamen van Gijsbert Jacobsz Schep

13-07-1671:

Compareerde voor Harmen Harmensz de Oude en Ebbe Jansz Schepenen van Laeren en Blaricum, Maritge Hendricks huijsvrouw van Jacob Jacobsz Lijster, en Griettgen Jans weduwe van Jan Rutgers, versoght sijnde bij Jan Willemsz Mast om een verklaring af te leggen: henluijden wel bekent te sijn dat Steffentgen Rutgers soo lange als sij vrijster is geweest, nooijt meer als een silver tuijgh heeft gehad. Maritgen Hendricks heeft lange jaren met Steffentge Rutgers verkeert en dat voorsz Griettgen Jans dat sij een Jaer bij haer in huijs gewoont heeft, eer dat gemelte Steffentge trout. Verder verclaert Griettgen Jans dat sij haer schoonmoeder Neeltgen Pieters verscheijdene malen heeft hooren seggen dat die dochter haer huijck soude hebben die met haer in de gereformeerde kerck ginck

02-11-1671:

Machteldt Goossens weduwe van Isaack Mathijs requirant CONTRA Evert Willemsz Backer, Anx Jansz, Geurt Hendricksz en Hendrick Claesz Boshuijsen gerquireerden; de requirant versoeckt dat de gerequireerden gestelt worden tot vooghden over haere kinderen

16-11-1671:

Claesien Claes gedaegde CONTRA d’Erfgenamen van Jan Bartholomeusz Cop eijsers te antwoorden; sij verklaert dat alle goederen en effecten uijt den sterfhuijse van Jan Bartholomeusz Cop onder haer genomen off andersinds onder haer becomen hebben weder in de den sterffhuijse gebracht en op de inventaris bij de gedaegde gemaeckt gestelt

08-01-1672:

De erfgenamen van Jan Bartholomeusz Cop eijsers CONTRA Clasi Claes weduwe van deselve Jan Bartholomeusz Cop gedaagde

07-03-1672:

Laren; Tot vooghden over Aeltge Gerrebrandts weduwe van Chiel Jansz werden gestelt Gerrit Gijsbertsz en Jan Claesz

07-03-1672:

Tot voogden over het nagelaten weeskint van Jacob Willemsz Slocker werden gestelt Pieter Willemsz Slocker en Marten Jacobsz Mets

04-04-1672:

Laren; Jan Schuijt Borger tot Naerden eijser CONTRA de voegden van Metje Heijdricks lest weduwe van Claes Eijlander gedaegde; betaling van een restschuld van f 4:16:- voor geleverde waren

164

3235

169-170

3235

176-177

3235

179

3235

190

3235

199

3235

202

3235

205

3235

207

3235

215-217

3235

222

3235

227

3235

244

3235

246-247

3235

255

3235

260

3235

261

3235

264

3235

274

3235

276

3236

09-05-1672:

Tot voogden over het nagelaten weeskint van Anx Lubbertsz werden gestelt Jan Claesz en Hendrick Boshuijsen

23-05-1672:

Tot voogden over de nagelaten weeskinderen van Hendrick Hendricksz werden gestelt Evert Lambertsz en Marten Jacobsz Mets



19 / 49

Inv.nr.

Blz. Nr.


Tot vooghden over het nagelaten kind van Oth Lambertsz tot Blaricum werden gestelt Jan Teunis Rutten en Hendrick Gerbertsz

02-04-1674:

Also Jan Jan Reijersz deser wereldt overleden sijnde, hebben tot curateuren over de boeldel gestelt Jan Theunis Rutten en Jan Jansz Verwer

23-04-1674:

Schepenen stellen tot vooghden over ‘t weeskint van Jan Barentsz Snijder gestelt Jan Teunis Rutten en Gijsbert Jacobsz Meulenaer

23-04-1674:

Over ‘t weeskint van Ruttger Jansz werdt in de plaets van Teunis Jansz Rutten, die nevens Marten Jacobsz Mets zal: vooght is geweest, tot mede-vooght nevens de voornoemde Marten Jacobsz gestelt en gesurrigeert Andries Duijrkant Schout dese Dorps

23-04-1674:

Tot voogden over ‘t weeskint van Jan Jacobsz Groen werden gestelt Pieter Jansz en Gerrit Hendricksz

23-04-1674:

Over de weeskinderen van Pieter Jacobsz Rademaecker werden tot vooghden gestelt Jacob Hendricksz en Claes Lubbertsz

23-04-1674:

Over de kinderen van Jacob Cornelisz Ruijter werden gestelt tot vooghden gestelt Jansz

21-05-1674:

Over ‘t weeskindt van Gijsbert Reijersz werden tot vooghden gestelt Thijmen Harmensz en Goossen Tijsz xx (Gosen Tijs Jacobsz ?)en is voor de derde vooght daer nevens gestelt Jacob Pietersz

06-05-1674:

Schepenen ordonneren Marten Jacobsz (Mets) eijser en Hendrick Claesz Boschhuijsen te bewijsen dat de gedaagde deser

3236

1

3236

2

3236

4

3236

4

3236

4

3236

5

3236

5

3236

5

3236

7

3236

8

3236

8

3236

8

3236

10

3236

10

04-06-1674:

Laren; Over de kinderen van Claes Lambertsz Roock werden gestelt Jan Jansz Doncker en Willem Melisz

3236

10

04-06-1674:

Laren; Over het weeskint van Jaep Claes Isaecksz werden gestelt Jan Gerritsz Oude en Claes Pieters Eijlanden

3236

11

04-06-1674:

compareerde voor de Gereghte van Laren en Blaricum Aeltje Pieter Ellen en verclaerde sij comparante veraccordeert te sijn met Marten Jacobsz Mets die aen voorsz te aghteren was een somme van f 53,- ......

3236

11

02-07-1674:

Blaricum; Over de weeskinderen van Lambert Lubbertsz werden tot vooghden gestelt Lubbertsz

3236

11

02-07-1674:

Over het nagelaten weeskint van Jannetge Elberts geprocreeert bij Jacob Jacobsz zijn gestelt Dirck Lubbertsz

3236

11

02-07-1674:

Over de weeskinderen van Gerrit Dircksz gestelt Jan Jansz en Tijmen Jansz

16-07-1674:

3236

13

Schepenen verzocht wesende omme neffens Jacob Jansz Jongerden en Hendrick Willemsz Grutter tot Huijsen als gestelde vooghden over de weeskinderen van Jan Hendricksz in de Boomen een derde vooght te stellen wesende Willem Cornelisz van Blaricum

10-09-1674:

Tolk Frans; .. Heeft Willem Jansz Fransman, Bode tot Laren, ten versoecke van de heer Jan Gansneb

3236

14-15

3236

17

3236

18

3236

23

3236

23

3236

Lambert Lambertsz en Rijck

borge soude geworden sijn voor de somme van f 53,- die hij aengenomen soude hebbenvoor Aeltje Pieter Ellen en betalen met twee geloofwaerdighe getuijgen behalve des eijsers swager en sal alsdan nader gedisponeert werden. 06-05-1674:

Blaricum; Over ‘t weeskint van Ebbetje Kees sijn tot vooghden gestelt Willem Cornelisz

06-05-1674:

Blaricum; over de weeskinderen van Jan Lubbertsz Puijck sijn tot vooghden gestelt Rutger Hendricksz en Claes Jansz Smitser

21-05-1674:

Laren; Over ‘t weeskindt van Wijchert Lamphen sijn tot vooghden gestelt Claes Pieter Elander en Claes Lubbertsz

04-06-1674:

Laren; Over de kinderen van za: Jannetgen Jans dr. in haer leven huijsvrouw vanTijmen Pietersz Majoor worden tot vooghden gestelt Pieter

Pietersz en Claes Lubbertsz

Pieter Pietersz en Claes Pieter Pietersz en

Tengnagel Stedehouder van Goijlandt en Schout der Stadt Naerden getuijght ende verclaert dat hij op seeckere tijdt sonder de selve preciselijck te kunnen uijtdrucken, als wanneer Dominee Verleck predicant deses dorps, tot Hilversum soude gaen predicken, door de selve is versoght geweest om mede te gaen, dewijl hij de fransse tael konde om hem fr fransse bevelhebber die aldaer ‘t commando hadde, te vertolcken en behulpich te sijn; aardig verhaal over rook produceren in de kerk tijdens de prediking 24-09-1674:

Wijchert Willemsz Welversint veerschipper van Amsterdam op Huijsen eijser CONTRA Claes Martens tot Laeren, betreft betaling van f 22:4:- ter saecke van 5.18 xxx werck tegens f 4:5:- ‘t hondert aen de gedaegde gelevert den 14-04-1672

24-09-1674:

Wijchert Willemsz Welversint veerschipper van Amsterdam op Huijsen eijser CONTRA Jacob Lamphen tot Laeren ter saecke van 72 bxx werck tegens f 4:5:- t’hondert aen den gedaegde gelevert den 06-05-1672

24-09-1674:

Vermits het overlijden van Aeltge Peters, weduwe van Claes Jansz, alsoo niemandt als erfgenaem den boedel aenvaert ...

24-09-1674:

Gezien het overlijden van Jan Jacobsz die voor deze nevens Jacob Lamphen gestelt was tot voogdt over de kinderen van Willem Jan Lamphen, is tot vervangende mede vooght gestelt Gerbert Cornelis Swanicken

25

08-10-1674:

Marten Woutersz noe uxoris mitsgaders de vooghde over desselfs kinderen CONTRA Volcken Rijcksz gedaegde; betreft betaling van f 488,- ter saecke van seecker obligatie

3236

25

08-10-1674:

Pieter Hendricksz Gertom ? Eijser CONTRA Angeniet Jacobs als erfgenaem van haer moeder Bijtje Roeters; betaling van f 5,- voor geleverde dootkist

3236

28

08-10-1674:

...... om curateurs over de boedel te stellen van Leendert Jans en Bijtgen Roeters hebben dese gestelt Jacob Jan Crijnen en Angeniet Jacobs

3236

28

08-10-1674:

Over de weeskinderen van Willem Heijn (Decker) sijn op 21-05-1674 tot vooghden gestelt Gijsbert Bortsz en Ariaen Cornelisz Schoolmeester. Doch werden neffens haer tot de derde vooghd gestelt Cornelis Willemsz Ruijmuijt

3236

29

08-10-1674:

Over de weduwe van Bort Cornelisz werden tot vooghden gestelt Goossen Hendricksz en Jan Cornelisz de With


20 / 49

Inv.nr.

Blz. Nr.

3236

29

08-10-1674:

Over de 2 weeskinderen van Cornelis Theunisz sijn tot vooghden gestelt Lubbert Gerritsz en Willem Lubbertsz

3236

29

08-10-1674:

Over het weeskint van Huijbert Michielsz werden tot voogden gestelt Cornelis Damen Jansz en Jan Gerritsz de Oude

3236

31

29-10-1674:

Cornelis Swaningh erfgenaem van Pieter Willemsz CONTRA Steffen Harmensz als Buijrmeester van

3236

31

29-10-1674:

Tot vooghden over de kinderen van Teuntgen Pieters geprocreeert bij Claes Willemsz, Goossen Tijsz en Cornelis Jansz

3236

31

29-10-1674:

Over de weeskinderen van Jan Ploos werden tot vooghden gestelt Willem Claesz, Roel Franssen en Lambert Pietersz

3236

31

29-10-1674:

Over Maritgen Cornelis werden op versoeck van derselve tot vooghden gestelt Jan Jansz Doncker en Pieter Pietersz

12-11-1674:

Pieter Otten eijser CONTRA de vooghden over de kinderen en erfgenamen van Isaeck Tijsz gedaegde; betaling f 40 ter saecke van arbeijtsloon

12-11-1674:

Over de boedel van Evert Jansz werden gestelt tot curateurs Claes Pieter Eijlanden en Jan Evertsz Backer

12-11-1674:

Over het nagelaten weeskindt van Anx Lubbertsz werden tot vooghden gestelt Jan Evertsz Backer en Willem Lubbertsz


Blaricum; betreft betaling van f 163:3:5 ter saecke van obligatie

Cornelis Swanincksz werden gestelt

3236

34

3236

36

3236

36

3236

37

26-11-1674:

De weduwe van Sijmen Theunisz CONTRA Hendrick Barentsz gedaegd; betaling van f 10,- ter saecke van gelevert vleijs

3236

38

26-11-1674:

Jan Cornelisz mede erfgenaem van Jaepien Cornelis neemt aen met de verdere erfgenamen den voorsz boedel te schifte..

04-12-1674:

Jan Jan Reijers: dood gevonden (ZIE TRANSCRIPTIE)

Jacob Elbertsz alias Jaep Thomasz out sijnde ontrent 17 Jaer 3236

39

3236

41

3236

42

3236

44

3236

44

3236

44

3236

46

Hendrickie Claes dr. out sijnde ontrent 18 Jaer Bettgen Everts out ontrent 17 Jaer Gerrit Sijmensz Bout, out sijnde ontrent 17 Jaer Frans Jacobsz out sijnde ontrent 17 Jaer 17-11-1674:

Willem Corsz en Lambert Willemsz als vooghden over de kinderen en erffgenamen van Claes Cosz eijser CONTRA Hendrick Theunisz als getrouwt hebbende de weduwe van Claes Lamphen gedaegde

17-12-1674:

De erfgenamen van Theunis Crijnen tot Blaricum eijser CONTRA Lijsje Pieter Vossen Weduwe van sal: Hendrick Meeuwis; betreft betaling van f 5,- ter saecke van penningen die sij gedaegden gehouden was uijt te keren aen de eijsers in desen uijt d’erfenis van Aeltgen Roelen

17-12-1674:

Over de weeskinderen van Griettgen Jacobsz verweckt bij Jan Theunisz Rutten werden tot vooghden gestelt Tijmen Elbertsz en Steffen Harmensz

17-12-1674:

Over Nelletge Leeuwen wordt op haer versoeck tot vooghdt gestelt Jan Teunis Rutten

17-12-1674:

Over de weeskinderen van Willem Cornelisz Ruijter werden tot vooghden gestelt Willem Cornelisz, Meeuwis Teunisz en Adriaen Cornelisz Schoolmeester

14-01-1675:

Over de weeskinderen van Rutger Rutgersz werden tot vooghden gestelt Roel Frans en Hendrick Willemsz (Roelen ?)

16-01-1675:

Jan Hendricksz Louwen eijser CONTRA Claesje Jacobs gedaegde; Claes Lubbertsz voor den eijser concludeert tot ontfangh van de bruijt volgens de belofte van de trouw tusschen haer beijde over gegaen in de Jare 1674 in de maent February, versoeckende volgens de beloft; rare zaak. ... Ter oirconde is dese bij de voorn Jan Hendricksz (Louwen) geassisteert met Geurt Hendricksz en Gosen Mattijsz/Tijsz aen d’eene mitsgaders de voorn. Claes Gerritsz toecomende schoonvader van de voorn. Claesje Jacobsz en Marten Jacobsz Mets

3236

48-51

17-01-1675:

3236

53

04-03-1675:

Marten Woutersz van Stralen

3236

56

04-03-1675:

Over de weeskinderen van Jan Meeuwisz werden tot vooghden gestelt Hendrick Willemsz en Jan Jansz Verwer

18-03-1675:

3236

57

Jan Claesz als getrouwt hebbende Claesje Jacobs doghter en erfgenaem van Jaep Gerrit Jannen ? haer vader saliger getrouwt geweest sijnde met Ytgen Frans eijser CONTRA de vooghden over de kinderen en erfgenamen van Jan Claesz Backer tot Laren gedaegde

3236

57

18-03-1675:

Rutgen Lambertsz weduwe en boedelhouster van Matthijs Boelhouwer in sijn leven Schout tot Laren

3236

59

18-03-1675:

Casper Ruijsdael eijser CONTRA de weduwe van Lambert Reijersz ter saecke van geleende winckelwaeren

18-03-1675:

De erfgenamen van Tijmen Jan Ebbens eijser CONTRA Tijmen Harmensz als erfgenaem van Botgen Hendricks mitsgaders als vooght over ‘t nagelaten kint van Gerritge Gerrits, mede erfgenaem; betaling van f 35:10:0 sijnde 2/4 part van f 150,- met verschenen intrest Dezelfde eijser CONTRA de voogden over de kinderen en erfgenamen van Hendrick Isaacksz gedaegde; betreft f 30:10:- ter sake van geleende penningen

22-04-1675:

Casper Ruijsdael eijser CONTRA Goossen Tijsz gedaegde; betaling f 6:14 ter sake van geleverde winckelwaren

06-05-1675:

Alsoo Lambert Jansz Jonghman tot Laren van Godt Almaghtch met krancksinnichheid besocht en oversulx niet maghtich ofte bequaem is om sich selfs ofte sijn goederen te regeren .. Tot voogden en curateurs hebben gestelt Claes Pieter Elanden en Gerrit Hendricksz

13-05-1675:

Diverse vonnissen in de zaken aangekaart door Wijchert Willemsz Welversint (= de veerschipper van Amsterdam op Huizen)

13-05-1675:

Schepenen stellen tot vooghden over ‘t nagelaten weeskindt van Meeuwis Harmensz mits desen Steffen Harmensz en

3236

60

3236

62

3236

66

3236

68

3236

69

3236

69

Jochem Claesz 13-05-1675:

Over ‘t weeskindt van Bijttgen Anxen verweckt en geteelt bij Claes Pietersz Look werden als vooghden gestelt Marten Valck Schout tot Laren en Jan Gerritsz de Oude


21 / 49

Inv.nr.

Blz. Nr.


Jan Claesz Geun nomine uxoris eijser CONTRA de curateurs over de boedel van Jan Claesz Backer, gedaegde; de eijser dede seggen dat aen sijn huijsvrouw haer broeder waren bewesen seeckere goederen waer van haer moeder de vruchten moste genieten tot dat de voorsz kinderen gecomen souden wesen totten ouderdom van 18 Jaren. Ende alsoo des eijsers huijsvrouw jegenwoordigh getrouwt getrouwt, haer moeder en broeder sijn comen te overlijden en de voorsz goederen alsnogh sijn berustende onder de voorsz boedel. Soo concludeert den eijser in qualiteit voorsz dat de gedaegde ‘t sij als vooghden van de kinderen bij haer voorn moeder uijt haer tweede huwelijck geprocreeert .......

24-06-1675:

Theunis Breghtersz en Steffen Harmensz als erffgenamen van Grietgen Pieters eijsers CONTRA Ebbe Jansz Vos gedaegde; de eijsers dede seggen dat sij op 20-04-1672 in qualiteit voorn. hebben vercost gehadt aen Lijsje Pieters seecler huijse en hoffstede voor de somme van f 475,-doch dat gedaegde de voorsz somme voor de voorn. Lijsje Pieters ....

3236

70-71

3236

74

3236

76

24-06-1675:

Caspar Ruijsendael CONTRA de weduwe van Jan Kaersgaer; betaling geleverde winckelwaren

3236

78

24-06-1675:

Over de nagelaten kinderen van Gerbert Theunisz werden tot vooghden gestelt Jacob Claesz en Gerrit Gerbertsz

3236

78

24-06-1675:

Over de nagelaten weeskinderen van Claes Ceesz Boer de Jonge, werden tot vooghden gestelt Theunis Fransz en Gerrit Lubbertsz (zie ook Folio 92)

3236

79

24-06-1675:

Jacob Jansz Stompert woonaghtig tot Laren seecker proces hebbende

3236

84

15-07-1675:

Tot vooghden over ‘t kint van Barttgen Gerrits werden gestelt Jacob Willemsz en Jan Pieter Willemsz

3236

87

16-09-1675:

De hr. Snellenburgh eijser CONTRA Frans Gerritsz Schipper; betaling van f 93,- voor lantpacht

30-09-1675:

Marten Woutersz van Stralen nae uxoris mitsgaders de vooghden over desselve kinderen eijsers CONTRA Hendrick Willem Roelen als erfgenaem van Willem Hendricksz Roelen sijn vader saliger; betaling van f f 300,-

04-11-1675:

Maghtelt Kees wonende alhier eijser CONTRA Willem Lubbertsz en Lubbert Gerritsz als vooghden over de kinderen en erfgenamen van Kees Theunisz alias Stockvis; betaling van f 25,- voor houloon van twee van de voornoemde kinderen

18-11-1675:

Mrs. Francois Barent eijser CONTRA Fuijsje Claes weduwe van saliger Roel Meeuwisz gedaegde

18-11-1675:

Tot voogden over de nagelaten weeskinderen van Sijmen Anthonisz sijn tot vooghden gestelt Jan Jansz Verwer en Jan Claesz Ebbe ... gehoordt de schuldtbekentenis bij Jaep Bortsz als getrout hebbende de weduwe van Claes Gijsbertsz

3236

93

3236

97

3236

102

3236

104

3236

118

09-12-1675:

3236

119

09-12-1675:

Over ‘t nagelaten weeskindt van Anx Jan Heijnen werden tot vooghden gestelt Willem Lubbertsz en Willem Melisz

13-01-1676:

Willem Corsz en Lambert Theunisz als vooghden over de onmondige kinderen van Claes Corsz eijsers CONTRA Lijsbet Hendricksz weduwe van salige Gijsbert Claesz gedaegde

13-01-1676:

Over ‘t weeskindt van Jan Pietersz werden tot vooghden gestelt Rijck Cornelisz en Jan Evertsz Backer

13-01-1676:

Over de weeskinderen van Jan Elbertsz als erfgenamen van Oettgen Isaacksz haer bestemoder werdt nevens Hendrick Boshuijsen tot vooght gestelt Jan Jansz Doncker en xxx

24-02-1676:

Pieter de Fremerij Schepene tot Naerden CONTRA Marten Woutersz van Stralen als getrouwt hebbende Wijmpje Cornelis dr.: betaling van f 1.600,- vvolgens obligatie 24-06-1674

08-06-1676:

De Hr. Johan en Martinus Schuijt als vooghden van de nagelaten weeskinderen van Jan Hagen en Aegje Schuijt dochter en erfgename van Jan Jansz Schuijt den Oude ten wiens behoeven bij Hendrick Jansz Cop op den 24-12-1650 transport is gedaen van seeckere obligatie ten laste van Tijmen Steffensz als principael en Anthonis Crijnen en Gerrit Jansz als borge en mede principalen in dato den 15-12-1650 eijser CONTRA Willem Cornelisz als getrouwt hebbende de doghter en erfgenaem van Theunis Crijnen, die neffens Gerrit Jansz borge gebleven is voor Tijmen Steffensz en als aengenomen hebbende ‘t exploit voor de verdere erfgenamen gedaegde

08-06-1676:

Jan Hendrick Louwen tot Laren eijser CONTRA Jan Geun als getrout hebbende Claesien Jacobs tot Blaricum; betaling van f 150,-

08-06-1676:

Over de nagelaten kinderen van Jan Rutgersz Vliegh werdt nevens Theunis Breghtersz en Rutger Hendricksz tot 3e mede-vooghdt gestelt Gijsbert Willemsz

08-06-1676:

Over de nagelaten weeskinderen van Willem Hendricksz werdt nevens Ariaen Cornelisz en Gijsbert Borten tot 3e mede-vooght gestelt Brandt Pietersz Molenaer

22-06-1676:

Compareerde voor Schepenen van Laren Hendrickien Pieters Huijsfrouw van Jan Lubbertsz out ontrent 49 Jaeren woonachtich in Laren en verclaerde sij ten versoecke van Lambert Willemsz en Willem Cornelisz als vooghden van de kinderen van Claes Korsz, dat Gijsbert Claesz in de maand van April 1652 ten behoeve van Jacob Gijsbertsz gepasseert heeft een schepenkennisse ter somme van f 230,- ten overstaen van schout en schepenen van Blaricum

03-08-1676:

Compareerde Griettgen Jans weduwe van Geurt Cornelisz Smith en verclaerde sij comparante afstand te doen van de nalatenschap

19-08-1676:

vergadert sijnde Pieter Roelen en verclaerde hij comparant met Claes Pieter Eijlander mede-comparerende sijns comparant gerechterlijck gestelde vooght ten ansien van de administratie van comparants goederen

19-08-1676:

Alsoo Anx Jan Jacobsz in sijn leven Buijrman tot Laren neffens Claes Pieter Eijlanden vooght geweest is over Pieter Roelen deser werelt is comen t’overlijden, wordt Goossen Tijsz out Buijrmr van Laren als vervangend vooght van Pieter Roelen gestelt

07-09-1676:

Barta van den Bosch weduwe wijlen Dominicus Adrianis Vleck sal: in sijn leven Predicant tot Laren CONTRA de erfgenamen van Meijertje Aerts weduwe van sal: Jan Harmensz in sijn leven buijrman tot Blaricum; betaling van f 200,- betreffende 2 obligaties

07-09-1676:

Rutger Isaacksz eijser CONTRA Gerrit Isaacksz voor hem selve en Jan Otten als vader en vooghdt van sijn kinderen geprocreeert bij Martgen Isaacks gedaagden

07-09-1676:

Ten versoecke van Casparus Ruijsendael eijser werdt tegens Willem de Cramer tot Laren gedaegde verleent default

3236

122

3236

125

3236

125

3236

130

3236

146

3236

148

3236

160

3236

161

3236

165

3236

168

3236

169

3236

170

3236

172

3236

173

3236

176


22 / 49

Inv.nr.

Blz. Nr.

3236

182

3236

185

3236

186

3236

193

3236

199

3236

210

3236

213

3236

217

3236

223

3236

224

3236

229

3236

230-231

3236

237

3236

245

3236

246

3236

261

3236


Jan Theunisz als vader en vooght over sijne kinderen en Meeuwis Theunisz als getrouwt hebbende Trijntje Harmens erffgenamen van Hendrick Elbertsz CONTRA Tijmen Elbertsz

07-09-1676:

Marten Jacobsz Mets en Rutger Isaacksz als vooghden over de weeskinderen van Hendrick Isacksz CONTRA Claes Harmensz; betreft obligatie

07-09-1676:

Steffen Lubbertsz en Willem Jacobsz erfgenamen van Tijmen Steffensz eijsers CONTRA de curateurs van den boedel van Willem Jansz Vos, mede erfgenamen

05-10-1676:

Michel Tengnagel als getrout hebbende Johanna Tullingh Dochter van Anthonia Claes Erfgename van Griettge Lamberts eijser en arrestant CONTRA Daem Hendricksz tot Emenes gedaagde en gearresteerde als mede-erfgenaem van Jan Damen

09-11-1676:

Wouter Barentsz Smallenburgh als vooght over de weduwe van Feeck Schoutte en Sijmen Cornelisz als vooght over de weduwe van Cornelis Jansz Laren in die qualiteit erfgenamen van Cornelis Jansz Laren voornoemt eijsers CONTRA Gerrit Aelten

23-11-1676:

Volcken Rijcksz CONTRA Hendrick Theunisz gedaegde als getrout hebbende Gijsbertge Jans weduwe van Claes Lamphen; betreft betaling van f 65:4:- voor geleverde waren

07-12-1676:

Jan Lubbertsz eijser CONTRA Jannetje Lamberts weduwe van Tijmen Jacobsz gedaegde; betaling f 20,-

07-12-1676:

De curateurs over de boedel van Aeltgen Pieter Ellen CONTRA Claes Lubbertsz tot Huijsen; betreft betaling f 44,- voor coop seecker stuck lantsz

18-01-1677:

Jan Pieter Willemsz en Harmen Harmensz mitsgaders de verdere erffgenamen van Jan Bartholomeus Cop eijser CONTRA Roeloff Fransz gedaegde; betreft betaling van f 1.036,- voor coop van seecker huijs en erve gelegen alhier onder affslagh van f 783,- daer op betaelt

18-01-1677:

De curateurs van de boedel van Meijertge Aerts eijser CONTRA Tijmen Jacobsz gedaegde als erffgenaem van Maijertje Aerts voornt.; dient te leveren een staet en inventaris van de nagelaten boedel

25-01-1677:

sijn tot vooghden over de kinderen van Griettgen Jans gestelt Hendrick Willem Roelen en Lambert Pietersz

09-02-1677:

Compareerden voor Schepenen tot Blaricum de naeste vrienden van Jan Jansz Reijer, die in de maendt november 1674 gequetst sijnde alhier is doodt gevonden. Als namentlijck Weijntge Jans huijsvrouw van Jan Jansz Molenaer tot Emenes des te neder geslagens ofte overledens moeije mitsgaders Jan Theunisz Rutten oudtbuermeester, Jan Jansz Verwer Schepen en Ebbe Jansz Vos Buijrman alhier, alle SUSTERLINGEN (neef of nicht) van de voorn. Jan Janszz Reijer, Ende de voorn Jan Teunis Rutten en Jan Jansz Verwer ookck als vooghden van Fuijsien Jans, minderjarige suster van de selve Jan Jansz Reijer, Te kennen gevende dat sij versocht waren bij Willem Cornelisz en Meeuwisz Theunisz als Oomen en naeste vrinden van Evert Willemsz Ruijter (die gepresenteert en geseijdt werdt den voorn Jan Jansz Reijer gequetste en van leven ter doodt gebracht te hebben) enz.

18-03-1677:

Pieter Cornelisz als getrouwt hebbende Marritje Jacobs, doghter en erffgename van Jacob Willemsz eijser CONTRA de kinderen van Gerbert Rijcksz erffgename van Steffentgen Hendrick weduwe van Albert Hendricksz Molenaer; betreft f 880:16:11 ter sacke van coop van 17 ½ voet maetlant

18-03-1677:

Schepenen gehoort de schuldbekentenisse van Goossen Tijsz die gedaghvaert was van wege Willem Pietersz van Baren in qualitet als vooght over de weeskinderen van Gijsbert Reijersz die borge gebleven was voor Betje Hendricks weduwe van Harmen Tijmensz om betalinge te hebben van f 500,-

18-03-1677:

Schepenen gehoort de pleijdoijen tusschen Willem Pietersz van Baren als erffgenaem van sijn broeder Frans Pietersz Contra Gerrit Hendricksz als borge voor Jan Elbertsz gedaegde

05-04-1677:

Tot curateurs over de boedel van Jan Willemsz Ploos werden gestelt Gerrit Jansz Geus en Claes Jansz Groen

05-04-1677:

Compareerden voor Schepenen tot Blaricum Marten Jacobsz Mets oudt schepen van voorn. dorp versocht sijnde bij Jan Jansz Verwer en Hendrick Willem Roelen als vooghden van het weeskint van Meeuwis Willemsz om den waerheijt te geven en verclaerde hij comparant dat hij in de nasomer van 1671 versocht was bij Griettgen Jans weduwe van Jan Rutgersz om met Frans Sijmensz en Jan Ploos als vooghden van de kinderen van Rutger Rutgersz aff te reeckenen aengaende de erffenisse van Geertge Lamberts tot Emenes uijt welcke erffenis de voorn Griettgen Jans mitsgaders Rutger Rutgersz en Willem Roelen ijder was competerende een somme van f 150:10:-; die de voorn Rutger Rutgersz, soo voor hem selve als van wegen Willem Roelen en Griettgen Jans in ‘t geheel hadt opgebeurt en ontfangen van Lambert Lambertsz en Bottgen Schouters Willem, die soo veel aen de voorn Geertgen Lamberts, volgens twee distincte obligatien enz

262

3236

SAGV155.2-ORA-3236 , Folio 262; 05-04-1677

3237

Gerecht Laren en Blaricum; Schepenrol; 26-04-1677 - 14-05-1685; Selectie gefotografeerd 12.02.2015

3237

2

3237

2

3237

3-4

3237

4

26-04-1677:

Theunis Jansz Brouwer tot Naerden CONTA Claes Willemsz en Roeloff Frans als vooghden over ‘t nagelaten weeskindt van Steffen Leeuwen tot Blaricum

26-04-1677:

Lambert Willemsz en Willem Corsz als vooghden van de weeskinderen van Claes Corsz , eijscher, CONTRA Willem Lamberts

26-04-1677:

Meeuwis Theunis als getrout hebbende de dochter van Harmen Michielsz en Elbert Harmensz mede-Erfgenaem van Elbert Lambertsz, Eijsscher, CONTRA Steffen Harmensz nov. Uxoris en Jan Teunisz Rutten als vader en vooghdt van sijne minderjarige kinderen geprocreert bij Grietge Jacobsz mede Erfgenaem van Elbert Lamberts gedaagden...... .......... van seeckere obligatie van dato 10-05-1639 bij Adriaen Cornelisz en Willemtge Wouters te samen eghteluijden ten behoeve van de voornoemde Elbert Lambertsz is gepasseert, hier voorn. Eijsscher ofte haer respective Vader en Schoonvader bij deilingen te looten enz

26-04-1677:

Marten Wouters van Stralen eijsscher, CONTRA Roeloff Frans als vooghdt over de kinderen van Rutger Rutgersz gedaegde.......een eijsch op te leggen en te betalen de som van f 95:7:- sijnde een gerecht derde part van ‘t gemenen eijsch van de Erfgenaemen van Neeltge Pieters


23 / 49

Inv.nr.

Blz. Nr.

3237

5

3237

5

3237

7

3237

8

3237

9-10

3237

11

3237

11

3237

13

3237

14

3237

18

3237

18

3237

19

3237

25

3237

34

3237

34

3237

35

3237

39

3237

42

3237

43

3237

44

3237

46

3237

47

3237

49

3237

54

3237

55


Ten versoecke van Lambert Willemsz vanwegen sijn Vader Willem Jacob Ghijsbertsz Eijsscher werdt tegens Ebbe Jansz Vos gedaagde verleent het 2e default Tevens van wegen Ebbe Jansz Vos gedaagde versoeckt copie van den eijsch van de vooghden over ‘t weeskindt van Simen ? Jansz

26-04-1677:

De Erfgenamen van Hendrick Willem Heijnen requiranten om getuijginis der waerheid te hebben op seeckere interrogatotie CONTRA Vroutge Hendrick Costers en Griettge Frans gerequireerde en gedaagen

26-04-1677:

Jacob Schepper als getrout hebbende de Weduwe van Adrianus Verbeck ? in sijn leven predicant tot Laren en Blaricum eijsscher CONTRA de kerckmeesteren van Blaricum gedaagde

26-04-1677:

Schout en Schepenen van Laren getuijgen en oirconde dat wij nevens en ter versoecke van Jan Jansz Verwer, als Erfgenaem van Griettge Gijsberts ons hebben vervoeght bij de persoon van Hendrick Willem Roelen, als curateur van de boedel van Meijertgen Aerts. Betreft seeckere obligatie uit de boedel van Meijertge Aerts, waarover Meeuwis Harmens als voogd was gesteld

03-05-1677:

Schepenen van Laren en Blaricum in extraoridinare vergadering sijnde om te disponeren tusschen de gemeene crediteuren van Willem Jansz Vos ........ op het redden van de boedel van de voorn Willem Jansz Vos gevallen mitsgaders de doodtschulden, voor alle andere op de penningen die geprocedeert sijn van ‘t huijs bij deselve Willem Jansz Vos nagelaten en hem aengecomen uijt hoofde van sijn huijsvrou, dochter en Erfgename voor een derde part van Tijmen Steffens, geprefereert sal wesen Jan Pietersz Boor met een somme van f 7:2:-. ................ Verders .......... Schepenkennisse, voor die van de Gerghte van Emenes gepasseert bij Maritge Tijmens Weduwe van Willem Jansz Vos in dato 25-05-1674 Item .... de Erfgenamen van Jan Jansz Vos als beschadichde borge voor Willem Jansz Vos ten behoeve van Harmen de Fremery met de som van f 500,Item Claes Lamberts, als getrout hebbende de weduwe van Jochem Jansz in sijn leven Impost meester van de bieren over Naerden

10-05-1677:

Tijmen Theunis Rademaker eijsscher CONTRA Cornelis Willemsz Ruijmuijt gedaagde m.b.t betaling van f 28,- ter sacke van een koe

10-05-1677: Gijsbert Frans als getrout hebbende Bietje (Bijttgen) Pieters tot Emenes eijscher CONTRA Jacob Claes en Gerrit Gerbrantsz als curateurs van de boedel van Gerbert Theunis Molenaers gedaagde; betreft lantpaght 10-05-1677:

Casparus Ruijsendael eijsscher CONTRA Dirck Harmensz gedaagde, betreft betaling van f 1:11:12 als reste van geleverde winckelwaren

10-05-1677:

De curateurs van de boedel van Willem Jansz Vos eijsschers CONTRA Roeloff Fransz gedaagde; betreft betaling de helft van f 372 ter sacke en over coop van een huijs

10-05-1677:

Harmen Harmensz jegenwoordigh buijrmeester tot Blaricum als acte en transport hebbende van Elbert Rutten Ruijm tot Naerden eijsscher CONTRA Claes Hendrick Lubbertsz tot Laren gedaagde

10-05-1677:

Bartgen Hendricks weduwe van zaliger Jan Jacobsz Coopal

10-05-1677:

Schepenen gehoort de schuldtbekentenis in judicio gedaen bij Roeloff Frans die nevens Claes Willemsz als vooghden over ‘t nagelaten weeskindt van Steffen Leeuwen, gedaghvaert was van wegen Theunis Jansz Brouwer tot Naerden om te betalen de somme van f 200,-

10-05-1677:

Op ‘t versoeck van Trijntge Theunis, werden tot vooghden over deselve gestelt Ebbe Jansz Vos en Roeloff Fransz

1677:

Tegens de meerderjarige, en vooghden over de minderjarige kinderen en erfgenamen van Rutger Rutgersz, die volgens obligatie in dato 26-11-1663 borge was gebleven voor Geertgen Willems weduwe van Rijck Volckensz dient aen Elbert Lambertsz Eijsscher de geeijste somme van f 65 te betalen

1677:

Schepenen ordonneren Anthonij van Jan Evertsz Backer naerder te bewijsen

1677:

Alsoo Jan Teunis Breghtersz en desselfe huijsfrou Agniet Jacobsz voor de Gereghte van Laren en Blaricum hebben verclaert dat ten profijte van haere crediteuren afstand deden van haeren Boedel en goederen ..... mitsdese tot curateuren sijn gesteld Rutger Hendricks de Oude en Meeuwis Anthonisz

1677:

... in de sake tusschen Jan Jansz Verwer cun focus erffgenaem van Grietge Gijsbertsz eijsscher CONTRA Jan Gerritsz noe uxoris erffgenaem van Meeuwis Harmensz, en Jochem Claesz mitsgaders Steffen Harmensz als vooghden van de onmondige kinderen van de voorn. Meeuwis Harmensz gedaegde, dienen te betalen f 100,-

1677:

CONTRA Jacob Pietersz als voochd over het weeskindt van Gijsbert Reijers gedaagde

1677:

Over ‘t nagelaten weeskindt van Neeltgen Jan Vossen, geprocreeert bij Roelof Frans sijn tot vooghden bij die van de Gereght gestelt Ebbe Jansz Vos, Gerrit Jansz Geus

Snellenbergh eijscher de gepretendeerde Borghtoght tegens Cornelis Damen en

15-11-1677:

Rutger Hendricksz en Claes Jansz Smitser als vooghden over de nagelaten weeskinderen van Jan Lubbertsz Puijck eijsscher CONTRA Jacob Jacobsz de Jonge wegens onbetaelde intereste

xx-11-1677:

Schepenen van Laren en Blaricum stellen als vooghden over ‘t weeskindt van Steffen Leeuwen, genaemt Jan Steffensz, mits desen Roeloff Fransz en Meeuwis Theunisz

30-11-1677:

Claes Lubbertsz Stam eijsscher CONTRA Trijntgen Theunis Wed. van zaliger Jan Dircksz gedaagde wegens meer dan 20 jaar gebruijk nevens de kinderen van Willem Jan Ebbesz een seeckere 1,5 Schepel boulandt genaemt Willem Juttges Acker

30-11-1677:

Willem Lambertsz gedaagde CONTRA Lambert Willemsz en Willem Corsz als vooghden van de weeskjnderen van Claes Corsz eijsscher

< 24-01-1678: Schepenen condemneren Willem Cornelisz gedaagde om getuijghenis te geven wegens Pieter Cornelisz als getrout hebbende Maritgen Jacobs dr. erfgenaem van Jacob Willemsz binnen twe mael 24 uijren 24-01-1678:

Ebbe Jansz Vos eijsscher CONTRA HENDRICK Barentsz Hulsingh als erffgenaem van Cornelis Evertsz gedaegde wegens betalinge van f 17:5:- ter sake van vierde part van een vet koebeest


24 / 49

Inv.nr. 3237

Blz. Nr. 55


Jacob Hendricksz Boup ? Eijsscher CONTRA Jannetgen Willems Weduwe van Pieter Tijmensz tot Laren gedaegde wegens betaling meesterloon

24-01-1678:

Schepenen van Laren en Blaricum betreffende gemeene crediteuren van den boedel van Jan Jan Reijertsz verclaren dat, rekening houdend met de dootschulden, dat geprefereert sal wesen het weeskint van Marritgen Bastiiaens met de somme van f 150,- sijnde de helft van een obligatie bij Reijer Jansz Item d’erfgenaemen van Elbert Lambertsz Vos volgens obligatie een som van f 260,Item Pieter de Frenery als erffenaem van sijn moeder Anna Harmensz mette helft van een som van f 500,- van een obligatie gepasseert bij Willem Jansz Vos, waer voor Jan Jan Reijertsz en Jan Jansz Vos haer als borgen gestelt hadden Item het weeskint van Steffen Leeuwen met de helft van een som van f 900,- volgens schult bij Grietgen Jans weduwe van Jan Rutgersz en waarvoor Jan Jan Reijertsz en Lambert Tijmensz als borge hadden gestelt Item d’erffgenaemen van Hendrick Willem Heijnen met de som van f 400,Item Suijsje Claes Weduwe van Roel Meeuwisz met de helft van een som van f 78:11:8 ter sacke van block thiende gepaght bij Willem Jansz Vos waer voor als borge gestelt hadden Roel Meeuwisz en Jan Jansz Reijerrsz, enz

3237

58-60

3237

61

24-01-1678:

Mr. Otto Hulst eijsscher CONTRA Hubert Jan Willemsz

3237

63

24-01-1678:

wegens Jacob Scheppers als getrout hebbende Bartge van den Bos contra de Kerck

24-01-1678:

3237

63

Schepenen alvorens in de saecke tusschen Ebbe Jansz Vos eijsscher en GERRIT Barentsz Hulsinghe als Erfgenaem van Cornelis Evertsz, gedaegde, ordonneren de gedaegde tegens de naeste reghtdagh bewijs te brengen dat de boedel van de voorn. Cornelis Evertsz geschift en gedeelt is

24-01-1678:

3237

63

Alsoo Theunis Brechtersz, Rutger Hendricksz en Gijsbert Willemsz die voor desen gestelt sijn geweest als vooghden van de kinderen van Jan Ruth Vliegh, verclaert hebben dat sij waringh maeckten om de voorsz boedel enz

02-05-1678:

Caspar Ruijsdael tot Emenes eijsscher CONTRA Gijsbert Gerritsz Heijn

3237

72

02-05-1678:

De selve eijsscher (= Caspar Ruijsdael tot Emenes) CONTRA Lourens Frans moet nof f 3:15 betalen die de gedaagde voor sijn vader Frans Gerritsz Schipper heeft aengenomen te betalen

3237

73

02-05-1678:

Rutger Lambertsz weduwe en boedelhoudster van Matthijs Boelhouder

16-05-1678:

Lijsbet Pieter Vossen Weduwe van Hendrick Meeuwisz eijsscher CONTRA Willem Claesz woonaghtigh tot Laren gedaagde, m.b.t. betaling van f 18,- voor arbeijtsloon

16-05-1678:

Schepenen gehoort de pleijdoije die mondelingh is voorgedragen tusschen Lijsbet Peter Vossen als erfgenaem van Eva Jacobs eijsscher en Ebbe Jansz Vos gedaegde enz

14-11-1678:

Johannis Branius wijncoper tot Amsterdam noe uxoris erffgenaem van Jan Jansz Valckenier eijsscher CONTRA Jan Gerritsz de Oude als vooght cum socio ?, over de kint of kinderen en erfgenamen van Aeltje Gerrebrants Weduwe van Michiel Jansz Schaeltje over een zaak gaande over betaling van f 300,Zie ook Folio 95

14-11-1678:

Schepenen uijttende ‘t advijs in de sacke tusschen Pieter Cornelis als getrouwt hebbende Marritgen Jacobs doghter en erfgenaem van Jacob Willemsz, eijsscher CONTRA de kinderen van Steffentge Hendricks weduwe van Albert Hendricksz Molenaer gedaegde en geldt af ‘t gene wedersijts is geallegeert en ter materne dienende condemneren f 880:16:11 te voldoen

14-11-1678:

Schepenen ordonneren dat preferentie sal werden gehouden over de boedels van Aeltgen Gerrit Frans jonghman enz.

3237

75

3237

75

3237

88

3237

91

3237

91

22-11-1678:

3237

94

3237

112

3237

112

3237

114

Pieter ELLEN en

Schepenen van Laren en Blaricum extraordinaris vergadert sijnde omme te disponeren op de preferentie tusschen de gemene crediteuren van den boedel van AELTGEN PIETER - Dirck Christiaensz als erfgenaem van Barent Gerrits: f 300,- Anthonia Claes lest weduwe van Aelt Schuijt f 200,-

ELLEN verclaren mitsdesen, worden geprefereert:

27-02-1679:

De erfgenamen van Grietgen Gijsberts CONTRA Claes Jansz Smit als getrouwt hebbende Aeltgen Lubberts

27-02-1679:

Over de boedel van Geert Jacobs weduwe en boedelhouster van Willem Claesz Pangelaer werden tot curateuren gestelt Willem Cornelisz en Lambert Pietersz

13-03-1679:

HENDRICK Barentsz so in sijn prove en als erfgenaem van Cornelis Evertsz Snijder eijsscher CONTRA Lijsbet Pieter Vossen soo in haer prove en als erffgenaem van Eva ? Jacobs gedaegde

18-03-1679:

Schepenen can Laren en Blaricum extraordinaris vergadert sijnde omme aen te horen de disputen tusschen de gemene crediteuren van de boedel van Meijertgen Aertsz weduwe van Jan Harmensz en daarop disponerende verclaren dit voor alle andere crediteuren geprefereert sullen wesen: - Hendrick Woberden ter sacke van een dootkist gemaeckt voor Jannetgen Jans doghter van Meijertje Aertsz ter sacke van f 1:6 - De kinderen en erffgenamen van Willem Willemsz met een som van f 800:- + f 200:- Het weeskint van Bartgen Gerrits: f 31:10 - Dominicus Adrianusz Sleck ? off desselfs erfgenaemen volgens 2 obligaties: f 200:0:- Hendrick Willem Heijnen off desselfs erffgenamen volgens obligatie: f 300:- Hendrick Barentsz kleermaker ter sake van 2 obligaties: f 65:-:- Jan Reijertsz out-burgermeester der Sadt Naerden ter sake van gelevert koorn: f 66:2:8 - Grietje Gijsberts Weduwe van Jan Jansz volgens obligatie: f 100:- Cornelis Gerbertsz volgens obligatie: f 50:-

3237

117

3237

117

3237

121

3237

128-129

3237

130-131 28-05-1679: Pieter de Fremerij regerent Burgemeester van de Stadt Naerden eijsscher CONTRA Marten Woutersz van Stralen

22-05-1679:

extraordinaris vergadering wesende gecompareert Jacob Jansz Bosch oudtburgemeester der Stadt Naerden en Dirckie Martens weduwe van Laurens du Flo

24-04-1679:

Gerrit Jacobsz wonende tot Naerden no. uxoris erffgenaem van Willem Jansz eijsscher en arrestant CONTRA Steffen Lubbertsz wonende tot Huijsen erffgenaem van Lubbert Jansz gedaegde en gearresteerde: betaling van f 500:-

13-05-1679:

De vooghden over de weeskinderen van Aeltgen Dircksz geprocreeert bij Jacob Lubbertsz eijsschers CONTRA deselve Jacob Lubbertsz


25 / 49

Inv.nr.

Blz. Nr.

3237

174

1679:

Schepenen stellen nevens Willem Lubbertsz tot vooght over het weeskindt van Hans ? Lubbertsz , Willem Claes Harmensz

3237

174

1679:

Over de weeskinderen van Anx Jansz worden tot vooghden gestelt Gerrit Hendricksz en Claes Pieter Eijlander


09-01-1680:

hebben Gerrit Crijnen Coetsier en Hendrick Willem Roelen als curateurs van den boedel van Meijertge Aertsz reeckening gedaen

27-01-1680:

hebben Willem Cornelisz en Lambert Pietersz als Curateurs van de boedel van Geertgen Jacobs weduwe van Willem Claesz Pangelaer reekening gedaen

3237

175

3237

182

3237

183

01-02-1680:

hebben Jan Theunis Rutten en Jan Jansz Verwer als Curateurs van den boedel van Jan Jan Reijertsz reeckening gedaen

3237

184

01-02-1680:

hebben Ruttger Hendricksz en Gijsbert Willemsz als Curateurs van den Boedel van Jan Rut Vliegh reeckening gedaen

xx-09-1680:

3237

207-210

ORDONNANTIE TOT AANSTELLING VAN EEN EIGEN VEERSCHIPPERS van Blarcicum op Amsterdam, Haerlem, Hooren, Munnickendam, Edam, Alckmaer. Tot nog werd gebruik gemaakt van de huijser veerschippers die vaak overvol zijn. Aangesteld worden Pieter Jansz Visscher en Dirck Jansz Star beijde woonachtigh tot Huijsen

3237

211

16-09-1680:

schultbekentenisse bij Jacob Bortsz die gedaghvaert was van wege de vooghden over het nagelaten weeskindt van Huijbert Michielsz om te betalinge te geven van f 100:-

3237

220

02-12-1680:

Tot curateursz over de boedel van Claes Pieter Goossensz werden gestelt Gerbert Jan Reijertsz out burgemeester der Stadt Naerden en Claes Hendrick Lubbertsz

3237

223

13-01-1681:

De vooghden van de kinderen van Hendrick Claesz Clijn Eijsscher CONTRA Gijsbert Gerritsz Klijn

13-01-1681:

de sacke tusschen Hendrick Jansz Backer als getrout hebbende Douwertie Jacobs doghter van Jacob Tijmensz gedaegde en Gijsbert Pater oudt Burgemeester der Stat Naerden Eijsscher

13-01-1681:

Tot vooghden over de kinderen van Jan Anxe Groen werden gestelt Jan Cornelis de Wits en Willem Claes Harmensz

xx-03-1681:

Tot vooghden over de kinderen van Jannetge Jans in haer leven huijsvrouw van Tijs Evertsz werden gestelt Goossen Tijs Willemsz en Willem Wijchertsz

14-04-1681:

De Diaconie des dorps Blaricum Eijsscher CONTRA Hendrick Teunisz Last gedaegde; betreft lanthuijr

14-04-1681:

Jacob Claesz als vader en vooght en Hendrick Gerberden soo voor sijn selve en als medevooght over het weeskint nagelaten bij Lijsie Gerberde, Erffgenaem van Jaeckien Gerberden Eeijsche en Interdiante CONTRA Gerrit Gerberden en Pieter Gerberden boedelhouders en mede-Erffgenamen van de voorn. Jaeckien Gerberden gedaagden

3237

224

3237

224

3237

230

3237

232

3237

233

3237

246

< 21-07-1681: Schepenen condemneren Roelof Frans gedaegde aen de Curateurs van de boedel van Matgen Pieters binnen 14 dagen een boedelpverzicht te verstrekken van wat zij ten huwelijk heeft ingebracht

3237

246

<21-07-1681: Tot voogden over het weeskint van Rutger Hendricksz de Jonge werden gestelt Marten Jacobsz, Rutger Hendricksz de Oude en Jan Pieter Harmens

3237

246

<21-07-1681: Tot vooghden over het weeskinderen van Claes Gerritsz tot Laren werden gestelt Jan Jansz Doncker en Aelt Claesz

3237

252

03-09-1681?: De Burgemeesteer Geijsbert Pater Eijsscher CONTRA Jan Teunisz Rutten en Rutger Hendricksz de Oude soo voor hem selfs en als vooght over de kinderen van Jan Lubbertsz Puijck mitsgaders ‘t kint van Rutger Hendricksz de Jonge ende Jan Pieter Harmensz te samen mede Erffgenamen van Tijmen Jacobsz die borge was voor Jacob Tijmensz, gedaegden

3237

278

3237

278

3237

306

3237

307

3237

307

20-04-1682:

Grietien Claes Weduw van Volcker Corsz als erfgenaem van Gijsbertien Weijgerts en Hilletje Jans Eijsscher CONTRA Gijsbert Hendricksz Heijntoom ?, Gedaegde

20-04-1682:

Jan Claesz ‘t Heerschap als vooght over Martien Tijmen Jans Eijsscher CONTRA de vooghden over het weeskint van Gijsbert Reijertsz

1-2-1683:

Schultbekentenis gedaen bij de huijsvrouw van Meijns Leeuwen gedagvaert vanwege Pieter Pietersz om betalingen te hebben van f 100,-

11-01-1683:

Caspar Ruijsdael eijsscher CONTRA .. Volgn diverse zaken

11-01-1683:

Tot voogden over Steffentge Pieters weduwe van Gijsbert Bortsz werden gestelt Gerrit Duijrkant en Jan Theunis Rutten

22-03-1683:

Meeuwis Theunisz als getrout hebbende Trijntge Harmens en in die qualiteit Erfgenaem van Elbert Harmensz mitsgaders Jan Theunis Rutten als vader en vooght van sijne kinderen geprocreeert bij Grietgen Jacobs Erfgenaem en ex Testamento van Hendrick Elbertsz uijtgesondert die gene die hij volgens de voorsz uijtspraek vermochte te behouden Eijsscher CONTRA Steffen Harmens Gerrit Crijnen Coetseir Eijsscher CONTRA Lijsbet Jans weduwe van Gijsbert Boschuijsen

3237

313-314

3237

315

22-03-1683:

3237

318

<17-05-1683: In de plaetse van Jan Jansz Verwer die in sijn leven vooght is geweest nevens Jan Claes Ebben over de kinderen van Sijmen Theunis wert mitsdesen tot een mede vooght gesurrogeert de persoon van Willem Cornelis

3237

321

3237

321

3237

340

3237

340

3237

341

3237

342

21-06-1683:

Schepenen hebben tot vooghden ten versoecke van Marritge Harmens over het naergelaten weeskint van Willem Claes Wijgert geprocreeert bij de voorn. Marritge Harmens gestelt nevens Jacob Claesz de persoon van Jan Claesz ‘t Heerschap

21-06-1683:

Tot vooghden over het weeskint van Gijsbert Bortsz werden gestelt Hendrick Roelen en Theunis Jacobsz tot Huijsen

06-02-1684:

Schepenen hebben tot vooghden gestelt over de kinderen van Hendrick Willem Roelen geprocreert bij Claesien Borts zaliger de persoonen van Theunis Jacobsz tot Huijsen ende Roel Frans tot Blaricum

26-02-1684:

Schepenen hebben tot Curateurs over de boedel van Lijsien Pieter Vossen gestelt Harmen Harmensz en Willem Cornelisz

30-03-1684:

Op huijden den 30e Maart 1684 hebben Gerrit Duijrkant Schout tot Blaricum en Bort Gerritsz als Curateurs van den boedel van Cornelis Willemsz Ruijmuijt reeckening gedaen

17-04-1684:

Gerrit Samuels als de procuratie hebbende van sijn moeder eijsscher CONTRA Jacob Claesz woonachtich tot Blaricum gedaegde eisen betaling van f 31,- voor de koop van een paert


26 / 49

Inv.nr.

Blz. Nr.

3237

351

3237

353

3237

353

3237

353

3237

363

3237

366

3237

369

3238


Schepenen hebben tot vooghden over Jannetgen Gerrits doghter van zaliger Gerrit Hendricksz Loegen gestelt Rijck Cornelisz en Claes Jansz Lamphen

20-11-1684:

Tot voogden over het nagelaten kint van Claesje Theunis werden gestelt Lambert Gerritsz Perck desselfs vader en Gerrit Duijrkant Schout deses dorps

20-11-1684:

Over ‘t weeskint van Willem Jansz Vos weduwnaer van Marritgen Tijmens werden gestelt Meeuwis Theunisz en Willem Jacobsz de Jonge

20-11-1684:

Alsoo Casper Hendricksz deser werelt is komen te overlijden en desselfes kinderen en kints-kinderen als namentlijck Marten Woutersz van Stralen getrouwt gehadt hebbende Weijntgen Caspers, mitsgaders als vader en vooght over desselfs kinderen bij dezelve geprocreert, Hendrickje Caspers, en Claas Poulusz als getrouwt hebbende Jannitgen Jans dochter-dochters (dus kleindochter) van de voorn. Casper Hendricks, mitsgaders sigh sterck makende en de rato vaverende voor Justus Verwer als getrouwt hebbende Fijtje Caspers in judicio comparerende verclaart hebben de voorn. boedel van Casper Hendricksz haer vader en grootvader

30-04-1684:

Marritgen Elberts weduwe van Goossen Tijs Goossensz Eijsscher CONTRA Loogh Jacobsz; Jan Jansz Doncker; De kinderen van Hendrick Jansz; De kinderen van Ancx Jansz; De kinderen van Margen Jans; De kinderen van Gijsbert Goossens, gedaegden

14-05-1685:

Schepenen van Laren en Blaricum versoght sijnde vanwege de vooghden van de weeskinderen van Jan Evertsz Backer ten eijnde haer Aghtbaren? Als oppervooghden geliefde toe te staen en te accorderen sodanig contract als deselve vooghden en de voorsz. kinderen als Erffgenamen van Annetgen Everts in haer leven huijsfrouw van Rijck Martensz nevens de verdere mede-Erfgenamen enz.

14-05-1685:

Tot voogden over de weeskinderen van Jan Evertsz Backer werden gestelt Lubbert Theunisz en Lambert Claesz Bout

Gerecht Laren en Blaricum; Schepenrol; 03-01-1695 - 09-09-1710; Selectie gefotografeerd 12.02.2015 08-08-1695:

Tot vooghden over het kint van Jacob Dircksz Coppen nagelaten bij Aeltgen Roelen sijn huijsfrou saliger werden gestelt de voorn. Jacob Coppen, Evert Pietersz en Lambert Jansz Verwer

3238

6

3238

10

<8-11-1695: Tot vooghden over de kinderen van Cornelis Willem Wijchertsz werden gestelt Lubbert Theunisz, Pieter Willemsz en Willem Pietersz Sanger

3238

24

12-03-1696:

Ot Elbertsz Eijsscher CONTRA Jacob Jansz Stompert m.b.t. betalinge van f 3:8 over arbeijtsloon ende veen mitsgaders nogh tot leverantie van 5 schepel rogge en twee cop botter

3238

25

24-03-1696:

sijn tot vooghden over de onmondig kinderen van Gerrit Duijrkant in haer leven Schout tot Blaricum gestelt Jan Ploos en .... Duijrkant Notaris en procureur tot Uttreght

3238

25

25-04-1696:

hebben Schepenen van Blaricum tot vooghden over het onmondige weeskint van Jan Jansz Verwer gestelt Lambert Elbertsz, Maarten Jacobsz Mets en Lambert Jansz Verwer

3238

32

23-07-1696:

tot vooghden over ‘t nagelaten weeskint van Willem Claesz geprocreeert bij Aertje Gerrits werden gestelt Roelen Gerritsz en Cornelis Jacobsz

3238

33

15-10-1696:

Tot vooghden over de kinderen van Willem Claesz werden gestelt Lambert Jansz en Tijmen Lambertsz.

15-10-1696:

Alsoo Aeltgen Roelen in haer leven huijsvrouw van Jacob Dircksz Coppen deser werelt is comen te overlijden nalatende een kint genoemt Geertje Jacobs ten wiens behoeven de voorn. Jacob Dircks gehouden was te doen bewijs van moeders nagelaten goet, waer toe hij altijt genegen was geweest. Als dat deselve eerlangh sigh wel tot een tweede huwelijk conde begeven. Soo vervlaeren de voorn. Jacob Dircksz Coppen mitsgaders Evert Pietersz en Lambert Jansz Verwer als vooghden. Volgt een opsomming van 4 blz. Van stukken land en (luxe) goederen en geld enz.

3238

34-37

3238

40-41

1696-1697:

Jacob Jansz in huwelijck hebbende Teuntie Lamberts en Bettie Lamberts, kinderen en erfgenamen van Lambert Reijersz die den eenige broeder en erffgenaem was van Neeltie Reijers in haer leven huijsfrouw van Pieter Gerberden Eijsschers CONTRA deselve Pieter Gerberden gedaegde; vereist een beschrijving van de nagelaten boedel

25-03-1697:

Compareerde Willem Pietersz uijttenaem van sijn vader Pieter Pietersz als curateur van de boedel van Joris Lambertsz te kennen gevende dat hij reeckening heeft gedaen en nu wil uitbetalen f 91:18:6 aan de kinderen van Joris Lambertsz te weten aen Anx Jorisz, Jacob Jacobsz de Jonge getrouwt hebbende Lobbetje Joris en aen Claes Willemsz als getrouwt hebbende Douwetje Joris die mede compareerden

1697:

Tot voogden over de kinderen van Heijndrick Claesz Soon geprocreert bij Jannitije Lamberts werden gestelt Claes Lubbertsz, Willem Jansz en Jaep Eldertsz

3238

57

3238

61

3238

78

<14-10-1697: Tot voogden over het minderjarige kint van Hendrick Willemsz Decker bij hem verweckt bij Claesie Willemsz werden nevens deselve Hendrick Willemsz gestelt Jaep Claesz Boer en Lambert Lambertsz Puijck

3238

79

14-10-1697:

Schepenen gehoort de pleijdoije in de sacke tussche Jan Ploos eijsscher en Maarten Woutersz van Stralen gedaegde

13-06-1697:

Tot voogden over de kinderen van Jan Hendrick Lubbertsz bij hem geprocreert bij Grietgen Gijsberts werden gestelt Claes Jansz en Willem Jansz Cornel ?

3238

89

3238

106

3238

<17-10-1698: Jacob Hendricksz Eijsscher CONTRA Ottho

Alsoo Lambertje Jacobs deser werelt is comen te overlijden en desselfs weduwnaer Aelt Claesz Storm was comen te hertrouwen, sonder alvorens bewijste doen aen sijne kinderen waarover tusschen de vooghden namentlijck Cornelis Jacobsz en Lambert Claesz Roock ter eenre enz.; volgt lijst van land

xx-11-1698:

Jan Pieter Harmensz en Geu Claesz in huwelijck hebbende Marritje Rutgers naargelaten dochter van Rutger Hendricksz verweckt bij Geertje Pieters Erfgenaem van Mattjen Pieters in haer leven huijsvrouw van Roel Frans Eijsschers CONTRA Elbert Steffensz als getrout hebbende Elbertje Roelen naergelaten dochter en eenige Erffgenaem van Roel Frans Mattje Pieters heeft zich ten huwelijk begeven met Roel Franssen bij haer huwelijk contract des 23-11-1676 voor Jacob Thierens secretaris binnen Blaricum; geen gemeenschap van goederen

06-01-1699:

Over het weeskint van Jacob Meijnsz geprocreert bij Lambertje Pieters werden gestelt Willem Pietersz en Lubbert Jansz

107-109

3238

116-117

3238

121

Pietersz gedaegde; huurdecullen

17-10-1698:


27 / 49

Inv.nr.

Blz. Nr.


3238

127

3238

169

3238

169

3238

169

3238

173

3238

173

3238

184-185

<19-06-1700: Tot vooghden over de nagelaten weeskinderen van Hendrick Claesz Soon verweckt bij Marritje Jans werden gestelt Cornelis Claesz Soon en Jacob Jansz 19-06-1700:

Altjen Jans weduwe van Jan Hendricksz Mol mitsgaders Tijmen Lambertsz en Jan Petersz als vooghden over ‘t nagelaten weeskint van voorn. Jan Hendricksz Mol eijsschers CONTRA Hendrick Anxen gedaegde m.b.t betaling van f 22:11 over coop van een partij hooij

19-06-1700:

Tot voogden over Jan Hendricksz Pluijm en Grietgen Hendricks Pluijm werden gestelt Claas Hansz en Willem Jansz Corel (Zie ook blz. 173; 18-10-1700)

04-10-1700:

Tot vooghden over de weeskinderen van Willem Lambertsz werden gestelt Tijmen Lambertsz, Jaap Elbertsz en Gerrit Jansz de Wit

18-10-1700:

Vermits het overlijden van Claes Hansz die nevens Willem Jansz Cornel als vooght is geweest over de weeskinderen van Jan Hendricksz Lubberden geprocreert bij Grietgen Gijsberts wert in desselfs plaatse gestelt Cornelis Jacobsz (Zie ook blz. 169; 19-06-1700)

07-03-1701:

De kinderen en erfgenamen van Jan Pietersz Boor eijsschers CONTRA Pieter Jansz als erfgenaem van sijn vader Jan Teunis Heijnen gedaegde te betaeln f 16:5 ter saken van geleverde waren Vervolg

21-03-1701:

3238

197

3238

199

3238

207

3238

212-213

3238

214

3238

216

3238

217

3238

Trijntje Jans weduwe van wijlen Jan Gerritsz ter eenre en Meeuwis Theunis en Jacob Claesz Cramer als vooghden over het kint van selve Trijntje Jans bij haer voorn. man verweckt en nagelaten, te kennen gevende dat de voorn. Trijntje Jans weder getrouwt sijnde; Akte van Bewijs van moederlijke goederen

28-11-1701:

Arent Tideman eijsscher CONTRA Hendrick Woberden ende Jan Gerritse van Oosten voogden over de kinderen van Ebbe Clasen (Backer) erffgenaem van Frans Jansen ende possesseur van de huijsing naergenoemd, gedaegden. Verwijzing naar een Schepenkennisse d.d. 26-05-1698 bij Frans Jansen en Coppen Jansen ten behoeve van de eijsscher gepasseert (Zie 3238, blz. 199; 14-12-1701)

14-12-1701:

Ter sacke .. Arent Tiedemna eijsscher wert tegen de vooghden over de kinderen van Ebbe Claesz Backer gedaegden verclaert 2e default

08-01-1703:

Tot vooghden over de kinderen van Cornelis Claesz Soon verweckt bij Gerritje Tijmens werden gestelt Pieter Tijmensz en Jan Tijmensz

23-04-1703:

Compareerde Adriaen Duijrkant sonen en mede erfgenaem van Gerard Duijrkant in sijn leven Schout deses Dorps (Blaricum), te kennen gevende dat hij nu onlanghs getrouwt sijnde, sijn vooghden namentlijck Aaron Duijrkant, desselfs broeder en jegenwoordigh schout alhier en Aaron Duijrkant sijne neve Notaris en Procureur tot Uttreght. ..... Schepenen authoriseren Aaron Duijrkant Schout deser dorps en Aaron Duijrkant Notaris en Procureur tot Uttreght als voogden over de nogh minderjarige soon en erfgenaem van Gerrit Duijrkant genaemt Pieter Duijrkant seecker half huijs bij haer vercoght aen Adriaen Duijrkant voor f 1237:10:

16-07-1703:

Gijsbert Hendricksz in huwelijck hebbende Fuijsje Jans enige ergenaam van Rutger Rutgersz eijsscher CONTRA Marretje Harmens weduwe van de voorz. Rutger Rutgersz

30-07-1673:

Tot vooght over ‘t weeskint van Gerrit Rijcksz Backer genaemt Gijsje Gerrits verweckt bij Wijmpje Tijmens welck kint een mede-erfgenaem is geweest van Aeltje Hendricks wert gestelt Meijndert Tijmensz met ratificatie van ‘t gene bij deselve in ‘t schiften en scheijden van de voorz boedel van Aeltje Hendricks bereits soude mogen sijn gedaen

30-07-1673:

Marritje Harmens weduwe en boedelhouster en lijftoghtersse van Rutger Rutgers gedaegde CONTRA Gijsbert Hendricksz soo hij procedeert eijsscher

25-02-1704:

Gijsbert Hendricksz in huwelijck hebbende Fuijsje Jans eenige erffgenaem van Rutger Rutgersz eijsscher CONTRA Marritje Harmensz enz.

227-228 10-03-1704: Marritje Harmens Wed: van Rutger Rutgersz gedaegde en gerequirande CONTRA Gijsbert Hendriksz in huwelijk hebbende Fuijsje Jans eeninge Erfgenaem van Rutger Rutgersz eijsscher en requirant

3238

230

3238

230

3238

244

3238

244

3238

247

3238

249

3238

254-256

3238

257

3238

266

19-08-1704:

sijn tot vooghden over de kinderen van Ysack Elbertsz gestelt Aelt Jansz en Lubbert Jansz

29-09-1705:

Lobbetje Joris eijsscher CONTRA Gijsbert Jacobsz gedaegde; laatstgenoemde is veroordeeld voor vergoeding van de kraamkosten en de onderhoudskosten tot mondige leeftijd van het kind dat zij door zijn toedoen ter wereld heeft gebracht

22-06-1705:

Alsoo Lambert Claesz Bout/Bont die in leven nevens Cornelis Jacobsz vooght was gestelt over de kinderen van Aelt Claesz Storm, deser werelt is comen te overlijden, so hebben Schepenen in desselfs plaats tot vooght gestelt en gesurrogeert

Jacob Claesz Eijlant 21-09-1705:

Tot voogden over de kinderen van Jacob Coppen verweckt bij Jannetje Gerrits werden gestelt Jacob Hendricksz en Jan Dircksz Backer ?

2-11-1705:

Tot voogden over de kinderen van Swaentje Pieters verweckt bij Willem Jansz Brouwer werden gestelt Gijsbert Lubbertsz en Lubbert Claesz Boer

01-02-1706:

Over de kinderen van Jan Gerritsz de Jongh verweckt bij Eijbetje Pieters werden gestelt Pieter Tijmens en Hendrick Jansz Puijck Over de kinderen van Aeltje Willems verweckt bij Jan Gerritsz de Jonge werden gestelt Cornelis Willemsz en Cornelis Jacobsz

01-02-1706: 18-10-1706:

Alsoo questie en verschil was ontstaan tusschen Jacob Meijnsen als getroud gehad hebbende Lambertje Pieters saliger bij welke hij egtelijk geprocreert hadde een dogter genaamd Bijtie Jacobs sijnde een mede Erfgenaam volgens die testament van Pieter Pieterse en Gerritje Hendriksz in leven Egteluijden haar grootvader en Grootmoeder resp. Voor den Notaris Jacob van Schagen en sekere getuijgen gepasseerd in dato 15-10-1699 binnen Naarden ter eenre en Willem Pietersz en Lubbert Jansz als Voogden over het voorz. nog minderjarige kind (Bijtje Jacobs) van deselve Jacob Meijnse

13-12-1706:

Tot vooghden over de kinderen van Claes Hansz werden gestelt Willem Pietersz en Cornelis Jacobsz

24-01-1707:

Tot vooghden over de kinderen van Fuijsje Jans in leven huijsvrouw van Gijsbert Hendricksz werden gestelt Lambert Jansz Verwer en Cornelis Willemsz Verwer


28 / 49

Inv.nr.

Blz. Nr.


Deliana Sijmens laast weduwe van Ebbe Jansz Vos als erfgenaem van haar soon Jan Steffens woonagtig tot Blaricum in die qualiteit eijsscher CONTRA Jacob Meijnsz mede aldaar woonagtig; te betalen een somme van f 89,- ter saken van knegtsloon door Steffen Ebbensz verdiend

28-02-1707:

Tot voogden over de nagelaten kinderen van Elbert Steffens eghtelijck geprocreeert bij Ebbetje Roelen werden aangesteld Aart Jansz Schuijt wonende tot Naarden en Harmen Meuwisz wonende tot Hilversum

28-02-1707:

Tot voogden over de vrouw en kinderen van Harmen Steffens werd aangesteld Lambert Elbertsz vader van de voorn vrouw en Grootvader van de selve kinderen

16-05-1707:

Tot voogden over de kinderen van Jacob Jansz Berger verweckt bij Theuntje Lamberts werden gestelt Dick Huijsman en Hendrick Tijmensz

16-05-1707:

Tot voogden over de kinderen van Lammertje Gerrits verweckt bij Anx Jorisz sal: werden gestelt Tijmen Lambertsz en Claes Molenaar

16-05-1707:

Tot voogden over de kinderen van Truijtje Breghters verweckt bij Jacob Jansz Rutten, werden gestelt Evert Pietersz en Jacob Sijmens

26-05-1707:

Tot voogden over het nagelaten kint van Claesje Willems verweckt bij Hendrick Willemsz Decker sijn bij schepenen van Blaricum gestett de voorn. Hendrick Willemsz Decker, Jacob Claesz Eijlant en Ebbe Claes Ebbe

17-10-1707:

Compareerde voor Schepenen Hendrick Willemsz Decker cum fociis vooghd over Willem Hendricksz erfgenaem van Marritje Harmens te kennen gevende dat voorn. Marretje Harmens o.a. had nagelaten een obligatie ten laste van Rijck Jacobsz ten behoeve van Rutger Rutgersz haer man sal: gepasseert d.d. 13-07-1698

07-05-1708:

Tot vooghden over het nagelaten weeskint van Willem Jansz Backer verweckt bij Marritje Jans werden gestelt Lubbert Jansz en Lubbe Claesz Boer

18-06-1708:

Brand Pietersz Craijecamp in huwelijk hebbende Grietje Jacobs in die qualiteit eijsser ter eenre CONTRA Gijsbert Hendricksz gedaagde ter andere sijde

08-10-1708:

Tot voogden over de kinderen van Jan Rutgersz verweckt bij Willemtje Volckers werden gestelt Jan Gerritsz den Oude en Evert Gerritsz

07-01-1709:

Steffen Lubbertsz als Erfgenaam van Nelletje Leeuwen eijser CONTRA Marretje Willems mede erfgename van Nelletje Leeuwen

04-03-1709:

Jaap Meijnz als in huwelijk hebbende Geertie Tijssen indien qualiteit mede-erfgenaam van Ysaack Jansz eijser CONTRA Lambert Jansz Broeder mede-erfgenaam van Ysaak Jansz gedaagde

3238

272

3238

273

3238

273

3238

276

3238

276

3238

276

3238

276

3238

289

3238

306

3238

307

3238

317

3238

326

3238

328

3238

329

04-03-1709:

Over de kinderen van Lambert Claesz Roock werden gestelt Jaep Elbertsz en Evert Jansz Backer

3238

340

07-10-1709:

Jan Jansz Jonge eijser CONTRA Willem

3238

352

24-02-1710:

Cobus Elbertsz CONTRA Jacob Lambertsz

3238

353

24-03-1710:

Tot vooghden over het nagelaten kint van Willem Jansz Brouwer en Willemtje Roelen werden gestelt Hendrick Cornelisz en Pieter Cornelisz

07-04-1710:

Jacob Hendricksz de Saijer eijsser CONTRA Theunis Gerritsz;; Tengnagel als procureur van de Eijsser dede seggen dat indien jare 1669 door Teunis Gerritsz jongman en Geertgen Hendrikz voor bande van haar huwelijk was opgeregt seecker huwelijks contract waarin zij stelden dat er geen gemeenschap van goederen zou zijn, m.u.v. ...... Nu is Geertie Hendrikz overleden sonder nader gedisponeert te hebben over hare nagelaten goederen, naarlatende op haar overlijden twee kinderen bij de voorn. Teunis Gerritsz aan haar verweckt, dewelke beijde mede sijn overleden

05-05-1710:

Teunis Gerritsz GEDAAGDE Contra Jacob de Saijer EIJSSER bekende dat tusschen Teunis Gerritsz en Geertje Hendriks desselfs huijsvrouw voor bannen des huwelijk was opgeregt een contract van huwelijkse voorwaarden bij welke was bedongen retour van goederen, dat Geertie Hendriks eenige tijd hier na is komen te overlijden nalatende twee kinderen bij de gedaagde aan haar verwekt als namentlijk Grietje Borten ?? en Hendrik Teunisz welke beijde meerderjarig zijnde mede sijn overleden, maar dat egter ook waar is dat in den Jare 1707 Grietje Borten in huwelijk sullende begeven met Cornelis Bregtersz, sij Grietje Bortjesz voornt met haar broeder Hendrik Teunisz beijde meerderjarig sijnde , ................. (bij het hertrouwen van den gedaagde geen behoorlijk bewijs van de moederlijke goederen aan sijn voorkinderen gedaan was) hadde verbleven aan het goedvinden van Jacob de Saijer eijsser in desen als OOM van de kinderen van moeders zijde, en Evert Gerritsz als OOM van de vaderszijde enz

16-06-1710:

Akte van bewijs. Compareerden voor Schepenen Lubbert Hendricksz weduwenaer van Pietertje Bouwes/Boijwes ter eenre, ende Jacob Bouwes en Jan Jacobsz als vooghden over het kind genaemt Hendrick Lubbertsz bij de voorn Piertje Bouwes nagelaten. Hij bewijs heeft gedaan mitsgaders een somme van f 100,- als mede alle soodanighe goederen en penningen als hij eerste comparant in tijden en wijlen soude mogen comen trecken van sijn moeije Marritje Jacobs, huijsvrouw van Reijer Jacobsz wonende tot Blaricum,

3238

3238

3238

354-356

356-359

369-370

3238

Elderde gedaegde; betaling van f 1:10:-

SAGV155.2-3238-blz. 369-370; 16-06-1710:

3239


3239

14

26-01-1711:

Tot vooghden over het nagelaten weeskint van Roel Jansz werden gestelt Jan Tijmensz Major en Roel Andriesz

3239

17

02-03-1711:

Over de bejaarde vrijer Jan Theunisz werden tot voogden gestelt Cornelis Killewigh en Wijchert Jacobsz Backer

3239

20

16-03-1711:

Gerbrant Teunisz Hogenbirk Mr. Rademaker eijser CONTRA Gijsbert Jansz Boer gedaagde

3239

37

29-09-1711:

Teunis Jansz Schoenmaker als in huwelijk hebbende Gijsbertie Jans Eijsser CONTRA Lubbert Jansz gedaegde; betaling van f 107,- wegens Pagt

29-09-1711:

3239

39

De Heer Pieter Duijrkant Schout tot Laren als in huwelijk hebbende Juffr. Maria Delhee indie qualiteit mede Erfgenaam van Johannis Delhee en uijt dien hoofde van seeckere obligatie CONTRA Claas Pietersz Bult als debiteur van de Erfgenamen van Rutger Rutgersz en Steffen Teunisz ; betreft f 100,-

3239

41

12-10-1711:

Tot voogden over het nagelaten weeskint van Roel Willemsz Ruijter verweckt bij Marritje Theunis werden gestelt Roel Theunisz Ouwe tot Bussum en Willem Jansz Ruijter tot Emenes


29 / 49

Inv.nr.

Blz. Nr.


Tot voogden over het nagelaten weeskint van Jan Gijsbertsz verweckt bij Gijsbertje Cornelis werden gestelt Cornelis Meuijs/Meijns ? Roelen en xxxx Cornelisz

02-11-1711:

Tot voogden over het nagelaten weeskint van Hendrik Jan Andriesz verwekt bij Meijnsje Huijberts werden gestelt Huijbert Jansz en Evert Jansz Backer

16-11-1711:

Jan Gerritsz Donker en Heijmen Houtwijk Procuratie hebbende van de Erfgenamen van Claas Lambertsz Houtwijk en Neeltje Pieters de Noij in haar leven egte luijden eijssers CONTRA Jacob Lambertsz gedaagde; betreft obligatie van f 200,-

21-12-1711:

Tot voogden over de nagelaten weeskinderen van Gerrit Claasz verwekt bij Kuijntje Jans werden gestelt Steffen Teunisz en Wijgert Claaz

11-01-1712:

De erfgenamen van Claas Teunisz Cramer CONTRA Jan Rutgersz; betreffende obligatie d.d. 23-08-1705 De erfgenamen van Claas Teunisz Cramer CONTRA Grietje Frans; betreft f 45,-

3239

42

3239

42

3239

43

3239

49

3239

51-52

3239

56

07-03-1712:

Jan Pietersz van Ouwenaller CONTRA Jaap Lamberts; betaling f 13:10:- ter sake van pagt van land

3239

58

25-04-1712:

Chiel Huijbertsz CONTRA Cornelis Martensz; betreft verkoop land met verzwegen extra lasten

3239

62

30-05-172:

Tot voogden over de nagelaten kinderen van Stijntge Gerrits verweckt bij Hendrick Cornelisz werden gestelt Claes Gerritsz en Jacob Elbertsz

06-02-1713:

3239

88-91

Pietertje Hendriks huijsvrouw van Jan Stevensz Bunschoten wonende tot Blaricum verzoekt de Geregte haar man op te nemen /op te sluiten in een daartoe geschikt huis tot Uttregt of elders, gezien zijn enorme drankmisbruik en agressiviteit e.d.

3239

105

03-04-1713:

Marrij Jans weduwe van Pieter Decker

3239

105

03-04-1713:

Roel Willemsz Pandelaer eijsser CONTRA Harmen Gerritsz Smit; betaling f 71:5:8 voor geleverde winkelwaren

03-04-1713:

Dirk Willemsz en Lambert Jansz als in huwelijk hebbende Maria Wilems soo voor aer selven als hun sterk makende ende de rato caverende voor Hendrik Willemsz te samen kinderen en erfgenamen van Willem Geurtsz en Ytje Dirks eijssers CONTRA Hendrik Adriaensz als diacon van de gereformeerde gemeente tot Laren; betaling van f 279:11:2 voor geleverde winkelwaren

03-04-1713:

Jan Woutersz Winkel eijser CONTRA Bort Gerritsz; betreft betaling vn f 50,- voor pagt maetland

03-04-1713:

Tot voogden over de nagelaten weeskinderen van Hendrik Tijmensz verwekt bij Matje Gosenz wert gesteld Huijbert Tijmenz en Cornelis Geurtz

15-05-1713:

Bastiaen Bolts getrouwt met Geertruijd Jans aen welke Geertruijd hij enige kinderen heeft verwekt, verzoekt zijn vrouw gezien ernstig drankmisbruik op te nemen in een tuchthuijs

12-06-1713:

Tot voogden over het onmondigh nagelaten weeskint van Willem Gerritsz genaemt Hendrick werden gestelt Pieter Dircksz de Noij en Claes de Noij

3239

106

3239

108

3239

110

3239

116-119

3239

123

3239

127

11-09-1713:

Jacob Thierens eijser CONTRA Bijtje Jacobs weduwe van Aelt Elbertsz; te betalen f 200,-

3239

135

25-09-1713:

Barent Helmansz als in huwelijk hebbende Dina Jacobz Kleijenberg eijsser CONTRA Jan Jacobsz Stompert

3239

141

13-11-1713:

Tot voogden over het nagelaten kind van Jan Harmenz egtelijk geprocreeert bij Geertje Hendrikz werden gestelt Claes Harmenz en Lambert Harmenz

3239

147

27-11-1713:

Casparus Goijcking eijsser; IS DIT Casparus de Goijer ??

3239

153

08-01-1714:

Tot voogden over de nagelaten kinderen van Jacob Cornelisz Soon verwekt bij Betje Roelen werden gestelt Meijns Roelen en Hendrik Pietersz Huijsman

3239

155

22-01-1714:

Deliaentje Sijmens eijsser CONTRA Kuijntje Everts weduwe en boedelhoudster van Gijsbert Hendricksz alsmede de gesamentlijke erfgenamen van deselve Gijsbert Hendricksz

3239

161

09-04-1714:

Tot voogden over de kinderen van Geertje Jans saliger verweckt bij Cornelis Claesse Boer werden gestelt Evert Jansz Backer en Pieter Tijmensz

3239

180

07-01-1715:

Botje Dircks weduwe en boedelhoudster van Johannes Leenderts Baertman

3239

188

06-05-1715:

Tot vooghden over de kinderen van Reijnier Heijnen werden gestelt Jacob Claesz Eijland en Meijndert Tijmensz

16-09-1715:

Tot voogden over de kinderen van Bort Jansz werden gestelt Jacob Jansz Verwer, Evert Lambertsz en Jacob Sijmenz als toesiende voogdt

16-12-1715:

Over de kinderen van Gerrit Claesz en Cuijntje Jans werd, naast de voogden Steffen Theunisz en Wijgert Claesz, tot derde voogdt gestelt Jacob Claesz Eijlandt

10-02-1716:

Tot voogden over de kinderen van Pieter Ebbe verweckt bij Fransje Lamberts werden gestelt Hendrick Willemsz Decker en Pieter Ebbe

09-03-1716:

Tot vooghden over het nagelaten kint van Maghtelt Hendricks verweckt bij Jan Jansz Schaepherder werden gestelt Meijns Roelen en Theunis Kaersgaren

23-03-1716:

Tot derde voogd over de kinderen van Pieter Ebbe nevens Hendrick Willemsz Decker en voorn. Pieter Ebbe is gestelt Pieter van der Pol

28-04-1716:

Tot voogden over het kint van Gerrit Jacobsz Slobbe werden gestelt Lambert Jacobsz en Jan Dircks

28-04-1716:

Tot voogden over de weeskinderen van Aeltje Claes in leven huijsvrouw van Pieter Jacobsz werden gestelt Cornelis Claesz en Claes Lambertsz Roock

3239

195

3239

203

3239

207

3239

209

3239

210

3239

211

3239

211

3239

212

18-05-1716: Jannetje Reijken minderjarige dochter geassisteert met Rijck Roetersz Schadé haer vaderen voogd in cas van defloratie CONTRA Claes Hendrikz Appel minderjarige jongman als mede voor soo veel des noods Hendrik Jansz Appel desselfs vader en voogd in ‘t selve cas


30 / 49

Inv.nr.

Blz. Nr.

3239

215

3239

216

3239

218

3239

222

3239

225

3239

225

3239

229

3239

229

3239

232-233

3239

234

3239


Tot voogden over het minderjarige kindt van Aelt Elbert verwekt bij Beijtje Jacobs in leven egteluijden, werden gestelt Cornelis Jacobsz en Jacob Elbertsz

07-09-1716:

Heer Samuel Samuelsz eijser CONTRA Lubbert Jansz; betaling van f 15:12:8 ter sake van pagt van land

21-09-1716:

Tot vooghden over het kind van Jannetje Lamberts verwekt bij Lambert Harmensz werden gestelt de voorn. Lambert Harmensz en Jacob Jansz Verwer

02-11-1716:

Over de nagelaten kinderen van Jan Rutgersz verwekt bij Willemtje Volkers werden gestelt tot voogden Jan Gerritsz de Oude, Evert Pietersz en Jan Rutgersz

11-01-1717:

Tot voogden over het kind van Jaep Meijnsz en Geertje Tijs werden gestelt Meijns Roelen, Geurt Jansz de Wit, Hendrick Huijsman en Willem Gerritsz

11-01-1717:

Tot voogden over de kinderen van Theunis Cornelisz Slockers werden gestelt Cornelis Geurtsz en Claas Lambertz Rook

05-04-1717:

Tot voogden over ‘t nagelaten kind van Pietertje Gerrits verwekt bij Jacob Bouwensz werden gestelt Hendrik Gerritz van Diere en Lambert Lambertsz Puijck

05-04-1717:

Tot voogden over de nagelaten kinderen van Pietertje Bouwen verwekt bij Lubbert Hendrikz wert gestelt nevens Jacob Bouwensz, de persoon van Jacob Jansz wonende tot Emenes

03-05-1717:

Aaltje Elberts weduwe wijlen Lambert Elbertsz eijsser CONTRA Adriaantje Lamberts weduwe van Harmen Steffensz, Tijmen Lambertsz, Elbert Lambertsz, Theunis Lambertsz, Evert Lambertsz, Hendrik Puijk als in huwelijk hebbende Lambertje Lamberts, Lambert Jansz Puijk mede als in huwelijk hebbende Jaapje Lamberts, mitsgaders nog Lambert Harmensz als vader en voogdt en Jacob Jansz Verwer als mede-voogd over het kind van Jannetje Lamberts, alle kinderen en mede-Erffgenamen van Lambert Elbertsz voornoemd, en in die qualiteit gedaagden. Nagtglas als Procureur van de eijsser dede zeggen, dat zij eijsser alvorens met gedagte hare man Lambert Elbertsz zal: (ter dier tijt weduwenaar van wijlen Theuntje Theunis zijn eerdere huijsvrouwe) ten huijwelijk te treden, ten overstaan van den Secretaris Jacobus Thierens en Geregte heeft opgezegt huijwelijkse voorwaarden waarbij aan de d’ene kant wel was uijtgesloten gemeenschap van goederen, maar egter winst en verlies wedersijds ter helfte is gelaten, en gebleven in gemeenschap,dat het selve huijwelijk daar op voltrokken sijnde, en een geruijme tijd van Jare gestaan hebbende gehad, haar gedagte eijssers man voor enige maanden deser wereld is overleden, nalatende agt (8) kinderen, in eerder huijwelijk verwekt aan Theuntje Theunis voornoemd, en nog een (1) kind aan haar eijsseresse vervolgens in tweede huijwelijk verwekt.

03-05-1717:

Tot voogden over de kinderen van Marritje Cornelis verweckt bij Hendrick Coster, werden gestelt Huijbert Cornelisz en Huijbert Tijmensz

27-09-1717:

Ariaantje Lamberts weduwe van Harmen Steffensz, Tijmen Lambertsz, Elbert Lamberts, Theunis Lambertsz, Evert Lambertsz, Hendrick (Jansz) Puijck als in huijwelijk hebbende Lambertje Lamberts, Lambert Jansz Puijck als in huijwelijk hebbende Jaapje Lamberts, mitsgaders nog Lambert Harmensz als vader en voogd en Jacob Jansz Verwer als mede-voogd over het kind van Jannetje Lamberts, alle kinderen en mede-erfgenamen van Lambert Elbertsz voorn CONTRA Aaltje Elberts weduwe van wijlen Lambert Elbertsz

01-11-1717:

In de sake van Aaltje Elberts weduwe van Lambert Elbertsz eijser CONTRA Adriaantje Lamberts Weduwe van Harmen Tijmensz cum suis soo sij procedere gedaagde, sijn over partijen over ende weder met de andere geconvinieert dat seecker Extract continerende de huijwelijkse voorwaarden gepasseert tusschen voornoemde Lambert Elbertsz en sijn eerder huijsvrouw Theuntje Theunis, alsmede het advis van de Here advocaten Helmens van den Ende en Walraven mitsgaders enz.

29-11-1717:

De meerderjarige mitsgaders de voogden over de minderjarige kindtkinderen (kleinkinderen) van Lambert Elbertsz en Teuntje Teunis CONTRA Aaltje Elberts weduwe van Lambert Elbertsz

09-05-1718:

Gerrit Vos als last en procuratie hebbende van Claas Albertsz soo voor hem selve als enige en universele erfgenaam van sijn broeder Cornelis Albertsz eijsser CONTRA Claas Rutten; betreft verdient loon

xx-06-1718:

Adriaan Tijmensz Blom als last en procuratie hebbende van Elbert Lambertsz eijse CONTRA Aaltje Elbertsz als weduwe van Lambert Elbertsz: Elbert Lambertsz heeft gedurende 32 jaar als knecht bij sijn vader gewerkt zonder ooit daarvoor loon te hebben ontvangen. Hij eist nu 32x f 30,-/jaar

239-240

3239

245

3239

248

3239

261

3239

262-263

3239

272

05-12-1718:

Jacob Jansz Swart CONTRA Teunis Lambertsz

3239

273

19-12-1718:

Jacob Ebbe Vos CONTRA Gijsbert Claesz Kramer

3239

281

01-05-1719:

Jacob Cramer Secretaris tot Emenes eijsser Contra Jan Willemsz wegens een pink-bul en nog f 53:10 voor 2 pink-veerssen den 19-04-1718

01-06-1719:

3239

283

Geertje Jans minderjarige dochter geassisteert met Hendrikje Jans hare moeder alsmede deselve Hendrickje Jans weduwe van Jan Evertsz requirante CONTRA Johannes Claesz gerquireerde om te geven redenen van interdictie erschuttinge ? van de geboden van de eerste requirant met Gijsbert Dircksz haren bruijdegom

3239

286

12-06-1719:

d’Heer Willem Verweij Schout en Gaardermeester van de gecommitteerden van Emenes eijsser CONTRA

3239

286

3239

291

3239

297

3239

297

3239

298-299

de Goijer; betreft betaling van f 16:-

Jan

Willemsz de Goijer gedaagde; betaling f 30:17:4 wegens pagt van ‘t Westeijnde 12-06-1719:

Jacob Wilemsz Decker CONTRA Hilletje Claas weduwe van Evert Gerritsz; betaling van f 6:9:- wegens de ongelde van een dammet maatlant in Ebbe Swaantjes maat

27-11-1719:

Tot voogden over het nagelaten kind van Jan Willemsz Pangelaer werden gestelt Jan Rutgersz en Otto Pietersz

08-04-1720:

In plaats van Meijndert Tijmensz die alhier overleden is en nevens Jacob Claesz Eijland vooght was over de nagelaten weeskinderen van Reijnier Heijnen, wert gestelt Claes Wijchertsz

08-04-1720:

Tot vooghden over ‘t weeskint van Gijsbert Hendricks en Kuijntje Everts werden gestelt Jacob Evertsz en Cornelis Lambertsz Puijck (Blaricum-Begraven-Kosten; 14-04-1720: Kuijntje Everts: Pro Deo)

15-04-1720:

Compareerden Cornelis Lambertsz Puijck en Jacob Evertsz (Oom van het weeskint) als vooghden over het nagelaten weeskint van Gijsbert Hendricksz (en Kuijntje Everts), te kennen gevende dat sijn ouders weinig hebben nagelaten. Jacob Evertsz is bereid het kint voor een periode van 6 jaar aen te nemen. Enz


31 / 49

Inv.nr.

Blz. Nr.


Tot vooghden over Jannetje Gerrit Loegen bejaerde dogh innocente doghter werden gestelt Lubbert Jansz en Claes Lambertsz Rook

17-02-1721:

Dominee Gerrit Ploos van Amstel predicant alhier en Dominee Jacobus Ploos van Amstel predicant tot Valhoog, als Executeurs van den testament en voogden over de minderjarige kinderen van Juffrouw Anna Claverie (onlangs alhier overleden): aan schullden tussen de f 2.000,- en f 3.000,-, en dat niet meer als f 93,- aen contant gelt werdt gevonden

05-05-1721:

Tot voogden over de nagelaten kinderen van Lambert Jansz Puijk werden gestelt Gijsbert Lambertsz Elbertsz, en Cornelis Lambertsz Puijk

05-05-1721:

In plaatse van Jan Gerritsz de Oude die tot zijn dood nevens Evert Pieters voogd is geweest over de nagelaten kinderen van Jan Rutgersz wert gestelt Jacob Claasz Eijlant

19-05-1721:

Compareerde voor Schepenen van Blaricum Jacob Hendriksz Smit weduwenaar van Geertruijd Dirks ter eenre ende Jacob Claasz Eijland als voogd over de drie kinderen van de voorn. Geertruijd Dirks, mitsgaders deselve Jacob Claasz Eijland de rato caverende voor Claas Wijgertsz mede voogd: Volgt Akte van scheiding voor moeders goederen

29-09-1724:

Laren; Tot voogden over de nagelaten kinderen van Botje Cornelis verwekt bij Jan Lambertsz werden gestelt Cornelis Jacobsz en Jacob Lambertsz

03-11-1721:

De erfgenamen van Jan Tomasz Soldaat als Cessie van actie bekomen hebbende jegens Willem Minjeur die benevens de voorz: Jan Thomasz Soldaat sig geconstitueert heeft borge als principaal voor Bernardus Haan in die qualiteit eijsser CONTRA deselve Willem Minjeur

01-12-1721:

De Hr Jan van Veeren als in huwelijk hebbende Elsje Cramer enige en universele Erffgenaam van (haar OOM) den heer Jacob Cramer in sijn leven Secretaris tot Emenes eijsser, CONTRA de weduwe Crijn Hendricksz gedaagde; betreft betaling van f 3,- wegens restant overcoop van een varken

22-12-1721:

Benevens Jacob Jansz Verwer en Evert Lambertsz als voogden over de minderjarige kinderen van Bort Jansz werden tot mede-voogden aangestelt Cornelis Bregtersz en Gijsbert Bregtersz

13-04-1722:

Tot voogden over het nagelate minderjarige kint van Marritje Jans geprocreeert bij Rut Pietersz Huijsman genaamt Geertje Rutte, werden gestelt Willem Pietersz en Gijsbert Jansz Boer

3239

300

3239

307-308

3239

310

3239

310

3239

312-314

3239

316

3239

318

3239

321

3239

329

3239

335

3239

336

23-04-1722:

Jan Lambertsz Cos wonende tot Emenes CONTRA Sander Salomons wonende dot Baarn

3239

355

07-09-1722:

de Hr. Cornelis van Wijckersloot eijser CONTRA Jan Willemsz Goijer; betreft betaling landhuur

3239

357

28-09-1722:

Gerbrand Hogenbirk CONTRA Jan Willemsz Goijer; betaling van f 19,- ter sake van 4 nieuwe geleverde raade, nog 2 nieuwe Leeren

3239

358

12-10-1722:

Jan Willemsz Goijer gedaagde in conventie en weder eijsser CONTRA Gerbrand Hogenbirk eijser in conventie en gedaagde in reconventie; te betalen f 21,- wegens geleverd riet

3239

359-360 02-11-1722: Gerbrand Hogenbirk CONTRA Jan Willemsz Goijer

3239

SAGV155.2-ORA-3239-blz.312

3240


3240

2-3

3240

5

3240

5

3240

5

3240

22

07-12-1722:

Ik ondergetekende, Brant Pietersz Kraijencamp geeft te kennen, dat vermits sijn Suppliants hooggaande ouderdom het te dugten staat dat Brant, Hendrik en Marten Pietersen Kraijencamp (door Pieter Brantsen Craijencamp des suppliants soon zaliger bij Marritje Hendrikse van Alphen staande huijwelijk verwekt) bij het overlijden van hem Suppliant nog onmondig wezen sullen, hij daarom begeerde dat in sulke gevalle Hendrik Gerritsz de Raemaker ende Cornelis Adriaansen Koster tot Blaricum woonagtig, voogden waren over de gemelte kinderen, en de over het geene hij Suppliant haar met sijn dood sal komen na te laten. Dit verzoek wordt wordt op dezelfde datum gehonoreerd

11-01-1723:

Tot voogden over Jochem Claesz vermits zijn innocentie werden gestelt Gijsbert Lambert Elbertsz en Tijmen Evertsz

11-01-1723:

Tot voogden over de minderjarige nagelaten kinderen van Geertje Sijmens verwekt bij Jacob Lambertsz werden gestelt Tijmen Lambertsz en Cornelis Jacobsz

11-01-1723:

Tot voogden over het nagelaten minderjarige kint van Oetje Ijsaks werden gestelt Cornelis Willem Melisz en Elbert Rutten

13-09-1723:

Mr. Alard Pannekoek Secretaris van Emenes en Pieter Willemsz Huijshouwes eijser CONTRA

10-01-1724:

Tot voogden over de minderjarige kinderen van Teuntje Willems werden gestelt Wijgert Willemsz en Claas Lambertsz Rook

10-01-1724:

Tot voogden over de minderjarige soon van Gijsbert Claasz Cramer werden gestelt Gijsbert Lambert Elbertsz en Tijmen Mijndertsz

12-06-1724:

Willem Verweij Schout en Gaardermeester over Emenes eijsser CONTRA Jan Willemsz de Goier wonende tot Blaricum; in totaal te betalen f 203:5:6 voor pagt van 6 verschillende stukken land voor ‘t jaar 1721 of 1722

25-09-1724:

Blaricum; Lijsbet Elbertsz en de erffgenamen van Claas Jochemsz eijsser CONTRA Cornelis Tijmensz; betreft f 14:5 wegens coop van een paart op 30-12-1724 (koop-datum klopt niet)

09-10-1724:

Jan Lambertsz Cos eijsser CONTRA Lambert Logen: op 11-08-1724 heeft gedaagde gekogt des eijssers huijs en erffe staande en gelegen tot Emmenes-buijtendijk aan de Kerkstraat met alle ‘t geene daar in aart en nagelvast is voor de somme van f 3.500,-

09-10-1724:

Dirck Ruijsendaal CONTRA Jan Lambertsz Backer ; betreft achterstallige landhuur

Jan Willemsz de Gooijer gedaagde; betreft betaling van f 60:4:- ter saken van een pink op de 20-04-1722 op het boelhuijs van Jan

Stam gehouden tot Emenes Binnendijk gekogt

3240

32

3240

32

3240

47

3240

58

3240

60-61

3240

62-63


32 / 49

Inv.nr.

3240

Blz. Nr.

Jacob Clasz Eijland als procuratie hebbende van Claas Cornelisz zoon van wijlen Cornelis Hendrikse welke Claas Hendriksz mede gemagtigt is van Jan Fransen in huijwelijk hebbende Jaapje Cornelis, en van Harmpje Cornelis die mede kinderen sijn van de voorn: Cornelis Hendriksz en nog als procuretie hebbende van Jan Govertsz soon van wijlen Pietertje Hendriksz, welke Cornelis Hendriksz en Pietertje Hendriks sijn geweest de broeder en suster van Geertje Hendriks in Leven getrouwt met Gijsbert Claasz Kous eijssers CONTRA Gijsbert Lambertsz als voogd over ‘t onmondige kint en erffgenaam van den selve Gijsbert Claasze Kous gedaagde; Gijsbert Claasz Kous en Geertje Hendriks in Leven egteluijden gewoont hebbende en overleden tot Blaricum hebben bij Testament op 06-09-1699 voor Notaris Jan Bosch tot Blaricum gepasseert; f 600,- voor de langstlevende. Na het overlijden van Testateur waren tot de f 600,- als naaste vrinden van de eerder overleden Testatrice geregtigt een suster genaamt Willempie (Hendricks), een kind van haar suster Jaapie (Hendricks), een (kind) van haar broeder Gijsbert (Hendricksz), een (kind) van haar suster Neeltje (Hendricks), mitsgaders drie (3 kinderen) van haar Broeder Cornelis (Hendricksz), en een (kind) van haar suster Pietertje Hendrikse, van welke twee laatste den Eijsscher in dese procuratie heefft en sulksz met hun ses staken geregtigt tot voorsz f 600,- wesende voor eijder f 100,-

18-12-1724:

Pieter Ebbe als in huijwelijk hebbende Marritje Harmense en Meeuwis Harmensz mede in huijwelijk hebbende Jannetje Harmensz beijde dogters van Harmen Steffen, en Ariaantje Lambertsz hoe dat sij beijde Supplianten ondervonden hebben dat haar vrouwen Grootvader en Grootmoeder met namen Steffen Harmensz en Gerritje Elberts waren getroud sonder huijwelijkse voorwaarden, en gestorven sonder Testamentaire dispositie, dat Steffen Harmens haar Grootvader is overleden nalatende desselfs weduwe en drie kinderen, welke weduwe onse Grootmoeder in den gehelen boedel is blijven sitten, naderhand is komen te overlijden onse vrouwen-vader Harmen Steffensz de welke mede met moeder is getrouwt sonder huijwelijkse voorwaarden en gestorven, sonder testament nalatende desselfs weduwe, onse moeder en agt kinderen, aqls wanneer onse Grootmoeder van vaders sijde genaamt Gerritje Elberts nog in Leven was, welke goederenvan onse Grootvader en Grootmoeder met de dood van Grootmoeder volgens de successie ab intestato quamen te valen op de kinderen van Harmen Steffensz onse vader, en NIET op moeder Adriaantje Lamberts zijn nagelaten weduwe, dat des niettegenstaande na ‘t overlijden van Grootmoeder Gerritje Elbertsz, moeder en Geertje Steffens nevens de weduwe van Elbert Steffensz onse beijde moeije hebben kunnen goedvinden deselve goederen onder haar drie (3) te verdeelen , sonder dt de goederen van de eene derde part aan ons zijn gekomen enz........nog is een van de voorn. acht (8) kinderen na vaders dood komen te overlijden, met name Grietje Harmens ....

08-01-1725:

Vervolg zaak erfenis Steffen Harmensz en Gerritje Elberts:....... CONTRA o.a. Elbertje Roelen weduwe en boedelhoudster van Elbert Steffens; Evert Pieterse als in huijwelijk hebbende Geertje Steffens

05-02-1725:

Tot voogden over de minderjarige nagelate kinderen van Klaasje Willems, verwekt bij Rijk Volkersz, werden gestelt Cornelis Willemsz en Gijsbert Bregtersz

05-03-1725:

Blaricum; Evert Pietersz die voor 1/3 portie erffgenaam is geweest van zijn broeder Willem Pietersz Saijes CONTRA Pieter Ebbe wonende alhier

05-03-1725:

Tot voogdenover de nagelaten minderjarige kinderen van Fransje Lamberts in huijwelijk verwekt bij Pieter Ebbe, werden in plaatse van de overledenen voogden alhier aangestelt Cornelis Lambertsz Puijck en Willem Jacobsz Decker

14-05-1725:

Tot voogden over de minderjarige nagelaten kinderen van Hendrik Jansz Appel en Kuijntje Pieters, werden gestelt Lambert Jansz Schoenmaker en Roel Lambertsz Verwer

28-05-1725:

Steven Dirksz Kaak en Dirk Jansen Fabries soo voor haar selve in qualiteit van mede-erfgenamen van Bastiaan Lambertsz Peet en haar verder sterk makende en de rato caverende voor de verdere mede-erfgenamen van voorsz. Bastiaan Lambertsz Peet CONTRA Wijgert Willemsz

02-07-1725:

Tijmen Gerritsz de Graaf als gemagtigde van Brand Pietersz CraijeCamp eijser CONTRA Willem Cornelisz Verwer; eijser heeft op 06-02-1725 aan de gedaagde een koorn wintmolen met zijn zeijlen, touwen en billen daartoe behorende voor de somma van f 900,- enz

16-07-1725:

Willem Cornelisz Verwer wonende tot Blaricum gedaagde CONTRA Tijmon Gerritsz de Graaf als gemachtigt van Brant Pietersz Craijecamp eijsser ...... ... dat eenen Pieter Ebbe (Heerschap) mede-voogd over Marritje van der Pol, minderjarige dogter van Neeltje Branten Craijcamp die een dogter is geweest van den selven Brant Pietersz Craijecamp en sijn overleden Huijsvrouw Grietje Jacobs Slocker zig bij des eijsscher principaal hadde geinformeerd naar het Testament van de selve Grietje Jacobs Slocker (: Grootmoeder van zijn voorsz pupil) ....... de voornoemde Testateuren dan nog in leven sijnde en aan haaren soon Jacob Brantsz Craijekamp hadde gegeven de keure omme de voornoemde moolen.

30-07-1725:

In de sake tusschen Pieter Ebbe als in huwelijk hebbende Marritje Harmens en Meeuwis Harmensz mede in huwelijck hebbende Jannethe Harmens, beijde dogters van Harmen Steffensz, en Adriaantje Lamberts, mede Erffgenamen van haar overleden Grootvader en Grootmoeder Steffen Harmensz en Gerritje Elberts, en in die qualiteit eijsers ter eenre CONTRA Elbertje Roelen weduwe en boedelhoudster van Elbert Steffens, Evert Pietersz als in huijwelijk hebbende Geertje Steffensz, mitsgaders Adriaantje Lamberts weduwe en boedelhoudster van Harmen Steffensz, zijnde geweest neven Elbert Steffensz en Geertje Steffens, kinderen en erffgenamen of hare kinderen bij representatie van de overleden Steffen Harmensz en Gerritje Elberts voornoemt, in haare qualiteit gedaagden ter andere sijde

06-08-1725:

Tot voogden over de nagelate minderjarige kinderen van beijde wijlen Lubbert Hendriksz en Marritje Jacobs aangestelt Jacob Claas Eijland en Gerrit Jansz van Oosten

08-10-1725:

Willem Jacobsz Decker en Cornelis Lambertsz Puijck wonende Blaricum, in plaatse van beijde wijlen Hendrik Willemsz Decker en Pieter van der Pol, gesteld wesende tot voogden van de onmondige kinderen en Erffgenamen van wijlen Fransje Lamberts overleden tot Blaricum, verwekt aan Pieter Ebbe mede wonende Blaricum, met name Lambert Pietersz en Geertje Pietersz, (gaat om veel geld e.d.) .... dat deselve kinderen mede-Erfgenamen waren van Willem de Zaijer

05-11-1725:

...hebben Cornelis Jacobsz en Jacob Lambertsz als voogden over de minderjarige nagelaten kinderen van Botje Cornelis verwekt bij Jan Lambertsz Backer aan Schepenen van Laren vertoont hoe dat gemelde Jan Lambertsz Backer voor dato van zijn tweede huijwelijk ; volgt Akte van Scheiding

03-12-1725:

Laren; Jacob Jansz Swart eijsser CONTRA Jan voor geleverde winkelwaren

07-12-1725:

Op versoek van Teuntje Jacobs weduwe van Lambert Jansz Backer, dewelke door hoge ouderdom en swakheijd onbequaam vind tot administratie van haar goederen, sijn daartoe aangesteld Meijns Roelen en Huijbert Cornelisz

65-67

3240

76-78

3240

81-82

3240

90

3240

92

3240

94

3240

101

3240

102

3240

106-107

3240


112-116

3240

120

3240

121

3240

127-130

3240

131-132

3240

142

3240

144

Willemsz de Goijer gedaagde; betreft betaling van f 11:4:4


33 / 49

Inv.nr.

Blz. Nr.

3240

149

3240

151

3240

154

3240

159

3240

162

3240

169

3240

186

3240

187

3240

188

3240

195

3240

197

3240

201-202

3240

203

3240

206-207

3240

210

3240

211

3240

213

3240

218

3240

222

3240

222

3240

223-224

3240

227

3240

228

3240

249

3240

251


Tot voogden over Tijmen Pietersz Proel nagelaten soon van Pieter Jansz Proel en Meijertje Tijmens overleden tot Blaricum, werden gestelt Jan Ebbe en Roel Elbertsz

17-03-1726:

Tot voogden over de nagelaten kinderen van Roel Andriesz in huijwelijk verwekt bij Marritje Willems werden gestelt Jan Andriesz en Evert Jansz Backer

29-04-1726:

Laren; Tot voogden over het nagelaten minderjarige kint van Steffen Elbertsz verwekt bij Botje Lamberts werden gestelt Roel Elbertsz en Tijmen Evertsz, sullende de eerstegenoemde administratie der effecte soo van vader als Grootmoeder Elbertje Roelen schuldig zijn te exerceren, verstaan, en stellen wijders tot toesiende voogden Ot Pietersz en Gijsbert Lambert Elbertsz welkers qualt sal komen te le letten en op te houden soo haast als de verdelinge der nalatenschap van Grootmoeder Elbertje Roelen enz.

27-05-1726:

Dirk Willemsz Dros Schout tot Laren

01-10-1726:

Tot voogden over de minderjarige nagelaten kinderen van Cornelis Lubbertsz en Teuntje Steevens, in leeven Egteluijden, gestelt Steeve Cornelisz Swaneke en Jan Cornelisz Boer

20-02-1727:

Tot voogden over de minderjarige nagelaten kinderen van Jacob Harmensz en Annetje Meeuwisz beijde overleden te Blaricum, gestelt Tijmen Harmensz, Steffen Harmensz, Elbert Meeuwisz en Teunis Meeuwisz

24-11-1727:

Tot voogden over de minderjarige nagelaten kinderen van Willem Hendrik Roelen, verwekt bij Neeltje Frans, werden gestelt Lambert Harmensz en Willem Jacobsz Dekker

24-11-1727:

Blaricum; Dirk Hendriksz CONTRA Jan

22-12-1727:

Roeloff Willemse Pandelaar Grutter tot Laren CONTRA Dirk Hendriksz mede wonende tot Laren; te betalen f 132:11:4 wegens gelevede meel en gort per saldo

26-01-1728:

Gerrit Duerkant als last en procuratie hebbende van Gerrit Ploos van Amstel en Gerrit Nagtglas, als voogden van Jan en Grietje Duurkant mitsgaders van Theodorus Ploos van Amstel als in huijwelijk hebbende Meijnsje Duurkant, kinderen van Pieter Duurkanr, eijssers, CONTRA Cornelis Jacobsz en Willem Pietersz als borge voor Gijsbert Claas Hansen gedaagde,; betreft betaling van f 100,- wegens seeckere obligatie

26-01-1728:

Cornelis Jacobsz en Willem Pietersz als borge voor Gijsbert Claas Hann eijsers CONTRA Jan Claas Hann en Jaapje Claas Hann erfgenamen van Gijsbert Claas Hann

19-04-1728:

Voor Schepenen van Laren compareerde Wijgje Teunis Hogenbirk weduwe van wijlen Harmen Gerritsz Smit soo voor haar selve als de rato caverende voor haar minderjarige dochter met name Gijsbertje Harmens in huijwelijk verwekt bij voorn. Harmen Gerritsz Smit, wijders Gerrit Harmensz, Jacob Harmensz en laastelijk Rutger Claasz als in huijwelijk hebbende Ariaantje Harmens kinderen van de voorn. Harmen Gerritsz Smit en verklaarde de voorn. Wijgje Teunis Hogenbirk haar boedel bij dese te abandonneren ten profijte van haare crediteuren. .... Tot Curateurs over de voorn boedel gestelt Dirk Willem Dros en Pieter Willem Swaneke

24-05-1728:

Laren; Tot voogden over de minderjarige kinderen nagelaten bij Evert Lambertse geprocreeert bij Ebbetje Jans, werden gestelt Govert Claas en Claas Wijgertsz

12-07-1728:

Hendrikje Jans weduwe van Jan Hooijer eijsser CONTRA Hendrik Lubbertsz en Lambert Lubbertsz als erffgenaamen en broeders van Sijmen Lubbertsz; Sijmen Lubbertsz heeft 2 jaar en 35 weken bij de eijser gewoond à f 5.per week nog te betalen

15-08-1728:

Tot voogden over Hendrik, Pietertje en Gerrit Roeter minderjarige nagelaten kinderen van wijlen Roetert Hendriksz overleden tot Blaricum, verwekt bij Neeltje Ebbe, gestelt Jan Gerritsz van Oosten en Rutger Geun

13-09-1728:

Laren; Tot voogden over de minderjarige nagelaten kinderen van Geertje Dirks, verwekt bij Anx Pietersz, werden gestelt Pieter Willem Swaneke en Lubbert Claasz Boer

22-11-1728:

Over de minderjarige nagelaten kinderen van Jan Rutgersz verwekt bij sijn overleeden huijsvrouw Willempje Volkers, gestelt Cornelis Willemsz Verwer en Gijsbert Bregtersz

22-11-1728:

Steffen Harmensz, Evert Jansz, Jacob Bortsen en Evert Bortse als Erffgenamen van Bort Jansz eijssers CONTRA Teunis Lambertsz; te betalen f 14:15:- wegens hoij

08-02-1729:

Tot voogden over het onmondige kint van Jan Barentsz en Marritje Fransz gestelt Pieter Hendriksz Timmerman en Lambert Harmensz

19-02-1729:

Tot voogden over de twee nagelaten minderjarige kinderen van Vrouwtje Willems verwekt bij Jan Pietersz Groen, gestelt Claas Lambertsz Rook en Jan Cornelisz Boer

04-03-1729:

Door Schepenen aangestelt Gijsbert Bregtersz en Gijsbert Lambert Elbertsz beijde tot Blaricum wonend, ten eijnde om in den boedel en nalatenschap van beijden wijlen Tijmen Lambertsz en Grietje Rutgers in Leven egtelieden tot Blaricum overleden, re representreren de minderjarige nagelaten kinderen van Gerrit Tijmen Lambertsz die hij soo bij sijn eerste als tweede vrouw heeft geteelt, sijnde de voorn. Gerrit Tijmen Lambertsz tot Over Diemem overleden en een soon geweest van de voorn. Tijmen Lamberts en Grietje Rutgers Sulx op, voor en ten behoeve van de voorn. kinderen die uijt hoofde van haar voorn. vader meede erffgenamen sijn van de voorz. haar Grootvader en Grootmoeder. De mede-erfgenamen Jacob Tijmen Lambertsz en Volken Tijmensz Lambertsz dewelke de administratie doen

15-05-1729:

Tot voogden over de minderjarige kinderen van Cornelis Lambertsz Puijck, verwekt bij sijn overleden huijsvrouw ........ gestelt Cornelis Bregtersz en Gerrit Jansz van Oosten, wonende tot Blaricum en Lubbert Claasz wonende tot Laren

27-06-1729:

Tot voogden over de minderjarige kinderen van Anxje Aelten Storm verwekt bij Claas Jansz Proel werden gestelt Claas Lambertsz Rook en Evert Jansz Bakker

12-12-1729:

Tot voogden over het weeskind van Pieter van de Pole verwekt bij Neeltje Brantsz, gestelt Cornelis Willemsz Verwer in plaats van Pieter Ebbe

12-12-1729:

Gerrit Anxen eijsser CONTRA Jan de ‘L veld, op desselfs boelhuijs tot Huijssen

Woutersz; betaling van f 13:6:- wegens geleverde winkelwaren

Gooijer gedaagde; betreft betaling van f 16,- wegens coop van gewas op


34 / 49

Inv.nr.

Blz. Nr.

3240

253-254

3240

257

3240

262

3240

264

3240

265

3240

270

3240

276

3240

280

3240

282

3240

283

3240

283

3240

283

3240

283

3240

283

3240

284

3240

285

3240

285-286

3240

287

3240

287

3240

287

3240

287

3240

288

3240

290

3240

296

3240

297

3240

297

3240

303


Tot voogdenover het minderjarige kindt van Evert Reijersz van Aken verwekt bij Grietje Antonis genaamt Jannetje Everts en wijders over de twee (2) minderjarige kinderen van de voorn. Evert Reijersz van Aken, genaamt Antonij Evertsz en Hendrik Evertsz in huijwelijk verwekt bij Emmetje Hendriksz gestelt Reijer Evertsz wonende tot Huijsen en Gijsbert Lubbertsz Cramer wonende in Laren, ten eijnde voor de voornoemde kinderen waar te nemen in de nagelaten boedel van wijlen Jochum Evertsz Kuup ?? gewoont hebbende en overleden binnen Bunschoten...

31-10-1730:

Tot voogden over het minderjarig nagelaten kind van wijlen Marritje Gerrits Rigter, in huijwelijk verwekt bij Hendrik Lubbertsz tot Blaricum aangestelt Jan Gerritsz Rigter en Gerrit Jansz van Oosten

20-03-1730:

Tot voogden over de minderjarige kinderen en erffgenamen van Swaantje Cornelis in huwelijk verwekt bij Jan Ebbe, werden gestelt Willem Jacobsz Dekker en Jan Ebbe Claasz

05-04-1730:

Tot voogden over ‘t minderjarig nagelaaten kint van wijlen Jannetje Everts, verwekt bij Jan Gerrit Lamphe wonende tot Blaricum, gestelt Evert Lambertsz en Rutger Geun

17-04-1730:

Tot voogden over de minderjarige nagelaten kinderen van wijlen Jacob Bouwesz Bakker verwekt bij zijn EERSTE huijsvrouw Petertje Gerrits en bij sijn TWEEDE huijsvrouw Meijertje Pieters werden gestelt Hendrik Gerritsz van Dieren en Jacob Jansz Swart

17-07-1738:

Philippus Clement Medicine Doctor eijser CONTRA Lambert Jacobz Hollebol

05-10-1730:

Voor Hendrik Gerritsz van Dieren en Lambert Harmensz Schepenen tot Blaricum gecompareert Gijsbert Pietersz Hol, mitsgaders Hendrik Westhuijsen als in huijwelijk hebbende Jaapje Pieters, en laastelijk Evert Lubbertsz getrout sijnde met Gijsbertje Pieters, alle wonende tot Lage Bussum, te kennen gevende dat Willem Pietersz als man en voogd van sijn huijsvrouw Neeltje Pieters, die een suster is van de Eerste comparant en van de huijsvrouwen van de twee laaste comparanten; betreft berouw van Neeltje Pieters voor haar ernstige dronkenschap

08-01-1731:

Tot voogden over ‘t minderjarig nagelaten kind van Grietje Cornelis, verwekt bij Jacob Teunisz Bakker werden gestelt Gerrit Jansz de Jong en Jan Teunisz Bakker

07-03-1731:

Tot voogden over de minderjarige nagelaten kinderen van beijde wijlen Evert Jacobsz Dekker en Teuntje Gijsberts, overleden tot Blaricum, sijn gestelt Jacob Evertsz Dekker, Gerrit van Oosten en Jan Jacobsz Verwer

09-04-1731:

Tot voogden over de kinderen van wijlen Teuntje Hendriks geprocreeert bij Aelt Geun, werden gestelt Rutger Geun, en Rutger Hendrikz Puijk

09-04-1731:

Tot voogden over het minderjarige nagelaaten kind van Lubbert Ebbe, geprocreert bij Lambertje Jacobs werden gestelt Lambert Harmensz en Jan Ebbe

30-04-1731:

Tot voogden over het minderjarige nagelaten kint van Hendrikje Jans, verwekt bij Hendrik Cornelisz, tot Laren, gestelt Evert Jansz Bakker en Cornelis Reijersz

21-05-1731:

Tot voogden over de minderjarige nagelaten kinderen van wijlen Willem Pietersz Otte verwekt bij Neeltje Pieters werden gestelt Claas Jansz Heerschop en Jacob Jacobsz Coppe

22-05-1731:

Tot voogden over de minderjarige nagelaten kinderen van Pieter Jansz Majoor en Gijsbertje Gerrits, aangestelt Tijmen Majoor, Bort Gerritsz en Lambert Jacobsz

09-07-1731:

Tot voogden over de twee (2) minderjarihe nagelaten kinderen van Barent Isbart in huwelijk verwekt aan sijn nagelaten weduwe Jaapje Claasz werden gestelt Gijsbert Lubbertsz Cramer en Christiaan Jansz

08-08-1731:

Tot voogden over de minderjarige nagelaten kinderen van wijlen Hendrik Willemsz Dekker en Marritje Jans in Leven Egtelieden tot Blaricum, gestelt Cornelis Hendriksz Dekker, Jan Jacobsz Verwer en Gijsbert Bregtersz alle wonende tot Blaricum

24-09-1731:

sijn gecompareert Gerrit van Oosten, Jan Jacobz Verwer en Jacob Evertsz Dekker als voogden over de minderjarige nagelaaten kinderen van Evert Jacobz Dekker en Teuntje Gijsberts in leven egteluijden gewoont hebbende tot Blaricum. Voor onderhoud en opvoeding van de 2 kinderen, met name Joosje en Fuijsje Everts, krijgen Gerrit van Oosten en Jan Fransz, die mede compareert, in volle eijgendom het voorn. ouderlijke huijsje en erve

19-11-1731:

Tot voogden over de minderjarige nagelaten kinderen van wijlen Neeltje Cornelis verwekt bij Jan Willem Swaneke werden gestelt Cornelis Jacobsz en Jan Lubbertsz

19-11-1731:

Tot voogden over de minderjarige nagelaten kinderen van Jan Gijsen Boshuijsen, verwekt bij Marritje Jans werden gestelt Jan Andriesz en Hendrik Huijbertsz

19-11-1731:

Tot voogden over de minderjarige nagelaten kinderen van wijlen Meijnsje Chielen verwekt bij Lambert Tijmensz Majoor, werden gestelt Chiel Huijbertsz en Jurriaan Goossensz

04-02-1732:

Tot voogden over de minderjarige nagelaten kinderen van wijlen Annetje Jans verwekt bij haar man Jan Aalten Donker werden gestelt Lambert Jacobz Hollebol en Tijmen Majoor

03-03-1732:

Tot voogden over het minderjarige kint nagelaten bij Gijsbert Hendrikz verwekt bij Kuijntie Evertsz werden gesteld Klaas Jansz Heerschop en Jan Fransz Biersteker

07-04-1732:

De Heer Jan Tilburg eijsser CONTRA Jan Willemsz de Goijer gedaagde; betreft betaling van f 35:22 wegens kop van een swarte grijse koe gekogt 04-10-1730

08-09-1732:

Tot voogden over de minderjarige kinderen van Gijsbert Dirksz Coppen in huijwelijk verwekt aan Marritje Ebben werden gestelt Willem Dirksz Coppen en Jan Ebbe, mitsgaders over de kinderen van de voorn. Gijsbert Dirksz Coppen verwekt aan mede wijlen Geertje Jans werden tot voogden gestelt Jacob Lambert Tijmensz en Gijsbert Lambert Tijmensz

22-09-1732:

Tot voogden over het minderjarige kind van Geun Klaasz in huwelijk verwekt bij Marritje Rutgers overleden tot Blaricum werden gestelt Gijsbert Lambert Elbertsz en Gijsbert Bregtersz wonende tot Blaricum

13-10-1732:

Tot voogden over de minderjarige kinderen van Pieter Willem Swanike overleden tot Laren ? in huwelijk verwekt bij Aagje Lubberts werden gesteld Evert Jansz Bakker en Jan Willem Swanike

08-12-1732:

Geertje Steffens Weduwe van Evert Pietersz eijsser CONTRA Tijmen Meijnders; betaling van f 200,-


35 / 49

Inv.nr.

Blz. Nr.

3240

307

3240

307

3240

311

3240

315-316

3240

318


3240

321

3240

325

3240

329

3240

342

3240

345

3240

345

3240

354

3240

355

3240

355

3240

357

3240

359

3240

359

3240

359

3240

360

3240

360

3240

360

3240

365

3240

367

3240

367

Willemsz de Goijer als

Pietersz borge; betaling van f 58:15:- wegens overcoop van twee koeijen aen de

09-03-1733:

Tot voogden over de minderjarige nagelaten kinderen van wijlen Lambert Claasz en Lambertje Rutten werden gestelt Claas Rutten en Jan Cornelisz Boer

08-06-1733:

Jacobus Elbertsz eijsser CONTRA Claas Jansz Proel als in huwelijk hebbende Lambertje Jans eerteijts weduw van Isak Hendrikz

14-09-1733:

Marritje Harmens weduwe Pieter Ebbe, mitsgaders Steffen Harmensz, suster en broeder en uijt dien hoofde medeerfgenaam van wijlen haar suster Teuntje Harmens gewoont hebbende en overleden op den 23 maart 1722 in Blaricum CONTRA Rijkje Lamberts wonende tot Blaricum

19-10-1733:

Tot voogden over het minderjarige nagelaten kind van Jaapje Jacobs in huijwelijk verwekt bij Hendrik Meijnsz Calis, werden gestelt Huijbert Cornelisz en Jan Lambertsz Bakker

19-10-1733:

Vermits de onbequaamheijt en genoegsamen innocentie van Hendrik Jacobsz Verwer welke sig en mede-erffgenamen bevind van sijn moeder Trijntje Jans werden tot ‘zaakwaarnemers’ gestelt Hendrik Gerritsz van Dieren en Cornelis Hendriksz die, na de boedel tot Liquiditeit te hebben gebragt, de erfportie te verdelen aan de voorn: Hendrik Jacobsz Verver, dan in compaterende over te geven aan Jan Jacobz Verver, Gerrit van Westen, Cornelis Willemsz Verwer

1734:

geeft te kennen Dirk Ploos wonende tot Hilversum als enige erfgenaam van sijn overleden vader Harmen Ploos de welke bij sijn leven wegens koop en leverantie van een stuk velt of hofstede alsmede aen verschoten gelt voor ‘t transport van Dirk Koster wonende tot Saardam onder de gereghte van Wessaanen was conpeteerdende, ter somme van f 7-“5:8 ... onduidelijk verhaal

11-01-1734:

Tot voogden over de minderjarige kinderen van wijlen Pieter Ebbe in huwelijk verwekt bij Marritje Harmens wert gesteld Jan Ebbe en Gijsbert Lambert Tijmensz

20-11-1734:

Wij Schout en Schepenen van Blaricum overtuijgt sijnde van de sinneloosheijt van Hendrik Jacobz Verwer meerderjarige jongman geboortig en woonagtig binnen dese dorpe, en gehoort hebbende het versoek van sijne naast bestaande vrienden; authoriseren sijn voogden om deselve Hendrik Jacobz Verwer wegens sijne sinneloosheijt te doen opnemen in het krank of sinnelooshuijs tot ‘s Hertogenbosch tot hij weder tot sijn verstand sal wese gekomen

02-02-1735:

Laren; Tot voogden over Willem Ijsaksz en Hendrikje Ijsaks nagelaten minderjarige kinderen van beijde wijlen Ijsak Hendriksz en Lambertje Jans in Leven egtelieden tot Laren werden gestelt Claas Bitter en Pieter Pietersz Huijsman

28-03-1735:

Tot voogden over de minderjarige nagelaten kinderen van wijlen Elbert Bitter, egtelijk verwekt bij Gerritje Jans werden getselt Lambert Jacobsz Bitter en Meijns Dekker

28-03-1735:

Tot voogden over de minderjarige nagelaten kinderen van wijlen Harmpje Gerrits, egtelijk verwekt bij Gijsbert Steur, werden gestelet Huijbert Cornelisz en Klaas Jan Andriesse

16-08-1735:

Tot voogden over de ses (6) nagelaten minderjarige kinderen van wijlen Gerrit Jan Andriesz overleden binnen Laren, egtelijk verwekt aan Gijsbertje Pieters Prijkel gestelt Evert Jansz Bakker, Hendrik Jan Andriesz en Jan Pietersz Prijkel

12-09-1735:

Tot voogden over het minderjarige kind van wijlen Steffentje Tijmens in Leven huijsvrouw van Meeuwis Lambertsz Verwer tot Blaricum gestelt Roel Lambertsz Verwer en Hendrik Lubbertsz Bakker

10-10-1735:

Laren; Hendrik Everts en Willem Pandelaar Armmeesters deses dorps en alimenterende de Weduwe en kinderen van Jacob Rijksz, Jan Pietersz Groen, Anx Pietersz, Jan Pietersz Donker, Teunis Rijksz, Neeltje Lamberts en Jan Gerritsz de Wit voor haar seleven en de rato caverende voor Anx Rijken, Jacob Pietersz Ruijter, Magteltje Peters alle in haar voorsz qualiteit erffgenamen van Willem Jacobsz Ruijter eijssers CONTRA Klaas Jansz Proel; betreft betaling van f 99,- volgens obligatie d.d. 02-02-1732

31-10-1735:

Tot voogden over het minderjarige kind van Grietje Roeters egtelijk verwekt bij Hendrik Willemsz werden gestelt Hendrik Lubbertsz Bakker en Jan Ploos

28-11-1735:

Tot voogden over het minderjarige nagelaten kind van Jan Willemsz Bart, werden gestelt Andries Jan Andriesz en Willem Claas Pandelaar

28-11-1735:

Tot voogden over het minderjarige nagelaten kind van Claas Willemsz Bart, werden gestelt Jan Bitter en Harmen Schonenbeek

28-11-1735:

Tot voogden over de minderjarige nagelaten kinderen van Grietje Rijken egtelijk verwekt bij Pieter Huijsman werden gestelt, Tijmen Majoor en Claas Lambertsz Rook

28-11-1735:

Tot voogden over het minderjarige nagelaten kind van Gijsbertje Jacobs egtelijk verwekt bij Jan Jansz Schaapherder, werden gestelt Meijns Roelen en Gijsbert Lubbert Kramer

28-11-1735:

Tot voogden over het minderjarige nagelaten kind van wijlen Marritje Cornelis egtelijk verwekt bij Jan Meijnsz Calis, welk kind mede-erfgenaam is van Gijsbertje Jans, in leven weduwe van Cornelis Willem Melisz ? werden gestelt Crijn Jacobsz Groot en Jan Lubbertsz

28-11-1735:

Tot voogden over het minderjarige nagelaten kind van Jacob Willem Corssen en Marritje Rijken werden gestelt Pieter Hendriksz Timmerman en Jan Dirksz Ploos

06-02-1736:

Pieter Willemsz Huijshouwer eijsser CONTRA Jan Willemsz de Goijer ofte desselfs Weduwe principaal, en Claas Lambertsz Verwer, Steffen Raven ofte desselfs Weduwe als borgen gedaagden; betreft betaling van f 19:22 voor een nonte koe gekocht tot Eemenes binnendijk op den 29-10-1734

09-04-1736:

Tot voogden over de minderjarige soon van Oetje Rutten in huwelijk verwekt bij Meijer Hendriksz Huijsman werden gestelt Meijns Roelen en Elbert Rutten

09-04-1736:

Tot voogden over het minderjarige kind van Lambertje Roelen, werden gestelt Evert Jansz Bakker en Claas Jan Andriesz

318

3240

Heer Allard Pannekoek en Pieter Willems Huijshouwer eijssers CONTRA Jan Principaal Sijmen Meijndertsz en Ot gedaagde op den 30-04-1731 verkogt

Alsoo Hilletje Jacobs weduwe van Lambert Claasz Rook deser wereld tot Laren is komen te overlijden nalatende tot erffgenamen haare twee (2) kinderen met name Claas Lambertsz Rook wonende tot Laren en Jacob Lambertsz Rook, 3240 368 die geen vaste woonplaats is hebbende en sonder dat men bewust is waar deselve sig is ophoudende......Tot zaakwaarnemer van laatstgenoemde wordt aangesteld Evert Jansz Bakker wonende tot Laren C:\...\STAMBOOM-TEKST\Archief-Hiversum\Oud Rechterlijk Archief–Blaricum en Laren/J.S.9.10.2015 36 / 49 09-04-1736:

Inv.nr.

Blz. Nr.

3240

370

3240

371

3240

373

3240

375

3240

375

3240

378

3240

405

3240

418

3240

421

3240

421

3240

422

3240

432

3240

433

3240

434

3240

435

3240

435

3240

437

3240

437

3240

438

3240

442-446


Gerrit Jacobsz Snijder als in huwelijk hebbende Jannetje Jonge eenige en universeele erffgenaem van Jan Jansz Jonge, en die qualiteit eijsser CONTRA Pieter Tijmensz Minjeur principael en Willempje Willems weduwe van Jan Tijmensz Minjeuer en Tijmen Jansz Minjeur borge; betaling van f 250,- volgens obligatie d.d. 24-05-1710

10-09-1636:

Blaricum; Tot voogden over de minderjarige kinderen van Stijntje Hendrik in huijwelijk verwekt bij Jan Rutten werden gestelt Jacob Lambertsz en Meijns Hendrikz Huijsman

01-10-1736:

Laren; Tot voogden over het minderjarige nagelaten kind van Claas Jan Andriesz egtelijk verwekt aan Matje Goossens werden gestelt Andries Jansz en Tijmen Majoor

05-11-1736:

Blaricum; Tot voogden over ‘t kind van Lambertje Gijsberts verwekt bij Hendrik Meijnsz werden gestelt Gijsbert de Boer en Crijn Bus

05-11-1736:

Blaricum; Tot voogden over ‘t kind van wijlen Teunis Schalk verwekt aan Ebbetje Hendriks werden gestelt Elbert Rutten en Wouter Teunisz

19-11-1736:

Laren; Fredrik van Brummele, Harmen van Goor als in huwelijk hebbende Aaltje van Driessen, Claas van Driessen en Hendrik van Driessen broederes en suster van Geesje Gerrits van Driessen, mitsgaders enige geinstitueerde erffgenamen van wijlen de voorn. Geertje Gerrits van Driessen eijssers CONTRA Jacob Jansz Hogenbirk wonende tot Laren;

01-04-1737:

Tot voogden over het minderjarige nagelaten kind van wijlen Ebbetje Pieters egtelijk aen haar verwekt door Jan Gijsbertsz Boer, werden gestelt Claas Lambertsz Rook en Gerrit de Jong

28-10-1737:

Laren; Tot voogden over de minderjarige nagelaten kinderen van Hendrik Cornelisz Vos, egtelijk verwekt aan Neeltje Lambertsz, werden getselt, Jacob Cornelisz Vos en Lubbert Huijbertsz

16-11-1737:

Blaricum; Tot voogden over de minderjarige nagelate kinderenen bij wijlen Steffen Harmensz verwekt aan Lijsje Borten tot Blaricum, werden gestelt Tijmen Harmensz en Meeuwis Harmensz

16-11-1737:

Blaricum; Tot voogden over het minderjarige nagelaten kind van Elbert Lambertsz overleden tot Laren werden gestelt Crijn Jacobsz Groot en Andries Jansz

16-11-1737:

Blaricum; Tot voogden over het minderjarige nagelaten kind van wijlen Hendrik Gerritsz Geel verwekt aan Rijkje Harmens tot Blaricum werden gestelt Jan Gijsbertsz Kramer en Hendrik Lubbertsz Bakker

20-04-1738:

Tot voogden over de minderjarige nagelaten kinderen van wijlen Bijtje Roelen Varekamp egtelijk aan haar geprocreeert door Hendrick Harmens, gestelt Pieter Hendriksz Timmerman en Jan Fransz Woberde

07-05-1738:

Tot voogden over het minderjarige nagelaten kind van wijlen Elbertje Pieters, egtelijk aan haar geprocreeert door Albert Westervelt gestelt Claas Rook en Jan Lubbertsz

08-09-1738:

Marritje Huijberts weduwe wijlen Jan Gerritsz Bakker, mitsgaders Lambert Jansz Prins en Pieter Goetkoop als voogden over Ebbetje Jans Jacobz, onmondig en enig kind van mede wijlen Geertje Jans Bakker en oversulx bij representatie voor de helft erfgenaam ab intestato van de voorn. Jan Gerritsz Bakker, namentlijk de voorn. Marritje Huijberts uijt eijge hoofden, wegens de statutaire gemeenschap van goederen tusschen haer en deselve haer overleden man, en de voorn. voogden eijssers CONTRA Ebbe Roelen

29-09-1738:

Tot voogden over het minderjarige nagelaten kind van wijlen Hendrik Claas egtelijk verwekt aen Rutje Lamberts, werden gestelt Meijns Roelen en Willem Jansz Schaapherder

29-09-1738:

Tot voogden over de vijff (5) minderjarige nagelaten kinderen van wijlen Tijmen Cornelisz Schaapharder egtelijk verwekt aan Jannetje Martens werden gestelt Gijsbert Lubbertsz Cramer en Gerrit Gijsbertsz Smit

31-10-1739:

Tot voogden over de minderjarige kinderen van beijde wijlen Hendrik Harmensz en Bijtje Roelen in leven egtelieden tot Blaricum overleden, werden gestelt Pieter Hendriksz Timmerman, Jan Frans Woberden, Tijmen Harmensz en Meeuwis Harmensz de Graeff

12-01-1739:

Cornelis Claesz van den Berg wonende te Hilversum eijsser CONTRA Tijmen Majoor als in huijwelijk hebbende Klaaesje Klaes enige erfgenaem van Lambert Klaas (haar broeder) gedaagde; betreft betaling van f 1.192,- voor arbeijd, onderhoud leveren paerden, hoijen e.d. in de periode van 13-02-1719 tot 13-02-1737 toen Lambert Klaesz thuijs heeft gelegen (Zie onder: Folio 442-446, d.d. 23-02-1739)

12-01-1739:

Tot deelvoogden over ‘t minderjarige nagelaten kind van wijlen Hendrik Harmensz tot Blaricum in egt geprocre-eert aen Grietje Tijmens, gestelt Pieter Hendriksz Timmerman, Jan Fransz Oversteecke, Tijmen Harmensz en Meeuwis Harmensz de Graeff

23-02-1739:

Tijmen Monjeur in huijwelijk hebbende Claesje Claes van den Berg, eenige universele erfgenaem van wijlen Lambert Claesz van den Berg, haeren overleden broeder, gedaagden, CONTRA Cornelis Claesz van den Berg wonende Hilversum, eijsser

SAGV155.2-ORA-3240-blz.

3241


3241

5

3241

12-13

3241

15

3241

26-27

3241

27

3241

29

14-09-1739:

Compareerde voor Schepenen tot Blaricum .................. Botje Lamberts laast weduwe van Steffen Elberts, exerceerende sij allenig een grutterij binnen Blaricum (Zie haar verzoekschrift Folio 9-11; d.d. 19-10-1739

19-10-1739:

Verzoekschrift Johannes Boelhouwer den Grutter alhier tot Laeren

25-04-1740:

Laren; tot voogden over de vier (4) minderjarige nagelaten kinderen van wijlen Cornelia Jacobs, aan haar egtelijk verwekt door Willem Jansz Steur, werden gestelt Gijsbert Jansz Steur en Mattijs Hendriksz Kleermaker

27-06-1740:

Alsoo Jannetje Martens indertijd weduwe van Tijmen Cornelis Schaapherder ter eenre en Gijsbert Lubbertsz Cramer en Gerrit Gijsbertsz Smit als voogeden over de minderjarige nagelaten kinderen. Jannetje Martens geassisteert met haar huidige man Steeven Timmer enz. Betreft Akte van Bewijs

27-06-1740:

Tot voogden over het minderjarige nagelaten kind van Jan Snel werden gestelt Chiel Huijbertsz en Jan Salems ?

11-08-1740:

Tot voogden over de twee (2) nagelate kinderen van wijlen Marritje Goverde aan haar in egt verwekt bij Jan Claasz gestelt Krijn Jacobz Groot en Gijsbert Cramer, en wijders tot toesiende voogd Govert Hendrikz Timmerman


37 / 49

Inv.nr.

Blz. Nr.

3241

35

3241

35

3241

36


Tot deelvoogden over de twee (2) minderjarige nagelaten kinderen van Jan Evertsz Vos, Ijtje Rijke tot Blaricum werden gestelt Hendrik Evertsz Vos, Teunis Rijksz en Lubbert Rijk Ebbe, de laaste woonagtig tot Hilversum, en vervolgens tot voogden en regeerders hunner goederen Hendrik Evertsz Vos en Teunis Rijksz

09-01-1741:

In de plaats van Jan Gijsbertsz Cramer die overleden is, werd tot voogd benevens Hendrik Lubbertsz Bakker over de twee (2) minderjarige nagelaten kinderen van Hendrik Gerritsz Geelink, als mede over de vrouw van de gem. Hendrik Gerritsz Geelink die genaamt is Rijkje Harmens, gestelt Hendrik Gerritsz Rigter

22-03-1741:

Over de geabandonneerde boedel van wijlen Jan Willemsz Hooft en van sijne nagelate weduwe Stijntje Hendriks Net tot Laren, mitsdese gestelt Krijn Jacobsz Groot en Jan Bitter, lastende deselve het intrest van de crediteuren des

27-03-1741:

Tot voogden over de vier (4) nagelaten kinderen van Jan Gijsbertsz Kramer, in huijwelijk verwekt aan Jannetje Hendriks Dekker, die alle minderjarig sijn, gestelt Gijsbert Lambert Elbertsz en Jan Frans Woberden

14-06-1741:

Tot voogden over de vijff (5) minderjarige nagelaten kinderen bij beijde wijlen Gerrit Pietersz Prijkel en Annetje Jans gestelt Jan Pietersz Prijkel, Gerrit Wilkes en Meijns Roelen, die tevens gestet werden tot Curateurs over de boedel van woornoemde overleden echtpaar

10-07-1741:

In plaats van de overleden Cornelis Reijersz wordt, nevens Evert Jansz Bakker, Jan Bitter als voogd over het kind van Hendrik Cornelissen ? en Hendrikje Jans gesteld

25-08-1741:

Werden tot voogden over de vijff (5) minderjarige kinderen van beijde wijlen Jan Pietersz Prijkel en Lambertje Lubberts in Leven egtelieden tot Laren, gestelt Jan Lubbertsz, Claas Prijkel de Oude en Hendrik Evertsz

11-09-1741:

Laren; Tot voogden over het minderjarige nagelaten kint van Hendrik Harmensz in egt verwekt aan Grietje Tijmens werden gestelt Ijsak Vos en Hendrik Lubbertsz Bakker

25-09-1741:

Tot voogden over de minderjarige nagelaten kinderen van beide wijlen Lambert Jacobsz Bitter en Grietje Jans, gestelt, Jan Bitter en Tijmen Majoor

08-01-1742:

Vrouwe Susanne van Mekeren weduwe en boedelhoudster van den Heer George Roeters in sijn Ed: Leven vrouw van Drakenburgh eijssen

08-01-1742:

In de plaats van Gijsbert Lambert Tijmensz werd tot voogd over de kinderen van Pieter Ebbe verwekt aan Marritje Harmens gestelt Gijsbert Lambert Elbertsz

07-05-1742:

Tot voogden over de drie (3) minderjarige nagelaten kinderen van Jan Cornelisz Boer verwekt aan Tijmentje Steevens werden gestelt Bort Gerritsz en Claas van den Berg

07-05-1742:

Tot voogden over de minderjarige nagelaten kinderen van Elbertje Lubberts aan haar in egt verwekt door Willem Majoor, werden getselt Jan Lubbertsz en Hendrik Evertsz

18-06-1742:

In de plaats van Gerrit Bus die overleede is, werd tot voogd nevens Gijsbert Lubbertsz Kramer, over de nagelaten kinderen, van Jacob Gerritz Bus verwekt bij Jaapje Claas Hansz gesteld, Krijn Bus

01-10-1742:

zijn gecompareert Jan Salmers weduwenaar van Jaapje Claas, ter eenre; ende Gijsbert Lubbertsz Cramer gestelde voogd over Gijsbert Jacobsz Bus minderjarige nagelaten soon van beijde wijlen Jacob Gerritsz Bus en de voorn. Jaapje Claas, en nog als voogd over Claas Barentz Isbart minderjarige nagelaten soon van beijde wijlen Barent Isbart en de meergemelde Jaapje Claas, ter amdere sijde; betreft de nagelaten boedels van vaders en moederszijde thans berustende bij Jan Salemers

24-12-1742:

Bastiaan Tijmensz Kool grutter binnen Laeren

08-01-1743:

Tot voogden over de minderjarige nagelaten kinderen van wijlen Geertje Jans, in huijwelijk verwekt door Harmen Evertsz, werden gestelt Jacob Gijsbertsz Mat en Jan Jacobsz Coppen

22-04-1743:

Tot voogden over de kinderen van Tijmen Harmensz in egt verwekt aan wijlen Marrijtje Meuwis gestelt Gijsbert Bregtersz en Elbert Meuwisz

22-04-1743:

Tot voogden over de kinderen van wijlen Teunis Meuwisz in egt verwekt aan Teuntje Tijmensz werden gestelt, Gijsbert Bregtersz, Gijsbert Lambert Elbertsz en Elbert Meuwisz

22-04-1743:

Tot voogden over het minderjarige nagelaten kind van wijlen Lubbert Anxen, in egt verwekt aan Truijtje Klaas, werden gestelt, Anx Pietersz en Jan Teunsiz Bakker

22-04-1743:

Tot voogden over het minderjarige nagelaten kind van wijlen Jan Cornelisz Bon, in egt verwekt aan Lijsbeth Hendriks, werden gestelt, Mijns de Leeuw en Mijns Huijsman

22-04-1743:

In de plaats van Ghiel Huijbertsz die overleden is, werd tot voogd over het minderjarige nagelaten kind van wijlen Mijnsje Ghielen in egt verwekt bij Lambert Tijmensz Majoor, gestelt, Tijmen Majoor nevens Jurriaan Goossensz, die al voor lange aangestelt is geweest

10-06-1743:

In de plaats van Chiel Huijbertsz die overleden is en welke nevens Jan Salems voogd was over het miderjarige nagelaate kind van wijlen Jan Snel, wert gestelt Jan Lubbertsz

01-07-1743:

Cornelia Jansz Vlug eijser in cas van Trouw en Defloratie CONTRA Pieter Willemsz gedaagde in ‘t voorn. Cas; door lange en minnelijke ommegang en Trouwbeloften, de eijsserese soo verre heeft gebragt en misleijt dat zij vleesselijke gemeenschaps pleeginge den gedaagde heeft toegelaten in soo verre dat sij eijsseres daardoor beswangert is gewordenen op den 17 meij deses Jaars 1743 is in de kraam bevallen van een Jonge dogter

09-09-1743:

Tot voogden over het minderjarige nagelaten kint van Claas Tijmensz Majoor egtelijk verwekt aan Teuntje Chielen, werden gestelt Meijns Roelen en Willem Jansz Majoor

30-09-1743:

Tot voogden over het minderjarige kind van beijde wijlen Hendrik Mijnsz Kalis en Jaapje Jacobz werden gestelt Lambert Tijmensz Majoor en Lambert Chielen

23-12-1743:

In de plaats van wijlen Tijmen Harmens die benevens Meeuwis Harmensz voogd is geweest over de kinderen van Steffen Harmensz, wert gestelt Evert Bortsz

23-12-1743:

Gerrit Jacobsz Snijder woonagtig tot Huijzen als erfgenaam uijt hoofde van zijn huijsvrouw Jannetje Jans, van zijn schoonmoeder wijlen Gerritje Cornelis in leven weduwe Jan Jansz de Jonge eijsser CONTRA Pieter Cornelisz Soon gedaagde; betreft betaling van f 1.000,-

voorsz boedels waar te nemen

3241

36

3241

39

3241

40

3241

40

3241

41

3241

42

3241

46

3241

49

3241

55

3241

55

3241

57

3241

58-60

3241

66

3241

67

3241

72

3241

72

3241

72

3241

72

3241

72

3241

75

3241

75

3241

77

3241

78

3241

80

3241

80


38 / 49

Inv.nr.

Blz. Nr.

Tot voogdenover ‘t kind van wijlen Aalt Geun, verwekt aan Lambertje Jacobs, werden gestelt Jacob Geun en Pieter Geun

11-05-1744:

Blaricum; Dirk Ruijsendaal eijsser CONTRA Pieter Cornelisz Soon gedaagde; betreft rest betaling 3 1/8 dammet Landhuij over 1741

29-03-1745:

Tot voogden over het minderjarige nagelaten kind van Claasje Gijsberts Smit aan haar verwekt door Huijbert Tijmensz werden gestelt Willem Claas Pandelaar en Crijn Jacobz Groot

29-05-1745:

Tot voogden over de twee (2) minderjarige nagelaten kinderen van beijde wijlen Jan Jacobsz Coppen en Marritje Reijers in Leven egtelieden tot Blaricum, aangestelt Pieter Hendriksz Timmerman en Jacob Jacobsz Coppen, beijde woonagtig tot Blaricum

29-05-1745:

Tot voogden over het minderjarige nagelaten kind van beijde wijlen Elbert Jacobz Rave en Jannetje Rijksz, beijde overleden tot Blaricum aangestelt Elbert Meeuwisz woonagtig tot Emenes, Willem Pol woonagtig tot Hilversum, Meeuwis Jacobsz Raven wonende Blaricum

14-06-1745:

In plaats van Teunis Rijckz die voogd is geweest met Hendrik Evertsz Vos over de kinderen van wijlen Jan Evertsz en Ijtje Rijke in Leve egtelieden, wert gestelt Jacob Geun

12-07-1745:

In de plaats van wijlen Claas Lambertsz Rook die benevens Gerrit de Jong tot voogd is aangesteld over het minderjarige nagelaten kind van wijlen Ebbetje Pieters egtelijk aan haar verwekt door Jan Gijsbertsz Boer, werdt gestelt Willem Pieter Swaneke

12-07-1745:

Tot voogden over de kinderen van wijlen Jacob Reijertz egtelijk verwekt aan Marritje Pieters werden gestelt Andries Jansz en Jan Teunisz Bakker

25-10-1745:

Tot voogden over de twee (2) minderjarige nagelaten kinderen van wijlen Jan Keers egtelijk verwekt aan Claasje Lubbers, werden gesteld Jan Teunisz Bakker en Crijn Jacobsz Groot

22-11-1745:

Tot voogden over de kinderen van wijlen Ijsak Jacobsz Vos, egtelijk verwekt aan Pietertje Hendriks tot Blaricum werden gestelt Rutger Geun en Gerrit Pietersz Schothorst

13-12-1745:

versoek sijnde gedaan, ten eijnde dat aan Leijsbet Jans en Swaantje Jans beijde kinderen van beijde wijlen Jan Jacobsz Hogenbirk en Jannetje Jacobs Kaijenberg tot alimentatie van hunne kinderen mag uijtgereijkt werden de erfportie die de voorn: kinderen competeren als meede erfgenamen van haar voorn: grootvader en grootmoeder,.... en dat de voogden over de voorn: kinderen, namentlijk Jacob Hogenbirk, Dirk Hogenbirk en Willem Claas Pandelaar daar op sullen werden gehooord

10-01-1746:

Laren; gehoort hebbende het versoek van wegen Lijsbet Jans weduwe van Gerrit Andriesz, als meede van Swaantje Jans weduwe van Hendrik Lamphen op den 13-12-1745 aan ons gedaan, ten eijnd omme, vermits henlieden onvermogen tot alimentatie van hunne kinderen, te mogen genieten en ontfangen de erfportie die hunnen kinderen respectievelijk competeren van hunnen grootvader en grootmoeder Jan Hogenbirk en Jannetje Jacobs Kaijenberg overleden binnen Laeren enz.

10-01-1746:

Tot voogden over de minderjarige kinderen van Teunis Rijksz en Jannetje Heijne in Leve egtelieden werden gestelt Jan Heijnen en Roel Lambertsz Verwer

111

07-03-1746:

113

28-03-1746:

Evert Schriek woonagtig te Naarden als houder en eijgenaar van seekere obligatie groot f 500,- d.d. 24-08-1720, ten laste van Jan Roelen als principaal en Mijns Roelen als beijde woonagtig te Laaren, en ten behoeve van des eijsschers overleedene vader Boudewijn Schriek, uijt wiens nalatenschap deselve aan hem als desselfs mede erfgenaam in het geheel is toebedeelt, enz. Evert en Bijatrix Schriek

3241

81

3241

82

3241

93

3241

98

3241

98

3241

100

3241

102

3241

102

3241

107

3241

108

3241


109

3241

109

3241

110

3241

3241

127

3241

127

3241

148

3241

171

3241

173

3241

174

3241

174

3241

176

3241

176

17-10-1746:

Tot voogden over Jacob Jacobsz Soon minderjarig kind van wijle Marritje Jacobs de Jong in huijwelijk verwekt door Jacob Pietersz Soon, welk kint mede erfgenaam is van Gijsbertje Jacobs, werden gestelt Elbet Rutte, Pieter Pietersz Soon en tot toesiende voogd Jacob Pietersz Soon

17-10-1746:

Met ende benevens Rutger Geun en Gerrit Pietersz Schorthorst die tot voogden sijn gesteled over de twee kinderen van Ijsak Jacobsz Vos en Pietertje Hendriks Puijk in Leven egteluijden, werd nog gestelt tot meede voogd Tijmen Everts

31-07-1747:

Tot voogden over de kinderen van wijlen Grietge Tijmens Majoor in egt aan haar verwekt door Hendrik Goosensz, werden gestelt, Lambert Tijmensz Majoor en Hendrik Banis

01-07-1748:

Vermits Geertje Jacobs in Leeven Huijsvrouw van Volken Tijmensz deeser weereld alhier tot Blaarikum is koomen te overlijden nalatende een soon genaamt Jacob Volkersz over welke Jacob Volkersz bij acte tot voogden getslt sijn geworden Roetert Rijksz Schadde en Gerrit Pietersz van der Pol, en dat ook alhier deeser weereld is overleeden de voorn: Volke Tijmensz sijn vader, welke Jacob Volkersz ombequaam ge-oordeel werd tot de regeering niet alleen van sijn moeders goederen maar ook die van vaders sijde.... stellen vij deesen Gerrit Pietersz van der Pol, Roetert Rijksz Schaddé, en Tijmen Evertsz enz

28-10-1748:

Tot voogden over de twee (2) nagelaten minderjarige kinder van wijlen Volken Tijmensz door den selve egtelijk verwekt aan Geertje Hendriksz werden gestelt Gijsbert Lambert Elbertsz en Meeuwis Harmensz de Graeff

25-01-1749:

Tot voogden over de drie (3) minderjarige nagelaten kinderen van wijlen Gijsbertje Hendriks aan haar geteelt door Jacob Willemsz gestelt Cornelis Hendricksz Coster en Willem Lambertsz Bitter

03-02-1749:

Armmeesteren des dorps Blaricum eijssers ter eenre CONTRA Dirck Gijsbertsz als in huwelijk hebbende Wijntie Willems Boere, woonende tot Blaricum gedaagden, ter andere sijde; De eijssers seggen dat de Tweede gedaagde aangesegt wordende ten huwelijk van eenen Teunis Jansz woonende tot Eemnes, en naderhand ook van den eerste gedaagde haar omtrent de maand december 1747 in srieuse termen, sodanig bij monde hebbende uiktgelaten, namentlijk dat ingevalle zij gedaagdene binnen den tijd van als doe twee eerstkomende jaaren met gemelde haare jegenswoordige man quam te trouwen, sij gedaaegde als dan ten behoeve van den armen, en dus ten behoeve van de Eijssers soude betalen een somma van f 25,-

21-06-1749:

Tot voogdt over de minderjarige kinderen van Jan Gijsbertsz Kramer en Jannetje Hendriks Dekker in de plaats van Jan Frans werd gestelt Hendrik Gerritsz Rigter

21-06-1749:

Tot voogden over de minderjarige kinderen van wijlen Jacob Bortsz werden gestelt Cornelis Willemsz Verwer en Evert Bortse


39 / 49

Inv.nr.

Blz. Nr.

3241

176-178

3241

180

3241

180

3241

187

3241

188

3241

188

3241

188

3241

193

3241

197

3241

200

3241

202

3241

215-217

3241

219

3241

219

3241

236

3241

240

3241

240-241

3241

265-266

3241

267

3241

271

3241

271

3241

272-274

3241

277

3241

277

3241

290

3241

297

3241

301

OUD RECHTERLIJK ARCHIEF BLARICUM EN LAREN; SCHEPENROL 21-096-1749: Akte van Bewijs. Compareerdenvoor Schepenen in Blaricum Gijsje Jacobs weduwe van Jacob Bortsz ter eenre, en Cornelis Willemsz Verwer en Evert Bortsse beijde voogden over Jacob, Eerland, Bort, Gijsbertje en Gerritje Jacobs alle minderjarige kinderen van...... Dat sij eerste comparante die eerlang stond te herhuijwelijken genege was om aaan gemeelde kinderen, voor vaders goederen bewijs te doen. Volgt opsomming van bouwland 19-09-1749:

Blaricum; Tot voogden over het kind van Claas Gijsbertsz en Jannetje Ebbens gestelt Lambert Gijabertsz en Gijsbert Ebbens

27-10-1749:

Tot voogd benevens Hendrik Lubbertsz Bakker over ‘t kind van Hendrik Harmensz Rave en Grietje Tijmens werd gestelt Cornelis Willemsz Verwer

11-05-1750:

Akte van bewijs... heeft Dirk Rusterman wonende te Naarden weduwnaar van Truijtje Jans Swaning, aan dewelke hij geprocre-eerd heeft een dogtertje genaamt Neeltje Rusterman te kennen gegeven dat hij alimenterende is ... Volgt bewijs voor moedersgoederen

25-05-1750:

hebbem over het kind van Marten Jansz Vlug in huijwelijk verwekt aan wijlen Gijsbertje Jansz, genaamt Gijsbert Martensz Vlug, tot voogden gestelt Tijs Huijbertz en Claas Boshuijsen

25-05-1750:

Tot voogden over Botje Tijmens Soon, Matje Tijmens Soon, Lambertje Tijmens Soon, Jaapje Tijmensz Soon, Jacob Tijmensz Soon en Willem Tijmenz Soon, alle kinderen van wijlen Tijmen Jacobz Soon en Botje Willemz Schipper, gestelt Jan Tijmenz Majoor en Jacob Pieter Soon

25-05-1750:

Tot voogden over de onmondige nagelaten kinderen van wijlen Willem Cornelisz Verwer en Eijbetje Jansz, genaamt Neeltje Willemz Verwer,Cornelis Willemz Verwer en Matje Willemz Verwer, tot voogden gestelt Gerrit Pieterz van de Pol en Meeuwis Jacobz Rave

27-07-1750:

Tot voogden over de twee (2) minderjarige kinderen van wijlen Elbert Rutten en Annetje Pieters genaamt Jan Elbertz en Hendrik Elbertsz, aangestelt de personen van Bort Gerritz en Hendrik Evertz Vos

05-10-1750:

Tot voogd over ‘t kind van Jan Gerrit Lamphe in huwelijk verwekt aan Jannete Evers genaamt Gerrit Jansz Lamphe gesteld tot voogd (in plaats van Evert Lambertsz die overleeden is) Hendrik Lubbertsz Bakker

09-11-1750:

Dirk Ruijsendaal Eijsser CONTRA Claas Cornelisz Soon gedaagde; betreft betaling van f 35,- wegens landhuur

21-12-1750:

Over ‘t kind van Willem Gerritsz Schipper en Bijtje Jacobs, genaamt Gerritje Willems Schipper tot voogden gesteld Bort Gerritz en Jan Jacobz Dekker

11-01-1751:

Jacob Willemsz mitsgaders Willem Antonisz als in huijwelijk hebbende Lambertje Willems, Wouter Gijsbertsz als in huwelijk hebbende Teuntje Willems, Bort Gerritz en Jan Jacobz Dekker als door Schepenen des dorps Laaren aangestelde voogden over Gerritje Willems, welke Jacob Willemsz, Lambertje Willemsz, Teuntje Willems en Gerritje Willems alle kinderen en mede-erfgenamen sijn van wijlen Willem Gerritsz Schipper Eijssers CONTRA Hendrik Wemmers

11-01-1751:

Over de minderjarige nagelaten kinderen van wijlen Neeltje Claas aan haar in huijwelijk verwekt door Jan Tijmenz Majoor genaamt Marritje, Claas, Anna, Claasje, Tijmen en ..............Jansz Majoor tot voogden aangestelt Tijmen Majoor en Jan Bitter

08-03-1751:

Tot voogden over de minderjarige twee (2) kinderen van Jan Andriesz en wijlen Teuntje Pieters de personen Jan Teunisz Bakker en Willem Claas Pandelaar

14-01-1752:

De Weduwe Jan Vergoes CONTRA Jacob Willemsz als kerkmeester van de roomse kerk te Laren; betreft obligatie van f 75,- met intrest van f 30,- te samen f 106,-

14-01-1752:

Johannes Sena als in huwelijk hebbende Johanna de Wijs als erfgenaam van Lucretia Maria de Wijs eijsser in cas van preferentie CONTRA alle bekende en onbekende crediteuren op den boedel van wijlen Elbert Rutten

07-02-1752:

Tot voogden over de drie (3) minderjarige kinderen van wijlen Aaltje Pieters aan haar in huwelijk verwekt door Gijsbert Cornelisz Puijk, genaamt Cornelis, Marritje en Pieter Gijsbertsz Puijk, de personen van Harmen Pieterz en Lambert Gijsbert Lambert Tijmens

25-09-1752:

Door Grietje Hendriks Rave huijsvrouw van Claas Janz Peet woonagtig te Blaricum te kennen gegeeven sijnde dat voorn: Haaren man welke reeds eenige tijd uijtlandig geweest is voor desen ten behoeve van Cornelis Fokker hadde gepasseert een Schepenkennisse groot f 450,- onder verband van een stuk binnenland groot 2 dammet aldaar geleegen enz

11-12-1752:

Tot voogden over ‘t onmondige kind van Hendrik Mijnsz Kalis en Lammertie Gijsberts de Boer gesteld Gijsbert de Boer en Jan Teunisz Bakker

08-01-1753:

Stellen in plaats van Krijn Jacobsz Groot tot voogd over het nagelaten kind van Jan Mijnz Calis, genaamt Mijns Janz Calis, de persoon van Lambert Velthuijsen

05-02-1753:

Het land dat Marritje Jacobs Eijland bij desselver Testamentaire dispositie aan de Armmeesters van Blaricum had toegezegd, bleek later al te zijn doorverkocht

05-02-1753:

Alsoo door Pieter Hendriksz Timmerman en Govert Hendricksz soo voor sig selve als voor de overige erfgenamen van wijlen Marritje Jacobs Eijland ter eenre en Meeuwis Harmensz de Graaf en Jacob Geun als armmeesteren van Blaricum enz.

09-04-1753:

...stellen in plaats van Cornelis Willemsz Verwer tot voogd over het kind van Hendrik Harmensz verwekt aan Grietje Tijmens de persoon van Cors Dirkz Ploos

09-04-1753:

Stellen tot voogd over het kind van Jacob Bortsen en Gijsje Jacobs in plaats van Cornelis Willemsz Verwer, Tijmen Evertsz

29-10-1753:

Tot voogden over Anna, Harmen en Trijntje Hendriks van den Brink minderjarige kinderen van Hendrik Harmensz van den Brink en Grietje Harmensz Schonenbeek werden gesteld Tijs Huijbertsz van den Brink en Gijsbert Janz Boshuijsen

04-02-1754:

Tot voogden over Cornelis Jacobsz Brouwer, soon van Jacob Brouwer en wijlen Willempje Claasz Smit de persoonen van Gijsbert Claasz Smit en Tijmen Lambertz Majoor

14-02-1754:

Tot voogden over Klaas, Tijmen, Marritje, Claasje, Anna en Neeltje Janz Majoor, minderjarige nagelaten kinderen van wijlen Neeltje Claas aan haar verwekt door Jan Tijmenz Majoor, werden gesteld Bort Gerritsz en Teunis Jansz Brouwer en als toeziend voogd Tijmen Jansz Majoor


40 / 49

Inv.nr.

Blz. Nr.

3241

302

3241

302

3241

302

3241

303

3241

305

3241

305

3241

306

3241

306

3241

311

3241

313

3241

313

3241

314

3241

324

3241

328-329

3241

334

3241

340-344

3241

351

3241

351

3241

351-352

3241

354

3241

369-370

3241


Tot voogden over de twee (2) kinderen van Swaning Cornelis en wijlen Botje Pieters genaamt Cornelis Swaningen en Steeven Swaningen werden gesteld Lambert Pietersz Majoor en Jan Claas Prijkel

11-03-1754:

Tot voogden over de twee (2) kinderen van Hendrik Cornbelisz Brouwer en wijlen Botje Jans Calis genaamt, Cornelis en Neeltje Hendrikz Brouwer werden gesteld Lambert Ghielen en Ijsak Jansz Bakker

11-03-1754:

Over de vijff (5) minderjarige kinderen van wijlen Evert Hendrikz en Rijkje Claas, genaamt Jaapje, Claas, Jannetje, Lambert en Neeltje Everts, werden gesteld tot voogden Cornelis Hendrikz en Rutger Hendrikz Puijk

10-06-1754:

Tot voogden over de twee (2) mindrjarige nagelaten kinderen van wijlen Jacob Geun in huwelijk verwekt aan Marritje Jacobs, genaamt Marritje en Jacob Geun, werden gestelt Jan Ebben en Rutger Geun

15-07-1754:

Tot voogden over de drie (3) minderjarige kinderen van wijlen Aefje Jans Bus in huwelijk verwekt door Hendrik Lambertz de Wit, genaamt Lodewijk, Matje, en Jacob Hendrikz de Wit, gesteld Jan Gerritsz Bus en Cornelis Hendrikz Coster

15-07-1754:

Tot voogden over het minderjarige kind van wijlen Hendrik Barentz Prins in huwelijk verwekt aan Jaapje Gijsberts, genaamt Meeuwis Hendrikz Prins, werden gesteld Jacob Claas Bult en Gerrit Lambertsz

09-09-1754:

Tot voogden over het minderjarige nagelaten kind van wijlen Aaltje Roelen Pandelaar, genaamt Lambertje Pandelaar, werden gestelt Willem Claasz Pandelaar en Hendrik Mol

07-10-1754:

Tot voogden over het minderjarige nagelaten kind van wijlen Elbert Westerveld, genaamt Wouter Elbertz Westerveld werden gesteld Pieter Pietersz Soon en Cornelis Hendrikz Coster

13-01-1755:

Tot voogden over de minderjarige kinderen van Harmen Jacobz Rave, werden gesteld Meeuwis Jacobz Rave en Lambert Jacobz Rave, en tot toesiende voogd Hendrik Rigter

10-02-1755:

Stellen tot voogden over de minderjarige kinderen van Willem Reuvecamp, welke voor 1/3 Erfgenamen sijn van wijlen Alexander Reuvecamp op den 6 Febr. 1755 alhier overleden, de persoonen van Cornelis Hogeveen Schout mistgader Willem Claasz Pandelaar en Jacob Hogenbirk Scheepenen des dorps Laaren

10-02-1755:

Stellen tot voogden over de twee (2) minderjarige kinderen van van Hendrikje Tijmens, aan haar in huwelijk door Pieter Tijmenz verwekt, genaamt Marritje en Tijmen Pieterz, de persoonen van Meeuwis Harmensz de Graaf en Hendrik Rigter om het regt van de gem: kinderen in den boedel van Rijkje Meeuwis waar te neemen

10-03-1755:

Tot voogden over de vier (4) minderjarige nagelatn kinderen van wijlen Gerrit Jansz de Jong en Meijnsje Hendriks, genaamt Hendrik, Jan, Goossen en Matje Gerritz de Jong, de personen van Willem Claasz Pandelaar en Jacob Cornelisz Bakker

03-11-1755:

Gerrit Jacobsz Snijder woonagtig tot Huijsen Eijsser CONTRA Barend van Veelen wonende tot Blaricum gedaagde; betreft betaling van f 48,- voor landhuur

15-03-1756:

sijn gecompareerd Hendrik Willem Roelen ab intestato voo 1/8 portie Erfgenaam van wijlen Jan Franz Bier nog deselve in den name van Grietje Franz, die voor de helft Erfgenaam is van de voorn Jan Frans Bier, en laastelijk armmeester dezes dorps, als alimenterende Jacob en Pieter Willem Roelen, ider voor 1/8 portie, verklarende te renuntieren en afstand te doen ten behoeve van de crediteuren van den boedel bij de voorn. Jan Frans Bier nagelaten enz.

15-03-1756:

Tot voogden over ‘t kind van Hendrik Harmenz Rave genaamt Harmen Hendrikz Rave, in de plaats van Meeuwis Harmenz de Graaf, de persoon van Jacob Meeuwisz de Graaf

27-09-1656:

Aaron Duurklant, Jacobus Hendrik Thierens en Gerrit van de Pol als curateuren van den Insolventen boedel van wijlen Barend van Veelen en sijne huijsvrouw Sara Monting. Volgt opsomming van debiteuren, waaronder Lambert Ruijlebuijt tot Huijsen: f 3:7:8

15-11-1756:

Tot voogden over ‘t minderjarig kind van Teunis Teunisz en Petronella Westerveld genaamt Aaltje Teunisz, de personen van Hendrik Evertz Vos en Jan Lubbertz Boer

15-11-1756:

Tot voogden over de twee (2) minderjarige kinderen van wijlen Jan Lubbertz Boer genaam Hendrik en Swaantje Janz Boer, werden gestelt Elbert Huijsman en Jan Teunisz Bakker

15-11-1756:

Akte van Bewijs. Compareerden Jannetje Mijnz huijsvrouw van Willem Janz Boer en met denselve geadsisteert ter Eenre EN Elbert Huijsman so voor sig selve en sig sterk makende voor Jan Teunisz Bakker als voogden over Hendrik en Swaantje Janz Boer, minderjarige nagelaten kinderen van wijlen Jan Lubbertz Boer, door deselve aan de voorn: Jannetje Meijnz in eerder huwelijk verwekt

15-11-1756:

Jan Willemz Ruijter als gequalificeert sijnde door de Erfgenamen van Robbert Jansz van Doorn tot den ontfangst der cooppeningen van den boedel enz.

15-11-1756:

De Erfgenamen van Jan Jacobsz Hogenbirk en Jannetje Jacobs Keijenberg Eijssers CONTRA Pieter Gerritz Bus als principal schuldenaar, de Weduwe Meeuwi Majoor, door dien deselve Meeuwis Majoor, sig met ende benevens Pieter Pieterz Soon tot borge hadde gesteld ten behoeve van de voorn: Erfgenamen

SAGV155.2-ORA-3241-blz. xxx

3242

Gerecht Laren en Blaricum; Schepenrol; 10-01-1757 - 15-07-1771

3243

Gerecht Laren en Blaricum; Schepenrol; 12-08-1771 - 1800

3245

Register van transporten van hypotheken 1656-1796 Alfabetische index op voornaam in inv.nrs 3245A-3251 en 3253-3261

3242 3242 3243

3245A

29-08-1656 - 07-12-1671; Transporten van hypotheken; begint met enkele testament Integraal gefotografeerd 10.03.2015


41 / 49

Inv.nr.

Blz. Nr.


3245A

1-I

Testament; Compareerden voor mij Geertien Woutersz out ontrent viertien (14 !?) jaren, en dese naergenoemde getuijghen Casper Hendricksz, Jan Anthonisz, Jacob Otten, Jan Pietersz wonende to Santbrinck, Jan Claesz Pangelaar, Jan Lenertsen, Gerrit Jacobsz en verklaarden voor haar Testament en uiterste wille, ........ haar vader

Wouter Willemsz Molenaer soude blijven haar eenighe en universele erfgenaem en bij gebreck van haar vader op haar halve Suster en Broeder als zij komen te overlijden, soo roept sij haar vrienden tot Amersfoort latende in dit Cas aen haar stijfmoeder (stiefmoeder) een eerlijcke erkentenisse voor de opvoedinghe enz.

3245A

1-II

3245A

2-3

3245A

4-5

09-09-1656:

Testament; Wij Evert Willemsz en Jan Pietersz Schouten, Schepenen tot Laren, doen kondt en maeken kennen dat voor ons compareerde Pieter Adriaensz ( Schout) wonende in dese Gerechte, ... heeft Testateur voor eerst verklaart, dat hij sijne kinderen hadde voldaen de Erffenisse van haar moeder, ‘t welck sijne kinderen mede voor ons comparerende bekenden waar te sijn met het onderhouden van Biertien haare Mueij..... Voorts institueerde testateur tot sijne eenige en universel erfgenamen Jan Pietersz en Ghijsbert Pietersz sijne sonen ..., Item het kint van Hendrick Pietersz sijnen overleden soon geprocreeert bij Fuijsien Ijsacken sijne gewesen huijsvrouw .... Handtekening van Evert Willemsz en Peter Adriaansz Schout en merkteken van Jan Pietersz Schouten

12-09-1656:

... voor Schepenen van Blaricum is gecompareert Jacob Pietersz wonende alhier, ende bekenden voor hem en sijne erfgenamen schuldigh te sijn aan Jacobien Pieters weduwe van Gerrit Rtugersz wonende tot Emenes Buijtendijcks de somme van f 700,-. Hij stelt als hypotheek sijn huijs ende hofstede staende en gelegen tot Blaricum

03-10-1656:

Testament; ... voor ons gecompareert Lambert Jansz Pangelaer stelt tot eenighe ende universele erfgenaemen Jan Lambertsz, Tijmen Lambertsz en Lijsbetien Lamberts sijne kinderen, mitsgaders het kint van Grietien Lamberts sijne dochter

Testament; ..Schepenen tot Blaricum sijn ten huijse gegaen van Willem Willemsz Vosch sieckelijck van lichame over sijn deur was leggende ...hij opnieuw disponeert legateert mits dese: het outste kint van Grietien Jansz genaemt Hermgen Jans f 40,-. Legateerde noch aen Pieter Jacobsz, Cornelis Jacobsz , Ernigen Jacobs sijnde kinderen van Jacob Meeuwisz en Grietien Pieters elcx van haar f 25,- en dat jaarlijks tot hun 18e jaar. In alle sijne andere goederen heeft testateut geinstitueert Truijtien Willems sijne suster mits sij voor dedeijlinge inbrenght f 277,Item voor ghelijcke derde part Matghen Hendricks en Steffentgen Hendricks sijne testateur broeders dochters mitsdat Metghen Hendricks aen de potmeesters tot behoeff van de regte armen sal betalen f 50,Steffentien Hendricksz f 45,- te betalen aen Hermen Tijmisz voor de getrouwe diensten bij hem aen de Testateur bewesen Voor ghelijcke derde part institueert testateur Hendrick Pietersz en Jacob Pietersz in plaetse van Pieter Willemsz haaren overleden vader tot sijn eenighe en universele erfgenamen, mits dat sij f 50,- inbrengen

1-10-1656: -

3245A

5-7

-

3245A

3245A

Testament; Wij Tomas Henvliet Schout, Jacob Willemsz en TONIS JANSZ COP - Schepenen tot Blaricum maken bekendd dat voor ons ghecompareert sijn Lijsbet Hendricks PESTVERWAERT out ontrent 55 Jaren ende Hendrick Meeuwisz out ontrent 37 jaren, beijde wonende tot Blaricum en hebben op versoeck van Gosen Evertsz onder Eeden verclaert dat sij Lijsbet Hendricks neffens Gerrit Pietersz nu all overleden sijnde, Luijetien ? Feecken ghewesen huijsvrouw van Gosen Evertsz, aen de swaerigheijt sieckelijck te bedde leggende, heeft hooren seggen, dat sij Grietien (of Luijetien ?) voornoemdt wildte en begeerde dat haar man Gosen Evertsz nae haar overlijden uit haare gereetste goederen soude trecken en ghenieten eens f 400,-. Nogh verklaarde Lijsbet Hendricksz neffens Hendrick Meuwisz dat Luijtien Feecken aen haren SWAGER Gosen Evertsz gaff een silveren beker, de gouden ringen en 2 silveren tuijgen sonder kettingh ...

09-10-1656:

Testament; ... onleesbaar voor ons gecompareert sijn xxxx Cornelisz, Huijbert Hendricksz en Jaep Willemsz alle woonachtigh tot Laren, en hebbenten Gerechtelijcken versoecken van Trijn Jansz huijsvrouw van Roel Rutgersz verklaert dat Neeltien Rutgers huijsvrouw van Rutger Cornelisz voorschreven in haarluijden presentie sieckelijck sijnde heeft begeert dat nae het afsterven van haar kinderen en kintskinderen haare goederen souden wederkeren aen de regte linie en naeste inden bloede van haar Testatrices sijde

29-09-1656:

Testament; Wij Evert Willemsz en Tonis Tonisz Schepenen tot Laren sijn gegaen ten huijse van Cornelis Pietersz alwaar ter selver tijt Metien Lubberts in barens-noodt bij het vier was sittende .... institueerde bij desen als eenige en universele erfgenaem, het kint waar van sij alsdoen nogh swanghbaar was, en so het kindt moght komen te overlijden, alle haer naegelaten goederen ghenoten sullen worden bij Harmen Gerritsz, Cornelis Gerritsz, Elbert Gerritsz, Claesien Gerrits, ende Weijmptien Gerrits haare Oomen ende mueijen ? van haar vaders sijde alle wonende tot Hilversum (Item bij de kinderen van Ghijsien Crijnen, Aeltien Crijnen, Lubbert Crijnen ende Evert Crijnen met de eene handt bij representatie in haars overleden ouders plaetsen

09-10-1656:

Testament; Schepenen tot Laren sijn ghegaen ten huijse van Gerrit Jan, alwaar voor de achterdeur vor ons verscheen Merritien Gerrits sieckelijck van lichaem, ... Instittueert tot eenighen en universele onleesbaar

17-10-1656:

Testament; Wij Schepenen tot Laren sijn gegaen ten huijse van Leuw Willemsz, sieckelijck ....institueert mitsdesen tot sijne eenige en universele erfgenaemen Meijns Leuwen ende Swaentien Leuwen sijne kinderen

13-10-1656:

Langstlevende Testament; Compareerde voor ons Tonis Henvliet Schout, Jacob Willemsen en Tonis Jansen Cop Schepenen tot Blaricum Tijmen Tonisz Raemaecker en Jacobge Pieters sijn huijsvrouw wonende tot Blaricum

17-10-1656:

Testament; Schepenen tot Laren sijn ghegaen voor de huijsinghe van Leuw Willemsz alwaar voor ons is verschenen Meijns Leuwesen sieckelijck van lichame, ...Institueert Aijbetien Meijns sijne dochter tot eenige en universele erfgenaem . Mocht sijn dochter overlijden, sullen sijn goederen genoten worden door Swaentien Leuwen sijns Testateurs suster

18-09-1656:

Testament; Wij Michiel Hendricksen en Anthonius Jansz Schepenen in Blaricum, Cornelis Pietersz, Steffen Hermensz, Lijsbet Hendricks als ghetuijgen ons hebben bevonden ten huijse van Willem Tonisz onse buurman .. onleesbaar .. dat sijn jongste broeder Pieter Tonisz sal voor uijt sijn goederen hebben een shalf mutset boulants, met f 100,- aen gelt waar teghens sall sijn huijsvrouw Geert Lambert hebben een acker met ook f 100,- aen gelt. Voorts dat sijn meerder naelatende goederen sullen erven op sijn Broeder Pieter Tonisz en sijn suster Trijntien Tonisz en sijn broeders kinder. Mits conditie dat se sijn Vader Anthonies Jansz daar voor moeten onderhouden in kost en klederen. Getuijgen: Leo Steffensz ordinaris lantmeter tot Blaricum

22-12-1656:

Transportakte; Voor ons Schepenen tot Laren is ghecompareert Lamph Hendricksz ende transporteerde sijne erfgenamen als recht was over Claas Tonis Tijmisz en sijn erfgenamen seeckere huijsinge staende tot Laren

7

8

3245A

8-9

3245A

9-10

3245A

10-11

3245A

12

3245A

11-10-1656:

13

3245A

13-14

3245A

14-15


42 / 49

Inv.nr.

Blz. Nr.

3245A

17-18

3245A

18

3245A

24-25

3245A

26-27

3245A

27

3245A


Transportakte; Laren; Isaack Mathijsz en Melis Willemsz als gerechtelijcke momboors over Fitien Frans weduwe van Jaep Gerrit Jannen en transporteerde aan Jaep Willemsz wonende tot Laren seeckere huijsinge (Zie ook Folio 19: Fitien Frans)

28-02-1657:

Transportakte; Blaricum; Pieter Lambertsz woonende tot Huijsen als Oom en Bloetvooght van de onmondige naegelaten kinderen van Oth Lambertsz za: en transporteerde aan Gerrit Jansz de Jonge wonachtigh tot Blaricum een acker boulants

25-05-1657:

Transportakte; Blaricum; Wouter Willemsz gewesene Molenaer als gemachtighde van Willem Rutgersz sijne Vader transporteerde aen Gerbert Tonisz de eijgendom van de halve wintkorenmolen staende in dese Gerechte

19-07-1657:

Testament; Wij Jan Jansz Vos en Claes Willemsz Schepenen tot Blaricum maken bekend dat voor ons gecompareert is Jan Jacobsz buurman tot Huijsen gesont van lichame ......Institueert tot sijne eenige en universele erfgenaemen Jannetien Lamberts, Gerritien Lamberts, Ghijsbertien Lamberts en Hendrick Gerritsz bij representatie in haare ouders plaetse, dat Jannetien Lamberts voor hare getrouwe dienstenaen hem Testateur sall genieten 1 ½ Schepel boulants enz.

03-07-1657:

Testament; Wij schepenen tot Blaricum sijn gegaen ten huijse van Willem Hendricksz onse buurman alwaar Anna Everts sieckelijck van Lichame, die begeerde dat Willem Hendricksz hare sone nae haar overlijden sal hebbende huijsinge met 2 Campies daeraen gelegen

07-08-1657:

Transportakte; Voor ons Schepenen tot Laren compareerden Jacob Gerritsz Timmerman als getrout hebbende Geertien Jans weduwe van Huijbert Cornelisz Cleur en sij Geertien Jans vrsz als Moeder en boedelhoudster van hare onmondige kinderen geprocreeert bij wijlen Huijbert Cornelisz (Cleur) voornoemt transporteert seeckere hoffstede ofte gront met bepotinge daar op staende aen handen van Jan Joosten

12-10-1657:

Transportakte; Voor ons Schepenen tot Laren sijn gecompareert Melis Willemsz en Crijn Jacobsz buijrluijden alhier en Pieter Tijmisz woonachtigh tot Bussum als momboors van de nagelaten onmondige kinderen van wijlen Hendrick Eelten en Marritien Jans in haarleven echteluijden tot Laren transporteerde seeckere huijsinge en hofstede gelegen in Laren aen handen van Lambert Lambertsz Singer

20-10-1657:

Langstlevende Testament; Voor Schepenen tot Laren is gecompareert Jan Pietersz Schouten ende Fuijsien Isaacksen echteluijden in Laren stelt tot sijn universele erfgenamen sijn kinderen. ... Fuijsien Isacken legateerde aen Jan Hendricksz haar voorkint bij Hendrick Pietersz haren overleden man geprocreeert

12-12-1657:

Transportakte; Voor Schepenen tot Blaricum is gecompareert Cos Gerritsz woonachtogh tot Huijsen en als man en vooght van Grietien Teuwissen en transporteerde aen handen van Swaentien Wijchertsz en Ghijsbertien Jacobsz van een huijssie in den dorpe Blaricum

17-12-1671:

Voor Schepenen tot Blaricum compareerden Abraham Pietersz en Jannetien Ghijsberts echteluijden tot Laren, en transporteerden aen handen van Geert Lamberts weduwe van Jaep Rutten een huijs gelegen in Blaricum

28

3245A

30-31

3245A

34

3245A

35.2-35.3

3245A

35.3 - 36

3245A

36-37

3245A

37-38

3245A

43-44

3245A

44-45

3245A

45-46

3245A

46

3245A

47-48

3245A

49

3245A

55

3245A

56-57

3245A

58

02-01-1658: Transportakte; Voor Schepenen tot Blaricum compareerden: Gerbert Rijcksz als getrout hebbende Metien Hendricksz hem sterck maeckende voor Steffentien en Geertien Hendricks, Jan Lambertsz als man en vooght van Geertien Jans en hem vervangende, ende sterck maeckende voor Jan Jansz, Willem Jansz, Metien Jans en Weijmptien Jans, Lubbert Jansz voor hem en sijn susters kinderen, en Hendrick Meeuwisz als getrout hebbende Lijsien Pieters en hem sterck maeckende voor Hendrick en Jacob Pietersz, en transporteerden in handen van Truijtien Willems weduwe van Jan Willem Deelen een huijs met de halve wint-koren-molen in Blaricum 10-01-1658:

Transportakte; Voor Jan Cornelisz en Claas Pieter Gosensz Schepenen tot Laren compareerden Lambert Ghijsbertsz buijrman tot Huijsen als gemachtighde van za: Gijs Smith tot Huijsen en transporteerde in hnden van Mathijs Claasz Boelhouwer Schout tot Laren een ackertien boulants

29-01-1658:

Transportakte; Voor Schepenen tot Blaricum compareerde Wouter Willemsz Burger en Molenaar tot Naarden en transporteerde in hande van Matthias Romelswinckel V:D:M: in Laren en Blaricum een huijs en hofstede in Blaricum

11-03-1658:

Transportakte; Voor Schepenen tot Laren compareerden Stijntien Eelten en Trijntien Claes weduwe van Cornelis Eelten beijde wonende Laren, en transporteerden in handen van Huijbert Wijchertsz Knecht wonende Laren een huijs met een Campie

28-03-1658:

Transportakte; Voor Schepenen tot Laren compareerden Jan Pieresz Floris woonachtigh tot Emenes Binnendijcksz en Cos Gerritsz wonende tot Huijsen en transporteerden in handen van Fuijsien Isacken weduwe van za: Jan Pietersz Schouten 2 schepel boulants

10-04-1658:

Transportakte; Voor Schepenen tot Blaricum compareerden Steffentien Hendricks gesterckt met Gerbert Rijcksen haaren vooght en transporteerden aan Jacob Brechters alhier wonende een huijs met een Camp boulants

19-05-1658:

Transportakte; Voor ons Schepenen tot Blaricum compareerde Pieter Lambertsz wonende tot Huijsen en Tijmen Jacobsz woonachtigh tot Blaricum als Oomen en monboor van de onmondige naargelaten kinderen van wijlen Otto Lambertsz en Meijnsien Gijsbert in haar leven echteluijden in Blaricum en transporteerde aen handen van Lambert Elbertsz buijrman in Blaricum een huijs en boulant annex gelegen in Blaricum

21-06-1658:

Transportakte; Voor ons Schepenen tot Laren compareerde Jan Gerritsz de Ouden buijrman alhier en transporteerde als gemachtighde van Huijbert Cornelisz Roos en de kinderen van Loogh Willemsz daar voor vervangende, aen handen van Lambert Ghijsbertsz wonende tot Huijsen seeckere huijsinge staende in Laren

26-10-1658:

Testament; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Dirck Gosen buijrman tot Laren, gesont van lichame, heeft tot enige en universele erfgenamen geinstitueert Marritien Dircks ende Geertien Dircks sijne dochters geprocreeert bij sijne tegenwoordighe huijsvrouw Tijsien Cornelis, mits uijtkerende aen Jan Dircksz en de kinderen van Claas Dircksz sijn Testateurs voorsoonen gegenereert bij Fijtien Pieters sijn overleden huijsvrouw elck f 6,-

XX-10-1658: Transportakte; Compareerde voor Schepenen tot Laren Pieter Willemsz alhier wonende, als Oom en Bloetvooght van Willem Wijchertsz onmondigh kint van wijlen Wijchert Willemsz en Claasien Lamberts, en transporteerde aen handen van Abraham Pietersz sseecker huijsinge staande in Laren 11-10-1658:

Transportakte; Compareerde voor Schepenen tot Laren Mathijs Boelhouwer Schout als vooght van Fuijsien Isacken en Claas Pieter Gosensz voor hem selve en vervangende en sigh sterck maeckende voor sijne susters ofte broeders waarvan hij verklaerde last te hebben, ende transporteerde aen Anghs Jan Jacobsz wonende in Laren een ackertje boulant


43 / 49

Inv.nr.

Blz. Nr.

3245A

59-60

3245A

61

3245A

63-64

3245A

66-67

3245A

68-69

3245A

71-72

3245A

72-72


Transportakte; Compareerde voor Schepenen tot Laren, Bart Jacobsz voor hem selve en als momboor van de kinderen van Cornelis Ghijsbertsz, Ghijs Jansz en Claas Pieter Claasz alle erfgenamen van Gijs Gijsbert Woutersz, en transporteerde aen handen van Wijchert Lamphen alhier wonende een huijs, hofstede en Kampie gelegen in Laren

21-11-1658:

Lansgtlevende Testament; Jacob Tijmisz en Fijtien//Fuijtien Ghijsberts echteluijden wonende Laren

23-11-1658:

Testament; Voor Schepenen tot Blaricum compareerde Jannetien Hermens weduwe van wijlen Hermen Jansz, gesont van lichame, ....... Institueert tot haar enige en universel erfgenamen Geertien Hermens, Annetien Hermens, de kinderen van Jan Hermensz (de Oude), de kinderen van Reijer Hermensz, de kinderen van Jan Harmensz de Jonge en Hermen Hermensz alle hare kinderen en kintskinderen......Mits dat Geertien Hermens en Annetien Hermens als prelegaat sullen genoieten seeckere huijsinge staende in Blaricum in voldoeninge van haar wellverdient arbeijtsloon en andere diensten den Testatrice bewesen. ... welverstaende dat de kinderen van Jan Hermensz de Oude, de kinderen van Reijer Hermens en de kinderen van Jan Hermensz de Jonge, neffens Geertien Hermens, Annetien Hermens en Hermen Hermensz sullen komen bij plaetsvulling van hare overleden ouders

16-11-1658:

73 3245A 75 3245A

04-12-1658:

Transportakte; Compareerde voor Schepenen tot Blaricum, Gerbert Thonisz Molenaar alhier, en transporteerde aen Jan Hermensz een acker boulants: f 300,- (Folio 69: nog een tweede Transportakte)

06-01-1659:

Langstlevende Testament; Compareerden voor ons Schepenen tot Laren, Wouter Thijmisz en Jaepie Sijmis echteluijden wonende in Lage Bussum, ... institueerde tot eenighe en universele erfgenaem; geen namen

19-01-1659:

Testament; Compareerden voor ons Schepenen tot Blaricum, Lambert Jansz en Wijchien Pieters echteluijden wonende tot Huijsen, gesont van lichame, institueren tot hare erfgenamen wedersijts hare kinderen, mits dat Neeltien Pieters dochter van Wijchien Pieters als prelegaat trecken een huijsing en hoffstede gelegen in Huijsen

26-01-1659:

Doorgehaald Langstlevende Testament; Voor Schepenen van Blaricum sijn gecompareert Cornelis Lambertsz en Grietien Jans echteluijden wonende tot Huijsen Langstlevende Testament; Voor Schepenen van Blaricum sijn gecompareert Cornelis Lambertsz en Grietien Jans echteluijden wonende tot Huijsen

26-01-1659: 01-03-1659:

Testament; Schepenen van Blaricum compareerden ten huijse van Metien Gerrits, sieckelijck te bedde liggende, institueerde tot haar eenige en universele erfgenaam Jannetien Claas dochter in voldoeninghe van de getrouwe diensten aen haar Testatrice out en sieckelijck, bewesen

06-05-1659:

Transportakte; Voor Schepenen tot Blaricum compareerden Pieter Tonisz wonende Blaricum, en Claas Lubbertsz woonachtigh tot Huijsen als man en voogt van Botien Hendricks sijne huijsvrouw; en transporteerde aen Roel Meeuwisz onse Buijrman een ackertje boulants gelegen over de Laerderwegh in dese gerechte, daar Willem Jacob Jan Harmensz ten suijden en Jan Bartholomeusz Cop ten noorden

15-08-1659:

Transportakte; Compareerde voor Schepenen tot Laren, Geertien Roelen dochter wonende alhier geassisteert met haar momboors Tonis Japen en Pieter Claesz Vonck en verklaarde schuldigh te wesen aan Pietertien Cornelis onmondigh kint van wijlen Cornelis Ghijsbert Woutersz de som van f 100,-

15-08-1659:

Transportakte; Compareerden voor Schepenen tot Laren, Lubbert Pietersz en Isack Mathijsz in plaetse van sijn overleden vader Gosen Lambertsz gewesene sequesters over de desolate boedel van wijlen Claas Claasz Romer onse buijrluijden en transporteerden aen Hendrick Lubbertsz mede alhier wonende, een seeckere huijsinge staende in Laren

24-10-1659:

Transportakte; Voor Schepenen van Blaricum transporteerde Jan Bartholomeusz Cop aen Wijchert Jansz een ackertien boulants

20-12-1659:

Transportakte; Compareerden voor Schepenen in Laren, Beniamin Tijmisz, Lubbert Tijmisz, Franck Tijmisz, Jacob Claasz als getrouwt sijnde met Grietien Tijmis en Gosen Pietersz nomine uxoris alle erfgenamen van za: Tijmen Beniamisz woonachtigh tot Naerden, en transporteerden aen Bartien Hendricks weduwe van Jan Jacobsz Coopal en Elbert Jansz den Ouwen elcx voor de helft seecker huijs en hofstede gelegen in Laren

21-12-1659:

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Willem Tonisz Backer onse buijrman en transporteerde aan Sijmon Tonisz mede alhier wonende, een ackertien boulants

06-01-1660:

Transportakte; Laren, Mathijs Boelhouwer Schout alhier transporteerde Woutien Willems weduwe van Jan Gerrit Jannen een hofstede gelegen alhier

12-01-1660:

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerden Pieter Teunisz voor hem selve en sich sterck maeckende voor Trijntien Teunisz sijne suster, Claas Lubbertsz als getrout sijnde met Botien Hendricks, Willem Jansz Ebben en Reijer Lubbertsz nomine uxoris en transporteerde aen Sijmon Tonis onse Buijrman een huijs en hofstede gelegen in Blaricum

04-03-1660:

Transportakte; Compareerde voor Schepenen in Blaricum, Willem Claasz (Jansz Pangelaer) alhier wonende, en transporteerde aen Ebbetien Tijmis weduwe van wijlen Hendrick Rutgersz van een acker boulants gelegen in dese Gerechte

12-03-1660:

Transportakte; Compareerde voor Schepenen in Blaricum, Lijsbeth Hendricks weduwe van wijlen Gerbert Jansz Cop alhier wonende en transporteerde aen Leo Steffensz een huijs en kamp boulantsz annex staende alhier

28-05-1660:

Transportakte; Compareerde voor Schepenen tot Blaricum, Trijntien Hendricks weduwe van za: D.WelE. Mathias Romswinckel en transporteerde aen Claas Lamphen een huijs en hofstede gelegen alhier

29-05-1660:

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Aeltien Dircks weduwe en boedelhouster van Cors Jacobsz za: alhier wonende, en transporteerde aen Claas Corsz haren soon een huijs en fofstede gelegen in Blaricum

07-06-1660:

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Eisien Ghijsberts weduwe van wijlen Tonis Roetersz en transporteerde aen Zwaentien Wijcherts en Ghijsbertien Jacobs een huijs en kampie boulants annex gelegen alhier

15-09-1660:

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Claas Jacob Gerritsz alhier wonende die transporteerde aen Frans Jacobsz onse inwoonder een acker boulantsz gelegen aen het bier-weege; ... erfcoop recht

75-76

3245A

81

3245A

86

3245A

87

3245A

93

3245A

98

3245A

99

3245A

101

3245A

102

3245A

104

3245A

106-107

3245A

110-111

3245A

111

3245A

113

3245A

114

Transportakte; Voor Schepenen tot Laren compareerde Hermen Gerritsz buijrman tot Hilversum als gemachtighde van ELLERT Gerrits en geassisteert met Gerretien Hendricks huijsvrouw van ELLERT Gerritsz die hier inne toestemminge gaff, ende transporteerde aen Cornelis Cornelisz wonende in Laren een ackertien boulants


44 / 49

Inv.nr.

Blz. Nr.

3245A

116

3245A

116-117

3245A

118-119

3245A

119-120

3245A

120-121

3245A

121-122

3245A

123

3245A

124

3245A

125

3245A

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Elisabeth Hendricks weduwe van Gerbert Jansen Coppen alhier wonende, en transporteerde aen Jacob Brechtersz een acktertien boulants gelegen op de enge

01-10-1660:

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Jacob Otten Smith alhier en transporteerde aen Jacob Teeuwisz onse buijrman een huijs en hofstede gelegen in Blaricum

19-10-1660:

Juffrouw Catrina Stachouwers bejaarde dochter van wijlen de heer Johan Stachouwer geassisteert met haar neeff Mr. Gerard Cappit voor haar selve en voor een derde part die ratio caverende haar swager Cornelis Sibens en suster Geertruijt Stachouwer, en Jonckheer Eilico ? Kuninga als man en vooght van Sijberich Stachouwer en transporteerden aen Pieter Tonisz alhier wonende ontrent 3 Spint boulants

31-10-1660:

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Willem Anthonisz als momboor over Hendrick Jansz, Ruth Jansz voor hem selve en Claas Lamphen als man ende vooght van Ghijsbertien Jans mede voor hem selve en transporteerde aen Jacob Jansz haren broeder een huijs en hofstede gelegen in Blaricum

03-12-1660:

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Pietertien Gerrits weduwe van Jacob Tijmensz in sijn leven Timmerman alhier geassisteert met Tomas Jacobsz Henvliet Schout alhier en hare vooght, bekende schuldigh te wesen aen Bartien Hendricks weduwe van Jan Jacobsz Houtkooper wonende tot Naerden de som van f 100,-

21-12-1660:

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde de erfgenamen van Jan Moriaensz, de erfgenamen van Reijer Hermensz en de erfgenamen van Jan Hermensz Doncker die transporteerde aen Willem Jansz jongman alhier wonende een ackertien boulants

28-01-1661:

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Hendrick Pietersz Vos wonende tot Huijsen voor hem selve en als gemachtighde van sijn SWAGER Hendrick Jansz Cop, die transporteerde aen Hendrick Sijmensz woonende in Blaricum een ackertien boulants

30-01-1661:

Doorgehaalde Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Truijtien Willemsz Vos weduwe van Jan Willemsz Deelen bekende schildigh te wesen aen Rutger Hendricksz en Meuwis Hermensz arm- ofte potmeesters tot Blaricum f 100,-

13-02-1661:

Doorgehaalde Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Truijtien Willemsz Vos weduwe van Jan Willemsz Deelen bekende schildigh te wesen aen Evert Cornelisz ? wonende Emenes binnendijcx f 800,-

25-03-1661:

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Lambert Lambertsz wonende tot Huijsen als man en vooght van Hilletien Tonis weduwe van za: Cornelis Cornelisz, en Adriaen Cornelisz als Oom en momboor over de naegelaten onmondige kinderen van Cornelis Cornelisz geteelt bij Hilletien Tonis, transporteerde aen Willem Teuwisz buijrman alhier een huijs en hofstede gelegen tot Blaricum

29-03-1661:

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Gerrit Jansz als momboor en vooght over de onmondige linderen van Jan Hermensz Doncker en Hermen Hermensz als gemachtghde van sijne mede-erfgenamen in de nagelaten goederen van za: Jannetien Hermensz, die transporteerde aen Frans Jacobsz een acktertien boulants gelegen op strant daar ‘t heetpaetien door loopt

13-04-1662:

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Claas Lamphen onse buijrman die transporteerde aen Hendrick Jacob Adriaensz mede alhier wonende een huijs en hofstede gelegen in dese dorpe

18-04-1662:

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Jan Meijnsz molenaer tot Emenes, die transporteerde aen Jan Jann Reijersz wonende in Blaricum een half huijs met een hals schepel boulants annex

28-05-1662:

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Rutger Isacken voor hem selve en vervangende en hem sterck maeckende voor Fuijsien Isacke sijne suster, en Jan Isacken en Hendrick Isacken sijne broeders en Lubbert Jansz als vooght van Lijsbeth Ijsacks die transporteerde aen Bort Jansz alhier wonende een huijs en hofstede

10-10-1662:

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Pietertien Claas huijsvrouw van Ghijsbert Lamberts transporteerde aen Hendrick Pietersz de Kuijper een huijsien

28-10-1662:

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Leo Steffens onse buijrman als Oom en Bloetvooght van Deliaentje Tijmis dochter en transporteerde aen Hendrick Sijmonsz wonende Blaricum een acker boulants

18-12-1662:

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Gosen Evertsz (Net) wonende Huijsen transporteerde aen Huijbertien Elberts weduwe van Hendrick Jansz tot Laren 9 voeten maetlants

13-02-1663:

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Bort Jansz onse inwoonder die transporteerde aen Bort Hendricksz wonende Baricum 1/5 part van maetlant op Laarder angerecht

28-04-1663:

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Claas Dircksz Ploos wonende Loosdrecht en den E: Hendrick Ploos wonende tot Naarden als gemachtighde van den heer Willem Ploos advocaat voor den Ed: hove Utrecht, die transporteerde aen Claas Jan Aertsz en Evert Willemsz beijde buijrluijden tot Huijsen 2 swaden maetlants

26-05-1663:

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Jacob Thomasz Groen en Jan Jacobsz Vos Oomen en Bloetvooghden over de onmondige kinderen van Jan Thomasz Groen vervangende en haar sterck maeckende voor Ghijsbert Lambertsz mede Oom en vooght, die transporteerden aen Gerbert Tonisz Molenaar een stuckien lants groot 29 roeden en 6 voeten

03-06-1663:

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Lubbert Tijmense onse buijrman als Vader en vooght van Aeltien Lubberts sijne dochter, en het onmondige naegelaten kint van Lambert Lubbertsen sijne overleden sone en Jan Lubbertsz wonende tot Laren als man en vooght van Hendrickien Pieters, die transporteerde aen Jan Lubbertsz wonende tot Blaricum van een huijs en hofstede

02-11-1663:

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Wijchert Japen wonende tot Laren sich sterck maeckende voor Cees Japen en Tonis Japen sijne broeders transporteerden aan Frans Sijmonsz wonende Blaricum maetlant

05-11-1663:

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Ruth Jansz wonende op aen Tijmen Tonisz wonende alhier een stuckie boulants

25-11-1663:

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Adriaen Lamphensz alhier wonende die transporteerde aen

126

3245A

127

3245A

134

3245A

138

3245A

139-140

3245A

141-142

3245A

143-144

3245A

148

3245A

157

3245A

158

3245A


159

3245A

162-163

3245A

165-166

3245A

167

3245A

168-169

Jan Gerritsz van Alphen een halve wintkoren

Ruijsdael die transporteerde

moelen staende in Blaricum f 1.000,-


45 / 49

Inv.nr. 3245A

Blz. Nr. 169

3245A

170-171

3245A

174


Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Leo Steffensz als vooght over Geertien en Annetien Hermens dochters, die transporteerden aen Hermen Hermensz mede alhier wonende 2 ackerties boulants

02-03-1664:

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Pieter Thomasz en Jacob Thomasz Groen burgers tot Naarden en Jan Jansz Vos wonende Blaricum Oomen en Bloetvooghden over Claas Jansz en Pietertien Jans onmondige kinderen van Jan Thomasz Groen en Annetien Willemsz, die transporteerden aen Jan Willemsz Ploos wonende Blaricum een huijs en hofstede gelegen in onse dorpe

23-06-1664:

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Willem Jansz Deelen gewesene molenaar alhier, die transporteerde aen Jan Gerritsz van Alphen teghenwoordigh molenaar in Blaricum van een

halve

wintkorenmolen staende in dese dorpe voor f 1.300,3245A

175

3245A

176

3245A

178-179

3245A

181

3245A

184

3245A

185

3245A

187

3245A

22-06-1664:

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Rutger Hendricksz de Oude voor hem selve en sich sterck maeckende voor sijne broeders en susters alle erfgenamen in de naelatenschap van Ebbetien Tijmens za: die transporteerden aen Jan Lubbertsz sijne Swager de rechte van 5/6 part van een huijs en hofstede gelegen alhier

20-07-1664:

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Ghijsbert Lambertsz Metselaar alhier wonende die transporteerde aen Jan Claasz onse Smith in Blaricum een huijs en hofstede gelegen in onse dorpe

16-09-1664:

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Jacob Teunisz onse inwoonder die transporteerde aen Michiel Michielsz Lindeman mede alhier wonende een huijs en hofstede gelegen in onse dorp

03-02-1665:

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Jacob Coppen voor hem selve en wegens de kinderen van Claas Tonisz Backer, Claas Lamfensz voor hem selve en last hebbende van de kinderen van Jan Tonisz Backer en Pieter Jansz tot Huijsen als gemachtighde van Marritien Gerrits weduwe van Willem Tonisz Backer die gesamentlijck transporteerden aen Pieter Thonisz alhier wonende een ackertien boulants

04-03-1665:

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Anthonius Quirijnen (Crijnen) onse buijrman die transporteerde aen de E: heer Anthonis

04-03-1665:

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Jan Rutgersz wonende tot Emenes Binnendijcx als gemachtighde van Niesien Jans weduwe van Rutger Ghijsbertsz die transporteerde aen Hendrick Jacobsz Commin alhier wonende 8 voeten maetlant

30-04-1665:

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Gerrit Teuwisz en Jacob Teuwisz alhier wonende haar sterck mackende voor hare mede-erfgenamen in de nalatenschap van Teeuwis Fransen za: die transporteerden aen Ruth Corsz een huijs en hofstede

30-04-1665:

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Pieter Jansz wonende tot Huijsen als gemachtighde van Marritien Gerrits weduwe van Willem Tonisz Backer, Ebbe Claasz, en Ruth Corsz voor haar selve en de rato caverende voor de mede erfgenamen in de nalatenschap van Willem Tonisz Backer die transporteerde aen Claas Lamphen onse buijrman een huijs en kampie annex staende alhier

06-05-1665:

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Jacob Jansz Coopal wesende Burgemeester tot Naerden als gemachtighde van Bartien Hendricks weduwe van Jan Jacobsz Coopal, en Meester Geerlof Ebbertsz Schoolmeester aldaar vooght van Jacobien Pieters Bruijnen weduwe van Claas Bortsz ? die transporteerde aen Marten Jacobsz wonende alhier een huijs en hofstede in dese dorpe

01-09-1666:

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Hermen Hermensz de Oude transporteerde aen Tijs Reijersz herbergier in dese dorpe een ackertien boulants

27-12-1666:

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Vroutien Caspers weduwe van Michiel Michielsz Lindeman wonende alhier die transporteerde aen Willem Hendricksz en Hermen Hermensz de Ouwe armmeestersz een huijs en hofste

13-01-1667:

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Hendrick Meeuwisz en Roel Meeuwisz haar sterck maeckende en de rato caverende voor Rijckien Claas weduwe van Michiel Hendricksz en, transporteerden aen Ruth Hendrickszde Jonge seecker huijs en hofstede in dese dorpe gelegen

26-02-1667:

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Lubbert Jansz onse buijrman die transporteerde aen Willem Jansz Vos wonende op Ruijsdael een ackertie boulants

08-04-1667:

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Willem Jansz Ebbe onse inwoonder die transporteerde aen Willem Hendrick Heijnen mede alhier wonende een stuck lants gelegen in Jan Ebbe Leeuwen Kamp (Willem Hendrick Heijnen is mogelijk identiek aan Willem Hendrick ROOLEN)

21-04-1667:

Doorgehaalde Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Hendrick Pietersz Kuijper onse inwoonder bekende schuldigh te wesen aen Ghijsbertien Cornelis weduwe van wijlen Jacob Thomasz in sijn leven Schout in Blaricum f 100,-. Op 16-06-1670 heeft Aeltgen Thomas als Erfgenaem van haer grootmoeder Gijsbertge Cornelis, metr bijwesen van haer man Jan Willemsz Mast, voor haar en voor het weeskindt van Matien Jacobs mede Erfgenaem van de voorn. Gijsbertgen Cornelis, bekent dat de schuld voldaan is.

29-06-1667:

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Coenert Corsz onse inwoonder die bekende schuldigh te

188-189

3245A

189

3245A

195

3245A

197-198

3245A

198-199

3245A

201

3245A

203

3245A

204

3245A

205-206

wesen aen Grietien Ghijsberts weduwe van 02-08-1667:

3245A

207

3245A

208

de Goijer Ontfanger en Domheer tot Utrecht 5 ½ voet maetlant

Jan Jansz de Goijer de somme van f 356,-

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde de E: Gijsbert Pater en Jacob Coopal sequesters over den desolate boedel van Jan Jansz oude Schout in Blaricum die transporteerde aen Monsieur Reijnier Raven wonende in ‘t lant van Medocq in Vranckrijck 2 Schepel lant min 50 roeden Zie Folio 210; aankoop van Reijnier Raven liep deels via zijn afgestorven vader Elbert Dircksz Raven voor de helft en voor de andere helft via de boedel van Jan Jansz oude Schout

02-08-1667:

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde de E: Gijsbert Pater en Jacob Coopal sequesters over den desolate boedel van Jan Jansz oude Schout in Blaricum die transporteerde aen Monsieur Reijnier Raven wonende in ‘t lant van Medocq in Vranckrijck een kampien lants

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Geertien Geusz ? weduwe wijlen Evert Corsz alhier wonende, bekende schuldigh te wesen aen de Armen of Poth in Blaricum f 126:5:C:\...\STAMBOOM-TEKST\Archief-Hiversum\Oud Rechterlijk Archief–Blaricum en Laren/J.S.9.10.2015 46 / 49

3245A

212

27-11-1667:

Inv.nr. 3245A

Blz. Nr. 213

3245A

214

3245A

219

3245A

222-223

3245A

223-224

3245A

224

3245A

225-226

3245A

226

3245A

227-228

3245A

228

3245A

230

3245A

230

3245A

231

3245A

232

3245A

233

3245A

233-234

3245A

235-236

3245A

241

3245A

242

3245A

243

3245A

244

3245A

245


Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Bort Jansz onse inwoonder die transporteerde aen Marritien Rijcken weduwe van Claas Jansz Ebben onse buijrvrouw een acker boulants

04-01-1668:

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Volcken Rijcksz onse buijrman die bekende schuldigh te wesen aen Stijntien Mertens weduwe van Jan Jansz Schuijt wonende tot Naerden de somme van f 320,Op den 20-07-1709 getekent bij de heer Nicolaes van Naerden noe uxoris erfgenaam van Jan Jansz Schuijt voor voldoen van de rekening

13-08-1668:

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Ijsbrant Pietersz Vinck wonende tot Naerden transporteerde aen Lowijs Jansz de Waall wonende tot Alckmaer een stukje lants

13-12-1668:

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum de gesamentlijcke erfgenamen van Neeltien Cornelis Robol die transporteerden aen Hendrick Tijmensz de Jonge 3/4 part van een huijs gelegen in dese dorpe

21-12-1668:

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Trijntien Hendricks weduwe van Gerrit Pietersz alhier wonende en bekende schuldigh te wesen aen Geurtien Adriaens weduwe en boedelhouster van Bort Hendricksz, eem somme vanf 200,-

21-12-1668:

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Lubbert Jansz (Jacobsz ?) Vos onse Buijrman die als gewesene vooght van Jannetien Leuwen in haar leven bejaerde dochter alhier, transporteerde aen Grietien Pieters dochter mede alhier wonende een huijsien en alnt annex in Blaricum

26-12-1668:

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Lubbert Tijmensz Puijck onse inwooner die transporteerde aen Frans Jacob Gerritsz mede alhier wonende een acker boulants

18-02-1669:

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Jacob Gerritsz als vooght over de kinderen van Aelbert Danielsz Assererus voor hem selve en sich sterck maeckende voor Willemtien Daniels sijne suster, die gesamentlijck transporteerden aen Jacob Jansz wonende alhier de helft en 1/8 part van een huijs en hofstede hier staende

19-02-1669:

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Lijsbetien Pieters weduwe van wijlen Hendrick Meeuwisz geassisteert met Roel Meuwisz haar kinderennaturellen vooght, die transporteerde aen Geurtien Adriaens weduwe en boedelhouster van Bort Hendricksz za: een acker boulants

04-05-1669:

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Ghijsbertien Cornelis weduwe van Jacob Thomasz in sijn leven Schout tot Blaricum, die transporteerde aen Roel Meeuwisz Backer negen roeden velts van hare hofstede aen de noordt sijde van de huijsingen van Roel Meeuwsz

05-07-1669:

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Lubbert Tijmensz Puijck onse inwoonder die transporteerde aen Hendrick Wobertsz Timmerman mede hier wonende een huijsie en hofstede met bepotinge gelegen alhier

18-11-1669:

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Hendrick Pietersz Kuijper alhier, die transporteerde aen Lubbert Tijmensz Puijck med alhier wonende een huijsien en hofstede gelegen in dese dorpe

21-01-1670:

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Lubbert Willemsz Smith onse inwoonder die transporteerde aen Pieter Hendricksz Timmerman mede alhier wonende een huijsien en hofstede gelegen in dese dorpe

28-01-1670:

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Merten Jacobsz Mets voor hem selve en de rato caverende voor sijne susters en broeders mede-erfgenamen in de naelatenschap van Jacob Willemsz za: die transporteerden aen Steffentien Hendricks weduwe van Aelbert Hendricksz gewesenen molenaar tot Naerden, 70,5 voet maetlant op laareder angerecht

28-01-1670:

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Merten Jacobsz Mets voor hem selve en de rato caverende voor sijne susters en broeders mede-erfgenamen in de naelatenschap van Jacob Willemsz za: die transporteerden aen Jan Willemsz Mast mede alhier wonendeeen huijs en hofstede en kamp boulants annex staende in dese dorpe

03-05-1670:

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Eefien Lamberts weduwe van Gerrit Thonis de Wijs tot Emenes-buijtendijcx, die transporteerde aen Lambert Elbertsz VOS alhier wonende, een acker boulants in oude nenge

16-06-1670: Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde: Gerrit Duerkant Schout van Blaricum als Erfgenaem van sijn soon Arent Gerritsz geprocreeert bij Neeltgen Thomas,mitsgaders Jan Willemsz Mast als getrout hebbende Aeltgen Thomas te samen voor 1/3 part erfgenamen van Neeltgen Pieters weduwe van Rutger Jacobsz, Item Marten Jacobsz als vooght van de nagelaten weeskinderen van Jan Rutgersz. Item Frans Simens en Jan Ploos als vooghden van de nagelaten weeskinderen van Rutger Rutgersz mede staeckswijs Erfgenamen elck voor 1/3 part van de voorn. Neeltge Pietersz, en eijndelijk Willem Roelen als getrout hebbende Geertge Rutgers Erfgename voor 1/4 part van haer overleden broeder Willem Rutgersz. En verclaerden sij comparanten te transporteren aen Gijsbert Willemsz seecker huijs en hofstede staende in het dorp alhier 16-06-1670:

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Cornelis Lambertsz als Oom ende vooght van Jacob Hendricksz die transporteerden aen Teunis Gerritsz woonachtigh alhier de helft van seecker huijs en hofstede waarvan de helft hem Teunis Gerritsz als getrout hebbende Geertje Hendricks selfs is toebehorende

06-10-1670:

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Anthonis Crijnen, Harmen Harmensz, Jan Pieter Willemsz en Pieter Theunisz, alle Erfgenamen van Jan Bartholomeusz Cop, voor haer selve, mitsgaders de rato caverende voor de mede-erfgenamen, transporteren aen Roel Fransz mede presenterende ende de opdraght accepterende het huijs gebruijckt bij de voorn. Jan Bartholomeusz gelegen in Blaricum

06-10-1670:

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Willem Rijcksz als erfgenaem van Willem Willemsz Vos schuldigh te wesen aen Roel Meeuwisz als Oom en vooght van het nagelaten weeskindt van Jacob Meeuwisz de somme van f 70,-

18-10-1670:

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Anthonis Crijnen, Harmen Harmensz, Jan Pieter Willemsz en Pieter Theunisz, alle Erfgenamen van Jan Bartholomeusz Cop, voor haer selve, mitsgaders de rato caverende voor de mede-erfgenamen, transporteren aen Jan Timensz Cop een acker boulantsz

18-10-1670:

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Anthonis Crijnen, Harmen Harmensz, Jan Pieter Willemsz en Pieter Theunisz, alle Erfgenamen van Jan Bartholomeusz Cop, voor haer selve, mitsgaders de rato caverende voor de mede-erfgenamen, transporteren aen Wijchert Jansz een acker boulants


47 / 49

Inv.nr.

Blz. Nr.

3245A

246

3245A

250

3245A

3245A


Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Anthonis Crijnen, Harmen Harmensz, Jan Pieter Willemsz en Pieter Theunisz, alle Erfgenamen van Jan Bartholomeusz Cop, voor haer selve, mitsgaders de rato caverende voor de mede-erfgenamen, transporteren aen Harmen Harmensz de Oude een acker boulantsz

03-01-1671:

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde de

30-01-1671:

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Elbert Lambertsz COP en Willem Hendricksz als Erfgenamen van Reijnier Raven woonende in Vranckrijck en alsoo Jan Bartholomeusz Cop overleden sijnde en een seeckere xxxx liijftocht ?? beseten hadde en die op ?? de voorsz Reijnier Raven geerft is, so hebben de voorn. Elbert Lambertsz (Cop) en Willem Hendricksz het selve laten aen teijckenen alsoo sij niet wisten ofte de voorn Reijnier Raven doordt ofte levendich is en oock niet wiste wie het selve soude moeten goet doen

16-12-1671:

Transportakte; Voor Schepenen in Blaricum compareerde Cornelis Evertsz Toppers verclaerde tot voldoeninghe van 5 jaers onderhouts van sijns comparants moeder Wijchien Gerrits, tot f 50,- per jaers voor de helft bedragende f 125,schuldigh was aen Hendrick Barentsz Hulsingh, aen den selve Hendrick Barentsz mits dese transporteerde de helft van seecker huijs, waarvan de voorn Hendrick Barentsz als getrout hebbende Ebbetgen Cornelis dochter en Erfgename van Meijnsien Jans sijns comparants overleden huijsvrouw de wederhelft is toecomende gelegen in dese dorp

251

259

3245A

heer Anthonij de Goijer die transporteerde aen Jan Cornelisz Feecken een stuck lantsz groot 22 voets

SAGV155.2-3245A Hypotheken Folio xxx; xx-xx-1671

3246

09-04-1660 - 25-01-1672; Transporten van hypotheken

3247

Blaricum; 20-04-1672 - 09-11-1676; Transporten van hypotheken

3248


3249


3246 3247 3248 3249

Folio 14, 31-01-1680; Willem Elderse

3249

Folio 15, 31-01-1680; Willem Elderse 3250


3250 3251

Blaricum; 14-07-1692 - 25-01-1700; Transporten van hypotheken Folio 35; 14-02-1694: Willem Elderse verkoopt aan Evert Cornelis Rebel 1 ½ Schepel land

3251 3253 3253

Blaricum; 22-04-1709 - 09-03-1716; Transporten van hypotheken Folio 107; 10-12-1714: Willem Eldersen verkoopt aan Jacob Claas Eyland een huis Folio 108; 10-12-1714: Jan Claas Eyland transporteert aan Lambert Jansz een huis

3253 3253 3274A L

Notaris

Boedelpapieren 1783

Betrokken naam


48 / 49

Inv.nr.

Blz. Nr.



49 / 49

: Evert Woutersz Bodt tot Laren

Recommend Documents