Bijlage 1 bij besluit DRZZ/2009-1802, d.d. 25-05-2009 Uitbreiding van de testhal voor F16 motoren nabij Natura-2000 gebied Brabantse Wal Inhoudelijke overwegingen
De aanvraag De aanvrager verzoekt om een vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 (hierna: Nb-wet 1998) voor uitbreiden van de testhal voor vliegtuigmotoren met een bok, het aanbouwen van een ruimte waarin onder andere een Jet Air Starter geplaatst gaat worden op de Vliegbasis Woensdrecht en het gebruik van de uitgebreide testhal. De uitbreiding van de testhal heeft tot doel dat er in dezelfde ruimte als de huidige testhal een bok geplaatst kan worden, waarop de motoren los van de vliegtuigen geplaatst kunnen worden. Dit is noodzakelijk in verband met het uninstalled (dat wil zeggen: buiten het vliegtuig) proefdraaien van de motoren. De aanbouw van de testhal heeft tot doel het creëren van ruimte voor een Jet Air Starter. In de testhal worden gevechtsvliegtuigen (F-16’s) getest in het kader van onderhoud. Lokalisering en uitvoering De huidige testhal is gelegen op ongeveer 100 meter afstand van Natura 2000 gebied Brabantse Wal. Door de uitbreiding en aanbouw zal dit niet veranderen. De start van de bouw is in ieder geval na het broedseizoen (na 15 juli) De verwachte oplevering is eind december. De bouw zal ongeveer vijf maanden duren. Op dit moment worden er ook al vliegtuigmotoren getest in de testhal. Dit zal niet veranderen. Wat wel verandert is het patroon van testen. De testen zullen vaker en langer plaats vinden, maar met minder geluid. De afterburner zal minder gebruikt worden en er zal meer op laag niveau getest worden. Onderstaand vindt u het overzicht van de representatieve bedrijfssituatie van het proefdraaien met de Jet Air Starter en het proefdraaien in de testhal. Geluidsbron
Idle (uninstalled) MP (uninstalled) AB (uninstalled)
Dagperiode 7.00 – 19.00u (weergegeven in minuten) 200 100 10
Avondperiode 19.00 – 23.00u (weergegeven in minuten) 100 50 5
Nachtperiode 23.00 – 7.00 u (weergegeven in minuten) 0 0 0
Idle (installed) MP AB
100 50 5
0 0 0
0 0 0
JAS
28
14
0
Idle: vrije versnelling MP: military power AB: afterburner JAS: Jet Air Starter Het proefdraaien geeft een verschillende geluidsbelasting. Voor het “idle” draaien is de geluidsbelasting laag en voor het AB draaien hoog. TNO heeft berekend dat de nieuwe bedrijfssituatie past binnen de geldende geluidscontouren van de vliegbasis.
Belang Het belang van de uitbreiding en aanbouw van de testhal is erin gelegen om motoren van F16’s ook los van het vliegtuig te kunnen testen. Dit is een operationeel belang. Wettelijk kader Aanwijzing: Artikel 10a, lid1, van de NB-wet 1998 bepaalt dat gebieden worden aangewezen ter uitvoering van de Vogel- en Habitat richtlijn. Dit aanwijzingsbesluit bevat de instandhoudingsdoelstelling voor dit gebied. Lid 3 van dit artikel stelt dat de instandhoudingsdoelstelling van deze gebieden mede betrekking kan hebben op doelstellingen ten aanzien van het behoud, herstel of de ontwikkeling van het natuurschoon of de natuurwetenschappelijke betekenis van het gebied, anders dan vereist door de Vogel- en Habitatrichtlijn. Ingevolge artikel 10, lid 1, van de Nb-wet 1998 kan een natuurmonument worden aangewezen als beschermd natuurmonument. Artikel 60, lid 1 en lid 2, van de Nb-wet 1998 bepaalt dat besluiten tot aanwijzing tot een beschermd natuurmonument en een staatsnatuurmonument welke genomen zijn op basis van de Nb-wet 1967 gelden als besluiten welke genomen zijn op basis van artikel 10 van de Nb-wet 1998 (besluiten ter aanwijzing van beschermde natuurmonumenten). Artikel 15a, tweede lid van de Nb-wet 1998 stelt dat een besluit houdende aanwijzing van een natuurmonument als beschermd natuurmonument onder de Nb-wet 1998 vervalt met ingang van het tijdstip waarop, doch slechts voor zover, dat beschermd natuurmonument deel uitmaakt van een Natura 2000-gebied (zie hieronder). Indien met toepassing van het tweede lid van artikel 15a een besluit houdende de aanwijzing van een natuurmonument als beschermd natuurmonument geheel of gedeeltelijk is vervallen, heeft de instandhoudingsdoelstelling voor het op grond van artikel 10a, eerste lid, aangewezen gebied voor het gedeelte van het gebied waarop de aanwijzing als beschermd natuurmonument betrekking had, mede betrekking op de doelstellingen ten aanzien van het behoud, herstel en de ontwikkeling van het natuurschoon of de natuurwetenschappelijke betekenis van het gebied zoals bepaald in het vervallen besluit. Artikel 19d, lid 1, van de Nb-wet 1998 bepaalt dat het verboden is zonder vergunning, of in strijd met aan die vergunning verbonden voorschriften of beperkingen, van gedeputeerde staten of, ten aanzien van projecten of andere handelingen als bedoeld in het vierde lid, van Onze Minister, projecten of andere handelingen te realiseren onderscheidenlijk te verrichten die gelet op de instandhoudingsdoelstelling de kwaliteit van de natuurlijke habitats en de habitats van soorten in een Natura 2000gebied kunnen verslechteren of een significant verstorend effect kunnen hebben op de soorten waarvoor het gebied is aangewezen. Zodanige projecten of andere handelingen zijn in ieder geval projecten of handelingen die de natuurlijke kenmerken van het desbetreffende gebied kunnen aantasten. Artikel 19e, sub a, sub b en sub c, van de Nb-wet 1998 bepaalt dat GS c.q. de minister van LNV bij het verlenen van een vergunning op basis van artikel 19d, lid 1, van de Nbwet 1998 rekening houden met:
de gevolgen die een project of andere handeling, waarop de vergunningaanvraag betrekking heeft, gelet op de instandhoudingsdoelstelling kan hebben voor een Natura 2000-gebied; - met een op grond van artikel 19a of artikel 19b, van de Nb-wet 1998, vastgesteld beheerplan en vereisten op economisch, sociaal en cultureel gebied, alsmede regionale en lokale bijzonderheden. -
Vergunningplicht Het gebied Kortenhoeff is op 23 mei 1979 aangewezen als beschermd natuurmonument. Het gebied Brabantse Wal is krachtens de richtlijn inzake het behoud van de Vogelstand (79/409 EEG; hierna te noemen de Vogelrichtlijn) op 24 maart 2000 aangewezen als Speciale Beschermingszone. Het gebied Ossendrecht is bij de Europese Commissie aangemeld als Speciale Beschermingszone onder de habitatrichtlijn (92/43/EEG). Op 19 mei 2003 heeft Nederland de Europese Commissie een lijst van 141 van deze Habitatrichtlijngebieden aangeboden. Op 8 december 2004 heeft de Europese Commissie bekend gemaakt dat zij deze lijst heeft vastgesteld. Deze gebieden samen vormen het Natura-2000 gebied Brabantse Wal. Ik stel vast dat de voorgenomen activiteiten mogelijk de natuurlijke waarden en kenmerken van het gebied Brabantse Wal kunnen aantasten. Om die reden ben ik van mening dat de voorgenomen activiteiten als vergunningplichtig onder de Nb-wet 1998 dienen te worden aangemerkt. Passende beoordeling Een passende beoordeling is aan de orde indien een kans op een significant effect aanwezig is. In onderhavig geval is daar kans op. Het gaat daarbij om een kans op significante verstoring van vogels als gevolg van het gebruik van de testhal. In de passende beoordeling worden de gevolgen van het plan of project voor het gebied beschreven, rekening houdend met de instandhoudingsdoelen van dat gebied. Centrale vraag in de passende beoordeling is of de natuurlijke kenmerken van de speciale beschermingszone door het plan of project kunnen worden aangetast. Overige Verplichtingen en/ of vergunningen Ik maak u er bij deze op attent dat u, ten behoeve van de voorgenomen activiteit, mogelijk dient te beschikken over, onder andere, een ontheffing op basis van de Floraen faunawet en eventueel een vergunning op basis van de Woningwet en dat u moet voldoen aan de vereisten uit het bestemmingsplan en de Wet milieubeheer. Beleid Nota Ruimte In zijn algemeenheid is ruimtelijk beleid van de Nota Ruimte ten aanzien van de Vogelen Habitatrichtlijn, de Nb-wet 1998 en de Ecologische Hoofdstructuur gebieden gericht op het behoud, herstel en de ontwikkeling van de wezenlijke kenmerken en waarden van het gebied. Dit vindt plaats volgens een specifiek afwegingskader, het zogenoemde “nee-tenzij” beleid. Aangezien het afwegingskader van het gewijzigde kabinetsstandpunt Nota Ruimte het afwegingskader van de Habitatrichtlijn volgt, is met het doorlopen van het afwegingskader zoals opgenomen in artikel 19f, lid 1, van
de Nb-wet 1998 materieel aan de vereisten van het afwegingskader het gewijzigde kabinetsstandpunt Nota Ruimte voldaan ten aanzien van de instandhoudingsdoelstellingen. In de planologische kernbeslissing tweede structuurschema militaire terreinen zijn geluidscontouren van de Vliegbasis Woensdrecht weergegeven. Passende Beoordeling Beheerplan In casu kan vastgesteld worden dat ten aanzien van de voorgenomen uitbreiding, op het moment van besluitvorming, geen beletsel voortvloeit uit enig beheerplan op basis van de Nb-wet 1998. Project De voorgenomen activiteiten hebben geen verband met en zijn niet nodig voor het beheer van de betrokken beschermde gebieden. Mogelijk significante gevolgen Uit artikel 19f, lid 1, van de Nb-wet 1998 volgt dat voor projecten of plannen die niet direct verband houden met of nodig zijn voor het beheer van een Natura 2000-gebied, maar die afzonderlijk of in combinatie met andere projecten of handelingen significante gevolgen kunnen hebben voor het desbetreffende gebied, de initiatiefnemer een passende beoordeling opstelt. Artikel 19g, lid 1, van de Nb-wet 1998 stelt dat een vergunning slechts verleend kan worden indien het bevoegd gezag zich ervan verzekerd heeft dat de natuurlijke kenmerken van het desbetreffende gebied niet aangetast zullen worden. Het Europese Hof van Justitie heeft in haar uitspraak van 7 september 2004 aangegeven dat een passende beoordeling slechts dan achterwege kan worden gelaten indien op grond van objectieve gegevens kan worden uitgesloten dat in casu de proef afzonderlijk of in combinatie met andere plannen of projecten significante gevolgen kan hebben voor het betrokken gebied. In casu kunnen dergelijke gevolgen, naar mijn mening, niet bij voorbaat uitgesloten worden. Derhalve concludeer ik dat een passende beoordeling conform artikel 19f van de Nb-wet 1998 vereist is. Een passende beoordeling houdt in dat op basis van de beste wetenschappelijke kennis ter zake, alle aspecten van een plan of project die op zichzelf of in combinatie met andere plannen of projecten de instandhoudingsdoelstellingen in gevaar kunnen brengen geïnventariseerd moeten worden. U heeft een zogenaamde passende beoordeling bij uw aanvraag gevoegd. Deze beoordeling is opgesteld door Bureau Meervelt. Aangezien het Natura 2000-gebied Brabantse Wal het voormalige beschermd natuurmonument Kortenhoeff volledig omsluit, ben ik van mening dat voor wat betreft de effect-beoordeling in relatie tot het natuurmonument Kortenhoeff integraal verwezen kan worden naar de, ten aanzien van het Natura 2000-gebied Brabantse Wal, uitgevoerde ‘Passende Beoordeling’ en mijn beoordeling hiervan. In het ontwerp-aanwijzingsbesluit 128 is immers bepaald dat “Ingevolge artikel 15a, derde lid van de Natuurbeschermingset 1998 heeft de instandhoudingsdoelstelling voor dat deel van het gebied, dat zijn status als beschermd natuurmonument heeft verloren, mede betrekking op de doelstellingen ten aanzien van het behoud, herstel en de ontwikkeling van het natuurschoon of de natuurwetenschappelijke betekenis van het gebied zoals bepaald in het van rechtswege vervallen besluit (verder: de “oude doelen”). Voor zover deze doelstellingen Natura2000-waarden betreffen, zijn deze
begrepen in de in de voorgaande paragrafen opgenomen instandhoudingsdoelstellingen. In een aantal gevallen is het onmogelijk om zowel de oude doelen als de Natura2000-doelen te bereiken, bijvoorbeeld omdat die doelen om tegenstrijdig beheer vragen. In deze gevallen gaan de Natura2000-doelen vóór om de Europeesrechtelijke verplichtingen na te komen.” De door Bureau Meervelt opgestelde passende beoordeling is niet op lokaal niveau gemaakt, maar vindt plaats in de context van het Natura 2000-gebied Brabantse Wal als geheel. In deze beoordeling wordt het geheel van relevante natuurwaarden behandeld. Vanwege deze benadering ben ik van mening dat de met betrekking tot de toetsing van de natuurlijke waarden en kenmerken van het voormalig beschermd natuurmonument Kortenhoeff grotendeels bij de passende beoordeling aangesloten kan worden. ECOLOGIE Kwalificerende waarden Het beschermde gebied kwalificeert zich als gebied volgens de Vogel- en Habitatrichtlijn door de aanwezigheid van de volgende soorten en habitats. Nr. H2310 H2330 H3110 H3130 H3160 H4010 H1166 H1831 Nr. A004 A008 A072 A224 A236 A246
Habitatrichtlijn Psammofiele heide met Calluna en Genista Open grasland met Corynephorus- en Agrostis-soorten op landduinen Mineraalarme oligotrofe wateren van de Atlantische zandvlakten Oligotrofe tot mesotrofe stilstaande wateren met vegetatie behorend tot het Littorelletalia uniflorae en/ of Isoëto-Nanojuncetea Dystrofe natuurlijke poelen en meren Noord-Atlantische vochtige heide met Erica tetralix Kamsalamander Drijvende waterweegbree Vogelrichtlijn: broedvogels Dodaars Geoorde fuut Wespendief Nachtzwaluw Zwarte specht Boomleeuwerik
De uitbreiding van de testhal vindt plaats op ongeveer 100 meter van het natuurgebied Brabantse Wal. Het gebied waar de uitbreiding plaats vindt bevat geen broedplaatsen of andere habitats. De instandhoudingsdoelstellingen ten aanzien van de Dodaars (40 paren), Geoorde fuut (40 paren), Wespendief (10 paren), Nachtzwaluw (80 paren), Zwarte specht (40 paren) en Boomleeuwerik ( 100 paren) worden gehaald. De Dodaars komt voor op de Vliegbasis Woensdrecht. In 2004 bezette hij twee broedhabitats (twee vennen) op de Vliegbasis. De Dodaars is relatief ongevoelig voor de verstoringfactor geluid. De Geoorde fuut bezet één broedhabitat op de Vliegbasis (één ven) in 2004. Ook de Geoorde fuut is relatief ongevoelig voor de verstoringfactor geluid.
De Boomleeuwerik komt voor op de Vliegbasis zelf en in de directe omgeving van de Vliegbasis. Het geschatte aantal territoria overtreft ruim de instandhoudingsdoelstellingen voor deze soort. De Zwarte Specht komt voor in de bossen van de Vliegbasis en rondom de Vliegbasis. De Wespendief komt niet voor op de Vliegbasis. Ook in het Natura-2000 gebied Brabantse Wal komt zij slechts schaars voor. In 2004 wordt het aantal paren geschat op 13. Dit overtreft de instandhoudingsdoelstellingen. De Nachtzwaluw komt niet voor op de Vliegbasis, maar wel in de nabijheid van de Vliegbasis in het Natura-2000 gebied Brabantse Wal. Op de locatie van de voorgenomen activiteit zelf zijn geen broedplaatsen (nesten of holen) vastgesteld en deze ligt buiten het Natura 2000-gebied Brabantse Wal. Er is dan ook geen direct effect van de bouwactiviteiten te verwachten in de vorm van het verloren gaan van habitat of territorium. Het is wel mogelijk dat er, door het geluid dat tijdens de bouwactiviteiten dan wel tijdens het gebruik geproduceerd wordt, verstoring van broedvogels plaatsvindt. Ik ben echter van oordeel dat deze verstoring niet significant zal zijn. Voor wat betreft de verstoring als gevolg van de bouwactiviteiten sluit ik dat uit door aan deze vergunning de voorwaarde te verbinden dat er niet tijdens het broedseizoen gebouwd wordt. Voor wat betreft de verstoring als gevolg van het gebruik ga ik uit van de door de aanvrager overgelegde gegevens over aantallen en spreiding van broedgevallen door de jaren heen. Ondanks het huidige gebruik, vestigen zich toch vogels op de Vliegbasis, soms zelfs juist rondom de testhal. Als gebruik en staat van instandhouding vergeleken worden, is duidelijk dat het huidige gebruik in ieder geval geen (significante) verstoring in het licht van de instandhoudingsdoelstellingen oplevert. Het geluidspatroon van de testhal zal door de uitbreiding veranderen: het duurt langer, maar het is minder intensief. Het geluidniveau wordt niet hoger ten opzichte van de situatie in 2002, maar anders. Gezien de ontwikkeling van de broedvogelpopulatie op de Brabantse Wal in relatie tot het huidige gebruik verwacht ik niet dat deze verandering alsnog zal leiden tot een significante verstoring. Aan deze vergunning is voorschrift 8 verbonden dat inhoudt dat het bouwen van de testhal zal geschieden buiten het broedseizoen. Daarnaast is voorschrift 10 aan de vergunning verbonden. Dit voorschrift houdt in dat de uitstraling van het geluid in de richting van het Natura-2000 gebied Brabantse Wal zo minimaal mogelijk zal zijn. Het geluidsniveau zal – ten gevolge van de geluidbronnen op industrieterrein Woensdrecht op de beoordelingspunten- een verhoging geven van 0,0 dB (A) ten overstaan van de situatie in 2002. Het wijzigen van het proefdraaien van F-16 motoren in de vliegtuighal en het gebruik van de Jet Air Starter op het platform, in de dagperiode en avondperiode in 2008 heeft op 67 punten geen verhoging van de etmaal waarde tot gevolg ten overstaan van de saneringssituatie 2002. Het geluid zal passen binnen de geluidscontouren, zoals weergegeven in het tweede structuurschema militaire terreinen en passen binnen de eisen die de Wet milieubeheer daaraan stelt. Tenslotte is voorschrift 11 opgenomen in de vergunning, wat inhoudt dat de vergunninghouder gedurende de eerste twee jaar jaarlijks een representatieve inventarisatie van broedvogels zal maken. Deze inventarisatie zal bewijzen of er door de uitbreiding van de testhal geen significante verstoring van vogels plaats heeft gevonden. De inventarisatie geschiedt in een zone van één (1) kilometer vanaf de uitgebreide en aangebouwde testhal. Deze zone is beperkt tot gebieden waartoe het ministerie van defensie toegang heeft. Daarnaast zal de Directeur LCW een verklaring overleggen omtrent het gebruik van de testhal. Indien de testhal niet optimaal (of 90% van optimaal) gebruikt wordt zal de monitoring telkens met een jaar verlengd worden totdat duidelijk is dat de uitbreiding geen effecten heeft op de verstoring van vogels.
Ik concludeer dat er geen sprake zal zijn van (significante) verstoring van broedvogels of verslechtering habitats als gevolg van de uitbreiding en het gebruik van de testhal. Bespreking van inspraak Er hebben geen belanghebbenden of overheden gereageerd. Conclusie Uit de passende beoordeling, die als integraal onderdeel beschouwd kan worden van dit besluit, kan de conclusie getrokken worden dat er geen sprake zal zijn van een significante verstoring van soorten of verslechtering van habitats in het beschermde gebied Brabantse Wal. Deze conclusie geldt nadrukkelijk onder de door mij specifiek hiertoe gestelde vergunningsvoorschriften. Om die reden ben ik van mening dat de aangevraagde vergunning kan worden verleend.