HVW-Radio 15/09/2014
Prijs Bultereys / Geert Magiels
Uitz. : 15/09/2014 Opname : 11/09/2014 Samenst . : KVD Muziek : 1’00 Signe E.Clapton E.Clapton 9 45024-2 1’37 Variation 24 J.S.Bach A.Rangell DOR-90138 0’30 Harmonie du Soir J.K.Mertz R.Smits ACC 23158 0’30 Le Romantique J.K.Mertz R.Smits ACC 23158 3’22 In mijn hoofd R. vh Groenewoud R.vh Groenewoud http://www.youtube.com/watch?v=q8sglln--iM Goedenavond. Welkom bij HVW. Zo meteen maakt het WF u warm voor de 8ste Poëzie- en prozawedstrijd Willy Bultereys voor jongeren. En op 26 september kan u in Oostende naar deel 3 van de cyclus van de Maakbare Mens over het brein. ‘Brein en vrije wil’ heet dat en misschien kan wetenschapsfilosoof Geerdt Magiels u op de volgende manier alvast nieuwsgierig maken. ‘Er zijn culturen waar het begrip vrije wil niet bestaat of totaal anders ingevuld wordt als in onze westerse cultuur. Dus je ziet dat dat op zich relatieve begrippen zijn, maar die wel staan voor iets, voor een manier van omgaan met onszelf, met de wereld. En het is belangrijk dat we weten hoe dat ontstaat. Het is belangrijk dat we weten welke de neurologische, biologische, sociologische basis daarvan is. Omdat je op basis daarvan beter kan begrijpen waarom mensen doen wat ze doen.’ ‘Beter begrijpen waarom mensen doen wat ze doen.’ Geerdt Magiels over het belang van breinonderzoek. En daarover gaat hij op 26 september in gesprek met filosoof Jan Verplaetse van de UG en filosoof Stefaan Cuypers van de KUL. Straks meer uitleg in een uitvoeriger gesprek met Geerdt Magiels. Want eerst het WF en de Poëzie- en prozawedstrijd Willy Bultereys. ‘Willy Bultereys was eigenlijk een culturele duizendpoot. Hij was 33 jaar voorzitter van het WF afdeling Gent en hij was o.m. ook lange jaren diensthoofd van de Koninklijke Bibliotheek in Brussel. In 2001 werd hij winnaar van de Provinciale prijs voor Volksontwikkeling, provincie Oost-Vlaanderen. Hiermee werd de poëziewedstrijd voor de provincie Oost-Vlaanderen opgestart in 2002 en ook in 2003 en 2004 steunde Willy Bultereys de poëziewedstrijd. Het was maar normaal dat wij vanuit het WF Provinciaal Verbond Oost-Vlaanderen onder impuls van Marc De Jode de Poëziewedstrijd Willy Bultereys, poëziewedstrijd genoemd hebben. Vanaf de 6de editie in 2008 dus, werd het Poëzie- en prozawedstrijd op voorstel van Daniël De Neve toenmalig voorzitter van het WF Oudenaarde.’ Willy Van Impe van WF Oost-Vlaanderen bij de bekendmaking van de 8ste editie van de Poëzie- en prozawedstrijd Willy Bultereys over de betekenis van de man naar wie de wedstrijd genoemd werd. Straks vertelt Marc De Jode van datzelfde WF Oost-Vlaanderen ons meer over het hoe en wat van die wedstrijd voor jongeren. Op het persmoment was ook David Troch aanwezig, de nieuwe Gentse stadsdichter. Een gelegenheid voor een stukje uit eigen werk, een gesprek over jongeren en poëzie, en enkele hints voor aanstormende jonge dichters. *
* *
Ik ben David Troch, ben sinds mei de nieuwe stadsdichter van Gent. Ik lees jullie uit Buiten Westen het openingsgedicht waarmee ik de Herman De Coninckprijs voor het beste gedicht heb gewonnen. Het gedicht heet ‘Gezel’.
Uit het niets kwam u op me af Boog u zich naar mij toe Ik wil u wel gezelschap houden U gaf niet meer details U zei niet : ‘Even.’ U zei niet : ‘Een leven lang.’ U zei niets over een hand vasthouden U zweeg over mij verblinden met uw lijf Ik had nooit in uw ogen mogen zinken Mijn hoofd had ik moeten afwenden Zodat u het niet gek had weten maken U zou goed gezelschap zijn En ik geloofde dat *
* *
Er gaat geen dag voorbij zonder poëzie. Betekent niet alleen zelf schrijven, maar ook heel veel lezen. Want dat is het allerbelangrijkste voor een dichter : veel lezen. We hebben het ook eventjes over een wedstrijd voor jongeren. Dan ga ik eventjes terug in jouw biografie. Naar jouw jeugd. Eens even bekijken : wanneer heb je zelf poëzie ontdekt ? Dat is begonnen met een niet beantwoorde liefde dat ik toen naar de pen greep en ben beginnen schrijven. En heel verstandige mensen houden daar gewoon mee op na een tijdje, maar ik ben vrolijk blijven doorgaan. En heb dan ook aan wedstrijden e.d. deelgenomen. Chagrin d’amour, dat is altijd een goede basis om goeie poëzie te leveren ? Herman De Coninck heeft ooit in een gedicht, of in een essay, geschreven : schrijf nooit poëzie als je verliefd bent. Zeker geen liefdespoëzie, want dat levert geen goede poëzie op. Je hebt nu Herman De Coninck eventjes aangeraakt. Was dat de grote inspiratiebron toen al voor jou ? Dat was een van de dichters toen ik begon, die heel toegankelijk is uiteraard. Die geholpen heeft om de deur naar poëzie open te zetten. ‘De deur naar de poëzie openzetten.’ Dat willen wij ook doen met die wedstrijd, hé. Jongeren en poëzie dat blijft toch wel een moeilijk huwelijk, hé ? Daar ben ik het niet mee eens. In die zin van : ik ga proberen nu als stadsdichter om veel jongeren aan de poëzie te helpen of te brengen. Dat ga ik doen door workshops te gaan geven in alle Gentse scholen. En het doel is eigenlijk : schrijf samen met de stadsdichter een stadsgedicht. Naar jongeren toe. Ja, dan gaat het eigenlijk om woorden, woordgebruik. Zou je aan jongeren kunnen vertellen waarom dat woorden zo belangrijk zijn ? Zij gebruiken uiteraard andere woorden, maar dat heeft te maken met de evolutie van de taal. Dichters die nu 60 of 70 zijn die gebruiken ook andere woorden dan de dichters van een eeuw
geleden, bvb. Ik vind het heel belangrijk dat jongeren gewoon met hun eigen taal bezig zijn en niet proberen om oude dichters te imiteren. Via internet en hun, ja, hun chatgedrag om het zo maar te noemen, worden er heel wat woorden overgenomen uit vreemde talen. Is dat voor de stadsdichter eigenlijk een goede zaak ? Ik heb het daar ook soms moeilijk mee. Het woord ‘selfie’ bvb. werd dus gekozen tot woord van het jaar. Dan heb ik zoiets van : ‘Waarom noemen we dat gewoon niet ‘een zelfportret’ ? Desondanks heb ik onlangs ook in een eigen gedicht het woord ‘selfie’ gebruikt. Het thema van de poëziewedstrijd voor jongeren is ‘Vriendschap’. Hoe zou u het poëtisch vertalen ? Dat laat ik vooral aan de jongeren over nu in deze wedstrijd. Ik ben zeer benieuwd welke teksten dat ze gaan insturen. En wat voor hen ‘vriendschap’ betekent. Daar ben ik zeer benieuwd naar. Kan je daar ook hints geven naar jongeren toe waar ze een beetje moeten op letten of waar ze een beetje moeten aan denken als ze poëzie willen bedrijven ? Schrijf eerst heel veel. Schrap dan heel veel. Herlees het. Herschrijf het nog eens, maar stuur niet meteen als je iets hebt geschreven het meteen in naar de wedstrijd. Laat het wat bezinken. *
* *
Marc De Jode, eventjes hé… En de Prijs Willy Bultereys. Ja, ik kan mij inbeelden dat het WF OostVlaanderen dan, maar het WF in het algemeen, daar ook een bedoeling mee heeft. De verrijking, de veredeling van onze Nederlandse taal, dat willen we overbrengen aan de jongeren. De reden waarvoor wij die poëziewedstrijd hebben ingericht. De noodzaak van jongeren in aanraking te brengen met literatuur in het algemeen, poëzie én proza, Heeft u het gevoel dat dat eigenlijk onvoldoende gebeurt ? Jongeren gebruiken poëzie spontaan. Het zit in hun gevoel om hun gevoelens weer uit te drukken door het schrijven van gedichtjes. Dat zit er al zeer jong in. En dat willen wij stimuleren. Omdat wij ze later willen blijven laten kennis maken met een zeer interessante uitdrukking in taal, namelijk poëzie. De wedstrijd staat in het teken van een bepaald thema. Dat is in het verleden ook al zo geweest, hé. Hier gaat het over vriendschap. Waarom precies vriendschap ? Wij moeten maar de televisie opendraaien en we worden geconfronteerd met herdenkingen, van oorlogen. Nu, dit jaar de herdenking van WO I. Dat is het tegenovergestelde van vriendschap. Dat is vijandschap. Wij willen dus een wereld waar de vijandschap verbannen wordt, maar vervangen wordt door vriendschap. En die vriendschap willen we bij de kinderen al, laat ons zeggen, introduceren. We willen ze ook doen vriendschap beleven. Vriendschap uiten. Over vriendschap schrijven. Vriendschap in de geesten brengen. En vijandschap eruit. Dan moeten we nog eens eventjes bekijken natuurlijk voor wie de wedstrijd bedoeld is. En misschien ook de voorwaarden eens bekijken van de wedstrijd. Wij mikken op de middenleeftijd. Ik noem dat de romantische leeftijd, de leeftijd tussen 13 en 15 jaar. Dat zijn ook de gevoeligste kinderen. Zijn misschien ook de rebelste kinderen, maar het zijn de
kinderen die we het best kunnen benaderen en het best in goeie banen nog leiden. Ze zijn nog kneedbaar. En we willen ze dus nu op die leeftijd bereiken met thema’s die hen interesseren en thema’s waar ze zich kunnen in uiten. En we gaan ze nu aanspreken in het teken van ‘den Oorlog’ of in het teken van een betere wereld met de, het thema ‘Vriendschap’. De Poëzie- en Prozawedstrijd Willy Bultereys voor jongeren tussen 13 en 15 jaar. Met als thema ‘Vriendschap’. Inzendingen kunnen tot uiterlijk vrijdag 17 oktober. En voor meer informatie kan u terecht op de website van het WF : www.willemsfonds.be. Zo meteen ‘Brein en vrije wil’ en ons gesprek met Geerdt Magiels. Maar eerst muziek.
*
* *
‘In mijn hoofd’, Raymond van het Groenewoud met de Laatste Show Band. ‘In mijn hoofd is alles heel eenvoudig.’ Alhoewel, niet helemaal. Want hoe zit dat bijvoorbeeld met onze vrije wil ? Een zoveelste illusie in ons hoofd ? Precies daarover gaan de filosofen Jan Verplaetse van de UG en Stefaan Cuypers van de KUL op 26 september in gesprek met moderator Geerdt Magiels. Het derde deel in de cyclus van de Maakbare Mens vzw over het brein. De vraag of de mens een vrije wil heeft blijft actueel. Dat was ook aan de orde op een symposium eerder dit jaar aan de VUB. Daarbij werden de verschillende standpunten uit de filosofie, de psychologie en de neurowetenschappen met elkaar geconfronteerd. En ondanks de nodige spraakverwarring leverde dat ook een apart, maar toch geruststellend mensbeeld op. Na afloop hadden we daarover toen een gesprek met Geerdt Magiels. *
* *
Na afloop van toch wel een heel interessante dag, denk ik. Met heel wat diverse invalshoeken t.a.v. het probleem i.v.m. de vrije wil. Ja, maar wat mij wel bijblijft eigenlijk dat is dat eigenlijk heel die dag draaide rond : hebben we het wel over hetzelfde ding ? Het was blijkbaar toch wel een Babylonische spraakverwarring. Goh, ik denk dat dat ook al duizenden jaren oud is. Wat wordt er uiteindelijk mee bedoeld ? En er wordt gezegd : ‘Dé vrije wil…’ En is er andere dan vrije wil ? Is er onvrije wil ? Wat bedoel je met ‘wil’ ? Is dat wat wij in het gewone dagelijkse leven ‘willen’ noemen ? Ik wil dit, ik wil dat… Of heeft het met meer te maken ? En de semantische afbakening. Wat bedoel je nu eigenlijk met dat concept ? Is ontzettend belangrijk omdat heel veel discussies beginnen vanuit een aantal vooringenomen standpunten en ideeën daarover, zonder die eerst te verduidelijken. Waardoor er een hels kabaal ontstaat in de discussie, maar waar niet duidelijk wordt waar het nu eigenlijk om gaat. Die filosofische verheldering en de uitzuivering uiteindelijk van dat begrip, die is toch wel belangrijk, denk ik, hé ? Ja, die is cruciaal. Want anders kan je dus blijven discussiëren en wordt je het nooit eens over de dingen. Nu, nu lijkt mij ook wel uit het debat van vandaag, met verschillende invalshoeken met zowel neurowetenschappers als, als mensen uit de dagelijkse klinische praktijk van de psychiatrie, als filosofen, zowel moraalfilosofen als cognitieve filosofen dat, dat als puntje bij paaltje komt dat we in ons dagelijks omgaan met elkaar toch min of meer hetzelfde blijven doen. Namelijk ons manifest wereldbeeld, de manier waarop we allemaal aankijken tegen onszelf en tegen andere mensen, wordt daardoor niet zo gigantisch, drastisch gewijzigd door andere theoretische concepten op tafel te smijten over, over de vrije wil. Dus wat we in de dagelijkse praktijk doen, wordt alleen maar ondersteund, verfijnd, bijgeschaafd door wat we wetenschappelijk gezien over de hersenen leren en
hoe bewust of onbewust we eigenlijk wel in de wereld staan. Om te zien van, ja, hoe onafhankelijk zijn wij ? Hoe vrij zijn wij t.o.v. een aantal factoren die ons determineren ? Genetisch, biologisch, medisch, sociaal. En hoe gaan wij daarmee om ? En hoe gaan we andere mensen beoordelen die bepaalde gedragingen stellen ? Ja, nu geef je al een aantal kenmerken aan van mens-zijn, die eigenlijk voor sommige mensen waarschijnlijk, denkers en denkstromingen ook, religieuze overtuigingen toch wel heilig zijn. Is hier niet sprake van een zekere ontheiliging ook van bijvoorbeeld, de ziel verdwijnt uit het mensbeeld, of zou kunnen verdwijnen uit het mensbeeld. Die vrije wil die verdwijnt daaruit. Verantwoordelijkheid die verdwijnt daar uit. En men kan zo verder gaan. Ja, de vraag is of die, of die vrije wil echt wel verdwijnt. Sommige mensen proberen zich van het probleem vanaf te maken door te zeggen : vrije wil is net als bewustzijn, bvb. daar wordt dat ook voor gebruikt : ‘Dat is allemaal maar een illusie. Dat is een soort van idee dat we ons voo… inbeelden om het leven dragelijk te maken.’ Net zoals andere mensen zullen zeggen : ‘Ja, die onsterfelijke ziel hebben we bedacht om, om het leven dragelijk te maken.’ Dus in dat opzicht is de wetenschap natuurlijk wel een, een soort van demythologiserend wapen, waarin een aantal intuïties die we hebben over de dingen toch niet zo simpel lijken te zijn als ze wel zijn. Maar dat geldt net zo goed voor de vrije wil als voor bvb. hoe we, hoe wij, hoe wij dingen waarnemen. De kleur bvb. of vormen, of… Het is niet iets dat daar buiten in de wereld is, maar dat zijn dingen die wij met onze hersenen construeren. En net zo is bewustzijn, of vrije wil, is iets wat wij, wat wij creëren / 4’20 als een concept waarmee wij de wereld ook te lijf gaan, onszelf beter kunnen begrijpen en omschrijven. Andere mensen beter kunnen begrijpen. Maar het is wel een constructie. *
* *
Die vrije wil is eigenlijk iets dat aangeeft dat mensen toch wel heel graag controle hebben over zichzelf, inzicht. Moet men van daar eigenlijk niet meer vertrekken ? Ook filosofisch, maar vanuit de neurowetenschappen om precies dat mens-zijn, dat functioneren van het brein en de invloeden, of de mechanismen die uitgaan van het brein op het handelen, het beslissen en het waarderen van de wereld waarin dat men leeft. Moet men niet van daaruit vertrekken ? Belangrijk is natuurlijk dat, dat ons wetenschappelijk wereldbeeld, het begrijpen van hoe het komt dat, dat iemand bvb. verslaafd raakt aan, of het nu een drug is of een gedrag, hoe het komt dat iemand opgewonden geraakt als die iets spannends meemaakt… we zeggen nu al van : ‘De adrenaline giert door onze zenuwen.’ Dat zouden we 50 jaar geleden niet gezegd hebben, want toen wisten we daar nog niets vanaf. Ondertussen begint dat door te dringen in het dagelijks taalgebruik, beginnen we beter te begrijpen wat er allemaal gebeurt. Beginnen we dus ook meer begrip te hebben voor het feit dat, om nu maar iets anders te zeggen, homoseksualiteit geen ziekte is. Wat het 100 jaar geleden wél was. Epilepsie is, is ook geen vorm van waanzin of razernij meer, maar is een neurologische afwijking die we kunnen behandelen. Dus, hoe meer we begrijpen over hoe ons gedrag gedetermineerd wordt door een aantal genetische, biologische parameters hoe beter we dat ook kunnen opvangen, daar beter mee kunnen omgaan en met meer respect voor andere mensen ook daarmee kunnen omgaan. Ja, maar tegelijkertijd krijg je toch ook, en die problematiek was hier ook aanwezig, het moeilijker worden van morele oordelen te vellen, van aan rechtspraak te doen, bvb., van schuldigen aan te wijzen precies, die verantwoordelijkheid te begrijpen die mensen toch beschouwen als een element van mens-zijn.
Dat speelt zeker een rol. En wat daar ook bij een rol speelt is van : waar trek je de grens tussen : wat is nu, bvb., pathologisch ziekelijk gedrag, agressief gedrag bepaald door een hersentumor die we ontdekken, verwijderen en dan is het gedrag weg, en wat zijn de bronnen van gewoon agressief, opstandig gedrag van, van een puber die zich verzet tegen zijn ouders ? Zonder tumor. Er liggen heel veel mogelijkheden tussenin. En zo is dat ook met vrije wil. De vrije wil van een klein kind is een andere vrije wil dan die van een volwassene. De vrije wil van een zware drugsverslaafde is iets anders dan die van een, iemand die niet verslaafd is. Dus je moet dat ook, en dat is dan ethiek, denk ik, je moet dat ook geval per geval gaan bekijken. En hoe meer we weten over, nogmaals, die biologische achtergrond, hoe beter we zullen kunnen inschatten waar bepaald gedrag vandaan komt. Zolang we dat niet weten, moeten we daar met zoveel mogelijk respect mee blijven omgaan en weten dat die dingen daar misschien wel achter zitten, maar dat we ze voorlopig nog niet kunnen onderzoeken, meten, in kaart brengen. Wat dan ook… De vrije wil, als die dan al kan gedefinieerd worden en aangeduid worden, bij een kind bvb. is anders dan die bij een volwassene. Maar de hamvraag vandaag was een beetje ook en naar de bioloog toe zeker interessant : ‘Primaten, chimpansees, hebben die zoiets als een vrije wil ?’ Wat mij als bioloog daarin interesseert is dat hetzelfde fenomeen zich speelt, dezelfde vraag speelt bij bvb. denken. Denken dieren, hé ? En je kan denken zodanig definiëren dat inderdaad alleen maar de mens denkt. En dat past natuurlijk in het straatje van mensen die vinden dat de mens het summum is van Gods schepping en zich onderscheidt van al de rest van het leven op aarde, juist door da denken. Door dat superieure denkvermogen van die gigantische hersenen. Maar je kan het ook net zo goed op een andere manier definiëren en dan bvb. als : ‘Denken is de manier waarop een organisme informatie uit de buitenwereld waarneemt, opneemt, verwerkt en op basis daarvan zijn gedrag aanpast om beter te kunnen overleven.’ Als dàt denken is dan doen zelfs heel primitieve organismen aan denken. En dan zie je ook dat daar die gradatie zit tussen heel primitief denken van misschien zelfs een bacterie op haar manier en een muis en een aap en een mens. En dat er op een gelijkaardige manier ook een soort van vrije wil misschien wel gradueel aanwezig is. En daar ligt hoogstwaarschijnlijk een van de discussiepunten over vrije wil. Een aantal dingen lijken helemaal niet vrij omdat die, ja, in ons organisme naar boven komen en die we reflexmatig haast doen. Maar die worden voor een stuk gestuurd door langere termijn bewust nadenken over het bijsturen van je eigen gedrag. Bijvoorbeeld, wij kunnen leren van minder onbeleefd te zijn in bepaalde omstandigheden om op een andere manier te reageren. Als iemand ons op een bepaalde manier bejegend. En dat soort dingen. Dat is omdat we daar reflexief mee kunnen bezig zijn en ik denk dat op dat vlak die vrije wil zich ook afspeelt. En door na te denken over wat nu juist wat beïnvloedt, ga je ook zien dat die vrije wil misschien verschillende componenten heeft en soms wat vrijer is en soms wat minder vrij. Geerdt Magiels, de vrije wil als een soort containerbegrip. Maar of we die hebben of niet is dus aan de orde op vrijdag 26 september vanaf 19h00 in VLC De Geuzetorre, Oostende. Inschrijven kan via de website van de Maakbare Mens vzw : www.demaakbaremens.org. En uw reacties kan u daarna ook kwijt op onze redactie. En die vindt via de site van de HVV : www.h-vv.be. Doorklikken als u een en ander nog eens wil beluisteren. Volgende week nemen we u mee naar het KA Tienen, want die haalden een filosoof in huis. Niemand minder dan Jean Paul Van Bendegem. En wij waren daarbij. En FS neemt ons met Fik Meyer mee naar de oudheid. Volgende week maandag meteen na de Nieuwsflash van 20h00 op Radio 1. Graag tot volgende week.