-7F DG.
Vervoer gev rIiike
1
-
-
,021
-
-
-
- -IWAW -
z
_
--
i,w
T)
T
•
jJ1JL
Vervoer gevaarlijke ffe n ra1
geregelde zaak
-
Voorwoord Het directoraat-generaal voor het Vervoer (DCV) van het ministerie van Verkeer en Waterstaat (V& W) is verantwoordeli/k voor een samenhangend verkeers- en vervoersbeleid in Nederland en voor de internationale stemming van dit b I le van he e ;e er/and a/s transport- en d,stributie/and te versterken (bereikbaarheid) en tegelikertijd otis land lee fbaar te houden. Het beleid is tevens gericht op het stimuleren van een doelrnatig openbaar vervoer en het bevorderen van een selectievergebruik van de privE-auto.
gevaarlijke stoffen, en meer in bet bi/zonder het vervoer over de weg, de binnenwateren en bet spoor. De hoofdafde!ing Gevaarli/ke Stoffen werkt binneri V&W nauw samen met onder andere het directoraat-generaal
Onderdeel van het DCV is de directie Goederenvervoer (C). Het hoofddoel van deze directie is het bevorderen van eeri oribelemmerd en efficient goederenvervoer. Coed georganiseerd verkeer en vervoer, goede bereikbaarheld over de daarbi/ behorende infrastructuur is van levensbelang voor onze economie en maatschappeli/ke processen. Echter wel zo dat de lee fbaarheid voor toekomstige genera ties gewaarborgd b/i/ft. De iirectie Goederenvervoer richt zich, a/s coordinator voor geheel V& W, vanzelfsprekend ook op de Euro pese aanpak van het vervoersbeleid. Uiteindeli/k doe/is het verwezenhi/ken van een vervoersrnarkt, zowel binnen de EG a/s daarbuiten, teneinde otize sterkte a/s het transport en distributie/and van Europa te kurinen handhaven.
Inleiding
De hoofdafde/ing Gevaarlijke Stoffen, onderdeel van de dire ctie Goederenvervoer, is verantwoorde/i/k voor bet be!eid en de coördina tie van de nationale en internationale aange!egenheden over bet vervoer van
de Ri1ks1uchtvaartdieivt De afdeling vervult tevens een (voor)trekkersrol bi/ de be/eidsontwikkeling en -uitvoering voor de externe veiligheid op transportgebied. Zi/ is verantwoorde/i,k voor een zorgvuldige aIweging van economische, veiligheids- en milieu-aspecten op de betrokken be!eidsterreinen.
De samenleving heeft chemische producten nodig. Een aantal grondstof(en, halifabrika ten en eindproducten van de chemische industrie va!t onder de categorie gevaarli/ke stofferi. Dat betekent dat ook aan het vervoer van deze stoffen risico's verbonden zi/n. Toch gebeuren er we/fig onge!ukken bi/ het vervoer van gevaar!i/ke stoffen. Dit komt door de grote zorg waarmee bet gevaarli/ke stoffenvervoer omgeven is. Deze brochure schetst een algemeen bee/d over bet vervoer van gevaarli/ke stoffen over de weg, per spoor, de binnenvaart, per (over) zee (schip) en door de lucht. Onderwerpen a/s "wat zi/n gevaar!i/ke stoffen ", de rege/geving rond het vervoer van gevaar/i/ke stof fen, vakbekwaamheid en risico-normering zullen aan de orde komen.
Wat zijn gevaarlijke stoffen? In de totale goederenstroom is het vervoer van gevaarlijke stoffen met speciale zorg omgeven. Cevaarlijke stoffen zijn stoffen die, gezien hun erd, schade kunnen aanrichten aan mens, goed en aan het milieu. Het gaat daarbij om stoffen die bijvoorbeeld explosief, giftig, bijtend of brandbaar zijn. Gevaarlijke stoffen worden onderverdeeld in 9 gevarenklassen. Het vervoer van gevaarlijke stoffen is onvermijdelijk omdat onze samenleving gevaarlijke stoffen nodig heeft als basis voor veel produkten. Benzine, bijvoorbeeld, wordt van de raffinaderijen naar de benzinestations vervoerd. Maar ook de zuurstof die in ziekenhuizen gebruikt wordt, is bij vervoer een gevaarlijke stof. oorbeeldeI van ,vaarfijke stoffen lasSe 1
vuUrWe muflitie
dasse 2 : LPG s puitbU5t) kas5e 3 : benZ%fle klasse 41 fi'ms, juciters ktasse 4.2: vlsmeel, oliehoude katoeflal fostor kiasSe 4.3: zinkstof , bepaade ertspr0dkte1 roxide kasse 5.1: c hlocirbleekmid del kunsthars kasSe 5.2: en bestrildingsmiddet kIasse 6.11 injectlenaen (gebrut kasSe 6.2 kernafVa ktasse 7 : zwavelZuut, chlOOt kasse 8 : lithiumbatterijen. Idasse 9 : noodgen VOOt l t egtUgen. asbest
Regelgeving Er gebeuren betrekkelijk weinig ongelukken met gevaarlijke stoffen. TaP van voorschriften voor dit vervoer en een scherpe controle op de naleving van deze voorschriften dragen hiertoe bij. Het vervoer van gevaarlijke stoffen geschiedt met veel zorg en aandacht zodat een zo groot mogeIijke veiligheid wordt bereikt. Voor het vervoer van gevaarlijke stoffen gelden stringente veiligheidsvoorschriften. Deze voorschriften betreffen o.a. de verpakking van de stoffen, de etikettering, de vakbekwaamheid, de uitrusting van het vervoermiddel en of stoffen wel of niet vervoerd mogen worden. De basis voor deze voorschriften wordt voor een groot
-
—; 0 U
0
J9
ci
-
2!
- E2 0n
c
W0b
;o 2 -
)
U
0
•
.19
0b
0
ci
• •
0cii Li
t
-°
>0cc 00 oci
z
0
> CO
>
C
E
-
o..
->
ci
<2 o
-
—
ii c
cc
cc
U
lx
cc
ci
:OO O 0
iC
52ci
-
>C
3t
U
C
—o
.
.
in het schema staat aangegeven welke regelgeving voor welke vervoerstak van toepassing is.
Verklarende woordenhiist schema:
ADR:
Europese Overeenkomst betreffende het internationale vervoer van gevaarlijke goederen iangs de weg.
VLG:
Reglement vervoer over land van gevaarlijke stoffen
ADNR: Reglement voor het vervoer van gevaariijke stoffen over de Rijn VBG:
Reglement vervoer over de beinenwateren van gevaarfijke stoffen.
RID:
Reglement betreffende het internationale spoorwegvervoer van gevaarlijke goederen.
VSG:
Reglement vervoer over de spoorweg van gevaarlijke stoffen.
deel gelegd door experts bij de Verenigde Naties (VN) in Genève die aanbevelingen doen voor het vervoer van gevaarlijke stoffen. Deze worden overgenomen in de internationale regeJgeving van de verschillende vervoersmodaliteiten. Er vindt regelmatig (internationaal en nationaal) overteg plaats om de regelgeving zoveel mogelijk op elkaar af te stemmeri en aari te passen aan nieuwe ontwikkelingen. Zo is de indeling in gevarenklassen en de verpakking van stoffen wereldwijd geharmoniseerd. Daar waar noodzakelijk worden bestaande regels aangescherpt. De internationale regels zijn ook van toepassing op het nationale vervoer van gevaarlijke stoffen. Voor Nederlands grondgebied gelden daarnaast nog een aantal aanvullende voorschriften. De Wet Gevaarlijke Stoffen is de wettelijke basis voor regelgeving voor het vervoer over de weg, per spoor en over de binnenwateren. Deze zal vermoedelijk in de tweede helft van 1995 vervangen worden door de Wet Vervoer Gevaarlijke Stoffen (WVGS). De internationale regels voor het vervoer over de weg, het spoor en de binnenwateren zijn respectievelijk gebaseerd op de volgende verdragen: ADR (Europese Overeenkomst betreffende het internationale vervoer van gevaarlijke goederen langs de weg), COTIF (Verdrag betreffende het internationale spoorwegvervoer), de Akte van Mannheim. Voor het zeevervoer zijn de internationaal overeengekomen veiligheidsvoorschriften gebaseerd op het SOLAS Verdrag (Safety of Life at Sea). De nationale regels zijn opgenomen in de -
-
-
-
®
Schepenwet en de uitvoeringsbesluiten daaan. Voor stoffen die schadelijk zijn voor het maritieme milieu zijn de interriationale afspraken vastgelegd in het MARPOL verdrag en de annexen bij dit verdrag. In dit verd rag worden de voorschriften voor olie, schadelijke stoffen in bulk en in verpakte vorm vastgelegd. Nationaal zijn deze regels opgenornen in de Wet Voorkoming Verontreiniging door Schepen (WVVS). Het vervoer van gevaarlijke stoffen door de lucht is gebaseerd op het internationale verdrag van Chicago en nationaal geregeld in de Luchtvaartwet.
Naleving Dagelijks worden er controles gehouden door de Rijksverkeersinspectie van het Ministerie van Verkeer en Waterstaat om te zorgen dat de regels voor een veilig vervoer van gevaarlijke stoffen worden riageleeld. Voldoet een transport niet aan de voorschriften dan wordt gewaarschuwd of een proces-verbaal opgemaakt. Een flinke geldboete of zelfs gevangenisstraf kunnen het gevolg zijn. Onidat veiligheid vôOr alles gaat wordt het betreffende transport door de RVI stopgezet tot alle onvolkomenheden verholpen zijn en aan alle voorschriften is voldaan.
Risico-beheersing Voor het vervoer van gevaarlijke stoffen geldt dus een groot aantal wettelijke voorschriften orn het vervoer zo veilig mogelijk te laten plaats-
S S
vinden. Het vervoer van gevaarlijke stoffen vindt tussen het normale verkeer plaats. Toch zijn verkeersongevallen, waarbij bijvoorbeeld aan de tanks met gevaarlijke stoffen grote schade wordt toegebracht, niet uitgesloten. De schade kan hierbij zo ernstig zijn dat de vervoerde stoffen vrijkomen met schadelijke effecten voor de onigeving. Zo bestaat een kleine kans dat bij zo'n ongeluk dodehjke slachtoffers vallen. Om dit risico te inventariseren worden voor woongebieden waarlangs gevaarlijke stoffen vervoerd worden analyses uitgevoerd. Aan de hand van toetsingen wordt nagegaan of er maatregelen moeten worden genomen, zoals het omleiden van bepaalde tanktransporten, voor bijvoorbeeld LPG of ammoniak. Vaak kan het nemen van verkeersmaatregelen al voldoende zijn cm de veiligheid te bevorderen. Risico-analyse is een manier cm het vervoer van gevaarlijke stoffen te beoordelen in relatie met de omgeving.
Vakbekwaamheid k
o
°
lKensis
Ter vergroting van de kennis omtrent gevaarlijke stoffen en de toepassing van de voorschriften zijn er regels voor de vakbekwaamheid van de bestuurder die gevaarlijke stoffen vervoert. Deze moet in het bezit zijn van het ADR vakbekwaamheids-certificaat. Het examen hiervoor bestaat uit eec mondeling en een schriftelijk gedeelte. Het certificaat heeft een geldigheidsduur van 5 jaar. Daarna moet een praktijkgerichte herhalingstoets worden afgelegd. NS leidt zijn personeel op door middel van een computergestuurd opleidingsprogramma.
S S S
Chemokar: Uit oogpunt van het milieu moet afval zoveel mogelik worden gescheiden. Dit geldt niet alleen voor bedri/fsaIval, maar ook voor het alval dat afkomstig is van huishoudens. De GET-container bivoorbeeld is in veel huishoudens al niet meer weg te denken. Maar wat te doen met al het gevaarlifk huishoude!ik atval, zoals batten/en, accu's, spuitbussen, motorolie en dergeli/ke stoffen? Gezien de aard van deze stoffen moet dit alval gescheiden worden van het gewone afval. Zo is destijds de chemokar in het leven geroepen, waar al het gevaarli/ke alval afkomstig van huishoudens kan worden aangeboden. Voor het ten vervoer aanbieden en het vervoeren van dit afval is in 1994 door Verkeer en Waterstaat een (nieuwe) regeling gemaakt. De voorschriften die van toepassing zi/n op o.a. de aanbieder van het afval, het voertuig, de elementen die in het voertuig zi/n gep!aatst en de begeleider van een chemokar (degene die het alval aanneemt) zi/n in deze regeling omschreven. Zo wordt geeist dat de begeleider vakbekwaam moet zi/n. Behalve het ADR-vakbekwaamheidscertificaat moet hi/ een aantekening hebben vervoer gevaarlik afval'. Hiervoor is in 1994 door de CCV (instantie die is aangewezen voor het afnemen van het examen) een speciaal examen ontworpen, dat is goedgekeurd door het ministenie van Verkeer en Wa terstaa t.
Als een examen met goed gevoig is afgelegd wordt daarvan een aantekening gemaakt in het personeelsdossier. Na vijf jaar moet een herhaIingstoets worden afgelegd. Een schipper die gevaarlijke stoffen vervoert moet door middel van een examen hebben aangetoond over voldoende kennis van het ADNR te beschikken. Dit bewijs van kennis (ADNR-certificaat) moet iedere vijf jaar worden verlengd. Hiertoe worden herhalingscursussen gegeven. Vanaf 1995 wordt de opleiding uitgebreid met een verplicht praktijk gedeelte, zoals het omgaan met brandblusmiddden en persoonlijke beschermingsmiddelen die in geval van een incident nodig kunnen zijn. Naast het basis ADNRcertificaat" zijn vanaf 1 januari 1998 voor het vervoer van gas en chemicaliën aanvullende certificaten vereist.
ii
I I
Voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de zee gelden geen aparte op!eidingseisen. Het vervoer van gevaarlijke stoffen zit standaard in de opleiding van de maritiem officier. Maritiem officieren (o.a. kapiteins, le stuurlieden, hoofd- en tweede werktuigkuridigen) die betrokken zijn bij de Iadingbehandeling aan boord van olie-, chemicaliën- of gastankers moeten een aparte opleiding van een week volgen. Voor deze cursus wordt een apart certificaat afgegeven. Na 5 jaar moet het vaarbevoegdheidsbewijs worden verlengd. Dit gebeurt automatisch als de maritiem officier kan aantonen dat hij minimaal 1 jaar van deze periode gevaren heeft.
f
lat
lmi
41
Voor het vervoer van gevaarlijke stoffen door de Iucht geldt dat iedereen die bij het vervoer van gevaarlijke stoffen betrokken is, moet zijn opgeleid. Particulieren en bedrijven die een gevaarlijke stof door de Iucht willen laten vervoeren kunnen dit laten doen door bedrijven die hierin gespecialiseerd zijn. Zij zijn op de hoogte van de regelgeving rondom het vervoer van gevaarlijke stoffen. Eeri bedrijf dat gevaarlijke stoffen voor het vervoer door de Iucht aanbiedt moet kunnen aanton en over voldoende personeel te beschikken dat met goed gevoig geslaagd is voor het RLD-examen. Daarna moeten deze opgeleide personen iedere 18 maanden een herhalingstoets ondergaan.
Gevaarlijke stoffen: herkenbaar onderweg Iran
c'
in the
—
r
oo
JM -
-
-
Naast uitgebreide technische eisen voor verpakkingen en tanks zijn er ook voorschriften voor de buitenkant van een voertuig of verpakking waarin gevaarlijke stoffen worden vervoerd. Dit is om te zorgen dat een gevaarlijke stoffenvervoer als zodanig wordt herkend door controleurs en huipdiensten. Zo moeten bijvoorbeeld tankwagens die gevaarIijke stoffen vervoeren aan de voor- en achterzijde, en soms ook aan de zijkanten, gekenmerkt zijn door oranje borden en veelal voorzien zijn van gevaarseti kette n. De bovenste heift van het oranje bord bestaat uit twee of drie cijfers die de gevaarkenmerken van de stof aangeven. Het cijfer 3 staat bijvoorbeeld voor brandbare vloeistof.
/\
RADMACIM
IA
,
\
/
3 .3 10 88d
X>,
Het tweede en eventueel derde cijfer van dit gedeelte van het bord geven het bijkomende gevaar aan. Een verdubbeling van het cijfer (bijvoorbeeld 33) geeft aan dat het hier om een zeer brandbare stof (bijvoorbeeld benzine) gaat. Als er geen bijkomend gevaar is staat er een 0 achter het eerste cijfer, als de stof niet in aanraking mag komen met water staat er een X voor het cijfer. De onderste heift van het oranje bord geeft het stofidentificatienummer (VN nummer) aan. De VN hebben hiertoe stoffenlijsten opgesteld. De oranje borden hebben een waarschuwingsfunktie en geven informatie voor een adequate hulpverlening bij ongevallen. Met de informatie van de oranje borden kan de brandweer in een handboek de juiste bestrijdingswijzen opzoeken. Ook spoorwagens moeten aan beide zijden voorzien zijn van oranje borden en gevaarsetiketten. Keteiwagens die vloeibaar gemaakte gassen vervoeren zijn te herkennen aan de oranje band die over de wagen loopt. Voor de binnenvaart schrijft de vervoersreglementering voor dat een schip dat gevaarlijke stoffen vervoert, afhankelijk van de stof en de hoeveelheid daarvan, één tot maximaal drie blauwe kegels zichtbaar rondom moet voeren. 's Nachts worden deze kegels vervangen door blauwe lampen. Bij het varen op binnenwateren voeren zeeschepen die gevaarlijke stoffen vervoeren, aan bakboord een rode vlag en s nachts een rode lamp. Gevaarlijke stoffen die door de lucht vervoerd worden hebben aHeen gevaarsaanduidingen op de verpakking. Verpakkingen moeten aan de buitenzijde ook voorzien zijn van UN-nummer en etiketten.
-
Verschillende eisen
I! — ;I
De verpakkcngen, tankwagens, tarikschepen en tankcontainers voor gevaarlijke stoffen moeten ultvoerlg woroen oeproera vooroat zij voor net vervoer worden toegelateri. Daarna moet regelmatig herkeuring plaatsvinden om te zien of er nog steeds aan alle veiligheidsvoorschriften wordt voldaan. hit voorzorg rnoeten bij het vervoer van gevaar Iijke stoffen vaak beschermingsmiddelen zoals brandblussers en zuurstofmaskers in het vervoermiddel aanwezig zijn.
Routering Voor het wegvervoer kunnen gemeenteri voor bepaalde gevaarlijke stofferi een verplichte route aanwijzen. Dit betreft de zogenaamde routeplichtige stoffen zoals LPG. Criteria voor routering zijn de kwaliteit van de infrastructuur, de gevaarseigenschappen van de stof, de bebouwing en de natuur, Het Ministerie van Verkeer en Waterstaat heeft voor gemeenten een speciale brochure gemaakt over de wijze waarop zij de routeringsregeling voor het gevaarlijke stoffenvervoer kunnen toepassen
Tunnels Niet alle gevaarlijke stoffen mogen door tunnels vervoerd worden. In de regelgeving staat omschreven welke stoffen door tunnels vervoerd
-
- LLI1TILI L
mogen worden. Tunnels zijn ingedeeld in twee categorieen (Categorie I en Categorie II). Of een gevaarlijke stof door een tunnel mag is afhankelijk van de categorie van de tunnel. Een speciale brochure voor het vervoer van gevaarlijke stoffen door de Drechttunnel is verkrijgbaar.
Verkeersmaatregelen
#
k
Voor het spoorvervoer en de binnenvaart zijn een aantal extra verkeersmaatregelen genomen. Zo zijn er regels voor de treinsamenstelling en voor de sneiheden waarmee een trein met sommige gevaarlijke stoffen mag rijden. Met een chloortrein wordt zo veel mogelijk s nachts gereden en met maar 65 km per uur volgeris een stipte dienstregeling. Op een aantal plaatsen langs ons binnenlandse vaarwegennet zijn verkeersposten ingericht die een viotte en veilige verkeersafwikkeling bevorderen. Bij het schutten van sluizen wordt steeds speciale aandacht gegeven aan schepen met gevaarlijke stoffen.
Het transportmiddel: 1 n keuze WEG Dagelijks zien we vrachtautos met oranje borden in het verkeer. Voor dit gevaarlijke stoffenvervoer over de weg bestaan een aantal speciale verkeersvoorschriften en borden. De meest algemene regel betreft de verplichting om de bebouwde kom te mijden. De vrachtautos beladen met de meest risicovolle
a
Th—J stoffen moeten vaak een speciale route volgen. Hiervoor bestaat een aparte lijst van routeplichtige stoffen. Ook voor stoffen die niet door tunnels mogen worden vervoerd bestaat een lijst. Bij bepaalde weersomstandigheden worden een aantal extra beperkingen gesteld aan het vervoer over de weg. In geval van mist of gladheid geldt vaak een verbod om te vervoeren. Voordeel van het vervoer over de weg is dat het transport van deur tot deur kan plaatsvinden (voor- en natransport zijn niet nodig).
SPOOR
rLi
Het goederenvervoer en dus ook het vervoer van gevaarlijke stoffen per spoor vindt voornamelijk 's nachts plaats omdat het railnet overdag en s avonds overbezet is door het personenvervoer. J!t oogpunt van veiligheid is het een voordeel dat de trein over een eigen weg beschikt die zij cbehalve op overwegen) niet met andere weggebruikers hoeft te delen. Een spooreigen voorschrift is dat spoorwagens met ontploffingsgevaarlijke stoffen moeten worden gescheiden van spoorwagens beladen met andere gevaarlijke stoffen. Dit gebeurt door zogenaamde schutwagens'(dit zijn wagens die onbeladen zijn of beladen met ongevaarlijke stoffen).
BINNENVAART Op de waterwegen is er nog ruimte voor uitbreiding van de vervoerscapaciteit. Schepen beladen met gevaarlijke stoffen zijn verplicht zich te melden bij de verkeersposten. Voor deze scheperi zijn speciale Iigplaatsen beschikbaar
S S
RAMALIM
/
ilL.
_F
waar zij ook bij minder gunstige weersomstandigheden kunnen aanleggen. Bij het schutten van sluizen wordt steeds speciale aandacht gegeven aan gevaarlijke toffen schepen Voordeel van net vervoer over water is dat binnenschepen relatief weinig brandstof verbruiken en grotendeels gebruik kunnen maken van de reeds van nature aanwezige infrastructuur. ZEE
-
Een zeeschip kan enorme hoeveelheden aan lading vervoeren. Als een schip gevaarlijke stoffen wit vervoeren moet het aan speciale eisen voldoen. ledere vijf jaar wordt een schip herkeurd en om de 2 jaar krijgt het een uitwendige keuring. Per produkt wordt gekeken of het schip geschikt is voor transport. Daarnaast is voorgeschreven dat de gevaarlijke stoffen op de juiste plaats in het schip vervoerd worden. Er zijn stoffen die alleen bovendeks vervoerd mogen worden; zeer giftige stoffen, stoffen die gemakkelijk brand veroorzaken of stoffen die het scheepsstaal kunneri intasten. )m zeeverontreiniging te voorkomen is naast en aantal regels voor een veilige vaart ook een ,root aantal milieuvoorschriften van toepassing. LUCHTVAART Het vervoer door de lucht heeft een aantal overeenkomsten met de overige vervoersmodaliteiten, loch gelden voor het vervoer door de lucht van gevaarlijke stoffen een extra aantal beperkingen. Het luchtvoertuig is veel kwetsbaarder dan
_J -
J—J
8
andere voer- of vaartuigen en daardoor kan een geniaakte fout veel eerder leiden tot een grote ramp. Door decompressie kunnen verpakkingen bezwijken. Als deze verpakkingen salpeterzuur bevatten, kan dat desastreuze gevolgen hebben voor het vliegtuig omdat salpeterzuur het aluminium van het vliegtuig aarttast. Het gevoig van deze kwetsbaarheid is dat een groot aantal stoffen niet door de Iucht vervoerd mag worden en dat de toegestane hoeveelheden veel Weiner zijn dan bij de andere vervoerstakken. In de luchtvaart wordt 40% van de incidenten met gevaarlijke stoffen veroorzaakt door gevaarIijke stoffen in de passagiersruimte Zelfs aanstekers kunnen al problemen veroorzaken. Daarom zijn vooral de campingvluchten een bron van aandacht. Het Iuchtvervoer is relatief duur. Voordeel van het Iuchtvervoer is dat het snel gaat.
q Voor verdere informatie kunt u terecht bij onderstaande adressen:
Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal voor het Vervoer (DGV) Hoofdafdeling Gevaarlijke Stoffen Plesmanweg 1-6 Postbus 20901 2500 EX Den Haag Tel. 070 3517014 Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal Scheepvaart en Mahtieme Zaken (DGSM) Afdelirig Milieu en Ladingszaken Bordewijkstraat 4 Postbus 5817 2280 HV Rijswijk Tel. 070 3955555 Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijksluchtvaartdienst (RLD) Saturnusstraat 71 Postbus 575 2130 AN Hoofddorp Tel. 023 5663131 Ministerie van Verkeer en Waterstaat Rijksverkeersinspectie (RVI) Koninginnegracht 21 Postbus 10700 2500 HS Den Haag Tel. 070 3307777
"N ' i -
I I
Lijst van verkrijgbare folders: Drechttunnel en gevaarlijke stoffen Het nieuwe ADNR Routering gevaarlijke stoffen, overwegingen voor gemeenten Telematica, telematicaproef gevaarlijke stoffen succesvol
Colofon Dit is een uitgave van Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat-Generaal voor het Vervoer Postbus 20901 2500 EX Den Haag
vormgeving: Grafisch ontwerpburo Driek Drost, Zevenhuizen
Nt
oloo ppp-
.001000111.