! _^M^NT£go_STERHOUT I
;
- 3 JUNI 2009 f i o ^ g z l Inspectie Openbare Orde en Veiligheid
o u w a W 1-£c\s
fAinisterie van BirmenlandseZaken en Konmkrijksrelaties
> Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Inspectie OOV J. van Stolberglaan 148 2595 CL Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag www.ioov.nl Contactpersoon B.P. van Dam T (070) 426 6261
[email protected]
Kenmerk 2009-0000287251
Datum 27 mei 2009 Betreft Inspectie OOV Tussenrapportage 'Rampenbestrijding op orde'
Bijlagen 2
Geachte heer/mevrouw, Onlangs ontving u de Tussenrapportage 'Rampenbestrijding op orde' van de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid. Per abuis ontbrak de laatste pagina van de aanbiedingsbrief. Bijgevoegd stuur ik u nu de complete aanbiedingsbrief en de reactie van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties op dit inspectierapport. Mijn excuses voor het ongemak.
Met vriendelijke groet,
HET HOOFD VAN DE INSPECTIE OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID,
HJ.I.M. de Ro6i
Pagina 1 van 1
Inspectie Openbare Orde en Veiligheid Ministerievan BinnenlandseZaken en Konmkrijksrelaties
> Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag Inspectie OOV
Aan geadresseerde J. van Stolberglaan 148 2595 CL Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag www.ioov.nl Contactpersoon B.P. van Dam T (070) 426 6261
[email protected]
Kenmerk
2009-0000216276
Datum 28 april 2009 Betreft Inspectie OOV Tussenrapportage 'Rampenbestrijding op orde'
Bijlagen 2
Geachte heer/mevrouw, Onlangs heeft de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (Inspectie OOV) haar tussenrapportage 'Rampenbestrijding op orde' uitgebracht. Deze heb ik recent aan de Tweede Kamer aangeboden. Bijgevoegd bied ik u de tussenrapportage 'Rampenbestrijding op orde', mijn reactie en de regiobeelden aan. In 2008 heb ik aangegeven dat de rampenbestrijding begin 2010 op orde moet zijn en dat de veiligheidsregio's dan minimaal moeten voldoen aan de basisvereisten crisismanagement uit het (concept) Besluit veiligheidsregio's. De Inspectie OOV houdt toezicht op de (voorbereiding op de) rampenbestrijding en onderzoekt hoe de regio's er voor staan. Landelijk beeld In de tussenrapportage geeft de Inspectie OOV voor de derde keer een beeld van de (voorbereiding van) de rampenbestrijding door de regio's. De tussenrapportage is gebaseerd op de bevindingen van de Inspectie OOV uit de nulmetingen 'risicoprofielen en bovenregionale samenwerking', de nulmeting 'multidisciplinair opleiden en oefenen', ADR-toetsing rampenbestrijding (20032008), monitoring van de regio's en praktijktoetsen (nu 17 van de 25 regio's) in het kadervan RADAR1 (sinds 2008). • Risicoprofielen en bovenregionale samenwerking Uit de nulmeting 'risicoprofielen en bovenregionale samenwerking' blijkt dat de regionale beheersplannen over het algemeen goed op orde zijn. De regio's hebben een goede uitgangspositie om te komen tot een nieuw regionaal beleidsplan volgens de (concept) Wet veiligheidsregio's. De actualiteit van de risicoprofielen, de beschrijving van bovenregionale risico's en het maken van afspraken over bovenregionale samenwerking zijn belangrijke aandachtspunten. Aangezien de operationele prestaties voor het beheersen van de vastgestelde risico's altijd de eigen capaciteit overstijgen, zijn bovenregionale afspraken noodzakelijk. Bovendien betrekken regio's bij de totstandkoming van het regionaal beleidsplan vaak niet alle benodigde partners. ' RADAR: RAmpenbestrijding
DoorlichtingsARrangement. Pagina 1 van 3
• Multidisdplinair opleiden en oefenen Uit de nulmetJng van het stelsei 'multidisdplinair opleiden en oefenen' blijkt dat dlt bij de veillgheidsregio's nog niet optimaal functioneert. De Inspectie OOV ziet voldoende mogelijkheden voor verbetering. Met enkele, overwegend kleine stappen is dlt stelsei in korte tijd sterk te verbeteren. Aandadit verdienen de uitweridng van een aantal onderwerpen in het opleidings- en oefen(beleids)plan, het betrekken van de gemeenten bij de planvorming en het (opnieuw) bestuuriijk vaststellen van dat plan. Alle veillgheidsregio's moeten hun administratieve organisatie op orde brengen, zodat op eenvoudige wijze (minimaal kwantitatief) per sleutelfunctionaris informatie beschikbaar is over zijn (basis)opleiding, bijscholing en (oefen)ervaringen. Oefenen heeft alleen zin als er wordt geevalueerd en dat gebeurt nog niet met alle oefeningen (en inzetten). De Inspectie OOV is van mening dat de regio's op dit punt met relatief beperkte middelen grote winst kunnen behalen.
a april 2009
* " " * 2oo»-oooo2i6276
• Samenstelling hoofdstructuur rampenbestrijding Wat betreft de samenstelling van het GBT wordt al aan de basisvereisten voldaan. Met uitzondering van de invulling van de functie van de informatiemanager geldt dat ook voor het ROT en het CoPI. Naast het ontbreken van informatiemanagers vormen de onvolledige invulling van het team Bevolkingszorg en het ontbreken van de burgemeesters van bran- en effectgemeenten in het RBT knelpunten. Volgens de Inspectie OOV moeten de regio's in staat zijn de hoofdstructuur van de rampenbestrijding nog voor 2010 in overeenstemming te brengen met de basisvereisten. • Opkomsttijden hoofdstructuur rampenbestrijding Bij de simuiaties en praktijktoetsen bleek in 4 0 % van de gevallen de voorgeschreven opkomsttijd niet te worden gehaald. Belangrijkste oorzaken zijn het vaak nog ontbreken van een mandaat om op meldkamemiveau op te schalen en een gebrekkige, of zelfs ontbrekende, automatisering van de alarmering. Volgens de Inspectie OOV zijn de regio's in staat om de opkomstprestaties van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding nog in 2009 in overeenstemming te brengen met de basisvereisten. • Gemeentetijke rampenbestrijdingsprocessen De Inspectie OOV ziet het afgeiopen jaar een duidelijke inhaalslag bij de gemeenten. Niettemin tonen de prestaties van de verschiilende gemeenten aanzienlijke verschillen, bijvoorbeeld op het punt van de samenstelling en inbedding van het Team bevolkingszorg. Niet in alle gevallen wordt voldaan aan de opkomsteisen. De Inspectie OOV verwacht dat de gemeenteiijke processen eind 2009 op het niveau kunnen zijn dat is voorgeschreven in de basisvereisten voor de uitvoerende diensten. • Informatiemanagement De functie van informatiemanager is slechts in een enkele regio ingevuld. De Inspectie OOV is van oordeel dat het voor alle regio's haalbaar is nog in 2009 de functie van informatiemanager in te vullen bij de verschiilende onderdelen van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding. Pagina 2 van 3
Datum
Vrijwel geen enkele regio slaagt er in urgente gegevens binnen tien minuten te verwerken in het totaalbeeld van een ramp of calamiteit. Slechts enkele regio's _ i
i_
-i
,.
i. •
i- • * _ . . .
_.
J . . 1 . - I -
maken gebruik van een netcentnsch informatiesysteem en dat gebruik is bovendien (nog) niet probleemloos. De Inspectie OOV venvacht dat eind 2009 slechts enkele regio's aan de norm van tijdige verwerking van gegevens kunnen voldoen. Vervolg Op basis van deze tussenrapportage krijgen veiligheidsregio's inzicht in hoe zij er op dit moment voor staan en wat er nog nodig is om de rampenbestrijding begin 2010 in ieder geval in de kern op orde te hebben. De Inspectie OOV concludeert dat met name informatiemanagement extra aandacht behoeft. Er is geconstateerd dat de regio's al de nodige inzet hebben getoond om de kwaliteit van de rampenbestrijding en crisisbeheersing te verbeteren. De Inspectie OOV acht de regio's ertoe in staat om op veel punten nog de nodige verbetering door te zetten. De Inspectie blijft de voortgang van de regio's monitoren. De bevindingen worden begin 2010 betrokken bij de eindrapportage 'Rampenbestrijding op orde'.
Voor nadere informatie over dit onderzoek kunt u contact opnemen met de heer B.P. van Dam (via 070-426 7343). Via die weg kunt u tevens extra exemplaren van het rapport opvragen. Het rapport is ook te downloaden via de website van de Inspectie OOV, www.ioov.nl.
Met vriendelijke groet, HET HOOFD VAN DE INSPECTIE OPENBARE ORDE EN VEILIGHEID, Voor deze, Lid MT- in portefeuille Rampenbestrijding/Crisisbeheersing,
28 april 2009
Kenmerk 2009-0000216276
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaries
> Retouradres Postbus 20011 2500 EA Den Haag
Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
dtrectoraat-generaal Veiligheid programma Veiligheidsregio's Schedeldoekshaven 200 2511 EZ Den Haag Postbus 20011 2500 EA Den Haag www.minbzk.nl Contactpersoon S.W. de Lange en J. Lok T 070 426 6484
[email protected]
Datum 23 februari 2009 Betreft Bestuuiiijke Rapportage Rampenbestrijding en Crisisbeheersing (BRRC) 2008 en tussenrapportage 'Rampenbestrijding op Orde' Inspectie OOV
Kenmerk 2008-0000603875
Bijlagen
1
Hierbij stuur ik u, conform artikel lOf van de Wet rampen en zware ongevallen (Wrzo), mijn rapportage over de voorbereiding op de rampenbestrijding en crisisbeheersing door de veiligheidsregio's (i.o.) in de periode van 1 juli 2007 tot 1 juli 2008. Ik baseer mijn rapportage op de bevindingen die de Commissarissen van de Koningin mij melden. Tevens bied ik u hierbij de tussenrapportage "Rampenbestrijding op Orde' (bijlage) van de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid (Inspectie OOV) aan. Stand van zaken m e t betrekking tot de rampenbestrijding Hieronder geef ik de belangrijkste bevindingen van de Commissarissen van de Koningin en van de Inspectie OOV weer. Het gaat hier met name om de vorming van de veiligheidsregio's, de zorgvraag versus het zorgaanbod, het multidisciplinair opleiden en oefenen, de opkomsttijden tijdens opschaling en gemeentelijke processen en tenslotte het informatiemanagement. Hieruit trek ik vervolgens mijn conclusies. Vorming veiligheidsregio's Alle Commissarissen zijn te spreken over de inzet van de veiligheidsregio's en partners. De regio's onderkennen het belang van regionale beheersplannen en steken veel tijd in actualisering. Sommige regio's werken al toe naar de komst van het regionaal crisisplan, op basis van het wetsvoorstel Veiligheidsregio's. Daarnaast vindt de vorming van veiligheidsbureaus plaats. De regio's zijn bezig met de praktische uitwerking en de uitvoering van beleid ten aanzien van de netwerkorganisatie en samenwerking met andere hulpverleningsdiensten. Een enkele veiligheidsregio slaagt er nog onvoldoende in om alle crisispartners te betrekken bij het regionale proces van voorbereiding, besluitvorming en uitvoering. Sommige gemeenten stellen zich afwachtend op bij de actualisatie van de gemeentelijke rampenplannen vanwege onduidelijkheid over invoering van het wetsvoorstel Veiligheidsregio's, waarmee deze crisisplanvorming naar regionaal niveau zal worden getild. De Inspectie OOV stelt vast dat bij de totstandkoming van plannen de regio's niet altijd de benodigde partners betrekken. Klassieke partners worden niet altijd betrokken, nieuwe partners (als waterschappen en energieleveranciers) worden Pagina 1 van 3
nauwelijks betrokken. De inhoud van de regionaie beheersplannen is echter over het algemeen goed op orde. Het risicoprofiel, dat mede als basis dient voor het beheersplan, is in een aantal gevallen wel gedateerd. Daarnaast vormt het maken van afspraken over bovenregionale samenwerking een punt van aandacht.
Datum 23 februari 2009
Kenmerk 2008-0000603875
Zorgvraag versus zorgaanbod Er is volgens de Commissarissen nog veel discussie en onzekerheid in de regio's over de afstemming van de zorgvraag en het zorgaanbod voor grootschalige rampen en crises. Beleid is gericht op het inzichtelijk maken van de kwaliteit en kwantiteit van de hulpvraag voortkomend uit het risicoprofiel. Het widen afstemmen van de hulpcapaciteit van de hulpverleningsdiensten op de maximale zorgvraag is echter niet realistisch. Duidelijk is ook dat bij grotere ongevallen en rampen de regionaie organisatie snel overvraagd zal worden en bijstand van buurregio's en andere diensten en organisaties voorbereid dient te worden. Multidisciplinair opleiden en oefenen De Inspectie OOV meldt dat in een aantal regio's het opleidings- en oefenbeleidsplan niet voldoet. De hoeveelheid grootschalige multidisciplinaire oefeningen en inzetten in de regio's is over het algemeen weliswaar voldoende, echter aan de uitkomsten van evaluates van de oefeningen wordt onvoldoende gevolg gegeven. De Inspectie OOV heeft in algemene zin vastgesteld dat de veiligheidsregio's met name de administratieve organisatie ten aanzien van het oefenen en opleiden op orde moeten brengen. Opkomsttijden tijdens opschaling en gemeentelijke processen Bij simulaties en praktijktoetsen van de regio's bieek in een aantal gevallen de voorgeschreven opkomsttijd niet te worden gehaald. Belangrijkste oorzaken zijn het vaak nog ontbreken van een mandaat om op meldkamerniveau op te schalen en een gebrekkige automatisering van de alarmering. Bij de gemeenten heeft de Inspectie OOV het afgelopen jaar een duidelijke inhaalslag waargenomen, ook al tonen de prestaties van de gemeenten nog aanzienlijke verschillen. Zo wordt nog niet in aile gevallen voldaan aan de opkomsteisen van de gemeentelijke teams. Desalniettemin acht de Inspectie OOV de regio's en gemeenten in staat om de samenstelling van de hoofdstructuur van de rampenbestrijding, de opkomsttijden van de functionarissen en de gemeentelijke rampenbestrijdingsprocessen nog voor 2010 in te richten in overeenstemming met de basisvereisten zoals die in het conceptbesluit Veiligheidsregio's staan. Informatiemanagement Volgens een aantal Commissarissen zijn in de regio's positieve ervaringen opgedaan met de toepassing van netcentrisch werken en het daarbij ingezette crisismanagement systeem. Slechts enkele regio's zijn in een vergevorderd stadium met de implementatie van de netcentrische werkwijze en een geautomatiseerd crisisinformatie management systeem. Daarbij zijn met name de organisatorische aspecten van belang, die hierbij worden ondersteund door techniek. De Inspectie OOV constateert echter dat in de meeste onderzochte regio's nog te weinig gebruik wordt gemaakt van een informatiemanager. De regio's geven Pagina 2 van 3
zonder uitzondering aan dat dit wel wenselijk zou zijn. Bovendien constateert de Inspectie OOV dat er nog te weinig wordt gewerkt met een netcentrisch infbrmatiesysteem. Het gebruik van zo'n systeem kan tot aanzienlijke verbeteringen leiden. In de regio's die al wel gebruik maken van een netcentrisch infbrmatiesysteem, vindt de toepassing niet altijd probleemloos plaats. Op een aantal punten is nog extra inspanning nodig: de Inspectie OOV verwacht dat slechts enkele regio's eind 2009 kunnen voldoen aan de vereisten omtrent het informatiemanagement. Bezien moet worden welke oorzaken hier aan ten grondslag liggen. Ik heb aangeboden om het netcentrisch werken te stimuleren en het ontwikkelde crisismanagement systeem Cedric aan te bieden aan de veiligheidsregio's. Inmiddels is duidelijk dat het Veiligheidsberaad een Bestuurscommissie Informatievoorziening gaat instellen die de netcentrische uitrol in goede banen gaat leiden. Ik zal die Bestuurscommissie ondersteunen in het scherp krijgen en realiseren van de organisatorische en financiele randvoorwaarden.
Datum 23 februari 2009
Kenmerk 2008-0000603875
Conclusies Ik stel vast dat alle regio's hard aan het werk zijn om de kwaliteit van de organisatie van de rampenbestrijding en de crisisbeheersing te verbeteren. De Inspectie OOV acht de regio's in staat om eind 2009 op de meeste aspecten te voldoen aan de gestelde eisen. Het geheel overziend, verwacht ik dat de regio's eind 2009 een grote kwaliteitsverbetering hebben gerealiseerd in de rampenbestrijding en crisisbeheersing. De invoering van het wetsvoorstel veiligheidsregio's en het vastleggen van kwaliteitseisen in wet- en regelgeving geven duidelijkheid en zijn daarmee volgens mij belangrijke voorwaarden om een verdere kwaliteitsverbetering te kunnen realiseren. Ook in 2009 zal ik de ontwikkeling van de regio's blijven volgen. Hiertoe vinden gesprekken plaats met alle regio's. Na aftoop van de gespreksronde zal uw Kamer worden geinformeerd over de belangrijkste uitkomsten. Daamaast gaat de Inspectie OOV door met het in beeld brengen van de kwaliteit van de voorbereiding op de rampenbestrijding. Begin 2010 verschijnt haar eindrapportage 'Rampenbestrijding op Orde'.
DE MINISTER VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRDKSRELATIES,
Mevrouw dr. G. ter Horst
Pagina 3 van 3