-1-
Proefveldwerking Biologische landbouw
Bezoekersgids 2011-2012
-2-
Deze brochure is een uitgave van: vzw PIBO-Campus Provinciaal Instituut voor Biotechnisch Onderwijs Provincie Limburg, Agrivisie, kenniscentrum voor landbouw De proefveldwerking gebeurt in samenwerking met: Bodemkundige Dienst, Heverlee (Ir. J. Bries) Suikerindustrie-suikerfabriek Oreye (J. Piffet) Inagro, afdeling biologische Productie Beitem (Ir. L. Delanote)
Werkgroep biologische landbouw: Gunther Leyssens, Jos De Clercq Losse medewerkers: Miet Broux, Jos Fagard, Guido Haesen, Marc Van Eyck, Jos Claes, Dieter Cauffman, Morgan Carlens, Koen Vrancken, Nico luyx Eindredactie: Jessica ollislagers, Elly Vanspauwen,
Gunther
Leyssens,
Koen
Verantwoordelijke uitgever: Gunther Leyssens Sint-Truidersteenweg 323 3700 Tongeren E-mail:
[email protected] Dit demonstratieproject wordt medegefinancierd door
©2012 uitgegeven door vzw Pibo-campus Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigt worden door middel van druk, fotokopieën, geautomatiseerde gegevensbestanden of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever
Vrancken
en
-3-
Inhoudsopgave TEELTROTATIE .......................................................................................... 5 1 ALGEMEENHEDEN BIJ DE TEELTROTATIE .................................................... 5 2 BIJKOMENDE VOORDELEN DIE BEREIKT WORDEN DOOR TEELTROTATIE .......... 5 2.1 Bodemvruchtbaarheid ..................................................................... 5 2.2 Rustteelten ...................................................................................... 5 2.3 Meststofgebruik ............................................................................... 6 2.4 Onkruidonderdrukking ..................................................................... 6 2.5 Teeltrotatie biologische teelten ........................................................ 7 2.6 Organische bemesting op de bio-percelen ...................................... 8 KORRELMAÏS ............................................................................................. 9 1 2 3 4
PROEFOPZET ......................................................................................... 9 PERCEELSGEGEVENS .............................................................................. 9 WAARNEMINGEN ................................................................................... 11 OPKOMST ............................................................................................ 12 4.1 Opkomsttabel ................................................................................ 12 4.2 Opkomstgrafiek ............................................................................. 12 5 PROEFPLAN ......................................................................................... 13 TRITICALE ................................................................................................ 14 1 2 3 4
PROEFOPZET ....................................................................................... 14 PERCEELSGEGEVENS ............................................................................ 14 RASSEN ............................................................................................... 15 WAARNEMINGEN ................................................................................... 16 4.1 Opkomstpercentage ...................................................................... 16 4.2 Onkruidtelling ................................................................................ 17 4.3 Stand van de rassen ..................................................................... 18 4.4 Ziektetellingen ............................................................................... 18 4.5 Hoogtemeting ................................................................................ 19 4.6 Bloei .............................................................................................. 19
-4-
AARDAPPELEN ........................................................................................ 21 1 PROEFOPZET ....................................................................................... 21 2 PERCEELSGEGEVENS ............................................................................ 21 3 RASSENPROEF ..................................................................................... 23 3.1 Rassen aardappelen ..................................................................... 23 3.2 Opkomst........................................................................................ 24 3.3 Bodembedekking .......................................................................... 25 3.4 Phytophthora ................................................................................. 26 4 PROEFPLAN ......................................................................................... 27 CICHOREI ................................................................................................. 28 1 PROEFOPZET ....................................................................................... 28 2 PERCEELSGEGEVENS ............................................................................ 28 3 ONKRUIDBESTRIJDING ........................................................................... 29 GRASKLAVER .......................................................................................... 30 1 PROEFOPZET ....................................................................................... 30 2 PERCEELSGEGEVENS ............................................................................ 30 3 OOGST ................................................................................................ 31 VELDBONEN............................................................................................. 32 1 PROEFOPZET ....................................................................................... 32 2 PERCEELSGEGEVENS ............................................................................ 32 3 WAARNEMINGEN ................................................................................... 34 3.1 Opkomsttellingen .......................................................................... 34 3.2 Onkruidtellingen ............................................................................ 35 3.3 plagen ........................................................................................... 36 3.4 Hoogtemeting ................................................................................ 37 4 PROEFPLAN ......................................................................................... 38
-5-
TEELTROTATIE 1
Algemeenheden bij de teeltrotatie
Teeltrotatie is voor alle landbouwsystemen belangrijk. In de meest algemene vorm wordt teeltrotatie toegepast om bodemmoeheid te voorkomen. Dit leidde zelfs tot een uitzondering op de pachtwet in de vorm van cultuurcontracten. Deze contracten worden in Zuid-Limburg veel voor aardbeien, aardappelen, vlas en boomkwekerijgewassen gebruikt. In de biologische landbouw is het heel gewoon, zelfs noodzakelijk, om een ruime teeltrotatie aan te houden. 5 jaar is heel gewoon, zelfs 7 tot 8 jaar komen voor. Uiteraard is ook hier de bodemmoeheid een te voorkomen probleem. In biologische teelten tracht men met teeltrotatie echter meer te bereiken.
2
Bijkomende voordelen die bereikt worden door teeltrotatie
2.1 Bodemvruchtbaarheid Iedere teelt heeft een andere invloed op de bodem. Hakvruchten bijvoorbeeld, hebben meestal een negatieve invloed. De regelmatige grondbewerkingen, het traag dichtgroeien van de bodem en het - meestal late oogsttijdstip zijn de voornaamste redenen voor dit probleem. Uiteraard is het gebruik van zware oogstmachines een bijkomend probleem dat niet te onderschatten is. Granen daarentegen vragen weinig grondbewerking, groeien de bodem snel dicht, de doorworteling van de bodem is zeer goed en ze worden in de zomer geoogst, meestal in droge bodemomstandigheden.
2.2 Rustteelten Het is voor iedereen duidelijk dat een braakjaar een rustjaar betekent voor de bodem. Hetzelfde effect kan ook met een aantal teelten bereikt worden. Granen en grassen zijn hiervan een gekend voorbeeld. Ze vragen relatief weinig meststoffen, de bodem heeft lang geen bewerking nodig. De structuur van de bodem verbetert. De bodem is na deze teelten in staat topprestaties te leveren.
-6-
2.3 Meststofgebruik Iedere teelt gebruikt meststoffen in andere verhoudingen. Dat ervaren we duidelijk door de verschillende hoeveelheden meststoffen die we moeten toedienen. Na de teelten blijven ook verschillende verhoudingen aan meststoffen over in de bodem. Met een uitgebalanceerde teeltrotatie kunnen we ook volgens meststofgebruik de teelten perfect op elkaar laten aansluiten. Met de beschikbare stikstof mag het duidelijk zijn: we komen er niet. Vlinderbloemigen zijn onontbeerlijk om een stikstoftekort te voorkomen. De juiste positie van de vlinderbloemige teelt in de rotatie is van groot belang om de stikstof optimaal te benutten.
2.4 Onkruidonderdrukking In cichorei kan gedurende een vrij lange periode onkruid kiemen, omdat er vrij lang licht tot op de bodem kan doordringen. Granen dekken de bodem veel sneller af. Hierdoor wordt het onkruid onderdrukt. De onkruiden die in graslanden voorkomen zijn van een gans andere aard dan de onkruiden in akkerbouwgewassen. De totaal andere beheersmaatregelen, zijnde enerzijds geen grondbewerkingen en maaien of grazen en anderzijds veelvuldige grondbewerkingen zorgen voor totaal verschillende biotoopsituaties met de daaraan gekoppelde plantengemeenschappen. Door op een perceel akkerland en grasland (grasklaver) met elkaar af te wisselen, worden de onkruiden van de beide biotoopsoorten verstoord en verzwakt. In de praktijk leidt dit tot een zeer goede onkruidonderdrukking.
-7-
2.5 Teeltrotatie biologische teelten achter PIBO tegen weg
Romeinse kassei
centrale tegen weg
Veldbonen
Aardappel
Triticale
Cichorei
Rode kool
2010 Rode kool
Triticale
Grasklaver
Aardappel
Veldbonen
Cichorei
2011 Cichorei
Aardappel
Korrelmaïs
Grasklaver
Triticale
Veldbonen
2012 Veldbonen Grasklaver
Cichorei
Korrelmaïs
Aardappel
Triticale
2013 Triticale
Maïs
Veldbonen
Cichorei
Gras
Aardappel
2014 Aardappel
Cichorei
Triticale
Veldbonen
Maïs
Gras
achter PIBO 2009
Grasklaver
centrale midden
centrale achterkant
-8-
2.6 Organische bemesting op de bio-percelen N advies
RDM ton/ha
EN/ ha
Gras klaver
100
34
112
PIBO achter
Veldbonen
80
Centrale weg
Korrelmaïs
170
26
84
Centrale midden
Aardappelen
175
28
92
Centrale achter
Triticale
85
23
76
Romeinse kassei
Cichorei
30
Perceelsnaam
Teelt
PIBO weg
Dit jaar is er voor het eerst gangbaar runderdrijfmest gebruikt in plaats van Zeugendrijfmest. Op basis van de grondontledingen en de teelt zijn we de bemesting gaan afstemmen per perceel. We zijn gaan rekenen met de totale stikstof. De triticale heeft een 76 E N / ha gekregen. Dit was nodig om van start te gaan na de lange winter. Er was weinig of geen insporing. Door de ideale periode duurde het niet lang vooraleer men het verschil zag van de bemesting. Het gras heeft een 112 N eenheden gekregen. We zien aan het gras dat de runderdrijfmest minder snel werkt dan varkensdrijfmest. Na de eerste snede is er een kaliumbemesting (280 E K) gegeven en een 50 eenheden stikstof.
De andere teelten hebben een 15 ton/ha toegediend gekregen. Dit is de maximum dosis die toegelaten is. We moeten niet alleen rekening houden met de maximale N Gift, maar ook met de toegelaten P dosis per ha per jaar wat de beperkende factor kan zijn.
-9-
KORRELMAÏS 1
Proefopzet
Aangezien de biologische landbouwers verplicht zijn biologisch vermeerderd zaadgoed te gebruiken, dient er een marktonderzoek uitgevoerd te worden. Dit marktonderzoek zal gericht zijn naar de beschikbaarheid van biozaadgoed bij verschillende zaadproducenten. De biologische kippenhouders zijn vragende partij om biologische korrelmaïs aan te kopen. Dit is dan ook een rendabele teelt naar akkerbouwers toe. Zij hebben een verzekerde afzet van hun geoogst product en de kippenhouders hebben biologisch voeder voor hun kippen. Wij zijn op zoek gegaan naar biologische korrelmaïsrassen. Er zijn niet zoveel korrelmaïsrassen beschikbaar. Wel dubbeldoelrassen. Maar we zijn uitsluitend op zoek gegaan naar korrelmaïsrassen. Deze rassen zijn we gaan uitzaaien en gaan we vergelijken t.o.v. elkaar. Dit is een tweejaarlijkse proef in samenwerking met Provincie Limburg.
2
Perceelsgegevens
a Voorvrucht: gras-klaver De voorvrucht van klaver zorgt voor stikstoffixatie en een extra stikstofgift bij vertering van de klaver. De gras-klaver werd gescheurd op 29.11.11. b Bemesting:
Runderdrijfmest
c Zaaien: 8 mei 22 mei
26 ton/ha
26.03.12
- 10 -
d Variëteit: rassenproef in vier herhalingen en twee verschillende zaaitijdstippen nr
Ras
Verdeler
BIO
FAO
1.
LG 32.02
Limagrain
ja
220
2.
PR39F58
PIONEER
ja
250
3.
Lapriora
KWS
ja
170
4.
Farmduo
FARMSAAT
ja
220
5.
Farmoso
FARMSAAT
ja
240
e Werkzaamheden: Scheuren gras-klaver Ploegen gras-klaver Afslepen Onderwerken drijfmest Aanleg vals zaaibed (compactor) Onkruid wieden vals zaaibed/opdrogen perceel (Canadese eg) Zaaien Wiedeg 1ste zaai Schoffelen 1ste zaai Schoffelen 2de zaai
28.11.11 01.12.11 20.03.12 26.03.12 25.03.12 27.03.12 08.05.12 22.05.12 22.05.12 23.05.12 11.06.12
Er werd eerst met de wiedeg door de vroeg gezaaide maïs gereden. Vlak erna werd er geschoffeld. Dit gaf een zeer goed resultaat. Wel moest men letten bij die rijen die een slechte opkomst hadden. Door de slechte weersomstandigheden is het perceel begin juni dicht geslempt.
- 11 -
f Ontledingsuitslag van de bouwlaag pH: %C: P: K: Mg: Ca: Na
7.3 1,5 15 26 28 377 2,0
(gunstig) (normaal) (normaal) (tamelijk hoog) (hoog) (Tamelijk hoog) (laag)
g Dieptestaal van de bouwvoor:
3
Grondsoort
Nitrische stikstof in kg N/ha
Ammoniakale stikstof in kg N/ha
PHKCL
%C
0 – 30 cm
Lichte leem
16,0
5,9
7,0
1,3
30 – 60 cm
Lichte leem
11,9
2,7
60 – 90 cm
leem
7,3
1,3
Diepte in cm
Waarnemingen
Het perceel is gelegen aan de centrale. De twee zaaidata hadden een goede opkomst. Eind mei is er veel neerslag gevallen. Hierdoor is het perceel dicht geslempt. Door het schoffelen kunnen we de korst gaan verbreken. We zien voor het tweede jaar dat het ras “La Priora” een minder goede start heeft. Half juni zien we in de vroeg gezaaide maïs dat het ras Lapriora en LG32.02 ook een groeiachterstand hebben ten opzichte van de andere rassen.
- 12 -
4
Opkomst
4.1 Opkomsttabel nr
Ras
Opkomst 8 mei
Opkomst 22 mei
Opkomst % 2012
Opkomst % 2011
1.
LG 32.02
103 740
107 730
94%
100 %
2.
PR39F58
110 723
103 740
96%
3.
Lapriora
91 770
92 768
82%
87 %
4.
Farmduo
99 750
94 763
87%
95 %
5.
Farmoso
94 763
97 755
86%
100 %
Alle rassen staan goed. De rassen LG 32.02 en het ras Lapriora hadden een mindere start groei. Dit zagen we vorig jaar ook.
4.2 Opkomstgrafiek
- 13 -
5
Proefplan Proefplan Bio korrelmaïs 2011-2012 1 ste zaai 2 de zaai
4
2
1
3
5 5
3
1
2
5
2
3
1
5
4
2
3
5
3
4
2
1
4
4
5
5
5
4
3
2
1
Verkavelingsweg
1
- 14 -
TRITICALE 1
Proefopzet
Het opzet van deze proef is het opvolgen van de biologische teelt van triticale. Er is een rassenproef uitgezaaid met 7 verschillende rassen. De bedoeling is de rassen onderling gaan te vergelijken met elkaar. Per ras zijn er drie herhalingen aangelegd. Het doel van deze proef is om de rassen te vergelijken op twee locaties. De andere proef ligt in West-Vlaanderen. De bedoeling is om de technische en de economische haalbaarheid van de teelt verder te bestuderen. Ook is het belangrijk om te kijken welke verschillen we kunnen waarnemen. Het gaat dan over de groei, grondbedekking, de ziekten en de opbrengsten van de verschillende rassen. Triticale kan geoogst worden voor zowel de korrel als de ‘gehele plant silage’ (GPS) Voor de aanleg van de proef werken wij volgens het protocol van LCG en WPA (D. Wittouck). Bij ons wordt ze enkel geoogst voor de korrelopbrengst. Dit is een demonstratieproef in samenwerking met het interprovinciaal proefcentrum voor de biologische teelt (vzw) .
2 a b c d
Perceelsgegevens Voorvrucht: veldbonen Zaaidatum: Zaaidichtheid: Onkruidbestrijding: wiedeggen
02.11.11 400 korrels per m2 20.03.12 16.04.12
De eerste wiedegbeurt was op 20 maart. Dit was vroeg. De grond was net voldoende opgedroogd, zo bekomt men de ideale omstandigheden. Te droog is niet goed (weinig effect) e Bemesting:
1e fractie
Runderdrijfmest
76 E N
26.03.12
De bemesting gebeurde vroeg. De triticale stond er goed bij. De bemesting werden uitgevoerd in ideale omstandigheden. Er is geen tweede fractie gezet door de enorme stand van het gewas.
- 15 -
f Ontledingsuitslag van de bouwlaag: pH: %C: P: K: Mg: Ca: Na:
6,5 1,8 20 19 14 205 1,2
(gunstig) (tamelijk hoog) (normaal) (normaal) (normaal) (normaal) (laag)
g Dieptestaal van de bouwvoor: Diepte in cm
Grondsoort
0 – 30 cm 30 – 60 cm 60 – 90 cm
3
Lichte leem Lichte leem leem
Nitrische stikstof in kg N/ha
Ammoniakale stikstof in kg N/ha
PHKCL
%C
14,4
7,3
6,2
1,5
26,8
5,7
26,7
3,5
Rassen nr
Ras
Verdeler
BIO
DKG
Kg/ha
1.
Orval
Limagrain
NCB
60
240
2.
Aprim
Lemaires deffontaines
NCB
44
176
3.
Grandval
Agri-obtentions
NCB
51
204
4.
Tribeca
Limagrain
NCB
51
204
5.
Constant
Lemaires deffontaines
NCB
60
240
6
Grandval
Agri-obtentions
BIO
49
196
7
Sequenz
Agrifirm
NCB
52
208
(zaai aan 400 korrels/m²)
- 16 -
De rassenkeuze gebeurt in samenwerking met het PCBT. De rassen werden uitgezaaid in 4 herhalingen. In totaal zijn er 7 variëteiten uitgezaaid. De buitenste zaaipijpen van het graanzaaimachine werden dicht gezet. Zo creëren we een opening van 25 cm tussen de rassen onderling. We voorkomen zo dat de rassen door elkaar gaan groeien en krijgen we een correcter beeld per ras tijdens de tellingen en de oogst.
4
Waarnemingen
4.1 Opkomstpercentage
De opkomsttelling is uitgevoerd begin februari. De stand van de rassen was beter dan de laatste jaren. Dit heeft te maken met de zaai begin november. De goede rassen hebben een 330 pl/m ² staan. De minder goede rassen hebben een 270 pl/m². door het goede droge najaar was de opkomst ideaal. We zien dat het percentage tussen de 70 en 90% ligt, wat heel goed is. Aprim en Sequenz hadden een mindere stand na de winter.
- 17 -
4.2 Onkruidtelling De onkruidtelling werd uitgevoerd voor de winter, vlak na de opkomst. De eerste wiedegbeurt werd ook uitgevoerd in ideale omstandigheden.
De meest voorkomende onkruiden waren kamille, perzikkruid en akkerdistel. Er stonden zo een 30 tot 40 onkruiden per m². Elk jaar staan er zo’n 30 onkruiden de vierkante meter.
- 18 -
4.3 Stand van de rassen
4.4
Ziektetellingen
In onderstaande tabel zijn de ziektetellingen weergegeven. Ras
Bladseptoria
Gele roest
Bruine roest
witziekte
Orval
6,9
9
9
9
Aprim
8,2
9
9
7,6
Grandval
7,4
9
9
9
Tribeca
7,1
9
6,2
6
Constant
6,7
9
9
9
Grandval
7,2
9
7,5
9
Sequenz
7,1
9
9
9
Score: 1 ziek Score: 9 Gezond
- 19 -
4.5 Hoogtemeting De hoogtemeting is uitgevoerd op 31 mei 2012. De hoogtemeting gaan we bepalen om de stro opbrengst te kennen. We doen dit voor elk ras apart. Ook kan dit een maat zijn om de legering te voorspellen. Een ras van 1,2 m zal minder lang recht blijven staan dan een ras dat maar 1 meter hoog is. Toch is dit geen referentie. Een hoger ras kan langer recht blijven dan een minder hoog gewas. Tussen de rassen onderling zijn er vele verschillen. We zien wel duidelijk dat Sequenz veel minder hoog is als de rest. Tot op heden was geen enkel ras gaan legeren.
4.6 Bloei Zoals jaarlijkse traditie staat de triticale begin juni in bloei. We zien ook voorlopig weinig schade van het graanhaantje en ziekten.
- 20 -
Proefplan
2
3
4
5
6
7
1
35 m
12 m hennep
6
1
5
3
7
4
2
7
4
6
2
1
3
5
1
2
3
4
5
6
7
totaal 160 m lang
centrale weg
totaal 30 m breed
- 21 -
AARDAPPELEN 1
Proefopzet
Variëteitenproef in samenwerking met het PCBT te Beitem. Doel is om samen met het PCBT op zoek te gaan naar variëteiten die geschikt zijn voor de biologische teeltwijze. Hiertoe worden 7 verschillende variëteiten vergeleken op gebied van grondbedekking, groei, ziekteaantasting, productie en economische waarde per ha. Dit jaar ligt de proef specifiek richting chipsafzet. We gaan rassen vergelijken qua bakkleur. De proeven gebeuren telkens in drie herhalingen waarbij een buffer van Désireé wordt voorzien om de phytopthoradruk in het perceel homogeen te houden. Binnen de proef wordt er ook onderzoek gedaan naar mechanische onkruidbestrijding. Dit is een demonstratieproef in samenwerking met het interprovinciaal proefcentrum voor de biologische teelt (vzw).
2 a b c d
Perceelsgegevens Voorvrucht: Triticale Plantdatum: Variëteiten Plantafstand per variëteit: 30 cm x 75 cm
e werkzaamheden: - Ploegen - Bemesten drijfmest - Onderwerken drijfmest (vaste tand cultivator) - Klaarleggen aardappelperceel rotoreg (diep) - Poten aardappelen - Poten van proeven - Wiedeggen - Aanaarden - Wiedeggen - Aanaarden
28.03.12 29.03.12
01.12.12 26.03.12 26.03.12 27.03.12 28.03.12 29.03.12 20.04.12 02.05.12 22.05.12 24.05.12
- 22 -
f Ontledingsuitslag bodemstaal: pH: %C: P: K: Mg: Ca: Na:
6,7 1,8 19 25 16 234 2,1
g Bemesting:
(gunstig) (tamelijk hoog) (normaal) (tamelijk hoog) (tamelijk hoog) (normaal) (laag)
runderdrijfmest Patentkali
93 E N 290 E K
26.03.12 26.03.12
- 23 -
3
Rassenproef
3.1 Rassen aardappelen Ras
Pootgoedbedrijf
Kookeig.
Biologisch pootgoed
1
Agria
Agrico
Vast kokend/chips
NCB
2
Sarpo mira
Danespo
Vast kokend
NCB
3
Lady Jo
Meijer
Chips
NCB
4
Lady Lenora
Meijer
Chips
NCB
5
Osira
Europlant
Chips
NCB
6
Antina
Europlant
Chips
NCB
7
Saturna
Europlant
Chips
NCB
- 24 -
3.2 Opkomst De aardappelen zijn eind maart gepland. Door de koude weersomstandigheden was er pas anderhalve maand later een opkomst. Daarna hebben de rassen enorm snel gegroeid. Eind mei waren de rijen bijna dicht. De rassen Lady Jo en Lady Lenora hadden een goede start. Deze hadden een gelijkmatige en mooie opkomst. De rassen Sarpo mira, Osira en Antina hadden een mindere startgroei. De startgroei kan belangrijk zijn voor de onkruidbestrijding. Opkomst
gewas 22 mei
opkomst 11 mei 10,0 9,0 8,0 7,0 6,0 5,0 4,0 3,0
2,0 1,0 0,0
Toch heeft Agria zich goed herpakt. We zien wel dat de rassen Agria, Lady Jo en Lady Lenora een goede eind opkomst hadden. Het is belangrijk in de bioteelt een ras te hebben dat snel de rijen dicht heeft. Het ras moet wel geschikt zijn voor de afzet per bedrijf.
- 25 -
3.3 Bodembedekking
De aardappelen stonden mooi voor de zware regenval van de maand juni. De rijen waren voor de helft gesloten. Op het laagste punt in het perceel heeft er veel water gestaan en is de structuur veel minder. Dit zien we ook aan de aardappelen. We zijn de rassen gaan beoordelen na de zware regenval. We zien dat alle rassen ongeveer een 6 krijgen qua score. We zien dat Sarpo mira en Antina iets minder scoren. Ook zien we dat Lady claire ook vrij goed scoort.
- 26 -
3.4 Phytophthora De waarnemingen werden telkens in 3 herhalingen uitgevoerd. De schadebeoordeling gebeurde volgens de PD- schaal. PD-schaal % aangetast
Score
0 0-1 1-15 15-25 25-35 35-45 45-55 55-65 65-75 75-85 85-100
10 9,5 9 8 7 6 5 4 3 2 1
100
0
Ziektebeeld niet aangetast 1 ziek blaadje per plant 1-5 zieke blaadjes per plant 5- 10 zieke blaadjes per plant Meer dan 10 zieke blaadjes 10% vlekjes (ziek) 100% vlekjes (ziek) 50 % blad is vernietigd 75% blad is vernietigd 95% blad is vernietigd nagenoeg 100% van het blad is afgestorven, de stengels zijn afgestorven maar staan nog overeind alle planten zijn afgestorven, blad en stengel verdroogd
PD-scores per variëteit Nr Ras 1 Agria 2 Sarpo mira 3 Lady Jo 4 Lady Lenora 5 Osira 6 Antina 7 Saturna Koperbehandeling: Tot op heden is er geen koperbehandeling uitgevoerd, ondanks de waarschuwingen
- 27 -
4
Proefplan 1 2 3 4 5 6 7
Agria Sarpo Mira Lady Jo Lady Lenora Osira Antina Saturna
4.3 2.3 7.3 5.3 1.3 3.3 6.2 4.2 2.2 5.2 3.2 1.2 6.1 7.1 4.1 3.1 2.1 1.1
Verkavelingsweg
- 28 -
CICHOREI 1
Proefopzet
In deze proef ligt de onkruidbestrijdingsproef. Er wordt onderzoek uitgevoerd naar de verschillende onkruidbestrijdingstechnieken. Met de nieuwe machines kunnen we de onkruidbestrijding gaan optimaliseren. De biologische cichorei is een teelt die zeer arbeidsintensief is. Er is enorm vraag om deze teelt te telen. Door het arbeidsintensieve werk is de interesse voor deze teelt klein. Toch blijft de prijs en de vraag stijgen naar dit product en wordt er onderzoek gedaan naar de ideale teeltomstandigheden en verschillen tussen de rassen.
2 a b c d e f
Perceelsgegevens Voorvrucht: Korrelmaïs Zaaidatum: Zaaiafstand: 6,00 x 45cm Zaaimachine: Monosem 6 rijen Variëteiten: pillenzaad Orchies Bodembewerkingen: - Ploegen - Afslepen - klaarleggen + dichtrollen - Klaarleggen met compactor (2)
g Ontledingsuitslag van de bouwlaag: pH: %C: P: K: Mg: Ca: Na:
6,7 1,6 20 21 18 256 2,8
(gunstig) (normaal) (tamelijk hoog) (normaal) (tamelijk hoog)) (normaal) (tamelijk laag)
24.03.12
01.12.11 20.03.12 23.03.12 24.03.12
- 29 -
3
Onkruidbestrijding
De zaai van de cichorei was vroeg (eind maart). Door de koude en natte weersomstandigheden was de opkomst minder goed. Het onkruid kwam veel sneller op dan de cichorei. Door de mindere omstandigheden stond het onkruid groter dan de cichorei. De duiven wisten alsnog de cichorei te vinden. Door de vraatschade bleef deze nog in hetzelfde stadium. Hier onder de werkzaamheden in de cichorei. Schoffelen cichorei (kantmessen) Schoffelen cichorei (kantmessen)
08.05.12 23.05.12
Handmatig Handmatig
10.05.12 23.05.12
We hadden de helft van het perceel goed zuiver gekregen met de hand. Maar zagen dat de cichorei niet groter werd. Op 29 mei is er een einde aan de teelt gezet.
- 30 -
GRASKLAVER 1
Proefopzet
We hebben dit jaar geopteerd om één variëteit te zaaien. Wel zijn we op zoek gegaan naar biologisch zaad. Ook zijn we direct de rode klaver gaan mengen. Voor een akkerbouwbedrijf is het ook niet gemakkelijk om biologische afnemers te vinden. De biologische veehouders hebben zelf voldoende gras. Het gras is afkomstig van het zaaizaadbedrijf ‘Neutkens’.
2 a b c d e
Perceelsgegevens Voorvrucht: aardappelen Zaaidatum: Zaaidichtheid 45 kg/ha variëteit: Italiaans raaigras: Star BIO (Neutkens) Bodembewerkingen: Vaste tand cultivator Rotoreg en zaaimachine
f Bemesting:
Runderdrijfmest Patentkali Monterra 13
g Ontledingsuitslag van de bouwlaag pH: %C: P: K: Mg: Ca: Na
7,0 1,6 23 21 16 283 2,6
(tamelijk hoog) (normaal) (tamelijk hoog) (normaal) (normaal) (normaal) (tamelijk laag)
112 E N 280 E K 50 E N
24.10.11
24.10.11 24.10.11 26.03.12 25.05.12 25.05.12
- 31 -
h Dieptestaal van de bouwvoor:
3
Grondsoort
Nitrische stikstof in kg N/ha
Ammoniakale stikstof in kg N/ha
PHKCL
%C
0 – 30 cm
leem
12
1,0
7,2
1,7
30 – 60 cm
leem
13
1,0
60 – 90 cm
leem
47
1,0
Diepte in cm
Oogst
We zijn gaan zaaien aan 45 kg/ha. Door het goede voorjaar is er één keer bemest. Hierdoor is het gras sterk gaan groeien. De eerste snede was vrij goed. Er werden 11 ronde balen geoogst van een 65 are opp (17 balen/ha). Deze balen zijn ingewikkeld en verkocht. Na de eerste snede zijn we het gras gaan bemesten met patentkali en een N meststof(monterra 13).
- 32 -
VELDBONEN 1
Proefopzet
De afzetmarkt voor veldbonen is moeilijk. Wel is er vraag naar geoogst product. Toch is de teelt niet zo gemakkelijk. Dit jaar hebben we géén variëteitenproef aanliggen. We zijn de veldbonen gaan mengen met andere teelten (wikken, erwten, klaver en zomertarwe) om het onkruid te onderdrukken. Ook is het belangrijk voor de veehouder dat hij weet welk ras te zaaien dat past op zijn bedrijf (100% bio). De akkerbouwer heeft hierdoor een verzekerde afzet en de veeteler heeft voor een redelijke prijs krachtvoeder voor zijn vee.
2 a b c d
Perceelsgegevens Voorvrucht: Cichorei Zaaidatum: Zaaidichtheid: 50 korrels per m² zaaidiepte 5 cm bodembewerkingen: - Ploegen - Opentrekken akker (2 keer Canadese eg) - Rotoreg + graanzaaimachine (breedzaaikouter af)
21.03.12
01.12.11 20.03.12 21.03.12
e Onkruidbestrijding: Wiedeg
16.04.12 01.05.12 13.05.12
De uitval door wiedeggen was nihil, er werden geen verschillen geteld voor en na het wieden. Tijdens de eerste wiedegbeurt waren de veldbonen nog klein. Toch is het wieden in ideale omstandigheden uitgevoerd. Deze ideale omstandigheden was telkens in het weekend. Het wieden gebeurde tot op het 10-12 bladstadium, de steeltjes van de bonen zijn dan nog flexibel genoeg om terug recht te komen na het wieden. Vanaf het moment dat de bonen meer dan 14 bladeren gevormd hebben is het wieden niet meer mogelijk doordat de stengels te hol zijn geworden. Het gewas groeit de bodem zeer snel dicht, daardoor wordt het onkruid
- 33 -
dat nog laat opkomt verstikt door de bonen. Er werd gewied met een tractor met smalle banden om schade te voorkomen. Zo stonden de veldbonen er onkruidvrij bij. Het onkruid bleef klein en verstikte door de veldbonen. f Ontledingsuitslag bodemstaal pH: %C: P: K: Mg: Ca: Na:
6,6 1,2 24 22 13 210 2.6
(gunstig) (normaal) (tamelijk hoog) (tamelijk hoog) (normaal) (normaal) (tamelijk laag)
g Dieptestaal van de bouwvoor:
Grondsoort
Nitrische stikstof in kg N/ha
Ammoniakale stikstof in kg N/ha
PHKCL
%C
0 – 30 cm
leem
19
1
6,4
1,7
30 – 60 cm
leem
3
1
60 – 90 cm
leem
7
3
Diepte in cm
- 34 -
3
Waarnemingen
3.1 Opkomsttellingen
De opkomst was goed tot zeer goed. Toch zijn er verschillen tussen de rassen. Betty heeft de beste opkomst. Louxor heeft een iets mindere opkomst, maar zit nog altijd aan 47 pl/m². we zijn dieper gaan zaaien en hebben weinig last gehad van plagen.
- 35 -
3.2 Onkruidtellingen
In deze grafiek zien we de onkruiden per object. We zien het aantal onkruiden stijgen van rechts naar links. Het object bonen met tarwe aan 75 kg/ha zouden de minst onkruiden moeten opleveren. Maar dit is niet zo. het heeft waarschijnlijk met de geschiedenis van het perceel te maken. Nu we weten dat de bodem onbedekt was en dat alles ging kiemen wanneer de bonen klein waren. Het is belangrijk om dit op te volgen hoeveel onkruiden bijkomen en hoe de teelt op het einde er bij staat.
- 36 -
3.3 plagen wanneer de veldbonen net boven staan kan er schade zijn door duiven. Vorig jaar hadden we veel last van duiven. We zijn dieper gaan zaaien. Dit had effect. Ook zijn we uit voorzorgen linten gaan spannen.
- 37 -
3.4 Hoogtemeting cm Bonen + T 50 Bonen + T 75 Bonen + T 25 Bonen + erwten (25) Bonen + wikke (25) Betty Louxor Imposa Pyramid
Bonen 111 110 112 107 114 123 113 111 113
Tabel enkel de hoogte van de bonen
Tarwe 71 73 72
Erwten
Wikke
55 77
- 38 -
4
Proefplan Proefplan veldbonen 2011-2012
I
II
8
7
6
5
4 rassen
8 are/vak
III
IV
Verkavelingsweg Perceel: 270 m lang 1 2 3 4 5 6 7 8
Bonen Bonen Bonen Bonen Bonen Bonen Bonen Bonen
+ tarwe 50 kg/ha + tarwe 75 kg/ha + tarwe 25 kg/ha alleen (pyramid) + erwten + wikke + tarwe
3
2
1