Informatie over voorkoming & bestrijding van brand- en explosiegevaar…
-1-
Brand voorkomen Helaas ontstaan de meeste branden nog steeds door menselijke fouten en onzorgvuldigheid. Niet goed opletten, onwetendheid en onvoorzichtigheid zijn oorzaken die mogelijk kunnen worden verminderd door deze uitleg. Veiligheid voor jou en je collega’s staat of valt in de eerste plaats met hoe je zelf met brandgevaarlijke activiteiten en situaties omgaat. Wees je daarom bewust van mogelijke gevaren en ga verstandig en zorgvuldig om met gevaarlijke activiteiten. Zorg dat je altijd goed op de hoogte bent van: 1. de locatie van de aanwezige blusmiddelen; 2. het doeltreffend en correct gebruik van de aanwezige blusmiddelen; 3. de juiste vluchtwegen; 4. de vaste locatie van sleutels van eventuele deuren in de vluchtwegen. Zorg er voor dat de vluchtwegen nooit geblokkeerd zijn door kasten, rommel, fietsen, vuilnis, e.d. Wees streng naar elkaar in de controle! Enkele voorschriften om de kans op brand te minimaliseren: 1. Binnen roken in bedrijfsruimten en openbare ruimten is verboden. Het is wel toegestaan om buiten of in een speciale ruimte te roken. Gebruik in dat geval ook een asbak en doof de sigaret altijd goed. Controleer of alle sigaretten zijn gedoofd voordat je de asbak leegt in de vuilnisbak; 2. Gebruik gas-, water- en elektriciteitsleidingen niet om spullen aan op te hangen. Deze buizen kunnen soms erg heet worden en er bestaat gevaar van breuk; 3. Waarschuw bij ondeugdelijke elektrische apparatuur altijd direct je leidinggevende, zodat de apparatuur gerepareerd of vervangen kan worden; 4. Laat apparatuur nooit onbeheerd op stand-by staan; 5. Zorg dat de ventilatie-uitgangen van apparatuur niet geblokkeerd zijn; 6. Neem bij benodigde reparaties aan elektriciteit of gasleidingen altijd direct contact op met je leidinggevende, zodat er een erkende installateur kan worden ingeschakeld. Branddriehoek Brand is een snelle, scheikundige reactie van een brandbare stof en zuurstof (de 21% zuurstof in de lucht is voldoende). Om deze reactie op gang te brengen, is er wel een ontstekingsbron nodig. Dit kan een brandende lucifer zijn of een verhoging in temperatuur door bijvoorbeeld wrijving of statische elektriciteit. Als de reactie eenmaal op gang is, ontstaan er vlammen en rook en komt er warmte vrij. De drie elementen brandbare stof, chemische reactie en ontstekingsbron worden meestal voorgesteld in een driehoek, de branddriehoek. Als een van de drie elementen ontbreekt, kan er geen brand ontstaan. Bij combinatie van de drie elementen in de juiste verhoudingen, wordt de branddriehoek gesloten en ontstaat er brand. Wanneer een van deze factoren wordt weggenomen, dooft de brand. Brandklassen De verschillende brandbare stoffen zijn ingedeeld in klassen. Als je gebruik maakt van blusapparatuur is het van groot belang om te controleren of het blusmiddel geschikt is voor de betreffende brandhaard. Klasse A: Vaste stoffen Bijvoorbeeld papier, plastic, vet en textiel.
Klasse C: Brandbare gassen Gassen mengen goed met zuurstof, waardoor ze erg fel kunnen branden en gemakkelijk een explosief mengsel kunnen vormen.
Klasse B: Vloeistoffen Vloeistof zelf brand niet, maar de damp van de vloeistof wel. Hoe snel de vloeistof verdampt, hang af van de eigenschappen van de stof en de temperatuur.
Klasse D: Metalen Branden van metalen komt niet veel voor. Deze branden zijn niet gemakkelijk te blussen.
-2-
Klasse E: Elektriciteit Elektriciteitsbranden
Klasse F: Frituurvet en bakolie Er bestaan speciale blusmiddelen voor branden van frituurvet en bakolie (veelal in professionele keukens).
Brand melden Veel bedrijven hebben een brandmeldinstallatie (BMI). In grotere bedrijfspanden is een dergelijke installatie vaak verplicht. Hoe werkt een brandmeldinstallatie (BMI)? Bij een brand wordt er via een automatische of een handmatige brandmelder een signaal gegeven aan een brandmeldcentrale, waarna signaalgevers een hoorbaar of zichtbaar alarm afgeven. De brandmelding wordt tevens doorgestuurd naar het ontvangststation voor de brandmeldingen, bijv. een externe alarmcentrale van de regionale brandweer of een interne alarmcentrale (grotere bedrijfsterreinen). Bij alle mogelijke brandweeringangen is er een brandweerpaneel aanwezig met een plattegrond van de locatie. Eventuele storingen in de BMI worden meteen doorgestuurd naar een (extern) ontvangststation voor storingen. Na een brandmelding moet eerst gecheckt worden of er werkelijk brand is. Als dit inderdaad het geval is, kunnen de onderstaande systemen op verzoek aangestuurd worden, zodat de juiste maatregelen genomen kunnen worden: -
Ontruimingsalarminstallatie; Brandpomp; Ontgrendeling vluchtdeuren; Luchtbehandelinginstallatie; Rook- en warmte-afvoerinstallatie; Liften; Overdrukinstallatie; Ontgrendeling brandweeringang; Brandweerkluis; Rood flitslicht boven brandweeringang; DECT systeem (draadloze telefonie); Personen-zoek-installatie; Brandwerende rolluiken Akoestische en optische signaleringen.
Indien er geen BMI aanwezig is, zal iemand zelf z.s.m. 1-1-2 moeten bellen. In veel gevallen zal deze melding worden gedaan door de leidinggevende van de afdeling. Indien deze niet aanwezig is of wanneer hier onduidelijkheid over bestaat, is degene die de brand heeft ontdekt verantwoordelijk voor de melding aan de hulpdiensten. Echter, voor iedereen geldt: “Aarzel niet om bij twijfel direct zelf te melden!”.
Brand bestrijden Om een brand te bestrijden moet één van de elementen van de branddriehoek verwijderd worden. Dit kan door: - De temperatuur te verlagen door te blussen met bijvoorbeeld water; - De zuurstoftoevoer af te sluiten door bijvoorbeeld een branddeken te gebruiken; - Het brandbare element weg te nemen door bijvoorbeeld de gaskraan dicht te draaien. Sta, voordat je gaat blussen, eerst stil bij wat je vooral wel en niet moet doen. Bij blussen is het belangrijk dat je eerst kijkt, dan denkt en dan pas handelt. Zo kun je veel fouten voorkomen. Als onprofessionele brandbestrijder mag je alleen een beginnende brand blussen. De term ‘beginnende brand’ is moeilijk te omschrijven. Als vuistregel kun je aanhouden dat de brand zich nog bevindt op de plaats waar hij is ontstaan. Bijvoorbeeld: de brand beperkt zich tot de prullenbak, pc of kopieermachine en heeft de omgeving (bijvoorbeeld plafond, meubilair, zonwering, vloer, e.d.) nog niet in brand gezet. Bij het benaderen van de plek waar brand wordt vermoed, zijn er verschillende situaties denkbaar:
De brand is zichtbaar: -
Er is sprake van een klein brandje, zonder uitbreiding. Dit kun je in principe blussen. Blijf controleren of de vlammen niet opnieuw oplaaien. Voer een nacontrole uit zodat je er zeker van bent dat het brandje echt uit is.
-
Er is sprake van een brandje met uitbreiding. Alarmeer de brandweer, als dit nog niet is gedaan. Beoordeel of je alvast met blussen kunt beginnen of dat je ervoor moet zorgen dat jijzelf en anderen in veiligheid worden gebracht. -3-
Brand achter een gesloten deur Wanneer je te maken krijgt met een brand achter een gesloten deur, moeten alle alarmbellen bij je gaan rinkelen. Het openen van de deur kan namelijk fatale gevolgen hebben. Wat kun je het beste doen? 1. Voel met je vlakke hand hoog bij de deur; 2. Voel met de rug van je hand bij de deurklink; 3. Houd wel enige afstand met de deur! In verband met de warmte mag je je hand niet direct op de deur of deurklink leggen! Een warm deuroppervlak geeft aan dat de temperatuur aan de andere kant van de deur hoog is. Echter ook achter een koude deur kan brand woeden (bijvoorbeeld niet direct achter de deur maar verder in de ruimte). -
Als je door de deur heen kunt kijken en je ziet rook: ga dan nooit naar binnen! Je ziet rook langs de deurposten komen: Houd de deur dicht. Je ziet geen rook: Open de deur niet zomaar! Maar handel volgens de procedure voor het openen van deuren.
Ga niet naar binnen vanwege de mogelijk gevaren, maar roep in alle bovenstaande situaties of er iemand achter de deur aanwezig is. Laat een gesloten deur ook dan nog dicht! Als het slachtoffer reageert, geeft hem dat de opdracht om te knielen en in de richting van jouw geroep te kruipen. Laat het slachtoffer weten dat de brandweer onderweg is en laat doorgeven aan de brandweer dat er een slachtoffer bij de brand betrokken is.
Als de deur warm aanvoelt: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8.
Laat de deur dicht!; Roep of er nog iemand achter de deur aanwezig is; Blijf zelf in veilig gebied; Waarschuw direct de omgeving; Alarmeer de meldkamer; Pak een blustoestel of een slanghaspel; Houd de deur nat met behulp van de slanghaspel; Ga samen met een collega op veilige afstand van de deur staan en wacht op professionele hulp.
Als de deur koud aanvoelt:
1. Kijk eerst goed waar de scharnieren zitten: a. Zitten de scharnieren aan jouw kant? Kniel aan de kant van de scharnieren achter de deur en houd de deur tegen met je voet. De deur blijft zo tussen jou en het mogelijke vuur! b. Zitten de schanieren niet aan jouw kant? Kniel dan aan de kant van de kruk naast de deur en open de deur een klein stukje, maar houdt de deurkruk goed vast, zodat je de deur weer snel kunt sluiten, indien nodig!
Mocht er zich verderop in de ruimte een brand bevinden, dan kan er bij het openen van de deur een steekvlam ontstaan die door de deurspleet aan de bovenkant naar buiten komt. Als je je op de juiste manier verdekt en gebukt op hebt gesteld, is er weinig risico op verwonding. De eventuele steekvlam komt bovenlangs vrij en niet in jouw richting. Daarnaast heeft bukken het voordeel dat je laag bij de grond zit, waardoor je zo min mogelijk wordt blootgesteld aan eventuele rook! Wel of niet blussen? Wanneer de deur is geopend bestaan er verschillende mogelijkheden: a. De ruimte achter de deur staat vol rook en brandt hevig; b. Je ziet wel veel rook, maar geen vuur; c. Je ziet wel lichte rook, maar geen vuur. Bij situatie a. t/m c. roep je of er nog iemand binnen is, sluit je de deur en ontruim je de omgeving.
Reactie op aanroepen
Als er wordt gereageerd op jouw roepen, geef het slachtoffer dan opdracht in de richting van jouw geroep te kruipen. Blijf het slachtoffer aanroepen. Als het niet lukt om het slachtoffer bij de deur te krijgen, sluit dan de deur en blijf contact houden door de geloten deur heen. Probeer uit te vinden waar het slachtoffer zich bevindt door gerichte vragen te stellen: “Zit je bij het raam?”, “Aan de gangzijde?”, etc. Hoe moeilijk het ook zal zijn, ga niet zelf naar binnen, dan vallen er alleen maar meer slachtoffers!
-4-
d. Er is een beginnende brand; e. Er is geen brand. Blus een beginnende brand alleen als er geen rook is en je de ruimte volledig kunt overzien! Doe dan een bluspoging vanuit de gang. Denk aan de gevaren van rook en CO2! Maak gebruik van de worplengte van het blusmiddel. Doe na het blussen de deur weer dicht om rookverspreiding te voorkomen. Je mag dus alleen naar binnen gaan als er geen rook is en je de ruimte volledig kunt overzien. In alle andere gevallen is de situatie te gevaarlijk en dien je in een veilige omgeving te wachten op professionele hulpverlening. Gevaren bij blussen -
Bij het begin van een brand en bij een slechte verbranding ontstaat koolmonoxide. CO2 is onzichtbaar, reukloos en smaakloos. Het hoopt zich op in het bloed en vermindert over langere periode de opname van zuurstof in het bloed. Bij kleinere hoeveelheden wordt je suf, bij grotere hoeveelheden kun je bewusteloos raken en zelfs overlijden; In rook kunnen allerlei giftige stoffen zitten die voor problemen met de ademhaling zorgen; De warmte kan bij een brand plotseling enorm oplopen, behalve uitwendige verbranding, kunnen ook de longen beschadigd raken door hete dampen; Een draagbaar blustoestel is snel leeg. Als het toestel leeg is, dien je zo snel mogelijk de ruimte te verlaten; Een brandhaspel raakt niet leeg. Blijf daarom goed op je eigen veiligheid letten. Wanneer de situatie te gevaarlijke wordt, dien je zo snel mogelijk de ruimte te verlaten.
Neem nooit risico’s bij het blussen van brand! Indien de situatie uit de hand loopt, dien je jezelf en anderen zo snel mogelijk in veiligheid te brengen door de ruimte direct te verlaten! Laat het blussen in dat geval over aan professionele brandbestrijders.
Elektriciteit Knoei nooit zelf met elektriciteit en elektriciteitsleidingen. Zorg er bij het ontstaan van kortsluiting altijd voor dat de bron van de kortsluiting van het elektriciteitsnet wordt afgehaald en wordt gerepareerd. Wanneer kortsluiting ontstaat doordat een elektrisch apparaat in aanraking komt met water, dient er absolute zekerheid over te bestaan dat het volledig is opgedroogd alvorens het apparaat weer gebruikt kan worden. Vergeet niet om de stop er eerst uit te halen als je lampen vervangt. Rol een kabelhaspel altijd helemaal uit wanneer je hier gebruik van maakt. Een opgerold verlengsnoer kan zijn warmte niet kwijt en gaat op den duur smelten. De warmte en de vonken die bij kortsluiting vrijkomen, veroorzaken gemakkelijk brand. Leg ook geen snoeren in kluwens bij elkaar en laat liever geen snoeren onder het tapijt lopen. Sluit nooit teveel punten aan op een verlengsnoer. Dit kan leiden tot overbelasting en oververhitting. Laat geen apparatuur stand-by staan en voorkom dat water bij elektrische apparatuur kan komen. Wees bijvoorbeeld voorzichtig met drinken achter de PC.
E.H.B.O. bij brand Wanneer je zelf of een ander in brand staat, probeer – hoe moeilijk ook – niet in paniek te raken. Blijf kalm en ga zeker niet rennen, want daardoor wakkeren de vlammen aan. Onderneem vervolgens de volgende stappen: 1. Doof de vlammen Dit kan met water uit de keuken of toilet en met de blusdeken, maar ook door over de grond te rollen. Let wel op dat de vlammen het gezicht niet kunnen bereiken. 2. Begin direct met het koelen van de wond Voor de eerste reactie op brandwonden maakt het niet uit hoe ernstig de brandwond is of waar deze door is veroorzaakt. De eerste reactie is namelijk altijd zo snel mogelijk KOELEN! De kreet ‘eerst koelen met water, de rest komt later’ geldt dan ook nog steeds. Koel het liefst met zacht stromend, lauw leidingwater. Te koud water kan leiden tot onderkoeling! Indien er geen kraanwater bij de hand is, kan koelen ook met bijvoorbeeld slootwater of natte doeken. Het is altijd beter iets dan niets te doen!
-5-
3. Koel tenminste 10 minuten Langer is beter, maar pas dan wel op voor onderkoeling. Bij verbranding door chemische stoffen (bijtende producten) tenminste 30 minuten spoelen. 4. Verwijder tijdens het koelen de kleding & sieraden Echter alleen als deze niet aan de huid gekleefd zit. Blijf er anders van af! Houd de kleding in dat geval wel goed nat. 5. Waarschuw de huisarts In ieder geval als er blaren zijn of de huid er aangetast uitziet. En altijd als de brandwond veroorzaakt is door een chemisch product of elektriciteit. 6. Bedek de brandwond met steriel verband Bij grotere wonden met een schone doek of een schoon laken. 7. Smeer nooit iets op de brandwond! 8. Geef het slachtoffer niet iets te eten of te drinken 9. Stel het slachtoffer gerust 10. Zorg ervoor dat het slachtoffer zittend wordt vervoerd. Het hoofd moet altijd hoger zijn dan de rest van het lichaam in verband met mogelijke vochtophoping.
Hoe te handelen bij een eerstegraads brandwond:
Bij een eerstegraads verbranding is de huid rood, droog, pijnlijk en mogelijk ook wat gezwollen. Een eenvoudige brandwond gaat meestal snel over en hoeft niet in het ziekenhuis behandeld te worden.
Hoe te handelen bij een tweedegraads brandwond:
Bij een tweedegraads verbranding is de huid rood, licht gezwollen, pijnlijk en vertoont blaren (soms pas later te zien). Kleding die vastzit aan een verbrande plek mag niet worden verwijderd, omdat door het lostrekken reeds ontstane blaren opengaan. De kleding moet wel nat worden gehouden. Loszittende kleding mag wel worden verwijderd, maar je moet er zeker van zijn dat die kleding niet vastzit aan de verbrande plek. Na het stoppen met koelen kan de pijn weer toenemen. Dan kun je gerust opnieuw koelen. De pijn zal afnemen. Een tweedegraads brandwond is doorgaans binnen twee of drie weken genezen.
Hoe te handelen bij een derdegraads brandwond:
Bij derdegraads verbrandingen is de huid wit of zwart, droog en leerachtig. Het slachtoffer voelt nauwelijks pijn. Dat komt omdat bij derdegraads brandwonden ook de zenuwen in de huid zijn aangetast. Breng het slachtoffer direct naar een arts of een ziekenhuis.
De wond afdekken - Een eerstegraads brandwond hoeft niet te worden afgedekt. - Bij tweedegraads en derdegraads verbrandingen is er vaak ook sprake van een kapotte huid. De brandwond moet daarom worden afgedekt. Dit geldt ook voor blaren die nog niet kapot zijn. - Brandblaren mogen niet worden opengemaakt! Dek de brandwond steriel af. Dit om uitbreiding en besmetting van de wond te beperken. Gebruik bij voorkeur metallineverband of anders met steriel gaas. Heb je dit niet, neem dan een pas gewassen theedoek, stoffen servet of handdoek. Bij uitgebreide brandwonden kun je als vervanger een schoon laken gebruiken. Bij vastzittende kleding, komt de kleding onder het verband te zitten. Breng zowel over de kleding als op het niet bedekte deel van de brandwond zelf het verband losjes aan. - Er mag niets op de wond worden gesmeerd. Vermeende effectieve huismiddeltjes, zoals boter, melk en tandpasta, mogen absoluut niet worden gebruikt! Ook brandzalf niet.
Altijd professionele hulp inschakelen bij: - Tweede- of derdegraads brandwonden; - Brandwonden aan het gezicht, gewrichten, de handen, de voeten en de geslachtsorganen; - Inademing van rook of hete gassen; - Verbranding door elektriciteit of chemische stoffen.
-6-
SIGNALERINGSBORDEN M.B.T. BRAND
Verboden te roken
Vuur, open vlam en roken verboden
Verboden met water te blussen
Ontvlambare stoffen of hoge temperaturen
Telefoon voor brandbestrijding
Brandslang
Weg naar brandbestrijdingsmateriaal
Gevaar voor elektrische spanning
Ladder
Branddeken
Brandalarm
Brancard
Blusapparaat
Verzamelpunt
Richting van een nooduitgang
Eerste hulp
Explosieve stoffen
Oxiderende stoffen
Veiligheidsdouche
Weg naar hulppost of reddingsmiddel
Heeft u vragen of opmerkingen over deze uitgave? Neemt u dan contact op met een van onze vestigingen of ons hoofdkantoor via
[email protected] Dit is een uitgave van Multi Craft BV. Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaardt Multi Craft BV geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden. Aan deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend.
-7-
Bekijk ook onze website: www.multicraft.nl