Zuyd Hogeschool Bacheloropleiding Social Work
omzetten BOB naar UOB Uitgebreide opleidingsbeoordeling
RAPPORT
© Netherlands Quality Agency (NQA) Februari 2014
2/33
© NQA – Zuyd Hogeschool: omzetten BOB naar UOB – Social Work
Inleiding Dit visitatierapport bevat de beoordeling van de bestaande hbo-bacheloropleiding Social Work van Zuyd Hogeschool in het kader van het omzetten van de Beperkte Opleidingsbeoordeling (BOB) naar een Uitgebreide Opleidingsbeoordeling (UOB). Het betreft in dit geval een aanvullende visitatie op de in 2012 uitgevoerde Beperkte Opleidings Beoordeling conform het Protocol aanvullende beoordeling na negatieve of ingetrokken ITK (NL), 26 februari 2013. Zuyd Hogeschool en NQA hebben hiervoor gezamenlijk een passende werkwijze opgesteld en deze ter instemming voorgelegd aan de NVAO. De aanvullende beoordeling betreft de UOB-standaarden 6 (Het programma is studeerbaar), 8 (De opleiding beschikt over een doeltreffend personeelsbeleid), 12 (De studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten bevorderen de studievoortgang en sluiten aan bij de behoefte van studenten), 13 (De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen), 14 (De uitkomsten van deze evaluaties vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan de realisatie van streefdoelen) en 15 (Bij de interne kwaliteitszorg zijn de opleidings- en examencommissie, medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief betrokken). Voor de standaarden 6 en 12 geldt dat deze specifiek zijn beoordeeld voor studenten met een functiebeperking. De beoordeling is uitgevoerd door een visitatiepanel dat door NQA, in opdracht van Zuyd Hogeschool, is samengesteld. Het panel is in overleg met de opleiding samengesteld en is voorafgaand aan de visitatie goedgekeurd door de NVAO. Het rapport beschrijft de bevindingen, overwegingen en conclusies van het panel. Het is opgesteld conform het Beoordelingskader voor de uitgebreide opleidingsbeoordeling van de NVAO (22 november 2011) en het NQA Protocol 2013 voor de uitgebreide opleidingsbeoordeling. De visitatie heeft plaatsgevonden op 20 november 2013. Het visitatiepanel bestond uit: De heer drs. B.J.A.M. van Bergen (voorzitter, domeindeskundige) Mevrouw drs. J.E.D. Ossewold (domeindeskundige) De heer drs. D.W. Righters MBA (domeindeskundige) De heer S. Langius (studentlid) Mevr. drs. C.W.G.P. van Pelt, auditor van NQA, trad op als secretaris van het Bij de aanvraag werd door de instelling een aanvullende kritische reflectie aangeboden die naar vorm en inhoud voldeed aan de eisen van het desbetreffende beoordelingskader van de NVAO en aan de eisen van het NQA Protocol 2013.
© NQA – Zuyd Hogeschool: omzetten BOB naar UOB – Social Work
3/33
Het panel heeft de aanvullende kritische reflectie bestudeerd en een bezoek aan de opleiding gebracht. De aanvullende kritische reflectie en alle overige (mondeling en schriftelijk) verstrekte informatie hebben het visitatiepanel in staat gesteld om tot een weloverwogen oordeel te komen. Het visitatiepanel verklaart dat de beoordeling van de opleiding in onafhankelijkheid heeft plaatsgevonden.
Utrecht, 4 februari 2014
Panelvoorzitter
Panelsecretaris
De heer drs. B.J.A.M. van Bergen
Mevrouw drs. C.W.G.P. van Pelt
4/33
© NQA – Zuyd Hogeschool: omzetten BOB naar UOB – Social Work
Samenvatting Het visitatiepanel concludeert op basis van de visitatie dat de hbo-bachelorpleiding Social Work van Zuyd Hogeschool van voldoende kwaliteit is. Het panel beoordeelt de opleiding als positief. Studeerbaarheid Het panel constateert dat de opleiding probeert het onderwijsprogramma zo studeerbaar mogelijk te maken voor studenten met een functiebeperking. Studenten geven aan dat ze tevreden zijn over de begeleiding vanuit de opleiding en dat de opleiding hen goed informeert over alle mogelijkheden. Dat de opleiding van hen daarbij een proactieve houding en zelfverantwoordelijkheid verwacht, vinden zij goed. Docenten, studieloopbaanbegeleiders en coördinatoren zijn goed bereikbaar voor vragen van de studenten. Het panel beoordeelt standaard 6, studeerbaarheid met een goed. Personeelsbeleid Het personeelsbeleid van de opleiding vindt het panel goed passen bij de aard en inhoud van de opleiding. Het biedt voldoende kaders voor adequate verzorging van het onderwijs. Docenten beschikken over relevante werkervaring en houden hun professionalisering goed op peil en leggen dit ook vast in hun persoonlijke ontwikkelingsplannen (POP’s). Het panel stelt vast dat de opleiding goed anticipeert op de dalende instroom. In het aanstellingsbeleid ziet het panel een focus op het aannemen van jonger personeel. Het panel is hierover positief gelet op de vele en snelle veranderingen in het vakgebied en het beroepenveld, maar ook de veranderde maatschappelijk positie van Social Work. Het panel beoordeelt standaard 8, personeelsbeleid met een goed. Studiebegeleiding De studiebegeleiding en de informatievoorziening waarin de opleiding voorziet, is voldoende toereikend ingericht om de studievoortgang te bevorderen. Voor studenten met een functiebeperking zijn er extra faciliteiten en begeleiding en studenten ervaren deze als stimulerend en tegemoet komend aan hun wensen. Het panel beoordeelt standaard 12, studiebegeleiding met een voldoende. Kwaliteitszorg De opleiding beschikt over een systematisch opgezet systeem van kwaliteitszorg dat de opleiding in staat stelt het onderwijs zorgvuldig te evalueren. Het systeem voorziet zowel in schriftelijke evaluaties als in evaluaties via overlegstructuren. Het panel stelt vast dat de opleiding haar prioriteit “kwaliteitscultuur en gedrag” op overtuigende wijze zichtbaar heeft gemaakt. Het panel beoordeelt standaard 13, evaluatieresultaten met een goed. Het panel constateert op basis van bestudeerde documenten en gesprekken met betrokkenen dat de opleiding verbeteractiviteiten inzet als evaluatieresultaten of andere signalen daar aanleiding toe geven.
© NQA – Zuyd Hogeschool: omzetten BOB naar UOB – Social Work
5/33
Het panel stelt vast dat de opleiding goed inzichtelijk maakt dat ze voortvarend en systematisch werkt aann verbeteringen. Het panel waardeert het hoge ambitieniveau dat de opleiding hierbij hanteert vooral omdat ze zich momenteel in een lastige maatschappelijke positie bevindt. De manier waarop de opleiding deze strategische doelstellingen naar het onderwijs heeft vertaald, vindt het panel goed doordacht. Het panel beoordeelt standaard 14, verbetermaatregelen met een goed. Het panel stelt vast dat de opleiding de verschillende belanghebbenden voldoende adequaat bij de kwaliteitszorg van het onderwijs betrekt. De meningen van belanghebbenden tellen mee in het vaststellen en uitvoeren van verbetermaatregelen. Het panel beoordeelt standaard 15, betrokkenheid bij kwaliteitszorg met een voldoende.
6/33
© NQA – Zuyd Hogeschool: omzetten BOB naar UOB – Social Work
Inhoudsopgave
1
Beoordeling
9
Standaard 6 Studeerbaarheid
9
Personeel Standaard 8 Personeelsbeleid Standaard 12 Studiebegeleiding
Kwaliteitszorg
3 4 5
11 11 12
14
Standaard 13 Evaluatie resultaten Standaard 14 Verbetermaatregelen Standaard 15 Betrokkenheid bij kwaliteitszorg
14 15 16
Eindoordeel over de opleiding Aanbevelingen Bijlagen
17 19 21
Bijlage 1: Deskundigheden leden visitatiepanel en secretaris Bijlage 2: Bezoekprogramma Bijlage 3: Bestudeerde documenten Bijlage 4: Verklaring van volledigheid en correctheid
23 29 31 33
© NQA – Zuyd Hogeschool: omzetten BOB naar UOB – Social Work
7/33
8/33
© NQA – Zuyd Hogeschool: omzetten BOB naar UOB – Social Work
1
Beoordeling
Het visitatiepanel beschrijft hieronder voor de standaarden 6, 8, 12, 13, 14 en 15 van het NVAO beoordelingskader de bevindingen, overwegingen en conclusies. Het eindoordeel over de opleiding volgt in hoofdstuk 2.
Standaard 6
Studeerbaarheid
Het programma is studeerbaar (voor studenten met een functiebeperking). Bevindingen Een belangrijk aspect bij het bewaken van de studeerbaarheid is de aandacht voor studenten met een functiebeperking. De opleiding Social Work verstaat onder een student met een functiebeperking: een student met een lichamelijke, psychische, psychiatrische, of zintuiglijke beperking, chronische ziekte of aandoening die vooralsnog blijvend (ten minste 6 maanden) van aard is. Bij aanvang van de studie vullen studenten een formulier in om aan te geven of er sprake is van een beperking. Op basis van dit formulier worden studenten uitgenodigd door de decaan voor een individueel gesprek. Tijdens dit gesprek wordt geïnventariseerd op welke extra voorzieningen de student een beroep kan doen. Er wordt vanuit de mogelijkheden van de student gezocht naar oplossingen in de vorm van specifieke ondersteuning of extra persoonlijke begeleiding, bijzondere voorzieningen, te nemen maatregelen en aangepaste faciliteiten. De Examencommissie neemt op basis van de adressering van de decaan een besluit ten aanzien van de voorzieningen en aanpassingen. Aanpassingen in het onderwijsprogramma worden vastgelegd in individuele routes. De aard van beperking/ziekte van studenten Social Work die van extra voorzieningen gebruik maken, is vooral gelegen op het gebied van: • Dyslexie; • Chronische vermoeidheidsziekte; • Chronische darmziekte; • Diabetes; • Rugklachten • Klachten t.g.v. whiplash; • Psychische aandoeningen (o.a. depressie, PTTS, borderline, angst-en paniekstoornissen, ADD, ADHD); • Migraine.
© NQA – Zuyd Hogeschool: omzetten BOB naar UOB – Social Work
9/33
Studenten kunnen bij inschrijving aangeven dat zij een functiebeperking hebben. Dit levert – gekeken naar de inschrijvingen van de afgelopen drie studiejaren – het volgende beeld op: 2013-2014
2012-2013 2011-2012
27 meldingen van studenten met een beperking. Aard van beperking is per medio september 2013 nog niet bekend. Gesprekken moeten nog worden gevoerd. 16 studenten met een beperking (waarvan 7 dyslexie; 7 psychisch; 2 fysiek) 29 studenten met een beperking ( waarvan 12 dyslexie; 7 psychisch; 10 fysiek)
Naast het zogenoemde programma Kurzweil dat de opleiding hiervoor gebruikt, kunnen studenten ook gebruik maken van 30 minuten extra tijd bij toetsing of van toetsen gedrukt op A3-formaat. Gemiddeld 10 procent van alle Social Work studenten maakt kenbaar te studeren met een functiebeperking. Al deze studenten zijn door de decaan uitgenodigd voor een individueel gesprek. Op de locatie Sportcentrumlaan Zuyd Hogeschool is voor studenten met een functiebeperking een rustruimte ingericht. Studenten dienen - om gebruik te kunnen maken van deze ruimte - toestemming te vragen aan de decaan. Tijdens de zomervakantie is een centrale e-mailbox geactiveerd
[email protected], om ook in deze periode bereikbaar te zijn voor vragen van studenten. Gedurende 6 weken wordt in deze periode de ingekomen mail afwisselend door drie studentendecanen beantwoord. Overwegingen en conclusie Het panel heeft op basis van de bestudering van de documenten en de gesprekken kunnen vaststellen dat de opleiding probeert het programma zo studeerbaar mogelijk te maken voor studenten met een functiebeperking. Docenten, coördinatoren en studieloopbaanbegeleiders besteden hier veel zorg aan. De opleiding neemt de verantwoordelijkheid om studenten goed te informeren (werkweek, studiegids, SLB-bijeenkomsten, informatie door decanaaat et cetera ). Studenten zijn zelf verantwoordelijk om zich te melden bij een functiebeperking en aan te geven van welke mogelijkheden en faciliteiten ze gebruik willen maken. Het panel komt op basis van bovenstaande overwegingen tot het oordeel goed.
10/33
© NQA – Zuyd Hogeschool: omzetten BOB naar UOB – Social Work
Personeel
Standaard 8
Personeelsbeleid
De opleiding beschikt over een doeltreffend personeelsbeleid. Bevindingen Het strategisch personeelsbeleid van de faculteit Sociale Studies gaat uit van het meerjarenplan 2013-2017 (Zuyd, College van bestuur, 2013), de notitie Integraal HR-beleid in een mensenbedrijf (Zuyd, dienst HR, 2011) en de corporate identity van Zuyd. Dit is door de opleiding vertaald in het Strategisch Personeelsplan. In het Strategisch Personeelsplan wordt de relatie tussen de eisen die het onderwijsprogramma stelt aan de inzet en de kwaliteit van de medewerkers van de opleiding geoperationaliseerd en geborgd. De faculteit Sociale Studies vertaalt dit naar opleidingsbeleid op het gebied van in-, door- en uitstroom en professionalisering. De opleiding Social Work heeft in 2010 gekozen voor een indeling in vier jaarteams die elk geleid worden door een teamleider. Deze teamleider is op HR gebied verantwoordelijk voor de personeelszorg van de teamleden en de teamontwikkeling (coaching, deskundigheidsbevordering, functioneringsgesprekken, inzet en jaarplanning). In de gesprekscyclus heeft de medewerker vanuit eigen verantwoordelijkheid voor zijn loopbaan de mogelijkheid een (digitaal) persoonlijke ontwikkelingsplan (POP) op te stellen. De teamleider houdt minimaal één keer per jaar een functioneringsgesprek met alle jaarteamleden. Het panel constateert dat voor zowel teamleider als teamleden geldt, dat het bespreken en beoordelen van het functioneren en het maken van toekomstgerichte (ontwikkel)afspraken daarover, een goede basis biedt voor een hechte en duurzame arbeidsrelatie. De opleiding hanteert het introductiebeleid voor nieuwe medewerkers dat is opgesteld door de dienst HR van Zuyd Hogeschool. De nieuwe medewerker wordt voorzien van alle informatie die hij nodig heeft om een goede start te maken. De teamleider is degene die verantwoordelijk is voor de inwerkperiode van de nieuwe medewerker. Na een algemene introductie volgt een specifieke introductie binnen de opleiding. Elke nieuwe medewerker, inclusief een medewerker in de zogenaamde flexibele schil, krijgt een coach. Hierbij wordt specifiek aandacht besteed aan het ondersteunen bij de ontwikkeling van de docentrol (waaronder tutor, trainer, studieloopbaan begeleider, praktijkdocent, afstudeercoach en assessor). Zowel de nieuwe medewerker als de interne coach (collega) worden hiervoor in uren gefaciliteerd.
© NQA – Zuyd Hogeschool: omzetten BOB naar UOB – Social Work
11/33
Elke nieuwe medewerker wordt, indien nodig, gefaciliteerd om deel te nemen aan het didactische scholingsprogramma van Zuyd Hogeschool dan wel van een ander opleidingsinstituut. Gedurende het eerste jaar heeft de teamleider regelmatig voortgangsgesprekken met de nieuwe medewerker. Professionalisering krijgt vorm in alle fasen van de HR-cyclus door opleiding, training en coaching. De kernactiviteit intercollegiaal leren staat centraal en sluit goed aan bij de uitgangspunten dat onderwijs een kerntaak is van elke docent van de faculteit Sociale Studies. Docentprofessionalisering heeft in de jaarteams een vaste plek gekregen en is opgenomen in elk jaarteamplan. Het jaarteamplan vormt het uitgangspunt voor de inhoudelijke besprekingen en bepaalt de richting van de teamactiviteiten. Waar activiteiten verbetering vergen, wordt dit door de opleiding gesignaleerd, en wordt actie ondernomen. Op deze manier wordt de PDCA-cyclus doorlopen en is er sprake van continuïteit. Overwegingen en conclusie Het panel heeft het personeelsbeleid bestudeerd en is daarover positief. Er zijn voldoende instrumenten om adequaat te kunnen sturen, zoals functionerings- en beoordelingsgesprekken. Ook stellen docenten persoonlijke ontwikkelingsplannen (POP’s) op. De borging hiervan in het personeelsdossier kan naar de mening van het panel sneller mede ook omdat beslissingen over de gewenste formatie, als gevolg van de dalende instroom, ook sneller genomen moeten worden. Het panel is positief over het anticiperen van de opleiding op een dalende instroom van studenten in de komende jaren middels de HR-cyclus en de bijbehorende instrumenten. Tevens is het panel positief over het streven naar verjonging binnen het docententeam. Zeker gezien alle veranderingen binnen het vakgebied en het beroepenveld én de veranderde maatschappelijke positie van Social Work, is dit een goede ambitie vindt het panel. Het panel komt op basis van bovenstaande overwegingen tot het oordeel goed.
Standaard 12
Studiebegeleiding
De studiebegeleiding en de informatievoorziening aan studenten bevorderen de studievoortgang en sluiten aan bij de behoefte van studenten. Bevindingen De (studie)begeleiding van de student binnen Zuyd Hogeschool en de opleiding Social Work verloopt volgens het zogenoemde drie-tredenmodel. Trede 1 is de mentor /studieloopbaanbegeleider, waarbij de student als eerste met studievragen terecht kan, maar ook met persoonlijke problemen.
12/33
© NQA – Zuyd Hogeschool: omzetten BOB naar UOB – Social Work
Trede 2 is de studentendecaan waar de student op eigen initiatief of op verwijzing van de SLB’er heen gaat bij vragen die de studievoortgang betreffen of zaken die de studievoortgang negatief beïnvloeden. Trede 3 betreft de begeleiding van de student door de decaan. Via de Decaan kan de student assertiviteits-, zelfhandhavings- en studievaardighedentrainingen volgen en worden doorverwezen naar externen of de studentpsycholoog. Naast de decaan heeft Zuyd Hogeschool een ombudsman waar studenten onder andere terecht kunnen met klachten over het omgaan van de opleiding met functiebeperkingen. Trede 1 staat in de studiehandleiding SLB beschreven. Op het Infonet is de studiebegeleiding van Zuyd Hogeschool voor trede 2 en 3 in detail beschreven. De opleiding volgt al haar studenten ten aanzien van hun studieloopbaan en studievoortgang. Voor het goed kunnen monitoren van studenten met een functiebeperking, vergt dit aanvullenden specifieke aandacht. De opleiding ziet er actief op toe dat niet alleen alle SLB’ers over dezelfde en volledige informatie omtrent studentvoorzieningen beschikken, maar ook alle overige docenten. Nu is dat nog niet altijd zo. Daarnaast vindt de opleiding het van belang dat de OER (onderwijs- en examenregeling) voorziet in duidelijke rolbeschrijving en –afbakening, zodat studenten preceis weten bij welke medewerker voor welke vraag, ondersteuning, voorziening, zij terecht kunnen. Ook kan de OER vereenvoudigd worden op leesbaarheid. Studenten geven in het gesprek met het panel aan dat de informatie op Blackboard en Osiris voldoende is en dat ze hun weg hierin goed kunnen vinden. Overwegingen en conclusie Het panel heeft op basis van de gesprekken met studenten met een functiebeperking inzicht gekregen in de begeleiding van deze studenten en heeft geen klachten hierover vernomen. Studenten ervaren deze studiebegeleiding als stimulerend en tegemoet komend aan hun wensen. Het panel stelt vast dat de opleiding Social Work erin slaagt om de ontwikkeling van studenten centraal te stellen in het onderwijsprogramma. De studiebegeleiding via de SLB’ers, het gehele docententeam en de decaan speelt daarbij een cruciale rol. Het digitale informatiesysteem via Osiris en Black Board is daaraan ondersteunend en studenten zijn hierover tevreden. Het panel ziet dat de opleiding een aantal maatregelen heeft genomen om de informatie over studentvoorzieningen breder te spreiden en meer inzichtelijk te maken Het panel komt op basis van bovenstaande overwegingen tot het oordeel voldoende.
© NQA – Zuyd Hogeschool: omzetten BOB naar UOB – Social Work
13/33
Kwaliteitszorg
Standaard 13
Evaluatie resultaten
De opleiding wordt periodiek geëvalueerd, mede aan de hand van toetsbare streefdoelen. Bevindingen Aansluitend op de strategische cyclus op Zuydniveau heeft de Faculteit Sociale Studies en daarbinnen de opleiding Social Work de strategische doelen vertaald naar faculteits- en opleidingsniveau. Operationalisering van deze doelen vindt plaats aan de hand van kritische prestatie-indicatoren (kpi’s). Aan deze indicatoren zijn normen verbonden. Via evaluaties volgt de opleiding de uitvoering van het beleid en de uiteindelijke realisatie van vastgestelde doelen. Als uit de analyse van de evaluatiegegevens blijkt dat de resultaten niet conform de gestelde norm zijn, dan worden aanvullende acties ondernomen om de norm alsnog te halen of bij te stellen. De teamleiders leggen verantwoording af over de resultaten van de kritische prestatie-indicatoren aan de faculteitsdirecteur. Deze legt op haar beurt verantwoording af aan het College van Bestuur. Om de haalbaarheid van de normen te kunnen volgen en eventuele risico’s op dit vlak tijdig te kunnen signaleren, evalueert de Commissie Kwaliteitszorg & Borging (CK&B) systematisch alle relevante aspecten van het onderwijs met interne en externe stakeholders; studenten, docenten, commissies, en werkveldpartners. De opleiding Social Work hanteert een interne kwaliteitscyclus (PDCA). De opleiding heeft gekozen voor schriftelijke en mondelinge evaluatie-instrumenten die direct of indirect input leveren voor de sturing op kpi’s en de in- en externe streefdoelen. De systematiek van de PDCA-cyclus staat beschreven in het handboek Kwaliteitszorg. De opleiding maakt gebruik van schriftelijke module-evaluaties, de HBO-monitor en de Nationale Studenten Enquête (NSE). De opleiding heeft het onderwerp ‘kwaliteitscultuur en gedrag’ als één van de speerpunten van haar beleid genomen, dit mede naar aanleiding van de aanbevelingen vanuit de vorige accreditatie. Ook al waren de medewerkers individueel en/of in teamverband gericht op het continu verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs (hierbij werd gebruik gemaakt van diverse evaluatiebevindingen), er werd naar de mening van de opleiding nog niet geheel toereikend en consequent gebruik gemaakt van de PDCA-systematiek en de archivering van evaluatieresultaten in het formele administratieve kwaliteitszorgsysteem. Overwegingen en conclusie Het panel heeft het kwaliteitszorgsysteem en de verschillende evaluaties-instrumenten bestudeerd en stelt vast dat de opleiding het onderwijs zorgvuldig evalueert en haar kwaliteitszorgcycli steeds meer expliciteert en systematiseert.
14/33
© NQA – Zuyd Hogeschool: omzetten BOB naar UOB – Social Work
Het systeem voorziet zowel in schriftelijke evaluaties als in evaluaties via overlegstructuren. In deze overleggen is de kwaliteit van het onderwijs onderwerp van gesprek en leiden de uitkomsten van deze gesprekken tot aanpassingen om de opleiding te verbeteren. Het panel ziet dat de opleiding op overtuigende wijze zichtbaar maakt dat ze haar prioriteit “kwaliteitscultuur en gedrag” serieus neemt. In de gesprekken die het panel heeft met docenten en studenten geven zij aan dat ze positief zijn over het systeem van kwaliteitszorg. Het panel komt op basis van bovenstaande overwegingen tot het oordeel goed.
Standaard 14
Verbetermaatregelen
De uitkomsten van deze evaluaties vormen de basis voor aantoonbare verbetermaatregelen die bijdragen aan realisatie van de streefdoelen. Bevindingen Zuyd heeft drie kernthema’s geformuleerd: 1. Investeren in kwaliteit; 2. Profiel versterken; 3. Doelmatigheid bevorderen. De strategische doelstellingen die per thema beschreven staan in de themakaarten van elke faculteit, zijn geconcretiseerd. Dit overzicht faciliteert de faculteit in het behalen en borgen van de doelstellingen. De evaluatiecyclus wordt ingericht en bewaakt door de commissie kwaliteitszorg, onder verantwoordelijkheid van de directeur. Zo wordt de onderwijsinnovatie (onderdeel uitmakend van thema 1) geheel beschreven, gestuurd en ‘bewaakt’ door de werkzaamheden in een projectorganisatie te definiëren; ‘deliverables’ die opgeleverd worden, tijdpaden waarbinnen de resultaatafspraak gerealiseerd wordt, mijlpalen die het oplevermoment markeren, eigenaren die zich gecommitteerd hebben aan de SMART beschreven ‘deliverables’. Een ander voorbeeld van aantoonbaarheid van verbetermaatregelen betreft het opleidingsplan. De investering in gerichte – het onderwijsprogramma afdekkende – deskundigheidsbevordering is niet alleen per medewerker en op inhoud, maar ook qua fasering van de realisatie van het streefdoel ’70 procent master opgeleid’, aantoonbaar. Overwegingen en conclusie Het panel ziet dat de opleiding op overtuigende manier inzichtelijk maakt dat zij voortvarend en systematisch werkt aan de verbetering van Social Work. De werkwijze die de opleiding hierbij hanteert, is helder en to-the-point stelt het panel vast. Het panel heeft veel waardering voor het hoge ambitieniveau te meer omdat de opleiding zich in een lastige maatschappelijke positie bevindt.
© NQA – Zuyd Hogeschool: omzetten BOB naar UOB – Social Work
15/33
Hiermee toont de opleiding aan dat ze een grote maatschappelijke verantwoordelijkheid heeft en zich bewust is van de urgentie van veranderingen en aanpassingen. De opleiding weet, op basis van haar strategische doelstellingen, de gewenste veranderingen en aanpassingen goed in het onderwijs door te voeren. Het panel komt op basis van bovenstaande overwegingen tot het oordeel goed.
Standaard 15
Betrokkenheid bij kwaliteitszorg
Bij de interne kwaliteitszorg zijn de opleidings- en examencommissie, medewerkers, studenten, alumni en het afnemend beroepenveld van de opleiding actief betrokken. Bevindingen De opleiding heeft als uitgangspunt dat zij diverse betrokkenen bij haar onderwijs regelmatig wil raadplegen over de kwaliteit van het onderwijs en de ontwikkelingen in het beroep. De opleiding betrekt studenten, docenten, het beroepenveld en de alumni bij de kwaliteitszorg. Studenten van de opleiding zijn bij de kwaliteitszorg betrokken via studentevaluaties, de opleidingscommissie en via informele overleggen met docenten en teamleiders. Docenten zijn actief bij de kwaliteit van de opleiding betrokken via het teamoverleg, de functionerings- en beoordelingsgesprekken en de opleidings- en examencommissie. Daarnaast worden zij tweejaarlijks bevraagd in de Medewerkerstevredenheidsenquête Zuyd Hogeschool. Het afnemend beroepenveld is bij de opleiding betrokken als werkveldcommissie, als extern deskundige bij het afstuderen en bij het onderwijs, onder andere via externe projecten. Alumni worden via de HBO-monitor en via informele gesprekken bevraagd op ontwikkelingen in het werkveld en adviezen aan de opleiding. Tevens wordt vanuit de opleiding een actief beleid gevoerd binnen het kader van de alumnivereniging: regelmatig worden vanuit deze vereniging binnen de opleiding thema-avonden georganiseerd. Dit bevordert zowel het ‘leven lang leren’ principe, als de behoefte aan binding en versterking van de opleiding aan de beroepspraktijk via haar ex-studenten Overwegingen en conclusie Het panel is van mening dat de opleiding de verschillende belanghebben adequaat en uitvoerig bij de kwaliteitszorg van het onderwijs betrekt. Hoe urgent dit is, realiseert de opleiding zich terdege, zo heeft het panel met name kunnen zien in de uitkomsten van de alumni-enquête en de follow-up die de opleiding hieraan heeft gegeven. Het panel komt op basis van bovenstaande overwegingen tot het oordeel voldoende.
16/33
© NQA – Zuyd Hogeschool: omzetten BOB naar UOB – Social Work
3
Eindoordeel over de opleiding
Oordelen op de standaarden Het visitatiepanel komt tot de volgende oordelen op de standaarden: Standaard
Standaard 6 Studeerbaarheid Standaard 8 Personeelsbeleid Standaard 12 Studiebegeleiding Standaard 13 Evaluatie resultaten Standaard 14 Verbetermaatregelen Standaard 15 Betrokkenheid bij kwaliteitszorg
Oordeel voltijd
deeltijd
Goed Goed Voldoende Goed Goed Voldoende
Goed Goed Voldoende Goed Goed Voldoende
Overwegingen en conclusie Het visitatiepanel beoordeelt de kwaliteit van de bestaande hbo-bacheloropleiding Social Work van Zuyd Hogeschool positief.
© NQA – Zuyd Hogeschool: omzetten BOB naar UOB – Social Work
17/33
18/33
© NQA – Zuyd Hogeschool: omzetten BOB naar UOB – Social Work
4
Aanbevelingen
•
De opleiding voert een aantal grote veranderingen door met betrekking tot de inhoud en vormgeving van het curriculum. Tegelijkertijd schetst de opleiding in haar nota Strategisch Personeelsbeleid de uitdagingen op het gebied van de kwalitatieve en kwantitatieve formatie. De veranderingsprocessen zullen veel vragen van management en docenten. Het panel adviseert de opleiding derhalve gericht te blijven investeren in de communicatieve integratie ter verdere legitimatie en versterking van het draagvlak van deze belangrijke ontwikkelingen.
© NQA – Zuyd Hogeschool: omzetten BOB naar UOB – Social Work
19/33
20/33
© NQA – Zuyd Hogeschool: omzetten BOB naar UOB – Social Work
5
Bijlagen
© NQA – Zuyd Hogeschool: omzetten BOB naar UOB – Social Work
21/33
22/33
© NQA – Zuyd Hogeschool: omzetten BOB naar UOB – Social Work
Bijlage 1: Deskundigheden leden visitatiepanel en secretaris De heer drs. B.J.A.M. van Bergen, voorzitter De heer Van Bergen is ingezet vanwege zijn deskundigheid op het gebied van gezondheidszorg, zijn onderwijsdeskundigheid door zijn ervaring in wo en het hbo in verschillende functies en zijn auditdeskundigheid, verkregen door betrokkenheid bij de instellingstoetsen via de NVAO; de visitaties van de hbo masteropleidingen advanced nursing practice en physician assistant; de visitatie van de opleiding verplegingswetenschap van de Universiteit Maastricht; de visitatie van het kenniscentrum innovatie van zorgverlening aan de Hogeschool Utrecht volgens de si-quest methode. De heer Van Bergen is regelmatig voorzitter geweest van opleidingsvisitaties voor de NVAO en NQA. Voor deze visitatie is hij aanvullend individueel geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA. Opleiding: 1970 – 1972 1966 – 1972
Studie Ziekenhuiswetenschappen Universiteit van Utrecht Sociologie Universiteit van Amsterdam
Werkervaring: o.a. 1987 – 2007 Directiefuncties bij de Hogeschool van Arnhem en Nijmegen en rechtsvoorgangers Laatste functie: faculteitsdirecteur bij de faculteit gezondheid, gedrag en maatschappij 1992 – 2007 Voorzitter sectoraal adviescollege hgzo van de HBO-Raad Bestuursfuncties in de gezondheidszorg Lid van adviescommissies t.b.v. de overheid Auteur op gebied van gezondheidszorg Overig: Lid validatiecommissie kwaliteitszorg onderzoek hogescholen (VKO) Technisch adviseur medische universiteiten Vietnam en Ministry of Health Lid van programma/beoordelingscommissies van NOW, Zon-MW en Sia-Raak
De heer drs. D.W. Righters MBA De heer Righters heeft vanuit diverse functies en uiteenlopende werksituaties ruime kennis van en ervaring met bedrijfseconomische en managementvraagstukken opgedaan. Als zelfstandig consultant heeft hij ervaring op het gebied van bedrijfseconomische en managementvraagstukken, kwaliteitsmanagement in het bijzonder. Ook is hij door zijn docentschap goed bekend met het hoger beroeps onderwijs. Sinds 2004 is de heer Righters als docent Organizational Behavior & Marketing verbonden aan de Rotterdam Business School (onderdeel van Hogeschool Rotterdam). Rotterdam Business School (RBS) heeft een internationaal karakter vanwege het feit dat de studentenpopulatie uit 45 verschillende nationaliteiten bestaat en het curriculum Engelstalig is. Daarnaast heeft RBS internationaal aansluiting bij diverse partnerscholen (Demi) verspreid over Europa, Noord Amerika en Azië. Met deze Demi partners vindt uitwisseling plaats en kunnen wederzijdse studenten een gedeelte van hun studie bij de RBS volgen en/of afronden en vice versa. Naast het verzorgen van diverse colleges bij RBS is de heer Righters regelmatig tweede beoordelaar bij scripties van buitenlandse studenten die een double degree willen behalen. Daarnaast is de heer Righters regelmatig gastdocent in China, Canada, United Kingdom en Duitsland. De heer Righters heeft deelgenomen aan de NQAauditortraining hoger onderwijs en heeft vanuit ervaring als panellid/voorzitter van meer dan 10 visitaties kennis van de accreditatiesystematiek. Hij heeft vanuit opleiding en werkervaring internationale kennis van het domein en is daarnaast gediplomeerd Lead-Auditor ISO-9002.
© NQA – Zuyd Hogeschool: omzetten BOB naar UOB – Social Work
23/33
Opleiding: 2009 Didactische bevoegdheid behaald aan de VU (Vrije Universiteit) Amsterdam. 2004 – heden Erasmus Universiteit Rotterdam, faculteit Bedrijfskunde; promotietraject. Het promotieonderzoek richt zich op Kwaliteitsmanagement in relatie tot Strategie. 2004 MBA Gediplomeerd Lead-Auditor ISO 9002, Lead Auditor INK 1989 Doctoraal Bedrijfskunde, deels op Michigan Business School, Detroit, USA 1982 HEAO 1978 VWO Werkervaring: 2007 – heden Universiteit van Lubljana, gastdocent 2005 – heden Geely Beijing University, gastdocent (3 x per jaar) 2004 – heden Docent Organizational Behavior & Marketing en docent Research, Rotterdam Business School 2000 – heden Docent Bedrijfseconomie Hogeschool Rotterdam, docent Marketing, Finance & Accounting 2000 – heden Q-minds B.V., adviesbureau op het gebied van economische vraagstukken en kwaliteitsmanagement, freelance consultant 1997 – 2000 KLM, Coachen en begeleiden van trainees 1993 – 1997 KLM, Trainingen verzorgen ten behoeve van grond en vliegend personeel 1989 – 1993 KLM, Logistiek & Planning (vloot en menskrachtplanning)
Mevrouw drs. J.E.D. Ossewold Mevrouw Ossewold is ingezet als panellid vanwege haar grote expertise in de wereld van communicatie, media en design. Zij is eigenaar en directeur van The Creative Media Consultancy, adviesbureau voor de creatieve en de kennisintensieve industrie en het creatief onderwijs. The CMC levert producten en consultancy op het snijvlak van design, media, technologie en communicatie aan opdrachtgevers uit de profit en non profit sector (Van Gogh Museum, de Hogeschool voor de Kunsten Amsterdam, Universiteit Leiden, PCM Uitgevers, ABN/AMRO, Oxfam Novib, Telfort en Hogeschool Windesheim), waarbij strategische positionering en productinnovatie centraal staan. Creatieve conceptontwikkeling en (interactieve) storytelling spelen daarbij een grote rol. Op grond van haar expertise wordt zij regelmatig gevraagd voor lezingen en om plaats te nemen in een forum of een jury (b.v. Nederlandse Designprijzen). Daarnaast neemt zij deel aan (internationale) congressen en seminars. Sinds 1991 is mevrouw Ossewold tevens werkzaam in het hoger onderwijs als docent, onderwijsontwikkelaar, manager en lector. Voor deze visitatie heeft mevrouw Ossewold onze handleiding voor panelleden ontvangen en in een voorbereidende vergadering is hij aanvullend geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA. Opleiding: 1994
Didactiek voor het Kunstvakonderwijs, Hogeschool van Amsterdam
1985 – 1988 1983 – 1988 1982 – 1983 1976 – 1982
Doctoraal Filosofie, Radboud Universiteit Nijmegen Doctoraal Nederlandse taal- en letterkunde, Radboud Universiteit Nijmegen Propedeuse klassieke Taal- en Letterkunde Gymnasium
24/33
© NQA – Zuyd Hogeschool: omzetten BOB naar UOB – Social Work
Werkervaring: 2002 – heden eigenaar en directeur van The Creative Media Consultancy, adviesbureau voor de creatieve en de kennisintensieve industrie en het creatief onderwijs 2001 – 2002 Senior consultant ‘Communication & Design’, Eden Design & Communication, een groot, multidisciplinair ontwerpbureau in Amsterdam 1997 – 2001 Creatief directeur, chair en partner van TBWA/e-Company, een internationaal bureau op het gebied van digitale communicatie en realisatie van e-producten, eproductinnovatie en e-business strategie 1994 – 1997 Consultant digitale media en productontwikkeling voor omroepen, culturele en onderwijsorganisaties (o.a. het Internationale Filmfestival Rotterdam, NCRV, Media Academy, Universiteit Utrecht 1990 – 1997 Directeur van Ossewold Productions; een film en audiovisuele productiemaatschappij voor documentaires, experimentele films en interactieve producties 1988 – 1990 Curator en onderzoeker, Amsterdams Historisch Museum Werkervaring in onderwijsfuncties: 2009 – heden Lector Media/interactie & narratie, Fontys Hogescholen (een interdisciplinair lectoraat van Journalistiek, ICT, Kunsten, Communicatie). Hoofd FutureMediaLab 2009 – 2010 Associate Professor ‘Media, Communication & Visual Culture’, Artez Hogeschool voor de Kunsten, Instituut voor Media & Graphic Design 2006 – 2009 Lector ‘Tomorrow Matters’ (design, technologie en productinnovatie), Design Academy Eindhoven 2005 – 2009 Ontwikkelaar en Hoofd van de onderwijsafdeling ‘Lab’ (design, technologie en innovatie), Design Academy Eindhoven 2005 Externe Examinator van de Master of Arts in Interactive Multimedia, Michaelis School of Art & Design, Universiteit van Kaapstad, Zuid Afrika 2003 – 2005 Externe Examinator van de Master of Arts in Interactive Multimedia, Dublin Institute of Technology 2001 – 2005 Ontwikkelaar en Hoofd ‘Communication & Multimedia Design’, Academie voor ICT en Media (AIM) en Academie voor Kunst en Vormgeving AKV St.Joost, Avans Hogeschool Breda 2000 Gastdocent Interactief Ontwerpen, Academie voor Kunst en Vormgeving AKV/St. Joost, Breda 1998 – 1999 Docent Media ontwerp aan de Gerrit Rietveld Academie 1997 – 2000 Gastdocent Digitale Cultuur, Universiteit van Amsterdam 1995 – 2001 Docent (onderwijs, onderwijsontwikkeling en promotieonderzoek) Nieuwe Media en Interactieve Narratie, Universiteit Utrecht 1994 – 1997 Hoofd afdeling Interaction Design, Hogeschool voor de Kunsten, Utrecht, Faculteit Kunst, Media en Technologie 1993 – 1997 Hoofd masteropleiding European Master of Arts - Interactieve Multimedia, Hogeschool voor de Kunsten, Utrecht 1991 – 1994 Docent lineair en nonlineair scriptschrijven, Hogeschool voor de Kunsten Utrecht Publicaties: 2011 2010 2009 2006
The New Mass, over massa, identiteit en sociale media Lost in data, het belang van storytelling in een mediacultuur Getto Media; media als drager en vormer van culturele identiteit “Living media”; keynote lecture and publication, international symposium ‘Design and semantics of form and movement’, Technical University Eindhoven.
© NQA – Zuyd Hogeschool: omzetten BOB naar UOB – Social Work
25/33
Overig: Lid van de Raad van Toezicht, de Waag/Society for old and new media, Amsterdam. Lid van de Programma Adviesraad van de educatieve omroep RVU. BNO, mede-oprichter en voorzitter platform interactieve media. Lid Gender & Technology Network. Lid IPAN, Interactive Professionals Association Netherlands. Adviescommissie kunstenplan/media, Gemeente Amsterdam. Lid adviescommissie van de projectorganisatie kunstvakonderwijs van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Voorzitter bestuur Stichting TUMC, ter bevordering van binnen- en buitenschools creatief techniekonderwijs op alle niveaus. Jurylid Nieuwe Media, Art Directors Club Nederland. Jurylid Dutch Design Awards. Jurylid Drenthse Kunst & Cultuurprijzen. Lid Commissie Dunnewijk.
De heer S. Langius De heer Langius is ingezet als studentlid. Hij volgt de hbo bacheloropleiding Maatschappelijk Werk en Dienstverlening bij Hogeschool Utrecht, waar hij lid is van de opleidingscommissie. Daarnaast is hij betrokken geweest bij de interne audit van de Hogeschool Utrecht. Hij heeft als studentpanellid deelgenomen aan visitaties van hbo-bacheloropleidingen MWD bij Hogeschool Rotterdam en Avans Hogeschool. De heer Langius is representatief voor de primaire doelgroep van de opleiding en beschikt over studentgebonden deskundigheden met betrekking tot de studielast, de onderwijsaanpak, de voorzieningen en de kwaliteitszorg bij opleidingen in het domein. Voor deze visitatie is de heer Langius aanvullend individueel geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA. Opleiding: 2010 – heden Maatschappelijk Werk en Dienstverlening – Hogeschool Utrecht 2008 – 2010 Havo – Pantarijn, Wageningen 2004 – 2008 VMBO-TL – Pantarijn, Wageningen Werkervaring: 2010 – 2012 vakkenvuller C1000 Vaartjes 2009 – 2010 vakkenvuller Kruitvat 2008 – 2009 begeleider Ouwehands dierenpark (begeleiden van kinderen in attracties) Stages: 2012- 2013 2011 – 2012
2010 – 2011
26/33
Stagiair woonbegeleider RIBW AVV, Wageningen (begeleiden van mensen met een psychisch ziektebeeld bij het wonen en de wensen van de cliënt.) Stagiair baliemedewerker – Meldpunt vrijwilligerswerk Wageningen (sociale kaart van Wageningen bijwerken, hulpvragen verduidelijken, representeren van het Meldpunt, administratie bijhouden. Maatje bij Vitzo en de Vriendendienst van Humanitas.) Stagiair kinderwerker - Stichting Welzijn Amersfoort (organiseren van activiteiten, begeleiden bij spellen, analyseren en signaleren van problematiek in de wijk.)
© NQA – Zuyd Hogeschool: omzetten BOB naar UOB – Social Work
Mevrouw drs. C.W.G.P. van Pelt Mevrouw Van Pelt is ingezet als NQA-auditor. Mevrouw Van Pelt werkte tot 2013 als onderwijsmanager bij Hogeschool Rotterdam. Daarvoor heeft zij gewerkt als hoofd onderwijs en kwaliteitszorg bij Hogeschool Zuyd. In 2013 heeft zij de training voor secretarissen bij de NVAO gevolgd en sinds dat jaar werkt zij voor Netherlands Quality Agency. Mevrouw Van Pelt heeft vanwege haar eerdere functies, onder andere als onderwijskundig adviseur binnen verschillende hogescholen, ruime ervaring met visitaties en audits. Opleiding: 2013 1985 1980 1976 1976 1972
Training secretaris - NVAO Radboud Universiteit Nijmegen – Wetenschapsjournalistiek (certificering) Universiteit Utrecht – Kunstgeschiedenis en Geschiedenis (doctoraal) Radboud Universiteit Nijmegen – Algemene en vakdidactiek (1e graad lesbevoegdheid kunstgeschiedenis en geschiedenis) Radboud Universiteit Nijmegen - Kunstgeschiedenis en Archeologie (kandidaats) Gymnasium
Werkervaring: 2013 - heden Senior auditor/adviseur - Netherlands Quality Agency 2008 - 2013 Onderwijsmanager Instituut voor Lerarenopleidingen VO/BE, Hogeschool Rotterdam 2005 - 2008 Hoofd Onderwijs en Kwaliteitszorg Academie voor Beeldende Kunst en Vormgeving Maastricht, Hogeschool Zuyd 2006 - 2008 F FECTIS, Organisatie + Innovatie Onderwijskundig adviseur tijdens accreditatietrajecten, Noordelijke Hogeschool en Christelijke Hogeschool Leeuwarden en Hogeschool Utrecht 2003 - 2005 Senior beleidsadviseur Strategie- en Beleidsontwikkeling, Universiteit Maastricht Projectleider EQUAL 1998 - 2003 Senior beleidsadviseur Strategisch Personeelsmanagement, Radboud Universiteit Nijmegen 1988 - 1998 Hoofd Communicatie en Voorlichting, RAAP Archeologisch Adviesbureau Amsterdam 1981 - 1984 Projectleider Kunsteducatieproject, Kunsthistorisch Centrum Amsterdam 1980 - 1988 Docente Kunstgeschiedenis en Cultuurbeschouwing, Koninklijke Academie voor Kunst en Vormgeving, ’s-Hertogenbosch en Hogere Technische School, Tilburg
© NQA – Zuyd Hogeschool: omzetten BOB naar UOB – Social Work
27/33
28/33
© NQA – Zuyd Hogeschool: omzetten BOB naar UOB – Social Work
Bijlage 2: Bezoekprogramma
Tijdstip
Programmaonderdeel
Deelnemers
08.30 – 08.45 uur
Ontvangst en kennismaking
De heer drs. B.J.A.M. van Bergen Mevrouw drs. J.E.D. Ossewold De heer drs. D.W. Righters MBA De heer S. Langius Mevr. drs. C.W.G.P. van Pelt
09.00 – 09.45 uur
Gesprek met opleiding Social Work (management en docenten)
Mevr. drs. E. Laeven Mevr. dr. M. Stuijts Mevr. S. Heusschen
10.00 – 10.45 uur
Gesprek met studenten
De heer J. de Jong, 2 jaars Verloskunde Mevr. A. ten Barge, 2de jaars Verloskunde de De heer S. van Helvert, 3 jaars CMD de De heer D. Wouters, 3 jaars, CMD Mevr. R. Massi, 2de jaars HBO-V De heer T. Wanders, 2de jaars HBO-V De heer D. van Kempen, 1ste jaars IB De heer A. Vrijling, 5de jaars IB Mevr. M. Welle, 4de jaars, SW Mevr. C. van den Boorn (alumna), SW
11.00 – 11.45 uur
Gesprek met opleiding Verloskunde (management en docenten)
Mevr. R. van Krimpen MMO De heer drs. P. Evers De heer R. Elshout MA De heer drs. P. Debats Mevr. S. Mets
12.00 – 12.45 uur
Lunch
De heer drs. B.J.A.M. van Bergen Mevrouw drs. J.E.D. Ossewold De heer drs. D.W. Righters MBA De heer S. Langius Mevr. drs. C.W.G.P. van Pelt
12.45 – 13.30 uur
Gesprek met opleiding Communication & Mevr. T. ten Kampe Multimedia Design (management en De heer drs. D. Krapels docenten) De heer R. Delsing De heer L. Wanten
13.45 – 14.30 uur
Gesprek met opleiding HBOVerpleegkunde (management en docenten)
De heer drs. F. Benjamins Mevr. drs. L. Hendriks Mevr. drs. T. Schuffelen Mevr. E. Santos-Mourinho
14.45 – 15.30 uur
Gesprek met opleiding International Business (management en docenten)
Mevr. drs. J. Oostijen Mevr. drs. M. Niesten Mevr. drs. M. Ubachs Mevr. mr. drs. M. Cauberg De heer H. v.d. Staay
© NQA – Zuyd Hogeschool: omzetten BOB naar UOB – Social Work
de
29/33
15.45 – 17.00 uur
Paneloverleg
17.00 – 17.30 uur
Terugkoppeling en afronding
30/33
De heer drs. B.J.A.M. van Bergen Mevrouw drs. J.E.D. Ossewold De heer drs. D.W. Righters MBA De heer S. Langius Mevr. drs. C.W.G.P. van Pelt
© NQA – Zuyd Hogeschool: omzetten BOB naar UOB – Social Work
Bijlage 3: Bestudeerde documenten
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
Aanvullende Kritische Reflectie Social Work, oktober 2013 Eindrapport Beperkte Opleidingsbeooordeling Social Work, 2012 Kadernota HR Zuyd Hogeschool – Integraal HR-beleid in een mensenbedrijf – maart 2011 Rapport Zuyd Hogeschool – Een visie op toegankelijkheid, 2011 Onderwijs- en Examenregeling Zuyd Hogeschool, 2013-2014 Strategisch Personeelsplan Social Work, april 2013 Regeling functioneringsgesprekken en beoordeling, Dienst HR, 2011 Overzicht studiedagen en netwerkdagen, 2013-2014 Projectkaart SW 2.0 Jaarteamplannen jaarteams 2011-2012 en 2012-2013 Themakaarten Realisatie jaarteamplan en eindrapportage Opleidingsplan Social Work, 2013-2014 Overzicht professionaliseringsactiviteiten Strategisch Personeelsplan, Dienst HR, april 2013 Handboek Kwaliteitszorg, 2012 Kwaliteitscriteria voor modulen Social Work, 2006-2012 PDCA/RASCI, 2012 Format feedback module evaluaties voor modulevoorzitters Kwartaalrapportages commissies Evaluatie jaarkalender, 2012-2013, 2013-2014 Rapport enquête opleidingscommissie Rapport enquêtte werkveldcommissie Social Work Programma’s en verslagen Netwerkdagen en vermelding van aantal deelnemers Voorbeeld van CPO (Contact Personen Overleg) -notulen en CPO evaluatieverslag. Projectplan Social Work 2.0 Kwartaalrapportages CVO en jaarteams
© NQA – Zuyd Hogeschool: omzetten BOB naar UOB – Social Work
31/33
32/33
© NQA – Zuyd Hogeschool: omzetten BOB naar UOB – Social Work
Bijlage 4: Verklaring van volledigheid en correctheid
© NQA – Zuyd Hogeschool: omzetten BOB naar UOB – Social Work
33/33