LOI Hogeschool HBO-Bacheloropleiding Bouwkunde
Beperkte opleidingsbeoordeling
© Netherlands Quality Agency (NQA) December 2011
2/63
© NQA – LOI Hogeschool: hbo-bacheloropleiding Bouwkunde (BOB)
Inleiding
Dit visitatierapport bevat de beoordeling van de bestaande hbo-bacheloropleiding Bouwkunde van LOI Hogeschool. De beoordeling is uitgevoerd door een visitatiepanel dat door NQA in opdracht van LOI Hogeschool is samengesteld. Het panel is in overleg met de opleiding samengesteld en is voorafgaand aan de visitatie goedgekeurd door de NVAO. Het rapport beschrijft de bevindingen, overwegingen en conclusies van het panel. Het is opgesteld conform het Beoordelingskader voor de beperkte opleidingsbeoordeling van de NVAO (6 december 2010) en het NQA Protocol 2011 voor de beperkte opleidingsbeoordeling. De visitatie heeft plaatsgevonden op 7 en 8 november 2011. Het visitatiepanel bestond uit: De heer ir. P. Lubbers (voorzitter, domeindeskundige) De heer H.T. Groenendijk (domeindeskundige) De heer prof. ir. F.J.M. Scheublin (domeindeskundige) De heer dr. H.G.K. Hummel (adviseur panel voor afstandsonderwijs) De heer D. Arhin (studentlid) Mevrouw drs. I.G.A. Smid (extern), auditor van NQA, trad op als secretaris van het panel. Bij de aanvraag werd door de instelling een kritische reflectie aangeboden die naar vorm en inhoud voldeed aan de eisen van het desbetreffende beoordelingskader van de NVAO en aan de eisen van het NQA Protocol 2011. Het panel heeft de kritische reflectie bestudeerd en een bezoek aan de opleiding gebracht. De kritische reflectie en alle overige (mondeling en schriftelijk) verstrekte informatie hebben het visitatiepanel in staat gesteld om tot een weloverwogen oordeel te komen. Voorafgaand aan het voorbereidend overleg heeft LOI Hogeschool een presentatie gegeven om het panel te informeren over de organisatie, het afstandsonderwijs en de digitale leeromgeving. De opleiding Bouwkunde is, zoals hiervoor aangegeven, door het panel beoordeeld conform de drie standaarden van de beperkte opleidingsbeoordeling. Echter, omdat voor de opleiding Bouwkunde de eerste afgestudeerden medio 2013 worden verwacht, is het voor het panel op het moment van visitatie niet mogelijk geweest het gerealiseerde eindniveau te beoordelen. Dit betekent dat het panel in deze rapportage een gedeeltelijk oordeel uitspreekt over standaard 3 met uitzondering van het gerealiseerde eindniveau. Het betekent ook dat tijdens de bezoekdag geen afstudeerwerken zijn bestudeerd en geen gesprekken zijn gevoerd met afgestudeerden en hun begeleiders. NQA heeft deze werkwijze met de NVAO afgestemd en de afspraak gemaakt dat wanneer in 2013 de eerste studenten van de opleiding afstuderen, hetzelfde panel een aanvullend onderzoek uitvoert op basis waarvan de gerealiseerde kwaliteit wordt beoordeeld.
© NQA – LOI Hogeschool: hbo-bacheloropleiding Bouwkunde (BOB)
3/63
Het visitatiepanel verklaart dat de beoordeling van de opleiding in onafhankelijkheid heeft plaatsgevonden.
Utrecht, 19 december 2011
Panelvoorzitter
Panelsecretaris
De heer ir. P. Lubbers
Mevrouw drs. I.G.A. Smid
4/63
© NQA – LOI Hogeschool: hbo-bacheloropleiding Bouwkunde (BOB)
Samenvatting
Het oordeel over de bacheloropleiding Bouwkunde van LOI Hogeschool is voldoende. Een onderbouwing van het oordeel is opgenomen in deze samenvatting en in het beoordelingsrapport. De opleiding Bouwkunde van LOI Hogeschool leidt studenten op tot bouwkundig ingenieur die als afgestudeerden op hbo-niveau werkzaam zijn binnen het hele spectrum van beroepen in de bouw. Afgestudeerden van de opleiding ontvangen de titel Bachelor of Built Environment. Studenten kunnen in de hoofdfase van de opleiding kiezen uit twee afstudeerrichtingen: Constructie en techniek en Procesmanagement. Standaard 1 Beoogde eindkwalificaties Het panel beoordeelt de eindkwalificaties als voldoende. De opleiding heeft haar eindkwalificaties direct ontleend aan de landelijk vastgestelde domeincompetenties, zoals die zijn beschreven in het document Bachelor of Built Environment (BBE), een toekomstgerichte profielbeschrijving (2006). Dit profiel is opgesteld in samenspraak met het beroepenveld en vastgesteld door de HBO-raad. De eindkwalificaties sluiten naar het oordeel van het panel goed aan bij de eisen uit het werkveld. De opleiding werkt met in totaal vijf domeincompetenties. Door de competenties (in combinatie met de modulen) te relateren aan de beschrijvingen van de Dublin descriptoren toont de opleiding aan dat deze qua niveau aansluiten bij het beoogde hbo-bachelorniveau. De opleiding profileert zich door de aangeboden afstudeerrichtingen: Constructie en techniek en Procesmanagement. Met de richting Constructie en techniek biedt de opleiding studenten een breed assortiment aan constructieve vakken, die sterk technisch van aard zijn en een grote mate van diepgang hebben. Met de richting Procesmanagement sluit de opleiding, zo vindt het panel, goed aan bij de vraag die in de markt aanwezig is. Het panel kan zich vinden in de keuze van de opleiding voor deze twee afstudeerrichtingen. De opleiding heeft een landelijk georiënteerde focus en een bescheiden focus op de internationale context. Dit komt met name door het landelijk profiel dat is gericht op de Nederlandse beroepscontext. De opleiding zou zich, wat het panel betreft, meer kunnen verdiepen/richten op de internationale context en deze meer in het programma laten terugkomen. Standaard 2 Onderwijsleeromgeving Het panel beoordeelt de onderwijsleeromgeving als voldoende. De domeincompetenties van de opleiding zijn uitgewerkt in deelcompetenties en leerdoelen. De competenties vormen de basis van het programma en komen in voldoende mate aan bod, zo vindt het panel.
© NQA – LOI Hogeschool: hbo-bacheloropleiding Bouwkunde (BOB)
5/63
De opleiding bestaat uit een propedeuse (60 EC) en een hoofdfase (180 EC). Het programma volgt de vijf fasen van de voortbrengingscyclus van producten en diensten in het domein Built Environment, te weten: definiëren, ontwerpen, specificeren, uitvoeren en beheren. In het per 1 september 2011 aangepaste programma zijn hier nog vijf thema’s aan toegevoegd die inhoudelijk aansluiten op een deelgebied in de beroepspraktijk van het domein Built Environment. Deze thema’s zijn: introductie bouwkunde, oriëntatie op de bouwpraktijk, ontwerpen, management en, tot slot, engineering/bouwproces, onderhoud en beheer. Het programma van de opleiding is gestructureerd langs vier leerlijnen. Hierbinnen staat het verweven van kennis en kunde centraal en werkt de student aan projecten die relevant zijn voor de specifieke beroepspraktijk. Het panel heeft geconstateerd dat het opdoen van kennis en de toepassing daarvan in praktijkopdrachten in het programma voldoende tot uitdrukking komen. De opleiding maakt daarbij gebruik van zeer actuele literatuur. Het panel heeft ook gezien dat de opdrachten steeds complexer worden naarmate het programma vordert. De opleiding biedt studenten afstandsonderwijs met als belangrijkste uitgangspunten aanbodgestuurde ontwikkeling van kennis, begeleiding door praktijkdocenten en integratie van de werkplek van de student in de opleiding. Het panel heeft vastgesteld dat de opzet van de opleiding goed is afgestemd op de doelgroep van werkende volwassenen. Studenten wordt de mogelijkheid geboden tijd,- plaats,- en tempo-onafhankelijk te studeren. De digitale leeromgeving, de opbouw van het programma, de lesstof, waarin inhoud en begeleiding worden gecombineerd, en de gehanteerde werkvormen sluiten hier naar het oordeel van het panel op aan. Studenten van de opleiding zijn tevreden over het geboden afstandsonderwijs. Zij zijn positief de flexibiliteit van het programma en de uitwerking van het onderwijs in een online leeromgeving. Het panel is positief over de kwaliteit van de docenten als het gaat om vakinhoud, ervaring, opleidingsniveau- en achtergrond en actuele kennis van de beroepspraktijk. Het panel is daarnaast positief over de digitale leeromgeving die de student alle informatie biedt om het programma optimaal te doorlopen. Het panel concludeert op basis van het bovenstaande dat de opleiding er in slaagt om een onderwijsleeromgeving te creëren, die studenten in staat stelt om de eindkwalificaties te realiseren. Standaard 3 Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties Het panel beoordeelt de toetsing als voldoende. Over de gerealiseerde eindkwalificaties kan het panel geen oordeel geven, omdat er op het moment van visitatie nog geen studenten waren afgestudeerd. Het panel is op basis van het toetsbeleid, de bestudeerde toetsen, opdrachten en beoordelingen van oordeel dat de opleiding beschikt over een adequaat systeem van toetsing en beoordeling. De competenties worden op meerdere momenten in de opleiding
6/63
© NQA – LOI Hogeschool: hbo-bacheloropleiding Bouwkunde (BOB)
getoetst en beoordeeld. Dit gebeurt via examens en praktijkopdrachten. Voor interne examens en praktijkopdrachten zijn beoordelingscriteria- en richtlijnen en een toetscesuur beschikbaar. Een beoordeling van een examen en opdracht wordt altijd door twee, en indien nodig drie, onafhankelijke beoordelaars uitgevoerd. Het panel ziet, als onderdeel van het Onderwijs- en Examenreglement, een aantal verbeter- en aandachtspunten als het gaat om de nakijk- en bewaartermijn van examens en de feedback door docenten op gemaakte toetsen. Het panel kan geen oordeel uitspreken over de gerealiseerde eindkwalificaties, omdat de opleiding nog geen afgestudeerden heeft. In 2013 wanneer de eerste studenten van de opleiding naar verwachting afstuderen, zal hetzelfde panel een aanvullend onderzoek uitvoeren op basis waarvan de gerealiseerde kwaliteit wordt beoordeeld.
© NQA – LOI Hogeschool: hbo-bacheloropleiding Bouwkunde (BOB)
7/63
8/63
© NQA – LOI Hogeschool: hbo-bacheloropleiding Bouwkunde (BOB)
Inhoudsopgave
1
Basisgegevens van de opleiding
11
2
Beoordeling
15
Standaard 1 Beoogde eindkwalificaties Standaard 2 Onderwijsleeromgeving Standaard 3 Toetsing en gerealiseerde resultaten
15 19 30
3
Eindoordeel over de opleiding
37
4
Aanbevelingen
39
5
Bijlagen
41
Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Bijlage 4: Bijlage 5: Bijlage 6:
Eindkwalificaties van de opleiding Overzicht opleidingsprogramma Deskundigheden leden visitatiepanel en secretaris Bezoekprogramma Bestudeerde documenten Verklaring van correctheid en volledigheid
© NQA – LOI Hogeschool: hbo-bacheloropleiding Bouwkunde (BOB)
43 45 49 55 59 63
9/63
10/63
© NQA – LOI Hogeschool: hbo-bacheloropleiding Bouwkunde (BOB)
1
Basisgegevens van de opleiding
Administratieve gegevens van de opleiding 1. 2. 3. 4. 5.
Naam opleiding in CROHO Registratienummer opleiding in CROHO Oriëntatie en niveau Aantal studiepunten Afstudeerrichting(en)
6. Variant 7. Locatie 8. Jaar vorige visitatie en datum besluit NVAO
Bouwkunde 34263 Hbo-bachelor 240 EC Constructie en techniek Procesmanagement Deeltijd Afstandsonderwijs, vanuit Leiderdorp Toets nieuwe opleiding: 23 november 2005 Besluit NVAO: 25 juli 2006
Administratieve gegevens van de instelling 9. Naam instelling 10. Status instelling 11. Resultaat instellingstoets kwaliteitszorg
Stichting LOI Hoger Onderwijs (LOI Hogeschool) Rechtspersoon voor Hoger Onderwijs Toets gepland voor voorjaar 2013
Inhoudelijke informatie over de opleiding 12. Inhoudelijk profiel opleiding De opleiding hbo Bouwkunde leidt bouwkundig ingenieurs op die als afgestudeerden op hbo-niveau aan de slag kunnen binnen het hele spectrum van beroepen in de bouw. De competentieontwikkeling van de student is gerelateerd aan de vijf fasen van het bouwproces: Programmafase, Ontwerpfase, Uitwerkingsfase, Uitvoeringsfase en Gebruiksfase. De opleiding is opgebouwd uit de thema’s: • Introductie Bouwkunde • Oriëntatie op de bouwpraktijk • Ontwerpen • Management • Onderhoud en beheer Ieder thema omvat een aantal modulen en wordt afgesloten met een portfolio-opdracht. In deze opdracht moet de student kennis en inzicht van verschillende modulen integreren en toepassen en producten opleveren die in de beroepspraktijk ook moeten worden gemaakt. Deze themagerichte structuur is tevens gekoppeld aan de toetsing van de beroepsgerichte en algemene hbocompetenties. Naast een brede basis wordt in het laatste thema van de hoofdfase een keuze gemaakt voor een specialisatie op het vlak van Constructie en Techniek of Procesmanagement.
© NQA – LOI Hogeschool: hbo-bacheloropleiding Bouwkunde (BOB)
11/63
13. Beoogd werkveld alumni De hbo bouwkundig ingenieur houdt zich bezig met de realisatie van bouwprojecten en kan werkzaam zijn in alle fasen van het bouwproces en kan aan de slag bij architectenbureaus, ontwerpbureaus, advies- en ingenieursbureaus, bouwbedrijven, aannemersbedrijven, woningcorporaties, projectontwikkelaars en overheid. De opleiding richt zich op de Nederlandse situatie en maakt gebruik van de expertise van de organisaties Bouwen met Staal, Betonvereniging en Centrum Hout. De afstudeerrichting sluit aan op een bepaalde range van functies. Afstudeerrichting Constructie en techniek op de functiecategorie “Ontwerpen” (bijvoorbeeld Constructief ontwerper, Medewerker projectvoorbereiding en –planning), afstudeerrichting Procesmanagement op de functiecategorie “Uitvoering” (bijvoorbeeld Projectleider en Bouwplaatsmanager). 14. Plaats opleiding in organisatiestructuur hogeschool De opleiding hbo Bouwkunde valt onder het assortiment Techniek van LOI Hogeschool. Naast hbo Bouwkunde worden in samenwerking met Hanzehogeschool Groningen drie hbo-opleidingen Engineering aangeboden: hbo Elektrotechniek, hbo Technische bedrijfskunde en hbo Werktuigbouwkunde. Naast de hbo-opleidingen wordt tevens een aantal hbo-deelprogramma’s aangeboden die direct zijn gerelateerd aan voornoemde bacheloropleidingen. 15. Belangrijkste wijzigingen in opleiding sinds vorige visitatie • • • • •
•
• •
Start afstudeerrichting Procesmanagement (november 2006) Aanpassing modulevolgorde propedeuse om studeerbaarheid te vergroten (2007) Aanpassing lesmateriaal Constructieberekeningen 1 Beton, Staal, Hout aan de Eurocodes (2008/2009) Opname module Onderzoeksvaardigheden (2009) Het doorvoeren van een thematisch ingedeeld opleidingsprofiel gebaseerd op ontwikkeling en toetsing van domeincompetenties (document Bachelor of Built Environment (BBE), een toekomstgerichte profielbeschrijving). Hierdoor vormen de domeincompetenties de ruggengraat van de opleiding en kaderen zij gelijktijdig de beoogde eindkwalificaties van de opleiding (2011) Inzetten van een maatwerkportfolio, het toegroeien naar het vereiste eindniveau in de afstudeerwerken, door toevoeging van een meer integrale aanpak van op te leveren beroepsproducten vanuit de eigen werkomgeving aan alle fasen van de opleiding (2011) Aanpassing leerdoelen en leerplan “Samenwerking in de bouw” in aansluiting op ontwikkelingen als ketenintegratie en ander samenwerkings-/contractvormen in de beroepspraktijk (2011) Nieuwe module Duurzaam bouwen (2011)
12/63
© NQA – LOI Hogeschool: hbo-bacheloropleiding Bouwkunde (BOB)
Kwantitatieve gegevens over de opleiding 1. In- door- en uitstroomgegevens Onderstaande tabel geeft het aantal studenten aan dat in de periode 2006 tot en met 2011 is gestart met de opleiding, het aantal dat is gestopt en het aantal studenten dat per saldo actief is. Doorstroomgegevens van de opleiding naar studiejaar zijn niet beschikbaar, omdat studenten flexibel studeren. Er zijn geen uitstroomgegevens beschikbaar, omdat er nog geen studenten zijn afgestudeerd. Aantal
Totals
2006
2007
2008
2009
2010
2011
Nieuw Group
326
8
60
81
78
53
46
HBO Constructie en Techniek
198
4
32
45
51
33
33
HBO Procesmanagement
128
4
28
36
27
20
13
153
7
45
53
34
13
1
HBO Constructie en Techniek
96
4
26
33
23
10
HBO Procesmanagement
57
3
19
20
11
3
1
Group
173
1
17
28
44
40
45
HBO Constructie en Techniek
102
6
12
28
23
33
9
16
16
17
12
Gestopt Group
Actief
HBO Procesmanagement
71
1
2. Gerealiseerde docent-studentratio De opleiding biedt afstandsonderwijs aan. Per module zijn meerdere docenten beschikbaar voor het beoordelen van inzendopgaven en het beantwoorden van vragen door studenten. De opleiding kan geen uitspraak doen over hoeveel uren docenten per tijdsperiode of per groep studenten besteden en kan geen vertaling geven in een docent-studentratio. De projectleider maakt tijdens het ontwikkelproces van een module een schatting van de benodigde docentcapaciteit. 3. Gemiddeld aantal contacturen per fase van de studie De opleiding kan geen concrete cijfers geven over het gemiddeld aantal contacturen vanwege de studievariant afstandsonderwijs. Het contact tussen studenten en docenten bestaat uit emailcontact. In de opleiding zijn bij de afstudeerrichting Constructie en Techniek drie praktijkdagen en bij de afstudeerrichting Procesmanagement twee praktijkdagen geprogrammeerd waarin sprake is van contactonderwijs.
© NQA – LOI Hogeschool: hbo-bacheloropleiding Bouwkunde (BOB)
13/63
14/63
© NQA – LOI Hogeschool: hbo-bacheloropleiding Bouwkunde (BOB)
2
Beoordeling
Het visitatiepanel beschrijft hieronder per standaard van het NVAO beoordelingskader de bevindingen, overwegingen en conclusies. Het eindoordeel over de opleiding volgt in hoofdstuk 3.
Standaard 1
Beoogde eindkwalificaties
De beoogde eindkwalificaties van de opleiding zijn wat betreft inhoud, niveau en oriëntatie geconcretiseerd en voldoen aan internationale eisen. Bevindingen Beroepsbeeld De hbo-bacheloropleiding Bouwkunde van LOI Hogeschool leidt studenten op tot bouwkundig ingenieurs die als afgestudeerden op hbo-niveau aan de slag kunnen binnen het hele spectrum van beroepen in de bouw. De bouwkundig ingenieur houdt zich bezig met de realisatie van bouwprojecten en kan werkzaam zijn in alle fasen van het bouwproces. Afgestudeerden van de opleiding zijn, afhankelijk van de gekozen afstudeerrichting, werkzaam in een bepaalde range van functies. De afstudeerrichting Constructie en Techniek sluit aan op de functiecategorie Ontwerpen (bijvoorbeeld constructief ontwerper en medewerker projectvoorbereiding en –planning), de afstudeerrichting Procesmanagement op de functiecategorie Uitvoering (bijvoorbeeld projectleider en bouwplaatsmanager). Deze functies worden met name vervuld bij architectenbureaus, ontwerpbureaus, advies- en ingenieursbureaus, bouwbedrijven, aannemersbedrijven, woningcorporaties, projectontwikkelaars en overheid. Afgestudeerden van de opleiding ontvangen de titel Bachelor of Built Environment. De opleiding Bouwkunde van LOI Hogeschool heeft het beroepsbeeld beschreven in het document Functies en kernkwalificaties van de bouwkundig ingenieur (2011). Zij baseert zich bij de beschrijving van het beroepsbeeld op het landelijk gevalideerde document Bachelor of Built Environment (BBE), een toekomstgerichte profielbeschrijving (2006) van de Hoger Onderwijs Groep Bouw & Ruimte. De eindkwalificaties De eindkwalificaties van de opleiding bestaan uit vijf domeincompetenties en zijn beschreven in het document Portfolio-opdrachten HBO Bouwkunde Constructie en Techniek en HBO Bouwkunde Procesmanagement (2011). De vijf competenties zijn: 1. Initiëren, 2. Ontwerpen, 3. Specificeren, 4. Uitvoeren en 5. Beheren. De competenties sluiten aan op de vijf fasen van de voortbrengingscyclus van producten en diensten die in het domein Built Environment te herkennen zijn. Deze fasen zijn definiëren, ontwerpen, specificeren, uitvoeren en beheren.
© NQA – LOI Hogeschool: hbo-bacheloropleiding Bouwkunde (BOB)
15/63
De opleiding heeft elke competentie uitgewerkt in twee of meer deelcompetenties en geeft daarnaast een korte beschrijving van de context en het beroepsdomein waarin de competentie aan de orde is. De eindkwalificaties van de opleiding zijn gebaseerd op de landelijk gevalideerde en vastgestelde eindkwalificaties van de bachelor of Built Environment. Deze zijn beschreven in het document Bachelor of Built Environment (BBE), een toekomstgerichte profielbeschrijving (2006) van de Hoger Onderwijs Groep Bouw en Ruimte. Dit profiel is tot stand gekomen in nauwe relatie met het beroepenveld, brancheorganisaties en met vertegenwoordigers van hogescholen die vertegenwoordigd zijn in een landelijke werkgroep en expertgroep. Het beroepsprofiel en de domeincompetenties zijn in 2006 tijdens een landelijke validatiebijeenkomst gevalideerd. In het document Bachelor of Built Environment (BBE), een toekomstgerichte profielbeschrijving (2006) is een verslag opgenomen van deze validatiebijeenkomst en een overzicht van alle betrokken partijen. Het overzicht met opleidingscompetenties, inclusief deelcompetenties, is opgenomen in bijlage 1 van dit visitatierapport. Naast de vijf domeincompetenties, door de opleiding Bcompetenties genoemd, hanteert de opleiding vijf A-competenties. Deze competenties komen overeen met de vijf Dublin descriptoren: 1. Kennis en inzicht, 2. Toepassen van kennis en inzicht, 3. Oordeelsvorming, 4. Communicatie en 5. Leervaardigheden. Om het beoogde hbo-bachelorniveau aan te tonen, heeft de opleiding in matrices aangegeven hoe de gehanteerde domeincompetenties en de bijpassende curriculumonderdelen aansluiten bij de beschrijvingen van de Dublin descriptoren voor het bachelorniveau. De opleiding Bouwkunde kent twee afstudeerrichtingen: (1) Constructie en Techniek en (2) Procesmanagement. Voor beide afstudeerrichtingen gelden dezelfde domeincompetenties, zij het met een andere nadruk. In het curriculum van de afstudeerrichting Constructie en Techniek ligt de nadruk op de competenties Ontwerpen en Specificeren. In het curriculum van Procesmanagement ligt focus op de competenties Specificeren en Uitvoeren. De voorgenoemde vijf domeincompetenties kunnen door de student op drie niveaus worden ontwikkeld: basis, gevorderd en expert. Voor elk van deze niveaus geeft de opleiding in de kritische reflectie een omschrijving en een typering van het soort opdrachten waarin deze niveaus te herkennen zijn. De opleiding heeft dit in het document Toetsing hbo Bouwkunde (2011) concreet gemaakt door aan elke praktijk- en portfolio-opdracht (waarin door de student aan de domeincompetenties wordt gewerkt) een niveau toe te kennen en deze uit te werken in termen van verantwoordelijkheid (mate van zelfstandigheid), reikwijdte, complexiteit en transfer. In de laatste opdracht van de hoofdfase moet de student het niveau van expert bereiken. Dit houdt onder meer in dat de student meerdere rollen tegelijk moet kunnen vervullen (bijvoorbeeld als ontwikkelaar en innovatief ondernemer) en dat hij moet kunnen omgaan met alle voorkomende en realistische aspecten van het bouwmanagement. Dit kunnen innovatieve aanbestedingsvormen zijn, maar ook een faillissement. Het panel ziet in de omschrijving van de opdrachten een stijging in niveau terug.
16/63
© NQA – LOI Hogeschool: hbo-bacheloropleiding Bouwkunde (BOB)
Om een relevant en actueel programma te bieden, volgt de opleiding zoals gezegd de landelijk overeengekomen domeincompetenties die zijn opgesteld door de Hoger Onderwijs Groep Bouw & Ruimte. Om het programma up to date te houden maakt de opleiding gebruik van de input van de beroepenveldcommissie Built Environment van LOI Hogeschool en de kennis van landelijke brancheorganisaties als Bouwen met Staal, Centrum Hout en de Betonvereniging, waarin twee ontwikkelaars van de opleiding participeren. Het verslag van de beroepenveldcommissie (recent geïnstalleerd en in oktober 2011 voor het eerst bijeengekomen) en de gesprekken van het panel met vertegenwoordigers van het werkveld, docenten en ontwikkelaars van lesmateriaal (die allen afkomstig zijn uit en werkzaam zijn in het relevante werkveld) tonen aan dat de opleiding geadviseerd en geïnformeerd wordt over actuele ontwikkelingen in het beroepenveld. Positionering nationaal De opleiding geeft in de kritische reflectie aan dat de opleiding zich richt op de Nederlandse beroepspraktijk en dat zij met haar eindkwalificaties aansluit bij het landelijk vastgestelde beroepsprofiel voor de Bachelor of Built Environment. De opleiding is daarmee vergelijkbaar met andere Nederlandse hbo-bacheloropleidingen Bouwkunde. In de kritische reflectie geeft de opleiding aan dat zij zich, ten opzichte van andere Nederlandse hbo-bacheloropleidingen Bouwkunde, profileert door de aangeboden afstudeerrichtingen Constructie en Techniek en Procesmanagement. Met de afstudeerrichting Constructie en Techniek neemt de opleiding een eigen positie in doordat in het programma sterk het accent wordt gelegd op constructie in staal, beton en hout. De opleiding heeft deze keuze onder meer gemaakt op basis van signalen uit het werkveld. Studenten met wie het panel heeft gesproken herkennen deze profilering. Studenten vertelden het panel dat zij vanwege deze insteek en de combinatie met afstandsonderwijs hebben gekozen voor deze afstudeerrichting. Met de afstudeerrichting Procesmanagement biedt de opleiding een afstudeerrichting die zich richt op het uitvoerend bouwbedrijf. Doordat de opleiding de afstudeerrichting Procesmanagement als hbo-bacheloropleiding aanbiedt is er naast de algemene bouwkundige vorming in het eerste jaar van de opleiding tevens sprake van verdieping en specialisatie in de volgende jaren van de opleiding. Positionering internationaal De opleiding heeft een bescheiden focus op de internationale context, namelijk vanuit de gedachte dat de Nederlandse bouwsector in toenemende mate te maken heeft en krijgt met Europese samenwerking, toenemende globalisering, Europese aanbestedingen en normstelling en wijzigingen in internationale regelgeving. De opleiding is van mening dat het om deze reden van belang is aandacht te besteden aan internationalisering in het curriculum. Vooralsnog wordt daar in het curriculum op beperkte schaal aandacht aan besteed. Door middel van de module Geschiedenis van de bouwkunst en de module Bouwconstructie komt de student in aanraking met de internationale context. In de modulen Constructieberekeningen, Contracteren en Bouwrecht wordt aandacht besteed aan de Europese regelgeving.
© NQA – LOI Hogeschool: hbo-bacheloropleiding Bouwkunde (BOB)
17/63
Een internationale positionering ten opzichte van buitenlandse (vergelijkbare) curricula is niet nadrukkelijk aanwezig. Dit komt door het landelijk beroepsprofiel dat is gericht op de Nederlandse beroepscontext. De opleiding geeft in de kritische reflectie aan dat de Nederlandse bouwwereld een van oudsher ambachtelijk karakter heeft, waarbij op het terrein van constructie en detaillering vanuit de beroepsgroep een duidelijke focus op de Nederlandse situatie bestaat. Ook brancheorganisaties als Bouwen met staal, Centrum Hout en de Betonvereniging, van wiens expertise de opleiding gebruikt maakt voor de invulling van het programma, zijn nationaal georiënteerde organisaties. Het opleidingsmanagement geeft naar aanleiding van vragen van het panel over de internationale positionering van de opleiding aan dat de focus op de Nederlandse beroepspraktijk tot uitdrukking komt in het programma van de opleiding. De opleiding ziet dit ook terug in de programma’s van andere Nederlandse hbo-bacheloropleidingen Bouwkunde. Wel heeft de opleiding via internet een programmavergelijking gedaan met bacheloropleidingen bouwkunde en techniek in Engeland, Duitsland en België. Doel van deze vergelijking was om te bepalen waar de opleiding Bouwkunde van LOI Hogeschool Europees gezien staat. De opleiding heeft vastgesteld dat er verschillen bestaan als het gaat om de focus en diepgang van de programma’s. Programmatisch komt dat tot uitdrukking door de keuze in Engeland, Duitsland en België voor een groter aantal kleine vakken van minder EC ten opzichte van de opleiding Bouwkunde van LOI Hogeschool waarbij aam de aan de afstudeervarianten gerelateerde specifieke aandachtsgebieden meer gewicht is toegekend. Overwegingen De opleiding leidt op tot Bachelor of Built Environment. De vijf eindkwalificaties van de opleiding zijn direct ontleend aan de landelijk vastgestelde eindkwalificaties van de bachelor of Built Environment (2006). Het document Bachelor of Built Environment (BBE), een toekomstgerichte profielbeschrijving (2006) is in afstemming met het werkveld, brancheorganisaties en hbo-bacheloropleidingen Bouwkunde ontwikkeld en is vastgesteld door de HBO-raad. Het panel heeft de vijf domeincompetenties bestudeerd en stelt vast dat de opleiding de student hiermee een relevant en up to date programma van eindkwalificaties biedt. Het vindt dat de competenties inhoudelijk relevant en actueel zijn voor het domein waartoe wordt opgeleid en dat deze op heldere wijze zijn geconcretiseerd in deelcompetenties. Door de domeincompetenties en curriculumonderdelen (per afstudeerrichting) te relateren aan de beschrijvingen van de Dublin descriptoren heeft de opleiding aangetoond dat deze qua niveau aansluiten bij het beoogde hbo-bachelorniveau. De twee matrices die de opleiding heeft opgesteld voor beide afstudeerrichtingen zijn hiervan het bewijs. Het panel is positief over de zorgvuldige wijze waarop de opleiding de domeincompetenties heeft gekoppeld aan niveaus (basis, gevorderd en expert) en deze vervolgens heeft verbonden aan modulen en opdrachten in het curriculum. Met deze verbinding is de groei in competenties en zelfstandigheid van de student geborgd en te monitoren. De opleiding Bouwkunde profileert zich door de aangeboden afstudeerrichtingen: Constructie en Techniek en Procesmanagement. Het panel herkent de profilering in het programma van de afstudeerrichting Constructie en Techniek. Het vindt dat de opleiding studenten een breed
18/63
© NQA – LOI Hogeschool: hbo-bacheloropleiding Bouwkunde (BOB)
assortiment aan constructieve vakken biedt, zoals mechanica, staal, hout en beton. Het ziet dat de constructieve vakken sterk technisch van aard zijn en een grote mate van diepgang hebben. Het panel is hierover zeer positief. De naamgeving van de afstudeerrichting Procesmanagement is het panel niet eerder tegengekomen bij vergelijkbare hbo-opleidingen, echter het uitstroomprofiel van deze richting is naar de mening van het panel vergelijkbaar met opleidingen als Bouwtechnische bedrijfskunde en Bouwmanagement. Het panel is van mening dat de opleiding met deze afstudeerrichting goed aansluit bij de vraag die in de markt aanwezig is. Daarnaast kan het panel zich vinden in de keuze van de opleiding voor deze twee afstudeerrichtingen. De meer vormgevende richtingen zoals architectuur zijn lastig via afstandsonderwijs te verzorgen. Het panel heeft vastgesteld dat een internationale positionering ten opzichte van buitenlandse (vergelijkbare) curricula vooralsnog niet aanwezig is. Dit komt mede door het landelijk profiel dat is gericht op de Nederlandse beroepscontext. Desondanks zou het panel een duidelijke visie van de opleiding op de internationale context graag meer dan nu het geval is terug zien in het programma. Conclusie Het panel komt op basis van bovenstaande overwegingen tot het oordeel voldoende.
Standaard 2
Onderwijsleeromgeving
Het programma, het personeel en de opleidingsspecifieke voorzieningen maken het voor de instromende studenten mogelijk de beoogde eindkwalificaties te realiseren.
Vooraf De opleiding Bouwkunde heeft in 2010, in het kader van het opgeleverde hogeschoolbrede richtmodel (strategisch model) en daarin herziene didactische uitgangspunten, alsmede de ontwikkelingen in het werkveld, het programma en de opzet van de opleiding beoordeeld. Deze beoordeling heeft ertoe geleid dat in 2011 een aantal aanpassingen in het programma zijn doorgevoerd. Deze aanpassingen hebben niet geleid tot een inhoudelijk nieuw programma, maar zijn vanuit didactisch oogpunt gemaakt om de studeerbaarheid van het programma (verder) te verbeteren en toekomstgericht te actualiseren. De belangrijkste wijzigingen zijn de ordening van het programma in themablokken, de herziening van drie modulen (naamswijziging), de omvorming van praktijkopdrachten tot portfolio-opdrachten, de volgorde van een aantal modulen en de herverdeling van EC. Tot slot is één nieuwe module aan het programma toegevoegd: de module Duurzaam Bouwen. Studenten die het lopende programma volgen maken het programma af waarvoor zij zich hebben ingeschreven. Wel wordt de volgorde van de hoofdfase aangepast aan de thema-indeling en worden de praktijkopdrachten uit de hoofdfase van deze studenten vervangen door portfolio-opdrachten en wordt aan hen de module Duurzaam bouwen aangeboden. Hierdoor is het programma van de lopende studenten, op enkele modules uit de propedeuse na, vergelijkbaar met het programma dat per 1 september 2011 wordt aangeboden.
© NQA – LOI Hogeschool: hbo-bacheloropleiding Bouwkunde (BOB)
19/63
In de tekst van standaard 2 zal daar waar relevant en van toepassing een verbinding worden gelegd naar het curriculum per 1 september 2011. Bevindingen Het curriculum van de bacheloropleiding Bouwkunde van LOI Hogeschool bestaat uit twee fasen: de propedeuse (60 EC) en de hoofdfase (180 EC). Onderdeel van de hoofdfase zijn de stage (30 EC) en de afstudeeropdracht (20 EC). De propedeuse bestaat uit dertien modulen en de hoofdfase uit negentien modulen. In het curriculum per 1 september 2011 is de propedeuse onderverdeeld in twee thema’s die in totaal bestaan uit dertien modulen. De hoofdfase bestaat uit drie thema’s die in totaal bestaan uit 20 modulen. Relatie eindkwalificaties – programma In de documenten Relatietabel competenties hbo Bouwkunde Constructie en Techniek (2011) en Relatietabel competenties hbo Bouwkunde Procesmanagement (2011) legt de opleiding voor beide afstudeerrichtingen de verbinding tussen de domeincompetenties en de modulen. Uit de documenten blijkt dat elke competentie in het programma meerdere malen terugkomt en past bij de inhoud van de modulen waarin zij aan de orde komen. Ook ziet het panel in de opbouw van het programma de vijf fasen van de voortbrengingscyclus van producten en diensten in het domein Built Environment terug. Het curriculum van de opleiding is gestructureerd door de indeling in thema’s (zie voor een verdere uitwerking de paragraaf ‘Leerpad’). De vijf domeincompetenties, de thematische indeling van het curriculum en de leerlijnen (zie de paragraaf ‘Kennis en kunde’) bepalen de inhoud van het programma. Het panel heeft het programma bestudeerd en stelt vast dat de opleiding op systematische wijze de inhoud van het programma heeft afgestemd op de beoogde eindkwalificaties. De indeling in thema’s, welke inhoudelijk aansluiten op een deelgebied uit de beroepspraktijk, draagt hieraan in positieve zin bij. In een tweetal matrices (voor beide afstudeerrichtingen één) toont de opleiding aan waar in het programma aan welk thema en welke competentie wordt gewerkt. Ook de digitale leeromgeving, LOI Campus, geeft bij de functies Leerpad en Modulewerkruimte op module- en opdrachtniveau informatie over de inhoud van het programma en maakt daarbij een koppeling naar de te realiseren competenties en leerdoelen. Deze informatie is ook terug te vinden in de modulebeschrijvingen die zijn opgenomen in de Onderwijs- en Examenregeling Opleiding Bouwkunde 2011/2012. Het valt het panel hierbij op dat de te realiseren eindkwalificaties niet direct overeenkomen met de competenties van de opleiding. Inhoudelijk klopt de inhoud van de module en uit de matrices waarin de opleiding de competenties koppelt aan het programma is op te maken dat de betreffende module gelinkt is aan de betreffende competentie, maar het zou inzichtelijker zijn als ook de modulebeschrijvingen direct gekoppeld zijn aan de competenties. Studenten vertelden in het gesprek met het panel dat zij weten wat per studieonderdeel van hen wordt verwacht en dat zij door middel van hun persoonlijk leerpad (dat wordt aangeboden op de digitale leeromgeving) inzicht hebben in de eindkwalificaties en leerdoelen waaraan zij werken.
20/63
© NQA – LOI Hogeschool: hbo-bacheloropleiding Bouwkunde (BOB)
Het panel heeft de digitale leeromgeving tijdens de bezoekdagen bekeken en kan zich vinden in de uitspraken van de studenten. Het panel ziet de competenties in voldoende mate terugkomen in het programma en vindt dat het programma de eindkwalificaties weerspiegelt. Het programma biedt studenten daarmee de mogelijkheid de eindkwalificaties te behalen. Kennis en kunde Het programma van de opleiding is gestructureerd langs vier leerlijnen: de conceptuele leerlijn, de generieke vaardigheden-leerlijn, de beroepsproduct-leerlijn en de studieloopbaanleerlijn. Binnen deze leerlijnen, die door de opleiding worden beschreven in de kritische reflectie en in de Onderwijs- en Examenregeling 2011/2012, verwerven studenten zowel theoretische kennis als beroeps- en onderzoeksvaardigheden. Literatuur Theoretische kennis verwerft de student via verplichte bestaande vakliteratuur en het voor de opleiding ontwikkelde LOI-studiemateriaal. Het LOI-studiemateriaal, speciaal ontwikkeld voor het verzorgen van afstandsonderwijs, bevat toelichtingen, leerstof en oefenopdrachten en is een combinatie van studieboek en uitleg van de docent. Voor elke module in het programma wordt literatuur voorgeschreven, dit kan LOI-studiemateriaal zijn of verplichte bestaande vakliteratuur. De kwaliteit en actualiteit van het lesmateriaal wordt jaarlijks door de opleiding beoordeeld en wordt indien nodig aangepast. Signalen van studenten en docenten over de kwaliteit en actualiteit van het lesmateriaal worden gemeld aan de projectleider van de opleiding. Daarnaast ontvangt de projectleider signalen via de beroepenveldcommissie en de opleidingscommissie en via contacten met vakdeskundigen, ontwikkelaars en uitgevers. De projectleider verwekt de signalen en informeert de studenten en docenten. Signalen die leiden tot wijzigingen in de Onderwijs- en Examenregeling worden in overleg met de programmaleider verwerkt. Daarnaast wordt de student via de digitale leeromgeving op de hoogte gehouden van nieuwe ontwikkelingen. Studenten geven in het gesprek met het panel aan dat de opleiding recent nieuwe wet- en regelgeving heeft gepubliceerd op de digitale leeromgeving LOI Campus. Het panel heeft de literatuurlijst en het ter inzage gelegde lesmateriaal van de opleiding bestudeerd en is positief over de kwaliteit en het niveau van het gebruikte materiaal. Het panel is onder de indruk van de wijze waarop in het LOI-studiemateriaal vakinhoud en uitleg worden gecombineerd. De opleiding heeft de leerstof zo ingericht dat het zich in belangrijke mate leent voor zelfstudie. Studenten worden door de stof geleid zonder telkens de docent te hoeven raadplegen hoe verder te kunnen met de studie. De verplichte bestaande vakliteratuur kwalificeert het panel als state of the art. De opleiding maakt gebruik van gerespecteerde bronnen en van de nieuwste publicaties. Het gebruikte lesmateriaal is, op een enkele uitzondering na, Nederlandstalig. Het panel vindt dit geen tekortkoming. Voor bouwkunde zijn goede Nederlandstalige boeken beschikbaar. Daarbij is het panel van mening dat het beter is met literatuur te werken die gericht is op de Nederlandse bouwsystematiek, waardoor kennis direct toepasbaar is. Wel zou de opleiding er, vanuit het oogpunt van internationalisering, voor kunnen kiezen om meer Engelstalige onderdelen in het programma op te nemen.
© NQA – LOI Hogeschool: hbo-bacheloropleiding Bouwkunde (BOB)
21/63
De inhoud van het lesmateriaal is volgens het panel zeer compleet en past bij het profiel van de opleiding. Wel zou het panel in de opleiding meer aandacht willen zien voor het nieuwe ontwerpproces Building Information Management (BIM). Van een aantal modulen heeft het panel het LOI-lesmateriaal niet kunnen inzien. De reden hiervoor is dat de nieuwste literatuur nog niet beschikbaar is en dat de opleiding hierop wacht zodat zij de studenten lesmateriaal kan bieden dat zo actueel mogelijk is. Beroepsvaardigheden Studenten van de opleiding ontwikkelen beroepsvaardigheden door stage te lopen, opdrachten uit te voeren op de eigen werkplek en door vaardigheidstrainingen. Een deel van de basisvaardigheden, zoals studievaardigheden, projectmatig werken en adviseren en onderzoeksvaardigheden worden via lesmateriaal, opdrachten en reflectieverslagen geoefend. Voor het daadwerkelijk toepassen van communicatieve en praktische vaardigheden organiseert de opleiding trainingsdagen op locatie. Trainingsdagen worden georganiseerd voor de module Ontwerpen en dimensioneren, de module Bouwuitvoering en managementsimulatie en de module Meten en uitzetten. Studenten geven in het gesprek met het panel aan tevreden te zijn over de trainingen en opdrachten waarmee zij beroepsvaardigheden leren. Met name de training Bouwuitvoering die wordt verzorgd in het Building Management Simulation Centre (BMSC) in Leeuwarden wordt door de studenten zeer gewaardeerd. Het panel heeft een aantal praktijkopdrachten van studenten ingezien. De opdrachten zijn helder uitgewerkt en van een goed niveau. Het panel ziet in de opdrachten de toepassing van de geleerde theorie terug in de uitwerking van de praktijkopdracht. Eén van de opdrachten die het panel heeft bestudeerd, betrof een zeer gedegen constructieve en bouwhistorische analyse van het centraal station in Amsterdam. De analyse was zakelijk en systematisch opgesteld. De student geeft met deze opdracht, naar het oordeel van het panel, blijk van een goed constructief inzicht. Uit de gesprekken die het panel met studenten voerde, blijkt dat studenten tevreden zijn over de verhouding in het programma tussen het opdoen van kennis en het leren van beroepsvaardigheden. Zij geven aan dat theoretische kennis die zij opdoen in modulen direct kan worden toegepast in de eigen beroepspraktijk door middel van opdrachten. Het panel is van mening dat de ontwikkeling van beroepsvaardigheden, aangeleerd in opdrachten, vaardigheidstrainingen, de stage en tijdens de afstudeeropdracht, is ingebed in het programma vanaf het eerste tot het met het laatste studiejaar. Stage en werkplek Aan het einde van de hoofdfase loopt de student een stage van 30 EC. Tijdens de stage doet de student werkervaring op, ontwikkelt hij beroepsvaardigheden en voert hij portfolioopdrachten uit. De stage beslaat 21 weken van 40 uur. Tijdens de stage wordt de student begeleid en getoetst door een stagedocent van de opleiding Bouwkunde. De stage wordt uitgevoerd op een voor de opleiding relevante werkplek. Algemeen geldt dat wanneer een
22/63
© NQA – LOI Hogeschool: hbo-bacheloropleiding Bouwkunde (BOB)
student gedurende de hoofdfase voor minimaal 840 uur werkzaam is op een voor het beroep en de opleiding relevante werkplek de student vrijstelling krijgt voor de stage. De student dient hiervoor een aanvraag voor vrijstelling van de stage te doen. De opleiding beoordeelt of de werkplek geschikt is voor het uitvoeren van de portfolio-opdrachten en andere beroepspraktijkgerelateerde onderdelen van de opleiding. De aanvraag wordt door de beoordelaar werkplek van LOI beoordeeld en in een telefonisch overleg met de werkgever geverifieerd. Na goedkeuring wordt een voorlopige vrijstelling voor de stage gegeven. Na afronding van alle portfolio-opdrachten (einde hoofdfase) moet de student een werkgeversverklaring inleveren. Met deze verklaring wordt de vrijstelling definitief. In het document Inbreng werkplek en stage (2011) is de volledige procedure voor deze aanvraag uitgewerkt en zijn de criteria voor de werkplek en stageorganisatie opgenomen. De criteria voor de werkplek zijn bijvoorbeeld: een functie op minimaal mbo-4 niveau, de organisatie biedt werkzaamheden waardoor de doelstellingen van de opleiding gerealiseerd kunnen worden, de student kan zowel individueel als in teamverband werken en de student krijgt de mogelijkheid om opdrachten uit de opleiding op de werkplek uit te voeren. Wanneer de student geen geschikte werkplek heeft, moet hij/zij 840 uur stage lopen, wat de studie verlengt met een half jaar. Bij het afstuderen (20 EC) speelt de werkplek eveneens een belangrijke rol. Om te beoordelen of de werkplek relevant is voor de afstudeeropdracht, dient de student bij de opleiding een vergelijkbaar formulier in als bij de stage. De Handleiding Stage (2011) beschrijft de doelstellingen van de stage, de criteria waaraan de stageplaats moet voldoen, de plaats van de stage in het curriculum, de opbouw van de stage, de begeleiding en beoordeling en een persoonlijke activiteitenplanning. Als bijlage bevat de handleiding een evaluatieformulier over het functioneren van de student. Deze dient ingevuld te worden door de stagementor op de stageplek. Het panel vindt de stagehandleiding zorgvuldig opgesteld en van goede kwaliteit. Onderzoeksvaardigheden In het curriculum wordt aandacht besteed aan het opzetten en uitvoeren van onderzoek. In de hoofdfase van het curriculum wordt de module ‘Onderzoeksvaardigheden’ aangeboden. Deze module heeft als doel de student kennis en inzicht te geven in hoe een onderzoek en een onderzoeksrapport is opgebouwd. In de module wordt onder meer ingegaan op de doelstelling van onderzoek, de wijze van interpretatie van statistische gegevens, de toepassing van verschillende analysemethoden en de eisen die worden gesteld aan een onderzoeksrapport. Door middel van een praktijkopdracht toont de student aan de gevraagde onderzoeksvaardigheden te beheersen. Naast de module ‘Onderzoeksvaardigheden’ wordt in de modulen ‘Basisvaardigheden communicatie en rapporteren’ en ‘Basisvaardigheden projectmatig werken en adviseren’ (aangeboden in respectievelijk de propedeuse en hoofdfase van de opleiding) ook aandacht besteed aan aspecten die betrekking hebben op het opzetten en uitvoeren van onderzoek. In deze modulen wordt onder meer aandacht besteed aan het formuleren van probleemstellingen vanuit de omgeving, het stellen van rapportagedoelen en de opbouw van een rapportage of adviesrapport.
© NQA – LOI Hogeschool: hbo-bacheloropleiding Bouwkunde (BOB)
23/63
Het panel is van mening dat de opleiding met het aanbieden van deze modulen meer dan voldoende aandacht heeft voor het onderwerp onderzoeksvaardigheden. Vormgeving van het programma Het didactisch concept voor het nieuwe curriculum van LOI Hogeschool is werkend leren, gericht op competentiegericht opleiden en afgestemd op de doelgroep van werkende volwassenen. De aard van het onderwijs is afstandsonderwijs (Werkend leren als didactisch perspectief, 2011). De belangrijkste uitgangspunten daarbij zijn: aanbodgestuurde ontwikkeling van kennis, begeleiding door praktijkdocenten en integratie van de werkplek van de student in de opleiding. De keuze van de werkvormen is gekoppeld aan het afstandsonderwijs: studenten werken in het curriculum zelfstandig de lesstof door en maken daarover een toets of een opdracht. De lesstof is zodanig geschreven dat de stof zelfstandig door de student verwerkt kan worden. Studenten kunnen tussendoor inzendopgaven maken en die voor commentaar voorleggen aan de docent. Het lesmateriaal is zowel digitaal als hard-copy beschikbaar. LOI hanteert een verzendpatroon van de leerstof dat het studietempo en de leerroute van de student volgt. Studenten tonen zich in het gesprek met het panel positief over het door de hogeschool geboden afstandsonderwijs. Met name de flexibiliteit van het programma en de uitwerking van het onderwijs in een online leeromgeving worden door hen zeer gewaardeerd. Het panel vindt dat het didactisch concept goed aansluit bij het programma van de opleiding. Studenten wordt de mogelijkheid geboden tijd,- plaats,- en tempo-onafhankelijk te studeren. De leeromgeving, de opbouw van het programma, de lesstof, waarin inhoud en begeleiding wordt gecombineerd, en de gehanteerde werkvormen sluiten aan bij het didactisch concept. Het panel vindt dat hiermee sprake is van consistentie tussen de gekozen didactiek en de programmering van de opleiding. Leerpad Studenten hebben in het curriculum een zekere mate van vrijheid om het programma in de door hen gewenste volgorde te doorlopen. Alleen de volgorde van de praktijkopdrachten staat vast. In het bestuderen van inhoudelijke modulen is de student vrij om een eigen volgorde aan te brengen. Op de digitale leeromgeving is de Koninklijke route aangegeven, die de student vervolgens op moduleniveau zelf kan indelen. De praktijkopdracht kan door de student pas worden gevolgd als de onderliggende modulen zijn afgerond. Het programma dat per 1 september 2011 van start is gegaan, heeft een thematische opbouw. Elk thema beslaat een aantal modulen en één afsluitende portfolio-opdracht. De volgorde van de thema’s is zo gekozen dat deze logischerwijs op elkaar aansluiten. Het eerste thema heeft een introducerende en oriënterende functie. De overige vier thema’s sluiten inhoudelijk aan op een deelgebied in de beroepspraktijk van het domein Built Environment. De thema’s zijn geprogrammeerd in een aanbevolen volgorde. Deze volgorde is voor studenten op de digitale leeromgeving weergegeven. Evenals bij het programma van voor 1 september 2011 geldt dat de student een zekere mate van vrijheid heeft om het programma in een flexibele volgorde te doorlopen. Zo is de student vrij om een eigen
24/63
© NQA – LOI Hogeschool: hbo-bacheloropleiding Bouwkunde (BOB)
volgorde aan te brengen als het gaat om het bestuderen van modulen binnen een thema of thema-overstijgende modulen. Een thema kan echter pas afgrond worden als alle onderliggende modulen zijn bestudeerd en is afgesloten met een portfolio-opdracht. Deze opdracht kan pas gemaakt worden als alle modulen in het themablok zijn bestudeerd, omdat in deze opdracht kennis van het hele themablok nodig is. Begeleiding van studenten In de Onderwijs- en Examenregeling 2011-2012 is aangegeven dat LOI Hogeschool voor wat betreft de studiebegeleiding zoveel mogelijk probeert tegemoet te komen aan de wensen en eisen van de doelgroep. Kenmerk van de student die opteert voor afstandsonderwijs is dat deze veel belang hecht aan het feit dat de leerstof zelfstandig kan worden bestudeerd, op een plek, op momenten en in het tempo waarvoor zelf kan worden gekozen. Het begeleidingsmodel van LOI Hogeschool is reactief, dat wil zeggen dat een begeleider steeds reageert op inzendopdrachten of vragen die een student voorlegt. Studenten worden gedurende de opleiding begeleid door vakdocenten, een persoonlijke coach en een afstudeerbegeleider (dit is een gespecialiseerde vakdocent). De vakinhoudelijke begeleiding van docenten bestaat uit het beantwoorden van vakinhoudelijke vragen van studenten over een module en het corrigeren van inzendopgaven- en opdrachten. Voor algemene vragen en vragen over de studievoortgang kan de student terecht bij zijn persoonlijke coach. Deze coach begeleidt de student gedurende de gehele opleiding. De gespecialiseerde vakdocent die de student begeleidt tijdens de afstudeeropdracht geeft de student gedurende de afstudeerfase op meerdere moment feedback over het opgeleverde materiaal. Daarnaast moet de student zorgen voor een begeleider op de werkplek in het geval van stage en afstuderen. Deze begeleider moet minimaal beschikken over een hbo-werk- en denkniveau. Alle begeleiding vindt plaats op afstand via de digitale leeromgeving. De student is zelf verantwoordelijk voor het vragen van begeleiding. Dit is in lijn met het didactisch concept van de opleiding waarin sprake is van zelfsturing door de student. De opleiding geeft aan dat studenten net zoveel begeleiding kunnen krijgen als zij zelf wensen en vragen. Studenten worden via de digitale leeromgeving geïnformeerd over de studievoortgang. Binnen de leeromgeving wordt een aantal functionaliteiten geboden waarmee de student zijn studievoortgang kan volgen. Zo kunnen studenten via het eigen Leerpad zien welke studieactiviteiten zij hebben gerealiseerd, welke zij volgen en welke zij nog moeten volgen. Daarnaast toont de leeromgeving studenten de behaalde en nog te realiseren competenties, het examenoverzicht (met alle programmaonderdelen, studielast en status) en de huiswerkresultaten. Alle voortgangsinformatie van een individuele student is ook inzichtelijk voor zijn begeleider(s). Uit de gesprekken die het panel met studenten voerde, blijkt dat studenten tevreden zijn over de geboden begeleiding. Docenten, zo geven zij aan, zijn deskundig en geven uitgebreide en inhoudelijke feedback. Het feit dat zij zelf verantwoordelijk zijn voor het vragen van begeleiding ervaren de studenten als positief en passend bij hun keuze voor het
© NQA – LOI Hogeschool: hbo-bacheloropleiding Bouwkunde (BOB)
25/63
afstandsonderwijs. Studenten geven aan dat hun een persoonlijke coach is toegewezen, maar dat zij hier niet of nauwelijks gebruik van maken. Zij zullen dat wel doen, zo geven zij aan, als de noodzaak er is. Docenten die het panel sprak, gaven aan de begeleiding van studenten via de digitale leeromgeving te willen uitbreiden met telefonisch contact, omdat dit soms net iets meer interactie geeft, waardoor directer gereageerd kan worden op wedervragen. Het panel is van mening dat de opleiding de studiebegeleiding op adequate wijze uitvoert en dat studenten hierover tevreden zijn. Het panel heeft tijdens het bestuderen van het lesmateriaal en op basis van de gesprekken met studenten kunnen vaststellen dat de student voor een groot deel zelfstandig door de stof wordt geleid. Door deze opzet is de begeleidende rol van de docent voor een belangrijk deel verwerkt in de leerstof zelf. Daarnaast kunnen studenten met vragen over modulen, studievoortgang, de afstudeeropdracht en voor inzendopgaven en opdrachten terecht bij hetzij de vakdocent, de coach of de afstudeerbegeleider. Via de voortgangsinformatie op digitale leeromgeving kan student zijn eigen voortgang volgen. Het panel vindt dat de opleiding studenten hiermee bij het afstandsonderwijs passende begeleiding biedt. Toelating en leerroutes De toelatingseisen voor de hbo-bacheloropleiding Bouwkunde zijn een havo- of vwodiploma, een mbo-diploma niveau 4 of een toelatingsonderzoek voor studenten ouder dan 21 jaar. De toelatingseisen zijn vastgelegd in de Onderwijs- en Examenregeling 2011-2012. De instroom qua vooropleiding loopt uiteen, maar het merendeel van de studenten (47%) heeft als vooropleiding een mbo-opleiding niveau 4. Daarnaast hebben studenten als vooropleiding havo (14%), vwo (4%) en hbo/wo (27%). Studenten met een mbovooropleiding gaven in het gesprek met het panel aan dat het mbo-niveau goed aansluit op de opleiding. LOI Hogeschool biedt studenten geen verkorte routes of deficiëntieprogramma’s aan. Op grond van vooropleiding en eerder behaalde diploma’s kan vrijstelling worden verkregen voor modulen. Dit conform een vastgesteld overzicht van vrijstellingen (Standaardvrijstelingen hbo Bouwkunde, 2011). Voor de stage kan vrijstelling worden verkregen indien de student werkzaam is op een voor de opleiding relevante werkplek gedurende de hoofdfase van de opleiding. De criteria hiervoor staan beschreven in het document Inbreng werkplek en stage (2011) en in de Onderwijs- en Examenregeling 2011-2012. Kwaliteit van het personeel Het management van de opleiding is verantwoordelijk voor de realisatie van de opleiding, de inhoudelijke samenhang, de actualiteit en de kwaliteit van de opleiding als geheel. Het management bestaat uit een business unitmanager, projectleider en programmaleider. Het docententeam van de opleiding is onderverdeeld in een ontwikkelteam (management, ontwikkelaars onderwijsproduct en beoordelaars onderwijsproduct) en een begeleidingsteam (docenten en coaches). Er is daarmee een scheiding in de rol van docent en de rol van ontwikkelaar. Het ontwikkelteam stelt het onderwijs inhoudelijk samen en ontwikkelt de
26/63
© NQA – LOI Hogeschool: hbo-bacheloropleiding Bouwkunde (BOB)
leerplannen, de leerstof, de handleidingen voor de begeleiders en de toetsproducten. Het begeleidingsteam met docenten en coaches begeleiden studenten, beantwoorden vragen van studenten en beoordelen inzendopgaven, opdrachten, toetsen en de afstudeeropdracht. De hogeschool heeft voor elke functie een functieprofiel opgesteld. Van de docenten wordt minimaal een hbo-opleidings- en werkniveau verwacht en relevante en actuele praktijkervaring in het vakgebied. Uit het Samenvattend overzicht ontwikkelaars en docenten met een korte samenvatting van de curricula vitae van de docenten blijkt dat het ontwikkelteam en het docententeam bestaat uit 50 personen. Het minimale opleidingsniveau van het ontwikkel- en docententeam is hboniveau. Van de ontwikkelaars van een onderwijsproduct is 72% academisch geschoold. Van de beoordelaars en vakdocenten ligt dit percentage op respectievelijk 64% en 57%. De docenten zijn voor het grootste deel afkomstig uit de beroepspraktijk. Het merendeel van de docenten heeft als opleidingsachtergrond een (bouw)technische opleiding. Voorbeelden hiervan zijn HTS en TU Bouwkunde, Lerarenopleiding Wiskunde/Mechanica, HTS Werktuigbouwkunde, HTS Geodesie en TU Bouwtechnologie. Voor bijna alle ontwikkelaars en docenten geldt dat zij beschikken over recente en relevante praktijkervaring en dat zij thans werkzaam zijn in het domein Built Environment. De opleiding heeft als regel dat docenten en coaches binnen 48 uur moeten reageren op vragen en inzendopgaven van studenten. Uit de gesprekken die het panel had met studenten blijkt dat docenten vrijwel altijd binnen 48 uur reageren. De hogeschool bewaakt de termijn en als deze regelmatig door een docent overschreden wordt, dan onderneemt de hogeschool actie. Docenten zijn niet in dienst van de opleiding, maar werken als freelancer voor de hogeschool. Zij zijn zelf verantwoordelijk voor vakinhoudelijke deskundigheidsbevordering om te kunnen blijven werken voor de hogeschool. Het werk van een docent wordt minimaal eens per drie jaar beoordeeld door een andere docent en eventueel vaker als resultaten van evaluaties of klachten van studenten daartoe aanleiding geven. Studenten met wie het panel tijdens de bezoekdag sprak, waren tevreden over de kwaliteit van de docenten. Met name over de vakinhoudelijke begeleiding en de snelle respons bij vragen oordeelden zij positief. Het panel sprak tijdens de bezoekdag met een bekwaam en gemotiveerd team van docenten. Het panel is positief over de actuele praktijkkennis, de ervaring en de opleidingsachtergrond van de docenten. Wel vraagt het panel zich af of de beoordelingstermijn van docenten van minimaal eens per drie jaar niet te ruim is om de kwaliteit van het docententeam en daarmee de kwaliteit van de begeleiding voldoende te borgen.
© NQA – LOI Hogeschool: hbo-bacheloropleiding Bouwkunde (BOB)
27/63
Kwaliteit van de opleidingsspecifieke voorzieningen De belangrijkste voorziening voor studenten is de digitale leeromgeving LOI Campus. Dit is het hart van waaruit de student werkt en contact heeft met de docent. De functies van de leeromgeving zijn: het informeren van studenten en begeleiders, het communiceren tussen student en begeleiders, het aanbieden van summatieve toetsing en zelfdiagnose voor studenten en het registreren van individuele studievoortgang. In de digitale leeromgeving is een zogenoemde opleidingswerkruimte opgenomen. Hierin vinden studenten algemene informatie over de opleiding, zoals de beschrijving van het programma, met de aanbevolen leerroute, de competenties en begeleidingsmogelijkheden. In de modulewerkruimtes vindt de student inhoudelijke informatie over de modulen, zoals de leerdoelen, de studielast, de voorkennis, de leerstof en de toetsing. Ook zijn er de hoofdstukken van een module opgenomen met daarbij een stapsgewijze instructie per hoofdstuk. Voor de module Middle management is er voor elk hoofdstuk een kennistest beschikbaar waardoor studenten vooraf kunnen zien in welke mate ze de kennis van de module al beheersen. Tijdens het bestuderen van de modulen kunnen studenten meerkeuze-inzendopdrachten maken en daarnaast is er een Kennistrainer, waarmee studenten zich periodiek kunnen testen en de kennis kunnen bijhouden. Meerdere modulen hebben een online mediatheek die links bevat naar websites behorende bij de module. Studenten melden het panel in het gesprek dat zij vaak gebruik maken van de elektronische leeromgeving. Eén student gaf aan de opleiding tijdelijk vanuit het buitenland te hebben gevolgd en dat LOI Campus met al zijn functionaliteiten goed bereikbaar was. Een aantal studenten gaf aan problemen te ondervinden bij het stellen van vragen aan docenten via de digitale leeromgeving. De vraag moet geplaatst worden in een tekstvak met ruimte voor een beperkt aantal karakters, waardoor de vraag zeer exact geformuleerd moet worden wat soms lastig is. Een vervolgvraag of discussie met de docent naar aanleiding van een vraag is niet mogelijk, omdat het antwoord van de docent vanaf een no reply-adres wordt verstuurd. Studenten zouden hiervoor graag een technische oplossing zien. De opleiding geeft aan dat in de vernieuwde digitale leeromgeving de mogelijkheden om vragen te stellen zijn uitgebreid en dat tevens een forum is toegevoegd. Het panel heeft inzage gekregen in de digitale leeromgeving en is van oordeel dat de opleiding digitale voorzieningen biedt die passend zijn om het gewenste afstandsonderwijs te verzorgen. De digitale leeromgeving kent een duidelijke structuur en bevat voldoende mogelijkheden voor de student om zelfstandig de leerstof te bestuderen, zichzelf te toetsen en informatie en voortgangsinformatie op te vragen. Het panel is positief over de op handen zijnde uitbreiding van de digitale leeromgeving met instructiefilmpjes en hoorcolleges. Het panel heeft hier tijdens de bezoekdag een korte demonstratie van gezien. Het panel verwacht dat dit een waardevolle aanvulling is op het huidige aanbod van de leeromgeving. Voor de door de student genoemde problemen met betrekking tot het stellen van vragen via de digitale leeromgeving vraagt het panel de aandacht van de opleiding.
28/63
© NQA – LOI Hogeschool: hbo-bacheloropleiding Bouwkunde (BOB)
Samenhangende onderwijsleeromgeving Door de vijf domeincompetenties als vertrekpunt te nemen voor de inrichting van het onderwijs zorgt de opleiding voor een goed fundament voor een samenhangende onderwijsleeromgeving. De vijf competenties, die verbonden zijn aan de vijf fasen van de voortbrengingscyclus van producten en diensten binnen het domein Built Environment zorgen voor een duidelijke structuur in het programma, de modulen en de opdrachten. De toevoeging van themablokken in het programma per 1 september 2011 versterken de structuur nog meer, doordat deze een verbinding leggen naar de beroepspraktijk. De gehanteerde werkvormen sluiten goed aan bij het geboden afstandsonderwijs en het didactisch concept van competentiegericht onderwijs. De docenten die de opleiding verzorgen zijn volgens het panel voldoende geëquipeerd om het onderwijs te verzorgen als het gaat om vakinhoud en actuele kennis van de beroepspraktijk. Studenten zijn tevreden over de (inhoudelijke) begeleiding die zij van docenten krijgen tijdens de opleiding. Ook het panel is positief over het begeleidingsmodel van de opleiding dat past bij het geboden afstandsonderwijs. Het panel is positief over de voorzieningen die de opleiding aanbiedt. Studenten (en docenten) vinden op de digitale leeromgeving LOI Campus alle informatie die zij nodig hebben om het programma van de opleiding goed te doorlopen. Het biedt inzicht in het curriculum, het persoonlijk leerpad van de student en de individuele studievoortgang van de student. Het opleidingsmanagement (business unitmanager en projectleider) is verantwoordelijk voor de kwaliteit van de samenhangende onderwijsleeromgeving. Het curriculum en de leeromgeving worden door hen samengesteld en zonodig bijgesteld. De projectleider en de programmaleider hebben regelmatig contact en kunnen hierbij vakdeskundigen, docenten en ontwikkelaars raadplegen. De projectleider geeft aan welke docenten kunnen worden ingezet voor de begeleiding en beoordeling van de modulen. Het opleidingsmanagement is verantwoordelijk voor het opstellen van het onderwijs- en examenreglement (OER). Het OER wordt een keer per jaar vastgesteld door het bestuur van LOI Hogeschool. De kwaliteit wordt geborgd door een systematische cyclus van evaluatie en herijking door verschillende stakeholders: - de beroepenveldcommissie (BVC, onafhankelijke vertegenwoordigers uit het beroepenveld) beoordeelt het curriculum en de aansluiting daarvan op het werkveld. De BVC komt twee keer per jaar bijeen en adviseert het opleidingsmanagement over het curriculum en de ontwikkelingen in het werkveld. - Studentenenquête (e-mail): een keer per jaar. - Studentenpanel: een keer per jaar. In het studentenpanel worden de resultaten van de studentenenquête nader besproken. - De opleidingscommissie (bestaande uit studenten, docenten, opleidingsmanagement) beoordeelt de uitvoering van de OER. De opleidingscommissie komt minimaal een keer per jaar bijeen en bespreekt het verslag van het BVC-overleg, het verslag van het studentenpanel en de plannen van het opleidingsmanagement.
© NQA – LOI Hogeschool: hbo-bacheloropleiding Bouwkunde (BOB)
29/63
Al deze elementen zorgen ervoor dat volgens het panel sprake is van een samenhangende onderwijsleeromgeving. Overwegingen Het panel is ervan overtuigd dat de inhoud en structuur van het programma, de kwaliteit van de docenten, het begeleidingsmodel voor studenten en de digitale leeromgeving LOI Campus het voor instromende studenten mogelijk maakt om de beoogde eindkwalificaties te realiseren. De vijf domeincompetenties vormen de basis van het programma. In het programma bestaat een evenwichtige verhouding tussen het verwerven van kennis en het opdoen van beroeps- en onderzoeksvaardigheden. De docenten zijn, zowel wat betreft hun kennis van de vakinhoud als kennis van de beroepspraktijk, toegerust om het programma te verzorgen. Tegelijkertijd ziet het panel een aantal aandachts- en verbeterpunten voor de opleiding, zoals de afstemming van de modulebeschrijvingen op de competenties en de beoordelingstermijn voor docenten. Het panel is daarnaast positief over de digitale leeromgeving die de student alle informatie biedt om het programma optimaal te doorlopen. Conclusie Het panel komt op basis van bovenstaande overwegingen tot het oordeel voldoende.
Standaard 3
Toetsing en gerealiseerde resultaten
De opleiding beschikt over een adequaat systeem van toetsing en toont aan dat de beoogde eindkwalificaties worden gerealiseerd. Bevindingen Systeem van toetsing Het systeem van toetsing van de opleiding is vastgelegd in de Onderwijs- en examenregeling 2011-2012 (OER). Daarnaast heeft de opleiding het systeem van toetsing beschreven in het document Toetsing hbo Bouwkunde (2011). Het toetsbeleid van de opleiding is gebaseerd op het didactisch concept van LOI Hogeschool en vormgegeven vanuit de filosofie van ‘Werkend leren’. Het toetsen van de ontwikkeling van de studenten op kennis, vaardigheden, inzicht en toepassing daarvan in het perspectief van ‘Werkend leren’ vindt plaats door examens, opdrachten op basis van casuïstiek en opdrachten die gemaakt worden vanuit de dagelijkse praktijk van de student. Voor de student is in de Onderwijs- en examenregeling 2011-2012 en in de modulewerkruimte van de digitale leeromgeving per module vastgelegd op welke wijze de eindtoetsing plaatsvindt, welke eindkwalificaties worden getoetst en wat de zakslaagbeslissing is. Voor schriftelijke tentamens en examens wordt ook informatie gegeven over het type vragen en de duur van het examen.
30/63
© NQA – LOI Hogeschool: hbo-bacheloropleiding Bouwkunde (BOB)
In de kritische reflectie en in een nagezonden document heeft de opleiding een overzicht opgenomen van de toetsen die worden afgenomen in de modulen. Uit de overzichten blijkt dat getoetst wordt door middel van schriftelijke LOI-examens, praktijkopdrachten en portfolioopdrachten. De module Middle Management uit de hoofdfase is een extern examen dat wordt afgenomen door de exameninstelling NEMAS. De toetsing is zodanig vorm gegeven dat deze aansluit op het doel en de werkvorm van de betreffende module. Zo worden inleidende vakken Wiskunde, Statistiek en Natuurkunde getoetst middels een examen met meerkeuzevragen. Bij de overige modulen wordt getoetst middels een examen met open vragen of een praktijkopdracht. Het panel heeft van beide afstudeerrichtingen diverse examens, toetsen en praktijkopdrachten bestudeerd, en één afgeronde portfolio-opdracht ingezien. Stage- en afstudeerproducten heeft het panel niet ingezien, omdat nog geen van de studenten van de opleiding stage loopt of een afstudeeropdracht heeft afgerond. Het panel is positief over de wijze waarop de opleiding inzichtelijk maakt hoe zij toetst. Ook studenten met wie het panel sprak, gaven aan per studieonderdeel inzicht te hebben in hoe zij worden getoetst. Zij gebruiken hiervoor de informatie die hierover is opgenomen in de digitale leeromgeving. Daarnaast is het panel zeer positief over de relevantie en de moeilijkheidsgraad van de vragen in de toetsen en examens. De vraagstelling bij toetsen/examens heeft een grote mate van diepgang en bestrijkt ook de breedte van de bestudeerde stof. Hierdoor wordt bewerkstelligd dat de student de stof goed tot zich moet nemen om het examen te halen. Ook over de vraagstelling van de praktijkopdrachten is het panel tevreden. De opdrachten zijn goed toepasbaar in de beroepspraktijk en de vraagstelling sluit goed aan bij de lesstof en heeft een stevige moeilijkheidsgraad. Borging van de kwaliteit van toetsing en beoordeling De centrale examencommissie LOI (CELOI) is verantwoordelijk voor de kwaliteit van de examens, de examinering en het examineerbeleid van alle hbo-opleidingen van de hogeschool. De CELOI bestaat uit vijftien onafhankelijke domeindeskundigen. Daarnaast zijn een voorzitter en een secretaris toegevoegd, die formeel geen lid zijn van de examencommissie. De CELOI borgt de kwaliteit van de examinering achteraf en wordt daarover geïnformeerd door de secretaris, hoofd van het examenbureau. Het examenbureau inventariseert de examenuitslagen en bij afwijkingen in de resultaten wordt nader onderzoek gedaan. Bijvoorbeeld bij de beoordelend docent of bij de examenontwikkelaar. Daarnaast faciliteert het examenbureau de administratieve organisatie bij alle examens. Voor de ontwikkeling en afname van interne LOI-examens gelden instellingsbrede ontwikkelen beoordelingsprocedures. Bij de ontwikkeling van de examens zijn twee personen betrokken. Een examen wordt samengesteld door de ontwikkelaar en gecontroleerd door een onafhankelijke beoordelaar. Examenontwikkelaars en beoordelaars worden geïnstrueerd over de te behalen eindkwalificaties van de module en het vereiste niveau (kennis, inzicht, toepassing, praktijk). Een examen omvat opgaven en een antwoordmodel met correctierichtlijnen en normering.
© NQA – LOI Hogeschool: hbo-bacheloropleiding Bouwkunde (BOB)
31/63
Na afname van het examen wordt de examenuitwerking van een kandidaat beoordeeld door twee examencorrectoren. Zij baseren zich hierbij op het antwoordmodel met correctierichtlijnen en normering. De examencorrectoren kijken het werk gelijktijdig en onafhankelijk van elkaar na. Bij een verschil in de eindwaardering van meer dan 20% tussen de twee examencorrectoren wordt een derde examencorrector ingeschakeld. Bij opmerkingen van de examencorrectoren over de kwaliteit van de examenopgaven of antwoordmodel en bij klachten van studenten wordt een vakdeskundige ingeschakeld die advies geeft over de verdere afhandeling en eventuele aanpassing van de uitslagbepaling. Deze signalen kunnen tevens aanleiding zijn om het werk van een examencorrector nader te onderzoeken. Bij externe examens sluit LOI Hogeschool aan bij de extern bepaalde eindtermen/leerdoelen en de cesuur voor de betreffende module. LOI Hogeschool is niet direct betrokken bij de bewaking van de kwaliteit van de externe examens. De examinering van de modules door externe instanties wordt bewaakt door het opleidingsmanagement in de zin dat zij op geleide van de slagingspercentages bewaakt of het lesmateriaal en de modules op elkaar aansluiten. In de Onderwijs- en Examenregeling 2011-2012 is vastgelegd dat de uitslag van het examen zo spoedig mogelijk schriftelijke aan de student wordt meegedeeld. Hoewel het panel van studenten geen klachten heeft vernomen over deze onbepaalde nakijktermijn, is het van mening dat het hanteren van een vaste nakijktermijn kan bijdragen aan een betere studeerbaarheid van de opleiding voor de studenten. In het kader van verbetering van de studeerbaarheid heeft de opleiding, mede naar aanleiding van signalen van studenten, flexibele examinering opgezet. Vanaf het najaar 2011 kunnen studenten voor een groeiend aantal modules op een moment naar keuze en op meerdere locaties in Nederland examen afleggen. Hiermee sluiten studie en toetsing beter op elkaar aan en worden zowel de aanmeldings- als de nakijktermijnen verkort. De student heeft na ontvangst van de uitslag 30 dagen recht op inzage van het gemaakte werk, de opgaven en de beoordelingsnormen. Studenten geven in het gesprek met het panel aan weinig tot geen gebruik te maken van dit recht. Voor veel studenten is de afstand tussen LOI Hogeschool en de woonplaats te groot om alleen een toets of opdracht in te zien. Daarbij, zo geven de studenten aan, is tijdens de inzage geen docent aanwezig om feedback te geven. In de Onderwijs- en Examenregeling 2011-2012 is tevens vastgelegd dat schriftelijk examenwerk, een volledige set examenopgaven en de beoordelingsnormen gedurende zes maanden na afloop van het examen worden bewaard in het archief van de instelling. Het panel is van mening dat deze termijn wel kort is, zeker in het kader van de zesjaarlijkse visitatie en accreditatie. Beoordeling Voor de beoordeling van interne examens zijn beoordelingscriteria en een toetscesuur beschikbaar. Bij externe examens sluit LOI aan bij de extern bepaalde eindtermen/leerdoelen en de cesuur voor de betreffende module. Elk intern examen wordt door twee docenten van de opleiding onafhankelijk van elkaar beoordeeld. Het gemiddelde van de twee cijfers geldt als eindcijfer voor het examen. Bij een verschil in cijfer van meer dan twee punten wordt een derde beoordelaar ingezet. Het eindcijfer van de derde beoordelaar is bindend. In het examenreglement van LOI Hogeschool is voorzien in de
32/63
© NQA – LOI Hogeschool: hbo-bacheloropleiding Bouwkunde (BOB)
mogelijkheid om bezwaar- en beroep aan te tekenen tegen de inhoud en/of beoordeling van examens. Voor de beoordeling van praktijk- en portfolio-opdrachten zijn beoordelingsrichtlijnen en een cesuur beschikbaar, waarbij een docent per beoordelingscriterium gemotiveerd dient aan te geven hoe hij tot de waardering van het betreffende onderdeel is gekomen. Het totaal van de onderdelen van de opdracht bepaalt het eindcijfer voor de opdracht. De beoordeling door de docent wordt periodiek beoordeeld door een tweede docent en de studieleiding kan zelfstandig een onderzoek naar de kwaliteit van beoordeling gelasten, mocht daar aanleiding toe bestaan. Tijdens de bezoekdag heeft het panel diverse gemaakte examens en praktijkopdrachten van studenten ingezien inclusief de bijbehorende beoordelingen. Het panel heeft de beoordelingen van een aantal examens met open vragen bestudeerd. Bij de beoordelingen was een scorelijst voor docenten gevoegd waarin per vraag het aantal te behalen punten is opgenomen. In twee gevallen stelde het panel vast dat het verschil in beoordeling van een vraag door de twee docenten groot was. Het panel kon op basis van het beschikbare materiaal niet achterhalen wat voor vervolg hier door de opleiding aan is gegeven. Navraag bij het docententeam en het management wees uit dat in gevallen waarbij het eindcijfer meer dan twee punten afweek een derde corrector wordt ingeschakeld om het definitieve oordeel te geven. Deze werkwijze werd bevestigd in het gesprek dat het panel voerde met de examencommissie van de opleiding. Het panel stelt vast dat voor zowel de examenvragen als de praktijkopdrachten een gedetailleerde toetsingsnorm beschikbaar is. Hiermee beoogt de opleiding een uniforme beoordeling door de verschillende docenten. Dat er toch verschillen in waardering optreden wanneer twee docenten een werkstuk met dezelfde normen beoordelen is, naar de mening van het panel, onvermijdelijk bij open vragen. In het algemeen geven de toetsingsnormen voldoende richting en is de inzet van een derde corrector positief. Afstuderen De opleiding wordt door de student afgesloten met een afstudeeropdracht, een afstudeerverslag en een mondelinge afstudeerzitting. Studenten kunnen aan de afstudeeropdracht beginnen als zij hun propedeuse hebben afgerond en minimaal 150 EC hebben behaald. De afstudeeropdracht bestaat kort gezegd uit: het maken van een plan van aanpak, het uitvoeren van onderzoek, het juist interpreteren van de resultaten van het uitgevoerde onderzoek, het reflecteren op het onderzoeksproces en de resultaten en het onderbouwen en logisch presenteren van de resultaten in een verslag. De student moet door middel van de afstudeeropdracht aantonen dat hij 1) beschikt over theoretische kennis op hbo-niveau, 2) verbanden kan leggen tussen praktijksituaties of- problemen en de verworven kennis, 3) theoretische vaardigheden kan vertalen in een zelfstandig opgezet en uitgevoerd onderzoek dat inhoudelijk voldoet aan de gedefinieerde beroeps- en opleidingscompetenties, 4) een logische, consistente en duidelijke schrijfstijl heeft ontwikkeld en 5) een helder schriftelijk en mondeling betoog kan houden over de opzet, inhoud en resultaten van het afstudeeronderzoek.
© NQA – LOI Hogeschool: hbo-bacheloropleiding Bouwkunde (BOB)
33/63
Voor zowel de afstudeeropdracht als het afstudeerverslag heeft de opleiding een handleiding beschikbaar. De procedure van het afstuderen, inclusief beoordelingscriteria en de weging daartussen, is vastgelegd in de Afstudeeropdracht (2011), de eisen voor het afstudeerverslag zijn uitgewerkt in de Handleiding afstudeerverslag (2011). Het panel vindt beide documenten zorgvuldig opgezet. Begeleiding afstuderen Tijdens het afstuderen wordt de student begeleid door een afstudeerdocent van LOI. Deze docent, die wordt toegewezen door de opleiding, begeleidt de student gedurende het hele proces van afstuderen. De docent is verplicht om, buiten de inzendopgaven om, minimaal twee keer contact met de student te hebben. Een van de taken van de afstudeerdocent is het beoordelen van het plan van aanpak van de afstudeeropdracht. De docent beoordeelt het plan van aanpak voor het afstuderen met een voldoende of onvoldoende. Een voldoende beoordeling van het plan van aanpak is voor de student een voorwaarde om verder te kunnen met het afstuderen. Zodra de student de eerste twee hoofdstukken van het afstudeerverslag geschreven heeft, stuurt hij een conceptversie naar de afstudeerdocent. Later in het traject stuurt de student een volledige conceptversie naar de docent. Vervolgens volgt, na een reactie van de docent, het inleveren van de definitieve versie. Naast de afstudeerdocent van LOI wordt de student begeleid door een afstudeerbegeleider op de werkplek. De student is zelf verantwoordelijk voor het zoeken van deze afstudeerbegeleider en moet deze ter goedkeuring voorleggen aan zijn LOI afstudeerdocent. De LOI afstudeerdocent heeft minimaal twee keer contact met de afstudeerbegeleider over het functioneren van de student en de voortgang van het afstudeertraject. De afstudeerdocent van LOI maakt van de gesprekken die hij voert met zowel de student als de afstudeerbegeleider samenvattingen en plaatst deze in de digitale leeromgeving van de student. In het document Correctierichtlijn Afstudeeropdracht (AO) en Mondelinge afstudeerzitting (MAZ) 2011 zijn de hiervoor genoemde aspecten met betrekking tot de begeleiding vastgelegd. Het panel is van mening dat de opleiding helder en inzichtelijk heeft geformuleerd hoe de begeleiding tijdens het afstudeertraject vorm krijgt. Zij is positief over de gestelde voorwaarde dat het plan van aanpak door de afstudeerdocent met een voldoende moet zijn beoordeeld, voordat de student door mag gaan met het vervolg van het afstudeerproject. Hiermee voorkomt de opleiding mogelijk problemen in het verdere traject. Omdat er op het moment van visitatie geen studenten zijn die het stadium van afstuderen hebben bereikt, kan het panel geen uitspraken doen over hoe de begeleiding van studenten in de praktijk uitwerkt. Beoordeling afstuderen De opleiding zet twee beoordelaars in bij het beoordelen van het afstudeerverslag en de mondelinge afstudeerzitting. Eén beoordelaar is de begeleidend afstudeerdocent van de student, de andere beoordelaar is onafhankelijk van de student. De beoordelaars maken
34/63
© NQA – LOI Hogeschool: hbo-bacheloropleiding Bouwkunde (BOB)
gebruik van de Correctierichtlijn Afstudeeropdracht (AO) en Mondelinge afstudeerzitting (MAZ) 2011. De mondelinge afstudeerzitting vindt pas plaats, als beide beoordelaars tot een voldoende cijfer voor het afstudeerverslag komen. Het afstudeerverslag wordt beoordeeld aan de hand van vier onderdelen: introductie en probleemstelling (25%), onderzoeksmethoden (25%), interpretatie (35%) en kwaliteit van het verslag (15%). Beide beoordelaars komen onafhankelijk van elkaar tot een cijfer. Het gemiddelde van beide cijfers geldt als cijfer voor het schriftelijke deel van de afstudeeropdracht. Indien tussen beide cijfers een verschil van twee of meer punten bestaat, wordt een derde beoordelaar ingezet. Er wordt ook een derde beoordelaar ingezet als één van de twee beoordelaars een onvoldoende geeft. De derde beoordelaar ontvangt beide beoordelingen van de twee beoordelaars. Het cijfer van de derde beoordelaar is bindend. In de mondelinge afstudeerzitting wordt het afstudeerverslag en het opleidingsportfolio van de student besproken. De student wordt beoordeeld op de volgende onderdelen: hbo-niveau/Dublin descriptoren (30%), niveau presentatie (20%) en beroepsniveau/ beroepscompetenties (50%). Alle cijfers moeten ten minste voldoende (5,5) scoren. Het uiteindelijke eindcijfer bestaat voor 50% uit het schriftelijke onderdeel en voor 50% uit de mondelinge afstudeerzitting. Het panel is positief over de opzet van het afstudeertraject. Er liggen heldere en bruikbare documenten aan ten grondslag. Ook voor dit aspect geldt dat er op het moment van visitatie geen studenten zijn die het stadium van afstuderen hebben bereikt of reeds hebben afgerond, waardoor het panel geen uitspraken doen over hoe de opzet van het afstudeertraject voor de studenten in de praktijk uitwerkt. Realisatie van de beoogde eindkwalificaties Op de vraag of de beoogde eindkwalificaties worden gerealiseerd, kan het panel op dit moment geen antwoord geven. De opleiding verwacht de eerste afgestudeerden medio 2013. Hetzelfde panel zal, wanneer de eerste studenten van de opleiding afstuderen, een aanvullend onderzoek uitvoeren op basis waarvan de gerealiseerde kwaliteit wordt beoordeeld. Overwegingen Het panel stelt op basis van het bestudeerde toetsbeleid, de toetsen (examens en praktijkopdrachten) en de gevoerde gesprekken vast dat de opleiding een duidelijk systeem van toetsing kent. De opleiding maakt gebruik van toetsvormen die aansluiten bij de leerstof en het didactisch concept van de opleiding. Over de kwaliteit en het niveau van de toetsen is het panel positief. Het constateert dat de examens en opdrachten aansluiten bij de beoogde eindkwalificaties. De beoordeling van examens en opdrachten gebeurt volgens het panel op zorgvuldige wijze. Voor zowel de beoordeling van interne examens als praktijkopdrachten zijn beoordelingscriteria en -richtlijnen en toetscesuur beschikbaar.
© NQA – LOI Hogeschool: hbo-bacheloropleiding Bouwkunde (BOB)
35/63
In het geval van praktijkopdrachten wordt de docent ‘verplicht’ om per criterium gemotiveerd aan te geven hoe hij tot de waardering van het betreffende onderdeel is gekomen. Daarnaast werkt de opleiding altijd met twee, en indien nodig, drie, onafhankelijke beoordelaars. Het panel ziet, als onderdeel van het Onderwijs- en Examenreglement, een aantal verbeteren aandachtspunten als het gaat om de nakijk- en bewaartermijn van examens en de feedback door docenten op gemaakte toetsen. De borging van de toetsing vindt plaats via centrale examencommissie LOI. Het panel is van mening dat dit op adequate wijze gebeurt. Het panel is positief over de opzet van de afstudeeropdracht en het afstudeerverslag. De opleiding heeft nog geen afgestudeerden, dus heeft het panel niet kunnen vaststellen of het beoogde eindniveau wordt gerealiseerd. Wel heeft het panel er op basis van de opzet en inhoud van het programma, de in het programma gemaakte aanpassingen per september 2011, het niveau van de (gemaakte) examens en opdrachten, de opzet van het afstudeertraject, de eisen gesteld aan de afstudeeropdracht en de gesprekken met docenten, management en beroepenveld vertrouwen in dat studenten in de toekomst de beoogde eindkwalificaties kunnen realiseren. Conclusie Het panel komt op basis van bovenstaande overwegingen tot het oordeel voldoende voor het systeem van toetsing. Over de realisatie van de beoogde eindkwalificaties kan het panel op dit moment geen inhoudelijk oordeel geven.
36/63
© NQA – LOI Hogeschool: hbo-bacheloropleiding Bouwkunde (BOB)
3
Eindoordeel over de opleiding
Oordelen op de standaarden Het visitatiepanel komt tot de volgende oordelen op de standaarden: Standaard 1 Beoogde eindkwalificaties 2 Onderwijsleeromgeving 3 Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties
Oordeel Voldoende Voldoende Voldoende en geen oordeel voor het gerealiseerde eindniveau
Overwegingen en conclusie Het panel komt op de standaarden 1 en 2 tot het oordeel voldoende. Op standaard 3 komt het panel tot een tweeledig oordeel. Het systeem van toetsing beoordeelt het panel als voldoende. Over de realisatie van de beoogde eindkwalificaties kan het panel op dit moment geen inhoudelijk oordeel geven, omdat de opleiding nog geen afgestudeerden heeft. Het (zelfde) panel zal, wanneer de eerste studenten van de opleiding afstuderen, een aanvullend onderzoek uitvoeren op basis waarvan de gerealiseerde kwaliteit wordt beoordeeld. Het visitatiepanel beoordeelt de kwaliteit van de bestaande hbo-bacheloropleiding Bouwkunde van LOI Hogeschool als voldoende.
© NQA – LOI Hogeschool: hbo-bacheloropleiding Bouwkunde (BOB)
37/63
38/63
© NQA – LOI Hogeschool: hbo-bacheloropleiding Bouwkunde (BOB)
4
Aanbevelingen
Standaard 1 Het panel raadt de opleiding aan om in het programma aandacht te geven aan het onderwerp internationalisering. Het panel denkt hierbij aan een expliciete opname van internationale componenten in het programma. Bijvoorbeeld door het gebruik van buitenlandse literatuur, de behandeling van verschillen in bouwsystematiek en architectuur, de behandeling van verschillen in cultuur en eventueel een buitenlandexcursie/stage.
Standaard 2 Het panel vindt dat de beoordelingstermijn van docenten van minimaal eens per drie jaar te ruim is om de kwaliteit van het docententeam en daarmee de kwaliteit van de begeleiding voldoende te borgen. Het panel stelt voor om nieuwe docenten binnen zes maanden te beoordelen en daarna een beoordelingstermijn van een jaar voor de docenten te hanteren. Het panel vraagt de opleiding blijvend aandacht te schenken aan de problemen die studenten ervaren met het stellen van vragen aan docenten via de digitale leeromgeving.
Standaard 3 Het panel raadt de opleiding aan een vaste nakijktermijn voor examens te hanteren en deze vast te leggen in de Onderwijs- en Examenregeling. Het panel is van mening dat dit bijdraagt aan een betere studeerbaarheid van de opleiding voor de studenten. Het panel is van mening dat studenten recht hebben op structurele feedback van docenten op gemaakte toetsen. Het panel beveelt de opleiding aan om de nabespreking van examens laagdrempeliger te maken, bijvoorbeeld door het examen in te scannen en aan de student toe te zenden, waarna hij hierover kan mailen met de docent. Dus niet alleen afstandsonderwijs, maar ook feedback op afstand. Het panel raadt de opleiding aan om de huidige bewaartermijn van zes maanden voor toetsen en opdrachten te verruimen. Deze termijn is te kort, zeker in het kader van de zesjaarlijkse visitatie en accreditatie. Het panel raadt de opleiding aan om de beroepenveldcommissie een rol te geven bij de afronding en beoordeling van de afstudeeropdracht. Hierdoor kan een transfer van kennis, inzichten en ervaringen over en weer worden gerealiseerd. Het zou bijvoorbeeld de rol van adviseur op zich kunnen nemen.
© NQA – LOI Hogeschool: hbo-bacheloropleiding Bouwkunde (BOB)
39/63
40/63
© NQA – LOI Hogeschool: hbo-bacheloropleiding Bouwkunde (BOB)
5
Bijlagen
© NQA – LOI Hogeschool: hbo-bacheloropleiding Bouwkunde (BOB)
41/63
42/63
© NQA – LOI Hogeschool: hbo-bacheloropleiding Bouwkunde (BOB)
Bijlage 1:
Eindkwalificaties van de opleiding
Domeincompetenties B1 INITIEREN EISEN VOOR EEN ONTWERP ONTWIKKELEN Context: Projectvoorbereiding Beroepsdomein: Projectvoorbereiden
B2 ONTWERPEN EEN INTEGRAAL ONTWERP MAKEN EN VERANTWOORDEN Context: Ontwerpen Beroepsdomeinen: Ontwerpen, Uitwerken B3 SPECIFICEREN EEN ONTWERP SPECIFICEREN Context: Ontwerp Beroepsdomein: Uitwerken Context: Aanbesteding en gunning Beroepsdomeinen: Contractvorming voorbereiden, Markt benaderen, Calculeren B4 UITVOEREN HET UITVOERINGSPROCES STUREN EN BEWAKEN Context: Uitvoering Beroepsdomeinen: Werk voorbereiden, Uitvoeren, Directie voeren B5 BEHEREN EEN BEHEERSPLAN IMPLEMENTEREN Context: Beheer Beroepsdomein: Planmatig onderhouden
Niveau-indicator [B1-1] Signaleert en onderzoekt een situatie die relevant is voor de ontwikkeling van een plan, product, systeem, advies of dienst, gericht op de inrichting en het gebruik van de ruimte en van de gebouwde omgeving. [B1-2] Ontwikkelt functionele prestatie-eisen voor een te maken ontwerp in de onderzochte situatie. [B1-3] Wint draagvlak voor deze eisen door ervoor te zorgen dat ze voldoen aan de behoeften en wensen van de opdrachtgever(s) en dat ze realiseerbaar zijn.
[B2-1] Ontwerpt op basis van functionele prestatie-eisen oplossingsvarianten voor (deel)problemen. [B2-2] Verantwoordt keuzes. [B2-3] Integreert de oplossingen in een ontwerp dat voldoet aan gestelde kaders voor kwaliteit, budget, tijd en duurzaamheid. [B3-1] Werkt een ontwerp uit naar specificaties ten behoeve van de realisatiefase. [B3-2] Werkt vanuit een zo breed effectief en efficiënt mogelijk ingericht productie- of bedrijfsproces.
[B4-1] Maakt op basis van de specificaties een uitvoeringsplan waarin de aspecten tijd, geld, kwaliteit, informatie, organisatie en risico zijn vastgelegd. [B4-2] Stuurt, bewaakt en evalueert het uitvoeringsproces aan de hand van het uitvoeringsplan. [B4-3] Optimaliseert het productie- of bedrijfsproces door het aanbrengen van verbeteringen of innovaties. [B5-1] Adviseert de opdrachtgever op basis van relevante ontwikkelingen bij het bepalen van een strategie voor het beheren van objecten dan wel het handhaven van regelgeving in de gebouwde omgeving. [B5-2] Ontwikkelt een scenario (als gewenst toekomstbeeld) voor het duurzame gebruik en/of beheer van ruimte, infrastructuur en gebouwen. [B5-3] Stelt op basis van een gekozen beheersstrategie een onderhouds- of handhavingsplan op, binnen de bestaande maatschappelijke, juridische en financiële kaders. [B5-4] Bewaakt de implementatie van het beheersplan.
© NQA – LOI Hogeschool: hbo-bacheloropleiding Bouwkunde (BOB)
43/63
44/63
© NQA – LOI Hogeschool: hbo-bacheloropleiding Bouwkunde (BOB)
Bijlage 2:
Overzicht opleidingsprogramma
Curriculum HBO Bouwkunde Constructie en techniek tot 1 september 2011 Propedeuse Portfolio Practicum Spreadsheets Practicum Databases Basisvaardigheden voor de professional Algemene bouwkunde Wiskunde en Statistiek Natuurkunde Bouwfysica 1 Toegepaste mechanica 1 Bouwkundig schetsen en (CAD)tekenen Bouwconstructie 1 Bouworganisatie Praktijkopdracht Programma en ontwerp Onderzoeksvaardigheden
EC
Toetsing 1 1 6 8 6 3 3 3 6 9 6 4 4
Hoofdfase Geschiedenis van de bouwkunst Bouwtechniek en materiaalleer Constructieberekeningen – Beton examen Constructieberekeningen – Staal examen Constructieberekeningen – Hout examen Bouwinstallaties Toegepaste Mechanica 2
2 10 4 3 3 4 20
Bouwuitvoering en management simulatie Praktijkopdracht management en uitvoering Meten en uitzetten Middle Management
8 2 2 17
Bouwfysica 2 Bouwrecht Bouwconstructie 2 Praktijkopdracht Ontwerpen en dimensioneren Contracteren Onderhoud en beheer Praktijkopdracht Onderhoud en Beheersplan Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening Stage Afstudeerproject/ afsluitend mondeling examen
8 8 18 6 3 4 4 4 30 20
Praktijkopdracht Praktijkopdracht Praktijkopdracht Examen LOI Examen LOI Examen LOI Examen LOI Examen LOI Praktijkopdracht Praktijkopdracht Praktijkopdracht Praktijkopdracht Praktijkopdracht
Praktijkopdracht Examen LOI Examen LOI Examen LOI Examen LOI Examen LOI Examen LOI + Praktijkopdracht Praktijkopdracht Praktijkopdracht Praktijkopdracht Extern examen NEMAS/Associatie Praktijkopdracht Examen LOI Praktijkopdracht Praktijkopdracht Examen LOI Praktijkopdracht Praktijkopdracht Praktijkopdracht
© NQA – LOI Hogeschool: hbo-bacheloropleiding Bouwkunde (BOB)
45/63
Curriculum HBO Bouwkunde Procesmanagement tot 1 september 2011 Propedeuse Portfolio Practicum Spreadsheets Practicum Databases Basisvaardigheden voor de professional Algemene bouwkunde Wiskunde en Statistiek Natuurkunde Bouwfysica 1 Toegepaste mechanica 1 Bouwkundig schetsen en (CAD) tekenen Geschiedenis van de bouwkunst Bouwconstructie 1 Onderzoeksvaardigheden Middle Management deel 1
Hoofdfase Middle Management deel 2 Bouworganisatie Praktijkopdracht Programma en ontwerp Constructieberekenen – Beton, Staal en Hout Bouwprojectmanagement Bouwuitvoering Praktijkopdracht Bouwprojectmanagement en uitvoering Bouwteam Praktijkopdracht Bouwteam Bouwrecht Contracteren Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening Inleiding Bedrijfseconomie Vastgoedeconomie en Risicomanagement Onderhoud en beheer Praktijkopdracht Duurzaam Beheersplan Praktijkopdracht Bouwproces – Integraal ontwerpen Procesmanagement Praktijkopdracht Procesmanagement Stage Afstudeerproject/ afsluitend mondeling examen
46/63
EC
Toetsing 1 1 6 8 6 3 3 3 6 2 9 4 8
Praktijkopdracht Praktijkopdracht Praktijkopdracht Examen LOI Examen LOI Examen LOI Examen LOI Examen LOI Praktijkopdracht Praktijkopdracht Praktijkopdracht Praktijkopdracht Extern examen NEMAS/Associatie
9 Extern examen NEMAS/Associatie 6 Praktijkopdracht 4 Praktijkopdracht 10 Examen LOI 24 Examen LOI 8 Praktijkopdracht 3 Praktijkopdracht 8 Examen LOI 4 Praktijkopdracht 8 Examen LOI 3 Examen LOI 4 Praktijkopdracht 11 Extern examen Associatie 4 Praktijkopdracht 4 Praktijkopdracht 4 Praktijkopdracht 6 Praktijkopdracht 8 Praktijkopdracht 2 Praktijkopdracht 30 20
© NQA – LOI Hogeschool: hbo-bacheloropleiding Bouwkunde (BOB)
Curriculum HBO Bouwkunde Constructie en techniek per 1 september 2011 Propedeuse THEMA INTRODUCTIE BOUWKUNDE Portfolio/Studievaardigheden Algemene bouwkunde Wiskunde en Statistiek Geschiedenis van de bouwkunst Natuurkunde Bouwfysica 1 Bouwkundig schetsen en (CAD)tekenen PFO Introductie bouwkunde THEMA ORIENTATIE OP DE BOUWPRAKTIJK Bouwtechniek en materiaalleer Basisvaardigheden communicatie en rapporteren Toegepaste mechanica 1 Bouwconstructie 1 PFO Elementaire bouwkunde
EC
Toetsvorm 29 1 8 6 2 3 3 4 2 31 10 4 4 9 4
Praktijkopdracht Examen LOI Examen LOI Praktijkopdracht Examen LOI Examen LOI Praktijkopdracht Portfolio-opdracht Examen LOI Praktijkopdracht Examen LOI Praktijkopdracht Portfolio-opdracht
Totaal propedeuse Hoofdfase THEMA ONTWERPEN Basisvaardigheden projectmatig werken en adviseren Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening Constructieberekeningen 1 Bouwinstallaties PFO Ontwerpen en dimensioneren THEMA MANAGEMENT Onderzoeksvaardigheden Bouworganisatie Contracteren Middle Management Bouwuitvoering en management simulatie Bouwrecht PFO Bouwmanagement THEMA ENGINEERING, ONDERHOUD en BEHEER Bouwfysica 2 Toegepaste Mechanica 2 Constructieberekeningen 2 Meten en uitzetten Bouwconstructie 2 Onderhoud en beheer Duurzaam bouwen PFO Engineering & Onderhoud STAGE & AFSTUDEREN
23 2 3 10 4 4 49 4 6 3 17 8 7 4 58 7 4 14 3 18 4 3 5 50
Stage Afstudeerproject/ afsluitend mondeling examen
30 Praktijkopdracht 20 Praktijkopdracht
Totaal hoofdfase TOTAAL BOUWKUNDE C&T
60
Praktijkopdracht Praktijkopdracht Examen LOI Examen LOI Portfolio-opdracht Praktijkopdracht Praktijkopdracht Examen LOI Extern examen NEMAS/Associatie Praktijkopdracht Examen LOI Portfolio-opdracht Praktijkopdracht Examen LOI Examen LOI + Praktijkopdracht Praktijkopdracht Praktijkopdracht Praktijkopdracht Examen LOI Portfolio-opdracht
180 240
© NQA – LOI Hogeschool: hbo-bacheloropleiding Bouwkunde (BOB)
47/63
Curriculum HBO Bouwkunde Procesmanagement per 1 september 2011 Propedeuse THEMA INTRODUCTIE BOUWKUNDE Portfolio/Studievaardigheden Algemene bouwkunde Wiskunde en Statistiek Geschiedenis van de bouwkunst Natuurkunde Bouwfysica 1 Bouwkundig schetsen en (CAD)tekenen PFO Introductie bouwkunde THEMA ORIENTATIE OP DE BOUWPRAKTIJK Bouwtechniek en materiaalleer Basisvaardigheden communicatie en rapporteren Toegepaste mechanica 1 Bouwconstructie 1 PFO Elementaire bouwkunde
EC 29 1 8 6 2 3 3 4 2 31 10 4 4 9 4
Toetsvorm Praktijkopdracht Examen LOI Examen LOI Praktijkopdracht Examen LOI Examen LOI Praktijkopdracht Portfolio-opdracht Examen LOI Praktijkopdracht Examen LOI Praktijkopdracht Portfolio-opdracht
Totaal propedeuse Hoofdfase THEMA ONTWERPEN Basisvaardigheden projectmatig werken en adviseren Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening Constructieberekeningen 1 Bouwinstallaties PFO Ontwerpen en dimensioneren THEMA MANAGEMENT Onderzoeksvaardigheden Bouworganisatie Contracteren Middle Management Bouwuitvoering en management simulatie Bouwrecht PFO Bouwmanagement THEMA BOUWPROCES, ONDERHOUD en BEHEER Samenwerking in de bouw Bouwprojectmanagement Procesmanagement Vastgoedeconomie en risicomanagement Economie voor de bouw Onderhoud en beheer Duurzaam bouwen PFO Bouwproces, Onderhoud en beheer STAGE & AFSTUDEREN
23 2 3 10 4 4 49 4 6 3 17 8 7 4 58 6 17 8 7 8 4 3 5 50
Stage Afstudeerproject/ afsluitend mondeling examen
30 Praktijkopdracht 20 Praktijkopdracht
Totaal hoofdfase TOTAAL BOUWKUNDE Procesmanagement
48/63
60
Praktijkopdracht Praktijkopdracht Examen LOI Examen LOI Portfolio-opdracht Praktijkopdracht Praktijkopdracht Examen LOI Extern examen NEMAS/Associatie Praktijkopdracht Examen LOI Portfolio-opdracht Examen LOI Examen LOI Praktijkopdracht Praktijkopdracht Examen LOI Praktijkopdracht Examen LOI Portfolio-opdracht
180 240
© NQA – LOI Hogeschool: hbo-bacheloropleiding Bouwkunde (BOB)
Bijlage 3:
Deskundigheden leden visitatiepanel en secretaris
Nadere informatie over de achtergronden van de leden van het beoordelingspanel en secretaris:
De heer ir. P. Lubbers MBA, voorzitter De heer Lubbers is ingezet vanwege zijn domein- en werkvelddeskundigheid. Door zijn werkervaring heeft de heer Lubbers een grote kennis van de bouw- en vastgoedbranche. Hij heeft meegewerkt aan de ontwikkeling van verschillende wooncomplexen voor speciale doelgroepen en woonwijken algemeen. Ook beschikt de heer Lubbers over onderwijsdeskundigheid door zijn gastdocentschap aan de Technische Universiteit Eindhoven. De heer Lubbers heeft auditdeskundigheid (eveneens als voorzitter van het panel) opgedaan tijdens de vele visitaties bij vastgoed en bouwkunde gerelateerde faculteiten van diverse hogescholen en in 2010 heeft hij deelgenomen aan de visitatie van de opleiding Bouwkunde aan de University of the Netherlands Antilles op Curaçao. De heer Lubbers heeft deelgenomen aan de NQA auditortraining Hoger Onderwijs in samenwerking met Lloyd’s Register. Voor deze visitatie heeft de heer Lubbers onze handleiding voor panelleden ontvangen en in een voorbereidende vergadering is hij aanvullend geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA. Opleiding: 1986 – 1992 1992 – 1997 2003 2001 – 2003 2006 – 2009
Atheneum Technische Universiteit Eindhoven, bouwkunde. Specialisatie BPU (Bouw Productie en Uitvoering), afstudeerdifferentiatie productietechniek/innovatieve bouwtechniek. Masterclass Strategische Projectontwikkeling, postdoctorale opleiding Academie van Management van de Rijksuniversiteit Groningen Open Universiteit Bedrijfskunde (niet afgerond) Executive MBA voor de Bouw, gegeven door TSM Business School (Enschede) en TopTech Delft, een samenwerking van de Universiteiten van Twente en Delft
Werkervaring: 1997 – 2000 2000 – 2001 2001 – 2002 2002 – 2003 2003 – heden 2003 – 2005 2005 – 2006 2006 – 2010 2010 – heden
Projectleider bij Bouwteam General Contractors b.v. te Delft Projectleider bij An Archi b.v. te Delft Projectleider bij BOAG b.v. te Rotterdam Ontwikkelingsmanager bij Altus Advies en Ontwikkeling b.v. te Houten Diverse functies bij Woonzorg Nederland te Amstelveen: projectontwikkelaar teamcoördinator Midden en Zuid Nederland MT-lid en teammanager Midden en Oost Nederland MT-lid en teammanager Noordoost Nederland
Cursussen: 1997 1997 1997 1999 2001 2002 2002
Conflicthantering bij de Stichting Inter Kommunikatie Leiding geven bij de Stichting Inter Kommunikatie Vergader- en discussietechnieken bij het Centrum Taal en Techniek aan de TUE MS-Project bij Kooijmans bedrijfsopleidingen Projectmanagement bij de Open Universiteit Nederland. Financieel Management bij de Open Universiteit Nederland Management Development traject van Woonzorg Nederland door Rijnconsult
© NQA – LOI Hogeschool: hbo-bacheloropleiding Bouwkunde (BOB)
49/63
2005 2005 2006
Cursus bouwrecht, gegeven door Hoge van den Broek advocaten Cursus BTW en overdrachtsbelasting door Price Waterhouse Coopers Cursus mediatraining door W. Egels
Nevenactiviteiten 1998 – 2001 Gastdocent aan de Technische Universiteit Eindhoven, faculteit bouwkunde, vakgroep Bouw Productie en Uitvoering.
De heer H.T. Groenendijk De heer Groenendijk is ingezet vanwege zijn deskundigheid op het gebied van Bouwkunde en Civiele Techniek. Tijdens zijn werkzaamheden bij het Gemeentelijk Ingenieursbureau te Rotterdam heeft hij in verschillende functies: constructeur, ontwerpleider, projectleider; teamleider en MT-lid; specifiek aandachtsgebied: relatiebeer en innovatie; bij diverse afdelingen/disciplines ervaringen opgedaan: geotechniek, utiliteitsbouw, beton- en staalbouw, haven en transport, milieu- en ruimtelijke ontwikkeling en bouw- en woonrijpmaken (van Neselande tot verleggen zeewering Hoek van Holland). Daarnaast is de heer Groenendijk als docent verbonden aan de deeltijdopleiding Bouwkunde en Civiele Techniek van de Hogeschool Rotterdam en geeft hij jaarlijks enkele lessen voor de Betonvereniging. Hij heeft auditdeskundigheid opgedaan als projectleider en afdelingshoofd tijdens audits uitgevoerd door Lloyds. Voor deze visitatie heeft de heer Groenendijk onze handleiding voor panelleden ontvangen en in een voorbereidende vergadering is hij aanvullend geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA. Opleiding: 1977 1979 1985 1990 1997 1989-2001 1999 2001
MTS Bouwkunde, Rotterdam (avond) Voorspantechniek, Stichting Materiaalkunde Hogere Betontechniek, Hogeschool Rotterdam (avond) Middle-management, Bureau Zuidema Creatief Onderhandelen, Bureau Greep Diverse cursussen/trainingen contractvorming Professioneel leiderschap, Kernconsult Didactiek, Hogeschool Rotterdam
Werkervaring: 1971-heden Gemeentelijk Ingenieursbureau te Rotterdam 1998-heden Docent Betonvereniging te Amsterdam, Amersfoort en Rotterdam. vakken: kwaliteitssystemen, regelgeving, contractvorming 2000-heden Docent Bouwkunde en Civiele Techniek aan de Hogeschool Rotterdam taken: coördinator en begeleiding afstudeerders
De heer prof.ir. F.J.M. Scheublin De heer Scheublin is ingezet vanwege zijn deskundigheid op het gebied van bouwkunde en bouwtechnische bedrijfskunde en vanwege zijn inzicht in de internationale ontwikkelingen in dit werkveld als bestuurslid van CIB en Encord en als gastspreker op vele internationale congressen. Bovendien heeft de heer Scheublin onderwijservaring als hoogleraar aan de TU Eindhoven, waar hij onderzoek heeft verricht op het gebied van veiligheid, gezondheid, milieu effecten van bouwen, bouwprocesorganisatie. De heer Scheublin is lid van de adviesraad van de opleiding voor bouwkosten deskundigen, georganiseerd door de beroepsvereniging Nederlandse Vereniging Bouw
50/63
© NQA – LOI Hogeschool: hbo-bacheloropleiding Bouwkunde (BOB)
Kostendeskundigen (NVBK). Hij is voorzitter van het college van deskundigen van het Instituut voor Keuring en Onderzoek van Bouwmaterialen (IKOB) en BV Kwaliteitsverklaringen Bouw (BKB) en voorzitter van de Raad van Commissarissen van ABC Management Groep. Hij heeft auditdeskundigheid opgedaan tijdens eerdere audits uitgevoerd voor Hogeschool Utrecht en Avans Hogeschool; bovendien is hij expert voor de Europese Unie, programma FP7 en is hij reviewer van congresbijdragen voor diverse internationale conferenties. Voor deze visitatie heeft de heer Scheublin onze handleiding voor panelleden ontvangen en in een voorbereidende vergadering is hij aanvullend geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA. Opleiding: 1965-1972 1995 1996
Technische Universiteit Delft, Bouwkunde, Msc Insead Fontainebleau, Advanced Management Program Stanford University, USA, Summer course
Werkervaring: 1972-1982 1982-1990 1990-1993 1993-2009 2003-2009
Aanneming maatschappij JP van Eesteren, Design manager Starke Diekstra Bouwmanagement, Directeur / Partner Inbo Architecten en Adviseurs, Directeur / Partner Hollandsche Beton Groep en BAM Groep, Directeur Engineering TU Eindhoven, Hoogleraar Uitvoeringstechniek (40%)
Overig: 1999-2009 2000-2010
Bestuurslid van Encord, European Network of contractors for research and development Bestuurslid van CIB, Council for Research and Innovation in Construction
De heer dr. H.G.K. Hummel De heer Hummel is ingezet vanwege zijn deskundigheid op het gebied van afstandsonderwijs met name vanwege zijn ervaring met ontwerp, ontwikkeling en kwaliteitszorg van (innovatief) afstandsonderwijs. Hij heeft zich in zijn werk met name gericht op het realiseren van competentiegericht onderwijs binnen elektronische leeromgevingen, waaronder de ontwikkeling van authentieke virtuele praktijkconfrontaties (te zien als innovatieve vormen van werkplekleren met ICT). In het bijzonder was hij meer recent betrokken bij het ontwerp, acceptatie en disseminatie van de IMSLD (Learning Design, 2003) leertechnologie specificatie. De heer Hummel was themaleider ‘Navigation Services’ binnen het Learning Networks programma (2003-2007), waar hij onder meer het ISIS project (2006-2008) leidde. Hij was themaleider ‘Immersive Media’ binnen het Learning Media programma en leidde onder meer het EMERGO project (2006-2008), welke een bekroonde (Comenius Multimedia Award 2008) methode en toolkit voor de ontwikkeling van serious games heeft opgeleverd. Vanaf februari 2009 is Hummel benoemd tot lector ‘Werkplekleren en ICT’ binnen het Instituut Educatie en Communicatie (IEC) van de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden. Het laatste decennium is het accent van zijn werk verschoven in de richting van onderwijstechnologisch onderzoek naar innovatieve media en leertechnologieën voor onderwijs. De heer Hummel heeft zitting genomen in tientallen (internationale) programma comités, zit in de editorial board van enkele wetenschappelijke tijdschriften, en heeft inmiddels ongeveer 100 (internationale) publicaties in peerreviewed tijdschriften en boeken op zijn naam staan.
© NQA – LOI Hogeschool: hbo-bacheloropleiding Bouwkunde (BOB)
51/63
Ook ontwikkelde hij (voor Noordhoff uitgeverij) een zestal populair-wetenschappelijke uitgaven voor het verwerven van algemene competenties op het gebied van onderzoek, communicatie en projectmanagement (combinaties van boek en interactief programma). Voor deze visitatie heeft de heer Hummel onze handleiding voor panelleden ontvangen en in een voorbereidende vergadering is hij aanvullend geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA. Opleiding: 1978-1985
2000-2005
Pedagogiek, Psychologie en Informatica – Rijksuniversiteit Leiden (afgestudeerd op handelingspsychologisch onderzoek naar aanpak/gedrag van basisschoolleerlingen met leerproblemen bij rekenen) gepromoveerd aan de Open Universiteit Nederland op een onderzoek naar het gebruik van procesondersteuning bij multimediale practica. “Design of cueing in multimedia practicals”. Promotores: prof. E.J.R. Koper, prof. F. Paas.
Werkervaring: 1983-1987 programmeur – Pedologisch Instituut Leiden coördinator – onderzoekscentrum LICOR – Leiden onderwijskundig adviseur – IVIO - Lelystad 1987-2009 onderwijstechnoloog en projectleider – Open Universiteit Nederland 2009-heden (half-time) Associate Professor - CELSTEC (CEntre for Learning Science and TEChnologies) (half-time) lector ‘Werkplekleren en ICT’ IEC (Instituut Educatie en Communicatie) van Noordelijke Hogeschool Leeuwarden.
De heer D. Arhin De heer Arhin is ingezet als studentlid. Hij volgt de deeltijdopleiding hbo bachelor Bouwkunde aan Hogeschool Rotterdam naast zijn baan als assistent projectleider bij Trintas Technisch adviesburo. De heer Arhin is representatief voor de primaire doelgroep van de opleiding en beschikt over studentgebonden deskundigheden met betrekking tot de studielast, de onderwijsaanpak, de voorzieningen en de kwaliteitszorg bij opleidingen in het domein. Voor deze visitatie is de heer Arhin aanvullend individueel geïnstrueerd over het proces van visitatie en accreditatie in het hoger onderwijs en over de werkwijze van NQA. Opleiding: 2009-2012 1999-2003 1997-1999 1995-1997
Deeltijd HBO bouwkunde - Hogeschool Rotterdam MBO Bouwkunde niveau 4 - ROC Zadkine MAVO met diploma - Johannes Calvijn VWO-HAVO (zonder diploma - Johannes Calvijn
Cursussen: 2011 2011 2011 2006 2005
Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht Certificaat Training Bouwmanagement - Building Management Simulation Center Certificaat Archicad start edition (cursus modelleer programma) Certificaat Brandveilig bouwen Certificaat Bouwbesluit
52/63
© NQA – LOI Hogeschool: hbo-bacheloropleiding Bouwkunde (BOB)
Werkervaring: 2007-heden 2004-2007 1999-2003 2003 2001-2002
Assistent projectleider bij Trintas Technisch adviesburo Tekenaar/projectmedewerker bij Trintas Technisch adviesburo Vulploegleider afdeling assistent bij supermarkt C1000 (bijbaan) Assistent uitvoerder bij HBG Volker bouwmaatschappij (stage) Tekenaar bij Hoogstad architecten (stage)
Mevrouw drs. I.G.A. Smid Mevrouw Smid is ingezet als NQA-auditor. Zij heeft een ruime ervaring met visitaties in het hoger onderwijs en heeft vanuit haar functie als adviseur ruime kennis van het onderwijsveld en ontwikkelingen die daar spelen. Mevrouw Smid heeft in het najaar van 2010 deelgenomen aan de training van de NVAO en is gecertificeerd secretaris. Opleiding: 1994 - 1998 1998 - 2001
Noordelijke Hogeschool Leeuwarden, Overheidsmanagement Universiteit Twente, Bestuurskunde, Organisatie en Financieel Management
Werkervaring: 1998 - 2000 Universiteit Twente, beleidsadvies Centrum Onderzoek Gezondheidszorg 2001 - 2007 Capgemini Nederland B.V., organisatieadviseur Rijksoverheid & Onderwijs 2007 - heden Zelfstandig adviseur voor profit en non-profit organisaties (onderwijs en bedrijfsvoering)
© NQA – LOI Hogeschool: hbo-bacheloropleiding Bouwkunde (BOB)
53/63
54/63
© NQA – LOI Hogeschool: hbo-bacheloropleiding Bouwkunde (BOB)
Bijlage 4:
Bezoekprogramma
Dag 1: maandag 7 november 2011 Tijdstip Programmaonderdeel
Deelnemers
Stakeholders LOI
12.00 – 12.15 uur
Ontvangst
Panel + intern De heer ir. Oscar opleidingsmanagement Helfferich Mevrouw drs. Loes Verboon
12.15 – 14.30 uur
Presentatie LOI Hogeschool en Panel + intern Dhr. ir. Oscar rondleiding opleidingsmanagement Helfferich (lunch tijdens presentatie) Mevr. drs. Loes Verboon Dhr. Thomas van der Hoeden
14.30 – 15.30 uur
Voorbereiding n.a.v. kritische reflectie
Panel
Geen
15.30 – 16.00 uur
Inloopspreekuur studenten en docenten
Panel
Studenten en docenten op basis oproep op digitale leeromgeving Campus
16.00 – 18.30 uur
Materiaalbestudering: - Studiemateriaal - Studentmateriaal Voorbereiding naar aanleiding van studentmateriaal
Panel
Geen
© NQA – LOI Hogeschool: hbo-bacheloropleiding Bouwkunde (BOB)
55/63
Dag 2: dinsdag 8 november 2011 Tijdstip Programmaonderdeel
Deelnemers
Stakeholders LOI
09.15 – 10.15 uur
Blok Inhoud: propedeuse en hoofdfase
Studenten propedeuse en hoofdfase
Maarten in ’t Veld (BPM hoofdfase, tevens Studentlid opleidingscommissie) Adri Schreuder (BPM hoofdfase) Bert Sluijs (BPM hoofdfase) Jeroen Franssen (BPM propedeuse) Simone de Vries (C&T propedeuse) Gideon Baldé (C&T propedeuse)
10.30 – 11.30 uur
Gesprek met docenten
Vertegenwoordiging docententeam: spreiding naar studiejaren, vakgebieden, speciale taken (zoals begeleiding)
Dhr. drs. ing. Arjan Schrauwen (ontwikkelaar/docent) Dhr. ir. Huib Tol (ontwikkelaar/docent) Dhr. ir. Erik vd Toorn Vrijthoff (auteur/docent, tevens beoordelaar toelating en vrijstellingsverzoeken) Dhr. ir. Dirk Visser (auteur/docent/coach) Dhr. ir. Hans Welleman (ontwikkelaar, tevens vakdeskundige programma C&T) Dhr. Fred Wouters (docent)
11.30 – 12.45 uur
Lunchpauze + overleg / extra bestuderen materiaal
Panel
Geen
12.45 – 13.30 uur
1 gesprek met opleidingsmanagement
Opleidingsmanagement
Dhr. ir. Oscar Helfferich (Business unitmanager) Mevr. drs. Loes Verboon (senior projectleider) Dhr. drs. ing. Harry Meijer MBA (programmaleider) Mevr. drs. Wanda Saabeel (vakdeskundige portflio)
56/63
e
© NQA – LOI Hogeschool: hbo-bacheloropleiding Bouwkunde (BOB)
Tijdstip 13.45 – 14.30 uur
Programmaonderdeel Blok Borging
Deelnemers BVC, examencie, toelating- en vrijstellingscie, Elearning
Stakeholders LOI Dhr. ing. drs. Robin Schipper MBA (Beroepenveldcommissie) Dhr. Gerard Brantjes (domeinlid Centrale examencommissie) Dhr. ir. Erik van der Toorn Vrijthoff (beoordelaar toelating- en vrijstellingsverzoeken) Dhr. Thomas van der Hoeden (Business unit manager, portefeuillehouder E-learning)
14.45 – 15.45 uur
Beoordelingsoverleg Panel
Panel
Geen
15.45 – 16.30 uur
2 gesprek opleidingsmanagement, inclusief afronding
e
Opleidingsmanagement, Dhr. ir. Oscar Helfferich mogelijk aangevuld met (Business unitmanager) enkele ‘kerndocenten’ Mevr. drs. Loes Verboon (senior projectleider)
© NQA – LOI Hogeschool: hbo-bacheloropleiding Bouwkunde (BOB)
57/63
58/63
© NQA – LOI Hogeschool: hbo-bacheloropleiding Bouwkunde (BOB)
Bijlage 5:
Bestudeerde documenten
Bijlagen Standaard 1 Beoogde eindkwalificaties 1 Bachelor of Built Environment (BBE), een toekomstgerichte profielbeschrijving, Hoger Onderwijs Groep Bouw & Ruimte, 2006 2 Functies en kernkwalificaties van de bouwkundig ingenieur, 2011 3 Relatietabel opleidingsprogramma en competenties hbo Bouwkunde Constructie en techniek 4 Relatietabel opleidingsprogramma en competenties hbo Bouwkunde Procesmanagement
Bijlagen Standaard 2 Onderwijsleeromgeving 5 Rapport Nieuw programma hbo Bouwkunde per 1 september 2011 6 Curriculum hbo Bouwkunde Constructie en techniek 7 Curriculum hbo Bouwkunde Procesmanagement 8 Studiegids LOI Hogeschool hbo Bouwkunde Constructie en techniek 9 Studiegids LOI Hogeschool hbo Bouwkunde Procesmanagement 10 Rapport Portfolio-opdrachten 11 Onderwijs- en examenregeling 2011-2012 12 Literatuurlijst 13 Werkend leren als een didactisch perspectief 14 Standaardvrijstellingen hbo Bouwkunde 15 Samenvattend overzicht ontwikkelaars en docenten
Bijlagen Standaard 3 Toetsing en gerealiseerde eindkwalificaties 16 Stage handleiding 17 Afstudeerhandleiding
© NQA – LOI Hogeschool: hbo-bacheloropleiding Bouwkunde (BOB)
59/63
Documenten beschikbaar tijdens visitatie Map Afzonderlijke map 1 1
Document Kritische reflectie Hbo Bouwkunde + bijlagen Dagprogramma visitatie
2
Contactgegevens + gegevens gespreksdeelnemers
3
Basisgegevens opleiding hbo Bouwkunde
4
Organogrammen
5
Curriculum C&T + testcursist
6
Curriculum Procesmanagement + testcursist
Afzonderlijke mappen
Lesmateriaal Hbo Bouwkunde gezamenlijk + laatste thema Constructie en techniek + laatste thema Procesmanagement
Afzonderlijke mappen
Examens, praktijkopdrachten en PFO-opdrachten Hbo Bouwkunde + correctierichtlijnen I: Propedeuse II: Hoofdfase thema 1 III: Hoofdfase thema 2 IV: Hoofdfase thema 3 C&T + BPM
Map 2
1
Document Verslag ontwikkeling programma + PFO’s
2
Toetsing
3
Notulen opleidingscommissie
4
Notulen BVC BE 2011
Map 3
7
Document Representatieve selectie examens, eindopdrachten en vrijstellingen student A Schreuder, 998586790 Representatieve selectie examens, eindopdrachten en vrijstellingen LFM Sluijs 998677701 Representatieve selectie examens, eindopdrachten en vrijstellingen student MJP in ’t Veld 997849746 Representatieve selectie examens, eindopdrachten en vrijstellingen student JJMHH Franssen 100375596 Representatieve selectie examens, eindopdrachten en vrijstellingen student S de Vries 101538715 Representatieve selectie examens, eindopdrachten en vrijstellingen student G Balde 101600968 Samenstelling CELOI
8
Notulen 2010 en 2011 CELOI
1 2 3 4 5 6
60/63
© NQA – LOI Hogeschool: hbo-bacheloropleiding Bouwkunde (BOB)
Map 4
1
Document Studentenenquêtes 2009 en 2010 hbo Bouwkunde
2
Verslag telefonische enquête hbo Bouwkunde mei 2011
3
Verslag studentenpanel 2011
4
Module evaluatie
5
Studenten enquête 2011 Bouwkunde
6
Verslag studenttevredenheidsonderzoek LOI Hogeschool 2010
7
Verslag stoppersonderzoek LOI mbo en hbo 2011
Later geleverd Afzonderlijke map Afzonderlijke plastic mapjes
Praktijkopdracht Programma en ontwerp uit lopende roosters: Praktijkopdracht + correctierichtlijn + uitwerkingen van 3 studenten Alle schriftelijk afgenomen examens van oktober 2011 met per examen: Examenopgaven + antwoordmodel met normering + correctiestaten van beide correctoren + uitwerkbladen van 2 studenten
© NQA – LOI Hogeschool: hbo-bacheloropleiding Bouwkunde (BOB)
61/63
62/63
© NQA – LOI Hogeschool: hbo-bacheloropleiding Bouwkunde (BOB)
Bijlage 6:
Verklaring van correctheid en volledigheid
© NQA – LOI Hogeschool: hbo-bacheloropleiding Bouwkunde (BOB)
63/63