Pagina 1 van 11 Kenmerk
20150710 HH-PV-IB 3.0 E. Eijrond, 20 juli 2015
Nota: Definitie van het combinatieproduct HH, IB en PV Inleiding Naar aanleiding van de notulen van de 3de Fysieke Overlegtafel van de bestuurlijke aanbesteding combinatieproduct HH, IB en PV (9 juli 2015) en mijn reactie daarop (bijlage 1), heb ik mij daarna afgevraagd of dit wel de juiste weg is. In deze nota worden kaders gegeven waarbinnen dit combinatieproduct zich zal kunnen positioneren. Dit mede in het licht van de afschaffing van producten zoals HH1/ HH2, en dat aparte regionale producten IB en PV uitsluitend beschikbaar zijn bij zware, complexe zorg. Na een analyse van het zorgstelsel en gebruikmakend van kernbegrippen wordt een voorstel gedaan van een definitie van zo’n ‘product’ uitgaande van de grote variatie in de ondersteunings-, hulp- en/of zorgvragen van de cliënt en het gevarieerde aanbod van de zorgaanbieders Uitgangspunt zijn onder andere de volgende overwegingen zoals zijn verwoord in het concept deelovereenkomst: (A) De gemeente hun burgers die beperkingen kennen in hun zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie wenst te ondersteunen; (B) Dienstverleners de dienst “dagelijkse ondersteuning” aanbieden, waarmee zij burgers die beperkingen kennen in hun zelfredzaamheid en maatschappelijke participatie kunnen ondersteunen; (C) Partijen onder zelfredzaamheid verstaan dat burgers in ieder geval zo lang mogelijk in hun eigen leefomgeving kunnen blijven wonen, voor zover zij daaraan de voorkeur geven, en maximaal1 zelfstandig kunnen deel nemen aan het maatschappelijke verkeer. Vraagtekens kunnen gezet worden bij de overweging (E): “De gemeente heeft geconstateerd dat er momenteel ruim 140 cliënten zijn die naast hulp bij huishouden ook ambulante begeleiding ontvangen en is van mening dat deze twee vormen van ondersteuning gecombineerd moeten kunnen worden in één voorziening en daarmee ook geleverd moet kunnen worden door één professional.” Vooruitlopend op het aanbieden van dit combinatieproduct is een besparing ingeboekt van €504,000 op de begeleiding van deze 143 cliënten. Is het uitgangspunt van de gemeente de overwegingen A, B en C, of is het ‘gewoon’ een bezuinigingsmaatregel? Is het aan de gemeente om te bepalen of dit geleverd moet worden door één professional? Uitgangspunt voor deze nota is de basis van de Wet maatschappelijk ondersteuning: het ondersteunen van mensen die er niet op eigen kracht of met hulp van hun sociale netwerk in slagen zelfredzaam te zijn of te participeren in de samenleving. Positionering van het combinatieproduct HH, IB, PV binnen het huidig stelsel Met profiel/ proces van een oudere die langzaam kwetsbaarder wordt op de achtergrond, vertaalt dit onderstaand schema dat proces met het huidige stelsel (vier stelselwetten). Tevens is in blauw aangegeven de positionering van het combinatieproduct HH, IB, PV dat de gemeente Rheden vanaf 2016 wil aanbieden. Let wel, hierbij is geen rekening gehouden met de specifieke zaken voor jeugdigen en de Jeugdwet.
1
Is het woord “maximaal” een juiste toevoeging?
Pagina 2 van 11 Kenmerk
20150710 HH-PV-IB 3.0 E. Eijrond, 20 juli 2015
Toelichting 2 Vier stelselwetten Zorgverzekeringswet (Zvw): o Regelt de basisaanspraken op zorg o Verplicht burgers tot het sluiten van een basisverzekering o Regelt dat zorgverzekeraars iedereen moeten toelaten tot de basiszorgverzekering o Regelt de financiering van de basiszorgverzekering o Verplicht zorgverzekeraars om de declaraties van zorgaanbieders te controleren Wet langdurige zorg (Wlz): o Regelt de zorg voor burgers die 24-uurs zorg en permanent toezicht nodig hebben o Regelt dat burgers recht hebben op zorg aan huis of in een instelling Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo): o Regelt de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor maatschappelijke ondersteuning o Regelt de ondersteuning bij zelfredzaamheid en participatie van burgers Jeugdwet: o Regelt de gemeentelijke verantwoording voor hulp aan kinderen, jongeren en hun ouders o Betreft bijna alle hulp bij opgroei- en opvoedingsproblemen, psychische problemen en stoornissen 3,4
Richtlijnen van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Zorgverzekeringswet (Zvw) In de Zvw is bepaald dat mensen aanspraak hebben op verpleging en verzorging zoals verpleegkundigen die plegen te bieden wanneer zij behoefte hebben aan geneeskundige zorg, of een hoog risico daarop. Deze zorg maakt onderdeel uit van het basispakket van verzekerden. De (wijk)verpleegkundige bepaalt de behoefte aan verpleging en verzorging van de verzekerde naar aard, inhoud en omvang. De toevoeging “of een hoog risico daarop” is de basis voor inzet van enkel persoonlijke verzorging, zoals hulp bij het opstaan of het wassen. Bijvoorbeeld bij mensen op een hoge leeftijd die nog niet direct behoefte hebben aan geneeskundige zorg, maar wel een hoog risico hebben hieraan behoefte te krijgen. De (wijk)verpleegkundige heeft nadrukkelijk de ruimte om, op basis van de professionele afweging, persoonlijke verzorging te bieden in een situatie waar nog geen sprake is van dominante medische problematiek. ’Zorg zoals verpleegkundigen te bieden’ omvat meer dan verpleging en verzorging. Door te verwijzen naar ‘zorg zoals verpleegkundigen die plegen te bieden’, valt het verpleegkundig arsenaal aan zorg, zoals de beroepsgroep dit omschrijft, in het basispakket: niet alleen de zorgverlening (verpleging en verzorging), maar ook het coördineren, signaleren, coachen (bijvoorbeeld ondersteuning bij zelfmanagement) en de individuele, geïndiceerde en zorggerelateerde, preventie. Vooral mensen bij wie de gezondheidssituatie snel kan veranderen en verslechteren (bijvoorbeeld kwetsbare ouderen) en/of die dikwijls al (intensief) te maken hebben met huisartsenzorg of ziekenhuiszorg zullen hier gebruik van maken. Het kan van belang zijn bij deze cliënten alert te zijn op de behoefte aan verpleegkundige zorg dan wel een behoefte te voorkomen. Door de cliënt te observeren, kunnen problemen worden gesignaleerd. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan signaleren van symptomen van decubitus, uitdroging, smetten, verslechtering van de fysieke en/of psychische situatie en het in de gaten houden van therapietrouw. Tijdige signalering hiervan voorkomt ernstigere aandoeningen die gepaard kunnen gaan met bijvoorbeeld ziekenhuisopnames en daardoor ook hogere kosten. De observatie kan bijvoorbeeld plaatsvinden via ADL-ondersteuning (al of niet dagelijks) en deze ADL-ondersteuning valt dan in deze gevallen onder ‘zorg zoals verpleegkundigen die plegen te bieden’. De wijkverpleegkundige analyseert de problemen en maakt een inschatting van de mogelijkheden tot zelfredzaamheid en het vermogen tot zelfregie. Op basis hiervan stelt zij de
2
Zó werkt de zorg in Nederland, kaartenboek Gezondheidszorg Editie 2015 Informatiekaart Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, december 2014 4 https://www.zorginstituutnederland.nl/pakket/zvw-kompas/verpleging+in+de+wijk 3
Pagina 3 van 11 Kenmerk
20150710 HH-PV-IB 3.0 E. Eijrond, 20 juli 2015
indicatie vast voor ‘zorg zoals verpleegkundigen die plegen te bieden’. De zorg waarop de cliënt ‘redelijkerwijze is aangewezen’ wordt vastgelegd in een individueel zorgplan.
Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) De behoefte aan verzorging zoals die tot 2015 ten laste van de AWBZ werd verleend, kan ook samenhang hebben met de behoefte aan begeleiding. Deze verzorging houdt dan geen verband met de behoefte aan geneeskundige zorg of een hoog risico daarop. Deze verzorging in de vorm van ondersteuning is niet naar het basispakket overgeheveld, maar is net als de AWBZ functie begeleiding gepositioneerd onder de Wmo 2015. De Wmo 2015 regelt de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor het ondersteunen van mensen die er niet op eigen kracht of met hulp van hun sociale netwerk in slagen zelfredzaam te zijn of te participeren in de samenleving. De omschrijving van zelfredzaamheid bevat twee elementen: o het uitvoeren van de noodzakelijke algemene dagelijkse levensverrichtingen o het voeren van een gestructureerd huishouden Algemene dagelijkse levensverrichtingen (ADL) zijn de handelingen die mensen dagelijks in het gewone leven verrichten. Het begrip algemeen dagelijkse levensverrichtingen wordt gebruikt om te bepalen in hoeverre iemand zelfredzaam is. De persoonlijke verzorging van mensen valt binnen deze begripsbepaling. Iemand die als gevolg van beperkingen ADLverrichtingen niet zelf kan doen, zal hulp nodig hebben en, indien hij zoveel hulp nodig heeft dat het niet verantwoord is dat hij zonder enige vorm van (vrijwel) continu toezicht en hulp leeft, misschien zelfs niet langer thuis kan blijven wonen. Voor de zelfredzaamheid van mensen zijn de volgende algemene dagelijkse levensverrichtingen van belang: in en uit bed komen, aan- en uitkleden, bewegen, lopen, gaan zitten en weer opstaan, lichamelijke hygiëne, toiletbezoek, eten/drinken, medicijnen innemen, ontspanning, sociaal contact. Persoonlijke verzorging (in de zin van ADL-ondersteuning) in verband met een psychiatrische aandoening of beperking, een verstandelijke of zintuiglijke handicap die gericht is op het opheffen van een tekort aan zelfredzaamheid, is geregeld in de Wmo. Het gaat in deze gevallen niet om het daadwerkelijk douchen en aankleden van de betrokkenen, maar om de begeleiding hierbij. De Wmo 2015 regelt de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor het ondersteunen van mensen die er niet op eigen kracht of met hulp van hun sociale netwerk in slagen zelfredzaam te zijn of te participeren in de samenleving. Bij de Wmo gaat het om de behoefte aan ondersteuning bij zelfredzaamheid, vastgesteld volgens de vereisten van het zorgvuldig onderzoek. Gemeente Rheden Hulp bij huishouden (HH) Volgens de website van de gemeente Rheden wordt het volgende verstaan onder HH: Als u het huishouden niet helemaal zelfstandig kunt doen, dan maakt u mogelijk de nieuwe regeling huishoudelijke hulp met toeslag (HHT). U kunt daarbij denken aan de volgende huishoudelijke taken: Schoonmaakwerkzaamheden Wassen/verzorging van kleding Maaltijden bereiden Boodschappen doen Klein huishoudelijk onderhoud Individuele begeleiding (IB) Over IB thuis wordt door de gemeente Rheden het volgende geschreven: Dit is begeleiding thuis door een ambulant begeleider. Deze vorm van begeleiding wordt veel gebruikt bij mensen met psychische, psychogeriatrische of pedagogische problemen.
Pagina 4 van 11 Kenmerk
20150710 HH-PV-IB 3.0 E. Eijrond, 20 juli 2015
Wet langdurige zorg (Wlz) De Wet langdurige zorg is bedoeld voor mensen die voortdurend (intensieve) zorg nodig hebben in de nabije omgeving. Het kan hier gaan om verblijf in een verpleeg- of verzorgingshuis, of een instelling in de gehandicaptenzorg. De zorg kan ook worden geleverd met een persoonsgebonden budget, Volledig Pakket Thuis of een Modulair Pakket Thuis. Denk daarbij aan chronisch zieken, kwetsbare ouderen en mensen met een ernstige geestelijke, lichamelijke beperking of aandoening. Alles wat de cliënt nodig heeft wordt vanuit de Wlz geregeld, namelijk: Verblijf Begeleiding, verpleging en verzorging Geneeskundige zorg en behandeling in verband met de ziekte, beperking of stoornis Hulpmiddelen Vervoer naar de plaats waar de begeleiding, behandeling en verzorging plaatsvindt. Iemand met een zware zorgbehoefte gaat in gesprek met het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Zij voeren een objectief onderzoek uit naar de persoonlijke situatie en omgeving. Er wordt dan gekeken of er aan de volgende criteria wordt voldaan: Is er permanent toezicht nodig? Is er 24 uur per dag zorg in de nabijheid nodig? Het CIZ zal een zorgprofiel vaststellen waarin staat van de inhoud en omvang is van de zorg waar de zorgbehoevende recht op heeft. Vervolgens wordt het indicatiebesluit doorgestuurd naar het zorgkantoor met wie nadere afspraken gemaakt worden over de vorm van de geleverde zorg. Bij een Wlz-indicatie wordt er ook met het CIZ besproken over de vorm van de zorg die geleverd zal worden. In principe wordt zorg op drie manieren geleverd: Zorg in een zorginstelling Zorg thuis (als de situatie dit toelaat en de kosten niet hoger zijn dan bij verblijf in een instelling Zorg via een persoonsgebonden budget (Pgb) Welke andere vormen van zorg kan bij het CIZ worden aangevraagd? Een specifieke behandeling die gericht is op herstel of verbetering van een aandoening, of het verbeteren van vaardigheden of gedrag. Dit kan zijn het leren omgaan met woedeaanvallen, of het voorkomen van complicaties bij complexe problematiek. Het gaat hier om behandeling handicap, vanwege een lichamelijke ziekte of vanwege een psychogeriatrisch probleem (dementie). Overleg altijd eerst met uw behandelaar voor u een aanvraag doet. ADL-assistentie in en om de ADL-woning. Eerstelijns verblijf. Vanuit de Wlz kan de cliënt alleen in aanmerking komen als blijvend zorg nodig is en er daarnaast sprake is van 24-uurs zorg in de nabijheid of permanent toezicht. Ook moet er geen andere oplossing zijn. Wat valt niet onder Wlz: Huishoudelijke hulp: bijvoorbeeld hulp bij opruimen, schoonmaken en het doen van de was. Hulpmiddelen of voorzieningen voor vervoer: bijvoorbeeld een rolstoel, een gehandicaptenparkeerkaart, collectief vervoer of een taxipas. Aanpassingen aan de woning: als u bijvoorbeeld een traplift of verhoogd toilet nodig heeft. Sociaal leven: ondersteuning bij sociale contacten en vrijetijdsbesteding. Hulp bij opvoeding. Dagbesteding en vervoer als u geen indicatiebesluit heeft voor zorg vanuit de Wlz.
Pagina 5 van 11 Kenmerk
20150710 HH-PV-IB 3.0 E. Eijrond, 20 juli 2015
Afbakening en kanteling Gegeven de afbakening die de wetgever voor ogen heeft, zoals bovenstaand is beschreven, laat het nog steeds onverlet dan de zorgbehoefte van de cliënt lastig in ‘hokjes’ en ‘binnen de lijntjes’ valt in te kleuren. Zeker wanneer de zorgvraag varieert per dag, per week, per maand ... . Wanneer is het moment gekomen dat “het zo niet meer verder kan” (kantelmoment)? Uit de onderliggende documenten (b.v. 3de FOT: “daarnaast moet uitgewerkt worden hoeveel reistijd toegestaan is”) blijkt dat de zorgaanbieders en de zorginkopers (gemeente, zorgverzekeraars) een behoefte aan duidelijkheid qua aanbod (= 3 uur per week plus 10 minuten fietstijd, salarisschalen, CAO’s e.d.). Oftewel, wat kan worden geleverd op basis van de uitkomst van de theoretische rekensom P (prijs) x Q (hoeveelheid). In het geval van de gemeente Rheden: €28,45 x 400 patiënten x 150 uur per jaar x = €1.707.000 (=€ 4.267,50 per cliënt per jaar). De cliënt heeft behoefte op welke wijze zijn zorgvraag wordt ‘opgelost’: een schoon huis, hulp bij ADL, de was doen, etc. Definitie van het combinatieproduct
De taken uit de omschrijving van de huidige regeling hulp bij het huishouden (zoals HHT), gegeven de Wmo gedachte, is vermoedelijk in veel gevallen het startpunt van het combinatieproduct HH, IB en PV: dus het toevoegen van IB en PV naast de HHT (schoonmaakwerkzaamheden, wassen/verzorging van kleding, maaltijden bereiden, boodschappen doen, klein huishoudelijk onderhoud). Ook de verdere verzwaring van ondersteuning is redelijk vast omkaderd. Er zal overigens altijd sprake zijn van een ’grijs gebied’. Wanneer moeten de taken nu overgenomen worden door meer gespecialiseerde zorgaanbieders zoals verzorgenden en/of verpleegkundigen, vanuit de Zvw of de Wlz? Bij de Zvw heeft de overheid heeft dit kantelpunt als volgt verwoord: zij die behoefte hebben aan geneeskundige zorg, of een hoog risico daarop. Vanuit de Wlz kan de cliënt alleen in aanmerking komen als blijvend zorg nodig is én er daarnaast sprake is van 24-uurs zorg in de nabijheid of permanent toezicht. Ook moet er geen andere oplossing zijn. Gegeven het voorgaande kan het combinatieproduct als volgt worden gedefinieerd Definitie: combinatieproduct HH, IB en PV Het combinatieproduct biedt ondersteuning thuis, voor mensen die er niet op eigen kracht of met hulp van hun sociale netwerk in slagen 1) zelfredzaam te zijn of 2) te participeren in de samenleving, op het gebied van: het uitvoeren van de noodzakelijke algemene dagelijkse levensverrichtingen en/of het voeren van een gestructureerd huishouden (inclusief huishoudelijke hulp). Deze ondersteuning eindigt bij het niet meer voldaan aan bovenstaande criteria, indien de VP en/of PV wordt verleend vanuit de Zorgverzekeringswet (basispakket) of vanuit de Wet langdurige zorg. op verzoek van de cliënt (of diens wettelijke vertegenwoordiger), bij overlijden,
Pagina 6 van 11 Kenmerk
20150710 HH-PV-IB 3.0 E. Eijrond, 20 juli 2015
bij verhuizen naar een andere gemeente, bij afloop van het laatst afgegeven besluit voor de betreffende cliënt van de gemeente (beschikking) HH = Huishoudelijke Hulp, IB = Individuele Begeleiding, PV = Persoonlijke Verzorging, VP = Verpleging Discussie Geeft deze definitie voldoende ruimte en grenzen voor zorgvragers, zorgaanbieders en zorginkopers om te voldoen aan de overwegingen (A, B en C) zoals is bedoeld met de Wmo? Wat gebeurt er met HH en IB indien de cliënt, vanuit het basispakket (Zvw) of vanuit de Wlz, zorg ontvangt ten aanzien van Verpleging en Persoonlijke Verzorging (zie blauwe Wmo blokjes in schema)? o In tegenstelling tot bovenstaande definitie, zou dit kunnen vallen onder het combinatieproduct waarbij het zorgplan of dienstverleningsopdracht wordt aangepast aan de nieuwe situatie, zonder dat een nieuwe beschikking van de gemeente noodzakelijk is? o Of zou een tweede “combinatieproduct” moeten worden aangeboden, op basis van een nieuwe beschikking van de gemeente, die op deze nieuwe situatie (PV en VP vanuit de Zvw of Wlz) aansluit maar dan m.n. richt op HH en IB? Of zou HH en IB in alle gevallen dan vallen onder reeds bestaande regelingen, zoals HHT of ‘regionale produkten’ (bij zwaardere of complexe situaties)? Hoe zit het met (potentiële) cliënten die alleen behoefte hebben aan lichte vormen van IB en PV maar dat HH (door eigen hulp, mantelzorger) niet nodig is? Op welke wijze wordt vermeden dat cliënten tussen ‘wal en schip’ vallen en/of ‘van het kastje naar de muur’ gaan en daardoor niet tijdig de juiste zorg, hulp en/of ondersteuning ontvangen? Is de gemeente bereid om, gezien de verwachte grote variatie van de doelgroepen en de daarbij behorende zeer uiteenlopende hulp-, ondersteunings- en zorgvragen, beschikkingen te verstrekken die voldoende ruimte laat aan de zorgvragers en zorgaanbieders om af te spreken wat redelijkerwijs noodzakelijk is binnen de (ruime) definitie van het combinatieproduct? Dus zonder vooraf vastgestelde gedetaileerde specificaties over prijs en uren per week of per periode? Maar ook voldoende ruimte te geven om te ‘schuiven’ met inzet op HH of IB of PV, al naar gelang de afspraken tussen cliënt en zorgaanbieder? Betrek in de discussie tijdens de FOT’s ook de situatie rondom het kind, jongere en hun ouders. Sluit hun behoefte ook aan bij deze discussie rondom het combinatieprodukt en de reeds bestaande regelingen komende van de Jeugdwet?
Pagina 7 van 11 Kenmerk
20150710 HH-PV-IB 3.0 E. Eijrond, 20 juli 2015
Bijlage 1. Reactie Notulen 3de Fysieke Overlegtafel van de bestuurlijke aanbesteding combinatieproduct HH, IB en PV de
Dank voor uw reactie op mijn inbreng zoals is verwoord in de notulen van deze 3 FOT. Ik ben verheugd dat een extra bijeenkomst met de zorgaanbieders wordt georganiseerd op 13 augustus a.s. om de definitie van het combinatieproduct te bespreken.
Ik wil ervoor pleiten om dit in eerste instantie te doen vanuit de zorgvrager. Wat voor praktische zorg-, regie-, en hulpvragen/ problemen heeft deze cliënt. Wat is het profiel van deze cliënt? De huidige omschrijving zoals is verwoord in artikel 2.2 lijkt kennelijk tot verwarring de zoals blijkt uit de notulen van de 3 FOT (“Wat is dan precies het verschil tussen HH2 en dit combinatieproduct” en “H300 begeleiding is dan weer te zwaar ...”). Op basis van de BUIG cijfers (maart 2015) blijkt dat het leeftijdsprofiel van de 462 Rhedense cliënten die nu begeleiding ontvangen fors afwijkend is t.o.v. het leeftijdsprofiel bij HH: Leeftijdsopbouw % (bron: Begeleiding (462 cliënten) Hulp bij Huishouden (1207 BUIG 1 maart 2015) cliënten) 0-24 7% 0% 25-65 64% 16% 66-85 29% 84% Is het beeld van een licht dementerende oudere nog steeds juist als een profiel voor een cliënt die in aanmerking komt voor zo’n combinatieproduct? Wat betekent dit voor de aanname 70% HH en 30% IB? In Bijlage 1 (niet bijgevoegd) is een folder in te zien van de thuisbegeleiding van STMG. Behalve “ondersteuning bij de opvoeding van de kinderen” en “schoon huis” lijkt dit ook sterk op dit combinatieproduct? Of toch niet? Maar wat zijn dan de verschillen?
Resultaten. Vervolgens, wat wil de gemeente Rheden bereiken voor deze cliënt? Is dat zoals omschreven is in artikel 2.1? Wordt hiermee het belangrijkste afgedekt? Hoe zit het b.v. met persoonlijke verzorging en hygiëne, met medicijngebruik, met beweging en houding? Resultaten: dienstverleners verrichten bij het uitvoeren van de voorziening “dagelijkse ondersteuning” activiteiten die zijn gericht op het bereiken van de volgende resultaten bij een cliënt, voor zover nodig om deze cliënt te ondersteunen: (a) de cliënt kan wonen in een schoon huis; (b) de cliënt kan dagelijks beschikken over voedsel; (c) de cliënt kan beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding; (d) de cliënt kan de dagelijkse gebruikelijke zorg (niet zijnde opvoeding) voor de kinderen bieden; (e) de cliënt kan maximaal zelfstandig functioneren waarbij opname in een instelling dus niet nodig is en verwaarlozing voorkomen wordt.
Haalbaar? Is de zorgaanbieder ook in staat om deze bovenstaande ondersteuning te leveren zoals wordt verwoord in de dienstverleningsopdracht en het ondersteuningsplan (artikel 6.6)?
Welke competenties en vaardigheden van medewerkers (“niveau 2” of “getalenteerde huishoudelijke hulpen”) van zorgaanbieders zijn nodig om zowel Huishoudelijke Hulp en Persoonlijke Verzorging en Individuele Begeleiding te leveren om te voldoen aan bovenstaande punten 1, 2 en 3?
Hoeveel uur daadwerkelijke inzet (dus zonder reistijden) is gemiddeld per week noodzakelijk om te voldoen aan de punten 1, 2, 3 en in welke frequentie (1x per week of 3x per week of 7 keer per week of meerdere keren per dag)? De gemeente gaat uit van gemiddeld drie uur per week met een gemiddelde van 70% HH en 30% begeleiding (IB). o Vraag: Hoe staat het met Persoonlijke Verzorging?
Pagina 8 van 11 Kenmerk
20150710 HH-PV-IB 3.0 E. Eijrond, 20 juli 2015
o
Vraag: Er wordt steeds gesproken over dagelijkse ondersteuning. Het is tot dusver niet duidelijk of dit inderdaad dagelijks (= 7 x per week) is?
Uitgaande van de aannames van de gemeente (3 uur per week, 70% HH/30% IB) komt dat neer op X minuten per dag HH en IB bij 1 t/m 7 bezoeken per week: Minuten zorg per bezoek
1 maal per week
2 maal per week
3 maal per week
4 maal per week
5 maal per week
6 maal per week
7 maal per week
HH 70%
126
63
42
31
25
21
18
IB 30%
54
27
18
14
11
9
8
Totaal (X)
180
90
60
45
36
30
26
Huidige cliënten. Voor bestaande HH2 cliënten betekent 3 uur per week een teruggang. In 2014 kregen zij gemiddeld 3,5 uur per week. Daarnaast zijn er cliënten die zowel HH1 (HHT) én IB (apart) ontvangen. Op 1 maart 2015 waren er 462 ‘begeleidings’ voorzieningen in Rheden (en 7 in Rozendaal). Wat betekent dit nieuwe combinatieproduct voor hen ten opzichte van de huidige regeling(en)? Wat is de onderbouwing van 3 uur per week (150 uur per jaar per cliënt) terwijl de afgelopen jaren het gemiddeld aantal uren bij HH2 en PGB hoger was? Ook betekent dit dat voor de beoogde 200 HH1 cliënten, die nu gemiddeld 3 uur HH ontvangen, een relatieve achteruitgang qua uren op het gebied van huishoudelijke hulp (ten gunste van IB, en PV dan?). Is dit reëel?
Persoonlijke Verzorging. In de documenten wordt bijna uitsluitend gesproken over Huishoudelijke Hulp en Individuele Begeleiding. Maar het gaat toch om het combinatieproduct HH, IB én PV. Hoe wordt PV omschreven in artikel 2.1, 2.2, 5.2 en 6.1? Welke competenties en vaardigheden zijn hiervoor nodig?
Kantelmomenten. Volgens de notulen van de 3de FOT, zullen deze nadrukkelijker worden benoemd in de deelovereenkomst. Er wordt verwezen naar “zwaardere zorg” (regionaal ingekocht). Hoe is deze zorg dan omschreven in die contracten met de zorgaanbieders? Dit is dan toch het eindpunt (kantelmoment) voor dit combinatieproduct? Geldt dit voor IB én PV? Voor huishoudelijke hulp geldt dan gewoon de HHT regeling van de gemeente Rheden? Overigens wat is “zwaardere zorg”: zwaarder zowel qua intensiteit als qua frequentie? Hoe zijn nu de kantelmomenten omschreven in de HHT regeling?
Regisserend vermogen. In artikel 5.2 van de deelovereenkomst wordt verwezen naar bijlage 2, als zijnde de wijze van beoordeling of er sparke is van regisserende vaardigheden. Biedt deze bijlage 2 voldoende handvatten voor de zorgaanbieders om met deze uitgangspunten de zelfredzaamheid van de cliënt te beoordelen?
Pagina 9 van 11 Kenmerk
20150710 HH-PV-IB 3.0 E. Eijrond, 20 juli 2015
Bijlage 2.
Definities kernbegrippen
Huishoudelijk Hulp met toeslag5 (HHT): De handelingen die noodzakelijk zijn voor het voeren van het huishouden: Schoonmaakwerkzaamheden Wassen/ verzorgen van kleding Maaltijden bereiden Boodschappen doen Klein huishoudelijk onderhoud Huishoudelijk Hulp 16 (HH1): Huishoudelijke werkzaamheden: Schoonmaakwerkzaamheden Wassen/ verzorgen van kleding Huishoudelijk Hulp 27 (HH2 ≈ HH1 + PV): Werkzaamheden HH1 uitgebreid met ondersteuning in de dagelijkse organisatie van het huishouden en bij de (zelf)verzorging van de cliënt en eventueel andere gezinsleden. Persoonlijke verzorging8 (PV): Ondersteunen of overnemen van de zelfzorg bij mensen met een aandoening of beperking. Stimuleren om deze activiteiten zelf te doen en het aanleren ervan: Hulp en begeleiding bij persoonlijke verzorging en hygiëne Hulp en begeleiding bij eten en voeding Hulp bij beweging en houding Hulp bij huidverzorging Hulp bij medicijngebruik Opheffen of compenseren van tekort aan zelfredzaamheid Stimuleren of aanleren van zelfzorghandelingen Voor zover dit geen specifieke programmatische aanpak hier vereist is (b.v. ergotherapeut). Ook wordt in dit kader vaak de term ADL gebruikt: zijn de handelingen die mensen dagelijks in het gewone leven verrichten (zelfredzaamheid): eten, inclusief medicijnen innemen, drinken, in en uit bed komen, zitten en opstaan, bewegen/ lopen, sociaal contact, aan- en uitkleden, praten, gehoor, plassen/ ontlasting, lichaamswarmte regelen, lichamelijke hygiëne. Individuele begeleiding (IB)9: De activiteiten aan cliënten met een somatische, psychogeriatrische of psychiatrische aandoening of beperking, of een verstandelijke, lichamelijke of zintuigelijke handicap, die matige of zware beperkingen hebben op het terrein van De sociale redzaamheid Het bewegen en verplaatsen Het psychisch functioneren Het geheugen en de oriëntatie of Probleemgedrag Voorbeelden: hulp bij uitvoeren of overnemen van eenvoudige of complexe taken/activiteiten die buiten de dagelijkse routine vallen, hulp bij de administratie, hulp bij of overnemen van post openmaken, voorlezen, hulp bij plannen en stimuleren van contact in persoonsgebonden omgeving, hulp bij zich aan regels, afspraken houden, corrigeren van besluiten of gedrag, etc.
5
Rheden.nl Raadsvoorstel 10 maart 2015 Raadsvoorstel 10 maart 2015 8 Zorginstituutnederland 9 Begrippenboek Begeleiding in de AWBZ, transitiebureau 6 7
Pagina 10 van 11 Kenmerk
20150710 HH-PV-IB 3.0 E. Eijrond, 20 juli 2015
Begeleiding (BG-Basis, H300)10: Doel: Het bieden van activiteiten gericht op bevordering, behoud of compensatie van de zelfredzaamheid en die strekken tot voorkoming van opname in een instelling of verwaarlozing. Ondersteunen bij beperkingen op het vlak van zelfregie over het dagelijks leven, waaronder begeleiding bij tekortschietende vaardigheden in zelfregelend vermogen. Begeleiden bij het toepassen en inslijpen van aangeleerde vaardigheden en gedrag in het dagelijks leven door herhaling en methodische interventie. Grondslag: Een somatische (SOM), psychiatrische (PSY) of psychogeriatrische (PG) aandoening/beperking, een verstandelijke (VG), lichamelijke (LG) of zintuiglijke (ZG) handicap met matige of zware beperkingen op het terrein van en/of: 1. sociale redzaamheid; 2. het bewegen en verplaatsen; 3. het psychisch functioneren; 4. het geheugen en de oriëntatie; 5. het vertonen van matig of zwaar probleemgedrag. Inhoud: De activiteiten bestaan uit: 1. Het ondersteunen bij of het oefenen met vaardigheden of handelingen. 2. Het ondersteunen bij of het oefenen met het aanbrengen van (dag)structuur of het voeren van regie. 3. Het overnemen van toezicht. 4. Aansturen van gedrag Basispakket Zvw: Verpleging en verzorging in de eigen omgeving (extramuraal) U heeft aanspraak op verpleging en verzorging als deze verband houdt met de behoefte aan de geneeskundige zorg of een hoog risico daarop bestaat. De inhoud en omvang van de te verlenen zorg wordt begrensd door wat verpleegkundigen als zorg plegen te bieden. Bent u jonger dan 18 jaar? Dan heeft u alleen aanspraak als er sprake is van verzorging vanwege complexe somatische problematiek of vanwege een lichamelijke handicap, waarbij er: Sprake is van behoefte aan permanent toezicht, of 24 uur per dag zorg in de nabijheid beschikbaar moet zijn en die zorg gepaard gaat met 1 of meer specifieke verpleegkundige handelingen Voor bepaalde doelgroepen is het mogelijk om een persoonsgebonden budget (PGB) aan te vragen, waarmee u zelf uw verplegfing en verzorging kunt inkopen (apart PGB reglement, onderdeel van de basispakket). Een wijkverpleegkundige (niveau 5) moet een indicatie stellen voor uw zorgbehoefte. Dit wordt samen met u uitgewerkt in een zorgplan. In het zorgplan wordt onder andere een onderverdeling vastgesteld in het aantal uuur verzorging en aantal uur verpleging. U heeft geen aanspraak op verpleging en verzorging vanuit de basisverzekering, als u recht heeft op verzorging en verpleging ten laste van de Wet maatschappelijke ondersteuning. Deelovereenkomst Dagelijkse Ondersteuning11 Resultaten: dienstverleners verrichten bij het uitvoeren van de voorziening “dagelijkse ondersteuning” activiteiten die zijn gericht op het bereiken van de volgende resultaten bij een cliënt, voor zover nodig om deze cliënt te ondersteunen: 10
Prestatiebeschrijvingen en tarieven extramurale zorg 2012, NZa Deelovereenkomst van opdracht voor de levering van Dageliijkse Ondersteuning tussen de gemeente Rheden en de dienstverlebers 11
Pagina 11 van 11 Kenmerk
20150710 HH-PV-IB 3.0 E. Eijrond, 20 juli 2015
(a) (b) (c) (d) (e)
de cliënt kan wonen in een schoon huis; de cliënt kan dagelijks beschikken over voedsel; de cliënt kan beschikken over schone, draagbare en doelmatige kleding; de cliënt kan de dagelijkse gebruikelijke zorg (niet zijnde opvoeding) voor de kinderen bieden; de cliënt kan maximaal zelfstandig functioneren waarbij opname in een instelling dus niet nodig is en verwaarlozing voorkomen wordt.
Doelgroep: de voorziening dagelijkse ondersteuning is bedoeld voor cliënten die kampen met psychosociale problematiek en voor ouderen met afnemende regiemogelijkheden en een hulp bij het huishoudenbehoefte. Daar waar een gecombineerde inzet van de oude Hulp bij het Huishouden en de oude H300 kan worden ingezet, is Dagelijkse ondersteuning aan de orde. Echter, daar waar de achteruitgang van de burger zodanig is dat deze relatief lichte vorm van begeleiding in dagelijkse ondersteuning niet meer adequaat is, zal een andere voorziening geïndiceerd en toegekend worden. Deze opsomming is bedoeld als richtinggevend voor de begripsvorming maar is niet limitatief bedoeld.