Protestantse Gemeente ‘De Graankorrel’ te 's-Graveland
Zondag 8 november 2015 Voorganger: ds. Albert A. van Daalen, Huizen Gastvrouw: Jantie de Vries Lector: Jantie de Vries Diaken: Wijny Braamskamp Organist: Johan Haaksma Koster: Jan van Doorn Welkom en mededelingen Voorbereiding Drempelgebed Zingen: Lied 146c:1, 2, 5, 6 1
Alles wat adem heeft love de Here, zinge de lof van Israëls God! Zolang ik hier in het licht mag verkeren, roem ik zijn liefde en prijs mijn lot. Die lijf en ziel geschapen heeft worde geloofd door al wat leeft. Halleluja! Halleluja!
2
Vorsten zijn mensen uit aarde geboren, zij keren eens tot de aarde weer; rijkdom en macht, het gaat alles verloren, niemand gedenkt hun daden meer. Machtigen wankelen in hun waan, – roepen wij dan de Here aan. Halleluja! Halleluja!
5
O, gij verdrukten, die onrecht moet lijden, Hij die u recht verschaft is hier! Hongerige, Hij wil u spijze bereiden, dorstige, zie de heilsrivier! Zijt gij geboeid, Hij maakt u vrij; God schenkt genade velerlei. Halleluja! Halleluja!.
6
Vreemdeling, die hier op aard moet gedogen, dat u de haat der mensen treft, Hij richt u op, als u neer zijt gebogen en Hij buigt neer wie zich verheft. Zijt gij in rouw, God is uw licht; Hij schenkt, o blinde, u ’t gezicht. Halleluja! Halleluja!
1
Protestantse Gemeente ‘De Graankorrel’ te 's-Graveland
Kyriegebed Omwille van heel deze wereld waarvoor Jezus gekomen is om recht te doen en heel te maken, om licht te zijn en leven. Omwille van alle mensen met wie Jezus zijn leven deelde en aan wie hij zichzelf heeft gegeven als voedzaam brood en vurige wijn. Omwille van alles wat zwak is, te min om in tel te zijn, waarmee Jezus een is geworden, de meeste die de minste werd, roepen wij tot U: kyrie eleison. Wij bidden U voor alle mensen onder ons die ziek zijn, eenzaam, verdrietig en het soms wel kunnen uitschreeuwen van pijn of ellende. En niet alleen voor onszelf, maar voor iedereen in geloof en twijfel, in verwarring om de dingen van vandaag, maar aangestoken door woorden van toekomst. Spreek ons aan met uw goede woorden, wek ons tot leven door de kracht van uw Geest. Daarom roepen wij tot U: kyrie eleison. Zingen: Lied 274: 1, 2, 3 1
Wij komen hier ter ere van uw naam rond de verhalen die geschreven staan, wij schuilen weg als vogels in het riet zoekend naar warmte, naar een ander lied.
2
Ontferm u God, kyrie eleïson, wees ons nabij, kijk speurend naar ons om, kom met uw vrede, uw barmhartigheid, zonder U raken wij de liefde kwijt.
3
Wij zingen samen van uw gloria, dank voor het leven, dank U voor elkaar, geef ons uw geestdrift, vuur ons leven aan, leg zo uw glimlach over ons bestaan.
Gebed bij de opening van de Schrift Eerste lezing: Leviticus 19, 1-2 & 9-18 1
De HEER zei tegen Mozes: 2 ‘Zeg tegen de gemeenschap van Israël: “Wees heilig, want ik, de HEER, jullie God, ben heilig. 9 Wanneer je de graanoogst binnenhaalt, oogst dan niet tot aan de rand van de akker en raap wat blijft liggen niet bijeen. 10 En wanneer je bij de wijnoogst druiven plukt, loop dan niet alles nog eens na en raap niet bijeen wat op de grond is gevallen, maar laat het liggen voor de armen en de vreemdelingen. Ik ben de HEER, jullie God. 11 Steel niet, lieg niet en bedrieg je naaste niet. 12 Leg geen valse eed af als je bij mijn naam zweert, want daarmee ontwijd je de naam van je God. Ik ben de HEER. 13 Beroof niemand en pers een ander niet af. Betaal een dagloner zijn loon nog op dezelfde dag uit. 14 Spreek geen vloek uit over een dove en plaats geen obstakel voor de voeten van een blinde. Toon ontzag voor je God. Ik ben de HEER. 15 Wees niet partijdig wanneer je rechtspreekt. Trek onaanzienlijken niet voor en zie machthebbers niet naar de ogen. Spreek rechtvaardig recht over je naasten. 16 Breng het leven van een ander niet in gevaar door lasterpraat over hem rond te strooien. Ik ben de HEER. 17 Wees niet haatdragend. Als je iemand iets te verwijten hebt, roep hem dan ter verantwoording en laad niet omwille van een ander schuld op je 18 door je te wreken of wrok te blijven koesteren. Heb je naaste lief als jezelf. Ik ben de HEER. 2
Protestantse Gemeente ‘De Graankorrel’ te 's-Graveland
Zingen: Lied: 316: 1 t/m 4 1
Het woord dat u ten leven riep is niet te hoog, is niet te diep voor mensen die ’t zo traag beamen. Het is een teken in uw hand, een licht dat in uw ogen brandt. Het roept u dag aan dag bij name.
2
Het is niet aan de overzij. Wat zegt gij dan: Wie zal voor mij de wijde oceaan bevaren, wie brengt van d´ overkant der zee de schat der diepe wijsheid mee, die ’s levens raadsel kan verklaren?
3
Het is ook in de hemel niet, hoe vaak gij ook naar boven ziet en droomt van bovenaardse streken. Wat gij ook in de sterren leest, alleen de Geest beroert de geest, alleen het woord kan ’t hart toespreken.
4
Het woord van liefde, vrede en recht is in uw eigen mond gelegd, is in uw eigen hart geschreven. Rondom u klinkt de stem van God: vrijspraak, vertroosting en gebod, vlak vóór u ligt de weg ten leven.
Tweede Lezing: Marcus 12, 28-34 28
Een van de schriftgeleerden die naar hen geluisterd had terwijl ze discussieerden, en gemerkt had dat hij hun correct had geantwoord, kwam dichterbij en vroeg: ‘Wat is van alle geboden het belangrijkste gebod?’ 29 Jezus antwoordde: ‘Het voornaamste is: “Luister, Israël! De Heer, onze God, is de enige Heer; 30 heb de Heer, uw God, lief met heel uw hart en met heel uw ziel en met heel uw verstand en met heel uw kracht.” 31 Het op een na belangrijkste is dit: “Heb uw naaste lief als uzelf.” Er zijn geen geboden belangrijker dan deze.’ 32 De schriftgeleerde zei tegen hem: ‘Inderdaad, meester, wat u zegt is waar: hij alleen is God en er is geen andere god dan hij, 33 en hem liefhebben met heel ons hart en met heel ons inzicht en met heel onze kracht, en onze naaste liefhebben als onszelf betekent veel meer dan alle brandoffers en andere offers.’ 34 Jezus vond dat hij verstandig had geantwoord en zei tegen hem: ‘U bent niet ver van het koninkrijk van God.’ En niemand durfde hem nog een vraag te stellen.
3
Protestantse Gemeente ‘De Graankorrel’ te 's-Graveland
Zingen: Lied: 320:1, 2, 3 1
Wie oren om te horen heeft hoor' naar d' wet die God hem geeft: Gij zult geen vreemde goden maar Mij alleen belijden voortaan. Hoor, Israël, mijn geboden.
2
Bemin uw Heer te allen tijd. Dien 'm met alles wat gij zijt. Aanbid Hem in uw daden. Dit is het eerst' en grote gebod, de wil van God, uw Vader.
3
Bied uw naast' de help'nde hand. Spijzig d' armen in uw land, een woning wilt hen geven. Het tweed' gebod is 't eerste gelijk; doet dit, en gij zult leven.
Verkondiging Zingen: Lied: 325: 1, 2, 3 1
Dat woord, waarin ons richting werd gegeven, dat onze gang bepaald heeft bij het leven, dat in ons zwijgt en waakt en weet, de wereld trouw in lief en leed, dat ons de dood doet tegengaan: dat was bij God, van meet af aan.
2
Alleen was God in stilte ongebroken, volmaakt zichzelf, onnoembaar, onweersproken. Toen heeft Hij in zijn hart gehoord de klank en aandrift van dat woord. Nog voor Hij enig mens gewon, nog voor het opgaan van de zon.
3
Dat woord stond Hem met raad en daad terzijde, toen Hij het licht, de zee, de aarde spreidde. Het werd zijn liefste gezellin, het spreekt Hem moed en liefde in, opdat niet ooit zijn hart bezwijkt, zijn naam van deze wereld wijkt.
Gebeden
4
Protestantse Gemeente ‘De Graankorrel’ te 's-Graveland
Collecte De afgelopen tijd verbleven er in Kortenhoef ruim honderd vluchtelingen. In verband hiermee hebben alle Kerken in onze dorpen besloten om - in goed overleg met de gemeente Wijdemeren - bij deze noodopvang praktische hulp te bieden. Omdat er een dringende behoefte was aan nieuwe kleding, is het accent gelegd op de gezamenlijke inkoop van de noodzakelijke goederen. Ook onze diaconie heeft hierin een bijdrage geleverd. De eerste collecte van vandaag is bedoeld om uw solidariteit te tonen en zo de financiële middelen van de diaconie weer aan te vullen. Wij bevelen deze collecte van harte bij u aan! De tweede collecte is bestemd voor de kerk. De opbrengst van de zakjes bij de uitgangen van de kerk is bestemd voor het project ʻKinderarbeid in Indiaʼ van Kerk in Actie. Slotlied: 322: 1, 2, 3 1
Die chaos schiep tot mensenland, die mensen riep tot zinsverband, Hij schreef, ons tot bescherming, zijn handvest van ontferming. Hij schreef ons vrij, met eigen hand. Schrift die mensenoorsprong schrijft. Woord dat trouw blijft.
2
Dat boek waarin getekend staan gezichten, zielen, naam voor naam, hun overslaande liefde, hun overgaande liefde, hun weeën die niet overgaan. Schrift die mensendagen schrijft. Licht dat aanblijft.
3
Zijn onvergank'lijk testament: dat Hij ons in de dood nog kent – de dagen van ons leven ten dode opgeschreven, ten eeuwig leven omgewend. Schrift die mensentoekomst schrijft. Naam die trouw blijft.
Zegenbede
5