&REELANCE PROFESSIONAL WWWJENRICKNL
SPECIALIST IN SPECIALISTEN 1 6
a p r i l
2 0 0 8
•
n u m m e r
7
•
j a a r g a n g
2
•
w w w . i t - e x e c u t i v e . n l
Zoekmachines versus privacy
IN HET NIEUWS VISTA: EROP OF ERONDER Dit jaar wordt het jaar van de waarheid voor het besturingssysteem Windows Vista. Veel bedrijven houden vast aan Windows XP, terwijl Vista’s opvolger Windows 7 waarschijnlijk volgend jaar al uit komt. p. 4
MANAGEMENT ‘DE BESTE VAN DE KLAS’ Johan Doruiter staat al ruim zeven jaar aan het hoofd van het Nederlandse Oracle-filiaal. Een routineklus wil het maar niet worden, dankzij de eindeloze stroom overnames van baas Ellison. Een interview. p. 15
TECHNOLOGIE GETRONICS KENT ZIJN BEPERKINGEN Jarenlang had Getronics overal in de wereld kantoren om zijn internationale klanten te bedienen. Als onderdeel van KPN kiest het bedrijf voor de werkplek en voor dienstverlening via partners. p. 30
Internetbedrijven stemmen tegenwoordig de advertenties bij hun zoekmachines nauwkeurig af op de de ingevoerde zoektermen. Over de privacyconsequenties van de uitvoerige consumentenprofielen die hiervoor nodig zijn, komen steeds meer vragen.
D
e Europese privacywaakhonden brachten vorige week het advies uit om logbestanden en databases met consumentenprofielen niet langer dan zes maanden te bewaren. Ook moeten consumenten inzage krijgen in deze
informatie of gevrijwaard blijven van profilering als ze dat willen. Eind vorig jaar had de Europese Commissie al aangegeven dat in de profielen zoveel informatie voorkomt die de persoonlijke levensfeer raakt dat
Elke dinsdag de
NIEUWSBRIEF
meld je aan op www.it-executive.nl
het ip-adres als een persoonsgegeven gezien moet worden. De kans is groot dat er strengere regelgeving komt met mogelijk grote consequenties voor de technologie en de organisatie van internetbedrijven. p. 4, 33
MENS & WERK IETS MEER TELEWERKEN Afgelopen jaar is het percentage thuiswerken met 4 procent toegenomen. Hoe ouder de werknemer, hoe groter de waardering voor thuiswerken. Jongeren doen het nauwelijks. p. 39
Als je mobiel bankieren introduceert, heb je mensen nodig die zichzelf vernieuwen. Bij de Rabobank kijken we graag vooruit. En die instelling heeft ons ver gebracht. Zo introduceerden we als eerste bank in Europa Rabo Mobiel waarmee klanten bankzaken via de mobiele telefoon kunnen regelen. Voordat de markt die innovaties ziet, hebben we alles natuurlijk wel door en door getest. Binnen Groep ICT van de Rabobank zorgt een team van professionals ervoor dat onze systemen en diensten zeker en betrouwbaar zijn. 24 uur per dag, 7 dagen per week. Als beheerder en ICT-specialist lever je daaraan een belangrijke bijdrage. Je bent de spil, staat middenin de primaire processen van onze bank. En je doet van alles: aansturen, adviseren, budget bewaken, kritisch en alert de processen volgen. Bij incidenten handel je doelgericht en slagvaardig. Je staat niet alleen open voor vernieuwingen en wijzigingen in het systeem, maar ook voor opmerkingen van de mensen om je heen. Samenwerken zit je namelijk in het bloed. Bijvoorbeeld met collega’s op andere beheerafdelingen, servicemedewerkers en leveranciers. Om een dergelijke functie te kunnen invullen, beschik je over ruime ervaring in het beheren van complexe geautomatiseerde systemen, in procesgericht werken en het onderhouden van contacten met klanten. Na het succesvol afronden van een mbo- of hbo-opleiding heb je je verder ontwikkeld op het gebied van ITIL Foundations, AIX/websphere, Tandem, Windows, Oracle, Storage en z/OS. Uiteraard ben je bereid je die omgevingen snel en goed eigen te maken. Wil je meer weten over deze functie en de mogelijkheden bij Rabobank Groep ICT? Kijk dan op www.rabobank.nl/werkenbijgroepict.
Werken als doelgerichte beheerder en ICT-specialist. Het is tijd voor de Rabobank.
www.rabobank.nl/werkenbijgroepict
REDACTIONEEL
INHOUD NIEUWS
Ik ben wat ik zoek Aanbieders van zoekmachines verzamelen informatie over zoektermen en het surfgedrag om online advertenties op de website af te stemmen op de interesses van de gebruikers van hun zoekdiensten. Het ip-adres en cookies zijn op deze manier een belangrijke spil geworden in een miljoenenhandel in privacygevoelige informatie. Weinig mensen staan er bij stil dat in de cache en de profielendatabase van Google een uitermate tastbaar spoor van hun interesses en persoonlijk leven te vinden is. Wie wel stilstaat bij deze ongemakkelijke waarheid heeft weinig keus. Je hebt deze infrastructuur nu eenmaal hard nodig bij je strooptochten op internet. Bovendien - eerlijk is eerlijk - heb je er in de praktijk (nog) weinig last van. Wellicht komt aan dit Eldorado voor online advertentie-aanbieders binnen afzienbare tijd een eind. Vorige week gooiden de Europese samenwerkende privacytoezichthouders de beuk erin. Ze adviseren de Europese Commissie en de lidstaten met regelgeving te komen die de opslag van gebruikersgegevens van zoekmachines beperkt tot zes maanden. Ook willen zij dat gebruikers meer controle krijgen over gedetailleerde profielen van hun zoekgedrag. De aanbieders zullen er alles aan doen om die privacyclaim te weerleggen. Lange tijd hebben zij erop gehamerd dat het zoekgedrag op internet niet terug te leiden is tot het individu omdat er geen directe koppeling bestaat tussen een persoon en het ip-adres van de computers die hij gebruikt. Maar die claim is gemakkelijk te weerleggen met de zoekvragen van ruim zeshonderd duizend gebruikers die de Amerikaanse isp AOL in 2006 drie maanden lang op zijn website publiceerde. Ook al waren de namen in deze lijsten vervangen door willekeurige nummers heel wat mensen waren te herkennen aan de zoektermen die zij in de zoekmachine van AOL gebruikt hadden. Ik vermoed dat de discussie hierover wel eens hoog op kan laaien de komende tijd. Te meer omdat zich hier - alweer - een kloof tussen het Amerikaanse en het Europese overheidsbeleid aandient. Sytse van der Schaaf Adjunct-hoofdredacteur IT Executive
4-13 5 7 9 11
Nieuwsoverzicht Weekmakers Trends en feiten Wannahave Column Dominique Deckmyn
MANAGEMENT 15
18 19 20 22 23 24 25
Interview Johan Doruiter directeur Oracle Nederland Management Kort Column Charles Groenhuijsen It-governance in de lift Management Kort Column George Ataya Management Kort CIOnet-panel
TECHNOLOGIE 26 29 30 33 35
Tegen de stroom in, interview met Gerd Tjerkstra cio UWV Column Ron Tolido Getronics kent eindelijk zijn beperkingen Behavioral advertising aan banden Column IT&Recht Peter van Schelven
FORUM 37 37
Lezersreacties Agenda
MENS&WERK 38 39 40 41
Nieuws arbeidsmarkt Banencaroussel Portret van een it-manager Column René Diekstra
ESCAPE 42 42
Nerdville Colofon
ADVERTEERDERSINDEX 01 A2 Networks 10 Comparex 36 Fujitsu Siemens 03 IT-Staffing 01 Jenrick 14 Match 4 01 QNH 02 Rabobank 48 SAS Bijsluiters Servoy en QI
JUbUZ\YXYbb]YhhY_ccd kY`hYXckb`cUXYb"8Yb]YikY78¿;Y__YbkYf_À jUb¿
nr 7 • 16 april 2008
3
IN HET NIEUWS
Vista: buigen of barsten
MOTOROLA SPLITST Motorola wil zichzelf in twee aparte bedrijven opsplitsen; een voor mobiele apparaten en een voor netwerkinfrastructuur. De beide bedrijven gaan volledig onafhankelijk verder en krijgen beide een beursnotering. Motorola verwacht dat de splitsing daadwerkelijk in 2009, na het verkrijgen van de vereiste goedkeuring zal plaatsvinden. Motorola komt tot het besluit na intern onderzoek naar de activiteiten op het gebied van mobiele telefonie. Volgens Motorola brengt de splitsing meer flexibiliteit, betere financiële structuur, en meer focus van het management, naast meer gerichte investeringsmogelijkheden voor aandeelhouders.
2008 wordt het jaar van de waarheid voor Windows Vista, voorspellen onderzoekers van Forrester Research.
H
et afgelopen jaar groeide het Vista-aandeel op de desktop-computers in grote ondernemingen, maar niet erg spectaculair: van ongeveer 1 procent naar 6 procent. Die groei was alleen niet toe te schrijven aan migraties vanaf XP, maar vanaf Windows 2000. Dat verklaart waarom het aandeel van Windows XP het afgelopen jaar stabiel bleef op zo’n 90 procent. Dit jaar echter staat bij een kwart van alle grote ondernemingen een migratie naar Vista op de planning, maar de
onderzoekers van Forrester twijfelen er aan of dat er ook echt van gaat komen. De opvolger van Vista – Windows 7 – dient zich namelijk al aan. Deze zal mogelijk al in 2009 worden gelanceerd. Daardoor bestaat de kans, aldus de onderzoekers, dat bedrijven de migratie naar Vista uitstellen of zelfs helemaal overslaan. Vista zou dan eenzelfde lot ondergaan als eerder de Windows Millennium Edition (ME), die op de consumentenmarkt min of meer geplet werd tussen Windows 98 en Windows XP. Het onderzoek van Forrester vond plaats onder 50.000 computergebruikers bij ruim 2300 grote en zeer grote ondernemingen.
•
Van den Ende in Hyves
WARMTE NAAR ZWEMBAD
Van den Ende & Deitmers neemt voor een onbekend bedrag een ‘substantieel minderheidsbelang’ in Nederland’s drukst bezochte internetsite Hyves. Hyves heeft 6,5 miljoen unieke bezoekers per maand.
Een door IBM gebouwd datacenter gaat de vrijgekomen warmte inzetten om een nabijgelegen openbaar zwembad te verwarmen. De naar verwachte 2.800 megawatt aan overtollige warmte wordt voor een deel via warmtewisselaars naar het zwembad geleid. Het datacenter staat in Uitikon (Zwitserland), en is van het hosting-bedrijf GIBServices. IBM zegt theoretisch 90 procent van het totale stroomverbruik opnieuw als warmte-energie te kunnen hergebruiken.
V
an Den Ende & Deitmers is eigendom van Hubert Deitmers en Joop van den Ende, Deitmers was al minderheidsaandeelhouder van Hyves. De aantrekkingskracht van Hyves ligt voor de investeerders in het bereik. Deitmers: “Het bereik van Hyves is in Nederland groter dan de grootste te-
levisiezender, de grootste radiozender en het grootste landelijke dagblad. Niet alleen het aantal leden neemt nog steeds fors toe, maar zeker zo belangrijk is dat ook het gebruik per lid en het aantal nieuwe toepassingen sterk toeneemt.” Wat betreft de nieuwe toepassingen zit Hyves inderdaad niet stil. Samen met KPN is een dienst ontwikkeld waarmee Hyves vrienden aan elkaar sms-berichten kunnen sturen, en de locatie van een sms-er kan worden gezien. Eind februari kwam er software waarmee externe ontwikkelaars ook toepassingen voor Hyves kunnen maken.
•
Zoekmachines versus privacy Internetbedrijven maken uitvoerige consumentenprofielen op basis van zoektermen en ander surfgedrag van bezoekers op hun websites. De Europese samenwerkende privacytoezichthouders vinden dat er een betere afweging moet komen tussen de zakelijke belangen van zoekmachine-aanbieders en de bescherming van de privacy van de gebruikers van deze technologie.
APPLE INVLOEDRIJK MERK Uit een enquête van het online magazine brandchannel. com blijkt dat de merknaam ‘Apple’ de meeste invloed heeft op het leven van consumenten. Microsoft scoort ook goed, maar het is ook het merk dat de meeste mensen vernieuwd willen zien. Opmerkelijk is dat maar weinig mensen vinden dat er zoiets is als een ‘groen’ merk. Na Apple zijn het meest inspirerend Nike, Coca-Cola, Google en Starbucks.
D
e privacywaakhonden adviseren de Europese Commissie en de Europese lidstaten om het ipadres de status van een persoonsgegeven te geven. Door deze maatregel komt deze informatie onder relatief strenge privacyregels te vallen. Verder stellen ze voor dat aanbieders het gebruikersgedrag niet langer dan een half jaar mogen opslaan. Daarnaast moeten aanbieders vooraf aangeven aan gebruikers van hun zoekmachine wat zij precies met 4
nr 7 • 16 april 2008
de opgeslagen gegevens gaan doen en toestemming vragen als zij gebruikersgedrag willen koppelen met andere bestanden om het gebruikersprofiel te verrijken. Dit tot grote schrik van bedrijven als Google, Microsoft en Yahoo die hun systemen en organisatie fl ink zullen moeten aanpassen om aan deze eisen te kunnen voldoen. Het voorstel van de gezamenlijke privacywaakhonden heeft de status van een advies. De verwachting is dat de Europese Commissie en de lidstaten dit advies de komende tijd opnemen in nieuwe regelgeving. Het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) stelt verder dat deze profielen buiten de bewaarplicht van verkeersgegevens vallen. Dat betekent dat opsporingsinstanties in principe geen toegang krijgen tot deze informatie. Zie voor een uitgebreid artikel over dit onderwerp pagina 33 en 34.
•
WEEKMAKERS
Symbaloo naar buitenland Symbaloo, een nieuwe grafische startpagina op het internet, expandeert snel. Eerst gaat het naar Frankrijk, deze zomer naar de VS. Dat meldt Emerce.
S
ymbaloo won de Gouden Spin Award voor ‘Beste website concept’. Initiatiefnemers van Symbaloo zijn Eduard Weijgers, Tim Has, Robert Broeders en Koen Dantuma, die met financiële steun van Ton aan de Stegge en Robert van Maasakker met Symbaloo begonnen. Symbaloo bestaat uit vier pagina’s (desk, links, nieuws, feeds) met blokjes die je zelf kunt opbouwen. De desktop kun je vervolgens delen met anderen. En straks volgt ook de mogelijkheid om desktops toe te voegen die compleet door anderen zijn gemaakt; bijvoorbeeld rond een bepaald thema. Voor inkomsten leunt Symbaloo momenteel op Google Adsense en aanverwanten, en er worden gesprekken gevoerd met ‘enkele grote partijen zoals Marktplaats’.
•
India verliest glans Naarmate de kosten van het werk in India toeneemt en de waarde van de dollar daalt, wordt het steeds minder interessant om werk uit te besteden in India.
B
usinessWeek wijst er op dat het Mexicaanse Softtek, leverancier van it-diensten, vorig jaar 30 nieuwe klanten wist bij te schrijven, waarvan de meeste outsourcingscontracten met Indiase bedrijven hadden voor delen van hun IT. India raakt een beetje uit de gratie door een groot verloop onder het personeel en de lastige communicatie. Voor Amerikaanse bedrijven komt daar ook nog eens de alsmaar dalende dollar bij, die ten opzichte van de Indiase roepie in de afgelopen vijf jaar 16 procent minder waard is geworden. Daarnaast is het onroerend goed duurder geworden en worden er hogere belastingen verwacht. Was in het verleden in India nog een winst te boeken van 40 tot 50 procent, nu dreigt dat te slinken naar 10 tot 20 procent. Dat zijn trends waardoor bedrijven geneigd zijn het dichter bij huis te zoeken, in ieder geval in een nabije tijdzone. Voor bedrijven in de VS worden daarmee de Latijns-Amerikaanse landen interessanter, zoals Mexico en Argentinië. Maar India heeft nog altijd voordelen; qua schaal, kwaliteit, risico en kosten. Het gemiddelde salaris van een it-er in de VS is 75.000 dollar, in India ligt dat op 7.779 dollar. In Argentinië is het iets hoger, op 9.478 dollar, in Brazilië is het al 13.163 en in Mexico 17.899 (gegevens: Alsbridge, bron: BusinessWeek).
•
DEMONSTRATIES TEGEN OPEN XML? … het moet niet gekker worden. Standaarden en normen saai? Hoe kom je erbij. De emoties lopen hoog op. In Noorwegen werd zelfs op straat gedemonstreerd tegen de acceptatie van ooxml tot iso-norm. Een mars met heuse protestborden met teksten als Defend iso’s Integrity en No to Ooxml. Het gedoe rond de iso-goedkeuringsprocedure laat zich langzamerhand vergelijken met de toewijzing van de Olympische Spelen: kuiperijen en vermoedens van omkoping, commissies die worden overspoeld met nieuwe leden, obscure landen die zich voor het eerst roeren; in diverse landen spelen er polemieken over mogelijke onregelmatigheden bij de stemming. Last but not least gaat onze eigen Neelie Kroes onderzoeken of Microsoft zijn dominante marktpositie heeft aangewend om iso-erkenning te forceren. Mag ik een voorstel doen: laten we er over ophouden. Ja, er is zwaar gelobbied door Microsoft; ja, er zijn merkwaardige dingen gebeurd. Maar kijk eens naar het eindresultaat. OK, we zitten met twee standaarden voor documentformaten; dat kon handiger. Maar over de verdere ontwikkeling van de specificaties van de Office-documentformaten, het softwarepakket dat meer dan 90% van de wereldbevolking gebruikt, krijgt nu een neutrale instantie zeggenschap. Dat is enorme winst. De iso gaat zich bovendien bemoeien met de uitwisselbaarheid tussen ooxml en odf. Volgens mij gaan we er defacto flink op vooruit. En bovendien: elke organisatie heeft de keuze in welk formaat hij zijn documenten voor het nageslacht digitaal wil bewaren, iso-standaard of niet. EEN SECOND LIFE BIJ IBM? … Big Blue krijgt inderdaad zijn eigen virtuele reservaat. Researchers van IBM zijn al geruime tijd aan het experimenteren met nieuwe interfaces op basis van 3D-werelden. Ze hebben nu een interessante stap gezet op weg naar het virtuele kantoor: IBM gaat afgeschermde zones creëren binnen de bekende virtuele wereld Second Life. Die zones worden door IBM zelf gehost waardoor ze zelf de stabiliteit en performance kunnen bewaken. IBM-medewerkers kunnen zich vrijelijk verplaatsen tussen het publieke deel en het IBMdomein. Voor willekeurige passanten blijven blauwwitte deuren gesloten. Second Life werd al gebruikt als intern overlegplatform. Dat kan nu dus zonder pottenkijkers. In de toekomst wil men zo ook met klanten even virtueel apart kunnen zitten. AI, I? …het einde van de AS/400. Al jaren krijg ik het tijdschrift voor gebruikers van IBM’s iSeries. Prachtige literatuur voor een doelgroep in verdrukking. Elk nieuwe applicatie voor het platform wordt enthousiast onthaald. Berichten over teruglopende marktaandelen worden positief afgesloten met een hoopvolle verwijzing naar nieuwe, betere servers. Soms lijkt het een blad voor een zelfhulpgroep. IBM’s eindeloze gerommel van merknamen hielp ook niet. De eens trotse AS/400-beheerder moest verder als IBM Server iSeries beheerder, dit ter onderscheid van xSeries, zSeries en pSeries. Niemand buiten IBM kon het volgen. Big Blue laat nu het platform een stille dood sterven. Wat rest is software. De nieuwe Power-systemen kunnen naar keuze worden uitgerust met een besturingssysteem: Unix, Linux of de i-software. Het platform is dood, AS/400 leeft verder als een zielige i. Fred van der Molen nr 7 • 16 april 2008
5
IN HET NIEUWS
‘Groen levert geld op’
VIRTUALISATIEDIENSTEN DUUR Bedrijven die virtualisatie toepassen geven drie keer zoveel uit aan diensten dan aan de software zelf. Dat blijkt uit een onderzoek van Springboard Research in Azië en Australië. Naar verwachting groeit de totale markt van virtualisatie software en diensten aldaar tot 1,35 miljard dollar in 2010, waarvan diensten 1 miljard dollar uitmaken; het overgrote deel, aldus Springboard.
Nu het economisch wat minder gaat, kunnen bedrijven in de verleiding komen om het mes te zetten in milieuvriendelijke it-programma’s. Niet doen, waarschuwt onderzoeksbureau Gartner, want de meerkosten van groene initiatieven zijn bijna altijd gering en zijn snel terugverdiend in twaalf tot achttien maanden.
V
ooral maatregelen die energie besparen, leveren op de korte en middellange termijn geld op, stelt Gartner in het rapport getiteld Cutting Back on Green PC Initiatives Leads to False Economies. De samenstellers geven daarin een viertal aanbevelingen voor ‘groene besparingen’: 1. Energiezuinige pc’s gebruiken minstens 20 procent minder stroom, terwijl ze hooguit twintig euro duurder zijn dan andere pc’s. Aanschaf van groene pc’s is dus beduidend voordeliger. Moeten er toch directe bezuinigingen plaatsvinden, schaf dan minder nieuwe pc’s aan, maar dan wel energiezuinige. 2. Zet pc’s, die niet gebruikt worden, automatisch in een slaapstand. Dat kost minder dan tien euro per pc en levert een veelvoud op aan energiebesparing. 3. Ook afgedankte machines zijn geld waard. Ze kunnen worden opgelapt om opnieuw door anderen te worden gebruikt en als dat niet meer kan, zijn ook de onderdelen nog geld waard. Zorg dat je je oude machines goed verkoopt en gebruik de opbrengst voor nieuwe, groene pc’s. 4. Houd voor ogen dat de meest efficiëntste manier van werken vaak ook de meest groene manier is. Telewerken bijvoorbeeld vraagt aanvankelijk wel wat extra uitgaven voor de thuiswerkplek, maar levert daarna aanzienlijke efficiëntiewinst op en uiteraard ook milieuvoordeel.
BUIZEN GOEDKOPER Twee bedrijven die actief zijn op het gebied van fibre-to-thehome (ftth), Emtelle en Wavin, hebben TNO opdracht gegeven om te onderzoeken of kabel goedkoper is dan lege plastic buizen, voor een glasvezelnetwerk voor de consumentenmarkt. TNO komt tot de conclusie dat ‘direct buried ducts’ (plastic buizen waarin glasvezels kunnen worden geblazen) over 25 jaar gerekend goedkoper zijn dan ‘direct buried cable’ (glasvezelkabel). TNO keek naar investeringen en operationele kosten; meegewogen zijn initiële uitrol, aanpassingen, reparaties en onderhoud.
HANDELSMISSIE MALEISIË
•
Het World Congress on IT organiseert van 18 tot 22 mei een handelsreis naar de Wcitbijeenkomst 2008 in Kuala Lumpur, Maleisië. Deze reis wordt geleid door staatssecretaris Heemskerk van Economische Zaken en de Amsterdamse wethouder Asscher. Tijdens de reis staan onder andere een tweetal Round Tables, matchmaking sessies en bedrijvencontacten met Maleisische partners op de agenda. Er zijn nog een beperkt aantal plaatsen beschikbaar. Meer informatie www.wcit2010.org.
De redactie van IT Executive organiseert op 25 juni de conferentie Greening the enterprise 2.0. Meer informatie over het programma kunt u vinden op www.it-executive.nl/conferentie.
‘Noodplan te weinig getest’ Een ruime meerderheid van 72 procent van de bedrijven in Engeland beschikt over een noodplan voor situaties, waarin essentiële systemen uitvallen. Bij grote bedrijven ligt dit percentage nog een stuk hoger: 92 procent.
D
eze plannen worden alleen te weinig getest, zo blijkt uit onderzoek van PricewaterhouseCoopers in opdracht van de Britse Ministerie van Business, Enterprise & Regulatory Reform. Deze cijfers in het rapport betekenen dat de situatie in Engeland in twee jaar tijd behoorlijk is verbeterd. Twee jaar geleden beschikte daar nog maar 58 procent van de bedrijven over een calamiteitenplan. Minder goed is dat deze plannen jaarlijks maar bij de helft van de bedrijven, die over een noodplan beschikken, worden getest. 6
nr 7 • 16 april 2008
Back-ups worden in 98 procent van de Britse ondernemingen gemaakt; bij 86 procent gebeurt dit zelfs iedere dag. Ongeveer een even hoog percentage bedrijven zorgt er voor dat er ook back-ups buiten het kantoor worden bewaard. De onderzoekers gingen verder na wat de situatie was bij bedrijven, die het afgelopen jaar met ernstige uitval van hun systemen waren geconfronteerd. Daarvan had 31 procent geen calamiteitenplan op het moment dat mis ging. Van de ondernemingen die dat wel had, bleek het bij één op de tien in de praktijk niet te werken. Ter vergelijking: in ons land is heeft maar 46 procent van de bedrijven een noodplan (ICT Barometer februari 2008). Hoe vaak de bestaande plannen in Nederland worden getest is nooit onderzocht.
•
TRENDS EN FEITEN
Helft víndt met Google Zoekacties met Google verlopen lang niet altijd succesvol, zo blijkt uit de jongste Nationale Search Engine Monitor van onderzoeksbureau RM Interactive en mediabureau Checkit.
I
ets meer dan de helft van de gebruikers van Google (52 procent) kan bijna altijd vinden waar met de zoekmachine naar gezocht wordt. Voor iets minder dan de helft van de Google-gebruikers geldt dat niet. Hun zoekacties verlopen regelmatig niet zo succesvol.Bij zoekmachine Ilse is het percentage succesvolle gebruikers nog aanzienlijk lager dan bij Google, namelijk 31 procent. Uit het recente onderzoek blijkt verder dat bij zoekacties lang niet in alle gevallen een zoekmachine wordt ingezet. Van de onderzochte groep van 1475 internetgebruikers doet weliswaar een ruime meerderheid van 62 procent dat, maar een relatief grote groep van 27 procent typt direct het adres van een website in zijn browser in. Nog eens 4 procent start zijn zoektocht bij een portal, 2 procent bij een vergelijkingssite en 1 procent bij een online gids. Het marktaandeel van de zoekmachine van Google in Nederland is het afgelopen halve jaar licht gedaald van 95 naar 93 procent. Deze ruimte werd opgevuld door vinden.nl dat groeide van (afgerond) 0 procent naar 2 procent.
•
Wel geld, geen voldoening It-managers verdienen meer dan ooit, maar dat is geen graadmeter voor de tevredenheid van deze beroepsgroep. Het aantal cio’s dat voldoening vindt in hun baan loopt achteruit.
D
at blijkt uit een door Kpmg gesponsord onderzoek dat is uitgevoerd door Harvey Nash USA onder 258 ‘C-level’ managers. Zo’n 75 procent verdient dit jaar meer dan 125.000 dollar per jaar, en 56 procent zelfs meer dan 150.000 dollar per jaar. In 2007 lagen die percentages nog op 70, respectievelijk 41 procent. Zo’n 29 procent verdiende zelfs meer dan 200.000 dollar, en dat was het jaar ervoor nog maar 19 procent. Maar geld maakt niet gelukkig; vorig jaar vond 88 procent van de it-managers hun baan ‘voldoening gevend’, en dit jaar is dat maar 79 procent. Ongeveer 21 procent vindt de baan helemaal niet voldoening gevend. Het gevolg is dat 28 procent actief op zoek is naar een andere baan. Een negatief werkende factor in dat opzicht is het feit dat it-managers het belang van hun rol binnen de organisatie achteruit zien gaan. Het aantal cio’s dat hun rol als ‘meer strategisch’ ziet, is dit jaar afgenomen van 80 naar 69 procent. Ook het aantal cio’s dat rechtstreeks aan de ceo rapporteert is afgenomen (van 36 naar 29 procent).
•
WIFI VOORAL OP VLIEGVELD Waar gebruiken we publieke draadloze netwerken het meest? Vooral in luchthavens, blijkt uit cijfers van iPass. Dat bedrijf zegt gegevens verzameld te hebben van professionele it-gebruikers van zo’n 3.000 bedrijven wereldwijd. Bijna de helft (46 procent) van alle sessies vindt plaats op vliegvelden. Het zijn wel korte sessies: gemiddeld 41 minuten. Snelste groeier is wifi in de trein en op de boot. WaarWaar gebruiken wewepublieke wifi? gebruiken publieke wifi?
Luchthaven 45% Hotel 29% Café 11% Restaurant 4% Transfit (trein,boot) 1% Boekhandel 1% Kantoordienstenwinkel 1% Ander 6%
Bron: iPass
IT-BEHEER HELE PAPIERWINKEL De komende jaren zal de automatisering van het it-beheer een flinke kluif worden, voorspelt ondezoeksbureau Forrester in een onlangs verschenen rapport over de ontwikkelingen op de wereldmarkt van beheersoftware. Veel it-afdelingen hebben in de loop der jaren een bonte verzameling beheertools in huis gehaald, stellen de onderzoekers, wat de productiviteit van hun werk niet bepaald bevordert. Onderstaande beheerhulpmiddelen worden het meeste gebruikt. Veranderings- en configuratiebeheer Netwerkbeheer DBMS-beheer Applicatiebeheer Service desk
20% 18% 13% 13% 7%
Bron: Forrester
INTERNET EXPLORER 7 Bedrijven blijven maar vasthouden aan Internet Explorer 6 ook al is de nieuwe versie 7 al ruim een jaar uit. Niet meer dan 30 procent van de bedrijven maakt gebruik van deze nieuwe versie rekende Forrester ons kort geleden voor gebaseerd op een steekproef bij 50 duizend computers. Dat is weinig, zeker gezien het feit dat het niet heel lang meer duurt voordat de eerste versie van nummer 8 ons bereikt en de browsersoftware zichzelf automatisch opwaardeert naar een nieuwe versie, al kunnen bedrijven dat uitzetten. De populariteit van Firefox is flink toegenomen. Browser-gebruik door bedrijfsleven in 2007
100 80 IE 6.0 IE 7.0 Firefox Safari
60 40 20 0
Bron: Forrester nr 7 • 16 april 2008
7
IN HET NIEUWS APPS VERVANGT EXCHANGE Middels MailShadow for Google Apps van Cemaphore Systems kan Google Apps worden gesynchroniseerd met Outlook. Alle gegevens van Outlook worden gesynchroniseerd; mail, contactpersonen en de agenda. MailShadow is nu nog in de bèta-fase. Het kan als backupmedium voor Exchange dienen, maar uiteindelijk ook als vervanger.
ODIRIS IN MARITIEME IT It-dienstverlener Odiris heeft de unit Ports & terminals opgezet om implementatie en integratiediensten aan te bieden aan de logistieke maritieme sector. Om deze markt goed te bedienen is Bob Post aangetrokken als nieuw hoofd. Post werkte eerder als itmanager bij P&O Nedloyd en was cio van Euromax Terminal in Rotterdam. Het bedrijf stelt inmiddels al enige internationale afnemers voor zijn diensten geïnteresseerd te hebben.
ONLINE PHOTOSHOP Eindelijk is ook de online versie van Adobe Photoshop, weliswaar in bèta, uit te proberen. Met dit Photoshop Express kunnen gebruikers tot 2 GB aan plaatjes gratis online opslaan. Foto’s kunnen worden bewerkt en gedeeld, en dat alles online, zonder dat er client-software hoeft te worden geïnstalleerd. Het is gericht op consumenten en er is dus geen kennis van het traditionele Photoshop voor nodig, aldus Adobe. Het enige dat wel nodig is, is een gangbare browser (Firefox, Internet Explorer, Safari), een internetverbinding en de Flash Player 9. In eerste instantie is Photoshop Express alleen maar beschikbaar voor inwoners van de VS, in de toekomst moet het ook in andere landen en talen beschikbaar komen.
VIRTUELE SAMETIME IBM gaat een virtuele wereld in Lotus Sametime stoppen. Deze zal bijvoorbeeld worden gebruikt door de Amerikaanse geheime dienst om informatie uit te wisselen over onderwerpen als terrorisme. Mogelijk zal dit ervoor zorgen dat virtuele werelden op grotere schaal zullen worden ingezet.
8
‘Open’ systeem tegen files Wanneer auto’s worden uitgerust met een systeem dat is gebaseerd op een open platform en bovendien met het internet in verbinding staat, zijn daarmee diverse diensten aan te bieden en files te vermijden.
D
at is in het kort de kern van het NBL Connected Car-plan van Nederland BreedbandLand (NBL). Door gebruik van een intelligente ‘it-verkeersregelaar’, krijgen automobilisten non-stop relevante verkeersinformatie, zodat zij files zoveel mogelijk kunnen vermijden. In combinatie met afspraken tussen werkgevers en werknemers over werktijden en fi scale beloning kan dit plan een bijdrage leveren aan oplossen van het fileprobleem, aldus NBL. Het Connected Car-plan kan naast het automatisch belonen van spitsvermijdend gedrag een aantal andere diensten bieden; daarbij ziet NBL ook internationaal gezien voordelen voor de Nederlandse industrie. Voorbeelden van diensten zijn: begeleid parkeren, op de rit toegesneden verkeersinformatie, spraakgestuurde sms/e-mail, multimodale verkeersinformatie (auto, trein, bus), persoonlijke internetradio en automatische verwijzing naar hoogwaardige vergaderfaciliteiten als Smart Service Centers. Op een open platform kan
elke ondernemer diensten aanbieden, zodat er sneller meer hoogwaardige diensten van verschillende dienstenleveranciers zullen worden ontwikkeld. Ter stimulering ziet NBL twee mogelijkheden; een ‘Auto PC Privé-project’, waarbij de overheid zowel bedrijven als particulieren via een fi scale maatregel stimuleert om het systeem aan te schaffen, en waarbij deelnemende bedrijven en overheden moeten optreden als ‘launching customer’. Het NBL wil nog dit jaar initiatieven starten in Rotterdam en enkele andere grote steden in Nederland om het Connected Car-plan concreet te maken.
•
Vereniging ‘Typo3-gemeenten’ Vijftien gemeenten, die hebben gekozen voor het open-source content-managementsysteem Typo3 , gaan op 24 april een vereniging oprichten. Doel van deze vereniging is om bij de ontwikkeling van de websites van elkaars ervaringen te leren en om gezamenlijk extensies op Typo3 te ontwikkelen, dan wel te laten ontwikkelen.
H
et gaat daarbij om functionaliteit, die specifiek op de behoeften van de leden van de vereniging is toegesneden.Initiatiefnemers van de nieuwe vereniging zijn de gemeenten Bloemendaal, Haarlem, Heemskerk, Houten, Maasdonk en Wijk bij Duurstede. Vanaf het eerste begin is er ondersteuning geweest vanuit het overheidsprogramma OSOSS (inmiddels omgedoopt in Nederland Open in Verbinding), dat is opgezet ter stimulering van het gebruik van open standaarden en open-source software bij de overheid. De samenwerking hoeft niet beperkt te zijn tot gemeenten, benadrukken de initiatiefnemers. Ook provincies, regio’s, waterschappen en ministeries mogen zich aansluiten. De initiatiefgroep wijst er op dat Typo3 zich internationaal ontwikkelt tot het meest gebruikte cms in de publieke sector. Een feit dat van belang is vanwege de continuïteit. Als aansprekende voorbeelden in ons land noemen ze de websites van DigiD, Vara en Tros, CNV, TU Eindhoven en de Erasmus Universiteit. De vijftien gemeenten die bij de oprichting betrokken zijn, hebben samen ruim 450.000 inwoners.
•
nr 7 • 16 april 2008
WANNAHAVE
Ooxml is Iso-standaard
Grijze muis
Begin april werd bekend dat Microsofts bestandsformaat ooxml definitief is toegelaten als Iso-standaard. Dit gebeurde met 75 procent van de stemmen, ruim boven de noodzakelijke tweederde meerderheid.
D
e Nederlandse en Belgische afgevaardigden in de Iso-commissie onthielden zich van stemmen. Dit deden zij ook al bij een eerdere stemronde. Tegenstemmers waren Canada, China, Ecuador, India, Nieuw-Zeeland, Zuid-Afrika en Venezuela. De weg naar goedkeuring werd mogelijk doordat Tsjechië, Zuid-Korea, Engeland, Ierland, Denemarken, Noorwegen en Japan hun aanvankelijke tegenstem veranderden in een ‘ja’ bij de defi nitieve stemming. Net als bij eerdere stemmingen zijn er ook dit keer onregelmatigheden gemeld. Zo meldde Steve Pepper, afgevaardigde van de Noorse commissie, dat 80 procent van de Noorse leden tegen ratificatie van ooxml tot Iso-standaard was. Noorwegen stemde uiteindelijk voor. Er zijn geen formele klachten bij Iso ingediend. Wel is de Europese Commissie op basis van de klacht van de anti-Microsoft lobbygroep de European Committee for Interoperable Systems (ECIS) een nieuw onderzoek gestart om te kijken of Microsoft zijn marktdominantie misbruikt heeft bij het proces om ooxml als Iso-standaard erkend te krijgen en om te kijken of het bestandsformaat goed genoeg integreert met software van andere aanbieders.
•
Crisis datacenters De kosten van koelen en energie rijzen de pan uit, als gevolg van het sneller dan verwacht installeren van servers. Datacenters komen daardoor in een economische crisis terecht, aldus een onderzoek onder 311 managers van datacenters in de VS door het Uptime Institute.
M
aar liefst 42 procent van de resondenten zei te verwachten dat hun datacenter binnen 12 tot 24 maanden over de maximale stroomcapaciteit heen zou gaan, wanneer er geen maatregelen zouden worden getroffen. Nog eens 23 procent gaf aan dat dat 24 tot 60 maanden zou duren. Ook de maximale koelcapaciteit wordt voor velen snel bereikt; voor 39 procent binnen 12 tot 24 maanden en voor 21 procent tussen 24 en 60 maanden. In de VS lijkt het er volgens de onderzoekers zelfs op dat de bouw van nieuwe energiecentrales de groeiende energiebehoefte niet kan bijbenen, waardoor het kan gebeuren dat ondernemingen gelimiteerd worden in de stroom die ze kunnen afnemen. Per server overtreffen tegenwoordig de kosten van energie en koeling die van de aanschaf reeds binnen twee jaar. Minder dan acht jaar geleden lag die termijn nog op tien tot vijftien jaar. Overigens maken acht jaar oude servers onderdeel uit van het probleem; ondernemingen hebben vaak nog antieke servers draaien die niet meer worden gebruikt, maar wel stroom verbruiken.
•
De bouw van nieuwe energiecentrales kan de groeiende energiebehoefte niet bijbenen
De Blackberry van het Canadese bedrijf RIM neemt een aparte positie in onder de mobiele telefoons. De toestellen werken namelijk niet stand alone en moeten dus ofwel in een zakelijk netwerk ofwel in combinatie met een internetpakket van een operator worden gekocht. Blackberry’s zijn eigenlijk traditioneel puur voor e-mail, maar sinds enkele jaren kun je er ook mee bellen. RIM wil grotere markten bedienen en daarom zijn er wat trendy modellen gelanceerd. Er is zelfs een roze Blackberry en een aantal modellen hebben navigatievoorzieningen aan boord. Eén van de nieuwe modellen is de 8310 Curve die in grijs (wat Blackberry zilver of titanium noemt) en in rood geleverd wordt. Die eerste is ook in figuurlijk opzicht een grijze muis. Het toestel is licht door het gebruik van kunststof, is klein en heeft ook een camera die wel snel werkt maar met 2 megapixels toch te beperkt is. Hoewel het toestel op zich aardig wat aan boord heeft, is hij toch wat kaal. Zo hebben de grotere broers 8320 en 8330 onder meer ook wifi en gps aan boord. Twee aspecten van de 8310 zijn ronduit onhandig, namelijk de ultrakleine toetsen met een hoog Goeiemoggel-gehalte en het navigatiewieltje. Dit eerste zal de notoir trouwe gebruikers die zweren bij Blackberry niet vervreemden van ‘hun’ merk, onder het motto ‘het went wel’. Het navigatiewieltje lijkt een ander verhaal. Het zit bij deze Curve op de voorzijde van het toestel. Eerdere modellen hadden een navigatiewiel aan de zijkant wat super gemakkelijk in het gebruik was. Het huidige bolletje maakt navigeren vreselijk moeilijk. Het wieltje is ook in te drukken maar daarvoor heb je je nagel nodig of je moet je duim schuin houden. Erg lastig. Wat de 8310 verder nekt is een lange opstarttijd en een ingewikkelde menustructuur met weinig intuïtieve icoontjes. Het is in deze test ook niet gelukt om de Blackberry te synchroniseren met Windows Vista. Kortom; de 8310 Curve is een grijze muis die links en rechts voorbij gestreefd wordt door concurrenten. Dit model is te koop bij Vodafone. > Info: www.blackberrycurve.com Blackberry Curve 8310: gsm quadband, gprs, bluetooth 2.0, USB, webbrowser, e-mail, agenda, pcsynchronistatie, 2 MP camera, 65K kleurenscherm van 320x240 pixels, 5-weg navigatiebal, Microsoft Office documenten, mediaspeler voor muziek en video, 64 MB geheugen, slot voor microSD kaart, 10,7 x 6,0 x 1,6 cm, 111 gram, prijs circa 430 euro incl. BTW, zonder abonnement.
nr 7 • 16 april 2008
9
COLUMN
DOMINIQUE DECKMYN
Power System vervangt ‘i’ en ‘p’
Europees technonationalisme
Klanten zaten er lang op te wachten, en nu heeft IBM eindelijk de aankondiging gedaan. De System i- en de System p-servers (de vroegere AS/400 en de RS/6000) worden samengevoegd tot de ‘Power Systems’.
Wij zien een vreemd soort Europees technonationalisme ontstaan. Europa verzet zich tegen het overwicht van Amerikaanse technologiereuzen door enerzijds zijn anti-trustregels streng toe te passen op die bedrijven en anderzijds actief open source software te promoten. In beide gevallen wordt onbeschaamd de anti-Amerikaanse kaart getrokken. Er ontstaat een merkwaardige beeldvorming, waarbij Amerika, Microsoft en intellectueel eigendom de vijand van Europa zijn. Een doordachte strategie zit hier niet achter, denk ik. Het lijkt eerder een toevallige, tactische coalitie van mensen uit zeer verschillende hoek (politici, openbronactivisten, Europese technologiebedrijven) en met uiteenlopende belangen. Als ze al iéts delen, dan is het een zekere intellectuele luiheid. Want er wordt zelden zindelijk nagedacht en gecommuniceerd over dit gedachtegoed. Waar ook niet over wordt gedacht, is over de reactie die de Europese houding wakker kan maken aan de andere kant van de oceaan. Zo’n reactie is er tot nog toe niet geweest, behalve de geïsoleerde boze commentaren van Microsoftgezinde politici na ongenuanceerde uitspraken van Europees Commissaris Neelie Kroes. Maar de jongste weken zien we een aantal commentatoren en vooraanstaande figuren uit de Amerikaanse IT, die verbanden beginnen te leggen. De columnist Charles Cooper van CNet constateert dat anti-Amerikaanse gevoelens, antiMicrosoft gevoelens en open source in Europa niet los staan van elkaar staan. “Als Microsoft écht schade begint te lijden wegens sterke anti-Amerikaanse gevoelens, dan zou dat een enorme stimulans betekenen voor openbron”, schrijft Cooper, die blijkbaar niet vindt dat het vandaag al zo ver is. Cooper vindt wel dat de drie overblijvende Amerikaanse presidentskandidaten een antwoord zouden moeten geven op de vraag: “Wat zou ù doen als andere regeringen de neus gaan ophalen voor Amerikaanse fabrikanten om nationalistische redenen?” Maar Cooper is nog niet klaar om de barricades op te gaan om Microsoft te verdedigen. En van de tien reacties op zijn column, zijn er maar twee uitgesproken pro-Microsoft. Ook een aantal kopstukken uit de openbronwereld hebben begrepen dat anti-Amerikanisme in hun voordeel speelt. De CEO van Red Hat, Jim Whitehurst, durfde het onlangs uit te spreken: “Ik had nooit gedacht dat ik dit zou zeggen, maar dat de Verenigde Staten nu zo impopulair zijn in de wereld, is een enorm voordeel voor open source”. Uit het citaat kun je niet afleiden of die zin op een triomfantelijke toon werd uitgesproken. Maar het is toch een merkwaardige zinsnede. OnAmerikaans in heel wat opzichten. Whitehurst interpreteert de keuze van sommige landen voor open source als een beslissing om geen ‘intellectual property tax’ aan Amerika te betalen. Maar er zijn dus nog geen duidelijke tekenen dat Amerika onze standpunten opvat als het heimelijke begin van een handelsoorlog. Misschien zijn Microsoft en de Amerikaanse regering daarvoor ook in eigen land té onpopulair - voorlopig. Des te beter voor ons. Toch moeten we in Europa oppassen dat we onszelf geen illusies aanpraten. Zit er in de huidige anti-Amerika, anti-Microsoft, antieigendomssoftware beweging geen heimelijke afgunst voor het fenomenale succes van de Amerikaanse software-industrie? En probeert Europa, via zijn antitrustpolitiek en het bevorderen van open source, de reële mislukking van zijn eigen technologie-industrie niet toe te dekken?
M
et name op hardwareniveau was er tussen de System i en de System p al nauwelijks onderscheid. Er werd gebruik gemaakt van dezelfde IBM Power-processors en vergelijkbare onderdelen en randapparatuur. Het samenvoegen van de beide lijnen zorgt ervoor dat het ietwat vreemde prijsverschil verdwijnt, en dat de complexiteit afneemt. Power Systems zijn gebaseerd op de IBM Power 6processors en worden aangeboden met AIX, Linux of i5/OS. Dat laatste besturingssysteem zal overigens worden hernoemd naar niet meer dan ‘i’.
•
Het Nederlandse internetbos Dit voorjaar start Cleanbits met de aanplant van Het Nederlandse Internetbos: honderdduizend bomen op twintig hectare bosgrond in de provincie Gelderland. Door een deel van deze aanplant voor hun rekening te nemen, kunnen internetbedrijven de kooldioxide-uitstoot voor hun klanten compenseren.
H
et best is het om groene stroom te gebruiken, stelt Cleanbits, maar ook dan is er vaak nog sprake van een restant aan kooldioxide-uitstoot. Als voordelen van het nieuwe bos worden genoemd dat uitstoot en compensatie binnen de regio blijven, dat het begrip ´duurzaamheid´ concreet en tastbaar wordt, en dat zichtbaar is welke de deelnemende internetbedrijven zijn. Eén van de eerste bedrijven, die zich bij het initiatief heeft aangesloten is IS Interned Services uit Purmerend. Deze onderneming doet mee voor 1,2 hectare. Je kunt ook compenseren als je een individuele domeinhouder bent. Via een ‘green check’ op de site van Cleanbits wordt duidelijk of jouw domein al bij een groene host zit. Er verschijnt een groen lachebekje als je internetleverancier duurzame energie gebruikt, dan wel zijn kooldioxide-uitstoot compenseert. Als dat niet zo is, verschijnt een rood treurmondje. En dan kun je zelf regelen dat je uitstoot wordt gecompenseerd door naar rato mee te betalen in de bosaanplant. Cleanbits plant Het Nederlandse Internetbos aan in samenwerking met de Stichting Geldersch Landschap. Dit gebeurt op locaties op de Veluwe en in de Achterhoek.
•
nr 7 • 16 april 2008
11
Harald Rossing: “Veel implementaties mislukken door te hoge verwachtingen standaardsoftware”
Panacees bestaan niet Ieder jaar wordt er in ons land voor zo’n twee miljard euro verkeerd geïmplementeerd. Heel veel geld, dat gewoon in rook opgaat. Verkeerde verwachtingen bij de opdrachtgever spelen daarbij een belangrijke rol, meent Harald Rossing, adviseur en projectleider bij Twijnstra Gudde. Er is een soort volkswijsheid volgens welke eenderde van alle it-projecten mislukt, eenderde de eindstreep wel haalt, maar toch niet helemaal brengt wat vooraf was verwacht en nog eens eenderde slaagt. Komt dat overeen met jouw ervaring? “Ja, in grote lijnen wel. Ik zou die volkswijsheid maar voor waar aannemen. Je kunt daar natuurlijk nog wel allerlei nuanceringen bij aanbrengen. Het is bijvoorbeeld niet zo dat eenderde van alle it-projecten de eindstreep niet haalt. Dat geldt misschien voor een procent of vijftien. De rest haalt de eindstreep wel, maar soms met heel veel averij. Dan brengt het project niet of bij lange na niet wat er van verwacht was.” Is dat een kernoorzaak van falen? Verkeerde verwachtingen over en weer? “Absoluut. In het begin denken beide partijen dat ze elkaar goed begrijpen. Dat is ook wel logisch, want ze zijn in een ingewikkeld proces naar elkaar toegegroeid. De opdrachtgever heeft een heel pakket van eisen ontwikkeld, is op zoek gegaan naar leveranciers en heeft een selectieproces doorgemaakt dat maanden kan hebben geduurd. En de leverancier heeft zich verdiept in de bedrijfsprocessen en strategie van de opdrachtgever, heeft presentaties gedaan en een voorstel uitgewerkt. Als dan de kogel door de kerk is, dan ben je blij met elkaar. Dan is er eventjes euforie. En het gevoel dat je het moeilijkste nu wel hebt gehad. Maar eigenlijk begint het dan pas. Beide partijen zullen zich in de periode die volgt nog veel beter in elkaar moeten verdiepen. De leverancier moet dat doen in de processen van het bedrijf en de opdrachtgever moet dat doen in de oplossingen van de leverancier.” Gebeurt dat dan niet voldoende? “Nee. Je ziet dat leveranciers de lof van hun standaardpakket bezingen. Daar is vaak twintig jaar aan ontwikkeld, dus dat moet wel goed zijn, denkt ook de opdrachtgever. Het gevaar schuilt erin te gaan denken dat zo’n standaardpakket de oplossing biedt. Dat kan nooit. Het is een stan-
Door Fred Teunissen
daardblokkendoos, maar die moet je nog wel configureren naar je eigen behoeften.“ “Een tweede valkuil is dat de opdrachtgever strak gaat vasthouden aan zijn eigen werkprocessen. Vaak is het verstandiger die werkprocessen aan te passen aan de nieuwe standaardsoftware. Dat kun je doen als een bepaald proces niet van strategisch belang is en niet dwingend wordt opgelegd
Het loont vaak werkprocessen aan te passen aan nieuwe standaardsoftware door wet- en regelgeving. Het omgekeerde, je software aanpassen aan de processen, is alleen de aangewezen weg bij processen, die werkelijk uniek zijn en die geen enkele andere partij in de markt ook zo heeft.” Hoe voorkom je zulke misverstanden tussen opdrachtgever en leverancier? “ Door vooraf en gedurende de looptijd van het project heel goed onderscheid te maken tussen onderdelen, die met een standaardaanpak zijn gediend en onderdelen, die een speciale aanpak vergen. Dan kom je tot een dieper niveau van onderling begrip. Je kunt, op basis daarvan, verschillende typen afspraken maken. Bijvoorbeeld een vaste-datum- en vasteprijsafspraak voor processen, die met standaardsoftware kunnen worden afgedekt en een meer flexibel type afspraken voor unieke processen. Bij unieke processen ga je een ander type relatie met elkaar aan, namelijk een innovatieve relatie. Je gaat samen op zoek. Standaard afspraken werken dan averechts.”
Harald Rossing
•
nr 7 • 16 april 2008
13
Interview: Johan Doruiter (Oracle)
‘We willen de beste van de klas zijn’ Al ruim zeven jaar staat Johan Doruiter aan het hoofd van de Nederlandse vestiging van Oracle. Door alle overnames die het softwarebedrijf de afgelopen jaren heeft gepleegd hoeft hij zich geen moment te vervelen. ‘De grote uitdaging is iedere keer weer om de core competence van de overgenomen partij te behouden.’ Door Ben Kuiken Fotografie Cor Mooij
A
ls een van de weinigen bij Oracle heeft Johan Doruiter nog een eigen kantoor. Om daar te komen, baant de bezoeker zich een weg door een woud aan flexplekken waar veelal mannen in pak druk op een laptop zitten te werken of overleg voeren. Oracle is de afgelopen jaren hard gegroeid, met name door overnames van bedrijven als PeopleSoft en Siebel, maar het aantal vierkante meters van het Nederlandse kantoor in De Meern is nauwelijks gestegen. Dat kan alleen met telewerken, legt Doruiter uit. Veel werknemers van Oracle zitten al bij de klant, dus dat scheelt. Maar daarnaast krijgt vrijwel iedereen een werkplek aan huis, volledig ingericht door de baas. Dat vraagt wel enige discipline van medewerkers, zo heeft Doruiter onlangs aan den lijve ondervonden. Hij is recent gescheiden en hij is zich daardoor meer bewust geworden van zijn rol als vader van zijn zoontje van twaalf. ‘In een gezinssituatie is het toch vaak zo dat je er een beetje als een toerist achteraan hobbelt, je verdeelt de zorg en aandacht voor je kind meer. Nu kan dat niet meer. Als ik samen met mijn zoontje ben, dan ben ik er ook echt voor hem.’ Ben je daardoor minder gaan werken? ‘Niet minder. Maar ik ben me wel bewuster geworden van mijn tijdsbesteding. Dus als hij bij mij is, dan maak ik daar ook tijd voor vrij. Terwijl ik voorheen toch vrijwel continu met mijn werk bezig was. Ik was dan wel thuis, maar ik was er niet echt. Hij zal waarschijnlijk zeggen dat het nog steeds zo is, denk ik.’ Want je bent een streber? ‘Nou streber, ik houd wel van een omgeving waarin prestaties geleverd moeten worden. Ik vind het leuk om met een team een bepaald doel te bereiken. Dat geeft veel energie en gaat gepaard met heel veel plezier. Maar plezier staat daarbij wel al-
tijd voorop. Ik richt mijn leven zo in, dat ik dingen doe die ik leuk vind. En gelukkig vind ik prestaties leveren leuk. Anders zat ik hier ook niet.’ Oracle komt op mij over als een tamelijk harde, sterk op prestaties gerichte organisatie. Klopt dat beeld? ‘Gedreven zeker, maar hard? Ik heb de lerarenopleiding gedaan en ook een half jaar in het onderwijs rondgelopen. Op een bepaalde manier vond ik het daar harder dan hier. Hier is het duidelijk. Je verwacht iets van elkaar en als je daar niet aan voldoet, dan help je elkaar. En als dat dan niet werkt, ja op een bepaald moment stopt het dan. Maar ik weet niet of ik dat hard vind. Het is eerder duidelijk.’ >> nr 7 • 16 april 2008
15
mANAgEmENt
Ik bedoel meer dat extreme van op cijfers sturen en goed is niet gauw goed genoeg. ‘Je wil best in class zijn, zeker. En er wordt ook wel wat van je verwacht. Maar dat soort mensen hebben we hier ook, mensen die het beste uit zichzelf willen halen en die dingen gedaan willen krijgen. Anders houd je het hier ook niet vol. Als je niet tegen het verwachtingspatroon kunt en tegen de continue veranderingen, dan vind je het hier niet leuk. Maar hou je wel van die dynamiek, dan is het hier fantastisch. Ik kan me voorstellen dat dat van de buitenkant als hard overkomt, maar zo ervaren wij het hier in elk geval niet. ‘Dat zie je overigens bij alle internationaal opererende bedrijven: die worden altijd sterk centraal aangestuurd. Ik denk dat zo’n organisatie niet anders meer aan te sturen is, met de snelheid van de veranderingen. Dan zul je centraal moeten zeggen: op die manier gaan we het doen, iedereen gaat die kant uit.’ Heb je dan zelf nog wel wat in de melk te brokkelen, als landenmanager? ‘Ja, er zijn genoeg uitdagingen. We zijn een heel complexe organisatie. Dat heeft enerzijds te maken met de verschillende lines of business, dat hebben meerdere bedrijven, maar vooral ook met de vele acquisities die we hebben gedaan. Het is natuurlijk heel belangrijk om die nieuwe onderdelen goed te integreren, maar wel met behoud van hun specifieke core competence. Daar moet je goed over nadenken. Bij veel bedrijven verdwijnt het nieuwe onder• Quality time met deel in het grozijn zoon tere geheel, maar daardoor • Zorg dragen voor een vlekkeloze verlies je juist integratie van over de kracht ervan. genomen bedrijven Wat wij proberen te doen, en de cijfers tonen • Nadenken over ve rdere carrière aan dat we dat op een of ande• Larry bellen re manier goed doen, is zorgen dat we de core competence van zo’n organisatie behouden, die kennis behouden en de mensen behouden.’
TO DO-LIST
CV JOhAN DOruitEr
Geboren 25 juli 1961 Opleiding? Stichting Opleiding Leraren (SOL), Nyenrode Carrière? 1987 verkoper Kern Software 1989 Hagemeyer, divisie directeur 1994 Managing Director Fujitsu Computers Benelux 1999 Managing director Nederland Fujitsu Siemens 2000 Managing director Nederland Oracle Nu Group Vice President Benelux & Managing Director Netherlands Johan Doruiter is ongetrouwd en heeft een zoon 16
nr 7 • 16 april 2008
Hoe? ‘Door de ene keer het nieuwe onderdeel als een aparte businessline te laten bestaan die zelfstandig op de markt opereert, en de andere keer het meer te incorporeren in je organisatie. Daar moet je dus iedere keer goed over nadenken. Wat we overigens wel direct doen, en ik ken geen enkel ander bedrijf waar de executie daarvan zo effectief en snel is, dat
is zorgen dat iedereen vanaf dag één overgaat op alle systemen die wij hier intern gebruiken. Dezelfde processen, dezelfde systemen, gewoon paf. Dat geeft gewoon duidelijkheid. Want twee jaar lang een beetje langs elkaar heen lopen en iedereen de tijd geven om aan de nieuwe situatie te wennen, daar wordt uiteindelijk niemand vrolijk van.’ Siebel, PeopleSoft, Moniforce en nu weer BEA, waarom doet Oracle eigenlijk zoveel overnames? ‘Je zou kunnen zeggen dat de markt er om vraagt. Organisaties hebben de afgelopen jaren heel veel in IT geïnvesteerd en onze doelstelling is dat ze meer waarde uit die investering kunnen halen. Dat betekent dat je er voor moet zorgen dat je de beste producten op de markt brengt die er zijn. Die ontwikkelen we deels zelf, en verkrijgen we daarnaast door acquisities. We zijn oorspronkelijke begonnen met een database, die hebben we verder ontwikkeld, en daar bovenop hebben we in de loop der jaren middleware gezet en allerlei applicaties. Dus we kunnen het hele scala aan oplossingen bieden, zowel horizontaal als verticaal. Dus we hebben ook specifieke oplossingen voor bijvoorbeeld banking, retail, life cycle management. ‘Door daarnaast op open standaarden te ontwikkelen, kunnen organisaties gemakkelijker overstappen naar Oracle, maar ook in Oracle met andere oplossingen werken. Het is bijna niet meer voor te stellen dat een bedrijf één oplossing heeft, of één standaard. Bedrijven hebben al van alles in huis en hun eigen afweging is of ze willen doorgaan op de ingeslagen weg of overstappen op Oracle, op het moment dat ze dat willen. Dus we blijven gewoon de software van bijvoorbeeld Siebel en PeopleSoft doorontwikkelen, zodat bedrijven niet per se hoeven over te stappen op Oracle als ze dat niet willen.’ Waar praat je met je klanten over? ‘Nou ja, allereerst over wat ik zojuist zei: hoe kunnen ze meer waarde uit hun investering halen. Een ander onderwerp is: hoe krijg je meer informatie boven tafel zodat je beter sturing kunt geven aan de organisatie; business intelligence. Daarvoor hebben we onder meer Hyperion overgenomen. En ten derde security, dat is echt een hot topic. Al die kennis van een organisatie ligt opgeslagen in een database, hoe zorg je er voor dat niemand daar misbruik van kan maken. Daar hebben we oplossingen voor. Bijvoorbeeld als er onderhoud gepleegd wordt aan een systeem dat al die gegevens niet open en bloot op straat komen te liggen.’ Je vertelde net dat je leraar bent geweest. Heb je daar nog wat aan gehad als manager? ‘Nou, ik heb maar een half jaar lesgegeven, dus heel veel heb ik daar niet aan gehad, behalve dan misschien dat je ook een heel andere wereld hebt gezien.’
Maar je vond het niet leuk? ‘Nee, het bleek toch niet te zijn wat ik zocht. Ik gaf Nederlands en gezondheidskunde, onder andere op een huishoudschool. Dan heb je het dus over nagelverzorging en haarverzorging. Nou, daar heb ik niet zoveel mee. Niet omdat het niet belangrijk is, hoor, maar om daar nou les in te geven. En je bent vooral bezig om die kinderen een beetje bij de les te houden, en nauwelijks met je vak. Nee, dat was niets voor mij.’ Wat zijn je plannen verder? Ik las een interview in Computable van drie jaar geleden waarin je zei dat je over twee à drie jaar hier wel weg zou zijn. Wat ging er mis? ‘2008, 2009 heb ik volgens mij gezegd. En ook niet weg bij Oracle, maar op een andere plek. Bij voorkeur binnen Oracle, want ik heb het hier naar mijn zin. Ik moet zeggen dat ik het afgelopen jaar ook wel druk ben geweest om al die pk’s die je krijgt, van de bedrijven die we hebben overgenomen, goed op de weg te krijgen. Ik heb bovendien België en Luxemburg erbij gekregen, dus dat houdt het allemaal nog wel spannend. Bovendien: zo’n scheiding is al ingrijpend genoeg. Om nou meteen het hele huis in één keer af te breken…’
•
nr 7 • 16 april 2008
17
mANAgEmENt
geheimen van wereldwijd spreiden
KORTCYCLISCH: TREND Berenschot constateert dat bedrijven in 2007 veel meer aandacht hadden voor strategieformulering, vaak in combinatie met kostenbeheersing. Het komt volgens het adviesbureau doordat men snel en optimaal op de opgaande conjunctuur wil inspelen met een realistische en gedragen strategie. Marktontwikkelingen voltrekken zich in een steeds hoger tempo, wat leidt tot een behoefte aan ‘kortcyclische’ strategievorming: strategieplannen worden aangepast in plaats van nieuw ontwikkeld en ze hebben een korte tijdshorizon. In hun strategische plannen focussen bedrijven vooral op het veroveren van nieuwe markten in binnen- en buitenland, het zo snel mogelijk leveren van aangepaste producten en diensten, het beheersen van kosten (waarbij kosten- en risicodeling - allianties / partnerships - altijd een rol spelen), en de ‘maak of koop’-beslissing (inclusief opties als outsourcing en fusering).
sommige ondernemingen zijn erg goed in ‘global sourcing’. Wat doen zij wat anderen niet doen? integratie via it blijkt essentieel.
B
ij ‘global sourcing’ worden materialen, processen, ontwerpen, IT en (toe)leveranciers geïntegreerd en gecoördineerd over wereldwijd verspreide inkoop-, ontwerp- en operationele locaties. GS is een geavanceerde maar complexe, lastig uitvoerbare vorm van ‘sourcing’ en toeleveringsbeheer. Twee deskundigen hebben onderzoek gedaan naar Amerikaanse organisaties die excelleren in GS. Deze organisaties blijken zeven kenmerken te hebben: • Het topmanagement is gecommitteerd. Er is een topmanager die optreedt als ‘gs-ambassadeur’. Hij formuleert een visie over en vertaalt deze naar de praktijk, en is verantwoordelijk voor de gs-operatie. • Er is een rigoureus, helder gedefinieerd, ‘lerend’ gs-proces dat ‘best practices’ incorporeert en meting en continue procesverbetering mogelijk maakt. • De benodigde resources zijn beschikbaar: gekwalificeerd personeel, budgetten, informatie, tijd (dit is de meest essentiële en meest schaarse resource) en hulp van mensen buiten het sourcing-proces.
DE IDEALE MENTOR Welke eigenschappen moet een goede mentor hebben? Een enquête onder succesvolle beroepsbeoefenaren leverde het volgende lijstje op. Een goede mentor is iemand die absoluut geloofwaardig en integer is en die je soms dingen vertelt die je liever niet hoort maar je achteraf wel het gevoel geven dat je gehoord bent. Het is ook iemand die maakt dat je jezelf wilt verbeteren en die je zelfvertrouwen geeft (zodat je risico’s durft te nemen en je boven je eigen twijfels en angsten uitstijgt). Een goede mentor ondersteunt je verder bij pogingen om je doelen hoger te stellen en wijst je op kansen en uitdagingen die je zelf nog niet had gezien.
• Er is sprake van integratie via IT (denk aan mondiale gegevenspakhuizen en contract-repositories voor inkoop-units). • Er is een ondersteunend organisatieontwerp: er wordt gewerkt met een formele executive-stuurgroep (die het gs-proces overziet), een topmanager die verantwoordelijk is voor het sourcing-resultaat, en teams voor het analyseren en formuleren van sourcingstrategieën. • Er is een gestructureerde communicatieaanpak: geregelde strategiebeoordelingsbijeenkomstem, internationale trainingsessies, frequente projectupdates via het intranet, wekelijkse ‘conference-calls’, videovergaderingen, webgebaseerde vergaderingen. • Er zijn methodes voor het meten van de besparingen die via GS worden gerealiseerd. Bron: MIT Sloan Management Review
•
potentieel outsourcing niet benut bedrijven zetten nog steeds te laag in op uitbesteding. ze missen potentiële strategische voordelen van outsourcing.
U
itbesteding is een profijtelijke praktijk: bijna 90 procent van de outsourcing-activiteiten heeft een investeringsrendement van meer dan 25 procent. Onderzoek van Deloitte Consulting onder ruim 300 topmanagers en itexecutives bevestigt dat. Toch is er een probleem: de meeste bedrijven halen nog lang niet uit outsourcing wat eruit te halen valt en missen potentiële strategische voordelen van outsour-
Bron: Harvard Business Review
18
nr 7 • 16 april 2008
cing. Slechts 37 procent van de respondenten geeft aan dat verbetering van de ‘klantenwaarde’ een van de belangrijkste motieven was om uit te besteden. Een schamele 27 procent hoopte concurrentievoordeel te realiseren via outsourcing. Veel managers zijn ontevreden over het vermogen van hun outsourcingleverancier om continue of aanzienlijke veranderingen te brengen op het gebied van strategie, proces of technologiegebruik. De ontevreden executives in het onderzoek wijzen op een aantal knelpunten bij serviceleveranciers: onderschatte
reikwijdte, hogere kosten dan verwacht, slechte communicatie, slechte service en slechte rapportage. 64 procent van de respondenten gaf aan dat bij hun grootste outsourcingcontract kostenbeheersing hun belangrijkste motief was, 56 procent noemde toegang tot technologische expertise als belangrijkste motief. Dit wijst erop dat de meeste bedrijven nog steeds een inkoopgerichte mentaliteit hebben - en daarmee een beperkte blik op outsourcing. Met andere woorden: ze mikken te laag. Bron: Deloitte Consulting 2008 Outsourcing Report
•
column
Charles Groenhuijsen
Even de baas van nieuwe president van Amerika? Ik schrijf graag over bazen zolang ik het zelf niet hoef te zijn. Management is een schone zaak en geeft het mensdom veel vermaak. Maar aan mij is het niet besteed. Nooit? Nou ja, zeg nooit: ‘nooit’. Ik wil wel de baas zijn van een presidentiële campagne in Amerika. Daarbij accepteer je het risico dat jouw kandidaat verliest, als miljoenen kiezers liever een andere kandidaat willen en je na een paar maanden ontslaan. Het lijkt wel democratie. Vervelende vliegreizen en morsige motels De kans bestaat ook dat jouw kandidaat wél wint. Dan is je carrière als campagnemanager eveneens van korte duur. Na de verkiezingszege worden de campagnekantoren immers ontmanteld. Maar werkloos ben je niet. Er zijn twee opties: 1. J e kunt voor veel geld in het hele land en ver daarbuiten voor aangename honoraria in gewichtige speeches gaan uitleggen hoe je het ‘m hebt geflikt om jouw kandidaat zo’n beetje tot de Baas van de Wereld te promoveren. Ook CNN vraagt je steeds om commentaar. 2. D e tweede optie is veel saaier. Je voelt je verplicht de winnaar naar het Witte Huis te volgen en daar een ambtelijke baan te accepteren. Dat kan nooit zo leuk zijn als de lange maanden van spannend campagne voeren waarin je zo gretig mopperde over alle vervelende vliegreizen en morsige motels. Maar als dat voorbij is vergeet je ‘t ook weer snel. Hoe groot is de kater als die schoolreisjesachtige pret-excursie ineens voorbij is? Campagnemanager: snel, slim en slecht De vraag is dus of ik geschikt zou zijn voor zo’n baan. Als campagnemanager moet je snel, slim en slecht zijn. Past dat profiel bij mij? Mijn vrouw is de beste expert op dit vlak, maar houdt haar antwoord op deze prangende vraag angstvallig geheim. Jammer... Je moet dus snel zijn want het is een 7 x 24 operatie. De campagnemachine staat nooit stil. Als er een grote of kleine crisis opduikt moet je flitsend snel toeslaan. Je moet ook slim zijn. De tegenstander komt met de onverwachte verwijt dat de kandidaat ter kerke gaat bij een dominee die wel eens iets idioots of schandaligs heeft geroepen. Of er is een vijandig
tv-spotje. Bijvoorbeeld met de beschuldiging dat jouw kandidaat de ervaring mist om - als in het holst van de nacht in het Witte Huis de rode telefoon gaat - in je presidentiële pyjama zonder dralen de juiste beslissing te nemen (‘Start the bombing now!’). Je moet als campagnemanager ook bovengemiddeld slecht zijn. Hoe slecht? Slechter dan je tegenstander. Anders verlies je. Kiezers zeggen een hekel te hebben aan ‘dirty campaigning’. Maar - leuk of niet - elke campagnestrateeg weet ook: Smerige trucs werken meestal wél. Niet beter rekenen dan een analfabete kleuter Wat is het toch leuk de campagne met een managementblik te volgen! Ga maar na. Het is een bedrijf waar 100-den miljoenen dollars in omgaan. Dat bedrag moet je in een paar maanden binnensleuren. In tientallen staten stamp je campagnekantoren uit de grond. Ze worden veelal gerund door wildenthousiaste vrijwilligers. Het is een wonder dat het voortdurend radicaal mis gaat in die campagnes. In elke verkiezingscyclus zien we weergaloze voorbeelden van campagnemanagers die een ongekende prestatie leveren. Neem de campagne van Barack Obama. Hillary Clinton was de gedoodverfde kandidaat van de Democraten. Maar de voor velen onweerstaanbare Barack Obama maakte van Hillary’s rijzende ster een vallende ster. Wat een prestatie van Obama en zijn campagnestaf! Of neem John McCain. Een paar maanden geleden duikelde McCain onheilspellend in de peilingen. Hij moest campagnemedewerkers ontslaan. Nu gaat hij aan kop. Zijn campagnechef heeft de ingekrompen organisatie nieuw leven moeten inblazen. Leuk hoor dat politieke succes. Maar die campagnemanagers weten ook dat de politieke vijanden dag en nacht op de loer liggen om een winnende kandidaat snoeihard onderuit te halen. Campagnes brengen het beste én het slechtste in de mens boven. Vandaar de functie-eisen voor de manager van zo’n campagne: ‘Snel, slim & slecht.’ Zijn dat niet uitgerekend eigenschappen die je als columnist ook goed kunt gebruiken? Charles Groenhuijsen nr 7 • 16 april 2008
19
management
Focus verschuift van ‘compliance’ naar prestaties
It-governance in de lift Door Wilco Leenslag, KPMG IT Advisory
It-governance staat volop in de belangstelling van Nederlandse organisaties. Maar wat ís het eigenlijk? Hoe pas je het toe? En hoe krijg je inzicht in de kwaliteit van je it-governance?
N
a de beursschandalen die aan het licht kwamen aan het begin van deze eeuw zijn in opdracht van de wetgever zware eisen gesteld aan de besturing van organisaties. In reactie hierop hebben veel organisaties de afgelopen jaren flink geïnvesteerd om te voldoen aan wet- en regelgeving (SOX, Tabaksblat, Basel II, enzovoort). De focus op ‘compliance’ rond it-governance heeft in de praktijk geleid tot standaardisering en uniformering van procedures en werkwijzen in it-organisaties. De aandacht was voornamelijk gericht op het afleggen van verantwoording door organisaties over de mate waarin ze deze zaken onder controle had-
Met metamodel en raamwerk is kwaliteit it-governance te beoordelen en te verbeteren den. De laatste tijd neemt de druk van compliance af. De aandacht is meer toekomstgericht. Het gaat nu meer om de prestaties (performance) van de itorganisatie en om de algehele it-governance. Deze ontwikkeling luidt een tijdperk in waarbij de behoefte vanuit het management van organisaties richting waardecreatie door innovatie en prestatie van IT gaat. Hierbij duikt de vraag op bij het management: hoe pakken we dit aan? It-governance 2.0 De afgelopen jaren hebben organisaties veel tijd en geld geïnvesteerd in het implementeren van ‘conControl Focused
Risk management
Control Biased
2010 Performance and Control Optimized
Today
SOX 404
Performance Biased
Y2K Performance Focused
Late 1990’s
Business Improvement Figuur 1: Beheersing versus prestatie
20
nr 7 • 16 april 2008
trol frameworks’ die erop gericht waren te voldoen aan wet- en regelgeving. Deze raamwerken bleken vaak ongeschikt om de daadwerkelijke prestaties van de it-governance inzichtelijk te maken. Hiervoor worden weer andere hulpmiddelen gebruikt. In de praktijk hanteren organisaties allerlei raamwerken en methodieken die elkaar overlappen, zonder dat ze volledig in samenhang worden gebruikt (Itil, Cobit, ISO 17799, CMM(i), ASL, Bisl, enzovoort). Veel van deze methodieken zijn erop gericht de prestaties van it-processen inzichtelijk te krijgen en te verbeteren. Ze worden echter vaak louter toegepast om de continuïteit van IT inzichtelijk te maken, wat belangrijk is vanuit het compliance-perspectief. De komende tijd moet de balans worden gevonden tussen een focus op ‘control’/beheersing (compliance) en een focus op de prestatie van IT (figuur 1). Een focus op beheersing alleen zal niet meer werken. IT moet immers presteren, en het management van organisaties stuurt daar ook steeds meer op. Maar ook zich uitsluitend richten op prestaties werkt niet. Het belang van IT is voor organisaties te groot geworden. De volgende stap in it-governance is om een benadering te hanteren waarmee op een geïntegreerde manier een it-governance-raamwerk wordt gecreëerd dat zowel vanuit compliance-perspectief als prestatieperspectief kan worden ingezet, gebruikmakend van bestaande best practices. De hierna gepresenteerde it-governance-benadering reikt verder dan alleen wet- en regelgeving en is gericht op de algehele kwaliteit van it-governance. Ondanks het feit dat er al veel is gepubliceerd over it-governance hebben organisaties geen duidelijk beeld van wat het precies inhoudt. Verschillende auteurs en instanties definiëren it-governance op verschillende manieren, wat tot verwarring leidt. Bij bestudering van definities blijkt dat de volgende termen veel worden gebruikt om it-governance te beschrijven: (1) structuren, (2) processen en aspecten, (3) (besturings- en beheersings)mechanismen. Ze worden ook in het hierna gepresenteerde metamodel gebruikt, om de kwaliteit van it-governance inzichtelijk te maken. geïntegreerde benadering Het is niet verwonderlijk dat veel organisaties met vraagstukken zitten op het gebied van it-governance en beheersingsraamwerken en de toepassing ervan. Vaak wordt de oplossing gezocht in een pasklare it-governancebenadering, zoals Cobit. Het
s
t at ie )
IT
do
M an
bo
an
Au
ag
di to r
tie ) ni sa
ni sm en
IT Aspecten
F rameworks
Processen
M ec
ha
Perspectieven
Helderheid It-governancebenaderingen die in het kader van onder andere SOX, Tabaksblat en Basel II zijn ontwikkeld, moeten worden uitgebreid tot een geïntegreerd beheersingsraamwerk. Dat raamwerk moet niet alleen gericht zijn op wet- en regelgeving maar ook op actuele ontwikkelingen binnen de it-governance. Daarbij moet worden aangehaakt bij managementvraagstukken rond de algehele kwaliteit van it-governance in organisaties. Met het hier beschreven metamodel en raamwerk kan de kwaliteit van de it-governance in organisaties worden beoordeeld en verbeterd. Daarbij kunnen uitspraken worden gedaan over: • de kwaliteit van processen binnen de aandachtsgebieden; • de kwaliteit van verschillende aspecten (in combinatie met de processen); • de verhouding van perspectieven (of de organisatie te weinig of te veel aandacht besteedt aan een of meer perspectieven, in combinatie met de aandachtsgebieden).
Figuur 2: metamodel it-governance
In het raamwerk zijn hier bij wijze van voorbeeld enkele bekende methoden gebruikt. Ook andere methoden kunnen uiteraard dienstdoen bij het opzetten van een eigen it-governance-raamwerk.
•
Figuur 3: It-governance-raamwerk
Leveranciersorganisatie IT-management
Gebruikersorganisatie CIO
Corperate contribution perspective Monitor & Evaluate
Cobit Vraagorganisatie Functioneel beheer
Planning & Organization
BISL
Acquisition & Implementation
BISL
Deliver & Support
BISL
IT BSC Aanbodorganisatie Applicatiebeheer Technisch beheer ASL
iSPL
Standaarden
ag ra
IT
(v
rg em an is e n
en or
ga
C
IO
em
m Li jn
(a
B est practices
A andachtsgebieden
R
aa
d
va
an
n
ag
be
st uu
r
t
Structuur
PRINCE2
ASL ASL
ITIL
ISO 17799
Internal perspective
nr 7 • 16 april 2008
ITIL
21
ITIL
Future perspective
Het metamodel geeft aan welke rollen, organen en overlegstructuren op welke manier zijn ingevuld in de organisatie. Dit is van wezenlijk belang voor de positionering van de aandachtsgebieden en de toepassing van besturings- en beheersingsmechanismen. Elke zijde van het model representeert een dimensie van it-governance. De aandachtsgebieden representeren de domeinen van it-governance die van belang zijn voor de organisatie. De it-aspecten hebben daarbinnen een faciliterende rol: ze geven invulling aan voor de organisatie specifieke it-behoeftes, bijvoorbeeld op het vlak van risicobeheer, kostenoptimalisatie of beveiliging. De perspectieven geven aan waar vanuit de aandachtsgebieden gekeken wordt, en bepalen in wezen de bril die men opzet op bij itgovernance (bijvoorbeeld een strategische bril of een meer operationele bril). De processen geven aan waarop de aandachtsgebieden betrekking hebben in de it-organisatie. De keuze van mechanismen maakt het mogelijk om een organisatiespecifieke benadering te creëren. Door koppeling van de juiste mechanismen (bijvoorbeeld Cobit, Itil, ISO17799) aan de aandachtsgebieden en de structuur van de it-organisatie ontstaat een geïntegreerde benadering. Het doel van zo’n geïntegreerde it-governance-benadering is om vanuit één metamodel eisen aan en wensen over de kwaliteit van it-governance inzichtelijk te maken en een geïntegreerd controlraamwerk te creëren. Afhankelijk van Raad van de invulling van het model kan het Bestuur een compliance-insteek hebben, een prestatie-insteek of een combinatie van beide. Het abstracte metamodel kan worden vertaald naar een geïntegreerd beheersingsraamwerk dat Lijnconcreet is ingevuld met mechamanagement nismen uit de praktijk (figuur 3). De it-processen zijn in figuur 3 gestructureerd binnen aandachtsgebieden van Cobit. Daarnaast zijn de perspectieven van de ‘it balanced scorecard’ herkenbaar, die de vier windstreken van het raamwerk aangeven waarmee naar itgovernance gekeken kan worden. Andere bekende beheersingsme-
thoden zorgen voor verdere invulling van het raamwerk. In figuur 3 ligt de focus op de it-aspecten ‘functioneel’, ‘applicatie’ en ‘technisch beheer’. Het raamwerk kan weer gekoppeld worden aan de werkelijke situatie van de organisatie. Daarnaast zijn aan de toegepaste mechanismen normen en prestatie-indicatoren te ontlenen die kunnen worden gebruikt om meetbaar inzicht te krijgen in de kwaliteit van de it-governance.
User/Customer perspective
is echter verstandiger om eerst na te gaan wat een organisatie wil bereiken en hoe de organisatie itgovernance kan toepassen. Het is erg moeilijk om bestaande it-governancebenaderingen te vergelijken, omdat elke benadering weer anders wordt beschreven. Als hulpmiddel is daarom het volgende metamodel ontwikkeld (figuur 2), dat is afgeleid van in de literatuur beschreven it-governanceconcepten. Hiermee is het mogelijk om een generieke benadering te creëren die toepasbaar is in veel organisaties. Zij hoeven dan niet vooraf te kiezen voor een specifieke it-governancebenadering.
mANAgEmENt
klant als innovatiebron
MILIEU: ALLEEN ALS HET KOSTEN BESPAART CIO’s houden alleen rekening met de milieu-impact van technologie als het kosten bespaart, blijkt uit onderzoek in opdracht van HP. 81 procent van de beslissers over technologie-investeringen vindt dat het duurzaamheidaspect een rol speelt voor hun organisatie, maar slechts 58 procent zal alleen andere keuzes maken als dat een positief effect heeft op het kostenniveau. Veel bedrijven zijn dus op zoek naar oplossingen die goed zijn voor de wereld én voor de portemonnee. Slechts een op de vijf bedrijven vindt de natuur niet zo belangrijk. Bijna 70 procent meet de impact van hun technologische processen op het milieu. Bron: Penn, Schoen & Berland Associates & HP- 2008 Pressure Point Index
bedrijven die excelleren in productinnovatie, laten zich sterk leiden door de ervaringen en inzichten van hun klanten.
I
n de traditionele kijk op productontwikkeling bedenkt de eenzame uitvinder een briljant product. Edison. Bell. Nobel. In werkelijkheid is effectieve productontwikkeling meestal gebaseerd op een dynamische, complexe uitwisseling van ideeen, inzichten en ervaringen tussen ingenieurs en technici, marketingmensen en eindgebruikers. Dat het cruciaal is om de gebruiker een centrale rol te geven in de productontwikkeling, wordt bevestigd door onderzoek van adviesbureau Booz Allen Hamilton en de Wharton School. Hoe pakken bedrijven die goed zijn in productinnovatie – categorie Apple, McDonald’s en Procter & Gamble – het aan? Een aantal best practices: • De medewerkers gebruiken het product. Managers – óók senior executives – moeten gebruiker van hun eigen product zijn en blijven. • Er wordt grondig marktonderzoek naar de klantenbehoeften gedaan. Daarbij wordt ook feedback gezocht van voormalige klanten en ontevreden klanten (die waardevolle informatiebronnen voor productinnovaties zijn) en van bijvoorbeeld lokale partners in nieuwe
SLECHT BEHEER CONTACTGEGEVENS Nederlandse bedrijven schatten de schade als gevolg van gebrekkig contactgegevensbeheer op 11 procent van de omzet. Dat blijkt uit wereldwijd onderzoek van Qas. Slechts 46 procent van de organisaties heeft een duidelijke strategie op dit gebied, en de overgrote meerderheid voldoet niet aan de wettelijke regelgeving. Nederland komt zelfs als allerslechtst uit de bus. Ruim eenderde van de bedrijven checkt op geen enkele wijze de informatie die ze van derden ontvangt. Dat leidt tot vervuilingen, waardoor potentiële klanten niet worden bereikt of bijvoorbeeld lastig worden gevallen met verkeerd geadresseerde post. Het bewustzijn van de problematiek neemt overigens toe: in 2005 was een kwart van de bedrijven zich bewust van de gevolgen van slecht databeheer, nu bijna de helft.
markten (denk ook aan verre landen). • De engineers hebben nauw contact met de markt. Dat bereik je door te werken met crossfunctionele teams met marketingmensen en technische mensen (die geregeld samen op bezoek gaan bij klanten en met gebruikers praten). • Er zijn wereldwijd r&d-operaties opgezet - in de buurt van de markten waar de producten worden verkocht. • Er wordt onderzoek gedaan naar het gedrag en de motivaties van klanten, bijvoorbeeld door heavy users van het product in dienst te nemen en door zeer nauwe relaties met klanten aan te gaan. Inzicht in de diepere motivaties van gebruikers – het waarom van hun gedrag – levert vaak de beste inzichten op over wat kansrijke innovatiemogelijkheden zijn. Je ontdekt zo nog niet vervulde (vaak onbewuste) behoeften van klanten.
•
Bron: Strategy+business
innovatiefste bedrijven google, Apple, en facebook vormen de top-3 van de fast-50.
D
e Fast-50 is een ranglijst van de innovatiefste bedrijven ter wereld. Deze bedrijven, die steeds weer opnieuw met opmerkelijke, geweldige nieuwe ideeën komen, geven de wereld van morgen vorm. Op 1) staat Google, dat tien jaar na zijn ontstaan nog steeds barst van de creativiteit en ambitie en dat de wereld hondsbrutaal blijft bestoken met innovaties. Op 2) staat Apple, nog zo’n wonder van innovativiteit. Sociaal-netwerkgigant Facebook staat op 3), gevolgd door ras-innovator General Electric, design- en managementconsultancy Ideo, Nike, Nokia (in 1865 begonnen als houtpulpmolen...) en Alibaba (het Chinese eBay). Bron: Fast Company
22
nr 7 • 16 april 2008
•
fAst 25
1.Google 2.Apple 3.Facebook 4.GE 5.Ideo 6.Nike 7.Nokia 8.Alibaba 9.Amazon 10.Nintendo 11.Procter & Gamble 12.News Corp.
13.Affymetrix 14.Disney 15.Samsung 16.Method 17.Target 18.HP 19.Tesco 20.Ausra 21.Timberland 22.IBM 23.Arup 24.Anomaly 25.Autodesk
column
georges ataya
Onaangepaste architectuur
Verdeel en beheers Bedrijven moeten de beste technologie en technologische ondersteuning niet geven aan senior managers maar aan de functies die de meeste economische waarde voor de organisatie genereren.
I
n de meeste grote organisaties hebben de ceo en het senior management de beschikking over de beste technologie en de beste technologische ondersteuning. Hoe logisch is dat eigenlijk? De praktijk is in elk geval contraproductief, blijkt uit onderzoek van Unisys. De beste IT en it-ondersteuning moeten juist gaan naar de functies die de meeste impact hebben op de bedrijfsprestatie en die realtime informatie moeten krijgen om hun werk goed te kunnen doen. We hebben het dus over functies/afdelingen als verkoop, klantenservice, financiën en ‘fieldservice’. Unisys onderzocht welke bedrijven het best presteren in it-ondersteuning en ontdekte dat de focus bij koplopers in it-support anders ligt dan bij de achterblijvers. Bij de achterblijvers geeft 71 procent de hoogste technische ondersteuning aan het topmanagement, bij de koplopers is dat slechts 64 procent. De koplopers in it-ondersteuning geven bovendien twee tot vier keer zo vaak een hoog niveau van ondersteuning aan vitale functies als verkoop, klantenservice en finance. Dit is de les: wijs IT en it-ondersteuning niet hiërarchisch toe maar op basis van de economische waarde van de functie. Unisys doet vier aanbevelingen: • S egmenteer de benodigde ondersteuningniveaus in de organisatie, net zoals je klantensegmenten definieert en bepaalt welke producten en serviceniveaus die krijgen. Twee zeer belangrijke segmentatiecriteria zijn: hoe dicht bevindt de afdeling/functie zich bij de dagelijkse inkomsten, en hoe groot is haar behoefte aan realtime informatie? • Geef deze functies niet alleen ondersteuning in de vorm van probleemoplossing, maar help de mensen in deze functies ook om op betere manieren te werken en zoek uit hoe IT hun productiviteit kan verbeteren. Grote productiviteitsverbeteringen in deze vitale functies leiden tot nog veel grotere productiviteits- en inkomstenverbeteringen voor de organisatie als geheel. • Meet de effectiviteit van de it-ondersteuning niet alleen via de traditionele ‘service level agreements’ maar ook op de mate waarin de ondersteuning de productiviteit van de sleutelmedewerkers verbetert. Met hoeveel extra prospects kunnen verkopers contact opnemen? Hoeveel makkelijker is het voor de afdeling financiën om facturen te verwerken? Of voor buitendienstmensen om klanten te helpen? Enzovoort. • Omdat je meer technische ondersteuning gaat geven aan de medewerkers die het dichtst bij het ‘inkomstenvuur’ zitten, moet op zeer efficiënte wijze ondersteuning bieden aan de rest van de organisatie. Zodat je it-supportbudget niet toeneemt. Bron: MIT Sloan Management Review
•
Herkent u dit? • systemen die onvoldoende flexibel zijn of niet beschikken over gegevens om tegemoet te komen aan een op het eerste gezicht eenvoudig verzoek uit het bedrijf; • IT die een hinderpaal is om bedrijfsdoelstellingen te realiseren; • herontwikkeling vanaf nul bij een nieuw initiatief; • moeizame en dure ontwikkeltrajecten bij aanpassingen van regels of processen; • een verschillend antwoord op dezelfde vraag uit verschillende delen van de organisatie; • personeel dat bezig is gegevens te hercoderen van het ene it-systeem naar een ander; Al deze punten kunnen wijzen op een weinig flexibele en robuuste it-infrastructuur.Veel organisaties worstelen daarmee. Hoe dat komt? Het is gemakkelijk om informatici daarvan de schuld te geven. Dat kan natuurlijk kloppen. Mischien ontbrak het hen aan visie of technisch kunnen.En misschien ook aan de kracht of de communicatieve vaardig heden om de onwil in het bedrijf te overwinnen om wel voldoende tijd en middelen te investeren in een gezond en toekomstbestendig resultaat. Het komt nog altijd regelmatig voor dat noch de directie noch de belangrijkste gebruikers worden betrokken bij ingrijpende it-beslissingen. Dit is eigenlijk een pleidooi voor een ‘enterprise architectuur’. Bouw aan een gezond raamwerk, aan een goed skelet. Niet zelden komt een organisatie in de verleiding te kiezen voor een snelle en goedkope oplossing. Dat is niet altijd een slechte keuze, maar er wel vaak één voor korte termijn. Soms is er geen andere keuze dan het aanschaffen van dat ene pakket om een bepaald probleem op te lossen, om een bepaalde vraag in te lossen. Maar wie niet elke drie jaar overnieuw wil beginnen, doet er goed aan kortetermijnoplossingen zoveel mogelijk te mijden. Blijf voor ogen houden dat het beter is een homogene set toepassingen te bouwen op basis van gestructureerde gegevens. Om van een technische oplossing een functioneel succes te maken, moeten er zaken worden geregeld die vaak worden verwaarloosd: zoals het aanpassen van bestaande functionele processen, conversie van gegevens, actieve betrokkenheid verwerven van eindgebruikers enzovoort, enzovoort. Enterprise architecture is een essentiële beheerspraktijk om te zorgen dat de systemen homogeen en robuust zijn. Het is ook een essentieel element in de bedrijfsstrategie, en een competitief voordeel.
Georges Ataya is hoogleraar aan de Solvay Business School en vicepresident van het IT Governance Institute nr 7 • 16 april 2008
23
mANAgEmENt TOP-10 ORIËNTATIEBRONNEN SOLLICITANTEN 1.
vacaturesites (gebruikt door 69% van de sollicitanten) 2. dagbladen (55%) 3. bekenden/netwerk/Hyves/ LinkedIn (49%) 4. internet: zoekmachine (41%) 5. open sollicitatie (39%) 6. interne vacatures (38%) 7. internet: bedrijvensite (36%) 8. huis-aan-huisbladen (36%) 9. uitzendbureaus (29%) 10. vakbladen (38%) Bron: Intelligence Group
gamers werken! Werknemers die online gamen, zijn een aanwinst voor elk bedrijf.
W
STARTERS BEDROGEN 90% van de startende werknemers vertrekt binnen een jaar bij de eerste werkgever. Dat blijkt uit onderzoek van werving- en selectiebureau Young & Ambitious. De belangrijkste vertrekredenen zijn gebrek aan doorgroeimogelijkheden en gebrek aan uitdaging. Dit komt deels doordat starters vaak geen reëel beeld hebben van hun (toekomstige) functie. In vacatures beschrijven bedrijven vaak een beperkt aantal elementen van de functie - alleen de leukste - en laten ze de andere taken buiten beschouwing. Dit geeft starters een scheef beeld, waardoor de functie sneller tegenvalt. Gevolg: onnodige uitval.
ETIQUETTE VOOR MANAGERS Zelfs in Duitsland zijn de tijden voorbij dat een manager als vanzelfsprekend over goede sociale en culturele vaardigheden beschikte. Veel managers ervaren het althans als een serieus probleem dat zij onvoldoende weten ‘hoe het hoort’ bij zakenlunches, uitstapjes en diners met relaties en andere zakelijke bijeenkomsten. Dus volgen steeds meer Duitse managers een cursus business behavior. Dat kan uiteenlopen van tafelmanieren (hoe eet je soep?) tot algemene omgangsvormen en cultivering. Het aantal Manierencoaches in Duitsland is in vijf jaar ruimschoots verdubbeld. Businessetiquette-trainer Jan Schaumann: “Nett sein ist zum Erfolgsfaktor im Konkurrenzkampf geworden.” Bron: Managermagazin
24
ie online games speelt, ontwikkelt allerlei kwaliteiten waar een bedrijf veel aan heeft. Gamers hebben vijf karaktertrekken die erg waardevol kunnen zijn in een zakelijke context: 1. Gamers zijn resultaatgericht. Ze willen worden geëvalueerd via puntensystemen, titels en ranglijsten. Niet de beloning is het doel: men wil zichzelf verbeteren.
2. Zij onderkennen de kracht van diversiteit en weten dat het teamwerk waaraan elk individu bijdraagt essentieel is. 3. Gamers houden van verandering. Want iedere verandering is een uitdaging. 4. Ze vinden het leuk om te leren. Zij hebben er lol in om obstakels te overwinnen door nieuwe tools en methoden te gebruiken. 5. Zij opereren op het randje: gamers onderzoeken vaak radicale alternatieven en innovatieve strategieën. Bron: Harvard Business Review
•
‘burnout’ of vroegtijdige veroudering? soms raken ondernemingen op het toppunt van hun succes vrij plotseling in zwaar vaarwater. hoe kan dat?
U
itstekend presterende bedrijven, de lievelingen van aandeelhouders en analisten, kunnen zomaar in een paar jaar tijd in grote problemen raken. Hoe kan het gebeuren dat succesvolle, schijnbaar eeuwig stralende sterren onverwacht een vrije val maken? Gilbert Probst (Université de Genève) en Sebastian Raisch (Universität St. Gallen) hebben de honderd grootste organisatiecrises van de afgelopen vijf jaar geanalyseerd op faaloorzaken. Er blijkt een bepaalde ‘faallogica’ te zijn die maakt dat sterren vallen.
Succesvolle organisaties die in de problemen raken, doen iets verkeerd in vier gebieden: groei (te snel of juist te langzaam), verandering (te snel of te langzaam), leiderschap (te sterk of te zwak) en cultuur (te veel of te weinig prestatiegericht). Organisaties kunnen daarbij twee syndromen oplopen: ‘burnout’ (te veel van het goede) of ‘vroegtijdige veroudering’ (te weinig van het goede). Hoe kun je dit voorkomen? Het toverwoord: balans. Een gezonde organisatie realiseert duurzame groei, vernieuwt zich en verandert op stabiele wijze, wordt geleid vanuit een situatie van gedeelde macht, en heeft een gezonde organisatiecultuur waarin het gemeenschapsgevoel in evenwicht is met het competitie-element. Bron: Academy of Management Journal
OrgANisAtiEfAlEN DOOr burNOut
• Excessieve groei: overspannen omzetgroei, expansie via grote aantallen overnames, enzovoort. • Onbeheerste verandering: eindeloze reorganisaties, verlies van focus op kernactiviteiten, verlies van identiteit door radicale wijziging van bedrijfsmodel. • Autocratisch leiderschap: alleenheerschappij van de ceo, gebrek aan tegengas, zwak toezicht van RvC, overmoedige en te ambitieuze ceo, top-downcultuur met blind vertrouwen bij volgelingen. • Te prestatiegerichte cultuur: sterke concurrentie tussen medewerkers, veel stress bij medewerkers door zware werklast en agressief klimaat, slechte communicatie door wantrouwen tussen medewerkers. nr 7 • 16 april 2008
OrgANisAtiEfAlEN DOOr VrOEgtijDigE VErOuDEriNg
•
• Stagnerende groei: zwakke omzetgroei, marktaandeelverlies, veel mislukkende groei-initiatieven (acquisities, nieuwe ventures). • Tentatieve verandering: veel weerstand tegen verandering, verouderde producten door gemiste innovatiekansen, hoge kosten door gebrek aan herstructureringsinitiatieven. • Zwak leiderschap: te machtige managers/vakbonden/medewerkers, veel verloop op topmanagementniveau. • Gebrek aan prestatiecultuur: gebrek aan tijdige ‘downsizing’ door een cultuur van gegarandeerde levenslange baanzekerheid, bureaucratie, cultuur van onderprestatie (vaste salarissen, promotie op basis van senioriteit).
CIOnet is een online en offline netwerk voor cio’s en it-managers. De redactie van IT-Executive legt maandelijks twee deelnemers een actuele stelling voor.
panel
Onderzoek wijst uit dat organisaties waarin meerdere mensen de it-strategie opstellen IT beter ingezet wordt en beter functioneert. Zo’n strategie is minder eenduidig dan de cio in sommige gevallen zou willen.
De stelling
Om tot een efficiënte it strategie te komen, moet de cio vooral geen eigen strategie maken “een strategie Moet Je goed verkoPen die leg Je niet ZoMaar oP”
“ik Zie de cio veel Meer als verantwoordeliJke voor Het oPerationele deel van it”
Kostas Gerogiannis (cio NS)
Johan Meulekamp (cio UPC)
“Daar ben ik het mee eens’, zegt Kostas Gerogiannis cto bij NS. “Je moet de it-strategie volledig laten aansluiten op de concernstrategie. Bij de NS willen we de reis van onze klanten zo optimaal mogelijk uitvoeren en ondersteuning. Door bijvoorbeeld een breed pakket aan informatie aan te bieden. En dat doe je door je focus niet alleen te beperken tot de interne processen, maar ook verder te kijken naar de omgeving die betrokken wordt in je bedrijfsvoering. De technologie moet dat doel ondersteunen, maar je moet als afdeling binnen het bedrijf ook een iets specifiekere invulling geven aan dat doel. Om dat mogelijk te maken moet je informatiestromen in je eigen systemen ontsluiten en deze koppelen met die van anderen. Om je doel te bereiken, moet je zo veel mogelijk bij de business aansluiten, je eigen ruimte creëren en een aanpak kiezen die anders is dan een opdracht uitvoeren. Het maakt onderdeel uit van het grotere geheel. Het gaat erom zoveel ruimte te creëren voor jezelf dat je een eigen invulling kunt geven van IT aan de totale bedrijfsstrategie. Als je aan een nieuwe strategie werkt begin je met het opstellen van een informatieplan. Hier betrek je de managers van de verschillende business units bij. Als dat plan er eenmaal is, dan komt er een plan van aanpak om deze vernieuwing te realiseren. Ook dit bespreek je met anderen uit het bedrijf. Een strategie moet je nu eenmaal gewoon goed verkopen. Die leg je niet zomaar op. Een goede strategie wordt door de rest van de organisatie onderkend en begrepen. Daarnaast moet het realistisch zijn en snel te implementeren. Ik vind dan ook dat IT een ondersteunende rol speelt. Dat wil niet zeggen dat je nooit nee mag verkopen. Je moet er wel goed opletten dat je eigen organisatie goed op orde blijft. Projecten hebben al snel een te hoog ambitieniveau en houden te weinig rekening met de omgeving. Je middelen zijn niet oneindig en er moet een goede balans zijn tussen capaciteit en output.”
“Ik vind dat de cio wel zijn eigen plan moet trekken”, zegt Johan Meulekamp, werkzaam binnen UPC’s Corporate IT afdeling (CIO Operations en Infrastructuur). “Het is nu vaak zo dat IT als een beheerafdeling gezien wordt en ook functioneert. Andere afdelingen hebben de neiging om IT als vertragende factor te zien. Collega’s zien gewoonweg niet in dat er achter die applicaties zware productiesystemen zitten die je niet zomaar vervangt. Daarnaast is er gewoon teveel onduidelijkheid over wat IT precies bijdraagt aan het bedrijfsresultaat. Hier komen verkoop- en marketingvaardigheden om de hoek kijken, maar die ontbreken meestal binnen it-afdelingen. Je kunt dat beeld bijstellen door transparanter te gaan werken, door te laten zien hoe je presteert en wat dit bijdraagt aan de resultaten. Daarnaast moet alle werknemers begrijpen wat de bestaansreden is van het bedrijf en - misschien nog belangrijker - hoe dat bedrijf kan blijven bestaan. Verplaats je in je klanten. Dan besef je al snel dat jouw organisatie zich moet onderscheiden om die klanten te behouden. In dat opzicht is IT voor UPC van strategisch belang. In Europa hebben wij bijna tien miljoen klanten, die als zij naar de klantenafdeling bellen à la minute bediend moeten worden. Het vereist it-strategie om steeds een stapje voor te blijven op de concurrentie. Ik vraag me trouwens af of de cio degene moet zijn die dit strategische plan opstelt. Ik zie de cio veel meer als de verantwoordelijke voor het operationele deel van IT. De cto is veel meer de persoon die de strategische inzet van IT en de vernieuwingsplannen voor de komende tijd moet vorm geven. Zo iemand kijkt buiten de organisatie hoe andere bedrijven IT inzetten en weet precies wat er in de markt speelt. Een cio heeft teveel dagelijkse druk om systemen in de lucht te houden. Tegelijkertijd zie ik ook een ander profiel voor zo’n functionaris opdoemen: meer afstand van de interne IT staan dan nu gebruikelijk. Daarnaast zou het goed zijn als deze persoon met een businessachtergrond naar IT gaat kijken om kosten en impact op processen veel duidelijker te krijgen dan nu het geval is. Het spreekt voor zich dat het strategisch plan dat deze cto opstelt op een transparante manier tot stand komt en in samenspraak met de gebruikers en afnemers van deze diensten. In die zin is van een eigen strategie geen sprake.” nr 7 • 16 april 2008
25
technologie Gerd Tjerkstra trad op 15 april 2006 aan als cio van UWV. De laatste twee jaar daarvoor was hij werkzaam als business development executive bij IBM Nederland. Daarvoor werkte hij vijf jaar als directeur Group ICT bij Delta Lloyd. Verder was hij interim manager bij ING en de NS.
26
nr 7 • 16 april 2008
UWV cio Gerd Tjerkstra maakt zich hard voor meer personeel
Tegen de stroom in Terwijl de meeste organisaties door uitbesteding snijden in hun it-personeel is UWV druk doende om meer it’ers aan boord te krijgen. Cio Gerd Tjerkstra wil de uitvoeringsorganisatie de regie teruggeven over zijn complexe automatisering. Door Sytse van der Schaaf Beeld Rogier Veldman
Het UWV heeft sinds zijn start in 2002 met uitbesteding gewerkt. Is de wervingsactie voor meer eigen it’ers een teken dat de outsourcing van IT te ver doorgeslagen was? “Bij de start van UWV zes jaar terug is uitbesteding van de IT een gegeven geweest. Dat was onvermijdelijk omdat er een fusie-opdracht lag die zijn gelijke niet kent in omvang en complexiteit. Tientallen systemen van de fusiepartners moesten samenkomen in een nieuw systeem. Dat was absoluut niet te realiseren met uitsluitend eigen mensen. Je kunt in uitbesteding heel ver gaan en een uitermate kleine club bij de eigen organisatie overhouden. Maar als de regie-organisatie niet sterk genoeg is, ben je niet in staat om je automatiseringsvragen expliciet genoeg te maken. Aanpassingen aan systemen of de implementatie van nieuwe wetgeving worden in zo’n situatie hooguit in globale termen benoemd. Dat is onvoldoende om informatiesystemen werkend te krijgen. UWV is tot nu toe niet sterk in deze discipline geweest. Zo kon het gebeuren dat - overigens met de beste bedoelingen en alle mogelijke inspanningen van it-afdeling en leveranciers - de data toch niet zo stabiel waren als gewenst en systemen niet de gewenste functionaliteit boden. Bij UWV werd daardoor pas bij het testen van de software duidelijk dat bepaalde dingen niet werkten. Als je zo laat in het bouwproces erachter komt dat de systemen niet doen wat ze moeten dan zijn de kosten absoluut hoger, dan wanneer je eerder in het proces de vinger aan de pols houdt. Sinds mijn komst twee jaar terug heb ik veel energie gestoken in het opbouwen van een regie-organisatie. Het ontwerp dat je zelf maakt, moet zo concreet zijn dat per stap wordt aangegeven wat er precies moet gebeuren. Doe je dat niet goed dan kom je jezelf vroeg of laat tegen. De kwaliteit van het product of de dienst die je bestelt, is namelijk voor een belangrijk deel afhankelijk van hoe goed jij je vragen stelt. Je moet in eigen huis de pro-
bleemanalyse helder krijgen en de vertaalslag maken van business requirements naar ontwerp. Maar de regiefunctie reikt verder dan het ontwerp alleen. Ook als het systeem terugkomt voor een test dan moet UWV zelf bepalen aan welke kwaliteitseisen deze softwarecode moet voldoen. Zelfs als het systeem in productie draait, ben je nog niet klaar. Een contract is niet voldoende. Leveranciers zullen inzage in hun systeemprestaties moeten geven om aan te tonen dat zij hun diensten zo efficiënt mogelijk leveren.” >>
Grootschalige IT-projecten
Minister Ter Horst van Binnenlandse Zaken heeft eind vorig jaar een inventarisatie van grootschalige it-projecten van de overheid naar de Tweede Kamer gestuurd. Dit naar aanleiding van de motie die CDA-kamerlid Jos Hessels in juni 2007 indiende. In deze inventarisatie neemt UWV een indrukwekkende positie in. Bij dit zelfstandig bestuursorgaan staat de komende jaren voor een kleine 700 miljoen euro aan it-projecten uit met een volgens de CBS-methode berekende it-component van 79 procent. De Tweede Kamer heeft zich in een debat in maart in de Tweede Kamer waarin Ter Horst stelde dat de kosten van de it-projecten wel meevallen niet laten overtuigen. Het parlement voert op dit moment een eigen onderzoek uit of de it-verkwisting bij de rijksoverheid buiten proporties is of niet. Project
Looptijd
Kosten1
It-component2
Samenwerking UWV-Belastingdienst
2003-2008
165%
94
Digitaal klantdossier
2005-2008
59%
80
Digitaal verzekeringsbericht
2006-2009
21%
60
Killen en migreren
2006-2009
11%3
100
Verbetering klantgerichtheid UWV
2007-2011
260%
62
Bouw UWV sociaal medische functie
2002-2007
31%
100
Invoering WIA
2005-2008
127%
60
totaal
663%
79,4
1 Miljoenen euro’s 2 Geschatte aandeel van uitgaven aan IT in deze kosten (in procenten) 3 Als de kosten voor de overige fases even hoog uitvallen als bij de eerste zullen de kosten van het project ‘Killen en migreren’ oplopen tot 44 miljoen euro. De totale projectkosten met veel IT daarin bij UWV komen dan uit op 797 miljoen euro. nr 7 • 16 april 2008
27
tender
technologie Prijsvraag Het Actieprogramma Maatschappelijke Sectoren & ICT (M&ICT) heeft zijn zevende prijsvraag uitgeschreven. Thema’s deze keer zijn de digitale vrachtbrief (mobiliteit), blended content (onderwijs), initiatieven voor een betere veiligheid, gaming en simulatie in de zorg, en medicatieveiligheid. Goedgekeurde projecten moeten voor minstens de helft door de indiener worden betaald. De overheid legt de rest bij. In totaal is hiervoor een budget van zeven miljoen euro beschikbaar.
Werkplekken De Provincie Limburg stapt over op een nieuw systeem voor het beheer van de werkplekken. Doel is belangrijke efficiencyverbeteringen te bereiken op gebied van applicatie-packaging, applicatie-distributie, werkplekinstallatie, beheer en asset management. De organisatie is daarvoor op zoek naar een partner die niet alleen kan leveren maar ook een bijdrage kan leveren aan de ontwikkeling van de concepten. De looptijd van deze opdracht is twee jaar. Deze periode kan nog twee keer met een jaar worden verlengd.
Je hebt zelf bij IBM aan de andere kant gestaan. Hoe kwam een organisatie als UWV bij leveranciers over? “Het is voor een leverancier heerlijk als een afnemer zich in een afhankelijke positie bevindt. Je ziet dat leveranciers in de overheidsmarkt vaak proactief zijn. Zodra er een nieuwe wet uitkomt geven ze zonder dat dit gevraagd is precies aan wat er moet gebeuren om de nieuwe regels in de systemen van een overheidsorganisatie te krijgen. Deze opzet werkt alleen niet, omdat leveranciers opdrachten gaan uitvoeren die niet afgestemd zijn op het informatiebeleid van de betrokken organisaties zelf. Er is een aanzienlijke vertaalslag nodig om een nieuwe wet in het beleid en de IT van een uitvoeringsinstantie te krijgen. Als je niet oppast staat de uitvoering van een wet centraal, terwijl het informatiebeleid van UWV nu juist rond de klant wordt opgebouwd. Je moet daardoor in het beleid verschillende componenten en lagen aanbrengen. Neem bijvoorbeeld de wet Werk en Inkomen naar arbeidsvermogen, de WIA. De implementatie van deze wet heeft met verschillende kernfuncties als uitkeren, beoordelen en reïntegratie van UWV te maken. Als je een te groot deel van de verantwoordelijkheid voor het denk- en bouwwerk bij leveranciers legt, worden er te gemakkelijk te grote slagen gemaakt. Voordat je een opdracht voor een verandering uitzet moet je uitgedacht hebben welke systemen precies aangepast moeten worden, hoe dat
Kamer van Koophandel De landelijke Kamer van Koophandel is in de markt voor een nieuw financieel systeem. Het gaat om de software en de implementatie, de ondersteuning en het onderhoud daarvan. Het project behelst eventueel benodigde maatwerkontwikkeling, de koppeling met andere systemen, configuratie, de begeleiding van de testwerkwerkzaamheden en de conversie van het oude systeem. Daarnaast behoren ook opleiding en training tot deze opdracht. Voordat tot daadwerkelijke installatie wordt overgegaan, zal eerst een proof-of-concept moeten worden uitgevoerd op de infrastructuur van de KvK. Mail tips en weetjes over aanbestedingen naar
[email protected]
28
nr 7 • 16 april 2008
moet gebeuren, wie het gaat bouwen en wie het in beheer gaat nemen als het draait. Mijn kennis van hoe een leverancier werkt, wat je wel en wat je niet van een leverancier kunt verwachten, is daarbij van grote waarde geweest voor UWV.” Het personeelsbestand van UWV moest toch krimpen? “Dat klopt. Voor het versterken van de regiefunctie bij UWV moest ik inderdaad tegen de bestaande stroom in roeien. Na het ontstaan van UWV is het beleid er sterk op gericht geweest om de organisatie te laten krimpen. IT was daar geen uitzondering op. In een organisatie waar de mening heerste dat iedereen met minder mensen toe moest, moest ik uitleggen dat ik voor verbetering van de IT juist meer eigen mensen nodig had. Dat was lastig. Vooral ook omdat je verwachtingen moet managen, terwijl dit veranderingsproces toch wel twee tot drie jaar in beslag neemt voordat verbeteringen te zien zijn. Toch is het kwartje gevallen dat je de regie niet kunt uitbesteden, maar ook dat eigen personeel beter werkt dan tijdelijke inhuurkrachten, omdat de kans op interpretatiefouten aanzienlijk kleiner is. Op een gegeven moment bleek dat meer dan de helft van de projectleiders uit externen bestond. Daar komt meer eigen personeel bij. Bovendien is de wervingscampagne uiteindelijk ook een bezuinigingsmaatregel. Externen zijn tenslotte duurder dan eigen medewerkers.”
colUmn Had je als cio genoeg gewicht om deze uitzonderingspositie te creëren? “Mijn voorganger was als directeur IT voornamelijk belast met de technische uitvoering van informatietechnologie. Hij moest het hoofd bieden aan heel wat problemen. De beschikbaarheid van de rekencentra was een issue, de prestaties van applicaties, er was niet eenduidige manier van werken, voor het uitvoeren van dezelfde taken bestonden meerdere systemen. De IT binnen UWV had het imago dat het draadje het regelmatig niet deed. De raad van bestuur van UWV heeft onderkend dat de IT niet goed liep en de managementstructuur aangepast. Voorheen had de directeur IT geen zitting in de groepsraad. Nu zit ik wel bij dit beraad aan tafel. Daarnaast is er een programma gestart om de kennis van IT op
uWv is tot nu toe niet sterk GenoeG GeWeest in de reGie van zijn it het hoogste niveau bij te spijkeren. Ook in de organisatie zelf wordt nu anders met IT omgegaan. Het eigendom van de informatievoorzieningsfunctie is bij de eigenaar van de processen zelf komen te liggen. Dat is een logische stap als je onderkent dat IT belangrijk is voor je organisatie. De proceseigenaren hebben daar dan ook zelf zeggenschap over. Mijn rol als cio is dat ik toets of de eisen die bij de organisatie-eenheden vandaan komen aan randvoorwaarden als efficiëntie voldoen. Je moet natuurlijk niet tien maar één klantinformatiesysteem hebben.”
•
‘UWV heeft Wel hÉÉl Veel ict’
In Nederland zijn er niet veel organisaties die gezien de omvang en complexiteit van de it-processen en -systemen de vergelijking met UWV aankunnen. Dat is de onderliggende boodschap van de wervingscampagne die UWV vorig jaar startte. “De verhalen die af en toe opduiken dat UWV zou kampen met tal van it-problemen speelt ons absoluut geen parten bij de doelgroep die we juist willen binnenhalen”, zegt UWV-cio Gerd Tjerkstra. “Vakgenoten zien de IT van UWV als een flinke uitdaging. Die complexiteit van de systemen doet juist een flink beroep op je capaciteiten als it’ er. Van de beoogde 160 nieuwe werknemers hebben we er inmiddels zo’n honderd mogen begroeten.” UWV zoekt vooral personeel voor it-gerelateerde functies, zoals projectmanagers, business consultants en proces en functioneel ontwerpers. Naast advertenties in diverse media opende UWV een speciale website voor de wervingsactie: www.ictbijuwv.nl.
ron tolido
open weldoeners Het is sterker dan mezelf, dus ik vecht maar niet meer tegen de aandrang. Als een spreekbeurt moet worden gehouden op een plek waar een nadrukkelijke, politiek correcte damp hangt, komen de woorden vanzelf. Een soort van Gilles de la Tourette syndroom. Het gebeurt nogal eens op open source conferenties, zoals vandaag tijdens het grote Go Open evenement in Oslo. Na al die jaren kan er nog steeds zo’n gelijkhebberig toontje opduiken: open oplossingen zijn vredelievend, ecologisch verantwoord en komen slechts na overleg met coöperaties van noest werkende Zuid-Amerikaanse keuterboertjes tot stand. En ze zijn het enige alternatief voor de grijpgrage klauwen van de grootimperialisten uit Redmond. Reden genoeg om de eerste minuten van mijn presentatie te wijden aan de Bill & Melinda Gates Foundation, die ondertussen vele duizenden kinderlevens gered heeft via vaccinatieprogramma’s tegen tbc en malaria. En dan vragen wat de weldoeners van de Open source community daar tegenover hebben gesteld. Er gaat niets boven een warme band met je publiek, zeg ik altijd maar. En waarom eigenlijk nog steeds die drammerigheid rond open? Ook in Nederland hoeft er allang niet meer te worden geëvangeliseerd. Open source wordt routineus gebruikt in de fundamenten van de meest bedrijfskritische toepassingen. Duizenden Javaprogrammeurs werken elke dag met componenten en raamwerken uit het open domein. En het parlement staat vierkant achter de beleidslijn van staatssecretaris Heemskerk om het gebruik van open broncode binnen de Overheid te stimuleren. Goed, in het laatste geval kan er tijdens de overgangsperiode nog wel eens een ambtelijk schuivertje worden gemaakt bij een aanbesteding. Maar dat leidt dan weer tot een paar amusante en leerzame Kamervragen en de vastberaden wil om het de volgende keer beter te doen. Open source is kortom breed geaccepteerd. En wat moet het dan een gek gevoel zijn als je jaren met een demonstratiebord hebt rondgelopen en je op een dag merkt dat iedereen je gelijk geeft. Voor je het weet verval je in larmoyante bespiegelingen, beroofd van een hoger doel. Gelukkig valt er nog genoeg te bereiken: open source oplossingen ontstijgen het infrastructurele gebied en naderen steeds meer de bedrijfvoering (denk CRM, ERP, Business Intelligence). Dat levert nieuwe uitdagingen op en boort een ander, kritisch publiek van gebruikers aan. En warempel: de fameuze 100$ laptop die voor kinderen in ontwikkelingslanden wordt gemaakt, draait geheel op open software. Bill Gates houdt ze gezond en met open source leren ze. Laten we er maar eens niet cynisch over doen.
nr 7 • 16 april 2008
29
technologie
Getronics kent eindelijk KPN-dochter kiest voor desktopbeheer
Door Ben Kuiken
Jarenlang vond de top van Getronics een wereldwijde aanwezigheid en een full service pakket noodzakelijk om zijn internationaal opererende klanten optimaal te kunnen bedienen. Nu de itdienstverlener onderdeel uitmaakt van KPN kiest het voor de werkplek en voor dienstverlening via partners. Klinkt logisch, maar dat leek de vorige strategie ook.
‘D
Getronics zal nog een aantal internationale kantoren afstoten
30
ivestment.’ Desinvesteren is het sleutelwoord tijdens de persconferentie half maart in een kil Amsterdam waarop Erik van der Meijden, de kersverse ceo van Getronics de nieuwe strategie van de it-dienstverlener presenteert. Getronics gaat een aantal bedrijfsonderdelen verkopen, waaronder business application services, business solutions government en healthcare. Deze onderdelen behoren niet langer tot de kernactiviteiten van Getronics, dat, zo vertelt Van der Meijden, zich specifiek gaat richten op werkplekbeheer. “En dan werkplek in de brede zin van het woord,” verduidelijkt de nieuwe topman, “dus ook de mobiele telefoon, de werkplek thuis, in de auto et cetera.” Getronics gaat geen maatwerkoplossingen meer bieden voor één applicatie voor één specifieke klant. Wel standaardoplossingen voor al zijn klanten, die bedrijven dan als een service on tap kunnen afnemen. Getronics heeft al een aantal internationale kantoren verkocht en zal dat de komende jaren blijven doen. Zoals het kantoor in Australië, dat met vijfhonderd man te klein was om echt indruk te maken. Nu het onderdeel uitmaakt van UXC en 3500 man sterk is, is het beter in staat om ook de internationale klanten van Getronics te bedienen. Getronics blijft dus een internationaal opererend bedrijf dat grote klanten als Shell, ING of Achmea waar ook ter wereld kan helpen met het beheren van hun werkplekken, maar het bedrijf vindt het niet langer nodig om overal ook eigen mensen te hebben zitten. Het heeft de afgelopen periode de grote voordelen ontdekt van dienstverlening via lokaal opererende partners. In China bijvoorbeeld was Getronics aanwezig in twee steden: Hong Kong en Macau. Door deze dochter te verkopen aan ServiceOne, waarin Getronics vervolgens een 20 procentbelang heeft genomen, heeft het it-bedrijf dit kunnen uitbreiden naar 34 steden. En, zegt Van der Meijden, niet onbelangrijk: “De relatie met een partner is over het algemeen veel zakelijker dan met een dochteronderneming.” nr 7 • 16 april 2008
De partnerstrategie was al ingezet onder Van der Meijdens voorganger, moet hij eerlijk bekennen. “Maar het werkt heel goed, dus hebben we besloten om haar voort te zetten.” Het is een van de weinige dingen die de compleet nieuwe directie heeft overgenomen van de vorige Getronics-ceo Klaas Wagenaar. Van der Meijden bekent dat hij nogal geschrokken is van wat hij aantrof toen hij op 23 oktober van vorig jaar aan zijn nieuwe functie bij Getronics begon. “Het bedrijf was niet bepaald in een goede conditie. Een van de belangrijkste dingen die we moesten doen was het bedrijf winstgevender te maken. Gelukkig heeft Getronics goed geschoold en gemotiveerd personeel, maar dat was voor de markt niet zo heel erg zichtbaar. Dat moesten we dus meer naar buiten brengen.” Honderd dagen namen Van der Meijden en zijn collega’s de tijd om de nieuwe strategie uit te denken. werkplekbeheer Die nieuwe strategie is dus gecentreerd rond werkplekbeheer, want daarin is Getronics naar eigen zeggen nu eenmaal goed. Het behoort met twee miljoen werkplekken tot de top-5 van de wereld op dit gebied en het wordt zelfs door andere itdienstverleners als EDS en IBM ingeschakeld als onderaannemer voor het beheer van de werkplekken van hun klanten. “Specialisatie loont,” concludeert de eveneens nieuwe coo Jos Schoemaker, die het aantal gebruikers in twee jaar tijd op drie miljoen wil brengen. Om dat te bewerkstelligen en om zich als expert op het gebied van werkplekbeheer te profileren, introduceert Getronics het concept van de Future Ready Workspace 2.0. Dit is een modulair concept van diensten en software, die, afhankelijk van de rol en de functie van de werknemer, eenvoudig zijn uit te rollen en te beheren. Om te onderstrepen hoe eenvoudig, liet Getronics acteur en filmmaker Kees Prins, bekend van onder meer Jiskefet, een leuke film maken met cabaretier Thomas van Luyn in de hoofdrol als dolge-
draaide it-manager. Als hij de beschikking krijgt over FRW, Future Ready Workspace, wordt zijn leven ineens een stuk eenvoudiger en heeft hij eindelijk tijd voor de intermenselijke relaties op de werkvloer en voor de liefde van zijn leven. Happy end Of het sprookje van KPN en Getronics ook een happy end kent, moet blijken. De afgelopen jaren is Getronics iets te vaak van strategie veranderd om met enige overtuiging te kunnen zeggen dat het dit keer wel gaat lukken. Logisch klinkt het in elk geval wel. Het wordt langzamerhand ook duidelijk waarom KPN Getronics heeft gekocht. Het telecombedrijf zoekt naar vervangende omzet voor de teruglopende inkomsten uit het vaste net en profileert zich meer en meer als it-dienstverlener. IT en communicatie smelten tenslotte steeds meer samen tot één geheel. Met Getronics kan KPN deze strategie nu versneld doorvoeren, waarbij Getronics de grote en internationale klanten mag bedienen en KPN de lokale markt en het mkb. De afdeling van KPN die grote ondernemingen van telefoondiensten en netwerkverbindingen voorziet, wordt daarom in de loop van dit jaar bij Getronics ondergebracht. De nieuwe combinatie kan gebruikmaken van de datacenters en netwerken waar KPN traditioneel sterk in is, maar zal ook versneld investeren in nieuwe datacenters in Nederland om aan de grote vraag naar opslag en hosting te kunnen voldoen. Uiteindelijk levert de overname aan synergiebesparingen tussen de vijftig en zestig miljoen euro op jaarbasis op, vertelt Van der Meijden. Daarbij gaat het vooral om vastgoed. Het internationale hoofdkantoor van Getronics in de Amsterdamse Rembrandttoren kost het bedrijf alleen al twee miljoen per jaar. Door samen met de Nederlandse tak in het veel goedkopere Zoetermeer te gaan zitten, bespaart het bedrijf een aanzienlijk bedrag. Daarnaast kunnen KPN en Getronics gezamenlijk inkopen, facturen versturen en kan de combinatie met minder managers toe. Deze besparing heeft Getronics hard nodig om de nodige investeringen te doen. Niet alleen in datacenters en hostingcapaciteit, maar ook in een nieuw merk (Pink verdwijnt) en logo (‘voor de zomer’), in het hele concept van de Future Ready Workspace en in de adviestak. Dit laatste onderdeel zal als een apart merk worden gepositioneerd als het premium merk van Getronics. Dit vooral om goede medewerkers aan te kunnen trekken, waar Getronics momenteel onvoldoende in slaagt omdat het geen helder profiel heeft als it-consultant.
Foto: Herman Wouters / Hollandse Hoogte
zijn beperkingen
Cirkel rond Zoals gezegd: het blijft afwachten of Getronics nu eindelijk de juiste koers te pakken heeft. Eén voordeel heeft het bedrijf alvast: door de overname is Getronics niet langer aan de beurs genoteerd en dat is zeker in deze onrustige tijden op de beurs een zegen. Van der Meijden kan in alle rust en in de luwte zijn strategie uitvoeren zonder daarbij voortdurend op de vingers te worden gekeken door wispelturige aandeelhouders. Daarmee komt tevens een einde aan de misschien wat al te grote ambities van ‘mister’ Getronics Ton Risseeuw, de man
Twee medewerkers in de boardroom bovenin de Rembrandttoren in Amsterdam waar het hoofdkantoor van Getronics enkele jaren ondergebracht is geweest. Vooral door het afstoten van vastgoed zal de KPN-dochter synergiebesparingen tussen de vijftig en zestig miljoen euro op jaarbasis realiseren.
Getronics mag de grote en internationale klanten bedienen en KPN de lokale markt en het mkb
die Getronics ooit naar de beurs bracht en de aanzet gaf tot de koop van het Amerikaanse Wang. Maar laat dat nou net de man zijn die de baas van Van der Meijden, Ad Scheepbouwer, controleert als voorzitter van de raad van commissarissen van KPN. Zo is de cirkel rond en krijgt Risseeuw alsnog de kans om een aantal dingen recht te zetten die na zijn vertrek in 1999 fout zijn gegaan. Kees Prins had het scenario van deze film, ‘the comeback kid’, niet beter kunnen bedenken.
•
nr 7 • 16 april 2008
31
barc08_ad_277x190mm_itexec
15/2/08
10:16
Page 1
Innovation is fuzzy. Insight is sharp.
Trends emerge from nowhere and everywhere. Gartner pinpoints the ones that matter. Symposium/ITxpo in Barcelona is where the future comes into focus. Be there as Gartner unveils the Six Megatrends that will shape your career and the six imperatives they demand. Visit www.gartner.com/eu/symposium for the complete program and to register.
650 analysts worldwide
|
60,000 clients
|
Distilled into one event
Nieuwe regelgeving bestempelt ip-adres als persoonsgegeven
Behavioral advertising aan banden Omdat steeds meer bedrijven uitvoerige profielen van het surfgedrag bijhouden, overweegt de Europese Commissie het ip-adres de status van een persoonsgegeven te geven. Door deze maat regel komt deze informatie onder relatief strenge privacyregels te vallen met alle gevolgen van dien voor de techniek en de organisatie van grote internetbedrijven. Door Maurice Blessing
L
iepen bedrijven als Google, Microsoft en Yahoo de deuren in Brussel de afgelopen maanden al plat vanwege de goedkeuring van hun geplande overnames, de verwachting is dat ze dat om een andere reden de komende tijd zullen blijven doen. Want waar commissaris mededinging Neelie Kroes bij haar beslissing nog uitging van het ‘traditionele’ denken in ‘marktaandelen’, wijst een groeiende groep consumenten, wetenschappers en politici op het grote maatschappelijke en bedrijfsstrategische belang van ‘informatieaandelen’ – bedoeld wordt de vooralsnog nauwelijks gecontroleerde aanmaak door megabedrijven van megadatabanken en de daaruit te destilleren profielen van consumenten. Vooral de populariteit van een relatief nieuwe marketingtechniek als behavioral advertising – waarbij ip-adressen een belangrijke rol spelen – blijkt een bron van zorg. Met als direct gevolg dat Peter Schaar, de toenmalige voorzitter van de Artikel-29 Werkgroep (het Europese koepelorgaan voor privacycolleges), in januari opperde ip-adressen voortaan als persoonsgegevens te behandelen. Op die manier hoopt de Werkgroep meer zicht en grip te krijgen op de aanmaak van dergelijke consumentenprofielen. Tot grote schrik van Google, Microsoft en Yahoo – allen actief op de lucratieve en explosief groeiende markt van online adverteren. Het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP) is vorige week met een officiële adviesnota uitgekomen hoe zoekmachines met ip-adressen dienen om te gaan. De privacywaakhond vindt dat het ipadres de status van een persoonsgegeven moet krijgen, omdat internetgebruikers erop moeten kunnen vertrouwen dat door hen ingetypte zoektermen - die vaak veel informatie over het individu prijsgeven - zorgvuldig worden verwerkt. Dit betekent dat aanbieders van zoekmachines zich aan relatief strenge privacyregels moeten houden
als zij gebruikersgegevens opslaan en profielen van consumenten bijhouden. Ook moeten ze aangeven hoe zij de privacy van hun websitebezoekers garanderen. Verder zouden zoekmachines persoonsgegevens moeten wissen of anonimiseren als zij niet meer voor het specifieke doel worden gebruikt waarvoor zij in eerste instantie verzameld werden. Gevolgen Wat betekent dit nu voor de dagelijkse praktijk? Volgens Ronald Leenes, universitair hoofddocent bij het Centrum voor recht, technologie en samenleving (Tilt) van de Universiteit van Tilburg, zal het nog een tijd duren voordat deze nieuwe kijk op het ipadres in de regelgeving opgenomen is. ‘De Artikel-29 werkgroep brengt alleen advies uit. Het is nu aan de parlementen en regeringen om de benodigde veran-
Het ip-adres krijgt waarschijnlijk de status van een persoonsgegeven. De Europese Commissie wil net als de VS regels introduceren voor behavorial advertising.
>>
nr 7 • 16 april 2008
33
deal
technologie Shell besteedt uit Shell heeft voor zijn wereldwijde communicatie-infrastructuur een overeenkomst gesloten met AT&T. De Amerikaanse telecom-leverancier wordt verantwoordelijk voor de koppeling van de duizenden vestigingen in meer dan honderd landen en de 150 duizend medewerkers van Shell. In totaal gaat het om een bedrag van 1,6 miljard dollar over een periode van vijf jaar. Daarmee is dit voor AT&T de grootste deal die het bedrijf ooit sloot met een buitenlandse onderneming. Maar Shell heeft nog twee andere leveranciers blij kunnen maken. Ook T-Systems, de zakelijke divisie van Deutsche Telecom, kreeg een megacon-
Naast inzagerecht in opgeslagen gegevens mag de consument in de toekomst ook vragen zijn gegevens te vernietigen of er wijzigingen in aan te brengen. Dit is lastig te realiseren.
tract aangeboden. Zij worden verantwoordelijk voor de wereldwijde applicatie-hosting en storage van de oliemaatschappij. Met een bedrag van één miljard dollar is dit ook voor TSystems de grootste deal ooit. De laatste nieuwe outsourcingpartner van Shell is EDS. Dat bedrijf wordt eenzelfde bedrag verantwoordelijk voor de desktops, de helpdesk, de back-up en recovery, de messaging en de mobiele beveiliging. Daarnaast gaat de dienstverlener fungeren als integrator. Daarvoor zal een nauwe samenwerking met AT&T en TSystems worden opgezet.
deringen in de wetgeving aan te brengen.’ Ook it-jurist Arnoud Engelfriet, beheerder van de website www.iusmentis.com, denkt dat het nog minstens enkele jaren duurt voordat er nieuwe wetgeving is. In de tussentijd houden rechters wel degelijk rekening met het nieuwe standpunt van de privacycolleges ook al is de wet nog niet aangepast.’ Opvallend is dat de privacycolleges een slag om de arm lijken te houden: ip-adressen zullen niet per definitie, maar over het algemeen als persoonsgegevens worden aangeduid. Volgens Engelfriet kan dit op grond van de huidige privacywetgeving ook niet anders. ‘Het probleem is dat de Wet Bescherming Persoonsgegevens zeer algemeen is geformuleerd. Als een gegeven is te herleiden tot een persoon, dan is het eenvoudigweg een persoonsgegeven. Het maakt daarbij niet uit dit gegeven moeilijk makkelijk of moeilijk tot een persoon valt te herleiden. De discussie moet daarom niet gaan over de vraag of een ip-adres een persoonsgegeven is, maar of een bepaald ip-adres te herleiden is tot een persoon.’
Medische scans Een aantal ziekenhuizen gaat hun digitale beeldmateriaal opslaan op het MediaPark in Hilversum. Daar verzorgt Technicolor (een voormalig onderdeel van het NOB) sinds 2005 de digitale archiefdiensten voor het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid. Nu komen daar de beelden van het Medisch Centrum Leeuwarden, het Erasmus MC en de Anthonius Mesos Ziekenhuizen nog bij.
Logfiles Dit is echter in de praktijk niet zo gemakkelijk te beoordelen. Een thuisgebruiker met een pc en vast ip-adres zal dit adres voortaan beschermd weten door privacycolleges. Maar waar meerdere mensen op een kantoor gebruik maken van hetzelfde ipadres wordt het verhaal al ingewikkelder. Zeker wanneer dit ip-adres vaak wisselt – wat niet zelden het geval is. Daarbij komt dat een bedrijf met een zekere hoeveelheid ip-adressen in zijn logfiles, of elders in een bestand of op een server, nooit zeker kan weten welke van deze ip-adressen tot personen zijn te herleiden. Dat natrekken is technisch en organisatorisch ingewikkeld en bovendien uit privacyoverwegingen onwenselijk. Volgens Ronald Leenes wreekt zich hier de omstan-
Mail tips en weetjes over aanbestedingen naar
[email protected]
34
nr 7 • 16 april 2008
digheid dat de bestaande Europese privacywetten achter de bedrijfstechnische realiteit aanhobbelen. ‘De Europese privacyrichtlijn en de Nederlandse Wet Bescherming Persoonsgegevens (Wbp) zijn afgestemd op het idee dat een bedrijf data koppelt aan gegevens die in het kader van de bedrijfsvoering worden bewaard,’ legt Leenes uit. ‘Dat bedrijf weet in deze klassieke situatie steeds wie de persoon in kwestie is en bewaart gegevens over die specifieke
Inzagerecht van consumenten zal lastig te realiseren zijn persoon om hem of haar van dienst te kunnen zijn.’ De huidige privacywetten moeten waarborgen dat de omgang met deze ‘klassieke’ persoonsgegevens zorgvuldig plaatsvindt. Maar moderne online marketingtechnieken als behavioral advertising hebben een nieuwe realiteit geschapen. Een bedrijf dat zich op internet manifesteert wordt namelijk – in tegenstelling tot de slager op de hoek – nauwelijks of nooit geconfronteerd met de klant als persoon. ‘In de huidige situatie weten bedrijven vaak niet wie iemand is,’ zegt Leenes. ‘Daar zijn ze ook helemaal niet in geïnteresseerd. Niettemin bewaren ze veel gegevens over klanten en gebruikers – via bijvoorbeeld een website of online dienst – om deze gegevens te kunnen combineren tot grote gebruikersprofielen.’ Omdat zich in die profielen geen persoonsgegevens in traditionele zin bevinden, zoals naam en adres, vielen ze tot nu toe buiten de controle van de privacycolleges. In de woorden van Leenes: ‘een beetje naast de wet’. Niettemin zijn ze soms wel te herleiden tot personen, mede omdat de gegevens vaak
column it & recht bij elkaar worden gezocht door middel van een relatief vast gegeven als een ip-adres. Hoe vaak dit in werkelijkheid het geval is, is overigens onbekend. Bedrijven waren tot nu toe immers niet verplicht hun aanmaak van consumentenprofielen in de openbaarheid te brengen. Leenes: ‘Als ik nu aan Google vraag of ik mijn profiel kan inzien, dan is het antwoord: “Welk profiel? En hoe weten we dat u werkelijk achter dit ip-adres zit?”’ Meldingsplicht Bedrijven als Google zullen in de problemen komen als ip-adressen daadwerkelijk als persoonsgegevens moeten worden behandeld, zegt Arnoud Engelfriet. Temeer daar de profielen die zijn verbonden met een ip-adres dan eveneens als persoonsgegevens moeten worden behandeld. ‘Daarom heeft Google zoveel bezwaar tegen het voornemen van de Artikel-29 Werkgroep: ze kunnen de hele Wet Bescherming Persoonsgegevens over zich heen krijgen.’ Bedrijven krijgen bijvoorbeeld een meldingsplicht bij de colleges ten aanzien van de tijdelijke of langdurige opslag van ip-adressen en de daaraan verbonden profielen. ‘Bovendien krijgt de consument inzagerecht in de opgeslagen gegevens. Hij mag er wijzigingen in aanbrengen of foute gegevens verwijderen. Voor bedrijven als Google zal het heel moeilijk zijn hieraan gehoor te geven.’ Engelfriet zegt dat hij niet kan inschatten in welke mate Google momenteel aan dergelijke verzoeken zal kunnen voldoen – en Google zelf weigert vooralsnog helderheid te verschaffen – maar hij gaat uit van ‘aanzienlijke investeringen’ in techniek en organisatie. ‘Er zullen al- >>
VS werkt aan zelfregulering
De Federal Trade Commission, de toezichthouder op de consumentenwetgeving in de VS, bemoeit zich sinds vorig jaar actief met het vraagstuk van zelfregulering ten aanzien van behavioral advertising. Dit leidde afgelopen november tot een zogenoemde Town Hall Meeting onder de titel ‘Ehavioral Advertising: Tracking, Targeting, and Technology’. Tijdens deze bijeenkomst was er veel aandacht voor de privacyzorgen die behavioral advertising wereldwijd heeft opgeroepen. Ebay sprak er bijvoorbeeld over zijn AdChoise programma, waarbij de consument wordt geïnformeerd over de aard en totstandkoming van individueel toegesneden online advertenties. Een maand later kwam de FTC met een rapport waarin een concreet voorstel werd gedaan met richtlijnen voor zelfregulering. In het rapport worden de volgende voorstellen gedaan: · Iedere website die het surfgedrag in profielen opslaat, moet een duidelijke en prominente verklaring publiceren die de consument informeert over deze informatie-opslag . De consument krijgt bovendien de mogelijkheid om deze opslag te weigeren. · Ieder bedrijf dat data verzamelt voor behavioral advertising moet alle redelijke veiligheidsmaatregelen nemen en mag data niet langer bewaren dan strikt noodzakelijk voor bedrijfsmatige doeleinden of wettelijke voorschriften. · Wil een bedrijf opgeslagen gegevens gebruiken voor andere dan die in de voorwaarden omschreven zijn, dan moet het vooraf de uitdrukkelijke toestemming van de klant bemachtigen. · Voor het gebruik van ‘gevoelige data’ (zoals medische gegevens) moet altijd vooraf de specifieke toestemming van de klant verkregen worden. De FTC wil na overleg tot een meer specifieke definitie komen van het begrip ‘gevoelige data’ en laat de mogelijkheid open dat deze in het geheel niet zullen mogen worden gebruikt voor behavioral advertising. De FTC onderzoekt momenteel of zoekinformatie ook voor andere doeleinden wordt opgeslagen en of hierdoor aanvullende richtlijnen wenselijk zijn. Het rapport is te vinden op: www.ftc.gov/os/2007/12/
peter van schelven
Comply or explain: weg ermee! Volgens plan verschijnt er medio dit jaar een rijksbrede instructie in de Staatscourant waarin de rijksoverheden worden verplicht zogeheten open standaarden toe te passen. De lagere overheden moeten eind dit jaar volgen. In Haagse kringen bestaat al enige tijd een onwrikbaar geloof in open standaarden. In de ogen van veel politici en beleidsmakers is het toepassen van open standaarden hèt middel bij uitstek om de interoperabiliteit van ict-systemen te verbeteren, het mislukken van overheidsautomatisering tegen te gaan en de vermeende afhankelijkheid van marktpartijen te verminderen. Onlangs publiceerde het Forum Standaardisatie daarom een eerste basislijst met tien standaarden onder meer op het gebied van itbeveiliging, webapplicaties, gegevensuitwisseling en het formaat van documenten. Vooruitlopend op de komende instructie dient de rijksoverheid de basislijst sinds 1 april jongstleden reeds toe te passen volgens het principe ‘comply or explain’. Volgens dit principe wordt geacht de open standaarden min of meer blindelings te hanteren, tenzij er een goede reden bestaat waarom toepassing achterwege kan blijven. Toepassing van een open standaard kan kennelijk zonder nadere motivering geschieden. Juridisch gezien acht ik het principe ‘comply or explain’ uiterst dubieus. De bedenkers ervan lijken te vergeten dat het min of meer verplicht hanteren van een open standaard op gespannen voet staat met de Europese regels inzake overheidsaanbestedingen. Immers, volgens het Europese aanbestedingsrecht mogen overheidsinstellingen bij hun aankopen slechts relevante en proportionele eisen aan aanbieders opleggen. De vraag of een aanbestedende dienst zich aan deze bikkelharde basisregel van het aanbestedingsrecht houdt, kan slechts van geval tot geval worden getoetst. Dit laat zich moeilijk in algemene regels vangen. Echter, open standaarden pretenderen algemeen toepasbare voorschriften te behelzen. Het verheffen van een open standaard tot een verplichte algemene gedragsnorm lijkt daarom onverenigbaar met het Europese recht, dat van een hogere orde is. Het is niet moeilijk je situaties voor te stellen, waarin de eisen uit de lijst van open standaarden niet relevant en disproportioneel zijn en aanbestedingsrechtelijk gezien dus illegaal. De overheid roept met haar open standaarden hiermee nieuwe problemen over zich af. Het wreekt zich dat de overheid tot op heden niet gedegen heeft nagedacht over het raakvlak van open standaarden en Europees aanbestedingsrecht. Nu ik deze klacht ook in kringen van gezaghebbende overheidsjuristen verneem, lijkt het hoog tijd voor een gedegen juridische bezinning. Peter van Schelven Juridisch adviseur ICT~Office nr 7 • 16 april 2008
35
technologie de Kern
· Hoogstwaarschijnlijk vanaf april zullen ip-adressen binnen de EU als persoonsgegevens moeten worden behandeld · Dit betekent dat alle aan een ip-adres verbonden data ook onder de Nederlandse privacywet vallen · Bedrijven die grote consumentenprofielen samenstellen op basis van ip-adressen moeten uitgaan van aanzienlijke investeringen in techniek en de organisatie in de toekomst
leen al mensen moeten worden aangenomen om verzoeken aan te nemen en te behandelen. Als een klant bijvoorbeeld verzoekt een bepaald gegeven weg te gooien, dan moet het bedrijf ook kunnen verifiëren of die specifieke klant wel bij het betreffende ip-adres hoort. Als een bedrijf dergelijke gegevens niet een-twee-drie kan opvragen, dan moeten er technische aanpassingen plaatsvinden.’ Daarbij komt dat bedrijven die profielen aanmaken voor targeted of behavioral advertising – persoonlijk toegesneden advertenties gebaseerd op surf- en/of aankoopgedrag – een serviceprobleem krijgen. ‘Als men om de haverklap gegevens uit die profielen moet gaan verwijderen, dan zal dat een negatieve invloed hebben op de werking van het advertentiemodel.’ Ronald Leenes vraagt zich hardop af waarom bedrijven niet massaal overgaan op profielenaanmaak op basis van cookies. ‘Op die manier kun je ook gegevens koppelen. Tegelijkertijd heb ik als gebruiker de mogelijkheid een cookie te wissen, zodat er geen enkele link meer bestaat tussen mij en het bedrijf dat de gegevens verzamelt. Ik kan daarmee wat van mijn privacy terugwinnen als ik dat wil.’ onrUst Maar ook met zo´n werkwijze zal een bedrijf op zijn tellen moeten passen. Zie de recente onrust rond het online advertentiebedrijf Phorm. Van dit
Amerikaanse bedrijf kwam onlangs een omstreden samenwerkingsverband aan het licht met drie Britse isp’s. Phorm wilde – in eerste instantie heimelijk – het surfgedrag van hun bij elkaar 10 miljoen Britse klanten in kaart brengen om aan de slag te kunnen gaan met behavioral advertising. De aanmaak van profielen zou geschieden aan de hand van uniek genummerde cookies die op de browsers van consumenten terecht zouden komen. Publicaties over deze deal leidde tot een storm van protest onder de klanten van de betrokken isp’s. Dit geeft ten overvloede aan waar de diepere oorzaak van het probleem ligt: de moeite die de consument heeft met de opslag van profielen waar hij zelf geen weet van heeft. Of hier nu ip-adressen of cookies voor gebruikt worden, doet er in feite niet toe. Leenes: ‘Er moet daarom hoognodig een discussie op gang komen over wat we nu eigenlijk normaal gedrag vinden van online bedrijven en hoe we het samenstellen van profielen kunnen reguleren.’ Engelfriet sluit zich daarbij aan: ‘Het zal het beste zijn als er via overleg tussen de verschillende partijen een compromis wordt gesloten, zodat er niet eenzijdig een maatregel wordt genomen. Dat zal uiteindelijk de werkbaarheid ten goede komen.’ Komt dit compromis er niet, dan liggen mogelijk meer eenzijdige privacymaatregelen in het verschiet.
•
Verlaag de kosten van uw Data Center met
40%
wij zijn ervan overtuigd dat wij uw energie- en operationele kosten van uw datacenter met 40% kunnen verlagen. slagen we niet in deze missie, dan schenken wij namens u €10.000 aan een mileuorganisatie.
www.ddc-challenge.nl ga de challenge aan en daag ons uit!
36
nr 7 • 16 april 2008
Wil je reageren op een artikel of heb je een mening die er toe doet? Stuur een e-mail naar
[email protected]
Dinsdag 22 april erP in business Congres, NBC Nieuwegein www.heliview.nl
nu de iso offi ce open xml (ooxml) offi cieel heeft goedgekeurd als documentstandaard is er een tweede standaard voor documentformaten. dit maakt iedereen tot een verliezer betogen tineke egyedi van de tU delft en aad Koppenhol van sun.
V
an de oorlogen tussen Blu-ray en Hd dvd weten we dat twee standaarden die dezelfde functionaliteit bestrijken de marktontwikkeling sterk afremmen. Om maar niet te spreken van de dagelijkse frustraties van computergebruikers die zich onnodig vaak met het converteren van documenten bezig zullen moeten houden. Nu ooxml officieel is goedgekeurd ligt de reputatie van de Iso, de verantwoordelijke en vroeger alom gerespecteerde internationale standaardisatie-organisatie, er zwaar gehavend bij. Debet daaraan is niet zozeer de door Microsoft voorgestelde standaard zelf, hoewel gestemd moest worden over een incomplete, zesduizend pagina’s tellende complexe specificatie. In veel opzichten week deze af van bestaande Iso-normen. Proberen mag altijd. Het kernprobleem is dat de Iso zelfs maar heeft overwogen een tweede standaard te behandelen en het ongewone standaardisatieproces dat erop volgde. Het standaardiseren van het documentformaat ooxml lijkt zinvol. Het zorgt ervoor dat verschillende softwaresystemen (interoperabiliteit en leverancier onafhankelijkheid) vrijuit documenten uit kunnen wisselen. Het probleem is alleen dat er sinds 2006 al een standaard voor bestaat namelijk ODF (Open Document Format). Dit formaat is al enige tijd goedgekeurd door de Iso. Waarom heeft de Iso dan toch overwogen om een tweede, overlappende standaard te verwerken? Het antwoord is onduidelijk. Het lijkt alsof dat Iso gezwicht is voor een grote marktpartij. Als we even een stap terug doen en de vraag stellen waartoe standaarden eigenlijk dienen, dan gaat het om zaken als uitwisselbaarheid van documenten, interoperabiliteit, digitale duurzaamheid, toegankelijkheid van informatievoorziening, een transparante markt en leveranciersonafhankelijkheid. Geen enkele andere partij dan Microsoft kan momenteel ooxml implementeren, zelfs als zouden alle technische commentaren verwerkt worden. Het is een te complexe standaard, met teveel ei-
genaardigheden die bedoeld zijn om de ‘legacy’ van oude Office-documenten aan te kunnen. Het kan niet de bedoeling zijn van een Iso-standaard dat er maar één industriegebruiker van is. Als we alles op een rijtje zetten lijkt het erop alsof internationale standaarden te koop zijn. Iso overweegt een tweede, overlappende standaard, terwijl zelfs de Wereldhandelsorganisatie (WTO) daar tegen is. Voor ratificatie wordt een zogenaamde fast-track-procedure gebruikt die verre van een formaliteit is. Verder worden tijdens het spel regels vrij geïnterpreteerd en nieuwe procedures ingebracht. Voor het kopen van een standaard hebben we toch geen omslachtig, democratisch en op nationale belangen gebaseerd normproces nodig. Dat kan al elders. Een echte winnaar is er niet. Alleen heel veel verliezers. De grootste verliezer in deze oorlog is de Iso, die met dit proces zijn eigen legitimiteit sterk heeft ondergraven. De andere verliezer is de burger, die er zeer bij gebaat was geweest als Microsoft in plaats van zijn eigen standaard gekozen had voor het ODF-formaat. Geen conversieproblemen, geen frustraties. Een duidelijke verliezer is ook de overheid, want één standaard zou de veel te hoge kosten van it-projecten hebben kunnen drukken en het plan Heemskerk aanzienlijk hebben vergemakkelijkt. Ook Microsoft verliest tot slot. Want de stap naar open standaarden en interoperabiliteit die het zegt te willen maken, rijmt niet met het initiëren van een tweede Iso-standaard. Het maakt Microsoft uitermate ongeloofwaardig. Voor de korte termijn maakt de uitkomst van het Iso-proces niet veel uit. Microsoft heeft de documentenmarkt op 5 procent na in handen, dus samenwerken moet toch. De uitslag heeft wel enige invloed op wie zich nou aan wie moet aanpassen: Microsoft aan de ODF-ondersteuners of omgekeerd. Kortom, werk genoeg voor de brede beweging voor open document formaten die niet alleen in Nederland maar wereldwijd actief is.
de rePutatie van iso liGt er zWaar Gehavend bij
Reageren? Stuur een e-mail naar
[email protected]
•
nr 7 • 16 april 2008
Dinsdag 22 april best Practices in it management 2008 Congres, De Reehorst Ede www.best-practices-in-it-management.nl Dinsdag 22 tot en met donderdag 24 april tcd 2008 - de thuiswinkel, contactcenter en dm-vakbeurs Jaarbeurs Utrecht www.tcd2008.nl Dinsdag 22 - 24 april overheid & ict Vakbeurs, Jaarbeurs Utrecht www.vnuexhibitions.com Woensdag 23 april dag van het contract Studiedag, Hilton Royal Parc, Soestduinen www.dagvanhetcontract.nl Donderdag 24 april Virtualisatie Congres, De Kuip Rotterdam virtualisatie.heliview.nl Woensdag 7 mei Van Web 2.0 naar enterprise 2.0 Congres, Figi Zeist www.heliview.nl Donderdag 8 mei ict-delta Innovatiecongres, Jaarbeurs Utrecht www.ictdelta.nu Woensdag 25 juni greening the enterprise 2.0 Congres: de mogelijkheden om energieverbruik en milieubelasting drastisch te verminderen van en dankzij ict, IT Executive/MediaPlaza Utrecht www.mediaplaza.nl
Ken je een evenement dat relevant is voor it-managers? Mail deze informatie naar
[email protected]
37
agenda
geen twee standaarden!
forUm
MENS & WERK
Sollicitatiemoeheid slaat toe Nederlanders lijken murw door het gedram van bedrijven die leuren om personeel. De helft reageert nauwelijks nog op vacatures.
A
lleen als een nieuwe baan volledig beantwoordt aan alle mogelijke verwachtingen, zijn mensen nog bereid om er een sollicitatie aan te wagen. Zodra er ook maar een kleine oneffenheid zit in het functieprofiel, de arbeidsvoorwaarden, de locatie of het bedrijfsprofiel, nemen baanzoekers niet eens meer de moeite om zich verder te oriënteren. Dit blijkt uit recent onderzoek van vacaturesite StepStone. De onderzoekers ondervroegen 27.000 bezoekers van de banensite. Een perfecte aansluiting van een baan bij het persoonlijk profiel is een voorwaarde voor de helft van de Nederlanders om zich te melden bij een werkgever, zo gaven zij aan. Dit is een signaal dat de mobiliteit op de arbeidsmarkt afneemt, ondanks het grote aantal
Kletskous ideale leider at hebben leiders als Nina Brink, Marco van Basten, Alan Greenspan en Sara Lee-topvrouw Brenda Barnes? Dat ze blij mogen zijn dat ze de top gehaald hebben. Als ze nu nog zouden moeten beginnen, zou de kans op een succesvolle loopbaan aanmerkelijk kleiner zijn. Dat blijkt tenminste uit het relaas van hoogleraar persoonlijkheidspsychologie Boele de Raad van de Rijksuniversiteit Groningen. De genoemde leiders zijn alle drie introvert. Zij hebben het tij tegen, een gevolg van de hoog ontwikkelde communicatiesamenleving. Tot diep in de vorige eeuw golden stille mensen als wijs en erudiet. Extraversie daarentegen werd vereenzelvigd met pover en oppervlakkig. Nu zijn de rollen omgedraaid. Onderzoek heeft uitgewezen dat extraverte mensen anderhalf keer meer kans heb-
ben om een succesvolle leidinggevende te worden. Zij gelden als spontaan, terwijl de introverte mensen opeens door het leven gaan als contactgestoord. Ongeveer 22 procent van de mensen is introvert. Het succes van extraverte medewerkers wordt bevestigd door onderzoek van Kpmg Integrity. Managers en hoog opgeleiden vinden roddel een uitstekend instrument om hun loopbanen een zetje te geven. Zij kunnen zich hiermee positief onderscheiden, wat de kans op promotie dichterbij brengt. Roddel is bovendien effectief om potentiële concurrentie in een slecht daglicht te plaatsen. Eigen tekortkomingen kunnen ermee worden verdoezeld. Ongeveer de helft van de ondervraagden zegt de roddelen. Ruim 85 procent is wel eens het voorwerp van roddel.
Ordina kweekt bi-talent
W
egens succes geprolongeerd: Ordina is op 1 februari 2008 gestart met de vijfde Business Intelligence Academy. Die leidt jonge medewerkers in twee maanden op tot BI consultant. In april zwaait de 38
nr 7 • 16 april 2008
•
Bang voor terroristen
Hoe meer verhalen, hoe sterker de leider. Waar introverte managers in de vorige eeuw nog als wijs door het leven gingen, gelden ze nu als contactgestoord. Extraverte mensen daarentegen zijn spontaan.
W
vacatures en de populariteit van jobhoppen. Stagnatie van de arbeidsmarkt is door economen al vaker aangemerkt als potentiële bedreiging van de arbeidsmarkt. De desinteresse in solliciteren komt op een moment van lage werkloosheid (4,8 procent). In het buitenland is de werkloosheid hoger en is de kans op een baan kleiner. In Duitsland en België liggen de werkloosheidscijfers boven de 8 procent. Daar is nog driekwart van de ondervraagden bereid om ook interesse voor banen te tonen die niet helemaal passend zijn. Volgens Gijs Bos van StepStone Nederland moeten bedrijven meer moeite doen om functieprofielen uitgebreid te beschrijven. “Wij merken dat dit meer effect heeft,” aldus Bos. “Uit een eerder StepStone onderzoek blijkt dat kandidaten verwachten voldoende informatie te krijgen over een functie. Bedrijven kunnen dus sneller kandidaten aantrekken door simpelweg de vacatures gedetailleerder op te stellen.”
•
H
et broeikaseffect, de hypotheekcrisis, de opkomst van China: managers zijn er niet bang voor. Maar voor terroristen doen ze het wel in hun broek. Dat blijkt uit de UPS Europe Business Monito. Terrorisme blijkt voor Europese managers de belangrijkste zorg (38 prcent). Op de tweede plaats komt de onrust in het Midden-Oosten (33 procent). Niet alle Europeanen hebben overigens dezelfde angsten. Vooral Spaanse managers zijn beducht voor aanslagen. Britten daarentegen liggen vaker wakker van de instabiliteit van de financiële markten. Duitsers vrezen het klimaat en Belgen en Fransen zijn vooral bang voor Chinezen. Nederlandse managers zijn daarentegen juist bang voor bejaarden, het onderwerp vergrijzing. In Europa zijn juist zij degenen die het minst bang zijn voor terrorisme. In het algemeen zijn managers in Europa niet geneigd om hun gedrag te veranderen omwille van terrorisme, ondanks het feit dat deze dreiging heel hoog op hun lijst staat. Negen van de tien respondenten geven aan dat ze hun gewoonten in verband met reizen of het gebruik van openbaar vervoer niet hebben aangepast. Slechts één op tien respondenten zegt minder te reizen of dit zoveel mogelijk te vermijden omwille van de terroristische dreiging.
•
vijfde lichting van deze opleiding af. Zij krijgen een tweejarig contract bij het bedrijf. Sinds 2005 hebben al 67 medewerkers de BI Academy succesvol doorlopen en zijn nu aan de slag als ‘trainee’. Ordina ziet haar BI Academy als een wapen in de strijd om nieuwe medewerkers. Op de arbeidsmarkt zijn bi-consultants nauwelijks te vinden.
•
Banencarrousel
Imago telewerken erodeert
J
ongeren doen nauwelijks aan thuiswerken, zo blijkt uit onderzoek van Ernst & Young. Hoe ouder de medewerker, hoe groter de waardering voor thuiswerken. Meer dan de helft van de vijftigplussers is voorstander van het werken vanuit huis. Het draagvlak bij twintigers en dertigers is de helft kleiner. Jongeren werken gemiddeld zeven uur per week vanuit huis. Ouderen daarentegen zitten vijftien werkuren per week thuis.
Ondanks de reserves neemt thuiswerken nog steeds toe. Afgelopen jaar is het percentage met 4 procent toegenomen. Zes van de tien werknemers in de dienstverlenende sector doet eraan. Een kwart van de ondervraagden denkt dat thuiswerk nog sterker zal toenemen. Deze trend gaat hand in hand met de toenemende vergrijzing op de arbeidsmarkt. Ondanks deze groei is thuiswerk onbespreekbaar in één van de drie bedrijven, stelt Ernst & Young.
•
Minder aardig door coaching Werknemers die een coachingstraject hebben doorlopen, zijn niet altijd de leukste op een afdeling. Waren ze eerst nog meegaand, nadat ze een coach hebben bezocht durven ze opeens nee te zeggen. Bovendien is de kans groot dat ze een andere functie kiezen. Ze doen minder moeite om aardig te worden gevonden. Dat wijst onderzoek van de Erasmus Universiteit uit, dat is uitgevoerd in opdracht van Gitp Lef!.
M
ensen met weinig ambitie komen in beweging zodra zij deelnemen aan een coachingstraject, zo blijkt. Opeens gaan zij carrièrestappen plannen. De verandering komt vooral voort uit toegenomen zelfvertrouwen en meer inzicht in het eigen kunnen. Vrijwel alle gecoachten constateren dat zij duidelijker prioriteiten kunnen stellen. Op het persoonlijk vlak hebben sommigen belangrijke stappen gezet en andere hebben een betere balans gevonden tussen hun werk en privé-leven. Ze komen er tot hun verrassing achter dat kritiek op collega´s of ondergeschikten juist positief wordt ontvangen. Voor anderen geldt dat zij hun medewerkers meer als een zelfsturend team durven te laten functioneren, omdat ze beter los kunnen laten.
•
Ron Koenders is managing partner geworden bij it-adviesbureau Quint Wellington Redwood. Hij gaat zich bezighouden met ‘Education’. Koenders is afkomstig van Ises International, onderdeel van de Schouten & Nelissen-groep.
opzetten en uitbouwen in Noord-Europa. Hij is afkomstig van BMC Software. In zijn carrière heeft hij zich laten kennen als een honkvaste manager. De afgelopen negen jaar werkte hij voor BMC Software en daarvoor twaalf jaar bij Unisys.
Frank Akihary is directeur Benelux geworden bij OKI Printing Solutions. Hij lost daarmee interim manager Hans Pijnacker af, die de afgelopen twee kwartalen namens OKI de scepter zwaaide op de Nederlandse en Belgische markten. Akihary is afkomstig van
Hans van der Plas is op het 13e Nationaal Call Center Congres gekozen tot Contactcentermanager 2008. In het dagelijks leven is hij verantwoordelijk voor de consumentencontacten bij T-Mobile.
Commodore International en heeft daarvoor zijn sporen verdiend bij Konica Minolta, WorldCom, Toshiba en Apple.
Neil Patrick is professional service directeur geworden van het softwarebedrijf BWise. De van OpenPages afkomstige manager gaat zich richten op de VS en Groot Brittannië.
Autonomy’s oprichter en ceo Mike Lynch is benoemd tot Innovator of the Year, onderdeel van de European Business Leaders Awards (Ebla) 2008. Hij ontving de prestigieuze prijs voor zijn baanbrekend onderzoek naar nieuwe methodieken voor search en informatie-
Jan-Roelof Stienstra isl de nieuwe algemeen directeur van DAG Media.. Hij neemt die positie over van Edwin Tromp. Stienstra is al sinds de oprichting lid van de directie van DAG Media B.V. als zakelijk directeur. Hij is afkomstig van KPN, waar hij verschillende functies heeft bekleed op het gebied van sales en retail.
verwerking. De European Business Leaders Awards werden voor het vijfde achtereenvolgende jaar uitgereikt, dit jaar door nieuwszender Cnbc Europe in samenwerking
Bob Post is managing director geworden van de afdeling Ports & Terminals van ODIRIS. Hij was eerder ictmanager voor P&O
met de Financial Times. Rob van Kerkwijk is partnermanager geworden van OutSystems. Hij gaat de organisatie verder nr 7 • 16 april 2008
39
Nedlloyd en cio bij de Euromax Terminal. Oproep: Heb je ook een nieuwe functie. Mail je naam en contactgegevens en de overstap naar
[email protected].
IT-managers gezocht: De redactie van IT Executive zoekt it-managers die in aanmerking willen komen voor een portret. Stuur een e-mail naar
[email protected].
MENS & WERK
DE IT-MANAGER VAN SPAARNE ZIEKENHUIS
Naam: Michel Bouquet Leeftijd: 47 It-manager Spaarne Ziekenhuis sinds: 2005 Omvang it-afdeling: 17 Favoriete gadget: digitale camera Nikon wij Windows 2008 uitgerold. Dit behoort tot de eerste implementaties ter wereld. Begin januari hebben wij Epic Systems ingevoerd, die het oude OK-planning van Chipsoft, de Poli-planning en het RIS (radiologie informatie systeem) van Pink Roccade heeft vervangen. Dit is de eerste implementatie in Europa. We zijn nu bezig over te stappen op een draadloos netwerk dat geschikt is voor voip.”
Portret van een IT-manager (23) Menig it-manager moet als een ware jongleur meerdere ballen in de lucht houden. De directie wil waar voor zijn geld, gebruikers betere ondersteuning en it-medewerkers minder stress. Hoe mensen hun balans vinden tussen deze belangen ziet u terug in een aantal portretten van it-managers.
Vorig jaar zijn we overgeschakeld op het verpleegkundig dossier. Toch denk ik dat we nog drie jaar nodig hebben om te voldoen aan de interne vraag aan technologische vernieuwing.”
Welke opdracht had u van de raad van bestuur? “De raad van bestuur wilde zich als digitaal ziekenhuis onderscheiden. Ik had daarin een vrije opdracht. Daarbij heb ik vooral gekeken naar de technologie die kon bijdragen aan een goede ‘return on investment’. Zodra dat succes oplevert, komt het support van de raad van bestuur vanzelf. Doe wat je afspreekt en liefst nog iets meer, dan win je vertrouwen en respect.”
Hebt je je sporen verdiend in de zorgsector? “Nee, ik heb in allerlei sectoren gewerkt. Mijn studie was Bedrijfskunde en Japanologie, heel andere richtingen dus. Daarna werkte ik in het bedrijfsleven, waar ik nogal wat erp-implementaties heb gedaan. Een ziekenhuis was een andere omgeving waar ik een nieuwe uitdaging zag.”
Hoe automatiseer je het hospitaal? “Wij maken gebruik van standaardapplicaties. Die zijn nodig om snelheid te kunnen realiseren in de automatisering. Het zelf ontwikkelen van software is duur en behoort bovendien niet tot onze kernactiviteiten. Daarom zijn wij ondermeer volledig overgestapt op Sccm en Scom van Microsoft. In maart hebben
Door Henk Vlaming Beeld Nico Boink Hoe spannend is de IT in het ziekenhuis? “Vroeger waren ziekenhuizen weinig gedigitaliseerd. Maar er is een enorme inhaalslag gaande die zelfs omslaat in een voorsprong, ook al zijn er verschillen tussen grote en kleine ziekenhuizen.” Hoe zit dat in uw ziekenhuis? “Het Spaarne Ziekenhuis is een zogenaamd topklinisch ziekenhuis, waar ook onderwijs wordt gegeven. Alle informatie hier is digitaal opvraagbaar, zelfs thuis. Al in 2004 zijn wij overgeschakeld op het elektronisch patiëntdossier. Ook hebben wij onze patiëntenregistratie geautomatiseerd. 40
nr 7 • 16 april 2008
Wordt de zorg hier ook beter door? “Door de automatisering gaat men de organisatie hier anders inrichten. Je kunt meer werk doen, want de efficiëntie neemt toe. Je hoeft bijvoorbeeld nooit dossiers te zoeken, want die zijn online altijd beschikbaar. Dus worden gepensioneerden niet meer altijd vervangen. En dat in een krappe arbeidsmarkt.” Hoe betaal je dat allemaal? “Ik moest goede argumenten aanvoeren om een groter deel uit de pot te krijgen. Anders dan bij bedrijven groeit het budget niet in een ziekenhuis, net zo min als de omzet. Dus moest ik op een andere manier de financiering organiseren. Ik ben begonnen met het zo snel mogelijk uitfaseren van oude technologieën omdat die te duur waren. Geen nicheproducten of aanpassingen aan standaardapplicaties, want dat gaat ten koste van mogelijkheden om upgrades te volgen. Ik beperkt mij tot tot grote leveranciers. Kleine leveranciers hebben niet altijd de capaciteit om hun producten goed te testen.” Wordt het geen saaie eenheidsworst zo? “Een hybride omgeving leidt
COLUMN juist tot veel koppelingen. Als er iets misgaat, is het vaak daar. Er zijn veel leveranciers die mooie dingen kunnen doen, maar die zijn vaak kostbaar en complex en vragen om veel koppelingen. Dat is voor ons te riskant. Het ziekenhuis telt veertienhonderd werkplekken. Als er iets uitvalt bij de IT, dan kan het behoorlijk uit de hand lopen in een ziekenhuis. Wij hebben een kleine it-afdeling die alleen kan functioneren als wij heel efficiënt zijn. Door met grote leveranciers te werken, kunnen wij ons beperken in de omvang van het productportfolio.” En dat lukt? “De mensen hier werken heel hard. Dat kan, als je de juiste mensen hebt. Daarbij helpt het dat wij werken met de nieuwste technologie in een professionele omgeving. Toch werken we met een krappe bezetting. Daardoor zijn wij wel gedwongen om elke drie jaar alle technologie te vervangen, anders raken wij weer achterop.” Wat was je hoogtepunt? De klapper van 28 januari. Toen zijn we met het Epic System live gegaan in de operatiekamer, de radiologie, de poliklinieken, de planning en de spoedeisende hulp. In negen maanden hebben wij dit geïmplementeerd. Tegelijkertijd zijn wij overgegaan op nieuwe hardware, en namen wij Windows 2008 in gebruik, waarbij wij ook een koppeling werd gemaakt met Impax, een beeldsysteem voor de radiologie. Het lukte allemaal zonder storingen. Wij hebben laten zien wat we konden.” Zijn er ook schaduwkanten? “Sommige leveranciers schieten in de verdediging zodra wij het hebben over tekortkomingen van hun systemen. In het ziekenhuis gaat het om mensen. Wij zijn dus alleen geïnteresseerd in applicaties die echt werken. Ik kan daarom niet goed tegen leveranciers die dat niet inzien en alleen een graantje willen meepikken.”
•
RENÉ F.W. DIEKSTRA
Vriendschap als arbeidsvoorwaarde Een jaar of wat geleden verscheen er een opmerkelijke studie. Daarin werd vastgesteld dat bij burn-out en depressies, althans als ze niet al te ernstig zijn, eenmaal in de week een uur of wat praten met een ‘buddy’, een vriend of vriendin, even effectief is als het slikken van antidepressiva of psychotherapie. Veel psychologen en psychiaters zijn geneigd om op zulke onderzoeksbevindingen met scepsis te reageren. Ze zijn in ieder geval niet gauw geneigd om vriendschap als medicijn voor te schrijven. Toch valt dit verband heel goed te verklaren. Veel milde tot matige ernstige uitputtingstoestanden en depressies zijn gevolg of symptoom van chronisch hoge spanning, in relaties, in de opvoeding, op het werk, op financieel gebied, en dergelijke. Het hebben van vrienden waarmee je daarover kunt praten vermindert die stress. Dat uit zich weer in mate waarin stresshormonen in ons lichaam worden geproduceerd, die weer invloed hebben op onze stemming en ons afweersysteem. Regelmatig praten met vrienden of vriendinnen helpt ons lichamelijk en psychisch gezond te blijven of weer te worden. En bij ziektes die niet te genezen zijn, helpt het om daar zo weinig mogelijk klachten van te hebben. We zijn nu eenmaal sociale dieren, door de evolutie zo geprogrammeerd dat we ons moeten ‘associëren’, moeten verbinden met anderen om goed en gezond te leven. LESSEN IN VRIENDSCHAP? Maar zoals wel vaker heeft de evolutie ons wel met een neiging uitgerust, maar niet met concrete vaardigheden om die neiging in de daad om te zetten. We moeten leren om vriendschappen op te bouwen en te onderhouden. Als onze kinderjaren ergens belangrijk voor zijn, dan is het precies hiervoor. Het zou te ver gaan om te zeggen dat onze kinderjaren allesbepalend zijn, maar het is niet overdreven om te zeggen dat kinderen die geen vriendschapsrelaties met volwassenen of leeftijdsgenoten hebben gekend, als volwassenen vaker ongelukkig en ongezond zijn. Ze hebben met andere volwassenen vaker gestoorde, te afhankelijke of te vijandige, relaties. Onderzoek naar de ontwikkeling van zogenaamde ‘onpopulaire’ kinderen, kinderen die door andere kinderen als vriendje werden vermeden (en dikwijls gepest) levert wat dat betreft een verdrietig beeld. Zulke kinderen doen het vaak slechter op school, gaan eerder het verkeerde (criminele) pad op en hebben als volwassene vaker ernstige psychische en sociale problemen. Hun relaties met andere volwassenen zijn dikwijls zo slecht dat het voor alle betrokkenen een voortdurende bron van verdriet, spanning en ontwrichting is.
AANMODDEREN Van iemand die nooit echt vrienden heeft gehad en die ook nooit geleerd heeft hoe je dat doet, vrienden maken, hoeven we als samenleving, partner, kind of collega, ook weinig vriendelijks te verwachten. Dat brengt me op een belangrijke kwestie, die door een vooraanstaande onderzoeker op het terrein van vriendschapsrelaties, Steve Duck, als volgt onder woorden is gebracht. We geloven allemaal, zegt Duck, dat het absurd is om van kinderen en jongeren te verwachten dat ze zonder begeleiding en instructie schoolse of intellectuele vaardigheden ontwikkelen. Maar als het aankomt op iets dat minstens zo belangrijk is, namelijk het vermogen om met andere mensen op te kunnen schieten, laten we ze helemaal alleen aanmodderen. Les in vriendschap is een uitermate belangrijke, verstrekkende en blijvende les in het leven van kinderen en jongeren. Maar ondanks dat feit is het, aldus Duck, ‘a lesson that we leave, irresponsible in my view, to chance alone’. Ik kan hem niet anders dan gelijk daarin geven. In recente publicaties over gezondheid, sociale integratie, en waarden en normen van adviesorganen van de Nederlandse overheid, zoals de Onderwijsraad of Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid of de Gezondheidsraad ontbreekt aandacht voor het grote maatschappelijk belang van vriendschap en vriendschapsvaardigheden bijna volledig. Voor kinderen, maar ook voor volwassenen. Want inmiddels weten we ook dat volwassenen die als kind nooit vrienden hebben leren maken, nog een heel eind bijgespijkerd kunnen worden. Maar de woorden vriendschap en vriendschapsvaardigheden komen in die beleidsnota’s niet eens voor. Terwijl het toch zo terecht is, wat ik onlangs een ZuidAfrikaans boekje over vriendschap las: ‘Wanneer jij op ’n vriend se skouers staan, is meer dinge vir jou sigbaar. Wanneer julle rug aan rug staan, is daar minder om te vrees. Wanneer julle skouer aan skouer staan, is die las ligter. En wanneer julle saam opkyk, is die prag en grootsheid van die hemelruim asemrovend”. Diekstra is psycholoog en oa hoogleraar psychologie aan de Roosevelt Academy Middelburg nr 7 • 16 april 2008
41
ESCAPE
De Escape-minikwis
COLOFON IT Executive is een uitgave Adformatie Groep, onderdeel van Kluwer
1. In 1996 had Microsoft, volgens CoreBrand, de meest waardevolle merknaam bij Amerikaanse bedrijfsleiders. Maar, mede door de succesvolle ‘I’m a Mac, I’m a PC’ spotjes van Apple, zakte Microsoft het afgelopen jaar fors af. Naar welke plaats? a) De tweede plaats, na Apple b) De vijfde plaats, na Apple, Google, IBM en Oracle c) De 59ste plaats, na ongeveer iedereen. 2. Welk bedrijf wordt in twee gesplitst, en waarom? a) Motorola, om Carl Icahn te plezieren b) Microsoft, om Neelie Kroes te zinnen c) De Europese Commissie, om Steve Ballmer een genoegen te doen. 3. Nogal wat web 2.0 wannabe’s hebben knullige namen. Welke van deze vijf is geen nieuwe start-up? a) Floobs b) Viewdle c) Kajagoogoo d) Zilok e) Wuala Antwoorden: 1-c, 2-a, 3-c
Volhouden is de boodschap
2
minuten. De tijd die een hacker op een hackerwedstrijd in Vancouver nodig had om van op afstand een Macbook Air te kraken. Da’s véél minder tijd dan je nodig hebt om de batterij te vervangen. Daarmee ging de Macbook Air trouwens als eerste voor de bijl, vóór een Fujitsu U810 met Windows Vista. Een Sony Vaio met Ubuntu Linux hield het langste stand. jaar. De tijd die zal verlopen zijn tussen de eerste
15
testversie van Wine en de officiële 1.0.0 versie. Wine, een emulatielaag om Windows software te draaien op Linux, verscheen voor het eerst in juli 1993. gMail (sinds vier jaar in beta) heeft dus nog een lange weg te gaan als het dit record wil breken. jaar. De maximale gevangenisstraf die ‘spamkoning’ Robert Soloway kan oplopen na het ‘schuldig’ verdict in zijn proces. Het vonnis valt op 20 juni.
26
•
abonnementen IT Executive wordt blijvend gratis toegezonden aan personen die vallen binnen de doelgroep. Aanmelden, wijzigen en afmelden kan op www.it-executive.nl redactie Fred van der Molen hoofdredacteur e
[email protected] Sytse van der Schaaf adj.hoofdredacteur e
[email protected] medewerkers Ben Kuiken, Charles Groenhuijsen, Dominique Deckmyn, Ed Kerkman, Fred Teunissen, George Ataya, Henk Vlaming, Marco van der Hoeven, Marguerite Irrgang, Maurice Blessing, Mirjam Hulsebos, Onno Breedveld, Patrick van Eecke, Peter van Schelven, René Diekstra, René Frederick, Ron Tolido, Ron Onrust, Ruben Acohen, Stijn Muys en Yvonne Halink fotografie Nico Boink, Cor Mooij redactieadres Postbus 75462 1070 AL Amsterdam tel 020-5733665 e
[email protected] advertentie-exploitatie Rob de Kleijnen salesmanager t 06-53403470 e
[email protected] Erik van Heest sr. accountmanager t 06-13221012 e
[email protected] Postbus 75462 1070 AL Amsterdam e
[email protected] f 020-5733603 e
[email protected] (advertentiemateriaal) uitgever Rogier Mulder e
[email protected] marketing Ceesjan de Vos e
[email protected] Mieke Stikkelorum e
[email protected] vormgeving colorscan amsterdam-voorhout drukwerk Senefelder Misset Auteursrecht voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever worden openbaar gemaakt of verveelvoudigd. Op iedere inzending van een bijdrage of informatie zijn van toepassing de Standaard-publicatievoorwaarden van Wolters Kluwer Nederland BV, gedeponeerd ter griffie van de arrondissementsrechtbank te Amsterdam onder nr. 217/1999; een kopie kan kosteloos bij de uitgever worden opgevraagd. Op al onze aanbiedingen en overeenkomsten zijn van toepassing de Algemene Voorwaarden van Kluwer BV, gedeponeerd ter griffie van de Rechtbank te Amsterdam op 6 januari 2003 onder depotnummer 3/2003. Op alle overeenkomsten tussen Uitgever en Afnemer met betrekking tot advertentie-plaatsingen (daaronder begrepen alle overeenkomsten met adverteerders en bemiddelaars) zijn in aanvulling op deze Algemene Voorwaarden van toepassing de laatstgeldende versie van de Regelen voor het Advertentiewezen, uitgegeven door de raad van Orde en Toezicht voor het Advertentiewezen (ROTA), hierna: ‘de Regelen’. Bij tegenstrijdigheid van de Algemene Voorwaarden met de Regelen prevaleren de Regelen. Een exemplaar van de Algemene Voorwaarden en de Regelen zal op eerste verzoek gratis worden toegezonden. U kunt beide ook vinden op www. adformatie.nl/algemene-oorwaarden.html. Een deel van de inhoud wordt gepubliceerd onder licentie van Minoc Business Press N.V. Copyright 2008, IT Executive, ISSN 1570-6737
42
nr 7 • 16 april 2008
De herkenbare toekomst Impressie Winter Course, 5 februari 2008 Barry Derksen had de moed om deelnemers aan de Winter Course van 5 februari te vragen waarover hij het zou moeten hebben. Niet de gemakkelijkste weg. Hij kreeg een wirwar van vragen opgediend. Zowel uit de vragen als uit de door Barry besproken onderwerpen (een selectie, zo verstandig was hij wel) bleek dat er niet zo erg veel verandert in de gesprekken over en de verwachting van ICT. De toekomst is onder ons, blijkbaar, en die toekomst is herkenbaar. Ik noem vijf voorbeelden. 1. Barry gaf en toonde aan dat de ICT klant een stapje achter loopt op de ICT aanbieder waar het gaat om ‘volwassenheid’. Hij onderscheidde vijf wat hij noemde Service Levels en liet zien dat de klant in doorsnee op level 2 bivakkeert en de aanbieder op level 3. Spoort dus niet. Klus voor de CIO, dat ook. Maar de voornaamste vraag is: wanneer is dat ooit anders geweest? Vroeger noemden we het ‘technology push’. 2. Het gesprek ging even over Business & IT Alignment. Het afstemmen van IT processen op bedrijfsprocessen en/of omgekeerd. Voor de hand liggend onderwerp, maar was het dat ook al niet toen de eerste administratieve computertoepassing zoiets eenvoudigs als de loonadministratie veranderde? 3. Vraag: waar in de organisatie zit de CIO (Corporate Information Officer)? Antwoord: Doorgaans onder de CFO, maar dat zou moeten veranderen. De CIO zou een plaats moeten hebben onder de COO. Van staf naar lijn dus. En straks weer terug? Oude discussie, in een nieuw jasje weliswaar, maar niettemin zo oud als COBOL. 4. De klant moet gaan sturen, was de oproep. Maar de klant weet niet echt wat er aan de hand is, dus op welke kengetallen zou hij kunnen sturen? De drie voorgaande onderwerpen kunnen met het grootste gemak opnieuw aan de orde worden gesteld. 5. En dan dit nog: ca. 90% van alle informatie waarop mensen in organisaties anno 2008 hun beslissingen baseren is informatie die zij met collega’s uitwisselen. Informeel. Ongestructureerd. In gesprekken. Via memo-tjes. Tijdens de koffie. In de file. En ook dit is nooit anders geweest, zodat we mogen aannemen dat het ook nooit anders zal worden. We willen niet anders, en de toekomst, dat zijn we zelf. Met dit alles lijkt het alsof Barry Derksen het nergens over gehad heeft tijdens de Winter Course van 5 februari. Het tegendeel is waar. Zijn verhaal boeide en zijn betoog klopte. Hooguit had hij wat meer mogen benadrukken dat ICT een eigen smal terrein heeft in het totale gebied van de informatievoorziening en dat de toekomst van ICT binnen de eigen smalle grenzen wordt bepaald. Compliance. Legacy. Dat soort grenzen. Organisaties als geheel gaan intussen hun eigen, herkenbare weg.
Dick t Overkleef
vri katern - #6 - jaargang 2 -april 2008 valt buiten de verantwoordelijkheid van de redactie IT Executive
c
o
l
u
m
n
CIO Het is gebruikelijk dat technische innovaties maatschappelijk meestal niet met open armen worden ontvangen. Dit geldt in versterkte zin ook voor de IT. Versterkt omdat er tot op heden geen ontwikkeling is geweest met een grotere impact. Een impact die ook grote organisatorische en verantwoordingsgevolgen teweegbracht. Hoezeer is er niet gestreden voor erkenning van het fenomeen mechanische (gegevens) verwerking en/of het vakgebied automatisering. In de tachtiger jaren kreeg in de grotere bedrijven de automatisering eindelijk een (verantwoordelijk) aanstuurpunt in de organisatie. Weliswaar vaak ondergebracht bij de financiële afdeling, maar toch. Allengs ontstond de functie chef/hoofd automatisering en EDP manager. In de grote bedrijven werd zelfs een plaats ingeruimd op Raad van Bestuur niveau met bijpassende titel CIO. De vraag die mij echter reeds lang bezighoudt is of de CIO ook werkelijk de functie- en taakinvulling heeft verworven die de titel en positie doet verwachten. Automatisering was in de jaren zestig en zeventig jaren een mechanische ondersteuning bij bestaande bedrijfsprocessen en nimmer een doel op zich. Om tegenwoordig als bedrijf te overleven is het noodzakelijk gebruik te maken van de optimale productiemethoden en besturingsmiddelen. Een ietwat andere en meer dwingende invalshoek. Wat bezielde grote bedrijven nu om de CIO op het hoogste niveau te positioneren? Zeker niet om uitsluitend een lastige sparringpartner voor de CFO te zijn of een marktconforme beloning te rechtvaardigen, maar veeleer om die CFO in een veranderende omgeving te ontlasten. Dat was ook nodig want de CFO kreeg te maken met een veranderende maatschappij en dito aandeelhouders, die op steeds korte termijn inzage eisten in de bedrijfsresultaten. Eveneens werd van de CIO niet verwacht alleen passief moderne technieken te introduceren en/of kapitaalverslindende automatiseringsprojecten tot een goed einde te brengen. Neen, de positionering in een Raad van Bestuur vereist materieoverzicht en complementair acteren met de andere leden van de Raad van Bestuur. Dit betekent voor een CIO verantwoording dragen en nemen. Het verantwoording dragen lukt wel. Mijn voornoemde vraag betreft dan ook meer het verantwoording nemen. Dit impliceert een gedegen overzicht in het absorptievermogen van de organisatie, kennis van ontwikkelingen en trends op IT-gebied, het vertalen van deze ingrediënten naar een strategie voor snelle implementatie en het vermogen dit te “verkopen” Natuurlijk ken ik de reactie dat de betrokkene dan ook de ruimte moet krijgen. Deze kip en ei discussie raakt de kern van de zaak. Als de CIO niet het initiatief neemt zal er een ongelijkheid bestaan in de samenstelling van de bestuur en wat minstens zo erg is laat hij kansen liggen om het bedrijf voorwaarts te helpen. Dat dit niet eenvoudig zal zijn is evident, maar dat is nu juist de reden om de CIO op de specifieke positie te plaatsen. Voorafgaand betoog is een oproep aan IT executives om bij zichzelf te rade te gaan of alle kansen worden benut en/of een onafhankelijke opstelling, al dan niet ondersteund door een beroeps- of gedragscode daarbij behulpzaam kan zijn.
Andre Hammer voorzitter VRI
Uniek congresprogr amma bij Best Pr actices in IT Management – 22 april, Ede Op 22 april vindt voor de 5e keer het Best Practices in IT Management congres plaats. Dit lustrumcongres biedt deze keer, naast een aantal prachtige cases en visie presentaties uit Nederland, een programma met een aanzienlijk aantal internationale sprekers. ITSMF Nederland werkt met een groot aantal partijen samen om dit congres weer tot een succes te maken. De internationale sessies zijn zodanig geordend dat er binnen het voorjaarscongres een Engelstalig subcongres kan worden gevolgd. Speciaal voor het voorjaarscongres wordt een tweetal illustere sprekers uit de VS en Nieuw-Zeeland overgevlogen: 1. We zijn erg blij met de wereldwijde primeur van het eerste publieke optreden van de IT Skeptic. Deze Skeptic heeft in korte tijd faam verworven met een uiterst sceptische insteek op de laatste ontwikkelingen en de spelers in het ITSM- en ITIL-veld (www.itskeptic.org). 2. Verder komt Ian Clayton, directeur van het Amerikaanse Service Management Institute en verantwoordelijk voor de ontwikkeling van een alternatieve certificeringstructuur die door ANSI wordt geaccrediteerd, en voor de Service Management Body of Knowledge (SMBOK). Het congres wordt geopend door Rob Poels. Op geheel eigen wijze zal hij ingaan op de concrete samenwerking tussen IT- en businessmanagers. Hij is daar recentelijk op gepromoveerd en brengt dat in praktijk als senior adviseur bij Twynstra en Gudde. Rob bouwt door op de uiterst succesvolle opening van vorig jaar door prof. Leon de Caluwe. Het programma staat daarna in het teken van de laatste ontwikkelingen op diverse IT-managementterreinen en kent drie hoofdthema’s: 1. IT Governance & Architectuur 2. Functioneel Beheer & Demand 3. IT Service Management & ITIL In een tiental cases delen collega-managers hun actuele problemen en oplossingen met u. In twintig kwartiersessies worden compacte inleidingen op een aantal actuele zaken gepresenteerd,
waardoor u in kort bestek het laatste nieuws hoort over een groot aantal onderwerpen. In de elf halfuursessies gaan we dieper in op de drie hoofdthema’s. Op de Playground kunt u aan diverse interactieve sessies deelnemen. De afsluitende sessie zal het nodige spektakel gaan opleveren: BEYOND ITIL, BEYOND CONTROL is de boodschap, laat u niet in de luren leggen door de hype en de commercialisering van voormalige public domain frameworks! Het gaat veelal om de “organizational capabilities”. Die zijn belangrijk voor de langere termijn. De ITSM-markt zal het komende jaar sterk in beweging raken, en dat biedt talloze kansen voor organisaties, maar ook risico’s. Naast de IT Skeptic en Ian Clayton zullen hier ook Brian Johnson (CA), ITIL-man van het eerste uur, en Paul Wilkinson (Gaming Works), en champion van het ABC (Attitude - Behav iour - Culture) aan deelnemen. LET OP - In een unieke masterclass op 21 april kunt u rechtstreeks van gedachten wisselen met de IT Skeptic en Ian Clayton. Meer informatie en de laatste details over het programma vindt u op de website. Schrijf u nu in voor dit unieke congres via www.bestpractices-in-it-management.nl/register Alle bezoekers ontvangen het eerste deel van IT Service Management, Global Best Practices.
In de Spoltlight: NICM-groep Aan de vooravond van twee decennia NICM-Groep is het interessant om naar de ontstaansgeschiedenis van dit bijzondere bedrijf te kijken. Toon Akkermans heeft de NCIM-Groep in 1988 opgericht als Nederlands Centrum voor Interim Management. Na diverse managementopdrachten uitgevoerd te hebben voor onder andere de NS en Belastingdienst, is de focus rond de eeuwwisseling meer op informatiemanagement komen te liggen. De NCIM-Groep is inmiddels een vooraanstaande ICTdienstverlener. De NCIM-Groep is ISO 9001:2000 gecertificeerd, Oracle Partner en Microsoft Gold Partner. Iedere NCIM-professional is opgeleid aan een Nederlandse Universiteit of Hogeschool (MSc dan wel PhD respectievelijk BSc) en daarnaast gecertificeerd in zijn of haar specialisatie (JAVA, C#, C++, . NET, J2EE, Prince II, Windows, Unix/Linux) waardoor zijn of haar actuele kennis gewaarborgd is. Voor de systeembeheerders geldt mutatis mutandis hetzelfde. Anno 2007 bestaat de core business van de NCIM-Groep uit het detacheren van goed opgeleide IT-professionals in wetenschappelijke, embedded en technische omgevingen. Ze richt zich met name op projectmanagement, consultancy, IT-architectuur, softwareontwikkeling en systeembeheer. Het hoofdkantoor in Nederland is gevestigd in Leidschendam, daarnaast heeft NCIM in Eindhoven een kantoor. Verder heeft de NCIM-Groep in het buitenland kantoren in Brussel, Camberly (Engeland) en Fort Worth, Dallas (VS). Ze is een middelgrote onderneming die gekenmerkt wordt door een platte organisatiestructuur hetgeen resulteert in snelle besluitvorming. Daarnaast is ze een snelgroeiende organisatie: het afgelopen jaar is het bedrijf met ruim 40% gegroeid. Meer dan 150 bekwame NCIM-professionals met een passie voor technologie bouwen aan ICT-oplossingen voor opdrachtgevers in hoofdzakelijk vier sectoren. Binnen de defensie- en veiligheidsbranche houdt NCIM zich bezig met beveiliging in de breedste zin van het woord en is ze preferred supplier voor opdrachtgevers waarvoor betrouwbaarheid en veiligheid van groot belang zijn. Daarnaast maakt een veiligheidsonderzoek deel uit van de selectieprocedure en is meer dan 80% van de medewerkers in het bezit van een door de overheid afgegeven security clearance – verklaring van geen bezwaar. Binnen energie en utilities richt NCIM zich met name op business-to-businesskoppelingen. Wat telecommunicatie, transport en nieuwe media betreft, houdt ze zich bezig met oplossingen van breedband, beveiliging van digitale televisie en bijvoorbeeld met automatisering van meldkamers. Binnen de technische automatisering ontwikkelt ze software voor onder andere robotarmen, meteorologische gegevens en bodemonderzoek. Daarnaast is de NCIM-Groep voor veel opdrachtgevers betrokken bij de recentste ontwikkelingen op het gebied van web development. De NCIM-Groep gelooft in sterke en langdurige relaties met klanten en medewerkers. Haar drijfveren zijn service, kwaliteit en kosten: ze streeft ernaar de beste kwaliteit te leveren voor een onverslaanbare prijs.
c
o
l
u
m
n
De weduwe van Appelscha (vervolg) Dit was wel komisch: Als je bij Vodafone een nieuw abonnement neemt (actie natuurlijk, gratis Nokia 6131, 50% korting op de abonnementsprijs) wordt het pakketje netjes thuis afgeleverd. De koerier is voorzien van een mobiel pinapparaat, waarmee je 1 eurocent moet betalen om te bewijzen dat de opgegeven bankrekening ook echt de jouwe is. Men kon er op wachten en dat deed ik dus ook: het pinapparaat werkte niet. Storing. Code 5. Geen signaal. Dat krijg je er van als je als providers (gezamenlijk!, marktwerking, weet u nog?) besluit om te besparen op zendmasten in het Achterhoekse. Bijten ze zich met z’n allen mooi in de logistieke staarten. Ik schrok wel even van die Nokia. Voldoende nieuwe architectuur om het lezen van de handleiding wenselijk zo niet nodig te maken. Dat wordt weer met de leesbril op telefoneren voorlopig; op de tast lukt even niet. Je kunt er van alles mee. Fotograferen, filmen, geluid opnemen. De resultaten kun je MMS-en en/ of op het Vodafone mobiele internetportaal zetten. Het meeste van al dat moois zal ik nooit gebruiken, maar dat gold ook al voor mijn pc-functies dus daar zit ik niet echt mee. Bovendien: zelfs ik kan me voorstellen dat het best leuk is om logerende kleinkinderen met oma op de foto te zetten en die te versturen naar het mobieltje van hun moeder. En daar wordt het weer komisch. Want dat gaat hier niet. Code 5. Geen signaal. Zullen we wedden dat de hoge korting op de abonnementsprijs en het gratis voorzien in Nokia’s mobiele speeltuinfuncties iets met elkaar te maken hebben? De provider moet wel aannemen dat ik mijn belminuten ga verstoken in de speeltuin. De enige speeltuin die er toe doet is echter hier om het huis, en daar werkt het niet. Ik kan natuurlijk naar Amsterdam reizen om daar de kleinkinderen te MMS-en. Maar ja, ze wonen in Amsterdam. Kan ik veel beter bij hen bezoek gaan. Gezegd moet worden: mobiel bellen blijft op deze manier prima betaalbaar.
Dick eft Overkle
Nederland digitaal voorop?
‘vijf dagen vol inspir atie, inter actie en innovatie’
Meer dan 34% van de Nederlandse huishoudens maakt gebruik van ADSL, kabel of een andere vorm van snel internet. Nederland behoort daarmee tot de koplopers als het gaat om breedbandgebruik in Europa. Dit blijkt uit onderzoek van de Europese Commissie. In juli 2007 was de breedbandpenetratiegraad van een aantal Europese landen, waaronder Nederland, zelfs groter dan in de VS (22,1%).
WORKSHOP Trends in de IT: bepaal de effectiviteit van uw IT-ondersteuning
Maar, is Nederland alleen koploper op het gebied van breedband of ook op andere ICT-gebieden? Maakt Nederland voldoende gebruik van de ICT-mogelijkheden? En sluiten visie en beleid van overheid en bedrijfsleven hierop aan? Hoe kan Nederland de voordelen van ICT nog meer benutten? De jaarlijkse internationale e-Readiness Monitor geeft op deze vragen antwoord. De nieuwe vooraanstaande eReadiness ranking wordt op 9 april aanstaande gepresenteerd tijdens het seminar ‘Hoe eReady zijn wij in Nederland?’. Staatssecretaris Heemskerk van het ministerie van Economische Zaken neemt de Monitor in ontvangst. De resultaten van de e-Readiness Monitor worden gepresenteerd door Vice-President & Global Leader IBM Institute for Business Value, Peter Korsten. Grote vraag is: Hoe hoog staat Nederland dit jaar op de internationale e-Readiness ranking? Zijn we gedaald of gestegen ten opzichte van vorig jaar? Doen we het nog steeds beter dan de Verenigde Staten als het gaat om visie en beleid van de overheid? Onder anderen Kees Keuzenkamp (ministerie Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) en Arda Gerkens (Tweede Kamerlid SP) geven hun visie op de e-Readiness van Nederland. Meer informatie over het breedbandgebruik in Europa en het seminar ‘Hoe eReady zijn wij in Nederland?’ vindt u ope de website www.ecp.nl.
contact
Op gestructureerde wijze een match maken tussen vruchtbare ICT-trends en uw eigen organisatie. Dat is het doel van een workshop van vijf sessies, ontwikkeld door IPD-opleidingen in samenwerking met de gecertificeerde Registerinformatici Peter Noorddam en Barry Derksen. Beiden werkzaam als bedrijfskundige en docent en volledig thuis op het snijvlak van Bedrijfskunde en ICT. Niet in het minst door enkele succesvolle uitgaven die zij eerder over het onderwerp publiceerden. De workshop ‘Trends in de IT’ is een aanrader voor zowel managers als ICT-ers die vanuit een multidisciplinaire invalshoek technologische vernieuwingen willen leren omzetten naar innovatieve en resultaatgerichte toepassingen. Om dit doel te bereiken wordt in vijf interactieve sessies toegewerkt naar een projectenportfolio op maat waarin alle IT-mogelijkheden worden omschreven die van strategisch belang zijn voor de organisatie. Alle activiteiten die leiden naar de uiteindelijke plateauplanning voor de implementatie van de architectuur, worden hierin meegenomen. Het projectenportfolio vormt als het ware een gereedschapskist vol perspectieven voor de toekomst waarmee u voor uw eigen organisatie kunt bepalen wat het juiste moment is om te investeren in een nieuwe ontwikkeling. Het concurrentievoordeel van zo’n goed onderbouwd en selectief besluit, laat zich eenvoudig raden. Maar ook met het oog op uw persoonlijke ontwikkeling, is er voordeel te behalen. Wanneer u de workshop ‘Trends in de IT’ besluit te volgen komt u in aanmerking voor een felbegeerd diploma waarmee u hoge ogen gooit in de branche. Na afloop van de workshop worden uw nieuw verworven inzichten getoetst door de Stichting AMBI Examens, een gespecialiseerd exameninstituut op het gebied van Bedrijfskunde en ICT. Bent u toe aan vijf dagen vol inspiratie, interactie en innovatie? Geef u dan op voor de workshop Trends in de IT, die wordt verzorgd in de Mercure Hotels van Amsterdam en Utrecht. Op de website www.ipd-opleidingen.nl. kunt u zich direct inschrijven en vindt u meer informatie over inhoud, lesdata en prijzen.
bel a ngr ij k e dat a 2 0 0 8 Bestuur ALV
VRI-Secretariaat: Antony Fokker Tel: (0)416 382086 Email:
[email protected] Adres: Postbus 50 5140 AB Waalwijk
April Mei Juni Juli Aug. Sept. Okt. Nov. Dec.
10 8 12 10 14 11 9 13 11
Season Courses: 8. Spring
19. Ingelaste ALV
IT ToetsingsExecutive kamer 16 17 28 29(wordt 22) 25 28
11. Summer 9. Jaarvergadering 13. Autumn
3 15 26
16
00 0 2 n da r e e M s grati en! nt e m u doc
DOWNLOAD GRATIS
best practices, case studies & business cases
Alles over IT beheer-, opslag-, beveiliging-, outsourcing- en mobiele data oplossingen. Van ITIL, Service management, VPN en remote access tot mobiel werken, compliance...en meer!
WHITEPAPER LIBRARY MARQIT.NL/WHITEPAPERLIBRARY
Goudvissen onthouden iets niet langer dan 3 seconden Zij hebben geen weet van het verleden en geen idee van de toekomst. Maar u wel. Met business intelligence en analytische software van SAS.
www.sas.com/nl