Pernille Lund
Zo houdt u uw bloedsuikerspiegel – suikerbehoefte en gewicht – onder controle
• Stabiliseer uw bloedsuikerspiegel • Verbeter het effect van insuline • Bedwing uw behoefte aan zoetigheid • Verbeter uw stofwisseling • Verlies gewicht
Zo houdt u uw bloedsuikerspiegel – suikerbehoefte en gewicht – onder controle
• • • • •
Bedwing uw behoefte aan zoetigheid Stabiliseer uw bloedsuikerspiegel Verbeter het effect van insuline Verbeter uw stofwisseling Verlies gewicht
Pernille Lund: How to control your blood sugar levels and your weight 2013: Forlaget Ny Videnskab Unauthorized reproduction of the contents of this book, in whole or in part, is prohibited under the Copyright Act. This prohibition includes any type of reproduction in the way of printing, duplicating, photocopying, tape recording, etc. Print: PR Offset, Fredericia, Denmark ISBN 87-7776-147-2
Content Stabiele bloedsuiker is de sleutel tot succes ...............................3 Chromium – het mineraal dat de bloedsuiker reguleert ........6 Waar komt energie vandaan en wat is bloedsuiker? ................8 Insuline is zowel essentieel als dodelijk ..................................... 15 Wanneer de bloedsuikerspiegel hevig schommelt of voortdurend verhoogd is ....................... 16 Chromiumgist verbetert het effect van insuline..................... 24 Welke functies vervult chromium in het lichaam? ................. 29 Chromiumbronnen en oorzaken van een tekort aan chromium ............................. 32 Chromiumsupplementen, kwaliteit en opneembaarheid .. 39 Wetenschappelijke studies naar chromium en chromiumgist .......................................................... 42 Andere nuttige adviezen voor bloedsuikerregulatie ............ 48 Samenvatting ...................................................................................... 49 Literatuur (selectie) ............................................................................ 52
2
Krijg greep op uw gewicht:
Stabiele bloedsuiker is de sleutel tot succes Chromium is van vitaal belang voor de bloedsuikerspiegel, de energiestofwisseling en het vermogen om het lichaamsgewicht onder controle te houden. U kent waarschijnlijk dat gevoel van een onbedwingbare behoefte aan zoetigheid, snoep, taart, pizza, frisdrank of alcohol, hoewel u weet dat het ongezond is en dat u ervan aankomt. Deze onstilbare behoefte aan snelle koolhydraten of een opkikker ontstaat wanneer het bloedsuikerniveau daalt. Als de hersenen een tekort aan brandstof hebben, schakelen ze automatisch over in de stand ‘geen wilskracht’en gaan ze op zoek naar energie. De snacks bieden snelle verlichting, maar als het
3
lichaam gebrek aan chromium heeft, vertraagt de stofwisseling en wordt de bloedsuiker instabiel. Dat leidt tot vermoeidheid, hoofdpijn en nerveus gedrag, eenvoudig omdat de hersenen en het zenuwsysteem niet de energie krijgen die ze nodig hebben. Op de lange duur kan een wisselende bloedsuiker de alvleesklier zodanig belasten dat het de stofwisseling en bloedsomloop negatief beïnvloedt. In ons deel van de wereld heeft het zogenoemde metabool syndroom epidemische vormen aangenomen. Het is in wezen een vroeg stadium van diabetes en wordt gekenmerkt door hoge bloeddruk, verhoogd bloedvetgehalte (hyperlipidemie), een appelvormig lichaam en insulineresistentie. Metabool syndroom tast het vermogen van het lichaam aan om het bloedsuikerniveau te reguleren. Een stabiele bloedsuikerspiegel is echter van vitaal belang voor de gezondheid en het welzijn. EFSA, de European Food Safety Authority, heeft het chromiumgist ChromoPrecise erkend als werkzaam voor het behoud van normale bloedsuikerniveaus en een normale macrostofwisseling. ChromoPrecise is een organische chromiumbron op basis van gist. Het wordt tot tien keer beter opgenomen dan synthetisch vervaardigde chromiumbronnen, zoals chromiumpicolinaat en chromiumchloride. Chromiumgist wordt bovendien als een zuiverder bron beschouwd voor gebruik in supplementen. De bedoeling van dit boekje is u inzicht te geven in de werking van chromium, het belang van de stof voor de bloedsuikerspiegel en het meest recente wetenschappelijk onderzoek op dit gebied. Bovendien kunt u controleren of u zelf problemen met uw bloedsuiker hebt en vindt u hier adviezen hoe u daarmee om moet gaan.
4
EFSA Journal 2012;10(11):2951
Scientific Opinion Scientific Opinion on ChromoPrecise® cellular bound chromium yeast added for nutritional purposes as a source of chromium in food supplements and the bioavailability of chromium from this source1
EFSA Jo
urnal 20
12;10 Scient (11):2 Scient 951 ific ific O pinion added Opinion on 1 for supp nutrit ChromoP ):295 ;10(11 lemen io re 12 na ci ts and l purp se l 20 European Food Safety Authority (EFSA), Parma, Italy Journa oses as ® cellular th EF e SA SA bi EF oavaila bo Pane a l on Fo bility source of und chrom ABSTRACT od ad ch of chro iu ditives mium romium in m yeast The Panel on Food Additives and Nutrient Sources added to Food (ANS) provides a scientific opinion and N A reEurope fo from utrien evaluating the safety of ChromoPrecise® cellular bound chromium yeast added for nutritional purposesBS asTR a ACT an Fo this so od t Sour od Sa The Pa source of chromium in food supplements and the bioavailability of chromium from this source. ChromoPrecise® ces ad urce 1 fety Au ne ded to st l on thority evalu is a yeast preparation with an enriched trivalent chromium content, obtained by culture of Saccharomyces Fo yea ating Food od (EFSA) m Ad n intake ofso100 the iu dit (A cerevisiae in the presence of chromium chloride. A single tablet providesinaiodaily µg urce of m safet , Parm NS) 2, 3 rochrom fooydof 1Chives and Nu a, Italy Op chromium(III) compounds is da ch chromium(III). There are limited data on the nature and identity of the organic c ium tri ro fi ye n moPr en ast in ti u re body. ecise® t Source contained in chromium-enriched yeast and on their toxicokinetic and toxicodynamic behaviour rcfoeod supplem iumpreparasotiouin vis r boincethe Scien s m iae la ad ce n u llu de ro chroyeast with Overall, the Panel concluded that the bioavailability in man of chromium from chromium-enriched isin is the cell e of ch mium an en ents and the lar bound d to Food om(IIth pres S)2,ce3 of riched se® chloride. chrom (ANS ntafr bioav potentially up to approximately ten times higher than that of chromium from AcoNOAEL urc iu ined of I). There Nen recichromium sono in (A are limite chromiumtrivalent ch ailability ofium yeast ad) provides a m Ovm eraadverse s arats; 2500 mg/kg bw/day ChromoPrecise® was identified in a 90-day feeding in evidence of moP study rod ll, the Fchoo mium romi de ch sc d chro ses a of the poten Chrostudies effects of chromium yeasts were reported in otheronanimal effects oftia dietary d to Panel conc-enriched yedata on thechloride. A um content,romium fromd for nutritioientific opini lly urpoinvestigating de ity 25 admg single nal on this ion io natur obtaine bilnon-genotoxic supplementation with chromium yeast. ChromoPrecise® chromium as00 range ofup in to appr luded tha ast and nal p yeast ilawas d by source. Ch purposes reurince oximate on the e and ide tablet t the Opin utr vathe effects /kg bw it available a So cinformation ly as a pro t culture /da vitro genotoxicity studies. Althoughtino was on chronic toxicity, carcinogenicity or fi bio romo ir io nti ly Ita vid y b tox en ty av ofa, ch su utripreviously ppPa romiumChromoPrecten times thethe for n nyeast, re- ailability in icokinetic of the or es a daily of SacchaPrecise® Nhas lemrm reproductive toxicity of ChromoPrecise® ANS Panel concluded that Scien ded chromium d n hig d ), en io ga an A ise a he tat romyce in an nic int vit ma ye d tox FS evidence ro ge ofion ake asts ific op® wasas a r than tha n of ad and limited ch trivalent chromium is not carcinogenic, yeasts provide an wi s ents data on other tives ide nt wererprep dichromium m t of ch chromiumicodynami romium(II of 100 rity (E no oses se repro notoxicity th chro nti ie le ® ho ad fie sc mi p µg I) ut c du effect on reproductive endpoints. No effects have oo with chromium d reported in clinical d in a romium orcited uml pu p behavio A efficacy trials stu a ctive comp from suadverse F been triva 90 in ou fety tox idesdies. tiona yeastoPre
EFSA Panel on Food additives and Nutrient trient Sources added to Food (ANS)2, 3
es oth ovty nutriAltho rom . Chrom nds on len ch Sayeast in food supplements yeasts. The Panel concluded that the use of ChromoPrecise® chromium is not ofici er an -day feedin from chrom chromium ur in the S) pr ugh noharomycoP rom effect t (A N forof Churce. Ch Foodc chromium(III) compounds Panel entity of the ium an romof dedis nois so 0 µgrecise® imal studie g study in ium chlor -enriched ye body. concern, despite the lack of data on theFnature contained organi on Sacc inf10 od rep t adin rope organic ye Fo chro E SA and identity ide of® orma ds ast s rat tio re oPrec m th t ca s. mThyeasrodmucfro d toastiu lturci the product, provided that the intake does not exceed 250Eu μg/day, g/day, as recommended by the WHO. poun n. was av mium ye investigati s; no evide . A NOAE is nogetakeiseco de mch e mPaiune tive by en cuoin coro ast wa ncmern ro mi dyum ailab L of ng the nce of , d e robo ily in nic I) ces ad d ch ednc dp s no despite talinco m(II an Sour adverse luda da ts.mNo eff un the y of ,ch is yeast, the le on the in thlimite ve t, obtheovlac r rse asdt da ides edchtha ro t iu viad rient llular bo ilabilitpro chron n-genotoxic ects of duntct, enpr © European Food Safety Authority, 2012 ou ut ye ta AN N eff d pr c the k on ic die co S of of data beha use iche ects and se® ce e bioava mium gani bletovide tha nr of ChOAELhavee be other chrom Panel ha toxicity, in a range tary ic on the ves ci th ro© Eu gle ta of thedor N romo t the namint en rep rs ium-e of in ACT ium ye s previo carcinoge na e. A dy ro sin Additi moPre ts and nt ch y advePrec or akm e anof KEY WORDS e doloridtur toxicofrom chro ABSTR l on Foodty of Chro pplemen d trivaleloride. A d idpeenantitFo ce d ide etaryise® chro ted in clinic asts provideusly concludnicity or oddSa an m ch es no iden t exsceof dinti ty of fetm an ed tha riche m ch no ev safe in food sufood reEY Pane the chromium(III), romiu no ev fe the or mium ye al efficacy kinetic chromiu ymAu ct edng25e0of in ChromoPrecise® cellular bound chromium chtho idenc coOR natuK an ensupplements W miu The tinyeast, g μg/da of e of ant fro dy inritray,ts;2012 ra or y, ganic chromast in food trials wi e ef with of chro on the their toxi m mium anDS th in a g th as rec icity evalua of chro aration Chrom ta mium y in rec omme ium(III) supplemen chromium ence d on chro eding stuvestigatin notoxic rcinogen d that d da of ise co nd ts fe source ast prep the pres e limite yeast an vailabilit thoP ge de at mp ed by is ® lludies in ye non- xicity, ca conclu -day of an the W ounds conta not of lar as was is a siae in There ar nriched the bioa gher than in a 90 al cestu 1 HO. botun c to iously evidence ium ined in -e at On request from European Commission, Question No EFSA-Q-2011-00930, adopted on 31 October d2012. roni d ch m ev cerevi ium(III). romium luded th n times hi id1entifie her anim mium ye the ch romi 2 s pr ide no ith chro t of Panel members: Fernando Aguilar, Riccardo Crebelli, Ga Galtier, Gott, ot Ursula Gundert-Remy, m ch Dusemund, as ovast als w no chro ble on Panel ha tsum wDavid inBirgit On conc atPierre prye in requese® Parent-Massin, ely te se® Mosesso, chro Leblanc, , in nel Mortensen, ts is ned Jürgen König, Claude Lambré, Jean-Charles Alicja im Pasquale aila ANS rte2d PaDominique yeas reci st fro reci acy trichrom men ium ntained prox moPWoutersen, ne contai ll, the PaRudulf repo asmavEurop e l menmb moP wCorrespondence: Ivan Stankovic, Paul Tobback, Ine Waalkens-Berendsen, Matthew Wright. mium ical effic od supple ds co(II roJür I), food to ap Antonius ro ere t, thean ersye geat : as Overa ially up /day Ch asts w yeast. Ch fo Coro clin in fo Ferna n io supplem rm mm poun
[email protected] heor ch Kö in m m ot ye iss nd nig nt t d iu Iva in bw co m ion te as , m on Nutrient 3 m Working ents n Sta Agrte Cland kg no Food po the roAdditives au po uilar,m ye, Quest ta miu g/ (III) WHO. Acknowledgement: The Panel wishes to thank members ofiuthe m ch nkov remb iu Ri miumion ans@ d da chro lthGroup ough Bci3on ic, Pa bedeenLa chro Riccardo 00 m of se® the EFSA ro efs iteDavid ré,m chcca rordo Cr ul Torben r,25 Martine Sources added to Food: Fernando Aguilar, Gott, ve . A mBirgit byellNo n with diesCrebelli, uro Ac d lima.ect d eb ® oPre Dusemund, bb ch gaJea -Q-20 cts Bakker, s ha nicn-Chaen pa.eu ciTo tatio ty stu owled i, Bi rlede effeAlicja feWaalkens-Berendsen, ic, ankneIne 11 Hallas-Møller, Jürgen König, Daniel Marzin, Mortensen, Pratt,roPaul Tobback, re se ack en or, Ine Wmm ci Iona me rs esef ge moP y of the of Ch rcinogen So co aalkens-s Leblanc, rgit Dusem -00930, ad pplem veurc toxiscientific tyopinion. suwork Rudulf Antonius Woutersen for the preparatory onno this op as re Alicja un Chdero nt:titTh Beren e ay Hallae of ad t ca ge No ad toxici Morte d, Pierre Gated on 31 Oc /d ne , s-Møll dd idtoenFoodμgPa dsen, vitro uctive ium is no dpoints. thRu e us nsen, Rudu er, Jür 250 : Fernal wishes to ltier, tober re an dulftu m lf An en d to thatFoodthe(ANS); ndo Ag thank na An Suggested citation: EFSA Panel on Food Additives and Nutrient Scientific ceed genOpinion reprod tonius Pasquale MoDavid Gott, 2012. ton chro Sources tive added König on ex ius the de uc nt t uil lu le Wousupplements Wouter on of chromium memb Ur ar, Ma ses ta Su Chromoprecise® cellular bound chromium yeast added nutritional source es no in food tersen , Daniel trivaforon reprodnepurposes ggest ers sen, Ma so, Domi sula Gund doed l conc asofada rtin ke ert-R niq tarom the pre Marzin, Al e Bakker, of the W citati tthew and the bioavailability of chromium from this Thsource. 2012;10(11):2951. [27 for pp.]. e Pa thEFSA effect e lack Journal e inCh orking paratory Wright.ue Parent-M emy, icjen a ts at th and oprecise®on: EFSA ts. m Morte Riccardo Grou doi:10.2903/j.efsa.2012.2951. Available online: www.efsa.europa.eu/efsajournal ass Corre wolerk yeas n, despite ided th Panel pp cel the2012 spond in, on thi nsen, Ion Crebelli, p B on ov er on Fo food su doi:1rity, bioav lular bo ence: s scien emy, Food Ad Birgi a Pra conc oduct, pr I),od Addit ert-Rt Du , tific op Autho 0.2903/j.efsa. ailability und ch (IIium 12. tt, Pand ditive rom m pr sin sem 20 ty ive ul r iu e as s m th 2012.29 ro Safe -Mbb e: und, Da s and Nu onla. Gu ntTo tobe inisu © European Food Safety Authority, 2012 ch. of chromiumyeast adde and Nutrie nc , Ine vid Go trient t,51 Food 31ntOc Gott, Ur ue Pare ondeack as Av d an on for ye tt, W ail © iq So sp aalke able on nutrit vid urcesmin Europe from adopted rope ns-Be Torben Corre mium ional , Do adde line: ww an © Eu 0, this ltier, Da rendse so purpoWright.d to chro ent Fo 93w. es d tri Ga od 00 sou os n, re 1Safety efs er d Nu . hew ses as a souesFoanod le M rce r boun RDS (ATo uro att rb);en Autho SA-Q-201mund, Pi Paa.e NS pan, squa WO llula .euM EFSA Jou , ien oftt, ditiv rceGo rit Duse ® ce ch endsenSc KEY terse /efsajourna sen, tific No EF y, 20 odl Ad Darna vidl 20 errom recise tion i, Birgit a12Morten nius Wou s-B12;10 ium in food Opinion on d, on Fomun moP Ques (11):2 supple pB aalken ion, do Crebellanc, Alicj dulf Anto Chro Duse 95 Grou me e W miss 1 2
1. it In Com , Riccar rles Lebl dsen, Ru orking elli, Birg bback, lar -Cha pean en ion on To eb the W Agui Euro Opin ents s-Ber an rs of ccardo Cr att, Paul tific lem .]. t from Fernando mbré, Je Waalken Pr embe Ri ques Scien od supp e La pp the m Bakker, n, Iona inion. On re members: Claude bback, In NS); in fo [27 e l thank op tense od (A romium 951. Pane König, Paul To es to , Martin a Mor scientific ):2 to Fo ch c, ded urce of 12;10(11 is l wish Aguilar , Alicj Jürgen ankovi .eu th ad ne s Pa on so zin St pa urce es as a nal 20 Ivan efsa.euro ent: The Fernando niel Mar ry work ur os ent So : Nutri nal purp SA Jo ans@ owledgem to Food nig, Da e preparato and tio EF ded 3 Ackn l en Kö for th tives for nutri urce. ces ad , Jürg outersen journa d Addi so Sour s-Møller /efsa Food ast adde this us W pa.eu Halla lf Antoni nel on ium ye from .euro SA Pa chrom mium www.efsa Rudu : EF bound ro e: ch on lin citati cellular of le on ested ailab lity e® Sugg oprecis oavailabi 51. Av m .29 Chro the bi fsa.2012 2012 3/j.e and rity, 0.290 Autho doi:1
© Eu
rope
an Fo
[27
nts pp.].
fety od Sa
EFSA geeft onafhankelijk wetenschappelijk advies over voeding en supplementen EFSA, de European Food Safety Authority, is in 2002 door de EU opgericht naar aanleiding van verschillende voedselschandalen. Het is een instituut dat gefinancierd wordt door de EU maar dat zijn werk volstrekt onafhankelijk van de commissie, het parlement of de lidstaten verricht. De belangrijkste doelstelling van EFSA is het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek en het communiceren van onafhankelijke, objectieve en actuele kennis omtrent voedsel, voedingssupplementen en veiligheid.
5
Chromium – het mineraal dat de bloedsuiker reguleert Chromium is een mineraal. Het draagt de chemische benaming Cr en omdat we er slechts relatief kleine hoeveelheden van nodig hebben, wordt het ook een spoorelement genoemd. De benaming is ontleend aan het Griekse woord chroma (kleur) omdat de stof chemische verbindingen produceert die verschillende kleuren vertonen, zoals die bijvoorbeeld op verchroomde velgen te zien zijn, in rode robijnen of in groene tatoeages. Er zijn twee hoofdvormen van de stof: hexavalent chromium (dat giftig is) en trivalent chromium dat een rol speelt bij verschillende belangrijke stofwisselingsprocessen in het lichaam. Het is dus van essentieel belang om deze twee vormen uit elkaar te houden.
In de natuur komt chromium in diverse graden van oxidatie voor. De meest voorkomende vormen zijn trivalent chromium (Cr3+) en hexavalent chromium (Cr6+). De cijfers verwijzen naar het aantal chemische verbindingen dat elke chromiummolecule met andere atomen kan maken.
Hexavalent chromium kan contacteczeem en andere gezondheidsproblemen veroorzaken Het anorganische hexavalente chromium wordt voor industriele doeleinden gebruikt, zoals verchromen en het looien van huid. Ook wordt het als kleurstof gebruikt (bijvoorbeeld voor 6
tatoeage-inkt) en als conserveringsmiddel voor hout. Dit type chromium is giftig en kan allergieën of bepaalde vormen van kanker veroorzaken. Met chroom gelooid leer is de belangrijkste oorzaak van contacteczeem (ook dermatitis genoemd). Maar ook wie allergisch is voor het giftige hexavalente chromium, heeft de belangrijke trivalente vorm absoluut nodig. De twee soorten chromium zijn kortom volstrekt verschillend.
Wat heeft Julia Roberts te maken met giftige, hexavalente chromium? In de film Erin Brokovich speelt Julia Roberts de rol van een arme secretaresse op een advocatenkantoor die gaat spitten in het doen en laten van een plaatselijke fabriek omdat die, zo blijkt, afvalwater loost dat vervuild is met hexavalent chromium. Dat levert ernstige gezondheidsproblemen op onder de plaatselijke bevolking. De film, gebaseerd op een waar gebeurd verhaal, eindigt met de overwinning van de secretaresse in het grootste proces uit naam van een hele bevolkingsgroep dat tot dan toe in de Verenigde Staten werd gevoerd.
Trivalent chromium is belangrijk voor de bloedsuiker en stofwisseling Trivalent chromium komt van nature voor in biologisch materiaal, zoals planten en dieren. Het wordt beschouwd als een essentiële voedingsstof voor mensen en dieren omdat het bijdraagt aan een normale macrostofwisseling en de handhaving van een normaal, stabiel bloedsuikerniveau. Er zijn verschillende vormen van trivalente chromium, die verder toegelicht worden in het hoofdstuk over chromiumsupplementen.
7
Waar komt energie vandaan en wat is bloedsuiker? De cellen van het lichaam hebben een constante toevoer van energie nodig om allerlei functies in stand te houden, zoals de ademhaling, hartslag, spijsvertering, lichamelijke activiteit, hersenactiviteit en celvernieuwing. De voedingsstoffen die energie leveren, zijn koolhydraten, vet en proteïne of eiwit (de macronutriënten’) en de energie zelf wordt vaak aangeduid met de bekende term calorieën. Energie leverende voedingsstoffen voor het lichaam (macronutriënten)
8
Koolhydraten
graan, brood, pasta, aardappels, rijst, maïs, fruit, suiker
Proteïne/ eiwit
vlees, vis, schelpdieren, eieren, zuivelproducten, groentes, bonen
Vet
dierlijk vet, plantaardige oliën, noten, weten, zaden, avocado
Na een maaltijd moet het voedsel in het lichaam worden verteerd. De voedingsstoffen die energie leveren kunnen dan worden opgenomen en door de cellen worden gebruikt. Koolhydraten hebben het grootste effect op de bloedsuiker die in de vorm van glucose (dextrose) voor een snelle en constante energielevering aan de cellen zorgt. Het is belangrijk te benadrukken dat de hersenen en zenuwcellen onder normale omstandigheden alleen glucose als brandstof gebruiken, terwijl spieren en verschillende andere weefsels ook gebruik kunnen maken van energie uit andere bronnen (vet en prote9
ine). Omdat het bloed niet meer dan een bepaalde hoeveelheid glucose kan bevatten en we de stof ook slechts in beperkte hoeveelheden kunnen opslaan, is het van groot belang om deze energiebron zo efficiënt mogelijk om te zetten. De regulering van de energietoevoer naar de cellen (met andere woorden, de regulering van de bloedsuiker) gebeurt met behulp van twee hormonen, insuline en glucagon, die beide door de alvleesklier worden geproduceerd.
De regulering van de bloedsuikerspiegel in grote lijnen: 1. Voedsel en drank leveren koolhydraten 2. Onze spijsvertering breekt koolhydraten af tot suiker (glucose) die door de dunne darm wordt opgenomen 3. Het bloedsuikerniveau stijgt en de alvleesklier (in de buikholte) begint het hormoon insuline te produceren. Dit hormoon is te beschouwen als een sleutel die de cellen openzet en de glucose binnenlaat 4. Een gedeelte van de glucose wordt onmiddellijk voor energie gebruikt, bijvoorbeeld om brandstof voor de hersenen, spieren en het hart te leveren 5. Het overschot aan glucose wordt uit de bloedstroom verwijderd en in de lever en in spierweefsel opgeslagen als glycogeen (‘gecomprimeerde’glucose) 6. Wanneer glucose wordt opgenomen door de cellen, daalt het bloedsuikerniveau en de alvleesklier houdt op met de productie van insuline 7. Na enige tijd hebben de cellen meer energie nodig. De alvleesklier begint het hormoon glucagon te produceren dat opgeslagen glycogeen vrijmaakt en een snelle omzetting in glucose op gang brengt 8. De bloedsuikerspiegel blijft relatief stabiel met behulp van de insuline die het niveau verlaagt en de glucagon die het verhoogt 9. Na een paar uur krijgen we weer trek en gaan eten. De hele proces begint weer van voren af aan. 10
De glucosestofwisseling: voedsel wordt in het lichaam in glucose omgezet omgezet in suiker (glucose)
opgenomen in de bloedsomloop
bloedsuikerniveau stijgt
KOOLHYDRATEN UIT VOEDING
bloedsuikerniveau daalt
overtollige insuline wordt afgebroken (lever)
insulineChromium stimuleert productie (alvleesklier)
verhoogt suikeropname (weefsel en lever)
Als het bloedsuikerniveau optimaal wordt gereguleerd, voelen we ons ongeveer 4-5 uur verzadigd na een hoofdmaaltijd, misschien met een kleine snack tussendoor. Een groeiend aantal mensen is echter steeds minder in staat om de bloedsuikerspiegel stabiel te houden, wat tot verschillende symptomen of problemen kan leiden, afhankelijk van welke cellen en weefsels gebrek aan energie krijgen. Veel mensen met een instabiele bloedsuikerspiegel bevinden zich in de ‘grijze zone’, gekenmerkt door vermoeidheid en andere problemen, waardoor het leven een beetje aanvoelt als een fietstocht op lekke banden. Bij deze mensen wordt maar zelden de juiste diagnose gesteld en pas wanneer ze diabetes ontwikkelen, wordt hun bloedsuiker naar behoren gemeten en serieus genomen. Het is daarom de moeite waard om te kijken hoe bloedsuiker wordt gemeten, zodat er actie ondernomen kan worden wanneer er problemen ontstaan. 11
spier glycogeen
300-600 gram Lichaamsbeweging kan het gehalte verdubbelen
Lever glycogeen
50-100 gram Lichaamsbeweging kan het gehalte verdubbelen
De afbeelding laat zien waar de suiker als glycogeen wordt opgeslagen. Omdat de opslag beperkt is, is het noodzakelijk om maaltijden te eten die het bloedsuikerniveau stabiel houden teneinde lichamelijk actief te kunnen zijn.
Bloedsuiker is de algemene term voor de hoeveelheid suiker (glucose) in het bloed Normale bloedsuikerwaarden zijn: • Vóór een maaltijd: 4-7 mmol/l (72-126 mg per dl) • Na een maaltijd en niet nuchter: lager dan 10 mmol/l (180 mg per dl) • Voor het naar bed gaan: meer dan 6-8 mmol/l (108-144 mg per dl) De huisarts kan uw bloedsuiker meten, maar u kunt het ook zelf doen, met een speciaal apparaatje en een logboek waarin u de gegevens noteert. Om een betrouwbaar beeld van de bloedsuikerspiegel te krijgen, is het belangrijk om op verschillende momenten in de loop van de dag te meten. Eén enkele ochtendmeting die normale waarden oplevert, laat bijvoorbeeld niet zien of het niveau ’s middags plotseling daalt of op een andere manier veel schommelt in de loop van de dag. 12
Bloedsuikermetingen kunnen ook niet laten zien of de suikeropname in de cellen optimaal is. Als de suiker de cellen niet kan bereiken, kan dat dezelfde symptomen opleveren als bij een tekort aan suiker, ongeacht of er te veel of te weinig glucose in het bloed zit. Bloedsuikermetingen zijn met andere woorden nuttig maar geven niet het complete plaatje. In de vragenlijst van hoofdstuk 9 (‘Andere meetmethoden voor bloedsuikerproblemen en chromiumtekort‘) is meer informatie te vinden over de signalen die op bloedsuikerproblemen kunnen wijzen en de symptomen die daardoor veroorzaakt kunnen worden.
Bloedsuikerniveau
Voorbeeld van stabiel en onstabiele bloedsuiker
Te hoog
Gezond bereik
Te laag
Tijd 3-4 uur Onstabiele bloedsuiker
Stabiele bloedsuiker
13
Diabetes en de voorstadia ervan vormen een snelgroeiend probleem • Naar schatting 750.000 Nederlanders vertonen de voorstadia van diabetes (verstoorde suikerhuishouding, metabool syndroom) • 834.000 Nederlanders weten dat ze diabetes hebben • De meerderheid (ongeveer 90%) heeft type 2 diabetes, dat verband houdt met het eetpatroon en de leefstijl • Minstens 200.000 Nederlanders zijn zich er niet van bewust dat zij type 2 diabetes hebben • Het aantal Nederlanders met diabetes is tussen 2000 en 2011 met ruim de helft gestegen. • Diabetes kost de Nederlandse samenleving ruim meer dan 1 miljard euro per jaar 1.400.000 • In 2025 zullen naar Nederlandes met diabetes schatting 1,3 miljoen Nederlandes met het Nederlanders met voorstadium van diabetes 1.200.000 diabetes zijn gediagNederlanders mit niet ontdekte type 2 diabetes nosticeerd Geschat aantal bron: www.diabetesfonds.nl/artikel/ diabetes-cijfers
diabeten in 2025
1.000.000
800.000
600.000
400.000
200.000
14
Insuline is zowel essentieel als dodelijk De belangrijkste functie van insuline is het transport van glucose uit het bloed naar de lichaamscellen. Sinds onheuglijke tijden heeft insuline nog een tweede belangrijke rol gehad, namelijk het opslaan van overtollige calorieën. Omdat de mens gedurende zijn ontwikkeling regelmatig bedreigd werd door hongersnoden, was het belangrijk voor onze soort om de waardevolle energie op te slaan voor tijden waarin weinig tot geen voedsel beschikbaar was. Denk bijvoorbeeld ook aan de beer die veel eet en aankomt (vooral door bessen te eten) voordat hij aan zijn winterslaap begint. Mensen kunnen slechts beperkte hoeveelheden glucose in hun spieren en lever opslaan. Wanneer het lichaam merkt dat er nog overtollige calorieën in de bloedstroom aanwezig zijn, zorgt insuline ervoor dat die in vet worden omgezet. Insuline speelt ook een rol bij het opslaan van magnesium in de cellen. Dit vermogen wordt geblokkeerd wanneer er sprake is van insulineresistentie (verminderde gevoeligheid voor de stof, een symptoom van metabool syndroom), en tegelijkertijd bestaat er een verhoogd risico dat magnesium via de urine wordt afgevoerd. Magnesium komt vooral geconcentreerd in de cellen voor en zorgt voor ontspanning van de spieren. Een gebrek aan deze stof kan tot kramp leiden, onrustige spieren en hoge bloeddruk, veroorzaakt door het samentrekken van de bloedvaten.
Insuline is nodig • Om hoge bloedsuiker te verlagen • Om overtollige calorieën als vet op te slaan • Om magnesium in de cellen op te slaan
15
Wanneer de bloedsuikerspiegel hevig schommelt of voortdurend verhoogd is Koolhydraten hebben het grootste effect op de bloedsuikerspiegel. Aan de hand van de GI (Glycemische Index) kan worden vastgesteld hoe snel koolhydraten in de bloedbaan komen. De vuistregel daarbij is dat de GI oploopt naarmate het voedsel meer geraffineerd, gedroogd, bewerkt of verhit is. Te veel koolhydraten eten, vooral GI-verhogende, snelle koolhydraten uit snoep, chocola, taart, frisdranken, cornflakes, witbrood, friet, pizza en junkfood in het algemeen, zorgt voor een overvloed aan glucose in de bloedstroom, waardoor het bloedsuikerniveau snel stijgt. De alvleesklier gaat dan op zijn beurt een grote hoeveelheid insuline aanmaken die een deel van de suiker naar de cellen transporteert. De cellen krijgen ‘snelle energie’maar de verhoogde insulineproductie zorgt ook voor een snelle daling van het bloedsuikerniveau. De bloedsuikerspiegel schommelt op die manier sterk en wekt opnieuw een hongergevoel en behoefte aan meer energie. Het effect is te vergelijken met een scheut benzine die direct op een kampvuur wordt gegooid: na het plotseling oplaaien van de vlammen worden ze snel weer klein.
Insulineresistentie Een ongezond leefpatroon met sterk fluctuerende bloedsuiker kan uiteindelijk een zo grote belasting voor de alvleesklier worden dat de kwaliteit van de insuline wordt aangetast, waardoor insulineresistentie ontstaat, ofwel verminderde insulinegevoeligheid of glucose-intolerantie. Het wordt in deze omstandigheden steeds moeilijker voor de glucose om de cellen 16
te bereiken. Zelfs direct na een maaltijd die normaal gesproken vele uren een verzadigd gevoel zou moeten geven, schiet de energiestofwisseling te kort. Daardoor ontstaat weer een hongergevoel en kunnen er andere symptomen optreden, afhankelijk van de cellen die een energietekort hebben. De alvleesklier produceert steeds meer insuline, maar het is alsof de ‘sleutels’van het hormoon niet meer op de sloten van de cellen passen, en de verhoogde hoeveelheid maakt eigenlijk niet veel verschil. De niveaus van de bloedsuiker en insuline blijven verhoogd. Op die manier ontstaat langzaam insulineresistentie, wat allerlei negatieve gevolgen voor de gezondheid kan hebben, variërend van stemmingswisselingen tot problemen met het gewicht, de bloedsomloop en tal van andere zaken. Voor alle duidelijkheid, in het vroege stadium van insulineresistentie kan het bloedsuikerniveau bij meting nog normaal zijn. Het probleem speelt in de cellen, die een tekort aan energie hebben. Met alleen een bloedtest komt daarom niet altijd aan het licht wat er werkelijk aan de hand is.
Een vergeten factor in verband met gewichtsproblemen Veel mensen hebben insulineresistentie zonder het te weten. Als ze overgewicht hebben, krijgen ze vaak te horen dat ze minder calorieën moeten consumeren dan ze verbruiken. Maar het is ook belangrijk dat de cellen daadwerkelijk in staat zijn om de energie op te nemen en te verbranden, want anders groeit het risico dat de overtollige calorieën als vet worden opgeslagen. Een belemmerde verbranding is te vergelijken met een vuur stoken in een houtkachel, maar met materiaal dat te weinig hitte afgeeft en te veel as achterlaat.
17
COMPLICATIES IN VERBAND MET INSULINERESISTENTIE EN VERHOOGDE BLOEDSUIKER Overgewicht of vet van binnen? Wanneer het bloedsuikerniveau voortdurend verhoogd is, worden overtollige calorieën opgeslagen, voornamelijk als buikvet tussen de ingewanden. Deze zeer ongezonde vetopslag geeft het lichaam een kenmerkend ‘appelfiguur’. Ook mensen die voor de rest slank zijn en een normaal lichaamsgewicht hebben, moeten oppassen wanneer hun buik relatief omvangrijk is of wanneer hun vetpercentage te hoog is ten opzichte van de hoeveelheid spiermassa. Dit verschijnsel wordt TOFI genoemd (thin-outside-fat-inside: dun van buiten, vet van binnen). Steeds meer mensen behoren tot deze categorie, zonder dat ze zich daarvan bewust zijn. De tabel laat de relatie zien tussen buikomvang en het risico op ziektes die met de leefstijl samenhangen Licht verhoogd risico
Verhoogd risico
Mannen
Meer dan 94cm
Meer dan 102cm
Vrouwen
Meer dan 80cm
Meer dan 88cm
De hier gegeven getallen zijn niet meer dan een richtlijn, aangezien lengte en individuele lichaamsbouw ook van invloed zijn.
Vetstofwisseling en bloedsomloop Het vet in het bloed bestaat uit vrije vetzuren, triglyceriden en cholesterol. De verschillende vetten zijn bouwstenen van de celstructuur, ze leveren energie en maken deel uit van talrijke andere fysiologische processen. Bloedsuiker en insuline spelen 18
een belangrijke rol bij de stofwisseling, ook bij die van de vetstoffen. Insulineresistentie belemmert het vermogen van de insuline om het vet in de cel te houden. Een grote hoeveelheid overbodig vet verlaat daardoor de cel en komt in de bloedstroom terecht. Tegelijkertijd verhoogt de lever de productie van triglyceriden en het als ongunstig bekendstaande LDL-cholesterol. De hoeveelheid van het gunstige HDL-cholesterol dat potentieel schadelijke vetten uit de bloedstroom verwijdert, neemt daarentegen af. Insulineresistentie leidt zo tot een verstoring van de verhouding tussen HDL en LDL. Samengevat leiden insulineresistentie en een verhoogd insulineniveau ertoe dat er te veel vetten in de bloedbaan komen, waar ze zich aan de binnenkant van de aderwanden kunnen hechten en zo de kans op hart- en vaatziekten verhogen.
Bloeddruk Zoals al eerder opgemerkt werd, kan een verhoogd insulineniveau tot verlies van magnesium leiden, met als gevolg een verhoogd risico op hoge bloeddruk. Insuline kan er bovendien de oorzaak van zijn dat de nieren natrium (zout) vasthouden. Daardoor stijgt de hoeveelheid vloeistof in het bloed en gaat de bloeddruk omhoog. Men neemt aan dat ongeveer 50% van de mensen met hoge bloeddruk insulineresistent zijn.
Ontstekingen Ontstekingsprocessen (infecties) worden over het algemeen door de vetten uit het voedsel gereguleerd. Omega-6 uit vlees en zuivelproducten stimuleert ontstekingsprocessen, terwijl omega-3 uit visolie ze juist tegengaat. Een verhoogd insulineniveau is eveneens van invloed op vetten uit het voedsel en op ontstekingsbevorderende processen. Het is dan ook niet verbazingwekkend dat veel mensen die insulineresistent zijn last hebben van pijnlijke gewrichten, spierpijn en andere symptomen van chronische ontstekingen. 19
Bij ontstekingsreacties ontstaan ook grote hoeveelheden vrije radicalen die cellen kunnen beschadigen. Deze agressieve zuurstofverbindingen oxideren het cholesterol, een proces dat een steeds groter aantal wetenschappers beschouwt als de werkelijke oorzaak van aderverkalking.
Sekshormonen en vruchtbaarheid Bij een verhoogd insulineniveau gaan de eierstokken meer mannelijke sekshormonen aanmaken (androgenen). Dit kan de hormoonbalans, ovulatie en vruchtbaarheid nadelig beïnvloeden. Veel vrouwen krijgen zelfs last van mannelijke haargroei op hun bovenlip, kin, benen, armen, buik en schouders.
Bij permanent verhoogde bloedsuiker Kunnen een verhoogd insulineniveau en insulineresistentie leiden tot: • Verstoorde glucosestofwisseling en verschillende symptomen van energiegebrek in lichaamscellen • Magnesiumtekort en verhoogd kans op verhoogde bloeddruk • Omzetting van overtollige calorieën in vet • Verhoogde gevoeligheid voor ontstekingen en de daarmee samenhangende productie van vrije radicalen • Gewichtstoename en/of meer vet om de ingewanden • Overproductie van triglyceriden en LDL door de lever • Overbelasting van de alvleesklier en verhoogd risico om metabool syndroom en type 2 diabetes te ontwikkelen • Beschadigde bloedvaten en een verhoogde kans op aderverkalking en • Hart- en vaatziekten
20
Metabool syndroom Metabool syndroom, ook wel ‘syndroom X’, is de benaming voor verstoringen in de suiker- en vetstofwisseling in het lichaam, als gevolg van een verhoogd insulineniveau. Het is een aandoening die vaak zonder waarschuwing optreedt en waarbij mensen vaak een aantal van de volgende symptomen hebben – maar niet allemaal: • Insulineresistentie en een verhoogd insulineniveau in het plasma • Overgewicht of TOFI (met het kenmerkende appelfiguur) • Verhoogde waarden voor cholesterol en triglyceriden • Hoge bloeddruk • Hart- en vaatziekten • Diabetes Vrouwen hebben vaak ook te maken met • Verminderde vruchtbaarheid • Mannelijke haargroei Het komt vaak voor dat mensen die aan metabool syndroom lijden medicijnen gebruiken om verschillende symptomen te bestrijden, zonder dat de onderliggende oorzaken worden aangepakt, zoals bijvoorbeeld slechte eetgewoonten, een gebrek aan voedingsstoffen of te weinig beweging.
Volwassenen en kinderen – opgelet! Naar schatting een derde van de bevolking in ons deel van de wereld vertoont tot op zekere hoogte symptomen van metabool syndroom, wat een vroeg stadium is van type 2 diabetes. Bij kinderen komt het vaak voor als ziekelijk overgewicht (obesitas) met een te veel aan buikvet – niet te verwarren met het zogenaamde ‘puppy fat’. Bij jongens kan metabool syndroom tot de vorming van kleine borsten leiden. Onstabiele bloedsuiker kan ook hyperactiviteit en concentratieproblemen veroorzaken.
21
Diabetes Diabetes is de benaming voor een aantal aandoeningen waarbij het suikergehalte (glucose) in het bloed hoger is dan normaal. De meest voorkomende vormen van diabetes zijn: • Type 1 diabetes (insulineafhankelijke diabetes)
Een auto-immuunaandoening waarbij het immuunsysteem de insulineproductie in de alvleesklier belemmert. • Type 2 diabetes (niet insulineafhankelijke diabetes) Hangt samen met leefstijl en eetpatroon. Het vroege stadium wordt metabool syndroom genoemd. Daarnaast zijn er nog: • Zwangerschapsdiabetes Treedt op tijdens de zwangerschap en verdwijnt gewoonlijk na de bevalling. • Secundaire diabetes Kan optreden na langdurige behandeling met corticosteroïden of bij alvleesklierontsteking. • Type 3 diabetes Deze recent ontdekte vorm van diabetes ontwikkelt zich na type 1 of 2. Men neemt aan dat er een verband bestaat met de hersenen en degeneratieve aandoeningen als de ziekte van Alzheimer.
Symptomen die op diabetes kunnen wijzen Overtollige bloedsuiker wordt uitgescheiden via de urine, wat bij een te hoog bloedsuikerniveau tot de volgende klassieke symptomen kan leiden, die door een arts onderzocht moeten worden: • Extreme dorst • Vaak urineren • Vermoeidheid • Verminderde eetlust en gewichtsverlies • Genitale jeuk • Infecties van huid en slijmvliezen
22
>20% 14% − 20% 10% − 14 % 8% − 10% 6% − 8% 4% − 6% <4%
De kaart toont de geschatte verspreiding en percentages van diabeten in 2025. In sommige gebieden zal maar liefst één op de vijf mensen diabetes hebben.
Hoe word de diagnose diabetes en verminderde glucosetolerantie gesteld? De diagnose is gebaseerd op suikermetingen in nuchtere toestand. Als de metingen op twee opeenvolgende dagen boven de 6,1 mmol/l liggen, is dat een indicatie voor diabetes. Bovendien wordt de bloedsuiker gemeten in niet-nuchtere toestand, dus na een maaltijd. Waarden boven de 11,1 zijn een indicatie voor diabetes, waarden onder 7,7 zijn normaal. Waarden in het bereikt tussen 7,8 en 11,1 worden in verband gebracht met een verminderde glucosetolerantie.
23
Chromiumgist verbetert het effect van insuline Bij het meten en reguleren van de bloedsuiker gaat de meeste aandacht uit naar de hoeveelheid insuline. Maar er moet ook chromium aanwezig zijn om dit hormoon zijn taak optimaal te laten uitvoeren, zowel bij mensen als dieren. Het grote belang van het spoorelement werd min of meer bij toeval ontdekt door de wetenschap. In de jaren 1950 ontdekten de voedingswetenschappers dr. Walter Mertz en dr. Klaus Schwartz dat ratten die met torulagist werden gevoerd glucose-intolerantie (insulineresistentie) ontwikkelden en een verminderde leverfunctie vertoonden, als gevolg van een verstoorde glucosestofwisseling. Mertz en Schwartz namen aan dat er bepaalde essentiële stoffen ontbraken aan de torulagist, die gemaakt werd uit bijproducten uit de papierindustrie. Na een paar onderzoeken te hebben uitgevoerd, stelden de wetenschappers vast dat de symptomen verdwenen zodra de ratten werden gevoerd met gist dat rijk was aan chromium. Vóór de jaren 1950 nam men aan dat insuline de enige stof was die het lichaam nodig had voor de glucosestofwisseling, maar nu was er een nieuwe speler op het veld verschenen – de rijke chromiumbron in biergist. Deze verbinding had een positief effect op de glucosestofwisseling en de leverfunctie en werd GTF genoemd – Glucose Tolerantie Factor. Bovendien werd aangenomen dat GTF vitamine B3 en bepaalde aminozuren bevatte. Hoewel er inmiddels talloze artikelen aan GTF zijn gewijd, is het de wetenschap nooit gelukt de stof in het lichaam te isoleren of een molecule te fabriceren met de chemische eigenschappen om de glucose-opname te verbeteren en glucoseintolerantie/insulineresistentie tegen te gaan.
24
Eén ding was echter wel zeker: chromium had een gunstig effect op de glucosestofwisseling in het lichaam. De grote vraag was waarom en hoe. Onderzoek naar de functie van chromoduline in de glucosestofwisseling In de jaren 1980 slaagden Japanse wetenschappers erin een nieuwe stof te isoleren die rijk was aan chromium en op GTF leek. Deze zogenoemde chromoduline bestaat uit een korte keten van verschillende aminozuren (glycine, cysteïne, glutaminezuur en asparaginezuur) die aan vier chromiumionen gebonden zijn. Chromoduline wordt in de cel aangemaakt in reactie op de insulinesecretie (het vrijkomen van de stof ). In combinatie met insuline zorgt chromoduline voor een effectieve opname van glucose in de hersencellen, spieren en andere weefsels, waardoor we de energie krijgen die we nodig hebben en ons verzadigd voelen.
25
Waar en wanneer spelen chromium en chromoduline een rol in de glucosestofwisseling van de cel? (Gebaseerd op afbeeldingen in het American Journal of Health-System Pharmacy en John B. Vincent: The Biochemistry of Chromium)
1. Glucosemoleculen en insuline bevinden zich buiten de cel. Het glucosekanaal van de cel is gesloten. De chromium die opgenomen is uit voedsel of supplementen bevindt zich eveneens buiten de cel. In de cel bevindt zich een voorloper van chromoduline: apo-chromoduline. 2. De insuline heeft zich verbonden met de insulinereceptoren van de cel en is geactiveerd. Daardoor wordt trivalent chromium nu ook toegelaten tot de cel. Het glucosekanaal is deels open en twee glucosemoleculen zijn tot in de cel doorgedrongen. 3. In de cel verbinden vier chromiumionen zich met de molecule apo-chromoduline, en vormen zo chromoduline. 4. De chromoduline bindt zich aan het in de cel gelegen gedeelte van de insulinereceptoren en de opname van glucose door het daarvoor bestemde kanaal neemt toe. Tegelijkertijd wordt het enzym tyrosine-kinase geactiveerd, dat zich ook aan de binnenkant van de insulinereceptoren bevindt. Daardoor wordt de verwerking van de glucose door de cel sterk verhoogd. Er bevinden zich nu meer glucosemoleculen in de cel, die een optimale toevoer van de stof heeft bereikt. Na dit proces wordt de insuline losgemaakt van de receptor in de cel en afgebroken in de lever. Een enkele insulinemolecule heeft naar schatting een levensduur van 70 minuten en het is dus van essentieel belang dat het hormoon gedurende deze korte tijd optimaal functioneert. De chromium wordt grotendeels uitgescheiden via de urine. Insulinereceptor
26
Glucosekanaal
Chromiumkanaal
Glucose Insuline
Apo chromoduline
Glucose Insuline
Apo chromoduline
Chromium
1 Chromium
2 27
Glucose Insuline
Chromium
Chromium ionen Chromoduline
Glucose Insuline
3 Chromium
Glucose
Chromoduline
28
4
Welke functies vervult chromium in het lichaam? Alle celmembranen en celkernen bevatten chromium. Een mens bevat 6 mg chromium, een bescheiden maar essentiële hoeveelheid van deze voedingsstof. De grootste concentratie wordt gevonden in de placenta. Een pasgeboren baby beschikt naar verhouding over een grote hoeveelheid chromium, die tijdens de eerste tien jaar van het leven afneemt.
Waarom hebben zwangere vrouwen vaak zoveel behoefte aan zoetigheid? Een foetus gebruikt relatief veel chromium tijdens de groei in de baarmoeder. Daardoor bestaat de kans dat er bij de moeder een tekort aan de stof ontstaat, wat zo nu en dan tot ‘kortsluiting’ kan leiden.
Hersenen Een relatief groot deel van de chromiumreserves van het lichaam is in de hersenen geconcentreerd. Wanneer er sprake is van een tekort aan chromium, is de insuline niet in staat de vereiste hoeveelheid glucose naar de cellen te transporteren. Daardoor kunnen allerlei symptomen optreden, zoals vermoeidheid, concentratieproblemen, hoofdpijn, migraine, duizeligheid, nervositeit, slapeloosheid en een onverzadigbare behoefte aan zoetigheid of opwekkende middelen. Tot de meer serieuze symptomen behoren flauwvallen, gezichtsstoornissen, paniekaanvallen en depressie.
29
Uw hersenen hebben veel behoefte aan koolhydraten Koolhydraten in de vorm van glucose zijn normaal gesproken de enige energiebron van de hersenen en een constante toevoer is van het grootste belang voor een optimaal functioneren van het orgaan. Het brein heeft zelfs zoveel energie nodig dat het meer dan de helft van deconsumptie aan koolhydraten voor zijn rekening kan nemen.
Hart en spieren Het hart is een bijzonder hardwerkende spier en alle spieren hebben energie nodig. Als er niet genoeg chromium beschikbaar is om een effectieve toevoer van glucose mogelijk te maken, kan dat het hart en andere spieren verzwakken. Symptomen zijn onder meer hartkloppingen, vochtophoping, rusteloze spieren en krampverschijnselen. Bovendien heeft chromium een sterke neiging om zich aan melkzuur te binden. Als iemand zwaar lichamelijk werk verricht en de energieproductie in de cellen is onvoldoende, dan kan er een verlies aan chromium optreden.
Lever en bloedsomloop Zoals al eerder opgemerkt, wordt overtollige glucose in glycogeen omgezet en opgeslagen in de lever en het spierweefsel. Wanneer er sprake is van een tekort aan chromium, wordt het steeds moeilijker om de glycogeenvoorraad aan te vullen, wat gevolgen heeft voor de hersenen, het hart en de spieren omdat zij energie te kort komen. De lever heeft ook chromium nodig om lecithine te produce30
ren, een gunstig vet dat helpt cholesterol en andere vetten in het bloed af te breken. Een tekort aan chromium betekent een verhoogd risico op aderverkalking (atherosclerose) als gevolg van te hoge concentraties vetten in de bloedbaan.
Immuunsysteem Ons immuunsysteem heeft veel energie nodig, vooral bij de bestrijding van ontstekingen. Een tekort aan chromium heeft gevolgen voor de activiteit van de witte bloedcellen, die daardoor minder goed in staat zijn om virussen, bacteriën en schimmels te bestrijden. Stress in combinatie met een bovenmatige consumptie van zoetigheid put de chromiumvoorraad van het lichaam uit waardoor de glucose-opname in de cellen wordt belemmerd – met energiegebrek en hongergevoelens als resultaat. Zo ontstaat een vicieuze cirkel die bovendien een verhoogde kans op infecties oplevert, omdat de immuuncellen en andere cellen de benodigde energie niet krijgen.
Proteïneproductie, groei en voortplanting Chromium speelt een rol bij de normale groei van foetussen en kinderen. Het spoorelement is van belang voor de productie van nieuwe proteïne voor spieren en andere weefsels die het hele leven lang steeds vernieuwd worden. Bovendien is chromium zeer belangrijk voor gezonde zaadcellen die bijzonder veel energie nodig hebben om hun taak uit te voeren.
Bijnieren en stress De bijnieren liggen boven de gewone nieren. In stresssituaties produceren ze verschillende hormonen die ons voorbereiden om optimaal te functioneren. Op dergelijke momenten zijn ze zeer actief. De bijnieren bevatten relatief grote hoeveelheden chromium die samen met vitamine C en andere voedingsstoffen van essentieel belang zijn voor hun functioneren. 31
Chromiumbronnen en oorzaken van een tekort aan chromium Het chromiumgehalte van voedingsmiddelen varieert sterk. Goede bronnen zijn eieren, vlees, noten, bonen, amandelen, zaden, verschillende kruiden, groentes en fruit. Over het algemeen is het aan te raden om het gebruik van suiker te beperken en witte suiker in elk geval te vervangen door rietsuiker dat nog een beetje chromium bevat.
Chromiumgehalte per honderd gram in verschillende bronnen: Theebladeren: 375 µg Cacaopoeder: 173 µg
Ananas (vers): 11 µg Spinazie (vers): 9 µg (diepvries): 5 µg
Gedroogde abrikoos: 80 µg
Lamsvlees: 8 µg
Maanzaad: 75 µg
Roggebrood: 6 µg
Mosselen (vers, gekookt): 25 µg Rund/varkensvlees: 4-5 µg Zeeforel, kabeljauw lever: 20 µg Wortelen, broccoli: 1 µg Amandelen: 12 µg
Volle melk: 0,05µg
Bonen (wit, bruin, gedroogd): 11 µg 1 μg (microgram)= 1/1.000.000 gram
32
Chromiumconsumptie en -opname De chromiumconsumptie van volwassenen in de EU wordt geschat op 30-60 microgram per dag. Het spoorelement wordt opgenomen uit de darmen en naar de lichaamscellen getransporteerd met behulp van de transportproteïne transferrine die ook verantwoordelijk is voor het transport van ijzer. Chromium uit vlees, kaas en schelpdieren wordt weliswaar veel makkelijker opgenomen dan chromium uit groentes, maar over het geheel genomen heeft het lichaam moeite om de stof te verwerken: minder dan 3% van de in het voedsel aanwezige chromium wordt ook werkelijk opgenomen. Uit onderzoek van de EFSA (European Food Safety Authority) is gebleken dat de opname van chromium uit anorganische bronnen en het voedsel zeer laag is, te weten 0,5-2% uit anorganische bronnen en 0,5-3% uit het voedsel. De opname van organische chromiumgist ligt daarentegen ongeveer tien keer hoger.
Rietsuiker hielp Nelson Mandela in de gevangenis De voormalige Zuid-Afrikaanse president Nelson Mandela zat 17 jaar gevangen op Robbeneiland. Het voedsel was bijzonder slecht en de zwarte gevangenen kregen rietsuiker, terwijl de blanke gevangenen, die superieur werden geacht, witte suiker kregen. Ironisch genoeg waren de zwarte gevangenen uiteindelijk gezonder, omdat rietsuiker chromium en andere mineralen bevat, witte suiker niet. Bron: Nelson Mandela expositie in Faaborgs Gamle Arrest (Denemarken)
Oorzaken van chromiumtekort Chromiumtekort is een gevolg van eetgewoonten en leefstijl en kan door tal van verschillende factoren worden veroorzaakt. Een tekort aan het mineraal in de landbouwgrond resulteert 33
in gewassen met een laag chromiumgehalte. Onze moderne, bewerkte voedingsmiddelen leveren bijzonder weinig chromium en bevorderen grote schommelingen in de bloedsuikerspiegel. Als het bloedsuikerniveau daalt, wordt ongeveer 20% van het chromium in het bloed uitgescheiden via de urine. Het lichaam raakt daardoor chromium kwijt wanneer we te veel snelle, bewerkte koolhydraten binnenkrijgen. Excessieve consumptie van koffie, alcohol en andere stimulerende middelen die het bloedsuikerniveau beïnvloeden, verergert het probleem. Al snel ontstaat er een vicieuze cirkel omdat chromium noodzakelijk is voor een effectieve glucosestofwisseling. Andere factoren die chromiumtekort kunnen veroorzaken, zijn specifieke individuele behoeften, alle vormen van stress, langdurig diëten volgen en ondervoeding. Hoewel beweging op zich de opname van glucose in de cellen bevordert, kan zware belasting van de spieren of lichamelijke uitputting bij een onvoldoende energieproductie in de cellen ook tot het verlies van chromium leiden. Veel zwangere vrouwen lijden aan een tekort aan chromium omdat foetussen relatief veel van het mineraal nodig hebben. Een laatste factor is dat de uitscheiding van chromium uit het lichaam toeneemt naarmate we ouder worden, hetgeen vooral van belang is voor mensen met diabetes. Als er te weinig chromium in de voeding zit, spreekt het lichaam zijn eigen chromiumvoorraad aan, wat problemen kan opleveren omdat die heel beperkt is.
De opname van chromium wordt bevorderd door: vitamine C en vezels De opname van chromium wordt belemmerd door: geraffineerde suiker
34
Suiker blokkeert de opname van vitamine C in cellen De meeste dieren zijn in staat om hun eigen vitamine C (ascorbinezuur) te produceren via een stapsgewijze, enzymatische omzetting van glucose. Mensen, apen, cavia’s en nog enkele diersoorten hebben dit vermogen tijdens de evolutie verloren. Bovendien gebruiken suiker en vitamine C dezelfde toegangskanalen naar de cellen. Suiker kan de toegang tot de cel dus blokkeren, waaruit volgt dat het effect van vitamine C afneemt naarmate we meer suiker gebruiken.
Chromiumsupplementen zijn vooral van belang bij: • • • • • • •
Regulering van de bloedsuikerspiegel (preventief ) Insulineresistentie/glucose-intolerantie Metabool syndroom Regulering van lichaamsgewicht en tailleomvang Regulering van de vetstofwisseling Type 2 diabetes (mogelijk ook type 1 en 3) Diabetes veroorzaakt door langdurige behandeling met corticosteroïden • Zwangerschapsdiabetes (preventief ) In de volgende hoofdstukken vindt u nuttige informatie voor het geval u er niet zeker van bent of uw bloedsuikerproblemen erfelijk zijn of niet. U vindt er ook informatie over effectieve supplementen en andere nuttige adviezen.
35
Andere meetmethoden voor bloedsuikerproblemen en chromiumtekort Het ligt voor de hand om bloedtesten uit te voeren wanneer er sprake is van bloedsuikerproblemen. Al eerder werd echter opgemerkt dat de waarden niet altijd een compleet beeld opleveren: soms kunnen ze normaal lijken, zonder de grote schommelingen van de bloedsuikerspiegel gedurende de dag te laten zien. Bovendien laten de tests veelal niet zien in hoeverre de suiker daadwerkelijk in de cellen opgenomen kan worden. Daarom is het van belang om de volgende vragenlijst in te vullen.
VRAGENLIJST Hebt u problemen met uw bloedsuiker of met de opname van suiker in de cellen? Vul XX (= heel veel), X (= een beetje), of - (niet) in bij de verschillende gewoonten en symptomen.
Eet- en drinkgewoonten Hoge consumptie van zoete voedingsmiddelen, zoals suiker, chocolade, snoep, cornflakes, frisdranken, en van ketchup en andere voedingsmiddelen die veel verborgen suiker bevatten Hoge consumptie van zetmeel, in het bijzonder witbrood, broodjes, crackers, toast, friet en chips Sterke behoefte aan de hierboven genoemde voedingsmiddelen, niet in staat om ze te laten staan Sterke behoefte aan cafeïne en energiedrankjes. Meer dan 6 koppen koffie of gewone thee per dag Alcoholisme of een tendens in die richting Tabak/nicotineverslaving Hongergevoel kort na de maaltijd 36
Bestrijdt u een of meer van de hieronder genoemde symptomen door de consumptie/toevoer van snelle energie uit koolhydraten, cafeïne, alcohol en nicotine?
Symptomen Vermoeidheid en gebrek aan energie Concentratieproblemen Het gevoel alsof u watten in uw hoofd hebt of onder een stolp leeft Onverwachte stemmingswisselingen Een gevoel van hopeloosheid en mogelijk zelfs depressie Misselijkheid of flauwvallen Hoofdpijn of migraine Innerlijke onrust Gespannen spieren of krampverschijnselen Prikkelbaarheid en opvliegendheid Hartkloppingen Koud zweet Verminderd of afwezig seksueel verlangen (frigiditeit/ impotentie) Gewichtstoename op gewichtsafname Gevoeligheid voor blauwe plekken Gevoeligheid rond de alvleesklier, in de buikholte, onder de onderste linkerrib Verzwakt immuunsysteem Metabool syndroom (insulineresistentie, appelvormig lichaam, verhoogde cholesterol, hoge bloeddruk) 37
De genoemde eet- en drinkgewoonten kunnen een directe indicatie zijn van lage bloedsuiker of insulineresistentie en een verminderd vermogen om glucose (suiker) op te nemen. Hoe meer van deze gedragsymptomen er optreden, des te ernstiger het probleem. De andere symptomen kunnen optreden wanneer de cellen van het zenuwstelsel, hormoonsysteem, immuunsysteem en de spieren te weinig energie krijgen. Bedenk echter altijd dat er ook andere oorzaken voor de genoemde symptomen kunnen zijn.
Veel mensen die hun levenskwaliteit aangetast zien door een aantal van deze symptomen, lijden slechts aan één enkel probleem: een verminderd vermogen om suiker naar hun cellen te transporteren. ]
Haaranalyse en een volledig bloedonderzoek kan een tekort aan chromium aan het licht brengen Omdat haarwortels ook voedingsstoffen ontvangen uit de bloedbaan, kan analyse van een haar een duidelijk beeld geven van de concentraties mineralen en zware metalen die we in ons lichaam hebben. Een dergelijke analyse is een waardevolle aanvulling op andere vormen van onderzoek omdat het de mineraalstatus van de betreffende persoon in het verleden laat zien, en zelfs verstoorde verhoudingen en vergiftigingsverschijnselen kan aantonen. Ook volledige bloedonderzoeken kunnen het chromiumgehalte van het bloed aan het licht brengen. Dergelijke analyses worden uitgevoerd door een kleine groep artsen die gespecialiseerd zijn in orthomoleculaire geneeskunde. Zowel de haaranalyse als de volledige bloedanalyse vereisen professionele interpretatie.
38
Chromiumsupplementen, kwaliteit en opneembaarheid Bij de keuze van een chromiumsupplement is het van groot belang om de optimale hoeveelheid van de stof binnen te krijgen, in een vorm die het lichaam kan opnemen en gebruiken.
Hoeveel chromium hebben we nodig? Er is nog altijd veel debat gaande over hoeveel chromium we werkelijk nodig hebben en of het al of niet mogelijk is om de optimale hoeveelheid uit het voedsel op te nemen. In grote lijnen gaat men er wel vanuit dat het westerse dieet slechts de helft van onze chromiumbehoefte dekt, zodat het voor de meeste volwassenen gunstig is om een supplement te gebruiken.
Het verschil tussen officiële en optimale aanbevelingen De officiële aanbevelingen heten ADH (Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid). De ADH is veelal aan de lage kant en houdt geen rekening met individuele behoeften. ADH-indicaties kunnen daarom niet aangeven wat een specifiek individu nodig heeft voor een optimaal gezondheidsniveau. Veel mensen die als gezond worden beschouwd, bevinden zich in werkelijkheid in een grijze zone van verminderd welzijn omdat hun behoefte aan bepaalde essentiële voedingsstoffen niet wordt bevredigd – ook al krijgen ze de ADH-hoeveelheden van deze stoffen via hun voeding binnen. Daarom hanteren veel onderzoekers, artsen en voedingsdeskundigen die gespecialiseerd zijn in de orthomoleculaire geneeskunde liever de ODH. Deze afkorting staat voor ‘Optimale Dagelijkse Hoe39
veelheid’ en houdt rekening met een breed spectrum aan individuele behoeftes. De ODH-aanbevelingen beslaan het gebied tussen de tamelijk behoudende ADH-niveaus en de hoge vitaminen- en mineralendoseringen die op therapeutische basis worden gehanteerd. ADH, Aanbevolen Dagelijkse Hoeveelheid (per 24 september 2009): Volwassenen en kinderen boven de 11 jaar: 40 μg ODH, Optimale Dagelijkse Hoeveelheid Volwassenen en kinderen boven de 11 jaar: 200 μg Voor het stabiliseren van de bloedsuikerspiegel en ter voorkoming van insulineresistentie, metabool syndroom en diabetes. Medische doses: 400+ μg onder professionele begeleiding. Gebruik ter behandeling van insulineresistentie en diabetes. Verschillende chromiumsupplementen: De verkrijgbare chromiumsupplementen bevatten trivalente chromium in verschillende vormen: chromiumgist, chromiumpicolinaat of chromiumchloride.
Waarom is chromiumgist de beste keuze? Volgens de EFSA (European Food Safety Authority) is chromiumgist de beste chromiumbron voor gebruik in supplementen. Het bevat organisch gebonden, trivalent chromium in dezelfde, natuurlijke vorm als in onze voeding. Chromiumgist wordt geproduceerd door chromium aan gistcellen toe te voegen, die de stof aan aminozuren en peptiden binden en zo verschillende organische chromiumverbindingen vormen. Tijdens het proces van verhitting en drogen dat daarop volgt, gaan de gistcellen dood. De gist is niet meer actief en de gistcellen dienen alleen nog als natuurlijke voedingsstof die rijk is aan chromium. Deze grondstof wordt vervolgens verpulverd en tot tabletten verwerkt. 40
Het aldus verwerkte chromium wordt tot tien keer beter door het lichaam opgenomen dan chromiumproducten op basis van chromiumchloride of chromiumpicolinaat. Chromiumgist wordt dan ook als een zuiverder preparaat beschouwd, met een veel grotere effectiviteit dan de twee andere, synthetisch vervaardigde chromiumbronnen. Er zijn geen bijwerkingen waargenomen van chromiumgist, ook niet bij dagelijkse doses van 1000-2000 μg. Tot nu toe is een Deens preparaat het enige in de EU verkrijgbare supplement op basis van chromiumgist. Het wordt onder strikte farmaceutische controle gefabriceerd en is gebaseerd op twintig jaar onderzoek. Verschillende klinische studies hebben aangetoond dat suppletie met chromiumgist een positief en regulerend effect heeft op de bloedsuikerspiegel en type 2 diabetes. Dit onderzoek wordt in het volgende hoofdstuk beschreven. Biologische opneembaarheid van chromiumbronnen,
% vergeleken met ChromoPrecise 100
Volgens de EFSA (European Food Safety Authority) is ChromoPrecise tot tien keer beter opneembaar dan alle andere goedgekeurde chromiumbronnen.
90 80 70 60 50 40
Chromo Precise
30 20 10 0
Chromium Chelaat Chloride
Chromium Picolinaat
10%
12%
100%
Volgens de EFSA (European Food Safety Authority) is ChromoPrecise tot tien keer beter opneembaar dan alle andere goedgekeurde chromiumbronnen.
EFSA legt nadruk op chromiumgist in een vergelijking van chromiumproducten
De EFSA, de European Food Safety Authority, is tot de conclusie gekomen dat de biologische opneembaarheid van chromiumpicolinaat beperkt is en slechts iets hoger dan die van chromiumchloride. Bovendien stelde de organisatie vast dat chromiumgist tot tien keer beter wordt opgenomen dan synthetische chromiumproducten. 41
Wetenschappelijke studies naar chromium en chromiumgist Het EFSA-rapport noemt verschillende klinische onderzoeken naar het effect van supplementen met chromiumgist bij mensen met diabetes en gezonde controlegroepen. De supplementen werden verstrekt over periodes variërend van 2 maanden tot 7-8 jaar, in doseringen van minder dan 20 μg tot 1000 μg per dag. De studies die in dit hoofdstuk worden besproken, laten over het algemeen zien dat supplementen op basis van chromiumgist de hoogste biologische opneembaarheid vertonen en een gunstige invloed hebben op de insulinegevoeligheid, de bloedsuikerregulatie, de cholesterolbalans, het triglyceridegehalte in het plasma en het lichaamsgewicht. De meeste studies zijn onder mensen met diabetes verricht. De recentste studie laat zien dat chromiumsupplementen ook een gunstig effect hebben op de bloedsuikerspiegel van honden met diabetes.
Effecten van chromium: • Verbetert de effectiviteit van insuline • Verhoogt de opname van glucose in zenuwcellen, spieren en andere weefsels • Verhoogt de opname van glucose in het ‘verzadigingscentrum’ in het brein, waardoor hongersymptomen afnemen • Verlaagt het vetgehalte in het bloed • Belangrijk voor de normale groei van de foetus en de aanmaak van proteïne
42
Klinisch onderzoek met chroomgist bij patiënten met type 2 diabetes In deze studie kregen 36 patiënten met type 2 diabetes op vrijwillige basis drie maanden lang ofwel 200 μg chromiumgist of identieke tabletten zonder werkzame stof (placebo’s). Bij de patiënten die chromium kregen, werd het volgende vastgesteld: • Lager glucoseniveau (in de placebo groep gestegen) • Verhoogde insulinegevoeligheid (betere werking van insuline) • Afgenomen lichaamsgewicht (gemiddeld 1,3 kilo)
Gewichtsverlies (kg) 0,0 0,2
12 Weken
Placebo
0,4 0,6 Chromiumgist 0,8 1,0 1,2 1,4 Bron: J. Racek et al.: Biological Trace Element Research, vol. 109, 2006
43
Chromiumgist heeft een gunstig effect bij obese mensen met type 2 diabetes 26 mannen en vrouwen met ernstig overgewicht en type 2 diabetes kregen twee maanden lang 30 of 60 μg chromiumgist in een open studie zonder controlegroep. De resultaten lieten een verbetering zien van de bloedsuikerwaarden in nuchtere toestand en na een maaltijd (postprandiaal), alsmede een afname van de geglycosyleerde hemoglobine, cholesterol en triglyceriden en het lichaamsgewicht. Glycemische controle nuchter
Zonder chromium
Met chromium
Glucosegehalte
10,2 mmol/l (hoog)
8,9 mmol/l
Postprandiale glucose (na eten)
11,8 mmol/l
9,9 mmol/l
Geglycosyleerde hemoglobine
8,2 mmol/l
7,9 mmol/l
Bloedvetten
Zonder chromium
Met chromium
Totaal cholesterol
6,5 mmol/l
6,0 mmol/l
Triglyceride
3,2 mmol/l
2,7 mmol/l
Lichaamsgewicht
Zonder chromium
Met chromium
87,5 kg
83 kg
Bron: Mindrescu & Ciocan (gegevens uit een ongepubliceerd onderzoeksverslag)
44
Ontwikkeling van het bloedsuikerniveau bij mensen met type 2 diabetes die dagelijks een supplement met chromium gebruikten
Nuchtere bloedsuiker (mmol/l)
833 mannen en vrouwen met type 2 diabetes kregen tien maanden lang dagelijks 500 μg chromium. De grafiek laat gedurende de eerste maand een significante daling van de nuchtere bloedsuikerwaarde zien, gevolgd door een lichtere daling gedurende de overige 9 maanden. Een reductie van 85% werd waargenomen bij deelnemers die bij aanvang van de studie symptomen vertoonden van extreme dorst, veelvuldig urineren en vermoeidheid.
12 10 8 6
0
2
4 6 Maanden
8
10
Bron: Cheng et al. 1999
De voormalige voorzitter van de American Diabetes Association, Jay Skyler, heeft verklaard dat het effect van chromium vergelijkbaar is met, of wellicht zelfs beter is dan dat van de meeste vormen van medicatie tegen type 2 diabetes die in de Verenigde Staten worden gebruikt.
45
Bloedsuikerniveaus bij mensen met type 2 diabetes
Nuchtere bloedsuikerwaarde (mmol/l)
180 mannen en vrouwen met type 2 diabetes kregen ofwel 200 μg chromium, 1000 μg chromium of een placebo. De nuchtere bloedsuikerwaarde was significant lager in de groep die dagelijks 1000 μg chromium kreeg toegediend, zowel na twee als na vier maanden. 1000 mcg chromium 200 mcg chromium
10
Placebo
9 8 7 6
0
2 Maanden
4
Mensen met diabetes moeten er rekening mee houden dat… … hun behoefte aan insuline aanzienlijk kan veranderen wanneer ze een chromiumsupplement gebruiken. Ook mensen met een verminderde nierfunctie moeten hun arts raadplegen alvorens het supplement te gaan gebruiken.
46
Bloedsuikerniveaus bij honden met diabetes Een studie onder 17 honden met diabetes. De eerste kolom laat de bloedsuikerwaarden bij aanvang van het onderzoek zien. De tweede kolom geeft de bloedsuikerwaarden na behandeling met insuline (twee metingen in een periode van drie maanden); de derde kolom geeft de resultaten na behandeling met insuline en een dagelijkse doses van 100 μg chromium (wederom twee metingen in een periode van drie maanden). De studie laat een significante daling van de bloedsuiker zien na gebruik van het chomiumsupplement. Bloed Bloedsuiker suiker (mmol/l) (mmol/l) (insuline) Hond 1 Hond 2 Hond 3 Hond 4 Hond 5 Hond 6 Hond 7 Hond 8 Hond 9 Hond 10 Hond 11 Hond 12 Hond 13 Hond 14 Hond 15 Hond 16 Hond 17
15,5 9,4 11,8 26,4 22,4 25,4 21,6 17,8 24,8 16,6 28,4 16,3 24,1 24,3 28,5 40,0 40,0
Meting 1
Meting 2
9,9 12,9 14,1 18,4 10,9 14,8 14,4 15,6 14,1 17,5 13,9 13,1 4,7 14,4 28,6 15,5 25,4
11,3 14,2 13,4 18,0 13,2 11,5 11,0 17,8 7,1 9,3 9,6 11,2 9,1 11,2 20,6 6,4 18,0
Bloedsuiker (mmol/l) (insu line + chromium) Meting 1 Meting 2
3,3 10,1 9,2 3,7 10,2 7,6 9,8 6,4 7,2 11,2 11,6 4,1 4,6 6,6 11,7 2,1 5,1
6,7 12,5 4,5 10,4 8,5 10,8 5,0 6,4 3,5 10,8 5,4 3,6 4,3 11,2 9,0 5,2 9,7
Bron: Muzik, P. et al., Diabetes mellitus in dogs and cats
47
Andere nuttige adviezen voor bloedsuikerregulatie • Houd een dagboek bij en noteer wat en hoeveel u werkelijk eet en drinkt • Lees de voedingswaardedeclaraties op producten om inzicht te krijgen in de herkomst en kwaliteit van verschillende energiebronnen • Eet drie gezonde maaltijden per dag, met eventueel kleine snacks tussendoor • Zorg ervoor bij elke maaltijd voldoende proteïne binnen te krijgen • Raak niet in paniek als het over vet gaat, maar kies gezonde vetbronnen, zoals amandelen, noten, avocado, vette vis en olijfolie • Kies rauwe koolhydraten, rijk aan vezelstof • Eet veel groente • Vermijd of beperk het gebruik van suiker, sappen en alcohol • Vermijd of beperk het gebruik van drank die cafeïne bevat • Probeer langdurige stress te voorkomen • Zorg ervoor in beweging te blijven en zoek in de loop van de dag veel fysieke activiteiten op
Proteïne, vet, vezelstof en zuren (bijvoorbeeld afkomstig van citrusvruchten of azijn) beperken de opname van koolhydraten en geven langdurig een verzadigd gevoel. Tegelijkertijd verminderen ze het risico van een plotseling sterk dalende bloedsuiker, die mensen naar snelle koolhydraten en lege (vervettende) calorieën laat grijpen.
48
Samenvatting Een stabiele bloedsuikerspiegel is belangrijk voor de energieproductie in de cellen, de gezondheid en het welzijn. Lange tijd werd gedacht dat insuline de enige bepalende factor was voor de opname van glucose in de cellen. Steeds meer studies tonen echter aan dat chromium onmisbaar is om de insuline optimaal te laten werken. Dit mineraal draagt bij aan de sterke verhoging van de opname van glucose in de cellen met behulp van chromoduline en speciale enzymen. Een tekort aan chromium verhoogt het risico van een ontoereikende opname van glucose, met als gevolg een zeer onstabiele bloedsuikerspiegel en een verhoogd insulinegehalte in het bloed. Ongezonde eetgewoonten en een tekort aan chromium zijn veelvoorkomende oorzaken van een sterk schommelende bloedsuikerspiegel. De onstabiliteit kan nog versterkt worden wanneer er te weinig chromium via het voedsel binnenkomt, terwijl er tegelijkertijd teveel chromium wordt uitgescheiden als gevolg van een sterk dalend bloedsuikerniveau, veroorzaakt door snelle koolhydraten, stimulerende middelen en andere snelle ‘energie boosters’. Omdat de menselijke hersenen glucose als brandstof gebruiken, zijn ze in hoge mate afhankelijk van een stabiel bloedsuikerniveau. Grote schommelingen in de bloedsuikerspiegel veroorzaken vermoeidheid, concentratieproblemen, stemmingswisselingen en andere symptomen die te maken hebben met het zenuwstelsel. Maar ook het hart en andere spieren, het hormoonsysteem en het immuunsysteem kunnen minder goed gaan functioneren als gevolg van een ontoereikende opname van glucose in de cellen. Na verloop van tijd kan onstabiele bloedsuiker leiden tot insulineresistentie, een permanente beperking van het vermo49
gen van de cellen om glucose op te nemen. Insulineresistentie veroorzaakt vrijwel onmiddellijk na de maaltijd alweer een hongergevoel en mogelijk ook andere symptomen, omdat de lichaamscellen niet over voldoende energie kunnen beschikken. Tegelijkertijd worden er overtollige calorieën uit de bloedbaan verwijderd en opgeslagen als vet. Het hele proces kan makkelijk een vicieuze cirkel op gang brengen van gewichtsproblemen en min of meer permanente behoefte aan stimulerende middelen als koffie, frisdrank, alcohol en nicotine. Veel mensen hebben insulineresistentie zonder dat ze zich daarvan bewust zijn. Vaak krijgen we te horen dat we om af te vallen minder calorieën moeten consumeren dan we verbranden. We moeten ons echter ook realiseren dat cellen in staat moeten zijn om energiebronnen op te nemen en tot bruikbare energie te verwerken. Als dat niet lukt, blijven de problemen van honger en gewichtstoename bestaan. Insulineresistentie zoals die zich in de loop van een paar jaar ontwikkelt, maakt deel uit van het nieuwe, epidemische metabool syndroom dat behalve door insulineresistentie en een appelvormig lichaam wordt gekenmerkt door hoge bloeddruk en hoge bloedvetwaarden (cholesterol, triglyceriden). Metabool syndroom is een vroeg stadium van type 2 diabetes en beide aandoeningen verspreiden zich als een lopend vuur in ons deel van de wereld. Bloedsuikerproblemen kunnen tal van symptomen veroorzaken, afhankelijk van welke cellen energie te kort komen en in hoeverre onze stofwisseling ontregeld is geraakt. Veel mensen bevinden zich in een grijze zone van verminderde kwaliteit van leven en ontvangen medicatie om symptomen te bestrijden zonder dat de diepere oorzaak van hun bloedsuikerproblemen wordt aangepakt.
50
Veel beweging en een goede lichamelijke conditie bevorderen het vermogen van de cellen om glucose op te nemen. Bovendien kunnen de lever en spieren in die omstandigheden makkelijker glucose opslaan in de vorm van glycogeen.
Het gebruik van een supplement met chromium is van groot belang bij: een onstabiele bloedsuikerspiegel, insulineresistentie/glucose-intolerantie, metabool syndroom, gewichts- en omvangsbeheersing, regulering van de vetstofwisseling, type 2 diabetes (mogelijk ook type 1 en 3), zwangerschapsdiabetes en diabetes veroorzaakt door langdurige therapie met corticosteroïden. Bij de keuze van een supplement is het belangrijk een chromiumbron te kiezen die het lichaam goed kan opnemen en gebruiken, vooral omdat deze opname over het algemeen tamelijk moeizaam is. EFSA heeft vastgesteld dat ChromoPrecise (op basis van chromiumgist) tot tien keer beter wordt opgenomen dan synthetische producten op basis van chromiumpicolinaat of chromiumchoride. ChromoPrecise is bovendien de enige goedgekeurde bron van chromiumgist in de EU. Een chromiumsupplement is het effectiefst als het gecombineerd wordt met een gezond eetpatroon en voldoende beweging.
51
Literatuur (selectie) Christensen, Oscar: Lavt blodsukker – symptomer og behandling. Sund og Rask 1987 Damhus, Mia: Harmoniske hormoner. Klitrose 2000 Dilling, Henrik: Lev sundt med vitaminer og mineraler. Lindhardt og Ringhof 2012 EFSA: Scientific Opinion on ChromoPrecise cellular bound chromium yeast added for nutritional purposes as a source of chromium in food supplements and the bioavailability of chromium from this source. EFSA Journal 2012 Ethan M. Balk et al.: Effect of Chromium Supplementation on Glucose Metabolism and Lipids. Diabetes care, Volume 30, number 8, august 2007. Flytlie, Knut T. Vitaminer og mineraler. Peoples Press 2004 Gropper, Sareen A.S., Lack, L. Smith, James L. Groff: Advanced Nutrition and Human Metabolism. Cengage Learning 2009 Gøtzsche, Liv: Metabolism syndrome. www.sundhed.dk/borger/sygdomme Hagerup, Lisbeth: Naturens vitaminer og mineraler. Klitrose 2006 Henriksen, Jan, Erik. Det Metaboliske Syndrom. www.netdoktor.dk Henriksen, Jan Erik. Diabetes. www.netdoktor.dk Holst, Siff. Stabilt blodsukker – overskud i hverdagen. Hovedland 2010 J. Racek et al: Influence of chromium-enriched yeast on blood glucose and insulin variables, blood lipids, and markers of oxidative stress in subjects with type 2 diabetes. Biological Trace Element Research. 2006 Muzik P. et al. Diabetes mellitus in dogs and cats. The European Journal of Companion Animal Practice. 2001 Phung Olivia et al. Improved Glucose Control Associated with i.v.Chromium Administration in Two Patients Receiving Enteral Nutrition. American Journal of Health-System Pharmacy Raben, Anne og Regitza Siggard: Ernæring, træningslære. Danmarks Idrætsforbund 1999 Rosendale, John: Insulin and Its Metabolic Effects. www.articles.mercola.com VagnHansen, Carsten: Type 2 diabetes og Naturen. Klitrose 2004 Vestergaard, Ole. Mit Naturlægemiddelkatalog 2012. Mit Helbred 2012. Vincent, John B: The Biochemistry of Chromium. J. Nutr. April 1, 2000 Vincent, John B, Dontarie Stallings: The Nutritional Biochemistry of Chromium (III) Elsevier 2007 Clausen, Jorgen: Chromium Induced Clinical Improvement in Symptomatic Hypoglycemia. Biological Trace Element Research, Vol17, 1988 Mertz, Walter: Chromium in Human Nutrition: A Review. Journal of Nutrition, 123, 1993 Anderson, Richard A.: Elevated Intakes of Supplemental Chromium Improve Glucose and Insulin Varioables in Individuals With Type 2 Diabetes. Diabetes VOL.46, 1997
52
Price: € 5.99 Pernille Lund is wetenschapsjournaliste. Ze heeft diverse boeken over gezondheid en voeding geschreven. Vanaf 1987 was zij werkzaam als voedingsdeskundige. Wetenschappelijke studies en praktische ervaring hebben duidelijk aangetoond hoeveel mensen zelf kunnen doen op het gebied van preventie en behandeling van aandoeningen. Veel alledaagse klachten en aandoeningen kunnen effectief worden bestreden met eenvoudige aanpassingen van het dieet en gebruik van de juiste voedingssupplementen. Een stabiele bloedsuikerspiegel is van essentieel belang voor de energiestofwisseling, de algemene gezondheid en het welzijn. Steeds meer studies tonen aan dat chromium noodzakelijk is voor het optimaal functioneren van het hormoon insuline dat de opname van suiker (glucose) in onze cellen reguleert. Als iemand een chromiumtekort heeft, bestaat het risico dat zijn of haar bloedsuikergehalte gaat fluctueren. Na verloop van tijd kan een onstabiele bloedsuikerspiegel tot het ontstaan van metabool syndroom leiden, een vroeg stadium van diabetes, met verschillende symptomen. Zowel metabool syndroom als diabetes nemen in de westerse wereld epidemische vormen aan. Dit boekje beschrijft de belangrijke rol die chromium vervult bij het reguleren van de bloedsuikerspiegel. Het bevat tabellen, controlelijsten en nuttige adviezen om de bloedsuikerspiegel stabiel te houden.
• Hebt u problemen met uw gewicht of buikomvang? • Kunt u uw behoefte aan zoetigheid, junkfood en stimulerende middelen niet beheersen? • Hebt u moeite om energiek te blijven of u te concentreren? • Hebt u last van hoge bloeddruk of verhoogde cholesterol? • Zou u uw bloedsuikerspiegel onder controle willen houden en over meer fysieke energie willen beschikken?
Forlaget Ny Videnskab ISBN 87-7776-147-2