Patiënteninformatie Problemen bij borstvoeding Borststuwing Stuwing is een in beide borsten optredende opeenhoping van vocht (aanvankelijk eerst van bloed en lymfe en later van melk). De lichte stuwing is een natuurlijk proces als de voeding op gang begint te komen en verdwijnt weer na enkele dagen; ernstige stuwing moet zoveel mogelijk voorkomen worden omdat het kan leiden tot beschadiging van het borstweefsel. De mate van stuwing kan worden beperkt door vanaf de bevalling: te voeden op verzoek, uw baby verblijft bij voorkeur bij u op de kamer, de baby vaak aan te leggen, meer dan 8 tot 12 keer per 24 uur, de baby goed aan te leggen, de baby alleen bij te voeden als kinderarts dat nodig vindt. Wat merkt u op? ontstaat tussen de tweede en vijfde dag Na de geboorte van het kind, de borsten voelen warmer aan, de bloedvaten op de borst zijn sterk zichtbaar, de zwelling kan het voeden belemmeren; de baby kan de borst slecht pakken, de huid is strak en gespannen waarbij tepel / tepelhof verstreken (plat, glad) zijn, de borsten kunnen pijnlijk aanvoelen, de temperatuur kan licht verhoogd zijn. Wat moet u doen? borstvoeding continueren, elke twee tot drie uur voeden, ‘s nachts minmaal een keer voeden, voeden in verschillende houdingen,(zittend, liggend, rugby houding),
**zittend
liggend
rugby
voeden op verzoek, van baby of de moeder, knellende kleding vermijden, overdag een goed steunende BH dragen ‘s nachts geen BH dragen omdat er dan een grote kans is op het afknellen van melkkanaaltjes, voor en tijdens het voeden de borst zachtjes naar de tepel toe masseren,
voor de voeding (met de hand) de spanning weg kolven, zodat de baby meer grip heeft op de tepelhof, tien minuten voor de voeding een warm kompres op de borsten leggen, na de voeding tien minuten lang een koud kompres of koolbladeren op de borsten leggen, bij pijn paracetamol gebruiken zo nodig maximaal 3 x 2 tabletten a 500 mg per 24 uur, bij ernstige stuwing de borsten goed warm houden en éénmalig goed leeg kolven, zo nodig met de lactatiekundige overleggen, na ernstige stuwing kan het voorkomen dat u nog maar heel weinig melk produceert, kolven tussen de voedingen door kan uitkomst bieden, minder drinken van de moeder heeft geen invloed op de stuwing! overleg met verpleegkundige in het ziekenhuis of kraamverzorgende / verloskundige als u thuis bent hoe de borstvoeding verloopt, observeer de borsten met het oog op een mogelijke borstontsteking (zie borstontsteking/ mastitis), houd in de gaten of uw baby groeit. Borstvoeding weigeren en/of onrust aan de borst Wanneer uw baby gedurende meerdere voedingen weigert te drinken nadat zij eerst wel goed heeft gedronken spreekt men van borstvoeding weigeren en/of onrust aan de borst. Als een baby niet binnen 24 uur na de geboorte gaat drinken is het belangrijk te zoeken naar mogelijke redenen; een slechte start of kunstverlossing (zoals een vacuüm), gezondheidsproblemen bij de baby bijvoorbeeld: o geboorteletsel zoals een gebroken sleutelbeentje, o te kort tongriempje, o aangeboren afwijkingen. niet goed verlopen eerste voeding, moeheid en slaperigheid door gebruik van medicijnen (verdovende of pijnstilling) bij de bevalling, scheiden van moeder en baby direct na de geboorte, de baby is later dan een uur na de bevalling aangelegd, niet goed aangelegd, verkeerde of nog niet voldoende aangeleerde zuigtechniek, er wordt teveel op vaste tijden gevoed in plaats van op het tijdstip waarop de baby aangeeft te willen drinken, gedwongen aan de borst, pijn bij het drinken bij voorbeeld ten gevolge van spruw in de mond, trage toeschietreflex door spanning, stuwing en tepelkloven, een te lage melkproductie waardoor de baby gefrustreerd raakt, de baby is hongerig en daardoor meer prikkelbaar, moeilijk vast te pakken tepel wegens platte of ingetrokken tepels.
Patiënteninformatie Wat heeft u nodig? een kolfapparaat met kolfsetje, stoffen luiers (één om onder de borst te leggen en één om de kolfset in te bewaren), overleg met verpleegkundige in het ziekenhuis of kraamverzorgende/verloskundige als u thuis bent, voor pijnstilling voor u en/of de baby of medicatie bij spruw. Wat moet u doen wanneer er een moeizame bevalling is geweest? de baby rust geven, overleg met verpleegkundige in het ziekenhuis of kraamverzorgende /verloskundige als u thuis bent, voor pijnstilling voor u en/of de baby, voorzichtig handelen met het aanraken van het hoofdje, starten met kolven en moedermelk per cup toedienen of als u thuis bent fingerfeeding (zie apart folder over: vingervoeden). Darmkrampen bij uw baby Een darmkramp is het plotseling pijnlijk samentrekken van de darm. Darmkrampen komen bij veel baby’s voor, met name onder de leeftijd van drie maanden. De oorzaak van de pijn is niet precies bekend. Waarschijnlijk speelt onrijpheid van de darmen waardoor zij nog niet optimaal functioneren een rol. Daarnaast komen darmkrampen ook voor bij: te veel moedermelk, te korte voedingstijd (voordat de baby aan de vette achtermelk toekomt wordt van borst gewisseld), het slikken van lucht door niet goed aangelegd zijn of een slechte drinktechniek, roken door de moeder, obstipatie, in zeldzame gevallen speelt koemelkeiwitallergie een rol. Wat merkt u op? uw baby heeft pijnaanvalletjes, zich uitend in het optrekken van de benen en luid, moeilijk troostbaar huilen, winderigheid, bolle buik, soms: groene, schuimende, dunne ontlasting. Wat moet u doen? besef waarom darmkrampen ontstaan, verdere uitrijping in de tijd gaat de belangrijkste oplossing bieden, doorgaan met borstvoeding, ook bij flesvoeding zullen de krampjes optreden, houd tijdens het voeden de beentjes van uw baby opgetrokken, voed in bed, leg een warme doek op de buik van uw baby (warmte kan pijn verminderen), zorg voor een rustige omgeving tijdens het voeden (onrust tijdens het drinken leidt tot luchthappen), niet roken, draag uw baby in buikligging op de arm,
indien te veel moedermelk (zie informatie over: te veel moedermelk), indien te korte voedingstijd (zie informatie over: korte voedingstijden). Heeft u het vermoeden dat uw baby veel lucht hapt en doorslikt: vraag om adviezen ter verbetering van aanleg- en zuigtechniek, ga zittend voeden, baby rechtop op schoot, laat uw baby vaker boeren tijdens het voeden. Drinkt uw baby erg gulzig, leg het eerder aan. Uw baby zal dan minder hongerig zijn en mogelijk minder slordig drinken, en daardoor minder lucht happen. Indien er signalen zijn (b.v. slechte groei, overmatig braken, obstipatie, abnormale lichaamstemperatuur, niet verdwijnen van de pijn, sufheid, huiduitslag) die u niet vertrouwd, overleg dan met verpleegkundige in het ziekenhuis of kraamverzorgende/verloskundige als u thuis bent. Is het neusje verstopt? Maak het neusje dan vrij door het te druppelen met Nacl (= zoutwateroplossing, verkrijgbaar via de arts). Korte voedingstijden (minder dan vijf minuten per borst) Een zeer korte voedingstijd is alleen een probleem wanneer uw baby niet goed groeit. Sommige baby’s kunnen in heel korte tijd toch voldoende en effectief drinken. Bij andere baby’s is er sprake van een slechte gewoonte die mogelijk met “wisselvoeden” (uitleg zie tekst “wat moet ik doen”) gecorrigeerd kan worden. Het kan zijn dat een bepaalde ziekte of afwijking een effectieve borstvoeding tegenwerkt. Wat merkt u bij uw baby op? Uw baby: drinkt slechts een paar minuten aan de borst, drinkt niet effectief, valt in slaap aan de borst en/of sabbelt alleen aan de tepel, wil heel vaak aan de borst, heeft per 24 uur, vanaf de vierde dag, minder dan zes plasluiers en minder dan vier poepluiers, groeit slecht, is suf /slaperig, heeft slappe spierspanning. Oorzaken kunnen zijn: pijn t.g.v. een gebroken sleutelbeen na een gecompliceerde bevalling, een te kort tongriempje, spruw, oorontsteking. Wat moet u doen? Bij de gezonde, zich goed ontwikkelende baby: Vraag om adviezen over aanleg- en zuigtechniek. Een oplossing kan zijn het zo genoemde “wisselvoeden”, deze methode is tijdsintensief, maar kan wel effect hebben: bied elke borst minstens 2 x aan per voeding, haal uw baby van de borst zodra hij niet meer slikt ( slaapt), maak uw baby dan wakker en bied de andere borst aan, herhaal deze handeling telkens gedurende een half uur, voed zo mogelijk elke twee uur,
Patiënteninformatie na twee á drie dagen is verbetering merkbaar. Bij de zich niet goed ontwikkelende baby: Overleg met verpleegkundige in het ziekenhuis of kraamverzorgende/verloskundige als u thuis bent of er andere redenen zijn waarom uw baby niet lang genoeg drinkt (zie bij kopje wat merkt u bij uw baby op?). Indien er geen andere redenen zijn: Overleg met de lactatiekundige: extra begeleiding door een lactatiekundige in nauwe samenwerking met de kinderarts (indien uw baby in het ziekenhuis ligt) is van belang.. Ingetrokken of platte vlakke tepels Het aanleggen van de baby aan de borst is bij ingetrokken of vlakke tepels is lastig omdat de baby moeite heeft voldoende houvast te vinden Wat moet u doen? vraag advies over het aanleggen, waarbij extra aandacht wordt gegeven op de goede houding van u en uw baby, zorg voor een wakkere en ontspannen baby, let op dat uw baby niet te hongerig is, eerst even kolven voordat uw baby wordt aangelegd om de tepel naar buiten te krijgen, wat melk uit de tepel drukken, klem uw borst vlak achter de tepelhof met duim en wijsvinger zodat er een tuitje ontstaat. Wanneer uw baby de tepel nu goed pakt en even vasthoudt (een paar minuten, met de vasthoudende hand kan gevoeld worden of de baby goed grip heeft op de tepel) kan de borst losgelaten worden, de tepel kan voor de voeding door de moeder al wat voorbewerkt worden, door bijvoorbeeld een half uur voor de voeding tepelvormers (dit product kunt u via de drogist aanschaffen) om de tepel te leggen, bedenk dat u het goed doet, maar dat u geduld moet hebben, bij erge stuwing starten met kolven, blijf proberen uw baby aan te leggen. Borstontsteking (mastitis) Mastitis is een ontsteking van (een deel van) de borst. Het kan veroorzaakt worden door: een niet goed behandelde verstopt melkkanaal, niet goed aanleggen, afname voedingsfrequentie, te kort voeden, onregelmatig voeden, pijnlijke, kapotte tepels, spruw, eerdere operaties aan de borst, het dragen van knellende kleding.
Verminderde weerstand van de moeder door: oververmoeidheid, stress, slechte gezondheidstoestand. Wat merkt u op? pijnlijke warme rode plek in de borst(en), koorts, zwelling van de borst(en), algeheel ziektegevoel, moeheid en hoofdpijn, borstweigering van de baby omdat de melk anders (zouter) smaakt door een veranderde samenstelling. Wat moet u doen? ga vooral door met borstvoeding, omdat door het abrupt stoppen stuwing ontstaat en dit de borstontsteking kan verergeren, verhoog de voedingsfrequentie naar minstens tien maal per 24 uur, minstens een nachtvoeding, varieer voedingshoudingen, besteed (opnieuw) aandacht aan aanlegtechniek, bij ontsteking op een plek: leg zo aan dat de kin van uw baby het dichts bij de ontsteking is, voed bij voorkeur de pijnlijke borst eerst, lukt dit niet, dan tot het toeschietreflex aan de minst pijnlijke borst, daarna wisselen, hou zelf volledige bedrust gedurende minstens 24 uur, houd de borst warm d.m.v. warme kompressen, zorg voor voldoende vochtinname, bij pijn zo nodig pijnstilling d.m.v. paracetamol i.o.m. de behandelende arts of verloskundige, zorg voor goede hygiëne (frequent handen wassen, hulpmiddelen 1 maal daags uitkoken, wisselen van zoogkompressen na iedere voeding), indien er geen verbetering optreedt binnen 24 uur met de bovenstaande maatregelen: overleg met de verantwoordelijke arts of verloskundige of met de huisarts, wees alert op verschijnselen van spruw, met name na een antibiotica behandeling. Borstvoeding bij een meerling Wat moet u doen? laat u goed adviseren en informeren tijdens de zwangerschap, vraag zo snel mogelijk na de bevalling hulp bij het aanleggen van een of meer kinderen , betrek uw partner zoveel mogelijk bij de voedingen, gebruik bij voorkeur een hoefijzerkussen, het kan nodig zijn om de eerste dagen na te kolven, met name bij de te vroeg geboren meerling, zorg voor voldoende rustmomenten, in het begin kunnen uw baby’s één voor één gevoed worden, dit bevordert het aanleren van de aanlegtechniek, uw baby’s kunnen per voeding van borst wisselen. Dit geeft gelijkmatige stimulatie van de melkproductie, later is het mogelijk om beide baby’s tegelijkertijd te voeden, dit is tijdbesparend,
Patiënteninformatie sommige ouders geven de voorkeur aan de combinatie van de borst en de fles, vraag uitleg hoe meer kinderen tegelijk gevoed kunnen worden (tijdschema, de baby die al wakker is wordt eerst aangelegd, het andere kind wakker maken, diverse voedingshoudingen), maak gebruik van mantelzorg zodat u zich op de voedingen van uw baby’s kan concentreren, neem gezonde, gevarieerde voeding en drinken naar behoefte, let op verhoogde kans op een verstopt melkkanaal door de grote hoeveelheid melk, geef extra aandacht aan gevoelige tepels, bij het voeden van meerlingen worden de tepels intensiever gebruikt, vraag advies over goed aanleggen, vraag ondersteuning van borstvoedingsorganisaties door middel van folders en/of gesprekken. Pijnlijke tepels en tepelkloven Wanneer u pijnlijke tepels en/of kloven heeft t.g.v. borstvoeding probeer dan uw baby zo goed mogelijk aanleggen zodat u zo kort mogelijk pijn ondervindt en de continuïteit van de borstvoeding niet in gevaar komt. Hoe komt het? beëindigen van de voeding zonder het vacuüm te verbreken, verkeerd aanleggen van de baby, grote zuigkracht van de baby, overgevoeligheidsreactie door bijvoorbeeld wasmiddelen die huidirritatie veroorzaken, of crème, zoogkompres wat te vochtig is, verkeerd gebruik van de borstkolf, schimmelinfectie/spruw, tekort tongriempje van de baby, verkeerde zuigtechniek, vraag advies, pijn of beschadiging van de huid wanneer op de verkeerde plaatst druk wordt uitgeoefend, bij verkeerd aanleggen. Wat merkt u op? eerste dagen pijnlijke tepels door het oprekken van de huid door het eerste aanzuigen. Wat moet u doen? (ga de oorzaak na) neem een juiste lichaamshouding aan, niet onderuitgezakt. Geef de juiste ondersteuning aan de borst, de tepel moet naar voren wijzen, leg uw baby in wisselende houdingen aan, bijvoorbeeld de rugbyhouding, zodat de pijnlijke kant van de tepel minder wordt belast en sneller kan genezen, begin met voeden aan de minst pijnlijke kant (maximum 24 uur in verband met gevaar voor borstontsteking), pijnlijke borst wel leeg laten drinken, niet minder voeden,
beter is om vaker korter aan te leggen, zodat uw baby minder hongerig is, en wat rustiger om aan de borst te zuigen, na de voeding de tepel aan de lucht laten drogen en eventueel het druppeltje moedermelk ook laten indrogen, niet wegvegen, bij bloedende kloofjes mag/kan doorgevoed worden, lucht, licht en warmte zijn goed voor de borst, als spruw de oorzaak is van pijnlijke tepels dan altijd eerst de tepels afwassen na de voeding met lauw water en behandelen met hiervoor bestemde zalf/crème, smeer een dun laagje zalf op de tepel. Teveel zalf/crème maakt de tepel week en nog gevoelige, bij heel veel pijn, de baby even niet aan de borst maar afkolven en de voeding door middel van een cup geven of flesvoeding geven, zodat de juiste zuigtechniek blijft bestaan of verbeterd wordt, niet stoppen met de borstvoeding, en gebruik, in overleg met verpleegkundige in het ziekenhuis of kraamverzorgster/verloskundige als u thuis bent,eventueel pijnstilling bijvoorbeeld paracetamol 30 minuten voor de voeding. Wat doet u bij…. pijn en wondjes aan de onderkant van de tepel. Dit kan veroorzaakt worden doordat de baby zijn tongetje niet goed gebruikt en zodoende zijn onderlip naar binnen zuigt. Een te kort tongriempje kan hiervan de oorzaak zijn (laat dit controleren). Wacht met aanleggen totdat de baby zijn mond wijd open heeft met de tong over de onderkaak, pijn en wondjes aan de top van de tepel ontstaan door wrijving tegen het harde gehemelte van de baby, de tepel komt niet ver genoeg in de mond en is naar boven gericht. Dit kan gebeuren door zuigverwarring of als u onderuitgezakt zit te voeden, pijn op de overgang van tepel naar tepelhof, dit hangt samen met de druk die de kaakjes van de baby uit oefenen, zorg ervoor dat de baby de tepelhof goed in de mond heeft, de baby zuigt met een tuitmondje en heeft alleen de tepel en niet de tepelhof in zijn mondje heeft geen houvast. Borstvoeding na een keizersnede (sectio caesarea) Na een keizersnede kan de melkproductie in principe even vlot op gang komen als na een natuurlijke bevalling. Er zijn wel factoren , zoals pijn na een keizersnede en bewegingsbeperkingen, die hun weerslag hebben op het welslagen van de borstvoeding. Vooral wanneer de keizersnede onverwacht heeft plaatsgevonden en u te kampen heeft met gevoelens van teleurstelling, mislukking, schuld of boosheid. De band met uw baby kan minder spontaan tot stand komen. U heeft meer hulp nodig bij het vinden van een prettige houding en het wisselen van borst. Het is belangrijk dat borstvoeding geven u zo gemakkelijk mogelijk wordt gemaakt. Bovendien heeft borstvoeding een positief effect op het genezingsproces: door de hormonen die vrijkomen tijdens het voeden, trekt de baarmoeder zich sneller samen. Er wordt gestreefd naar intensief (huid-op-huid) contact tussen u en uw kind. Bij een geplande sectio wordt u tijdens het opnamegesprek geïnformeerd over borstvoeding geven na een sectio. Bij een “ruggenprik” (epidurale of spinale anesthesie) houdt de vader zijn kind bij zich tot moeder terug is op afdeling, uw baby wordt zo spoedig mogelijk aangelegd. Na een narcose mag de baby aan de borst zodra de moeder dat prettig vindt; via het colostrum zal hij geen nadeel ondervinden van de restanten van de narcose.
Patiënteninformatie Voedingshoudingen na een sectio In zittende houding wordt de buik ontzien door de knieën wat op te trekken en dan de benen te spreiden. Kussens onder de knieholten en bovenbenen zorgen voor een ontspannen houding. Een kussen of opgerolde deken tegen de voeten biedt de nodige steun. De baby zo aan leggen dat zijn beentjes onder uw arm liggen. Liggend op de rug voeden heeft als voordeel dat u zonder verandering van houding de tweede borst kan geven. Veel kussens zijn nodig om te zorgen voor voldoende steun. Uw baby ligt naast u of dwars over u heen, maar niet op uw buik. Liggend op de zij heeft u een stevige steun in de rug nodig. Een extra kussen tussen de opgetrokken knieën vermindert de druk op de buikspieren. Het onderste been strekken geeft wat meer stabiliteit. Om de wond te beschermen tegen de voetjes van de baby kunt u nog een klein kussentje of een opgevouwen handdoek tegen uw buik leggen. U en uw kind liggen ten opzichte van elkaar in een V-vorm. Omrollen om de andere borst te geven is een hele onderneming, waarbij u gebruik kan maken van de zijkant van het bed. De eerste dagen heeft u zeker nog hulp nodig. Het is ook mogelijk dat u op dezelfde zij blijft liggen. Uw baby wordt met behulp van een stevig kussen op de juiste hoogte gebracht, zodat het goed bij de borst kan. Wat merkt u op? Mogelijke symptomen bij de baby: rode uitslag van oksel of luiergebied (‘eilandjes voor de kust’), witte, kwarkachtige plekken op het mondslijmvlies en op de tong, deze plekken zijn niet weg te vegen, het mondslijmvlies kan er normaal uitzien of wat roder dan normaal zijn zonder dat de witte, kwarkachtige plekken te zien zijn een iets gezwollen bleke tong of parelmoerglans op de tong, het maken van klikgeluiden tijdens het drinken aan de borst door pijn en jeuk in de mond, de baby hapt en laat telkens los door de pijn; wil niet drinken maar wil wel vaak aan de borst, onrust, de baby kan huilerig zijn, in zeldzame gevallen is spruw een factor die bijdraagt tot onvoldoende gewichtstoename. Bij de baby kan spruw optreden na/tijdens de behandeling met antibiotica. Mogelijke symptomen bij de moeder: intense pijn aan de tepels of in de borst, die niet vermindert door beter aanleggen en aanhappen, dit kan tijdens of na het kraambed optreden, plotseling optreden van pijnlijke tepels na een periode van pijnloos voeden, jeukende of brandende tepels die er roze of rood uitzien, glimmen, schilferig zijn of bedekt zijn met uitslag en kleine blaartjes, pijn aan de tepel of de borst bij correct gebruik van een kolf, tepelkloven, jeuk of een stekende of brandende pijn in één of beide borsten tijdens of vlak na het voeden kan wijzen op een bijkomende schimmelinfectie die zich in de melkgangen heeft ontwikkeld,
niet verklaarbare verstopte melkgangen, soms lijkt dit zo op een borstontsteking dat een hierop gerichte behandeling wordt geadviseerd die geen verlichting biedt, een vaginale schimmelinfectie, rode uitslag in de huidplooien in de oksels, liezen, onder de borsten. Wat moet u doen? goed handen wassen, tijdens een schimmelinfectie niet de laatste druppel melk over de tepel verdelen, maar na de voeding alle melkresten eraf wassen en de borst aan de lucht laten drogen. Schimmels houden van een vochtige, donkere omgeving en gedijen op melksuiker. Daarom is het belangrijk de tepels schoon en droog te houden, vers afgekolfde melk (niet ouder dan 48 uur) kan zonder bezwaar aan uw baby worden gegeven, melk die is afgekolfd tijdens de spruw moet niet ingevroren worden. Bevriezen remt de groei van de schimmel, maar doodt hem niet. Als de ontdooide melk aan de baby wordt gegeven nadat de behandeling is beëindigd, kan deze opnieuw spruw veroorzaken, als er spenen of fopspenen gebruikt worden deze iedere dag uitkoken, spenen regelmatig vervangen, bij gebruik van een kolf moeten alle onderdelen die met de melk in aanraking komen dagelijks worden uitgekookt, zoogkompressen moeten na iedere voeding vervangen worden, zoogkompressen zonder plasticlaag gebruiken, handjes van uw baby regelmatig wassen. Teveel aan moedermelk Na de stuwingsdagen kan er tijdelijk teveel aan moedermelk aangemaakt worden. Dit is niet altijd te voorkomen. Er is teveel aanbod van moedermelk ten opzichte van wat de baby nodig heeft. Binnen een week past de voeding zich vaak aan de vraag aan. Wat merkt u op? na het voeden nog volle en gespannen borsten en/of lekkende borsten, verschijnselen van stuwing en/of (dreigende ) borstontsteking, onzekerheidsgevoelens, omdat de baby niet tevreden is, sterke toeschietreflex dit kan een stekende pijn veroorzaken. Bij uw baby: slikt, hikt, laat los, boert tijdens het voeden; het voedingsproces verloopt onrustig, spuugt en heeft veel natte luiers, sunne lichtgroene ontlasting, darmkrampjes, huilt na de voeding en is onrustig; lijkt niet tevreden (de zuigbehoefte is niet bevredigd), komt veel aan (± 300 gram per week) of groeit juist onvoldoende. Wat moet u doen? Stop niet met voeden maar verminder de aanmaak van melk door: een borst per voeding te geven; als uw baby zich weer snel meldt: dezelfde borst aanbieden gedurende een periode van drie tot vier uur, bij het beginnen van de toeschietreflex de baby even van de borst halen tot de voeding er niet meer uitspuit maar druppelt, de melk opvangen in een doek voordat de baby dan weer opnieuw aangelegd wordt,
Patiënteninformatie het regelmatig voeden en de voeding niet uit te stellen, variatie in de voedingshoudingen, hierdoor worden alle delen van de borst regelmatig geleegd, het frequent verwisselen van de zoogkompressen, te zorgen voor een goed steunende BH; voorkom afknelling van melkkanaaltjes, het gebruik van warme kompressen, bij stuwing voor de voeding en na de voeding koude kompressen, beide borsten weer aan te bieden als de melkproductie minder wordt. Te weinig aan moedermelk Een gebrek aan zelfvertrouwen is misschien wel een van de grootste problemen bij borstvoeding geven. De onzekerheid concentreert zich vooral rond de vraag of de baby wel genoeg voeding krijgt Vaak komt het door de zogenaamde “regeldagen”. Deze treden vaak op rond 10 dagen/zes weken/drie maanden. Het opvangen van regeldagen (vaker aanleggen) duurt meestal niet langer dan twee dagen. Vaker aanleggen om het aanbod aan te passen aan de vraag naar voeding is een aanpak die gedurende de hele borstvoedingsperiode werkt. Wat merkt u op? is niet binnen twee tot drie weken terug op het geboortegewicht, valt na de vierde dag nog af, heeft vanaf de vierde dag minder dan vijf kletsnatte luiers, heeft minder dan twee keer ontlasting per 24 uur na de derde/vierde dag, huilt veel of huilt juist helemaal niet, is onrustig; wil vaak/lang drinken of slaapt heel veel en meldt zich niet voor een voeding, soms lijkt de baby tevreden, maar is in feite suf en futloos. Wat moet u doen? overleg met de verpleegkundige in het ziekenhuis of kraamverzorgende/ verloskundige als u thuis bent, uw baby dagelijkse wegen (bekijk het gewicht over een paar dagen, na een flinke poepluier lijkt het of uw baby weer is afgevallen), vraag advies over: o de aanleg- en zuigtechniek van uw baby en de effectiviteit van het drinken, o het gedrag en uiterlijk van de baby, o het aantal plasluiers en de ontlasting. stimuleer de borstvoeding door: o de voedingsfrequentie te verhogen (elke twee à drie uur); maak de baby zo nodig hiervoor wakker, o het steeds aanbieden van beide borsten, o beide borsten na te kolven met een elektrische kolf als uw baby niet effectief gedronken heeft. in overleg met de verantwoordelijke arts of verloskundige starten met bijvoeding, gebruik geen fopspeen, tepelhoedje of flessenspeen. Als uw baby zuigbehoefte vertoont aan de borst leggen!
vraag extra begeleiding door een lactatiekundig advies aan bijv.: Vereniging Borstvoeding Natuurlijk www.borstvoedingnatuurlijk.nl of La Leche League www.lalecheleague.nl Verstopt melkkanaaltje/dreigende borstontsteking Wat merkt u op? pijnlijke borst (bij aanraken), harde, warme, rode plek, die niet verdwijnt na de voeding, na de voeding nog gespannen, pijnlijke borsten, grieperig gevoel met hoofdpijn en spierpijn, eventuele lichte temperatuursverhoging: < 38ºC. Wat moet u doen? borstvoeding continueren, voor en tijdens het voeden de borst zachtjes naar de tepel toe masseren, door de baby aan te leggen wordt het verstopte melkkanaaltje beter geleegd dan door afkolven, bij voorkeur ook ’s nachts voeden of kolven, voed bij voorkeur de meest pijnlijke borst eerst; lukt dit niet, dan tot het toeschietreflex aan de minst pijnlijke borst en daarna wisselen, bij gebruik van zoogkompressen; na elke voeding verschonen, vermijd knellende BH/kleding, houd de borst warm; geef warme kompressen voor de voeding, neem een warme douche en probeer de harde plek weg te masseren, neem extra rust, voorkom belemmering van de doorstroming van de melk door geen knellende kleding te dragen en/of het induwen van een gedeelte van de borst (bijvoorbeeld om het neusje vrij te houden tijdens het drinken), in overleg met verpleegkundige in het ziekenhuis of kraamverzorgende /verloskundige als u thuis bent, bij pijn zo nodig pijnstilling (paracetamol). Tot slot Wij stellen uw mening op prijs. Heeft u opmerkingen of suggesties over deze folder of over uw behandeling, laat dit ons dan weten. Het Patiëntenservicebureau is geopend van maandag tot en met vrijdag van 08.30 -15.00 uur en bevindt zich op de begane grond naast de Inschrijf/registratiebalie. Het Patiëntenservicebureau is telefonisch te bereiken via: (079) 346 26 24. Ook is het mogelijk de medewerkers per e-mail te benaderen via:
[email protected] ** Bronvermelding tekeningen: “Begeleiding bij borstvoeding” van Ariënne de Reede
© LangeLand Ziekenhuis, Zoetermeer Afdeling In- en Externe Communicatie P00.467/juli 2011/verloskunde