Nieuwsbrief Passend Onderwijs/ZioS In deze eerste nieuwsbrief Passend Onderwijs informatie waarvan we als MBO Raad en het Nederlands Jeugd Instituut (NJI) verwachten dat die voor u interessant kan zijn. De vormgeving is nog niet zoals we voor ogen hebben, maar op dit moment vooral een kostenefficiënte oplossing. U kunt via de links hieronder meteen (ctrl + klikken) naar de rubrieken waar u interesse in hebt.
Rubrieken:
Nieuws Selectie uit MBO Raad BIB berichten Kennis uit de kringen Informatie Jeugd Ontwikkelingen Gemeenten Wet- en regelgeving/overheid Rapporten en Boeken Agenda Contact
Nieuws Inventarisatie Passend Onderwijs onderdeel Inspectieonderzoek Staat van de Instelling De Inspectie van het Onderwijs zal een inventarisatie van de eerste ervaringen met passend onderwijs in de mbo sector uitvoeren. Ook de positie van kwetsbare jongeren krijgt daarin speciale aandacht. Aanleiding is de brief van de minister aan de Tweede Kamer van december 2014. De inventarisatie is onderdeel van de Staat van de instelling. http://www.onderwijsinspectie.nl/nieuwsbriefbijlage/2015/03/positie-kwetsbare-jongeren-centraal-ineerste-inventarisatie-passend-onderwijs.html
** Lancering digitale webtool ‘studie met kind’ In opdracht van minister Bussemaker (OCW) en staatssecretaris Klijnsma (SZW) is er een webtool gemaakt als digitale ondersteuning voor alleenstaande ouders die een studie volgen of dat van plan zijn. De webtool www.studiemetkind.nl is ontwikkeld in samenwerking met de Stichting Steunpunt Studerende Moeders en geeft inzicht in de regelingen en mogelijkheden om studie te combineren met de zorg voor een of meer kinderen. Aan de hand van persoonlijke kenmerken die de ouder intikt, geeft de webtool aan welke rechten en plichten er gelden en verwijst het naar instellingen die meer informatie op individueel niveau verstrekken. De webtool vermeldt de regelgeving die met ingang van 2015 geldt voor de Bijstand, Kindregelingen, Studieleenstelsel etc. Ook wordt aangegeven welke extra ondersteuning alleenstaande ouders bij (onderwijs)instellingen kunnen vragen. Ook is er een speciaal ontwikkeld filmpje waarin de bewindsvrouwen een jonge moeder uitleggen hoe de webtool gebruikt kan worden. Zie: www.studiemetkind.nl
**
1(10)
Verslag Platformdag Gehandicapten – Passend Onderwijs in het MBO – plenair gedeelte Op 9 april 2015 is de platformdag Gehandicapten gehouden met als thema Passend Onderwijs in het mbo. Het NJI heeft van het plenaire gedeelte een verslag gemaakt. “Hoe spannend is Passend Onderwijs nou eigenlijk?” Deze vraag stond centraal in de inleiding van Kitty Oirbons, voorzitter Platform Gehandicapten. Het Platform Gehandicapten MBO wil de toegankelijkheid van het mbo voor deelnemers met een handicap of chronische ziekte vergroten door middel van deskundigheidsbevordering van de leden en belangenbehartiging. Het platform is indertijd betrokken geweest bij de invoering van de Leerlinggebonden Financiering (LGF) en nu bij het verdwijnen ervan ten gunste van de invoering van Passend Onderwijs. Sinds augustus 204 is de LGF afgeschaft en moeten scholen zelf verantwoordelijkheid dragen voor Passend Onderwijs voor alle studenten. Het MBO is bij uitstek de sector waar altijd al aandacht is voor jongeren met leer- of ondersteuningsvragen. Het zit in de genen van het MBO, vandaar de vraag: “Hoe spannend is Passend Onderwijs?” Voor 80% van de studenten geldt dat ze hun opleiding kunnen volgen zonder een beroep te doen op extra ondersteuning. Voor 20 % van de studenten geldt dit niet: 15% kan de opleiding afronden met (stevige) ondersteuning, voor 5% van de studenten blijkt dit moeilijk tot onmogelijk. De vraag is: verandert hier iets in met de invoering van Passend Onderwijs? Waarschijnlijk niet, een andere wet verandert niet iets aan de populatie en ook niet aan wat we al doen voor alle studenten die dat nodig hebben. In een organisatie heeft iedereen een eigen rol. Bestuurders maken een mooi verhaal van een wettelijke opdracht (framing), managers vertalen dit naar organisatiedoelen (sensegiving) en moeten de wereld van de bestuurder en de docent aan elkaar weten te koppelen (coupling), docenten moeten dit vertalen naar de praktijk (wat betekent dit voor mij: sensemaking). Het is logisch dat bestuurders een eigen verhaal maken van Passend Onderwijs in de context van de opdrachten van het MBO zoals VSV, entreeopleidingen, instroombeperking, de participatiewet en alle andere taken en regels en afspraken w aar het MBO zich aan moet houden. Het verhaal wordt dan dat het MBO alle studenten toelaat, opleidt tot ten minste een startkwalificatie, en dan ook nog met hoogwaardig onderwijs en met liefde en aandacht. Maar… dit moet behapbaar gemaakt worden in de praktijk (complexiteitsreductie). De docenten moeten werken met alle soorten en maten studenten. En daarbij gaat vaak 80% van de tijd naar 20% van de studenten. Verandert dit alles met de komst van Passend Onderwijs? Nee, Passend Onderwijs is een wettelijke regeling voor wat we al doen. Behalve dat nu op de loer ligt dat we straks 20% aan overheids- en administratie moeten gaan doen. Kitty Oirbons pleit ervoor om te stoppen met het vullen van het ene gat met het andere, het vervangen van de ene wet door de andere, het iedere keer weer identificeren van nieuwe doelgroepen van bovenaf. Geef de scholen de autonomie, zij zijn al lang in staat gebleken om te differentiëren en om passend onderwijs te verzorgen voor 100% van de studenten. “We deden het al, doen het nu en hopelijk blijft iedereen het doen”. Daarna, aan het woord Ben Brinkman, M&O groep, over ‘Passend Onderwijs in beweging’ Wanneer we kijken naar de geschiedenis van het onderwijs, zien we dat het voorheen erg gedifferentieerd was. Voor verschillende doelgroepen zijn aparte scholen opgericht.
2(10)
Ook in vergelijking met andere Europese landen is het onderwijsaanbod in Nederland gedifferentieerd. Deze differentiatie werd in eerste instantie als iets positiefs gezien, maar die zienswijze is echter langzaam bijgesteld. Passend Onderwijs is ingevoerd, wat eigenlijk gezien kan worden als een historische reparatie. Het gaat er hierbij niet om dat iedere student in het regulier onderwijs moet en het speciaal onderwijs moet worden opgeheven. Het gaat erom dat meer leerlingen aan het reguliere onderwijs deel gaan nemen. Daarbij wordt gekeken naar wat een leerling nodig heeft om onderwijs te kunnen volgen. Er is een perspectiefwisseling nodig: van “wat heb je” naar: “wat heb je nodig”. De volgende drie thematische werkgroepen hebben allen te maken met integratie van ondersteuning: 1. De nieuwe begeleider. Uitgangspunt is dat er meer gekeken wordt naar de behoefte van groepen studenten, waarbij men zich meer richt op de vraag van de student dan dat er gedacht wordt vanuit geldstromen. Gekeken wordt naar de overeenkomst in studenten in de onderwijsbehoefte en het daarbij behorende ondersteuningsaanbod. Groepen studenten verschillen en daardoor verschilt de vorm/inhoud van de ondersteuning. De werkgroep heeft een aantal ondersteuningsfuncties- en taken geïdentificeerd: basisbegeleiding, pluscoach, persoonlijke coaching, cluster-coaching, dyslexie- en dyscalculiebegeleiding en begeleiding voor auditief- en visueel beperkte studenten. Al naar gelang de ondersteuningsbehoefte van een student wordt gekozen voor de soort begeleiding. De begeleider focust op de versterking van de eigen verantwoordelijkheid (‘empowerment) van de student en de instellingen werken aan de versterking van de klassensituatie. 2. Ondersteuningsarrangementen in het mbo. In het denken over tweedelijnsondersteuning is een kanteling gekomen. In het verleden is deze ondersteuning steeds meer losgekomen van het primaire proces en bovendien werd er vaak vanuit aanbod gedacht. De kanteling die gemaakt wordt is die van ondersteuningsbehoefte naar onderwijsbehoefte: niet: “wat heb je?” maar: “wat heb je nodig om onderwijs te kunnen volgen en wat is er nodig om onderwijs aan jou te kunnen geven?”. Het versterken van het pedagogisch-didactisch klimaat heeft dus een plek naast de onderwijsbehoefte van de student. De intake heeft een cruciale rol in het boven tafel krijgen van de onderwijsbehoefte van de student en de ondersteuningsvraag van de docent. 3. Van Passend Onderwijs naar passend onderwijzen. Een aantal ROC’s heeft organisatorische en inhoudelijke stappen gezet naar meer inclusief onderwijs. Overeenkomsten in de ontwikkelingen is steeds een grote betrokkenheid van het CvB. Deze zorgt voor bestuurlijke borging van ontwikkelingen. Daarnaast is er een duidelijke koers en visie. Bovendien worden eigen instrumenten ingezet om de ontwikkelingen in te voeren en te ondersteunen. In de voorbeelden die genoemd worden is Passend Onderwijs onderdeel van een brede ontwikkeling, er is gekozen voor een brede doelgroep (passend onderwijs voor alle studenten) en er ligt focus op eigenaarschap van de onderwijsteams: wat hebben wij als team nodig om dit onderwijs te kunnen realiseren. Meer over de verschillende werkgroepen en de ervaringen en praktische tools is te vinden op http://passendonderwijs.nl/mbo/praktijkvoorbeelden-en-tools/tools/ Ben Brinkman concludeert dat Passend Onderwijs eigenlijk is aangeschoven bij de al lopende ontwikkeling. De onderwijsbehoefte van de studenten staat meer centraal. Daarnaast ligt de focus op het eigenaarschap van de onderwijsteams, zij geven aan wat nodig is om Passend onderwijs te bieden. Ook al wordt Passend onderwijs gelukkig niet als iets geheel nieuws gezien, het is belangrijk om te realiseren dat we er nog niet zijn. Het is nooit vanzelfsprekend. Passend Onderwijs kan dienen als een impuls. ‘Er ligt nog een mooie uitdaging voor u!’.
3(10)
**
Nieuwe praktijkvoorbeelden op de website passend onderwijs Op de website passend onderwijs zijn nieuwe praktijkvoorbeelden te vinden (Summa, Ouderbetrokkenheid, ATC ). http://www.passendonderwijs.nl/mbo/praktijkvoorbeelden-entools/praktijkvoorbeelden/
**
Selectie uit MBO Raad BIB berichten In deze rubriek een selectie van artikelen uit de ’beleidsinformatie beroepsonderwijs’- brieven die de MBO Raad maakt voor bestuurders. Onderzoek: hoe maken mbo’ers de transitie naar werk? Pieter Baay promoveerde op vrijdag 6 maart bij de Universiteit Utrecht/ECBO op het onderwerp ‘Hoe Mbo-studenten de Transitie Naar Werk Maken’. Zijn onderzoek en andere onderzoeken van het School2Work-project worden op 12 mei gepresenteerd op het School2Work slotsymposium. Zie verder: http://www.mboraad.nl/News.aspx?news=5417
** Afscheid van twee jaar Sterkteam Mirjam Sterk trad op 31 maart voor het laatst op als ambassadeur aanpak jeugdwerkloosheid. Daarbij gaf zij een korte terugblik en een toelichting op de kabinetsplannen voor de komende twee jaar. Zie verder: http://www.mboraad.nl/News.aspx?news=5421
**
Kennis uit de Kringen Eerste bijeenkomsten kenniskringen Passend Onderwijs 2015 De eerste kenniskringen die werden voorgezeten en voorbereid vanuit de MBO Raad in samenwerking met het Nederlands Jeugdinstituut hebben plaatsgevonden. In iedere bijeenkomst zijn de volgende punten kort aan bod gekomen:
De reactie van de MBO Raad op de ‘Kamerbrief over extra kansen voor jongeren in een kwetsbare positie’. Er is verwarring ontstaan om het zogenoemde ‘vakdiploma’. De minister bleek met vakdiploma een startkwalificatie te bedoelen. Toezichtkader Inspectie. De MBO Raad is in gesprek met de Inspectie over de definitie van Passend Onderwijs en kwetsbare jongeren in het nieuwe kader. Toelaatbaarheid. Vanuit de MBO Raad is er een voorbeeld procedure in ontwikkeling rondom de bepaling van niet-schoolbaar en niet-leerbaar. Vervroegde aanmelding. Dit wordt een 1 april aanmelding in plaats van 1 mei. Geïntegreerd jaardocument. In het nieuwe geïntegreerd jaardocument zal ook een item over Passend Onderwijs opgenomen moeten worden. De MBO Raad stelt hiervoor een handreiking op.
4(10)
Het opstellen van een OOK is een vereiste. Naar aanleiding van vragen hierover is er op 31 maart een bijeenkomst bij de MBO Raad geweest. Op basis van deze bijeenkomst wordt een nieuwe handreiking geschreven. Deze wordt in via de beleidsinformatiebrief van de MBO Raad verspreid maar zal ook aan de diverse netwerken worden toegezonden en op de website www.passendonderwijs.nl worden opgenomen. Haast is geboden maar zorgvuldigheid ook.
Typologie Passend Onderwijs Daarnaast zijn de resultaten van het onderdeel ‘typologie’ van de nulmeting Passend Onderwijs MBO besproken. Dit onderzoek, uitgevoerd door KBA, maakt deel uit van de monitor Passend Onderwijs die vanuit het NRO (Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek) is uitgezet onder zowel het PO, VO als MBO. De resultaten zijn terug te lezen in het definitieve rapport dat volgende week verschijnt (zie daarvoor de website van KBA: www.kbanijmegen.nl). De impact van Passend Onderwijs valt over het algemeen mee, blijkt zowel uit de nulmeting als uit de reacties vanuit de kenniskringen. Het is zogenoemd meer een ‘mindset’. In de benadering van Passend Onderwijs in de scholen is de afbakening van de doelgroep het grootste onderscheidende punt. We zien twee soorten benaderingen. In de ene benadering (SMAL) richt een school zich met Passend Onderwijs op de ‘traditionele’ doelgroep, de leerlingen met een indicatie of diagnose. Hiermee wordt de lijn van de LGF doorgezet met daarnaast een aanbod voor basisondersteuning. In de andere benadering (BREED) wordt bij iedereen die binnenkomt gekeken wat de ondersteuningsbehoefte is. Er wordt in deze benadering niet apart gekeken naar speciale doelgroepen. In vrijwel alle kenniskringen ontstaat toch verwarring rondom de termen SMAL en BREED. Verschillende instellingen geven aan dat dat ze een BREDE visie hebben, maar SMAL op papier zijn. Ondersteuning wordt geboden aan iedere student die dat nodig heeft, maar de groep studenten voor wie een bijlage bij de OOK wordt opgesteld wordt SMAL gedefinieerd. Dit is voornamelijk een pragmatische keuze; om het aantal bijlagen bij de OOKs behapbaar te houden. Ook blijken er per opleiding of sector verschillen te zijn. Bij een opleiding laboratoriumtechniek krijgen bijvoorbeeld in verhouding minder leerlingen een bijlage, maar relatief gezien heeft deze opleiding veel leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Verder kan het zo zijn dat de instelling als SMAL wordt getypeerd, terwijl er een breed pakket aan ondersteuning is die uit bijvoorbeeld VSV gelden wordt gefinancierd. Tot slot wordt genoemd dat Passend Onderwijs vooral in termen van ontwikkelprocessen omschreven kan worden, het kan zich van SMAL naar BREED en vice versa ontwikkelen. Duidelijk is dat aan de termen SMAL en BREED geen waardeoordeel gekoppeld dient te worden. De typologie die uit het onderzoek naar voren komt blijkt in de praktijk dus toch niet zo eenvoudig toepasbaar. Belangrijk is daarom dat er helderheid is over de typologie, ook met het oog op het schrijven van het nieuwe geïntegreerd jaardocument. De instellingen kunnen door middel van de typologie in dezelfde taal de vormgeving van Passend Onderwijs van de eigen instelling omschrijven. Momenteel is er een handreiking voor het schrijven van het geïntegreerd jaardocument in ontwikkeling.
5(10)
Verdeling van de middelen Verder komt de besteding van de middelen van Passend Onderwijs, het lumpsum budget, aan bod. Het verschilt per MBO hoe dit is ingericht. Middelen voor ondersteuning kunnen worden ingezet aan de hand van de bijlages (per student), maar ook per groep, per docent of per team. De voor- en nadelen van die verschillende verdeelsleutels zijn nog niet helder. Toerusten teams In verschillende kenniskringen wordt gesproken over het indalen van Passend Onderwijs in de teams. De vraag aan de student: ‘Wat heb jij aan ondersteuning nodig om deze opleiding te doen? staat meer en meer centraal. Teams verschillen in de mate waarin men is toegerust op Passend Onderwijs en omgaan met de diversiteit aan studenten in de klas. In de instellingen komt dan ook steeds meer aandacht voor het toerusten van de teams, bijv. in de vorm van kenniscafés. In Noord- Holland wordt er gesproken over het toerusten van de teams rondom het thema radicalisering. Het Horizoncollege heeft het protocol ‘Puberaal, lastig of radicaliserend’ opgesteld. De ervaring hiermee is dat het werken met een protocol helpt bij de bewustwording. Ondersteuning zal zoveel mogelijk geboden moeten worden vanuit het team zelf. Daarnaast moet de grens helder zijn: wat kan het team zelf oppakken en waar is aanvullende ondersteuning voor nodig? De studentenraad van Noorderpoort voert momenteel een onderzoek uit naar Passend Onderwijs binnen deze instelling. Op Da Vinci is er een evaluatie uitgevoerd waarbij voornamelijk is gekeken naar de intake. Naar aanleiding hiervan zijn procesmatige aanpassingen gedaan. Aandachtspunt is dat de beschikbaarheid van specifieke hulp of voorzieningen kan leiden tot een wat afwachtende houding van teams. Zij nemen mogelijk minder de verantwoordelijkheid. Ter illustratie: ‘Als je een schoolschoonmaker in dienst hebt laat je eerder rommel liggen, want daar hebben we toch iemand voor?’ Volgende bijeenkomst Tijdens de volgende bijeenkomsten staat als eerste thema bij iedere kenniskring het thema ‘samenwerking met en ondersteuning vanuit de gemeente’ centraal. Het tweede thema wordt door de kenniskring zelf bepaald en verschilt dus per kenniskring. Thema’s die onder andere aan bod zullen komen zijn: besteding van de middelen, indalen van PaO in de teams en de rol van smw. Uitkomsten van de tweede bijeenkomsten zullen wederom aan bod komen in de volgende nieuwsbrief.
**
Informatie Jeugd Inspirerende voorbeelden In de krant ‘om de leerling’, vindt u inspirerende voorbeelden om onderwijs passend te maken voor leerlingen: http://www.nji.nl/nl/Publicaties/Publicaties-Om-de-leerling
** 6(10)
Informatie over de transities jeugdstelsel Informatie over de leeftijdsgrens van 18 jaar en de transities van het jeugdstelsel op http://www.nji.nl/nl/Passend-onderwijs-en-jeugdhulp/Overgang-18-plus-18-min-en-wetgeving
** Voor verder nieuws over de jeugdsector zie: http://www.nji.nl/nl/Actueel/Nieuws-over-de-jeugdsector
Ontwikkelingen Gemeenten G4 bijeenkomst Arbeidstoeleiding jongeren in kwetsbare posities Op 3 februari was er een G4 bijeenkomst van onderwijs (samenwerkingsverbanden, praktijk- en speciaal onderwijs, en MBO’s) en vertegenwoordigers van landelijke organisaties (o.a. ministerie OCW/VWS, VNG, Divosa, Cedris en NJI) over arbeidstoeleiding van jongeren in kwetsbare posities. De uitkomsten hiervan zijn te lezen in de samenvatting op: http://www.nji.nl/nl/Publicaties/Arbeidstoeleiding-van-Jongeren-in-kwetsbare-posities. Verder schrijft Vincent Fafieanie hierover in zijn blog ‘Kwetsbare jongeren aan het werk: gewoon doen!’ op Kennisnet Jeugd.
** Rapport ‘Mbo als wijk’ Het rapport is te vinden via: http://www.nji.nl/nl/Publicaties/Publicaties-Mbo-als-wijk
**
Wet- en Regelgeving/overheid Schoolondersteuningsprofiel in het mbo? Er is bij sommige scholen wat verwarring over de verplichting tot het hebben van een schoolondersteuningsprofiel. Die verwarring heeft te maken met de term. De term ‘schoolondersteuningsprofiel’ heeft namelijk een wettelijke basis maar alleen voor het basisonderwijs en voortgezet onderwijs. In de Wet op het Primair Onderwijs (WPO) en Wet op het Voortgezet Onderwijs (WVO) is gedefinieerd wat onder een schoolondersteuningsprofiel moet worden verstaan en ligt een verplichting voor het schoolbestuur om dat eens in de vier jaar op te stellen. Dit schoolondersteuningsprofiel moet passen binnen het ondersteuningsplan, dat het samenwerkingsverband maakt en waarbij de zorgbehoefte in de regio in kaart is gebracht en op basis waarvan een verdeling van middelen plaatsvindt. Deze verplichting geldt dus niet voor het mbo. De verwarring ontstaat omdat dezelfde term vaak gebruikt wordt voor het ondersteuningsaanbod van een school. Voor het mbo geldt de verplichting voor het bevoegd gezag, zoals opgenomen in artikel 7.4.8 WEB. Het bevoegd gezag dient er voor zorg voor te dragen dat deelnemers geïnformeerd worden over het ondersteuningsaanbod voor gehandicapte deelnemers die extra ondersteuning behoeven.
7(10)
Dit is ingevoerd met de invoering van de Wet passend onderwijs. Dat geldt ook voor de bepaling in artikel 8.1.3 WEB dat in de OOK moet worden vastgelegd welke extra ondersteuning de gehandicapte deelnemer wordt geboden. Voor het mbo is, in vergelijking met het po en vo, sprake van een andersoortige zorgplicht namelijk die uit de Wet Gelijke Behandeling Handicap en Chronische ziekten en wordt dus ook hetgeen in de informatie omtrent het ondersteuningsaanbod moet staan door de verplichtingen, die het bevoegd gezag op basis van die wet heeft, ingekleurd.
**
Rapporten en Boeken Reviewstudie: Differentiatie heeft alleen zin als het onderdeel is van een bredere onderwijsaanpak – reviewstudie Om de talenten van elk kind tot zijn recht te laten komen en te garanderen dat alle kinderen een bepaald minimumniveau halen, is differentiatie essentieel. Leerlingen indelen in homogene niveaugroepen is daarvoor vaak de basis. Maar groeperen alleen heeft weinig zin, zo blijkt uit een reviewstudie van Roel Bosker en collega’s. Groeperen heeft het meeste effect als het is ingebed in een bredere context waarin ook aandacht is voor bijvoorbeeld aangepaste instructie, voortgangscontrole en opbrengstgericht werken. http://www.nro.nl/differentiatie-heeft-zin-als-het-onderdeel-is-van-een-bredere-onderwijsaanpak/
** Medische zorg voor kinderen in het onderwijs De Wet passend onderwijs is sinds augustus 2014 van kracht. Scholen zijn hiermee verplicht om alle kinderen die extra ondersteuning nodig hebben een passende onderwijsplek te bieden. Soms hebben kinderen ook (medische) zorg nodig tijdens de onderwijsuren, zoals begeleiding, persoonlijke verzorging of verpleging. Voorheen werd deze zorg betaald vanuit de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Sinds 1 januari 2015 wordt (medische) zorg aan kinderen vergoed op basis van de Jeugdwet, de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) 2015, de Wet langdurige zorg (Wlz) en een gewijzigde Zorgverzekeringswet Medische zorg voor kinderen in het onderwijs.
** Onderzoek van het ecbo naar de toegankelijkheid van mbo scholen. Bij de MBO Raad zijn vragen binnengekomen over de toegankelijkheid van mbo 2–opleidingen. Vanuit het vmbo- en mbo-veld kreeg de MBO Raad signalen dat mbo-instellingen leerlingen (hebben moeten) afwijzen voor een mbo 2-opleiding. Ook heeft de raad signalen ontvangen dat zich plaatsingsproblemen voordoen als gevolg van een steeds groter wordend spanningsveld tussen de wensen van de deelnemer enerzijds en de mogelijkheden van instellingen en bijvoorbeeld de beschikbaarheid van relevante stageplaatsen anderzijds. Het is nog onduidelijk in hoeverre de signalen, vergeleken met voorafgaande jaren, op een algemene trendbreuk in het mbo-veld wijzen. En als daar sprake van is, wat de oorzaken en gevolgen daarvan zijn. Ecbo toegankelijkheid mbo-2
8(10)
**
Eindrapportage Kennispraktijknetwerk arbeidstoeleiding kwetsbare jeugd Er is al veel onderzoek gedaan naar wat werkt in de arbeidstoeleiding van jongeren in een kwetsbare positie. Vaak ligt daarbij het accent op de rol van het onderwijs of partijen die vallen onder de verantwoordelijkheid van het UWV. Over de bijdrage van zorginstellingen is veel minder bekend. Terwijl die bijdrage cruciaal is om jongeren met een extra ondersteuningsbehoefte een duurzame plaats op de arbeidsmarkt te laten verwerven. Eindrapport arbeidstoeleiding
** Eindrapportage Kennispraktijknetwerk Veiligheid in Verbinding Deze notitie richt zich op onderwijs- en justitieprofessionals én gemeenten. Ze beoogt te laten zien waar, hoe en wanneer de verbinding is te leggen tussen de justitiële keten en het onderwijs, dan wel de keten in de onderwijsondersteuning. Het NJI heeft de mogelijkheid aan om op drie locaties het ontwikkelde materiaal op bruikbaarheid te testen en daarmee ook lokaal te ondersteunen om deze verbindingen te optimaliseren. Mocht u daar belangstelling voor hebben dan kunt zich aan melden bij Chaja Deen:
[email protected] Eindrapport veiligheid in verbinding
**
Agenda
Woensdag 20 mei, 10.00 uur – 12.00 uur: Informatiebijeenkomst over Participatiewet. Uitgenodigd: leden NEL bve en leden Platform Entree. Locatie FNV gebouw
Donderdag 21 mei, 13.00 uur – 16.30 uur: Jeugdteams in het mbo. Uitgenodigd: leden Platform Gehandicapten, leden Kenniskringen Passend Onderwijs, leden NEL bve. Locatie: NH Amersfoort
Donderdag 28 mei, 10.00 uur – 12.30 uur: Tel mee met Taal. Uitgenodigd: leden netwerk Leven Lang Leren en netwerk Basisvaardigheden. Locatie: InOffice Woerden
Vrijdag 12 juni, 09.30 uur – 11.30 uur: Financiering van Passend Onderwijs. Uitgenodigd: alle deelnemers aan de platformdag van 9 april jl.. Locatie: MBO Raad, Houttuinzaal
Maandag 22 juni, 10.00 uur – 16.15 uur (3 sessies): In gesprek met de inspectie over Passend Onderwijs. Uitgenodigd: managers aanwezig op de platformdag van 9 april jl. en managers uitgenodigd via de btg’s. Locatie: MBO Raad, Middellandzaal
Donderdag 19 november, 09:30 uur – 16.30 uur: volgende Platformdag Platform Gehandicapten, zet alvast in uw agenda!
9(10)
Contact Mocht u vragen of opmerkingen hebben naar aanleiding van deze nieuwsbrief, dan kunt u contact opnemen met: Mieke de Haan:
[email protected] of 06-5027 2655 Ellen Verheijen:
[email protected] of 06-5027 2676 Of eventueel via het secretariaat: Carolien Meijer:
[email protected] of 0348 - 75 35 63
10(10)